publicatie over twitter

19
LOEK HERMANS WE LATEN ONS NIET MEER TEGEN ELKAAR UITSPELEN DOELMATIGHEID BEPERK U TOT DE MUST HAVES… DECEMBER 2010 Kloof tussen bestuur en werkvloer: fabel of feit DOCENTEN EN BESTUURDERS AAN HET WOORD OPINIEBLAD OVER BEROEPSONDERWIJS EN EDUCATIE BACK STAGE # 7 MBORAAD.NL HET VAKCOLLEGE ALTERNATIEF VOOR HET MBO?

Upload: philomene-meyers

Post on 22-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


1 download

DESCRIPTION

Twitterboek

TRANSCRIPT

Loek Hermans We Laten ons niet meer tegen eLkaar uitspeLen

DoeLmatigHeiD Beperk u tot De must Haves…

december 2010

Kloof tussen bestuur en werkvloer: fabel of feit

docenten en bestuurders aan het woord

Opi

nie

bla

d O

ver

berO

epsO

nd

erw

ijs

en e

du

ca

tie

bacK

sta

ge#7

mboraad.nl

Het vakcoLLege aLternatief voor Het mBo?

bacK stage bacK stage

3 / 32 / 3

Colofon

Back Stage is het tweemaandelijks opinieblad van de MBO Raad. De MBO Raad is de brancheorganisatie voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie.

tweede jaargang, nummer 7, december 2010Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.redactie Twan Stemkens (hoofdredacteur), Marije Hulsbosch (adviseur), Marie-José Linders (eindredacteur), Dagmar de Kruif-Pot (redacteur), Tanja Krieger (redacteur).aan dit nummer werkten mee: Roel Smit, Somajeh Ghaeminia, Sander Peters, Seb Jarnot, Hanneke Arts, Friso Keuris, Ed van Rijswijk, FMAX, Elmer Veerhoff, Luuk Obbink, Guus Mater, Jeroen Poortvliet, Sander van der Ploeg, Corien Lambregtse, Henk Veenstra.

concept en vormgeving Link Design, Amsterdam.drukwerk: Senefelder Misset, Doetinchem.coverfoto: Bram Petraeus/HHabonnementen en adreswijzigingen: [email protected]. Back Stage wordt gericht, kosteloos, toegezonden aan onderwijsorganisaties en particulieren. Betaalde abonnementen kosten 30 euro per jaar inclusief BTW en verzendkosten. Opzeggen abonnement: schriftelijk en uiterlijk 1 juli 2011.redactie-adres: Houttuinlaan 6, 3447 GM Woerden

tel. 0348 - 75 35 00 [email protected] www.mboraad.nl/backstage

28 een bonte schaKering van mogelijKheden

Veelzijdig mbo op de gevoelige plaat. Negen studenten aan het woord over hun deelname aan de 6-Daagse Beroepsonderwijs fotowedstrijd.

32 een uitval van nul zegt genoeg

Hans Kamps, medeoprichter Vakcollege, in discussie met Jan van Zijl over de beloftes van het Vakcollege.

rubrieken

9 ColumnmBo Raad-voorzitter Jan van Zijl verwijt de

overheid gebrek aan visie.

10 mBoóhtJeshoe staat het nou eigenlijk met de schooluitval?

15 Columnniet alle problemen worden veroorzaakt door

een ander, zo weet studente hanneke Arts.

16 WAt doet hiJ ZoAl?de week van luuk Visser, voorzitter Jongeren

organisatie Beroepsonderwijs.

18 in Beeldstudenten van RoC tilburg lopen stage op

wereldniveau.

24 Columndocent elmer Veerhoff roept zijn collega’s op

wakker te worden.

25 ministeR VooR 1 dAgAandacht voor intuïtie en creativiteit, dat wil

docent van het Jaar José Jansen-gulen.

26 ViJf VRAgen AAn…Back stage-lezers voelen PVV-tweede Kamerlid

harm Beertema aan de tand. ‘staakt de PVV het

verzet tegen de invoering van cgo?’

35 Pittige tAAl‘de meerwaarde van onderwijstoezicht is

onduidelijk’, stelt professor dr. heinrich Winter.

8 uitBlinKeR

‘overal waar iK Kom probeer iK wat te beteKenen voor anderen’

Juan hofland volgt Ashwin Zondag op als landelijk Ambassadeur Beroepsonderwijs.

12 bezuinigingen zijn een Kans om de stofKam door het onderwijs te halen

MKB-voorman Loek Hermans schuwt revolutionaire in-grepen niet. Prestatiebeloning is een prima middel om het bedrijfsleven naar de klas te halen.

20 publieK geld mag niet verKwist worden

De oplossing: een zakelijke aanpak. Maar zonder kwaliteitsconcessies, stelt IVA-directeur Marc Vermeulen.

4 afstand tussen bestuur en personeel zal blijven bestaan

Een probleem hoeft dit niet te zijn volgens Olaf McDaniel, projectleider voor de WEB in de jaren ’90 en partner bij organisatieadviesbureau CBE consultants.

bacK stage bacK stage

5 / 54 / 5

bestuur

docenten

studenten

Mbo-scholen zijn te groot geworden en er is een kloof tussen het college van bestuur en de docenten. Dat is het beeld, maar wat is de werkelijkheid? Wat vinden docenten, teammanagers en colleges van bestuur? Is er een probleem? En zo ja, is er een oplossing?

Tekst Roel Smit Beeld Iris Loonen/hh, iStockphoto

“Jazeker”, antwoordt Joop Simonis, docent

economie en marketing van ROC Aventus (200

mbo-opleidingen en 1.200 docenten op drie

locaties in de stedendriehoek Apeldoorn-

Deventer-Zutphen) op de vraag of er een

probleem is.

In de hiërarchie heeft ROC Aventus vier lagen:

docenten, teammanagers, sectordirecteuren,

college van bestuur. “Dat valt op zich dus wel

mee”, zegt Simonis. “Ik heb niet veel contacten

met het college van bestuur, maar dat is ook

niet nodig. Onderwijsteams hebben veel vrijheid

het onderwijs zelf in te richten.” Waar zit dan

wel het probleem? “Naast het college van

bestuur zijn er vijf stafafdelingen, voor zaken

als automatisering, facilitair beheer, communi-

catie en dergelijke. Dingen die docenten vroeger

vaak zelf deden. Hierover is nu vaak te weinig

contact met de dagelijkse praktijk. Over ons,

maar zonder ons.”

Arnold Klunder is de leidinggevende van Joop

Simonis. Hij geeft als manager van het team

Mode (sector Ondernemen) van ROC Aventus

leiding aan negentien docenten. Klunder

bevestigt de irritaties over zaken die staf-

diensten hebben overgenomen van docenten.

“Er is een gevoel van onbehagen; professionals

vinden dat ze minder invloed hebben op de

omstandigheden waaronder ze les moeten

geven. Ik denk dan aan zaken die betrekking

hebben op de roosters, het gebruik van de

lokalen, promotionele activiteiten, computer-

gebruik door studenten. Docenten zijn gewend

dingen zelf te regelen. Ze voelen zich nu nogal

eens geremd door teveel centralisme.”

Betere communicatie zou al veel onvrede

kunnen wegnemen, zeggen docenten en

teammanagers van verschillende mbo-

scholen. En: veel meer uitleggen waarom het

efficiënt is soms voor centralisatie te kiezen.

De voorzitters van colleges van bestuur zeggen

op hun beurt dat ze daar zo veel mogelijk

aan doen.

op de theeDat geldt bijvoorbeeld voor Heimen van Andel,

die vorige maand met pensioen ging als

bestuursvoorzitter van ROC Aventus. “Ik voelde

geen afstand tot de docenten, maar ik weet dat

die van de andere kant soms wel werd gevoeld.

Daar heb ik begrip voor. Toch is het college van

bestuur altijd beschikbaar. We laten regelmatig

ons gezicht zien, maken een praatje.

Mijn collega-bestuurder Anky Veldman heeft

een spreekuur, waarvoor iedere medewerker

zich kan aanmelden: ‘op de thee bij Anky’.

bestuurders en hun afstand tot de onderwijspraktijk

hoe gRoot IS de kloof?

‘Een professional moet weten wat zijn

speelruimte is’

bacK stage

bacK stage

7 / 76 / 7

bacK stage

hoe groot is de Kloof? vervolg

Mijn opvolger, Gideon Alewijnse, gaat zelf

gastlessen geven.”

Bert Molenkamp, bestuursvoorzitter van

Amarantis Onderwijsgroep, doet vergelijkbare

dingen. Hij geeft leiding aan 60 scholen voor

voortgezet en mbo-onderwijs met 3.300

medewerkers en 30.000 studenten. Enorme

aantallen, maar toch heeft de kleinste school

van Amarantis slechts 200 studenten en lopen

er in het grootste gebouw van de onderwijs-

groep niet meer dan 1.500 studenten rond.

Qua structuur lijkt Amarantis op ROC Aventus.

Ook hier: docenten, teammanagers en

directeuren onder leiding van een college van

bestuur. Molenkamp: “Ik ken de directeuren

van alle scholen persoonlijk, net als vrijwel alle

teammanagers.”

“Natuurlijk sta ik niet bij elk school ‘s ochtends

om negen uur onder de klok, maar ik ben wel

degelijk zeer betrokken bij alles wat er speelt.

De afgelopen week hebben we bijvoorbeeld

een bijeenkomst gehouden voor de dertig

teammanagers en schoolleiders die de

afgelopen jaren nieuw bij ons zijn binnen-

gekomen. Wat zijn je ervaringen? Wat zijn je

suggesties? We organiseren als college van

bestuur ook ontbijtbijeenkomsten op locatie;

medewerkers kunnen daarop intekenen.”

slecht gevoelMaar Molenkamp draait er niet omheen. Het

raakt hem persoonlijk als het verwijt wordt

gemaakt dat hij te weinig betrokken zou zijn:

“Dat voelt slecht, vooral omdat ik weet dat

de werkelijkheid anders is. Dan krijg ik van

docenten klachten over de afvalverwerking,

terwijl we die verantwoordelijkheid juist bij

schooldirecties hebben neergelegd. En zo zijn

er meer voorbeelden. Misschien heeft het ook

een functie: je moet iemand de schuld kunnen

geven als het niet goed gaat.”

tiKKeltje eigenwijsHeimen van Andel (ROC Aventus) signaleert

een ander probleem. In theorie zijn onderwijs-

mensen wel doordrongen van de voordelen

van schaalvergroting, maar de gevolgen wil

niet iedereen accepteren. Van Andel: “Dankzij

schaalgrootte kun je specialisten aan het

werk zetten om nieuwe methoden te laten

ontwikkelen en bijvoorbeeld ICT beter te

integreren in de onderwijspraktijk.

