programmabegroting 2014 gemeente lingewaard

225
Programmabegroting 2014 1 Programmabegroting 2014 Gemeente Lingewaard 17 september 2013

Upload: lingewaardnieuws

Post on 30-Nov-2015

157 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

Deze begroting wordt op 14 november 2013 definitief vastgesteld.

TRANSCRIPT

Page 1: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

1

Programmabegroting 2014

Gemeente Lingewaard

17 september 2013

Page 2: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

2

Page 3: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

3

INHOUD

HOOFDSTUK 1 INLEIDING _________________________________________________________________ 5

HOOFDSTUK 2 SAMENHANG EN SPEERPUNTEN _________________________________________________ 9

HOOFDSTUK 3 HOE STAAN WE ER FINANCIEEL VOOR? ___________________________________________17

Deel I Beleidsbegroting _______________________________________________________________21

HOOFDSTUK 4 DE PROGRAMMA’S __________________________________________________________23 Wat staat er in de programma’s? _______________________________________________________25

Programma 1 Ontwikkeling en opleiding ________________________________________________27

Programma 2 Deelname aan de samenleving ____________________________________________35

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit ______________________________________________45

Programma 4 Bedrijvigheid __________________________________________________________51

Programma 5 Centrum, stad en dorp ___________________________________________________57

Programma 6 Landschap ____________________________________________________________63

Programma 7 Wonen _______________________________________________________________69

Programma 8 Klimaat en duurzaamheid ________________________________________________73

Programma 9 Beheer en onderhoud ___________________________________________________77

Programma 10 Burger en bestuur ______________________________________________________85

Programma 11 Financiën _____________________________________________________________93

HOOFDSTUK 5 DE PARAGRAFEN ___________________________________________________________97

Wat staat er in de paragrafen? _________________________________________________________99

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen ______________________________________________________101

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing __________________________________107

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen ____________________________________________121

Paragraaf 5.4 Financiering __________________________________________________________129

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering ________________________________________________________135

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen ____________________________________________________145

Paragraaf 5.7 Grondbeleid __________________________________________________________161

Deel II Financiële begroting ___________________________________________________________171

HOOFDSTUK 6 FINANCIËLE BEGROTING _____________________________________________________173

Wat staat er in de financiële begroting? _________________________________________________175

6.1 Financiële positie _______________________________________________________________176

6.2 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien__________________________________________183

6.3 Meerjarenbegroting 2014 - 2017 ___________________________________________________185

6.4 Uitvoeringsplan 2014 - 2017 ______________________________________________________193

6.5 Toelichting op uitvoeringsplan 2014 - 2017 __________________________________________197

6.6 Toelichting reserves en voorzieningen ______________________________________________203

6.7 Overzicht baten en lasten 2014 ___________________________________________________207

6.8 Overzicht van incidentele baten en lasten per programma_______________________________211

6.9 EMU-saldo bij begroting 2014 _____________________________________________________213

Bijlagen _____________________________________________________________________________215

1. Samenstelling gemeentebestuur ____________________________________________________216

2. Kerngegevens __________________________________________________________________218

3. Overzicht baten en lasten productenraming 2014 _______________________________________220

4. Kaderstellende nota’s _____________________________________________________________222

Page 4: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

4

Page 5: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

5

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voor u ligt de programmabegroting 2014-2017. Deze begroting geeft met een nieuwe indeling direct inzicht

in wat we willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en hoeveel geld we daarvoor uittrekken. Op deze

manier maken wij onze burgers duidelijk wat ze van ons kunnen verwachten.

Met de nieuwe indeling is beoogd om de begroting als afwegingsinstrument van de raad te verbeteren. De

aanleiding voor de nieuwe indeling is een raadsbesluit van november 2012. Hierbij gaf de raad aan het voor

zijn afwegingen van belang te vinden dat de programmabegroting een zo volledig mogelijk beeld van de

gemeentelijke doelen geeft, thematisch is ingedeeld en voor de raad alle informatie bevat om voldoende te

kunnen sturen.

Om ervoor te zorgen dat alle doelen in beeld komen, hebben wij voor de nieuwe indeling de doelen van onze

structuurvisies als uitgangspunt genomen. In deze visies heeft de raad voor een langere periode richtingen

uitgezet, waardoor de nieuwe indeling bruikbaar is voor minimaal twee raadsperioden.

De door de raad gewenste thema’s komen tot uitdrukking in de keuze van de programma’s van de begro-

ting.

Onze algemene leidraad is de raad optimaal in staat te stellen om zijn rol als hoogste budgethouder waar te

maken. Dit kan naar onze mening alleen in de vorm van samenwerking tussen alle partijen: raad, college en

organisatie. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe begroting was het proces zodanig georganiseerd dat deze

samenwerking kon plaatsvinden. Deze samenwerking hebben wij als zeer constructief ervaren. Voor ieders

inzet daarbij zijn wij veel dank verschuldigd. Wij blijven in samenspraak met de raad werken aan de verbete-

ring van de begroting.

De programmabegroting bestaat uit 6 hoofdstukken en enkele bijlagen. Hoofdstuk 2 bevat een beknopt

overzicht van onze speerpunten van beleid en behandelt de belangrijkste samenhangen tussen beleidson-

derwerpen. In hoofdstuk 3 lichten wij toe hoe wij er financieel voor staan. Hoofdstuk 4 vormt het hart van de

programmabegroting, hierin worden de programma’s toegelicht. Per programma beschrijven wij wat we wil-

len bereiken, wat we ervoor gaan doen en wat het gaat kosten. De paragrafen in hoofdstuk 5 geven de raad

inzicht in het beleid op beheersmatige aspecten. Hoofdstuk 6 bevat de financiële begroting. Voorafgaand

aan de hoofdstukken 4, 5 en 6 geven wij een toelichting op de verschillende onderdelen.

In de bijlagen is relevant geachte onderbouwende informatie opgenomen.

Voorstel

Wij stellen u voor de Programmabegroting 2014 vast te stellen.

Lingewaard, 17 september 2013

burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard,

de interim secretaris, de waarnemend burgemeester,

C.M. de Graaf S.P.M. de Vreeze

Page 6: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

6

Page 7: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

7

Besluit raad

Besluitnummer

Onderwerp Programmabegroting 2014

De raad van de gemeente Lingewaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 17 september

2013;

gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d. 7 november 2013;

gelet op het bepaalde in artikel 191 van de Gemeentewet;

besluit:

1. de investeringen zoals vermeld in het Uitvoeringsplan 2014-2017 vast te stellen en te autoriseren voor

het jaar 2014;

2. de programmabudgetten te autoriseren op de binnen de programma’s opgenomen totale lasten en totale

baten in de tabel “Wat mag het kosten?”;

3. de Programmabegroting 2014 vast te stellen.

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering

van 14 november 2013.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Th.G.L. Greep M.H.F. Schuurmans-Wijdeven

Page 8: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

8

Page 9: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

9

Hoofdstuk 2 Samenhang en speerpunten

In hoofdstuk 4 treft u per programma een samenhangend geheel van activiteiten aan en van de daarmee

gemoeide middelen. Deze activiteiten zijn alle gericht op één programmadoel. In dit hoofdstuk beschrijven

we een aantal belangrijke samenhangen tussen doelen en activiteiten die in verschillende programma’s zijn

opgenomen. Inzicht in samenhangen tussen diverse programma’s leidt in onze ogen tot een betere integrale

afweging.

2.1 De programmabegroting als dynamisch afweeginstrument

De samenhang tussen alles wat wij op korte en langere termijn nastreven, is terug te vinden in onze struc-

tuurvisies, die alle van recente datum zijn: de ruimtelijk structuurvisie, de sociale visie en het brugdocument

tussen deze visies. Van deze stukken hebben wij vier thema’s afgeleid: participatie, economie, leefomge-

ving, regie en zeggenschap. Deze thema’s vormen de basis voor 11 programma’s waarin de relatie wordt

gelegd tussen doelen en activiteiten van de gemeente en de daarvoor in te zetten middelen. In het volgende

overzicht is aangegeven hoe de programma’s zijn afgeleid van de thema’s. Er is overlap tussen thema’s en

tussen programma’s.

Tussen de diverse programma’s van de begroting bestaan veel dwarsverbanden, omdat veel activiteiten van

de gemeente verschillende doelen dienen. Zo levert het stimuleren van duurzaam bouwen zowel een bijdra-

ge aan het doel “voor iedereen een kwalitatief goede en betaalbare woning op een goede plaats” (program-

ma 7), als aan het doel “aanzetten burgers tot duurzaam gedrag” (programma 8).

Per programma zijn de doelen en activiteiten van de gemeente op een logische manier gerangschikt in zo-

genaamde ‘doelenbomen’. De samenhangen tussen programma’s zijn hierin groen gekleurd terug te vinden.

Page 10: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

10

In de dwarsverbanden zijn vaak de overkoepelende samenhangen van de visies te herkennen. Al met al is

sprake van een complex geheel. Het is een nooit eindigende uitdaging om tegelijkertijd op zowel specifieke

onderwerpen te sturen als op het grote geheel.

Uiteraard zijn ook het raadsprogramma en het daarvan afgeleide collegeprogramma bij de opstelling van de

begroting betrokken. In een afzonderlijk document dat aan uw raad zal worden aangeboden, gaan wij in op

de realisatie van het collegeprogramma. Wij zullen aangeven hoe het ervoor staat met de uitvoering van dit

programma en welke in dat verband de uitdagingen en knelpunten zijn.

De overkoepelende samenhangen van de visies zijn in het raadsprogramma onder de “fundamentele waar-

den en beginselen” begrepen. Van hieruit wil de raad besturen. Dit betreft kort weergegeven:

Een solide financieel beleid;

Respect voor burgers, met open communicatie, directe betrokkenheid bij beleidsontwikkeling en regel-

matige verantwoording;

Integriteit van bestuurders, waarbij voorop staan dienstverlening aan de bevolking, behartiging van de

publieke zaak en betrouwbaarheid;

Meer eigen verantwoordelijkheid bij de burger;

Duurzaamheid met aandacht voor evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen;

Sociale betrokkenheid met maatwerk gericht op deelname van alle burgers aan het maatschappelijk

leven.

In hoofdstuk 3 gaan wij afzonderlijk in op het financiële beleid.

In het raadsprogramma en het collegeprogramma wordt richting gegeven en worden accenten gelegd. Maar

we leven in een dynamische omgeving. Het is een verantwoordelijkheid van de raad en het college samen

om te beoordelen of onze gemeente goed op koers ligt. Als bijvoorbeeld de werkloosheid toeneemt, kan dat

tot accentverleggingen leiden in het sociale domein. Veranderingen in het provinciale beleid op het gebied

van ruimtelijke ontwikkeling of mobiliteit kunnen leiden tot heroverweging van onze duurzaamheidsdoelen,

etcetera.

Zowel doelen als beleidsvoornemens en uitvoeringsplannen moeten in deze context gezien worden als niet

alleen een complex, maar ook dynamisch geheel. In het kader van de begrotingsbehandeling is jaarlijks de

vraag, waar nieuwe uitdagingen liggen en welke koerswijzigingen dan wel accentverschuivingen deze vra-

gen. Tegen deze achtergrond nemen wij elk jaar in onze begroting een overzicht op van de in onze ogen

belangrijkste samenhangen en de daaraan verbonden speerpunten bij de uitvoering.

2.2 Samenhangen

De belangrijkste samenhangen tussen de programma’s betreffen:

Participatie

Wij willen een leefklimaat waarin iedereen mee kan doen. Om dit te realiseren, creëren wij randvoorwaarden

in de vorm van opleiding en ontwikkeling, bieden wij mogelijkheden voor deelname en ontmoeting en probe-

ren wij een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van werkgelegenheid in onze gemeente. Degenen die

geen werk hebben, proberen wij naar werk te begeleiden en voor zover dat niet lukt, bieden wij inkomenson-

dersteuning, waarvoor wij een tegenprestatie vragen (voor wat hoort wat ). Aan kwetsbare inwoners bieden

wij diverse vormen van ondersteuning.

Op diverse vlakken die met het hier beschreven thema samenhangen, krijgen wij er de komende jaren taken

bij. Tegelijkertijd weten wij dat wij deze taken uit moeten voeren met minder geld. Naarmate wij sterker wor-

den in het creëren van effectieve samenhangen zijn wij beter in staat dit te realiseren.

Page 11: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

11

Economie

Actieve en betrokken burgers en bedrijven vormen de motor van onze samenleving. Op individueel niveau,

maar ook als gemeenschap zijn we afhankelijk van elkaars inzet om een klimaat te creëren dat bijdraagt aan

ieders geluk en welzijn. We willen iedereen stimuleren om zijn of haar steentje naar vermogen bij te dragen.

Wij willen bedrijven faciliteren om hun bijdrage aan de economie en werkgelegenheid te verbeteren. Een

actieve samenleving, waarin mensen en bedrijven in beweging zijn, vraagt om goede voorwaarden in termen

van bereikbaarheid. Wij willen knelpunten opheffen en nieuwe verbindingen maken. Daarnaast willen wij

ervoor zorgen dat mensen binnen hun eigen omgeving zo goed mogelijk bediend worden met voorzieningen

die zij nodig hebben en die hun leven prettiger maken.

Leefomgeving

Het thema leefomgeving is overkoepelend voor alle zaken die wij als onze leefruimte ervaren. Het gaat om

de kernen met de voorzieningen en hun vanuit de historie gegroeide identiteit. Wij zorgen ervoor dat in

Bemmel, Gendt en Huissen voldoende basisvoorzieningen aanwezig zijn, zoals winkels, scholen, ontmoe-

tingsplaatsen en voorzieningen op het maatschappelijk vlak. Wij vinden het belangrijk dat de inwoners van

overige kernen al deze voorzieningen gemakkelijk kunnen bereiken. Tegen deze achtergrond werken wij aan

de ontwikkeling van de centra van onze drie grote kernen.

Ons landschap vormt het unieke decor van onze leefomgeving, het is de grond waarop wij leven. Wij willen

dat iedereen zich bewust is van het bijzondere van ons landschap en ook van de waarde die ons landschap

heeft. Landschap heeft fundamentele waarde omdat het ons cultureel erfgoed weerspiegelt, een positieve

bijdrage aan onze gezondheid levert en heel goed dienstbaar is aan duurzaamheidsdoelen, bijvoorbeeld in

de vorm van grondstoffen voor energie. Daarmee heeft het ook economische waarde. Deze economische

waarde heeft het tevens omdat mooi landschap toeristen aantrekt. Bewustzijn is echter niet voldoende. Het

is van onschatbaar belang om verloren gegane kwaliteiten van ons landschap te herstellen en bestaande

kwaliteiten te handhaven. In onze ogen is hier nog een wereld te winnen. De afstand tussen de ambitie die

tot uitdrukking komt in onze structuurvisie en feitelijke staat van ons landschap op dit moment is groot en de

middelen die ons ter beschikking staan zijn beperkt, dan wel kunnen beter worden benut.

Om de kwaliteit van onze leefomgeving te vergroten willen wij het landschap verfraaien dat direct aan onze

bebouwde kommen grenst. Dat zijn onze oeverwallen. Tevens richten we een aantal heel bijzondere plekken

langs onze dijken opnieuw in. Wij doelen hier op onze wielen.

De meest directe leefomgeving betreft onze woningen en de ruimte daar omheen. Wij willen zorgen voor een

divers aanbod van woningen en de aantrekkelijkheid van de woonomgeving verbeteren. Als mensen in een

buurt leven die schoon is, waar basisvoorzieningen aanwezig zijn en waarin zij zich veilig voelen, zijn ze in

staat om in de samenleving te participeren. Schoon, heel en veilig is een basistaak van de gemeente, maar

dat betekent niet dat de gemeente hier alleen voor staat. Burgers kunnen veel zelf doen. Daar staat weer

tegenover dat de verantwoordelijkheid in onze handen blijft.

Tenslotte vatten wij onder het thema leefomgeving de manier waarop wij ermee om (kunnen) gaan. Wij zet-

ten in op een toekomstbestendig gebruik van de leefomgeving en investeren daarom in duurzaamheid.

Regie en zeggenschap

Wij kunnen ons verheugen in een grote mate van betrokkenheid van burgers bij onze samenleving. Door

hierop gezamenlijk in te spelen is er in onze ogen tot in lengte van dagen winst te behalen. Het is zaak om

Page 12: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

12

hierbij van elkaar te leren. Meer eigen verantwoordelijkheid bij burgers vraagt van onze gemeente dat zij

uitgaat van vertrouwen. Daarop willen wij aanspreekbaar zijn. Dat hoort bij beginselen van goed bestuur.

2.3 Speerpunten

Onze belangrijkste speerpunten voor het komende begrotingsjaar zijn.

De transities in de sociale sector

Het behoeft geen betoog dat hier sprake is van een grote operatie, die inzet vraagt van alle betrokkenen,

niet in het minst van onze burgers. Ons uitgangspunt is dat de gemeente ondersteunt en burgers doen wat

ze kunnen. Dat betekent een persoonlijke benadering van betrokkenen, zowel in het kader van inkomens-

voorzieningen als bij ondersteuning in de vorm van zorg en individuele dan wel collectieve voorzieningen.

Met deze benadering hebben wij intussen goede ervaringen opgebouwd. Er is dus alle aanleiding om op de

ingeslagen weg door te gaan.

De transitie kan alleen maar slagen als wij goed samenwerken met bedrijven en instellingen. Daarnaast is

intergemeentelijke samenwerking een vereiste voor die zaken, die we niet lokaal kunnen regelen. Voor ons

betekent dit samenwerking tussen 12 gemeenten. Alle genoemde samenwerkingsvormen zijn volop in ont-

wikkeling.

In de Kadernota hebben wij aangegeven wij dat de transitie willen voltooien met de middelen die daarvoor

beschikbaar worden gesteld. Dit betekent dat er grote bezuinigingen gerealiseerd moeten worden. Wil deze

benadering op langere termijn succesvol zijn, dan is ook is de samenhang van belang tussen “opleiding en

ontwikkeling” (programma 1) en “iedereen die kan werken is aan de slag” (programma 2).

Jeugd

In Lingewaard vinden we het belangrijk dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk kansen krijgen om zich te

ontwikkelen tot zo zelfstandig mogelijke deelnemers aan de maatschappij. Met een visie op een doorgaande

ontwikkelingslijn van 0 tot -27 jaar onderscheidt Lingewaard zich van de gemeenten in de directe omgeving.

De komende jaren krijgt het jeugdbeleid een andere vorm, komen van het rijk en de provincie taken op het

gebied van jeugdzorg naar de gemeente en verandert onder andere de participatiewet, hetgeen eveneens

een verschuiving van taken naar onze gemeente betekent. Belangrijk dus om nu al voor te sorteren en wel

vanuit onze visie en het daarop afgestemde beleid, zodat we zijn voorbereid op de toekomst.

Vanuit de in 2012 ingevoerde wet Passend Onderwijs en de teruglopende leerlingaantallen wordt het be-

langrijk om te sturen op multifunctioneel gebruik van schoolgebouwen in de richting van integrale kindcentra

en de gebouwen zodanig te herstructureren en waar mogelijk aan te passen en/of te renoveren dat er toe-

komstbestendig onderwijs mogelijk is.

Bergerden en overige bedrijventerreinen

De verkoop van bedrijventerreinen stagneert. Dat geldt zowel voor de kavels op Bergerden, als voor die op

de drie gemeentelijke bedrijventerreinen die in de verkoopfase verkeren (Houtakker II, Pannenhuis II en

Agropark II). Er worden samen met Nijmegen voorbereidingen getroffen om tot strategische keuzes te ko-

men ten aanzien van de verdere ontwikkeling van Bergerden.

Page 13: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

13

Multifunctionele centra

Onze gemeente bezit een kleine 200 gebouwen. Het achterstallig onderhoud op deze gebouwen is de afge-

lopen jaren opgelopen tot € 3 miljoen. Daarnaast is er een tekort op de budgetten voor regulier onderhoud

van € 0,35 miljoen. In ons vastgoedbeleid streven we ernaar om én onze onderhoudsbudgetten op orde te

krijgen én geld vrij te maken ten behoeve van de totstandkoming van drie multifunctionele centra: De Dona-

tuskerk in Bemmel, Zaal Provedentia in Gendt en het Stadhues in Huissen. Ons uitgangspunt is dat wij alle

gebouwen verkopen, tenzij er sterke argumenten zijn om dit niet te doen. Wij maken ons sterk voor de multi-

functionele centra, omdat wij vinden dat deze een wezenlijke bijdrage leveren aan zowel onze sociaal-

maatschappelijke doelen als aan de vitaliteit van onze kernen. Bij de realisatie werken wij goed samen met

verenigingen en stichtingen. Deze samenwerking zien wij als de sleutel naar succes.

Cultuur en cultureel erfgoed

Wij stimuleren deelname aan cultuur. Dat begint bij onze ondersteuning van cultuureducatie op scholen.

Daarnaast zorgen wij ervoor dat in onze kernen voldoende voorzieningen aanwezig zijn om elkaar te ont-

moeten en met elkaar aan culturele activiteiten deel te nemen. Welbevinden van onze inwoners staat daarbij

centraal. Maar we willen ook een kweekvijver vormen voor talent, zowel op het gebied van cultuur in brede

zin, als op dat van kunst in het bijzonder.

Al onze burgers willen wij betrekken bij het behoud van ons cultureel erfgoed. De provincie heeft de thema’s

cultuur en erfgoed in één programma samengevoegd en streeft naar het versterken van de regionale sa-

menwerking op dit gebied. Wij willen hierin meegaan, zowel om onze culturele identiteit te versterken als om

economische motieven. Een sterke culturele identiteit trekt toeristen aan.

Fort Pannerden en zijn omgeving is een bijzonder cultuurhistorisch fenomeen met tevens hoge landschap-

pelijke kwaliteit. Het gebied is van bovenregionale waarde, ook in toeristisch en recreatief opzicht. Het be-

hoort tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie, die waarschijnlijk in 2015 genomineerd zal worden voor Wereld

Erfgoed.

Lingewaard kent 50 rijksmonumenten en 150 gemeentelijke monumenten. Niet alleen vormen deze monu-

menten in figuurlijke zin een rijk bezit voor de gemeenschap, ook hun eigenaren ontlenen er trots aan en

besteden veel tijd, geld en energie aan onderhoud en verbeteringen. Inmiddels zijn veel van onze monumen-

ten opgenomen in toeristische fietsroutes rondom bijvoorbeeld de middeleeuwen en de wederopbouw.

Onze gemeente biedt een ruime hoeveelheid aan waardevolle architectuur en landschap. Met name de

combinatie tussen beide en de verbondenheid met onze rivieren is bijzonder. Het voorbeeld bij uitstek op dit

vlak is de combinatie in Doornenburg van kasteel de Doornenburg en Fort Pannerden. Daar hoort toeristi-

sche ontwikkeling bij en activiteiten zoals het kanovaren op de Linge, het varen met de Pendelboot en het

verblijf op omliggende campings. Wij ondersteunen de ontwikkeling van het Fort langs diverse wegen, ook in

de vorm van een gecombineerde provinciale- gemeentelijke subsidie ten behoeve van de inrichting. In 2014

moet deze inrichting gerealiseerd gaan worden.

In Huissen is de historische kern in toenemende mate onder de aandacht van zowel inwoners als toeristen.

Het onlangs verschenen boek ‘Kastelen in Gelderland’ laat zien dat ook reeds verdwenen bouwwerken nog

volop aandacht hebben. Diverse historische gebouwen in onze gemeente worden in het boek breed en

nauwkeurig beschreven. Wij vinden het belangrijk dat ons cultureel erfgoed bij een breed publiek bekend-

heid geniet en zullen ons via diverse kanalen inzetten om op dit punt een bijdrage te leveren.

Page 14: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

14

Mobiliteit

De doorontwikkeling van de Lingewaardse mobiliteit is een continue proces waarbij niet alleen onze ge-

meente is betrokken, maar ook onze omliggende gemeenten, de Stadsregio Arnhem Nijmegen, Provincie

Gelderland en Rijkswaterstaat. Voor een goed zicht op de ontsluiting van Lingewaard van en naar onze re-

gio is de Stadsregio gevraagd een ‘Regiovisie A325’ op te stellen. Deze is bijna afgerond. Met Nijmegen is

de voorbereiding van het doortrekken van de Dorpensingel-Oost in volle gang, waarbij wij uiteraard vasthou-

den aan een doorgaande route via de Vossepelsestraat (Bemmel-Lent). Met de Stadsregio zijn wij voortdu-

rend in gesprek over het verbeteren en uitbreiden van ons gemeentelijke fietsnetwerk, waarbij nauwlettend

wordt gekeken naar aansluiting op andere fietsnetwerken in de omgeving.

Rondom het doortrekken van de A15 is inmiddels een bestuursakkoord gesloten tussen het Ministerie van

Infrastructuur en Milieu, de Provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem Nijmegen. In 2014 zullen de

voorbereidingen verdere vormen aannemen. In het voortraject, heeft de Provincie Gelderland bovenop het

beschikbare projectbudget een bedrag van € 55 miljoen extra ter beschikking gesteld voor inpassingsmaat-

regelen. Dit budget moest worden verdeeld tussen de gemeenten Duiven, Zevenaar en Lingewaard. Op

basis van het ingediende voorstel kreeg Lingewaard bijna € 30 miljoen toegewezen.

In 2014 volgt de verdere procedure rondom het exacte tracé, de inpassingen en uit te voeren werkzaamhe-

den, waarbij uiteraard nauw wordt overlegd met belanghebbenden, omwonenden en wijkplatforms.

Lokaal blijft onze aandacht uitgaan naar met name het onderhoud van de bestaande infrastructuren voor

auto, fiets en looproutes, inclusief de verkeersveiligheid voor met name dijkwegen en schoolomgevingen.

Integrale handhaving

De gemeente heeft wettelijke handhavingstaken op het gebied van bouwen, verkeer en milieu. Daarnaast

handhaaft zij de naleving van de Algemene Plaatselijke Verordening. De controles en handhavingsactivitei-

ten op het gebied van bouwen en milieu zijn in handen gelegd van de Omgevingsdienst Regio Arnhem. Alle

handhavingstaken worden zo veel mogelijk in samenhang uitgevoerd. Dit gebeurt in overleg tussen de ge-

meente, die het beleid vaststelt, onze Bijzondere Opsporingsambtenaren, de politie en de brandweer. Perio-

diek worden zorgen besproken en afspraken gemaakt rondom brandveiligheid, verkeersproblematiek en bij

parkeren en evenementen. Daarnaast wordt selectief gehandhaafd op naleving van bouwvergunningen en

activiteiten van bedrijven.

Met name de buitengebieden kennen een complexe situatie doordat er verschillende grondeigenaren zijn.

De verantwoordelijkheid voor handhaving ligt daardoor bij diverse organisaties, zoals de Dienst Landelijk

Gebied, Staatsbosbeheer en Rijkswaterstaat, terwijl onze Bijzondere Opsporingsambtenaren er geen be-

voegdheden hebben. Overleg tussen de betrokken partijen, de gemeente en de politie moet leiden tot een

helder handhavingsbeleid in de buitengebieden. Het opzetten van projectmatig werken voor de Bijzondere

Opsporingsambtenaren heeft inmiddels geleid tot goede resultaten. Het regelmatig controleren bij basis-

scholen tijdens haal- en brengtijden, parkeercontrole in ‘blauwe zones’ en bij evenementen wordt niet altijd

door een ieder warm ontvangen, maar is wel conform gemaakte afspraken. Evenzo het controleren en

handhaven bij zwerfafval en afvaldump.

Burgerparticipatie en zelfsturing

Wij betrekken onze burgers bij beleidsvorming. Via wijkplatforms nemen burgers verantwoordelijkheid voor

de kwaliteit van hun leefomgeving. Dat doen zij al jaren en wij willen graag dat dit zo blijft. De betrokkenheid

bij de samenleving proberen wij verder te vergroten door in te zetten op zelfsturing. Deze vorm van burger-

Page 15: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

15

participatie heeft als basisgedachte dat burgers en bedrijven zelf heel goed in staat zijn om hun eigen afwe-

gingen te maken, waardoor de gemeente terughoudend kan zijn in het stellen van regels en het houden van

toezicht. Individuele burgers willen wij in de gelegenheid stellen verantwoordelijkheid te geven voor onderde-

len van ons groen. Met verenigingen willen wij in overleg over overdracht van gebouwen, zodat zij deze zelf

kunnen beheren. Het is belangrijk dat telkens een goed evenwicht wordt gevonden tussen onze verantwoor-

delijkheid en wat wij van de burger vragen.

Page 16: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

16

Page 17: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

17

Hoofdstuk 3 Hoe staan we er financieel voor?

3.1 Grote lijnen van onze financiële positie

In onze aanbiedingsbrief bij de Kadernota (mei 2013) kenschetsten wij onze financiële positie als “gezond in

een veranderende omgeving”. Deze conclusie sloot aan bij het oordeel van onze accountant en was geba-

seerd op onze reservepositie, op de verhouding tussen ons eigen en vreemd vermogen en op een schatting

van onze financiële risico’s. Daar stond tegenover dat het niet eenvoudig was om een structureel evenwicht

te vinden tussen onze lasten en baten. De behandeling van de Kadernota heeft tot een sluitende meerjaren-

begroting geleid, maar in de op dat moment voorliggende cijfers was de meicirculaire1 nog niet verwerkt.

Vermelding verdient dat om de begroting sluitend te krijgen bij de behandeling van de Kadernota door mid-

del van amendering bezuinigingen zijn doorgevoerd, maar deze stonden niet in de weg dat wettelijke taken

redelijk tot uitvoering konden worden gebracht en geld kon worden vrijgemaakt voor een aantal als zeer

noodzakelijk bestemde extra uitgaven.

In deze begroting zijn de gevolgen van de meicirculaire wel verwerkt. Voor het jaar 2014 pakken ze gunstig

uit, voor de jaren daarna is dat niet meer het geval. Wij hebben diverse maatregelen getroffen om de tekor-

ten in de jaren na 2014 terug te dringen. In september komt de volgende circulaire. Deze bevat informatie

over de Rijksbezuinigingen tot een bedrag van € 6 miljard en meer zekerheid over de decentralisaties in het

sociaal domein. Welke invloed het een en ander heeft op onze begroting is op dit moment voor ons nog niet

inzichtelijk. We hebben er een voorschot op genomen door opname van twee stelposten. Wat betreft de

transitie in het sociale domein (meer taken met minder geld) is onze stelling: we doen het met wat we heb-

ben en dat kan.

Hierna gaan we in het kort in op onze meerjarenraming, onze risico’s en ons weerstandsvermogen, onze

reservepositie en onze leningenportefeuille.

3.2 Meerjarenbegroting

We leggen u een meerjarenbegroting voor waarin de jaarschijven 2014 en 2017 nagenoeg sluitend zijn,

maar in 2015 en 2016 sprake is van een tekort. In 2014 is er een klein overschot van € 18.000 en in 2017

een klein tekort van € 21.500. Met name als gevolg van een lagere algemene uitkering van het Rijk laten de

jaren 2015 en 2016 een tekort zien van € 1.170.300 respectievelijk € 263.200.

In de cijfers zijn verwerkt de eerder genoemde twee stelposten. Voor de binnen het sociaal domein nog te

realiseren bezuinigingen is € 400.000 gereserveerd. Mocht realisatie achterwege blijven, dan kan dit bedrag

daarvoor worden ingezet. Verder houden wij rekening met een structureel lagere algemene uitkering vanaf

2014 van € 500.000. Of dit voldoende groot is, zal duidelijk worden wanneer de door het Rijk op of kort na

Prinsjesdag te publiceren septembercirculaire is doorgerekend.

1 Dit betreft een circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken over de financiële gevolgen van rijks-

beleid voor gemeenten. Naast de meicirculaire is er een septembercirculaire.

Page 18: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

18

De stelposten hebben op de meerjarenbegroting 2014-2017 het volgende effect:

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo meerjarenbegroting zonder stelposten -918.000 270.300 -636.800 -878.500

Stelpost sociaal domein 400.000 400.000 400.000 400.000

Stelpost algemene uitkering 500.000 500.000 500.000 500.000

Saldo meerjarenbegroting 2014-2017 -18.000 1.170.300 263.200 21.500

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Een verdere uiteenzetting van de financiële positie en de ontwikkelingen in de meerjarenbegroting is opge-

nomen in hoofdstuk 6.

3.3 Risico’s en weerstandsvermogen

Niet alle ontwikkelingen c.q. risico’s die op onze gemeente af kunnen komen, zijn op voorhand financieel te

vertalen in de begroting. Wanneer één of enkele van deze risico’s zich daadwerkelijk voordoen is het de

vraag of we in staat zijn om deze risico’s in financieel opzicht op te vangen. Op basis van de door uw raad

vastgestelde nota risicomanagement hebben we berekend dat het benodigde weerstandsvermogen afge-

rond € 10 miljoen bedraagt. Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve, dat in feite synoniem is voor

het benodigde weerstandsvermogen, ligt in de periode 2014-2017 rond de € 8 à € 9 miljoen. Op basis van

de nota risicomanagement is dat niet voldoende. De totale omvang van de algemene reserve (het beklemd

deel plus het vrij besteedbaar deel) is echter ruim voldoende om de risico’s die wij lopen (de grootste hebben

betrekking op bedrijventerreinen) op te kunnen vangen. Hierbij past wel de kanttekening dat de inzet van € 1

miljoen van het beklemd deel van de algemene reserve structureel € 40.000 kost.

De in ons jaarverslag 2012 toegezegde actualisatie van de nota risicomanagement is grotendeels afgerond.

Dankzij de toegezegde middelen voor formatie-uitbreiding kan verdere besluitvorming en aansluitend imple-

mentatie plaatsvinden in 2014.

In paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing, treft u meer informatie aan over het vorenstaan-

de.

3.4 Reserves en voorzieningen

Voorzieningen dienen van voldoende omvang te zijn om de financiële gevolgen van het doel waarvoor ze

zijn ingesteld op te kunnen vangen. Ter onderbouwing van voorzieningen dient sprake te zijn van actuele

onderhoudsplannen. Bij de jaarrekening 2012 hebben we geconstateerd dat weliswaar alle onderhoudsplan-

nen zijn geactualiseerd, maar dat niet alle voorzieningen in financiële zin van voldoende omvang zijn om aan

alle toekomstige verplichtingen te kunnen voldoen. Deze voorzieningen zijn daarom in overleg met de exter-

ne accountant omgevormd tot een bestemmingsreserve. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij onderhoud gemeen-

tegebouwen. Door de verkoop van gebouwen zullen de toekomstige verplichtingen afnemen en kan, wan-

neer deze verplichtingen weer in overeenstemming zijn met de onderliggende plannen, de voorziening in

plaats van de bestemmingsreserve worden ingesteld.

De reserves en voorzieningen worden toegelicht in § 6.6 Toelichting reserves en voorzieningen.

Page 19: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

19

3.4 Leningenportefeuille

Op 1 januari 2014 hebben wij tot een bedrag van bijna € 84 miljoen aan langlopende geldleningen afgeslo-

ten. In de begroting 2013 gingen wij nog uit van € 94 miljoen. Door een nauwgezette monitoring van onze

liquiditeitspositie bleek het niet nodig om in 2013 nieuwe geldleningen af te sluiten. Voor 2014 gaan wij er op

basis van de huidige inzichten van uit dat € 10 miljoen aan nieuwe leningen moet worden afgesloten. Het

verbeteren van onze liquiditeitspositie is op dit moment vooral afhankelijk van de ontwikkelingen in de

grondexploitaties. Wanneer grond kan worden verkocht komen ook middelen beschikbaar om aan de regu-

liere aflossingsverplichtingen te kunnen voldoen. Voor zover dit niet het geval is, zal herfinanciering moeten

plaatsvinden.

In paragraaf 5.4 Financiering vindt u een nadere toelichting.

3.5 Enkele kanttekeningen

Bij onze financiële positie willen we nog de volgende kanttekeningen plaatsen.

Het kan zijn dat de septembercirculaire verdere bezuinigingen nodig maakt. Wij denken dat dan het schrap-

pen van taken aan de orde is. Onze begroting bevat naar onze mening alle ingrediënten om dit mogelijk te

maken. Een kerntakendiscussie is daarvoor volgens ons niet langer nodig. Zodra meer informatie over de

gevolgen van de septembercirculaire beschikbaar is zullen wij u daarvan op de hoogte stellen.

De verkoop van gebouwen komt op gang, maar de netto-opbrengsten vallen soms tegen door hoge boek-

waarden, mede als gevolg van voorgenomen grondexploitaties. Dat laat onverlet dat wij de geformuleerde

doelen (budgetten voor gebouwenbeheer op orde krijgen en geld vrijmaken voor de realisatie van multifunc-

tionele centra) denken te kunnen halen, al zal dat op zijn vroegst eind 2014 het geval zijn. Dit laatste is toe te

schrijven aan de aanhoudende crisis in de vastgoedsector. Over de multifunctionele centra komen wij voor

de begrotingsbehandeling met actuele informatie, met daaraan gekoppeld voorstellen voor implementatie.

Op diverse plaatsen in deze begroting wijzen wij op het belang van zelfwerkzaamheid en eigen verantwoor-

delijkheid van burgers. Daar zit ook een financiële kant aan. Naarmate burgers ten behoeve van de ge-

meenschap meer inzet tonen, kunnen wij met minder middelen toe, dan wel komt er geld vrij voor alternatie-

ve besteding. Wij zijn op dit punt optimistisch gestemd.

Tot slot willen wij uw raad in overweging geven dat er een keuze te maken is: ofwel streng op de knip blijven

zitten of gezien de financiële lichtjes aan het eind van de tunnel geld vrij maken uit onze beklemde reserve

teneinde meer ambities van onze structuurvisie waar te maken. Wij neigen naar het laatste.

Page 20: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

20

Page 21: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

21

Deel I Beleidsbegroting

Page 22: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

22

Page 23: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

23

Hoofdstuk 4 De programma’s

Page 24: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

24

Page 25: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

25

Wat staat er in de programma’s?

Hoofdstuk 4 De programma’s bestaat uit een toelichting op 11 programma’s. De indeling in 11 programma’s

is gemaakt op basis van een analyse van de doelen uit de ruimtelijke structuurvisie, de sociale visie en het

brugdocument. De programma’s omvatten alle beleidsdoelen en activiteiten van de gemeente, waardoor de

begroting de basis biedt voor een integrale afweging van de doelen van de gemeente en de inzet van de

middelen.

De toelichtingen op de programma’s zijn steeds op dezelfde manier opgebouwd, waarbij de volgorde van de

volgende drie vragen is aangehouden:

Wat willen we bereiken?

Wat doen we daarvoor?

Wat mag het kosten?

Elk programma bevat de doelen die de gemeente voor een bepaald beleidsthema wil bereiken. Deze doelen

zijn op een logische manier in beeld gebracht in een zogenaamde doelenboom. In deze indeling staat voor-

op dat de samenhang tussen doelen en activiteiten duidelijk wordt. Het volgende voorbeeld geeft aan welke

niveaus in de doelenboom wij onderscheiden.

7. Voor iedereen een kwalitatief goede en

betaalbare woning op een goede plaats

7.1 Verbeteren aantrekkelijkheid woonomgeving

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes

Verbeteren ontsluitingen (3.1.2)

Een schone, hele, veilige woonomgeving

(9)

7.2 Bevorderen diversiteit in aanbod

van woningen

7.2.1 Aanwijzen locaties

7.2.2 Bevorderen en herstructureren

woningbouw

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere

initiatieven

7.2.4 Afspraken maken met woningcorporaties

7.3 Duurzaam en levensloopbestendig

bouwen

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig

bouwen

Stimuleren duurzame ontwikkelingen (zie

8.2.1)

Programma-

doel

Beleidsdoel

Prestatiedoel

Page 26: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

26

Het programmadoel verwoordt het beoogde maatschappelijk effect dat de gemeente wil bereiken. De ge-

meente zet hiervoor verschillende instrumenten in, die op verschillende zaken betrekking kunnen hebben, in

dit voorbeeld de woonomgeving, het aanbod van woningen en de kwaliteit van de woningen. Op dit niveau

zijn beleidsdoelen geformuleerd.

Het programmadoel en de beleidsdoelen worden toegelicht onder het kopje ‘Wat willen we bereiken?’.

In de doelenboom zijn in de ‘blokjes’ onder de beleidsdoelen de prestatiedoelen geformuleerd. Deze geven

aan wat de gemeente gaat doen om de beleidsdoelen en het programmadoel te bereiken. Onder de vraag

‘Wat doen we daarvoor?’ zijn de prestatiedoelen toegelicht. Per prestatiedoel wordt een beknopte om-

schrijving gegeven van wat er speelt op dit terrein en met welke middelen (bijvoorbeeld met financiële mid-

delen, zoals subsidies) de gemeente zaken wil beïnvloeden. Zoveel mogelijk zijn de acties genoemd die de

gemeente specifiek in het begrotingsjaar 2014 wil ondernemen.

Er zijn activiteiten van de gemeente die verschillende doelen dienen. Dit komt in de doelenbomen tot uit-

drukking met groengekleurde prestatiedoelen. Daar waar de blokjes groen zijn, worden deze prestatiedoelen

in een ander programma toegelicht.

In de toelichtingen zijn in enkele gevallen indicatoren opgenomen. Met een indicator geven wij aan hoe we

meten of onze inzet geleid heeft tot het beoogd effect, zoals omschreven in het prestatie- of beleidsdoel. Het

benoemen van deze indicatoren is niet gemakkelijk, omdat veelal ook externe factoren van invloed zijn op

het bereiken van het doel en de gemeente daar geen grip op heeft. Wij vinden het belangrijk om met indica-

toren te werken waar de gemeente zelf op kan sturen. Voor het ontwikkelen daarvan blijken wij meer tijd

nodig te hebben. Hier zullen wij komend jaar aan werken.

Aan het einde van de toelichting op de prestatiedoelen wordt aangegeven welke investering(en) wij voor

activiteiten binnen het desbetreffende programma in het Uitvoeringsplan hebben opgenomen. Wij verwijzen

daarbij naar het nummer in het Uitvoeringsplan in hoofdstuk 6 (§ 6.4 Uitvoeringsplan 2014-2017).

Onder het kopje ‘Wat mag het kosten’ is een overzicht opgenomen, waarin per prestatiedoel de geraamde

lasten en baten zijn aangegeven. Op deze manier is de inzet van de middelen gekoppeld aan de doelen en

activiteiten van de gemeente. Wij hebben de bestaande productgroepen toegedeeld aan de prestaties. Deze

productgroepen zijn de eenheden waarop programma- en apparaatskosten voor bepaalde activiteiten wor-

den geboekt. In sommige gevallen loopt de indeling in productgroepen niet synchroon met de indeling van

de prestatiedoelen en hebben wij keuzes gemaakt. Wij benutten volgend jaar om een verfijning aan te bren-

gen in de toedeling van de middelen aan de prestatiedoelen.

Het overzicht bevat tevens de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves die betrekking hebben

op het programma.

Hoofdstuk 6 van deze begroting bevat de Financiële begroting, waarin onder meer de Meerjarenbegroting

2014-2017 is opgenomen. De Meerjarenbegroting voor de komende vier jaar wordt elk jaar in de begroting

voor het komende jaar aangepast. Voor de mutaties in de Meerjarenbegroting verwijzen we dan ook naar

hoofdstuk 6 (§ 6.3 Meerjarenbegroting 2014-2017).

Page 27: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

27

Programma 1 Ontwikkeling en opleiding

1. Optimale kansen om eigen talenten te

ontwikkelen

1.1 Stimuleren passende voorzieningen voor de

jeugd

Afgestemd hoogwaardig aanbod en gebruik van

jeugdvoorzieningen (2.1)

1.1.1 Bieden jeugdgezondheidszorg

1.1.2 Opvoedings-ondersteuning

1.2 Bieden van opleidingen en educatie

1.2.1 Stimuleren behalen startkwalificatie door

jongeren

1.2.2 Bieden van leerlingenvervoer

1.2.3 Bieden van natuureducatie

1.2.4 Ondersteuning bieden bij

volwasseneneducatie

1.2.5 Faciliteren gerichte scholing en opleiding

werkzoekenden

1.2.6 Bieden van voldoende, goede en

veilige fysieke leeromgeving

Page 28: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

28

Wat willen we bereiken?

1. Optimale kansen om eigen talenten te ontwikkelen

Wij willen elke inwoner in staat stellen om het maximale uit zichzelf te halen. Omdat kinderen en jongeren

aan het begin van hun ontwikkeling staan en gemiste kansen grote gevolgen kunnen hebben voor hun ver-

dere leven, neemt de gemeente de verantwoordelijkheid op zich dat zij, wanneer dat nodig is, worden bege-

leid in hun ontwikkeling. Uitgangspunt voor de gemeentelijke inzet is een visie op een doorlopende ontwikke-

lingslijn voor jongeren van 0 tot 27 jaar. In deze visie staat voorop dat problemen in de ontwikkeling van een

kind of jongere in een zo vroeg mogelijk stadium worden gesignaleerd en dat er passende ondersteuning of

hulp wordt geboden, zo nodig op gezinsniveau. De gemeente Lingewaard streeft, met de partners op dit

terrein, voor elk kind van 0-27 jaar naar het realiseren van optimale ontwikkelingskansen en volwaardig par-

ticiperen in onze maatschappij binnen zijn/haar mogelijkheden.

Wij willen kinderen, jongeren en volwassenen kansen bieden om zich, door middel van scholing en opleiding

te ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke mensen. Wij spannen ons in dat elke jongere minimaal

over het opleidingsniveau beschikt om een serieuze kans te maken op geschoold werk.

Wij stimuleren natuureducatie op basisscholen, omdat wij willen dat inwoners in Lingewaard opgroeien tot

verantwoordelijke mensen die hun leefomgeving respecteren en ervan kunnen genieten. Een voorwaarde

hiervoor is dat kinderen van jongs af aan kennis over de natuur opdoen en over de invloed van activiteiten

van mensen op de natuur en andersom.

1.1 Stimuleren passende voorzieningen voor de jeugd

Ons doel is dat kinderen en jongeren in Lingewaard opgroeien tot actieve en zelfstandige volwassenen. Wij

bieden mogelijkheden voor ontmoeting en deelname aan de samenleving voor jongeren, door bijvoorbeeld

de deelname aan sport en cultuur te stimuleren. Wij bieden jeugdgezondheidszorg en ondersteuning of hulp

aan jongeren en gezinnen die dit (tijdelijk) nodig hebben.

1.2 Bieden van opleidingen en educatie

In Lingewaard zijn verschillende vormen van opvang en onderwijsaanbod aanwezig. Naast peuterspeel-

zaalwerk, kinderopvang, en basisonderwijs, heeft onze gemeente speciaal basisonderwijs, voortgezet on-

derwijs, praktijkonderwijs en MBO-onderwijs (metaaltechniek) binnen de gemeentegrenzen. Andere vormen

van onderwijs worden onder andere in de gemeenten Overbetuwe, Arnhem en Nijmegen aangeboden.

Er is een samenwerking met 11 gemeenten (Arnhem en omgeving) die in een gemeenschappelijke regeling

onderwijszaken (GRO) afstemmen over leerplicht, volwasseneducatie en de uitvoering van de RMC-taken

(Regionaal meld- en coördinatiepunt) van de centrumgemeente Arnhem.

De gemeente heeft in principe niet veel mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het onderwijsaanbod in

de gemeente. Hiervoor zijn de schoolbesturen verantwoordelijk. Dit geldt ook voor de ontwikkelingen rondom

de Wet passend onderwijs. Op grond van deze wet wordt met ingang van het schooljaar 2014/2015 de zorg-

plicht voor scholen ingevoerd. Dit betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede

onderwijsplek te bieden: op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere

reguliere school in de regio of in het (voortgezet) speciaal onderwijs. De scholen moeten samenwerken in

regionale samenwerkingsverbanden. Het samenwerkingsverband maakt onder meer afspraken over welke

begeleiding de reguliere scholen bieden, welke kinderen een plek krijgen in (voortgezet) speciaal onderwijs

Page 29: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

29

en over de verdeling van de ondersteuningsmiddelen. De Wet passend onderwijs vraagt om een goede af-

stemming en samenwerking tussen gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden. De gemeente kan

in overleg met schoolbesturen haar wensen kenbaar maken aan het samenwerkingsverband en mogelijkhe-

den tot uitbreiding van het huidige aanbod bespreken. De gemeente heeft op het gebied van onderwijs voor-

namelijk een faciliterende rol voor het realiseren van huisvesting en vervoer.

De gemeente Lingewaard en haar partners streven voor elke inwoner van 0-27 jaar naar optimale ontwikke-

lingskansen en volwaardig participeren binnen onze maatschappij binnen zijn/haar mogelijkheden. Wij bie-

den mensen ontwikkelingsmogelijkheden om hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Daarnaast vinden

wij natuureducatie voor kinderen belangrijk in hun ontwikkeling naar verantwoordelijke volwassenen.

Wat doen we daarvoor?

1.1 Stimuleren passende voorzieningen voor de jeugd

1.1.1 Bieden jeugdgezondheidszorg

De gemeente heeft een wettelijke taak op het gebied van de jeugdgezondheidszorg. De gemeente Linge-

waard spant zich in voor een optimaal toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig integraal uniform takenpakket

jeugdgezondheidszorg. Zij waarborgt de beschikbaarheid van een consultatiebureau voor 0-4 jarigen (de

concrete uitvoering ligt bij de Stichting thuiszorg Midden-Gelderland en een schoolartsendienst voor 4-19

jarigen (uitvoering door VGGM).De gemeente stelt jaarlijks een adequaat maatwerk takenpakket jeugdge-

zondheidszorg 0-19 jarigen vast.

De gemeente zorgt voor de instandhouding en financiering van Praktische Gezinsondersteuning (PGO, of-

wel thuisbegeleiding) voor gezinnen met problemen op het gebied van opvoeden.

Specifieke speerpunten van gezondheidszorg voor de jeugd, die ook in 2014 nog leidend zijn voor de uitvoe-

ring, zijn :

Overgewicht;

Alcohol en Drugs;

Seksuele gezondheid.

Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor jeugdhulpverlening. Het jaar 2014 staat in het

teken van de voorbereidingen hiervoor. Het takenpakket van de jeugdgezondheidszorg binnen de Wet pu-

blieke gezondheid wordt gewijzigd. Het systeem van uniform (landelijk verplichte taken) en maatwerk (ge-

meentelijke risicozorg / aanvullende taken) binnen de jeugdgezondheidszorg wordt losgelaten. De nieuwe

Wet publieke gezondheid zal een landelijk basistakenpakket jeugdgezondheidszorg bevatten Invoering hier-

van is voorzien op 1 januari 2015. Vanaf die datum worden de aanvullende taken op het gebied van onder-

steuning en hulpverlening voor jeugdigen en ouders geregeld in de nieuwe Jeugdwet.

In 2014 dient een regiovisie Huiselijk Geweld en Kindermishandeling te worden vastgesteld. Hierin wordt het

beleid ten aanzien van dit onderwerp vastgelegd en de verdeling van regionale en lokale verantwoordelijk-

heden hiervan. Tevens dient hierbij het huidige Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) te worden samengevoegd

met het Advies en Meldpunt Kindermishandeling tot een nieuwe geïntegreerde voorziening Advies en Meld-

punt Kindermishandeling en Huiselijk Geweld (AMHK).

1.1.2 Opvoedingsondersteuning

Het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) is in Lingwaard georganiseerd in de vorm van een netwerk, waaraan

verschillende partners en partijen deelnemen die met en voor kinderen/jongeren werken van 0 tot 23 jaar.

Kernpartners zijn de jeugdgezondheidszorg, Welzijn (o.a. maatschappelijk werk), Jeugdzorgorganisaties en

Bureau Jeugdzorg.

Page 30: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

30

Het CJG fungeert als een vraagbaak voor ouders, verzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten voor alle vra-

gen over ontwikkeling, opvoeden en opgroeien. Daarnaast biedt het CJG gezinnen een integraal aanbod van

ondersteuning en indien noodzakelijk een sluitende zorgstructuur. De sluitende zorgstructuur krijgt vorm

vanuit de gedachte: één kind, één gezin, één ‘plan’. In de sluitende zorgstructuur staan de leefwerelden van

het kind centraal. Dit zijn het gezin, de school en de openbare ruimte (de buurt). Waar we problemen signa-

leren stemmen we die af met betrokkenen. De sluitende zorgstructuur voorziet in deze afstemming door de

Verwijsindex. Hiermee faciliteren we informatie-uitwisseling tussen professionals en door de mogelijkheid tot

multidisciplinair casusoverleg door het CJG, de ZorgAdviesTeams in het onderwijs en zo nodig de inzet van

team Jeugdoverlast.

Ingaande 1-1-2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg. Deze zogenaamde

transitie jeugdzorg maakt het mogelijk om het preventieve jeugdbeleid aan te laten sluiten op de noodzake-

lijke jeugdhulp. Om meer inzicht te krijgen in de breedte van deze nieuwe taak is er in september 2013 een

maatschappelijk debat jeugd gevoerd. Daarbij hadden met name de cliënten, zorgaanbieders en raadsleden

een belangrijke rol.

Vooruitlopend op verandering van de wet op de jeugdzorg wordt voorzien in een flexibele schil van tweede-

lijnsvoorzieningen om het gezin, door het betrekken van professionals van tweedelijns voorzieningen bij het

overleg van het CJG, wanneer dat in een bepaalde casus nodig is.

Om het CJG toegerust te laten zijn op de uitbreiding van taken door de invoering van de nieuwe Jeugdwet is

gestart met de opzet van een registratiesysteem waarmee de effectiviteit van het CJG kan worden gemeten.

1.2 Bieden van opleidingen en educatie

1.2.1 Stimuleren behalen startkwalificatie door jongeren

Leerlingen met een diploma hebben meer kans op een baan. Tot hun 18e zijn leerlingen verplicht om een

startkwalificatie te halen. Dat is een diploma voor havo, vwo, mbo2 of hoger. Het halen van een startkwalifi-

catie is echter niet voor iedereen weggelegd en de ontwikkeling verloopt ook niet voor elk kind zonder pro-

blemen. Daarom starten wij zo vroeg mogelijk met het investeren in onze jonge inwoners, bijvoorbeeld door

het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie en het stimuleren van ouderbetrokkenheid op peuters-

peelzalen, kinderdagverblijven en scholen. Het bieden van 1e-lijns jeugd- en gezinszorg (CJG) en de bestrij-

ding van voortijdig schoolverlaten is gericht op voortijdig signaleren en bieden van ondersteuning bij proble-

men. Met deze investeringen in jonge inwoners willen we kinderen met ontwikkelingsproblemen de kans

geven op een zelfstandig en zinvol ingevuld leven. Concreet willen wij bereiken dat deze kinderen:

met minder achterstand naar de basisschool en vervolgonderwijs gaan, zodat uiteindelijk een startkwali-

ficatie kan worden gehaald;

zo zelfstandig mogelijk hun leven kunnen leiden en daarbij zo min mogelijk afhankelijk zijn van sociale

voorzieningen;

meer kansen hebben op het krijgen van een betaalde baan en;

minder in aanraking komen met justitie.

In de gemeente Lingewaard trekken de CJG-coördinator en de leerplichtambtenaar gezamenlijk op bij de

aanpak van schoolverzuim. Hiervoor hebben zij verschillende projecten opgezet, zoals ‘de thuiszitterstafel’,

‘de overbelaste jongere’, ‘challenge day’ en ‘wordt wakker’.

Het percentage voortijdig schoolverlaters is in de gemeente Lingewaard al enkele jaren het laagst van de

deelnemende gemeenten in de regio.

Page 31: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

31

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

1.2.1 Stimuleren behalen start-

kwalificatie door jongeren

Diverse activiteiten Percentage voortijdige school-

verlaters

2% 2%

1.2.2 Bieden van leerlingenvervoer

Kinderen die niet zelfstandig van en naar school kunnen reizen, kunnen, na hiervoor te zijn geïndiceerd,

gebruik maken van leerlingenvervoer. Wij vinden het belangrijk dat kinderen vanaf 10 jaar, in de aanloop

naar de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, zo zelfstandig mogelijk van en naar school kunnen

reizen. Vanaf 2011 worden kinderen met een vervoersindicatie van 10 jaar of ouder, opnieuw beoordeeld om

na te gaan of zij inmiddels in staat zijn om zelfstandig te reizen. In 2013 wordt inhoudelijk beleid geformu-

leerd, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de ouders en de zelfredzaamheid van de kinderen als uit-

gangspunt gelden. Dit nieuwe beleid zal met ingang van het schooljaar 2014-2015 van kracht worden.

1.2.3 Bieden van natuureducatie

Stichting Lingewaard Natuurlijk zorgt ervoor dat iedere leerling gedurende zijn basisschoolcarrièrre minimaal

twee keer een natuurles krijgt. Elk jaar geven vrijwilligers meer dan 200 lessen. De gemeente vindt natuur-

educatie aan kinderen belangrijk en subsidieert deze activiteit.

Boomplantdag

Jaarlijks organiseert Stichting Lingewaard Natuurlijk in maart een boomplantdag, waarbij aan alle bassischo-

len in Lingewaard en in omliggende gemeenten de mogelijkheid wordt geboden om leerlingen uit groep 8 te

laten deelnemen. De gemeente faciliteert en subsidieert dit initiatief.

1.2.4 Ondersteuning bieden bij volwasseneneducatie

Wij ondersteunen volwasseneneducatie voor de persoonlijke ontplooiing van volwassenen ten behoeve van

hun maatschappelijk functioneren. Belangrijk is het om hierbij aan te sluiten op de individuele behoeften en

mogelijkheden van mensen. Daarnaast gaat het erom dat mensen door middel van educatie beter kunnen

participeren binnen de samenleving in Lingewaard. Op het gebied van volwasseneducatie werken wij samen

met de 11 gemeenten binnen GRO-verband.

De gemeente heeft de mogelijkheid om het educatiedeel binnen het participatiebudget in te zetten naar de

behoefte van de inwoners. ROC Rijn IJssel is tot 2015 de aanbieder van volwasseneneducatie voor Linge-

waard. Vanaf 2015 vervalt zeer waarschijnlijk de voor gemeenten verplichte winkelnering bij ROC’s.

Tot 2013 kocht Lingewaard trajecten in zoals alfabetisering, Nederlands als Tweede taal na inburgering,

sociale redzaamheid, digitale vaardigheden, omgaan met geld, vrijwilligersondersteuning en Aan de Slag

Sinds 2013 heeft het rijk de eisen aan het aanbod Volwasseneneducatie aangescherpt en beperkt tot met

name taal en rekenen. Daarom is het budget vanaf 2013 aanzienlijk lager dan voorgaande jaren.

1.2.5 Faciliteren gerichte scholing en opleiding werkzoekenden

Wij faciliteren gerichte scholing en opleiding voor werkzoekenden met een gemeentelijke uitkering. Scholing

wordt alleen ingezet als de werkzoekende niet beschikt over een zogenoemde ‘startkwalificatie’ én als deze

scholing noodzakelijk is om een geacquireerde arbeidsplaats in te vullen en te behouden. Dit hangt uiteraard

af van persoonlijke mogelijkheden en is daarom maatwerk. Met de potentiële werkgever en de werkzoeken-

de worden gerichte afspraken gemaakt over investering door de gemeente en voorwaarden daarvoor. In alle

gevallen wordt eerst gekeken of er andere financieringsmogelijkheden zijn dan het (beperkte) budget van de

gemeente.

Page 32: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

32

1.2.6 Bieden van voldoende, goede en veilige fysieke leeromgeving

Onderwijshuisvesting heeft in eerste instantie tot doel om leerlingen een goede en veilige fysieke leeromge-

ving te bieden. De eerste taak van de gemeente is te zorgen voor voldoende en veilige gebouwen. Daar-

naast wordt onderwijshuisvesting gebruikt als vliegwiel om samen met andere partners de samenhang te

bevorderen tussen onderwijs, voorschoolse- en naschoolse opvang en andere maatschappelijke ontwikke-

lingen zoals bijvoorbeeld Brede scholen en Integrale Kindcentra.

Wij bezien in overleg met de schoolbesturen hoe in een periode van afnemende leerlingenaantallen, her-

schikking van onderwijslocaties kan plaatsvinden waardoor voor lange tijd goede en passende onderwijs-

huisvesting beschikbaar is. Daarbij wordt tevens nagegaan welke combinaties met peuterspeelzaalwerk en

kinderopvang mogelijk en wenselijk zijn. Als gevolg van herschikkingen zullen waarschijnlijk onderwijsge-

bouwen worden afgestoten en kan uitbreiding op andere locaties nodig zijn. Er zal in elk geval worden nage-

gaan welke mogelijkheden er zijn om tijdelijke onderwijslokalen te verwijderen.

Lingewaard kent veel relatief oude schoolgebouwen (30 tot 40 jaar oud) die qua indeling niet meer voldoen

aan de eisen die het huidige onderwijs stelt en die eigenlijk aanpassing behoeven. Voor deze gebouwen die

nog langdurig in gebruik zullen zijn, mede omdat er geen middelen beschikbaar zijn voor vervangende

nieuwbouw, wordt in beeld gebracht wat er nodig is om deze gebouwen zowel onderwijskundig als bouw-

technisch zodanig aan te passen dat deze weer voor een periode van 20 tot 30 jaar kunnen worden gebruikt.

Dit is uitgewerkt in het Meerjaren Onderhoudplan Onderwijshuisvesting (MOP), zie 9.1.3. Eén van de eerste

locaties die hiervoor in aanmerking komt, is het scholencomplex aan het Ot en Sienpad in Huissen. Dit scho-

lencomplex is bouwkundig verouderd en voldoet niet meer aan de eisen die het onderwijs stelt. Door terug-

loop van het aantal leerlingen ontstaat de mogelijkheid om in dit complex ook de openbare basisschool de

Zilverzwaan te huisvesten en het totale complex te transformeren tot een Brede School/IKC. In de begroting

is voor deze renovatie/upgrading een bedrag opgenomen van € 2 miljoen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

1.01 1e inrichting diverse lokalen Loovelden gr 15/16 2014

1.02 Vervangende huisvesting Zilverzwaan / Ot en Sien 2014

Page 33: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

33

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

1.1 Stimuleren passende voorzieningen voor

de jeugd

1.1.1 Bieden jeugdgezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg 751.625 751.625

1.1.2 Opvoedingsondersteuning Opvoedingsondersteuning 363.361 363.361

1.2 Bieden van opleiding en educatie

1.2.1 Stimuleren en toezien op behalen Basisonderwijs voorzieningen (openb) 102.202 102.202

startkwalificatie door jongeren Basisonderwijs voorzieningen (bijz) 334.974 334.974

Speciaal onderwijs voorzien. (bijz) 103.099 103.099

Voorgezet onderwijs 35.000 35.000

Lokaal onderwijsbeleid 739.996 -35.000 704.996

Kinderopvang 558.350 -213.140 345.210

1.2.2 Bieden van leerlingenvervoer Leerlingenvervoer 926.589 926.589

1.2.3 Bieden van natuureducatie Onderwijsbegeleiding / NME 29.360 29.360

1.2.4 Ondersteuning bieden bij volwasseneducatie Volwasseneducatie 146.125 -139.575 6.550

1.2.5 Faciliteren gerichte scholing en opleiding

werkzoekenden

1.2.6 Bieden van voldoende, goede en veilige

fysieke leeromgeving

4.090.681 -387.715 3.702.966

Mutaties reserves

Toevoeging bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 55.600 55.600

4.146.281 -387.715 3.758.566

1 Opvoeding en ontwikkeling

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 34: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 1 Opvoeding en Ontwikkeling

Programmabegroting 2014

34

Page 35: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

35

Programma 2 Deelname aan de samenleving

2. Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe

2.1 Mogelijkheden bieden voor deelname

en ontmoeting

2.1.1 Stimuleren samen sporten en bewegen

2.1.2 Stimuleren kennismaking en

deelname aan kunst en cultuur

2.1.3 Ondersteunen diverse voorzieningen

2.2 Stimuleren

zelfredzaamheid

2.2.1 Bevorderen dat iedereen gezond kan

leven

2.2.2 Signaleren problemen van

kwetsbare inwoners en ondersteuning bieden

2.2.3 Verstrekken uitkeringen en voorzieningen

Stimuleren en faciliteren van burgerinitiatieven

(10.2.1)

2.3 Iedereen die kan werken, is aan de slag

2.3.1 Activeren bij zoeken naar werk (re-

integratie)

2.3.2 Stimuleren werkgelegenheid en arbeidsplaatsen voor

werkzoekenden

Page 36: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

36

Wat willen we bereiken?

2. Iedereen doet mee en iedereen doet ertoe

Wij willen bijdragen aan een sociaal leefklimaat, waarin iedereen mee kan doen en er voor iedereen plaats

is. Zo’n leefklimaat ontstaat door de manier waarop inwoners, maatschappelijke organisaties, bedrijven en

de gemeente met elkaar omgaan. Een belangrijke voorwaarde is dat iedereen oog voor een ander heeft en

iets voor elkaar over heeft.

Wij willen ons inspannen om de betrokkenheid van inwoners bij de samenleving te vergroten. Daarom willen

wij zoveel mogelijk kansen benutten om mensen te stimuleren actief te zijn en mee te doen.

Omdat de eigen zelfstandigheid een groot goed is en bijdraagt aan het welbevinden, vinden wij het belang-

rijk dat ieder zo veel en zo lang mogelijk eigen keuzes kan maken en de verantwoordelijkheid voor zijn of

haar manier van leven kan nemen. Dit vraagt wel de bereidheid binnen de samenleving om rekening met

elkaar te houden en elkaar te helpen, als dat nodig is. De gemeente neemt hierin ook haar verantwoordelijk-

heid.

Werken is een belangrijk middel om actief deel te nemen aan de samenleving. Wij begeleiden mensen, waar

nodig, bij het vinden van een reguliere baan en spannen ons in om werkmogelijkheden te vinden voor men-

sen voor wie een reguliere baan (nog) een brug te ver is.

Het stelsel voor maatschappelijke ondersteuning verandert. Door de overheveling van taken uit de AWBZ

naar de Wmo wordt de gemeente verantwoordelijk voor begeleiding en verzorging van mensen met specifie-

ke problemen. De invoering van de nieuwe Participatiewet houdt in dat er één regeling komt voor mensen

aan de onderkant van de arbeidsmarkt (de mensen die voorheen recht hadden op een uitkering op grond

van de WWB, WSW en Wajong). De verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers wordt met de

nieuwe Participatiewet wel groter, maar de verdeling van de middelen blijft via de gemeenten lopen. In 2014

vinden voorbereidingen plaats om de nieuwe taken met ingang van 1 januari 2015 uit te kunnen voeren.

2.1 Mogelijkheden bieden voor deelname en ontmoeting

Een leefomgeving, waarin iets te beleven valt en die uitnodigt tot ontmoeting met anderen draagt bij aan de

kwaliteit van leven. Een ander aspect van ontmoeting is dat mensen die elkaar kennen, eerder geneigd zijn

elkaar te helpen of een beroep durven te doen op een buur. Zo kan dreigende vereenzaming worden opge-

merkt en op tijd gestopt worden. Men zal elkaar ook eerder aanspreken op het leefbaar houden van de wijk.

