raap-notitie 5474 plangebied steenfabriek...
TRANSCRIPT
150 na Chr.150 na Chr.
700 voor Chr.700 voor Chr.
320 na Chr.320 na Chr.
250 na Chr.250 na Chr.
1650 na Chr.1650 na Chr.
2200 voor Chr.2200 voor Chr.
3750 voor Chr.37 .
6500 voor Chr.6500 voor Chr.
A d v i e s b u r e a uA r c h e o l o g i s c h
RAAP-NOTITIE 5474
Plangebied steenfabriek Huissenswaard
Gemeente Lingewaard
Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en
inventariserend veldonderzoek (verkennend
booronderzoek)
Colofon
Opdrachtgever: SAB
Titel: Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch
vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend
booronderzoek)
Status: eindversie
Datum: 31 maart 2016
Auteur: ir. E.H. Boshoven
Projectcode: LISHA
Bestandsnaam: NO5474_LISHA.docx
Projectleider: ir. E.H. Boshoven
ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 3982239100
Bewaarplaats documentatie: RAAP Oost-Nederland
Autorisatie: drs. E.M.P. Verhelst
Bevoegd gezag: gemeente Lingewaard
ISSN: 0925-6369
RAAP
Leeuwenveldseweg 5b
1382 LV Weesp
Postbus 5069
1380 GB Weesp
telefoon: 0294-491 500
telefax: 0294-491 519
E-mail: [email protected]
© RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2016
RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade
voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [3 ]
Samenvatting
In opdracht van SAB heeft RAAP in december 2015 een bureau- en inventariserend veldonder-
zoek uitgevoerd in verband met de geplande herinrichting van de steenfabriek Huissenswaard in
de gemeente Lingewaard. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de
plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische
resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en
verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel
van het veldonderzoek was het aanvullen en verfijnen van die gespecificeerde archeologische
verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen
bodemingrepen is vervolgens een advies geformuleerd met betrekking tot eventueel archeolo-
gisch vervolgonderzoek.
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek gold voor de oeverafzettingen van de
Neder-Rijn een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode
Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd.
Voor het noordelijke deel van het plangebied, de zone waar loopgraven hebben gelegen, gold
een verwachting voor resten uit de Tweede Wereldoorlog. De grond waarin deze loopgraven zijn
aangelegd, is in een latere periode echter afgegraven. Aan het voormalige mijnenveld kan geen
archeologische waarde worden toegekend. Waarschijnlijk is het plangebied (ten dele) afgegra-
ven ten behoeve van kleiwinning.
Tijdens het veldonderzoek zijn 13 boringen uitgevoerd in plaats van de geplande 26. De natuur-
lijke bodemopbouw bestaat uit oever- op geul- op beddingafzettingen, maar de oeverafzettingen
bleken te zijn afgegraven ten behoeve van de baksteenindustrie waarna niet-bruikbare grond is
teruggestort. Tevens bleken delen van het plangebied te zijn verstoord tijdens de aanleg van de
Betuweroute.
Gezien de onderzoeksresultaten en de voorgenomen ingrepen in het plangebied is geconclu-
deerd dat bij de uitvoering hiervan geen archeologische resten zullen worden verstoord. Op
basis hiervan wordt aanbevolen om geen aanvullend archeologisch vooronderzoek te laten
verrichten en het plangebied vrij te geven.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden
aangetroffen, dan is dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in
2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en We-
tenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
Let wel: bovenstaande betreft een advies. Het is aan de bevoegde overheid (gemeente
Lingewaard) dit advies al dan niet over te nemen.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [4 ]
Inhoudsopgave
Samenvatting .......................................................................................................................... 3
Inhoudsopgave ........................................................................................................................ 4
1 Inleiding ............................................................................................................................. 5
1.1 Kader ...................................................................................................................................... 5
1.2 Administratieve gegevens ........................................................................................................ 5
1.3 Huidige en toekomstige situatie ................................................................................................ 5
1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen ................................................................................................ 6
2 Bureauonderzoek ............................................................................................................... 8
2.1 Methoden ................................................................................................................................ 8
2.2 Resultaten............................................................................................................................... 9
3 Veldonderzoek ................................................................................................................. 14
3.1 Methoden .............................................................................................................................. 14
3.2 Resultaten............................................................................................................................. 15
4 Conclusies en aanbevelingen ............................................................................................ 18
4.1 Conclusies ............................................................................................................................ 18
4.2 Aanbevelingen....................................................................................................................... 18
Literatuur .............................................................................................................................. 19
Gebruikte afkortingen ............................................................................................................ 20
Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen ............................................................................. 20
Bijlage 1: Boorbeschrijvingen (inclusief lithologisch profiel) .................................................... 32
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [5 ]
1 Inleiding
1.1 Kader
In opdracht van SAB heeft RAAP in december 2015 een bureau- en inventariserend veldonder-
zoek uitgevoerd in verband met de geplande herinrichting van de steenfabriek Huissenswaard in
de gemeente Lingewaard. Dit onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat realisatie van de
plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische
resten. Doel van het bureauonderzoek was het verwerven van informatie over bekende en
verwachte archeologische waarden teneinde een gespecificeerde verwachting op te stellen. Doel
van het veldonderzoek was het aanvullen en verfijnen van die gespecificeerde archeologische
verwachting. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aard en omvang van de voorgenomen
bodemingrepen is vervolgens in hoofdstuk 4 een advies geformuleerd met betrekking tot even-
tueel archeologisch vervolgonderzoek.
1.2 Administratieve gegevens
Het plangebied Huissenswaard (ca. 4,3 ha) ligt in het buitengebied van de gemeente Lingewaard
ten zuidoosten van Angeren in de uiterwaard (Angerensche en Doornenburgsche Buitenpolder)
ten westen van de Neder-Rijn (figuur 1). Het gebied staat afgebeeld op kaartblad 40D van de
topografische kaart van Nederland (schaal 1:25.000). Het plangebied staat kadastraal bekend
onder gemeente Angeren, sectie A, nummers 1114, 1237, 1238, 1239, 1240, 1241 (alle
gedeeltelijk) en Doornenburg, sectie A, nrs. 2898. 2899 en 2908 (alle gedeeltelijk).