Maar onderwijsmensen zijn van nature nogal

eigenwijs; we vinden het wiel liever zelf uit.

We gebruiken liever elkaars tandenborstel dan

elkaars producten en werkmethoden. Dat is in

het bedrijfsleven heel anders. Daar is het gebrui-

kelijk dat nieuwe dingen die door specialisten

zijn ontwikkeld snel in de praktijk worden

toegepast.”

Zijn er echt zulke grote verschillen tussen

een school en een ‘gewone’ onderneming?

Natuurlijk, zijn die er, zeggen de mensen uit de

praktijk. “Onderwijs is people business”, zegt

Arnold Klunder, teammanager bij ROC Aventus.

“Dat vraagt een andere benadering dan bij een

‘Docenten voelen zich geremd door teveel centralisme’

‘Het probleem zit vaak niet bij de bestuurders, maar bij degene die bestuurd worden’

industrieel bedrijf. Professionals kun je veel

vrijheid geven.”

Vanzelfsprekend zijn er verschillen tussen

onderwijs en bedrijfsleven, maar de

bestuurbaarheid van een roc hoeft niet persé

ingewikkelder te zijn, zegt Olaf McDaniel.

McDaniel was midden jaren negentig ambtelijk

projectleider op het ministerie van Onderwijs

voor de Wet Educatie en Beroepsonderwijs

(WEB), waarmee de basis werd gelegd voor de

vorming van de huidige roc’s. Als partner van

organisatieadviesbureau CBE consultants heeft

hij de afgelopen jaren veel te maken gehad met

fusies, reorganisaties en interne problemen bij

mbo-scholen.

“Ik heb geholpen bij de reorganisatie van een

groot zuivelbedrijf in Friesland. De besturing van

zo’n bedrijf is veel ingewikkelder dan van een

roc: veel meer producten, veel meer belang-

hebbenden, veel minder professionaliteit bij

medewerkers.”

Waarom loopt het daar wel goed en soms niet

bij een roc? Is de afstand tussen bestuur en

werkvloer te groot? McDaniel: “Die is groot,

maar dat hoeft geen probleem te zijn. Een

organisatie met zoveel professionals; hoeveel

sturing hebben die nodig? Een bescheiden

leiding moet voldoende zijn. Het gaat mis,

omdat het vaak ontbreekt aan professionaliteit.

Het probleem zit vaak niet bij de bestuurders

en bij de besturingswijze, maar bij degenen

die bestuurd worden. Dat blijkt ook uit een

vergelijking die we gemaakt hebben tussen

docenten en andere goedopgeleide beroeps-

beoefenaren. Ik realiseer me dat dit een

generieke uitspraak is, maar ik leg graag de

vinger op de zere plek.”

Maar wat is dan ‘professionaliteit’? McDaniel:

“Het vermogen te innoveren, kwaliteit te

bewaken, problemen op te lossen. Dat zijn geen

zaken die van bovenaf geregeld moeten worden.

Het gaat ook om het peil houden van je eigen

kennis. De wendbaarheid en de flexibiliteit van

een docent is vaak minder groot dan je van een

professional zou mogen verwachten.”

geen slapjanussenIs het dan allemaal de schuld van de docenten?

McDaniel: “Nee, ik zeg beslist niet dat docenten

slapjanussen zijn. Het versterken van de

professionaliteit van docenten is ook een

taak van het bestuur, absoluut! Dit is te lang

verwaarloosd. Bij professionaliteit hoort ook

het vermogen om leiding te geven en leiding

te ontvangen. Een bestuurder moet niet op de

plek van een docent gaan zitten en een docent

niet op die van de bestuurder. Er wordt teveel

gediscussieerd terwijl er gewoon leiding

gegeven moet worden. Een professional moet

weten wat zijn speelruimte is; die zit niet in

zaken waarover de instelling als totaliteit een

helder beleid heeft. Bij een roc moet dat ook

zo zijn: als het bestuur verlangt dat studenten

1.200 uur les per jaar krijgen, dan kun je nog

praten over de haalbaarheid, maar dan is dat

wel het uitgangspunt. Geen onderwerp van

fundamentele discussie. Wie als professional

denkt volledige vrijheid te hebben, krijgt het

moeilijk binnen elke instelling. Net zo goed

als een bestuurder zich niet met de gang van

zaken in de les hoort te bemoeien.”

Heeft McDaniel nog een tip van roc’s die zich

in dit beeld herkennen? “Ja, begin met een

krachtige professionalisering van het personeel

en zorg voor effectief bestuur, dat stuurt op

basis van harde gegevens. De afstand tussen

bestuur en personeel zal blijven bestaan, maar

hoeft geen probleem te zijn. Het gaat om het

empoweren van beide kanten en een juiste

rolverdeling.”

‘Dankzij schaalgrootte kun je

specialisten aan het werk zetten’

stafdiensten

bestuur

docenten

docenten

specialisten docenten

bacK stage bacK stage

uitblinker

‘alles wat iK gaf, Kwam in duizendvoud terug’

juan hofland (20) wil via sport de wereld verbeteren. de oud-student van de cios-opleiding sport- en bewegings-coördinator van het roc nova college in haarlem zegt het niet alleen, hij doet het ook. daarom is hij tijdens de 6-daagse beroepsonderwijs gekozen tot de nieuwe landelijk ambassadeur.

Tekst Somajeh ghaeminia Foto Carel Anderson

“Sport is een krachtig middel om mensen samen te brengen.

Tijdens sportlessen aan kinderen kun je dat goed zien. Ik mix

bewust jongens met meisjes, ook al zien zij dat eerst niet zitten.

Uiteindelijk hebben ze het heel gezellig met elkaar en voelen:

wij zijn allemaal gelijk.”

“De stages tijdens mijn CIOS-opleiding deed ik in Suriname en

Ghana. Naar Suriname ging ik samen met een vriend, om sportles

te geven aan kinderen in de stad en bij primitieve volkeren in het

binnenland. En op eigen houtje vertrok ik naar Ghana. Ik promootte

sport aan kinderen van een weeshuis, een government school en

privéschool. Maar ik wilde meer en dacht: hoe kan ik als sportleraar

de mensen het beste bereiken? Zo heb ik een sportwinkel opgezet,

gesponsord door een kringloopwinkel uit Castricum. Ik onderhan-

delde met Ghanese leveranciers om lage prijzen te creëren, zodat

ook de allerarmsten goed materiaal konden aanschaffen. Dat

werkte; ik zag de kinderen later op mijn voetbalschoenen lopen.”

“Het weeshuis bood me een slaapplek, maar ik wilde bij een

gastgezin logeren zodat ik de bevolking goed kon leren kennen.

Drie maanden verbleef ik bij een complete Afrikaanse familie.

Elke ochtend haalde ik water uit de put om te kunnen baden.

Wat me in beide landen raakte was het enthousiasme van de

kinderen. Die gaven zoveel liefde en energie! Zij zijn niet

beïnvloed door media als een Playstation, ze genieten al van je

aanwezigheid. Alles wat ik gaf kreeg ik in duizendvoud terug.

Van hun foto’s en brieven heb ik een collage gemaakt die nu

boven mijn bureau hangt.”

“Ik kan me goed aanpassen in verschillende situaties. Dat heb ik

op het Nova College verder kunnen ontwikkelen. Vanaf dag één

werd ons geleerd je kwetsbaar op te stellen voor een groep.

‘Fouten maakt iedereen, leer ervan!’ Als mbo-ambassadeur wil ik

studenten laten zien dat de stap naar het buitenland zo gemaakt

is. Ik wil ze op het hart drukken: ik ben niet anders, jij kunt dit

ook. Dus doe het, pak die kans, verbreed je horizon.”

“In de toekomst wil ik nog een studie doen. Maar eerst ga ik terug

naar Ghana. Ik wil daar CIOS-studenten inzetten bij verschillende

projecten en mijn sportwinkel uitbreiden. De afgelopen maanden

heb ik sportartikelen verzameld, die nu in een container liggen te

wachten om naar Ghana te gaan. Zo probeer ik overal waar ik

kom wat te betekenen voor anderen.”

bacK stage

cOlumn

Waarheen leidt de weg?Foto Friso Keuris

ik ben niet zo van het nederlandse levenslied, maar deze speelt

hardnekkig door mijn hoofd: waarheen leidt de weg? Het gaat

uiteraard niet om het chanson zelf, maar om de gestelde vraag;

de tomtom voor de stuurloze overheid in roc-land.

in 1996 trad de WeB in werking, de overheidskroon op de vorming

van regionale opleidingscentra. Doel: via deze centra het beroeps-

onderwijs aan laten sluiten op de vraag van de regionale arbeids-

markt en een zo breed mogelijk scala aan bevolkingsgroepen

opleiden. Jongeren via regulier mbo en volwassenen, zij-instromers

en herintreders via educatie. Het (regionale) bedrijfsleven en de

onderwijsinstellingen zorgen gezamenlijk voor onderwijs dat aan-

sluit op de vraag van de markt. gemeenten, roc’s, jeugdzorg en uWv

werken samen om maatwerk te bieden aan jongeren die begeleiding

nodig hebben, ouderen die willen om- en bijscholen en medelanders

die willen inburgeren. iedereen gelukkig, zou je denken.

De realiteit is dat met name de educatietak van de roc’s sluipen-

der wijs wordt uitgehold. een voorbeeld: de introductie van

markt werking in de inburgering. De binnen de roc’s zorgvuldig

opgebouwde infrastructuur voor inburgeraars raakt daardoor

onherstelbaar afgebroken: scholen haakten noodgedwongen af

omdat ze niet konden concurreren en te hoge verliezen leden.

Het effect daarvan is nog terug te vinden in hun begrotingen. met

de plannen om inburgeraars voortaan zelf te laten betalen voor

hun cursus, wordt het voor de roc’s onmogelijk de infrastructuur

overeind te houden.

een ander voorbeeld: de kabinetsplannen om de opleidingen van

30-plussers niet langer te bekostigen. Daarmee zaag je aan de

tweede poot onder de stoel van de roc’s: het pakket aan bij-,

om- en herscholing dat mensen mogelijk maakt ten dienste van

een veranderende arbeidsmarkt en hun eigen flexibiliteit bij te

leren en te switchen. Deze maatregel gaat mogelijk nog van tafel,

dat zou gezien het verzet ertegen logisch zijn.

Waar het mij hier om gaat is het signaal dat van beide voorbeelden

uitgaat. De overheid komt steeds met plannen die raken aan de

elementaire educatietaken van de roc’s, schijnbaar zonder te

denken aan de consequenties daarvan. Wat ik mis is visie! Wil

de overheid af van het roc-concept, dan moet ze het daar over

hebben en niet sluipenderwijs zagen aan de fundamenten ervan.

