recht p1

64
Recht P1 Kennismakingscollege week 1

Upload: marv

Post on 08-Jan-2016

58 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Recht P1. Kennismakingscollege week 1. Inhoud college. Kennismaken: Met elkaar Met het vak recht (en de rechtsgebieden) Wat is recht? Waarom is er recht? (doelen) Recht in de MER. Doelen van het recht. Creëeren van een goede samenleving Ordenen van de samenleving - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: Recht P1

Recht P1

Kennismakingscollege week 1

Page 2: Recht P1

Inhoud college

• Kennismaken:– Met elkaar– Met het vak recht (en de rechtsgebieden)

• Wat is recht? • Waarom is er recht? (doelen)

• Recht in de MER

MER P1 INLEIDING RECHT 2

Page 3: Recht P1

Doelen van het recht

• Creëeren van een goede samenleving

• Ordenen van de samenleving

• Handhaven van regels

MER P1 INLEIDING RECHT 3

Page 4: Recht P1

Indeling van het recht: rechtsgebieden

• Publiekrecht– Burger ↔ overheid– Overheidsorganisatie

• Privaatrecht– Burgers onderling

4MER P1 INLEIDING RECHT

Page 5: Recht P1

Publiekrecht vs. Privaatrecht

Publiekrecht• Strafrecht• Staats- en bestuursrechtOnder andere:• Gemeente- en provincierecht • Milieu, ruimtelijke ordening, volkgezondheid

Privaatrecht (=burgerlijk recht / civiel recht)Onder andere:• Personen- en familierecht• Rechtspersonenrecht• Vermogensrecht

5MER P1 INLEIDING RECHT

Page 6: Recht P1

Recht binnen de MER

Voornamelijk privaatrecht

• P1: Inleiding• P2: Ondernemings- en verbintenissenrecht• P3: Belastingrecht• P4: Intellectuele eigendom

MER P1 INLEIDING RECHT 6

Page 7: Recht P1

Les 2

MER P1 INLEIDING RECHT 7

Page 8: Recht P1

Indelen van ‘het recht’

• Nationaal – internationaal

Aantal begrippen: Soevereiniteit, EG-verdrag, EVRM, Monistisch systeem

• Formeel – materieel

Materieel: Regels die betrekking hebben op de rechten en plichten/wat mag en niet mag inhoudelijk van aard

Formeel: Regels die zorgen dat de procedure voor het materiële recht goed gevoerd worden procesmatig van aard

• Publiek – privaat

Publiek: Overheid – Burger staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht, …

Privaat: Burger – Burger rechtspersonenrecht, personen en familierecht, vermogensrecht, …

8

Page 9: Recht P1

9

Zoeken in de bundel

• Zoek in de wet zelf (als je ‘de weg’ kent) of kijk in register

• Zoek naar letterlijke begrippen. Lukt dit niet, zoek naar synoniemen of aanverwante woorden

• Zoek het op dmv de vindplaats (door het cijfer voor het wetsartikel) – LET OP: cijfer kan bij uitgevers verschillen! Is alleen een

zoekmanier voor DEZE bundel! Het cijfer gebruik je niet bij noteren van het wetsartikel

• Bekijk het artikel goed, of het klopt!

Page 10: Recht P1

10

Noteren van artikelen (1)

Voorbeeld: Hoe hoog is een geldboete van de 3e categorie?

Je zoekt op in welk artikel het staat.

Notatie: Art. 23 Wetboek van Strafrecht (naam wet bovenaan de pagina)

Je ziet dat de categorie bij nummer 4 in dat artikel staat. Dit betekent dat het in Lid 4 staat.

Dus notatie: Art. 23 lid 4 Wetboek van Strafrecht

Als je de officiële afkorting kent, mag je die ook gebruiken

Dus notatie: Art. 23 lid 4 Sr

Page 11: Recht P1

11

Noteren van artikelen (2)

Uitzonderingen op voorgenoemd zoeken en noteren: Burgerlijk Wetboek (BW) + Algemene Wet bestuursrecht (Awb)

Burgerlijk Wetboek heeft een aantal boeken (art. 1 bijv. staat in élk boek). Stel dat iets in boek 2 staat en het artikel 45 is, dan is de notatie:

Art. 2:45 Burgerlijk Wetboek (BW).