Met andere woorden de sociale cohesie van de lokale samenleving is van groot belang.

Lingewaard beschikt over een hecht sociaal fundament. Daarin zorgen we er met elkaar voor dat wijken en

dorpen zich verder kunnen ontwikkelen tot plekken waar inwoners zich thuis voelen, binding hebben met

andere inwoners en waar een basispakket aan voorzieningen aanwezig is. Er zijn voldoende faciliteiten voor

de ontplooiing van individuele inwoners tot zelfredzame burgers die meedoen aan de samenleving. Sport,

cultuur en ontmoeting staan hierbij centraal.

2.2 Stimuleren zelfredzaamheid

Sinds 2012 werken wij vanuit een nieuwe visie over de samenleving, waarbij het erom gaat dat mensen zo

optimaal en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen participeren. In deze visie staat zelfredzaamheid van men-

sen voorop, wat heeft geleid tot een herijking van de rol van de gemeente. Wij willen mensen stimuleren om

een gezonde leefwijze aan te houden, omdat dit ten goede komt aan het functioneren.

Wij vinden het belangrijk dat mensen in hun eigen omgeving hun leven naar eigen keuze kunnen invullen.

Wij gaan er van uit dat mensen zelf het beste weten wat daarvoor nodig is en dat zij dat zelf regelen of met

hulp van familie, vrienden of bekenden. Lukt dat niet, dan kijken we samen met de betrokkene hoe wij daar-

bij kunnen ondersteunen. Wij helpen bij het vinden van oplossingen die passen bij de specifieke situatie.

Page 37: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

37

Wij verstrekken uitkeringen aan mensen die zelf niet voor hun inkomen kunnen zorgen. Als mensen vanwe-

ge een beperking problemen ondervinden in hun functioneren en bij de deelname aan de samenleving, die

zij zelf niet kunnen oplossen, gaat de gemeente samen met hen na welke voorziening hiervoor de meest

efficiënte en effectieve oplossing biedt.

2.3 Iedereen die kan werken, is aan de slag

Wij hanteren het uitgangspunt dat iedereen die een bijstandsuitkering ontvangt, moet proberen om zo snel

mogelijk een reguliere baan te vinden, zodat wordt voorzien in een eigen inkomen en er geen reden meer is

voor een uitkering. In die gevallen waarin een werkzoekende er op eigen kracht niet in slaagt een reguliere

baan te vinden, spannen wij ons in om deze sterker te maken in zijn concurrentiepositie op de arbeidsmarkt.

Voor mensen die niet in staat zijn om zelf solliciteren, treden wij op als intermediair naar werkgevers. Ook

proberen wij met werkgevers en organisaties zinvolle werktrajecten te vinden voor mensen die (nog) niet

bemiddelbaar zijn voor een reguliere baan.

Wat doen we daarvoor?

2.1 Mogelijkheden bieden voor deelname en ontmoeting

2.1.1 Stimuleren samen sporten en bewegen

Sport vormt een onderdeel van het sociale beleid van de gemeente en is een belangrijk onderdeel van de

Lingewaardse samenleving. Zo levert sport een bijdrage aan een goede gezondheid, sociale samenhang en

leefbaarheid. De gemeente zorgt voor goede randvoorwaarden zodat de inwoners van Lingewaard invulling

kunnen geven aan sportieve vrijetijdsbesteding op recreatief niveau, zowel in georganiseerd als ongeorgani-

seerd verband.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

2.1.1 Stimuleren

samen sporten en

bewegen

Subsidiëring sportverenigingen

Sportstimuleringsactiviteiten

Sportparticipatie (2012 = 100) 100 1001

Voldoen aan beweegnorm2

(2012 = 100)

100 1503

Voldoen aan beweegnorm

(2012 = 100)

100 1104

1. gekozen is voor handhaving van huidig percentage, want de landelijke trend is dat sportparticipatie daalt. Bovendien ligt de sport-

participatie in Lingewaard in 2012 al boven het gemiddelde.

2. de gewenste hoeveelheid lichaamsbeweging vanuit gezondheidsperspectief

3. op dit moment voldoet 21% van de jeugd aan de beweegnorm. In 2014 dient dit percentage te zijn toegenomen tot 30%

4. in 2012 voldoet 50% van de volwassenen aan de beweegnorm. Dit moet in 2014 zijn toegenomen tot 55%

2.1.2 Stimuleren kennismaking en deelname aan kunst en cultuur

De gemeente Lingewaard wil zich in 2024 hebben ontpopt als cultureel centrum en kweekvijver voor talent

op het terrein van kunst en cultuur tussen de twee grote gemeenten met behoud van de eigen identiteit. De

gemeente wil dit bereiken door: 1. Behouden van een passend aanbod culturele voorzieningen;

2. Stimuleren actieve en passieve deelname aan culturele activiteiten;

3. Bevorderen vernieuwende culturele activiteiten;

4. Uitbreiden aanbod kunst in de gemeente;

5. Door kunst en cultuur een economische impuls geven aan de regio;

6. Beschermen en benutten van cultureel erfgoed.

Page 38: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

38

Onder de culturele voorzieningen vallen de multifunctionele centra, de bibliotheek, expositieruimten en parti-

culiere voorzieningen. De gemeente stimuleert het eigen initiatief bij het benutten van bestaande voorzienin-

gen, maakt prestatieafspraken met beheerders van gemeentelijke accommodaties en met instellingen die

een gemeentelijke taak uitvoeren. Ook voert zij een coördinerende rol uit bij het gebruik van de gemeentelij-

ke expositieruimte.

Actieve en passieve deelname aan culturele activiteiten wordt gestimuleerd door financiële bijdragen aan

cultuureducatie. Hieronder vallen cultuurprojecten op scholen, het ‘cultureel rondje’ voor scholieren om ken-

nis te maken met lokale culturele voorzieningen, aanbieders en activiteiten op cultureel gebied, en het wer-

ken met combinatiefunctionarissen die verbindingen leggen tussen onderwijs, sport en cultuur. Daarnaast

stimuleert de gemeente de amateuristische en professionele kunstbeoefening door afspraken te maken met

culturele verenigingen en instellingen en het Cultureel Platform Lingewaard. Deze afspraken en het evene-

mentenbeleid (zie 4.1.2) dragen tevens bij aan de bevordering van vernieuwende culturele activiteiten.

Om de kennismaking van iedereen met cultuur te bevorderen, zullen wij meer aandacht geven aan de kunst

in de openbare ruimte. Dit betekent inventarisatie, onderhoud, en het zichtbaar maken van de kunst die al

aanwezig is en het weloverwogen omgaan met initiatieven vanuit de bevolking.

De gemeente wil met kunst en cultuur een economische impuls geven aan de regio. Zij neemt hiervoor deel

aan het regionaal Cultuurpact. Dit is een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten in de regio Arn-

hem ter stimulering van kunst en culturele activiteiten.

Het cultureel erfgoed binnen Lingewaard geeft de gemeente een eigen identiteit en is vanuit dat oogpunt

belangrijk om te behouden (zie 5.2). Het cultureel erfgoed kan worden benut om mensen in aanraking te

brengen met cultuur. De provincie heeft onlangs de thema’s Cultuur en Erfgoed beleidsmatig samengevoegd

in één programma. Als gevolg hiervan is de ontwikkeling gaande om het cultuurpact uit te breiden naar een

regionale samenwerking op het gebied van Cultuur & Erfgoed. Door deze samenwerking ontstaat de kans

om lokale en regionale projecten op te zetten, waarmee verbindingen worden gelegd tussen (de beleving

van) cultuur en erfgoed.

2.1.3 Ondersteunen diverse voorzieningen

In het brugdocument is aangegeven dat de gemeente streeft naar een balans tussen de beschikbaarheid en

bereikbaarheid van voorzieningen als ontmoetingscentra en dorpshuizen. Elke kern heeft een andere cul-

tuur, een andere sociale cohesie, een andere demografische samenstelling en een andere toekomstontwik-

keling. Op grond van deze verschillen bestaat er geen blauwdruk voor elke kern ten aanzien van de beno-

digde voorzieningen.

Accommodaties moeten multifunctioneel worden ingezet. De verantwoordelijkheid voor de organisatie van

de activiteiten en het vinden van een geschikte ruimte ligt bij de burger. De gemeentelijke accommodaties

zijn voor alle doelgroepen toegankelijk, waarbij altijd sprake is van medegebruik.

2.2 Stimuleren zelfredzaamheid

2.2.1 Bevorderen dat iedereen gezond kan leven

De gemeente wil optimale kansen bieden voor een geestelijke en lichamelijke gezondheid van alle (groepen)

inwoners. Hiervoor heeft zij een gemeentelijk publiek gezondheidsbeleid vastgesteld, waar zij overigens op

grond van de Wet publieke gezondheid toe verplicht is. Het doel van het publieke gezondheidsbeleid is de

gezondheid van mensen te beschermen en te bevorderen, zodat mensen zo lang mogelijk lichamelijk en

geestelijk gezond blijven. In het beleid ligt de nadruk op preventie.

De gemeente initieert, stimuleert, subsidieert, faciliteert en regisseert initiatieven die bijdragen aan het be-

vorderen van het gezond leven van inwoners. De speerpunten en activiteiten die in de jaren 2012-2014 wor-

Page 39: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

39

den uitgevoerd, zijn vastgelegd in het meerjaren gezondheidsbeleid. Algemene aandachtspunten binnen het

beleid zijn de aansluiting tussen eerstelijnszorg en de zorgverzekeraar, de doelgroep mensen met een lage

sociaal economische status, het meewegen van gezondheidsaspecten binnen gemeentelijke besluiten en de

transities sociaal beleid als gevolg van op handen zijnde wettelijke veranderingen. Specifieke speerpunten

van beleid, die ook in 2014 nog leidend zijn voor de uitvoering, zijn :

Overgewicht;

Psychische gezondheid;

Alcohol en Drugs;

Seksuele gezondheid;

Ouderengezondheid.

De gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) voert diverse (wettelijke) taken uit voor en in opdracht van de

gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelder-

land Midden (VGGM).

In het begrotingsjaar 2014 wordt gewerkt aan een meerjarenbeleid voor 2015 en de periode daarnaDe elf

gemeenten in de regio Arnhem hebben het preventieve publieke gezondheidsbeleid in eerdere beleidsperio-

des gezamenlijk opgepakt. De regio heeft regionale speerpunten van beleid vastgesteld. De gemeente heeft

in haar meerjarenbeleid publieke gezondheid uitwerking gegeven aan lokale speerpunten en activiteiten. Het

gemeentelijke meerjarenbeleid publieke gezondheid is vastgesteld voor de jaren 2012-2014. Voor 2015 en

volgende jaren wordt een nieuw beleidsplan voorbereid. Bij deze voorbereidingen wordt uiteraard aangeslo-

ten bij de komende wijzigingen binnen het sociaal domein.

2.2.2 Signaleren problemen van kwetsbare inwoners en ondersteuning bieden

Gemeenten hebben de taak om alle burgers te ondersteunen die moeite hebben om op eigen kracht te par-

ticiperen, regie over het leven te houden en te bewegen in en om het huis. In de praktijk blijkt dat deze men-

sen vaak op verschillende vlakken problemen ondervinden. Om te voorkomen dat mensen buiten de samen-

leving komen te staan, wil de gemeente Lingewaard dit soort probleemsituaties tijdig en effectief aanpakken

en maatschappelijk herstel bij deze cliënten bevorderen. De gemeente vindt het essentieel dat er in de gehe-

le regio een goede en samenhangende aanpak van multiprobleemsituaties aanwezig is. Daarom spant Lin-

gewaard zich in om op dit terrein tot een goede regionale afstemming te komen. Kwetsbare groepen inwoners

Mensen met een lichte beperking vormen een kwetsbare groep. Tot 2009 hadden deze mensen recht op

ondersteuning en activerende begeleiding op basis van de AWBZ. Vanaf 2009 is dit onderdeel geschrapt uit

de AWBZ. In sommige gevallen kunnen deze mensen, vanwege hun beperking, niet op eigen kracht deel-

nemen aan de samenleving en is er op enige manier ondersteuning nodig. De gemeente spant zich ervoor in

om eventuele problemen van deze mensen tijdig te signaleren en samen met de betrokkenen passende

oplossingen te vinden. Ook gaat de gemeente na of het mogelijk is dat bestaande voorzieningen worden

aangepast, zodat deze mensen er ook gebruik van kunnen maken.

Ouderen vormen een kwetsbare groep, omdat het ouder worden vaak gepaard gaat met het optreden van

lichamelijke en/of geestelijke beperkingen, het wegvallen van werk of een zinvolle daginvulling en het verlies

van naasten en vrienden. Wij willen het welzijn van ouderen bevorderen en hen zo lang mogelijk zelfstandig

laten functioneren in de eigen woon- en leefomgeving door hen te stimuleren om deel te blijven nemen of

weer deel te nemen aan het sociaal maatschappelijk verkeer. De gemeente zet hiervoor het gecoördineerd

ouderenwerk in dat zorgt voor coördinatie en ondersteuning van en dienstverlening aan plaatselijke en regi-

onale voorzieningen en activiteiten.

De gemeente wil in regioverband maatschappelijk herstel bij zogenaamde multiprobleemcliënten bevorde-

ren. Zij wil daarbij inhoudelijk inzetten op het maken van een beleids- en uitvoeringskader en heeft daartoe

Page 40: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

40

een visiedocument opgesteld. In dit document worden zogenaamde OGGZ doelgroepen onderscheiden.

Een inwoner behoort tot zo’n doelgroep als deze tenminste één van de volgende kenmerken heeft:

meervoudige problemen;

bestaansvoorwaarden onder druk;

zorgmissers en zorgmijders;

mate van maatschappelijke uitval.

De vier doelgroepen zijn:

1. Vervuilende huishoudens;

2. Huishoudens met een dreiging van huisuitzetting;

3. Kwetsbare ex-gedetineerden;

4. Kwetsbare ex-intramuralen.

Ondersteuning

Als netwerkpartners, zoals politie, school of huisarts, zorgen hebben over het functioneren van een persoon

of een familie, dan geven zij dit door aan het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW). Het AMW benadert

deze mensen en biedt ongevraagd hulp aan. Door dit tijdig aanbieden en (pro)actief inzetten van adequate

hulp kan (zo mogelijk) erger worden voorkomen. Het doel van de hulpverlening van het AMW is om door

middel van professionele maatschappelijke hulp- en dienstverlening mensen, die voor hen onoplosbare pro-

blemen ervaren, te helpen die problemen op te lossen en waar mogelijk toe te rusten met voldoende vaar-

digheden.

De gemeente bekostigt het AMW en biedt hiermee een lokale basisvoorziening voor eerstelijns psychosocia-

le hulpverlening en maatschappelijke dienstverlening. De voorziening is lokaal beschikbaar en bereikbaar

voor alle inwoners van de gemeente Lingewaard.

Het AMW voert de volgende activiteiten uit:

1. Informatie en advies: het AMW ondersteunt de burger bij het oplossen van problemen of brengt de bur-

ger eventueel in contact met een organisatie die bij het oplossen daarvan behulpzaam kan zijn;

2. Begeleiding en behandeling: het AMW signaleert en ondersteunt individuele burgers en gezinnen met

meervoudige problemen, zo nodig met andere netwerkpartners;

3. Deelname aan netwerken: Het AMW neemt deel aan en organiseert algemene overlegstructuren en

overlegstructuren rondom jeugd;

4. Ondersteuning bij schulden: het AMW ondersteunt burgers in gedragsverandering bij het schuldrijp

maken voor inzet van schuldbemiddeling en bij het leren omgaan met geld en het leren voorkomen van

nieuwe schulden;

5. Ondersteuning bij sociaal-juridische problemen: het AWM ondersteunt burgers bij het gebruik maken

van de voorliggende juridische instanties zoals het juridisch loket, rechtsbijstandverzekering en diensten

van de belastingdienst.

In het visiedocument voor een beleids- en uitvoeringskader OGGZ zijn 11 visiepunten geformuleerd. Enkele daarvan zijn:

Zorgen voor een adequate lokale aanpak;

Lokale OGGZ-netwerken zijn het hart van de lokale OGGZ;

Voorkomen vervuilende huishoudens;

Voorkomen huisuitzetting;

Lokale oriëntatie op mogelijkheden voor vervolgzorg ex-gedetineerden en ex-intramuralen met een

zorgvraag;

Lokale huisvesting GGZ-cliënten;

Voorkomen huiselijk geweld.

Page 41: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

41

Schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening richt zich op het voorkomen, beheersbaar maken en oplossen van problematische

schulden, zodat deze belemmering om te participeren wordt weggenomen.

Vanaf 1 juli 2012 is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening van kracht. De gemeente heeft op dit terrein

een beleidsvisie en beleidsplan opgesteld. Er wordt gewerkt met klantprofielen en een uitgebreide diagnose

aan het begin van het proces, waardoor meer maatwerk kan worden geleverd. Een schuldenvrije toekomst

zal niet voor elke klant het einddoel mogelijk zijn; voor sommigen zal het hanteerbaar maken van de schul-

denlast het hoogst haalbare zijn. Voor klanten die voldoende zelfredzaam zijn, zal de dienstverlening beperkt

blijven tot advisering over hoe zij zelf met de schuldeisers afspraken kunnen maken.

Voorbereiding op uitbreiding ondersteuning per 1 januari 2015

Vanaf 1 januari 2015 worden begeleidingstaken van specifieke groepen mensen overgeheveld van de

AWBZ naar de Wmo, waardoor de gemeente verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van deze taken.

Regionaal is gewerkt aan een visie op deze decentralisatie. Door middel van een keuzenotitie wordt het

beleid verder verkend voor de lokale situatie. Om zorg en ondersteuning terecht te laten komen bij mensen

die daarop zijn aangewezen, zullen keuzes moeten worden gemaakt.

De gemeente zal het komende jaar keuzes maken over:

het organiseren van de toegang tot de voorzieningen;

de methode van vraagverheldering (met in acht neming van het bevorderen van eigen kracht en zelf-

redzaamheid, wel of geen indicatiestelling etc.);

arrangementen (met in achtneming van het principe “een mens/ een gezin, een plan”, het maken of

bijstellen van beleid voor mantelzorgers en vrijwilligers en nieuwe vormen van (algemene en collectie-

ve) voorzieningen);

af te spreken prestaties met de instellingen;

financiering (inkoop en/of subsidie);

monitoren van de prestaties;

het organiseren van cliëntparticipatie.

2.2.3 Verstrekken uitkeringen en voorzieningen

Bijstandsuitkering

Iedereen die niet in eigen inkomen kan voorzien en onder de bijstandsgrens belandt, krijgt (tijdelijk) een bij-

standsuitkering.

Van iedere nieuwe klant in de bijstand vragen we een zogenoemde ‘tegenprestatie’. Deze bestaat uit het

vervullen van maatschappelijk relevante activiteiten (bijvoorbeeld deelname aan het serviceteam). De te-

genprestatie vormt de eerste stap van het re-integratieproces.

Klanten die aantoonbaar niet in staat zijn om arbeid te verrichten vanwege psychische-, lichamelijke- en/of

sociale beperkingen krijgen een (tijdelijke) vrijstelling.

Om misbruik van de bijstandsuitkering te voorkomen, zetten wij sterk in op preventie door gerichte en fre-

quente voorlichting. Bij bewuste schending van de plichten, zoals het verstrekken van onjuiste informatie en

het niet meewerken aan een re-integratietraject of het leveren van een tegenprestatie, gaan wij over op re-

pressieve acties, zoals het opleggen van een maatregel die kan leiden terugvordering van de uitkering.

Vanaf 2012 hebben wij deze nieuwe werkwijze ingezet die ertoe heeft geleid dat het aantal mensen met een

bijstandsuitkering in 2012 is afgenomen met 12%, terwijl er landelijk en provinciaal sprake was van een stij-

ging in het aantal uitkeringsgerechtigden (respectievelijk 3 en 4%). Volgens de gemeentelijke administratie

Page 42: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

42

neemt het aantal uitkeringsgerechtigden in Lingewaard in 2013 af met 2,92% en gaat het om 366 personen

(stand augustus 2013). Door de economische situatie is de verwachting reëel dat in 2014 het aantal mensen

dat in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering, zal stijgen. Wij blijven ons onverminderd inspannen om

de instroom in de bijstandsuitkering te beperken en de uitstroom te bevorderen. Onze ambitie voor 2014, is

dat er in 2014 maximaal 400 personen in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

2.2.3 Verstrekken uitkeringen en

voorzieningen

Zie de activiteiten

bij 2.3.1

Aantal personen die een

algemene bijstandsuitkering

ontvangen

370 400

Bijzondere bijstand

Iedereen met een laag inkomen of met schulden stellen wij in staat een zelfstandig bestaan te leiden en naar

vermogen te participeren in de samenleving. De gemeente vergoedt uitsluitend noodzakelijke kosten.

Het Kabinet heeft het voornemen om de categoriale bijzondere bijstand per 1 juli 2014 af te schaffen en

meer nadruk te leggen op individuele voorzieningen. Zo komt volgens de regering het geld voor armoedebe-

strijding terecht bij mensen die het echt nodig hebben. Ook de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en

gehandicapten (Wtcg) en andere regelingen voor mensen met specifieke zorgkosten worden ingetrokken. In

plaats daarvan komt er een “maatwerkvoorziening” onder de Wmo. Zodra de details duidelijk zijn, zal de

gemeente een aanpak ontwikkelen, waardoor mensen met een laag inkomen ondersteund worden, als dit

nodig is.

Verstrekken voorzieningen

Sinds 2012 wordt bij het verstrekken van voorzieningen gehandeld vanuit de nieuwe visie op de samenle-

ving, waarbij de gemeente mensen aanspreekt op hun mogelijkheden om hun dagelijkse leven zelf vorm te

geven, met behulp van hun eigen netwerk en omgeving en diverse voorzieningen (zie ook 2.2).

Indien een hulpvrager zich wendt tot de gemeente wordt er een aanmelding gemaakt. In de meeste gevallen

wordt er een afspraak gemaakt voor een zogenaamd ‘keukentafelgesprek’ bij de hulpvrager thuis. In dit ge-

sprek komt niet alleen de gestelde vraag aan de orde, maar worden ook alle andere aspecten van het socia-

le domein doorgesproken. Er wordt naar het beste resultaat gewerkt, waarbij een individuele voorziening pas

als oplossing naar voren komt, als alle andere mogelijkheden aan bod geweest zijn.

De gemeente biedt collectieve voorzieningen, zoals de regiotaxi. Voorbeelden van individuele voorzieningen

zijn een vervoersvoorziening (zoals een scootmobiel), een rolstoel, hulp bij het huishouden of een woning-

aanpassing.

2.3 Iedereen die kan werken, is aan de slag

2.3.1 Activeren bij zoeken naar werk (re-integratie)

We bieden kansen aan mensen die geen betaalde baan hebben om de regie over het eigen leven kunnen

(her)pakken. Het is de verantwoordelijkheid van de betrokkenen om die kansen te benutten. We spreken

eigen mogelijkheden van mensen maximaal aan. Hierbij is maatwerk belangrijk.

Wij ondersteunen werkzoekenden in hun zoektocht naar werk, indien mensen niet zelf een baan blijken te

vinden. De verwachting is dat de helft van de nieuwe instroom in de bijstandsuitkering niet in staat is om op

eigen kracht kwalitatief goede sollicitatie-activiteiten te ontplooien of onvoldoende inzet heeft getoond. Deze

groep wordt actief begeleid.

Page 43: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

43

De volgende activiteiten bieden wij aan:

een intake over rechten, plichten en verwachtingen (handhaving);

een competentie- en interessetest voor geschikte beroepen en eventueel noodzakelijke kwalificerende

scholing;

workshop ‘hoe verkoop ik mezelf?’;

individuele coaching en begeleiding;

werkplekken acquireren voor klanten die zichzelf niet kunnen verkopen.

Door een ‘tegenprestatie’ te verlangen van nieuwe klanten met een bijstandsuitkering, stimuleren wij hen om

na te denken over hun mogelijke toegevoegde waarde voor de samenleving en hun verantwoordelijkheid

om zelf sturing te geven aan hun toekomst. De verplichting tot deze tegenprestatie is voor veel werkzoeken-

den in de bijstand de eerste serieuze stap richting (betaald) werk.

2.3.2 Stimuleren werkgelegenheid en arbeidsplaatsen voor werkzoekenden

Wij acquireren bij (toekomstige) ondernemers in Lingewaard werkplekken voor werkzoekenden. Het gaat

hierbij zowel om reguliere banen als om zogenoemde ‘oefenbanen’: banen waar werkzoekenden eerst het

benodigde arbeidsritme of de gewenste ervaring met een nieuwe functie kunnen opdoen. Lingewaard neemt

deel aan een samenwerkingsverband van 11 gemeenten met als doel een regionale werkgeversbenadering.

Gestreefd wordt naar een netwerkorganisatie om de grotere bedrijven die regionaal werven via één aan-

spreekpunt te bedienen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

2.01 Buitensportaccommodaties 2013/2014

Page 44: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Programmabegroting 2014

44

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

2.1 Mogelijkheden bieden voor deelname en

ontmoeting

2.1.1 Stimuleren samen sporten en bewegen Sport (binnen) 1.135.855 -130.405 1.005.450

Sport (buiten) 472.881 -5.200 467.681

2.1.2 Stimulering kennismaking en deelname aan Openbaar bibliotheekwerk 783.311 -6.300 777.011

kunst en cultuur Vorming en ontwikkeling 113.041 -400 112.641

Kunst 113.480 -1.700 111.780

2.1.3 Ondersteunen diverse voorzieningen Sociaal-cultureel werk 586.410 -6.325 580.085

Ontmoetingscentra en dorpshuizen 592.913 -67.100 525.813

2.2 Stimuleren zelfredzaamheid

2.2.1 Bevorderen dat iedereen gezond kan leven Gezondheidszorg 697.750 697.750

2.2.2 Signaleren problemen van kwetsbare inwoners Maatschapp. begeleiding en advies 974.498 -2.433 972.065

en ondersteuning bieden Schuldhulpverlening 267.589 267.589

Vreemdelingen 84.920 84.920

2.2.3 Verstrekken uitkeringen en voorzieningen Bijstandsverlening 9.402.337 -8.269.025 1.133.312

Bijzondere bijstand 462.866 -50.038 412.828

Inkomensvoorzieningen 10.000 10.000

WMO/vrijwilligerswerk en 6.483.273 -526.517 5.956.756

mantelzorg

2.3 Iedereen die kan werken, is aan de slag

2.3.1 Activeren bij zoeken naar werk (re-integratie) -

2.3.2 Stimuleren werkgelegenheid en arbeids- Werkgelegenheid 7.683.401 -6.256.693 1.426.708

plaatsen voor werkzoekenden

29.864.525 -15.322.136 14.542.389

Mutaties reserves

Onttrekking algemene reserve Dekking tekort Presikhaaf Bedrijven -543.028 -543.028

Toevoeging bestemmingsreserve Kunst 9.578 9.578

Toevoeging bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 162.405 162.405

Onttrekking bestemmingsreserve Onderzoek participatiemogelijkheden -60.000 -60.000

30.036.508 -15.925.164 14.111.344

2 Deelname aan de samenleving

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 45: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

45

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

3. Leefomgeving, school en werk zijn goed bereikbaar

3.1 Verbeteren bereikbaarheid

3.1.1. Aanleggen wegen en fietspaden

3.1.2 Verbeteren ontsluitingen

3.1.3 Verbeteren doorstroming

3.1.4 Verbeteren parkeermogelijkheden

Oplossingen bieden voor individuele

bereikbaarheidsproblemen (2.2.4)

Verbeteren recreatief netwerk (6.2.2)

Leerlingenvervoer (1.2.2)

3.2 Veilig en duurzaam verkeer

3.2.1 Verminderen veiligheidsrisico's op wegen

en fietspaden

3.2.2 verminderen verkeersdruk in de kernen

3.2.3 Veiliger maken van schoolomgevingen

3.2.4 Stimuleren fietsen en OV-gebruik

Page 46: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

46

Wat willen we bereiken?

3. Leefomgeving, school en werk zijn goed bereikbaar

Wij willen dat Lingewaard beschikt over een goed functionerend netwerk voor wonen, werken, voorzieningen

en groene recreatieruimte. Snelle en veilige verplaatsingsmogelijkheden zijn daarvoor een belangrijke voor-

waarde. Daarom spannen wij ons in om de bereikbaarheid te verbeteren en de veiligheid van de verkeers-

deelname te vergroten. Mobiliteit en verkeer hebben tot gevolg dat het milieu wordt belast. Wij nemen maat-

regelen om deze milieubelasting te beperken.

3.1 Verbeteren bereikbaarheid

In 2009 heeft de raad de hoofdlijnen van het verkeer- en vervoersbeleid tot 2017 verwoord in het Gemeente-

lijk Mobiliteitsplan (GMP). De missie voor deze periode is een bereikbare gemeente met behoud van de

ruimtelijke kwaliteit.

Mobiliteit en verkeer staan niet op zichzelf. Mobiliteit komt voort uit een scala van activiteiten en het verkeer

heeft invloed op de omgeving. In het gemeentelijk mobiliteitsbeleid moet daarom rekening worden gehouden

met ontwikkelingen en keuzes op verschillende beleidsterreinen. Mobiliteit en verkeer kunnen enerzijds het

gevolg zijn van ruimtelijke en economische ontwikkelingen, groen en milieu, anderzijds kunnen zij bedrei-

gend zijn voor dergelijke ontwikkelingen of juist voorwaardenscheppend. De beleidsuitgangspunten op ande-

re beleidsterreinen staan soms op gespannen voet met het mobiliteitsbeleid. Dit manifesteert zich meestal

pas bij de uitwerking van het beleid in concrete projecten en maatregelen.

In het kader van het GMP zijn hiervoor oplossingsrichtingen voorgesteld. Op het moment dat raakvlakken en

tegenstrijdigheden met andere beleidsterreinen worden geconstateerd, zal dit zoveel mogelijk worden be-

noemd.

Naast de samenhang tussen verschillende beleidsterreinen wordt het gemeentelijke verkeers- en vervoerbe-

leid geconfronteerd met beleid van andere overheden, zoals het rijk, de provincie en de regio. Dat beleid kan

richtinggevend zijn voor het gemeentelijke beleid, maar het kan ook leiden tot mobiliteitsproblemen die op

gemeentelijk niveau moeten worden opgelost.

Aan het GMP is geen uitvoeringsprogramma verbonden. Het realiseren van beleidsdoelen is daardoor een

zaak van de lange adem geworden, wat versterkt is door de economische crisis. In oktober 2010 is met een

vertegenwoordiging van de gemeenteraad een aantal mogelijke scenario’s voor een uitvoeringsprogramma

behandeld. Uit dit overleg is gebleken dat er een politiek-bestuurlijke voorkeur uitgaat naar subsidie-

gestuurde en/of subsidie-gebonden projecten en dat men het belangrijk vindt om prioriteit te geven aan de

regionale bereikbaarheid (naar binnen/naar buiten) in plaats van het oplossen van lokale knelpunten. Deze

strategie, die wij op dit moment als leidend aanhouden, is niet gebaseerd op een besluit van de gemeente-

raad, maar is ontleend aan het resultaat van dit overleg.

Door het wegvallen van het trolleyproject komen de aanpassingen voor de Loostraat en de rotonde Stads-

wal-Huismanstraat voor rekening van de gemeente. Op basis van de resultaten uit de evaluatie van het

GMP in het laatste kwartaal van 2013, zal in 2014 een uitvoeringsprogramma worden ontwikkeld. De gevol-

gen van het wegvallen van het trolleyproject, in totaal volgens onze raming € 600.000, zullen hierbij worden

meegenomen.

Page 47: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

47

3.2 Veilig en duurzaam verkeer

Het door de gemeente Lingewaard gevoerde verkeersveiligheidsbeleid is als integraal onderdeel op geno-

men in het GMP. Er ontbreekt echter een specifiek verkeersveiligheidsplan. Omdat er slechts beperkte mid-

delen beschikbaar zijn voor het bestrijden van verkeersonveiligheid, is onze inspanning gericht op het oplos-

sen van objectieve knelpunten. Het GMP bevat als beleidsdoel het bevorderen van de verkeersveiligheid op

de dijkwegen en in de schoolomgevingen. Voor deze doelen zijn concrete acties in werking gezet. Verder

sluit de gemeente aan bij regionale en provinciale acties voor het stimuleren van verkeersveilig gedrag.

Wat doen we daarvoor?

3.1 Verbeteren bereikbaarheid

3.1.1 Aanleggen wegen en fietspaden

De gemeente Lingewaard draagt bij aan de aanleg van infrastructuur met het doel om de regionale bereik-

baarheid te vergroten. Voor de realisatie hiervan is de gemeente afhankelijk van de bijdragen van de andere

overheden. Wij zetten in op de aanleg van de Dorpensingel, de aansluitingen op de doorgetrokken A15, de

aansluiting op de A325, de uitbouw van snelfietsroutes, verbindingen van en naar de fietsbrug naast de A15

met bestaande fietsnetwerken in de Betuwe en de Liemers en hoogwaardig openbaar vervoer.

In 2014 wordt de aanleg van het RijnWaalpad afgerond en wordt de kruising Van Elkweg- Papenstraat gere-

construeerd met toepassing van een busstrook langs de Papenstraat.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.1.1 Aanleggen

wegen en fietspa-

den

Reconstructie kruising Van

Elkweg-Papenstraat

Percentage afname gemiddelde

wachttijden bussen in spitsen

0%

Aanleggen RijnWaalpad Toename fietsverbindingen 1

3.1.2 Verbeteren ontsluitingen

Wij bevorderen de lokale bereikbaarheid door maatregelen waarmee bepaalde bestemmingen en locaties

beter kunnen worden bereikt. Voorbeelden hiervan zijn de bestrijding van de verkeersoverlast in de woon-

kernen, de ontsluiting van Doornenburg voor toeristen en het aanleggen van fietsvoorzieningen. De realisa-

tie hiervan is afhankelijk van de bijdragen van derden.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.2.1 Verbeteren

ontsluitingen

Nemen van verkeersmaatregelen en

aanleggen fietsvoorzieningen

Percentage afname

doorgaand autoverkeer

in woongebieden

5%

3.1.3 Verbeteren doorstroming

Een betere doorstroming verhoogt de bereikbaarheid. Om het verkeer beter te laten doorstromen, nemen we

maatregelen waardoor de afwikkeling van het openbaar vervoer in het dagelijkse verkeer beter plaatsvindt.

Daarnaast is een extra aandachtspunt het laten afwikkelen van verkeer tijdens evenementen en tijdelijke

wegafsluitingen vanwege werkzaamheden.

Maatregelen voor het openbaar vervoer zijn afhankelijk van de bijdragen van andere overheden. Wij zijn

hierover continu in gesprek met Hermes en de stadsregio. Actuele onderwerpen hierbij zijn het nachtbusnet

Page 48: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

48

en het bevorderen van de doorstroming op drukke kruispunten tijdens de spits, zoals het kruispunt Kar-

straat/Gochsestraat (Valom).

3.1.4 Verbeteren parkeermogelijkheden

Om de centra voor bezoekers en bewoners bereikbaar te houden, nemen wij regulerende maatregelen om

het parkeren te sturen, zoals het instellen van parkeerzones. Wij constateren dat het parkeren in de woon-

gebieden als gevolg van het toenemende autobezit onder druk komt te staan en dat een parkeerplaats in het

openbare gebied geen vanzelfsprekendheid meer is. In de centra willen we zorgen voor de beschikbaarheid

van parkeerplaatsen voor de verschillende doelgroepen, zoals bezoekers, bewoners en werkers (zie ook

5.3.2).

In 2014 voegen wij parkeerplaatsen toe in de wijk Zilverkamp te Huissen in het kader van de revitalisering.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.1.4 Verbeteren par-

keermogelijkheden

Maatregelen tbv

parkeerplaatsen

bewoners

Percentage aantal woningen waar-

voor binnen 50 meter 1 parkeer-

plaats beschikbaar is

85%

Reguleren parkeren in

centra

Percentage vrije parkeerplaatsen in

de centra voor de doelgroepen

Bezoekers:

5%

Bewoners:

10%

Werkers:

0%

3.2 Veilig en duurzaam verkeer

3.2.1 Verminderen veiligheidsrisico’s op wegen en fietspaden

In de gemeente Lingewaard vormt de dijk een veiligheidsrisico, vooral voor fietsers. Wij nemen maatregelen

om deze veiligheidsrisico’s te verminderen, zoals het aanbrengen van een 60 km inrichting (drempels, weg-

versmallingen, markeringen), aanpassen voorrangsregelingen en eventuele afsluitingen voor gemotoriseerd

verkeer. Daarnaast verlagen wij de maximumsnelheid op bepaalde wegen (zoals op de Ressensestraat van

80 km naar 50 km).

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.2.1 Verminderen veiligheids-

risico’s op wegen en fietspa-

den

Aanbrengen 60 km/uur

inrichting op de dijk

Aantal km dijkvak dat als

60 km/uur is ingericht

2,5 km 11 km

3.2.2 Verminderen veiligheidsrisico’s in schoolomgevingen

In 2012 is een begin gemaakt met aanpassen van de schoolomgevingen, zodat automobilisten zich in deze

omgevingen als gast gedragen. Wij maken hierbij gebruik van de resultaten van evaluaties. We beveiligen

de schoolroutes, maken deze zichtbaar met behulp van witte en rode stippen op de wegen en plaatsen vei-

ligheidsvoorzieningen op de kruisingen (zoals knipperlichten, en middengeleiders voor gefaseerd overste-

ken).

Page 49: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

49

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.2.2 Verminderen veiligheids-

risico’s in schoolomgevingen

Verkeersmaatregelen en aan-

brengen veiligheidsvoorzienin-

gen

Aantal veilig ingerich-

te schoolomgevingen

3 6

3.2.3 Verminderen verkeersdruk in de kernen

De verkeersdruk op doorgaande wegen in de kernen zorgt voor onveiligheid en overlast op het gebied van

geluid, trillingen en stank. Hoe drukker de weg, hoe moeilijker deze is over te steken. Vrachtverkeer is een

belangrijke bron van de overlast. Wij onderzoeken met welke maatregelen wij het verkeer op de doorgaande

wegen door de kernen kunnen verminderen.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.2.3 Verminderen verkeers-

druk in de kernen

Verkeersmaatregelen Cijfer voor ervaren

overlast door bewoners

6

3.2.4 Stimuleren fietsen en OV-gebruik

Als mensen de auto laten staan en in plaats daarvan de fiets nemen en/of gebruikmaken van het OV, dan

draagt dit bij tot een duurzamer gebruik van de energiebronnen en neemt de vervuiling af. Mensen kunnen

worden gestimuleerd tot het maken van deze keuze door aantrekkelijke voorzieningen aan te bieden. Een

hoogwaardig openbaar vervoer, zoals bijvoorbeeld de RijnWaalsprinter, stimuleert het gebruik van de bus in

plaats van het gebruik van de auto. De aanleg van het RijnWaalpad zal het fietsgebruik aantrekkelijk maken.

Maar ook kleinere voorzieningen, zoals fietsstallingen, het gebruik van autovrije wegen en comfortabele

fietspaden zijn belangrijk om te kiezen voor de fiets. De gemeente werkt samen met de stadsregio aan het

uitbreiden van de voorzieningen. Gelet op de drukte, wordt van de inmiddels geplaatste fietsenstallingen

ruim gebruik gemaakt. Wij leiden hieruit af dat het fiets- en OV-gebruik hierdoor bevorderd wordt.

Wij zijn in gesprek met de stadsregio, de provincie en ViA15 (projectorganisatie voor de doortrekking van de

A15) om de fietsbrug (A15) met bestaande fietsnetwerken in de Betuwe en de Liemers te verbinden.

Afhankelijk van het succes van de mobiliteitsmarkt in 2013 organiseren we deze ook in 2014.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

3.2.4 Stimuleren van fietsen en

openbaar vervoer gebruik

Uitbreiden fietsvoor-

zieningen

Stijgingspercentage aantal fiet-

sers en openbaar vervoer-

gebruikers

+ 5%

Page 50: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programmabegroting 2014

50

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

3.01 Verkeersveiligheid op de dijken 2013/2014

3.02 Schoolzones 2013/2014

3.03 Herinrichting Loostraat / Van Voorststraat 2013/2014

3.04 Bushalte Zandsestraat 2014

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

3.1 Verbeteren bereikbaarheid

3.1.1 Aanleggen wegen en fietspaden Verkeersontwikkeling 198.074 198.074

3.1.2 Verbeteren ontsluitingen Verkeersontwikkeling -

3.1.3 Verbeteren doorstroming Verkeersontwikkeling -

3.1.4 Verbeteren parkeermogelijkheden Parkeren 47.435 47.435

3.2 Veilig en duurzaam verkeer

3.2.1 Verminderen veiligheidsrisico's op Verkeersveiligheids- 31.400 31.400

wegen en fietspaden activiteiten

3.2.2 Verminderen verkeersdruk in de kernen Verkeersontwikkeling -

3.2.3 Veiliger maken van schoolomgeving

3.2.4 Stimuleren fietsen en OV-gebruik -

276.909 - 276.909

Mutaties reserves

Geen -

276.909 - 276.909

3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 51: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

51

Programma 4 Bedrijvigheid

4. Economisch en maatschappelijk profijt van

bedrijvigheid

4.1 Stimuleren van toerisme en recreatie

Verbeteren mogelijkheden om landschap en

cultuurhistorie te beleven (6.2.2)

4.1.1 Stimuleren kleinschalige toeristisch/recreatieve

activiteiten op platteland

4.1.2 Vergroten bekendheid over recreatief product

4.2 Stimuleren bedrijven in stuwende sectoren

4.2.1 Stimuleren uitbouw glastuinbouw en

agrobusiness

4.2.2 Uitbreiden en verbeteren

vestigingsmogelijkheden (aanbod/diversiteit

bedrijfskavels)

4.2.3 Stimuleren startende ondernemers

Verbeteren bereikbaarheid werklocaties (3.1.2)

4.2.4 Verbeteren dienstverlening aan

ondernemers

4.2.5 Stimuleren verantwoord en duurzaam

ondernemen

4.3 Optimaliseren aansluiting beschikbare arbeidsplaatsen

en daarvoor geschikte mensen

Inzetten werkzoekenden (re-integratie) ( 2.3.1)

Stimuleren werkgelegenheid en arbeidsplaatsen voor werkzoekenden (2.3.2)

Faciliteren gerichte scholing en opleiding werkzoekenden

(1.2.5)

Page 52: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

52

Wat willen we bereiken?

4. Economisch en maatschappelijk profijt van bedrijvigheid

Bedrijvigheid is een belangrijke pijler voor de kwaliteit van leven en wonen in Lingewaard. Bedrijvigheid heeft

invloed op de lokale economie, waarmee de basis wordt gelegd voor het voorzieningenniveau in Linge-

waard. Wij willen onze aantrekkelijkheid voor toeristen en recreanten benutten, omdat dit tot meer lokale

bestedingen leidt. Door vooral in te zetten op het stimuleren van bedrijven in de zogenaamde stuwende sec-

toren (agrobusiness, industrie, bouw en commerciële dienstverlening), willen wij bijdragen aan de groei van

werkgelegenheid. Wij geven daarbij extra aandacht aan het optimaliseren van de aansluiting tussen vraag

(beschikbare banen) en aanbod (werkzoekenden).

4.1 Stimuleren van toerisme en recreatie

Wij willen recreatie en toerisme versterken, om de bestedingen van toeristen te vergroten. Lingewaard ligt

als landelijk gebied tussen twee snel groeiende steden en heeft rust, ruimte, natuur, landschap en cultuurhis-

torie te bieden. Deze kwaliteiten willen wij optimaal benutten om meer toeristen en recreanten aan te trek-

ken.

4.2 Stimuleren van bedrijven in stuwende sectoren

In het economisch beleidsplan voor de periode 2008-2015 werd ingezet op de groei van de totale werkgele-

genheid van bijna 13.000 arbeidsplaatsen in 2004 tot circa 14.200 in 2015. Deze doelstelling werd in 2008 al

behaald. Wij stimuleren deze bedrijvigheid door een doelgerichte inzet van ruimtelijke en sociaal economi-

sche instrumenten en het aangaan van interne en externe partnerships en samenwerkingsverbanden. We

bieden vestigingsmogelijkheden op onder meer bedrijventerreinen en in de concentratiegebieden voor de

glastuinbouw. Om de herstructurering en verdere concentratie van de glastuinbouw te bevorderen, worden

instrumenten ingezet als functieverandering en verplaatsingssubsidie.

Samen met de Kamer van Koophandel en de provincie stimuleren wij startende ondernemers. Wij verbete-

ren de dienstverlening aan ondernemers.

Prestaties

Doel Indicator Werkelijk

2011

Werkelijk

2012

Raming

2014

4.2 Stimuleren van

bedrijven in stu-

wende factoren

Aantal arbeidsplaatsen 14.660 14.760 14.770

Percentage werkloosheid beroepsbevolking 4,2% 4,7% 4,9%

4.3 Optimaliseren aansluiting beschikbare arbeidsplaatsen en daarvoor geschikte mensen

Bij het optimaliseren van de aansluiting tussen beschikbare arbeidsplaatsen en werkzoekenden staat het

weer kunnen deelnemen aan het arbeidsproces van de werkzoekende voorop. Wij faciliteren gerichte scho-

ling en opleiding voor werkzoekenden met een gemeentelijke uitkering, als de werkzoekende niet beschikt

over een zogenoemde ‘startkwalificatie’ én als deze scholing noodzakelijk is om een geacquireerde arbeids-

plaats in te vullen en te behouden (zie 1.2.5). Bij het acquireren van werkplekken bij (toekomstige) werkge-

vers in Lingewaard proberen wij werkplekken te vinden die zoveel mogelijk aansluiten bij de behoeftes van

een werkzoekende.

Page 53: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

53

Wat doen we daarvoor?

4.1 Stimuleren van toerisme en recreatie

4.1.1 Stimuleren kleinschalige toeristisch/recreatieve activiteiten op platteland De gemeente wil ruimte bieden aan agrotoeristische ontwikkelingen. Wij doen dit onder meer door het flexi-

beler toepassen van bouw en gebruiksregels bij agrarische percelen en –gebouwen, waardoor deze perce-

len en gebouwen ook voor toeristische doeleinden kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor een bed- en

breakfast.

4.1.2 Vergroten bekendheid over toeristisch product De VVV Lingewaard is een belangrijke schakel in de promotie van Lingewaard en omgeving. Zij is gevestigd

in het centrum van Huissen. De gemeente is eindverantwoordelijk voor de uitvoering door de VVV, zij maakt

hierbij gebruik van de diensten van vrijwilligers. De gemeente ontwikkelt samen met de VVV fietsroutes. Het

promotiemateriaal wordt afgenomen bij Regionaal Bureau voor Toerisme Arnhem Nijmegen.

Binnen de gemeente worden al veel, voor het merendeel lokale, evenementen georganiseerd. Veel evene-

menten hebben een regelmatig terugkerend karakter en zijn daardoor een blijvende en stabiele toevoeging

aan het imago en de promotie van Lingewaard.

4.2 Stimuleren van bedrijven in stuwende sectoren

4.2.1 Stimuleren uitbouw glastuinbouw en agrobusiness In 2014 wordt een netwerkprogramma glastuinbouw opgesteld. In dit netwerkprogramma formuleren wij sa-

men met de samenwerkingspartners binnen de glastuinbouw thematisch doelstellingen voor de thema’s

markt en afzet, onderwijs en scholing, kennis en innovatie, duurzaamheid, logistiek en infrastructuur, ruimte

en leefbaarheid en internationalisering. Uitgangspunt van het netwerkprogramma is het stimuleren van be-

houd en waar mogelijk de uitbouw van de glastuinbouw en gelieerde agrobusiness tot een Greenport. Hierbij

betrekken wij ook andere schakels in de keten en zullen wij verouderde glaslocaties herstructureren. De

samenwerking tussen de projectbureaus voor Bergerden en de herstructurering glastuinbouw zal verder

geïntensiveerd worden.

Binnen deze sector zijn nieuwe concepten ontwikkeld in teelten, agrologistiek en ICT-gebruik. Uitgaande van

deze nieuwe concepten willen wij clustervorming binnen de regio stimuleren via het zogenaamde A15-

corridor-initiatief (dit zijn projecten en samenwerkingen tussen laanbomenteelt, fruitteelt, champignonteelt en

glastuinbouw/sierteelt) en Food Valley, buiten de regio met de andere Greenports.

4.2.2 Uitbreiden en verbeteren vestigingsmogelijkheden (aanbod/diversiteit bedrijfskavels) In het economisch beleidsplan was een toename van de bedrijventerreinen met tenminste 32 ha opgeno-

men. Deze doelstelling is inmiddels bereikt. Door de economische crisis zijn de grondverkopen van de be-

drijventerreinen al enkele jaren beperkt. Er zijn tegenvallende grondverkopen bij Bergerden en de bedrijven-

terreinen Pannenhuis II, Houtakker II en Agropark II, waardoor de rentelasten oplopen. In 2013 is onderzoek

gedaan naar het toekomstperspectief van deze werklocaties en worden strategische keuzes gemaakt. Be-

houd en waar mogelijk uitbreiding van werkgelegenheid en behoud van bedrijven vormen daarbij belangrijke

doelstellingen. Om de verkoop van bedrijfskavels te bevorderen, zetten we in op verbetering van acquisitie,

marketing en interne organisatie

Verder zullen mogelijkheden worden onderzocht om Bergerden en de bedrijventerreinen verder te verduur-

zamen (zie 4.2.5).

Waar in 2007-2008 nog sprake was aan een tekort aan bedrijventerreinen, is dus inmiddels een overaanbod

ontstaan. De nadruk is dan ook steeds meer komen te liggen op revitalisering en het voorkomen van oplo-

pende leegstand. Wij doen dit onder meer door middel van regionale samenwerking (bijvoorbeeld met de

Page 54: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

54

gemeente Overbetuwe) ten behoeve van revitalisering/herstructurering en verdere ontwikkeling van bedrij-

venterreinen en andere werklocaties. Om overaanbod en renteverliezen te voorkomen, zal de ontwikkeling

van deze werklocaties worden afgestemd op marktontwikkelingen en gefaseerd plaatsvinden. In 2014 zal

een onderzoek worden gedaan naar de leegstand op bedrijventerreinen en een plan van aanpak worden

opgesteld.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014 4.2.2 Uitbreiden en verbete-

ren vestigingsmogelijkheden

(aanbod/diversiteit bedrijfska-

vels)

Grondverkoop

Pannenhuis II

Aantal verkochte ha bedrijfskavels 0,8 ha 0,95 ha

Grondverkoop

Agropark

Aantal verkochte ha bedrijfskavels 0 ha 0,8 ha

Grondverkoop

Houtakker II

Aantal verkochte ha bedrijfskavels 0,5 ha

Leutense leigraaf

Rietkamp

Het Zand

Dijkzone

Totaal

Het aantal ha herstructue-

ring/functieverandering

7

0

0

0

7

19

12

4

17

52

4.2.3 Stimuleren startende ondernemers Samen met de Kamer van Koophandel en de provincie ondersteunen wij startende ondernemers door mid-

del van het project ‘Ik-start-smart’. Startende ondernemers worden begeleid. De subsidie van de gemeente

bedraagt € 1.000 per startende ondernemer.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

4.2.3 Stimuleren starten-

de ondernemers

Subsidiëring Aantal startende

ondernemers

331 331

4.2.4 Verbeteren dienstverlening aan ondernemers Wij optimaliseren de gemeentelijke dienstverlening aan bedrijven door uitbouw van het klantgerichte dienst-

verleningsconcept. Dit houdt in dat we werken met één duidelijk aanspreek- en coördinatiepunt (bedrijfscon-

tactfunctionaris, ondersteund door ICT/digitaal loket) en met korte en duidelijke procedures. Daarnaast zal

meer structureel, resultaatgericht overleg met het georganiseerde bedrijfsleven plaatsvinden.

4.2.5 Stimuleren maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen De gemeente spreekt bedrijven aan op hun maatschappelijke verantwoordelijkheden, zowel in hun onder-

nemersrol als in hun werkgeversrol. De gemeente stimuleert en faciliteert bijeenkomsten over aspecten van

maatschappelijk verantwoord ondernemen, zoals fair trade bijeenkomsten en het initiëren van het koplo-

persproject duurzaam ondernemen.

Verder staan er op de EZ agenda diverse lunchbijeenkomsten, seminars en bezoeken aan ondernemers.

Tijdens deze momenten zal aandacht worden gevraagd voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen.

People, planet en profit is in dit kader een bekende drie-eenheid.

Page 55: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

55

4.3 Optimaliseren aansluiting beschikbare arbeidsplaatsen en daarvoor geschikte mensen

De prestaties die voor het optimaliseren van de aansluiting van de beschikbare arbeidsplaatsen op de daar-

voor geschikte mensen worden verricht, zijn toegelicht in andere programma’s (zie doelenboom).

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

Geen

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

4.1 Stimuleren van toerisme en recreatie

4.1.1 Stimuleren kleinschalige toeristische/ Toerisme 112.063 -800 111.263

recreatieve activiteiten op het platteland Recreatiegebieden 107.542 -400 107.142

4.1.2 Vergroten bekendheid over recreatief product Toerisme / subsidie 58.770 58.770

Festiviteiten 294.880 -139.700 155.180

4.2 Stimuleren van bedrijven in stuwende -

sectoren

4.2.1 Stimuleren uitbouw glastuinbouw en Bouwgrondexpl. bedrijventerreinen 7.537.698 -7.561.698 -24.000

agrobusiness

4.2.2 Uitbreiden en verbeteren Bestem.plannen bedrijventerreinen 54.450 54.450

vestigingsmogelijkheden

4.2.3 Stimuleren startende ondernemers Economische stimulering 252.430 252.430

4.2.4 Verbeteren dienstverlening aan ondernemers

4.2.5 Stimuleren verantwoord en duurzaam

ondernemen

4.3 Optimaliseren aansluiting beschikbare

arbeidsplaatsen en daarvoor geschikte

mensen

8.417.833 -7.702.598 715.235

Mutaties reserves

Geen -

8.417.833 -7.702.598 715.235

4 Bedrijvigheid

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 56: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 4 Bedrijvigheid

Programmabegroting 2014

56

Page 57: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

57

Programma 5 Centrum, stad en dorp

5. Plezierig leven in kernen

5.1 Verbeteren fysieke leefbaarheid

Verbeteren doorstroming (3.1.3)

Verminderen verkeersdruk in de

kernen (3.2.2)

Bevorderen diversiteit in aanbod van woningen (7.2)

Schoon, heel en veilig houden van de

leefomgeving (9)

5.2 Versterken identiteit

5.2.1 Stimuleren behoud monumenten

5.2.2 Stimuleren betrokkenheid burgers

bij behoud cultureel erfgoed

5.3 Verbeteren centrumvoorzieningen

5.3.1 Versterken detailhandelstructuur

5.3.2 Faciliteren basiswinkelvoorzienin-

gen

Mogelijkheden bieden voor deelname en ontmoeting(2.1)

5.3.3 Aantrekkelijker maken

centrumgebieden

Page 58: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

58

Wat willen we bereiken?

5. Plezierig leven in kernen

De inwoners van Lingewaard wonen verspreid over de acht kernen: Angeren, Bemmel, Doornenburg, Gendt,

Haalderen, Huissen, Loo en Ressen. Omdat wij het belangrijk vinden dat alle inwoners een plezierig woon-

en leefklimaat ervaren, willen we per woonkern werken aan daar gewenste en noodzakelijke verbeteringen.

Wij benaderen dit via drie sporen. Ten eerste zetten wij in op verbetering van de fysieke aspecten (goede

toegangswegen, adequaat woningaanbod, zo min mogelijk verkeeroverlast, een schone, hele en veilige

leefomgeving, in samenspraak met de wijkplatforms). Ons tweede spoor is het, zonodig, versterken van de

identiteit van de woonkernen. Mensen hebben behoefte om zich te verbinden met de directe omgeving, zij

willen zich thuis voelen. Een woonomgeving met een eigen karakter komt daaraan tegemoet. En ten derde,

een heel praktisch punt, wij faciliteren en stimuleren, waar nodig, het aanbod van voldoende en goed bereik-

bare winkelvoorzieningen en ontmoetingsplekken.

5.1 Verbeteren fysieke leefbaarheid

Mensen ervaren direct de fysieke aspecten van hun woonomgeving en ook de belemmeringen daarin. Wij

willen ervoor zorgen dat deze zaken op orde zijn en van een goed kwalitatief niveau. Wij werken hierbij sa-

men met de wijkplatforms (zie 10.2.2)

5.2 Versterken identiteit

Versterking van de eigen identiteit van de woonkernen bevordert de herkenbaarheid van de eigen omgeving

als onderscheidend van andere wijken/kernen/gemeenten. Dit bevordert de leefbaarheid van de woonkernen

voor de huidige inwoners en maakt het woonmilieu onderscheidend en aantrekkelijk voor potentiële nieuwe

inwoners en ondernemers.

5.3 Verbeteren centrumvoorzieningen

Voor de centra van Bemmel en Huissen zijn centrumvisies vastgesteld. Het doel van deze visies is om te

komen tot compacte, overzichtelijke en afwisselende winkelgebieden, met winkels aan beide zijden van de

straten. Deze visies zijn uitgewerkt in deelprojecten, die de gemeente samen met marktpartijen uitvoert. Er

wordt ook aandacht geschonken aan de verblijfsfunctie in de centrumgebieden. Voorbeelden hiervan zijn het

autovrij maken van de Markt in Bemmel en de realisatie van een parkeergarage. In Gendt faciliteert de ge-

meente initiatieven die leiden tot een compacter winkelgebied.

De crisis en het toenemend gebruik van internet worden vaak genoemd als oorzaken van de groeiende

leegstand van winkels en bedrijven. In 2014 wordt onderzoek gedaan naar de leegstand van winkels en

bedrijven in Lingewaard, uitmondend in een plan van aanpak.

Wat doen we daarvoor?

5.2 Versterken identiteit

5.2.1 Stimuleren behoud monumenten

De gemeentelijke monumenten en hun omgeving dragen bij aan de identiteit van de woonkernen. Zij verte-

genwoordigen een economisch waarde en zijn ook belangrijk vanuit toeristisch perspectief. Wij zetten ons in

voor het behoud van de gemeentelijke monumenten. Wij laten ons daarbij adviseren door een door ons in-

gestelde Commissie Erfgoed die adviseert over cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit in de meest brede zin.

Page 59: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

59

Wij stimuleren particulier initiatief op dit punt door het verstrekken van subsidies voor onderhoud en restau-

ratie. Daarnaast stimuleren wij monumenteneigenaren door het organiseren van een jaarlijkse monumen-

tenprijs en een informatieavond voor monumenteneigenaren.

In 2014 zullen we de cultuurhistorische waardenkaart en de Erfgoednota ter vaststelling aanbieden aan de

raad. Met de cultuurhistorische waardenkaart kunnen we beter voldoen aan de wettelijke verplichting om

erfgoed mee te wegen bij ruimtelijke planvorming. Tevens kan de kaart een belangrijke rol vervullen voor

toerisme, recreatie en behoud erfgoed. Tevens zullen wij in 2014 een start maken met monumentaanwijzing

van wederopbouwpanden.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

5.2.1 Stimuleren be-

houd monument

Verstrekken van een subsidie Volledige inzet subsidiebe-

drag van € 40.000

100 100

5.2.2 Stimuleren betrokkenheid burgers bij behoud cultureel erfgoed

Het betrekken van burgers bij behoud van cultureel erfgoed vindt plaats via verschillende kanalen. Wij ge-

bruiken onze gemeentelijke website om burgers te informeren over de cultuurhistorie binnen onze gemeen-

te. Binnen Lingewaard functioneren verschillende historische kringen. Bij de totstandkoming van verschillen-

de beleidsrapporten betrekken wij vertegenwoordigers van deze historische kringen.

De jaarlijkse monumentenprijs en de informatieavonden voor monumenteigenaren zijn ook belangrijk in het

kader van de betrokkenheid van burgers.

Voor 2014 staan gepland het opstellen van een folder voor monumenteneigenaren, een informatieavond

over de wederopbouwpanden en een informatieavond over de nota Erfgoed.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

5.2.2 Betrekken van bur-

gers bij behoud erfgoed

Informeren (website folders), informa-

tieavonden, Monumentenprijs.

100 100

5.3 Verbeteren centrumvoorzieningen

5.3.1 Versterken detailhandelstructuur

Aantrekkelijke centra zijn de basis voor een goed woon-en leefklimaat en voorzieningenniveau in de kernen.

Qua detailhandelsstructuur is het beleid gericht op het behoud van en versterken van de bestaande winkel-

centra van Huissen, Bemmel en Gendt. In deze winkelcentra/binnenstad is de niet dagelijkse artikelensector

geconcentreerd. Aanvullend daaraan is het streven om in subcentra perifere detailhandel te huisvesten die

moeilijk in de winkelcentra is in te passen. Daarbij kan gedacht worden aan meubelzaken, auto’s, boten en

caravans, sanitair zaken, keukenzaken en bouwmarkten/tuincentra. Tuincentra kunnen ook in het buitenge-

bied gevestigd zijn als solitaire vestigingen. Deze perifere detailhandel is vooral op zichtlocaties van bedrij-

venterreinen gevestigd en is qua aard, schaal en type vooral lokaal van aard. Beleidsdoelstelling voor deze

locaties is dat zij aanvullend en niet concurrerend zijn aan de winkelcentramilieus, Buiten de genoemde win-

kelgebieden is er ook nog detailhandel verspreid gevestigd.

Qua ruimtelijke detailhandelstructuur wordt ingezet op behoud en versterking van de centrummilieus. Binnen

de winkelcentra wordt ingezet op verdere concentratie van de winkelvoorzieningen tot veelal een kernwin-

kelgebied. Dit beperkt ook de mobiliteit. De concurrentie tussen winkelgebieden neemt toe. Er is op veel

perifere detailhandellocaties sprake van brancheverbreding en branchevervaging, waardoor in sommige

gevallen steeds meer concurrentie met centrumgebieden optreedt.

De gemeente tracht overaanbod in sommige detailhandelsbranches zoals perifere detailhandel te beperken.

Page 60: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

60

5.3.2 Faciliteren basiswinkelvoorzieningen

In Lingewaard bedraagt het percentage leegstand 3,9% ten opzichte van het totaal aantal m2 winkelvloerop-

pervlak. Hiermee is de leegstand in Lingewaard het laagst in de stadsregio, samen met Wijchen (4%). De

leegstand in Arnhem (9%), Nijmegen (9,1%) en Overbetuwe (5%) is veel hoger, Uitschieters in de stadsregio

zijn Rijnwaarden (22,9%) en Mook en Middelaar (20,9%).

Toch dreigen er wel problemen in de winkelgebieden van Lingewaard. Het aantal bezoekers loopt terug,

omzetten staan onder druk, verdere leegstand en verloedering dreigen. De stagnerende winkelmarkt wordt

niet alleen veroorzaakt door de economische recessie, maar ook door een aantal autonome trends. Terwijl

het totale winkeloppervlak in de centra van Huissen en Bemmel de afgelopen jaren is toegenomen, zijn de

bestedingen in winkels achtergebleven bij de groei. Door filialisering en schaalvergroting staan kleinere

(zelfstandige) winkels onder druk. Daarnaast gaan steeds meer zelfstandige winkeliers met pensioen. Veel

winkels sluiten binnenkort zonder opvolging. De groei van internet en de vergrijzing leiden tot een structureel

afnemende behoefte aan fysieke winkels. Verdere leegstand en verloedering dreigen met gevolgen voor de

leefbaarheid van deze centra. Leegstand dreigt vooral in aanloopstraten. De gevolgen voor de nieuwe win-

kelmarkt verschillen per type winkelgedrag en type winkelgebied. Enerzijds zijn er bedreigingen voor kwets-

bare winkellocaties, anderzijds mogelijkheden voor kansrijke locaties.

Winkelvoorzieningen dragen in hun algemeenheid in positieve zin bij aan de leefbaarheid van kernen en

woongebieden. Ze voorzien in de verzorging van de bewoners, dragen bij aan leefbaarheid, hebben een

functie als ontmoetingspunt en creëren door hun trekkracht vaak ook een draagvlak voor andere publieksge-

richte voorzieningen. Met name supermarkten spelen hierbij een belangrijke rol. Als het consumentendraag-

vlak in een marktgebied echter te klein is voor een rendabele exploitatie van een supermarkt, dan verdwijnen

uiteindelijk vaak ook de andere (winkel)voorzieningen.

De aantrekkingskracht van winkelcentra wordt erg bepaald door trekkers als supermarkten op strategische

locaties. Daarnaast zijn een goede bereikbaarheid en voldoende en goede parkeervoorzieningen essentiële

voorwaarden om de basiswinkelvoorzieningen te faciliteren. Daartoe is in 2013 een voorstel gedaan voor het

instellen van een parkeerfonds. Ondernemers kunnen planologisch gefaciliteerd worden. Bij

(ver)bouwplannen hanteert de gemeente de uitgangsregel, dat door de initiatiefnemers wordt voorzien in

voldoende parkeergelegenheid. Teneinde kleine ondernemers te faciliteren, neemt de gemeente, bij nieuw-

bouw of uitbreiding de kosten voor de eerste 250 m2 (bij uitbreiding tot 250 m²) voor het aanleggen van par-

keerplaatsen voor haar rekening. Hiertoe zal, na verplaatsing van de tijdelijke Albert Heijn, de huidige par-

keergelegenheid aan de Molenweide, worden uitgebreid.