Plaats: Angeren
Gemeente: Lingewaard
Provincie: Gelderland
Plangebied: plangebied steenfabriek Huissenswaard
Centrumcoördinaten: 196.145 / 435.918
ARCHIS-vondstmeldingsnummers: niet van toepassing
ARCHIS-waarnemingsnummers: niet van toepassing
ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer: 3982239100
1.3 Huidige en toekomstige situatie
Momenteel is het plangebied ingericht als grasland. Vanwege de geplande aanleg van de A15
(met brug) over het huidige terrein van de steenfabriek Huissenswaard wordt een verplaatsing
van kleidepots naar het plangebied bestudeerd. Het plangebied zal bij deze herinrichting worden
opgehoogd tot het niveau van het bestaande bedrijfsterrein. Op de locatie van het plangebied
wordt het terrein ingericht als twee kleidepots (figuur 11). Hoeveel het terrein wordt opgehoogd
is momenteel nog niet bekend.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [6 ]
1.4 Onderzoeksopzet en richtlijnen
Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek. Het veldonderzoek
bestond uit een verkennend booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de normen van
de archeologische beroepsgroep (zie artikel 24 van het Besluit archeologische monumenten-
zorg). De Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA, versie 3.3), beheerd door de Stichting
Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB; www.sikb.nl), geldt in de praktijk als
richtlijn. Daarnaast is het onderzoek uitgevoerd conform de gemeentelijke richtlijnen (handboek
archeologisch onderzoek binnen de Regio Arnhem). RAAP beschikt over een opgravingsvergun-
ning, verleend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Zie tabel 1 voor de
dateringen van de in dit rapport genoemde geologische en archeologische perioden. Achter in dit
rapport is een lijst met gebruikte afkortingen opgenomen.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [7 ]
Geologische perioden Archeologische periodenH
olo
ce
en
Ple
isto
ce
en
Pre
his
tori
e
ChronozoneTijdvak TijdperkDatering Datering
Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.
tabel1_standaard_GeoBioArcheo_RAAP_2014
Paleolithicum(Oude Steentijd)
Mesolithicum(Midden Steentijd)
Neolithicum(Nieuwe Steentijd)
Middeleeuwen
Nieuwe tijd
Recente tijd
Romeinse tijd
IJzertijd
Bronstijd
Laat
Midden
Vroeg
Vro
eg
Laat
Midden
Vroeg
Laat
Midden
Vroeg
Laat
Midden
Vroeg
Laat
Midden
Vroeg
Laat B
Laat A
A
B
C: Karolingische tijd
B: Merovingisch tijd
A: Volksverhuizingstijd
D: Ottoonse tijd
Subboreaal
Atlanticum
Boreaal
Preboreaal
Denekamp
Hengelo
Moershoofd
Odderade
Eemien
We
ich
selie
n
Ple
nig
laci
aa
lV
roe
gG
laci
aa
lL
aa
tG
laci
aa
lL
aa
tM
idd
en
Vro
eg
Belvedère/Holsteinien
Elsterien
Brørup
Saalien II
Saalien I
Glaciaal x
Bølling
Allerød
Late Dryas
Vroege Dryas
Vroegste Dryas
VroegSubatlanticum
LaatSubatlanticum
Oostermeer
Holsteinien
- 1945
- 1500
- 1250
- 1050
- 900
- 725
- 525
- 450
- 1650
C- 1850
- 270
- 70 na Chr.
- 15 voor Chr.
- 250
- 500
- 800
- 1100
- 1800
- 2000
- 2850
- 4200
- 4900/5300
- 6450
- 8640
- 9700
- 35.000
- 12.500
463.000
- 250.000
- 16.000
Midden
Jong A
Jong B
Oud
Laat
- 9700
- 450 voor Chr.
- 0
- 3700
- 7300
- 8700
- 1150 na Chr.
- 11.050
- 11.500
- 12.000
- 60.000
- 71.000
- 30.500
- 114.000
- 126.000
- 236.000
- 241.000
- 322.000
- 384.000
- 416.000
- 13.500
- 12.500
- 336.000
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [8 ]
2 Bureauonderzoek
2.1 Methoden
Het bureauonderzoek is uitgevoerd om een gespecificeerde archeologische verwachting op te
stellen. Daartoe zijn reeds bekende archeologische en aardkundige gegevens verzameld en is
het grondgebruik in het plangebied in het heden en verleden geïnventariseerd. Tabel 2 laat een
overzicht zien van de geraadpleegde bronnen. Daarnaast is gebiedsspecifieke literatuur
geraadpleegd (zie literatuurlijst).
Tabel 2. Overzicht van de geraadpleegde bronnen (met datum).
bron actie opmerkingen
beheerder/eigenaar perceel gesproken met een
medewerker van de
steenfabriek
in het noordoostelijke deel van het plan-
gebied heeft ten tijde van de aanleg van de
Betuweroute een zandscheidingsinstallatie
gestaan
amateurarcheologen e-mail gestuurd naar
de heer J. Verhagen
nog geen reactie ontvangen. Voor het direct
naastgelegen plangebied (Scherpekampse-
kade) hadden amateurarcheologen geen
aanvullingen
gemeentelijke verwachtings- en
beleidskaart
geraadpleegd op 10
december 2015
zie § 2.2
ARCHIS geraadpleegd op 10
december 2015
zie § 2.2
Gelders Archief geraadpleegd op 10
december 2015
zie § 2.2
Dinoloket geraadpleegd op 10
december 2015
geen relevante boringen in/nabij het
plangebied
Bodemloket geraadpleegd op 10
december 2015
geen relevante informatie
milieukundige onderzoeken niet aanwezig -
Dotka-originals geraadpleegd op 10
december 2015
twee relevante luchtfoto’s besteld
Kaart Historisch landschap, histo-
rische stedenbouw en archeologie
van de provincie Gelderland
geraadpleegd op 10
december 2015
geen relevante informatie
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [9 ]
2.2 Resultaten
Aardkundige situatie
Onderzoeksvragen:
- Wat is de aard (ontstaanswijze en classificatie), diepteligging, genese en gaafheid van
natuurlijke bodemhorizonten en natuurlijke afzettingen in het omringende (binnen een afstand
tot ca. 200 m van de onderzoekslocatie) gebied?
- Wat is de aard (ontstaanswijze), diepteligging, genese, gaafheid, dikte, en omvang van even-
tueel in het omringende gebied voorkomende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom
daarvan (plaggendek, stuifzandlaag, colluvium, kleidek, afvallaag, ophogingslaag)?
- Welke natuurlijke formatieprocessen (sedimentatie, erosie, laterale verplaatsing, bodemvor-
ming, degradatie e.d.) hebben een rol gespeeld in het onderzoeksgebied?
- Welke culturele formatieprocessen (grondbewerking, bemesting, ophoging, betreding, perce-
lering, [de-]constructie, materiaaltypen, materiaalgebruik en materiaaldepositie e.d.) hebben
een rol gespeeld in het onderzoeksgebied?
- Welke formatieprocessen kunnen een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van
eventuele aanwezige vondstspreidingen, de vondstdichtheid, vondst- en spoorniveaus en de
fysieke kwaliteit van eventueel aanwezige archeologische resten?
