schoolgids ’19-’20...‘iedereen mag er zijn’. tijdens de opening van het nieuwe schooljaar op...
TRANSCRIPT
Schoolgids ’19-’20
2
De Waterwilg is een rooms katholieke basisschool. De school ressorteert onder het bestuur van Lucas Onderwijs. Lucas Onderwijs is een dynamisch en betrokken onderwijsbestuur.
De leefregels van De Waterwilg
Deze leefregels hangen in ieder lokaal en door de school heen.
1.Aandacht voor je zelf en elkaar, de leefomgeving en het milieu.
2.Aardig zijn voor elkaar.
3.Eerlijk zijn.
4.Samen spelen, samen delen.
5.Van elkaar, voor elkaar.
6.Vriendelijk en beleefd zijn.
7.Respect hebben voor elkaar.
8.Maak geen ruzie.
9.Luister goed naar elkaar.
10.Hou je aan de schoolregels.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
3
VoorwoordDit is de schoolgids van RKBS De Waterwilg. In deze gids beschrijven wij onze visie en missie. Wij willen u zo goed mogelijk informeren. Soms kan het voorkomen, dat u een onderwerp meerdere keren terug ziet komen in onze schoolgids. Dit heeft te maken met de hoofdstukken indeling.
Schooljaar 2019-2020 gaat weer een leuk en leerzaam jaar worden. Er
staan weer mooie activiteiten gepland. Sommige tradities zullen ver-
anderen en er komen nieuwe tradities bij. Zo hebben wij bijvoorbeeld
gekozen om een andere invulling te geven aan het Kenia-project. Wij
organiseren tijdens de projectweek een creatieve middag voor alle
groepen en aan het eind van deze middag mogen de ouders en andere
belangstellenden op school komen om de creatieve werkjes te bewon-
deren en eventueel te kopen. De opbrengst van deze middag gaat naar
stichting Tunajenga. Deze stichting zorgt ervoor dat er goed onderwijs
wordt gegeven in Kenia. Daarnaast vinden wij het belangrijk om ruimte
te bieden aan spontane ideeën van leerlingen gedurende het schooljaar
waarbij andere goede doelen worden gesteund. Zo deed een leerling
van De Waterwilg samen met zijn vader mee aan de Alpe d’HuZes. De
andere leerlingen van de school steunden dit project door flessen in
te zamelen en de opbrengst ging naar dit goede doel (het bevorderen
en ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek naar kanker). Twee
andere leerlingen willen dit schooljaar graag een actie opzetten om geld
in te zamelen voor de voedselbank. Wij zijn blij dat de leerlingen van
De Waterwilg op deze manier maatschappelijk betrokken zijn!
Ons uitgangspunt is, dat het opvoeden van de kinderen een samenspel
is tussen ouders en leerkrachten. De Waterwilg heeft naast het geven
van goed onderwijs ook een opvoedkundige taak. Wij vinden een veilige
en ontspannen sfeer op onze school erg belangrijk. De omgang tussen
kinderen, het team en de ouders geschiedt op basis van wederzijds
respect. Het team heeft samen met de MR een waarden- en normen-
stelsel opgesteld. Het zijn de leefregels van de school. Deze leefregels
hangen in elke klas en door de school heen, zodat elke bezoeker kan
zien en lezen waar wij met elkaar voor staan.
Aan het begin van het schooljaar 2019-2020 accentueren wij deze leef-
regels door middel van aandacht voor het Project Zinloos Geweld,
waarbij voor de jonge leerlingen het accent ligt op Lieve het lieveheers-
beestje. Voor de oudere leerlingen ligt het accent op de leefregels en de
afspraken hoe je met elkaar omgaat. Wij bespreken, wat wij met elkaar
(team en kinderen) moeten doen om voor een iedereen, een mooi,
leuk, gezellig, leerzaam en respectvol jaar te maken. Dit jaar is de regel:
‘Iedereen mag er zijn’. Tijdens de opening van het nieuwe schooljaar
op de eerste vrijdag besteden wij specifieke aandacht aan deze regel.
De Waterwilg is een school in beweging, de kinderen die onze school
bezoeken komen meestal met sterke bagage naar binnen. De uitdaging
voor onze school ligt in het optimaal benutten en uitbreiden van deze
bagage en in het ontwikkelen van andere competenties bij kinderen.
Die andere competenties liggen op het vlak van de sociaal-emotionele,
de motorische, de zintuiglijke, de communicatieve ontwikkeling en de
ontwikkeling van creatieve vaardigheden. Voor elk kind moet er in ons
onderwijs een uitdaging zitten. Wij willen kinderen leren zelfstandig te
zijn en verantwoordelijkheid te dragen voor alles wat zij doen. Beweging
is voor een school belangrijk. Vernieuwingen kunnen niet uitblijven. In
het schooljaar 2019-2020 wordt het managementteam gevormd door
de directeur Karin Zwaveling, Babette Havenaar (IB), Sabrina Smits (IB)
en Marjolijn Duinker (coördinator van de dependance).
De IB ers, zullen zich richten op het overkoepelend beleid t.a.v. zorg en
onderwijskwaliteit. In het nieuwe schooljaar wordt er gestart met vier
IB ers en zij krijgen ondersteuning van onze RT ers. De organisatorische
en coördinerende taak t.a.v. een jaargroep ligt in handen van een leer-
jaarcoördinator. Richting het management zijn zij ondersteunend en
meedenkend t.a.v. het beleid.
De Waterwilg vindt het belangrijk leerlingen goed te begeleiden, te
volgen en te helpen. Voor leerlingen met een specifieke zorgbehoefte
hebben wij wederom de SEN groep (Special Educational Needs). Wij
hebben daarnaast remedial teaching gereserveerd om indien nodig
ondersteuning aan leerlingen te kunnen bieden. De Waterwilg heeft een
orthopedagoog in dienst en zij doet o.a. psychologische onderzoeken
indien dit nodig is. Voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong
hebben wij De Kangoeroegroep. Deze activiteit vindt plaats in het zgn.
‘Handjeslokaal’ waar ook de Pittige Plustorens en het Ontdekkasteel
staan. De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 gaan elke dinsdag naar de
Kangoeroegroep. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 gaan elke maan-
dag naar de Kangoeroegroep.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
4
In het schooljaar 2019-2020 gaan wij ons verder ontwikkelingen op ICT
gebied. Wij gaan verder met het bestaande project Co Think, waarbij
er een nauwe samenwerking is met Engeland, Denemarken, Finland
en Zweden. Het tablet onderwijs heeft zijn plek gekregen binnen De
Waterwilg. Bij ons tabletonderwijs maken wij gebruik van Snappet
waarbij de ontwikkeling van de leerlingen dagelijks wordt gevolgd. Dit
geeft de mogelijkheid om op ieder moment in het jaar een meting te
doen en kinderen bij te sturen. Uiteraard besteden wij aandacht aan het
bewegend leren en wordt de fijne motoriek goed in de gaten gehouden.
In de groepen 5 t/m 8 gaan wij werken met een nieuwe methode voor
Wereldoriëntatie. Bij de verwerking van de leerstof zullen verschillende
digitale presentatievormen worden gebruikt, zodat alle 21st century
skills een plekje krijgen binnen het onderwijs. In ieder leerjaar komt
leren programmeren aan bod. Het leren programmeren wordt ingezet
door middel van programmeergames en robots zoals de BeeBot, de
M-bot en de Makey Makey. Een nieuwe uitdaging wordt het project
aangaande de Gezonde school. Wij hebben het vignet ontvangen met
het accent op Natuur en Milieu. De prachtige natuureducatiezone,
gelegen naast het Koetshuis bij de sloot, zal daar zeker toe bijdragen.
Wij worden daarbij ondersteund door de GGD.
Ouders van de leerlingen van groep 5 t/m 8 kunnen de klas van hun
kind volgen via klasbord. Klasbord is een app, aangemaakt door de leer-
kracht, waardoor ouders en leerlingen op een leuke en snelle manier
op de hoogte worden gebracht van de activiteiten in een klas. Klasbord
is gebruikersvriendelijk en de privacy is gewaarborgd. Het is een afge-
schermde omgeving, alleen toegankelijk voor een bepaalde klas. De
leerkracht is de beheerder.
De Waterwilg continueert School op SEEF, een praktische verkeersme-
thode voor de groepen 1 t/m 8. Dit is het vijfde jaar dat wij hieraan
deelnemen.
Externe partijen blijven betrokken bij de school, zoals Kindercentrum
ZieZoo. De samenwerking met ZieZoo wordt geïntensiveerd. Schoolac-
tiviteiten worden hierin afgestemd. Wij zullen workshops, studiedagen
en thema-avonden zo veel mogelijk gelijk gaan trekken. Uiteraard kunt
u ook gebruik blijven maken van andere buitenschoolse opvangorga-
nisaties.
Voor administratieve zaken, overblijf en verlof aanvragen kunt u bij de
administratie terecht. Als school zijn wij ons bewust van onze verant-
woordelijkheden. Wij spannen ons op tal van manieren in om u goed te
informeren, maar zijn ook bereikbaar en aanspreekbaar voor individueel
advies of het beantwoorden van uw vragen. Om goed onderwijs te
kunnen blijven geven is het voor de school belangrijk om te weten wat u
van de school vindt. De MR is daarbij een goede sparring partner. Bent
u verder nieuwsgierig naar het onderwijs op de scholen in Nederland,
dan kunt u een kijkje nemen op de site http://www.scholenopdekaart.nl
Hierop stellen scholen uit het primair onderwijs informatie beschikbaar
over diverse onderwerpen.
Het opvoeden en leren is, zoals al eerder beschreven, een samenspel
tussen ouders en de school. Soms kunnen prestaties van uw kind, vragen
bij u oproepen. In eerste instantie verzoeken wij u de groepsleerkracht
van uw kind hierover te benaderen; hij of zij is de eerstverantwoorde-
lijke persoon op dit terrein. In tweede instantie kunt u het management
met uw vragen benaderen. U kunt als ouder op verschillende manieren
een bijdrage leveren aan de school door bijvoorbeeld de inbreng van
de Oudervereniging (OV) en de Medezeggenschapsraad (MR).
In schooljaar 2019-2020 vinden er weer tal van activiteiten plaats; de
jaarlijks terugkerende en nieuwe activiteiten zijn terug te vinden op
de schoolkalender.
U kunt ook persoonlijk helpen bij onze activiteiten. 185 hulpouders
ondersteunen ons op verschillende manieren; de klasouders, de lui-
zenmoeders, de klusouders, de school op SEEF ouders, de ouders die
de speelplaats en het groen verzorgen en de versierploeg die de school
steeds weer prachtig omtovert in een bepaald thema. Als laatste onze
grootste groep: de overblijfkrachten die er met elkaar voor zorgen dat
uw en onze kinderen tussen de middag op een professionele manier
kunnen overblijven. Wij wensen de kinderen en ouders een fijn, ple-
zierig en leerzaam schooljaar toe!