Op initiatief van de winkeliersverenigingen in Huissen, Gendt en Bemmel zijn ondernemersfondsen opge-

richt. De gemeente int bij ondernemers in de winkelcentra reclamebelasting en deze opbrengsten worden in

de vorm van subsidie doorgesluisd naar de ondernemers, die hier activiteiten ter ondersteuning van de win-

kelvoorzieningen mee verzorgen. Jaarlijks dienen de ondernemers een activiteitenplan met budget in. Vanuit

de ondernemersfondsen worden bijvoorbeeld ook bloemen gefinancierd die het winkelcentrum kwalitatief

verbeteren.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

5.3.1 Verster-

ken detailhan-

delstructuur

Onderzoek leegstand winkels en

plan van aanpak

Aandeel m2 leegstand van

totale winkeloppervlak

3,9%

< 5%

Faciliteren parkeervoorzieningen

Page 61: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

61

5.3.3 Aantrekkelijker maken centrumgebieden

In samenwerking met de vier ondernemersverenigingen zetten wij in op het aantrekkelijker maken van de

centrumgebieden. In Bemmel is ten behoeve van het aantrekkelijker maken van het centrum gekozen voor

het realiseren van een winkelcircuit, met winkels aan beide zijden van de straten en het uitbreiden van win-

kelvoorzieningen in zowel de food als non food. In aansluiting op deze uitbreiding is het bestaande overdek-

te winkelcentrum gerevitaliseerd. Om de aantrekkelijkheid verder te vergroten, is gekozen voor het aanleg-

gen van een nieuwe ontsluitingsweg, het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen en het maken

van een autovrijplein, met ruimte voor horecavoorzieningen en een complete herinrichting van het openbare

gebied. In Huissen is gekozen voor het versterken van het bestaande winkellint. Door een ruil van huidige

trekkers in de food en non food kan voorzien worden in de vestiging van een eigentijdse fullservice super-

markt in het centrum van Huissen. De trekkers worden op de kop van het winkelcentrum gesitueerd, met

hierop aansluitend de parkeervoorzieningen. Hiermee wordt bevorderd dat er een ‘loop’ ontstaat tussen de-

ze trekkers, waardoor de detailhandelsfunctie van het tussenliggende gebied wordt versterkt. Niet detailhan-

delsfuncties kunnen hierdoor in de loop van de tijd verdwijnen. In Gendt wordt eveneens gestreefd naar een

compacter centrum. Daar waar marktpartijen met initiatieven komen, zal de gemeente proberen om hieraan

medewerking te verlenen. De gemeente faciliteert straatmarkten en kermissen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

Geen

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

5.1 Verbeteren fysieke/sociale leefbaarheid

5.2 Versterken identiteit

5.2.1 Stimuleren behoud monumenten Monumenten 166.800 166.800

5.2.2 Stimuleren betrokkenheid burgers bij behoud

cultureel erfgoed

Cultuur 152.620 152.620

5.3 Verbeteren centrumvoorzieningen

5.3.1 Versterken detailhandelstructuur Bestemmingsplannen kommen 215.483 -14.400 201.083

5.3.2 Faciliteren basiswinkelvoorzieningen -

5.3.3 Aantrekkelijker maken centrumgebieden Straatmarkten 43.460 -20.000 23.460

578.363 -34.400 543.963

Mutaties reserves

Geen -

578.363 -34.400 543.963

5 Centrum, stad en dorp

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 62: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programmabegroting 2014

62

Page 63: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

63

Programma 6 Landschap

6. Bewust leven in en genieten van ons rivierenlandschap

6.1 Behouden en versterken van het karakter van ons

landschap

6.1.1 Versterken biodiversiteit

6.1.2 Versterken landschappelijke hoofdstructuur

6.1.3 Herstructureren gebiedsdelen

6.1.4 Verweving realiseren tussen

landbouw, landschap en natuur

6.1.5 Stimuleren particulier en agrarisch

natuurbeheer

6.2 Bevorderen beleving van ons

landschap

6.2.1 Vergroten toegankelijkheid

6.2.2 Verbeteren recreatief netwerk

6.2.3 Vergroten leesbaarheid en

herkenbaarheid ban het landschap

6.2.4 Ontwikkelen Fort Pannerden als de parel

van het Lingewaards landschap

6.2.5 Recreatief versterken van groene

ruimte in Park Lingezegen

6.2.6 Tegengaan verrommeling in het

buitengebied

Page 64: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

64

Wat willen we bereiken?

6. Bewust leven in en genieten van ons rivierenlandschap

Ons rivierenlandschap is uniek en rijk aan cultuurhistorie. Het vormt het begin van de rivierendelta die zich

uitstrekt tot aan de Noordzee. Rivieren hebben dit landschap gevormd, waarin mensen zijn komen wonen en

waarvan mensen op verschillende manier gebruik maken, als bewoner, landbouwer of recreant. De typische

omstandigheden in het landschap zijn benut, zoals de oeverwallen als veilige plekken om te wonen. Daar-

naast is er invloed uitgeoefend op de verdere vorming van het landschap, bijvoorbeeld door het bouwen van

dijken.

In de afgelopen decennia is binnen de gemeente het besef gegroeid dat het benutten van het landschap als

leefomgeving betekent dat rekening moet worden gehouden met de natuur. Er wordt beter gekeken naar het

effect van ruimtelijke ingrepen op het landschap. In de structuurvisie is dit als volgt verwoord: het landschap

is niet meer een ‘aspect’ of belang dat per project wordt afgewogen, maar vormt de basis voor alle projecten

en de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de hele gemeente. Dit houdt in dat bij het toestaan van ruimte-

lijke ingrepen wordt gelet op de mate waarin de verandering bijdraagt aan de herkenbaarheid van bijvoor-

beeld het dijkzonelandschap, de open polder of het typisch Betuwse boomgaardenlandschap. Ook voor het

verbeteren van toegankelijkheid en uitbreiden van recreatieve mogelijkheden geldt dat nieuwe bebouwing of

autoverkeer niet plaatsvindt als dit de kwaliteit van het landschap aantast in plaats van verbetert.

Leven in dit karakteristieke landschap beschouwen wij als een groot voorrecht. De natuur en cultuurhistorie

vormen bronnen van rust, inspiratie en schoonheidsbeleving. Daartegenover stellen wij onze inspanning om

de landschappelijke kwaliteiten te behouden en, waar mogelijk, te versterken. Op deze manier laten wij ons

inspireren door de natuur, waarin wederkerigheid een belangrijk mechanisme is.

6.1 Behouden en versterken van het karakter van ons landschap

Het landschap heeft met name in de vorige eeuw aan karakter ingeboet door ruimtelijke ingrepen en schaal-

vergroting in het agrarisch grondgebruik. Wij zetten daarom in op het behouden en versterken van het land-

schap met zijn diversiteit aan gebieden en structuren en elementen met een rijke cultuurhistorie.

6.2 Bevorderen beleving van ons landschap

Het is een vaststaand, maar niet onontkoombaar gegeven dat mensen de bijzonderheid van hun eigen om-

geving vaak niet meer bewust ervaren. Wij willen dat bewustzijn weer wakker maken om mensen te laten

genieten van wat het landschap te bieden heeft. Dat doen we vooral door het vergroten van de mogelijkhe-

den om het landschap te ervaren. Wij willen bewoners en recreanten meer gelegenheid geven te ontspan-

nen in de natuur en hen informeren over dit rivierenlandschap en zijn rijke cultuurhistorie.

Wat doen we daarvoor?

6.1 Behouden en versterken van het karakter van ons landschap

6.1.1 Versterken biodiversiteit

De natuurwaarde in een gebied wordt bepaald door de variatie in soorten in fauna en flora die samen een

ecosysteem vormen. Ruimtelijke ingrepen hebben al gauw negatieve effecten op de evenwichten binnen de

ecosystemen, waardoor de variatie en dus de natuurwaarde afneemt. Voor de weerbaarheid van onze na-

tuurlijke omgeving kiezen wij bij de uitvoering van projecten en activiteiten voor maatregelen die de variatie

vergroten. Hierdoor dragen niet alleen de ‘echte’ natuurgebieden bij aan biodiversiteit. Door keuzes te ma-

Page 65: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

65

ken in bestemmings- en inrichtingsplannen in het agrarisch landelijk gebied en in het groenbeheer in de

woonkernen kunnen we ervoor zorgen dat de variatie toeneemt op basis van de gebiedseigen Betuwse flora

en fauna. In het kader hiervan heeft de gemeente een verklaring ondertekend om in groenbeheer zo veel

mogelijk autochtoon plantmateriaal te gebruiken en om dit ook bij derden te stimuleren. Verder zullen maat-

regelen worden genomen ter verbetering van de bijenstand. Hierbij zullen ook particulieren worden betrok-

ken. Op een aantal plaatsen worden schapen ingezet bij het groenbeheer. Dit leidt tot meer diversiteit in de

flora (zie ook 9.2.1).

6.1.2 Versterken landschappelijke hoofdstructuur

Kommen, oeverwallen en uiterwaarden vormen bepalende elementen in ons landschap. Zij vormen in sa-

menhang met elkaar de hoofdstructuur van ons landschap. Het versterken van het karakter van het land-

schap wordt direct bereikt door het versterken van de landschappelijke hoofdstructuur. Wij doen dat door de

landschappelijke verschillen tussen kommen, oeverwallen en uiterwaarden te vergroten, en de eenheid in

deze specifieke gebieden te versterken. In deze gebieden bevinden zich ensembles en elementen die ken-

merkend zijn voor het Betuwse landschap. Voorbeeld hiervan zijn de woerden. Dit zijn kunstmatige, opge-

worpen heuvels om bij hoogwater een droge plek te hebben.

De gemeente Lingewaard heeft samen met buurgemeenten Overbetuwe en Neder-Betuwe een Inspiratie-

boek opgesteld waarin de woerden in kaart zijn gebracht. Voor Lingewaard zijn de ontstaansgeschiedenis en

de historische en huidige kwaliteiten van 8 woerden belicht. Er zijn streefbeelden opgesteld waarin is aange-

geven hoe de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden van de woerden kunnen worden

behouden of versterkt.

In 2014 worden de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden in de woerden verbeterd,

zoals beschreven in de streefbeelden in het Inspiratieboek. Hiermee wordt het leefklimaat in de woerden

verbeterd en wordt bijgedragen aan de versterking van de landschappelijke hoofdstructuur.

6.1.3 Herstructureren gebiedsdelen

De gemeente is bezig met de herstructurering van drie gebiedsdelen:

Glastuinbouwgebied Huissen-Angeren;

Park Lingezegen;

Uiterwaarden.

Herstructurering glastuinbouwgebied Huissen-Angeren

Met de herstructurering van de glastuinbouw in het gebied Huissen- Angeren willen wij de ruimtelijke kwali-

teit van het gebied te verbeteren. Daarbij richten wij ons op het versterken van de ontwikkelingsmogelijkhe-

den voor de tuinbouw, met name door het stimuleren van innovatie en verduurzaming van de glastuinbouw,

en op het vergroenen van het landschap.

Er zal, conform de structuurvisie, geen aanduiding voor een blijvende glastuinbouwcluster bij Gendt in het

nieuwe bestemmingsplan buitengebied worden opgenomen.

Park Lingezegen

Wij willen ervoor zorgen dat Park Lingezegen als landschapspark bijdraagt aan de versterking van het land-

schappelijke karakter. Daarvoor zetten wij in op de natuurontwikkeling, waterberging en behoud van een

oppervlak aan agrarische productiegrond.

Herinrichting uiterwaarden

Voor de veilige afvoer van hoogwaterpieken in de toekomst is rivierverruiming noodzakelijk. Dit kan op ver-

schillende manieren en de gemeente werkt hieraan mee op voorwaarde dat rivierverruiming geïntegreerd is

in projecten die ook verbetering van kwaliteit opleveren voor de natuur en de recreatie. Wij hanteren het

uitgangspunt dat riviergebonden bedrijvigheid en agrarisch grondgebruik daar niet vanzelfsprekend voor

hoeft te wijken.

Page 66: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

66

De fase waarin voorbereiding en uitvoering van projecten zich bevinden, verschilt per uiterwaard. Voor de

uiterwaard bij Huissen en Angeren is het doel dat de uitvoering medio 2014 kan starten. Voor de Bemmelse

Waard wordt de planologische procedure eind 2013 gestart en zal 2014 in het teken staan van de behande-

ling van inspraak en zienswijzen, resulterend in de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan. Parallel

worden de benodigde vergunningen in procedure gebracht. Voor de Gendtse uiterwaard kan een vereen-

voudigd plan zonder taakstelling voor rivierverruiming in 2014 – 2015 worden uitgevoerd. Dit vereenvoudigd

plan wordt gefinancierd door andere overheden. De gemeente neemt het beheer van de weg (Polder) over.

6.1.4 Verweving realiseren tussen landbouw, landschap en natuur

Lingewaard is van oudsher een agrarische gemeente en de agrariërs zijn van oudsher belangrijke vormge-

vers en beheerders van de landschap. Door de verstedelijking binnen de regio zien de agrariërs zich ge-

noodzaakt om andere manieren te vinden voor hun bedrijfsvoering. Wij willen agrariërs mogelijkheden bie-

den om een rol te blijven spelen door hen te faciliteren bij het omgaan met de veranderende omgeving. Een

voorbeeld hiervan is het planologisch mogelijk maken van functieverandering en verbreding van de bedrijfs-

voering, onder meer door de regels in nieuwe bestemmingsplannen flexibeler te maken en beter af te stem-

men op de (landschaps-)kwaliteiten die echt bescherming nodig hebben. Daarnaast kunnen agrariërs ook op

het gebied van natuur- en landschapsontwikkeling meer betrokken worden. Bij de actualisatie van het uitvoe-

ringsprogramma landschap is met LTO gesproken over concrete uitvoeringsmogelijkheden hiervoor.

6.1.5 Stimuleren particulier en agrarisch natuurbeheer

Wij zetten in op het stimuleren van particulier en agrarisch natuurbeheer om het landschappelijk karakter te

versterken, omdat veel gronden particulier eigendom zijn en/of gebruikt worden voor agrarische doeleinden.

Agrarisch natuurbeheer houdt in dat de gronden worden gebruikt en bewerkt met respect voor de natuur. De

gemeente is er bij de voorgenomen herinrichting van de uiterwaard bij Huissen en Angeren in geslaagd om

het beheer te organiseren met een aantal Lingewaardse agrariërs. Het gebied hoeft daardoor niet te worden

overgedragen aan Staatsbosbeheer of een andere overheidsbeheerder.

Naast agrariërs kunnen ook andere particulieren taken in het landschaps- of natuurbeheer vervullen. Dit

vergroot de betrokkenheid van inwoners bij hun omgeving. Bij de uitvoering van projecten worden de moge-

lijkheden hiervoor onderzocht en benut.

6.2 Bevorderen beleving van ons landschap

6.2.1 Vergroten toegankelijkheid

Wij willen de toegankelijkheid van de groene ruimte in de gemeente vergroten om meer van natuur en land-

schap te genieten. Hierdoor kunnen de inwoners van onze sterk verstedelijkte regio makkelijker op plaatsen

komen die hen rust en ruimte bieden. Er zijn verschillende projecten om de toegankelijkheid te vergroten,

bijvoorbeeld als onderdeel van de ontwikkeling van Park Lingezegen (zie 6.2.5) en van de herinrichting van

de uiterwaarden. De uiterwaarden willen wij vooral te voet toegankelijker maken zodat eigen inwoners en

inwoners van de regio hier de natuur en de groene ruimte kunnen ervaren. Wij zullen overleg met buurge-

meenten voeren om meer samenhang in het routenetwerk voor langzaam verkeer te krijgen.

6.2.2 Verbeteren recreatief netwerk

In de gemeente bevinden zich allerlei recreatieve routes voor fietsers en wandelaars. Er is echter geen over-

zicht van alle recreatieve routes. Hierdoor is ook niet bekend waar recreatieve netwerken aandacht behoe-

ven. In 2014 wordt het recreatieve routenetwerk in kaart gebracht, uitmondend in aanbevelingen voor verbe-

tering van het netwerk. Bij het onderzoek zal de kennis van de lokale bevolking worden benut. In de aanbe-

velingen zal, waar mogelijk, herstel van kerkenpaden en het benutten van schouwpaden worden meegeno-

men. In 2014 wordt het routenetwerk met minimaal 1 schouwpad uitgebreid. Er zullen ontwerpschetsen wor-

den gemaakt voor het vergroten van de herkenbaarheid van cultuurhistorische plekken, met benodigde

Page 67: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

67

kleinschalige voorzieningen. Ook zullen de aanbevelingen ingaan op communicatie over het betreffende

netwerk, bijvoorbeeld door middel van gps-routes, internet etc.

Hiernaast verkennen wij de mogelijkheden van recreatief vervoer over water.

6.2.3 Vergroten leesbaarheid en herkenbaarheid van het landschap

In het verleden zijn er in Lingewaard vaak dijkdoorbraken geweest. Door de kracht van het naar buiten stro-

mende en rondkolkende water zijn daardoor op veel plaatsen diepe gaten achter de dijken ontstaan, ook wel

wielen genoemd. In het landschap zien we op deze plaatsen kleine diepe poelen. Deze zijn kenmerkend

voor een rivierenlandschap. Op dit moment zijn veel wielen verwilderd of aan het verlanden.

Om de leesbaarheid van het landschap te vergroten willen wij wielen, waar mogelijk, herstellen. In 2013 zijn

alle wielen in de gemeente in beeld gebracht, inclusief de historie en de huidige kwaliteiten van de wielen op

het gebied van cultuurhistorie, ecologie en recreatie. Voor het herstel van de wielen zijn streefbeelden opge-

steld. Eind 2013 zijn al enkele wielen op basis van de opgestelde streefbeelden hersteld. In 2014 worden

voorbereidende werkzaamheden verricht voor het herstel van een nader te bepalen wiel aan de Waalzijde.

Daarnaast is aandacht voor versterking van de routestructuur en landschappelijk erfgoed een topic in

verschillende grote projecten.

6.2.4 Ontwikkelen Fort Pannerden als de parel van het Lingewaards landschap

Fort Pannerden, gesitueerd in natuurgebied De Klompenwaard, is van bovenregionale betekenis. Het fort uit

1871 is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een cultuurhistorisch fenomeen dat naar ver-

wachting in 2015 genomineerd wordt voor de Werelderfgoedlijst. Het landschap rondom Fort Pannerden en

De Sterreschans wordt vanuit historisch perspectief beleefbaar gemaakt voor inwoners en bezoekers van

het fort. Bewoners van Lingewaard worden betrokken bij de uitwerking van de diverse projecten.

6.2.5 Recreatief versterken van groene ruimte in Park Lingezegen

Het vergroten van de recreatieve mogelijkheden buiten ‘vlakbij de eigen woonomgeving’ is een van de

hoofddoelstellingen voor Park Lingezegen. Hiervoor wordt in 2014 de uitvoering van de zogenaamde ‘basis-

uitrusting’ afgerond. Onderdeel van de basisuitrusting is het aanleggen van recreatieve verbindingen. Wij

zullen in 2013 de voorbereidingen starten voor het aanleggen van ruiterpaden in Park Lingezegen.

Wij juichen nieuwe initiatieven en functies die binnen het park karakter passen toe. In de structuurvisie is

aangegeven dat de gemeente een publieksintensieve parkfunctie aan de ‘ring’ ter hoogte van de afrit A15

zal faciliteren.

6.2.6 Tegengaan verrommeling in het buitengebied

Verrommeling en landschappelijke versnippering ontstaan als gevolg van functies op de verkeerde plek of

ontwikkelingen die geen verband hebben met de structuur van het landschap (bijvoorbeeld sommige grote

infrastructuurwerken). Wij zullen erop letten dat toekomstige bebouwing en functies passen bij de structuur

van het landschap van de rivier, de oeverwallen en de laaggelegen open komgrond. Hiervoor is al een inspi-

ratieboek voor ontwerpers en initiatiefnemers gemaakt. In 2014 wordt daarnaast gestart met een kwaliteits-

kader voor het hele landelijk gebied, in aanvulling op het bestemmingsplan voor het landelijk gebied en het

beeldkwaliteitplan voor Park Lingezegen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

6.01 Bijdrage park Lingezegen / grondverkopen / ambtelijke ondersteuning 2010 e.v.

Page 68: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 6 Landschap

Programmabegroting 2014

68

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

6.1 Behouden en versterken van het karakter

van ons landschap

6.1.1 Versterken biodiversiteit -

6.1.2 Versterken landschappelijke hoofdstructuur Natuur en landschap 470.790 470.790

Bestemmingsplannen buiten de kom 18.700 18.700

6.1.3 Herstructureren gebiedsdelen Ruimtelijke ontwikkeling / algemeen 795.980 795.980

Bestemmingsplannen algemeen 18.502 18.502

6.1.4 Verweving realiseren tussen landbouw,

landschap en natuur

-

6.1.5 Stimuleren particulier en agrarisch

natuurbeheer

-

6.2 Bevorderen beleving van ons landschap

6.2.1 Vergroten toegankelijkheid -

6.2.2 Verbeteren recreatief netwerk -

6.2.3 Vergroten leefbaarheid en herkenbaarheid van

het landschap

-

6.2.4 Ontwikkelen Fort Pannerden als de parel van

het Lingewaards landschap

-

6.2.5 Recreatief versterken van de groene ruimte in

Park Lingezegen

-

6.2.6 Tegengaan verrommeling in het buitengebied -

1.303.972 - 1.303.972

Mutaties reserves

Geen -

1.303.972 - 1.303.972

6 Landschap

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 69: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 7 Wonen

Programmabegroting 2014

69

Programma 7 Wonen

7. Voor iedereen een kwalitatief goede en

betaalbare woning op een goede plaats

7.1 Verbeteren aantrekkelijkheid woonomgeving

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes

Verbeteren ontsluitingen (3.1.2)

Een schone, hele, veilige woonomgeving

(9)

7.2 Bevorderen diversiteit in aanbod

van woningen

7.2.1 Aanwijzen locaties

7.2.2 Bevorderen en herstructureren

woningbouw

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere

initiatieven

7.2.4 Afspraken maken met

woningcorporaties

7.3 Duurzaam en levensloopbestendig

bouwen

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig

bouwen

Stimuleren duurzame ontwikkelingen (zie

8.2.1)

Page 70: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 7 Wonen

Programmabegroting 2014

70

Wat willen we bereiken?

7. Voor iedereen een kwalitatief goede en betaalbare woning op een goede plaats

Wij nemen de uitvoeringsagenda in het brugdocument ‘Samen ruimte delen’ als uitgangspunt voor de te

bereiken doelen op het terrein van wonen. Wij zetten in op woningbouw, die aansluit bij de vraag, voor zover

dat past bij het specifieke karakter van de verschillende kernen in de gemeente. Wat betreft de aantallen te

bouwen woningen voorzien wij in de lokale en een deel van de regionale behoefte. Hierbij sluiten we aan bij

de regionale afspraken die gemaakt worden om de woningbouwprogrammering op elkaar af te stemmen.

Op basis van de regionale woningmarktanalyse die in 2013 is afgerond, zal in 2014 verder vorm worden

gegeven aan het Lingewaards woningbouwprogramma. Dit betekent dat op basis van de bestaande voor-

raad en de toekomstige vraag gekeken zal worden wat er nog bijgebouwd dient te worden. De planning tot

2020 is om jaarlijks ruim 100 woningen te bouwen. Dit zal met name in Huissen en iets mindere mate in

Bemmel plaatsvinden. In de overige kleinere kernen zal beperkt gebouwd zal worden. Dit vindt plaats op

kleine inbreidingsslocaties en op locaties waar herontwikkeling en functieverandering plaatsvindt.

Daarnaast stellen wij eisen aan de woningbouw op het gebied van kwaliteit en toekomstwaarde. Dit betekent

dat nieuwbouw conform de regionale afspraken duurzaam gerealiseerd dient te worden. Waar mogelijk en

noodzakelijk zal levensloopbestendig worden gebouwd. Voor de bestaande woningvoorraad is uitgangspunt

van ons beleid dat ook deze woningen in de toekomst voldoende in trek blijven en kunnen voorzien in de

woningbehoefte. Wij zetten in op een sluitend netwerk van wonen, zorg en welzijn, waardoor ouderen en

mensen met een functiebeperking zoveel en zolang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen.

Naast het bevorderen van diversiteit in het aanbod en toekomstbestendig bouwen zetten wij in op het aan-

trekkelijker maken van de woonomgeving.

7.1 Verbeteren aantrekkelijkheid woonomgeving

Een aantrekkelijke woonomgeving komt niet alleen ten goede aan de leefbaarheid, maar leidt ook tot behoud

van de waarde van het vastgoed. Wij zien erop toe dat er bij de planvorming ook aandacht wordt gegeven

aan de aanleg van groen, speelvoorzieningen, adequate ontsluiting en bereikbaarheid. Deze aspecten ma-

ken ook deel uit van herstructureringsprojecten.

7.2 Bevorderen diversiteit in aanbod van woningen

Mensen identificeren zich sterk met hun woonomgeving. Omdat er in de praktijk steeds meer verschillen zijn

in woon- en leefstijlen, streven wij daarom naar een gevarieerd aanbod met herkenbare woonmilieus waaruit

bewoners kunnen kiezen.

Op basis van de (regionale) woningmarktanalyse die in 2013 is afgerond, zal in 2014 verder vorm worden

gegeven aan het Lingewaards woningbouwprogramma.

7.3 Duurzaam en levensloopbestendig bouwen

Levensloopbestendig bouwen of renoveren houdt in dat woningen geschikt worden gemaakt voor verschil-

lende doelgroepen in verschillende levensfasen. Op deze manier worden latere aanpassingen voorkomen

en kunnen bewoner, verhuurder en/of de gemeente kosten besparen.

Vanwege de vergrijzing van de bevolking zal veel nieuwbouw levensloopbestendig gerealiseerd worden. In

2014 zullen wij bezien bij welke projecten dit alsnog moet worden meegenomen en welke maatregelen hier-

voor zullen worden ingezet.

Page 71: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 7 Wonen

Programmabegroting 2014

71

Wat doen we daarvoor?

7.1 Verbeteren aantrekkelijkheid woonomgeving

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes

De gemeente legt zelf geen openbaar groen of speelruimte meer aan, omdat hiervoor geen budgetten meer

beschikbaar zijn. De rol van de gemeente is beperkt tot beheer van bestaande voorzieningen.

In wijken waar nog nieuwbouw plaatsvindt (Loovelden en Bloemstraat in Huissen), maakt de aanleg van

groen en speelruimte onderdeel uit van de prestatieafspraken die gemaakt worden met ontwikkelaars.

7.2 Bevorderen diversiteit in aanbod van woningen

7.2.1 Aanwijzen woningbouwlocaties

In het verleden zijn al besluiten genomen over nieuwe woningbouwlocaties. Op dit moment is de inspanning

van de gemeente erop gericht om partijen te bewegen tot het maken van concrete plannen en projecten voor

deze locaties, afgestemd op de kwantitatieve en kwalitatieve planning en behoefte. Concrete planvorming is

afhankelijk van de inschattingen van marktpartijen over de rendabiliteit en van hun mogelijkheden in deze

economisch ongunstige periode.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

7.2.1 Aanwijzen

bouwlocaties

Verkoopactiviteiten ten behoeve van de ontwik-

keling woningbouwlocatie Maliebaan Angeren

Aantal verkochte

bouwkavels

3

7.2.2 Bevorderen en herstructureren woningbouw

De komende jaren neemt het levensloopbestendig maken van woningen en het herstructureren van woon-

wijken toe. De corporaties zijn hier al mee begonnen. De gemeente is in 2014 betrokken bij herstructuring in

Huissen (Van Gelrestraat/Kleefstraat) en in Gendt (Burchtgraafstraat). Voor de koopwoningensector zijn

vooralsnog nog geen acties gepland.

In 2014 zal een doorstart van de starterslening gemaakt worden. Starters op de koopwoningenmarkt krijgen

hiermee een steuntje in de rug bij de financiering van hun woning. Het is moeilijk in te schatten hoeveel star-

ters hier gebruik van gaan maken. Verwacht wordt een stuk of 30 per jaar.

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere initiatieven

Wij willen meewerken aan particuliere initiatieven, zoals bijvoorbeeld het extra plaatsen van een unit of bij-

gebouw (tijdelijk of definitief), waardoor mensen langer thuis kunnen wonen, of bij hun kinderen op het erf

kunnen wonen. Dergelijke initiatieven worden uiteraard wel door de gemeente getoetst aan de regels die ook

voor meer gebruikelijke bouwinitiatieven gelden.

7.2.4 Afspraken maken met woningcorporaties

De gemeente betrekt de woningcorporaties bij visieontwikkeling en –uitvoering. Om ambities te verwezenlij-

ken hebben beide partijen elkaar nodig. De prestatieafspraken vormen hiervoor de basis. In het Besluit Be-

heer Sociale Huursector (BBSH) staan de prestatievelden waarover afspraken gemaakt worden. Jaarlijks

worden de afspraken gemonitord, geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd. In Lingewaard is sprake van

een goede samenwerking tussen de gemeente en de corporaties, gebaseerd op vertrouwen, een goede

communicatie, wederzijdse informatievoorziening en een constructief periodiek bestuurlijk en ambtelijk over-

leg.

Page 72: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 7 Wonen

Programmabegroting 2014

72

7.3 Duurzaam en levensloopbestendig bouwen

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen

In 2013 heeft de gemeente het Groene Akkoord ondertekend. Met dit akkoord wordt in stadsregio verband

afgesproken om met alle betrokken partijen op dezelfde wijze met duurzaam bouwen te gaan werken. Een

aspect hiervan betreft duurzaam bouwen. In 2014 zal de gemeente hier verder inhoud aangeven door bij

woningbouw de duurzaam bouwen principes toe te passen conform het regionale convenant.

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig bouwen

Zie 7.2.2

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

Geen

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

7.1 Verbeteren aantrekkelijkheid

woonomgeving

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes Speeltuinen en speelweiden 25.744 25.744

7.2 Bevorderen diversiteit in aanbod van -

woningen

7.2.1 Aanwijzen locaties Administratie bouwgrondexploitatie -9.600 -9.600

Bouwgrondexploitatie woningbouw 2.695.762 -2.490.021 205.741

7.2.2 Bevorderen en herstructureren woningbouw Stads- en dorpsvernieuwing 24.184 24.184

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere Woonvoorzieningen gehandicapten 986.149 -14.500 971.649

initiatieven Bouwen 1.363.820 -426.200 937.620

7.2.4 Afspraken maken met woningcorporaties Volkshuisvesting 254.381 -195.367 59.014

Woonwagenzaken 32.337 -42.700 -10.363

7.3 Duurzaam en levensloopbestendig -

bouwen

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen Overige milieutaken / woningisolatie 443.500 443.500

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig bouwen -

5.825.877 -3.178.388 2.647.489

Mutaties reserves

Toevoeging bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 4.300 4.300

5.830.177 -3.178.388 2.651.789

7 Wonen

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 73: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 8 Klimaat & Duurzaamheid

Programmabegroting 2014

73

Programma 8 Klimaat en duurzaamheid

8. Toekomstbestendig gebruik van de leefomgeving

8.1 Aanzetten burgers tot duurzaam gedrag

Stimuleren gebruik duurzame

vervoersvormen (3.2.3)

Stimuleren duurzaam bouwen (7.3.1)

8.1.1 Stimuleren duurzaam

huishoudelijk gedrag

8.1.2 De gemeente geeft het goede

voorbeeld

8.2 Stimuleren vernieuwende

duurzame initiatieven

8.2.1 Bevorderen duurzame

energieproductie

Stimuleren maatschappelijk

verantwoord ondernemen (4.2.3)

Page 74: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 8 Klimaat & Duurzaamheid

Programmabegroting 2014

74

Wat willen we bereiken?

8. Toekomstbestendig gebruik van de leefomgeving

Wij zetten in op een toekomstbestendig gebruik van de leefomgeving en investeren daarom in duurzaam-

heid. Dat houdt in dat wij onderzoeken in welke gevallen voor duurzame alternatieven kan worden gekozen

en op welke wijze wij als gemeente kunnen beïnvloeden dat een dergelijke keuze wordt gemaakt. Wij willen

ook bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe duurzame alternatieven.

8.1 Aanzetten burgers tot duurzaam gedrag

Een toekomstbestendig gebruik van de leefomgeving begint bij keuzes van burgers bij hun aankopen, in

wonen, werk en privéleven. Maar hebben zij voldoende kennis over duurzame alternatieven en zijn zij bereid

om hiervoor te kiezen? De gemeente kan op dit punt niet direct sturen, maar duurzame keuzes wel makkelij-

ker maken. De gemeente informeert over duurzame alternatieven en werkt aan de nodige infrastructuur.

8.2 Stimuleren vernieuwende duurzame initiatieven

Wij faciliteren de ontwikkeling van een windpark, een regionaal warmtenet, een lokale energie coöperatie en

stimuleren andere vernieuwende private initiatieven, door middel van een subsidieregeling duurzaamheid.

Wat doen we daarvoor?

8.1 Aanzetten burgers tot duurzaam gedrag

8.1.1 Stimuleren duurzaam huishoudelijk gedrag

Wij vullen de gemeentelijke website continu met allerlei informatie voor huishoudens over energiebesparing,

duurzame energie-opwekking en andere tips om duurzame keuzes te maken. Afhankelijk van de belang-

stelling voor de duurzaamheidsmarkt in 2013 organiseren we deze ook in 2014.

In 2013 zullen naar verwachting de beschikbare subsidiegelden voor woningisolatie zijn uitgeput. Wij onder-

zoeken of er in 2014 een vervolg komt op deze subsidieregeling.

Voor 2014 staan diverse publieksactiviteiten op de agenda, zoals de ‘Earth Hour’ (burgers worden opgeroe-

pen om één uur het licht uit te doen om hen bewust te maken van energiebesparing) en een energiebespa-

ringswedstrijd ‘Energy Battle’ (Hierin gaan teams van ambtenaren, raadsleden en burgers op een ludieke

wijze de strijd aan om zo min mogelijk energie te besteden). Daarnaast zoekt de gemeente daar waar het

kan, samenwerking met duurzame bewonersinitiatieven en faciliteert deze actief in het project ‘de slimme

buurt’ (buurtgenoten stimuleren gezamenlijke duurzame inkoopacties).

8.1.2 De gemeente geeft het goede voorbeeld

De gemeente wil het goede voorbeeld geven op het gebied van duurzaamheid. Zij heeft als doel om 100%

duurzaam in te kopen (volgens de criteria van Agentschap NL) in 2015. In 2014 zal het Actieplan Duurzaam

inkopen verder vorm krijgen en met de uitvoering worden begonnen. Ook zullen wij kritisch kijken naar mo-

gelijkheden om onze eigen gebouwen te verduurzamen binnen onze financiële mogelijkheden. In 2014 ne-

men wij in het kader van het Euregio project KLiKer deel aan een pilot project. In het KLiKer project werken

11 Duitse en Nederlandse gemeenten samen aan klimaatbeleid.

De gemeente zal de wagens voor dienstgebruik, via lease, uitbreiden met 2 elektrische auto’s.

Page 75: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 8 Klimaat & Duurzaamheid

Programmabegroting 2014

75

8.2 Stimuleren vernieuwende duurzame initiatieven

8.2.1 Bevorderen duurzame energieproductie

Wij voeren onderzoek uit, organiseren en nemen deel aan bijeenkomsten in het kader van duurzame ener-

gieproductie en wij stimuleren private initiatieven.

In 2013 heeft de gemeente de mogelijkheden onderzocht om duurzame energieproductie te bevorderen en

om lokale energie coöperaties op te richten en te ondersteunen. Daartoe is de mogelijkheid onderzocht om

ongebruikte bedrijventerreinen in te zetten voor duurzame energieproductie.

Windenergie, een biovergistingsinstallatie, een lokaal zonnepark en het verdere bevorderen van een lokale

energie coöperatie zijn haalbaar en zullen in 2014 nader uitgewerkt worden. Dit moet leiden tot een voorstel

voor een zonnepark, een businessplan voor windenergie en nader onderzoek naar een stadswarmtenet.

Ook zal een nieuwsbrief over duurzame ondernemersinitiatieven verschijnen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

Geen

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

8.1 Aanzetten burgers tot duurzaam gedrag

8.1.1 Stimuleren duurzaam huishoudelijk gedrag Milieu 297.780 -6.300 291.480

8.1.2 De gemeente geeft het goede voorbeeld -

8.2 Stimuleren vernieuwende duurzame

initiatieven

8.2.1 Bevorderen duurzame energieproductie -

297.780 -6.300 291.480

Mutaties reserves

Onttrekking aan algemene reserve Dekking extra budget duurzaamheid -69.200 -69.200

297.780 -75.500 222.280

8 Klimaat en duurzaamheid

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 76: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 8 Klimaat & Duurzaamheid

Programmabegroting 2014

76

Page 77: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

77

Programma 9 Beheer en onderhoud

9. De leefomgeving is schoon, heel en veilig

9.1 Structureel onderhouden van

infrastructuur, groen en gebouwen

9.1.1 Onderhouden en beheren infrastructuur

9.1.2 Onderhouden en beheren groen

9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen

9.2 Schoon en veilig houden leefomgeving met

respect voor milieu

9.2.1 Zorgen voor goede waterkwaliteit en

voldoende waterberging

9.2.2 Bestrijden gladheid

9.2.3 Verwerken huishoudelijk afval

9.3 Samen met bewoners leefomgeving verbeteren

9.3.1 Behandelen meldingen

9.3.2 Adoptie (geheel of gedeeltelijk) door burgers

Interactie met bewoners over de inrichting en het

beheer van hun eigen woonomgeving (10.2.1)

Page 78: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

78

Wat willen we bereiken?

9. De leefomgeving is schoon, heel en veilig

De structuurvisie en de sociale visie roepen op om te komen tot een toekomstbestendige leefomgeving. Een

voorwaarde daarvoor is dat burgers hun buurten en wijken als schoon, heel en veilig ervaren. Wij willen ons

hiervoor inspannen door te zorgen voor onderhoud en beheer van infrastructuur, groen en gebouwen dat

voldoet aan vooraf bepaalde kwaliteitseisen. Daarnaast zorgen wij voor veiligheid op het gebied van water-

beheer, bestrijden we gladheid en verwerken we huishoudelijk afval met respect voor het milieu. Wij willen

samen met buurt- en wijkbewoners spreken over verbeteringen van de leefomgeving, om met meer zeker-

heid te bereiken dat mensen hun leefomgeving als schoon, heel en veilig ervaren.

9.1 Structureel onderhouden van infrastructuur, groen en gebouwen

Voor de openbare ruimte zijn kwaliteitseisen opgenomen in de beleidsplannen waar in elk geval aan moet

worden voldaan. Hieraan zijn budgetten gekoppeld, waarmee de bestaande voorzieningen in stand gehou-

den kunnen worden en kapitaalsvernietiging wordt voorkomen.

9.2 Schoon en veilig houden leefomgeving met respect voor milieu

De gemeente heeft een zorgplicht voor afvalverwijdering, riolering en gladheidbestrijding. Met het uitvoeren

van deze zorgplicht willen wij bijdragen tot een vermindering van de belasting van het milieu.

9.3 Samen met bewoners leefomgeving verbeteren

Burgers ervaren hun fysieke leefomgeving direct en dus ook de zaken die daarin niet in orde of onveilig zijn.

Wij vinden het belangrijk dat burgers de gemeente makkelijk kunnen bereiken om deze zaken te melden en

dat deze zaken zo snel mogelijk worden aangepakt. Daarnaast willen wij burgers en organisaties actief be-

trekken bij het onderhoud van het groen binnen de gemeente. Wij werken hiertoe samen met de wijkplat-

forms.

Wat doen we daarvoor?

9.1 Structureel onderhouden van infrastructuur, groen en gebouwen

9.1.1 Onderhouden en beheren infrastructuur

Het beheer en onderhoud van de infrastructuur gebeurt op basis van de vastgestelde beleidsplannen en

daaraan gekoppelde kwaliteitseisen. Jaarlijks wordt een onderhoudsplan gemaakt voor de onderdelen die

om onderhoud vragen op grond van een meerjarenplanning en kwaliteitsinspecties. Door invloeden van bui-

tenaf, zoals weersomstandigheden en intensiever of minder intensief gebruik, kunnen de werkelijk uit te voe-

ren onderhoudsmaatregelen afwijken van de geplande werkzaamheden uit de meerjarenplanning. Hiermee

wordt direct geanticipeerd op de veranderde onderhoudsbehoefte.

In 2014 worden beleidsplannen ontwikkeld voor zowel straatmeubilair als verkeersvoorzieningen. Daarnaast

wordt de vervangingsbehoefte binnen de totale openbare ruimte in kaart gebracht, omdat daar op dit mo-

ment onvoldoende inzicht in is.

Page 79: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

79

Wegen, straten en pleinen

De gemeente zorgt voor de instandhouding van alle gemeentelijke wegen, straten, pleinen, fietspaden, voet-

paden en trottoirs en het beheer en onderhoud daarvan. Alle verhardingen worden onderhouden op mini-

maal het wettelijke aansprakelijkheidsniveau (beeldkwaliteit B uit de kwaliteitscatalogus van CROW1). Dit

gebeurt door middel van klein en groot onderhoud.

Aanleiding voor het uitvoeren van klein onderhoud zijn ingekomen klachten en meldingen die via het Klant-

contactcenter (KCC) binnenkomen en de lijst met kleine onderhoudslocaties voortkomend uit de globale

visuele inspectie conform de CROW inspectiemethodiek en de schouw. Het uitvoeren van klein onderhoud

wordt voor het grootste deel door de eigen dienst gerealiseerd.

De meerjarenplannen vormen de basis voor de planning van het groot onderhoud, dat door de gemeente

wordt aanbesteed.

De gemeente zorgt ervoor dat de infrastructuur van het gemeentelijk wegennet en van openbare terreinen er

schoon uitziet op het gewenste niveau van Beeldkwaliteit B. Daarvoor worden de volgende activiteiten uitge-

voerd:

Het vegen van zwerfvuil;

Het bestrijden van onkruid op verhardingen, zonder toepassing van chemische middelen;

Het vegen van blad en bloesem;

Het legen van 70 bladkorven;

Het minimaal wekelijks legen van circa 600 prullenbakken.

Verlichting

De gemeente zorgt voor de instandhouding van het (gemeentelijk) net van openbare verlichting inclusief

lichtmasten en armaturen. Dit wordt gedaan door onderhoud en het toezicht op de uitvoering daarvan, tegen

zo laag mogelijke (energie)kosten. Nieuwe bouwplannen worden getoetst aan het beleidsplan Openbare

verlichting.

In 2014 wordt het beleidsplan Openbare verlichting geactualiseerd.

Ontwikkelingen op lichttechnisch gebied worden nauwgezet gevolgd. Als gevolg daarvan worden program-

ma’s indien noodzakelijk bijgesteld. Eind 2014 loopt het huidig onderhoudscontract ten einde. Daarom wordt

in 2014 een nieuwe aanbesteding voorbereid.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

9.1.1 Onderhouden en be-

heren infrastructuur

Energieverbruik open-

bare verlichting

192 kWh 189 kWh

Bruggen, tunnels en viaducten

Beheren en onderhouden van bruggen, tunnels en viaducten gebeurt aan de hand van het meerjarenonder-

houdsplan dat onderdeel uitmaakt van het beleidsplan Civieltechnische Kunstwerken. De input voor het be-

heerprogramma wordt verkregen op basis van de resultaten uit de inspectie.

Straatmeubilair

Onder straatmeubilair vallen bijvoorbeeld bankjes en fietsparkeervoorzieningen in de openbare ruimte.

Naast een praktische functie, heeft straatmeubilair invloed op de uitstraling en belevingswaarde van de ruim-

te. Op dit moment is er geen beleidsplan voor straatmeubilair met daaraan gekoppelde beeldkwaliteitsni-

1 CROW is een landelijk kennisplatform en netwerkorganisatie voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. CROW

ontwikkelt instrumenten, zoals inspectiemethodes en een kwaliteitscatalogus voor de openbare ruimte,voor onderhoud en

beheer.

Page 80: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

80

veaus. Er is wel een handboek inrichting openbare ruimte dat richtinggevend is bij de aanschaf van straat-

meubilair. Er is geen sprake van structureel onderhoud, meestal vindt het plaats naar aanleiding van meldin-

gen aan het KCC .

In 2014 wordt een beleidsplan voor straatmeubilair ontwikkeld.

Verkeersvoorzieningen

De gemeente zorgt voor beheer en onderhoud van installaties en meubilair dat een verkeersfunctie en/of

een informerende functie heeft. Dit zijn bijvoorbeeld verkeersregelinstallaties (zoals verkeerslichten), marke-

ringen op de weg, parkeerroute informatie, verkeersborden, straatnaamborden, verkeerszuilen, wegdekre-

flectoren en wegwijzers.

In 2014 wordt een beleidsplan ontwikkeld voor verkeersvoorzieningen om inzicht te krijgen in de voor beheer

en onderhoud benodigde kosten.

Speeltuinen en speelweiden

Er is een Speelruimteplan dat de visie van Lingewaard geeft over de openbare speelvoorzieningen. In dit

plan is uitgegaan van de demografische gegevens van wijken en buurten. Op basis daarvan is het actueel

en wenselijk speelvoorzieningenniveau aangegeven. Het Speelruimteplan bevat verbetervoorstellen voor het

aanleggen van nieuwe speelplekken en voor de inrichting van bestaande speelplekken. Daarnaast bevat het

Speelruimteplan een visie op beheer en een onderhouds- en vervangingsbeleid.

Als er veranderingen zijn op een speelplek, dan wordt de systematiek van het Speelruimteplan aangehou-

den om te bepalen of er aanpassingen nodig zijn. Het vastgestelde onderhoud- en vervangingsbeleid wordt

voortgezet met in acht name van de financiële mogelijkheden. De geringe beschikbare personele capaciteit

zal vooral ingezet worden voor het op peil houden van de voorzieningen en niet voor de nog resterende ver-

betervoorstellen uit het Speelruimteplan.

Begraven

De gemeente beheert de volgende begraafplaatsen: de Hoeve, van Wijkstraat en Doelenstraat in Huissen,

Teselaar in Bemmel en Zandvoortsestraat in Gendt. Met de Stichting Algemene begraafplaats Huissen Stad

zijn afspraken gemaakt over het beheer van de begraafplaats aan de Doelenstraat.

De gemeente heeft de zorg voor kwalitatief en kwantitatief voldoende begraafcapaciteit op begraafplaatsen.

Daartoe behoort zowel ondergrondse- als bovengrondse capaciteit (bijvoorbeeld een urnenmuur).

Na de grootschalige ruiming van graven in 2013 in Gendt, wordt in 2014 ook bij de andere begraafplaatsen

kritisch nagegaan of graven geruimd kunnen worden, uiteraard pas nadat nabestaanden zijn geraadpleegd

en geïnformeerd. De gemeente wil hiermee bereiken dat er constant begraafcapaciteit beschikbaar blijft,

zonder dat tot dure uitbreiding van de begraafplaats hoeft te worden overgegaan.

Om te bepalen welke graven geruimd kunnen worden, moet het administratief beheer van de begraafplaat-

sen op orde worden gebracht. Eén van de eerste stappen is het op grote schaal aanschrijven van rechtheb-

benden, waarvan de grafrechten inmiddels zijn verlopen.

9.1.2 Onderhouden en beheren groen

Het onderhoud van het groen in de openbare ruimte vindt plaats op basis van de vastgestelde beeldkwali-

teitseisen. Dit betekent dat de beeldkwaliteit bepalend is voor de onderhoudsbehoefte, het onderhoud vindt

dus niet plaats op basis van een aantal vaste onderhoudsbeurten per jaar. De beeldkwaliteit is, zoals is aan-

gegeven in 9.1.1, vastgesteld op niveau B. Het straatbeeld dient permanent te voldoen aan deze kwaliteit.

Bij het onderhoud van bomen wordt gewerkt volgens een vaste frequentie met maatregelen.

De kwaliteit van het openbaar groen loopt jaarlijks terug, omdat er geen periodieke vervanging van verou-

derde en niet meer vitale beplanting plaatsvindt. Door de bezuinigingen die vanaf 2009 zijn doorgevoerd

(ruim € 400.000 structureel per jaar), is hiervoor geen budget meer beschikbaar. Er is geen mogelijkheid

meer voor grootschalige vervangingen of renovaties. Ook ontbreekt de personele capaciteit om meer te

doen dan het reguliere onderhoud.

Page 81: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

81

Voor de begrazing van grote parkgebieden waaronder de Vliegerweide en het Slingerbos in Huissen, het

Wielenpark de Ward en het gebied rondom sportpark Ressen in Bemmel worden schapen ingezet. Met be-

grazing door schapen worden de zaden van de planten via de schapenvacht en de hoeven verder verspreid

over de verschillende graasgebieden. Hierdoor zal in de zomer de grasvegetatie weelderiger gaan bloeien,

met na verloop van tijd een grotere variatie aan bloemen in de parkgebieden.

9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen (incl. scholen en sportvelden)

De gemeente heeft 158 gebouwen/objecten in eigendom, verdeeld over 84 complexen. Het onderhoud en

beheer daarvan gebeurt op basis van het Beleidsplan onderhoud en instandhouding gebouwen, waarin een

meerjarenplanning is opgenomen. Hiervan wordt een jaarlijks onderhoudsplan afgeleid.

Als eigenaar van gebouwen met een collectieve leidingwaterinstallatie, heeft de gemeente een ‘zorgplicht

voor deugdelijk leidingwater’. Dit houdt in dat de gezondheid van de gebruikers niet in gevaar mag komen

door het leidingwater. In dit kader worden periodiek controles en onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd om

legionellabesmetting te voorkomen.

De gemeente heeft 41 onderwijsgebouwen in eigendom, verdeeld over 22 complexen.

Het onderhoud van schoolgebouwen voor Primair Onderwijs is tot 1 januari 2015 een gedeelde verantwoor-

delijkheid van schoolbesturen en de gemeente. De gemeente is op hoofdlijnen verantwoordelijk voor het

buitenonderhoud van de gebouwen. Hiervoor heeft de gemeente een financiële voorziening die mede is

gebaseerd op een Meerjaren Onderhoud Plan Onderwijshuisvesting. Schoolbesturen kunnen jaarlijks aan-

vragen indienen om buitenonderhoud te laten uitvoeren waarna de gemeente een technische noodzakelijk-

heidstoets uitvoert en zonodig de financiële middelen beschikbaar stelt.

Naar verwachting wordt de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud per 1 januari 2015 overgeheveld

naar de schoolbesturen.

Kunst in de openbare ruimte

In het Beleidsplan onderhoud en instandhouding gebouwen zijn 54 kunstwerken opgenomen, die de ge-

meente in de openbare ruimte heeft geplaatst. Er is in de meerjarenplanning en het jaarlijks onderhoud

voorzien in onderhoud van deze kunstwerken.

Woonwagens

De gemeente verzorgt het beheer en onderhoud van de verschillende standplaatsen en huurwoonwagens

die zij in eigendom heeft. Het beheer is onder te verdelen in relatiebeheer, technisch beheer en sociaal be-

heer. Onder onderhoud vallen zowel het planmatig onderhoud als het niet planmatig onderhoud (reparatie-

verzoeken en mutatieonderhoud). De standplaatsen bevinden zich in Huissen aan de Terpweide, in Gendt

aan de Binnendries en in Bemmel aan de Plakselaan. De verhuur van woningen/woonwagens en standplaatsen is geen wettelijke taak van de

gemeente. Zowel Aedes (belangenorganisatie van de corporaties) als VNG geven aan dat beheer en ver-

huur en opvang van deze doelgroep tot primaire taak van corporatie behoort. Overdracht aan de corporatie

is dan ook een logische stap maar niet afdwingbaar. De overdracht is in 2013 op de agenda gezet in het

overleg met de corporaties en zal in 2014 verder vorm moeten krijgen.

9.2 Schoon en veilig houden leefomgeving met respect voor milieu

9.2.1 Zorgen voor goede waterkwaliteit en voldoende waterberging

Riolering en waterzuivering

Het beheer en onderhoud van de riolering gebeurt op basis van het recent vastgestelde Verbreed Gemeen-

telijk Rioleringsplan 2013-2015. Praktisch al het stedelijk afvalwater wordt ingezameld in de riolering en af-

gevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij enkele woningen wordt het afvalwater ter plekke gezui-

Page 82: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

82

verd en geloosd in de bodem of op oppervlaktewater. Over de afvoer van hemelwater is vastgelegd dat er

geen overlast mag ontstaan. Waar mogelijk worden hemelwater en afvalwater gescheiden afgevoerd.

Onderhoud aan het rioleringsstelsel (inclusief gemalen, drukriolering, e.d.) vindt stelselmatig plaats. Daar-

naast worden er jaarlijks onderdelen vervangen op basis van een vervangingsplanning. Hiermee wordt kapi-

taalvernietiging voorkomen. In 2014 zal een gedeelte van het rioolstelsel in Angeren-Noord en in de Van

Voorststraat in Huissen vervangen worden.

Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de waterkwaliteit op bedrijventerrein Gendt-Bemmel. Als de wa-

terkwaliteit daartoe aanleiding geeft, zullen in 2014 verbeteringsmaatregelen uitgevoerd worden.

Waterberging in bebouwd gebied

Momenteel is er onvoldoende zicht op de benodigde waterberging voor Doornenburg en Gendt, omdat het

Waterschap nog bezig is met de herberekeningen van de benodigde berging. Voor Angeren gaat de voorbe-

reiding van de aanleg van berging door in 2014. De daadwerkelijke start van de aanleg hangt af van diverse

factoren, waaronder mogelijke grondaankoop.

In paragraaf 6.1.3 lichten wij onze activiteiten toe ten behoeve van de veilige afvoer van hoogwaterpieken

(de zogenaamde rivierverruiming).

9.2.2 Bestrijden gladheid

Het seizoen waarbinnen sprake kan zijn van gladheid loopt van 1 november tot en met 31 maart. Het beleid

in Lingewaard voor de gladheidsbestrijding is vastgelegd in het gladheidbestrijdingsplan.

Op elk noodzakelijk tijdstip wordt de gladheid bestreden op de primaire routes, te weten:

hoofdroutes voor voertuigen in de belangrijkste ontsluitingsroutes;

busroutes;

erftoegangswegen type 1 (toegang tot de wijk);

centrumgebied/openbare terreinen;

hoofdroutes voor fietsers/schoolroutes (rode stippenroute).

Deze gladheidbestrijding gebeurt met 8 strooi-eenheden op de in het plan aangegeven routes. Binnen 3 uur

na alarmering is op alle routes gestrooid. Als daartoe aanleiding bestaat, worden de secundaire routes ge-

strooid. In het kader van het ouderenbeleid vindt tegelijkertijd op specifieke locaties gladheidbestrijding

plaats. De gladheidbestrijding in Lingewaard wordt geactiveerd door:

inkomende meldingen via het gladheidmeldsysteem van Gemeente Lingewaard;

Meteo Consult in Wageningen;

overleg met de gemeente Overbetuwe / provincie;

politie;

eigen waarneming.

In een beperkt aantal gevallen wordt op lokale (politie-)meldingen afgegaan. De weersvoorspellingen van het

Meteo Consult maken het in veel gevallen mogelijk te anticiperen op de aangekondigde gladheid; in die ge-

vallen wordt er preventief gestrooid.

In 2013 hebben wij in overleg met twee wijkplatforms een proef gedaan met het plaatsen van bakken strooi-

zout in de wijk. Vanwege de positieve ervaringen, zullen wij dit in 2014 op meer plekken doen.

9.2.3 Verwerken huishoudelijk afval

Op dit moment wordt het huishoudelijk afval gescheiden ingezameld en is het tarief gebaseerd op het ge-

bruik dat inwoners maken van de mogelijkheid om afval te verwijderen, naast een vast jaarlijks basisbedrag.

Bij de meeste woningen maken mensen gebruik van een duo-container. Deze container heeft twee vakken:

een voor restafval en een voor gft-afval. Bij hoogbouwcomplexen en appartementencomplexen staan bo-

vengrondse of ondergrondse verzamelcontainers.

Page 83: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

83

Naast gft-afval worden de volgende herbruikbare afvalstromen ingezameld: plastic verpakkingsafval, pa-

pier/karton, glas, kleding/textiel/schoeisel, snoeiafval, grofvuil, elektrische apparaten en oud ijzer. Deze ge-

scheiden stromen zijn geschikt als grondstof voor nieuwe producten. Naast herbruikbare deelstromen wordt

ook het huishoudelijk klein chemisch afval apart ingezameld.

Er wordt gewerkt aan een nieuw afvalstoffenbeleidsplan, waarbij een verbeterde inzamel- en verwerkings-

methode wordt voorgesteld voor het huishoudelijk afval. In 2014 zullen hiervoor de noodzakelijke voorberei-

dingen en aanbestedingen worden gedaan.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

9.2.3 Verwerken

huishoudelijk afval

hoeveelheid herbruikbare afvalstoffen

t.o.v. van de totale hoeveelheid ingeza-

meld huishoudelijk afval

51% 55%

9.3 Samen met bewoners leefomgeving verbeteren

9.3.1 Behandelen meldingen

Meldingen over de openbare ruimte komen centraal binnen bij het klantcontactcentrum (KCC). Vanuit het

KCC worden deze meldingen doorgestuurd naar het Team Technisch Wijkbeheer. Hier worden deze mel-

dingen behandeld en waar mogelijk wordt er direct actie op ondernomen. Hoort een melding niet primair

thuis bij het team Technisch Wijkbeheer, dan wordt de melding doorgestuurd naar een collega van een an-

der team met het verzoek de benodigde actie over te nemen. Terugkoppeling naar de degene die de mel-

ding heeft gedaan, vindt centraal plaats via het KCC.

9.3.2 Adoptie (geheel of gedeeltelijk) door burgers

Om de betrokkenheid van burgers en organisaties bij de leefomgeving te vergroten en om te besparen op de

gemeentelijke onderhoudskosten, kunnen onderhoudsobjecten (meestal groen) worden geadopteerd. Inmid-

dels worden elf rotondes onderhouden door maatschappelijk betrokken partijen. Ook burgers kunnen het

onderhoud van groenvakken adopteren van de gemeente. Voorbeelden zijn Park Hofstede (Essenpas,

Bemmel) en 25 burgers die zich hebben aangemeld om het groen in hun straat/wijk te onderhouden. Wij

willen de adoptie duurzamer maken door afspraken te maken over langere termijnen van onderhoudsactivi-

teiten.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

9.01 Investeringen riolering 2014 - 2017 2014/2017

9.02 Vervanging VRI van Elkweg / Papenstraat Bemmel 2014

9.03 Urnenmuur begraafplaats Hoeve 2014

9.04 Overige inrichting begraafplaats Hoeve 2014

9.05 Aanschaf 2 zoutstrooiers 2014

9.06 Aanschaf 4 sneeuwschuiven 2014

9.07 Uitbreiding urnenmuur op begraafplaats Gendt / dekking grafrechten 2013/2014

Page 84: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 9 Beheer & Onderhoud

Programmabegroting 2014

84

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

9.1 Structureel onderhouden van

infrastructuur, groen en gebouwen

9.1.1 Onderhouden en beheren infrastructuur Wegen, straten en pleinen 5.399.799 -121.100 5.278.699

Verkeersmaatregelen 541.107 541.107

Veerdiensten 14.115 14.115

Kunstwerken 19.005 19.005

Speeltuinen en speelweiden 275.067 -50 275.017

Begraven 350.870 350.870

9.1.2 Onderhouden en beheren groen Natuurbescherming 12.320 12.320

Openbaar groen onderhoud 2.319.659 2.319.659

9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen Basisonderwijs huisvesting (openb) 400.127 400.127

Kinderopvang onderhoud 3.875 3.875

Gezondheidszorg / controle 7.800 7.800

Eigendommen niet voor openb.dienst 1.525.855 -30.720 1.495.135

Basisonderwijs huisvesting (bijz) 1.421.572 1.421.572

Speciaal onderwijs huisvesting 139.879 139.879

Voortgezet onderwijs huisvesting 955.838 955.838

Onderhoud en beheer sport binnen 365.724 365.724

Onderhoud en beheer sport buiten 569.860 569.860

Monumenten onderhoud 5.230 5.230

Sociaal-cultureel werk 1.500 1.500

Dorpshuizen beheer 35.400 35.400

9.2 Schoon en veilig houden leef- -

omgeving met respect voor milieu

9.2.1 Zorgen voor goede waterkwaliteit en Waterpartijen 224.310 224.310

voldoende waterberging Riolering en waterzuivering 3.599.492 -30.100 3.569.392

-

9.2.2 Bestrijden gladheid Wegen, straten en pleinen gladheid 312.892 312.892

9.2.3 Verwerken huishoudelijk afval Afvalstoffen 2.788.187 -476.000 2.312.187

-

9.3 Samen met bewoners leefomgeving

verbeteren

9.3.1 Behandelen meldingen -

9.3.2 Adoptie (geheel of gedeeltelijk) door Groen- en reststroken 13.880 -43.400 -29.520

Dierenparken 11.970 11.970

21.315.333 -701.370 20.613.963

Mutaties reserves

Toevoeging aan bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 259.700 259.700

Toevoeging aan bestemmingsreserve Civieltechnische kunstwerken 27.500 27.500

Toevoeging aan bestemmingsreserve Dekking de Z'kamp uit wegonderhoud 48.530 48.530

Toevoeging aan bestemmingsreserve Afvalstoffen egalisatie 433 433

Onttrekking aan bestemmingsreserve Onderhoudsjaarplan gebouwen 2014 -1.200.000 -1.200.000

Onttrekking aan bestemmingsreserve Civieltechnische kunstwerken -19.000 -19.000

Onttrekking aan bestemmingsreserve Renovatie sportvelden -300.000 -300.000

Onttrekking aan bestemmingsreserve Huisvestingsaanvragen onderwijs -85.000 -85.000

Onttrekking aan bestemmingsreserve Dekking revitalisering de Zilverkamp -404.197 -404.197

Onttrekking aan bestemmingsreserve Riolering egalisatie -431.012 -431.012

21.651.496 -3.140.579 18.510.917

9 Beheer en onderhoud

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 85: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

85

Programma 10 Burger en bestuur

10. Burgers en bestuur zorgen samen voor een

prettig leefklimaat

10.1 Regisseren veiligheid voor de burger

10.1.1 Waarborgen brandweerzorg,

ambulancezorg en rampenbestrijding

10.1.2 Bevorderen veilige woon- en leefomgeving

10.1.3 Beperken overlast

10.2 Vergroten betrokkenheid burgers bij

beleidsvorming

10.2.1 Interactie met burgers en andere

partners over beleidsvorming

10.2.2 Samen met wijkplatforms

leefbaarheid in de wijk bevorderen

10.3 Optimaliseren klantgerichte

dienstverlening

10.3.1 Waarborgen kwaliteit van

dienstverlening

10.3.2 Burgers tijdig, juist en volledig informeren

over specifieke acties van de gemeente

10.4 Waarborgen goed bestuur

10.4.1 Integer handelen door bestuur en

organisatie

10.4.2 Publieke verantwoording

10.4.3 Organiseren verkiezingen

10.4.4 Bestuurlijke samenwerking

Page 86: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

86

Wat willen we bereiken?

10. Burgers en bestuur zorgen samen voor een prettig leefklimaat

Wij willen als bestuurders midden in de moderne samenleving staan en zijn ons daarbij sterk bewust van

veranderende verhoudingen tussen bestuur en burgers. Wij willen recht doen aan de ontwikkelingen binnen

de samenleving, die geleid hebben tot meer zelfstandigheid van mensen en een groeiende behoefte van

burgers om invloed te hebben op zaken die belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven. Het belangrijkste in-

strument dat wij hiervoor hebben is ontmoeting en het met burgers in gesprek gaan. Wij willen bereiken dat

burgers en bestuur samen voor een leefklimaat zorgen, dat door de burgers als prettig wordt ervaren.

Een noodzakelijke voorwaarde voor een prettig leefklimaat is veiligheid. Daaraan werken verschillende or-

ganisaties met eigenstandige taken en verantwoordelijkheden. Wij nemen hierin de rol van regisseur.

Wij betrekken burgers als partner en als wijkbewoner bij beleidsontwikkelingen. Onder burgers beschouwen

wij ook ondernemers, ontwikkelaars, belangenorganisaties en verenigingen.

De burger is bewoner van zijn eigen wijk en gebruiker van de gemeentelijke voorzieningen en de openbare

ruimte. Wij zorgen ervoor dat burgers bij beslissingen over hun leefomgeving betrokken zijn, dat activiteiten

van allerlei partijen op elkaar afgestemd worden en dat burgers eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen.

Wij hebben ook een rol als dienstverlener naar burgers, die dan als klant kunnen worden beschouwd. Wij

spannen ons ervoor in om de producten tegen een zo laag mogelijke prijs en met een zo goed mogelijke

service te verstrekken.

Wij ijken ons handelen als bestuurders en organisatie aan de beginselen van goed bestuur. Dat betekent dat

wij open en transparant willen communiceren over beleid en de uitvoering daarvan. Wij spreken elkaar aan

op integer handelen en wij leggen verantwoording af aan de inwoners van Lingewaard.

10.1 Regisseren veiligheid voor burgers

De gemeente voert regie op veiligheid en leefbaarheid. De burgers van Lingewaard moeten zich veilig, ver-

trouwd en met elkaar verbonden voelen. Wederzijds respect is de norm en overlast en criminaliteit de uit-

zondering. Inwoners, instellingen en ondernemers hebben een eigen verantwoordelijkheid om bij te dragen

aan hun veiligheid, de gemeente voert regie, houdt de controle en grijpt in als dat nodig is. De veiligheids-

partners werken met elkaar samen om veiligheidsproblemen aan te pakken.

10.2 Vergroten betrokkenheid burgers bij beleidsvorming

In het collegeprogramma 2012-2014 hebben wij aangegeven dat wij willen inzetten op ‘zelfsturing’ door onze

burgers, het maatschappelijk middenveld en ons bedrijfsleven. Zelfsturing is een ver(der)gaande vorm van

burgerparticipatie en duidt op het activeren en stimuleren van eigen verantwoordelijkheid. Cruciaal daarbij is

een passende houding van de gemeente richting de burgers en het bedrijfsleven. Wij spreken daarbij ons

vertrouwen in hen uit, waarbij er vanuit gegaan wordt dat zij zelf heel goed in staat zijn om eigen afwegingen

te maken waardoor de gemeente terughoudend kan zijn in het stellen van regels over de eigen leef- en

woonomgeving en het houden van toezicht daarop. Dit veronderstelt echter wel een duidelijke scheiding

tussen de verantwoordelijkheid van de gemeente en die van de burgers en het bedrijfsleven, zodat ze elkaar

daarop kunnen aanspreken.

10.3 Optimaliseren klantgerichte dienstverlening

Een goede dienstverlening is in hoge mate bepalend voor de manier waarop de burger de gemeentelijke

overheid ervaart. Onder het begrip “burger” wordt verstaan: inwoners, verenigingen, wijkplatforms, onder-

Page 87: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

87

nemers, bedrijven, doelgroepen en overige instellingen. Binnen de gemeentelijke organisatie werken wij aan

een vraaggerichte houding en cultuur, primair gericht op de behoeften en wensen van de burger.

10.4 Waarborgen goed bestuur

Wij willen goed bestuur waarborgen. Wij nemen daarbij algemeen aanvaarde uitwerkingen van governance-

beginselen als uitgangspunt. De volgende begrippen vormen de belangrijkste uitgangspunten voor ons han-

delen:

Transparantie: wij zorgen voor toegankelijkheid van de informatie en voor deugdelijke begrotingen en

jaarverslagen;

Democratische verantwoording: wij leggen publieke verantwoording af over de rechtmatigheid van de

inning, het beheer en de besteding van publieke middelen, over de doeltreffendheid en de doelmatig-

heid van het beleid en de behartiging van publieke taken, over de integriteit van de organisatie en over

het “in control” zijn;

Effectiviteit en efficiency: wij zorgen voor zorgvuldig voorbereid beleid dat uitvoerbaar en handhaaf-

baar is. Bij de uitvoering van beleid streven wij naar doelmatigheid en doeltreffendheid;

Vraaggerichtheid: wij baseren ons beleid op vragen vanuit de samenleving en sluiten daarbij aan op

behoefte en problemen.