Jan van Zijlvoorzitter mBo raad

8 / 9

bacK stage

Aantallen nieuwe voortijdig schoolverlaters

40.000 30.000 20.000 10.000 0 1.000 2.000

Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

bacK stage

10 / 11

personalia

edudelta Onderwijsgroep

heeft sinds oktober een

nieuwe bestuursvoorzitter

in de persoon van niek barendregt. Barendregt was al

lid van het college van bestuur

en volgt Herman Laros op.

De raad van toezicht van het

Alfa-college heeft Louwe Dijkema benoemd als nieuw

lid. Dijkema is algemeen

directeur van Koninklijke

Gorcum BV en onder meer

vicevoorzitter van de raad van

toezicht van het Wilhelmina

Ziekenhuis in Assen.

Na acht jaar bestuursvoor-

zitterschap bij rOC Aventus

neemt Heimen van Andel afscheid. Hij is eind november

met pensioen gegaan. Vanaf

1990 was Van Andel voorzitter

van de centrale directie van

ROC Apeldoorns College en

onder meer betrokken bij het

fusieproces tussen drie roc’s,

dat uiteindelijk leidde tot ROC

Aventus. Gideon Alewijnse is

zijn opvolger. Hij is momen-

teel bestuursvoorzitter van

het Zwolse Travers.

Hans Verschoor heeft

MKB-voorzitter Loek Hermans

opgevolgd als voorzitter van

de raad van toezicht van Skills netherlands. Naast deze

functie is Verschoor bestuurs -

voorzitter van het Utrechtse

nimeto en algemeen directeur

van Vakcentrum Savantis.

Het kennis- en Ontwikel-Centrum voor de uiterlijke Verzorging krijgt een

onderwijsman als voorzitter.

rob Martinot begint in

december aan zijn nieuwe

functie. Naast het voorzitter-

schap blijft Martinot

bestuurs voorzitter van De

Nassau, een vo-school in Breda.

Eerder was hij bestuursvoorzit-

ter van ROC de Leijgraaf.

Marc Otto is met ingang van

1 november benoemd tot

bestuurslid van het Deltion

College. Samen met waarne-

mend voorzitter dr. Albertjan Peters vormt hij het College

van Bestuur. De heer Otto is als

bestuurslid verantwoordelijk

voor bedrijfsvoeringsprocessen

als financiën, ICT, facilitaire

zaken, vastgoedbeheer en

administratie. Sinds oktober

2009 droeg hij al verantwoor-

delijkheid voor deze

portefeuille als lid van de

kerndirectie.

Het Scheepvaart en Transport-college heeft Jan kweekel benoemd als bestuurslid.

Kweekel was rector bij

Meanchton, een scholen-

gemeenschap in Rotterdam.

Hij begon zijn loopbaan als

docent lichamelijke opvoeding

en stapte na een studie

bedrijfskunde over naar het

onderwijsmanagement.

kitty Oirbons begint op

1 januari als bestuurslid

van rijn iJssel. Tot eind dit

jaar is zij bestuurslid van

Wellant college, een functie

die zij vier jaar vervulde.

MbO 2010-voorzitter Hans van nieuwkerk mag zich ridder

in de orde van Oranje Nassau

noemen. Hij kreeg de onder-

scheiding opgespeld tijdens

de opening van de 6-Daagse

Beroepsonderwijs door toen-

malig staats secretaris Marja van bijsterveldt. “Deze man

ademt mbo, al meer dan 20 jaar

zet hij zich met hart en ziel in

voor het beroepsonderwijs.”

nieuws?Berichten voor de rubriek

personalia kunt u

sturen naar:

[email protected]

mboóhtjes

Volg al het mbo-nieuws via: www.twitter.com/mbonieuws

wist u dat?

mbo

mbo

mbo

mbo

vavo

vavo

vavo

vavo

1.18836.274

35.904

33.917

30.735

979

1.042

876

2005-2006

2006-2007

2007-2008

2008-2009

Aantallen voortijdig schoolverlaters ten opzichte van de aantallen onderwijsdeelnemers in 2009

Mbo

Vavo

Bron: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Schoolverlaters Mbo

(30.735)

Onderwijsdeelnemers Mbo

(396.132)

Schoolverlaters Vavo

(867)

Onderwijsdeelnemers Vavo

(6.977)

Legenda

waarom de overstap van het voorgezet onderwijs naar stc?“De complexiteit trok mij aan: stc is een

grote organisatie met vmbo, mbo, hbo,

een master, een reguliere en commerciële

poot. in de maritieme sector zit je ook

dicht op het bedrijfsleven, dat had ik niet

in het voortgezet onderwijs. prachtig,

zo’n nieuwe wereld.”

u studeerde lichamelijke opvoeding en bedrijfskunde. Klinkt als twee verschillende werelden.“Dat zijn het niet helemaal. gymnastie-

kers zijn slagvaardige mensen, ik

ben eigenlijk overal ingerold. om de

praktijk van een stevigere basis te

voorzien ben ik bedrijfskunde gaan

studeren.”

hoe omschrijft u uw bestuursstijl?“Je komt in een nieuwe wereld met een

bestuursstijl. Bij stc kenmerkt deze zich

door duidelijke en snelle besluitvorming.

er kan veel als je het goed beargumen-

teert. ik ben heel toegankelijk. ik ben de

man van het gesprek met de mensen die

het moeten doen.”

wat wilt u bereiken?“ik wil dat stc een excellente werk-

gever is en het beste kennisinstituut

ter wereld in de maritieme sector.

ambitieuze doelen, maar doelen

moet je hoog durven stellen.”

jan KweeKel bestuurslid STC Group,

ging van vo naar bo

13 / 13

bacK stage

12 / 13

“De kern van goed onderwijs? Jonge

mensen een basis verschaffen, een fun-

dament waarop ze een loopbaan kunnen

bouwen. Een goede docent stimuleert en

motiveert z’n studenten. Voelt aan waar

ambities en talenten van jongeren liggen.

En geeft ze als coach of begeleider een

vliegende start op de arbeidsmarkt.” De

ogen van MKB-voorzitter Loek Hermans

(59) beginnen te glimmen als hij over

onderwijs en lesgeven praat. Hier zit

overduidelijk een man met een levens-

lange onderwijspassie. Toch? “Ja en nee.

Ja, omdat ik oprecht warme gevoelens

koester voor het onderwijs. Nee, omdat

die gevoelens pas ontstaan zijn in 1998,

als minister van Onderwijs. Ik ben

weliswaar begonnen als docent, maar dat

was meer een bijbaan tijdens mijn studie.

Ik heb ook geen lesbevoegdheid. In mijn

werkende leven heb ik me jarenlang

vooral met andere terreinen bemoeid. Pas

toen Jo Ritzen me in 1997 vroeg advies te

geven over de studiefinanciering, kwam

het onderwijs weer in beeld.”

in de jaren daarna was het onderwijs, en dan met name het beroepsonderwijs, wel een rode draad in uw werk… “Sterker nog: het beroepsonderwijs is

mijn love baby. Klinkt misschien wat

overdreven, maar het thema fascineert

me mateloos. De liefde ontvlamde toen

ik als kersvers minister een bezoek

bracht aan EuroSkills, het Europees

Kampioenschap Vakmanschap. Dat

enthousiasme! Ik was onmiddellijk

verkocht. Vakmanschap is wezenlijk

voor een samenleving. Dingen maken.

Als we dat niet meer kunnen, gaan we als

maatschappij failliet. Onlangs merkte ik

het zelf nog eens, in mijn privéleven. De

buitenverlichting was kapot. Een monteur

kwam langs en slaagde er in het in no

time te repareren. Ik vertel je: zoiets is

enorm complex. Ik heb grote bewonde-

ring voor mensen die een dergelijk vak

beheersen. Het beroepsonderwijs is het

betonnen fundament van onze arbeids-

markt, economie en maatschappij.”

vandaar uw inzet het afgelopen jaar voor de oprichting van de centra voor innovatief vakmanschap? “Precies. Ik spreek wel eens over de

commissie ‘gouden handjes’, om aan te

geven dat daar de crux zit. In dat talent,

of beter gezegd de vaardigheid om met

je handen dingen te maken. Ik merk dat

de waardering voor de stukadoor, de

tegelzetter en andere vaklieden weer toe-

neemt. Ook in de politiek, waar het debat

jarenlang toch vooral over po, vo en ho

ging. Nu staat het beroepsonderwijs weer

in de schijnwerpers. Gelukkig maar, want

juist in een moderne kenniseconomie is

vakmanschap onmisbaar.”

waarin verschillen de centra van de vakcolleges waarvoor hans de boer en hans Kamps zich sterk maken? “Die colleges vormen meer de schakel

tussen vmbo en mbo, terwijl de Centra

voor Innovatief Vakmanschap bedoeld

zijn voor studenten van mbo-niveau 3 of

4. Jongeren die anders misschien door-

stromen naar het hbo. Dat hoeft dus niet

altijd. Sterker nog: het is juist goed dat

dit niet altijd gebeurt. Want ook op het

uitvoerende vlak is innovatief vakman-

schap steeds belangrijker. Denk aan het

beheer en onderhoud van hoogspannings-

netwerken. Of in de auto-industrie en de

telecommunicatie. We hebben niet alleen

ingenieurs nodig die het bedenken, maar

ook knappe vaklieden die het uitvoerende

werk verrichten.”

de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven in het mbo kan beter. draagt de intentieverklaring die sociale partners en de mbo raad in maart hebben ondertekend, daaraan bij? “Dat is de bedoeling, maar het is een

eerste stap. Het proces heeft tijd nodig,

veel tijd. Hoe logisch het ook lijkt, soepele

Intensieve samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs, prestatiebeloning voor docenten en zijinstroom bevorderen. Enkele ambities van vertrekkend MBK-voorman Loek Hermans. Ook als VVD-fractievoorzitter in de Eerste Kamer krijgt het mbo zijn aandacht, want “zonder vakmanschap gaat een samenleving failliet.”

Tekst Sander Peters Illustratie Seb Jarnot - Unit CMA

‘Haantjesgedrag is nu echt verleden tijd’

loek hermans, voorzitter mKb-nederland:

bacK stage

‘De grootste uitdaging

voor het mbo is

het dreigend

docententekort’

bacK stage

15 / 15

bacK stage

curriculum vitae

geboren: 23 april 1951 in Heerlen.

studie: HBS A, Politicologie (Katholieke Universiteit Nijmegen).

werk: docent Bestuursschool Gelderland (1972-1976), lid Tweede Kamer/

vicevoorzitter VVD-fractie (1977-1990), burgemeester van Zwolle

(1990-1994), commissaris van de Koningin in Friesland (1994-1998),

minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen (1998-2002),

voorzitter MKB-Nederland (2003-2011).