Algemene Wet Bestuursrecht heeft een aantal hoofdstukken (art. 1 bijv. staat in élk hoofdstuk). Stel dat je artikel 1 van hoofdstuk 7 moet noteren, dan is de notatie:

Art. 7:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Page 12: Recht P1

Grondrechten: begrippen

• Verticale werking: tussen overheid en burger• Horizontale werking: tussen burgers onderling

• Klassieke grondrechten (zie volgende sheet)• Sociale grondrechten

• Beperking van grondrechten• Botsing van grondrechten

12

Page 13: Recht P1

Klassieke en sociale grondrechten

• Klassieke grondrechten– Vereisen terughoudendheid van de staat– Bescherming van de burger– Verticale en horizontale werking– Rechtsbescherming

• Sociale grondrechten– Vereisen optreden van de staat– Ontwikkeling van de burger– Alleen verticale werking– Opdracht aan regering

Page 14: Recht P1

Grondrechten

• Onderdeel van ‘de rechtsstaat’

• Art. 1 t/m 23 Grondwet

• Internationaal (o.a.):- IVBP (=BuPo)– Universele verklaring van de rechten van de mens– Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens

(EVRM)– Handvest van de grondrechten van de Europese Unie– Verdrag inzake de rechten van het kind– Vluchtelingenverdrag

Page 15: Recht P1

Les 3

MER P1 INLEIDING RECHT 15

Page 16: Recht P1

De christelijk-gereformeerde predikant Van Sorgeveld vindt dat een protestantse school homofiele leerkrachten moet ontslaan omdat zij niet naar de bijbel leven.

1. Welk grondrecht?

2. Klassiek / sociaal?

3. Verticaal / horizontaal?

16

Page 17: Recht P1

Teneinde na te gaan of Wim B. - die een alleenstaandenuitkering ontvangt krachtens de Bijstandswet - inderdaad niet samenwoont met Jacqueline V., betreedt sociaal rechercheur Jansen met een valse sleutel het appartement van Wim.

1. Welk grondrecht?

2. Klassiek / sociaal?

3. Verticaal / horizontaal?

17

Page 18: Recht P1

Teneinde racisme te bestrijden verbiedt de burgemeester van Utrecht een bijeenkomst van een neonazistische club.

1. Welk grondrecht?

2. Klassiek / sociaal?

3. Verticaal / horizontaal?

 

18

Page 19: Recht P1

19

Pieter de Vlaming is al enige tijd werkloos. Nadat hij weer eens een afwijzing op een sollicitatie heeft ontvangen besluit hij het er deze keer niet bij te laten zitten en zich te wenden tot de minister van sociale zaken en werkgelegenheid. Met verwijzing naar de Grondwet stelt Pieter dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hem aan een baan moet helpen.

1. Welk grondrecht?

2. Kans op succes bij een rechter?

Page 20: Recht P1

• art. 310 Wetboek van Strafrecht (Sr)• art. 1 Wet op de Ondernemingsraden (WOR)• art. 1:233 Burgerlijk Wetboek (BW)

HRM-P3-MER-2008/2009 20

Page 21: Recht P1

21

Waar kunnen we recht vinden?

1. Wet

2. Jurisprudentie

3. Gewoonte

4. Verdragen

Page 22: Recht P1

Waarom zouden we ons aan het recht houden? (legitimiteit)

Beginselen van de democratische rechtsstaat:

• Grondrechten• De Trias Politica: scheiding van machten

• Legaliteitsbeginsel• Rechtelijke controle• Democratie

22

Page 23: Recht P1

23

Trias Politica

Machtenscheiding van Montesquieu:

Wetgevende macht (art. 81 GW)

Bestuurlijke macht (art. 42 GW)

Rechtsprekende macht (art. 121 GW)

Page 24: Recht P1

24

Wetten: definities

Wet in materiële zin:

= algemeen verbindend voorschrift

Een deel van deze wetten zijn ook:

Wet in formele zin:

= een wet ‘gemaakt in Den Haag’

door Staten-Generaal en regering gezamenlijk

volgens procedure van art. 81 GW

Page 25: Recht P1

25

Verschillende soorten wetten (in materiele zin)

• Je kunt aan de naam van een wet zien, wie die wet heeft gemaakt:- ‘wet’: door regering en SG (=w.i.f.z.)- ‘besluit’: door regering (=a.m.v.b)- ‘verordening’: door lagere overheid (prov./gem.) of waterschap

Regering en SG

Wet in formele zin Verordeningen

Provincie

AMvB’s Verordeningen

Regering Gemeente

Page 26: Recht P1

Nogmaals

• Wetten in materiele zin:– Alle wetten ongeacht wie ze gemaakt heeft

• Wetten in formele zin:– Alleen die wetten die gemaakt zijn door regering en SG

LET OP:

Niet verwarren met materieel en formeel recht!!!!Materieel recht= rechten & plichten

Formeel recht = procesrecht

26

Page 27: Recht P1

Voorrang van wetgeving/hiërarchie (1)

1. Verdragen/EG-recht

2. Grondwet

3. Wetten in formele zin

4. AMvB’s

5. Ministeriele regelingen

6. Verordeningen van provincie

7. Verordeningen van gemeente/waterschap

Zoek eens voorbeelden in jullie wettenbundel!!

27

Page 28: Recht P1

Voorrang van wetgeving (2)

• Hogere wet gaat voor lagere wet• Latere wet gaat voor eerdere wet• Bijzondere wet gaat voor algemene wet

28

Page 29: Recht P1

Les 4

MER P1 INLEIDING RECHT 29

Page 30: Recht P1

Ondernemingsrecht

• Diverse wetten geven een eigen omschrijving van de term ‘onderneming’

Onderneming: het in het economisch verkeer werkzame organisatorisch verband van bedrijfsmiddelen, kapitaal en werknemers waarin de activiteiten van de ‘ondernemer’ zijn georganiseerd en door deze in stand wordt gehouden

• Ondernemingsrecht gaat (onder andere) over de juridische vorm waarin een bedrijf functioneert

Page 31: Recht P1

Wetsvoorstel Personenvennootschappen

• Wetsvoorstel van de baan sinds vorige week!!!

We kennen nu de volgende ondernemingsvormen (belangrijkste)

• Eenmanszaak• Maatschap (stil of openbaar)• Vennootschap onder firma• Commanditaire vennootschap• B.V.• N.V.

Page 32: Recht P1

Dit betekent voor jou …

Hoofdstuk 11

§ 2.1 en § 3 eenmanszaak en B.V. worden in les besproken

(dit gaat soms verder dan het boek; collegestof moet je ook kennen voor tentamen!)

§ 2.2 en §4: worden niet in de les behandeld, puur zelfstudie

(hierover krijg je op tentamen alleen pure kennisvragen, geen toepassingsvragen of zoekvragen!)

§ 5: gewoon verplicht

Page 33: Recht P1

Weet je…..

• Ik ben er helemaal klaar mee!

• Elke dag lang in de auto naar kantoor,• Een vervelende baas die er niets van snapt,• Collega’s die niet gemotiveerd zijn,• Het salaris is ook niet geweldig,• Bovendien: ik kan dit veel beter dan mijn baas!

• Ik ga voor mezelf beginnen

Page 34: Recht P1

Ondernemer worden kan iedereen (toch ?)

• Maar niet iedereen houdt het vol (na 5 jaar is het merendeel van de starters al weer gestopt)

• “ZZP-er” zijn blijft, ondanks de recessie, populair• Mag ik aan je voorstellen: onze ondernemer Maarten

• Profiel: Maarten werkt al 10 jaar bij een gerenommeerd accountantskantoor en heeft nu sterk de behoefte om voor zichzelf te beginnen. Maarten is belastingadviseur.

Page 35: Recht P1

Maarten begint….. een onderneming als belastingadviseur

• Wat heb je nodig voor een eigen onderneming?