Met vriendelijke groet, Het team van De Waterwilg
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
5
VOORWOORD 3-4
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE GEGEVENS RKBS De Waterwilg 6 Team van De Waterwilg 6 Huisvesting 6 Schooltijden, vakanties en vrije dagen 7 Vrijaf vragen, meldingen bij ziekte en dergelijke 7 Wetenswaardigheden voor nieuwe ouders 8
HOOFDSTUK 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1. Identiteit… een bijzonder uitgangspunt 102.2. Algemene uitgangspunten: 10
HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1. Schoolorganisatie 14 3.2. De aanmelding van nieuwe leerlingen 14 3.2.1. Regeling schorsing en verwijdering 15 3.2.2. Burgerservicenummer 15 3.3. Organisatie 16 3.3.1. Organisatie in de kleuterbouw 16 3.3.1.1. Praktische zaken groep 1-2 18 a. Wennen 18 b. Eten en drinken 18 c. Gym 18 d. Verjaardagen 18 e. Verjaardag van de leerkracht 18 f. Inloopochtenden en Kijkmiddag 19 g. Contact- en rapportagemomenten 19 h. Halen en brengen 19 i. Informatieavond 19 j. Gedragscode Kledingprotocol 19 k. Bibliotheek bezoek 19 l. Vader- en moederdag 19 3.3.2. Alg. gegevens en basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8 19 a. Jarig zijn 19 b. Rapporten 19 c. Contact- en rapportage momenten 20 d. Huiswerk 20 e. Eten en drinken 21 f. Boekpromoties en presentaties 21 g. Workshops 21 h. Mobiele telefoons 21 i. Gedragscode 22 j. Vader- en moederdag 22 k. Seksuele Voorlichting 22 l. Groep 8. 22
3.3.2.1. Lezen 23 3.3.2.2. Taal / Spelling 24 3.3.2.3. Schrijven groepen 1 t/m 6 24 3.3.2.4. Rekenen en wiskunde 24 3.3.2.5. Wereld oriënterende vakken 25 3.3.2.6. Culturele creatieve vakken 27 3.3.2.7. Bewegingsonderwijs 27 3.3.2.8. Moderne Media 28 3.4. Catechese (groep 1 t/m 8) 30 3.5. Bijzondere activiteiten 30
HOOFDSTUK 4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1. De Zorgstructuur van de school 32 4.1.1. De Interne Zorgstructuur 32 4.2. De Externe Zorgstructuur 34 4.2.1. De aan school gelieerde Externe Zorgstructuur 34 4.2.1.1. Onderwijs Advies West Zuid-Holland (OA) 34 4.2.1.2. Onderzoek op initiatief van de ouders 34 4.2.1.3. Onderzoek door Orthopedagoge verbonden aan De Waterwilg 34 4.2.1.4. Samenwerkingsverband PPO Delflanden 34 4.2.1.5 Schoolondersteuningsprofiel 35 4.2.1.6. De Lokale ondersteuningsadviseur (LOA) 35 4.2.1.7. Extra Ondersteuning en speciale lesplaatsen 35 4.2.1.8. Ontwikkelingsperspectief 35 4.2.1.9. Zorgondersteuning/Remedial Teaching (RT) 36 4.2.2. De niet aan school gelieerde Zorgstructuur 36 4.3. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem 36 4.3.1. Interpretatie van de Citotoetsen 36 4.4. Het volgen van de vorderingen van de technische leesvaardigheid 38 4.5. Het onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen 394.6. Van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs 40
HOOFDSTUK 5 DE LEERKRACHTEN 5.1. Wijze van vervanging bij verlof, scholing en ziekte 42 5.2. Scholing van leerkrachten 42 5.3. Inzet en begeleiding van stagiaires 42
HOOFDSTUK 6 DE OUDERS 6.1. Contact tussen ouders en leerkrachten 44 6.2. Informatievoorziening 44 6.2.1. Informatieavonden 44 6.2.2. Nieuwsbrief algemeen 44 6.2.3. Nieuwsbrief Kangoeroegroep 44 6.2.3.1 Nieuwsbrief Kindercentrum Ziezoo 44 6.2.4. De site van De Waterwilg 44 6.3. De Oudervereniging (OV) 456.4. De contributie voor de Oudervereniging 45 6.4.1. Ontheffingsprocedure voor betaling van de contributie 45 6.5. De Medezeggenschapsraad (MR) 46 6.6. De Gemeenschappelijke medezegenschapsraad (GMR) 466.7. De leerlingenraad 46 6.8. Hulpouders 47 6.9. Klasouder 47 6.10. Verzekeringen 47 6.12. De financiën van De Waterwilg 47 6.13. Overblijf 49 6.13. Klachtenregeling 50
HOOFDSTUK 7 ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1. Het onderwijs en de werkvormen 51 7.2. Nieuwe Methoden en Ontwikkelingen in de school 51 7.3. Rapporten 53 7.4. Resultaten van het onderwijs 53 7.5. Kwaliteitsverbetering 55
HOOFDSTUK 8 DIVERSEN 8.1. Schade aan eigendommen 57 8.2. Wet op de Privacy (AVG) 578.3. Gevonden voorwerpen 578.4. Speelplaats afspraken 57 8.5. Verkeersveiligheid 58 8.6. Sponsoring 58 8.7. Ontruimingsplan 59 8.8. De Waterwilg, een rookvrije school 59 8.9. Jeugdgezondheidszorg 59 8.10. Zorgnetwerk 60 8.11. Verwijsindex 60 8.12. Meldcode 60 8.13. Overige zaken (voor- en naschoolse opvang) 60
HOOFDSTUK 9 HET BESTUUR 62 HOOFDSTUK 10 HANDIGE ADRESSEN 63
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
6
HOOFDSTUK 1 Algemene gegevens RKBS De Waterwilg
De Poort 4
2631 PT NOOTDORP
Telefoon 015 310 53 00
Internet www.dewaterwilg.nl
E-mail [email protected]
In de Villa: Begane grond: de teamkamer
de reproruimte
de directie
de administratie
ruimte vakdocenten bewegingsonderwijs
1 spreekkamer
2 groepen 1-2
2 ruimtes Kindercentrum ZieZoo
Verdieping: 3 groepen 7
3 groepen 8
1 Media ruimte / Kangoeroe- en Technieklokaal
In het Koetshuis: (gebouw links op de speelplaats)
Begane grond: 5 groepen 1-2
Verdieping: 3 groepen 3
2 groepen 4
Dependance (de Buis): 3 groepen 5
3 groepen 6
1 groep 4
ruimte intern begeleider
de teamkamer
De Waterwilg heeft bij de start 25 groepen: 7 kleutergroepen en daarna
van elke groep er 3; 3 groepen 3, 3 groepen 4 enz.
Ook heeft De Waterwilg 1 Kangoeroegroep (voor leerlingen die meer
uitdagingen nodig hebben) en 1 SEN groep (voor leerlingen met een
specifieke onderwijsbehoefte).
De gemiddelde groepsgrootte varieert. Bij de kleuters is de groeps-
grootte bij aanvang van het schooljaar kleiner en afhankelijk van het
jarig zijn, stroomt een groep vol. Het streven is de groepsgrootte te
houden op 28 leerlingen voor de groepen 1-2 t/m 8. Dit is een keuze.
De keuze is gemaakt in overleg met de MR en heeft alles te maken met
het financiële plaatje van De Waterwilg. Een school zoals De Waterwilg
heeft jarenlang een andere groepsgrootte gekend. Financieel is dit
helaas niet meer haalbaar. De omvang van de groepen heeft echter
ook direct te maken met de missie en de visie van school
Personeel Bij aanvang van het schooljaar 2019-2020 telt de school 646 leerlingen.
Er zullen naar verwachting nog 50 kinderen binnenstromen en er zijn
50 mensen werkzaam. Binnen het team zijn er leerkrachten die fulltime
werken en leerkrachten die parttime werken. Tevens kan personeel
anders werken i.v.m. hun studie.
Er zijn daarnaast 3 personeelsleden die gebruik maken van de vitali-
teitsregeling. Deze regeling is er voor personeelsleden vanaf 52 jaar.
Hierdoor kan ouder personeel minder gaan werken. De regeling is inge-
voerd om senioren in het onderwijs te behouden voor het onderwijs.
In het kader van de coaching en begeleiding kan het zijn dat er video-/
filmopnames plaatsvinden. Net als bij andere begeleidingsfunctio-
narissen wordt er een beroepscode gehanteerd, waarin staat dat de
gemaakte opnames alleen gebruikt worden voor intern gebruik of dat zij
worden gebruikt als leertraject op een opleidingsschool. Het manage-
ment krijgt ondersteuning en begeleiding van Lucas Onderwijs, het
bestuur waar De Waterwilg onder ressorteert. Bij afwezigheid van de
directeur wordt deze vervangen door leden van het managementteam.
Huisvesting Ons hoofdgebouw biedt huisvesting aan 19 groepen. Eén groep 4 en de
groepen 5 en 6 zijn gehuisvest in de dependance en de overige groepen
zijn gehuisvest in het hoofdgebouw.
De Gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft in 2004 een semipermanent
gebouw neergezet achter de sporthal. Echter de ontwikkelingen laten
nu zien, dat dit gebouw permanent zal blijven staan. Vier lokalen wor-
den gebruikt door OBS De Winde en
9 lokalen door RKBS De Waterwilg. De lokalen hebben dezelfde afmeting
als in het hoofdgebouw. Daarnaast heeft de dependance de beschikking
over een eigen magazijn, toiletten, teamruimte, IB/Directieruimte, een
inpandige berging en een eigen ingang. De ingang is alleen bedoeld voor
team, ouders en leerlingen van De Waterwilg. Het is niet de bedoeling
om het gebouw te benaderen via de ingang van De Winde. Om het
gebouw is een speelplaats die gedeeld wordt met De Winde.
In het zogenaamde ‘handjeslokaal’ (Dit lokaal heet zo, omdat er een
groot schilderij met handafdrukken hangt, gemaakt door leerlingen
en als cadeau aangeboden, toen wij het nieuwe gebouw betrokken)
vindt u het Ontdekkasteel, de Pittige Plus Torens en huisvest de Kan-
goeroegroep.