‘haantjesgedrag is nu echt verleden tijd’vervolg

‘Ophouden met klagen, focussen op de zaken die goed gaan

en hard werken’

een slimme regionale spreiding. Geef

les in de buurt van industriële sleutel-

gebieden: Rijnmond, Delfzijl, de regio

rond DSM, noem maar op. Dan is de link

tussen bedrijfsleven en onderwijs haast

vanzelf intensief. Zo houd je ook het

niveau van de docenten op peil.”

u wordt voorzitter van de eerste Kamerfractie van de vvd. blijft u zich met het beroepsonderwijs bemoeien? “Absoluut. Ik heb zoveel ideeën. Neem de

toepassing van ICT in de les. Misschien

lastig voor de huidige generatie docenten,

maar van wezenlijk belang om jongeren

te blijven aanspreken. Be connected!

Verder wil ik me hard maken voor twee

thema’s waar ik al als minister mee

bezig was, maar die toen niet van de

grond gekomen zijn: prestatiebeloning

en zijinstroom. Ik ben groot voorstander

van de Teach second-aanpak, zeker

als je weet dat slechts 25 procent van

onderwijs bestaat uit nieuwe dingen

leren. De rest is herhaling in de praktijk.

En dus moet je het bedrijfsleven naar de

klas halen. Prestatiebeloning – nog altijd

revolutionair in het onderwijs – is daar

een prima middel voor. In mijn ideaal-

plaatje is de school het middelpunt

van de samenleving. De muren van de

school zijn bedoeld om het dak te dragen,

niet om de rest van de wereld buiten te

sluiten.”

samenwerking tussen ‘hoe’ en ‘wat’

(onderwijs en bedrijfsleven, red.) is niet

evident. Het onderwijs vindt dat bedrijven

te veel op afstand opereren, terwijl het

bedrijfsleven vindt dat het onderwijs

niet altijd aansluit op de behoeften van

werkgevers. Die wederzijdse pijnpunten

de wereld uit helpen, dat is de uitdaging

die Jan (Van Zijl, red.) en ik zijn aan-

gegaan. We kennen elkaar goed uit onze

Haagse tijd. We hebben de handen ineen

geslagen en gezegd: nu moet het écht

opgelost worden. Wij ondernemen actie,

dan volgt de rest vanzelf. Geen excuses

meer. Als mensen er met elkaar uit willen

komen, lukt dat ook. We hebben samen

één doel: de kwaliteit van het beroeps-

onderwijs op peil brengen en houden. En

dat bereik je niet met over en weer pittige

nota’s uitbrengen en jij-bakken. Dat soort

haantjesgedrag, leuk voor de pers, is

echt verleden tijd.”

zeggen de voormannen. het echte werk moet op de werkvloer gebeuren… “Klopt. Daarom stralen Jan en ik uit dat

het deze keer hoe dan ook gebeurt. Als

anderen niet mee willen of kunnen, houdt

ons dat niet tegen. Onderwijs en bedrijfs-

leven gaan nauwer, beter en intensiever

samenwerken in het mbo. Wij laten ons

ook niet meer tegen elkaar uitspelen.

Mooi voorbeeld: het mkb hamert al langer

op meer doelmatigheid in het mbo. Met

name in de kwalificatiestructuur, het

Crebo-systeem en opleidingenaanbod.

Ik verklaarde ons standpunt aan Jan

van Zijl in de commissie ‘kwalificeren

en examineren’, waarop hij meteen zei:

‘Loek, dat wil ik ook. Geloof me: het gaat

waar mogelijk ook gebeuren, maar niet

alles kan op korte termijn.’ Dan ga ik

niet doordrammen. Nee, we moeten het

samen doen. En dus toon ik begrip voor

zijn situatie.”

wat een eensgezindheid… “Nou ja, eerlijk is eerlijk. Mijn achterban

is nog steeds behoorlijk sceptisch. Veel

werkgevers denken: eerst zien, dan

geloven. Ook is er nog steeds een

bepaalde rivaliteit tussen de sectoren,

maar wel een gezonde. Dat houdt elkaar

scherp. Een goede zaak. Als je maar altijd

het doel voor ogen houdt. Ophouden met

klagen, focussen op de zaken die goed

gaan, en hard werken.”

wat is de grootste uitdaging in het mbo de komende jaren? omgaan met de bezuinigingen? “Ik zie de bezuinigingen eerder als een

kans om de stofkam door het onder-

wijs te halen. Wat kan beter, wat kan

effectiever? Laten we kritisch kijken naar

macrodoelmatigheid. Anders gooien we

misschien belastinggeld weg. De grootste

uitdaging is het dreigende docenten-

tekort. De babyboomers gaan massaal

met pensioen. Wie komt daarvoor in de

plaats? Hoe houden we ervaren vaklieden

voor de klas? Ik denk: onder meer door

cOlumn

zonnestralen Foto Friso Keuris

als u dit leest is het december, de maand met de kortste en donkerste

dagen. De winter heeft nu echt zijn intrede gedaan en het duurt nog

even voordat het lente wordt. ik betrap mezelf erop dat ik in deze

periode wat negatiever denk. ‘s ochtends draai ik me meestal nog

even om want het is zo koud. ik sport minder, met als reden: het

regent zo hard buiten.

Laten we eens kijken naar minder goed georganiseerde dingen en

hoe je daar een positieve draai aan kunt geven. Laten we positieve

gebeurtenissen gebruiken als zonnestralen die ons motiveren de

negatieve dingen aan te pakken. regelmatig hoor je studenten die

bewust niet doorstuderen, maar praktijkgericht willen leren. Deze

studenten zijn zo blij dat ze beroepsgerichte vakken krijgen. voor

sommigen zijn verplichte vakken als rekenen en taal een domper.

maar als deze geïntegreerd worden in het eigen vakgebied, kan het

voor zowel de docent als de student zeer interessant worden.

Zeker wat de praktijk betreft wordt het mbo soms onderschat. in

eerste instantie had ik veel kritiek, vooral op de organisatie. kritiek

die ik ook landelijk hoor. uitval, op school zitten om uren te maken

terwijl je weinig doet. ikzelf merk sinds kort hoeveel ik geleerd heb

tijdens mijn opleiding. Dat besef kwam pas toen ik kritisch naar

mezelf ging kijken; wat gaat er goed, wat niet, waar sta ik nu en waar

sta ik vergeleken met het eerste jaar? Wat heb ik gelachen om de

taalfouten die ik het eerste jaar maakte! Door dit kritisch kijken besef

ik dat sommige dingen ook bij mezelf liggen. Het is altijd makkelijker

een ander de schuld te geven.

ik heb toch het meeste geleerd van de praktijk: mijn eerste stage en

een aantal projecten. projecten die ik mocht presenteren en van a tot

z organiseren. als ik bezig was met zo’n project was ik juist blij met

elk uur dat uitviel. Dan kon ik nog even een paar dingen regelen. Het

ging met vallen en opstaan. ik keek vooral naar wat er goed ging. als

er dingen niet mogelijk waren, heb ik geleerd te kijken waar het dan

fout gaat. maar ik besefte meestal wel, hoe onmogelijk of onhaalbaar

een situatie lijkt, als je alles hebt gedaan wat je kan doen dan moet je

het loslaten. sommige dingen zijn niet te veranderen, maar kritisch

naar jezelf kijken en weten waar het fout gaat: kan je vooruit helpen.

en op een dag komen dan de zonnestralen weer door de wolken heen.

Hanneke Artsvierdejaars studente Journalistiek & fotografie roc friese poort

14 / 15

bacK stage bacK stage

17 / 1716 / 17

waar voor mijn geld “Ik hoop dat JOB

aankomende studenten heeft kunnen helpen

op de Studiebeurs. Veel jongeren weten niet

wat ze willen na de middelbare school. Ikzelf

net zo. Ik heb vmbo grafisch afgerond, maar die

wereld prikkelde me na een tijdje niet meer.

Na zes weken fietsen door Europa besloot ik

voor mezelf te beginnen. Op mijn 19e maakte

ik bewust de keus weer naar school te gaan.

Ik wil terug kunnen vallen op een diploma.

Vanwege mijn dyslexie is het hard werken. Niet

erg, school is een investering, maar ik wil waar

voor mijn geld. Ik zit niet te wachten op uitleg

over overheadprojectors en dia’s. Daar werkt

niemand meer mee!”

weinig handvatten “Ik vind het jammer dat

we JOB Academy, het leerbedrijf dat onder-

steunt bij het opzetten van studentenraden,

vandaag hebben af gesloten. JOB heeft dit jaar

niet de capaciteit stagiairs goed te begeleiden.

Studenteninspraak blijft mijn persoonlijke speer-

punt. Studenten hebben weinig handvatten om

iets gedaan te krijgen op school. Ik heb dit aan den

lijve ondervonden toen ik een studentenraad op

wilde zetten. Scholen zijn verplicht mee te werken

aan het opzetten van

de raden, maar lijken in de praktijk vaak tegen

te werken. De studentenraad op mijn school is

er in elk geval, na twee jaar, nog steeds niet.”

niet je ogen sluiten “Vandaag was ik voor het eerst op

de radio: BNR. Onder begeleiding van Tweede Kamerlid

Ahmed Marcouch discussieerde ik met Jos Leenhouts,

bestuurslid van de MBO Raad en bestuursvoorzitter van

ROC Mondriaan, over het beboeten van scholen die zich

niet aan de regels houden. Er gaat een hoop goed, maar ook

een hoop fout. Daar moet je je ogen niet voor sluiten. Ik irri-

teer me aan schoolbestuurders die zich verschuilen in hun

ivoren toren en problemen wegwuiven. Het is belachelijk dat

studenten moeten vechten voor lessen! Achteraf sloegen de

zenuwen toe; in die donkere radiostudio ben je je totaal niet

bewust van de luisteraars.”

www.job-site.nl

Za

do

ma

alle hulp is welKom “Studenten van een

mini onderneming van SintLucas demonstreerden

vandaag hun ideeën voor de presentatie van de

JOB Monitor, een onafhankelijk onderzoek naar

tevredenheid onder 151.000 studenten. Ik vind het

fijn dat we studenten met een startende onder-

neming zo kunnen helpen. Een eigen bedrijf is

hard werken, alle hulp is welkom. Op mijn 14e

organiseerde ik mijn eigen schoolfeest, op mijn 18e

had ik een eigen bedrijf in evenementenorganisatie.

Dat had ik niet gekund zonder de hulp van de juiste

mensen in het Eindhovense evenementencircuit.”

Vr di

‘iK irriteer me aan schoolbestuurders die zich verschuilen in hun ivoren toren’Bang niet toegelaten te worden tot zijn opleiding Marketing en Communicatie aan

ROC Eindhoven, verzweeg Luuk Visser (20) dat hij zwaar dyslectisch is. Zijn aandoening

leidt tot onbegrip. Een handicap die niet zichtbaar is, is tenslotte geen handicap. Luuk vindt

zichzelf allesbehalve zielig. Hij weet wat hij wil, komt op voor anderen en is niet bang zijn

mond open te doen. Het voorzitterschap van JOB is hem dan ook op het lijf geschreven.

en wat dOet hij zOal?