Wat doen we daarvoor?

10.1 Regisseren veiligheid voor burgers

10.1.1Waarborgen Brandweerzorg, ambulancezorg en rampenbestrijding

Brandweerzorg

In verband met de wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio’s is de gemeentelijke brandweer (verplicht)

ondergebracht bij de regionale brandweer per 1 januari 2014. De uitvoering van de brandweerzorg blijft lo-

kaal. Het doel van de regionalisering is uniformiteit in de brandweerzorg voor alle gemeenten en het behalen

van efficiencyvoordelen.

Ambulancezorg

De ambulancezorg in Lingewaard wordt uitgevoerd door de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-

Midden op grond van de Tijdelijke Wet ambulancevoorziening. De aanwijzing van de VGGM als Regionale

Ambulance Voorziening (RAV) gebeurt door de Minister van VWS. De sturing en financiering van de Ambu-

lancezorg gebeurt ook van Rijkswege via de Nederlandse Zorgautoriteit en de zorgverzekeraars.

Als deelnemer in de gemeenschappelijke regeling kan de gemeente mede invloed uitoefenen op de uitvoe-

ring van de RAV als VGGM-taak. De sturing en financiering van de ambulancezorg verloopt echter niet via

de (inwonerbijdrage van de) gemeente en de invloed hierop is dan ook wel beperkt.

De gemeente wendt alle beschikbare mogelijkheden aan om te bepleiten dat alle kernen in Lingewaard bin-

nen de gestelde normtijden kunnen worden bereikt door het spoedeisend ambulancevervoer. Met name de

meest veraf gelegen woonkernen zijn hierbij voortdurend punt van aandacht.

Rampenbestrijding

De multidisciplinaire samenwerking bij opgeschaalde rampen en crisis is belegd bij de Veiligheids- en Ge-

zondheidsregio Gelderland Midden (VGGM). In 2014 zal het Algemeen Bestuur van de VGGM een geactua-

liseerd Crisisplan voorbereiden ter vaststelling in 2015, op grond van de Wet Veiligheidsregio’s. Dit crisisplan

is dan gelijk voor alle 16 deelnemende gemeenten.

Page 88: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

88

Voor de gemeente blijft het zaak om mensen met een taak en verantwoordelijkheid bij rampen opgeleid,

getraind en geoefend te houden. VGGM voorziet hier voor een deel in. Hiernaast zullen wij uit efficiency en

beheersoverwegingen ook in 2014 alert blijven op mogelijkheden om onderdelen van de bevolkings-

zorg centraal te organiseren, zoals bijvoorbeeld het sluiten van regionale convenanten met het Rode Kruis

en het maken van centrale afspraken over slachtoffer informatiesystemen.

Opsporing en ruiming van niet gesprongen conventionele explosieven

De gemeente Lingewaard sinds 2010 door het Ministerie van Binnenlandse zaken op de zogenaamde veel-

gebruikerslijst geplaatst (samen met ongeveer 30 andere gemeenten) en ontvangt daardoor nog maar een

zeer beperkte bijdrage via het gemeentefonds als tegemoetkoming in de kosten van opsporing van niet ge-

sprongen conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Daarom heeft de gemeente Lingewaard

in samenwerking met de gemeente Overbetuwe een bodembelastingkaart NGE gemaakt. De bedoeling is

om in 2014 aan de hand van deze risico’s beleid te ontwikkelen, zodat na een zorgvuldige afweging de be-

langrijkste risico’s met de schaarse middelen kunnen worden aangepakt.

10.1.2 Bevorderen veilige woon- en leefomgeving

Honderden inwoners van Lingewaard worden jaarlijks getroffen door criminaliteit in hun woon- en leefomge-

ving. Woninginbraken, autokraak, vernieling of fietsendiefstal betekenen een kostenpost voor de slachtof-

fers, maar hebben ook een negatief effect op de veiligheidsbeleving. Bij de aanpak van deze vormen van

criminaliteit wordt gebruik gemaakt van bewezen methoden en projecten in andere gemeenten. Het gebruik

van alcohol en drugs krijgt bijzondere aandacht, omdat een deel van de criminaliteit plaatsvindt onder in-

vloed van deze middelen.

Handhaving van wet- en regelgeving vindt plaats op basis van het Integraal Handhavingsplan. Op 1 april

2013 is de uitvoering van de handhavingstaken op het gebied van bouwen en milieu opgedragen aan de

Omgevingsdienst Arnhem (ODRA). De gemeente voert zelf de handhavingstaken uit die betrekking hebben

op het openbaar gebied. Hiervoor zet zij enkele BOA’s in.

Er is extra aandacht voor de veiligheid rondom evenementen. Een risico-analyse en overleg met de organi-

satie in het voortraject zijn gericht op het voorkomen van overlast voor omwonenden en onveiligheid voor

bezoekers van het evenement. BOA’s en toezichthouders zijn belast met de zorg voor de naleving van voor-

schriften en toezicht op het correct verlopen van het evenement.

10.1.3 Beperken overlast

Kleine ergernissen hebben soms grote invloed op de wijze waarop de bewoner zijn wijk of buurt ervaart en

waardeert. Groepen jongeren, parkeerproblemen, hondenpoep en rommel op straat en allerlei andere vor-

men van overlast kunnen ergernissen opleveren die de leefbaarheid negatief beïnvloeden. De aanpak van

leefbaarheidsproblemen is gebaseerd op kennen en gekend worden, het delen van informatie, gezamenlijke

verantwoordelijkheid en consequente handhaving.

10.2 Vergroten betrokkenheid burgers bij beleidsvorming

10.2.1 Interactie met burgers en andere partners over beleidsvorming

Meer zeggenschap, merkbare invloed en eigen verantwoordelijkheid leidt ertoe dat de inwoners zich niet

onverschillig afwenden, maar zich betrokken voelen. Wij spannen ons er daarom voor in dat burgers, bedrij-

ven en maatschappelijke organisaties in een vroeg stadium worden betrokken bij beleidsvoornemens. Hier-

door sluit het beleid beter aan bij de wensen en mogelijkheden in de samenleving en wordt de betrokkenheid

van inwoners groter. We bepalen samen met inwoners wat de beste manier is om met hen te communiceren

en maken samen met hen plannen voor de uitvoering.

Om de vorming en uitvoering van ideeën in de gemeenschap mogelijk te maken, moet de gemeente een

stap terug doen en ruimte maken. We nodigen burgers, verenigingen en maatschappelijke organisaties uit

Page 89: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

89

om het zelf te bedenken en uit te voeren, waarbij wij uiteraard met raad en daad ondersteunen. In 2013 heb-

ben bijvoorbeeld ouders een grote inbreng gehad bij de vormgeving van het leerlingenvervoer.

Naast burgerparticipatie van individuele inwoners vervullen de wijkplatforms en dorpsraad een rol als

spreekbuis van de gemeenschappen in onze kernen. Regelmatig vindt er overleg plaats tussen wijkplatforms

enerzijds en ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers van de gemeente anderzijds (zie verder 10.2.2).

10.2.2 Samen met wijkplatforms leefbaarheid in de wijk vergroten

De gemeente Lingewaard kent 13 (wijk)platforms en een dorpsraad in Ressen. Een (wijk)platform bestaat uit

een groep bewoners die met de gemeente samenwerkt om de leefbaarheid en veiligheid in de verschillende

wijken te bevorderen. In 2011 is een samenwerkingsovereenkomst met de wijkplatforms afgesloten. Hierin

zijn de afspraken opgeschreven hoe de gemeente en de wijkplatforms met elkaar omgaan. In 2012 is hier-

voor een uitvoeringsdocument gemaakt.

De gemeente beschikt over een team Gebiedscoördinatie. De drie gebiedscoördinatoren vervullen een be-

langrijke spilfunctie in de communicatie tussen gemeente en wijkplatforms. Zij betrekken de

(wijk)platforms/burgers bij alle initiatieven en projecten op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. Daar-

naast bepalen zij met de behandelend ambtenaar het communicatietraject en begeleiden het samenwer-

kingsproces. Zij organiseren in samenspraak met het college een aantal wijkbezoeken per jaar.

Wij werken permanent aan de verbetering van de communicatie tussen gemeente en wijkplatforms en de

manier waarop dat georganiseerd is. In 2014 zullen wij hierbij gebruik maken van de conclusies en aanbeve-

lingen uit het recente onderzoek van de Rekenkamercommissie naar de wijkplatforms.

10.3 Optimaliseren klantgerichte dienstverlening

10.3.1 Waarborgen kwaliteit dienstverlening

De kwaliteit van de dienstverlening aan de burger als klant wordt bepaald door de manier waarop de burger

contact kan maken met de gemeente en de wijze waarop de gemeente vervolgens omgaat met de vragen,

meldingen of klachten van de klant.

De burger kan op drie manieren contact maken met de gemeente:

via de website van de gemeente (ook wel aangeduid als de elektronische dienstverlening);

telefonisch via het KlantContact centrum (KCC);

door het bezoeken van de balie in het gemeentehuis.

Het waarborgen van de kwaliteit van dienstverlening is een continu proces, waarbij steeds wordt nagegaan

of de instrumenten die we hebben adequaat zijn.

De website biedt informatie aan burgers en digitale producten, zoals een formulier voor het doorgeven van

een verhuizing. In 2014 zullen de digitale producten worden uitgebreid en zullen wij klanten door middel van

voorlichting en informatie stimuleren om de digitale balie te gebruiken. Hiervoor hanteren wij een communi-

catiekalender, waarmee wij bepalen over welke zaken wij inwoners en bedrijven structureel en op gezette

tijden informeren over het gebruik van digitale producten, zoals bijvoorbeeld een beeldmerk voor het maken

van een afspraak via de gemeentelijke website.

In 2014 zullen wij werken aan verbeteringen in de informatie en communicatie met burgers door gebruik van

social media (twitter, facebook). Tevens zal worden gekeken of bepaalde apps zullen kunnen worden ont-

wikkeld voor specifieke producten. Daarbij worden nieuwe ontwikkelingen en trends gevolgd en wordt een

en afweging gemaakt over specifieke behoeftes van de burgers in Lingewaard. Een voorbeeld van zo’n app

is de omgevingsalert die in 2013 in werking is getreden. Hiermee kunnen burgers zien welke vergunning in

de omgeving is aangevraagd. Ander voorbeeld is een app om ook vanaf mobiele devices (smartphone en

tablet) afspraken te kunnen maken voor baliediensten.

Uit eigen en extern onderzoek blijkt dat de bereikbaarheid van het KCC goed (99% van de calls die in het

callcenter binnenkomen, worden opgenomen. Daarnaast is er uiteraard nog telefoonverkeer dat rechtstreeks

op doorkiesnummers binnenkomt). Uit dit onderzoek is gebleken dat het afhandelen van de telefoontjes effi-

Page 90: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

90

ciënter kan. Op dit moment worden nog veel vragen uitgezet in de organisatie, terwijl deze ook direct door

het KCC beantwoord zouden kunnen worden als de systemen hiervoor op de juiste wijze zouden zijn inge-

richt. Ook zal hiervoor, zonodig, worden gewerkt aan aanvullende scholing van de KCC-medewerkers. De

afhandeling van de telefonisch binnengekomen vragen door medewerkers binnen de organisatie vraagt nog

te veel tijd. In 2014 worden de oorzaken hiervan in kaart gebracht en zullen in samenspraak met het ma-

nagement verbeteringen worden aangebracht. Het zal gaan om procedureverbeteringen, verbeteringen in de

technische inrichting en verbeteringen in houding en gedrag.

Burgers kunnen de balie op afspraak bezoeken of, op bepaalde momenten, ‘vrij inlopen’. Wij zullen het ma-

ken van een afspraak stimuleren, omdat hiermee wachttijden worden voorkomen en het efficiënter werkt

voor de organisatie. De mogelijkheid om zonder afspraak binnen te lopen blijft op bepaalde momenten mo-

gelijk, omdat hieraan nog behoefte blijkt te zijn.

Prestaties

Doel Activiteiten Indicator Werkelijk

2012

Raming

2014

10.3.1 Waarbor-

gen kwaliteit

dienstverlening

Afhandeling telefonische vragen

door KCC verbeteren

Cijfer over Tevredenheid

telefonisch contact

7,7

Percentage direct afge-

handeld calls door KCC

40%

10.3.2 Burgers tijdig, juist en volledig informeren over specifieke acties van de gemeente

Er vindt communicatie plaats met burgers, wijkplatforms en andere specifieke doelgroepen op diverse mo-

menten in een (beleids)proces. De mate van interactie kan hierbij variëren. De wijze van communice-

ren wordt zoveel mogelijk afgestemd op de doelgroep en/of de rol die de burger op dat moment heeft. Com-

municatie vindt plaats via de diverse gemeentelijke kanalen, zoals website, twitter, (nieuws)brief, gemeen-

te/specialpagina, bijeenkomsten etc.

10.4 Waarborgen goed bestuur

10.4.1 Integer handelen door bestuur en organisatie

In de gedragscode voor politieke ambtsdragers zijn normen en waarden uitgewerkt voor de wijze waarop

leden van de gemeenteraad en het college van B&W inhoud geven aan hun taken. Uit het KAFI-onderzoek

in 2013 bleek dat de gedragscode uit 2010 niet aansloot bij de rechtspositie van de politieke ambtsdragers.

De gedragscode is daarom in 2013 aangepast. Vanwege de nauwe betrokkenheid van ambtenaren bij het

vorm geven aan de gemeentelijke taken, zijn ook voor hen gedragsregels opgesteld. Door middel van het

teamoverleg wordt organisatiebreed periodiek aandacht geschonken aan het thema integriteit.

Wij vinden het belangrijk dat de organisatie ook aandacht schenkt aan aspecten van integer handelen zoals

transparante controleerbare processen en ervoor zorgen dat de uitvoering rechtmatig, doelmatig en doeltref-

fend is.

Leden van het college van burgemeester en wethouders en van de gemeenteraad stellen bij hun handelen

de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belang-

rijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het

primaire richtsnoer.

Integriteit van politieke ambtsdragers houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt

wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt

intern afgelegd aan collega-bestuurders dan wel aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisatie en

burger voor wie bestuurders en gekozen volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbe-

grippen is daarbij leidend en plaatst integriteit van politieke ambtsdragers in een breder perspectief.

Page 91: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

91

10.4.2 Publieke verantwoording

Het vertrekpunt van de governance-gedachte is dat organisaties aan belanghebbenden moeten kunnen

laten zien dat zij hun doelen halen en goed functioneren. Daar hoort goed verantwoorden bij.

In het collegeprogramma hebben wij opgenomen dat elke begroting, elke jaarrekening en elke bestuursrap-

portage aan informatiewaarde wint, wat de kaderstellende en controlerende bevoegdheid van de raad ten

goede komt. Dit traject doorlopen wij samen met de raad, Auditcommissie, Rekenkamer en de accountant.

10.4.3 Organiseren verkiezingen

Op 19 maart 2014 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats en op 22 mei 2014 zijn de verkiezingen

voor het Europese Parlement. Het hele proces van voorbereiding tot en met de verkiezingen zelf verloopt

volgens wettelijke regelgeving, termijnen en procedures. De gemeente zorgt voor een goede afwikkeling van

deze processen. De voorbereidingen zijn in 2013 al gestart.

10.4.4 Bestuurlijke samenwerking

In het collegeprogramma hebben we aangegeven dat strategische samenwerking vereist is om te komen tot

een slagvaardige regio van krachtig gebundelde gemeenten. Of het nu gaat om bouwen en wonen, recreatie

en toerisme of om bedrijvigheid: de gemeenten in de regio Arnhem vullen elkaar aan en vormen samen één

samenhangend gebied. Daarbij moeten de eigenheid en onderscheidendheid van onze gemeente behouden

blijven. Samenwerking moet leiden tot verbetering van ons woon- en werkklimaat of van de kwaliteit van

onze besluiten en de uitvoering daarvan.

De bestuurlijke samenwerking met andere partners, in het bijzonder andere gemeenten, wordt de komende

jaren geïntensiveerd. De visie op intergemeentelijke samenwerking (2013) en het algemene afwegingskader

zijn hierbij leidend. Om zorgvuldige en goed afgewogen besluiten over de concrete onderwerpen van deze

samenwerking (zie de paragraaf bedrijfsvoering onder 4.5.D) te kunnen nemen zal dit kader verder uitge-

werkt worden. We streven er naar om bestaande samenwerkingsverbanden meer efficiënt en effectief in te

richten en daarom in aantal voorlopig niet verder uit te breiden. De eerste prioriteit ligt voor ons bij de uitbrei-

ding van de samenwerkingsmogelijkheden met de gemeente Overbetuwe als onze natuurlijke, strategische

partner. Verdere concretisering vindt plaats voor de volgende samenwerkingsverbanden:

De G5 (gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden en Overbetuwe), in het bijzonder op het niveau van uit-

voering van gemeentelijke takenHet vorm geven van de samenwerking in het sociale domein met de

bovenstaande gemeenten aangevuld met de gemeenten in de Liemers en Doesburg (G11);

Voortzetting van de samenwerking in het rivierengebied met betrekking tot de waterketen (Rijn6).

Concreet zal in 2014, als gevolg van de aangekondigde opheffing van de WGR+ regeling, een besluit

genomen moeten worden over de toekomst van de stadsregio Arnhem-Nijmegen.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

10.01 Digitaliseren documenten en archieven 2014

Page 92: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 10 Burger & Bestuur

Programmabegroting 2014

92

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

10.1 Regisseren veiligheid voor burgers

10.1.1 Waarborgen Brandweerzorg, ambulancezorg

en rampenbestrijding

Brandweer en rampenbestrijding 2.016.998 -3.500 2.013.498

10.1.2 Bevorderen veilige woon- en leefomgeving Uitvoering APV en bijzondere wetten 650.336 650.336

Handhaving milieu 368.100 368.100

Ongediertebestrijding 135.100 135.100

Handhaving bouw en woningtoezicht 270.200 -10.000 260.200

10.1.3 Beperken overlast Openbare orde en veiligheid 1.164.685 1.164.685

10.2 Vergroten betrokkenheid burgers bij

beleidsvorming

-

10.2.1 Interactie met burgers en andere partners

over beleidsvorming

Gebiedscoördinatie 370.390 370.390

10.2.2 Samen met wijkplatforms leefbaarheid in de

wijk vergroten

Gebiedscoördinatie 126.200 126.200

10.3 Optimaliseren klantgerichte

dienstverlening

10.3.1 Waarborgen kwaliteit van dienstverlening Burgerzaken 1.507.690 -775.350 732.340

Kadaster 76.600 76.600

Grafrechten 26.400 -338.700 -312.300

10.3.2 Burgers tijdig, juist en volledig informeren

over specifieke acties van de gemeente

-

10.4 Waarborgen goed bestuur

10.4.1 Integer handelen door bestuur en organisatie -

10.4.2 Publieke verantwoording Bestuursorganen 2.112.800 2.112.800

Bestuursondersteuning college 3.119.495 3.119.495

Bestuursondersteuning raad 902.872 902.872

10.4.3 Organiseren verkiezingen Verkiezingen 102.094 102.094

10.4.4 Bestuurlijke samenwerking Bestuurlijke samenwerking 232.660 232.660

Internationale samenwerking 52.160 52.160

13.234.780 -1.127.550 12.107.230

Mutaties reserves

Toevoeging aan bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 36.200 36.200

13.270.980 -1.127.550 12.143.430

10 Burger en bestuur

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 93: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 11 Financiën

Programmabegroting 2014

93

Programma 11 Financiën

11. Gezonde financiële

huishouding

11.1 Evenwichtige financiële positie

11.1.1 Sluitende meerjarenbegroting

11.1.2 Reserves en voorzieningen op een

aanvaardbaar peil

11.1.3 Beheersbare schuldratio

11.2 Acceptabele lokale heffingen

11.2.1 Kostendekkendhied

heffingen, rechten en leges

11.2.2 Acceptabele woonlasten

11.3 Beheersbare risico's

11.3.1 Inventariseren en kwantificeren

risico's

11.3.2 Treffen beheersmaatregelen

11.3.3 Voldoende weerstandsvermogen

Page 94: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 11 Financiën

Programmabegroting 2014

94

Wat willen we bereiken?

11. Gezonde financiële huishouding

We zorgen voor een solide financiële basis waarbij sprake is van een sluitende meerjarenbegroting.

11.1 Evenwichtige financiële positie

Het meetbare effect van een evenwichtige financiële positie wordt vooral zichtbaar bij de activiteiten die

hierna zijn uitgewerkt: een sluitende meerjarenbegroting waarbij acceptabele maatregelen zijn genomen om

tot een sluitend meerjarenbeeld te komen, reserves en voorzieningen die op een aanvaardbaar peil zijn en

een beheersbare schuldenlast.

11.2 Acceptabele lokale heffingen

In 2014 is het uitgangspunt voor de vaststelling van de lokale heffingen dat de OZB zal worden geïndexeerd

en dat de meer specifieke dekkingsmiddelen, zoals de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, 100% kosten-

dekkend zijn.

11.3 Beheersbare risico’s

De mogelijke risico’s zijn in beeld en gekwantificeerd.

Wat doen we daarvoor?

11.1 Evenwichtige financiële positie

11.1.1 Sluitende meerjarenbegroting

We zorgen voor een sluitende meerjarenbegroting, waarbij structurele lasten met structurele baten worden

gedekt. Wanneer dit in enig jaar (nog) niet mogelijk is, worden maatregelen voorbereid dan wel genomen om

tot een sluitende begroting te komen.

11.1.2 Reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil

Het overzicht reserves en voorzieningen wordt 2x per jaar geactualiseerd, bij de jaarrekening en bij de be-

groting.

11.1.3 Beheersbare schuldratio

Op basis van een actuele liquiditeitsprognose wordt ingeschat wanneer nieuwe langlopende geldleningen

moeten worden afgesloten. Nieuwe langlopende geldleningen worden pas afgesloten wanneer dit volgens

de wet financiering decentrale overheden echt nodig is.

Onder schuldratio verstaan we overigens de verhouding tussen de totale leningenportefeuille en de totale

lasten in het begrotingsjaar.

11.2 Acceptabele lokale heffingen

11.2.1 Kostendekkendheid heffingen, rechten en leges

De tarieven van onze heffingen, rechten en leges worden berekend en vastgesteld op basis van kostendek-

kendheid. De berekening van de kostendekkendheid is opgenomen in de paragraaf

Lokale Heffingen.

Page 95: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 11 Financiën

Programmabegroting 2014

95

11.2.2 Acceptabele woonlasten

De totale gemeentelijke woonlasten in Lingewaard worden vergeleken met de gemiddelde gemeentelijke

woonlasten in Nederland. Dit doen we op basis van de Atlas van de lokale lasten van Coelo (Centrum voor

Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden).

In 2012 is de verhouding 115%, in 2013 112,5%. Het percentage 2014 kan pas worden bepaald wanneer de

Atlas 2014 wordt gepubliceerd.

11.3 Beheersbare risico’s

11.3.1 Inventariseren en kwantificeren risico’s

De risico’s worden tenminste 2x per jaar, bij de jaarrekening en de begroting, geïnventariseerd en gekwanti-

ficeerd

11.3.2 Treffen van beheersmaatregelen

Voor de geïnventariseerde risico’s worden mogelijke en genomen beheersmaatregelen beschreven.

11.3.3 Voldoende weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit is van voldoende omvang om mogelijke risico’s op te kunnen vangen.

In de paragraaf weerstandsvermogen treft u een nadere toelichting aan.

Overzicht investeringen en prioriteiten conform Uitvoeringsplan

De nummering verwijst naar het Uitvoeringsplan in § 6.4 van deze begroting.

nr. Uitv.plan Investeringen en prioriteiten 2014 - 2017 Realisatie

Geen

Page 96: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programma 11 Financiën

Programmabegroting 2014

96

Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel zijn de lasten (+) en baten (-) opgenomen die aan het programma verbonden zijn.

Nr. Doel Productgroep Lasten Baten Begroting

2014 2014 2014

11.1 Evenwichtige financiële positie

11.1.1 Sluitende meerjarenbegroting Algemene uitkering -37.207.000 -37.207.000

Algemene baten en lasten 2.431.202 -4.915 2.426.287

Saldo van kostenplaatsen -31.668 -1.643.478 -1.675.146

11.1.2 Reserves en voorzieningen op een

aanvaardbaar peil

Mutaties reserves Programma 1-11 - - -

11.1.3 Beheersbare schuldratio Overige financiële middelen 2.880 -121.000 -118.120

Geldleningen en uitzettingen 301.610 -2.543.948 -2.242.338

11.2 Acceptabele lokale heffingen

11.2.1 Kostendekkendh. heffingen, rechten Afvalstoffenheffing 136.600 -3.023.200 -2.886.600

en leges Rioolrechten 136.700 -3.965.400 -3.828.700

Gemeentelijke belastingen 351.700 -308.300 43.400

11.2.2 Acceptabele woonlasten Uitvoering wet WOZ 410.300 410.300

Onroerende zaakbelasting -10.315.000 -10.315.000

11.3 Beheersbare risico’s

11.3.1 Inventariseren en kwantificeren risico’s -

11.3.2 Treffen beheersmaatregelen -

11.3.3 Voldoende weerstandsvermogen -

3.739.324 -59.132.241 -55.392.917

Mutaties reserves

Toevoeging aan algemene reserve Storting gedeelte bespaarde rente 1.130.000 1.130.000

Toevoeging aan algemene reserve Dekking amendementen PB 2013 104.500 104.500

Onttrekking aan algemene reserve Rente Vitens ten gunste van exploit. -100.000 -100.000

Onttrekking aan algemene reserve Incidentele kosten ODRA -85.100 -85.100

Onttrekking aan algemene reserve Dekking digitaliseren docum/archieven -308.000 -308.000

Toevoeging aan bestemmingsreserve Onderhoud gebouwen 487.100 487.100

Onttrekking aan bestemmingsreserve Dekking inhuur actualisering archieven -92.000 -92.000

5.460.924 -59.717.341 -54.256.417

11 Financiën

Saldo van baten en lasten

Resultaat

Page 97: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

97

Hoofdstuk 5 De paragrafen

Page 98: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

98

Page 99: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

99

Wat staat er in de paragrafen?

De paragrafen zijn een verplicht onderdeel van de programmabegroting. Ze geven de raad een beleidsmatig

inzicht in beheersmatige zaken. De programma’s geven informatie per ‘beleidsveld’, de paragrafen geven

informatie over de gemeente in zijn geheel. De volgende paragrafen zijn opgenomen:

De paragraaf lokale heffingen

In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de gemeentelijke belastingen en heffingen en de consequenties

daarvan voor de inwoners. Ook worden hier de tarieven genoemd.

De paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing

Zoals elke organisatie wordt ook de gemeente met (financiële) risico’s geconfronteerd. Zijn die voorzienbaar

en kunnen ze in financiële zin worden berekend, dan moet de gemeente hiervoor een voorziening treffen.

Zijn risico’s moeilijk in te schatten en daardoor financieel nog niet te berekenen, dan worden ze in de para-

graaf weerstandsvermogen en risicobeheersing opgenomen. Deze paragraaf geeft ook aan welke mogelijk-

heden de gemeente heeft om eventuele risico’s op te vangen.

De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen

De gemeente Lingewaard heeft een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen in de vorm van we-

gen, openbare verlichting, riolering, groen, speelvoorzieningen, water, sportvoorzieningen, gemeentegebou-

wen en onderwijsgebouwen. In deze paragraaf wordt per onderdeel toegelicht op welke wijze het onderhoud

van de gemeentelijke kapitaalgoederen gewaarborgd is.

De paragraaf financiering

De paragraaf financiering beschrijft hoe de gemeente omgaat met de financieringsbehoefte. Voor forse uit-

gaven heeft de gemeente meestal het geld niet op de bank staan en wordt indien nodig een lening aange-

trokken (‘totaal financiering'). De over de lening te betalen rente en aflossing behoren tot de exploitatieuitga-

ven.

De paragraaf bedrijfsvoering

Deze paragraaf gaat in op allerlei interne ontwikkelingen binnen de gemeentelijke organisatie, die erop ge-

richt zijn een zo goed mogelijke dienstverlening aan de burgers te kunnen verstrekken en een zorgvuldige

besluitvorming te kunnen garanderen.

De paragraaf verbonden partijen

De gemeente werkt vaak samen met andere partijen om bepaalde doelen te bereiken. Als deze samenwer-

king in een bestuurlijke en financiële vorm wordt gegoten, spreken we van een verbonden partij. In deze

paragraaf worden alle partijen, met welke de gemeente een band heeft nader toegelicht.

De paragraaf grondbeleid

De gemeente speelt een rol in het kopen en verkopen van gronden. Hiermee kan zij invloed uitoefenen op

het gewenste gebruik van de grond. Soms lukt het niet om zelf grond uit te geven, omdat de grond bijvoor-

beeld in handen van een derde is. De gemeente zoekt dan samenwerking met marktpartijen (aannemers,

projectontwikkelaars). In deze paragraaf wordt dieper ingegaan op het grondbeleid van de gemeente.

Page 100: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

100

Page 101: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

101

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Geraamde inkomsten

Tabel A.1 Geraamde inkomsten lokale heffingen (bedragen x € 1.000)

Belasting Werkelijk

2012

Begroot

2013

Begroot

2014

OZB 10.184 10.121 10.315

Afvalstoffenheffing 3.179 2.987 3.023

Rioolheffing 3.492 3.668 3.965

Hondenbelasting 215 218 221

Toeristenbelasting 49 87 87

Totaal lokale heffingen 17.119 17.081 17.611

De lokale heffingen 2014

De onroerendezaakbelastingen (ozb) vormen de voornaamste inkomstenbron voor de gemeente. Andere

belangrijke heffingen zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Uitgangspunt van de laatste twee hef-

fingen is een kostendekkende opbrengst.

Verder worden nog geheven de hondenbelasting, de leges, de lijkbezorgingsrechten, de marktgelden, de

toeristenbelasting en de reclamebelasting.

Onroerendezaakbelastingen

De onroerendezaakbelastingen zijn de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De ozb wordt geheven van:

- de eigenaren van woningen;

- de eigenaren van niet-woningen;

- de gebruikers van niet-woningen.

De basis van de heffing is de WOZ-waarde van de onroerende zaak. Dit is de economische waarde van het

object. Deze waarde wordt jaarlijks vastgesteld. Voor het jaar 2014 wordt een nieuwe waarde bepaald naar

de toestand op de peildatum 1 januari 2013.

Tariefaanpassingen 2014

Het verschuldigde bedrag voor de ozb wordt berekend op basis van een percentage van de waarde van de

onroerende zaak. Voor het nieuw vast te stellen tariefpercentage wordt rekening gehouden met de gemaak-

te afspraken tijdens de behandeling van de Kadernota 2014. Daarbij is besloten om de ozb-tarieven voor het

jaar 2014 met alleen het prijsindexcijfer van 1,6% te verhogen. De procentuele tariefsverhoging geldt zowel

voor woningen als voor niet-woningen.

Page 102: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

102

Op basis van dit gegeven gelden de navolgende tarieven voor 2014:

woningen:

eigenarenheffing van 0,1736% naar 0,1764%

niet-woningen:

eigenarenheffing van 0,2736% naar 0,2780%

gebruikersheffing van 0,2186% naar 0,2221%

De financiële gevolgen voor de burger van deze verhoging zijn hierna weer gegeven in het overzicht van de

lokale lasten voor 2014.

Afvalstoffenheffing

Het uitgangspunt voor de tariefstelling van de afvalstoffenheffing is een 100% kostendekking. In 2013 is het

vastrecht verlaagd met € 11,00. Op basis van de huidige prognoses kan een tariefaanpassing achterwege

blijven.

Voor 2014 gelden de navolgende tarieven:

Vast bedrag € 93,00

Bedrag per lediging van:

280 liter container (140/140) € 3,30

280 liter container (140/50) € 2,90

180 liter container (90/90) € 2,50

180 liter container (90/35) € 2,25

Bij appartementen met container en

elektronische registratie, per lediging/storting € 0,80

Voor degene die geen gebruik maakt van één van de hiervoor genoemde containers en het afval op een

andere wijze aanbiedt, bijvoorbeeld via een bovengrondse verzamelcontainer, geldt een tarief gebaseerd op

een één- of meerpersoonshuishouden. Dit is in 2014:

Tarief éénpersoonshuishouden € 138,00

Tarief meerpersoonshuishouden € 165,00

Overzicht kostendekking afvalinzameling Begroting 2014

LASTEN

Afvalstoffen algemeen 98.000

Huishoudafval 1.848.000

Overige afvalstoffen 327.000

Inzameling chemisch afval 40.000

Lasten afvalstoffenheffing 137.000

Compensabele BTW 493.000

Kwijtscheldingen afvalstoffenheffing 80.000

BATEN

Baten afvalstoffenheffing - 3.023.000

Saldo - 0

Dekkingspercentage 100 %

Alle saldi voortkomend uit de baten en lasten van de afvalinzameling komen ten laste of ten gunste van de

egalisatiereserve.

Page 103: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

103

Rioolheffing

Voor de rioolheffing geldt als uitgangspunt een 100% kostendekking. Op basis van het nieuwe Gemeentelijk

Rioleringsplan (GRP) wordt het tarief verhoogd met 6,5% per aansluiting tot en met 2017. Daarnaast wordt

nog rekening gehouden met een prijsindex van 1,6%. Rekening houdend met deze wijzigingen komt het

tarief voor 2014 op € 201,60 (afgerond) per aansluiting.

Sinds het jaar 2010 wordt op basis van de “Wet gemeentelijke watertaken” de rioolheffing gezien als een

bestemmingsheffing. Op grond van deze wet heeft de gemeente naast de verantwoordelijkheid voor het

beheer van afval- en regenwater, de verantwoordelijkheid voor het verwerken van overtollig grondwater. Dit

betekent dat een nieuwe verbrede rioolheffing mogelijk is. Deze heffing mag hooguit kostendekkend zijn.

Daarnaast is de heffing begrensd: alleen de bij de wet genoemde kosten mogen worden verhaald.

Overzicht kostendekking riolering Begroting 2014

LASTEN

Vrijverval rioleringen 725.000

Rioolgemalen 620.000

Algemeen rioolbeheer 2.227.000

Lasten rioolheffing 137.000

Compensabele BTW 600.000

Kwijtscheldingen rioolheffing 88.000

BATEN

Baten rioolheffing - 3.965.000

SALDO 432.000

Dekkingspercentage 90,2%

Conform de besluitvorming op 27-06-2013 inzake het GRP komen alle saldi voortkomend uit de baten en

lasten van de rioleringszorg ten laste of ten gunste van de egalisatiereserve. Het negatieve saldo ad.

€ 432.000 wordt gedekt uit de bestemmingsreserve “Riolering en waterzuivering” (91.722.10.0000).

Hondenbelasting

Zoals in het verleden besloten, wordt elk jaar een deel van de gemeente gecontroleerd op het hondenbezit.

Elk jaar zal een nieuwe kern worden gecontroleerd.

De tariefstelling wordt verhoogd met 1,6% en komt daarmee op € 53,04 per hond voor komend jaar.

Overzicht kosten hondenbeleid Begroting 2014

LASTEN

Aanleg, beheer en reinigen hondentoiletten 113.000

Gemeentelijke uren 11.440

Bijzondere opsporingsambtenaar 43.500

Perceptiekosten 16.820

Controle hondenbelasting 10.000

Kwijtscheldingen hondenbelasting 5.500

BATEN

Opbrengst hondenbelasting - 221.000

SALDO - 20.740

Dekkingspercentage 110,4 %

Page 104: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

104

Toeristenbelasting

De heffing van de toeristenbelasting is ingevoerd per 1 januari 2006. In 2012 is het tarief met 25% gestegen

tot € 1,00 per overnachting. Bij de Toeristenbelasting wordt geen jaarlijkse indexatie van de tarieven gehan-

teerd daar dit te kleine verhogingen van met zich mee brengt. Daarom wordt om de vier jaar een tariefsaan-

passing gedaan waarin de inflatie van de voorgaande vier jaar wordt gecompenseerd.

Overzicht kosten toerisme Begroting 2014

LASTEN

Toerisme / overige subsidies 93.000

Perceptiekosten 1.680

Controle toeristenbelasting 0

BATEN

Opbrengst toeristenbelasting - 87.300

SALDO 7.380

Dekkingspercentage 92,2 %

Reclamebelasting

Bij de instelling van het ondernemersfonds is afgesproken dat dit fonds wordt gevoed door een van de on-

dernemers te heffen reclamebelasting. Deze reclamebelasting wordt alleen geheven in de dorpscentra van

Bemmel, Huissen en Gendt. Na aftrek van de perceptiekosten die de gemeente maakt wordt de netto-

opbrengst beschikbaar gesteld aan het ondernemersfonds.

Leges, Lijkbezorgingsrechten en Marktgelden

De tarieven van deze heffingen worden middels de legesverordeningen en de verordening op de heffing en

invordering van lijkbezorgingsrechten verhoogd met het percentage van de kostenstijging, zijnde 1,6%.

Lokale lastendruk

Onderstaand is een voorbeeldberekening gemaakt van de hoogte van de belastingaanslag 2014 met 2013

als vergelijking. De bedragen zijn indicatief. Een eigenaar/gebruiker, met een waarde van de woning van

€ 255.000, ontvangt een belastingaanslag van:

Soort belasting Eigenaar / gebruiker Huurder / gebruiker

2014 2013 2014 2013

OZB-eigenaar 449 442 0 0

Afvalstoffenheffing: vast bedrag 93 93 93 93

Afvalstoffenheffing: 21 ledigingen / 280 liter

container

69 69 69 69

Rioolheffing 201 186 201 186

Totaal belastingdruk in Lingewaard 812 790 363 348

Stijging van de lastendruk 2,8% 4,3%

Wet WOZ

Per 1 januari 2014 wordt het gehele woz-bestand gewaardeerd naar de waardepeildatum 1 januari 2013.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de verkoopcijfers van woningen in de gemeente Lingewaard in de periode

januari 2012 t/m december 2013. Op dit moment is nog niet bekend wat de waardeontwikkeling is in de ge-

meente Lingewaard. In het laatste kwartaal zal hierover meer duidelijkheid bestaan.

Page 105: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

105

Mogelijkheden tot vergroting inkomsten door invoering nieuwe heffingen

De overheidsfinanciën staan vanwege de voortdurende crisis onder druk. Het structureel sluiten van de be-

groting is daardoor een uitdaging van formaat geworden. Zo ook in de gemeente Lingewaard. Naast kritisch

beoordelen of beleid nog wel uitgevoerd moet worden en zo doende besparingen te realiseren zijn ook

maatregelen genomen om de inkomsten van de gemeente te vergroten. De verhoging van de opbrengsten

van de onroerende zaakbelastingen en de lijkbezorgingsrechten in het recente verleden zijn hiervan de

voornaamste voorbeelden.

De vraag is opgeworpen of er binnen het domein van de belastingen en rechten nog mogelijkheden zijn om

de inkomsten te verhogen naast de heffingen die momenteel al worden geïnd.

De gemeente Lingewaard heft momenteel de gemeentelijke belastingen die de meeste gemeenten in Neder-

land al heffen, de OZB, Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Lijkbezorgingsrechten, Leges en Hondenbelasting.

Van de kleinere belastingen is in Lingewaard ook de Toeristenbelasting ingevoerd.

Aangezien Nederland een gesloten belastingstelsel kent kunnen alleen belastingen worden geheven als dit

in een wet is geregeld. Het gevolg hiervan is dat er slechts een limitatief aantal heffingen mogelijk zijn. In het

navolgende overzicht wordt per heffing aangegeven wat de mogelijkheden zijn gegeven de Lingewaardse

situatie.

Roerendezaakbelasting

De belastingen op roerende woon-en bedrijfszaken (RZB) is ooit in Nederland ingevoerd om belastingheffing

op woonschepen en woonwagens mogelijk te maken. In Lingewaard is verleden jaar onderzocht of deze

belasting eventueel relevante opbrengsten kon genereren. Er zijn echter dermate weinig belastingobjecten in

onze gemeente waardoor de opbrengsten de perceptiekosten nauwelijks overstijgen. Het college heeft

daarom de invoering van de RZB niet voorgesteld en daar verleden jaar de raad over geïnformeerd.

Forensenbelasting

Deze belasting wordt niet geheven in Lingewaard. In gemeenten waar veel woonruimten worden aangehou-

den voor toeristisch gebruik loopt men inkomsten mis uit het gemeentefonds omdat er geen bewoners staan

ingeschreven in de GBA op deze adressen. Een maatstaf voor de hoogte van de uitkering van het Gemeen-

tefonds is het aantal inwoners. Om dit verlies aan inkomsten te compenseren kunnen gemeenten Forensen-

belasting invoeren. In de gemeente Lingewaard speelt deze problematiek van verminderde inkomsten uit het

gemeentefonds niet omdat hier bijna geen woningen worden aangehouden voor recreatief verblijf.

Invoering van deze belasting biedt geen soelaas voor het vermeerderen van de eigen inkomsten.

Baatbelasting

Deze belasting is in het verleden ingevoerd ter dekking van rioleringaanlegkosten. In specifieke gevallen kan

deze belasting worden ingezet ter dekking van aanlegkosten waar een beperkte groep van bewoners en

bedrijven voordeel bij heeft. Het is echter geen middel om structureel extra inkomsten te genereren ten bate

van de algemene middelen.

Precariobelasting

Deze heffing voor het hebben van zaken onder, op of boven openbare gemeentegrond is bij de herindeling

niet ingevoerd.

Het afgelopen decennium heeft deze belasting echter wel opgang gemaakt. Doordat overheden hun ener-

giebedrijven hebben verkocht kwamen de ondergrondse netwerken in handen van buitenlandse bedrijven.

Page 106: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.1 Lokale heffingen

Programmabegroting 2014

106

Heffing op de ondergrondse leidingen werd daardoor geen aanslag meer voor het eigen energiebedrijf. Met

het verzenden van 1 of 2 aanslagbiljetten kunnen grote sommen geld worden binnengehaald.

De energiebedrijven sluizen de precariobelasting echter rechtstreeks door aan de gebruikers waardoor uit-

eindelijk de burger en het bedrijfsleven de rekening betaald. Uiteindelijk worden de kosten weer bij burgers

en bedrijven neergelegd, een versluierd soort van lastenverzwaring door gemeentelijke belastingen.

Er zijn momenteel vergevorderde plannen om heffing op ondergrondse netwerken te verbieden.

Wetgeving om dit af te schaffen is al in vergevorderde staat.

Een andere complicerende factor is dat bij de verkoop van de energiebedrijven verschillende gemeenten

afgezien hebben van de mogelijkheid om Precario te gaan heffen van de kabels en leidingen.

Heffing van borden, terrassen, vlaggenmasten en andere kleinere elementen op straat is mogelijk maar ar-

beidsintensief. De gemeente heeft momenteel geen gemeentelijke belastinginspecteurs die buitencontroles

uitvoeren. Er zal voor de invoering van deze belasting tenminste jaarlijkse inspecties moeten worden uitge-

voerd met de daarbij behorende perceptiekosten.

Invoering van deze belasting is vanuit het oogpunt van kosten en het afschaffen van precario op leidingen en

kabels niet logisch.

Parkeerbelastingen

In Lingewaard worden geen parkeerbelastingen geheven.

De parkeerbelasting is een regulerende heffing. In het kort is het doel doorstroming van parkerend publiek te

krijgen waardoor de winkels beter bereikbaar worden. Het genereren van opbrengst is dus niet het primaire

doel. De opbrengst van de heffing is wel een algemeen dekkingsmiddel. In de meeste gemeenten wordt de

opbrengst wel aangewend om parkeervoorzieningen te realiseren en te beheren. De administratiekosten die

in rekening wordt gebracht bij naheffingsaanslagen (zeg maar de parkeerbon) en veel hoger is dan het be-

lastingbedrag (nu maximaal € 54,00) mogen alleen gebruikt worden om de controlekosten te dekken. Gezien

het karakter van de gemeente ligt het invoeren van een parkeerbelasting niet voor de hand daar parkeerre-

gulering middels betalen op straat en garages niet aan de orde is.

Samenvatting

De gemeente Lingewaard maakt op dit moment al optimaal gebruik van het haar ter beschikking staande

belastinginstrumentarium. Niet alle belastingen worden geheven in Lingewaard omdat dit geen relevante

opbrengsten met zich meebrengt of vanwege de hoge perceptiekosten.

Page 107: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

107

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. Inleiding

Doelstelling van de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing is inzicht en informatie te verschaf-

fen over het weerstandsvermogen in de gemeente Lingewaard.

In deze paragraaf zullen de volgende onderwerpen worden behandeld:

§ 2 een korte samenvatting van de beleidsuitgangspunten;

§ 3 het weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s);

§ 4 een berekening van de weerstandscapaciteit (inclusief het buffervermogen);

§ 5 een beoordeling of de weerstandscapaciteit voldoende is voor opvang van de actuele risico’s;

§ 6 een overzicht van de belangrijkste risico’s;

2. Beleid

In 2013 is een nieuwe nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen opgesteld. Aangezien het echter

aan de middelen ontbrak om deze nota te implementeren, is de nota nog niet voorgelegd aan de raad ter

vaststelling. De keuzes die er gemaakt zijn ten aanzien van de inzet van het budget voor de formatie dat ter

beschikking is gesteld door de raad bij de Kadernota 2014 geeft de ruimte om in 2014 dit onderwerp weer op

te pakken.

Vooralsnog gaan we in deze paragraaf uit van de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen ge-

meente Lingewaard” die op 17 april 2008 is vastgesteld. De belangrijkste beleidsuitgangspunten die zijn

vastgelegd in de nota zijn:

Het beleid wordt vastgelegd in de nota en is leidend voor de paragrafen. De beoordeling van de weer-

standscapaciteit en een eventuele bijstelling van de buffer gebeurt jaarlijks in de paragraaf weerstands-

vermogen en risicobeheersing van de programmabegroting.

De benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s) wordt berekend volgens een normatief

model.

Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt tussen weerstandscapaciteit in

exploitatie (structureel) en weerstandscapaciteit in vermogen (incidenteel).

Uitgaand van een gezond financieel beleid dienen enkele risico’s, zoals tekorten op een jaarrekening,

ineens gedekt te kunnen worden door inzet van de direct inzetbare buffer. De overige risico’s dienen

gedekt te kunnen worden door de structurele weerstandscapaciteit en het restant van de incidentele

weerstandscapaciteit (exclusief het gedeelte van de buffer voor direct te dekken risico’s).

De buffer dient voldoende te zijn om een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst, de mogelijke

tekorten op de grondexploitaties en een mogelijke afwaardering/correctie van balanscijfers te dekken.

Page 108: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

108

3. Weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s)

Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente Lingewaard om niet-

structurele financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten”.

Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de risico’s,

waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten, zoals schematisch weergege-

ven.

WEERSTANDSVERMOGEN

benodigde weerstandscapaciteit beschikbare weerstandscapaciteit (risico’s) (middelen)

3.1 Benodigde weerstandscapaciteit (de hoogte van de risico’s)

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risico-inventarisatie. De hoogte van de

benodigde weerstandscapaciteit is de som van alle in geldswaarde uitgedrukte risico’s. Voor het berekenen

van de weerstandscapaciteit wordt een normatief model gehanteerd, waarbij wij uitgaan van vier groepen

risico’s. De achterliggende veronderstelling is dat alle risico’s die zich in de praktijk kunnen voordoen in één

van deze categorieën vallen.

Het betreft:

1. uitgaven gewone dienst;

2. inkomsten gewone dienst;

3. grondexploitatie;

4. balans.

Voor elke groep bepalen wij vervolgens een genormeerde (deel-)weerstandscapaciteit en opgeteld, levert dit

de totale weerstandscapaciteit op die de gemeente zou moeten aanhouden.

3.2 Beschikbare weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen die de gemeente vrij kan maken om niet begrote substantiële

onverwachte kosten af te dekken zonder dat dit ten koste gaat van het reeds vastgestelde beleid.

De weerstandscapaciteit in Lingewaard is een optelsom van:

De onbenutte belastingcapaciteit (S)

Het buffervermogen (I)

De stille reserves (I)

Vrij beschikbare deel van de algemene reserve (I)

Onvoorzien (S)

We onderscheiden hier:

Structurele weerstandscapaciteit (S) → de jaarlijkse ruimte in de begroting

Incidentele weerstandscapaciteit (I) → de reserves en het buffervermogen

4. Berekening weerstandscapaciteit

Achtereenvolgens zal worden berekend de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s) en de beschikbare

weerstandscapaciteit (inclusief de onbenutte belastingcapaciteit).

Page 109: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

109

4.1 Benodigde weerstandscapaciteit berekening

Conform het normatieve model is de hoogte van de in geldswaarde uitgedrukte risico’s:

1. (deel)weerstandscapaciteit uitgaven gewone dienst € 8.894.500 1

2. (deel)weerstandscapaciteit inkomsten gewone dienst € 3.720.700 2

3. (deel)weerstandscapaciteit grondexploitatie € 6.843.900 3

4. (deel)weerstandscapaciteit balans € 1.757.000 4

Totaal benodigde weerstandscapaciteit €21.216.100

4.2 Beschikbare weerstandscapaciteit berekening

Op basis van bestaand beleid is de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt:

Weerstandscapaciteit in exploitatie (structureel)

Onbenutte belastingcapaciteit

OZB*

Rioolrechten

Afvalstoffenheffing

Leges en andere heffingen

Totaal onbenutte belastingcapaciteit

Onvoorzien

Totaal weerstandscapaciteit exploitatie

€ 4.848.000

0

0

0

€ 4.848.000

€ 0

€ 4.848.000

Weerstandscapaciteit in vermogen (incidenteel)

Vrij beschikbare deel algemene reserve inclusief buffer**

Stille reserves 6

Totaal weerstandscapaciteit vermogen

€ 7.984.600

€ 5.545.000

€13.529.600

* Berekening van de onbenutte belastingcapaciteit van de OZB:

Bij de berekening van de capaciteit wordt de gemeente Lingewaard vergeleken met de gemeente met de hoogste ge-

meentelijke woonlasten (meerpersoonshuishouden uit COELO Atlas 2013):

Hoogste gemeentelijke woonlasten 2012 € 1.149

Gemeentelijke woonlasten Lingewaard 2013 € 784 (gemiddelde is € 697)

Dit betekent dat de woonlasten van de gemeente met de hoogste lasten 46 % hoger liggen dan de woonlasten van de

gemeente Lingewaard. De onbenutte belastingcapaciteit is 47 % van de raming opbrengst OZB 2014 ad € 10.315.000

= € 4.848.000.

** Zie het overzicht Verloop Algemene Reserve in hoofdstuk 6 (§ 6.6 Toelichting reserves en voorzienin-

gen).

1 10% van de totale lasten productenraming 2014

2 10% van de algemene uitkering productenraming 2014

3 10% van de totale boekwaarde “Voorraad Bouwgronden” per 31-12-2012 (Voorraad € 19.663.800 -/- negatieve Boekwaarde glastuin-

bouw Huissen Angeren € 5.186.600 -/- voorziening verliesgevende projecten € 6.411.800 = € 18.438.600 x 10% +/+ benodigde weer-

standscapaciteit Bergerden € 5.000.000. 4 1% van het balanstotaal per 31-12-2012

6 Betreft het verschil per 1-1-2013 tussen de boekwaarde en de WOZ waarde van de panden in gemeentelijk bezit, die wij zouden

kunnen verkopen.

Page 110: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

110

5. Beoordeling weerstandscapaciteit

Op basis van bestaand beleid bedraagt de structurele weerstandscapaciteit € 4.848.000 en de incidentele

weerstandscapaciteit € 13.529.600. Van dit incidentele deel is alleen de buffer direct inzetbaar.

Conform de nota ‘Risicomanagement en weerstandsvermogen dient de buffer voldoende te zijn om:

1. Een tekort van 1% van de uitgaven gewone dienst te dekken € 889.500

2. De mogelijke tekorten op grondexploitaties te dekken € 6.843.900

3. Een mogelijke afwaardering/correctie van balanscijfers te dekken € 1.757.000

€ 9.490.400

De buffer van € 7.984.600 is dus onvoldoende om de risico’s direct te dekken. Wenselijk is het om de buffer

minimaal te verhogen naar € 10.000.000. Zodra er financiële ruimte is, zal voorgesteld worden deze ruimte

te gebruiken ter dekking van de exploitatielasten, zodat het beklemde deel van de Algemene Reserve daalt

en dus de buffer stijgt.

Van de benodigde weerstandscapaciteit van € 21.216.100 kunnen de risico’s tot € 7.984.600 direct worden

gedekt door de buffer. Voor het restant van € 13.231.500 resteert een dekking van € 4.848.000 structureel

en € 5.545.000 incidenteel. Dit is ruim voldoende.2

Dus, alhoewel er niet wordt voldaan aan de eis uit de nota om € 9.490.400 direct te kunnen dekken, is de

beschikbare weerstandscapaciteit in totaal wel voldoende om de risico’s te dekken.

6. Risicoinventarisatie

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Naam risico Wet Werk en Bijstand - Groei klantenbestand

Toelichting Vanaf juni 2013 is een gestage groei van het aantal mensen in de bijstand te zien. Door

de berichten over de aanhoudende recessie en daarmee gepaard gaande krimp van

banen zal deze groei zich voortzetten. Er is geen reële inschatting te geven tot welk

bestandsvolume dit zal leiden. In de raming gaan we uit van een groei van het klanten-

bestand met 10%. Er is een kans dat dit niet toereikend is.

Kans 25 %

Frequentie 1 keer vanaf 2014

Bedrag € 580.000 (€ 14.500 x 40 uitkeringen)

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Naam risico Bijstelling budget WMO in gemeentefonds

Toelichting Voor de hulp bij het huishouden moet er zowel voor 2014 als 2015 met een risico reke-

ning gehouden worden:

Omdat er voor 2014 geen wijzigingen doorgevoerd worden is het kabinet voorne-

mens de ingeboekte besparing van 89 miljoen in rekening te brengen bij de gemeen-

ten (€ 250.000 voor Lingewaard);

Besparing doorgevoerd in verband met herbestemmen hulpmiddelen (scootmobie-

len) 50 miljoen naar rato uit gemeentefonds (€ 140.563 voor Lingewaard));

40% korting op budget per 1-1-2015 (€ 1.450.000 voor Lingewaard).

2 Een tegenvaller van € 10.000.000 kan bij afschrijving in 10 jaar en rente 5% gedekt worden door een jaarlast van € 1.500.000.

Page 111: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

111

Kans 40 %

Frequentie 1 keer vanaf invoering

Bedrag € 1.840.000

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Naam risico Participatiewet

Toelichting Het Kabinet en de sociale partners hebben in april 2013 een zgn. Sociaal Akkoord gesloten,

dat de komende tijd nog nader zal worden uitgewerkt. Een en ander heeft gevolgen voor de

(in-) richting en uitvoering van de sociale zekerheid en de samenwerking op de (onderkant

van de) arbeidsmarkt. Er komt een nieuwe Participatiewet die op 1 januari 2015 ingaat.

De invoering van de nieuwe Participatiewet is daarmee van grote betekenis voor gemeen-

ten, SW bedrijf en het UWV.

De doelgroep WWB wordt hiermee verruimd en gemeenten krijgen er nieuwe taken bij. Dit

dwingt gemeenten tot het maken van strategische keuzes en tot herstructurering van de

bestaande uitvoeringsstructuur waaronder het SW-bedrijf. Wie ondersteunt straks welke

doelgroepen? Hoe ziet die dienstverlening eruit? Welk budget is er (nog) beschikbaar? Wat

doen we lokaal en wat pakken we regionaal op? Wat is de toekomst van de nu bestaande

uitvoeringsstructuur?

Tegelijkertijd wordt er stevig bezuinigd op met name re-integratiemiddelen, terwijl bestaande

verplichtingen zoals het CAO WSW als uitgave zwaar drukt op het Participatiebudget. Ge-

meenten moeten daardoor een complexe taak met minder middelen uitvoeren.

Doordat er minder middelen beschikbaar zijn, is de rol en betrokkenheid van werkgevers

des te belangrijker. Zij zijn onmisbaar in de uitvoering van de Participatiewet en het succes-

vol maken van het instrument loondispensatie. Met dit instrument wil het kabinet zoveel

mogelijk mensen met arbeidsvermogen bij een gewone werkgever aan de slag laten gaan.

Het Kabinet komt nog voor de zomer met een hoofdlijnennotitie waarin de gevolgen van het

Sociaal Akkoord worden beschreven. Een ontwerp voor de nieuwe Participatiewet zal in

november 2013 naar de Tweede Kamer worden gezonden en in januari 2014 naar de Eer-

ste Kamer.

Over de inhoud van de nieuwe Participatiewet is nu onder meer het volgende bekend.

De doelstelling van de nieuwe Participatiewet blijft hetzelfde: zo veel mogelijk mensen

volwaardig mee laten doen in de samenleving, het liefst via een reguliere baan, maar als

dat (nog) niet mogelijk is door op andere manieren te participeren.

Er komen 35 regionale Werkbedrijven. Deze vormen straks de schakel tussen de werk-

gevers en mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Het

Werkbedrijf is niet een fusie van de bestaande werkbedrijven of SW-bedrijven.

Vanaf 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk in de Wsw in te stromen. Wie nu al in de

Wsw werkt, houdt zijn wettelijke rechten en plichten. Ook blijft het voor gemeenten mo-

gelijk begeleid werken voor deze mensen te organiseren.

Er wordt beschut werk georganiseerd voor mensen die door een lichamelijke, verstan-

delijke en/of psychische beperking ondersteuning nodig hebben. Deze groep komt in

dienst van het Werkbedrijf en daarmee bij de gemeente. Ook is het – met extra aanpas-

singen en begeleiding – mogelijk beschut werk bij een reguliere werkgever te organise-

ren. Het kabinet gaat er in de berekeningen van uit dat er 30.000 beschut-werkplekken

beschikbaar moeten komen. Er wordt op de SW een efficiencykorting toegepast gespreid over 6 jaar. Uit de meest

recente informatie blijkt dat per 1-1-2015 de subsidie per werkplek zal dalen met ca. €

500 per jaar. Vanaf 2019 zal dat bedrag per werkplek zijn gedaald naar € 22.700 struc-

Page 112: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

112

tureel. In 2016 zal er sprake zijn van € 25.000 per werkplek.

WSW Doordat WSW-ers een cao-loon hebben en dit loon gemiddeld € 27.000 kost per jaar,

ontstaat op termijn een gat tussen het cao-loon en het bedrag dat de gemeente ontvangt

van het Rijk per WSW-er (nu € 25.000 en over 6 jaar nog € 22.000). Het gat dat door de

gemeente zal moeten worden gedicht is dan € 27.000 - € 22.000 = € 5.000 per jaar vanaf

2020. Zolang WSW-ers niet op een minimumloon niveau zitten is dit een financieel risico,

nog los van de eventueel op grond van cao opgenomen loonindexering voor de komende

jaren voor WSW-ers

Onderstaande tabel laat per jaarschijf zien wat het financiële risico is:

Per SW plek/per jaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Van het rijk te ontvangen 5.775.000 5.775.000 5.775.000 5.659.500 5.544.000 5.428.500 5.243.700

Door gemeente te betalen aan SW bedrijf 6.237.000 6.237.000 6.237.000 6.237.000 6.237.000 6.237.000 6.237.000

Door gemeente zelf te financieren -462.000 -462.000 -462.000 -577.500 -693.000 -808.500 -993.300

Obv aantal WSW-ers 2012: 231

231 Het totaal door de gemeente zelf te financieren be-drag 4.458.300

(totaal van de jaren 2014 t/m 2020)

Berekening op basis van de brief van staatssecretaris Klijnsma van 21 december 2012 over de contouren van de Participatiewet.

Met ingang van 1 januari 2015 zal de SW gesloten zijn voor nieuwe werknemers en zal de

Wajong nog slechts toegankelijk zijn voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikte jonge-

ren. Dit zal een toestroom veroorzaken naar de WWB. Voor de gemiddelde instroom heb-

ben we ons gebaseerd op de instroom van 2012.

De extra instroom WWB zal per 1 januari 2015 toenemen:

Verwachtte extra instroom 10 personen x € 14.200 (gemiddelde kosten per jaar WWB uitke-

ring o.b.v. beschikking voorlopige vaststelling budget BUIG van 28 september 2012) = to-

taal € 142.000 per jaar. Als we deze eenmalige instroom in 2015 doortrekken naar 2019 dan

zal er sprake zijn van extra te verstrekken uitkeringen ten bedrage van € 852.000. Deze

doelgroep is ook nog eens moeilijker bemiddelbaar.

Als er vanaf 2015 t/m 2020 jaarlijks 10 personen instromen, die een uitkering blijven behou-

den, worden de extra uitkeringskosten € 142.000 x 10 personen x (1+2+3+4+5+6) jaar =

€ 2.982.000. Overigens is dit scenario onwaarschijnlijk omdat de Participatiewet beoogt dat

gemeenten erin slagen deze “nieuwe” doelgroep met inzet van diverse instrumenten (loon-

dispensatie, mogelijk loonkostensubsidie) te plaatsen bij gewone werkgevers.

Kans 40% afhankelijk van besluitvorming rondom Participatiewet

Frequentie 1 x vanaf invoering

Bedrag € 4.458.300 WSW risico, € 852.000 respectievelijk € 2.982.000 WWB risico voor de periode

t/m 2020

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Naam risico Decentralisatie AWBZ BG, ZZP 1 t/m 4 en Persoonlijke Verzorging

Toelichting Bij het sluiten van het regeer akkoord in december 2012 is er een korting gepland op

het budget AWBZ BG, ZZP 1 t/4 en Persoonlijke verzorging in totaal 25%.

Hervorming Langdurige zorg

In de brief van staatssecretaris Van Rijn (VWS) ‘Hervorming Langdurige Zorg’ ver-

Page 113: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

113

zacht het kabinet deze aangekondigde bezuiniging in de langdurige zorg, maar er

blijven toch zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. Voor de AWBZ

geldt:

- 25% minder voor persoonlijke verzorging, en

- 15% minder voor begeleiding.

Dit betekent dat er hoe dan ook keuzes moeten worden gemaakt om zorg en onder-

steuning terecht te laten komen bij mensen die daarop zijn aangewezen. Die keuzes

maakt het kabinet nog onvoldoende.

Reeds in gang gezette veranderingen in de AWBZ per 2013

Met ingang van 2013 zijn er al wijzigingen doorgevoerd in de AWBZ. Een greep hier-

uit:

- verlaging van de vergoeding voor vervoer,

- ophogingen van de eigen bijdragen wonen en zorg met verblijf in een instelling

voor mensen van 18 jaar en ouder,

- geen AWBZ-indicatie en geen pgb voor begeleiding bij een indicatie van minder

dan 10 per week,

- Mensen die in 2012 nog in aanmerking zouden zijn gekomen voor een licht

zorgzwaartepakket en een indicatie voor zorg in een instelling (intramuraal), krij-

gen in 2013 een indicatie voor zorg thuis.

- De pgb-tarieven blijven in 2013 even hoog als in 2012. Ze worden dus niet ge-

corrigeerd met inflatie. Het budget voor cliënten met een indicatie voor verblijf

(‘ZZP-indicatie’) wordt lager.

Mensen die financieel krap zitten zouden door bovenstaande veranderingen in de

AWBZ een beroep kunnen doen op de gemeente en de Wmo.

Planning wetswijziging Wmo nieuwe stijl

Er is nog veel onduidelijkheid over de taak die gemeenten ten aanzien van dit dossier

krijgen. Bijna dagelijks zijn er veranderingen naar aanleiding van de plannen van het

kabinet in de langdurige zorg en wat de taak is die zij de gemeenten geeft met het

bijbehorende wettelijk kader. Zoals het er nu naar uitziet is het traject om de wet aan

te passen pas medio 2014 rond. Hierdoor blijft voor gemeenten een half jaar voorbe-

reidingstijd over. De VNG spoort het Rijk aan de behandeling van de wet door Twee-

de en Eerste Kamer sneller te laten verlopen. Gemeenten willen geen uitstel van

invoering, maar ze moeten wel bij hun besluitvorming en bij de gesprekken met cliën-

ten zorgvuldigheid kunnen betrachten.

Kans 40 %

Frequentie 1 keer per jaar

Bedrag € 200.000

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Naam risico Risico’s suboptimaal functionerende organisatie, planproces

Onder het risico op een suboptimaal functionerend planproces, kunnen verschillende oorzaken ten grond-

slag liggen, bijvoorbeeld: inefficiënte inzet middelen, suboptimale afstemming te vervaardigen producten,

te laag ingeschatte budgetten

Toelichting De kans dat dit optreedt wordt als reëel ingeschat. Als gevolg van de huidige econo-

mische situatie is de kans op overschrijding van de budgetten voor de plankosten

toegenomen (plannen worden herontwikkeld naar aanleiding van de gewijzigde

Page 114: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

114

marktvraag, daarnaast komen er meer initiatieven, afwijkend van de reguliere plan-

nen, die ambtelijk beoordeeld moeten worden).

Beheersmaatregel De grondexploitaties worden twee keer per jaar geactualiseerd. Bij de laatste actuali-

satie van de grondexploitaties ten behoeve van de begroting 2014 zijn de budgetten

voor de plankosten nader tegen het licht gehouden en indien noodzakelijk bijgesteld.

Kans 50 %

Frequentie 1 keer per 2 jaar

Bedrag € 200.000 (overschrijding 10% van het totale budget plankosten van alle projecten)

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Naam risico Civieltechnische ontwerprisico’s, grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken

Onder civieltechnische ontwerprisico’s worden negatieve invloeden op het project verstaan ten gevolge

van onjuiste c.q. te optimistische aannames ten aanzien van de voor het project uit te voeren grondwerken

en het bouw- en woonrijp maken

Toelichting

Beheersmaatregel 1. Het bedrijventerrein Agropark is bijna volledig bouw- en bedrijfsrijp gemaakt.

Bij dit bedrijventerrein is dit risico gering.

2. Het bedrijventerrein Pannenhuis II is volledig bouwrijp gemaakt.

De raming voor het bedrijfsrijp maken zal eind 2013 tegen het licht worden ge-

houden. In de grondexploitatie Pannenhuis II is rekening gehouden met 10% on-

voorzien over het bedrijfsrijp maken.

3. Het bedrijventerrein Houtakker II moet nog bouw- en bedrijfsrijp gemaakt worden.

De ramingen voor het bedrijventerrein Houtakker II zijn in september 2012 geac-

tualiseerd. In de grondexploitaties Houtakker II is rekening gehouden met 10%

onvoorzien over de kosten grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken.

Kans 30 %

Frequentie 1 keer per 10 jaar

Bedrag € 650.000 (10% van het totale budget voor grondwerk, bouw- en bedrijfsrijp maken van alle projecten)

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Naam risico Programmatische risico’s, afzetrisico’s

Onder programmatische risico’s worden negatieve invloeden op het project ten gevolge van onjuiste aan-

names ten aanzien van het te realiseren programma verstaan

Toelichting Er is sprake van een overaanbod van bedrijfskavels in de regio. Indien er besloten

wordt om in het glastuinbouwgebied Bergerden ook Agro-business toe te laten zorgt

dit voor concurrentie met het bedrijventerrein Agropark.