Ook de RT kan hier plaatsvinden of de RT vindt plaats in een van de
lokalen van Kindcentrum ZieZoo.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
7
Dependance Eerste lokaal aan de rechterkant groep 5a
Tweede lokaal aan de rechterkant groep 5b
Derde lokaal aan de rechterkant groep 5c
Eerste lokaal aan de linkerkant groep 6a
Tweede lokaal aan de linkerkant groep 6b
Derde lokaal aan de linkerkant groep 6c
Vierde lokaal aan de linkerkant groep 4c
De dependance heeft een coördinator en er werkt een IB-er. U vindt
hun kamer aan het eind van de gang, achter de oranje deur aan de
rechterkant.
Schooltijden Groepen 1 t/m 8
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 08.30 uur - 12.00 uur en
13.30 uur - 15.30 uur
Om de uitstroom goed te laten verlopen komen de kinderen uit de
groepen 1 -2 vijf minuten eerder naar buiten; 11.55 uur en om 15.25 uur.
Op woensdag zijn de schooltijden van
groep 1 t/m 4 08.30 uur - 11.30 uur en
de groepen 5 t/m 8 08.30 uur - 12.30 uur
Op woensdagmiddag hebben alle kinderen vrij.
Openingstijden administratie De administratie is op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag bereik-
baar per telefoon van 08.00 - 14.30 uur. Op woensdag is dit van 08.00
- 13.30 uur. Voor zaken die u persoonlijk wilt regelen, zoals o.a. het door-
geven van wijzigingen, het regelen van incidentele overblijf, het verkrij-
gen van informatie of bijvoorbeeld het aanschaffen van een vulpen of
luizencape, kunt u dagelijks terecht aan het loket van 08.20 - 09.00 uur.
Mocht u onverhoopt geen telefonisch contact krijgen, kunt u voor bood-
schappen en/of ziekmeldingen het antwoordapparaat inspreken.
Voor wie zijn de entreedeuren?
De deur op de begane grond bij het Koetshuis is de entreedeur voor
de groepen 1a-2a, 1b-2b, 1c-2c, 1d-2d, 1e-2e en voor groepen 3 en 4.
De deur bij de Villa aan de grote speelplaatskant is de entreedeur voor
de groepen 7 en 8.
De deur bij de Villa aan de kant van het parkeerterrein is de entreedeur
voor de groepen, 1f-2f en 1g-2g.
De dependance (voor groep 4c en de groepen 5 en 6) heeft een eigen
deur voor De Waterwilg, aan de kopse kant vlak bij de sporthal.
De ouders van de groepen 1-2 begeleiden hun kinderen naar binnen.
De ouders van de groep 3 kinderen mogen echter slechts mee naar
binnen tot de herfstvakantie. De kinderen van de groepen 4 komen
zelfstandig naar binnen. Wij merken dat leerlingen steeds vroeger naar
school komen, wij hebben echter géén pleinwacht.
De Waterwilg zorgt ervoor dat alle ouders een papieren activiteiten-
kalender krijgen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar zult u deze
kalender van ons ontvangen. Op de kalender vindt u per maand de
activiteiten, de vakanties en extra vrije dagen. Er kan van de planning
op de kalender afgeweken worden, daarom heeft De Waterwilg ook
een digitale kalender, die up-to-date is.
Vrijdagmiddag 6 september wordt het schooljaar geopend. Er wordt
dan aandacht besteed aan ons project Zinloos Geweld, met daar-
bij Lieve het lieveheersbeestje voor de kleintjes en onze Leefregels.
Schoolbreed wordt er in het schooljaar 2019-2020 aandacht besteed
aan de Leefregel: ‘Iedereen mag er zijn’
Protocol Vrijaf vragen Nu de vakanties en vrije dagen zo ruim van tevoren bekend zijn, kunt u
tijdig uw vakanties en vrije dagen indelen zonder vrij te hoeven vragen
voor verzuim op schooldagen.
Toch kan het voorkomen dat u in de loop van het schooljaar, door
verschillende oorzaken, een vrije dag wilt aanvragen. Dit formulier
kunt u opvragen bij de administratie. Door het invullen van dit speciaal
daarvoor bestemde formulier kan uw aanvraag worden behandeld.
De directeur bepaalt of het verlof wel of niet wordt toegestaan. U krijgt
het formulier ondertekend terug met daarop vermeld of het verlof wel
of niet is toegestaan.
Op de achterkant van het formulier staan de criteria aangegeven op
grond waarvan de directie het verlof mag goedkeuren:
• in gevallen waarin een werknemer volgens de gangbare CAO’s vrij krijgt;
• door uw werkgever wordt u geen vakantieverlof toegekend tijdens de
schoolvakanties (een werkgeversverklaring is in deze vereist);
• in gevallen van bijzondere familieomstandigheden (éénmalige gebeur-
tenis); het bijvoegen van een kopie van bijv. uitnodigingskaart is nood-
zakelijk;
• het lidmaatschap van een regionale of nationale selectie; het bijvoegen
van een kopie van de betreffende bond of organisatie is noodzakelijk;
• indien er sprake is van een eenmanszaak of seizoensbedrijf en men
voor de inkomsten in belangrijke mate aangewezen is op arbeid tijdens
de schoolvakanties;
• in andere bijzondere gevallen kunt u zich wenden tot de directie.
De directie is verplicht in geval van ongeoorloofd verzuim de leerplichtamb-
tenaar van de gemeente Pijnacker-Nootdorp op de hoogte te stellen.
Uw kind is leerplichtig, vanaf het moment dat het vijf jaar geworden is.
Ook voor onze vierjarigen vragen wij u het verlofformulier in te vullen. Het
rooster van vakanties en regels voor vrijaf geven geldt ook voor de andere
basisscholen in Pijnacker-Nootdorp.
Aanvraag van verlof in geval van afspraak Ook kan het zo zijn, dat u even verlof nodig heeft, omdat u een afspraak
heeft met uw kind bij de dokter, tandarts, specialist etc. Afspraken tot
9.00 uur of vanaf 14.45 uur kunnen telefonisch worden doorgegeven.
Voor afspraken buiten deze tijden om, moet u een verlofformulier
invullen. U kunt het aanvraagformulier verlof vinden op de site. Op de
site vindt u bij ‘Snel naar’ als derde punt ‘Vrijaf vragen’, hier kunt u het
formulier Kort verlof invullen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
8
Wij verzoeken u echter, om de afspraak niet midden op de dag of tijdens
een toetsperiode te maken. Wanneer uw kind toch een afspraak heeft
midden op de dag, dan verzoeken wij u om uw kind op te halen van
school; wij sturen kinderen nl. niet alleen naar huis. Dit geldt niet voor
leerlingen uit groep 7 en 8.
Wij merken dat er meer aanvragen binnenkomen voor RT begeleiding
onder schooltijd e.e.a. is daarbij kortgesloten met de leerplichtambte-
naar. Verlof voor RT begeleiding onder schooltijd wordt niet toegewezen.
Traject na afwijzing van de aanvraag tot verlof Indien uw aanvraag tot verlof wordt afgewezen door de directeur van
de school, kunt u een heroverweging aangaande het verlof indienen bij
de afwijzer van het verlof, in deze de directeur.
Aanvragen betreffende een langer verlof (bv. een week vakantie) legt de
directeur altijd voor aan de leerplichtambtenaar.
Indien het verlof na heroverweging opnieuw wordt afgewezen, dan kunt
u tegen beslissingen van de directeur en/of de leerplichtambtenaar een
bezwaarschrift indienen, als u het er niet mee eens bent.
De gemeente kan u informeren over de zogenaamde Awb-procedure.
Als u een bezwaarschrift wilt indienen, moet u dit doen bij degene die de
beslissing heeft genomen, waar u het mee oneens bent. Een bezwaar-
schrift moet worden ingediend binnen 6 weken nadat de beslissing aan u
is verzonden en/of overhandigd. Van de gesprekken aangaande afwijzing
van het verlof, wordt een verslag gemaakt. Dit verslag leggen wij voor aan
de ouders en vragen hen te tekenen voor gezien, wordt er niet getekend
dan noteren wij dat. Ongeoorloofd of véélvuldig afwezig zijn van leer-
lingen wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar (zie verzuimprotocol).
Protocol melding bij ziekte en dergelijke Als uw kind ziek is en daardoor niet naar school kan, dan verzoeken wij
u dit voor aanvang van de les door te geven. Wij zijn altijd telefonisch
te bereiken, omdat De Waterwilg een antwoordapparaat heeft. Tevens
kunt u via de site www.dewaterwilg.nl de ziekmelding doorgeven. Is
uw kind langer dan een week ziek, dan nemen wij contact op om te
informeren hoe het gaat. Daarnaast is het voor u als ouder verplicht
om melding te maken van:
• Kinkhoest. De school moet dit de GGD melden in geval van meerdere
meldingen. Indien er veel gevallen worden gemeld, moet de school
dit berichten aan de overige ouders.
• Overige kinderziektes en ziektes.
• Luizen. De Waterwilg wordt net zoals elke andere school in Nederland
geconfronteerd met luizen. Op onze school is er een team van ouders
(uit de groep van uw kind), dat u en ons helpt luizen te voorkomen.
Dit team van ouders controleert na elke vakantie. De gang van zaken
rondom de luizen hebben wij beschreven in het luizenprotocol. Het
luizenprotocol vindt u op de site van De Waterwilg, onder het kopje
protocollen.
Om de luizen nog beter te bestrijden kunt u op school een luizencape
kopen. Dit is onderdeel van het beleid van de school. Wij gaan daarbij
voor uniformiteit van de luizencapes. Onze luizencape is te koop is
bij de administratie. (N.B. alleen de luizencapes van school kunnen
gebruikt worden).
Wetenswaardigheden voor nieuwe ouders
Adoptiegroepen Dit zijn twee klassen die met elkaar samenwerken. Het betreft een
samenwerking tussen jonge en oudere leerlingen zodat zij zich in een
grote school met elkaar verbonden voelen en van elkaar kunnen leren.
Meestal zijn de groepen 1-2 verbonden aan de groepen 5-6 en de
groepen 7-8 hebben een groep 3-4 geadopteerd.
Boekenpret Dit schooljaar doet de school weer mee met het project Boekenpret.
Boekenpret is een leesbevorderingsproject voor peuters en kleuters.
Het moedigt kinderen en hun ouders aan te genieten van het samen
lezen. Zo wordt de taalontwikkeling gestimuleerd.
Gekke Kapseldag Dit is een initiatief vanuit de Leerlingenraad. De leerlingen van de groe-
pen 5 t/m 8 mogen deze dag met een bijzonder kapsel naar school
komen.
Husselen van groepenEen evenwichtige balans in de groep is van belang voor goed onderwijs
en het welbevinden van leerlingen, leerkracht(en) en ouders. Ondanks
de zorgvuldige samenstelling van de groepen 3 merken wij dat, door
verschillende oorzaken, er een disbalans in de groepen kan ontstaan.