• Kantoorruimte (slaapkamer ombouwen)• Personeel (of is dat te vroeg)• Computer (en bijbehorende zaken)• Auto (kopen of leasen)• Verzekeringen (arbeidsongeschiktheid, aansprakelijkheid)• Reclame/website• Administratie (oef)

• En………..Klanten

Page 36: Recht P1

Rechtsvorm?

• Wat zal Maarten voor rechtsvorm kiezen?

• Maarten is een natuurlijk persoon en net als een rechtspersoon dragen van rechten en plichten (art. 2:5 BW)

• Bestuur en eigendom zijn bepalende factoren

• Bestuur: wie heeft de leiding van de onderneming• Eigendom: wie bezit de onderneming

Page 37: Recht P1

Maarten begint

• Maarten kiest voor een eenvoudige opzet van zijn onderneming: een eenmanszaak

• Kenmerken:– Eigendom en bestuur zijn in één persoon verenigd– Geen afgescheiden vermogen, gevolg– De ondernemer is privé en zakelijk verbonden

• ZZP-er = zelfstandige zonder personeel. Geen wettelijke term• Eenmanszaak: zegt niets over aantal werknemers. Er kan veel

personeel zijn!!

Page 38: Recht P1

Wat houdt hem tegen?

• Maartens handen jeuken, maar waar moet hij aan denken?

– Inschrijven Kamer van Koophandel ( art. 18 Hrgw)– Mededeling Staatscourant (art. 24 Hrgw)– Belastingtoestanden (bijv. Aanvragen BTW-nummer)– Dus: wat Maarten zou moeten doen:kvk

(hrgw is handelsregisterwet)

Page 39: Recht P1

Maarten start zijn onderneming

• Het is gelukt…. Hij is eigen baas

• Wat is kenmerkend voor zijn onderneming:– Hij is eigenaar en bestuurder tegelijk!– Hij bepaalt wat er gebeurt maar hij betaalt het ook

– Voordeel: de winsten zijn voor hem– Nadeel: hij loopt risico (ook privé)– Nadeel: omzet is niet hetzelfde als winst (geen scheiding

inkomen)

Page 40: Recht P1

De onderneming groeit…

• Het gaat goed, na een half jaar huurt Maarten al een kantoor

• Weer een jaar later heeft hij 10 personen in dienst.

• Wat zijn de verplichtingen die hij dan heeft?– Werkgeversaansprakelijkheid (art. 7:658 BW)– Instellen OR, bij 50 werknemers (art. 2 Wet op de

Ondernemingsraden)– Betalen minimumloon ( art. 8 Wet Minimumloon &

Vakantiebijslag)– En nog veel meer …

Page 41: Recht P1

Verplichtingen én …. risico’s!

• Als de zaken slecht gaan (de inkomsten vallen tegen), heb je toch je kosten nog, bijv.:

• Huur (langlopende contracten)

• Loon (het duurt wel even voordat je mensen ontslagen hebt)

• Overige kosten (verzekeringen, lease-auto, gas-water-licht)

• Maarten is met zijn privévermogen aansprakelijk (en zijn vrouw ook!)

• Maarten krijgt het advies een B.V. op te richten

Page 42: Recht P1

De besloten vennootschap

• Rechtspersoon: drager van rechten en plichten en kan als zodanig deelnemen aan het rechtsverkeer. De rp wordt in het vermogensrecht gelijk gesteld aan een natuurlijk persoon (art. 2:5 BW)

• Nu is Maarten niet degene met verplichtingen en risico’s, maar is de rechtspersoon/B.V. dat!

Page 43: Recht P1

Motieven voor oprichting van een BV:de eenmanszaak vs. de BV

• Beperking van de aansprakelijkheid– Tot de inbreng van het vermogen

• Continuiteit gewaarborgd

Page 44: Recht P1

‘Organen’ van de B.V.

• Aandeelhouders– Kapitaalverschaffer

– Stemrecht over een aantal zaken

– Recht op winstuitkering

– ‘economisch’ eigendom

• Bestuur (=directie)– Besturen

– Vertegenwoordigen

• Raad van Commissarissen– Toezicht en advies

Page 45: Recht P1

Maarten = ‘DGA’

• directeur-groot aandeelhouder

Page 46: Recht P1

De ondernemingsraad

• Wat is een onderneming volgens de Wet op de ondernemingsraden (WOR)?