Beheersmaatregel In september 2011 zijn voor de bedrijventerreinen Agropark en Pannenhuis II de

volgende scenario’s doorgerekend:

1. verlenging looptijd GREX met 5 jaar met een aanpassing van het uitgiftetempo

2. verlenging looptijd GREX met 5 jaar en de eerste 5 jaar geen verkoop

Uit deze doorrekening is gebleken dat de geprognosticeerde resultaten op eindwaar-

de voor deze scenario’s voor deze bedrijventerreinen niet verliesgevend zijn.

In januari 2012 zijn er voor de bedrijventerreinen Agropark, Houtakker II en Pannen-

huis de volgende scenario’s doorgerekend:

1. 5% korting op de grondprijs

2. 10% korting op de grondprijs

3. 15% korting op de grondprijs

Uit deze doorrekening is gebleken dat het geprognosticeerd resultaat op eindwaarde

Page 115: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

115

voor het bedrijventerrein Agropark voor deze scenario’s niet verliesgevend zijn. Voor

het bedrijventerrein Pannenhuis II is alleen het laatste scenario verliesgevend

(€ 40.000). Voor het bedrijventerrein Houtakker II zijn alle scenario’s verliesgevend.

Bij de actualisatie van de grondexploitatie Houtakker II ten behoeve van de jaarreke-

ning 2012 is de looptijd met 4 jaar verlengd. De uitgifteplanning is naar beneden bij-

gesteld. Voor het geprognosticeerd negatieve resultaat op eindwaarde is een verlies-

voorziening getroffen.

In maart 2013 heeft de STEC groep de opdracht gekregen onderzoek te doen naar

de ontwikkelingsstrategie voor de bedrijventerreinen Pannenhuis II, Agropark II

en Houtakker II. Inmiddels is de eindrapportage van dit onderzoek gereed. Het rap-

port zal ter besluitvorming worden voorgelegd.

Kans 20 % (het risico wordt als gering ingeschat, daar de gevolgen reeds in de ten behoeve van de jaarreke-

ning 2012 geactualiseerde grondexploitaties zijn verdisconteerd).

Frequentie 1 keer per 5 jaar

Bedrag € 3.500.000 (10% van de te realiseren opbrengsten van alle projecten)

Programma 4 Bedrijvigheid

Naam risico Macro-economisch risico’s, laagconjunctuur (recessie)

Onder het risico op laagconjunctuur worden negatieve invloeden van een ongunstig economisch klimaat

(recessie) op het project verstaan

Toelichting Er is sprake van een aanhoudend slechte economische situatie en als gevolg daar-

van een stagnerende grondverkoop bij Bergerden.

Op basis van macro-economische gegevens kan wel verondersteld worden dat de

huidige economische recessie binnen de looptijden van de grondexploitaties zal ein-

digen.

Beheersmaatregel 1. De looptijd van de grondexploitatie van Bergerden is verlengd met 5 jaar tot 2023.

2. Voor de komende jaren (tot en met 2014) is er geen opbrengstenstijging in de

grondexploitaties opgenomen. Vanaf 2015 is hij resp. 1%, 1,5%, 2%, 2% etc.

3. Het volloopscenario is vertraagd van ‘2013 t/m 2018’ naar van ‘2015 t/m 2023’.

4. Ingezet wordt op ombestemming van 7 ha naar agrobusinessbestemming met

verkoop van de betreffende kavels vanaf 2018.

Kans N.v.t.: voor Bergerden is een aparte risicosimulatie gemaakt.

Frequentie N.v.t.: voor Bergerden is een aparte risicosimulatie gemaakt.

Bedrag Om de risico's van GR Bergerden in kaart te brengen is in samenwerking met de

projectdirectie Bergerden, de gemeente Lingewaard en de gemeente Nijmegen een

risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van een risi-

co-inventarisatie waarbij gebruik is gemaakt van een softwareprogramma waarmee

risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventa-

risatie volgt dat geactualiseerde grondexploitatie een risicoprofiel kent van ca. € 10

miljoen en dus een beschikbare weerstandscapaciteit nodig heeft van € 10 miljoen

(oftewel per gemeente € 5 miljoen). Beide deelnemende gemeenten hebben in hun

weerstandscapaciteit rekening gehouden met € 5 miljoen weerstandscapaciteit voor

Bergerden. (zie § 4.1 Benodigde weerstandscapaciteit berekening / noot 3)

Page 116: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

116

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Naam risico Planologische risico’s

Onder planologische risico’s worden negatieve invloeden op het project verstaan die voortko-

men uit te voeren juridisch-planologische procedures

a. Vertraging bestemmingsplan

Het definitieve bestemmingsplan of het projectafwijkingsbesluit dat de ontwikkeling mogelijk

moet maken is nog in ontwikkeling. Hierdoor ontstaat er een risico van zienswijzen c.q. be-

zwaarprocedures van belanghebbenden, die tot vertraging kunnen leiden.

b. Planologische risico’s, onvoldoende flexibiliteit

Het op te stellen bestemmingsplan biedt mogelijk niet voldoende flexibiliteit. Hierdoor bestaat

de kans dat er een nieuw plan opgesteld dient te worden.

Toelichting De bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen zijn onherroepelijk.

Bovengenoemde risico’s, zoals genoemd onder a zijn niet aanwezig.

Het risico, zoals genoemd onder b is wel aanwezig.

Beheersmaatregel

Kans 10 % voor a.(het risico wordt gering ingeschat dat binnen de looptijd van het project de ingezette ont-

wikkelingen niet meer mogelijk worden gemaakt)

30 % voor b.

Frequentie 1 keer per 10 jaar (om de 10 jaar moet er een nieuw bestemmingsplan worden vastgesteld)

Bedrag € 3.500.000 (10% van de te realiseren opbrengsten van alle projecten)

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Naam risico Aanbestedingsrisico’s

Mogelijk wordt een nadelig aanbestedingsresultaat behaald, waardoor de in exploitatie genomen budget-

ten ontoereikend zijn.

Toelichting Dit risico is voor de bedrijventerreinen Pannenhuis II en Houtakker II aanwezig.

Beheersmaatregel

Kans 40 %

Frequentie 1 keer per 5 jaar

Bedrag € 650.000 (10% van het budget voor GW, BRM en WRM van alle projecten)

Programma 7 Wonen (woningbouw)

Naam risico Macro-economisch risico’s, laagconjunctuur (recessie)

Onder het risico op laagconjunctuur worden negatieve invloeden van een ongunstig economisch klimaat

(recessie) op het project verstaan

Toelichting Door de huidige economische situatie zit de woningbouwmarkt op slot.

Beheersmaatregel Voor woningbouwprojecten wordt in het algemeen een faciliterend grondbeleid ge-

voerd. Het macro-economisch risico voor deze projecten ligt bij de ontwikkelaars.

Er zijn vijf locaties voor herontwikkeling waar de gemeente een actief grondbeleid

voert. Dit zijn de volgende locaties:

Markt 20-24 te Gendt

Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel

Maliebaan-Roode Wald te Angeren

Fitness Centrum te Huissen

Bloemstraat fase 1, locatie voormalig kruisgebouw te Huissen

Voor de projecten Markt 20-24 te Gendt en Fitness Centrum/Rietbaan Zuid te Huis-

Page 117: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

117

sen zijn koopovereenkomsten gesloten.

Voor het project Maliebaan-Roode Wald te Angeren zijn de kavels juridisch bouwrijp

gemaakt. In de grondexploitatie is het technisch bouwrijp maken van de kavels en is

de verkoop van de bouwkavels niet opgenomen. Pas als alle vrije bouwkavels ver-

kocht zijn, zullen de kavels technisch bouwrijp gemaakt worden. Indien de 3 vrije

bouwkavels in verband met de huidige economische situatie niet verkocht worden

heeft dit geen gevolgen voor de grondexploitatie. Indien de kavels verkocht worden

heeft dit positieve gevolgen voor de grondexploitatie.

Voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden en Bloemstraat fase 1, locatie voormalig

kruisgebouw Huissen ligt het macro-economisch risico bij de gemeente.

Om de rentelast zoveel mogelijk te beperken is de boekwaarde van het project

Dorpsstraat-Oostervelden deels afgeboekt.

Kans 10 % (het risico wordt als gering ingeschat, omdat de omstandigheden van de huidige economische

situatie en gevolgen daarvan reeds in de ten behoeve van de jaarrekening 2012 geactualiseerde grondex-

ploitaties zijn verdisconteerd)

Frequentie 1 keer per 10- 15 jaar

Bedrag € 60.000 (normaliter 10% van de te realiseren opbrengsten, echter gelet op het feit dat er nog geen

keuze voor het woningbouwprogramma voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel en Bloem-

straat fase 1 voormalig kruisgebouw Huissen is gemaakt, is hier 10% van de boekwaarde genomen)

Programma 7 Wonen (woningbouw)

Naam risico Risico’s suboptimaal functionerende organisatie, planproces

Onder het risico op een suboptimaal functionerend planproces, kunnen verschillende oorzaken ten grond-

slag liggen, bijvoorbeeld: inefficiënte inzet middelen, suboptimale afstemming te vervaardigen producten,

te laag ingeschatte budgetten

Toelichting De kans dat dit optreedt wordt als reëel ingeschat. Als gevolg van de huidige econo-

mische situatie is de kans op overschrijding toegenomen (plannen worden herontwik-

keld naar aanleiding van de gewijzigde marktvraag, daarnaast komen er meer initia-

tieven, afwijkend van de reguliere plannen, die ambtelijk beoordeeld moeten worden).

Beheersmaatregel De grondexploitaties worden twee keer per jaar geactualiseerd. Bij de actualisatie

wordt het budget voor de plankosten nader tegen het licht gehouden en indien nood-

zakelijk bijgesteld.

Kans 50 %

Frequentie 1 keer per 2 jaar

Bedrag € 300.000 (overschrijding van het budget plankosten 10% van alle projecten)

Programma 7 Wonen (woningbouw)

Naam risico Programmatische risico’s, afzetrisico’s

Onder programmatische risico’s worden negatieve invloeden op het project ten gevolge van onjuiste aan-

names ten aanzien van het te realiseren programma verstaan

Toelichting Voor de huidige economische situatie was er sprake van een overaanbod voor wo-

ningbouw. Door de huidige economische recessie is dit beeld versterkt.

Voor woningbouwprojecten wordt in het algemeen een faciliterend grondbeleid ge-

voerd. Het macro-economisch risico voor deze projecten (die in exploitatie zijn) ligt bij

de ontwikkelaars. Voor de projecten waar een actief grondbeleid wordt gevoerd ligt

dit bij de gemeente.

Beheersmaatregel In 2011 is ervoor gekozen om de projecten Driegaarden te Huissen en Vleumingen

Page 118: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

118

West te Gendt in de planning naar achter te schuiven.

In november 2011 heeft de STEC groep B.V. het rapport marktverkenningen Linge-

waard 2011 – 2019 opgesteld. Naar aanleiding van dit rapport zijn de gronden gele-

gen in de plangebieden Lange Oosterwijk te Doornenburg en de Bongerd te Gendt

afgeboekt en zijn deze projecten bij de jaarrekening 2011 afgesloten.

In 2013 zal in samenwerking met de Stadsregio en het Rijk nadere afstemming

plaatsvinden over de woningbouw in het middengebied (tussen Arnhem en Nijmegen,

Overbetuwe en Lingewaard). Hieraan zullen verschillende onderzoeken ten grond-

slag liggen.

Kans 50 %

Frequentie 1 keer per 10 jaar

Bedrag € 70.000 (normaliter 10% van de te realiseren opbrengsten, echter gelet op het feit dat er nog geen

keuze voor het woningbouwprogramma voor de projecten Dorpsstraat-Oostervelden te Bemmel en Bloem-

straat fase 1 voormalig kruisgebouw Huissen is gemaakt, is hier 10% van de boekwaarde genomen)

Programma 7 Wonen (woningbouw)

Naam risico Archeologische vondsten

Toelichting Voor alle projecten die in exploitatie zijn en waar aan de hand van de archeologische

verwachtingskaart gebleken is dat er sprake is van een hoge archeologische ver-

wachting is er archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Beheersmaatregel De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van ar-

cheologische vondsten. Voor de projecten waar een faciliterend grondbeleid wordt

gevoerd ligt dit risico op basis van de gesloten grondexploitatieovereenkomst bij de

ontwikkelaars.

Kans 20 %

Frequentie 1 keer per 5 jaar

Bedrag € 50.000

Programma 7 Wonen (woningbouw)

Naam risico Bodemverontreiniging

Mogelijk is er in een plangebied sprake van bodemverontreiniging, waardoor bodemsanering noodzakelijk

is.

Toelichting

Beheersmaatregel Voor alle projecten die in exploitatie zijn is een bodemonderzoek uitgevoerd.

De kans is aanwezig dat er ondanks de uitgevoerde onderzoeken sprake is van bo-

demverontreiniging. De kans is echter gering. Voor de projecten waar een faciliterend

grondbeleid wordt gevoerd ligt dit risico op basis van de gesloten grondexploitatie-

overeenkomst bij de ontwikkelaars

Kans 10 %

Frequentie 1 keer per 5 jaar

Bedrag € 20.000

Page 119: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

119

Programma 9 Beheer en onderhoud

Naam risico Beheerplan gebouwen

Toelichting Tijdens de behandeling in de gemeenteraad op 13-12 2012 is als dekking van ont-

brekende middelen afgesproken dat verkoop van vastgoed structurele dekking op

moet leveren van € 268.000 en incidentele dekking van € 2,9 miljoen.

Door het afstoten zal wel dekking worden gevonden voor de structurele tekorten.

Gelet op de huidige vastgoedmarkt en de lokale factoren geldt dit niet voor de inci-

dentele tekorten die gerelateerd zijn aan achterstallig onderhoud.

Dekking hiervoor zal dan op andere wijze moeten worden gevonden.

Kans 40 %

Frequentie Eenmalige actie zonder repetitie

Bedrag € 268.000 per jaar en eenmalig € 2,9 mln.

Programma 9 Beheer en onderhoud

Naam risico Aanbesteding groenonderhoud

Toelichting De meerjarige aanbesteding van het groenonderhoud op beeldkwaliteit heeft in 2010

geleid tot een inschrijving door aannemers die ver onder de gemeentelijke raming

lag. Daarop zijn de onderhoudsbudgetten in de begroting structureel verlaagd omdat

op dat moment het budget niet nodig was voor dit onderhoud.

In 2015 zal opnieuw voor meerdere jaren aanbesteed moeten worden en de ver-

wachting is dat de situatie van 2010 zich niet zal herhalen en er structureel aanzien-

lijk meer geld nodig is voor groenonderhoud om de vastgestelde minimale kwaliteit te

halen.

Kans 40%

Frequentie 1 keer per 3 jaar

Bedrag € 100.000 - € 350.000

Programma Meerdere programma’s

Naam risico Faillissement

Toelichting Op het moment dat een aannemer die voor ons een werk uitvoert failliet gaat lopen

we een financieel- en vertragings risico. Om dit eerste risico op te vangen hebben we

een bankgarantie waarmee we een andere aannemer in kunnen schakelen. Dit

neemt niet weg dat we vertraging oplopen in tijd en extra kosten hebben. Hoe groot

die kans en kosten zijn is onmogelijk in te schatten. Het is een ‘normaal’ bedrijfsvoe-

ringsrisico dat te allen tijde en bij alle projecten gelopen wordt.

Kans 20%

Frequentie 1 keer per 3 jaar

Bedrag € 100.000

Page 120: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Programmabegroting 2014

120

Page 121: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

121

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Binnen de openbare ruimte van de gemeente Lingewaard vinden activiteiten plaats zoals wonen, werken

en recreëren. Daarvoor zijn kapitaalgoederen nodig, zowel direct zichtbare als onzichtbare zaken. Tot de

zichtbare zaken behoren onder andere diverse soorten verhardingen, civieltechnische kunstwerken,

straatmeubilair, speelvoorzieningen, openbaar groen, verlichting en gebouwen. Niet direct zichtbaar zijn

zaken als riolering, gemalen, persleidingen en bergingsvoorzieningen in rioolstelsels.

Gezamenlijk vertegenwoordigt dit een aanzienlijk kapitaal (vervangingswaarde is bijna één miljoen euro) dat

jaarlijks beheer en onderhoud vergt.

De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau

en de jaarlasten. In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) wordt aan-

gegeven dat deze paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ten minste de onderdelen wegen, riolering,

water, groen en gebouwen bevat.

Het beleid is gericht is op het in stand houden van de bestaande voorzieningen. Aan de hand van de

beleidsplannen, die door de gemeenteraad worden vastgesteld, zal zowel het gewenste kwaliteits- als

het veiligheidsniveau met de daarbij behorende financiële middelen worden bepaald.

Het beleid van de gemeente Lingewaard voor het onderhoud van kapitaalgoederen wordt beschreven

diverse (beleids)nota’s en beheersplannen. De producten waarop e.e.a. betrekking heeft zijn:

Openbaar groen

Wegen

Rioleringen

Gebouwen

Openbare verlichting

Water

Civieltechnische kunstwerken

Speeltoestellen/-tuinen

Verkeersvoorzieningen

1. Openbaar groen

Naam beleidsnota’s: a. Beeldkwaliteitplan Openbaar Groen

b. Groenstructuurplan gemeente Lingewaard

Jaar van vaststelling: a. 2009

b. 2008

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Het onderhoud van bomen, bermen en taluds van sloten en vijverpartijen

wordt uitgevoerd op basis van vastgestelde frequenties. Het overige groen

wordt sinds 1 januari 2010 onderhouden op basis van de beeldkwaliteitseisen

die zijn opgenomen in het beeldbestek voor onderhoud.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: De visie op het openbaar groen is vastgelegd in het Groenstructuurplan zoals

dat in 2008 is vastgesteld. Het Groenstructuurplan is bij vervangingen, recon-

structies en uitbreidingen de leidraad voor de nieuwe inrichting van het open-

baar groen. Daarnaast is in het plan een scheiding in drie onderhoudsniveaus

(esthetisch, economisch en ecologisch) voor de totale openbare ruimte vast-

Page 122: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

122

gelegd met beschrijving van het niveau. In het beeldkwaliteitplan wordt de

kwaliteit van de onderhoudsniveaus verder uitgewerkt en met foto’s toegelicht.

Huidige stand van zaken: Door de vaststelling van de uniforme kwaliteitsniveaus gelden gemeentebreed

voor identieke beplantingen en beheergroepen gelijke kwaliteitseisen. De

kwaliteit van het onderhoud is hierdoor gelijkmatiger en evenwichtiger gewor-

den en het is mogelijk het groenonderhoud efficiënter uit te voeren. Voor de

noodzakelijke structurele vervanging aan het einde van de levensduur van de

beplanting, zijn nagenoeg geen financiële middelen beschikbaar.

Ontwikkelingen in 2013: Naast de doorlopende aandacht voor het meenemen van verbetervoorstellen

uit het Groenstructuurplan bij ontwikkelingen/renovaties, zal in 2014 enkel

worden ingestoken op het onderhouden van het bestaande areaal. Door de

bezuinigingen die vanaf 2009 zijn doorgevoerd, is er geen budget meer be-

schikbaar voor grootschalige vervangingen of renovaties. Er is geen mogelijk-

heid meer om structureel afgeschreven beplanting te vervangen. Ook ont-

breekt de personele capaciteit om meer te doen dan het reguliere onderhoud.

Bezuinigingen: In de jaren 2014 en 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten

zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor

onderhoud openbaar groen loopt dit op van € 57.788 (in 2014) naar € 77.050 (in

2015). Voor het maaien van bermen is dit € 12.983 (in 2014) en € 17.310 (in 2015).

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van het openbaar groen met daarbij inbegrepen

de bomen bedraagt ongeveer 102 miljoen euro.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor groenonderhoud opgenomen.

2. Wegen

Naam beleidsnota’s: Beleidsplan wegverhardingen 2012-2016

Jaar van vaststelling: 2012

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het beheerplan dat voortvloeit

uit de jaarlijkse visuele inspectie. Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uitge-

voerd op basis van de meldingen die via het KlantContactCenter binnenko-

men over schade aan en veiligheidsrisico’s bij verhardingen.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Kapitaalvernietiging wordt voorkomen door het technisch noodzakelijke on-

derhoud in de juiste periode te plannen zodat onderhoudsmaatregelen niet te

vroeg of te laat worden uitgevoerd. Er is niet gekozen voor een hoger kwali-

teitsniveau omdat dit direct leidt tot een lastenverzwaring en mogelijk tot indi-

recte kapitaalsvernietiging.

De kosten voor het wegonderhoud zijn verdeeld in groot en klein onderhoud.

Voor het klein onderhoud worden in de begroting jaarlijks middelen opgeno-

men verhoogd met areaaluitbreiding, voor het groot onderhoud wordt jaarlijks

een bedrag gestort in de voorziening onderhoud wegen dat is gebaseerd op

het vastgestelde bedrag in het beleidsplan wegverhardingen en verhoogd met

de areaaluitbreiding. Voor zowel de begrote bedragen van klein- als groot on-

derhoud vindt geen prijsindexering plaats.

Huidige stand van zaken: Het onderhoud van de verhardingen ligt, technisch gezien, op een redelijk tot

goed niveau. De mogelijke achterstanden betreffen veelal asfalt- en elemen-

tenverhardingen in gebieden waar de komende jaren vervanging van de riole-

ring plaats zal vinden. Om kapitaalsvernietiging tegen te gaan wordt hier te-

rughoudend opgetreden met het uitvoeren van verhardingsonderhoud.

Page 123: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

123

Ontwikkelingen in 2014: Het cyclisch onderhoud aan verhardingen zal op basis van het beheerplan

worden uitgevoerd. Wegvakken die onder meer aangepakt worden zijn de

Munnikhofsestraat, Nijmeegsestraat en Doornenburgsestraat in Gendt.

Bezuinigingen: In de jaren 2014 en 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten

zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor

het groot en klein onderhoud samen loopt dit op van € 108.729 (in 2014) naar

€ 144.972 (in 2015).

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van alle wegen, trottoirs en paden bedraagt ruim

165 miljoen euro.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor wegenonderhoud opgenomen.

3. Rioleringen

Naam beleidsnota’s: verbreed Gemeentelijk rioleringsplan (vGRP 2013-2015)

Jaar van vaststelling: 2013

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Het jaarlijks onderhoud vindt plaats op basis van de frequenties zoals die zijn

opgenomen in het vGRP. De vervanging of renovatie van rioolleidingen, ge-

malen en andere rioleringsobjecten is ook hierin opgenomen.

Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uitgevoerd op basis van de meldingen

die via het klantcontactcentrum binnenkomen.

Verbeteringsmaatregelen worden gedefinieerd in de basisrioleringsplannen.

Uitgangspunt daarbij zijn de beleidsregels uit het vGRP.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het vGRP wordt aangegeven op welke wijze de gemeente haar riolerings-

taak de komende jaren wil vorm geven. Het betreft niet alleen het jaarlijks be-

heer maar ook het beheer op de langere termijn gerelateerd aan onder andere

gevolgen voor het milieu en wet- en regelgeving. Ook is in het vGRP een ra-

ming opgenomen van de gemiddelde jaarlijkse kosten voor de instandhouding

van het rioolstelsel. Daarnaast zijn de kosten gespecificeerd voor onderzoek,

voor verbeteringsmaatregelen en voor de waterplanmaatregelen, voor zover

deze gerelateerd zijn aan de riolering.

Huidige stand van zaken: Het reguliere onderhoud aan de riolering (met name kolken- en rioolreiniging,

schadeherstel en onderhoud huisaansluitingen) wordt bekostigd uit de regulie-

re budgetten in de begroting die jaarlijks worden gecorrigeerd met areaalver-

groting en prijsindexering. Daarnaast zijn er oa kosten voor verbeteringen en

vervangingen. De kapitaallasten van deze invetseringsuitgaven worden,

evenals de kosten voor regulier onderhoud, volledig gedekt door de rioolrech-

ten. Om te komen tot een optimale afstemming van werkzaamheden, wordt

gestreefd naar het gelijktijdig uitvoeren van rioolprojecten en wegonderhoud,

waardoor financieel efficiënt wordt gewerkt en ook de onvermijdelijke overlast

voor bewoners tot een minimum wordt beperkt.

Ontwikkelingen in 2014: In 2014 zal veel onderzoek gedaan worden om een optimaal inzicht te krijgen

in het functioneren van de riolering en de eventueel benodigde verbetermaat-

regelen (met name in Huissen, Pannenhuis en Gendt). In Gendt (centrum),

Huissen (van Voorststraat), en Doornenburg (Rijnstraat, buiten de kom) zal ri-

oolvervanging plaats vinden. Het project afkoppelen en rioolvervanging Ange-

ren start in 2013, maar zal doorlopen in 2014.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor riolering opgenomen.

Page 124: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

124

4. Gebouwen

Naam beleidsnota’s: Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen

Jaar van vaststelling: 2012

Programma: 9

Onderhoudsplan: Het beleidsplan is erop gericht het gebouw in stand te houden voor de functie

c.q. het gebruik waarvoor het is ingericht en de bedrijfseconomische (vast-

goed)waarde van het onroerend goed binnen de vastgestelde instandhouding-

termijn van het gebouw of bouwwerk te behouden. Het technisch beheer en

onderhoud wordt op de meest doelmatige en efficiënte wijze uitgevoerd op

een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het beleidsplan is beschreven op welke wijze, met welke middelen en op

welk kwaliteitsniveau de gebouwen in stand gehouden moeten worden. Voor

de kwaliteit van onderhoud is in het beleidsplan het Programma van Eisen

voor Onderhoud (PvE&O) vastgelegd.

Huidige stand van zaken: De huidige conditiescore naar de onderhoudstoestand van de gemeentelijke

gebouwen en de technische installaties is redelijk tot goed. Daarmee voldoet

het grootste deel van de gebouwen en technische installaties aan het door de

gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsniveau.

Ontwikkelingen in 2014: Omdat de financiële middelen onvoldoende zijn om alle kosten te kunnen

dekken, moeten met inachtneming van het vastgestelde kwaliteitsniveau voor

onderhoud, prioriteiten worden gesteld aan onderhoudswerkzaamheden en

zullen werkzaamheden met een mindere hoge urgentie worden doorgescho-

ven naar een daarop volgend uitvoeringsjaar. De urgentiebepaling vindt plaats

op het moment dat de onderhoudsbehoefte per jaar per gebouw bekend is.

Nadrukkelijk wordt geprobeerd om de onderhoudsverplichtingen te verminde-

ren door het afstoten van objecten.

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van alle gebouwen en bouwwerken die gemeen-

telijk eigendom zijn, bedraagt ongeveer 212 miljoen euro.

Financieel: Omdat geplande investeringen in verbetering of vervanging van gebouwen op

dit moment financieel niet mogelijk zijn, zullen alsmaar uitgestelde verbeterin-

gen op een bepaald moment alsnog uitgevoerd moeten worden. Het ontbre-

ken van voldoende financiële middelen hiervoor leidt tevens tot extra druk

vanuit de gebruikers van gebouwen die al jaren wachten op de noodzakelijke

verbetering van de onderhoudstoestand.

5. Openbare verlichting

Naam beleidsnota’s: Beleidsplan Openbare Verlichting

Jaar van vaststelling: 2009

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: In het beleidsplan komen nadrukkelijk het klimaatakkoord, de duurzaamheid

en milieuaspecten van de verlichting aan de orde naast periodieke vervanging

van zowel lichtmasten als lampen.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Naast het reguliere onderhoud zullen de komende jaren, binnen de daar-

voor beschikbare financiële middelen, aanzienlijke verbeteringen, be-

staande uit mast- en armatuurvervanging en het bijplaatsen van lichtmas-

ten, worden uitgevoerd. Deze verbeteringswerken zijn noodzakelijk om

Page 125: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

125

achterstanden in kwaliteit terug te brengen naar het vastgestelde kwali-

teitsniveau.

Tegelijk met deze verbeteringswerken worden vervangingen uitgevoerd

die ervoor zorgen dat de belasting van het milieu door de openbare ver-

lichting verminderd wordt. Vooral gaat het hierbij om toepassing van duur-

zame materialen en armaturen met een laag energieverbruik waardoor de

totale kosten voor energie omlaag kunnen worden gebracht.

Huidige stand van zaken: De huidige kwaliteit van de verlichting voldoet voor meer dan de 60% van het

areaal aan de technische kwaliteitseisen. De verbetering zal binnen tien jaar

voltooid zijn in combinatie met de in het beleidsplan vastgelegde duurzaam-

heidaspecten.

Ontwikkelingen in 2014: Het Klimaatakkoord, duurzaamheid en milieuaspecten van de verlichting, on-

derwerpen die in het nieuwe beleidsplan nadrukkelijk worden behandeld, wor-

den verder uitgewerkt. Bij alle projecten in de openbare ruimte wordt een inte-

grale aanpak van het gebied betracht waarvan ook verbetering van de verlich-

ting deel uitmaakt.

Door toepassing van duurzame oplossingen wordt vanaf 2012 versneld het

energieverbruik van de openbare verlichting omlaag gebracht. Deze bespa-

ringen worden weer gebruikt om de kwaliteit van masten en armaturen ver-

sneld te verbeteren.

Bezuinigingen: In de jaren 2014 en 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten

zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor

het totaalbedrag aan onderhoud en nutskosten loopt dit op van € 31.680 (in

2013) naar € 39.730 (in 2015).

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van alle lichtmasten, armaturen, verkeersregel-

installaties met daarbij inbegrepen de regel- en verdeelkasten bedraagt onge-

veer twaalf miljoen euro.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor verlichting opgenomen als een onderdeel van “We-

gen, straten en pleinen”.

6. Water

Naam beleidsnota’s: Waterplan Lingewaard

Jaar van vaststelling: 2008

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Het reguliere onderhoud aan watergangen en oevers wordt bekostigd uit de

reguliere budgetten in de begroting die jaarlijks worden gecorrigeerd met are-

aalvergroting en prijsindexering. De kapitaallasten van de investeringsuitga-

ven t.b.v. de maatregelen uit het waterplan worden volledig gedekt door de ri-

oolrechten.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In het waterplan is de gezamenlijke visie van de gemeente en het waterschap

vastgelegd waar het gaat om thema’s waterkwantiteit, waterkwaliteit, water en

ruimte en duurzaamheid. Deze visie is uitgewerkt in maatregelen.

Huidige stand van zaken: In samenwerking met het waterschap worden waterhuishoudkundige proble-

men opgelost en worden kansen voor oppervlaktewater benut. In nauwe sa-

menhang met het GRP-werkzaamheden is op veel plaatsen verhard oppervlak

afgekoppeld (o.a. Doornenburg). In het kader van de zorgplicht van de ge-

meente voor grondwater is een grondwatermeetnet aangelegd.

Page 126: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

126

Ontwikkelingen in 2014: In 2014 zal verhard oppervlak afgekoppeld worden in Angeren, Gendt en mo-

gelijk Bemmel. In samenwerking met het waterschap wordt getracht de af-

voersituatie van de kern Angeren te verbeteren. Daarvoor zal een nieuwe wa-

tergang aangelegd worden. De uitvoering hiervan hangt af van de ruimtelijke

procedures.

In het kader van het nieuwe vGRP is voor een aantal plannen de dekking ko-

men te vervallen aangezien deze projecten niet gedekt mogen worden uit de

rioolheffing. In samenspraak met het waterschap zal gekeken worden of deze

projecten nog uitgevoerd moeten worden. Zo nodig zullen zij opgevoerd wor-

den op de programma begroting 2015.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten opgenomen als een onderdeel van “Riolering en waterzui-

vering”.

7. Civieltechnische kunstwerken

Naam beleidsnota’s: Beleidsplan civieltechnische kunstwerken 2013-2018

Jaar van vaststelling: 2013

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Het onderhoud wordt uitgevoerd op basis van het beheerplan dat voortvloeit

uit de 3 jaarlijkse visuele inspectie. Daarnaast wordt dagelijks onderhoud uit-

gevoerd op basis van de meldingen die via het KlantContactCenter binnen-

komen over schade aan en veiligheidsrisico’s bij civieltechnische kunstwer-

ken.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: In 2013 is het beleidsplan Civieltechnische Kunstwerken vastgesteld door de

raad. Hierin is precies aangeven hoeveel kunstwerken de gemeente in beheer

en onderhoud heeft en wat dit moet kosten. Ook zijn de bezuinigingen hierin

verwerkt wat er toe leidt dat kunstwerken in niet utilitaire routes niet vervangen

worden.

Huidige stand van zaken: Het oude budget voor kunstwerken is sterk afgenomen vanwege doorgevoer-

de bezuinigingen. Daar waar in 2010 nog € 50.000 beschikbaar was voor

groot onderhoud, is het huidige budget nog maar € 20.000,- voor groot onder-

houd. Dit is bij lange na niet voldoende om adequaat het groot onderhoud uit

te voeren. Op dit moment is er sprake van achterstallig onderhoud aan kunst-

werken en in het beleidsplan is om financiële redenen gekozen voor het ver-

wijderen en niet meer vervangen van een aantal objecten wanneer deze ver-

vanging aan de orde is. in Enkele voorbeelden van objecten zijn: de fiets-

/voetgangerstunnel onder de Stadswal in Huissen, de gemetselde bruggen

over de Linge en de houten en betonnen bruggen over stedelijk water in onder

meer de wijken ’t Hoog, Klein Rome, Klaverkamp, Altena, Zilverkamp en Loo-

velden.

Ontwikkelingen in 2014: In verband met het geringe beschikbare budget zal het onderhoud in 2014

beperkt zijn. In het beleidsplan is voorgesteld om voor vervangingen een be-

stemmingsreserve te vormen en voor de uitvoering van groot onderhoud zal

d.m.v. een voorziening de kosten gedekt moeten worden. Voor o.a. de vol-

gende kunstwerken staan onderhoudswerkzaamheden gepland voor 2014;

keerwand Zilverkamp, brug Zilverkamp nabij de Brink en de bruggen bij Dia-

na.

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van alle civieltechnische kunstwerken bedraagt

ruim vier miljoen euro.

Page 127: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

127

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor civieltechnische kunstwerken opgenomen als een on-

derdeel van “Wegen, straten en pleinen”.

8. Speeltoestellen/-tuinen

Naam beleidsnota’s: Speelruimteplan Lingewaard “Buitenspelen, ja leuk!’’

Jaar van vaststelling: 2007

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan: Aan het “Speelruimteplan” is een meerjarenonderhoudsbegroting gekoppeld

die inzicht geeft in de middelen die noodzakelijk zijn om de voorzieningen te

onderhouden zodat wordt voldaan aan onder andere de veiligheidseisen uit

het Attractiebesluit 1997.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Het beleidsplan beschrijft alle aspecten rondom spelen, speeltuinen, speel-

toestellen en speelruimte voor kinderen van 0 tot 18 jaar. Naast de vaststelling

van het minimale onderhoudsniveau en de spreiding van de speelvoorzienin-

gen in de gemeente, zijn in het plan ook verbetervoorstellen opgenomen om

de speelvoorzieningen aantrekkelijk te maken voor wisselende leeftijdsgroe-

pen.

Huidige stand van zaken: Prioriteit wordt gegeven aan het opheffen van (mogelijke) gevaarlijke situaties

en onderhoudsachterstanden. Momenteel voldoet 100% aan de veiligheidsei-

sen. Afhankelijk van het resterende budget wordt bekeken of er mogelijkhe-

den zijn om de spreiding en verbetering van speelvoorzieningen door te voe-

ren. Op secundaire plaatsen worden toestellen verwijderd om een betere

spreiding van de voorzieningen over een gebied te verkrijgen. De ruimte blijft

beschikbaar voor spelen. Met name de in het beleidsplan geformuleerde doe-

len om een evenwichtiger leeftijdsopbouw (0-18 jaar) te krijgen en minder te

investeren in toestellen en meer in natuurlijke ruimte, zijn tot op heden nog

onvoldoende uitgewerkt.

Ontwikkelingen in 2014: Het vastgestelde onderhoud- en vervangingsbeleid wordt voortgezet met in

acht name van de financiële mogelijkheden. Er is voortdurend aandacht nodig

voor de communicatie over het Speelruimteplan omdat onduidelijkheden over

berekeningsgrondslagen telkens opnieuw vragen en gericht handelen oproe-

pen. De demografische gegevens en de aanwezige speelruimte per wijk of

buurt zullen conform de werkwijze van dit plan tegen elkaar worden afgezet

telkens als er zich mutaties op een speelplek voordoen. De geringe beschik-

bare personele capaciteit zal vooral ingezet worden voor het op peil houden

van de voorzieningen en niet voor de nog resterende verbetervoorstellen uit

het Speelruimteplan.

Bezuinigingen: In de jaren 2014 en 2015 zal nog verder bezuinigd worden op de budgetten

zoals is besloten bij de vaststelling van de programmabegroting 2012. Voor

het onderhoud loopt dit op van € 12.982 (in 2014) naar € 17.310 (in 2015).

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van alle speeltoestellen bedraagt ruim twee

miljoen euro.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor speelvoorzieningen opgenomen.

Page 128: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Programmabegroting 2014

128

9. Verkeersvoorzieningen

Naam beleidsnota’s: Geen beleidsnotitie aanwezig

Jaar van vaststelling: n.v.t.

Programma: 9 Beheer en onderhoud

Onderhoudsplan aanwezig: Is niet aanwezig.

Kwaliteitsniveau/beleidsvisie: Omdat verkeersvoorzieningen een wezenlijk onderdeel uitmaken van de in-

richting van de weg en een verkeersveilig verloop van het verkeer beogen,

zijn wettelijke eisen gesteld aan de onderhoudstoestand van de verschillende

voorzieningen. Onder verkeersvoorzieningen worden onder meer verstaan;

verkeersregelinstallaties, verkeersborden, wegwijzers, straatnaamborden, ge-

leiderailconstructies en wegmarkeringen.

Huidige stand van zaken: Op dit moment wordt geen structureel of planmatig onderhoud uitgevoerd aan

deze voorzieningen. Dit is mede terug te voeren op het ontbreken van zowel

een beheerplan met meerjarenonderhoudsplanning als een adequate inventa-

risatie van het areaal. Aan de wettelijke eisen, die vooral gelden op het gebied

van de reflecterende werking van bebording, wordt niet voldaan. Het risico op

verminderde zichtbaarheid van borden en wegmarkeringen is groot en dit kan

leiden tot gevaarlijke situaties.

Ontwikkelingen in 2014: Er is sprake van achterstallig onderhoud aan de voorzieningen. De omvang

hiervan is niet exact bekend en wordt pas duidelijk na de opstelling van een

beheerplan. Om de totale omvang van vooral de bebording te beperken, wordt

eerst zeer kritisch gekeken naar nut en (wettelijke) noodzaak om borden toe

te passen. Waar mogelijk worden overbodige voorzieningen verwijderd en aan

nieuwe verzoeken worden hoge eisen gesteld.

In verband met de gemeentebrede noodzakelijke bezuinigingen is het budget

sinds 2009 met ruim € 9.000 gedaald. Dit komt overeen met 9 %. Omdat de

personele capaciteit ontbreekt om beheer- en onderhoudsplannen voor te be-

reiden, zal geen structureel onderhoud worden uitgevoerd en zal dit beperkt

blijven tot schadeherstel.

Vervangingswaarde: De totale vervangingswaarde van verkeers-, straatnaamborden, wegwijzers,

markering en geleiderailconstructies bedraagt ongeveer één miljoen euro.

Financieel: Op de laatste bladzijde van programma 9, onder “Wat mag het kosten?”, zijn

de lasten en baten voor verkeersvoorzieningen opgenomen als een onderdeel

van “Verkeersmaatregelen”.

Page 129: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

129

Paragraaf 5.4 Financiering

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt regels voor het financieringsgedrag van decentrale

overheden. Hierbij gaat het om regels voor het beheersen van financiële risico’s op aangetrokken en op

uitgezette middelen, alsmede voor het beheer van de treasury. De uitvoering van de treasuryfunctie vereist

snelle beslissingen in een complexe geld- en kapitaalmarkt.

Het beleid van de gemeente Lingewaard voor de treasuryfunctie is vastgelegd in het treasurystatuut als on-

derdeel van de Verordening financieel beheer (artikel 212 Gemeentewet).

1. Algemene ontwikkelingen

Intern

Het treasurystatuut van de gemeente Lingewaard is op 10 februari 2011 door de raad vastgesteld. In dit

treasurystatuut is de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie vastgelegd.

Enkele belangrijke punten hieruit zijn:

- Renterisicobeheer, normen worden in beginsel niet overschreden

- Kredietrisicobeheer, uitzettingen worden alleen gedaan bij instellingen met minimaal een

AA-minus rating en dan nog voor maximaal 2,5 miljoen Euro. De resterende middelen bij instel-

lingen met minimaal en AA-rating. Hierbij wordt alleen gebruik gemaakt van o.a. rekening cou-

rant, spaarrekening, daggeld, deposito’s, garantieproducten, etc., oftewel alleen in producten

waarbij het koersrisico nagenoeg nihil is.

- Financiering, externe financieringsmiddelen worden alleen dan aangetrokken, wanneer de inter-

ne financieringsruimte onvoldoende is.

Kortom de gemeente Lingewaard heeft gekozen voor een laag risicoprofiel.

Vanaf 1 januari 2014 wordt het verplicht schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent dat de decentrale

overheden al hun overtollige middelen aan moeten houden in de schatkist bij het ministerie van Financi-

en. Dit houdt in dat geld en vermogen niet langer bij banken buiten de schatkist mogen worden aange-

houden. Dagelijks moet het positieve saldo in rekening courant, boven een bepaalde drempel, worden

afgestort in de schatkist.

Een gevolg van het invoeren van het schatkistbankieren is dat ons treasurystatuut niet meer voldoet.

Het bovenstaande onderdeel kredietrisicobeheer kan helemaal komen te vervallen, omdat in de wet

wordt geregeld dat overtollige middelen alleen nog maar in de schatkist mogen worden aangehouden.

In 2014 zal ons huidige treasurystatuut aan de nieuwe wetgeving worden aangepast.

Extern

Onze rentevisie is als volgt:

2013 2014 2015 e.v.

- Kapitaalmarktrente (lang) 2,0% 2,2% 2,5%

- Geldmarktrente (kort) 0,2% 0,4% 0,5%

Bij de bepaling van onze rentevisie richten wij ons op de verwachting van een aantal grote banken. Ten

opzichte van de begroting 2013 ligt met name de rentevisie voor de geldmarktrente lager. Dit komt o.a.

doordat in mei 2013 door de ECB de Refi-rente (basis voor de geldmarktrente) van 0,75% is verlaagd

Page 130: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

130

naar 0,50%. De diverse bankvoorspellingen laten zien dat de algemene verwachting voor de korte rente

laag blijft, zeker op de korte termijn.

De Kapitaalmarktrente is reeds geruime tijd nagenoeg onveranderd. De bankverwachtingen zijn gelijk-

matig oplopend voor het komende jaar. De afgelopen periode laat wel zien dat de rente op de kapitaal-

markt sterk afhankelijk is van politieke besluitvorming. Echt economisch herstel ontbreekt, waardoor een

einde aan het stimuleringsbeleid door de centrale banken, direct tot een renteverhoging zal leiden.

2. Risicobeheer

Renterisico’s

In de volgende overzichten worden de renterisico’s op de korte en lange schuld getoetst aan de wettelij-

ke norm uit hoofde van de Wet fido.

Hieruit blijkt dat wij voor het begrotingsjaar 2014 volgens de huidige liquiditeitenplanning binnen de kas-

geldlimiet1 zullen blijven. Volgens deze liquiditeitenplanning zal er in het eerste kwartaal en in het derde

kwartaal een nieuwe lening groot € 5.000.000 worden aangetrokken. In de kolom Netto vlottende schuld

is rekening gehouden met de liquiditeitenplanning en de op te nemen geldleningen.

KASGELDLIMIET PER 01-01-2014

De kasgeldlimiet bedraagt: 8,5% van € 88.945.000 = € 7.560.000.

De te verwachten ontwikkelingen van de vlottende schuld, getoetst aan de limiet, ziet er als volgt uit:

( bedragen x € 1.000)

Netto vlottende Kasgeld- Ruimte +

Schuld limiet Overschrijding -

1e kwartaal 7.000 7.560 + 560

2e kwartaal 7.000 7.560 + 560

3e kwartaal 2.000 7.560 + 5.560

4e kwartaal 3.000 7.560 + 4.560

Jaargemiddelde 4.750 7.560 + 2.810

1 Kasgeldlimiet is een bedrag op basis van de Wet fido ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de

gemeente bij aanvang van het jaar. Dit is het maximale bedrag wat aan vlottende schuld mag worden aangehouden.

Page 131: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

131

Het renterisico1 op de vaste schuld blijft gedurende het gehele meerjarenperspectief onder de renteri-

siconorm2, zoals uit het volgende overzicht blijkt. Bij het opnemen van nieuwe langlopende geldleningen

zal in ieder geval rekening worden gehouden met deze renterisiconorm, zodat deze ook in de toekomst

niet overschreden zal worden.

Uit onderstaand overzicht valt ook op te maken dat de gemeente Lingewaard bij ongewijzigd beleid en

uitgaande van de verwachte verkopen binnen de verschillende grondexploitaties vanaf 2015 geen nieu-

we geldleningen meer op hoeft te nemen, waardoor de schuldpositie zal verbeteren.

RENTERISICONORM EN RENTERISICO'S VAN DE VASTE SCHULD PER 01-01-2014

2014 2015 2016 2017

Renterisico op vaste schuld budget budget budget budget

1a. Renteherziening op vaste schuld o/g 0 0 0 0

1b. Renteherziening op vaste schuld u/g 0 0 0 0

2. Netto renteherziening op vaste schuld (1a - 1b) 0 0 0 0

3a. Nieuw aangetrokken vaste schuld (o/g) 10.000 0 0 0

3b. Nieuw verstrekte lange leningen (u/g) 0 0 0 0

4. Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a - 3b) 10.000 0 0 0

5. Betaalde aflossingen 5.229 2.729 12.672 12.636

6. Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 5.229 0 0 0

7. Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 5.229 0 0 0

Renterisiconorm

8. Begrotingstotaal per 1 januari 88.945 88.945 88.945 88.945

9. Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20%

10. Renterisiconorm 17.789 17.789 17.789 17.789

Toets Renterisiconorm

10. Renterisiconorm 17.789 17.789 17.789 17.789

7. Renterisico op vaste schuld 5.229 0 0 0

11. Ruimte(+) / Overschrijding(-) (10 - 7) 12.560 17.789 17.789 17.789

(Bedragen x EUR 1.000)

1 Renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Dus

als b.v. voor een lening van € 1.000.000 contractueel na 10 jaar een nieuw rentepercentage moet worden vastgesteld, dan lopen wij na

die 10 jaar een renterisico over die € 1.000.000, omdat wij van tevoren niet weten wat het percentage over 10 jaar zal zijn.

2 Renterisiconorm is een bij aanvang van enig jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal van de

gemeente dat bij realisatie niet mag worden overschreden. Onder begrotingstotaal wordt verstaan het totaal van de lasten op de begro-

ting.

Page 132: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

132

Kredietrisico’s1

In het volgende overzicht worden de kredietrisico’s op de verstrekte gelden weergegeven. Hiervoor zijn

de risico’s aangegeven per risicogroep. Risicogroepen zijn de types instellingen aan wie gelden zijn ver-

strekt. De risicogroepen zijn gerangschikt naar oplopend risico. Bij de woningcorporaties is het risico het

laagst en bij de verenigingen/stichtingen het hoogst.

KREDIETRISICO OP VERSTREKTE GELDEN

Risicogroep Restantschuld %

x 1.000 euro

Woningcorporaties 2.086 21,0%

Hypothecaire geldleningen ambtenaren 6.556 66,0%

Startersleningen 1.222 12,3%

Verenigingen/stichtingen 97 1,0%

Totaal 9.939 100%

Zoals uit voorgaand overzicht blijkt zijn de kredietrisico’s voor de gemeente Lingewaard minimaal.

Bij de leningen verstrekt aan de woningcorporaties geldt het WSW2 als achtervang, bij de hypothecaire

geldleningen heeft elke afzonderlijke lening voldoende onderpand. Ook de startersleningen worden ver-

strekt met hypothecaire zekerheid. Alleen bij de leningen verstrekt aan de verenigingen/stichtingen be-

staat een klein kredietrisico, dit aandeel is echter beperkt van omvang, te weten 1,0% van de totale uit-

zettingen.

3. Financiering3

Financieringspositie

Eind 2012 hadden wij voor ruim € 89 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken. In de loop

van 2013 bleek het niet nodig om aanvullende geldleningen aan te trekken, waardoor de schuldpositie

door de reguliere aflossingen wat is verbeterd. Bij ongewijzigd beleid verwachten wij, volgens de huidige

liquiditeitenplanning, in 2014 een tweetal leningen van € 5 miljoen te moeten aantrekken. Dit is vooral

noodzakelijk omdat er door de economische omstandigheden nog steeds niet op nauwelijks grond wordt

verkocht en er dus fysiek geen geld binnenkomt. Op korte termijn zien wij nog geen mogelijkheden om

de langlopende schuld af te bouwen. Hiervoor is het van belang dat de economie dusdanig aantrekt dat

er weer inkomsten uit de grondexploitatie komen. Deze middelen kunnen dan ingezet worden voor de

reguliere aflossingen, waardoor de schuldpositie van de gemeente zal verbeteren.

1 Kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplich-

tingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie (onvermogen om zijn schulden te kunnen betalen) 2 WSW is Waarborgfonds Sociale Woningbouw, indien de woningcorporaties niet meer kunnen betalen treed het WSW in hun plaats,

derhalve zeer laag risico voor kredietverstrekkers. 3 Financiering is het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar.

Page 133: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

133

Leningenportefeuille

Uit het volgend overzicht blijkt dat ten gevolge van het opnemen van nieuwe geldleningen en de regulie-

re aflossingen in 2014 het gemiddelde rentepercentage zal stijgen met 0,05%. Dit is natuurlijk helemaal

afhankelijk van de te betalen rente op de nieuw af te sluiten geldleningen. Voor de begroting gaan we uit

van het renteomslagpercentage van 4 %, wat door de hele begroting wordt gebruikt voor interne bereke-

ningen. Zoals uit onze rentevisie blijkt moeten we waarschijnlijk minder betalen voor de nieuwe geldle-

ningen. Dit levert dan een voordeel op in de begroting.

MUTATIES VASTE SCHULD IN 2014

Bedrag Gemiddelde Invloed op

rente gem. rente

Beginstand per 1 januari 2014 83.964 3,86%

Nieuwe leningen 10.000 4,00% 0,02%

Reguliere aflossingen -5.229 3,21% 0,04%

Vervroegde aflossingen 0 0,00% 0,00%

Renteaanpassing (oud percentage) 0 0,00% 0,00%

Renteaanpassing (nieuw percentage) 0 0,00% 0,00%

Omzetting vast naar vlottend 0 0,00% 0,00%

Omzetting vlottend naar vast 0 0,00% 0,00%

Eindstand per 31 december 2014 88.735 3,91% 0,05%

(Bedragen x EUR 1.000)

Relatiebeheer

De huisbankier van de gemeente Lingewaard is de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG).

Wij hebben regelmatig overleg met de BNG over financieringsvraagstukken en de ontwikkelingen op de

geld- en kapitaalmarkt.

4. Organisatie / informatievoorziening

De medewerker treasury heeft regelmatig contact met de diverse budgetbeheerders en budgethouders

om de liquiditeitenplanning zo actueel mogelijk te houden. Deze contacten gaan altijd vanuit de afdeling

financiën. Actieve informatieverstrekking vanuit de afdelingen blijft een punt van aandacht. De liquiditei-

tenplanning zal in ieder geval 2 keer per jaar volledig geactualiseerd worden. Tussentijds bekend ge-

worden mutaties worden onmiddellijk verwerkt, zodat de liquiditeitenplanning altijd zo actueel mogelijk is.

Page 134: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.4 Financiering

Programmabegroting 2014

134

Page 135: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

135

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

De burgers willen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid invloed uitoefenen op lokale beleidsterreinen en zij

zijn als klant voor een groot aantal diensten aangewezen op onze organisatie. De gemeente wil haar dienst-

verlening naadloos aan laten sluiten op de behoefte van de burgers. Zij wil professionele dienstverlening

leveren van hoge kwaliteit. De gemeentelijke organisatiestructuur is in 2010 daarom ingedeeld naar deze

verschillende burgerrollen om zo te werken als een doelgerichte en servicegerichte organisatie die staat voor

professionele kwaliteit, open en transparant voor de burgers. Met medewerkers die op voet van gelijkwaar-

digheid met elkaar samenwerken en open staan voor veranderingen.

De bedrijfsvoeringsprocessen dienen efficiënt, effectief èn conform de geldende wetgeving te worden

ingericht. Het doel hiervan is om maximale capaciteit (tijd, geld, enz.) over te houden voor de uitvoering van

de programma’s. Dit vertaalt zich in de volgende doelstellingen voor de bedrijfsvoering:

Doelmatig (efficiënt): de mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten

worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

Doeltreffend (effectief): de inspanningen en uitgaven dragen op een effectieve wijze bij aan de

realisatie van de beoogde doelen;

Rechtmatig: de doelen worden bereikt in overeenstemming met de wettelijke kaders.

Wat willen we bereiken?

A. Optimaal personeelsbestand (kwalitatief/kwantitatief): Een zodanige samenstelling van het perso-

neelsbestand (zowel kwantitatief als kwalitatief) dat de vereiste taken op professionele wijze kunnen

worden uitgevoerd. Met andere woorden: de juiste medewerker op de juiste plaats.

B. Juiste en betrouwbare informatie: Voor een optimale dienstverlening geldt als absolute randvoor-

waarde dat de informatievoorziening op orde is. Via de 4 onderscheiden kanalen (post/e-mail, websi-

te, balie en telefoon) zal eenduidige, volledige en betrouwbare informatie beschikbaar moeten zijn.

C. Juridische kwaliteitszorg: Het verhogen en beheersen van de juridische kwaliteit van producten,

het beheersen van de juridische risico’s en het terugdringen van juridisering.

D. Organisatie ontwikkeling: Gestreefd wordt naar een organisatie die effectief, efficiënt, flexibel, in-

novatief en klantgericht is. Gezien de steeds veranderende omgeving is hierbij sprake van een con-

tinu proces.

E. Gezonde financiële huishouding: Het beheersen van de geldstromen en het bewaken van de juis-

te uitvoering van de begroting.

F. Automatisering: Het aanbieden, beheren en onderhouden van een adequate technologie ter reali-

satie van een optimale informatievoorziening.

G. Goede interne en externe communicatie: Zorgdragen voor een heldere, open en pro-actieve

communicatie die structureel is ingebed in alle processen.

H. Optimale huisvesting & facilitaire dienst: Het optimaal faciliteren van de organisatie op het gebied

van huisvesting, service en hulpmiddelen.

I. Professionele uitvoering verwervingsprocessen: Het juridisch en inkooptechnisch verantwoord

verwerven van noodzakelijke en kwalitatief gewenste producten, diensten en werken tegen lage in-

tegrale kosten op langere termijn.

Page 136: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

136

Wat doen we daarvoor?

A. Optimaal personeelsbestand

Strategisch HRM beleid

De kern van strategisch HRM-beleid is het te allen tijde zorg dragen voor de juiste man of vrouw op de juiste

plaats met daarbij een gezonde mix tussen zelf doen en inhuur van derden.

Met het helder formuleren van verwachtingen en het geven van eerlijke feedback naar en goede coaching

van medewerkers, kan worden gezocht naar een optimale aansluiting bij de organisatiedoelen. Het vliegwiel

voor dit beleid vormt de gesprekscyclus. De mate waarin leidinggevenden hun medewerkers écht weten te

bereiken bepaalt of de organisatie op termijn de vitale organisatie zal zijn die we willen zijn. Een organisatie

waarin medewerkers zich prettig voelen en het beste van zichzelf geven. Onlosmakelijk verbonden met het

voeren van goede gesprekken is inzicht in de formatie en bezetting, (kwantitatief en kwalitatief), nu en in de

toekomst. En daarmee ook inzicht in de individuele ontwikkeling van medewerkers en leidinggevenden op

zowel korte als middellange termijn. We introduceren hiermee het begrip strategische personeelsplanning in

onze organisatie.

Kengetallen

Onderwerp

Werkelijk

2010

Werkelijk

2011

Werkelijk

2012

Begroting

2013

Begroting

2014

Personeelsformatie (fte) 282,55 293,36 248,48 267,82 236,72

Gemiddeld aantal personeelsleden per

1.000 inwoners

6,2 6,4 5,4 5,8 5,2

Gemiddelde diensttijd 13,38 12,49 12,45

Gemiddelde leeftijd 46,27 46,32 46,92

Loonsom1 (x € 1.000) 15.852 15.778 15.518 16.366 15.000

Inschakeling derden (x € 1.000) 1.649 1.231 1.660 11 11

Ziekteverzuimpercentage 6,22 4,75 4,51 4,5 4,5

Instroom (aantal personeelsleden) 11 8 13

Uitstroom (aantal personeelsleden) 14 22 23

Opleidingsbudget (in €) 319.718 352.682 273.000 421.6502 324.370

Uitsplitsing personeelsformatie begroting 2014:

Directie 1,00

Ambtelijke ondersteuning 4,00

Griffie 2,89

Afdeling Beleids- en projectontwikkeling 30,81

Afdeling Dienstverlening 60,89

Afdeling Veiligheid, Toezicht en Handhaving 10,22

Afdeling Openbare ruimte 52,41

Afdeling Bedrijfsvoering) 74,50

TOTAAL 236,72

1 De loonsom is exclusief vrijwillige brandweer, gemeenteraad, college, voormalige wethouders, ambtenaren burgerlijke

stand en overig voormalig personeel. 2 Inclusief opleidingskosten vrijwillige brandweer.

Page 137: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

137

Ten opzichte van de begroting 2013 is de personeelsformatie in de begroting verlaagd met 31 fte. Verlaging

wordt onder andere veroorzaakt door overheveling van 22,28 fte naar de Omgevingsdienst Regio Arnhem.

Verder wordt per 1 januari 2014 de brandweer geregionaliseerd. Het betreft hier 7 fte brandweer personeel

en 0,5 fte administratieve ondersteuning.

Inhuren van derden

De definitie van externe inhuur is gebaseerd op de definitie zoals die ook binnen de Rijksoverheid wordt

gehanteerd. Deze luidt als volgt:

“Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de gemeente in dienst zijnde opdrachtgever,

door een private organisatie met winstoogmerk, door middel van het tegen betaling inzetten van personele

capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst of aanstelling tussen de gemeente

en de daarbij ingezette personen aan ten grondslag ligt.”

Door het gebruik van deze definitie kan er een jaarlijkse benchmark plaatsvinden via de Personeelsmonitor

van het A&O fonds gemeenten.

Deze inhuur wordt uitgesplitst in de volgende categorieën:

A. Beleidsgevoelige externe inhuur

Inhuur voor de inzet van externe adviseurs in het primaire (beleids)proces bij de gemeente. Het gaat

om vier soorten externe inhuur, te weten:

1. Interim-management

2. Organisatie– en formatieadvies

3. Beleidsadvies

4. Communicatieadvies

B. Beleidsondersteunende externe inhuur

Op beleidsondersteunende inhuur wordt een beroep gedaan als er ondersteuning nodig is bij

(beleids)uitvoering of bij de uitvoering van bedrijfsprocessen. Deze inhuur is niet beleidsgevoelig.

Het betreft veelal werkzaamheden die de gemeente niet volledig wil of kan doen. Dit omdat het

hier specialistische en vakmatige kennis betreft die de gemeente redelijkerwijs niet volledig in huis

beschikbaar wil hebben.

Het gaat om drie soorten externe inhuur:

5. Juridisch advies

6. Advisering van opdrachtgevers over automatiseringsvraagstukken (ICT)

7. Accountancy, financiën en administratieve organisatie

C. Inhuur ter ondersteuning van de bedrijfsvoering

Het gaat hier om de opvang van piekwerkzaamheden of opvang van onvoorziene

capaciteitsproblemen, die zich tijdelijk voordoen in reguliere werkprocessen. Inzet hiervan hangt

vooral samen met ziekteverzuim, zwangerschapsverlof, moeilijk vervulbare vacatures en van het

aanbod van werkzaamheden (vraagfluctuaties).

Personeel dat een tijdelijk dienstverband krijgt aangeboden zal zoveel mogelijk via de payroll worden inge-

zet.

Uitbesteding is geen inhuur. Denk bij uitbesteding aan projecten met resultaatgerichte afspraken. Er wordt

een resultaat gekocht in de vorm van een dienst of product. Er is geen directe aansturing door de gemeente-

lijke organisatie. De uitbesteding wordt niet meegenomen in de inhuurcijfers.

Met ingang van 1 januari 2013 wordt actief ingestoken op een goede mix van vast en tijdelijk personeel om

tijdig en flexibel in te kunnen spelen op de ontwikkelingen en de dynamiek die de omgeving met zich me

Page 138: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

138

brengt. Het gaat daarbij om inzicht in de behoefte aan tijdelijk personeel/inhuur van derden in relatie tot de

vaste formatie, de zogenaamde flexibele schil.

Inhuur derden Indicator

De uitgaven voor inhuur derden door de gemeente Lingewaard mogen per jaar niet meer

bedragen dan 10% van de totale personele kosten.

10%

B. Juiste en betrouwbare informatie

Publicatie decentrale regelgeving

De website www.overheid.nl is de toegang tot alle informatie en diensten van de Nederlandse overheid op

internet. Alle actuele verordeningen zijn inmiddels geplaatst op deze website en dit wordt waar nodig ver-

verst. De gemeentelijke bekendmakingen staan al op www.overheid.nl. Alle bekendmakingen voor Het Ge-

meentenieuws worden ook op de eigen website van de gemeente geplaatst en vandaar direct doorgezet

naar www.overheid.nl. Per 1 januari 2014 moeten bekendmakingen van algemeen verbindende voorschrif-

ten, zoals verordeningen, verplicht worden bekend gemaakt via een elektronisch gemeenteblad, om in wer-

king te kunnen treden. Dit wordt in de tweede helft van 2013 verder uitgewerkt, waarbij ook wordt bekeken in

hoeverre de andere bekendmakingen op deze wijze rechtsgeldig kunnen worden gedaan, Verder vindt er

een inventarisatie plaats van alle gemeentelijke beleidsregels, met als doel deze allereerst op het eigen in-

tranet en internet een plek te geven en zo één centrale vindplaats te hebben voor het gemeentelijk beleid,

dat veelal ten grondslag ligt aan de gemeentelijke besluiten.

Publicatie decentrale regelgeving Indicator

Plaatsen van alle verordeningen op de website www.overheid.nl 100%

Plaatsen van de gemeentelijke bekendmakingen op de website www.overheid.nl 100%

Dienstverlening

De organisatie is ingericht naar de logica van de burger. De burger kan zich in verschillende hoedanigheden

melden bij de gemeente, namelijk als: partner, klant, onderdaan en gebruiker/wijkbewoner. De tevredenheid

van de burger hangt af van de prestaties die wij in elk van die hoedanigheden leveren. Behoorlijke contacten

met burgers en de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Sinds een aantal jaren wordt structureel gewerkt aan verbetering van de dienstverlening (programma dienst-

verlening). Als basis daarvoor geldt de in 2008 vastgestelde nota “kwaliteit & service” waarin de gewenste

ontwikkeling van de dienstverlening is geschetst voor de periode 2008-2015. In 2010 is het programma

Dienstverlening vergaand afgeschaald met als gevolg dat (door)ontwikkeling op het gebied van de gemeen-

telijke Dienstverlening tot stilstand is gekomen. Momenteel wordt gewerkt aan een notitie/actieplan om de

doorontwikkeling van de Dienstverlening weer nieuw leven in te blazen. Een groot aantal uitgangspunten

zoals die zijn genoteerd in de nota Kwaliteit en Service zijn nog steeds actueel en bruikbaar. Met de inge-

bruikname van het nieuwe gemeentekantoor is gestart met het werken op afspraak. Insteek van deze nieu-

we methode van werken was ingegeven door de wens om te komen tot een betere dienstverlening waarbij

de burgers direct door de juiste persoon worden geholpen. Na afloop van het eerste jaar van werken op

afspraak is gebleken dat reeds 1/3 van het totaal aantal bezoekers gebruik heeft gemaakt van de afspra-

kenmogelijkheid. In 2014 zal worden onderzocht of dit werken op afspraak leidt tot een verhoogde klantte-

vredenheid. Vooralsnog blijft het accent liggen op het werken op afspraak.

C. Juridische kwaliteitszorg

Gedragsregels

Met betrekking tot het onderdeel integriteit zijn normen en waarden uitgewerkt voor de wijze waarop leden

van de gemeenteraad en het college van B&W inhoud geven aan hun taken. Deze integriteitsregels zijn

Page 139: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

139

vastgelegd in de gedragscode voor politieke ambtsdragers. Uit onderzoek door KAFI in 2013 bleek deze

gedragscode niet aan te sluiten aan de rechtspositie van de politieke ambtsdragers. Deze gedragscode is in

2013 daarom aangepast. Vanwege de nauwe betrokkenheid van ambtenaren bij het vorm geven aan de

gemeentelijke taken, zijn ook voor hen gedragsregels opgesteld. Middels het teamoverleg wordt organisatie-

breed periodiek aandacht geschonken aan het thema integriteit.

Ambtseed of -gelofte

Het vertrouwen in de overheid staat en valt met integriteit. De samenleving moet kunnen vertrouwen op de

onkreukbaarheid van ambtenaren. Met het afleggen van de ambtseed/belofte is er een ceremonieel moment

waarop de ambtenaar bevestigt dat hij/zij zich als een goed ambtenaar zal gedragen. Op deze wijze commit-

teert iedere individuele medewerker zich aan de speciale taak en opdracht als ambtenaar. Elke medewerker

die in dienst treedt legt de ambtseed of -gelofte (verplicht) af tegenover de gemeentesecretaris.

Bezwaarschriften

Burgers, bedrijven en andere belanghebbenden kunnen bezwaar maken tegen gemeentelijke besluiten. Bij

de bezwaarafhandeling laat het college zich adviseren door een onafhankelijke commissie van advies voor

de bezwaarschriften. Na advisering door de commissie neemt het college een beslissing op bezwaar. De

wettelijke termijn voor het afhandelen van een bezwaarschrift is 12 weken, met de mogelijkheid van verda-

ging met extra 6 weken. De procedure is erop ingericht om bezwaren binnen een zo kort mogelijke termijn,

bij voorkeur 12 weken, af te handelen. Op basis van de tussentijdse resultaten in 2013, waarbij meer be-

zwaarschriften zijn ingediend dan in dezelfde periode in 2012 en de afhandelingstermijn gemiddeld wat lan-

ger is, gaan we uit van de volgende indicatoren.