Specifieke leer- en ondersteuningsbehoeften worden vaak pas op latere
leeftijd duidelijk. Daardoor kan het voorkomen dat een groep wat betreft
leerniveaus na een aantal jaren uit balans raakt. Door verhuizingen en
doublures/versnellers, veranderen de aantallen leerlingen in een groep.
Herverdelen van een paralleljaar leidt er toe dat de balans hersteld kan
worden. Het voornemen is om na groep 4 of 5 of 6 de groepen te husse-
len. Dit biedt ons de mogelijkheid de didactische en pedagogische zorg-
vragen die in de jaren ontstaan evenredig te verdelen over de groepen.
Wij zijn daarnaast van mening dat het, sociaal gezien, goed is voor de
kinderen als zij in een andere samenstelling verder gaan. Het kan lucht
geven, nieuwe relaties en vriendschappen krijgen een kans en nieuwe
uitdagingen kunnen op hun weg komen. Ook een eventuele scheefgroei
van leerlingaantallen per groep en de verdeling jongens/meisjes kan
rechtgetrokken worden. De Waterwilg staat voor kwaliteit en om die
kwaliteit te waarborgen is het werken in evenwichtig verdeelde groepen
nodig. Het vormen van de nieuwe groepen is een proces. Leerkrachten,
intern begeleiders en directie zijn allen betrokken. Ook de mening van
de kinderen wordt hierin meegenomen.
Inloopochtenden De inloopochtenden zijn bedoeld voor de ouders van de kinderen uit
de groepen 1 t/m 5.
Deze inloopochtenden vinden twee maal in het jaar plaats. Een keer
in de eerste helft van het schooljaar en een keer in de tweede helft
van het schooljaar. De data staan op de activiteitenkalender vermeld.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
9
De ouders kunnen aan het begin van de ochtend van 8.30 uur tot 9.15
uur in de klas van hun kind komen kijken. Zo kunnen de ouders zien en
ervaren hoe de kinderen in de klas werken.
Daarnaast worden specifieke inloopmomenten georganiseerd voor
andere leerjaren. Op deze momenten staat dan 1 specifieke methode
of les centraal zoals bijvoorbeeld Kanjertraining of Snappet.
Juf- en Meesterdag De leerkrachten van de groepen 1 en 2 vieren de verjaardagen op een
zelfgekozen dag. De leerlingen mogen deze dag dan ook verkleed naar
school komen. De juffen en meesters van de groepen 3 t/m 8 zullen
de verjaardagen vieren op de ochtend voorafgaand aan De Waterwilg-
middag. Deze ochtend zal dan geheel in een feestelijke stemming zijn.
Kabouter seizoenpadenDit zijn speurtochten met opdrachten voor de groepen 1-2. In kleine
groepjes gaan de kleuters onder begeleiding van ouders de wijk in op
zoek naar kabouters. Bij elke kabouter hoort een opdracht. Per school-
jaar wordt er een keuze gemaakt, welk seizoen aan de beurt is. Voor
dit schooljaar hebben wij gekozen voor het ‘Lentepad’.
Kerstdiner en de kerstborrel Op de woensdagavond voor de Kerst komen de kinderen van groep 1
t/m 7 van 17.30 uur tot 19.00 uur naar school voor het kerstdiner. Het
diner wordt verzorgd door de kinderen, ieder kind maakt of neemt iets
mee voor het kerstdiner.
Tijdens het diner kunt u op de speelplaats genieten van een hapje en
een drankje. De speelplaats is omgetoverd in kerstsferen. Het hapje en
drankje bieden wij deels aan, deels moet u er voor betalen.
Groep 8 komt de dinsdagavond voor kerst naar school. Zij zullen deze
avond een echt kerstgaladiner krijgen. De leerlingen zullen voorafgaand
aan deze avond, de middag vrij hebben.
Meeloopmiddag In de kleuterperiode bieden wij u ook de mogelijkheid om een middag
in de klas te komen kijken. Op deze manier kunt u zelf ervaren hoe
er in de groep van uw kind wordt gewerkt. Voor een middag worden
maximaal 2 ouders uitgenodigd. Via een mededeling op het prikbord
bij het klaslokaal kunt u zich inschrijven.
Opa en Oma inloopEen keer per twee jaar is er een mogelijkheid voor opa’s en oma’s om
een kijkje te nemen op De Waterwilg.
Musical De groepen 8 voeren elk jaar een musical op. Dit gebeurt in het culturele
centrum, CulturA in de Dorpsstraat te Nootdorp. Elke groep heeft diverse
uitvoeringen, voor de leerlingen en voor de ouders. Elke groep 8 heeft
dezelfde musical, ieder met hun specifieke invulling.
Opening schooljaar Het schooljaar wordt traditiegetrouw geopend op de eerste vrijdag
van het nieuwe schooljaar.
Op de speelplaats laten de kinderen aan elkaar zien en horen hoe de
leefregel van het schooljaar ‘Iedereen mag er zijn’ betekenis en inhoud
krijgt. Tevens wordt het thema van de Projectweek bekend gemaakt
en ontvangen de kinderen in de groepen een traktatie.
Peuterestafette De peuterestafette is een overdrachtsinstrument waarmee de overgang
van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf naar de basisschool kan worden
vergemakkelijkt. Het beoogt de samenwerking tussen voorschool en basis-
school te versterken, zodat het kind snel kan wennen op de basisschool.
Pietenochtend Deze ochtend is er voor de leerlingen van de groepen 1 t/m 4. In de
ochtend gaan de leerlingen in groepjes door de school heen allerlei
activiteiten doen die met Sinterklaas te maken hebben.
Schoonmaakavond Op De Waterwilg wordt er door een schoonmaakbedrijf elke dag
schoongemaakt; de toiletten, de gangen en de lokalen van de kleuter-
groepen worden iedere dag schoongemaakt en gedweild. De andere
lokalen en ruimtes worden volgens een schema schoongemaakt.
Tevens vinden er extra werkzaamheden plaats, zoals het in de was
zetten van de vloeren, het schoonmaken van de entreedeuren, het
ontsmetten van de deurklinken en de trapleuningen en het zemen van
de buitenramen (2 keer per jaar).
Aan het eind van het schooljaar wordt er een schoonmaakavond geor-
ganiseerd. De ouders mogen op vrijwillige basis hieraan meehelpen.
Snappet Snappet is een adaptief onderwijsplatform waarmee De Waterwilg
onderwijs op maat voor ieder kind van groep 4 tot en met 8 kan bieden
voor de kernvakken: rekenen, taal, spelling, woordenschat, automati-
seren en begrijpend lezen. In groep 4 tot en met 8 krijgen onze leer-
lingen een Chromebook aangeboden. Dit betekent dat de leerlingen
vanaf groep 4 de oefenstof verwerken op de tablet. Daarnaast krijgen
de leerlingen eenmalig een speciaal kindvriendelijke koptelefoon in
bruikleen uitgereikt.
Voorleesontbijt De start van de Nationale Voorleesdagen begint met een voorleesont-
bijt voor de groepen 1 t/m 4.
De leerlingen mogen dan in pyjama naar school komen. Opa’s en oma’s
worden uitgenodigd om te komen voorlezen en de leerlingen nuttigen
een klein ontbijtje.
Waterwilg dag De Waterwilgdag is een dag, die in het teken staat van leuke activi-
teiten van kinderen voor kinderen. De leerkrachten van de groepen 3
t/m 8 vieren in de ochtend hun verjaardag. In de middag staan wij op
het schoolplein en vinden er optredens plaats door de groepen. Ook
het team verzorgt een optreden. Ouders zijn deze middag van harte
welkom, indien De Waterwilgdag buiten gevierd kan worden.
Workshops na schooltijd Na schooltijd kunnen de leerlingen meedoen aan verschillende work-
shops. Deze workshops worden gegeven door externe organisaties.
Via de nieuwsbrief wordt u over de workshops geïnformeerd en kunt
u inschrijven. De workshops zijn of gratis of er kan een bijdrage worden
gevraagd.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
10
HOOFDSTUK 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT2.1. Identiteit... een bijzonder uitgangspunt
Onze basisschool is een katholieke school. Dat betekent dat ons leven en
werken in de school mede bepaald wordt door een christelijke levens-
houding. Soms zal dit duidelijk aanwijsbaar zijn, wanneer wij stilstaan
bij de tekst van de dagopening bij aanvang van de lessen, of wanneer
wij de nadruk leggen op specifiek katholieke activiteiten zoals Kerstmis
en Pasen. Vaak zal deze levensbeschouwing ‘verborgen’ aanwezig zijn.
Vanuit onze methode Trefwoord, vertellen wij Bijbelverhalen, maar ook
verhalen die meer maatschappelijk van aard zijn, zodat het kind een lei-
draad meekrijgt om in het leven te kunnen staan. Deze methode wordt
gebruikt voor de groepen 1 t/m 6. De leerlingen van de groepen 7 en 8
krijgen lessen uit de methode Wereldwijd Geloven. In twintig thema’s
komen de belangrijkste kenmerken van de grote wereldgodsdiensten
aan de orde. De feesten, de heilige boeken, de gebedshuizen, goed
en kwaad, leven na de dood en de godsdienst thuis komen allemaal
aan bod. Aan de hand van foto’s, tekeningen en korte teksten krijgt
de lezer een beeld van de godsdiensten. Wereldwijd Geloven zet de
godsdiensten op een gelijkwaardige manier naast elkaar.
Een bezoek aan de kerk kan een onderdeel hiervan zijn. Echter de spe-
cifieke vieringen rondom Pasen en Kerst vinden plaats in onze eigen
school. Het speellokaal wordt veranderd in het thema. Er zijn 4 vierin-
gen, waarbij adoptiegroepen vaak aan elkaar gekoppeld zijn. Leerlingen
uit de groepen 4 kunnen deelnemen aan de Eerste Heilige Communie en
leerlingen van de groepen 8 kunnen deelnemen aan het Heilig Vormsel.
Bij de viering van de Eerste Heilige communie zal er namens het team
iemand aanwezig zijn. Bij de viering van het Heilig Vormsel niet. De leer-
lingen die aan het Vormsel deelnemen, ontvangen een kaart vanuit de
school. De leerlingen van de groepen 4 en 7, brengen in het schooljaar
2019-2020 een bezoek aan de kerk. Wij vinden het belangrijk de nor-
men en waarden vanuit onze identiteit mee te geven aan de kinderen.