Tekst dagmar de Kruif-Pot Foto’s ed van Rijswijk

de week van luuk visser, voorzitter jongeren organisatie beroepsonderwijs

de Kantjes er vanaf “Ik vond het een mooie ervaring

jurylid te zijn bij de verkiezing van de Landelijk

Ambassadeur Beroepsonderwijs. Er zit zoveel talent in

het mbo. Ik denk dat Juan Hofland een terechte winnaar

is. Een energieke persoonlijkheid en niet op zijn mondje

gevallen, eigenschappen die je als ambassadeur nodig

hebt. Voordat ik gevraagd werd als jurylid had ik nog nooit

gehoord van de Uitblinkers of Landelijk Ambassadeur

Beroepsonderwijs. Zelf ben ik dan ook niet de ideale

student, ik loop er nogal eens de kantjes vanaf. Al mijn tijd

gaat momenteel naar JOB en mijn evenementenbedrijf.”

19 / 19in beeld

bacK stage bacK stage

Tekst RoC tilburg Foto Nout Steenkamp (FMAX)

‘fantastics gymnastics’ mede mogelijk gemaakt door mbo’ers

Honderdvijftig studenten van de School voor Sport en Bewegen van ROC Tilburg

hebben van 10 tot en met 24 oktober in Rotterdam meegewerkt in de organisatie van

het WK turnen. Een fantastisch gymnastiekfeest voor deelnemers en duizenden fans

op de tribunes. De activiteiten waren vooraf geïntegreerd in het studieprogramma.

Met daarna twee weken lang hard werken op een groot internationaal sportevenement

als beloning. Van opbouw in de hallen van Ahoy, tot aan het beweegplein met

dagelijkse activiteiten voor Rotterdamse basisschoolleerlingen. Da’s nog eens

een stage, een evenement op wereldniveau, die kans krijg je niet elke dag!

18 / 19

bacK stagebacK stage

20 / 21

bacK stage

macrodoelmatigheid in mbo

Een draak van een vraagstuK

Volgend jaar bestaat het mbo-stelsel vijftien jaar. Tijd voor evaluatie: werkt het systeem zoals het moet? IVA/KBA deed in opdracht van de mbo-sector onderzoek naar het optimaliseren van de doelmatigheid in het mbo. Een gesprek met IVA-directeur Marc Vermeulen. “Juist in de publieke sector is doelmatigheid een must.”

Tekst Sander Peters Foto erik van der Burgt/hh Illustraties Link design, Amsterdam

‘Wie te veel doelen nastreeft gaat op al die

aspecten de boot in’

Doelmatigheid. Het is een terugkerend thema

in de publieke sector, zeker in economisch

zware tijden. Maar wat bedoelen we er eigen-

lijk mee? Wat betekent deze term precies?

Digitale vraagbaak Wikipedia geeft de volgende

definitie: “Een (voorgenomen) handelswijze

is doelmatig of efficiënt als de betreffende

inspanningen en uitgaven daadwerkelijk

bijdragen aan de realisatie van het beoogde

doel en als de kosten in verhouding staan tot

de opbrengsten.” Duidelijke taal. Tenminste:

als het doel helder en eenduidig is en de

opbrengsten meetbaar zijn. En laat daar nu

net de schoen wringen in het mbo.

streven naar doelmatigheid in het mbo is onzin: het aantal betrokken partijen (en dus ook de diversiteit aan definities, belangen, perspectieven en doelen) is simpelweg te groot.

“Nee, organisaties en sectoren moeten altijd

streven naar doelmatigheid. Wel is het mbo

zo ongeveer de ingewikkeldste sector om

doel matigheid te realiseren. We hebben hier

te maken met een zogenoemd ‘wicked pro-

blem’. Dit soort vraagstukken gedraagt zich

als mythologische draak: voor elke kop die

je eraf hakt, komen er zeven terug. Grofweg

zijn er drie ‘problemen’. Ten eerste is er de

kwestie van de verschillende niveaus: micro,

meso en macro. Wat op het ene niveau doel-

matig is, hoeft dat op een ander niveau niet

te zijn. Daarnaast is het aantal verschillende

doelen erg groot. Dat is een gevolg van het

grote aantal betrokken partijen in het mbo.

We onderscheiden onder meer de overheid,

onderwijsbestuurders, docenten, werkgevers,

studenten en ouders. Het derde dilemma is

de beperkte meetbaarheid van doelen als de

kwaliteit van onderwijs of sociale integratie.”

dan luidt de stelling dus: bij het streven naar doelmatigheid in het mbo moeten we ons beperken tot één doel, één regio of één aspect van de organisatie.

“Ja en nee. Het gaat vooral om prioriteiten.

Mijn eerste advies: beperk je in de optimalise-

ring van de doelmatigheid tot de hoofdlijnen,

20 / 21

bacK stage

bacK stage bacK stage

22 / 2322 / 23

een draaK van een vraagstuKvervolg

marc vermeulenprof. dr. marc vermeulen

is sinds 2006 directeur

van het iva, een aan de

universiteit van tilburg

gelieerd instituut voor

beleidsonderzoek en

advies. Hij is hoogleraar

onderwijssociologie aan

deze universiteit, de open

universiteit en academic

Director van de postaca-

demische opleidingen voor

onderwijsmanagement

van tiasnimbas Business

school. Daarnaast werkt

hij als consultant voor

het ministerie van ocW

en scholen in binnen- en

buitenland.

de zogenoemde must haves. Dit brengt me

meteen bij mijn tweede tip: geef alle doelen

en belangen een weging mee. Deze weging is

momenteel in het mbo goeddeels afwezig. Alles

lijkt even belangrijk te zijn op elk moment. Dat

is echt funest, want wie te veel doelen tegelijk

nastreeft, gaat op al die aspecten de boot in.

Op zeker.”

onderwijsinstellingen moeten bestuurd worden als een bedrijf.

“We moeten de verschillen tussen bedrijfs-

leven en de publieke sector niet overdrijven.

Overal speelt hetzelfde optimalisering-

vraagstuk: met zoveel mensen en zoveel

middelen moeten we deze doelen halen.

Persoonlijk vind ik dat juist de publieke sector

heel bewust naar doelmatigheid moet streven.

Publiek geld mag niet verkwist worden. Waar

we geld kunnen verdienen door ondoelmatige

structuren en processen uit de weg te ruimen,

daar mogen we dat niet nalaten. Winst is geen

vies woord in softe sectoren als onderwijs

en zorg, als je er maar het woordje leer- of

gezondheid voor kunt zetten. Ook het mbo

is gebaat bij nuchterheid, een heldere focus,

en verstandige investeringen. Inderdaad:

bij een zakelijke aanpak. Maar: natuurlijk

zonder onverantwoorde kwaliteitsconcessies.

Daarvoor is het onderwijs in maatschappelijk

opzicht te belangrijk.”

de diverse actoren houden onvoldoende rekening met de complexiteit van het vraagstuk en met elkaars belangen.

“Die indruk heb ik inderdaad. De voor gestelde

oplossingen zijn vaak veel te simpel. Er wordt

dikwijls uit de heup geschoten, terwijl deze

problematiek vraagt om een weloverwogen

aanpak. Bovendien kijken de partijen vaak

slechts naar de korte termijn of eigen regio.

Het is ieder voor zich. Zo willen roc’s het

onderwijs vooral zo effectief en efficiënt

mogelijk inrichten. Dat uit zich bijvoorbeeld

in de wens om brede, generieke opleidingen

aan te bieden. Vanwege de schaalvoordelen

inderdaad. Dit staat echter op gespannen voet

met de behoefte aan maatwerk en flexibiliteit

bij werkgevers en studenten.

Ook veel werkgevers kijken vanuit een

een zijdig perspectief naar doelmatigheid,

namelijk vanuit hun eigen vraag naar arbeids-

krachten. Zo willen grote bedrijven liefst

generiek op geleide jongeren, die ze nog kunnen

vormen. Kleine bedrijfjes zijn juist op zoek

naar gespecialiseerde vaklieden, vaak in de

techniek. Groot of klein, allemaal stellen ze

hun eigen arbeidsmarktvraag voorop. En dat

is slechts een van de vele perspectieven.

De overheid ten slotte moet beseffen dat er

geen blauwdruk is om vanuit Den Haag te

sturen op doelmatigheid. Juist op regionaal

niveau moeten bedrijven en scholen samen tot

oplossingen komen. Landelijke maat regelen,

zoals het streven naar maximalisering van

het opleidingsniveau of het sturen van de

studiekeuze van jongeren, dragen wellicht bij

aan macrodoelmatigheid maar kunnen volledig

haaks staan op de vraag vanuit de regionale

arbeidsmarkt. Met alle gevolgen – verdringing,

onderbenutting – van dien.”

eén partij moet de lead nemen in het optimalisatieproces in het mbo.

“Nee. Werken aan doelmatigheid is bij uitstek

iets dat partijen samen moeten doen. Vergelijk

het met een act van koorddansers. Op een slap

koord welteverstaan. Die acrobaten moeten

samenwerken. Vloeken en schelden mag best

af en toe, maar blijf niet op elkaar mopperen.

Ze moeten ook goed naar de ander kijken, en

van elkaar leren. Elkaar niet voor verrassingen

stellen. Precies dat geldt ook voor de partijen

in het mbo. Maar dit alles vereist vertrouwen.

En dat heeft tijd nodig. Tijd die in het huidige

politieke klimaat nauwelijks gegeven wordt.

Gaat er iets niet helemaal goed, dan wordt er

meteen ingegrepen.

Het huidige mbo-stelsel bestaat vijftien jaar.

Voor onderwijsvernieuwingen is dat relatief

kort. We zitten nu nog in de overgangsfase.

Daarin gaat er weleens iets mis, waardoor

mensen terugverlangen naar de oude situatie.

Dat is de normale ‘leercurve’. Het beroerde in

het onderwijs is echter dat sommige generaties

tussen wal en schip vallen. Maar dat mag geen

reden zijn om alles radicaal om te gooien. Dan

gaat het helemaal mis en komen we nooit te

weten of de sector er uiteindelijk in slaagt zelf

haar doelen te halen.”

streven naar doelmatigheid is een proces met een duidelijk eindpunt. als het doel bereikt is, kunnen we tevreden achterover leunen.