Indicator 2014

Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 12 wekentermijn: 75%

Afhandeling van de ontvangen bezwaarschriften binnen de gestelde 18 wekentermijn (na verdaging): 95%

Klachten

“Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegen-

heid jegens hem of haar heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.” Zo luidt de tekst

van artikel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht. Klachten worden informeel, door bijvoorbeeld leidingge-

venden, binnen 6 weken of formeel, na advisering door de klachtadviescommissie, binnen 10 weken afge-

handeld (beide met de mogelijkheid van verdaging met 4 weken). Er wordt altijd geprobeerd om de klacht

informeel op te lossen en als dat niet lukt wordt ad-hoc een behandeling door een klachtadviescommissie

ingepland en wordt door deze commissie advies uitgebracht aan het college, dat vervolgens een besluit

neemt. Klachten worden zo spoedig mogelijk na binnenkomst op route gebracht naar de manager of team-

leider zodat deze snel kan proberen de klacht informeel op te lossen. Wanneer dat niet mogelijk blijkt dan

kan de klacht in behandeling worden gesteld van de klachtadviescommissie, die deze dan zo snel mogelijk

in behandeling neemt en het college adviseert over de klacht.

Indicator 2014

Percentage klachten dat binnen de 14 wekentermijn (na verdaging) wordt afgehandeld: 95%

WOB-verzoeken

WOB-verzoeken worden in de regel afgehandeld binnen 4 weken nadat het verzoek is ontvangen (met mo-

gelijkheid van verdaging met 4 weken). De termijn voor afhandeling van de WOB-verzoeken is erg afhanke-

lijk van de gegevens waarom wordt verzocht. Er lijkt in 2013 een tendens om steeds vaker een WOB-

verzoek in te dienen, waarbij de termijnen ook van belang zijn omdat de Wet Dwangsom hierop ook van

toepassing is. Er is geen reden om aan te nemen dat het aantal WOB-verzoeken in 2014 minder zal worden

en dus een relatief groot beslag op de organisatie legt.

Page 140: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

140

Indicator 2014

Percentage WOB-verzoeken dat binnen de 4 wekentermijn wordt afgehandeld: 75%

Wet dwangsom

Op de Algemene wet bestuursrecht is de zogenaamde Wet dwangsom opgenomen bij niet tijdig beslissen.

Wanneer de gemeente niet tijdig op een aanvraag of bezwaar beslist dan kan de aanvrager de gemeente “in

gebreke stellen”. De gemeente heeft dan twee weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Gebeurt

dat niet, dan heeft de aanvrager recht op een dwangsom voor elke dag dat de beslistermijn overschreden

wordt. De dwangsom loopt ten hoogste 42 dagen (en bedraagt maximaal € 1.260).

In 2014 zal net als in voorgaande jaren alles erop gericht zijn om te voorkomen dat de gemeente in gebreke

wordt gesteld. Bij aanvragen ligt het primaat bij de vakafdelingen, maar vooral bij bezwaren zal vanuit Juridi-

sche Zaken de vinger aan de pols worden gehouden. Ingebrekestellingen komen normaliter binnen bij Juri-

dische Zaken, waarna zo snel mogelijk samen met de vakafdeling wordt geprobeerd alsnog binnen twee

weken een besluit op een aanvraag of een bezwaar te nemen, zodat een dwangsom achterwege kan blijven,

maar primair moet het doel zijn om aanvragen en bezwaren binnen de gestelde termijnen af te handelen.

D. Organisatie ontwikkeling

Onze organisatie is blijvend in beweging. Wij veranderen mee met de samenleving. Als we dat niet doen dan

plaatsen we ons snel buiten de werkelijkheid. De komende tijd worden wij geconfronteerd met diverse ont-

wikkelingen die vragen om een passend antwoord. Wij denken hierbij aan:

Intergemeentelijke samenwerking. De samenwerking met andere gemeenten zal de komende jaren

geïntensiveerd worden. De visie op en het algemene afwegingskader voor intergemeentelijke samen-

werking zijn hiervoor leidend. Dit betekent een verdere concretisering op de volgende gebieden:

Inventarisatie en uitwerking van de samenwerkingsmogelijkheden met de gemeente Overbetuwe,

als onze natuurlijk, strategische partner;

Concretisering van de samenwerking, in het bijzonder op het niveau van uitvoering van gemeente-

lijke taken, met de gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden en Overbetuwe (G5);

Het vorm geven van de samenwerking in het sociale domein met de bovenstaande gemeenten

aangevuld met de gemeenten in de Liemers en Doesburg (G11);

Voortzetting van de samenwerking in het rivierengebied, de zogenaamde Rijn6, met betrekking tot

de waterketen.

Concreet zal in 2014, als gevolg van de aangekondigde opheffing van de WGR+ regeling, een be-

sluit genomen moeten worden over de toekomst van de stadsregio Arnhem-Nijmegen.

Voor een zorgvuldige en afgewogen besluitvorming over de onderwerpen zal het algemene afwegings-

kader verder uitgewerkt worden.

Regionalisering brandweer. In verband met de wijziging van de Wet op de Veiligheidsregio’s is de ge-

meentelijke brandweer (verplicht) ondergebracht bij de regionale brandweer per 1 januari 2014. De uit-

voering van de brandweerzorg blijft lokaal. Het doel van de regionalisering is uniformiteit in de brand-

weerzorg voor alle gemeenten en het behalen van efficiencyvoordelen.

Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning aan mensen op het

gebied van werk, inkomen, welzijn, persoonlijke verzorging, opgroeien & opvoeden en veiligheid. Dit

komt voort uit afspraken die de Rijksoverheid, provincies en gemeenten hebben afspraken gemaakt om

de bestaande verzorgingsstaat te hervormen veranderen in naar een ‘participatiesamenleving’, een sa-

menleving waarin iedereen op zijn of haar eigen manier kan meedoen. Veel taken van rijk en provin-

cies worden daarom gedecentraliseerd en overgedragen naar gemeenten. Ons doel is om de bestaan-

de en nieuwe taken zo goed mogelijk op elkaar aan te laten sluiten en tegelijkertijd te zorgen dat zoveel

mogelijk mensen hun kansen en talenten benutten. De decentralisaties dwingen de gemeente (alsook

Page 141: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

141

maatschappelijke organisaties, bedrijven en burgers) zich te bezinnen op onze rol en positie in het soci-

ale domein. We moeten de ondersteuning aan mensen en het zelfstandig functioneren van onze inwo-

ners anders én beter organiseren met minder middelen. Dit vraagt om een andere denkwijze, andere

manieren van samenwerking met en aansturing van maatschappelijke organisaties en een andere in-

richting van de werkprocessen. Het jaar 2014 staat in het teken van de voorbereiding op deze nieuwe

taken.

E. Gezonde financiële huishouding

Rekenkamercommissie, accountant en auditcommissie

Voor zowel het bestuur als de ambtelijke organisatie geldt dat zij hun prestaties kunnen verbeteren door te

leren van eventuele gemaakte fouten en andere ervaringen. Beide laten zich controleren op hun functione-

ren en zijn daar op aanspreekbaar. Ontvankelijkheid voor signalen uit de omgeving draagt bij aan het zelf-

reinigend en lerend vermogen. Zo ontstaat de nodige “hygiëne” in de organisatie. Voornoemde signalen

worden onder andere afgegeven door de rekenkamercommissie, de accountant en de auditcommissie.

De rekenkamercommissie heeft als taak onderzoek te doen naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en

de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. In 2013 is gekozen voor het volgende onderzoeksprogramma:

Afronding van het onderzoek Bergerden;

Onderzoek wijkplatforms;

Het onderzoek naar de jaarstukken over 2012.

De aanbevelingen van de rekenkamercommissie worden als input gebruikt voor het doorvoeren van verbete-

ringen terzake. Dit geldt uiteraard ook voor het door de accountant jaarlijks op te stellen rapport van bevin-

dingen inzake de interim controle en de jaarrekening.

De auditcommissie stemt in onderling overleg de onderzoeksplannen van de gemeenteraad, het college van

B&W en de accountant af.

Onderzoek artikel 213a gemeentewet

De gemeentewet schrijft voor dat ons college verplicht is om periodiek onderzoek te verrichten naar de

doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door haar gevoerde bestuur. Anders dan de onderzoeken door

de Rekenkamer, gaat het hierbij om zelfonderzoek. Het college onderzoekt het eigen gevoerde bestuur,

zoals uitgevoerd door de ambtelijke organisatie. Jaarlijks wordt in een onderzoeksplan uitgewerkt op welke

thema’s het onderzoek zich richt. Dit plan wordt vóór 31 december aan uw raad gezonden. Uiteindelijk wordt

ook de rapportage ter kennisgeving aan uw raad verstrekt.

Jaarrekening, tussentijdse rapportages en IC-plan

Het afleggen van verantwoording is essentieel voor het functioneren van de gemeente. Dit vindt plaats in

een aantal documenten, te weten de jaarrekening en de tussentijdse rapportages (waaronder de voorjaars-

en najaarsnota).

Jaarlijks wordt een intern controleplan (IC-plan) opgesteld waarin gericht wordt gekeken naar de juistheid,

volledigheid, tijdigheid en/of rechtmatigheid van de (financiële) administratie. Dit IC-plan wordt door de ac-

countant gebruikt als input voor de door hen te verrichten werkzaamheden.

F. Automatisering

De ICT-infrastructuur is er om de medewerkers optimaal te ondersteunen in hun werkzaamheden en is be-

paald vanuit de ICT behoefte van de organisatie. De technische architectuur is erop gericht om faciliterend

Page 142: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

142

en ondersteunend te zijn aan de verschillende deelgebieden en wordt op deze wijze ingericht, met zorg voor

beheer en beveiliging. Bij de technische architectuur gaat het er om alle systemen met elkaar te verbinden

en open te stellen voor elkaar en, indien nodig of wettelijk verplicht, voor de buitenwereld. De technische

architectuur behelst het netwerk, de servers en de dataopslag. Daarnaast ook de werkplekomgeving (gene-

rieke voorzieningen) en standaarden (generieke infrastructuurcomponenten en protocollen).

De afhankelijkheid van de inzet van ICT wordt steeds groter door het (verplicht) gebruik van meer gemeen-

schappelijke voorzieningen en technische koppelingen voor een optimaal functionerende informatievoorzie-

ning. Dit alles is nodig om de dienstverlening te verbeteren en op een eenduidige wijze te laten presteren.

G. Goede interne en externe communicatie

Interne communicatie

Een goed geborgde interne communicatie zorgt er voor dat collega’s trots zijn op hun organisatie en zich

ambassadeur voelen, op de hoogte zijn van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de eigen organisatie,

zich serieus genomen voelen en gebruik maken van elkaars kracht en kennis. Dit wordt bereikt door:

1. het verder verbeteren van de lijncommunicatie, waarbij de hiërarchische communicatie de ruggen-

graat van de organisatie is;

2. inbedding van informele communicatie na onderzoek naar de mogelijkheden hiervan;

3. verder verbeteren en uitbreiden van parallelle communicatiemiddelen (intranet, nieuwsbrieven, tv-

schermen).

Externe communicatie

De gemeente wil burgers tijdig, juist en volledig informeren en betrekken bij beleidsvorming om zo veel mo-

gelijk draagvlak te creëren. Om een goed beeld te krijgen van de wensen die inwoners hierover hebben,

vindt een onderzoek plaats naar de wijze en mate waarop inwoners geïnformeerd en betrokken willen wor-

den. Aanbevelingen hieruit worden in 2014 opgepakt. Ook zal de gemeente in toenemende mate inzetten op

social media om nog meer doelgroepen te bereiken en te betrekken.

Participatie

Wij betrekken burgers en belangrijke partijen nadrukkelijk bij het vormen of bijstellen van ons beleid.

Voorbeelden hiervan zijn:

de Politieke Avond, en ook de raadsvergadering, waar burgers via het spreekrecht het woord wordt

gegeven. Overigens wordt op dit moment bij de raadsgriffie een startnotitie over "burgerparticipatie

en communicatie" uitgewerkt, zodat de raad te zijner tijd nader vorm en inhoud aan dit onderwerp

kan worden gegeven. Dit kan tot een verruiming van de burgerparticipatie-mogelijkheden leiden.

Voor de gemeente Lingewaard staat burgerparticipatie als middel bij de beleidsvorming en beleids-

uitvoering niet meer ter discussie. De toepassing ervan in de praktijk wordt echter als adhoc ervaren

en er is nog te weinig zicht in de factoren die burgerparticipatie tot een succes maken. De resultaten

uit het project burgerparticipatie in 2013 geven in 2014 niet alleen een visie op burgerparticipatie,

maar ook aanknopingspunten voor de verbetering van de effectiviteit en kwaliteit van de wijkplat-

forms.

H. Optimale huisvesting & facilitaire dienst

De organisatie werkt vanuit het principe dat de meerwaarde door de klant wordt bepaald. Dit is haalbaar

door een optimale prijs / kwaliteitsverhouding. Leidend daarbij zijn drie belangrijke doelstellingen:

Klanttevredenheid: in welke mate is de klant tevreden met de aangeboden diensten en producten

Kosten: wat is het rendement en toegevoegde waarde van een product/dienst

Kwaliteit: welke kwaliteit levert de opdrachtnemer en wat is de gebruikswaarde

Page 143: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

143

Naast Services en middelen is huisvesting een belangrijk dienstenonderdeel. Vanuit de organisatie wordt

gewerkt met een regiemodel, waarbij met behulp van raamcontracten met onderhoudsbedrijven, onze huis-

vesting op een verantwoord niveau wordt gehouden. Een verantwoord niveau, waarbij onder andere wordt

voldaan aan alle wettelijke voorschriften als brandveiligheid, het hebben en in stand houden van een Be-

drijfshulpverleningsorganisatie, het leveren van Arbo verantwoord meubilair en het verzorgen van een werk-

baar binnenklimaat.

I. Professionele uitvoering verwervingsprocessen

Binnen de G5 (Arnhem, Overbetuwe, Renkum, Rheden en Lingewaard) is een aantal concrete stappen ge-

zet om een basis te creëren voor een inkoopsamenwerking.

In 2013 wordt de 1e fase gerealiseerd. Deze fase bestaat uit: gezamenlijke inkoopvoorwaarden en inkoop-

beleid, invoering per gemeente van een spendanalyse, contractbeheer en inkoopkalender en het opzetten

van een inkoopportaal om de inkoopprocessen te standaardiseren, professionaliseren en te dienen als in-

formatiebron. In 2014 zal op basis van spendanalyse, contractbeheer en inkoopkalender de volgende fase

(strategische inkoopfunctie) verder worden uitgewerkt en geïmplementeerd.

Page 144: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.5 Bedrijfsvoering

Programmabegroting 2014

144

Page 145: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

145

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Inleiding

De door de gemeenteraad vastgestelde notitie verbonden partijen vormt een aantal jaren de basis voor een

toezichtarrangement waardoor tijdig inzicht mogelijk is op en sturing kan worden gegeven aan ontwikkelin-

gen die van invloed zijn op de toekomstige financiële situatie van organisaties in de sfeer van verlengd lo-

kaal bestuur.

Deze notitie reikt tevens het algemene kader aan, waaraan eventuele nieuwe samenwerkingsverbanden

worden getoetst. Een onderdeel van dit toezichtsarrangement betreft de wijze waarop door de gemeentelijk

vertegenwoordiger gerapporteerd wordt aan de gemeenteraad. In onze gemeente is dit inmiddels gemeen-

goed geworden door tijdens politieke avonden een vast agendapunt daarvoor in te ruimen.

De gemeente Lingewaard is aangesloten bij de volgende verbonden partijen:

Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen;

idem Stadsregio Arnhem Nijmegen;

gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM)

(voorheen Hulpverlening Gelderland Midden (HGM));

idem Openbaar Lichaam Bergerden (OLB);

idem Werkvoorzieningschap Midden Gelderland (Presikhaaf);

idem Euregio Rijn-Waal;

idem voor Onderwijszaken (GRO);

idem Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA);

idem Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

Daarbij wordt voor deze verbonden partijen specifiek ingegaan op de volgende onderdelen:

basisgegevens;

bestuurlijke relatie;

financiën;

financiële risico’s;

maatschappelijke risico’s.

Dit biedt voor de gemeentelijke vertegenwoordigers een handvat voor de aansturing van de betreffende ver-

bonden partij. Bovendien wordt daardoor op ambtelijk en bestuurlijk niveau inzicht gekregen in het functione-

ren van de verbonden partij.

Verder komen de conceptbegrotingen en jaarverslagen van de zwaardere verbonden partijen aan de orde in

collegevergaderingen en worden de bevindingen ter kennis gebracht van de gemeenteraad.

Bij het algemene toezichtskader zijn de volgende processtappen te onderscheiden:

1. probleem- en risicoanalyse;

2. onderzoeken en informeren;

3. bestuurlijk beoordelen;

4. indien nodig: interveniëren;

5. rapporteren door de toezichthouder;

6. evalueren.

De specifieke risico’s ten aanzien van enkele zwaardere verbonden partijen worden behandeld in de para-

graaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Page 146: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

146

Het beleid ten aanzien van verbonden partijen

Het beleid om in verbonden partijen te participeren is gebaseerd op een aantal criteria.

Deze criteria zijn kort samengevat:

- het participeren in een verbonden partij is alleen toegestaan indien daarmee een publieke taak wordt

gediend;

- participatie in een privaatrechtelijke rechtsvorm vindt uitsluitend plaats indien onderzocht en gemoti-

veerd is waarom uitvoering van beleidsvoornemens niet in een publieke rechtsvorm kan plaatsvin-

den (zie ook art. 160, 2e lid Gemeentewet).

Nieuwste ontwikkelingen

Samenwerking tussen gemeenten staat op dit moment volop in de belangstelling. De trend is dat zij voor

steeds meer taken gaan samenwerken op verschillende schaalniveaus en in verschillende vormen. De be-

langrijkste oorzaken hiervoor zijn enerzijds de toenemende bestuurlijke drukte en complexiteit in het open-

baar bestuur en anderzijds decentralisaties en bezuinigingen door de rijksoverheid. Deze laatste schetst

daarbij een beeld waarbij er, in plaats van de huidige provincies, een beperkt aantal ‘landsdelen’ komen en

het aantal gemeenten zal dalen naar tussen de 150 en 200 met een omvang van 100.000 of meer inwoners.

Concreet speelt in de nabije toekomst de opheffing van de stadsregio Arnhem-Nijmegen als WGR-plus en

de samenwerking in het sociale domein

Voor onze gemeente is dit aanleiding geweest om medio 2013 een visie en afwegingskader voor interge-

meentelijke samenwerking op te stellen. Samengevat komt dit er op neer dat:

meerwaarde van de samenwerking aantoonbaar is

het perspectief van de burger voldoende gediend is

democratische legitimering gewaarborgd is.

Tenslotte gaat daarbij de voorkeur naar natuurlijke, strategische partner(s).

Bijzonderheden ten aanzien van de afzonderlijke verbonden partijen

Park Lingezegen

Het openbaar lichaam Park Lingezegen is opgericht om Park Lingezegen te realiseren en te beheren. In een

bestuursovereenkomst van juli 2008 hebben de verschillende partijen besloten tot de oprichting van een

openbaar lichaam zodat besluitvorming en uitvoering voor het park bij één partij komen te liggen. Het open-

baar lichaam werkt onder mandaat van de deelnemende partijen, te weten de gemeenten Arnhem, Linge-

waard, Nijmegen (per 1 januari 2014) en Overbetuwe, de provincie Gelderland en het Waterschap Rivieren-

land. Het Openbaar Lichaam is operationeel sinds 1 december 2010.

De realisatie van Park Lingezegen is vastgelegd in de eerder aangehaalde bestuursovereenkomst. In het

uitvoeringsprogramma Park Lingezegen zijn de projecten beschreven die tot en met 2014 zullen worden

uitgevoerd. Met de overdracht van de taakstelling voor natuurontwikkeling van het rijk naar de provincies is

de uitvoeringstermijn voor het park bijgesteld tot eind 2014 (was eind 2013). De planologische verankering

van het uitvoeringsprogramma is vastgelegd in een intergemeentelijke structuurvisie voor het parkgebied en

bestemmingsplannen die inmiddels onherroepelijk zijn.

Het Openbaar Lichaam Park Lingezegen heeft tot taak de uitvoering en realisatie van het uitvoerings-

programma evenals de coördinatie van het beheer van gerealiseerde onderdelen van Park Lingezegen.

Het accent in het uitvoeringsprogramma ligt op het maken van publiek toegankelijk recreatiegroen en natuur.

Hiervoor is een basisuitrusting vastgesteld. Daarnaast kunnen particuliere initiatieven die de parkdoelen

ondersteunen worden toegestaan.

De grondverwerving voor de basisuitrusting is nagenoeg afgerond. Grond die wordt aangekocht en niet bij

de basisuitrusting behoort wordt in principe geruild tegen grond die wel tot de basisuitrusting behoort, of

Page 147: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

147

wordt verkocht. Grond die wordt ingericht als natuur wordt afgewaardeerd naar een waarde van € 0 en na

het inrichten overgedragen aan de beherende instantie.

De deelnemende gemeenten zijn op basis van de bestuursovereenkomst en de overeenkomst met Staats-

bosbeheer bij de oprichting van het Openbaar Lichaam een jaarlijkse bijdrage van € 240.000,-- aan de ge-

meenschappelijke regeling verschuldigd. Die bijdrage wordt gestort in het beheerfonds. In verband met de

toetreding van de gemeente Nijmegen en in verband met lopende onderhandelingen over de structurele

rijksbijdrage voor het beheer, wordt de gemeentelijke beheerbijdrage in 2014 en 2015 tweemaal met € 5.000

verlaagd tot € 230.000 in 2015. De investeringskosten zijn in voorgaande jaren voldaan.

Stadsregio Arnhem Nijmegen

Toekomst Stadsregio

De uitkomst van de landelijke discussie over de afschaffing van de Wgr-plus heeft consequenties voor de

toekomst van de regionale samenwerking binnen de stadsregio. De discussie hierover is gestart in maart

2012 en zal naar verwachting resulteren in besluitvorming eind 2013.

Subsidiebureau Brussel

Bureau Brussel wil de regionale partijen: overheden, kennisinstellingen en bedrijven helpen een plek te krij-

gen in de EU calls, projecten, partnerschappen enz. De huidige subsidieperiode loopt af in 2014. In de loop

van 2014 komen de eerste mogelijkheden in de nieuwe programmaperiode (2014-2020). Naar verwachting

is het subsidieperspectief in 2013 weinig rooskleurig; toch is het streven jaarlijks twee aanvragen te realise-

ren. Prioritaire thema’s hierbij zijn vooralsnog EMT, toerisme, logistiek en gezondheid. Ter ondersteuning

van deze doelstelling dient “Brussel” de regio en de sterke punten van de regio voldoende te kennen. De

regionale stakeholders dienen goed op de hoogte te zijn van de mogelijkheden die Brussel biedt.

Mobiliteit

In het Regionaal Plan, de Regionale Nota Mobiliteit (ReNoBo) en het Masterplan Openbaar Vervoer is ge-

werkt met een strategische agenda voor mobiliteit. Voor het beleidsveld mobiliteit wordt aan een aantal pro-

jecten en programma’s gewerkt die voortkomen uit deze documenten.

De regionale bereikbaarheid verbeteren betekent vooral die projecten uitvoeren die zich richten op het facili-

teren van de grote regionale vervoersstromen. Dit zijn met name de stromen die goed zijn te bundelen, zoals

projecten op de regionale corridor tussen A50, A73, tweede stadsbrug Nijmegen, A325, de Pleyroute en

A12. Voor de voltooiing van het hoofdwegennet is in juli 2013 de bestuursovereenkomst tussen rijk, provin-

cie en Stadsregio die de financiering en organisatie van de doortrekking van de A15 van knooppunt Ressen

naar de A12 regelt, ondertekend. Verder wordt ingezet op verdere verbetering van het netwerk van hoog-

waardig openbaar vervoer. Voor het aanbieden van minimale mobiliteitsvoorzieningen gaat de stadsregio op

zoek naar nieuwe en innovatieve openbaar vervoerssystemen. In het Masterplan Openbaar Vervoer zijn

deze principes verder uitgewerkt. Bij fietsen wordt ook ingezet op de belangrijke regionale fietsroutes en de

zogenaamde “fietssnelwegen” zoals afronding van het RijnWaalpad tussen Arnhem en Nijmegen.

De focus is gericht op projecten die de doorstroming op het regionale wegennet verbeteren om daarmee de

regionale ring beter haar functie te laten vervullen. Betere benutting van de bestaande infrastructuur zal ook

op de langere termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale bereikbaarheid. Dynamisch ver-

keersmanagement zal in de toekomst een betekenisvolle rol blijven vervullen. Dit wordt uitgevoerd binnen

SLIM (Beter Benutten) waarin nu ook mobiliteitsmanagement is betrokken en er meer wordt ingezet op het

onderliggende wegennet.

In de Regionale Nota Mobiliteit werd ook gekozen voor de interne bereikbaarheid van de stadsregio. Deze

keuze is in de Mobiliteitsaanpak (de actualisatie van de ReNoMo) opnieuw onderstreept. De meerwaarde

van het hoogwaardig openbaar vervoerssysteem moet verder worden benut: daar is nog capaciteit om de

groei op te vangen. Deze meerwaarde komt tot stand door afstemming op en verknoping met andere net-

werken: auto, fiets en bus/trein. De stadsregio legt het accent bij het vergemakkelijken van de overstap van

bus op trein, maar ook van fiets en auto naar openbaar vervoer (transferia en fietsenstallingen).

Page 148: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

148

In het Meermalen Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (MUM) wordt ook het programma voor 2014 vastgelegd

en zijn de jaren daaropvolgend indicatief. Belangrijke onderdelen van het MUM zijn doortrekking A15, aan-

pak A325 (afspraken om de doorstroming op de A325 te optimaliseren), doorstroming busvervoer (HOV

netwerk) ter verkorting van reistijd en meer concurrentie ten opzichte van de auto.

Met betrekking tot het beheer van de Stadsregiotaxi zijn de acties, gericht op instandhouding reguliere ex-

ploitatie concessie Stadsregiotaxi en monitoring en beheer van die concessie.

Eureka (energie en klimaat) Wettelijk doel van Eureka is dat per 1 januari 2015 in de hele stadsregio de normen voor respectieve-lijk fijn

stof (PM10) en stikstofoxiden (NOx) worden gehaald. Als beleidsdoel heeft de stadsregio ge-steld dat uit

oogpunt van volksgezondheid gewerkt wordt aan zo laag mogelijke concentraties fijn stof en stikstofoxiden.

Eureka bestaat vooral uit twee programmasporen waar het meeste rendement valt te behalen:

Hydra: schoner vervoer door transitie naar schone/duurzame brandstoffen (schonere kilometers door groen

gas, waterstof, elektrisch vervoer en intelligente transportsystemen) en slim vervoer (minder kilometers door

nieuwe logistieke concepten);

Terra: minder vervoer door stedelijke distributie, vervoersmanagement en verbetering van de doorstroming

van vrachtverkeer.

Afstemming woningbouwcontingenten en afstemming bedrijventerreinen

De beleidsuitgangspunten van de Verstedelijkingsvisie en Mobiliteitsaanpak (juni 2011) en het regionaal

Programma Bedrijventerreinen (december 2011) zijn uitgewerkt in concrete afspraken tussen stadsregio en

regiogemeenten: de Bestuurlijke Overeenkomsten (BOV’s). Deze zijn voorjaar 2012 ondertekend. Doel is

meer integraliteit tussen de beleidsvelden wonen, werken en mobiliteit. Actualisatie van de uitvoeringspro-

gramma’s vindt plaats door middel van inventarisaties en subregionale overleggen. Eind 2013 worden de

bestuurlijke overeenkomsten geactualiseerd.

Vrijetijdseconomie

De vrijetijdseconomie als vestigingsklimaatfactor wordt door de stadsregio Arnhem Nijmegen ondersteund

door uitwerking en facilitering van de internationale Liberation Route, door verkenning van de mogelijkheden

voor meer samenhangende toeristische activiteiten rondom de rivieren (struin- en fietsroutes en accommo-

daties) en door het opstellen van een regionaal beeldverhaal. Deze activiteiten worden in samenwerking met

ondernemers, RBT-KAN en de provincie opgepakt.

Ruimte voor bedrijven

De stadsregio richt zich op een voldoende en gevarieerd aanbod aan bedrijventerreinen (Regionaal Pro-

gramma Bedrijventerreinen), een goed detailhandelsbeleid en het stimuleren van duurzame bedrijventerrei-

nen. In de komende jaren zal de uitwerking van de regionale ambitie omtrent vraag, aanbod en herstructure-

ring van bedrijventerreinen (zoals is vastgelegd in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen) worden

voortgezet op subregionaal niveau. Hierbij nemen monitoring en toepassing van het protocol SER ladder

een belangrijke plaats in. Op langere termijn zal de SER ladder ook toegepast gaan worden op kantoren. De

afspraken t.a.v. bedrijventerreinenontwikkeling zijn opgenomen in de bestuursovereenkomst. Verder geeft

de stadsregio jaarlijks de vastgoedrapportage uit, met een actuele kwantitatieve én kwalitatieve beschrijving

van de stand van zaken en de aanstaande ontwikkelingen op het gebied van onroerende zaken in de gehele

stadsregio, trends en visie op de toekomst.

Detailhandel

Op het gebied van detailhandel is in 2012 de evaluatie detailhandelsbeleid afgerond. Na vaststelling door de

raad zal actief uitvoering worden gegeven aan de afspraken die daaruit voorvloeien. Die afspraken houden

in dat terughoudender wordt omgegaan met het toedelen van ruimte voor detailhandel en dat boven een

bepaalde maatvoering daarover regionale toetsing en afstemming plaatsvindt.

Page 149: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

149

Duurzame bedrijventerreinen

Om bedrijventerreinen toekomstbestendig te maken is duurzaam beleid bedrijventerreinen van belang.

Daarom zal vanuit de stadsregio worden ingezet op stimulering duurzaam gebruik van bedrijventerreinen

waarbij de stadsregio voornamelijk een faciliterende en stimulerende rol zal hebben op onder meer kennis-

deling. Op langere termijn kan het stimuleren van het duurzaam bouwen van bedrijfspanden in beeld komen.

Wonen

In 2013 zijn de subregionale woningbouwprogramma’s uit de Verstedelijkingsvisie geactualiseerd op basis

van actuele prognosegegevens, uitkomsten van WoON2012 en de uitgangspunten van de Verstedelijkings-

visie.

Strategische langetermijnvisie AN2040

De stadsregio werkt aan het opstellen van een regionale strategische visie voor de lange termijn om daar-

mee een koers aan te geven voor het stadsregionaal handelen en de investeringen in de toekomst. Doelstel-

ling van de langetermijnvisie is om samen met kennisinstellingen, bedrijven en overheden de regio Arnhem

Nijmegen integraal verder te kunnen ontwikkelen als een onderscheidende, krachtige, duurzame en concur-

rerende Europese regio, die voortbouwt op de aanwezige omgevings-kwaliteiten en kwaliteiten in de samen-

leving, rekening houdend met interne en externe ontwikkelingen in de toekomst.

Bijdrage per gemeente

Met ingang van 2012 is een éénmalige, structurele korting van 2,5% op de inwonersbijdrage verwerkt. De

inwonersbijdrage bedraagt met ingang van 2012 € 3,07 in plaats van € 3,15.

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM)

Regionalisering gemeentelijke brandweer

Per 1 januari 2014 wordt de brandweerzorg ondergebracht bij Brandweer Gelderland-Midden. De afspraken,

inhoudelijk en financieel, zijn vastgelegd in een Overdrachtsovereenkomst tussen de gemeente Lingewaard

en de VGGM. Hiermee komt ook het brandweerdeel van de inwonerbijdrage te vervallen. Dit bedrag is ver-

werkt in de overdrachtsovereenkomst.

Crisisbeheersingsorganisatie (regionaal crisisplan)

In de VGGM wordt samengewerkt met betrekking tot de crisisbeheersingsorganisaties. Met de komst van de

Wet Veiligheidsregio’s is het gemeentelijk rampenplan vervangen door het regionaal crisisplan Gelderland

Midden. Deel 1 is in oktober 2011 vastgesteld; deel 2 in 2012. Per juni 2013 zijn de operationele draaiboe-

ken geïmplementeerd. In het regionaal crisisplan is in samenhang de regionale crisisorganisatie beschreven.

De implementatie van de ‘oranje kolom’(gemeentelijke processen), als onderdeel van de crisisbeheersings-

organisatie, wordt in 2014 voltooid, met inbegrip van de operationele draaiboeken.

De wet brengt gedeeltelijk ook een andere bevoegdheidsverdeling met zich mee. De uitwerking hiervan is

geregeld in het Crisisplan. VGGM zal in 2014 de Geregionaliseerde incidentprocedure (=GRIP- structuur) in

het crisisplan aanpassen, dit conform het advies van de Bestuurlijke Werkgroep Bovenregionale Samenwer-

king, waardoor meer helderheid wordt verkregen hoe om te gaan bij crisis die de regiogrenzen overschrijden

en de rol van het rijk daarbij.

Landelijk Crisis Management Systeem

In 2014 gaat de VGGM werken met het Landelijk Crisismanagement systeem (LCMS 2.0). Nationaal wordt

steeds gepleit voor ‘unité de doctrine’, VGGM volgt door deze aanpassingen de landsbrede afspraken.

Page 150: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

150

Gezondheid

De VGGM is in de regio Gelderland-Midden aangewezen als de gemeentelijke gezondheidsdienst. De 16

regiogemeenten financieren de VGGM met de inwonersbijdrage. De VGGM-GGD voert hiermee onder ande-

re het uniform deel van het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar uit. Daarnaast is de inwo-

nersbijdrage de financieringsbron voor een aantal andere taken op het gebied van het gezondheidsbeleid

dat de VGGM uitvoert in opdracht van de gemeenten en ter uitvoering van de Wet publieke gezondheid.

Voor 2014 wordt gefocust op de volgende belangrijke ontwikkelingen en beslispunten.

De adviesfunctie van de GGD zal verder worden ingevuld. Er dient een doorontwikkeling plaats te vinden in

de beleidsadvisering aan gemeenten die is gekoppeld aan de gezondheidsonderzoeken (de epidemiolo-

gische monitors). In het kader van een kwaliteitsverbetering zal worden gekeken naar het gebruik van meer-

dere gegevensbronnen (zoals landelijke databases en huisartsenregistraties) en naar resultaten van kwalita-

tief onderzoek. Inmiddels is een begin gemaakt met een regionale VolksgezondheidToekomstVerkenning die

in 2014 wordt doorontwikkeld. Ook zal VGGM de gemeente moeten ondersteunen in het in beeld brengen

van de kwetsbare groepen. Daarnaast gaat VGGM een overzicht ontwikkelen over de (bewezen effectieve)

interventies die worden ingezet in de gemeenten (voor het aandachtspunt overgewicht is dit al gebeurd). Dit

past in de overheidslijn waarin curatie en preventie op elkaar worden afgestemd. Daarmee ontstaat regio-

naal meer zicht op (evidence-based) interventies en aanbieders die kunnen bijdragen aan een betere leef-

stijl. Een verder aandachtspunt voor 2014 is de inbedding van de publieke gezondheid binnen de decentrali-

saties sociaal domein. Hierin speelt onder andere de jeugdgezondheidszorg een belangrijke rol in de vroeg-

signalering en inzet van hulpverlening. De gemeente krijgt met de decentralisatie van de diverse gezond-

heidstaken binnen het Sociaal Domein (zoals jeugdhulpverlening en extramurale zorg), te maken met nieu-

we gezondheidsvraagstukken. De VGGM kan daarin als adviseur haar rol vervullen.

In 2013/2014 zal de overleg/projectstructuur in de Regio Arnhem binnen het Sociaal Domein verder vorm

krijgen, hierbij dient de relatie tussen deze nieuwe structuur en de VGGM – qua in-

houd/afstemming/overlegstructuur - duidelijk te worden neergezet.

Openbaar lichaam Bergerden (OLB)

De stagnerende verkoop van tuinbouwkavels – en de daarmee gepaard gaande forse nadelige gevolgen

voor de grondexploitatie - heeft geleid tot het uitvoeren van een onderzoek door het Landbouw Economisch

Instituut naar het perspectief voor het glastuinbouwgebied. Uit dat onderzoek is gebleken dat er geen aan-

leiding bestaat te veronderstellen dat de grondverkoop de komende jaren aantrekt. De verwachting is dat er

slechts enkele hectares ten behoeve van nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven zullen worden verkocht.

Op basis van dat onderzoek is met de sector en andere deskundigen en belanghebbenden in een werkate-

lier gesproken over alternatieve bestemmingen, naast glastuinbouw, en is door de het OLB opdracht gege-

ven voor het opstellen van een businessplan waarin een nieuw toekomstperspectief en bijbehorende strate-

gie worden beschreven, inclusief een financiële vertaling in een nieuwe grondexploitatie en een risico-

analyse. In dat kader wordt onder meer uitgegaan van ombestemming van 7 ha glastuingebied naar agrobu-

siness, waarbij de focus voor uitgifte van deze grond is gericht op de planperiode 2018 tot en met 2022. Dit

biedt mogelijkheden om substantieel bij te dragen aan de gewenste opbrengsten. Besluitvorming over dit

businessplan vindt plaats in 2013, de implementatie in de jaren 2014 en verder.

Voor de risico’s wordt verwezen naar de risico-inventarisatie in de paragraaf Weerstandsvermogen en risi-

cobeheersing.

Page 151: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

151

Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden-Gelderland 1990 (Presikhaaf Be-

drijven)

Sociaal Akkoord en Participatiewet

In april 2013 is door Kabinet, werkgevers en werknemers een Sociaal Akkoord gesloten. Een en ander heeft

gevolgen voor de (in-) richting en uitvoering van de sociale zekerheid en de samenwerking op de (onderkant

van de) arbeidsmarkt. Het Kabinet komt met een hoofdlijnennotitie waarin de gevolgen van het Sociaal Ak-

koord worden beschreven. Een ontwerp voor de nieuwe Participatiewet zal in november 2013 naar de

Tweede Kamer worden gezonden en in januari 2014 naar de Eerste Kamer. De invoering van de nieuwe wet

is gepland per 1 januari 2015.

Over de inhoud van de nieuwe Participatiewet is nu onder meer het volgende bekend.

De doelstelling van de nieuwe Participatiewet blijft hetzelfde: zo veel mogelijk mensen volwaardig mee

laten doen in de samenleving, het liefst via een reguliere baan, maar als dat (nog) niet mogelijk is door

op andere manieren te participeren.

Er komen 35 regionale Werkbedrijven. Deze vormen straks de schakel tussen de werkgevers en men-

sen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen. Het Werkbedrijf is niet een fusie van

de bestaande werkbedrijven of SW-bedrijven.

Vanaf 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk in de Wsw in te stromen. Wie nu al in de Wsw werkt,

houdt zijn wettelijke rechten en plichten. Ook blijft het voor gemeenten mogelijk begeleid werken voor

deze mensen te organiseren.

Er wordt beschut werk georganiseerd voor mensen die door een lichamelijke, verstandelijke en/of psy-

chische beperking ondersteuning nodig hebben. Deze groep komt in dienst van het Werkbedrijf en

daarmee bij de gemeente. Ook is het – met extra aanpassingen en begeleiding – mogelijk beschut werk

bij een reguliere werkgever te organiseren. Het kabinet gaat er in de berekeningen van uit dat er 30.000

beschut-werkplekken beschikbaar moeten komen.

Herstructurering Presikhaaf Bedrijven

Bij de herstructurering van Presikhaaf Bedrijven zijn twee zaken van belang: de transitie van de organisatie

als gevolg van al eerder genomen besluiten, en de definitieve omvorming, gericht op de toekomst van de

bedrijven.

1. Transitie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Presikhaaf Bedrijven heeft op 26 juni 2013

een besluit genomen over de transitie van de organisatie. Het betreft uitdrukkelijk een (her-) inrichting van de

organisatie en komt voort uit eerdere keuzes van de gemeenten in 2007 en 2008. Het voorgenomen besluit

houdt in dat Presikhaaf Bedrijven zal worden opgesplitst in een entiteit voor beschut werken en een entiteit

voor arbeidsmarkttoeleiding. De met de herstructurering samenhangende reorganisatie zal op 1 januari 2014

in gang worden gezet en beperkt zich tot wat nodig is om de continuïteit van Presikhaaf te waarborgen. Met

de herstructurering naar twee entiteiten is beoogd meer mensen buiten Presikhaaf te plaatsen, de financiële

tekorten te beperken en de eigen activiteiten af te bouwen waardoor de (financiële) risico’s bij de deelne-

mende gemeenten verkleind worden.

2. Toekomst Presikhaaf Bedrijven

Het hiervoor vermelde transitie-besluit gaat uitdrukkelijk niet over de toekomst van Presikhaaf Bedrijven zo-

als verwoord in de bekende “Stip op de Horizon”. Door de herstructurering los te koppelen van de Stip op de

Horizon en te beperken tot de huidige Wsw hebben de deelnemende gemeenten nog voldoende ruimte om

zelf strategische keuzes te maken. Er is immers nog veel onzekerheid over de wetgeving als gevolg van het

Sociaal Akkoord. Vooralsnog denkt het Algemeen Bestuur op z’n vroegst in het najaar van 2013 een defini-

tief besluit te kunnen nemen over de toekomst van Presikhaaf Bedrijven.

Page 152: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

152

Door onze raad wordt grote waarde gehecht aan de uitkomsten van een aantal onderzoeken met betrekking

tot de herstructurering en de toekomst van de Gemeenschappelijke Regeling Presikhaaf Bedrijven. Deze

onderzoeken zullen uitdrukkelijk bij de finale keuze worden betrokken.

Evaluatieonderzoek garantieomzet-regeling

Onderzoek naar de transitiekosten

Onderzoek naar de gewenste juridische structuur

Heroverweging Gemeenschappelijke Regeling

Voorstellen in het verleden om de huidige Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorziening Midden-

Gelderland 1990 en het Governance Statuut 2008 te heroverwegen en te actualiseren, is eerder aangehou-

den totdat er meer bekend zou zijn over de gevolgen van de invoering van de (later controversieel verklaar-

de) Wet werken naar vermogen en thans het Sociaal Akkoord en de nieuwe Participatiewet.

Door de meeste van de aangesloten gemeenten wordt de huidige gemeenschappelijke regeling als geda-

teerd ervaren, waarbij gemeenten bestuurlijk op afstand staan maar tegelijkertijd wel financieel gebonden

zijn aan Presikhaaf. Lingewaard stelt zich op het standpunt dat de huidige Gemeenschappelijke Regeling

uiterlijk per 1 januari 2015 moet worden opgeheven of gewijzigd.

Gemeentelijke bijdrage

Het Algemeen Bestuur van Werkvoorziening Midden-Gelderland heeft einde 2010 besloten om de gemeen-

telijke GR-bijdrage af te bouwen tot nihil in de periode 2012-2014. Dat betekent dat met ingang van 2014

geen algemene bijdrage meer verschuldigd is aan de gemeenschappelijke regeling.

Dat geldt echter niet voor de exploitatietekorten en de kosten van de noodzakelijke herstructurering van Pre-

sikhaaf Bedrijven. Omdat de algemene reserve van Presikhaaf inmiddels geheel is gereduceerd tot nul, ko-

men al deze kosten ten laste van de deelnemende gemeenten. Naar zich laat aanzien, zullen ook de ko-

mende jaren nog “rode cijfers” worden geschreven; het aandeel van de gemeente Lingewaard daarin be-

draagt een kleine 9%.

Euregio Rijn-Waal

Euregionale projecten en subsidies kunnen een rol spelen bij het behalen van gemeentelijke doelen. Hierbij

gaat het vooral om het stimuleren van duurzame ontwikkeling en innovatieve bedrijvigheid, en kleinschalig

toerisme en recreatie die in balans zijn met natuurwaarden, en om het handhaven van cultuurhistorische

landschapselementen.

Net als in 2013 is voor Lingewaard ook in 2014 het belangrijkste Euregionale item de uitvoering van het Eu-

ropees project KlikER, Klimaatgemeenten in de Euregio Rijn-Waal”. Dat is een Interregproject gericht op

duurzame regionale ontwikkeling door grensoverschrijdende uitwisseling van ervaring en kennis op klimaat-

gebied. Hieraan nemen 11 Nederlandse en Duitse gemeenten deel.

Gemeenschappelijke regeling voor onderwijszaken (GRO)

Bij het opheffen in 1996 van de Regio Arnhem als bestuurlijke eenheid is een afzonderlijke gemeenschappe-

lijke regeling voor de volwasseneneducatie in de regio Arnhem ingesteld, het GOV ofwel Gemeenschappelijk

Orgaan voor Volwasseneneducatie.

De wethouders Volwasseneneducatie vormen met elkaar het Algemeen Bestuur en er is een Dagelijks Be-

stuur bestaande uit vier wethouders: één wethouder uit elke subregio (voor Lingewaard/Overbetuwe is dat

wethouder Telder van Lingewaard, hij is voorzitter) en de wethouder van Arnhem. Het voorbereidende werk

wordt gedaan door een regionaal coördinator en een administratief medewerker, die beiden in dienst zijn van

de gemeente Arnhem. Gemeenten betalen een bedrag voor deze ambtelijke ondersteuning (om BTW ver-

plichtingen te vermijden is een Overeenkomst kosten voor gemene rekening aangegaan).

Page 153: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

153

Er is sprake van een lichte, publiekrechtelijke regeling, die geen rechtspersoonlijkheid kent en die toch het

voordeel biedt van herkenbare intergemeentelijke samenwerking en standpuntbepaling.

Voor het regionaal meld- en coördinatiepunt (RMC) voortijdig schoolverlaten is bestuurlijk op regionaal ni-

veau afstemming vereist en daarvoor werd het GOV als platform gebruikt. Naast de behartiging van de ge-

meenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van volwasseneneducatie wordt

de regeling nu ook gebruikt voor andere onderwijszaken die afstemming behoeven in de regio en waarvan

de regionale afstemming verplicht is en/of aantoonbaar meerwaarde heeft, zoals aanpak voortijdig school-

verlaten, de mogelijke regionalisering leerplicht, passend onderwijs e.d. Mede hierdoor is besloten de rege-

ling een meer algemene naam te geven. In 2007 vond de laatste aanpassing van de regeling plaats. De

regeling heet sindsdien: Gemeenschappelijke regeling voor Onderwijszaken (GRO).

Vanaf 2013 is het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) geen onderdeel meer van volwas-

seneneducatie, maar wordt het rechtstreeks door het Rijk bekostigd. De samenwerkende gemeenten heb-

ben er in 2012 voor gekozen om op de bestaande wijze de overige educatie in te kopen bij ROC Rijn IJssel.

Milieusamenwerking Regio Arnhem (MRA)

Binnen de MRA fungeren 7 verschillende vakberaden waar kennisoverdracht en samenwerking tussen ge-

meenten plaatsvindt. Deze vakberaden zijn: bodem, handhaving, afval, geluid en lucht, klimaat en duur-

zaamheid, vergunningen, beheersgroep regionale verkeers- en milieukaart (RVMK). Daarnaast wordt binnen

de MRA een beleidsmedewerker externe veiligheid ingehuurd voor specifieke advisering op het gebied van

externe veiligheid. Belangrijke ontwikkelingen zijn:

Afval: inzet van biomassa in de regio en het komen tot een gezamenlijke visie voor afvalbeheer.

Klimaat en duurzaamheid: uitvoering van de regionale uitvoeringsagenda voor klimaat en energie” De

Groene Kracht”. Hierin zijn projecten geformuleerd op het vlak van energietransitie, duurzame energie,

energieneutraal bouwen, energie- en milieutechnologie en duurzame mobiliteit.

Bestuurlijk is het voornemen uitgesproken om de activiteiten van de huidige gemeenschappelijke regeling

‘Milieusamenwerking Regio Arnhem’ (MRA) op termijn in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst

regio Arnhem (zie hierna) te gaan integreren. De MRA-activiteiten hebben veel raakvlakken met de activitei-

ten van de Omgevingsdienst regio Arnhem en het is daarom efficiënter te komen tot integratie.

Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA)

Op basis van door Rijk, VNG en IPO gemaakte afspraken is in Gelderland gewerkt aan de verplichte tot-

standkoming van zeven regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s). Afgesproken is dat de uitvoeringsdiensten de

vorm zullen hebben van een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Een

van de belangrijkste redenen om over te gaan tot het oprichten van omgevingsdiensten is om de kwaliteit

van vergunningverlening en handhaving te verbeteren. Lingewaard participeert in de gemeenschappelijke

regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). Aan de gemeenschappelijke regeling ligt een bedrijfsplan

ten grondslag. De deelnemende 11 gemeenten en de provincie Gelderland hebben ieder voor zich een keu-

ze gemaakt om ofwel het verplichte basistakenpakket in te brengen (bestaande uit meer complexe taken

milieuvergunningverlening en milieutoezicht) of het takenpakket Wet milieubeheer dan wel het takenpakket

ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Lingewaard heeft besloten tot inbreng van

het Wabo-takenpakket teneinde de taakuitvoering efficiënter, met een grotere continuïteitswaarborg én met

een toereikend kwaliteitsniveau uit te voeren. Overigens zullen bepaalde specifieke/complexe milieutaken

door andere Gelderse Omgevingsdiensten uitgevoerd gaan worden. Er is gekozen voor bundeling van der-

gelijke complexe taken bij één Gelderse Omgevingsdienst om te kunnen voldoen aan landelijk bepaalde

kwaliteitscriteria voor de taakuitvoering. Dit wordt het Gelderse Stelsel genoemd. De omgevingsdiensten

werken nauw samen. De complexe handhaving voor regio’s die hiervoor niet robuust zijn, inclusief de werk-

Page 154: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

154

zaamheden van bureau milieumetingen, taken met betrekking tot vuurwerk en het toezicht op de bodemsa-

neringen, wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst Regio Arnhem.

Verder voert de omgevingsdienst zelf geen beleidstaken uit. De individuele partners van de Omgevings-

dienst blijven verantwoordelijk voor het eigen ambitieniveau. Er worden geen bevoegdheden overgedragen;

de besluiten worden namens de gemeente genomen en uitgevoerd.

De rechtsvorm van de Omgevingsdienst regio Arnhem is een gemeenschappelijke regeling. De gemeen-

schappelijke regeling is voor onbepaalde tijd aangegaan. In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen

dat de deelnemers na minimaal vijf jaar kunnen uittreden; ook is het mogelijk om de regeling te wijzen. Wet-

houder van Eeten is aangewezen als lid van zowel het Algemeen Bestuur als het Dagelijks Bestuur. Het

bestuur heeft een inlichtingenplicht ten opzichte van de deelnemende gemeenten. Het voornemen bestaat

om de activiteiten van de huidige gemeenschappelijke regeling ‘Milieusamenwerking Regio Arnhem’ (MRA)

op termijn ook in de Omgevingsdienst te gaan integreren.

De Omgevingsdienst is per 1 april 2013 van start gegaan. Vanaf 1 april 2013 zijn 28 medewerkers van Lin-

gewaard in dienst getreden van de omgevingsdienst. Aan het hoofd van deze uitvoeringsorganisatie staat

een directeur. Daarnaast ligt er aan de uitvoering van de ingebrachte taken een dienstverleningsovereen-

komst ten grondslag over de wijze waarop de taken door de omgevingsdienst worden uitgevoerd.

Page 155: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

155

Overzicht verbonden Partijen met de jaarlijkse bijdrage

Onderstaand treft u aan een overzicht van de belangrijkste verbonden partijen.

Zoals eerder is vermeld, wordt in de paragraaf weerstandvermogen ingegaan op specifieke risico’s van en-

kele zwaardere verbonden partijen.

Gemeenschap-

pelijke regeling

Beleidsvoornemen/ontwikkeling

Procesverantwoor-

delijke afdeling

Gemeentelijk verte-

genwoordiger

Stadsregio Arn-

hem Nijmegen

Een adequate aanpak van de grootstedelijke problema-

tiek, alsmede de bevordering van een evenwichtige

ontwikkeling van het gebied.

De Stadsregio richt zich met name op verkeer en ver-

voer, economische ontwikkeling, wonen, ruimtelijke

ontwikkeling en milieu. Doel van de samenwerking is

het behouden en versterken van de kwaliteiten van het

gebied van de Stadsregio om daarmee bewoners en

bedrijven te binden aan de regio.

Bijdrage in 2014: € 140.662 (€ 3,07 per inwoner, con-

form begroting 2014 van Stadsregio Arnhem Nijmegen).

Bijdrage Collectief Vraagafhankelijk Ver-

voer/Stadsregiotaxi in 2013: € 64.340

BPO-RB C.J. Telder

B. van Eeten

Plaatsvervangers:

L.G. Duiven,

S.J.H.G. Wannet

Page 156: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

156

Gemeenschap-

pelijke regeling

Beleidsvoornemen/ontwikkeling

Procesverantwoor-

delijke afdeling

Gemeentelijk verte-

genwoordiger

Veiligheids- en

Gezondheids-

regio Gelder-

land-Midden

(VGGM)

De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Mid-

den behartigt de gemeenschappelijke belangen van de

deelnemende gemeenten op het gebied van openbare

veiligheid, hulpverlening en volksgezondheid, voor zo-

ver deze belangen door aard en schaal in belangrijke

mate het gebied bestrijken, zulks met inachtneming van

hetgeen in de regeling nader is bepaald met betrekking

tot de bevoegdheden.

De VGGM is belast met de instelling en de instandhou-

ding van de volgende uitvoeringstaken:

De Regionale Brandweer Gelderland Midden

De Regionale Ambulance Voorziening en Centrale

Post Ambulancevervoer Gelderland Midden

De Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Gel-

derland Midden

De Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en

Rampen Gelderland Midden.

In de begroting van de VGGM voor het jaar 2014

is een bijdrage van € 11,59 per inwoner opgeno-

men voor het volksgezondheidsdeel.

Op 19 december 2012 heeft het Algemeen Be-

stuur van de VGGM de uitgangspunten voor de

begroting van de brandweer vastgesteld en daar-

bij is gekozen voor financiering via 'de ingebrach-

te budgetten' waardoor er geen administratieve

herverdeeleffecten tussen gemeenten optreden.

De bijdrage per inwoner is hiermee komen te

vervallen.

VTH-OOV/BW (vei-

ligheid)

BPO-SB (gezond-

heid)

M.H.F. Schuurmans-

Wijdeven

B. van Eeten

Plaatsvervanger:

C.J. Telder

Werkvoorzie-

ning Gelderland

Midden

Werkvoorziening Gelderland Midden biedt mensen met

een functiebeperking aangepast werk. Werkvoorziening

Midden Gelderland handelt onder de naam Presikhaaf

Bedrijven. Volgens de organisatiestructuur zijn er de

volgende bedrijven: industriële producten, industriële

diensten, groen, detachering, arbeidsintegratie, tuincen-

tra.

Bijdrage in 2014: € 0

DV-S&W

B. van Eeten

Plaatsvervanger:

C.J. Telder

Page 157: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

157

Gemeenschap-

pelijke regeling

Beleidsvoornemen/ontwikkeling

Procesverantwoor-

delijke afdeling

Gemeentelijk verte-

genwoordiger

Euregio Rijn-

Waal

Bevordering van de regionale grensoverschrijdende

samenwerking van de deelnemers, te ondersteunen en

te coördineren op de volgende gebieden: sociaal-

economische ontwikkeling, onderwijs en scholing, ver-

keer en vervoer, ruimtelijke ordening, cultuur en sport,

toerisme en recreatie, milieubescherming en afvalver-

werking, natuurbehoud en landschapsverzorging, socia-

le zaken, gezondheidszorg, rampenbestrijding, commu-

nicatie en veiligheidsbeleid.

Bijdrage in 2014: € 11.500

BPO-SB N.T.P. Hubers

A.H. Nijboer

M.H.F. Schuurmans-

Wijdeven

Plaatsvervangers:

P.M. Cuypers

F.H. den Houting

L.J.F. Dolmans

Onderwijszaken

in de regio Arn-

hem

De behartiging van de gemeenschappelijke belangen

van de deelnemende gemeenten op het gebied van

onderwijs en volwasseneneducatie.

Vaststelling van de hoofdlijnen van het beleid voor on-

derwijs en volwasseneneducatie, alsmede vormgeving

van kwaliteitszorg en structuur in het onderwijs en de

volwasseneneducatie en de zorg dat alle ontwikkelingen

voldoende zijn afgestemd op het lokaal onderwijsbeleid.

Bijdrage in 2014: € 3.100

BPO-SB C.J. Telder

Plaatsvervanger:

B. van Eeten

Milieusamen-

werking Regio

Arnhem (MRA)

Behartiging van de gemeenschappelijke, zowel in de

rechtstreekse samenwerking als bij of krachtens de wet

toevertrouwde, belangen van de deelnemende gemeen-

ten betreffende de bescherming van het milieu, waaron-

der in het bijzonder is begrepen de uitvoering van het

door het gemeenschappelijk orgaan vastgesteld regio-

naal uitvoeringsprogramma en het producthouderschap

uitvoeringsregeling sanering verkeerslawaai.

Bijdrage in 2014:

- inwonersbijdrage algemeen € 9.800

- inwonersbijdrage Regionale verkeers- en mili-

eukaart € 10.700

BPO-SB (duurzaam-

heid)

DV-O&I (overig)

B. van Eeten

Plaatsvervanger:

C.J. Telder

Page 158: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

158

Gemeenschap-

pelijke regeling

Beleidsvoornemen/ontwikkeling

Procesverantwoor-

delijke afdeling

Gemeentelijk verte-

genwoordiger

Omgevings-

dienst regio

Arnhem

De Omgevingsdienst Regio Arnhem (gemeenschappe-

lijke regeling) is een uitvoeringsorganisatie die het

takenpakket op grond van de Wet algemene bepalingen

omgevingsrecht (Wabo) uitvoert (vergunningverlening,

advisering, toezicht & handhaving v.r.o.m.-taken). Doel

is een efficiënte en kwalitatief verantwoorde taakuitvoe-

ring conform de landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria.

Voor de uitvoering van werkzaamheden met de ODRA

is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten.

In het najaar van 2012 heeft besluitvorming over parti-

cipatie plaatsgevonden.

De begroting dient conform de “gemeenschappelijke

regeling Omgevingsdienst regio Arnhem” vóór 1 juli in

het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient vast-

gesteld te worden door het Algemeen Bestuur.

Bijdrage in 2014:

€ 2.304.200 (op basis van Begroting 2013 waarin jaar-

schijf 2014 ook is opgenomen). Dit bedrag is opge-

bouwd uit incidentele kosten en exploitatiekosten.

BPO-RB

(vergunning-

verlening)/VTH

(handhaving)

B. van Eeten

Plaatsvervanger

C.J. Telder

Openbaar Li-

chaam Berger-

den (OLB)

Bevordering van de economische ontwikkeling en de

werkgelegenheid in de glastuinbouw en daarmee ver-

band houdende bedrijvigheid door het ontwikkelen en

exploiteren van een kwalitatief hoogwaardig en uit fi-

nancieel oogpunt aanvaardbaar intergemeentelijk glas-

tuinbouwgebied.

Bij de ontwikkeling van het glastuinbouwgebied wordt in

de basis uitgegaan van een sluitende grondexploitatie.

BPO-PR J.A.W. Joosten

M.H.F. Schuurmans-

Wijdeven

B. van Eeten (wnd)

M.J.A. van Aalten-

Janssen

Plaatsvervangers:

C.J. Telder

J.G.A. Gerichhausen

J.J. Huizinga

S.J.H.G. Wannet

Page 159: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

159

Gemeenschap-

pelijke regeling

Beleidsvoornemen/ontwikkeling

Procesverantwoor-

delijke afdeling

Gemeentelijk verte-

genwoordiger

Openbaar Li-

chaam Park

Lingezegen

Als uitvloeisel van een in 2008 gesloten bestuursover-

eenkomst met het oog op intergemeentelijke samen-

werking voor de realisatie van Park Lingezegen is in

december 2010 een gemeenschappelijke regeling ge-

troffen met een Openbaar Lichaam als onderliggende

structuur. Doel van die gemeenschappelijke regeling is

het duurzaam regelen van het beheer van het parkge-

bied en het structureel betrokken houden van de steden

Arnhem en Nijmegen bij het beheer (op grondgebied

van Lingewaard en Overbetuwe).

De gemeente Lingewaard is een jaarlijkse bijdrage van

€ 240.000 aan de gemeenschappelijke regeling ver-

schuldigd. In 2014 wordt dit € 235.000 en in 2015

€ 230.000 .

BPO-RB B. van Eeten

Uiterwaarde

(voorheen Re-

creatieschap

Overbetuwe)

Het recreatieschap heeft tot taak de gemeenschappelij-

ke behartiging van de belangen van de deelnemende

gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en

het toerisme in het gebied.

Er wordt geen bijdrage verstrekt aan het recreatieschap.

De (voormalige) inwonersbijdrage is in 2001 afgekocht.

BPO-SB H.J.J. Arends

M.H.F. Schuurmans-

Wijdeven

Plaatsvervangers:

A.H. Nijboer

L.J.F. Dolmans

Stichtingen en Verenigingen

Vereniging van Nederlandse Gemeenten (en Vereniging van Nederlandse Gemeenten, afdeling Gelder-

land)

NB. Voorheen werd de Stichting Beveiliging Bedrijventerreinen (SBBL) ook onder de rubriek Stichtingen

en Verenigingen genoemd. Deze stichting is een publiek-private samenwerkingsvorm die in het leven is

geroepen om de bedrijventerreinen veiliger te maken. De gemeente Lingewaard onderhoudt geen fi-

nanciële relatie met deze stichting en is uitsluitend ambtelijk in de bestuursvergaderingen van de stich-

ting vertegenwoordigd.

Deelnemingen

Vitens

NV Bank Nederlandse Gemeenten

Nazorg Bodem Holding BV

Windmolenpark Looveer BV

Overige samenwerking

Programmabureau Rivierengebied

Page 160: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.6 Verbonden partijen

Programmabegroting 2014

160

Page 161: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

161

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Visie op grondbeleid in relatie tot de doelstellingen, zoals die zijn opgenomen in de begro-

ting

Op 31 oktober 2013 heeft de gemeenteraad de Nota Grondbeleid 2013 gemeente Lingewaard vastgesteld.

Hiermee heeft de gemeenteraad de kaders gesteld voor de uitvoering van het grondbeleid. In deze nota is

het grondbeleid als volgt gedefinieerd:

Grondbeleid is een doelgerichte overheidsinterventie in de grondmarkt. Door in de grondmarkt te interveni-

eren kan de overheid – in de meeste gevallen is dat de gemeente – het bereiken van haar eigen doelstellin-

gen veilig stellen.

Uit deze definitie blijkt het karakter van grondbeleid als instrumenteel beleid dat faciliterend van aard is.

Het faciliteert in feite het behalen van doelen uit andere beleidsvelden en dit op een zo efficiënt mogelijke

manier. Deze doelen zijn uitgewerkt in de in deze begroting opgenomen doelenbomen voor de verschillende

programma’s. Het betreft voornamelijk:

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit;

Programma 4 Bedrijvigheid

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Programma 6 Landschap

Programma 7 Wonen

Programma 8 Klimaat & Duurzaamheid

Wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

Algemene voorkeursroute

Om doelstellingen, zoals weergegeven in de in deze begroting opgenomen doelenbomen, op een adequate

wijze te verwezenlijken heeft de gemeente Lingewaard in de Nota Grondbeleid, in algemene zin, de voor-

keur voor het voeren van een faciliterend grondbeleid. Indien dit in de gegeven omstandigheden wenselijk is

zal de gemeente een regisserende rol aannemen en indien dat noodzakelijk is zal gekozen worden voor een

actieve vorm van grondbeleid.

Deze voorkeursroute sluit aan op het beeld van de gemeente Lingewaard over de rol van de overheid bij

gebiedsontwikkeling. Die hoeft niet te zijn dat de gemeente vooraf en risicodragend zelfstandig plannen

ontwikkelt waarna zij deze ook uitvoert. De gemeente stelt kaders en nodigt marktpartijen uit om goede

voorstellen in te dienen die passen binnen deze kaders. Komen marktpartijen als vanzelf met die goede

voorstellen dan is een uitnodiging niet nodig en is een faciliterende rol afdoende. Hiermee wordt duidelijk dat

de gemeente Lingewaard de rol van de gemeente niet als die van ondernemer ziet.

Page 162: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

162

De wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert wordt hieronder per programma in hoofdlijnen weer-

gegeven.

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Aanleggen wegen en fietspaden

In 2014 wordt de aanleg van het RijnWaalpad afgerond en wordt de kruising Van Elkweg- Papenstraat gere-

construeerd met toepassing van een busstrook langs de Papenstraat. Voor de aanleg van het RijnWaalpad

is in 2012 het onteigeningsinstrument ingezet. De verwachting is dat begin 2014 door de Kroon het vonnis

wordt uitgesproken.

Programma 4 Bedrijvigheid (bedrijventerreinen)

Uitbreiden en verbeteren vestigingsmogelijkheden (aanbod en diversiteit bedrijfskavels)

In het economisch beleidsplan was een toename van de bedrijventerreinen met tenminste 32 ha opgeno-

men. Deze doelstelling is inmiddels bereikt. Door de economische crisis zijn de grondverkopen van de be-

drijventerreinen al enkele jaren beperkt. Er zijn tegenvallende grondverkopen bij Bergerden en de bedrijven-

terreinen Pannenhuis II, Houtakker II en Agropark II, waardoor de rentelasten oplopen. In 2013 is onderzoek

gedaan naar het toekomstperspectief van deze werklocaties en worden strategische keuzes gemaakt. Be-

houd en waar mogelijk uitbreiding van werkgelegenheid en behoud van bedrijven vormen daarbij belangrijke

doelstellingen. Om de verkoop van bedrijfskavels te bevorderen, zetten we in op verbetering van acquisitie,

marketing en interne organisatie.

Waar in 2007-2008 nog sprake was aan een tekort aan bedrijventerreinen, is dus inmiddels een overaanbod

ontstaan. De nadruk is dan ook steeds meer komen te liggen op revitalisering en het voorkomen van oplo-

pende leegstand. Wij doen dit onder meer door middel van regionale samenwerking (bijvoorbeeld met de

gemeente Overbetuwe) ten behoeve van revitalisering/herstructurering en verdere ontwikkeling van bedrij-

venterreinen en andere werklocaties. Om overaanbod en renteverliezen te voorkomen, zal de ontwikkeling

van deze werklocaties worden afgestemd op marktontwikkelingen en gefaseerd plaatsvinden. In 2014 zal

een onderzoek worden gedaan naar de leegstand op bedrijventerreinen en een plan van aanpak worden

opgesteld.