2.2. Algemene uitgangspunten
Ons uitgangspunt is, dat het opvoeden van de kinderen een samenspel
is tussen ouders en leerkrachten. De Waterwilg heeft, naast het geven
van goed onderwijs, ook een opvoedkundige taak. Wij vinden een
veilige en ontspannen sfeer op onze school erg belangrijk. De omgang
tussen kinderen, het team en de ouders geschiedt op basis van respect.
Het team heeft samen met de MR een waarden- en normenstelsel
opgesteld. Het zijn de leefregels van de school. Deze leefregels hangen
in elke klas en door de school heen, zodat elke bezoeker kan zien en
lezen waar wij met elkaar voor staan.
Onze leefregels zijn: 1. Aandacht voor je zelf en elkaar, de leefomgeving en het milieu.
2. Aardig zijn voor elkaar.
3. Eerlijk zijn.
4. Samen spelen, samen delen.
5. Van elkaar, voor elkaar.
6. Vriendelijk en beleefd zijn.
7. Respect hebben voor elkaar.
8. Maak geen ruzie.
9. Luister goed naar elkaar.
10. Hou je aan de schoolregels.
De gezamenlijke verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in een
goede wederzijdse informatieoverdracht en een open communicatie.
In de groepen hangen de regels vertaald in kindertaal. Geven ouders
hun kind op voor De Waterwilg, dan conformeren zij zich aan de visie,
missie en de afspraken die wij hebben. Dit betekent dus dat de regels
door ouders en kinderen nageleefd moeten worden. Respect vinden
wij zeer belangrijk. In geval van agressie, bedreiging of verbaal geweld,
doen wij melding bij de politie.
De Waterwilg heeft ook protocollen. Het protocol rouwverwerking
melden wij in het bijzonder. Wij hebben besloten dit protocol op de site
te plaatsen, zodat u ziet wat wij als school doen wanneer er een ouder
overlijdt. Het protocol geeft aan hoe wij leerlingen en ouders van infor-
matie voorzien, welk verhaal wij voorlezen, hoe wij een rouwboeket
maken en hoe wij omgaan met rouwverwerking. Andere protocollen
zijn o.a. protocol aannamebeleid, protocol camerabewaking, protocol
kindermishandeling, het luizenprotocol, protocol mediawijsheid, pro-
tocol medicijnverstrekking, de Meldcode, protocol onderwijs aan het
zieke kind, het pestprotocol, het protocol school en scheiding, protocol
verzuim en het protocol schorsen en verwijderen (u kunt deze vinden
op de site of bij de administratie).
Zowel door de leefregels als de protocollen proberen wij een opvoed-
kundig en onderwijskundig klimaat te creëren waarin kinderen zich
veilig en geborgen voelen en waarbinnen zij zich optimaal kunnen ont-
wikkelen. Rustig optreden, een open en vriendelijke communicatie en
je houden aan afspraken en regels zijn een aantal zaken die ons helpen
dit te realiseren. De leerkrachten vervullen een belangrijke voorbeeld-
functie, immers ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’.
Natuurlijk vinden wij het fijn als een kind met plezier naar school gaat.
Met plezier naar school gaan, draagt in onze missie en visie bij aan
optimale ontplooiing van uw kind(eren). De school dient een basis te
leggen. Een basis voor het kind om zich in de maatschappij te kunnen
ontplooien en daaraan een zinvolle verrijking voor zichzelf en voor
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
11
de wereld om zich heen te kunnen geven. Door veranderingen in de
wereld worden er nieuwe eisen aan het onderwijs gesteld. Ook op De
Waterwilg wordt gekeken hoe wij onze leerlingen kunnen voorbereiden
op de toekomstige maatschappij, waarin zij zich kunnen ontplooien tot
wereldburgers. Het stimuleren van de zogenaamde 21st Century Skills
krijgt in toenemende mate een plek in ons onderwijs. Vakken als taal
en rekenen zijn bekende vakken; wij besteden ook aandacht aan het
ontwikkelen van zelfregulering, probleemoplossend vermogen, kritisch
denken, communiceren, samenwerken, sociaal-culturele vaardigheden,
creativiteit, ICT-basisvaardigheden, mediawijsheid, informatievaardig-
heden en computational thinking. Naast de verstandelijke ontwikkeling
dienen alle facetten van het kind in het schoolgebeuren naar voren te
komen. Hierbij denken wij aan de sociaal-emotionele, de motorische,
de zintuiglijke, de communicatieve ontwikkeling en de ontwikkeling
van creatieve vaardigheden. Wij willen kinderen leren zelfstandig te
zijn en verantwoordelijkheden te dragen. Door het onderwijs zodanig
in te richten dat het afgestemd is op het ontwikkelingsniveau van het
kind, kunnen de kinderen een ontwikkeling doormaken, die past bij
hun eigen mogelijkheden.
Tegen Zinloos Geweld De afgelopen jaren is er tijdens de opening van het schooljaar aan-
dacht besteed aan de actie Tegen Zinloos Geweld, met daarbij voor
de leerlingen van de groepen 1 t/m 4 specifieke aandacht voor Lieve,
het lieveheersbeestje. De groepen 5 t/m 8 werken vanuit het project
Tegen Zinloos Geweld. Zo worden de leefregels die de school heeft
opgesteld geborgd.
Deze leefregels worden elk jaar opgenomen in de schoolgids en hangen
in elke groep en gemeenschapsruimte. De leefregel die dit schooljaar
wederom extra belicht wordt is: ‘Iedereen mag er zijn’.Door deze twee onderwerpen met elkaar te combineren ontstaat er
specifieke aandacht voor het pedagogische klimaat op de school.
Burgerschapszin Burgerschapszin wil zeggen dat kinderen moeten leren dat zij onder-
deel uitmaken van een maatschappij en daar een actieve bijdrage aan
leveren. Het begrip is de afgelopen jaren op grote schaal ingevoerd
in de wereld. Nederland kon niet achterblijven, vond de Onderwijs-
raad. De raad wil scholen vrij laten in de manier waarop zij leerlingen
burgerschap aanleren. Dat kan in een apart vak maar dat hoeft niet.
Goed burgerschap begint volgens de raad op schoolniveau waar kin-
deren moeten leren zich te gedragen volgens de schoolregels. Ook
deelname aan bv. een leerlingenraad kan het schoolklimaat bevor-
deren. Kanjertraining draagt bij aan de burgerschapszin. Wij borgen
Kanjertraining in onze school door de kanjerwerkgroep onder leiding
van de Kanjercoördinator.
Kanjertraining Op school besteden wij niet alleen aandacht aan leervakken als reke-
nen, taal en spelling, maar werken wij ook aan de sociaal-emotionele
vaardigheden van uw zoon/dochter. Hierbij hanteren wij de methode
Kanjertraining. Kanjertraining wordt gegeven in alle leerjaren. Het doel
van Kanjertraining op school is de sfeer in de klas goed te houden
(preventief) of te verbeteren (curatief).
Subdoelen zijn: • Bevordering van vertrouwen en veiligheid in de klas.
• Versterking van sociale vaardigheden.
• Beheersing door leerlingen van verschillende oplossingsstrategieën
in conflicten.
• Bewustwording van eigenheid bij de leerlingen.
• Verantwoordelijkheid nemen.
• Bevordering actief burgerschap en sociale integratie.
• Stimuleren van sociale veiligheid en een prettig schoolklimaat
De Kanjertraining beoogt met deze subdoelen sociale problemen
zoals: pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag
te voorkomen of te verminderen en het welbevinden te vergroten bij
de leerlingen. Het is een training waarin veel ruimte is voor de auto-
nomie van het kind.
Iedere groepsleerkracht op De Waterwilg heeft een opleiding gevolgd
tot Kanjertrainer en volgt één keer per twee jaar een nascholing. Sinds
november 2014 mag De Waterwilg zich een Kanjerschool noemen.
In december 2015 heeft de Erkenningscommissie Interventies van
het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) de Kanjertraining beoordeeld als
effectief volgens sterke aanwijzingen. Dit is de hoogst mogelijke erken-
ning voor programma’s die gericht zijn op opgroeien en opvoeden. De
methode kent een uitgebreid leerlingvolgsysteem (KanVAS) dat erkend
is door de Cotan en door de Onderwijsinspectie wordt gebruikt om de
sociale opbrengsten bij kinderen te meten.
Kanjertraining gaat uit van de vijf basis-afspraken: 1. Wij vertrouwen elkaar.
2. Wij helpen elkaar.
3. Niemand speelt de baas, wij werken samen.
4. Niemand lacht uit, wij hebben plezier.
5. Niemand blijft zielig, wij doen mee.
Deze vijf basisafspraken zult u regelmatig terug horen in de verhalen
van uw zoon/dochter. Om in gesprek te gaan over gedrag bij kinderen,
maken wij bij de Kanjertraining gebruik van petjes met vier verschil-
lende kleuren. Wanneer er zich een probleem of stressvolle situatie
voordoet, hebben we een keuze om verschillend te reageren. Binnen
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
12
de psychologie wordt dit coping genoemd. Zolang je handelt vanuit
vertrouwen en op basis van wederzijds respect, zijn deze verschillen
tussen mensen goed en waardevol. Wanneer je zo handelt, noemen we
dat binnen de Kanjertraining dat je een drager bent van de witte pet.
Je durft jezelf te zijn, je bent goed bezig! Je bent zelf te vertrouwen en
durft ook anderen te vertrouwen. Kortom: je bent een kanjer.
Je kunt een kanjer zijn op verschillende manieren. Je kunt jezelf zijn in
combinatie met de zwarte pet. Dan reageer je op een stoere manier.
Je vertoont leiderschapsgedrag. Je kunt je grenzen aangeven. Je durft
plannetjes te maken en bent ondernemend. Zolang naast de zwarte pet
ook de witte pet van het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen
zich op een hele positieve en krachtige wijze gedragen. Je kunt ook een
kanjer zijn in combinatie met de rode pet. Dan ben je vol levenslust. Je
hebt een goed gevoel voor humor. Je bent optimistisch en je verstaat
de kunst van het relativeren. Zolang naast de rode pet ook de witte
pet van het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen op een hele
positieve en opgewekte manier weten te reageren. Je kunt ook een
kanjer zijn in combinatie met een gele pet. Dan ben je vriendelijk,
bescheiden en aardig. Zolang naast de gele pet ook de witte pet van
het vertrouwen aanwezig is, zullen deze kinderen op een hele positieve
en rustige manier weten te reageren.
Uiteraard zijn er ook verschillende combinaties van petten mogelijk.
Belangrijk gegeven is dat het hierbij gaat om coping. De petten zijn hulp-
middelen om op een respectvolle wijze over gedrag te kunnen praten.