Het plangebied behoort tot de Huissensche Uiterwaarden van het Pannerdens Kanaal. Volgens
de gemeentelijke verwachtingskaart ligt het plangebied ter hoogte van de meandergordel van de
Oude Rijn - Pannerden (figuren 2 en 3; Willemse, 2009). Deze was actief in de periode IJzertijd-
Vroege Middeleeuwen (250 voor Chr. tot 1150 na Chr.; Cohen & Stouthamer, 2012). Binnendijks
heeft de Neder-Rijn na de Vroege Middeleeuwen geen land meer geërodeerd. Enkele honderden
meters ten zuiden van het plangebied ligt een restgeul, in de Strangse Weiden (Heunks & Van
Hemmen, 2006). Deze is aan het oppervlak goed herkenbaar aan een lage ligging en een
gekromde vorm. Dat deze meanderbocht niet ontstaan is in de periode na de bedijking rond 1300
wordt bevestigd door de ligging van de havezate De Wardt in de kern ervan (600 m westelijk van
het plangebied). Dit voormalige kasteel of deze versterkte buitenplaats wordt reeds vermeld rond
1400 en aannemelijk is dat de meander toen nog wel watervoerend maar reeds lang buiten
werking was.
Volgens de zanddieptekaart (Cohen e.a., 2009; figuur 3) bevindt het beddingzand van de mean-
dergordel zich binnen 2 m -Mv. Alleen in een smalle, langgerekte zone in het centrale deel van
het plangebied zou de top van het beddingzand tussen 2 en 3 m -Mv aanwezig zijn. Wellicht
betreft deze zone een restgeul.
Historische ontwikkeling
Onderzoeksvraag:
- Wat is het historisch landgebruik van de onderzoekslocatie en het omringende gebied geweest?
De direct noordoostelijk van het plangebied gelegen Scherpekampsekade ligt als zomerkade
vermoedelijk al meerdere eeuwen op dezelfde locatie. Op een kaart uit 1770 die werd gemaakt ten
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 0 ]
gevolge van een dijkdoorbraak bij Huissen in 1769 staat de zomerdam al duidelijk ingetekend en
wordt deze ook benoemd (figuur 5). Discussiepunt was destijds om de zomerdam op te hogen om
water tot 17 voet hoogte te kunnen keren tot dat de zomerdijk gedicht zou worden (Gelders
Archief, archief Staten van het Kwartier van Nijmegen en hun Gedeputeerden, inventarisnr. 1015,
d.d. 10-01-1770). Of die verhoging ook is doorgevoerd, is niet zeker. Het plangebied zelf ligt op
oudhoevig land. Zuidelijk van het plangebied ligt de strang van De Wardt. Deze functioneerde
vermoedelijk nog tot in de Late Middeleeuwen en in 1652 lag er nog een lijnpad langs (Heunks &
Van Hemmen, 2006).
Noordelijk van het plangebied staat op het kadastrale minuutplan uit 1832 (figuur 4) een steen-
bakkerij afgebeeld. De eerste fabriek zou in 1825 zijn gebouwd door F.C. Cock (http://caprice
baksteen.nl/nl/over-ons/historie) en in 1837 volgde een tweede fabriek. In de loop van de 19e en
20e eeuw zijn de steenfabrieken en het bijbehorende terrein meerdere keren verbouwd. De laatste
grootschalige vernieuwing vond plaats in 2004 als gevolg van de herinrichting van het terrein in
2002 door de aanleg van de Betuweroute. De Betuweroute gaat in een geboorde tunnel onder het
fabrieksterrein en het plangebied door (op z’n 25 m -Mv). De grond waaronder de tunnel aanwezig
is, is eigendom van ProRail (figuur 6). Figuur 6 laat de situatie zien in 2001, ten tijde van de aan-
leg van de tunnel. In het plangebied werd een schacht gebouwd en een aan- en afvoerweg richting
de rivier. In de noordoosthoek is een zandscheidingsinstallatie aanwezig (het zand werd geschei-
den van het bentoniet).
Een analyse van historische kaarten uit de 19e en 20e eeuw laat zien dat het plangebied continu
als grasland in gebruik is geweest. Op kaarten uit 1930 en 1950 zijn enkele spoorlijntjes zicht-
baar: een teken dat elders in de uiterwaard klei gewonnen werd ten behoeve van de baksteen-
industrie. De steilranden die op de kaart uit 1950 worden weergegeven bevestigen het idee dat
sprake is van kleiwinning. Mogelijk is direct zuidelijk van het toenmalige terrein van de steen-
fabriek ook afvalgrond gestort (centraal-noordelijk in het plangebied).
Tweede Wereldoorlog
In het kader van de verlenging van de A15 is enkele jaren geleden reeds een uitgebreid onder-
zoek uitgevoerd naar Niet-Gesprongen Explosieven (o.a. ECG, 2013). RAAP heeft vervolgens in
2015 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd dat specifiek gericht was op archeolo-
gische resten uit deze periode (Kok & Wijnen, 2015). Met betrekking tot het plangebied zijn de
volgende conclusies te trekken uit deze onderzoeken:
- het plangebied lag gedeeltelijk in een mijnenveld;
- in het centraal-noordelijke deel van het plangebied heeft een aantal loopgraven gelegen. De
loopgraven zijn aangelegd in een gronddepot van de steenfabriek zoals zichtbaar is op de
rivierkaart uit 1915 (figuur 8). Het gronddepot is in een latere periode afgegraven waarmee de
resten van de loopgraven eveneens afgegraven zijn;
- direct zuidelijk van het plangebied bevindt zich een krater veroorzaakt door een inslag van
afwerpmunitie.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 1 ]
Bekende archeologische waarden
Onderzoeksvraag:
- Welke gegevens met betrekking tot archeologische complexen (‘waarnemingen’ inclusief
uitkomsten historisch kaartonderzoek) zijn reeds binnen het onderzoeksgebied en/of binnen de
landschappelijke eenheden rondom de onderzoekslocatie bekend? Vermeld per vondst- en/of
spoorcomplex minimaal:
a) bronvermelding (onderzoeksrapportages, ARCHIS-gegevens)
b) de materiaalcategorie
c) ouderdom
d) ruimtelijke (geografische) verspreiding
e) stratigrafische verspreiding (diepteligging en/of dikte vondstlaag)
f ) fragmentatie
g) waarnemingsmethode
h) interpretatie
Uit het plangebied zijn geen archeologische vindplaatsen bekend. Binnen dezelfde geomorfo-
logische context komen aan de kant van de gemeente Lingewaard geen bekende vindplaatsen
voor. Aan de kant van de gemeente Duiven komen in de Loowaard wel enkele vindplaatsen voor.
Dit betreft voornamelijk vondsten die gedaan zijn tijdens zandwinning (baggervondsten; ARCHIS-
waarnemingsnummers 3451-3463, 6870, 6889, 7726, 7888 en 10142-10444). Ze dateren voor-
namelijk uit de periode Romeinse tijd tot en met de Late Middeleeuwen.