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Faciliteren basiswinkelvoorzieningen

De aantrekkingskracht van winkelcentra wordt erg bepaald door trekkers als supermarkten op strategische

locaties. Daarnaast zijn een goede bereikbaarheid en voldoende en goede parkeervoorzieningen essentiële

voorwaarden om de basiswinkelvoorzieningen te faciliteren. Daartoe is in 2013 een voorstel gedaan voor het

instellen van een parkeerfonds. Ondernemers kunnen planologisch gefaciliteerd worden. Bij

(ver)bouwplannen hanteert de gemeente de uitgangsregel, dat door de initiatiefnemers wordt voorzien in

voldoende parkeergelegenheid. In de anterieure overeenkomsten worden bepalingen opgenomen ten aan-

zien van de instandhoudingsverplichting van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein.

Aantrekkelijk maken centrumgebieden

In Bemmel is ten behoeve van het aantrekkelijker maken van het centrum gekozen voor het realiseren van

een winkelcircuit, met winkels aan beide zijden van de straten en het uitbreiden van winkelvoorzieningen in

zowel de food als non food. In aansluiting op deze uitbreiding is het bestaande overdekte winkelcentrum

gerevitaliseerd. Om de aantrekkelijkheid verder te vergroten, is gekozen voor het aanleggen van een nieuwe

ontsluitingsweg, het realiseren van ondergrondse parkeervoorzieningen en het maken van een autovrijplein,

Page 163: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

163

met ruimte voor horecavoorzieningen en een complete herinrichting van het openbare gebied. Dit centrum-

plan bevindt zich thans in de laatste fase (herontwikkeling deelgebied Loostraat en de herinrichting van de

Loostraat). Voor wat betreft de herontwikkeling van de Loostraat zal de gemeente een faciliterende rol aan-

nemen. De herinrichting van de Loostraat zal de gemeente actief oppakken.

In Huissen is gekozen voor het versterken van het bestaande winkellint. Door een ruil van huidige trekkers in

de food en non food kan voorzien worden in de vestiging van een eigentijdse fullservice supermarkt in het

centrum van Huissen. De trekkers worden op de kop van het winkelcentrum gesitueerd, met hierop aanslui-

tend de parkeervoorzieningen. Hiermee wordt bevorderd dat er een ‘loop’ ontstaat tussen deze trekkers,

waardoor de detailhandelsfunctie van het tussenliggende gebied wordt versterkt. Niet detailhandelsfuncties

kunnen hierdoor in de loop van de tijd verdwijnen. Voor bovengenoemde ontwikkelingen zijn met marktpar-

tijen reeds overeenkomsten gesloten, waarin opgenomen is dat de gemeente bij deze ontwikkelingen een

faciliterende rol aanneemt.

In Gendt wordt eveneens naar een compacter centrum gestreefd. Daar waar marktpartijen met initiatieven

komen, zal de gemeente proberen om hieraan medewerking te verlenen. De gemeente zal hierbij voor wat

het grondbeleid betreft een faciliterende rol aannemen.

Programma 6 Landschap

Herstructurering glastuinbouwgebied Huissen-Angeren

Met de herstructurering van de glastuinbouw in het gebied Huissen- Angeren willen wij de ruimtelijke kwali-

teit van het gebied te verbeteren. Daarbij richten wij ons op het versterken van de ontwikkelingsmogelijkhe-

den voor de tuinbouw, met name door het stimuleren van innovatie en verduurzaming van de glastuinbouw,

en op het “vergroenen” van het landschap.

Park Lingezegen

Wij willen ervoor zorgen dat Park Lingezegen als landschapspark bijdraagt aan de versterking van het land-

schappelijke karakter. Daarvoor zetten wij in op de natuurontwikkeling, waterberging en behoud van een

oppervlak aan agrarische productiegrond. Indien noodzakelijk zullen wij, indien minnelijke verwerving niet tot

resultaat leidt, het onteigeningsinstrument inzetten om de gestelde doelen voor het Park Lingezegen te ver-

wezenlijken. Bij particuliere initiatieven, waar sprake is van een bouwplan in de zin van het Besluit ruimtelijke

ordening, zal het kostenverhaal middels een anterieure overeenkomst via een anterieure overeenkomst

geregeld worden. Tevens zullen de locatie-eisen in deze anterieure overeenkomst worden vastgelegd. In-

dien noodzakelijk zal het exploitatieplan ingezet worden.

Herinrichting uiterwaarden

Voor de veilige afvoer van hoogwaterpieken in de toekomst is rivierverruiming noodzakelijk. Dit kan op ver-

schillende manieren en de gemeente werkt hieraan mee op voorwaarde dat rivierverruiming geïntegreerd is

in projecten die ook verbetering van kwaliteit opleveren voor de natuur en de recreatie. Wij hanteren het

uitgangspunt dat riviergebonden bedrijvigheid en agrarisch grondgebruik daar niet vanzelfsprekend voor

hoeft te wijken.

De fase waarin de voorbereiding en uitvoering van deze projecten zich bevinden, verschilt per uiterwaard.

Voor de uiterwaard bij Huissen en Angeren is het doel dat de uitvoering medio 2014 kan starten. Voor de

Bemmelse Waard wordt de planologische procedure eind 2013 gestart en zal 2014 in het teken staan van

de behandeling van inspraak en zienswijzen, resulterend in de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan.

Parallel worden de benodigde vergunningen in procedure gebracht. Voor deze ontwikkeling zal een

uitvoeringsovereenkomst worden opgesteld, waarin enerzijds het kostenverhaal wordt geregeld en an-

derzijds het sort en de kwaliteit van de aan te leggen voorzieningen zal worden vastgelegd.

Page 164: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

164

Verweving realiseren tussen landbouw, landschap en natuur

Lingewaard is van oudsher een agrarische gemeente en de agrariërs zijn van oudsher belangrijke vormge-

vers en beheerders van de landschap. Door de verstedelijking binnen de regio zien de agrariërs zich ge-

noodzaakt om andere manieren te vinden voor hun bedrijfsvoering. Wij willen agrariërs mogelijkheden bie-

den om een rol te blijven spelen door hen te faciliteren bij het omgaan met de veranderende omgeving. Een

voorbeeld hiervan is het planologisch mogelijk maken van functieverandering en verbreding van de bedrijfs-

voering, onder meer door de regels in nieuwe bestemmingsplannen flexibeler te maken en beter af te stem-

men op de (landschaps-)kwaliteiten die echt bescherming nodig hebben. Daarnaast kunnen agrariërs ook

op het gebied van natuur- en landschapsontwikkeling meer betrokken worden. Bij de actualisatie van het

uitvoeringsprogramma landschap is met LTO gesproken over concrete uitvoeringsmogelijkheden hiervoor

Bij functieverandering zal de gemeente een faciliterende rol aannemen. Kostenverhaal zal plaats vinden

middels een anterieure overeenkomst. In deze anterieure overeenkomst wordt ook de verplichting tot de

landschappelijke inpassing van de toekomstige bebouwing vastgelegd. Indien noodzakelijk zal het exploita-

tieplan ingezet worden.

Bevorderen beleving van ons landschap

Op 30 mei 2013 is de Nota Ruimtelijke Ontwikkelingen Gemeente Lingewaard 2013 vastgesteld.

Bij locatieontwikkelingen, waarbij het kostenverhaal via een anterieure overeenkomst plaatsvind, zullen wij

aan de initiatiefnemers een bijdrage aan ruimtelijke ontwikkelingen vragen ter gedeeltelijke dekking van de

kosten voor de ruimtelijke ontwikkelingen, zoals die in dit programmaonderdeel worden genoemd.

Programma 7 Wonen

Aanleg groen en speelruimtes

De gemeente legt zelf geen openbaar groen of speelruimte meer aan, omdat hiervoor geen budgetten meer

beschikbaar zijn. De rol van de gemeente is beperkt tot beheer van bestaande voorzieningen.

In wijken waar nog nieuwbouw plaatsvindt (Loovelden en Bloemstraat in Huissen), maakt de aanleg van

groen en speelruimte onderdeel uit van de afspraken die in de met de ontwikkelaars gesloten exploitatie-

overeenkomsten zijn opgenomen. Bij nieuwe ontwikkelingen zal de gemeente ook afspraken over de aanleg

van groenvoorzieningen opnemen in de te sluiten anterieure overeenkomsten.

Aanwijzen woningbouwlocaties

In het verleden zijn al besluiten genomen over nieuwe woningbouwlocaties. Op dit moment is de inspanning

van de gemeente erop gericht om partijen te bewegen tot het maken van concrete plannen en projecten

voor deze locaties, afgestemd op de kwantitatieve en kwalitatieve planning en behoefte. Concrete planvor-

ming is afhankelijk van de inschattingen van marktpartijen over de rendabiliteit en van hun mogelijkheden in

deze economisch ongunstige periode. Voordat een planologische procedure voor een concreet plan start zal

er een anterieure overeenkomst worden gesloten, waarin het kostenverhaal is verzekerd en de locatie-eisen

zijn vastgelegd. Indien noodzakelijk zal het exploitatieplan ingezet worden.

Bevorderen en herstructureren woningbouw

De komende jaren neemt het levensloopbestendig maken van woningen en het herstructureren van woon-

wijken toe. De corporaties zijn hier al mee begonnen. De gemeente is in 2014 betrokken bij herstructuring in

Huissen (Van Gelrestraat/Kleefstraat) en in Gendt (Burchtgraafstraat). Voor de koopwoningensector zijn

vooralsnog nog geen acties gepland.

Voordat een planologische procedure voor een concreet herstructureringsplan start zal er een anterieure

overeenkomst worden gesloten, waarin het kostenverhaal is verzekerd en de locatie-eisen zijn vastgelegd.

Indien noodzakelijk zal het exploitatieplan ingezet worden.

Page 165: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

165

Afspraken maken met woningcorporaties

De gemeente betrekt de woningcorporaties bij visieontwikkeling en –uitvoering. Om ambities te verwezenlij-

ken hebben beide partijen elkaar nodig. De prestatieafspraken vormen hiervoor de basis. In het Besluit Be-

heer Sociale Huursector (BBSH) staan de prestatievelden waarover afspraken gemaakt worden. Jaarlijks

worden de afspraken gemonitord, geëvalueerd en indien nodig geactualiseerd. In Lingewaard is sprake van

een goede samenwerking tussen de gemeente en de corporaties, gebaseerd op vertrouwen, een goede

communicatie, wederzijdse informatievoorziening en een constructief periodiek bestuurlijk en ambtelijk over-

leg.

Stimuleren duurzaam bouwen en levensloopbestendig bouwen

In 2013 heeft de gemeente het Groene Akkoord ondertekend. Met dit akkoord wordt in stadsregio verband

afgesproken om met alle betrokken partijen op dezelfde wijze met duurzaam bouwen te gaan werken. Een

aspect hiervan betreft duurzaam bouwen. In 2014 zal de gemeente hier verder inhoud aangeven door bij

woningbouw de duurzaam bouwen principes toe te passen conform het regionale convenant. Bij locatieont-

wikkelingen zullen wij bezien welke duurzaamheidsaspecten kunnen worden meegenomen bij de planont-

wikkeling. Zo nodig zullen deze afspraken in de anterieure overeenkomst worden opgenomen.

8 Klimaat en Duurzaamheid

Bevorderen duurzame energieproductie

In 2013 heeft de gemeente de mogelijkheden onderzocht om duurzame energieproductie te bevorderen en

om lokale energie coöperaties op te richten en te ondersteunen. Daartoe is de mogelijkheid onderzocht om

ongebruikte bedrijventerreinen in te zetten voor duurzame energieproductie.

Windenergie, een biovergistingsinstallatie, een lokaal zonnepark en het verdere bevorderen van een lokale

energie coöperatie zijn haalbaar en zullen in 2014 nader uitgewerkt worden. Dit moet leiden tot een voorstel

voor een zonnepark, een businessplan voor windenergie en nader onderzoek naar een stadswarmtenet.

Ook zal een nieuwsbrief over duurzame ondernemersinitiatieven verschijnen.

Page 166: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

166

Actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale bouwgrondexploitaties

Complexen Einde looptijd Winstverwachting/

verliesverwachting

Bedrijventerreinen

G.040 Agropark, Huissen 31-12-2022 - € 1.737.398 (W)

G.043 Pannenhuis II, Huissen 31-12-2022 - € 1.421.264 (W)

G.045 Houtakker II, Bemmel 31-12-2024 € 3.430.000 (V)

Woningbouw

G.015 Mariaplein, Haalderen 31-12-2016 - € 16.652 (W)

G.032 Markt 20-24, Gendt 31-12-2016 - € 437.422 (W)

G.033 Bloemstraat, Huissen 31-12-2014 € 220.105 (V)

G.041 Bloemstraat 1 (voormalig kruisgebouw), Huissen *)

G.042 Fitness-Centre/Rietbaan-Zuid, Huissen 31-12-2015 € 22.750 (V)

G.044 Sancta Maria, Huissen *)

G.047 De Halden II, Haalderen 31-12-2015 - € 409.063 (W)

G.051 Loovelden, Huissen 31-12-2020 - € 95.137 (W)

G.060 Hegsestraat 11, Gendt *)

G.062 Kersentuin, Angeren 31-12-2015 - € 2.330(W)

G.063 Dorpsstraat/Oostervelden, Bemmel *)

G.066 De Wijngaardenier, Huissen 31-12-2015 - € 8.855 (W)

G.071 Prins Bernhardstraat, Angeren 31-12-2014 - € 37.423 (W)

G.078 Vleumingen (11 woningen), Gendt 31-12-2015 € 30.802 (V)

G.079 Zandsehof, Huissen 31-12-2015 - € 18.907 (W)

G.084 Ceres, Bemmel 31-12-2016 € 1.919 (V)

Centrumplan Bemmel

G.011 Loostraat / centrumplan Bemmel 31-12-2016 € 416.931 (V)

Ontwikkelingsvisie Angeren

G.028 Maliebaan – Roode Wald, Angeren 31-12-2014 € 270.075(V)

Functieverandering

G.076 Munnikhofsestraat 9, Gendt 31-12-2014 - € 7.856 (W)

G.081 Zandvoort 21, Gendt 31-12-2014 - € 1.430 (W)

Glastuinbouw

G.055 Glastuinbouwgebied Bergerden 31-12-2018 € **)

G.073 Herstructurering glastuinbouw Huissen - Angeren 31-12-2016 € - 20.875 (W)

*) Voor dit plan is was ten tijde van het opstellen van deze paragraaf nog geen grondexploitatie beschikbaar

**) Resultaat op Netto Contante Waarde (NCW). Van dit geprognosticeerde negatieve exploitatieresultaat zal

op basis van de samenwerkingsovereenkomst GR Bergerden – STOL per saldo € 2.726.314 ten laste van

de gemeente Lingewaard komen.

Page 167: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

167

Winstverwachting, verliesverwachting en geraamde winstneming 2014

In 2014 zullen de volgende in exploitatie zijnde complexen worden afgesloten:

Complexnummer Complexnaam Verliesverwachting Winstverwachting Tussentijdse

winstneming

Resultaat 2013

G.071 Prins Bernhardstraat,

Angeren

- € 37.423

G.033 Bloemstraat, Huissen € 220.105

G.028 Maliebaan-Rhoode

Wald, Angeren

€ 270.075

G.076 Munnikhofsestraat 9,

Gendt

- € 7.856

G.081 Zandvoort 21, Gendt - € 1.430

Totaal verlies/winst € 490.180 - € 46.709

Af: Gedekt door

Verliesvoorziening

€ 483.100

Totaal resultaat - € 39.629

De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s

van de grondzaken

Algemene reserve grondexploitatie

Het grondbeleid heeft een grote financiële impact. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s zijn

van belang voor de algemene financiële positie van de gemeente. Voor het grondbeleid is een algemene

reserve grondexploitatie aanwezig. Deze algemene reserve dient ter dekking van onvoorzienbare risico’s en

als voorziening voor risico’s op aangekochte (strategische) gronden die nog niet in exploitatie zijn genomen.

De algemene reserve grondexploitatie wordt gevoed uit de (positieve) eindresultaten van alle afgesloten

(grond)exploitaties plus alle tussentijdse winstnemingen. Als uit de kostprijsberekening blijkt, dat bij een

complex een verlies wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening getroffen (artikel 44 BBV), die ten laste

van de algemene reserve grondexploitatie wordt gebracht.

Indien de algemene reserve grondexploitatie volledig is ingezet voor de afdekking van de (verwachte) verlie-

zen van grondexploitaties, dan komen de tekorten ten laste van de algemene dienst. Indien de algemene

reserve grondexploitaties hoger is, dan voor de verevening van de te verwachten tekorten/dekking van de

risico’s noodzakelijk is, dan kan de gemeenteraad bij de begroting/jaarrekening tot afroming besluiten.

De algemene reserve grondexploitatie bedroeg (na aftrek van de t.l.v. de algemene reserve grondexploita-

ties getroffen verliesvoorzieningen en na aftrek van de voorzieningen van verliezen, welke in het verleden

de grondexploitaties zijn ingebracht) per 1-1-2013 € 0. Rekening houdend met de winst- en verliesverwach-

ting en het feit dat er een verliesvoorziening ten laste van de Algemene Reserve wordt getroffen van

€ 1.050.826 blijft het saldo van de Algemene reserve grondexploitatie per 31-12-2014 € 0.

Saldo 1-1-2013 € 0

Bij: Verwacht resultaat grondexploitaties 2013 € 17.745 1)

Bij: Verwacht resultaat grondexploitaties 2014 € 39.629

Af: Bijstelling verliesvoorziening € 1.108.200

Bij: Verliesvoorziening ten laste van de Algemene Reserve € 1.058.826

Saldo: 31-12-2014 € 0

1) Af te sluiten projecten in 2013:

Nije Hof Angeren, Olyhorststraat 13 Gendt, Olyhorststraat 37 Gendt , Groenestraat 3 Bemmel en Van Voorststraat 1 Huissen

Page 168: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

168

Voorzieningen verliesgevende projecten

Wanneer voor een complex op basis van de jaarlijkse geactualiseerde exploitatieopzet een verlies op eind-

waarde (EW) optreedt, dan wordt voor dit verlies een voorziening getroffen.

Complex-

nummer

Complexnaam Getroffen verlies-

voorziening per

31-12-2012

Bijstelling op basis

van huidige progno-

se

Verliesvoorziening na

bijstelling op basis

van huidige prognose

G.011 Loostraat / Centrumplan Bemmel € 420.600 -/- € 3.600 € 417.000

G.028 Maliebaan – Roode Wald, Angeren € 262.900 € 7.200 € 270.100

G.033 Bloemstraat, Huissen € 220.200 € 220.200

G.042 Fitness-Centre, Huissen € 19.200 € 3.600 € 22.800

G.045 Houtakker II, Bemmel € 2.735.000 € 695.000 € 3.430.000

G.063 Dorpstraat/Oostervelden, Bemmel € 399.200 € 399.200

G.078 Vleumingen € 27.600 € 3.300 € 30.900

G.081 Zandvoort 21, Gendt € 0 € 1.500 € 1.500

G.084 Ceres, Bemmel € 0 € 2.000 € 2.000

Voorzieningen voor verliezen die inge-

bracht zijn in de Grondexploitaties

€ 674.609 € 674.609

Totaal € 4.360.109 € 1.108.200 € 5.468.309

Op basis van de huidige prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitaties zullen de

verliesvoorzieningen per saldo met € 1.108.200 moeten worden verhoogd. De bijstelling van de verliesvoor-

zieningen geschiedt jaarlijks binnen de actualisaties bij de jaarrekening.

Risico’s

Aangezien grondexploitaties betrekking hebben op meerjarige vastgoedontwikkelingen, is het evident dat

hieraan risico’s zijn verbonden. Onder een risico wordt verstaan de kans dat de ontwikkeling van een project

in negatieve zin afwijkt van de geformuleerde financiële uitgangspunten. Risico’s zijn niet erg, zolang ze zijn

ingecalculeerd en er middelen kunnen worden aangewend om de financiële gevolgen die zich in werkelijk-

heid voordoen, te kunnen opvangen.

Overmatig afdekken van risico’s kan echter leiden tot het onnodig schrappen of uitknijpen van gewenste

activiteiten. Het onvoldoende treffen van voorzieningen voor financiële risico’s kan daarentegen het eindre-

sultaat en de financiële positie van bestaande projecten en zelfs de gemeente als geheel ernstig schaden.

Risicomanagement is daarom gewenst: het regelmatig en systematisch onderzoeken van de risico’s die de

financiële haalbaarheid van een project bedreigen en het formuleren en toepassen van maatregelen, waar-

mee deze risico’s zo doeltreffend mogelijk beheerst worden.

Bij alle genoemde projecten loopt de gemeente mogelijk (financiële) risico’s. Niet alle ontwikkelingen zijn

vooraf te voorzien en de kosten gaan bij grondexploitaties voor de baten uit. Wanneer er op basis van de

jaarlijks geactualiseerde exploitatieopzet een verlies optreedt, wordt voor dit verlies een voorziening ten

laste van de algemene reserve grondexploitatie getroffen (voorzichtigheidsbeginsel). Indien de algemene

reserve grondexploitatie niet meer toereikend is komen de verliezen ten laste van de algemene dienst.

Bij het faciliterend grondbeleid liggen de (financiële) risico’s met name bij de particuliere initiatiefnemers.

Bij actief grondbeleid (met name de bedrijventerreinen) liggen de risico’s bij de gemeente.

Het grootste risico bij de bedrijventerreinen Agropark en Pannenhuis II is het afzetrisico, de landelijke ten-

dens is dat door de huidige marktsituatie de verkoop van bedrijfsgrond stagneert. Bij het bedrijventerrein

Page 169: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

169

Houtakker II speelt dat de lange voorbereidingstijd negatieve gevolgen heeft voor de grondexploitatie. Daar-

naast speelt ook zal bij dit bedrijventerrein het afzetrisicio een grote rol gaan spelen.

Het glastuinbouwproject Bergerden wordt voor rekening en risico van de gemeente Nijmegen en Lingewaard

ontwikkeld. Beide gemeenten zijn voor ieder 50% risicodragend. De slechte economische situatie in de tuin-

bouwsector zorgt al enkele jaren voor een stagnatie in de grondverkopen. Bij het uitblijven van grondverko-

pen zal, indien blijkt dat de andere maatregelen geen soelaas bieden, een voorziening moeten worden ge-

troffen.

Page 170: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Paragraaf 5.7 Grondbeleid

Programmabegroting 2014

170

Page 171: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

171

Deel II Financiële begroting

Page 172: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

172

Page 173: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

173

Hoofdstuk 6 Financiële begroting

Page 174: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

174

Page 175: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

175

Wat staat er in de financiële begroting?

In de financiële begroting hebben wij de belangrijkste financiële informatie opgenomen. Bij de verschillende

programma’s zijn in de tabel “Wat mag het kosten?” per programma de lasten, baten en het saldo opgeno-

men. In de financiële begroting zijn deze tabellen op verschillende manieren getotaliseerd, waardoor u op

even zoveel manieren inzicht krijgt in de ontwikkeling van het saldo van de meerjarenbegroting.

Financiële positie

In de financiële positie (§ 6.1) informeren wij u over de ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op het

saldo van de meerjarenbegroting vanaf het moment dat de Kadernota 2014 openbaar is gemaakt tot het

moment van instemming met de Begroting 2014 door ons college op 17 september 2013.

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

In § 6.2 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien zijn alle baten opgenomen waaraan geen specifiek be-

stedingsdoel hangt, zoals bijvoorbeeld de algemene uitkering. Het rioolrecht en de afvalstoffenheffing treft u

hier dan ook niet aan, omdat daar wel een specifiek bestedingsdoel voor is bepaald.

Meerjarenbegroting 2014-2017

In § 6.3 Meerjarenbegroting 2014-2017 treft u 3 tabellen aan. De eerste tabel betreft de totalen van de meer-

jarenbegroting 2014-2017 per programma. De jaarschijf 2014 komt overeen met de kolom saldo in de tabel

“Wat mag het kosten?” zoals die bij ieder programma is opgenomen. De tweede tabel laat het verloop van

de meerjarenbegroting zien, uitgaande van het saldo van de jaarschijf 2014. Deze tabel geeft het meest

uitgebreide inzicht in de mutaties van de meerjarenbegroting. In de derde en laatste tabel is wederom het

verloop van de meerjarenbegroting opgenomen, echter nu ten opzichte van de in de Kadernota 2014 gepre-

senteerde saldo’s van de verschillende jaarschijven.

Uitvoeringsplan 2014-2017 en toelichting daarop

De voorgenomen investeringen voor de periode 2014-2017 zijn opgenomen in § 6.4 en worden toegelicht in

§ 6.5. In het raadsbesluit vragen wij u om de investeringen voor de jaarschijf 2014 te autoriseren c.q. de

betreffende kredieten beschikbaar te stellen.

Toelichting reserves en voorzieningen

Een toelichting op de reserves en voorzieningen is opgenomen in § 6.6.

Overzicht baten en lasten 2014

In het overzicht baten lasten 2014 (§ 6.7) worden de baten, lasten en het saldo per programma voor 2014

vergeleken met de begroting 2013 en de jaarrekening 2012.

Overzicht van incidentele baten en lasten per programma

Incidentele lasten mogen worden gedekt met incidentele baten. Om daar goed zicht op te hebben is dit

overzicht opgenomen in § 6.8.

EMU-saldo bij begroting 2014

Ten slotte is § 6.9 opgenomen waarin het aandeel van de gemeente Lingewaard in het EMU-saldo wordt

berekend.

Page 176: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

176

6.1 Financiële positie

Kadernota 2014

In de Kadernota 2014 hebben wij een prognose gemaakt van het financieel kader van de begroting 2014-

2017. Wij verwachtten voor 2014 een tekort van € 1,9 miljoen. In de aanloop naar de behandeling van de

Kadernota is op uw initiatief samen met uw raad onderzocht welke mogelijkheden er zijn om dit tekort terug

te dringen. Dit heeft geleid tot een raadsbreed gedragen amendement bij de Kadernota. Na verwerking van

dit amendement ziet de ontwikkeling van het saldo van de meerjarenbegroting 2014-2017 er als volgt uit.

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo begroting 2014 (Kadernota 2014) 1.856.100 2.075.500 373.500 218.300

Amendementen:

MFC Huissen vervalt -75.000 -75.000 -75.000

Verlaging stelpost maatregelen sociaal domein -336.000 -336.000 -336.000 -336.000

Lagere rentelasten financiering -250.000 -250.000 -250.000 -250.000

Hogere bouwleges -50.000 -50.000 -50.000 -50.000

Verhoging personeelsbudget 50% lager -466.400 -383.100 -383.100 -383.100

Huissen 700 30.000

Instandhouden dierenparken 6.000 6.000 6.000 6.000

Instandhouden langdurigheidstoeslag 13.000 13.000 13.000 13.000

Saldo meerjarenbegroting 2014-2017 802.700 1.000.400 -701.600 -856.800

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Meicirculaire 2013

In de Kadernota 2014 was nog geen rekening gehouden met de meicirculaire 2013. Over deze circulaire

hebben wij u bij brief van 10 juli 2013 geïnformeerd. De financiële consequenties van de meicirculaire en de

toelichting daarop treft u onderstaand aan.

Omschrijving (bedragen x € 1.000) 2014 2015 2016 2017

Uitkering gemeentefonds meicirculaire 2013 -37.207 -35.284 -35.680 -35.849

Uitkering gemeentefonds septembercirc. 2012 -36.716 -36.176 -37.654 -38.444

(A) Hogere/Lagere uitkering -491 892 1.974 2.595

Budgettaire consequenties meicirculaire 2013:

WMO 68 68 68 68

Decentralisatie AWBZ begeleiding naar WMO 98

Centra voor jeugd en gezin -2 -2 -2 -2

Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg 21

Maatschappelijke stage -43 -43 -43

Scootmobielen -39 -67 -140

Explosievendetectie/-opruiming -144 39 -218 -100

In stand blijven BTW-compensatiefonds -350 -950 -950 -950

Dualiseringskosten vermindering raadsleden 240 248 254

(B) Totaal budgettaire consequenties -309 -687 -964 -913

(A -/- B) Gevolgen meicirculaire 2013 -800 205 1.010 1.682

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Page 177: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

177

Wmo

Conform de afspraken in de Bestuursafspraken Rijk-VNG uit 2011 is het Wmo-budget meerjarig vastgesteld

en wordt het jaarlijks geïndexeerd. Het onderdeel huishoudelijke hulp wordt conform de meerjarige afspraak

met 2,38% geïndexeerd, resulterend in een voorlopige uitkomst van € 30,2 miljoen. Ook in 2013 zal de be-

schikbare index voor loon- en prijsontwikkelingen worden toegepast. Hiervoor wordt een voorlopig percenta-

ge van 2% gehanteerd. In de septembercirculaire 2013 volgt het definitieve percentage.

Bijstelling budget voor huishoudelijke hulp

De voorziening hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en

die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. In tegenstelling tot hetgeen in het Regeerakkoord is opgeno-

men blijft het voor nieuwe cliënten in 2014 mogelijk om een beroep te doen op huishoudelijke hulp. De kor-

ting van € 89 miljoen in 2014, die conform het Regeerakkoord is ingeboekt op het budget voor huishoudelijke

hulp, blijft van toepassing.

Middelen maatwerkvoorziening

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de bestaande regelingen voor financiële compensatie (Wtcg, CER

en de regeling specifieke zorgkosten) worden afgeschaft. Het budget van de bestaande regelingen wordt

vanaf 2014 (oplopend tot circa € 700 miljoen structureel vanaf 2017) overgeheveld naar het gemeentefonds.

Gemeenten kunnen maatwerk bieden door het compenseren van beperkingen met voorzieningen via de

Wmo of het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. De middelen zijn niet geoormerkt.

In 2014 wordt hiertoe de integratie-uitkering huishoudelijke hulp incidenteel met € 45 miljoen verhoogd en via

de Wmo-verdeelsleutel verdeeld.

Extramuraliseren lage ZZP’s voor gemeenten 2014

Op basis van consultatie van diverse veldpartijen waaronder de VNG heeft het kabinet besloten tot invoering

van de maatregel voor de zorgzwaartepakketten VV1 en VV2 (sector verpleging en verzorging), GGZ1 en

GGZ2 (geestelijke gezondheidszorg) en VG1 en VG2 (verstandelijke gehandicaptenzorg). Per 2014 komen

daar de groepen VV3 en LG 1+3 (lichamelijk gehandicapten) en ZG 1 (zintuiglijk gehandicapten; auditief en

visueel) bij. Het merendeel van de populatie waarop deze maatregel betrekking heeft zijn ouderen met lichte

beperkingen. Deze mensen zullen mogelijk langer een beroep doen op de Wmo. Voor 2013 is ter compen-

satie van deze extra kosten incidenteel € 15 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering voor huishoude-

lijke hulp. Voor 2014 wordt nu incidenteel € 53,7 miljoen toegevoegd aan de integratie-uitkering Wmo en

verdeeld via de Wmo-verdeelsleutel.

Uitname in verband met centrale financiering CAK

In verband met de centrale financiering van het CAK voor de uitvoering van Wmo-taken is vanaf 2012 het

gemeentefonds met € 14,5 miljoen verlaagd. Dit bedrag blijkt structureel te laag en wordt vanaf 2014 ver-

hoogd tot een bedrag van € 16,4 miljoen structureel. Dit betekent dat een uitname van € 1,9 miljoen wordt

toegepast op de post uitvoeringskosten Wmo van de integratie-uitkering Wmo.

Voor de gemeente Lingewaard betekenen bovenstaande wijzigingen vanaf 2014 een hogere uitkering

van € 68.000.

Transitiekosten nieuwe WMO

Het kabinet stelt in aanvulling op de middelen die in het kader van de decentralisatie begeleiding reeds be-

schikbaar zijn gesteld voor gemeenten (€ 47,6 miljoen in 2012; € 32 miljoen in 2013), in 2014 een bedrag

van € 37 miljoen beschikbaar via de algemene uitkering. Deze middelen zijn bedoeld om gemeenten te

compenseren voor de (transitie)kosten die samenhangen met de inwerkingtreding van de nieuwe WMO per

2015.

Page 178: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

178

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2014 een aanvullende uitkering van € 98.000.

Deze middelen reserveren we in 2014 voor komende transitiekosten.

Uitvoeringskosten Inburgering

Via de algemene uitkering 2013 was een bedrag beschikbaar van € 24,6 miljoen in verband met de uitvoe-

ringskosten inburgering. In 2014 is hier geen uitkering meer voor voorzien, in verband met een wijziging van

de Wet Inburgering. Door die wijziging zijn nieuwkomers zelf verantwoordelijk voor hun inburgering. Vandaar

dat het bedrag van € 24,6 miljoen wordt uitgenomen.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit een korting van € 20.000 structureel.

Lagere apparaatskosten

In het regeerakkoord is opgenomen dat de omvang van de gemeenten wordt opgeschaald. De verwachting

van het kabinet is dat de gemeenten dan in staat zijn de nieuwe taken in het sociaal domein in zelfstandig-

heid te kunnen uitvoeren. Bij grotere gemeenten passen lagere apparaatskosten. De korting op het gemeen-

tefonds is jaarlijks € 60 miljoen oplopend vanaf 2015. De korting wordt vertaald via de uitkeringsfactor en is

dus ook van toepassing op de gemeenten die de gewenste schaalgrootte al hebben.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2015 een korting van € 118.000 oplopend naar € 360.000

in 2017.

Maatschappelijke stage

In het regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijk verplichte maatschappelijke stage voor het voortgezet

onderwijs per 2015 wordt afgeschaft. Hiertoe wordt per 2015 de algemene uitkering van het gemeentefonds

met € 20 miljoen structureel gekort.

Voor de gemeente Lingewaard is dit een structurele korting van € 65.000 per jaar vanaf 2015.

Het volledige budget ad € 43.600 kan derhalve vervallen.

Scootmobielen

In hoofdstuk 1 van de decembercirculaire zijn gemeenten al geïnformeerd over een uitname uit het gemeen-

tefonds met betrekking tot scootmobielen. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik.

Voor de gemeente Lingewaard is dit met ingang van 2015 een korting van € 38.000, oplopend naar

€ 140.000 in 2017.

Het bijbehorende budget wordt met het zelfde bedrag verlaagd.

Korting onderwijshuisvesting

In het regeerakkoord is afgesproken dat € 256 miljoen uit het gemeentefonds wordt overgeheveld naar de

begroting van het ministerie van OCW ten behoeve van de scholen in het primair onderwijs en het voortge-

zet onderwijs. Dit gebeurt per 1 januari 2015. Gezien de voorgenomen herijking van het gemeentefonds per

1 januari 2015 zijn de exacte gevolgen voor het cluster educatie momenteel nog niet duidelijk. De komende

tijd zal worden bezien wat de precieze omvang en verdeling van het cluster moeten worden. De verwachting

is dat uiterlijk in de meicirculaire 2014 hierover duidelijkheid kan worden geboden. In afwachting van nadere

besluitvorming hanteert het ministerie van Binnenlandse Zaken voorlopig een verdeling naar rato van de

maatstaven van het subcluster onderwijshuisvesting.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2015 een korting van € 645.000 oplopend naar € 690.000

in 2017.

Wat dit qua lasten betekent voor de gemeente bevindt zich nog in een onderzoeksfase.

In stand blijven BCF

In het bestuurlijk overleg van 18 januari 2013 is afgesproken dat het BTW-compensatiefonds niet wordt af-

geschaft, zoals dat nog was opgenomen in het regeerakkoord van het kabinet Rutte-II. Echter, de opgeno-

men bezuinigingen in het regeerakkoord blijven wel in stand. Het gemeentelijk aandeel bedraagt in 2014:

Page 179: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

179

€ 174 miljoen ofwel 15 punten uitkeringsfactor, en daarbovenop in 2015: € 310 miljoen ofwel 26 punten uit-

keringsfactor. 1 punt is voor de gemeente Lingewaard ongeveer € 24.000.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2014 een korting van € 360.000 en vanaf 2015 een korting

van € 984.000 structureel.

In de Kadernota 2014 is reeds rekening gehouden met een korting van € 350.000 in 2014 en € 950.000

vanaf 2015.

Dualiseringskorting t.b.v. vermindering raadsleden

Het verminderen van het aantal politieke ambtsdragers leidt tot een besparing op de loonkosten en de kos-

ten van directe ondersteuning. Vanaf 2015 zou als gevolg hiervan structureel € 110 miljoen worden uitge-

nomen. In het regeerakkoord 2012 is bepaald dat de vermindering van de aantallen wordt verlaagd tot het

niveau van voor de dualisering, waardoor de uitname “slechts” € 18 miljoen wordt.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2015 een voordeel van € 240.000 oplopend tot € 250.000

in 2017.

Deze bedragen zullen worden verrekend met de oorspronkelijke reservering, hier wordt de reservering

dus met hetzelfde bedrag verlaagd.

Decentralisatie Jeugdzorg

Gemeenten moeten zich goed kunnen voorbereiden op de nieuwe jeugdtaak. Daarom wordt in deze meicir-

culaire een toelichting gegeven op het macrobudget en de bijbehorende verdeling over de individuele ge-

meenten. De verdeling geeft een zo getrouw mogelijk beeld. Nu, anderhalf jaar voor de inwerkingtreding van

de nieuwe Jeugdwet, staat nog niet alles vast.

In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan

meest recente gegevens en de nog te nemen besluiten. Tevens wordt u nader geïnformeerd over de budget-

ten per gemeente op basis van de objectieve verdeling, welke geleidelijk van kracht zal zijn vanaf 2016.

Vaststelling macrobudget Jeugd

In de bestuursafspraken 2011-2015 is vastgelegd welke rekenregel gehanteerd wordt bij het vaststellen van

het macrobudget. Bij de toepassing van de rekenregel is geconstateerd dat er nog enige onzekerheden in

het totaalbedrag zitten. In de eerste plaats door aannames in de berekening van het bedrag voor 2012

(AWBZ en Zorgverzekeringswet) en 2014 (Begroting). In de tweede plaats doordat nadere besluitvorming

noodzakelijk is om van het berekende bedrag voor 2012 (AWBZ en ZVW) naar het bedrag voor 2015 te ko-

men. Pas na besluitvorming over de wijze waarop maatregelen uit de Regeerakkoorden (Rutte-I, Lenteak-

koord en Rutte-II) worden uitgewerkt en welk effect dit heeft op de uitgaven in het jeugddomein kan het defi-

nitieve beeld worden gegeven.

De Algemene Rekenkamer toetst op dit moment of de rekenregel correct is toegepast en welke afwijkingen

er zijn, bijvoorbeeld als gevolg van maatregelen die na de bestuursafspraken zijn genomen. Het rapport over

deze toets dat op 18 juni 2013 is verschenen, vermeld het volgende:

1. Er zijn nog steeds een aantal onzekerheden in het precieze macrobedrag dat gemeenten zullen krijgen

voor de overgang van Jeugdzorg naar gemeenten in 2015.

2. Het ministerie van VWS baseert zich op voorlopige cijfers waardoor de daadwerkelijk gerealiseerde

uitgaven andere cijfers kunnen laten zien.

3. De onzekerheid wordt vergroot omdat het nog niet duidelijk is om hoeveel jongeren het gaat. Het minis-

terie verwacht in het voorjaar van 2014 met betere gegevens te komen.

Verdeling over gemeenten

De verdeling van het beschikbare budget voor 2015 zal plaatsvinden op basis van historische gegevens over

het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau (bron: SCP en Cebeon). Vanaf 2016 wordt een objectief

verdeelmodel geleidelijk ingevoerd.

Page 180: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

180

De gegevens over aantallen cliënten per zorgvorm, zoals gebruikt voor de verdeling van het budget voor

2015, worden vanaf juni 2013 ontsloten via de jeugdmonitor/lokale jeugdspiegel van het CBS (jeugdmoni-

tor.cbs.nl).

Voor de gemeente Lingewaard komt dit nu uit op een bedrag van € 4.963.000.

Vanwege de onzekerheid is met dit bedrag nog niet gerekend in de circulaire.

Invoering- en uitvoeringskosten

In de septembercirculaire 2013 zal nadere informatie worden opgenomen over de vrijvallende uitvoerings-

kosten van rijkswege die worden toegevoegd aan het budget. Bij deze toelichting zal ook waar mogelijk wor-

den aangegeven welk deel van het over te hevelen macrobudget met de uitvoering van taken te maken

heeft.

Voor de gemeente Lingewaard betekent dit in 2013 een bedrag van € 66.000 en voor 2014 € 21.000.

Deze twee bedragen willen we reserveren voor uitgaven op het terrein van jeugdzorg.

Het saldo van de meerjarenbegroting 2014-2017 inclusief meicirculaire 2013 is als volgt:

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo begroting 2014 (Kadernota 2014)

inclusief amendementen

802.700 1.000.400 -701.600 -856.800

Gevolgen meicirculaire 2013 -800.000 205.000 1.010.000 1.682.000

Saldo meerjarenbegroting 2014-2017

inclusief meicirculaire 2013

2.700

1.205.400

308.400

825.200

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Van Kadernota 2014 naar Begroting 2014

Tussen het moment van afronding van de Kadernota 2014 (medio april 2013) en de Begroting 2014 (medio

augustus 2014) is het financieel kader verder geactualiseerd. In het overzicht meerjarenbegroting 2014-2017

zoals dat hierna in hoofdstuk 6 is opgenomen (§ 6.3.3. Verloop Meerjarenbegroting ten opzichte van Kader-

nota 2014)

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo begroting 2014 (Kadernota 2014) inclu-

sief amendementen

802.700 1.000.400 -701.600 -856.800

Gevolgen meicirculaire 2013 -800.000 205.000 1.010.000 1.682.000

Correctie gevolgen meicirculaire 2013 -791.000

Actualisatie financieel kader -20.700 -35.100 -45.200 -12.800

Saldo meerjarenbegroting 2014-2017 -18.000 1.170.300 263.200 21.400

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Page 181: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

181

Stelposten in de Begroting 2014

In de Kadernota 2014 hebben wij u een overzicht gepresenteerd van alle opgenomen stelposten. Een actua-

lisatie van dit overzicht, mede naar aanleiding van de behandeling en vaststelling van de Kadernota, is on-

derstaand opgenomen.

Stelposten 2014 2015 2016 2017

Stelpost minder algemene uitkering als gevolg

van sociaal akkoord/bestuursakkoord 2013

500.000 500.000 500.000 500.000

Lagere algemene uitkering vanwege niet af-

schaffen BTW compensatiefonds

350.000 950.000 950.000 950.000

Vrijval stelpost i.v.m. verwerking meicirculaire -350.000 -950.000 -950.000 -950.000

Stelpost maatregelen sociaal domein 736.000 736.000 736.000 736.000

Vrijval stelpost i.v.m. amendement Kadernota -336.000 -336.000 -336.000 -336.000

Totaal stelposten 900.000 900.000 900.000 900.000

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Stelpost minder algemene uitkering vanaf 2014

In deze begroting houden wij rekening met een lagere algemene uitkering vanaf 2014 van € 500.000. Of

deze reservering van voldoende omvang is kan worden bepaald op basis van de septembercirculaire 2013

die op of kort na Prinsjesdag beschikbaar zal komen. De (financiële) vertaling van de septembercirculaire is

nog niet in deze begroting verwerkt. Wij zullen u daarover apart informeren.

Stelpost lagere algemene uitkering vanwege niet afschaffen BTW compensatiefonds

In de Kadernota hebben wij geanticipeerd op een lagere algemene uitkering vanwege het niet afschaffen

van het BTW compensatiefonds (BCF). Het Rijk had deze bezuiniging al ingeboekt op de Rijksbegroting en

heeft in plaats van het afschaffen van het BCF nu een generieke korting op het gemeentefonds doorge-

voerd. Wij hadden rekening gehouden met een lagere algemene uitkering in 2014 van € 350.000 en in 2015

en volgende jaren van € 950.000. Zoals hiervoor al bij de uiteenzetting van de meicirculaire aangegeven, is

de werkelijke korting uitgekomen op € 360.000 in 2014 en € 984.000 in 2015 en volgende jaren. Door de

verwerking van de meicirculaire in deze begroting kan de stelpost BCF vervallen.

Stelpost maatregelen sociaal domein

Bij het opstellen van de Begroting 2012 is onder andere een groot aantal structurele bezuinigingen in het

sociaal domein doorgevoerd die opliepen in 2012 en 2013 van € 1,4 miljoen tot € 2,1 miljoen in 2014 en

volgende jaren. Vanaf 2014 is vanuit het voorzichtigheidsprincipe vervolgens een stelpost opgenomen om-

dat op dat moment de onzekerheden over de realisatie van de bezuiniging vanaf 2014 nog groot waren.

Inmiddels is meer zicht op deze bezuinigingen (deze worden grotendeels gerealiseerd), waardoor het ver-

antwoord is de stelpost maatregelen sociaal domein te verlagen naar € 400.000.

Een en ander heeft onderdeel uitgemaakt van het raadsbreed gedragen amendement bij de Kadernota

2014.

Nieuwe voorstellen in begroting 2014

Ten opzichte van de Kadernota 2014 zijn in de Begroting 2014 geen nieuwe voorstellen opgenomen.

Page 182: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

182

Dekkingsvoorstel

De jaarschijf 2014 van de meerjarenbegroting 2014-2017 laat een bescheiden positief saldo zien van

€ 18.000. De jaarschijf 2017 laat een eveneens bescheiden negatief saldo zien van € 21.500. Dit maakt het

op dit moment niet strikt noodzakelijk om tot aanvullende bezuinigingsmaatregelen te komen. De verwachte

tekorten voor 2015 en 2016 kunnen namelijk op begrotingsbasis ten laste van de algemene reserve worden

gebracht. Het saldo van de meerjarenbegroting 2014-2017 inclusief dekkingsvoorstel ziet er dan als volgt uit:

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo meerjarenbegroting 2014-2017 -18.000 1.170.300 263.200 21.400

Onttrekking algemene reserve 0 -1.170.300 -263.200 -21.400

Saldo meerjarenbegroting na dekkingsplan -18.000 0 0 0

( + = Nadeel / - = Voordeel)

Dat er op dit moment geen aanvullende bezuinigingsmaatregelen genomen hoeven te worden, wil nog niet

zeggen dat dit in de nabije toekomst niet alsnog noodzakelijk wordt. Dit is mede afhankelijk van de uitkom-

sten van de septembercirculaire 2013. Mocht de in de Begroting 2014 opgenomen stelpost niet van vol-

doende omvang blijken te zijn dan willen wij 2014 gebruiken om mogelijke bezuinigingen te inventariseren

en deze te verwerken in de Begroting 2015.

Verder constateren wij dat er voor het in 2014 nieuw te vormen college geen financiële ruimte beschikbaar

is. Óf die ruimte nodig is zal mede afhangen van het raads/collegeprogramma. Daarop kunnen en willen wij

niet vooruitlopen.

Page 183: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

183

6.2 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft met name de OZB

en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen zoals het riool-

recht of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen

In de tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Onder de tabel worden de

onderdelen kort toegelicht.

( bedragen x € 1.000)

Algemene dekkingsmiddelen 2013* 2014

Lokale heffingen (OZB) (groei + index) 10.121 10.315

Gemeentefonds (Algemene uitkering) 35.673 37.207

Dividenden 116 121

Bespaarde rente reserves/ voorzieningen 2.610 2.250

Overige algemene dekkingsmiddelen 305 308

Totaal algemene dekkingsmiddelen 48.825 50.201

* Begroting 2013 na wijzigingen (exclusief eventuele mutaties uit de najaarsnota 2013 die bij het opstellen van de programmabegro-

ting 2014 nog niet door de raad zijn vastgesteld).

Lokale heffingen (OZB)

In paragraaf 5.1 “Lokale heffingen” is een specificatie van de lokale heffingen opgenomen en zijn de ontwik-

kelingen toegelicht. Verwezen wordt dan ook naar genoemde paragraaf.

Gemeentefonds (algemene uitkering)

De in de tabel opgenomen bedragen zijn gebaseerd op de meicirculaire 2013. De effecten van de septem-

bercirculaire zijn niet in deze begroting opgenomen.

De toename in 2014 ten opzichte van 2013 wordt met name veroorzaakt door het hoge accres in 2014.

Volgens de meicirculaire zal het rijk in 2014 een aantal grote infrastructurele projecten uitvoeren, waarvan de

gemeenten dan via het systeem “samen de trap op - samen de trap af”, zouden profiteren. Met Prinsjesdag

zijn nieuwe bezuinigingen aangekondigd om aan de eisen van Brussel te kunnen voldoen. De gevolgen van

Prinsjesdag zullen via de septembercirculaire aan de gemeenten bekend worden gemaakt. Hierbij is de al-

gemene verwachting dat het accres van 2014 naar beneden zal worden bijgesteld. Hierop is door ons gean-

ticipeerd door een stelpost van € 500.000 op te nemen in de begroting.

Dividenden

De gemeente Lingewaard ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit BNG en

Vitens.

Page 184: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

184

Bespaarde rente reserves/voorzieningen

De saldi van de reserves en voorzieningen worden benut voor de (tijdelijke) financiering van investeringen

en grondexploitaties.

De renteopbrengsten worden beschouwd als vrij besteedbare middelen. Bij de vaststelling van de Kadernota

2010 is besloten een gedeelte van de bespaarde rente reserves/voorzieningen met ingang van 2010 als

algemeen dekkingsmiddel in te zetten voor de (exploitatie)begroting in plaats van deze af te storten naar de

algemene reserve.

Overige algemene dekkingsmiddelen

Dit betreft de opbrengsten van de hondenbelasting en de toeristenbelasting.

Onvoorzien

Lingewaard had als beleid om voor onvoorziene uitgaven jaarlijks € 100.000 op te nemen in de begroting. Bij

de Kadernota 2010 is dit bedrag, als onderdeel van de te realiseren bezuinigingen, verlaagd tot nihil.

Page 185: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

185

6.3 Meerjarenbegroting 2014 - 2017

6.3.1 Totalen Meerjarenbegroting 2014 – 2017

6.3.2 Verloop Meerjarenbegroting 2014 – 2017

6.3.3 Verloop Meerjarenbegroting ten opzichte van Kadernota 2014

Page 186: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

186

Nr. Doel Begroting Begroting Begroting Begroting

( + = Nadeel / - = Voordeel) 2014 2015 2016 2017

1.1.1 Jeugdgezondheidszorg 751.625 751.625 751.625 751.625

1.1.2 Opvoedingsondersteuning 363.361 362.184 362.184 362.184

1.2.1 Stimuleren en toezien op behalen startkwalific. jongeren 1.625.481 1.681.081 1.681.081 1.681.081

1.2.2 Bieden van leerlingenvervoer 926.589 926.589 926.589 926.589

1.2.3 Bieden van natuureducatie 29.360 29.360 29.360 29.360

1.2.4 Ondersteuning bieden bij 2e kans op educatie 6.550 6.550 6.550 6.550

1.2.5 Faciliteren gerichte scholing en opleiding werkzoekenden

Totaal Programma 1 3.702.966 3.757.389 3.757.389 3.757.389

2.1.1 Stimuleren samen sporten en bewegen 1.473.131 1.168.460 1.168.460 1.168.460

2.1.2 Stimulering kennismaking/deelname kunst en cultuur 1.001.432 996.282 979.032 979.032

2.1.3 Ondersteunen diverse voorzieningen 1.105.898 1.246.332 1.246.332 1.246.332

2.2.1 Bevorderen dat iedereen gezond kan leven 697.750 697.750 697.750 697.750

2.2.2 Versterken informeel netwerk 1.324.574 1.282.236 1.282.236 1.282.236

2.2.3 Signaleren problemen kwetsbare inwoners/bieden van zorg 7.512.896 7.474.270 7.446.285 7.373.333

2.3.1 Activeren bij zoeken naar werk (re-integratie)

2.3.2 Stimuleren werkgeleg./arbeidsplaatsen voor werkzoekenden 1.426.708 1.032.401 995.966 823.680

Totaal Programma 2 14.542.389 13.897.731 13.816.061 13.570.823

3.1.1 Aanleggen wegen en fietspaden 198.074 118.074 118.074 118.074

3.1.2 Verbeteren ontsluitingen

3.1.3 Verbeteren doorstroming

3.1.4 Verbeteren parkeermogelijkheden 47.435 47.435 47.435 47.435

3.2.1 Verminderen veiligheidsrisico's op wegen en fietspaden 31.400 1.400 1.400 1.400

3.2.2 Verminderen verkeersdruk in de kernen

3.2.3 Stimuleren fietsen en OV-gebruik

Totaal Programma 3 276.909 166.909 166.909 166.909

4.1.1 Stim. kleinschalige toer/recreatieve activ. op het platteland 218.405 218.405 218.405 218.405

4.1.2 Vergroten bekendheid over toeristisch product 213.950 213.950 213.950 213.950

4.2.1 Stimuleren uitbouw glastuinbouw en agribusiness -24.000 -24.000 -24.000 -24.000

4.2.2 Uitbreiden en verbeteren vestigingsmogelijkheden 54.450 54.450 54.450 54.450

4.2.3 Stimuleren maatschappelijk verantwoord ondernemen 252.430 252.430 252.430 252.430

Totaal Programma 4 715.235 715.235 715.235 715.235

5.2.1 Stimuleren behoud monumenten 166.800 166.300 165.700 165.200

5.2.2 Stimuleren betrokkenheid burgers bij behoud cult. erfgoed 152.620 152.620 152.620 152.620

5.3.1 Versterken detailhandelstructuur 201.083 201.083 201.083 201.083

5.3.2 Faciliteren basiswinkelvoorzieningen

5.3.3 Aantrekkelijker maken centrumgebieden 23.460 23.460 23.460 23.460

Totaal Programma 5 543.963 543.463 542.863 542.363

6.1.1 Versterken biodiversiteit

6.1.2 Versterken landschappelijke hoofdstructuur 489.490 484.490 484.490 484.490

6.1.3 Herstructureren gebiedsdelen 814.482 814.482 814.482 814.482

6.1.4 Verweving realiseren ts landbouw, landschap en natuur

6.1.5 Stimuleren particulier en agrarisch natuurbeheer

6.2.1 Vergroten toegankelijkheid

6.2.2 Verbeteren recreatief netwerk

6.2.3 Vergroten leefbaarh. en herkenbaarheid van het landschap

6.2.4 Ontwikk. Fort Pannerden de parel van het Ling.landschap

6.2.5 Recreatief versterken groene ruimte in Park Lingezegen

6.2.6 Tegengaan verrommeling in het buitengebied

Totaal Programma 6 1.303.972 1.298.972 1.298.972 1.298.972

6.3.1 Totalen Meerjarenbegroting 2014 - 2017

Page 187: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

187

Nr. Doel Begroting Begroting Begroting Begroting

2014 2015 2016 2017

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes 25.744 25.744 25.744 25.744

7.2.1 Aanwijzen woningbouw-locaties 196.141 196.141 196.141 196.141

7.2.2 Bevorderen en herstructureren woningbouw 24.184 24.184 24.184 24.184

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere initiatieven 1.909.269 1.872.069 1.836.269 1.818.369

7.2.4 Afspraken maken met woningcorporaties 48.651 52.951 52.951 52.951

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen 443.500 426.500 410.100 403.300

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig bouwen

Totaal Programma 7 2.647.489 2.597.589 2.545.389 2.520.689

8.1.1 Stimuleren duurzaam huishoudelijk gedrag 291.480 286.480 147.280 147.280

8.1.2 De gemeente geeft het goede voorbeeld

8.2.1 Bevorderen duurzame energieproductie

Totaal Programma 8 291.480 286.480 147.280 147.280

9.1.1 Onderh./beheren infrastructuur volgens kwaliteitscriteria 6.478.813 5.971.100 6.036.037 5.996.488

9.1.2 Onderhouden en beheren groen 2.331.979 2.312.679 2.312.679 2.312.679

9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen 5.401.940 4.332.945 4.332.945 4.332.945

9.2.1 Zorgen voor goede waterkwaliteit en voldoende waterberging 3.793.702 4.210.052 4.354.583 4.431.724

9.2.2 Bestrijden gladheid 312.892 317.892 323.792 323.792

9.2.3 Verwerken huishoudelijk afval 2.312.187 2.299.087 2.299.087 2.299.087

9.3.1 Behandelen meldingen

9.3.2 Adoptie (geheel of gedeeltelijk) door burgers -17.550 -14.750 -14.750 -14.750

Totaal Programma 9 20.613.963 19.429.005 19.644.373 19.681.965

10.1.1 Waarborgen Brandweer-, ambulancezorg en ramp.bestrijding 2.013.498 2.081.381 2.139.164 2.188.103

10.1.2 Bevorderen veilige woon- en leefomgeving 1.413.736 1.407.636 1.401.536 1.395.536

10.1.3 Beperken overlast 1.164.685 1.382.285 1.149.285 1.267.285

10.2.1 Interactie met burgers/andere partners over beleidsvorming 496.590 496.590 496.590 496.590

10.2.2 Samen met wijkplatforms leefbaarheid in de wijk vergroten

10.3.1 Waarborgen kwaliteit dienstverlening 496.640 506.640 471.640 506.640

10.3.2 Burgers tijdig, juist en volledig informeren over specifieke

acties van de gemeente

10.4.1 Integer handelen door bestuur en organisatie

10.4.2 Publieke verantwoording 6.135.167 6.045.867 5.909.967 5.807.267

10.4.3 Organiseren verkiezingen 102.094 37.594 7.094 37.594

10.4.4 Bestuurlijke samenwerking 284.820 284.820 284.820 284.820

Totaal Programma 10 12.107.230 12.242.813 11.860.096 11.983.835

11.1.1 Sluitende meerjarenbegroting -36.455.859 -34.587.459 -34.918.859 -35.106.459

11.1.2 Reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil

11.1.3 Beheersbare schuldratio -2.360.458 -2.360.458 -2.360.458 -2.360.458

11.2.1 Kostendekkendh. heffingen, rechten en leges -6.671.900 -6.931.872 -7.208.736 -7.503.489

11.2.2 Acceptabele OZB -9.904.700 -9.965.900 -10.027.200 -10.089.200

11.3.1 Inventariseren en kwantificeren risico’s

11.3.2 Treffen beheersmaatregelen

11.3.3 Voldoende weerstandsvermogen

Totaal Programma 11 -55.392.917 -53.845.689 -54.515.253 -55.059.606

Totaal Saldo van baten en lasten 1.352.679 1.089.897 -20.686 -674.146

Mutatie reserves programma 1 t/m 11 -1.370.691 80.334 283.878 695.589

Resultaat -18.012 1.170.231 263.192 21.443

Page 188: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

188

Doel Omschrijving

Nr.

802.700 N 802.700 N 802.700 N 802.700 N

1 Ontwikkeling en opleiding

2.1.2 Ontwikkeling en realisatie kunstroute 15.000 N V

2.1.3 subsidie alg beleid soc.cult.werk Amendement 1 Huissen 700 30.000- V 30.000- V 30.000- V

2.2.2 Meicirc.2013; Maatschappelijke Stage 43.600- V 43.600- V 43.600- V

2.2.2 Meicirc.2013; WMO-gevolgen totaal 68.000 N 68.000 N 68.000 N 68.000 N

2.2.4 BBZ bijstelling 19.800- V 19.800- V 19.800- V 19.800- V

2.3.2 Aanpassing begroting Presikhaaf 291.300 N 73.000- V 79.400- V 251.700- V

Overig 6.500 N 6.500 N 7.500 N 7.500 N

3 Bereikbaarheid en mobiliteit

3.2.1 Veiligheid schoolomgevingen 30.000- V 30.000- V 30.000- V

3.2.2 Onderzoek dorpensingel Oost (Bemmel - Nijmegen) 50.000- V 50.000- V 50.000- V

3.2.2 Flankerende maatregelen A15 30.000- V 30.000- V 30.000- V

4 Bedrijvigheid

4.2.1 Meeropbrengst erfpacht Pannenhuis II 24.000- V 24.000- V 24.000- V 24.000- V

4.2.1 Minder uren ten laste van grexen bedrijventerreinen 21.600 N 21.600 N 21.600 N 21.600 N

5 Centrum, stad en dorp

5.3.3 Bijstelling marktgelden obv trend 3.500 N 3.500 N 3.500 N 3.500 N

6 Landschap

6.1.2 Bijstelling beheerkosten Park Lingezegen 5.000- V 10.000- V 10.000- V 10.000- V

7 Wonen

7.2.1 Minder uren ten laste van bouwgrondexploitaties 41.800 N 41.800 N 41.800 N 41.800 N

7.2.3 Meicirc.2013; Scootmobielen 38.600- V 67.600- V 140.600- V

7.2.4 bijstelling huur woonwagens 8.000- V 8.000- V 8.000- V 8.000- V

8 Klimaat en duurzaamheid

8.1.1 Milieubeleid 75.000- V 75.000- V

9 Beheer en onderhoud

9.1.1 Wegenlegger cat.2 KN 2014 50.000- V 50.000- V 50.000- V

9.1.1 Voorziening groot onderhoud civielt. Kunstw. cat 3+ KN 2014 35.000- V 35.000- V 35.000- V

9.1.2 Overheveling budget 2fte techn.wijkbeheer naar openbaar groen 83.600 N 83.600 N 83.600 N 83.600 N

9.1.3 Intrekken huur peuterspeelzaal 't Hölleke 13.400 N 13.400 N 13.400 N 13.400 N

9.1.3 Verlaging huur Twinkel / Toy toy 29.400 N 29.400 N 29.400 N 29.400 N

9.2.1 Minder uren ten laste van rioolheffing 56.800 N 56.800 N 56.800 N 56.800 N

9.2.2 gladheidsbestrijding 19.800 N 19.800 N 19.800 N 19.800 N

9.2.3 Meer uren etc. ten laste van afvalstoffenheffing 47.300- V 47.300- V 47.300- V 47.300- V

Overig 13.100 N 7.500- V 7.500- V 7.500- V

10 Burger en bestuur

10.1.1 Regionalisering Brandweer 268.200 N 268.200 N 268.200 N 268.200 N

10.1.2 Explosievendetectie/-opruiming (incl bijstelling Meicirc. 2013) 151.000- V 66.600 N 170.100- V 55.800- V

10.3.1 Uitbesteding taakstelling huisvesting vluchtelingen 15.000 N 15.000 N 15.000 N 15.000 N

10.3.1 Ontwikkelkosten Het Nieuwe Werken 20.000- V 20.000- V 20.000- V

Saldo vh jaar 2014 (Kadernota 2014 incl. amendementen exc. mei circ)

6.3.2 Verloop Meerjarenbegroting 2014- 2017

Begroting Begroting Begroting Begroting

2014 2015 2016 2017

Page 189: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

189

Doel Omschrijving

Nr.

10.3.1 Digitale luchtfoto's 35.000 N 35.000 N

10.4.2 indexering en bijstelling salarissen/pensioenen bestuur 1.900- V 91.200- V 227.100- V 329.800- V

10.4.2 Bijstelling presentiegelden commissie bezwaarschriften 14.100 N 14.100 N 14.100 N 14.100 N

10.4.3 Verkiezingen 34.000 N 30.500- V 61.000- V 30.500- V

Overig 2.000 N 2.000 N 2.000 N 2.000 N

11 Financiën

11.1.1 Meicirc. 2013: Ontwikkeling Algemene Uitkering 491.000- V 1.432.000 N 1.036.000 N 867.000 N

11.1.1 Meicirc. 2013: niet afschaffen BTW-compensatiefonds 350.000- V 350.000- V 350.000- V 350.000- V

11.1.1 Meicirc 2013: te realiseren vermindering raadsleden (bijstelling) 62.600- V 55.100- V 49.300- V

11.1.1 Meicirc.2013; Transitiekosten nieuwe WMO 98.000 N

11.1.1 Meicirc.2013; Invoering Decentralisatie Jeugdzorg 21.000 N

11.1.1 Meicirc.2013; DU Centra Jeugd en Gezin (was 45.000) 2.000- V 2.000- V 2.000- V 2.000- V

11.1.1 Kapitaallasten vrijval 390.000- V 870.000- V 1.650.000- V

11.1.1 Kapitaallasten vervangingsinvesteringen 24.600 N 65.500 N 170.700 N 267.100 N

11.1.1 Kapitaallasten vervanging automatiseringsplannen 3.900- V 58.100 N 209.100 N 590.100 N

11.1.1 Bijstelling kapitaallasten ivm verlaging renteomslag e.d. 483.400- V 520.900- V 520.900- V 520.900- V

11.1.1 Prijsstijging en areaalvergroting 26.600 N 226.600 N 426.600 N 626.600 N

11.1.1 Stelpost formatie kadernota 83.300- V 83.300- V 83.300- V

11.1.2 Bijstelling compensabele BTW afvalstoffen 31.500- V 31.500- V 31.500- V 31.500- V

11.1.2 Bijstelling compens. BTW riolering conform vaststelling GRP 271.400- V 338.400- V 367.200- V 380.200- V

11.2.2 Hogere opbrengst OZB door indexering en groei 137.000- V 198.000- V 259.000- V 321.000- V

11.2.2 Overig 10.100 N 10.100 N 10.100 N 10.100 N

Kostenplaatsen en hulpkostenplaatsen

Bijstelling onderhoudskosten materieel obv huidig areaal 13.500 N 13.500 N 13.500 N 13.500 N

Nationaal uitvoeringsprogramma (mei/septembercirulaire) 70.000- V 70.000- V 70.000- V

Diverse programma's

Belastingen en verzekeringen 250.400 N 250.400 N 250.400 N 250.400 N

Indexering en bijstelling salariskosten / FPU 252.800 N 375.300 N 499.500 N 604.500 N

Indexering en bijstelling formatieafhankelije budgetten 4.100 N 6.400 N 8.600 N 13.500 N

Overig 10.000 N 9.200 N 8.700 N 8.700 N

Subtotaal Mutaties meerjarenbegroting 331.986- V 509.215 N 399.484- V 813.583- V

Uitvoeringsplan 2014-2017

11.1.1 Lasten uitvoeringsplan 4.600 N 212.000 N 212.000 N 212.000 N

11.1.1 Correctie vervangende huisvesting de zilverzwaan cat 3+ KN 200.000- V 200.000- V 200.000- V 200.000- V

10.3.1 dekking grafrechten urnenmuur Gendt 4.500- V 4.500- V 4.500- V

Subtotaal Uitvoeringsplan 2014-2017 195.400- V 7.500 N 7.500 N 7.500 N

Reeds aangenomen dekkingsvoorstellen 2012 en 2013

Dekkingsvoorstellen 2012:

div. Ombuigingen en bezuinigingen 103.100- V 120.400- V 120.400- V

Dekkingsvoorstellen 2013:

11.1.2 Aangepaste begroting Presikhaaf ten laste van Alg. Reserve 291.300- V 73.000 N 79.400 N 251.700 N

11.1.2 Raadsbesluit 13 dec 2012 dekking amend. via Alg. Reserve V 117.000- V 104.500- V 104.500- V

Subtotaal dekkingsvoorstellen 2012 en 2013 291.300- V 147.100- V 145.500- V 26.800 N

Saldo M eerjarenbegroting -18.000 V 1.170.300 N 263.200 N 21.400 N

Begroting Begroting Begroting Begroting

2014 2015 2016 2017

Page 190: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

190

Doel Omschrijving

nr.