Kinderen zijn niet het gedrag van de pet, maar de petten staan voor
de keuzes die de kinderen kunnen maken. Kinderen wordt daarmee
geleerd dat ze zelf verantwoordelijkheid dragen voor de gedragskeuzes
die ze maken. Zolang je drager bent van de witte pet van vertrouwen
kun je ook niet zeggen dat de ene combinatie beter is dan de andere
combinatie van petten.
Wanneer ontstaan de echte problemen? Dat is wanneer de witte pet van het vertrouwen wegvalt.
Wij vervallen dan in reacties die niet meer passen bij de cultuur van
wederzijds respect. Het recht van de sterkste begint te gelden. Voor de
zojuist genoemde positieve eigenschappen komt dan het woordje ‘te’
te staan. Kinderen reageren dan te krachtig, te stoer en smeden plan-
nen die ten koste gaan van anderen (zwarte pet). De vrolijke kinderen
reageren nu te lollig met humor die ten koste gaat van een ander en/
of zichzelf. Het gedrag is onvoorspelbaar, onbetrouwbaar, niet serieus
te nemen en beledigend (rode pet). De vriendelijke en bescheiden
kinderen reageren nu angstig en te lief. Deze kinderen cijferen zichzelf
helemaal weg en worden als het ware onzichtbaar (gele pet). De eerste
mept van de weeromstuit van zich af, de tweede maakt er een grap van
en de derde geeft het op. Als het onderling vertrouwen wegvalt in een
groep, dan is de kans groot dat verschillende kinderen zich depressief
ontwikkelen.
Daders en slachtoffers De opvatting bestaat dat kinderen zijn in te delen in pesters en gepesten
(of in daders en slachtoffers). Deze eenzijdige kijk op pesten maakt de
problemen groter en is niet de wijze van oplossen die de Kanjertraining
voorstaat. Pesten is een complex probleem waarbij dader en slachtoffer
lang niet altijd zo eenvoudig zijn te scheiden en soms een en dezelfde
persoon is. Kanjertraining richt zich daarom niet alleen op de pester of
op de gepeste, maar op de gehele groep. De aanpak moet zo zijn dat
alle kinderen er baat bij hebben. Kern van de Kanjeraanpak is: Zet het
onderling vertrouwen terug in de groep. Zoek met elkaar oplossingen
die ook in de toekomst houdbaar zijn. Zowel kinderen, leerkrachten als
ouders worden bij de aanpak betrokken. De Kanjertraining heeft veel
oefeningen, zowel preventief als curatief om het vertrouwen en de
respectvolle omgang met elkaar te bewerkstelligen. De petjes zijn hier-
bij een hulpmiddel en helpen om een duidelijk onderscheid te maken
tussen ‘de wereld van vertrouwen’ en ‘de wereld van wantrouwen’.
Het pestprotocol van De Waterwilg is dan ook gebaseerd op de aanpak
van Kanjertraining. U kunt het pestprotocol vinden op de website.
Bovenstaande informatie is ontleend aan de website van Kanjertraining:
www.kanjertraining.nl.
Kanjerlessen Bij ieder leerjaar horen specifieke Kanjerboeken. In de onderbouw is
Max de centrale persoon die terugkomt in het verhaal. In de boven-
bouw wordt gewerkt met kanjeroefeningen en opdrachten uit het
kanjerwerkboek. Door middel van extra nieuwsbrieven informeren wij
u per periode in het schooljaar over de thema’s die behandeld zullen
worden in de klas. De groepsleerkrachten geven de kanjerlessen. Tij-
dens de lessen van Kanjertraining, wordt er ook gebruik gemaakt van
vertrouwensoefeningen.
Kanjercoördinator De Kanjercoördinator heeft de kennis, kunde en vaardigheden in huis
om op De Waterwilg bij groepen bij wie het nog niet gaat zoals wij ver-
wachten, te interveniëren. De Kanjercoördinator kan collega’s onder-
steunen en indien nodig oplossingsgericht met ouders en kinderen in
gesprek gaan. Daarnaast monitort zij samen met de intern begeleiders
het sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem KanVAS. De Kanjercoördi-
nator heeft tevens de taak Kanjertraining te borgen in het schoolbeleid
en het gedachtegoed van Kanjertraining levend te houden in de school.
Sociogram en KanVAS: Kanjer Volg- en Advies Systeem Iedere school volgt de ontwikkeling van zijn/haar leerlingen om indien
nodig extra zorg te kunnen bieden. Dit geldt niet alleen voor de leerge-
bieden zoals rekenen, lezen en spelling maar ook voor het welbevinden
van uw kind. Het welbevinden wordt voor een belangrijk deel gevormd
door gevoelens over de eigen sociale competentie. Een sociaal-emo-
tioneel leerlingvolgsysteem stelt ons in staat het welbevinden van uw
zoon/dochter te volgen. Een sociaal-emotioneel leerlingvolgsysteem
maakt onderdeel uit van pest-preventie.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
13
Het KanVAS bestaat uit vier onderdelen: 1. Kanjervragenlijst voor leerkrachten (groep 1-8)
2. Kanjervragenlijst voor leerlingen (groep 5-8)
3. Sociogram (groep 3-8)
4. Sociale Veiligheidslijst (groep 5-8)
Het KanVAS wordt twee keer per jaar afgenomen bij zowel leerkrach-
ten als leerlingen. Meestal vindt dit plaats in november en mei. Bij de
kanjervragenlijst voor leerlingen geven de leerlingen aan hoe zij hun
sociaal functioneren in de klas ervaren. Deze vragenlijst wordt individu-
eel digitaal afgenomen en hierin is er specifiek aandacht voor pestge-
drag. In de vragenlijsten wordt onderscheid gemaakt in externaliserend
gedrag (naar buiten gericht gedrag), pro-sociaal gedrag (hulpvaardig),
internaliserende (depressieve) gevoelens en de motivatie of de wil om
externaliserend gedrag te laten zien. Het sociogram maakt de vriend-
schaps- en samenwerkingsverbanden in de klas zichtbaar.
Sinds het voorjaar van 2017 wordt ook de Sociale Veiligheidslijst afge-
nomen onder de leerlingen van groep 5 t/m 8. Met de afname van
deze vragenlijst kan de school voldoen aan de Wet Sociale Veiligheid:
de inspanningsplicht een actief veiligheidsbeleid te voeren, het effect
hiervan te monitoren middels de vragenlijst en het beleid op basis
daarvan te verbeteren. De lijst meet het vóórkomen van incidenten op
school (sociale veiligheid als pesten, psychische als bedreigen en fysieke
als schoppen), de veiligheidsbeleving van leerlingen (ik voel me veilig op
school/op het plein), het welbevinden van leerlingen (hoe prettig voel
je je tussen je klasgenoten?), het optreden van de leerkracht (vinden de
leerlingen dat de leerkracht goed optreedt?) en angst voor incidenten
(angst kan soms bepalender zijn dan daadwerkelijke incidenten). Aan
de uitslagen zijn adviezen gekoppeld op schoolniveau, groepsniveau
en leerling niveau.
De resultaten uit KanVAS worden twee keer per jaar besproken met
de intern begeleider en indien nodig met de kanjercoördinator. Tevens
maakt de kanjercoördinator elk halfjaar een analyse van de scores op
KanVAS van de gehele school, deze analyse wordt besproken met de
intern begeleiders.
Het KanVAS stelt de leerkracht in staat om de leerling beter te begrijpen,
te begeleiden en te ondersteunen in het sociaal functioneren in de klas.
Zo kan de leerkracht zijn/haar pedagogisch handelen afstemmen op
de behoefte van een leerling.
De resultaten uit KanVAS worden per groep verwerkt en geanalyseerd
in een groepsplan. Aan de hand van deze analyse wordt de aanpak
voor de groep, clusters (groepjes leerlingen met eenzelfde ondersteu-
ningsbehoefte) en/of individuele leerlingen bepaald. Dit groepsplan
wordt tussentijds geëvalueerd en bijgesteld in overleg met de intern
begeleiders. Ook kan de uitslag van KanVAS leiden tot interventie van
de kanjercoördinator.
Wanneer het welbevinden van uw kind onder druk staat, kan het zinvol
zijn om niet alleen op school maar ook in de thuissituatie aandacht te
besteden aan het verbeteren van het welbevinden. De intern begelei-
ders of kanjercoördinatoren kunnen u hierin begeleiden middels een
gesprek waarbij gewerkt wordt vanuit het KanVAS.
Adoptiegroepen Adoptiegroepen zijn twee klassen, die gedurende een geheel schooljaar
met elkaar samenwerkend. Elkaar helpen, ondersteunen en samenwer-
ken is het doel van deze werkvorm. Niet alleen de leerlingen werken
samen, maar ook de leerkrachten doen dit. Het nut van samenwerken
valt te verdelen in twee componenten, te weten: cognitief en sociaal. Bij
het verwerven van leerstof kan samenwerking met een leerling uit een
andere leeftijdsgroep effectief zijn. De jongere leerling profiteert van
de kennis en vaardigheden van de oudere leerling en de oudere leerling
consolideert zijn reeds verworven kennis en vaardigheden en leert
een stukje verantwoordelijkheid voor een jonger kind te nemen. Voor
onze leerlingen zijn bovenstaande vaardigheden vertaald naar: ‘leren
je gedrag, houding en taalgebruik af te stemmen op een ander’. Zoals
al eerder genoemd is deze werkvorm ook voor leerkrachten bedoeld.
Leerkrachten maken gebruik van elkaars kwaliteiten en ondersteu-
nen elkaar daar waar zij dat mogelijk en/of nodig achten. Zo kunnen
leerkrachten (een dagdeel) van klas wisselen, elkaar observeren en
coachen. De leerkrachten zijn vrij in de te ondernemen activiteiten
met de adoptiegroep. Wij hebben afgesproken dat tenminste vier maal
per schooljaar een activiteit met de adoptiegroep wordt ondernomen.
Dit kunnen er ook meer zijn. Zo werken sommige groepen wekelijks
samen, bijvoorbeeld als dit gecombineerd wordt met het tutorlezen.
Tutorlezen Bij tutorlezen leest een jonger kind onder begeleiding van een ouder
kind. Op De Waterwilg gaan de adoptiegroepen o.a. aan de slag met
tutorlezen. De helft van de groep gaat naar het lokaal van de adop-
tiegroep, de andere helft van de groep blijft in het eigen klaslokaal en
ontvangt de helft van de adoptiegroep. In duo’s lezen de kinderen op
de manier van ‘voor, koor en door’. Een ouder kind leest een stuk tekst
voor, dan lezen de 2 kinderen de tekst samen (koor) en daarna wordt
de tekst hardop door het jongere kind zelf gelezen. Het tutorlezen
vindt wekelijks plaats.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
14
HOOFDSTUK 3 ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS3.1. Schoolorganisatie
De Waterwilg is een katholieke school binnen Nootdorp. Voor het
schooljaar 2019-2020 hebben wij groepen 1 tot en met 8. Zo is De
Waterwilg in 20 jaar tijd uitgegroeid tot een volwaardige basisschool.