“Het optimaliseren van doelmatigheid is

een continu proces. Het vereist blijvende

aandacht van alle partijen. Doelmatigheid

moet geïnternaliseerd worden, zeker in de

uitvoering. In de frontlinie. Bij de docenten

dus. Doelmatigheid is geen technisch-

instrumentele aanpak die van buitenaf wordt

opgelegd. Nee, het hoort juist bij het vak. In

het onderwijs stranden dit soort processen

vaak, omdat uitvoerders het terzijde schuiven.

Niemand voelt zich ‘probleemeigenaar’ en er

treden perverse processen in werking. Dan

glijdt het onderwijs verder van het doel af.

Doodzonde.

Maar ook studenten hebben hun verant-

woordelijkheid: natuurlijk is het weinig

motiverend als er geen les gegeven wordt.

Maar jonge mensen kunnen die tijd dan

aangrijpen om aan zichzelf te werken. Het

hoeft niet allemaal in hapklare brokjes aan-

geboden te worden. Ik heb pedagoog Luc

Stevens ooit horen zeggen: ‘Op school zie je

de docenten met bezwete koppen rondlopen,

terwijl de leerlingen lui onderuithangen.

Dat is de omgekeerde wereld.’ En zo is het

maar net.”

‘Er is geen blauwdruk om vanuit Den Haag

te sturen op doelmatigheid’

bacK stagebacK stage

cOlumn

“We hebben te maken met de eerste generatie

van studenten die volledig digitaal en multi-

mediaal is opgevoed. Voor hen is internet er

altijd geweest, net als de mobiele telefoon. HP/

De Tijd heeft er een term voor bedacht: de

confettigeneratie. Jongeren krijgen als confetti

van alles over zich heen en pikken eruit wat zij

nodig hebben. Ze zijn in staat informatie van

alle kanten te verbinden en creëren zo een breed

wereldbeeld. Wetenschappelijk is aangetoond

dat ze hiertoe in staat zijn doordat beide hersen-

helften tegelijk worden aangesproken en dat ze

die ook tegelijk gebruiken. Ze weten informatie

en creativiteit te verbinden, op een manier die

eerdere generaties niet kennen. Dat kan straks

een enorme meerwaarde geven op de werkvloer.

Je ziet het nu al: ze gaan niet alleen naar school,

maar doen ook allerlei andere dingen, een hele

waaier. Hebben een webwinkel en na een tijdje

doen ze weer wat anders.”

“In het mbo groeit de aandacht voor hoe deze

generatie in elkaar steekt, maar het mag

nog wat meer. Hier op het ROC Nijmegen

heb ik drie jaar geleden een studieloopbaan-

programma opgezet met trainingen van het iq

en het eq, maar ook het sq, ofwel de spirituele

intelligentie. Het traint de studenten om aan de

slag te gaan met hun creativiteit en meer op hun

intuïtie te vertrouwen. Met het intuïtiespel leren

ze de kracht hiervan kennen. Het is mooi ze te

zien groeien: ‘heb ik dit allemaal zelf gedaan?’

José Jansen-gulen, docente team Juridisch ROC Nijmegen en Leraar van het Jaar

‘Als ik Marja ben, ZOEK IK MEER AANSLUITING BIJ DE CONFETTIGENERATIE’

Laat ze trots zijn, laat ze stralen. Die training is

nodig, want als studenten zich niet bewust zijn

van hun kunnen, worden ze op de werkvloer

afgepoeierd door ouderen die zeggen dat ze

het al veertig jaar doen zoals ze het doen en

dat verandering onnodig is. Terwijl werkgevers

er juist hun voordeel mee kunnen doen.”

“Ook zij hebben steeds meer oog voor deze

aspecten. We hebben hier gastsprekers, laatst

nog iemand uit het bankwezen. Bij uitstek een

sector van cijfers en getallen, maar hij kon

goed uitleggen hoe intuïtie een belangrijke rol

speelt bij beslissingen. Bij uitzendbureaus wordt

steeds vaker niet alleen een iq-test afgenomen,

maar ook een eq-test. Wij geven hier invulling

aan door studenten voor hun stageplek niet

een sollicitatiebrief te laten schrijven, maar

een gevisualiseerde brief te laten maken, in de

vorm van een tijdschrift over zichzelf. Dat wordt

zeer gewaardeerd door stagebedrijven. Verder

hebben twee hbo-studenten hier bij wijze van

stage een training opgezet om studenten te

helpen ontdekken wat hun passie is. Want dat

is het mooist: als je werk je passie kan zijn.

Jazeker, dat is ook bij mij beslist het geval.”

“Als ik minister ben, zou ik hier meer aandacht

voor hebben. Docenten trainen die hiermee

kunnen werken. En ja, dat mag best een bak met

geld kosten. Maar of het allemaal in één dag zou

lukken? Ik weet het niet...”

minister vOOr 1 dag

Tekst Luuk obbink Foto’s Nout Steenkamp (FMAX)

‘Laat studenten

trots zijn,

laat ze stralen’

jongeren beschikken over een vaardigheid die eerdere generaties missen: het verbinden van ratio, emotie en intuïtie. als studenten zich hier bewust van worden, kan dat leiden tot een revolutie op de werkvloer. de missie van ‘minister’ josé jansen-gulen: dit gedachtegoed verspreiden in het mbo.

Helaas is het bijhouden en onderhouden van een bekwaamheids-

dossier bij veel docenten en management een probleem. ik heb voor

de certificering van Assessor in het mbo tijdens een eind assessment

mijn vakbekwaamheid moeten aantonen. Wat betekent dat ik als

docent met bewijzen moet komen van nieuwe certificeringen,

cursussen die ik heb gevolgd, dat ik getuigschriften overleg uit het

beroepenveld, en ga zo maar door. We hebben het hier dus over

bedrijven die mijn vakbekwaamheid toetsen.

ik was onlangs uitgenodigd bij de verkiezing van de leraar van het

jaar 2010. een uitstekend initiatief om de aandacht te vestigen

op mijn beroep. De kwaliteit van de leraar stond voorop en mijn

aandacht werd getrokken door flyers over het bekwaamheidsdossier.

voor goed onderwijs is de kwaliteit van leraren doorslaggevend.

sinds 1 augustus 2006 zijn de Wet op de beroepen in het onderwijs

(wet Bio) en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel

van kracht. De wet Bio is te beschouwen als een concrete uitwerking

van de overheidszorg voor de beroepskwaliteit van het onderwijs-

personeel. vanaf 1 augustus 2006 moet de school aantonen dat

leraren daadwerkelijk bekwaam zijn en dat het management hen in

staat stelt hun bekwaamheid te onderhouden. De bekwaamheids-

eisen worden ontwikkeld door onze beroepsgroep.

radio, televisie en kranten klagen steen en been over ons mbo. ook

onze studenten laten zich regelmatig horen: docenten die niet weten

waar ze het over hebben, die vaak ziek zijn, zelf te laat komen en

vervolgens studenten aanspreken op hun te-laat-kom-gedrag. We

hebben het steeds over studententevredenheid; vakbekwaamheid

is hierbij in mijn ogen essentieel. Jij als docent moet energie stoppen

in je vakbekwaamheid. studenten hebben respect voor kennis en

houding ten opzichte van het beroepenveld. krijgen respect voor

jou tijdens stage, als je met door het bedrijf erkende kennis een

assessment afneemt.

elk mbo-management en elke mbo-docent zou met vakbekwaam-

heidsverbetering bezig moeten zijn. Het management zou moeten

faciliteren in tijd, want met een lesrooster van 28 uur is investeren

in vakbekwaamheid simpelweg onmogelijk. kom op docenten,

wordt wakker, pak je verantwoordelijkheid en ga in de aanval…..

Elmer VeerhoffDocent ict academie roc Leiden en schreef als songwriter

vele nederlandstalige hits

in de aanval!Foto Friso Keuris

24 / 25

bacK stage

Kijk op www.mboraad.nl/ backstage om uw vragen voor de volgende aflevering in te sturen.

bacK stage

vijf vragen aan…

“de knip tussen vmbo en mbo is te hard. Dat

moeten de roc’s zich aantrekken. De schaal-

vergroting heeft tot een vernielingsslag geleid. Die

grote organisaties zijn moeilijk aan te sturen, zeker als

het om de kerntaken gaat. Terugkeer naar de ambachts-

school van de jaren ’50 is niet reëel. Het idee staat

voor nadruk op techniek, vakmanschap, discipline en

structuur. Echte vakmensen afleveren, dat moet het

ideaal van het mbo zijn. Vakcolleges en vaklycea zijn

een stap in de goede richting. Als het maar kleinschalig

gebeurt. Op het vmbo gebeuren mooie dingen, maar in

het mbo verdwalen de studenten.”

“rotterdam heeft het laagste besteedbare

inkomen, het hoogste percentage uitkerings-

gerechtigden en, tot enige jaren terug, de hoogste

criminaliteitscijfers. Leefbaar Rotterdam heeft daar

iets aan gedaan, maar het blijft de stad met de laagst

opgeleide bewoners. Ten onrechte wordt gedacht

dat de haven veel ongeschoold werk biedt. Maar het

werk wordt vooral gedaan door operators en ICT-

specialisten. Daar komt nog bij dat het je als laag

opgeleide allochtone Rotterdammer erg makkelijk

gemaakt wordt aan de kant te blijven staan. Je

kunt als jonge Turk een compleet leven leiden

in de parallelle Turkse samenleving. De stad is

gesegregeerd. Maar allochtonen die verder willen

komen moeten Nederlands leren en zich aansluiten

bij de dominante Nederlandse cultuur. Met een

boerka en hoofddoekje kom je er niet.”

“nee. Tegen het aanleren van competenties wil

ik me zeker niet keren. De discussie wordt

vervuild door de combinatie met de ideologie van het

Nieuwe Leren, waar ik wel tegen ben. Het idee dat

kennis er niet meer toe doet, is onderwijskundige

prietpraat van kruidenvrouwtjes. De onderwijs-

kundigen die wat zien in het Nieuwe Leren moeten

maar eens tien jaar voor de klas gaan staan. Alleen

Greetje van der Werf en Jaap Dronkers mogen wat

mij betreft op hun post blijven. Het mbo en de manier

van leren heeft te weinig aandacht van de politiek,

doordat politici het mbo onvoldoende kennen. Hun

kinderen volgen havo, vwo. Als daar verdacht hoge

examencijfers vallen, worden er Kamervragen

gesteld. Met Beter Onderwijs Nederland wilden we

de kwaliteit van de mbo-examens, die niet meer zijn

dan een invuloefening, aankaarten. Aanvankelijk

werden we als Gekke Gerritje weggezet.”

“ik vind de houding van de vragensteller niet juist.

Zodra je kritiek hebt, ben je kennelijk negatief.

De leiding van het mbo heeft geen contact met de

dagelijkse werkelijkheid van de school. Ik zie een

bestuur dat zich met pr-adviseurs heeft gevestigd

aan de Zuidas en zo nu dan op werk bezoek gaat.