802.700 N 1.000.400 N 701.600- V 856.800- V

1 Ontwikkeling en opleiding

2.2.2 Meicirc.2013; Maatschappelijke Stage 43.600- V 43.600- V 43.600- V

2.2.2 Meicirc.2013; WMO-gevolgen totaal 68.000 N 68.000 N 68.000 N 68.000 N

2.2.4 BBZ bijstelling 19.800- V 19.800- V 19.800- V 19.800- V

Overig 6.500 N 6.500 N 6.500 N 6.500 N

4 Bedrijvigheid

4.2.1 Meeropbrengst erfpacht Pannenhuis II 24.000- V 24.000- V 24.000- V 24.000- V

4.2.1 Minder uren ten laste van grexen bedrijventerreinen 21.600 N 21.600 N 21.600 N 21.600 N

5 Centrum, stad en dorp

5.3.3 Bijstelling marktgelden obv trend 3.500 N 3.500 N 3.500 N 3.500 N

6 Landschap

6.1.2 Bijstelling beheerkosten Park Lingezegen 5.000- V 10.000- V 10.000- V 10.000- V

7 Wonen

7.2.1 Minder uren ten laste van bouwgrondexploitaties 41.800 N 41.800 N 41.800 N 41.800 N

7.2.3 Meicirc.2013; Scootmobielen 38.600- V 67.600- V 140.600- V

7.2.4 bijstelling huur woonwagens 8.000- V 8.000- V 8.000- V 8.000- V

9 Beheer en onderhoud

9.1.2 Overheveling budget 2fte techn.wijkbeheer naar openbaar groen 83.600 N 83.600 N 83.600 N 83.600 N

9.1.3 Intrekken huur peuterspeelzaal 't Hölleke 13.400 N 13.400 N 13.400 N 13.400 N

9.1.3 Verlaging huur Twinkel / Toy toy 29.400 N 29.400 N 29.400 N 29.400 N

9.2.1 Minder uren ten laste van rioolheffing 56.800 N 56.800 N 56.800 N 56.800 N

9.2.2 gladheidsbestrijding 19.800 N 19.800 N 19.800 N 19.800 N

9.2.3 Meer uren etc. ten laste van afvalstoffenheffing 47.300- V 47.300- V 47.300- V 47.300- V

Overig 13.100 N

10 Burger en bestuur

10.1.1 Regionalisering Brandweer 268.200 N 268.200 N 268.200 N 268.200 N

10.1.2 Explosievendetectie/-opruiming (incl bijstelling Meicirc. 2013) 151.000- V 23.600 N 232.100- V 117.800- V

10.3.1 Uitbesteding taakstelling huisvesting vluchtelingen 15.000 N 15.000 N 15.000 N 15.000 N

10.4.2 indexering en bijstelling salarissen/pensioenen bestuur 1.900- V 1.700- V 1.700- V 1.700- V

10.4.2 Bijstelling presentiegelden commissie bezwaarschriften 14.100 N 14.100 N 14.100 N 14.100 N

10.4.3 Verkiezingen 34.000 N

Overig 2.000 N 2.000 N 2.000 N 2.000 N

Saldo vh jaar 2014 (Kadernota 2014 incl. amendementen exc. mei circ)

Begroting Begroting Begroting Begroting

6.3.3 Verloop Meerjarenbegroting ten opzichte van Kadernota 2014

2014 2015 2016 2017

Page 191: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

191

Doel Omschrijving

nr.

11 Financiën

11.1.1 Meicirc. 2013: Ontwikkeling Algemene Uitkering 491.000- V 892.000 N 1.973.000 N 1.804.000 N

11.1.1 Meicirc. 2013: niet afschaffen BTW-compensatiefonds 350.000- V 950.000- V 950.000- V 950.000- V

11.1.1 Meicirc 2013: te realiseren vermindering raadsleden (bijstelling) 240.400 N 247.900 N 253.700 N

11.1.1 Meicirc.2013; Transitiekosten nieuwe WMO 98.000 N

11.1.1 Meicirc.2013; Invoering Decentralisatie Jeugdzorg 21.000 N

11.1.1 Meicirc.2013; DU Centra Jeugd en Gezin (was 45.000) 2.000- V 2.000- V 2.000- V 2.000- V

11.1.1 Kapitaallasten vrijval 10.000 N 70.000- V 50.000- V

11.1.1 Kapitaallasten vervangingsinvesteringen 24.600 N 23.100- V 27.300 N 37.800 N

11.1.1 Kapitaallasten vervanging automatiseringsplannen 3.900- V 1.900- V 29.100 N 106.100 N

11.1.1 Bijstelling kapitaallasten ivm verlaging renteomslag e.d. 483.400- V 530.800- V 527.300- V 527.300- V

11.1.1 Prijsstijging en areaalvergroting 26.600 N 26.600 N 26.600 N 26.600 N

11.1.2 Bijstelling compensabele BTW afvalstoffen 31.500- V 31.500- V 31.500- V 31.500- V

11.1.2 Bijstelling compens. BTW riolering conform vaststelling GRP 271.400- V 338.400- V 367.200- V 380.200- V

11.2.2 Hogere opbrengst OZB door indexering en groei 137.000- V 137.000- V 137.000- V 137.000- V

Correctie indexering OZB 2017 62.000- V

Overig 10.100 N 10.100 N 10.100 N 10.100 N

Kostenplaatsen en hulpkostenplaatsen

Bijstelling onderhoudskosten materieel obv huidig areaal 13.500 N 13.500 N 13.500 N 13.500 N

Diverse programma's

Belastingen en verzekeringen 250.400 N 250.400 N 250.400 N 250.400 N

Personele kosten bijstelling salariskosten 252.800 N 277.800 N 292.800 N 292.800 N

Indexering en bijstelling formatieafhankelijke budgetten 4.100 N 4.100 N 4.100 N 6.900 N

Overig 10.000 9.200 9.200 9.200

Subtotaal Mutaties meerjarenbegroting 623.286- V 195.715 N 990.616 N 904.017 N

Uitvoeringsplan 2014-2017

11.1.1 Lasten uitvoeringsplan 4.600 N 39.300- V 39.300- V 39.300- V

11.1.1 Correctie vervangende huisvesting de zilverzwaan cat 3+ KN 200.000- V

10.3.1 dekking grafrechten urnenmuur Gendt 4.500- V 4.500- V 4.500- V

Subtotaal Uitvoeringsplan 2014-2017 195.400- V 43.800- V 43.800- V 43.800- V

Reeds aangenomen dekkingsvoorstellen 2012 en 2013

Dekkingsvoorstellen 2012:

div. Ombuigingen en bezuinigingen V 20.000 N 20.000 N 20.000 N

Subtotaal dekkingsvoorstellen 2012 en 2013 - V 20.000 N 20.000 N 20.000 N

Saldo M eerjarenbegroting -18.000 V 1.170.300 N 263.200 N 21.400 N

Begroting Begroting Begroting Begroting

2014 2015 2016 2017

Page 192: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

192

Page 193: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

193

6.4 Uitvoeringsplan 2014 - 2017

Page 194: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

194

 Uitvoeringsplan 2014- 2017 Bedrag  Dekking Dekking Te dekken Jaar Afsch Lasten Lasten Lasten Lasten

 Investeringen en prioriteiten Investering dmv dmv subs Middels van Ter- 2014 2015 2016 2017

2014-2017 reserves ov. budg. afschrijv. realisatie mijn

1 Ontwikkeling en opleiding

1.01 1e inrichting diverse lokalen Loovelden gr 15/16 25.000 25.000 2014 15 2.600 2.600 2.600

1.02 Vervangende huisvesting Zilverzwaan/Ot en Sien 2.000.000 2014 20 180.000 180.000 180.000

2 Deelname aan de samenleving

2.01 Buitensportaccommodaties 150.000 150.000 2013 15 16.000 16.000 16.000 16.000

3 Bereikbaarheid en mobiliteit

3.01 Verkeersveiligheid op de dijken 40.000 40.000 2013 15 4.300 4.300 4.300 4.300

3.02 Schoolzones 30.000 30.000 2013

3.03 Herinrichting Loostraat/van Voorststraat 320.000 320.000 2013/14 25 25.600 25.600 25.600 25.600

3.04 Bushalte Zandsestraat 50.000 45.000 2014 5.000

6 Landschap

6.01 Bijdrage park Lingezegen 210.000 60.000 150.000 2012 e.v.  50

6.01 Grondverkopen park Lingezegen -150.000 -150.000 2012 e.v. 

6.01 Ambt. ondersteuning projectbureau Lingezegen 2010 e.v.  pm  pm  pm  pm 

6.01 Dekking tlv bestaande formatie 2010 e.v.  -pm  -pm  -pm  -pm 

9 Beheer en onderhoud

9.01 Investeringen riolering 2014 4.621.900 4.621.900 2014 15-60

9.01 Investeringen riolering 2015 3.693.300 3.693.300 2015 15-60

9.01 Investeringen riolering 2016 1.261.500 1.261.500 2016 15-60

Page 195: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

195

 Uitvoeringsplan 2014- 2017 Bedrag  Dekking Dekking Te dekken Jaar Afsch Lasten Lasten Lasten Lasten

 Investeringen en prioriteiten Investering dmv dmv subs Middels van Ter- 2014 2015 2016 2017

2014-2017 reserves ov. budg. afschrijv. realisatie mijn

9.01 Investeringen riolering 2017 1.427.300 1.427.300 2017 15-60

9.01 Investeringen waterplan 2014 37.000 37.000 2014 15-60

9.01 Investeringen waterplan 2015 955.700 955.700 2015 15-60

9.01 Investeringen waterplan 2016 1.437.300 1.437.300 2016 15-60

9.01 Investeringen waterplan 2017 285.300 285.300 2017 15-60

9.02 Vervanging VRI van Elkweg/Papenstraat Bemmel 100.000 100.000 2014 15 10.700 10.700 10.700

9.03 Urnenmuur begraafplaats Hoeve Huissen 60.000 60.000 2014 20 5.400 5.400 5.400

9.04 Overige inrichting begraafplaats Hoeve 90.000 90.000 2014 20 8.100 8.100 8.100

9.05 Aanschaf 2 zoutstrooiers 40.000 40.000 2014 10 5.600 5.600 5.600

9.06 Aanschaf 4 sneeuwschuiven 32.000 32.000 2014 10 4.500 4.500 4.500

9.07 Uitbreiding urnenmuur op begraafplaats Gendt 50.000 50.000 2013/14 20 4.500 4.500 4.500

9.07 Dekking grafrechten urnenmuur Gendt 2014 -4.500 -4.500 -4.500

10 Burger en bestuur

10.01 Digitaliseren documenten en archieven 308.000 308.000 2014

Totaal 17.074.300 398.000 13.764.300 907.000 50.900 262.800 262.800 262.800

Bij: Dekking grafrechten op product lijkbezorgingsrechten -4.500 -4.500 -4.500

Totaal reservering nieuw e lasten 2014 e.v. 50.900 258.300 258.300 258.300

Af: Reeds in beginsaldo Meerjarenbegroting 46.300 46.300 46.300 46.300

Opgenomen lasten uitvoeringsplan in meerjarenbegroting 2014-2017 4.600 212.000 212.000 212.000

Page 196: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

196

Kredietvoteringen 2014

Omschrijving Bedrag

Investering

1.01 1e inrichting diverse lokalen Loovelden gr. 15/16 25.000

3.04 Bushalte Zandsestraat 50.000

9.02 Vervanging VRI van Elkweg/Papenstraat BML 100.000

9.03 Urnenmuur 60.000

9.04 Overige inrichting begraafplaats 90.000

9.05 Aanschaf 2 zoutstrooiers 40.000

9.06 Aanschaf 4 sneeuwschuiven 32.000

9.07 Uitbreiding urnenmuur op begraafplaats Gendt / grafrechten 50.000

10.01 Digitaliseren documenten en archieven 308.000

Page 197: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

197

6.5 Toelichting op uitvoeringsplan 2014 - 2017

1 Ontwikkeling en opleiding

Programma Onderwerp 1.01 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

1 1e inrichting diverse

lokalen Loovelden

groep 11 t/m 16

€ 25.000

€ 2.600 2014

Toelichting

Eerste inrichting diverse lokalen van de Boemerang.

Aanvullende inrichting is nodig totdat de school qua leerlingenaantal de maximum capaciteit heeft bereikt. I.v.m.

mindere bouwactiviteiten groeit de school minder snel dan verwacht. Budget wel handhaven voor groei op termijn.

Programma Onderwerp 1.02 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

1 Vervangende huisves-

ting basis-school de

Zilverzwaan, Renova-

tie scholen-complex Ot

en Sienpad, Huissen

€ 2.000.000

€ 180.000

(20 jaar)

2014

Toelichting Het tijdelijke schoolgebouw van de basisschool de Zilverzwaan in Huissen is afgeschreven en voor de huisvesting

van de Zilverzwaan wordt gezocht naar andere huisvesting. Het scholencomplex aan het Ot en Sienpad is meer

dan 30 jaar oud en dient bouwkundig te worden aangepast. In dit schoolgebouw is leegstand waardoor de Zilver-

zwaan daar nieuwe huisvesting kan krijgen.

Het onderhoud voor de Zilverzwaan is meegenomen in het MOP voor alle schoolgebouwen. Afstoten van het

gebouw kan een heel beperkte bijstelling van de storting in het MOP tot gevolg hebben en zal dus nagenoeg geen

verlaging van de structurele jaarlast in dit voorstel betekenen. Wel komt er een terrein vrij waar een andere be-

stemming aan kan worden gegeven.

Aangezien hier 2 noodzakelijke huisvestingsvoorzieningen gecombineerd kunnen worden, is het advies deze

nieuwe uitgave te honoreren. Doen we dit niet, dan moeten we zeker kosten maken voor de Zilverzwaan, omdat

dit schoolgebouw vervangen moet worden. Minimale investering is alleen de noodzakelijke aanpassingen in het

scholencomplex Ot en Sienpad uit te voeren om daar de Zilverzwaan in te huisvesten.

2 Deelname aan de samenleving

Programma Onderwerp 2.01 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

2 Buitensport-

accommodaties

€ 150.000 € 16.000

2013/2014

Toelichting

Nu de realisatie van Sportpark Muijland (voorlopig) is uitgesteld dienen er enkele extra onderhouds- en renova-

tiewerkzaamheden te worden uitgevoerd op sportpark de Poel, welke niet waren opgenomen in de MOP sportge-

bouwen.

Page 198: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

198

3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Programma Onderwerp 3.01 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

3 Verkeersveiligheid op de

dijken

€ 40.000 € 4.300 2013/2014

Toelichting Zowel in de gemeenteraad als in het college is de verkeersveiligheid op de dijken in Lingewaard besproken. De

wens van alle partijen is een veiligere dijk rekening houdend met de diversiteit aan functies en gebruikers hiervan.

Geconcludeerd is dat het inrichten van de dijken als 60 km zone de beste oplossing is. Dit is ook in overeen-

stemming met de beleidslijn dat alle buitenwegen als 60 km zone ingericht moeten worden.

Het college heef besloten, in overeenstemming met de raadsmotie van 10 november 2011, om een tweetal dijk-

vakken te weten tussen Huissen en Angeren en rondom de Sterreschans te Doornenburg, duurzaam veilig in te

richten als 60 km zone respectievelijk op te nemen in de bebouwde kom waar 50 km geldt als maximum snelheid.

Zoals aangeven aan de gemeenteraad bedragen de kosten € 40.000 per strekkende km dijk voor het duurzaam

veilig inrichten als 60 km-zone. Het gedeelte tussen Huissen en Angeren is inmiddels voorzien van een 60 km-

inrichting. In 2013/2014 staat op stapel het gedeelte tussen de Sterreschans en scheepswerf Vahali.

Programma Onderwerp 3.02 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

3 Schoolzones € 30.000

Dekking Alg. Reserve

2013/2014

Toelichting De afgelopen periode is er bij wijze van proef bij een aantal basisscholen in Lingewaard schoolzones ingericht en

zijn de fietsroutes naar de schoolroutes aangegeven met rode stippen. Deze acties zijn uitgevoerd om de ver-

keersveiligheid voor de kinderen te vergroten. Uit de evaluaties van deze proeven in Gendt en Huissen blijken de

inrichtingen van de schoolzones en de schoolroutes bij te dragen aan een veilige omgeving voor kinderen. Voor

een basisschool is gemiddeld € 15.000 nodig om tot een veilige inrichting te komen. Hiervoor is € 30.000 ge-

raamd, wat betekent dat twee scholen in aanmerking kunnen komen voor dit onderwerp.

Programma Onderwerp 3.03 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

3 Herinrichting Loostraat /

van Voorststraat

€ 320.000 € 25.600

2013 / 2014

Toelichting De inrichting van het gedeelte Loostraat, tussen de Kruigang en de Bredestraat, en de Van Voorststraat in Huis-

sen moet dringend worden aangepakt. Deze weg is een gebiedsontsluitingsweg en is voor het fietsverkeer een

belangrijke schakel tussen de wijken Zilverkamp en Loovelden, en het centrum van Huissen.

De herinrichting voorziet onder andere in de verbetering van de oversteekbaarheid en door een duurzaam veilige

inrichting loopt het fietsverkeer minder risico op een ongeval. Het is de bedoeling deze herinrichting te combine-

ren met de vernieuwing van de riolering. De planning is steeds afgestemd op de mogelijke komst van de trolley ,

waardoor de uitvoering opgeschoven is naar 2013 / 2014.

Page 199: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

199

Programma

Onderwerp 3.04 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

3 Bushalte Zandsestraat,

Bemmel

€ 50.000

Subsidie € 45.000

€ 5.000 2014

Toelichting In verband met het opwaarderen van bestaande halten is in overweging gegeven om de huidige halte aan de

Teselaar te verplaatsen naar de Zandsestraat . Door deze verplaatsing is het mogelijk om gebruik te maken van

de aanwezige ruimte om meer kwaliteit in te brengen, zoals een fietsenstalling en een abri. De Stadsregio levert

een bijdrage van 90% in de geraamde kosten ad € 50.000. De uitvoering van dit project is voorzien in 2014.

6 Landschap

Programma Onderwerp 6.01 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaarlast Gewenst jaar

realisering

6 Park Lingezegen: € 210.000

- bijdrage dekking door:

- reserve € 60.000

- nieuwe ontwikkelingen

€ 150.000

2012 e.v.

- grondverkopen -/- € 150.000 2012 e.v.

- ambtelijke onder-

steuning

Dekking tlv bestaande

formatie

neutraal (0,5 fte) 2010 e.v.

Toelichting Park Lingezegen is bedoeld als buffer tussen de steden en alle nieuwbouw bij Bemmel, Huissen, Elst e.d. De

doelstellingen van het park zijn gericht op recreatie, waterberging, natuur en behoud van landbouwgrond. Hier-

voor is een bestuursovereenkomst gesloten en geld gereserveerd van rijk, provincie, Waterschap en de vier

gemeenten Arnhem, Nijmegen, Overbetuwe en Lingewaard.

De intergemeentelijke structuurvisie voor het park is vastgesteld. Tevens is een gemeenschappelijke regeling

opgericht om de financiering van het beheer duurzaam te verzekeren. Tot en met 2013 wordt dan bijna 500 ha in

het gebied (van in totaal 1500 ha) ingericht als parklandschap. Op sommige plekken ingrijpend (als waterberging

of nieuwe natuur wordt gerealiseerd), op sommige plekken minder ingrijpend (als bomen langs de weg worden

aangeplant). Behalve het uitvoeringsprogramma dat door de overheden wordt gerealiseerd, is ook ruimte voor

particuliere initiatieven die aansluiten bij de doelen van het park: recreatie, toegankelijk maken van het buitenge-

bied, e.d.).

Page 200: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

200

9 Beheer en onderhoud

Programma Onderwerp 9.01 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele

jaarlast

Gewenst jaar

realisering

9 Riolering: vervangings-

investeringen en verbete-

rings-maatregelen

- Jaarschijf 2014 € 4.621.900 2014

- Jaarschijf 2015 € 3.693.300 2015

- Jaarschijf 2016 € 1.261.500 2016

- Jaarschijf 2017 € 1.427.300 2017

Waterplan :

- Jaarschijf 2014 € 37.000 2014

- Jaarschijf 2015 € 955.700 2015

- Jaarschijf 2016 € 1.437.300 2016

- Jaarschijf 2017 € 285.300 2017

Toelichting Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de periode 2013-2015 is door de gemeenteraad op 27-06-2013

vastgesteld. In dit GRP zijn diverse vervangingsinvesteringen en verbeteringsmaatregelen opgenomen die leiden

tot bovengenoemde investeringsbedragen. Met name in 2014 en 2015 zullen verbeteringsmaatregelen in Ange-

ren, Huissen en bedrijventerrein Gendt-Bemmel plaatsvinden. Daarnaast zullen tevens maatregelen vanuit het

Waterplan opgepakt worden. De kapitaallasten van beide investeringsuitgaven worden volledig gedekt door de

rioolrechten. In 2015 zal een nieuw GRP aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden.

Programma Onderwerp 9.02 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

9 Vervanging VRI krui-

sing Van Elkweg-

Papenstraat

€100.000

€ 10.700 2014

Toelichting De provincie heeft het voornemen om de verkeersregelinstallatie op de kruising Van Elkweg met de Papenstraat

in Bemmel te vervangen. Met deze vervanging wordt tevens de kruising aangepast om de in de toekomst het

verkeersaanbod soepel te laten afwikkelen. In combinatie met deze aanpassing is het mogelijk dat de aansluiting

van de Papenstraat ook wordt aangepakt gericht op de doorstroming van het busverkeer en het opwaarderen van

de bushalte. In het kader van de kostenverdeling tussen de provincie en de gemeente, in de verhouding tot het

aantal aansluitingen op de kruising, moet de gemeente een bijdrage ad € 100.000 leveren.

De bestemmingplanprocedure is ter hand genomen en voorziet in de mogelijkheid, dat bij een onherroepelijk plan,

de werkzaamheden in 2014 door de provincie worden uitgevoerd.

Page 201: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

201

Programma Onderwerp 9.03 en 9.04 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

9 Begraafplaats Hoeve,

Huissen;

- Urnenmuur

- Overige inrichting

60.000

90.000

€ 5.400

€ 8.100

2014

Toelichting In het kader van de urgente uitbreiding van de begraafplaats De Hoeve is aan de noordzijde al een ophoging

bestaande uit een grondlichaam en randbeplantingen gerealiseerd. Vanwege capaciteitsproblemen is deze uit-

breiding al in gebruik genomen, maar behoeft nog een inrichting gericht op paden en beplantingen. Door echter

gebruik te maken van de mogelijkheid om eerst op het oude gedeelte van de begraafplaats graven te ruimen, kan

wellicht een budettair voordeel worden behaald omdat de inrichting van de uitbreiding dan kan worden getempori-

seerd. Het beginsel “ruimen boven uitbreiden” moet echter nog worden onderzocht en dit betekent dat vooralsnog

moet worden uitgegaan van het investeringsbedrag ad € 90.000 voor het jaar 2014.

Daarnaast is door het toenemende aantal crematies behoefte aan een urnenmuur. Deze muur wordt op de uit-

breiding van de begraafplaats aangebracht en vervangt de huidige voorziening. Uit oogpunt van urgentie is de

urnenmuur gepland in 2014.

Programma Onderwerp 9.05 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

9 Aanschaf 2 zout-

strooiers

€ 40.000

€ 5.600 2014

Toelichting Sinds de herindeling is enkel de omvang van het wegennet toegenomen, niet het materieel om gladheid te be-

strijden. Op dit moment is de route die gestrooid moet worden eigenlijk te groot om de gladheid adequaat en

vooral tijdig te kunnen bestrijden. Zonder extra materieel moet wellicht de keuze gemaakt gaan worden de om-

vang van de route voor gladheidbestrijding in te krimpen.

Programma Onderwerp 9.06 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

9 Aanschaf 4 sneeuw-

schuiven

€ 32.000

€ 4.500 2014

Toelichting Sinds de herindeling is enkel de omvang van het wegennet toegenomen, niet het materieel om gladheid te be-

strijden. Op dit moment is de route die gestrooid en ook geschoven moet worden eigenlijk te groot om de gladheid

adequaat en vooral tijdig te kunnen bestrijden. Zonder extra materieel (2 sneeuwschuiven) moet wellicht de keuze

gemaakt gaan worden de omvang van de route voor gladheidbestrijding in te krimpen.

Daarnaast vragen de veranderde weersomstandigheden (meer sneeuwval) om andere inzet van materieel. Juist

bij sneeuwval is aanvullend materieel in de vorm van 2 extra sneeuwschuiven (zonder strooiers) noodzakelijk om

de berijdbaarheid van vooral bus- en andere hoofdverbindingen te kunnen blijven garanderen.

Programma Onderwerp 9.07 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

9 Uitbreiding urnenmuur

op begraafplaats Gendt

€ 50.000

Dekking grafrechten

€ 4.500

-/- € 4.500

2013 / 2014

Toelichting De huidige urnenmuur op de begraafplaats in Gendt heeft nog maar enkele nissen beschikbaar. Ook lopen de

grafrechten voor de nissen nog enkele jaren. Dit betekent, dat binnenkort inwoners met een wens tot een urnen-

nis teleurgesteld moeten worden als de muur niet uitgebreid wordt. Een uitbreiding met ca. 50 nissen vraagt

minimaal een krediet van € 50.000.

Daar staat tegenover dat via de grafrechten daar op termijn weer inkomsten tegenover staan.

Page 202: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

202

10 Burger en bestuur

Programma Onderwerp 5.02 Investering Incidentele

jaarlast

Structurele jaar-

last

Gewenst jaar

realisering

10 Digitaliseren

documenten en

archieven

€ 308.000 2014

Toelichting Op 2 januari 2012 is het nieuwe gemeentehuis in gebruik genomen. In het nieuwe huis wordt gewerkt op basis

van een kantoorconcept waarin het flexwerken centraal staat. De werkplek van de medewerker wordt digitaal

beschikbaar gesteld waarbij tijd- en plaats onafhankelijk werken mogelijk is geworden. Hiermee wordt voldaan

aan eisen die gesteld zijn in Fase I van het project ICT Nieuwbouw Gemeentehuis.

Tijdens de discussie en vaststelling van het krediet voor Fase I is ook al gesproken over het nieuwe werken,

destijds Fase II genoemd. Inmiddels wordt de vraag om volledig onafhankelijk te kunnen werken en ook alle

documenten op elke plaats digitaal beschikbaar te hebben, steeds duidelijker.

De stappen die in Fase II gezet moeten worden zijn globaal omschreven en de financiële impact is nog niet

volledig duidelijk. Duidelijk is wel dat in ieder geval alle dossiers moeten zijn bijgewerkt tot op actueel niveau en

alle documenten die in omloop zijn, moeten worden geregistreerd. In het bijwerken van de dossiers is een

prioriteit vastgesteld gerelateerd aan de dienstverlening aan de burger.

Page 203: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

203

6.6 Toelichting reserves en voorzieningen

Reserves

Algemene Reserve (stand Jaarrekening 2012 € 38.683.300 ná resultaatbestemming)

Het saldo van de Algemene Reserve bedroeg na de resultaatbestemming 2012 € 38.683.300. Bij de vast-

stelling van de programmabegroting 2013 is ingestemd met het onttrekken van de herstructureringskosten

van Presikhaaf aan de algemene reserve.

Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2013, de Kadernota 2012 en 2014 is besloten enkele incidentele

nieuwe uitgaven en het resultaat 2013 te dekken door een onttrekking uit de Algemene Reserve.

Al deze mutaties zijn in het overzicht ‘Verloop Algemene Reserve’ opgenomen. De werkelijke omvang van

het saldo van de algemene reserve aan het eind van 2014 en volgende jaren wordt voor een belangrijk deel

bepaald door de financiële resultaten in de jaarrekeningen.

Beklemde deel Algemene Reserve

Vitens: De reserve Vitens maakt nu als algemene beklemde reserve deel uit van de Algemene reserve. De

in 2006 behaalde winst bij de verkoop van de aandelen Vitens is overeenkomstig een raadsbesluit gereser-

veerd. De jaarlijkse rente wordt ingezet als dekkingsmiddel en is als batenpost bij inzet van reserves in de

begroting opgenomen. Het beklemde deel bedraagt € 2.500.000. Aangezien het rentepercentage is gedaald

van 4,5 naar 4% is de onttrekking vanaf 2014 € 100.000.

Bespaarde rente: Bij de Kadernota 2010 is bepaald dat een gedeelte van de bespaarde rente van reserves

en voorzieningen ingezet wordt als algemeen dekkingsmiddel voor de begroting.

In 2013 bedroeg de bespaarde rente € 2.610.000. Daarvan werd € 1.352.500 in de Algemene reserve ge-

stort en het restant € 1.257.500 ingezet als dekkingsmiddel voor de begroting. Samen met de onttrekking

Vitens € 112.800 zit dus in 2013 in totaal € 1.370.300 bespaarde rente om de exploitatielasten te dekken.

Hierdoor wordt beslag gelegd op € 1.370.300 / 4,5% = € 30.500.000.

In 2014 is de rente verlaagd naar 4%. Dat betekent dat als we net als in 2013 van de bespaarde rente

€ 1.370.300 willen inzetten om de exploitatielasten te dekken, het beklemde deel van de Algemene reserve

stijgt naar € 1.370.300 / 4% = € 34.257.500. Dit is niet wenselijk. Daarom is in de begroting 2014 opgeno-

men dat de dekking van de exploitatielasten voldoende bedraagt om het beklemde deel niet te laten stijgen.

€ 30.500.000 x € 4% = € 1.220.000. De opbrengst bespaarde rente bedraagt in 2014 € 2.250.000. Per saldo

resteert er dan € 1.030.000 om te storten in de Algemene reserve (inclusief Vitens). Er is in de begroting

2014 ten opzichte van 2013 € 1.370.300 -/- € 1.220.000 = € 150.300 minder bespaarde rente ter dekking van

de exploitatie.

Vrij beschikbare deel Algemene Reserve

In paragraaf 5.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing is bepaald hoe hoog de buffer moet zijn om niet-

structurele financiële risico’s op te kunnen vangen. Het vrij beschikbare deel van de Algemene Reserve be-

staat uit het saldo van de Algemene Reserve na aftrek van het beklemde deel en na aftrek van de buffer.

Page 204: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

204

Fonds bovenwijkse voorzieningen (stand Jaarrekening 2012 € 2.591.000)

De mutaties in het fonds bovenwijkse voorzieningen zijn sterk afhankelijk van het tempo van realisering van

woningbouwprojecten. In 2013 is een bedrag van € 2.000.000 ten laste van deze reserve gebracht als dek-

king voor de op het Uitvoeringsplan opgenomen bijdrage voor Park Lingezegen.

Reserve personele verplichtingen (stand Jaarrekening 2012 € 94.500)

Dit betreft de bestemmingsreserve cafetariamodel, het overschot/te behouden budget beloningsdifferentiatie

en de voor opleiding, teamontwikkeling en cafetariamodel gereserveerde IZA-gelden.

De bestemmingsreserve cafetariamodel wordt ingezet voor dekking van extra personele uitgaven passend in

de bestedingsregels van het cafetariamodel in de jaren 2010 t/m 2013.

Reserve bedrijfsvoering (stand Jaarrekening 2012 € 326.700 ná resultaatbestemming)

De organisatie heeft de komende jaren een aantal vraagstukken op het gebied

van personeel op te lossen (mogelijke WW-verplichtingen, re-integratie budget ter voorkoming van WW-

verplichtingen en kosten van bovenformatief personeel). Bij de jaarrekening 2011 is hiervoor een reserve

bedrijfsvoering gevormd. Bij de jaarrekening 2012 is als onderdeel van de resultaatbestemming een onttrek-

king gedaan van € 216.400.

Algemene reserve grondexploitatie (stand Jaarrekening 2012 nihil)

De algemene reserve grondexploitatie dient ter dekking van verliezen en risico’s die voortvloeien uit grond-

exploitaties. De algemene reserve grondexploitatie wordt gevoed uit de eindresultaten van alle afgesloten

exploitaties plus de tussentijdse resultaten. Als uit de kostprijsberekening blijkt, dat bij een complex een ver-

lies wordt verwacht, wordt hiervoor een voorziening getroffen die ten laste van de algemene reserve grond-

exploitatie wordt gebracht. Indien de algemene reserve grondexploitatie volledig is ingezet voor de afdekking

van (verwachte) verliezen van grondexploitaties, komen tekorten ten laste van het (begrotings)resultaat.

Voor een nadere toelichting van de stand en de geraamde mutaties van deze reserve wordt verwezen naar

paragraaf 5.7 Grondbeleid.

Verloop Algemene Reserve 2013 2014 2015 2016 2017

saldo 1-1-2013 conform jaarrekening 2012 41.415.000

resultaat 2012 -1.157.000

toevoeg./onttrekkingen via resultaatbestemming 2012 -1.574.700

Saldo per 1-1 van het betreffende jaar 38.683.300 38.484.600 38.921.800 38.379.800 38.764.800

Dekking amendementen raad 13-12-2013 -92.000 104.500 -12.500

Dekking saldo 2013 ( na meicirc. excl. dekking ODRA) -1.095.800

Vermindering saldo 2013 in Najaarsnota 2013 1.174.900

Dekking saldi Meerjarenbegroting 2015 t/m 2017 -1.170.000 -263.000 -21.500

Storting ged. bespaarde rente reserves en voorzieningen 1.239.700 1.030.000 930.000 830.000 730.000

Uitvoeringsprogramma duurzaamheid -166.600 -69.200 -64.200

Dekking digitaliseren documenten en archieven KN 2012 -308.000

dekking Incidentele kosten ODRA -305.400 -85.100 -46.600 -9.700

Dekking begroting Presikhaaf -645.500 -543.000 -178.700 -172.300

Saldo Algemene Reserve per 31-12 38.484.600 38.921.800 38.379.800 38.764.800 39.473.300

beklemde deel 30.500.000 30.500.000 30.500.000 30.500.000 30.500.000

7.984.600 8.421.800 7.879.800 8.264.800 8.973.300

Af: buffer 7.984.600 8.421.800 7.879.800 8.264.800 8.973.300

Vrij beschikbaar - - - - -

Page 205: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

205

Reserves groot onderhoud (stand Jaarrekening 2012 € 2.856.300 ná resultaatbestemming)

Dit betreft reserves voor vervanging, onderhoud en beheer van gebouwen en gemeentelijke eigendommen,

sportaccommodaties en groenvoorzieningen. De reserves worden ingezet op basis onderhoudsplannen die

in 2012 zijn geactualiseerd en vastgesteld.

Overige bestemmingsreserves (stand Jaarrekening 2012 € 17.019.000 ná resultaatbestemming)

Hieronder zijn diverse reserves opgenomen die op basis van gemeentelijke besluitvorming een specifieke

bestemming hebben gekregen. Als voorbeelden van overige bestemmingsreserves worden genoemd de

reserve afvalstoffenheffing, de reserve riolering en waterzuivering, de reserve inzet woningbouw, het kunst-

fonds en de reserve actualisatie bestemmingsplannen.

Voorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van personeel (stand Jaarrekening 2012 € 3.653.600)

Dit betreft een voorziening uit hoofde van pensioenverplichtingen ten behoeve van huidige en voormalige

wethouders. Op grond van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) bouwen wethouders

hun ouderdomspensioen in principe op bij de gemeente. De Appa-pensioenregeling omvat ook het zoge-

naamde nabestaanden- en wezenpensioen. De Appa-pensioenregeling is een eindloonregeling met pensi-

oenindexatie. De pensioenverplichtingen worden op actuariële wijze gewaardeerd tegen contante waarde.

Voorziening onderhoud wegverhardingen (stand Jaarrekening 2012 € 2.500.000)

Dit betreft een voorziening voor vervanging, onderhoud en beheer van wegen. De in de begroting opgeno-

men toevoegingen zijn gebaseerd op beleids- en beheerplannen die door de gemeenteraad in 2012 zijn

vastgesteld.

Voorzieningen nog in te zetten bijdragen en subsidies (stand Jaarrekening 2012 € 327.600)

Deze voorziening heeft betrekking op ontvangen (en mogelijk te restitueren) bedragen voor planschades.

Voorzieningen voor overige verplichtingen en risico’s (stand Jaarrekening 2012 € 1.272.300)

Dit zijn de overige voorzieningen, zoals de voorziening Streekmuziekschool, de voorziening voor verwachte

kosten van afgewikkelde grondexploitaties en de in 2012 nieuw gevormde voorziening ruilverkaveling.

De voorzieningen worden opgenomen op het moment, dat blijkt dat de gemeente aansprakelijk is voor de

betaling van bedragen op basis van gebeurtenissen die hun oorsprong hebben in het begrotingsjaar of daar-

voor.

Page 206: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

206

Page 207: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

207

6.7 Overzicht baten en lasten 2014

Page 208: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

208

Page 209: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

209

Overzicht van baten en lasten

Omschrijving Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo

Programma's

1 Ontwikkeling en opleiding -387.715 4.090.681 3.702.966 -424.455 4.163.632 3.739.177 -593.142 4.239.189 3.646.047

2 Deelname aan de smaenleving -15.322.136 29.864.525 14.542.389 -14.222.053 29.454.955 15.232.902 -15.119.882 29.631.531 14.511.649

3 Bereikbaarheid en mobiliteit 0 276.909 276.909 169.144 169.144 -80.539 338.093 257.554

4 Bedrijvigheid -7.702.598 8.417.833 715.235 -10.324.724 11.175.058 850.334 -2.985.424 8.653.034 5.667.610

5 Centrum, stad en dorp -34.400 578.363 543.963 -37.900 592.456 554.556 -38.380 643.036 604.656

6 Landschap 0 1.303.972 1.303.972 1.296.260 1.296.260 -220.149 1.837.179 1.617.030

7 Wonen -3.178.388 5.825.877 2.647.489 -5.942.660 9.491.741 3.549.081 -15.265.255 15.067.516 -197.739

8 Klimaat en duurzaamheid -6.300 297.780 291.480 -6.300 479.970 473.670 -16.597 611.066 594.469

9 Beheer en onderhoud -701.370 21.315.333 20.613.963 -860.960 20.325.461 19.464.501 -1.043.734 22.737.876 21.694.142

10 Burger en bestuur -1.127.550 13.234.780 12.107.230 -1.143.750 11.760.782 10.617.032 -1.255.543 11.474.245 10.218.702

11 Financiën -59.132.241 3.739.324 -55.392.917 -58.091.399 4.565.650 -53.525.749 -59.613.820 3.141.977 -56.471.843

Totaal baten en lasten -87.592.698 88.945.377 1.352.679 -91.054.201 93.475.109 2.420.908 -96.232.465 98.374.742 2.142.277

Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves -3.696.537 2.325.846 -1.370.691 -4.178.673 1.753.983 -2.424.690 -41.572.056 40.586.826 -985.230

Resultaat -91.289.235 91.271.223 -18.012 -95.232.874 95.229.092 -3.782 -137.804.521 138.961.568 1.157.047

Raming 2014 Raming 2013 (na wijziging) Realisatie 2012

Page 210: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

210

Page 211: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

211

6.8 Overzicht van incidentele baten en lasten per programma

Incidentele baten en lasten 2014

Programma 1 Ontwikkeling en opleiding

Subsidie alg beleid soc.cult.werk Amendement 1 Huissen 700 30.000 30.000

Totaal Programma 1 Ontwikkeling en opleiding 30.000 - - 30.000

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Exploitatietekort Presikhaaf 2014 t.l.v. Algemene Reserve 543.028 -543.028 -

Inzet deel van “BR Bekostiging Rëintegratie voorzieningen”

t.b.v. Participatiemogelijkheden 60.000 -60.000 -

Maatschappelijke Stage 43.600 43.600

Totaal Programma 2 Deelname aan de samenleving 646.628 - -603.028 43.600

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Veiligheid schoolomgevingen 30.000 30.000

Onderzoek dorpensingel Oost (Bemmel - Nijmegen) 50.000 50.000

Flankerende maatregelen A15 (Onderzoeksbudget) 30.000 30.000

Totaal Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit 110.000 - - 110.000

Programma 8 Klimaat en duurzaamheid

dekking extra budget duurzaamheid t.l.v. Algemene Reserve 69.200 -69.200 -

Totaal Programma 8 Klimaat en duurzaamheid 69.200 - -69.200 -

Programma 9 Beheer en onderhoud

Prognose huisvestingsaanvragen Openbaar basisonderwijs 35.000 -35.000 -

Prognose huisvestingsaanvragen Bijzonder basisonderwijs 50.000 -50.000 -

Prognose renovatie sportvelden 300.000 -300.000 -

Revitalisering Zilverkamp 404.197 -404.197 -

Verlaagde dotatie voorziening "Onderhoud wegverhardingen"

i.v.m. revitalisering Zilverkamp -48.530 48.530 -

Wegenlegger 50.000 50.000

Dotatie voorziening Civieltechnische kunstwerken 35.000 35.000

Onderzoek gezam.milieustraat Overbetuwe/Lingewaard 4.000 4.000

Inventarisatie inzameling afvalstoffen 9.100 9.100

Onderzoekskosten Waterplan 10.000 -10.000 -

Onderhoudsjaarplan 2014 gebouwen 1.200.000 -1.200.000 -

Totaal Programma 9 Beheer en onderhoud 2.097.297 -48.530 -1.950.667 98.100

Programma 10 Burger en bestuur

Verkiezingen (extra tellers n.a.v. evaluatie) 34.000 34.000

Totaal Programma 10 Burger en bestuur 34.000 - - 34.000

Programma 11 Financiën

Transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar WMO 98.000 98.000

Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg 21.000 21.000

Eénmalige storting in Algemene Reserve dekking

amendementen 104.500 104.500

Actualiseren archieven 308.000 -308.000 -

Inzet Bestemmingsreserve digitalisering Archieven tbv

actualisering archieven 92.000 -92.000 -

Incidentele kosten ODRA 85.100 -85.100 -

Nationaal Uitvoerings Programma (i-NUP) 70.000 70.000

Totaal Programma 11 Financiën 778.600 - -485.100 293.500

Totaal incidentele baten en lasten 3.655.725 -48.530 -3.107.995 499.200

Begrote

incidentele

lasten

Begrote

incidentele

baten

Mutaties

reserves

Effect

incidentele

posten

Page 212: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

212

Page 213: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

213

6.9 EMU-saldo bij begroting 2014

De posten met een plus verkleinen het EMU-tekort, die met een min vergroten het EMU-tekort.

EMU = Economische en Monetaire Unie

Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de overheid in een bepaald jaar.

(Bedragen x EUR 1.000) 2013 2014 2015

1

-1.209 -2.358 -1.090

+ 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 5.197 4.971 4.976

+ 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten

laste van de exploitatie 2.442 2.855 2.878

- 4 Uitgaven aan investeringen in (im)materiële

vaste activa die op de balans worden

geactiveerd 12.815 4.495 1.358

+ 5 De in mindering op onder 4 bedoelde

investeringen gebrachte ontvangen bijdragen

van het Rijk, de Provincies, de Europese

Unie en overigen 11.832 6.114 0

+ 6a Verkoopopbrengsten uit desinvesteringen in

(im)materiële vaste activa (tegen

verkoopprijs) 0 0 0

- 6b Boekwinst op desinvesteringen in

(im)materiële vaste activa 0 0 0

- 7 Uitgaven aan aankoop van grond en de

uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. 8.160 3.519 4.153

+ 8a Verkoopopbrengsten van grond (tegen

verkoopprijs) 11.696 6.723 6.825

- 8b Boekwinst op grondverkopen

- 9 Betalingen ten laste van de voorzieningen 2.442 1.156 1.158

- 10 Betalingen die niet via de exploitatie lopen,

maar rechtstreeks ten laste van de reserves

worden gebracht en die nog niet vallen onder

één van de andere genoemde posten 0 0 0

- 11 Boekwinst bij verkoop van deelnemingen en

aandelen 0 0 0

6.542 9.135 6.920

Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q.

onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)*

Berekend EMU-saldo

Page 214: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

214

Page 215: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

215

Bijlagen

Page 216: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

216

1. Samenstelling gemeentebestuur

Gemeenteraad

S.P.M. de Vreeze voorzitter (tot 26 september 2013)

M.H.F. Schuurmans-Wijdeven voorzitter (vanaf 26 september 2013)

mr. J.A. Wenneker fractievoorzitter B06-L2000

mw. M.J.C. Fontein B06-L2000

P.B.H. Geurtz B06-L2000

drs. P.A.T.W. Hegeman B06-L2000

N.T.P. Hubers B06-L2000

J.J. Huizinga B06-L2000

mw. C.A.M. Lotze-Snijders B06-L2000

J.H.A.P. Sluiter fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard

mw. M.J. Bouwmeister-Bremer Lokaal Belang Lingewaard

R.T.H.M. Derksen Lokaal Belang Lingewaard

J.A.W. Joosten Lokaal Belang Lingewaard

T.W.M. Peren fractievoorzitter CDA

ing. H.J.J. Arends CDA

H.G. Gertsen CDA

mw. mr. J.J.A.M. Leenders-van Heck CDA

mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen fractievoorzitter lingewaard.NU

B.J.W.G. van Ottele lingewaard.NU

F.H. den Houting lingewaard.NU

P.B.M. Wegh fractievoorzitter VVD

T.G.C.M. Rijsemus VVD

mw. drs. H.W.M. Witjes VVD

drs. P.M. Cuypers fractievoorzitter D66

A.H. Nijboer D66

S.J.H.G. Wannet D66

H.T. Peren fractievoorzitter PvdA

mw. J.N.M. van Roosmalen PvdA

T.F.J. Reijmers PvdA

mw. L.G. Duiven fractievoorzitter GroenLinks

F.N. Arbouw GroenLinks

Th.G.L. Greep raadsgriffier

Page 217: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

217

College van burgemeester en wethouders

S.P.M. de Vreeze voorzitter (tot 26 september 2013)

M.H.F. Schuurmans-Wijdeven voorzitter (vanaf 26 september 2013)

C.J. Telder wethouder

B. van Eeten wethouder

L.J.F. Dolmans wethouder

C.M. de Graaf Interim gemeentesecretaris

Presidium

S.P.M. de Vreeze voorzitter (tot 26 september 2013)

M.H.F. Schuurmans-Wijdeven voorzitter (vanaf 26 september 2013)

mr. J.A. Wenneker fractievoorzitter B06-L2000

J.H.A.P. Sluiter fractievoorzitter Lokaal Belang Lingewaard

T.W.M. Peren fractievoorzitter CDA

mw. mr. M.J.A. van Aalten-Janssen fractievoorzitter lingewaard.NU

P.B.M. Wegh fractievoorzitter VVD

drs. P.M. Cuypers fractievoorzitter D66

H.T. Peren fractievoorzitter PvdA

mw. L.G. Duiven fractievoorzitter GroenLinks

Daarnaast zijn in elke vergadering aanwezig:

Th.G.L. Greep raadsgriffier

mw. J.A.T. Mommers notulist

Page 218: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

218

2. Kerngegevens

SOCIALE STRUCTUUR 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Aantal inwoners per 1 januari 45.445 45.589 45.770 45.833 45.850 45.975 46.275 46.375

Aantal inwoners naar leeftijd

0 t/m 4 jaar 2.594 2.586 2.565 2.477 2.386 2.301 2.224 2.136

5 t/m 19 jaar 8.781 8.730 8.702 8.716 8.721 8.747 8.806 8.827

20 t/m 64 jaar 27.589 27.577 27.361 27.080 26.772 26.525 26.376 26.111

65 jaar en ouder 6.481 6.696 7.142 7.560 7.971 8.402 8.869 9.301

Aantal personen met een

uitkering: (WWB-IOAW-IOAZ) 401 468 455 394 428 458 458 458

Leerlingen per 1 oktober

- basisonderwijs 4.829 4.774 4.728 4.688 4.633 4.514 4.335 4.194

- speciaal basisonderwijs 193 235 235 254 250 246 241 236

- voortgezet onderwijs 2.486 2.575 2.702 2.856 2.918 2.932 3.023 3.082

- speciaal voortgezet onderwijs 64 67 60 70 72 72 74 75

Totaal leerlingen 7.572 7.651 7.725 7.868 7.873 7.764 7.676 7.587

Page 219: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

219

FYSIEKE STRUCTUUR 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017

Oppervlakte gemeente in ha. 6.918 6.918 6.918 6.918 6.918 6.918 6.918 6.918

Waarvan

-binnenwater 703 703 703 703 703 703 703 703

-historische stads- en dorpskern 5 5 5 5 5 5 5 5

Openbaar groen in ha

(excl. water en bermen)

184

210

221

224

226

228

228

228

Lengte van riolering in km 260 260 270 270 270 270 270 270

Lengte van wegen in km 342 341 350 354 354 354 354 354

Woonruimten per 1 januari 18.800 18.963 19.085 19.208 19.209 19.282 19.471 19.536

Gem.aantal inwoners per woning 2,42 2,40 2,40 2,39 2,39 2,38 2.38 2.37

Page 220: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

220

3. Overzicht baten en lasten productenraming 2014

Nr. Doel Lasten Baten Saldo Raming Rekening

( + = Nadeel / - = Voordeel) 2014 2014 2014 2013 2012

1.1.1 Jeugdgezondheidszorg 751.625 751.625 733.886 728.200

1.1.2 Opvoedingsondersteuning 363.361 363.361 364.539 274.898

1.2.1 Stimuleren en toezien op behalen startkwalific. jongeren 1.873.621 -248.140 1.625.481 1.684.598 1.731.829

1.2.2 Bieden van leerlingenvervoer 926.589 926.589 920.659 872.487

1.2.3 Bieden van natuureducatie 29.360 29.360 29.330 31.807

1.2.4 Ondersteuning bieden bij 2e kans op educatie 146.125 -139.575 6.550 6.165 6.826

1.2.5 Faciliteren gerichte scholing en opleiding werkzoekenden

Totaal Programma 1 4.090.681 -387.715 3.702.966 3.739.177 3.646.047

2.1.1 Stimuleren samen sporten en bewegen 1.608.736 -135.605 1.473.131 1.269.795 1.361.885

2.1.2 Stimulering kennismaking/deelname kunst en cultuur 1.009.832 -8.400 1.001.432 1.108.255 1.309.509

2.1.3 Ondersteunen diverse voorzieningen 1.179.323 -73.425 1.105.898 1.254.559 1.205.285

2.2.1 Bevorderen dat iedereen gezond kan leven 697.750 697.750 704.500 680.772

2.2.2 Versterken informeel netwerk 1.327.007 -2.433 1.324.574 1.329.387 1.227.353

2.2.3 Signaleren problemen kwetsbare inwoners/bieden van zorg 16.358.476 -8.845.580 7.512.896 7.779.406 6.629.410

2.3.1 Activeren bij zoeken naar werk (re-integratie)

2.3.2 Stimuleren werkgeleg./arbeidsplaatsen voor werkzoekenden 7.683.401 -6.256.693 1.426.708 1.787.000 2.097.435

Totaal Programma 2 29.864.525 -15.322.136 14.542.389 15.232.902 14.511.649

3.1.1 Aanleggen wegen en fietspaden 198.074 198.074 118.360 222.299

3.1.2 Verbeteren ontsluitingen

3.1.3 Verbeteren doorstroming

3.1.4 Verbeteren parkeermogelijkheden 47.435 47.435 48.504 41.831

3.2.1 Verminderen veiligheidsrisico's op wegen en fietspaden 31.400 31.400 2.280 -6.576

3.2.2 Verminderen verkeersdruk in de kernen

3.2.3 Stimuleren fietsen en OV-gebruik

Totaal Programma 3 276.909 - 276.909 169.144 257.554

4.1.1 Stim. kleinschalige toer/recreatieve activ. op het platteland 219.605 -1.200 218.405 267.154 207.505

4.1.2 Vergroten bekendheid over toeristisch product 353.650 -139.700 213.950 331.575 365.526

4.2.1 Stimuleren uitbouw glastuinbouw en agribusiness 7.537.698 -7.561.698 -24.000 4.846.259

4.2.2 Uitbreiden en verbeteren vestigingsmogelijkheden 54.450 54.450 16.276

4.2.3 Stimuleren maatschappelijk verantwoord ondernemen 252.430 252.430 251.605 232.044

Totaal Programma 4 8.417.833 -7.702.598 715.235 850.334 5.667.610

5.2.1 Stimuleren behoud monumenten 166.800 166.800 197.925 158.704

5.2.2 Stimuleren betrokkenheid burgers bij behoud cult. erfgoed 152.620 152.620 143.570 151.732

5.3.1 Versterken detailhandelstructuur 215.483 -14.400 201.083 204.481 263.869

5.3.2 Faciliteren basiswinkelvoorzieningen

5.3.3 Aantrekkelijker maken centrumgebieden 43.460 -20.000 23.460 8.580 30.351

Totaal Programma 5 578.363 -34.400 543.963 554.556 604.656

6.1.1 Versterken biodiversiteit

6.1.2 Versterken landschappelijke hoofdstructuur 489.490 489.490 630.651 346.433

6.1.3 Herstructureren gebiedsdelen 814.482 814.482 665.608 1.270.597

6.1.4 Verweving realiseren ts landbouw, landschap en natuur

6.1.5 Stimuleren particulier en agrarisch natuurbeheer

6.2.1 Vergroten toegankelijkheid

6.2.2 Verbeteren recreatief netwerk

6.2.3 Vergroten leefbaarh. en herkenbaarheid van het landschap

6.2.4 Ontwikk. Fort Pannerden de parel van het Ling.landschap

6.2.5 Recreatief versterken groene ruimte in Park Lingezegen

6.2.6 Tegengaan verrommeling in het buitengebied

Totaal Programma 6 1.303.972 - 1.303.972 1.296.259 1.617.030

Overzicht baten en lasten productenraming 2014

Page 221: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

221

Nr. Doel Lasten Baten Saldo Raming Rekening

2014 2014 2014 2013 2012

7.1.1 Aanleg groen en speelruimtes 25.744 25.744 25.744 27.669

7.2.1 Aanwijzen woningbouw-locaties 2.695.762 -2.499.621 196.141 407.066 -171.990

7.2.2 Bevorderen en herstructureren woningbouw 24.184 24.184 10.434 13.344

7.2.3 Meewerken aan passende particuliere initiatieven 2.349.969 -440.700 1.909.269 2.520.749 2.553.101

7.2.4 Afspraken maken met woningcorporaties 286.718 -238.067 48.651 133.914 -2.640.951

7.3.1 Stimuleren duurzaam bouwen 443.500 443.500 451.175 21.088

7.3.2 Stimuleren levensloopbestendig bouwen

Totaal Programma 7 5.825.877 -3.178.388 2.647.489 3.549.082 -197.739

8.1.1 Stimuleren duurzaam huishoudelijk gedrag 297.780 -6.300 291.480 473.670 594.469

8.1.2 De gemeente geeft het goede voorbeeld

8.2.1 Bevorderen duurzame energieproductie

Totaal Programma 8 297.780 -6.300 291.480 473.670 594.469

9.1.1 Onderh./beheren infrastructuur volgens kwaliteitscriteria 6.599.963 -121.150 6.478.813 6.498.460 7.816.258

9.1.2 Onderhouden en beheren groen 2.331.979 2.331.979 1.770.958 3.094.418

9.1.3 Onderhouden en beheren gebouwen 5.432.660 -30.720 5.401.940 4.669.649 4.852.601

9.2.1 Zorgen voor goede waterkwaliteit en voldoende waterberging 3.823.802 -30.100 3.793.702 3.975.039 3.493.179

9.2.2 Bestrijden gladheid 312.892 312.892 161.951 321.537

9.2.3 Verwerken huishoudelijk afval 2.788.187 -476.000 2.312.187 2.374.859 2.101.356

9.3.1 Behandelen meldingen

9.3.2 Adoptie (geheel of gedeeltelijk) door burgers 25.850 -43.400 -17.550 13.585 14.793

Totaal Programma 9 21.315.333 -701.370 20.613.963 19.464.501 21.694.142

10.1.1 Waarborgen Brandweer-, ambulancezorg en ramp.bestrijding 2.016.998 -3.500 2.013.498 2.119.837 2.032.691

10.1.2 Bevorderen veilige woon- en leefomgeving 1.423.736 -10.000 1.413.736 1.025.135 1.076.488

10.1.3 Beperken overlast 1.164.685 1.164.685 868.940 690.277

10.2.1 Interactie met burgers/andere partners over beleidsvorming 496.590 496.590 501.155 424.003

10.2.2 Samen met wijkplatforms leefbaarheid in de wijk vergroten

10.3.1 Waarborgen kwaliteit dienstverlening 1.610.690 -1.114.050 496.640 422.050 704.367

10.3.2 Burgers tijdig, juist en volledig informeren over specifieke

acties van de gemeente

10.4.1 Integer handelen door bestuur en organisatie

10.4.2 Publieke verantwoording 6.135.167 6.135.167 5.392.174 4.923.262

10.4.3 Organiseren verkiezingen 102.094 102.094 7.176 34.603

10.4.4 Bestuurlijke samenwerking 284.820 284.820 280.565 333.010

Totaal Programma 10 13.234.780 -1.127.550 12.107.230 10.617.032 10.218.701

11.1.1 Sluitende meerjarenbegroting 2.399.534 -38.855.393 -36.455.859 -34.641.708 -37.953.988

11.1.2 Reserves en voorzieningen op een aanvaardbaar peil

11.1.3 Beheersbare schuldratio 304.490 -2.664.948 -2.360.458 -2.712.906 -2.680.776

11.2.1 Kostendekkendh. heffingen, rechten en leges 625.000 -7.296.900 -6.671.900 -6.454.430 -5.992.199

11.2.2 Acceptabele OZB 410.300 -10.315.000 -9.904.700 -9.716.705 -9.844.879

11.3.1 Inventariseren en kwantificeren risico’s

11.3.2 Treffen beheersmaatregelen

11.3.3 Voldoende weerstandsvermogen

Totaal Programma 11 3.739.324 -59.132.241 -55.392.917 -53.525.749 -56.471.842

Totaal Saldo van baten en lasten 88.945.377 -87.592.698 1.352.679 2.420.908 2.142.277

Mutatie reserves programma 1 t/m 11 2.325.846 -3.696.537 -1.370.691 -2.424.690 -985.230

Resultaat 91.271.223 -91.289.235 -18.012 -3.782 1.157.047

Page 222: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

222

4. Kaderstellende nota’s

Programma 1 Ontwikkeling en opleiding

Verordening leerlingenvervoer 2007

Visie transitie jeugdzorg (Raad juni 2012)

Beleidskader bibliotheekvoorziening (Raad juni 2012)

Startnotitie leerlingenvervoer (Raad april 2012)

Beleidsnota voorschoolse educatie 2014-2017 (raad december 2012)

Beleidsnota peuterspeelzaalwerk 2014-2017 (raad december 2012)

CJG Lingewaard (Raad startnotitie november 2009 / B&W convenant regio backoffice maart 2009, front-

office juni 2011)

Leerplichtprotocol (Raad januari 2011)

Integraal jeugdbeleid (Raad november 2010)

Convenant regionale aansluiting jeugdbeleid / jeugdzorg regio Arnhem (2010)

Beleidsvisie Doorgaande Ontwikkelingslijn 0-14 jaar (Raad mei 2009)/in oktober 2013 nieuwe visie 0-27

jaar in gemeenteraad

Beleidsvisie leerplicht (Raad oktober 2002 / B&W kwalificatieplicht april 2008)

Beleidsnotitie Brede Scholen (2008)

Notitie Natuur en Milieueducatie (B&W juni 2006)

Kadernotitie jeugdgezondheidszorg (Raad september 2004)

Uitgangspunten schoollogopedie (raad december 2012)

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt verkeersveiligheid schoolomgeving

EU programma Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007-2013

Programma 2 Deelname aan de samenleving

Integrale visieontwikkeling binnensportaccommodaties (Raad november 2007)

Flankerend ouderenbeleid: subsidiering maaltijdvoorziening (Raad juni 2012)

Visie AWBZ decentralisatie (Raad juni 2012)

Strategisch arbeidsmarktbeleid (Raad april 2012)

Sociaal-cultureel en maatschappelijk accommodatiebeleid (Raad februari 2012)

Wmo beleidsplan 2012-2015 (Raad december 2011)

AWBZ pakketmaatregel fase 1: lokaal beleid voor mensen met een lichte beperking (Raad september

2011)

Beleidskader Ambities Sociaal Domein 2015 (Raad juni 2011)

Maatschappelijk participatiebeleid (Raad juli 2009)

Uitvoeringsplan Handhaving 2012-2015 (B&W 26 juni 2012)

Beleidsplan Schuldhulpverlening “Schulden, maak er werk van 2012-2016” (Raad 7 juni 2012)

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013

Gemeentelijk besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Verordening toeslagen en verlagingen Wwb gemeente Lingewaard 2012

Re-integratie- en participatieverordening

Maatregelverordening Wwb, Ioaw en Ioaz gemeente Lingewaard 2013

Verordening langdurigheidstoeslag 2013

Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Lingewaard 2013

Verordening cliëntenparticipatie inkomensvoorzieningen

Page 223: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

223

Verordening handhaving inkomensvoorzieningen gemeente Lingewaard

Verordening wet inburgering

Verordening kinderopvang

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt verkeersveiligheid schoolomgeving

Programma 3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Gemeentelijk Mobiliteits Plan (2008)

Mobiliteitsaanpak, actualisering Regionale Nota Mobiliteit (2011)

Gebiedsvisie A15/A12 (2008)

Nota grondbeleid 2007

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt verkeersveiligheid schoolomgeving

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

EU programma Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007-2013

Programma 4 Bedrijvigheid

Evenementenbeleid (Raad juni 2012)

Regionaal Economische Ontwikkelingsstrategie KAN (2010)

Evaluatie Detailhandelsbeleid (2010)

Economisch Programmerings- en Ontwikkelingsdocument (EPO), Stadsregio Arnhem Nijmegen (2010)

Stedenbouwkundige visie revitalisering Pannenhuis 1 (2010)

Cultuurnota Lingewaard (Raad april 2009)

Beleidsplan recreatie en toerisme (Raad april 2009)

Notitie nieuwe economische dragers (2009)

Ruimtelijke visie herstructurering glastuinbouw (2007) en Plan van Aanpak (2009)

Kadernota verblijfsrecreatie (Raad april 2008)

Beleidsregel functieverandering en nieuw vestiging in het buitengebied (2008)

Economische Beleidsvisie (2005)

Notitie presentatie gemeente bij lokale evenementen periode 2007-2010

Nota grondbeleid 2007

Gronduitgifteprijzen (systematiek grondprijsbeleid) 2002

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

Segmenteringsnota (2006)

EU programma Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007-2013

Programma 5 Centrum, stad en dorp

Dorpsvisie Angeren en Gendt

Centrumvisie Huissen (2008)

Nota grondbeleid 2007

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

Page 224: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

224

Programma 6 Landschap

Intergemeentelijke Structuurvisie Park Lingezegen (2011)

Groenstructuurplan (Raad maart 2008)

Nota grondbeleid 2007

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

Programma 7 wonen

Integraal huisvestingsplan (Raad februari 2012)

Nota Ruimtelijke Ontwikkelingen Gemeente Lingewaard 2013

Nota grondbeleid 2007

Gronduitgifteprijzen (systematiek grondprijsbeleid) 2002

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

Prestatieafspraken met woningcorporaties (2012)

Programma 8 Klimaat en duurzaamheid

Nota zwerfvuilbestrijding “Heel gewoon … Lingewaard schoon” (B&W maart 2009)

Integraal beleidskader duurzaamheid (Raad december 2011)

Milieubeleidsplan 2010-2014 (raad december 2009)

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012) mbt maatschappelijk verantwoord ondernemen

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Regionale verstedelijkingsvisie (2011)

EU programma Stadsregio Arnhem Nijmegen 2007-2013

Programma 9 Beheer en onderhoud

Beleidsplan wegverhardingen (Raad september 2012)

Beleidsplan openbare verlichting (Raad december 2009),

Waterplan Lingewaard (Raad mei 2009)

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Raad juni 2013)

Gladheidsbestrijdingsplan (B&W 2012)

Onkruidbestrijdingsplan (Raad oktober 2009)

Maaibeleid bermen en sloten (B&W januari 2010)

Beeldkwaliteitsplan Openbaar Groen (Raad oktober 2009)

Groenstructuurplan (Raad maart 2008)

Speelruimteplan “Buitenspelen, ja leuk!” (Raad mei 2007)

Beleidsplan Onderhoud en Instandhouding Gebouwen (Raad december 2012)

Beleidsplan Civieltechnische Kunstwerken (Raad mei 2013)

Beleidsregels uitgifte reststroken gemeente Lingewaard 2004

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012)

Ruimtelijke structuurvisie 2012-2022 (Raad mei 2012)

Page 225: Programmabegroting 2014 gemeente Lingewaard

Programmabegroting 2014

225

Programma 10 Burger en bestuur

Dienstverleningsconcept ‘Kwaliteit en Service’ (Raad april 2008)

Kwaliteitshandvest (B&W december 2009)

Nota gezondheidsbeleid 2011-2014 (Raad november 2011)

Visiedocument Gebiedsgericht werken ( Raad november 2009)

Samenwerkingsovereenkomst gemeente Lingewaard en wijkplatforms (B&W juni 2011)

Uitvoeringsdocument gemeente Lingewaard en wijkplatforms (Stuurgroep Veiligheid en Wijkbeheer april

2012)

Handhavingsuitvoeringsprogramma (Raad november 2011)

Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (Raad oktober

2010)

Integraal veiligheidsbeleid

Jaarlijks veiligheidsprogramma

Beleidsplan rampenbestrijding en crisisbeheersing VGGM (Algemeen Bestuur december 2010)

Regionaal crisisplan

Beleidsnota prostitutiebeleid 2001 (Raad december 2000)

Nuloptiebeleid vestiging coffeeshops (Burgemeester juni 2002)

Nota tijdelijke reclame en uitstallingen 2010 (B&W december 2009)

Strategisch beleidskader reclame (Raad november 2012’

Bibob beleid 2006

Drank- en horecaverordening (Raad oktober 2013)

Ruimte Samen Delen. Brugdocument tussen sociale visie en ruimtelijke structuurvisie (Raad sept 2012)

Sociale visie Lingewaard 2012-2022 (Raad mei 2012)

Communicatiebeleidsplan 2011-2015 (B&W december 2010)

Spoorboekje burgerparticipatie (B&W januari 2010)

Bestuursfilosofie (B&W november 2010)

Programma 11 Financiën

Nota activabeleid ( Raad april 2007)

Nota reserves en voorzieningen (Raad december 2012)

Nota risicomanagement en weerstandsvermogen (Raad april 2008)

Financiële verordening (Raad april 2007)

Bedrijfsvoering

Automatiseringsplan 2009-2013 (B&W juli 2009)

Informatiebeleidsplan 2006-2010 (B&W januari 2006)

Realisatieplan EGEM-i (B&W juli 2008)

Inkoop- en aanbestedingsprocedure 2008 (B&W februari 2008)

Nota juridische kwaliteitszorg (B&W mei 2006)

Mandaatregeling (B&W april 2011)

Budgethoudersregeling ( B&W februari 2011)