De school is een school met differentiatie binnen klassenverband. Er
wordt gewerkt in groepen waarbij het niveau aansluit bij het leerver-
mogen van het kind. Daarnaast proberen wij de visie en de kwaliteit
te waarborgen waar wij voor staan.
Op De Waterwilg kiezen wij voor de combinatiegroep 1 – 2. Elk school-
jaar proberen wij met deze combinatie te starten. Vier-, vijf- en zesja-
rigen zitten in een groep bij elkaar.
Al spelend komen de leerlingen tot leren. Het onderlinge samenspel
en samenwerken is daarbij van belang.
De Waterwilg heeft 7 kleutergroepen. Hierna zijn er steeds 3 parallel-
groepen samengesteld. In totaal heeft de school 27 groepen (extra
SEN- en Kangoeroegroep).
3.2. De aanmelding van nieuwe leerlingen
Aanmelding van jonge leerlingen: De aanmelding van een leerling gaat als volgt: als u belangstelling heeft
voor onze school, kunt u bellen voor een afspraak. Agneta Tuijl of And-
janie Ramlal staat u graag te woord. De schoolgids vindt u digitaal op de
site. Tijdens het gesprek heeft u gelegenheid tot het stellen van vragen
en u krijgt een rondleiding door het gebouw. Na afloop van dit gesprek
ontvangt u het voorlopige aanmeldingsformulier. Omdat het belangrijk is
dat dit formulier correct en volledig wordt ingevuld, wordt dit formulier
met u doorgenomen en ontvangt u, wanneer u dat wilt, een papieren
versie van de schoolgids. Wanneer u uw kind inschrijft is het ook van
belang, dat u een kopie van het Burgerservicenummer meestuurt (kopie
paspoort of zorgpas). Wanneer alles binnen is, ontvangt u een bewijs
van voorlopige inschrijving. De Waterwilg hanteert een voorlopige plaat-
sing. Meestal zijn kinderen heel jong als zij worden aangemeld en is de
school op dat moment nog niet in staat om te bepalen of zij het kind
op vier jarige leeftijd een passende onderwijsplek kunnen bieden. Om
dat te kunnen bepalen, zijn ouders een belangrijke bron van informatie
voor ons. Wij sturen u daarom drie maanden voordat uw kind vier jaar
wordt, een vragenlijst en ouderverklaring toe met het verzoek deze
zo snel mogelijk ingevuld aan ons te retourneren. De vragen hebben
betrekking op de voorschoolse ontwikkeling. Ook zullen wij u vragen
of er informatie van de voorschoolse periode, bijvoorbeeld van het
kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal, beschikbaar is. Na ontvangst
van de gevraagde informatie neemt de school binnen zes weken een
besluit over plaatsing. Mocht dit besluit binnen zes weken niet genomen
kunnen worden, dan kan de school de termijn om een besluit te nemen
met vier weken verlengen. Bij de meeste aanmeldingen zal het kind
geplaatst kunnen worden. Indien de school meent dat de ondersteuning
niet op De Waterwilg geboden kan worden of vindt dat het kind extra
ondersteuning nodig heeft, zorgt de school dat het kind op een andere
school geplaatst kan worden. In dat traject werken ouders en school
intensief samen om te komen tot een goede plaatsing. Het samenwer-
kingsverband wordt betrokken bij dit traject als blijkt dat extra onder-
steuning (arrangement of speciale lesplaats) nodig is. Het bestuur van de
school heeft dan zorgplicht. Het niet of onjuist vermelden of doorgeven
van relevante zaken kan leiden tot weigering van de leerling. Indien na
plaatsing blijkt, dat de verstrekte gegevens onjuist of onvolledig zijn,
kan de school overgaan tot verwijdering van de leerling. Bij het indelen
van de nieuwe leerlingen wordt er gelet op geboortedatum, geslacht
en zorgbehoefte om de klassen zo evenwichtig mogelijk in te delen.
Wij houden rekening met eventuele broertjes en zusjes op school. De
school heeft in het verleden gemerkt dat het indelen van broertjes en
zusjes bij elkaar in de klas de ontwikkeling van kinderen in de weg kan
zitten. Dit is tevens het geval bij vriendjes of vriendinnetjes. Het heeft
de voorkeur om deze leerlingen niet bij elkaar in te delen. Leerlingen die
in juni jarig zijn stromen voor of na de zomervakantie in, afhankelijk van
wanneer de zomervakantie in het schooljaar valt. Aan het eind van het
schooljaar worden alle kinderen die direct na de zomervakantie starten
uitgenodigd voor het centrale wenmoment.
Aanmelding oudere leerlingen (ouder dan 4 jaar) De ouders van deze leerlingen kunnen de schoolgids op de website van
De Waterwilg lezen. Eveneens wordt er een afspraak gemaakt voor een
gesprek. Besluit u voor De Waterwilg te kiezen dan vragen wij aan u
het Onderwijskundig Rapport op te vragen van de huidige school. Wij
nemen contact op met de school van herkomst en het kan zijn dat wij
uw kind uitnodigen om een ochtend mee te draaien. Hierbij zal de intern
begeleider een observatie en indien nodig, aanvullend onderzoek doen.
Deze procedure volgen wij, daar wij onze nieuwe oudere leerling zo goed
en adequaat mogelijk willen opvangen in onze school. Pas na ontvangst
van het Onderwijskundige Rapport (OKR) besluiten wij over de aanname.
Uiteraard moet het aanmeldingsformulier volledig en naar waarheid zijn
ingevuld. Ook als uw geloofsovertuiging niet katholiek is, zijn uw kinderen
bij ons op school welkom. Het is wel zo dat uw kind binnen schoolverband
altijd met de specifiek katholieke aspecten kennis zal maken.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
15
‘Protocol aannamebeleid De Waterwilg’ • E en kind wordt aangemeld via het voorlopige aanmeldingsformulier.
Het voorlopige aanmeldingsformulier moet correct en waarheidsge-
trouw worden ingevuld.
• Een kopie van het Burgerservicenummer moet worden bijgevoegd
bij het aanmeldingsformulier. Dit is een wettelijke verplichting. Drie
maanden voor de schoolstart ontvangen ouders die hun kind hebben
aangemeld een vragenformulier. Dit vragenformulier moet correct
en waarheidsgetrouw worden ingevuld. Daarna stelt de school vast
of zij het kind een passende onderwijsplek kan bieden, in dat geval
wordt het kind aangenomen.
• Het kan zijn, dat een kind niet toegelaten wordt wanneer er speci-
fieke problemen zijn, waardoor plaatsing op een andere school dan
het reguliere basisonderwijs in het belang van de ontwikkeling van
het kind beter is.
• Het kan zijn, dat een leerling niet wordt toegelaten wanneer voor een
betreffend schooljaar het vastgestelde maximum aantal leerlingen
is bereikt. Het maximum aantal leerlingen is in overleg met de MR
afgesproken.
• Wanneer een leerling wordt aangenomen, ontvangen de ouders een
bewijs van inschrijving.
• Voor elk kind uit het gezin geldt dezelfde aannameprocedure.
• Ouders met kinderen die reeds op De Waterwilg zitten, zullen door
middel van berichtgeving in de Nieuwsbrief worden geïnformeerd
dat zij de overige kinderen van het gezin tijdig moeten aanmelden.
De inschrijving blijft de verantwoordelijkheid van de ouders.
• Ouders met kinderen op De Waterwilg hebben niet automatisch recht
van plaatsing voor overige kinderen van het gezin.
• Op grond van een Onderwijskundig Rapport (OKR) en overleg met de
vertrekkende school kan een leerling worden aangenomen of niet.
De aanname van kinderen met specifieke onderwijsbehoeftenElk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra onder-
steuning nodig hebben. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is
het Passend Onderwijs ingevoerd. Met Passend Onderwijs streven wij
ernaar dat zoveel mogelijk leerlingen regulier onderwijs volgen. Mocht
blijken dat de school hiertoe zonder verdere hulp niet in staat is, dan
wordt in samenspraak met de ouder voor advies contact opgenomen
met de LOA (Lokale Ondersteunings Adviseur). Deze is werkzaam voor
het samenwerkingsverband. Samen wordt gekeken naar de onderwijs-
behoeften van het kind en wordt in kaart gebracht welke mogelijkheden
er zijn om het kind zo goed mogelijk te ondersteunen/begeleiden.
Mocht het kind meer hulp nodig hebben dan de basisondersteuning
voorschrijft, dan zal samen met de ouders een zorgarrangement worden
aangevraagd. Het aanvragen van een zorgarrangement richt zich op
ondersteuning op maat op de reguliere basisschool of op een speciale
lesplaats in het Speciaal (basis) Onderwijs. Voor de clusters 1 en 2 wordt
dit anders geregeld. De begeleiding voor kinderen met visuele beperkin-
gen (Cluster 1) blijft bestaan in de huidige vorm. Het onderwijs in cluster
2 is bedoeld voor kinderen met een auditieve en/of communicatieve
beperking. De cluster 2-scholen vallen niet onder een samenwerkings-
verband, maar werken wel samen met de samenwerkingsverbanden
passend onderwijs om de ondersteuning aan leerlingen met een audi-
tieve en/of communicatie beperking goed te kunnen realiseren. Graag
verwijzen wij u naar Hoofdstuk 4 voor een meer uitvoerige uitleg over
Passend Onderwijs.
3.2.1. Regeling schorsing en verwijdering In overleg met de MR is er een regeling schorsing en verwijdering
opgesteld. U vindt het protocol op de site van de school.
Gedrag van leerlingen Hoe wij omgaan met ongewenst gedrag van een leerling staat in de
escalatieladder beschreven. Onder ongewenst gedrag verstaan wij: Je
niet houden aan schoolregels of klassenafspraken zoals bijvoorbeeld:
‘Je bent stil als de leerkracht instructie geeft’.
De escalatieladder is goedgekeurd door de MR. Wanneer het escalatie-
punt is bereikt, ontvangt u als ouder een brief. Het gevolg van deze brief
is dat de leerling de dag volgend op de brief of direct na het incident,
niet kan werken in de eigen groep en ergens anders moet werken bv.
in de teamkamer of een IB-ruimte.
Wanneer op een ander moment het escalatiepunt wederom door de
leerling bereikt is krijgt de leerling een tweede brief en kan wederom
werken in een andere ruimte. Wanneer een leerling voor de derde
keer de escalatieladder heeft doorlopen, wordt er contact opgenomen
met de leerplichtambtenaar van de Gemeente Pijnacker-Nootdorp. De
leerling wordt dan geschorst voor 1 dag. Na deze dag wordt de leerling
weer toegelaten op school.