• Rechten van de OR– Recht op overleg– Recht van advies– Recht van instemming– Recht op informatie

Page 47: Recht P1

Les 5

MER P1 INLEIDING RECHT 47

Page 48: Recht P1

Bronnen van IAO-recht

IAO = individuele arbeidsovereenkomst

• BOEK 3, TITEL 2 BW (RECHTSHANDELINGEN)• BOEK 6, TITEL 5 (OVEREENKOMSTEN IN HET ALGEMEEN)• BOEK 7, TITEL 10 BW (ARBEIDSOVEREENKOMST) !!!• INDIVIDUELE ARBEIDSOVEREENKOMST• TOEPASSELIJKE CAO• BUITENGEWOON BESLUIT ARBEIDSVERHOUDINGEN (BBA) !!!• ONTSLAGBESLUIT 1999

Page 49: Recht P1

Arbeidsovereenkomst

Sprake van een arbeidsverhouding (art 7:610 BW) als:

• Er een gezagsverhouding is,

• Arbeid wordt verricht gedurende zekere tijd

• Loon wordt betaald

Page 50: Recht P1

Einde arbeidsovereenkomst

4 manieren einde arbeidsovereenkomst

1. Van rechtswege 2. Wederzijds goedvinden (wn. moet duidelijk en ondubbelzinnig verklaren het eens te

zijn met de beëindiging) 3. Opzegging/ontslag 4. Rechterlijke ontbinding

Belangrijke bronnen: Boek 7 BW en het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) belangrijk!

Page 51: Recht P1

Ontslag

• Mag niet altijd zo maar!• Uitwerktijd (opzegtermijn)• Direct ontslag nemen: voorwaarden!• Staande voet werknemer ontslaan: voorwaarden!• Normaal ontslag (zonder faillissement oid): goedkeuring CWI• Proeftijd uitgezonderd• 3 tijdelijke contracten: vast (36 mnd).

Page 52: Recht P1

Overzicht

Door wie wijze Art.

1. Van rechtswege

- automatisch art. 7:667 + 7:674 BW

2. wederzijds goedvinden

wg + wn wilsovereenstemming Boek 3 + 6 BW

3. Opzegging wg of wn gewoon

dringende reden

proeftijd

art. 6 lid 1 BBA + art. 7:667 v. BW

art. 6 lid 2 sub a BBA + art. 7:677 + 7: 678 + 7:679 BW

7: 676 BW + artikel 6 lid 2 sub b BBA

4. Ontbinding Wg of wn naar kantonrechter

gewichtige redenen art. 7:685 BW

Page 53: Recht P1

Les 6

53

Page 54: Recht P1

• Hoeveel dagen vakantie heeft een werknemer minimaal per jaar bij een volledig dienstverband?

• Kan een werknemer meebeslissen over het opleidingsplan van een organisatie?

• Welke regels gaan gelden wanneer een uitzendkracht een half jaar voor een uitzendbureau heeft gewerkt?

• Hoelang mag een proeftijd maximaal duren bij een jaarcontract duren?

• Hoe lang is de opzegtermijn vanuit een werkgever als iemand 1 jaar bij het bedrijf werkt?

Page 55: Recht P1

Geef aan of in onderstaande situaties in geval van beëindiging van de

arbeidsovereenkomst toestemming van de CWI vereist is. Motiveer het antwoord!

• De zaken gaan slecht bij aannemersbedrijf Timmer, een van de personeelsleden moet afvloeien.

• Mevrouw Y slaat haar baas en wordt op staande voet ontslagen.

• Eén werknemer besluit elders te gaan werken.

• Het bedrijf gaat failliet en ook de laatste werknemer moet worden ontslagen.

• De heer Z. wordt aangenomen bij V&D voor een periode van één jaar met een proeftijd van een maand. Twee weken na zijn eerste werkdag krijgt hij te horen dat hij niet meer hoeft te verschijnen.