Op historische kaarten komen binnen de laat-middeleeuwse meander wel meerdere huisplaatsen
voor (Huissense Waard, Veertien Morgen, Scherpekamp en de Peppelgraaf. De eerder genoemde
havezate De Wardt ligt ook binnen deze meanderbocht. In het plangebied zelf komen geen
bekende huisplaatsen voor.
Ten westen van het plangebied is in 2013 een booronderzoek uitgevoerd ten behoeve van de
doortrekking van de A15 (Goossens e.a., 2014; ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer 53801).
Hierbij is ook een deel van de Huissensche Uiterwaard onderzocht. Er werden geen archeolo-
gische resten aangetroffen. Wel is vastgesteld dat de ondergrond tot in de top van het bedding-
zand is verstoord (boringen 531-545; tot een diepte variërend van 60 tot 100 cm -Mv).
Waarschijnlijk betreft het verstoringen die samenhangen met kleiwinning ten behoeve van de
baksteenindustrie. Ook in het onderzoek van Heunks & Van Hemmen (2006) wordt gesproken
van diepe verstoringen (figuur 7).
Recentelijk is door Goossens (in concept) een bureauonderzoek uitgevoerd naar de Scherpen-
kampse Kade, waarbij een nader archeologisch onderzoek in de vorm van een booronderzoek is
geadviseerd.
Gespecificeerde archeologische verwachting
Onderzoeksvragen:
- Wat is de aard (periode, materiaalsoorten, fragmentatie, dichtheden, ruimtelijke en stratigra-
fische spreiding, etc.) van (mogelijk) aanwezige vondst- en/of spoorcomplexen?
- Hoe manifesteren deze zich tijdens prospectieonderzoek?
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 2 ]
- Met de inzet van welke zoekmethoden (detectie- en waarnemingsvorm, monsterbehandeling en
zoekstrategie) kunnen vondst- en/of spoorcomplexen systematisch opgespoord worden (zoek-
sleuven, booronderzoek, veldkartering, geofysisch etc.). Licht beargumenteerd toe met
verwijzing naar de verschillende KNA-leidraden.
Op basis van de bij het bureauonderzoek verzamelde gegevens is het mogelijk een gespecifi-
ceerde archeologische verwachting op te stellen ten aanzien van aard, ouderdom, diepteligging
en gaafheid.
Verwachting, aard en ouderdom
Het verspreidingspatroon van archeologische vindplaatsen is voor een groot deel gerelateerd
aan de fysieke eisen die de mens stelde aan de leef- en woonomgeving. Meest markant zijn de
verschillen tussen jager-verzamelaars enerzijds en landbouwers anderzijds. Gezien de actieve
periode van de stroomgordel waarop het plangebied gelegen is (IJzertijd-Late Middeleeuwen),
worden er geen vondsten verwacht die ouder zijn de IJzertijd. De periode van de jager-verza-
melaars voorafgaand aan de IJzertijd wordt dan ook niet behandeld.
Landbouwers
Met de introductie van de landbouw (vanaf het Neolithicum) werd de mate waarin gronden
geschikt waren om te beakkeren een steeds belangrijker factor in de locatiekeuze van de mens.
De eerste akkergronden werden op de van nature vruchtbaarste gronden aangelegd. Bovendien
moesten de gronden goed ontwaterd zijn. In het rivieren gebied betreffen dit oeverwallen van
stroomgordels. Vanaf de IJzertijd ontwikkelt de Neder-Rijn stroomgordel zich in en nabij het
onderzoeksgebied. Tot op heden zijn er op afzettingen van deze meandergordel geen vondsten
gedaan die ouder zijn dan de Late Middeleeuwen. De bekende archeologische vindplaatsen
betreffen historische erven. Op basis hiervan geldt voor de oeverafzettingen van de Oude Rijn -
Pannerden een middelhoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de periode
Romeinse tijd tot en met de Nieuwe tijd.
Tot slot geldt een verwachting voor resten uit de Tweede Wereldoorlog voor het noordelijke deel
van het plangebied, de zone waar loopgraven hebben gelegen. Omdat het gronddepot waarin deze
loopgraven zijn aangelegd is afgegraven, geldt er geen verwachting meer voor archeologische
resten. Aan het voormalige mijnenveld kan geen archeologische waarde worden toegekend.
Diepteligging
Het oeverpakket van de Oude Rijn - Pannerden betreft de potentieel archeologische laag. Deze
komt naar verwachting voor vanaf het maaiveld en reikt tot aan de geul-/ beddingafzettingen.
Fysieke kwaliteit
Waarschijnlijk is het plangebied (ten dele) afgegraven ten behoeve van kleiwinning. In dat geval
zal daar de fysieke kwaliteit van de archeologie laag zijn. Alleen eventuele dieper sporen kunnen
nog resteren. Door de relatief natte context zal de conservering van archeologische resten hoog
zijn.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 3 ]
Overzicht
De archeologische verwachting en de verschillende deelaspecten daarvan, zoals hiervoor
beschreven, is in tabel 3 samengevat.
archeologische
periode
verwachting complextype kenmerken diepteligging gaafheid
IJzertijd -Romeinse tijd laag nederzetting sporenniveau en/of
vondstniveau
in de oever-
afzettingen
waarschijnlijk
slecht
Vroege - Late
Middeleeuwen
(middel)hoog nederzetting /
historisch erf
sporenniveau en/of
vondstniveau
vanaf het maai-
veld in de
oeverafzettingen
slecht, mogelijk /
waarschijnlijk afge-
graven
Vroege Middeleeuwen -
Nieuwe tijd
(middel)hoog watergerelateerde
objecten
sporenniveau en/of
vondstniveau
in de restgeul-
afzettingen
hoog
Nieuwe tijd: Tweede
Wereldoorlog
geen loopgraven en
mijnenveld
sporenniveau en/of
vondstniveau
reeds afge-
graven
verstoord
Tabel 3. Overzicht van de archeologische verwachting en de verschillende deelaspecten daarvan.
Toetsing gespecificeerde archeologische verwachting
Verkennend booronderzoek
Om bovenstaande verwachting te toetsen, wordt een onderzoeksmethode in de vorm van een
verkennend booronderzoek geadviseerd. Dit verkennend booronderzoek heeft als doel de
bodemopbouw en/of bodemverstoringen gedetailleerd in kaart te brengen. Hierbij kan gebruik
worden gemaakt van de volgende technieken en strategieën:
- boortype: Edelmanboor (Ø 7 cm) en edelmanboor (Ø 3 cm);
- boordichtheid: een boorgrid van 40x50 m (6 boringen per hectare);
- totaal aantal boringen: circa 26 stuks;
- waarnemingsmethode: snijden van de boorkern met een boormes;
- boordiepte: tot 30 cm in de beddingafzettingen.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 4 ]
3 Veldonderzoek
3.1 Methoden
Het inventariserend veldonderzoek (IVO) bestond uit een verkennend booronderzoek. De onder-
zoeksmethode voor het veldwerk is bepaald op basis van de resultaten van het bureauonderzoek
(gespecificeerde archeologische verwachting) en het protocol inventariserend veldonderzoek uit
de KNA versie 3.3.