Dan wordt een modelvoorbeeld getoond. De

werkelijkheid is dat de financiële planning en de

leerlingen administratie niet op orde zijn. Dat het

ziekte verzuim te hoog is en er nauwelijks perso-

neelsbeleid is. De kwaliteit van de managers is vaak

slecht. Die hebben het docentenberoep uitgekleed

tot er niet meer overbleef dan het invullen van een

excelsheet. Waar zijn de bevlogen docenten? Als het

gaat om integratie zouden die de studenten

nieuwsgierig moeten maken naar Nederland. Dat

gebeurt niet meer.”

vraag 1: De uitval bij de overgang van vmbo naar mbo is een probleem. terugkeer van ambachtsscholen, een pvv-voorstel, kan daar toch geen antwoord op zijn?

vraag 4: u heeft ervaring opgedaan in rotterdam, de stad met het laagste opleidingsniveau. Wat ziet u als oorzaak en hoe is dat te herstellen?

“objectieve normering en landelijke centrale

examens in het mbo. Dat geldt voor alle vakken,

niet alleen voor taal en rekenen. En alle opleidingen.

Liever nog in het hele spectrum van primair onderwijs

tot en met hoger beroepsonderwijs. Verder moeten we

af van de perverse prikkels die het onderwijssysteem

managers geeft. Dan bedoel ik bijvoorbeeld de output-

financiering. Dan hebben we veel bereikt.”

vraag 3: vindt u het niet erg, dat u met uw negatieve houding ten opzichte van het beroeps onderwijs de meerderheid die keihard leert en trots is tekort doet?

vraag 2: Het standpunt van de pvv tegen invoering van competentiegericht onderwijs is niet overgenomen in het regeerakkoord. staakt de pvv het verzet?

vraag 5: Wat wilt u over vier jaar bereikt hebben?

aan:

harm beertema, Tweede Kamerlid PVV

onderwerp: Als het aan de PVV ligt, is het gebeurd met de brancheorganisaties in het

onderwijs. “Ze hebben hun onderwijskundige missie uit het oog verloren”,

zegt PVV-Tweede Kamerlid Harm Beertema. Hij werkte zelf 34 jaar als leraar

Nederlands, tot juni 2010 bij het Rotterdamse Albeda College. Lezers stellen

vijf vragen aan het kersverse Kamerlid.

Tekst guus Mater Foto Jeroen Poortvliet

26 / 27

bacK stagebacK stage

fotowedstrijd veelzijdig mbo en de winnaar is?

Winnaar van de MacBook Pro

Dat het mbo veelzijdig is bleek tijdens de 6-Daagse Beroepsonderwijs. Maar hoe breng je als student de

bonte schakering van mogelijkheden het beste in beeld? Negen studenten over hun deelname aan de

fotowedstrijd ‘Veelzijdig mbo’, hun inzending en afwisselend beroepsonderwijs.

Tekst Sander van der Ploeg

Romano de graaf (21)

Student Mediavormgever – Animatie/

AV-vormgeving, grafisch Lyceum Utrecht

“Mijn foto toont welke beroepen belangrijk

zijn voor de samenleving. Zoals de politie-

agent en verpleegster. Zonder hen wordt het

een zooitje. Het mbo is, net als de maatschap-

pij, divers. Wie een mbo-opleiding wil moet

verder kijken dan zijn neus lang is en zich

goed laten voorlichten. Zo ontdek je welke

studie het beste bij je past.”

Viola gori (22)

Student Fotovakschool

“Ik deed eerst een secretaresseopleiding, maar wist

al snel dat ik creatiever wilde werken. Het mbo biedt

die ruimte en gelukkig is het mogelijk te switchen als

je toch een andere kant uit wilt. Voor de foto vond

ik veel inspiratie bij mijn vriend, die ook op de foto

staat. Hij volgt nu een modeopleiding aan de Hoge-

school voor de Kunsten.”

Melvin Winkeler (20)

Werkt om de opleiding aan de

Fotoacademie te financieren.

“Deze wedstrijd was een goede oefening. Ik

had een model ingehuurd, maar hij werd ziek,

dus sta ik er zelf maar op. Dat ik een camera

in mijn hand heb is natuurlijk geen toeval,

geldt ook voor de gitaarversterker. Dat je ook

een muzikantenopleiding kan doen, toont

voor mij de veelzijdigheid van het mbo aan.”

Nicole Reijnders (18)

Student Communicatie en Marketing,

Id-College

“Met papier wilde ik de diverse opleidingen

van mijn school verbeelden. Ik neem deel

aan het leerbedrijf ClubID en we organi-

seren schoolfeesten, zaalvoetbaltoernooien

en maken een blad voor studenten. Zo kom

ik in aanraking met andere opleidingen.

Mijn studie bevalt me, maar is eigenlijk te

makkelijk, ik wil dan ook nog naar het hbo.”

28 / 29

bacK stage bacK stage

31 / 31

Marjolijn eggens (18)

Student In- en outdoorstyling,

Clusius College

“Het was een ingeving om mee

te doen. Ik had weinig tijd, maar

gelukkig was er een modeshow

op school en kon ik foto’s maken.

Deze is het mooist. En geeft de

veelzijdigheid van het mbo weer:

meerdere studenten werken aan

de jurk en de styling van het

model. De foto én het model laten

de talenten van het mbo zien en

wat zij in huis hebben.”

30 / 31

bacK stagebacK stage

veelzijdig mbofotowedstrijdvervolg

Marjolein van ederen (17)

Student In- en outdoorstyling

Clusius College

“Ik wil later verder in de fotografie,

dus dit is een mooie kans. Ik

koos dit ontwerp omdat je op het

mbo veel vrijheid hebt, maar ook

eigen verantwoordelijkheid. De

zelfstandig heid was voor mij wel

even wennen, want ik ben pas

twee maanden geleden begonnen.

Maar tot nu toe ben ik erg

tevreden!”

Nicole Pulles (20)

Student Projectleider Interieur / exterieur, Sint Lucas

Vakcollege

“Mijn zus Marleen wees mij op deze wedstrijd. Ik heb dit jaar

de studie vormgeving Product presentatie afgerond en doe nu

weer een creatieve studie. Het mbo biedt veel, dat zie je terug

in mijn foto. Ik ben tevreden over mijn studiekeuzes. Het on-

derwijs is praktijkgericht; dat past goed bij een doener als ik.”

Wouter van der Linde (18)

Student Fotografie RoC

de Mare

“Ik doe de fotografieopleiding en deze wedstrijd was

voor mij een kans mijn naamsbekendheid te vergroten

en creatief bezig te zijn. Door mijn studie omring ik

mij met creatieve mensen en dat is toch een ander slag

mensen dan op het vmbo. Hier kan je echt jezelf zijn.

Dat is voor mij het grote voordeel van het mbo.”

Marleen Pulles (22)

Voltooide dit jaar de opleiding

Marketing en Communicatie

aan het Koning Willem I College

“Het voordeel van het mbo is de

brede keuze, maar je moet wel een

idee hebben wat je wilt. Zelf had ik

daar geen problemen mee. Ik erger

mij aan het negatieve imago van

het mbo. Middelbare scholieren

moeten zich niet blind staren

op de havo, het mbo heeft ook

goede studies. Ik kan het iedereen

aanraden. Dat wil ik aantonen

met mijn foto.”

33 / 33

bacK stage bacK stage

Tekst Corien Lambregtse Foto’s Jeroen Poortvliet

Vakcolleges bieden studenten in zes jaar een opleiding in techniek en zorg tot mbo-niveau 2. Zonder tussentijdse overstap, mét stage- en baangarantie. En straks misschien ook tot niveau 3 en 4. Wat betekent dit voor het ‘gewone’ mbo-niveau 3 en 4? Hans Kamps, één van de oprichters van het Vakcollege in kritisch debat met Jan van Zijl, voorzitter MBO Raad.

32 / 33

in dan kinderen die de theore-

tische kant volgen. Als ze een

gieter in elkaar moeten lassen

met een inhoud van 2 liter,

dan krijgen ze algebra om te

berekenen hoe dat moet. Het is

een andere manier van leren.”

vz “Maar ik betwijfel

toch of de zwakste

studenten worden bereikt. En

los daarvan: hoeveel alloch-

tone studenten en meisjes zijn

er bijvoorbeeld bij?”

K “Dat weet ik niet.”

vz “Ik ook niet, maar we

weten wel dat meisjes

het lastigst tot techniek te ver-

leiden zijn. Als de vakcolleges

erin slagen meisjes binnen te

halen en op te leiden tot niveau

2, dan zou dat echt winst zijn.

Wat mij niet bevalt, is dat de

vakcolleges zijn neergezet als

alternatief voor het mbo.”

K “De vakcolleges zijn niet

gestart om de concurren-

tie aan te gaan met het huidige

mbo. Er is niet één vakcollege

waar het mbo niet aan mee-

doet. De vakcolleges zetten het

mbo absoluut niet buiten spel.”

vz “Ik zit toch met een

paar inhoudelijke

vragen. Als blijkt dat het werkt,

dan moeten we als mbo en

vakcollege natuurlijk bond-

genoten worden. Want het gaat

ons om de studenten. Maar

hoe zit het met die stage- en

baangarantie? Krijgen jullie

het bedrijfsleven mee?”

K “Ja! We hebben een

goede afspraak met USG

People. Een beurs genoteerd

bedrijf dat overal in het land

zit. USG geeft de garantie dat

leerlingen die zelf geen baan

vinden, bij hen op de loonlijst

komen. En USG is een erkend

leerwerkbedrijf.”

discussie

hans Kamps in discussie met…jan van zijl

Zetten de vakcolleges het mbo buitenspel?

vz “Het vakcollege is ont-

staan vanuit het idee

dat er voor kwetsbare jonge-

ren een meer op de praktijk

gerichte opleiding moest

komen. Een vakopleiding voor

jongens en meisjes die met

de handen willen werken.

Eerst was het er alleen voor

techniek, nu ook voor de zorg

en als we niet uitkijken ook in

no time voor toerisme, horeca

en sport. Een interessant idee

en vooral: marketingtech-

nisch een voltreffer. Maar als

MBO Raad moeten we er toch

wat kritischer naar kijken.

Die verhalen over megasuc-

cessen gaan mij iets te vlug.

Laten we eens kijken of die

vakcolleges hun beloften wel

waar maken, bijvoorbeeld

als het gaat om stage- en

baangarantie.”

K “Wij zijn drieënhalf

jaar geleden met dit

idee begonnen, nu zijn er

ongeveer vijftig vakcolleges

over het hele land. Op voor-

lichtingsavonden puilt het uit

van ouders en kinderen die

enthousiast zijn. En we heb-

ben een uitval van ongeveer

0. Dat zegt genoeg.”

vz “Dat zegt in ieder

geval dat de vak-

colleges niet per se de meest

kwetsbare jongeren aantrek-

ken, zoals oorspronkelijk de

bedoeling was, maar vooral

ook de getalenteerde.”