Page 56: Recht P1

Belangrijkste bronnen van het recht

• Wetgeving (inclusief verdragen)

• Jurisprudentie– Rechterlijke uitspraken

Page 57: Recht P1

Jurisprudentie: uitspraken van rechters

Let op:• Rechterlijke uitspraak is bedoeld voor specifieke case• Uitspraak niet zonder meer toepasbaar op andere case

Maar:• Wet niet altijd duidelijk: rechter legt de wet in zijn uitspraken uit.• Wet geeft niet altijd een antwoord: rechter moet toch uitspraken doen.

www.rechtspraak.nl

Page 58: Recht P1

Rechterlijke macht

Ander onderdeel dan de wetgevende (en uitvoerende) macht is de rechterlijke macht

Rechterlijke macht in Nederland:• 19 rechtbanken, 5 gerechtshoven, 1 HR

Taak rechterlijke macht • Handhaving regels (artikel 112 e.v. GW), afgedwongen door middel van sancties.

Page 59: Recht P1

Belangrijke wetten rechtsprekende macht

Algemeen

• Hoofdstuk 6 Grondwet

• Wet RO (wet op de Rechterlijke Organisaties)

Specifiek voor drie belangrijke rechtsgebieden

• Burgerlijke rechter: Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)

• Strafrechter: Wetboek van Strafvordering (Sv)

• Bestuursrechter: Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Page 60: Recht P1

Rechters moeten rekening houden met…

… Eerlijke behandeling (Art. 6 EVRM)

… Terechtzitting openbaar (Art. 6 EVRM en Art. 121 GW)

… Uitspraak openbaar (Art. 6 EVRM en Art. 121 GW)

… Rechter onafhankelijk en onpartijdig (Art. 6 EVRM)

… Uitspraak gemotiveerd (Art. 6 EVRM)

… Hoor en wederhoor (Art. 19 Rv)

… Redelijke termijn (Art. 6 EVRM)

… Beroepsrechters (Art.1d Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren)

Page 61: Recht P1

Openbaar Ministerie

• Taken en bevoegdheden OM (‘staande magistratuur’) staan in art. 124 v. Wet RO.• Belangrijkste is strafrechtelijke handhaving rechtsorde (bevoegd tot de vervolging

van strafbare feiten).• Politieke verantwoordelijkheid OM ligt bij Minister van Justitie.• Verschil met ‘zittende magistratuur’ (ofwel rechters):

1. Rechter geeft oordeel, OM vraagt om oordeel

2. Rechter actief in burgerlijke, straf en bestuurlijke zaken, OM vrijwel alleen strafzaken

3. Rechter is onafhankelijk, OM valt onder Minister

Page 62: Recht P1

Rechters1. Rechtbank:

‘Lagere’ rechter, ook wel ‘eerste aanleg’ genoemd. De rechtbank heeft verschillende kamers (straf-, familie-, handel-, bestuurs-, enz).De kantongerechten maken onderdeel uit van de rechtbanken

2. Gerechtshof: In ‘hoger beroep’ tegen uitspraak lagere rechter. Het gerechtshof heeft aparte kamers.

3. Hoge Raad:Hoogste rechtscollege. ‘Beroep in cassatie’ (Art. 78 v. Wet RO).

Page 63: Recht P1

Absolute competentie

• Bij welke soort rechter moet je zijn?

Eerste aanleg Rechtbank, inclusief kantongerecht (Art 42 v. Wet RO (uitz. Art. 93 Rv en Art. 382 Sv

e.v.)).

Hoger beroep Gerechtshof (Art. 60 Wet RO)

Cassatie Hoge Raad (Art. 78 v. Wet RO)

Page 64: Recht P1

Relatieve bevoegdheden

Relatieve bevoegdheid/competentie:

In welk arrondissement (waar) moet een zaak ‘aanhangig worden

gemaakt’?

Burgerlijk recht Woonplaats gedaagde (Art. 99 Rv) /(Art. 262 Rv))

Strafrecht Plaats waar het delict is gepleegd (Art. 2 Sv)

Bestuursrecht Centrale overheid: woonplaats belanghebbende,

Lagere overheid: waar de zetel van het bestuursorgaan is

(Art. 8:7 lid 1 Awb)