Tijdens het veldonderzoek waren 26 boringen gepland in een grid van 40 bij 50 m. Gezien de
vermoedelijke verstoring van het bodemprofiel is in overleg met de regio-archeoloog, de heer
J. Habraken, afgesproken om eerst de helft van het aantal boringen uit te voeren (alle oneven
boringen). Afhankelijk van de interpretatie van deze boringen zou vervolgens de andere helft van
het aantal boringen wel of niet worden uitgevoerd (figuur 9). De boringen in een raai versprongen
ten opzichte van die in de naastgelegen raai, waardoor een systeem van gelijkbenige driehoeken
ontstond. De gehanteerde methode wordt geschikt geacht voor het in kaart brengen van de
ondergrond en te bepalen of bodemverstoringen aanwezig zijn en tot hoe diep deze reiken.
Uiteindelijk heeft het veldonderzoek zich beperkt tot de eerste 13 boringen.
Vanwege de mogelijke aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereld-
oorlog zijn de boorlocaties uitgezet met GPS en door Leemans Speciaalwerken bv onderzocht op
de aanwezigheid van metaal, mogelijk duidend op de aanwezigheid van Niet Gesprongen Explo-
sieven (NGE) uit de Tweede Wereldoorlog. Mocht metaal in de ondergrond aanwezig zijn, dan is
de desbetreffende boorlocatie één tot enkele meters verplaatst. De op NGE vrijgegeven boor-
punten zijn vervolgens voorzien van een piketpaaltje.
Enkele boorlocaties zijn verplaatst vanwege de ligging van de Betuweroute in de ondergrond.
Het desbetreffende kadastrale perceel is eigendom van ProRail en boringen op dit perceel zijn
(zonder vergunning van ProRail) niet toegestaan. Het bureauonderzoek heeft echter reeds
uitgewezen dat de ondergrond in deze zone reeds verstoord is (zoals ook zichtbaar op figuur 6).
Er is geboord tot maximaal 3,0 m -Mv met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm en een
guts (3 cm). De boringen zijn lithologisch beschreven conform NEN 5104 (Nederlands Normali-
satie-instituut, 1989). De boringen zijn tijdens het veldwerk digitaal verwerkt in het boorbeschrij-
vingssysteem van RAAP (Deborah 2; bijlage 1).
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 5 ]
3.2 Resultaten
Geologie en bodem
De natuurlijke ondergrond
De basis van de boringen bestaat uit een pakket zwak siltig, matig grof zand dat kan worden
geïnterpreteerd als beddingafzetting. De top van dit beddingzand varieert van nog geen 50 cm
-Mv (boring 5) tot 280 cm -Mv (boring 23). Het beddingzand wordt afgedekt door een pakket
uiterst siltige tot zandige klei waarin veel dunne zandlagen aanwezig zijn; dit pakket heeft een
dikte van circa 80 cm. Deze geulafzettingen duiden op de ligging van het plangebied in een
kronkelwaard.
Normaliter zijn geulafzettingen afgedekt met een pakket oeverafzettingen, maar deze zijn niet
aangetroffen in het plangebied. In het plangebied worden de geulafzettingen afgedekt door een
50 tot 210 cm dik pakket verstoorde grond. Tot slot heeft de top van het bodemprofiel (bovenste
10 à 40 cm) een humeus karakter en kan worden geïnterpreteerd als de bouwvoor.
Afdekkende lagen en bodemverstoringen
De top van het bodemprofiel bestaat uit een pakket zwak humeuze, uiterst siltige klei die zich
kenmerkt door de aanwezigheid van humeuze vlekken en de aanwezigheid van kleibrokken. In
het pakket zijn spikkels en brokjes baksteen aanwezig. Het pakket kan worden geïnterpreteerd
als een verstoord pakket. Gezien het feit dat de oeverafzettingen ontbreken, betekent dit dat de
oeverafzettingen zijn afgegraven ten behoeve van de baksteenindustrie en dat niet-bruikbare
grond (humeuze klei) is teruggestort samen met baksteenafval van de baksteenindustrie.
Onderzoeksvragen:
- Wat is de aard (ontstaanswijze, textuur, kleur), diepteligging en ouderdom van de relevante
natuurlijke afzettingen in de ondergrond ter plaatse van het onderzoeksgebied?
- Wat is de aard (kleur, textuur, samenstelling), diepteligging, genese en gaafheid van natuurlij-
ke en eventueel antropogene bodemhorizonten (akkerlagen en overige ‘verstoringslagen’, be-
mestingslagen e.d.), ter plaatse van het onderzoeksgebied?
Onderzoeksvragen:
- Wat is de aard, dikte en omvang van eventueel ter plaatse van het onderzoeksgebied voorko-
mende afdekkende lagen en de (geschatte) ouderdom daarvan (plaggendek, stuifzandlaag,
kleidek, afvallaag, ophogingslaag)?
- Indien er afdekkende lagen voorkomen; wat is de aard (ontstaanswijze, kleur, textuur, samen-
stelling), gaafheid en dikte van het onderliggende afgedekte bodemprofiel (natuurlijke en an-
tropogene bodemhorizonten zoals oude akkerlagen) en/of afzettingen?
- Wat is de diepte tot waarop artefacten van recente ouderdom (‘modern’ afvalmateriaal) in het
bodemprofiel voorkomen?
- Tot welke diepte in het bodemprofiel is sprake van een ‘recente’ bodemverstoring en wat is de
ouderdom van deze verstoring?
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 6 ]
Daarnaast heeft de aanleg van de Betuweroute eveneens geleid tot verstoringen in delen van het
plangebied, namelijk ter plaatse van de tunnel in het westelijke deel, de aan- en afvoerweg langs
het noordelijke deel en het gehele oostelijke deel.
Archeologie
Hoewel het onderzoek een verkennend onderzoek betrof, zijn in de boringen geen (relevante)
archeologische indicatoren aangetroffen. Wel zijn in het verstoorde pakket spikkels en brokjes
baksteen aangetroffen, evenals geteerd grind. Gezien de aanwezige verstoringen tot in de top
van de geul- dan wel beddingafzettingen worden er in het plangebied geen archeologische
resten niet meer verwacht.
Er zijn evenmin restgeulafzettingen aangetroffen waar eventueel nog watergerelateerde
archeologische resten te verwachten zijn.
Onderzoeksvragen:
- Uitgaande van de onderzoeksstrategie: zijn de verwachte vondst- en/of spoorcomplexen
(archeologische indicatoren) binnen het onderzoeksgebied aanwezig? Geef de mate van
zekerheid of onzekerheid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie.
- Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, in hoeverre komen de uitkomsten
overeen met de resultaten van het bureauonderzoek? Geef de mate van zekerheid of onzeker-
heid aan en licht toe met een beargumenteerde interpretatie.
- Uitgaande van waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk, hoe adequaat is de gekozen zoek-
strategie geweest? Licht beargumenteerd toe. Indien archeologische resten (indicatoren)
aanwezig zijn:
o Wat is de (mogelijke) omvang, aard, datering en fysieke kwaliteit van deze archeologische
vondst- en/of spoorcomplexen? Licht toe met een beargumenteerde interpretatie.
o Wat is de diepteligging van de top van het niveau met archeologische vondst- en/of
spoorcomplexen (‘vondstlaag’) ten opzichte van het maaiveld en NAP? Wat is de dikte
van deze vondstlaag of vondstlagen? Licht toe aan de hand van een beargumenteerde
interpretatie van boorprofielen.
o In hoeverre is deze vondstlaag/vondstlagen of het vondstmateriaal op, of in, de bodem
representatief voor die in de diepere bodem?
o In hoeverre is de vondstlaag of het vondstmateriaal op, of in, de bodem representatief
voor de ligging en verbreiding van een eventueel sporenniveau?
o Hoe kan men de resultaten vertalen in termen van conservering/ kwaliteit, en/of verdere
zoek- of waarderingsstrategie?
o Welke consequenties zal voortgaande planuitvoering op de archeologische resten kunnen
hebben?
o Welke mogelijkheden zijn er, of welk perspectief is er, voor in situ behoud? Wat zijn
daarvoor de randvoorwaarden? Hoe dienen deze randvoorwaarden tijdens de
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 7 ]
Tot slot de verwachting ten aanzien van resten uit de Tweede Wereldoorlog. In het zuidoostelijke
deel van het plangebied zou een mijnenveld aanwezig zijn geweest. Het lijkt aannemelijk dat dit
mijnenveld geheel geruimd is en derhalve geen archeologische resten te verwachten zijn die
betrekking hebben op het mijnenveld. De loopgraven hebben aan de noordzijde van het plange-
bied gelegen, op de locatie waar de aan- en afvoerweg van de Betuweroute lag. Ook hierbij kan
worden gesteld dat archeologische resten van de loopgraven reeds verstoord zullen zijn doordat
grond waarin deze zijn aangelegd, is afgegraven.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 8 ]
4 Conclusies en aanbevelingen
4.1 Conclusies
Op basis van de resultaten van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de ondergrond in
het gehele plangebied diep verstoord is en dat er geen archeologische resten meer worden ver-
wacht. Meer specifieke conclusies zijn:
- de natuurlijke bodemopbouw bestaat uit oever- op geul- op beddingafzettingen;
- door afgraven van de oeverafzettingen ten behoeve van de baksteenindustrie en het terugstor-
ten van niet-bruikbare grond is de ondergrond tot in de geul- of beddingafzettingen verstoord;
- de aanleg van de Betuweroute heeft eveneens geleid tot verstoringen in delen van het
plangebied.
4.2 Aanbevelingen
Gelet op de diepe verstoringen in het plangebied is er geen aanleiding nader archeologisch
onderzoek voor het plangebied te bepleiten.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aan-
getroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 aanmelding van de
desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijks-
dienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).
Let wel: bovenstaande betreft een advies. Het is aan de bevoegde overheid (gemeente
Lingewaard) dit advies al dan niet over te nemen.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [1 9 ]
Literatuur
Cohen, K.M. & E. Stouthamer, 2012. Digitaal Basisbestand Paleogeografie van de Rijn-Maas
Delta. Utrecht.
Cohen, K.M., E. Stouthamer, W.Z. Hoek, H.J.A. Berendsen & H.F.J. Kempen, 2009. Zand in
banen: zanddieptekaarten van het rivierengebied en het IJsseldal in de provincies
Gelderland en Overijssel. Provincie Gelderland/Universiteit Utrecht, Arnhem/Utrecht.
ECG, 2013. Vooronderzoek naar het risico op het aantreffen van conventionele explosieven in
het onderzoeksgebied "ViA15”. Explosive Clearance Group.
Goossens, E., E. H. Boshoven, J. Holl, N.W. Willemse, S. van der Veen & M.L. Schabbink,
2013. Referentie Ruimtebeslag doortrekking Rijksweg A15-A12: knooppunt Ressen-
Oud Broeken, gemeenten Lingewaard, Duiven en Zevenaar; archeologisch vooron-
derzoek: een aanvullend bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennende
fase). RAAP-rapport 2668. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Weesp.
Goossens, E., concept. Plangebied Huissensche Waarden, Gemeente Lingewaard; archeolo-
gisch vooronderzoek: een bureauonderzoek. RAAP-notitie xxxx. RAAP, Weesp.
Habraken, J., 2014. Handboek archeologisch onderzoek binnen de regio Arnhem. Eisen en
kaders voor onderzoek en beoordeling van rapporten.
Heunks, E. & F. van Hemmen, 2006. Plangebied Huissensche Waarden, gemeente Lingewaard;
cultuurhistorisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek
(verkenning). RAAP-rapport 1302. RAAP Archeologisch Adviesbureau, Amsterdam.
Kok, R.S. & J.A.T. Wijnen, 2015. Sporen uit de Tweede Wereldoorlog in plangebied Doortrek-
king Rijksweg A15-A12, archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek naar
sporen uit de Tweede Wereldoorlog. RAAP-notitie 5180. RAAP Archeologisch
Adviesbureau, Weesp.
Nederlands Normalisatie-instituut, 1989. Nederlandse Norm NEN 5104, Classificatie van
onverharde grondmonsters. Nederlands Normalisatie-instituut, Delft.
Tol, A., P. Verhagen & M. Verbruggen, 2012. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel:
karterend booronderzoek. Versie 2.0. SIKB.
Willemse, N.W., 2009. Voorstel tot bijstelling wettelijk verplichte ondergrens archeologisch
onderzoek gemeente Lingewaard. RAAP-rapport 1751. RAAP Archeologisch
Adviesbureau, Weesp.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [2 0 ]
Gebruikte afkortingen
ARCHIS ARCHeologisch Informatie Systeem
DINO Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond
GPS Global Positioning System
KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie
-Mv beneden maaiveld
NAP Normaal Amsterdams Peil
NGE Niet Gesprongen Explosieven
SIKB Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Overzicht van figuren, tabellen en bijlagen
Figuur 1. Ligging van het plangebied (rood omlijnd); inzet: ligging in Nederland (ster).
Figuur 2. Het plangebied geprojecteerd op divers kaartmateriaal (schaal 1:25.000).