K “Voordat die studen-

ten op het vakcollege

kwamen, werden ze als zwak

gezien omdat ze niet konden

leren. Achteraf constateren wij

dat die studenten niet zwak

zijn, maar sterk. Ze krijgen

lesmateriaal dat helemaal op

de praktijk is gebaseerd en

vervolgens krijgen ze theorie

aan de hand van de praktijk.

Daar blijken ze dan zelfs beter

bacK stage

35 / 35pittige taal

De Nederlandse overheid spendeert jaarlijks zo’n 1 miljard euro aan toezicht. Toezicht op de gezondheidszorg, verkeersveiligheid, het onderwijs en andere terreinen van het maat-schappelijke leven. Maar leveren deze inspecties waar voor hun geld? Pittige taal in de oratie van professor dr. Heinrich Winter, bijzonder hoogleraar toezicht en parttime hoofddocent bestuursrecht en bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

hoezo? doen de inspecties hun werk niet goed?“Dat is niet gezegd. Het is de vraag of toezicht

een organisatie als het onderwijs daadwerkelijk

beter maakt, de meerwaarde is onduidelijk. en die

meerwaarde moet een belangrijke doelstelling zijn.”

volgens Winter wordt wel beweerd dat toezicht

lijkt op zelfrijzend bakmeel. “maar zolang we niet

precies weten wat de effecten zijn, kan evengoed

worden beweerd dat er te weinig toezicht is.”

ranglijsten van roc’s op internet. is dat een goed idee?“naming, blaming en shaming is een goed instrument. Het laat

zien welke instellingen voldoen aan de normen en vormt een

prikkel voor scholen die onder de maat zijn. Het is in ieder geval

transparant. als je zegt dat je een minimumkwaliteit wilt hand-

haven, kan een ranglijst ook van pas komen. De inspectie moet

dan wel aangeven waarom een instelling onderaan staat. Dat

kan komen door de bijzondere studentenpopulatie of doordat

het halve docentenkorps is opgestapt.”

hoe doet de onderwijsinspectie het?“vergeleken met andere toezichthouders niet slecht. Dat de

inspectie basisscholen bezoekt waarvan de cito-scores uit de toon

vallen, die gegevens analyseert en maatregelen adviseert, geeft

aan dat ze zich echt druk maakt de meerwaarde te vergroten.”

is het wel gewenst dat inspecties zelf onderzoeken of ze hun geld waard zijn?“Ja. Daarmee voorkom je dat een extra instantie in het leven moet

worden geroepen. Bij wetgeving geldt ook vaak de verplichting tot

meten en evalueren van de effecten na een bepaalde

periode. De minister moet daarbij ook dat inzicht

verschaffen aan het parlement.”

de roep om toezicht is de laatste jaren sterk toegenomen. meer regels en meer marktwerking betekenen meer controle.“De tweede kamer vraagt voortdurend om meer toezicht, maar

als kamerleden zien wat die inspecties kosten, willen ze dat

toezicht wel verminderen. niet bepaald consistent. probleem is dat

over heden, meer dan vroeger, verantwoordelijk worden gehouden

voor allerlei risico’s. Dat is niet vol te houden. De burger zal een deel

van die verantwoordelijkheid terug moeten krijgen. Bij elk incident

wordt het toezicht geacht in actie te komen. rampen en incidenten

worden geanalyseerd, waarna passende maatregelen volgen.

misschien is het beter niet altijd mee te gaan in de waan van de

dag. een inspectie zou dan moeten zeggen dat ze een andere

programma heeft. Dat maakt je niet populair bij de politiek.”

veel reacties gehad op uw oratie?van verschillende kanten. Het havenbedrijf in rotterdam,

de inspectie verkeer & Waterstaat, de afm. Het blijkt dat de

meerwaarde van het toezicht latent op de agenda staat. ik

denk dat er we er meer van gaan horen de komende jaren.”

Tekst guus Mater Foto henk Veenstra

bacK stage

34 / 35

Pittige taal van… heinrich winter

‘Naming, blaming

en shaming is goed

instrument in toezicht’

bacK stage

hans Kamps in discussie met jan van zijlvervolg

vz “En hoe zit het met

de plannen om het

vakcollege van niveau 2 uit te

breiden naar niveau 3 en 4? Ik

zou zeggen: zorg er eerst maar

eens voor dat de studenten zo

goed van niveau 2 komen dat

ze kúnnen doorstromen naar

niveau 3 en 4. Het is belangrijk

dat we nu eerst werk maken

van het keurmerk voor vak-

colleges. Een keurmerk dat

garandeert dat het diploma

vakcollege hoogwaardige

kwaliteit heeft.”

K “Dat willen wij ook:

een keurmerk dat

kwaliteit garandeert. Want

als elk vmbo ineens een

bord ophangt: ‘Vakcollege’,

dan heb je weer niks.”

vz “Maar begin dan als

vakcolleges niet met

het aanbieden van niveau 3

en 4! Het vakcollege is toch

een inhoudelijk didactisch

concept? Toch heel praktijk-

gericht? Het aanbieden van

niveau 3 en 4 vraagt een ander

concept en een ander soort

school. De roc’s zijn daar hele-

maal op ingesteld. Die laatste

twee jaar van het vakcollege

moeten ook binnen een roc

worden georganiseerd, omdat

daar de voorzieningen zijn,

omdat de roc’s stages kunnen

begeleiden en er al contacten

zijn met het bedrijfsleven.

Laten we het vooral praktisch

en overzichtelijk houden.”

K “In principe leiden vak-

colleges op tot niveau 2:

gekwalificeerd vakman. Dat

is wat we voor ogen hebben

met de vakcolleges. Maar er

zijn studenten die meer in

hun mars hebben. Als het

vak college, waarin een vmbo

en mbo samenwerken, hen de

mogelijkheid wil bieden door

te stromen naar niveau 3, 4,

dan organiseren ze dat toch?

En als een bedrijf dat aangeslo-

ten is bij het vak college zegt:

ik wil een interne opleiding

op niveau 3 of 4, dan moet dat

ook kunnen. Wie wat doet en

in welke institutionele vorm-

geving, maakt mij niks uit. Het

gaat erom dat we het beste uit

studenten naar boven halen.

En dat hoeft zeker niet alleen

binnen het vakcollege.”

vz “En mijn laatste

punt: zou het niet

verstandig zijn, voordat jullie

ook een vakcollege horeca,

sport en toerisme beginnen,

de bestaande vakcolleges

eerst goed neer te zetten?

Laten we daar rustig de tijd

voor nemen.”

K “We zijn met techniek

begonnen, we hadden

helemaal niet de intentie om

dat met vakcolleges zorg uit

te breiden, maar de scholen

zeiden: als jullie het niet doen,

doen wij het zelf. Toen hebben

we steun gekregen vanuit

het ministerie van VWS om

die vakcolleges zorg aan te

bieden.”

vz “Het techniekverhaal

snap ik, maar bij de

zorg heb ik er echt mijn twij-

fels over of die vakcolleges nu

zoveel meer te bieden hebben

dan de huidige roc’s. Het punt

is dat er een hype ontstaat,

waar scholen wel aan mee

móeten doen om niet achter

te blijven. Maar laten we dan

ten minste duidelijk maken

wanneer een school zich vak-

college mag noemen en wat er

van een vakcollege verwacht

mag worden.”

K “Helemaal mee eens.

Dat is in ons beider

belang. Want op het moment

dat je niet levert wat gesug-

gereerd wordt, is het einde

oefening.”

vz “Als aan die

voor waarden is

voldaan, zul je zien dat meer

mbo- scholen dan nu de

samenwerking in het vak-

college zullen zoeken.”

‘Er moet een keurmerk komen voor de vakcolleges’

‘Ik betwijfel of de zwakste studenten worden bereikt’

discussie

‘het lesaanbod van mbo-scholen kun je vergelijken met de

menukaart van een chinees restaurant. honderden opleidingen,

maar geen leerling die weet hoe ze precies smaken. dan wordt het

dus kiezen op goed geluk en maar hopen dat het smaakt.’renk roborgh, directeur-generaal en daarmee hoogste ambtenaar en beleidsadviseur van het ministerie van

onderwijs, cultuur en Wetenschappen, is kennelijk nog nooit bij een goede chinees geweest.

‘ben in de ridderzaal voor

prinsjesdag. voer voor 1 dag

een kopvoddentax in en het

gat in de begroting is dicht.’

sp-tweede kamerlid Harry van Bommel

helpt geert Wilders bij de uitvoering van zijn

verkiezingsprogramma.

‘heb je ooit een kabinet gezien dat

precies uitvoert wat het zegt?’

Bernard Wientjes, vno-ncW, legt in het nrc uit

waarom het schrijven van verkiezingsprogramma’s

tijdverspilling is.

‘misschien is dat wel de kwaliteit

van de goede docent, dat hij

leerlingen behandelt alsof het

gewone mensen zijn.’

mbo-student Lisa van roon geeft een heel heldere

visie op de vakbekwaamheid van docenten in de

volkskrant.

‘de mensen die hier komen, zijn

hartstikke gemotiveerd. heb je

ooit een klas zo stil zien werken?’

inburgeringsdocente verschoor, beschrijft in Bn

Destem de voordelen van het lesgeven aan mensen

die de taal niet spreken.

‘in het begin liet ik mijn chauffeur

nog wel eens stoppen bij de

mcdonald’s, om even een

hamburger te halen.’

oud-minister plasterk geeft de nieuwe ministers in

het nederlands Dagblad tips om in contact te blijven

met het ‘gewone volk’.

‘docenten kunnen nu jaren aaneen

werken zonder bijscholing. dat

kan een hersenchirurg zich niet

veroorloven - waarom een docent

die elke dag bezig is met de hersens

van onze kinderen dan wel?’

nieuwbakken minister van onderwijs marja van

Bijsterveldt laat in de volkskrant zien dat een docent

niet onder hoeft te doen voor een hersenchirurg.

‘inholland heeft voor tenminste

150 diploma’s onterecht een bonus

ontvangen van ruim 10.000 euro. er

is dus minimaal 1,5 miljoen euro extra

beschikbaar voor goed onderwijs.’

sp-kamerlid Jasper van Dijk bewijst in zijn motie over

onterecht ontvangen diplomabonussen door inHolland

dat elk nadeel ook zo zijn voordeel heeft.

‘de handjes, die maken de waarde.

de praters, die zorgen voor

toegevoegde waarde. maar te

veel praters, dat is bureaucratie.’

Boerenzoon Hennie van der most die rijk werd als

uitbater van attractieparken, laat in elsevier zijn

afkeer blijken van veelpraters.