Figuur 3. Het plangebied geprojecteerd op de stroomgordelkaart (Cohen & Stouthamer, 2012)
en zanddieptekaart (Cohen e.a., 2009), schaal 1:25.000.
Figuur 4. Het plangebied geprojecteerd op divers historisch kaartmateriaal (schaal 1:25.000).
Figuur 5. Kaart uit 1770 met in rood omlijnde cirkel de globale ligging van het plangebied (bron:
Gelders Archief).
Figuur 6. Situatie in 2001 ten tijde van de aanleg van de Betuweroute.
Figuur 7. Geomorfogenetische kaart uit het onderzoek van Heunks & Van Hemmen (2006) met
de ligging van het plangebied (rood omlijnd).
Figuur 8. Gecombineerde resultaten van eerder uitgevoerd NGE-onderzoek en archeologisch
bureauonderzoek naar resten uit de Tweede Wereldoorlog geprojecteerd op de
rivierkaart uit 1915.
Figuur 9. Boorpuntenkaart geprojecteerd op een luchtfoto uit 2014.
Figuur 10. Enkele foto’s van het plangebied.
Figuur 11. Planschets.
Tabel 1. Geologische en archeologische tijdschaal.
Tabel 2. Overzicht van de geraadpleegde bronnen (met datum).
Tabel 3. Overzicht van de archeologische verwachting en de verschillende deelaspecten
daarvan.
Bijlage 1. Boorbeschrijvingen.
435000
436000
197000
197000
4370004
37000
436000
195000
195000
196000
196000435000
8888888888888888888888888888888888888888888888888
Figuur 1. De ligging van het plangebied (rood omlijnd); inzet: ligging in Nederland (ster).
MKAv/wor
Stroomgordels
Figuur 3. Het plangebied geprojecteerd op de stroomgordelkaart (Cohen & Stouthamer, 2012) en zanddieptekaart (Cohen e.a., 2009), schaal 1:25.000.
MKAv/wor
5400 BC
10500 BC
9700 BC
12000 BC
15000 BC
6200 BC
6200 BC
6900 BC
8600 BC
ingesneden dalmeanders uit
Vroeg en Midden Holoceen
overig
crevasses
4900 BC
2500 BC
3100 BC
3800 BC
4300 BC
500 BC
1200 BC
1800 BC
500 AD
100 AD
Einde van Sedimentaire activiteit
1950 AD
1850 AD
1500 AD
1200 AD
900 AD
Zanddiepte
0,0 - 1,0m -mv crevassezand
De ingeschakelde zandige laag is
0,5 - 2,0m dik
Diversen
0,0 - 2,0m -mv
niet gekarteerd
antropogeen verstoord
dagzomend, jong rivierduinzand
(Laat Holoceen)
0,0 - 1,0m -mv, met storend siltig
pakket 1 - 2m -mv
water
zand aan het maaiveld,
eolisch pakket dikker dan 2,0m
zand aan het maaiveld,
eolisch pakket dikker dan 1,0m
0,0 - 1,0m -mv dekzand, rivierduinzand
1,0 - 2,0m -mv
Stroomgordels buiten de uiterwaarden Eolisch zand op rivierzand Zandige lagen boven het vaste zand
3,0 - 6,0m -mv
1,0 - 1,5m -mv
1,5 - 2,5m -mv
2,0 - 3,0m -mv
0,0 - 1,0m -mv rivierzand
10,0 - 11,0m -mv
0,0 - 1,0m -mv afspoelings-
waaierzand
0,0 - 1,0m -mv rivierzand8,0 - 9,0m -mv
9,0 - 10,0m -mv
9,0 - 10,0m -mv
1,0 - 2,0m -mv
2,0 - 3,0m -mv
3,0 - 4,0m -mv
4,0 - 5,0m -mv
5,0 - 6,0m -mv
6,0 - 7,0m -mv
7,0 - 8,0m -mv
8,0 - 9,0m -mv
Pleistocene afzettingen
De bovenkant van het zandpakket wordt aangetroffen tussen:
0,0 - 1,0m -mv rivierzand
5,0 - 6,0m -mv
6,0 - 7,0m -mv
7,0 - 8,0m -mv
Stroomgordels in uiterwaarden
1,0 - 2,0m -mv
3,0 - 4,0m -mv
4,0 - 5,0m -mv
2,0 - 3,0m -mv
1832 1840_1850
1900 1930
1950 2014
Figuur 4. Het plangebied geprojecteerd op divers historisch kaartmateriaal (schaal 1:25.000).
MKAv/wor
Figuur 5. Kaart uit 1770 met in roodomlijnde cirkel de globale ligging van het plangebied (bron: Gelders Archief).
Figuur 7. Geomorfogenetische kaart uit het onderzoek van Heunks & Van Hemmen (2006) met de ligging van het plangebied (rood omlijnd).
Figuur 8. Gecombineerde resultaten van eerder uitgevoerd NGE-onderzoek en archeologisch bureauonderzoek naar resten uit de Tweede Wereldoorlog geprojecteerd op de rivierkaart uit 1915.
435600
196400
435600
4358004
35800
4360004
36000
4362004
36200
196400195800 196000 196200
196200195800 196000
16161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616161616 17171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717171717
18181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818181818
19191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919191919
20202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020202020
2121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212122222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222222
23232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323232323
9999999999999999999999999999999999999999999999999
10101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010101010
11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111
12121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212121212
13131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313131313
14141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414141414
4444444444444444444444444444444444444444444444444
5555555555555555555555555555555555555555555555555
6666666666666666666666666666666666666666666666666
7777777777777777777777777777777777777777777777777
8888888888888888888888888888888888888888888888888
1111111111111111111111111111111111111111111111111
2222222222222222222222222222222222222222222222222
3333333333333333333333333333333333333333333333333
2525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252525252524242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424242424
26262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626262626
15151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515151515
legenda
grens plangebied
uitgevoerde boring
niet uitgevoerde boring
2502001500
m
10050
Figuur 9. Boorpuntenkaart geprojecteerd op een luchtfoto uit 2014.
MKAv/wor
Figuur 10. Enkele foto’s van het plangebied.
Figuur 11. Planschets.
Plangebied steenfabriek Huissenswaard, gemeente Lingewaard; archeologisch vooronderzoek:
een bureau- en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)
RAAP-notitie 5474 / eindversie, 31 maart 2016 [3 2 ]
Bijlage 1: Boorbeschrijvingen (inclusief litho-
logisch profiel)
1
boring: LISHA-1beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.020,00, Y: 435.857,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,30, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,30 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
20 cm -Mv / 11,10 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: Vlekkerig
50 cm -Mv / 10,80 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltigOpmerking: Vlekkerig, humeuzecen zandbrokken
85 cm -Mv / 10,45 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, kleibrokken, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
105 cm -Mv / 10,25 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 150 cm -Mv / 9,80 m +NAP
boring: LISHA-3beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.112,00, Y: 435.817,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,70, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,70 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
40 cm -Mv / 11,30 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: En humeuze brokken, baksttengruis
110 cm -Mv / 10,60 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen
160 cm -Mv / 10,10 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen
190 cm -Mv / 9,80 m +NAPLithologie: zand, sterk siltig, lichtgeelgrijs, matig fijn, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 240 cm -Mv / 9,30 m +NAP
boring: LISHA-5beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.013,00, Y: 435.903,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,20, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,20 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
15 cm -Mv / 11,05 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: Vlekkerig
45 cm -Mv / 10,75 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, kleibrokken, matig grof, interpretatie: beddingafzettingenBodemkundig: interpretatie: verstoord
55 cm -Mv / 10,65 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 120 cm -Mv / 10,00 m +NAP
2
boring: LISHA-7beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.114,00, Y: 435.860,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,80, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,80 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
30 cm -Mv / 11,50 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)
60 cm -Mv / 11,20 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, bruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: ondoordringbaar bouwpuin (onbepaald)
Einde boring op 65 cm -Mv / 11,15 m +NAP
boring: LISHA-9beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 195.954,00, Y: 435.980,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,10, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,10 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
15 cm -Mv / 10,95 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: Vlekkerig
50 cm -Mv / 10,60 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, kleibrokken, matig grof, interpretatie: beddingafzettingenBodemkundig: interpretatie: verstoord
60 cm -Mv / 10,50 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 120 cm -Mv / 9,90 m +NAP
boring: LISHA-11beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.052,00, Y: 435.930,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,20, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,20 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: geleidelijk (0,3-3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
15 cm -Mv / 11,05 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: geleidelijk (0,3-3 cm), aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, zandbrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: humeuze vlekken
70 cm -Mv / 10,50 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 120 cm -Mv / 10,00 m +NAP
3
boring: LISHA-13beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.144,00, Y: 435.891,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 12,20, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 12,20 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
10 cm -Mv / 12,10 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
50 cm -Mv / 11,70 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
120 cm -Mv / 11,00 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, zwak humeus, bruingrijs, veel dunne kleilagenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: ondoordringbaar bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig, baksteen
170 cm -Mv / 10,50 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 200 cm -Mv / 10,20 m +NAP
boring: LISHA-15beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.225,00, Y: 435.852,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 12,60, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 12,60 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
30 cm -Mv / 12,30 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: interpretatie: verstoord
50 cm -Mv / 12,10 m +NAPLithologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoord
80 cm -Mv / 11,80 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtbruingrijs, matig grofBodemkundig: interpretatie: verstoord
140 cm -Mv / 11,20 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen
190 cm -Mv / 10,70 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 240 cm -Mv / 10,20 m +NAP
4
boring: LISHA-17beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 195.986,00, Y: 435.999,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 12,30, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 12,30 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoor
10 cm -Mv / 12,20 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
65 cm -Mv / 11,65 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: veel fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig, geteerd grind, baksteen
80 cm -Mv / 11,50 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
110 cm -Mv / 11,20 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen
145 cm -Mv / 10,85 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 170 cm -Mv / 10,60 m +NAP
boring: LISHA-19beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.088,00, Y: 435.952,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,80, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,80 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
10 cm -Mv / 11,70 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
65 cm -Mv / 11,15 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig, baksteen
80 cm -Mv / 11,00 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: fragmenten bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
105 cm -Mv / 10,75 m +NAPLithologie: klei, sterk siltig, lichtbruingrijs, interpretatie: komafzettingen
120 cm -Mv / 10,60 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingen
180 cm -Mv / 10,00 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelwit, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 200 cm -Mv / 9,80 m +NAP
5
boring: LISHA-21beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.178,00, Y: 435.908,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 12,70, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 12,70 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, matig humeus, grijsbruinBodemkundig: regelmatig geploegd/bewerkte A-horizont, interpretatie: bouwvoorArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
10 cm -Mv / 12,60 m +NAPLithologie: klei, uiterst siltig, zwak humeus, bruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig
55 cm -Mv / 12,15 m +NAPLithologie: niet benoemd, niet benoemd, bruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: ondoordringbaar bouwpuin (onbepaald)Opmerking: vlekkerig, baksteen
110 cm -Mv / 11,60 m +NAPLithologie: niet benoemd, niet benoemd, bruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: ondoordringbaar bouwpuin (onbepaald)Opmerking: Ondoordringbaar baksteen
Einde boring op 120 cm -Mv / 11,50 m +NAP
boring: LISHA-23beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.274,00, Y: 435.878,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,60, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,60 m +NAPLithologie: klei, matig zandig, zwak humeus, grijsbruinBodemkundig: interpretatie: verstoord
15 cm -Mv / 11,45 m +NAPLithologie: klei, sterk zandig, lichtbruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordOpmerking: vlekkerig, zand- en kleibrokken
55 cm -Mv / 11,05 m +NAPAlgemeen: aard ondergrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, uiterst siltig, lichtbruingrijs, kleibrokkenBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
210 cm -Mv / 9,50 m +NAPAlgemeen: aard bovengrens: abrupt (<0,3 cm)Lithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingenBodemkundig: enkele Fe-vlekken
280 cm -Mv / 8,80 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, matig grof, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 300 cm -Mv / 8,60 m +NAP
6
boring: LISHA-25beschrijver: EB, datum: 17-12-2015, X: 196.323,00, Y: 435.916,00, precisie locatie: 1 dm, coördinaatsysteem: Rijksdriehoeksmeting, kaartblad: 40D, hoogte: 11,60, precisie hoogte: 1 dm, referentievlak: Normaal Amsterdams Peil, methode hoogtebepaling: AHN bestand, boortype: Edelman-7 en guts-3 cm, doel boring: archeologie - verkenning, landgebruik: grasland, vondstzichtbaarheid: geen, provincie: Gelderland, gemeente: Lingewaard, plaatsnaam: Angeren, opdrachtgever: Rijkswaterstaat, uitvoerder: RAAP Oost
0 cm -Mv / 11,60 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, matig humeus, donkerbruingrijsBodemkundig: interpretatie: bouwvoor
20 cm -Mv / 11,40 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijsBodemkundig: interpretatie: verstoordArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
70 cm -Mv / 10,90 m +NAPLithologie: klei, zwak zandig, lichtbruingrijs, veel dunne zandlagen, interpretatie: zandige/kleiige geulafzettingenArcheologie: enkel fragment bouwpuin (onbepaald)
210 cm -Mv / 9,50 m +NAPLithologie: zand, zwak siltig, lichtgeelgrijs, enkele kleilagen, matig fijn, interpretatie: beddingafzettingen
Einde boring op 240 cm -Mv / 9,20 m +NAP