Wanneer blijkt, dat een leerling veelvuldig in de escalatieladder komt,
worden de ouders hierover schriftelijk of mondeling geïnformeerd. In
het geval van ernstige gedragsincidenten van een leerling of ouder, kan
de directie direct tot schorsing overgaan. Onder ernstige gedragsinci-
denten verstaan wij onder andere bedreigingen (in woord of schrift) en
fysiek geweld. Wanneer schorsing niet leidt tot een verbetering van het
gedrag zal er overgegaan worden tot een schorsing voor onbepaalde tijd
of verwijdering van school. De leerplichtambtenaar gemeente Pijnac-
ker-Nootdorp en het Bestuur Lucasonderwijs worden hiervan op de
hoogte gesteld.
N.B. in het protocol schorsen en verwijderen, dat is opgenomen in het
pestprotocol, staat expliciet vermeld, dat een leerling van De Water-
wilg of de ouders van een leerling verwijderd kunnen worden, bij het
niet naleven van de leefregels van De Waterwilg. Bij gebruik van de
escalatieladder voor een leerling wordt er een verslag gemaakt in ons
digitaal dossier ESIS. Zo vindt dossiervorming plaats.
3.2.2. Burgerservicenummer Sinds 1 februari 2006 zijn alle scholen wettelijk verplicht volgens de
WON (Wet op het Onderwijs) om bij inschrijving van nieuwe leerlin-
gen het Burgerservicenummer te registreren. Graag ontvangen wij bij
inschrijving een kopie van het officiële document van de belastingdienst
waarop het sofinummer van uw kind staat vermeld (kopie van een
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
16
eigen identiteitskaart van uw kind, een eigen paspoort van uw kind of
een uittreksel uit het bevolkingsregister waarop het sofinummer staat
vermeld mag ook). Kinderen die geen BSN hebben zullen, als het zover
is en er werkelijk leerlinggegevens worden uitgewisseld, een onder-
wijsnummer krijgen. Het opnemen van het Burgerservicenummer in
de leerlingenadministratie is noodzakelijk, omdat er een uitwisselings-
proces van leerlinggegevens tussen school en de overheid (Informatie
Beheer Groep) is in het kader van de bekostiging van de school.
3.3. Organisatie
3.3.1. Organisatie in de kleuterbouw Kleuters leren al doende tijdens hun spel. De leerkracht speelt hierop
in door ervoor te zorgen dat de kinderen zich prettig voelen en door
kinderen materialen aan te bieden waarmee zij zich goed kunnen ont-
wikkelen. Materialen waarmee zij hun zintuigen oefenen en begrippen
leren hanteren. Door bijvoorbeeld met een kleurenlotto te spelen leert
een kind goed te kijken, kleuren te onderscheiden en te benoemen.
Door in de bouwhoek te spelen leert een kind met anderen samen-
werken, met hoeveelheden te werken, afmetingen te schatten enz.
Behalve dat het kind veel van zijn eigen ervaringen leert, leert het kind
ook van anderen: van de kinderen uit zijn groep en van de leerkracht.
Zoals eerder vermeld zitten op De Waterwilg jongste en oudste kleuters
bij elkaar in een groep. Hier hebben wij bewust voor gekozen omdat
kinderen op deze leeftijd veel van elkaar leren. In principe stromen alle
kinderen die in juli en augustus jarig zijn in na de zomervakantie. Deze
leerlingen worden uitgenodigd voor het centrale wenmoment. Daar het
schooljaar 17 juli eindigt, stromen ook de kinderen die na 19 juni jarig
zijn in na de zomervakantie. De kinderen die in de overige maanden
jarig zijn (met uitzondering van december) worden ongeveer 5 weken
voor de verjaardag uitgenodigd om te komen wennen in de groep.
De eerste schooldag van de leerling is dan de eerste (school)dag na
de verjaardag. Door alle drukte rondom Sinterklaas en Kerst laten wij
geen leerlingen wennen in de maand december. U ontvangt dan een
wenkaartje waarop staat wanneer de leerling in november of januari
kan komen wennen. Wat betreft het schooljaar 2020-2021 stromen de
kinderen die jarig zijn t/m 30 september gelijk in. Zij nemen deel aan
het centrale wenmoment. In de kleutergroepen wordt rond thema’s
gewerkt. Een thema staat gedurende enkele weken centraal. Vanuit
de kring starten de activiteiten. Daarbij komt een veelheid van taal-,
reken- en knutselactiviteiten aan bod. Natuurlijk zingen wij veel liedjes,
die met het thema te maken hebben en komen er ook andere muzikale
aspecten aan bod, bijvoorbeeld een dansje. Kinderen kunnen ook zelf
een onderwerp aandragen. Als hun interesse naar een bepaald thema
uitgaat, proberen wij daar zoveel mogelijk op in te spelen. Thema’s
als Sint, Kerst, Pasen en de seizoenen komen vanzelfsprekend ieder
jaar aan bod. In de kleutergroepen werken wij met een keuzebord.
Op dit bord kunnen de kleuters kiezen welke activiteit zij gaan doen
tijdens de speelwerktijd. Elke kleuter heeft een naamkaartje met een
eigen ‘plaatje’, die onder de gekozen activiteit wordt gehangen. Op het
keuzebord geeft de leerkracht aan hoeveel leerlingen maximaal een
bepaalde activiteit, bijvoorbeeld ‘bouwhoek’, kunnen kiezen.
Om de leerkracht de gelegenheid te geven één of enkele kleuters te kun-
nen helpen, werken wij met het principe van uitgestelde aandacht. Door
middel van een afgesproken teken laat de leerkracht de kleuters weten
dat zij haar even niets kunnen vragen. De leerkracht loopt dan door
de klas of geeft instructie aan één kind of klein groepje kinderen. Het
teken van uitgestelde aandacht kan per groep verschillen, bijvoorbeeld
de leerkracht draagt een speciale ketting of het verkeerslicht staat op
‘rood’. Zo worden kleuters uitgedaagd zelfstandig aan de slag te gaan.
In de kleuterperiode oefenen wij ook met het zogenaamde ‘vragen-
kaartje’. Met het gekleurde kaartje kan de kleuter aangeven of het een
vraag heeft voor de leerkracht. Het vragenkaartje is ook een middel om
de kleuters te leren omgaan met uitgestelde aandacht en hen voor te
bereiden op het schoolse leren in groep 3 en hoger.
In de klas praten en lezen wij veel met de kinderen, zodat zij gaandeweg
hun woordenschat uitbreiden, taal hierdoor beter leren begrijpen en
goed leren spreken. Naarmate kleuters taalvaardiger worden, ontwikke-
len zij een taalbewustzijn. Dat wil zeggen dat kinderen leren nadenken
over vormaspecten van taal. Het ontwikkelen van dit bewustzijn is van
groot belang in het proces van leren lezen en schrijven. Dat is de reden
waarom wij al in de kleutergroepen gerichte aandacht besteden aan
de ontwikkeling van dit taalbewustzijn. De kinderen worden zo goed
voorbereid op het latere lees- en schrijfonderwijs.
In kleuterperiode verwerven kleuters zich - in de context van voor hen
betekenisvolle situaties; geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten
en vormen. Zij leren ‘rekentaal’ gebruiken en raken gaandeweg begin-
nend ‘gecijferd’. De activiteiten die worden aangeboden, sluiten aan
bij de belangstelling die de kinderen van groep 1 en 2 gaan vertonen
voor onderwerpen als ‘tellen en aantallen’, ‘meten’ (in de ruimste zin
van het woord) en ‘meetkunde’ (het verkennen van de ruimte).
In de kleuterperiode wordt gewerkt aan de zithouding, de pengreep,
de papierhantering en het van links naar rechts werken. Hierbij wordt
(o.a.) gebruik gemaakt van oefeningen uit de methode “Schrijfdans.”
We vinden het heel belangrijk dat de kinderen voldoende ruimte krij-
gen om te bewegen. Leren en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden bij jonge kinderen. Daarom gaan de kinderen iedere dag
gymmen of buiten spelen. De gymlessen worden gegeven in de speel-
zaal en in de sporthal ’s-Gravenhout. De groepsleerkrachten of leer-
kracht bewegingsonderwijs verzorgen de gymlessen van de kleuters.
De meeste kinderen zitten ruim twee jaar in een kleutergroep. Dat is
afhankelijk van hun geboortedatum, hun aard en aanleg. Nauwkeurig
volgen wij de ontwikkeling van de kleuter door middel van observaties
en toets gegevens. Wij maken hiervoor gebruik van het leerlingvolgsys-
teem KIJK! Tijdens de gespreksmomenten voor de kleuters bespreken
wij met de ouders hoe het kind zich ontwikkelt. Leerkracht en ouders
vullen voorafgaand aan de tafeltjesavond een KIJK! Lijst in. Ouders
van oudste kleuters (groep 2) ontvangen tijdens de tafeltjesavond een
rapport met een schriftelijk verslag van de ontwikkeling.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
17
Tegenwoordig heeft de overgang van een kleuter naar groep 3 niet
zozeer te maken met leeftijd, maar met de ontwikkeling die de kleuter
heeft doorgemaakt. De inspectie stelt de school de vraag of per indi-
viduele leerling de overgang naar groep 3 wordt bekeken, los van de
geboortedatum.
Herfstleerlingen Er zijn scholen die een leeftijdsgrens hanteren voor de overgang naar
groep 3. Die leeftijdsgrens komt voort uit een regeling voor de over-
gang van de kleuterschool naar de lagere school die tot 1985 bestond.
Volgens die regeling moest een kleuter vóór 1 oktober zes jaar zijn om
naar de lagere school (nu dus groep 3) te kunnen gaan. In 1985 zijn de
kleuterschool en de lagere school samengevoegd tot de basisschool en
sindsdien is de datum van 1 oktober afgeschaft. De Wet op het Primair
Onderwijs (WPO) schrijft voor dat het kind recht heeft op een onon-
derbroken ontwikkeling en dat de basisschool doorlopen moet kunnen
worden binnen acht jaar. Kleuters die voor januari gestart zijn op school,
zouden dus in beginsel aan het einde van het schooljaar kunnen door-
stromen naar groep 2 en een jaar later naar groep 3. Met de formulering
‘in beginsel’ bedoelen wij dat op De Waterwilg de doorstroming altijd
vanuit de ontwikkeling van de kleuter wordt bekeken. De school kijkt
niet alleen naar de werkhouding en de cognitieve ontwikkeling maar
ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Is de leerling ‘klaar’ voor
de methodische, schoolse manier van werken in groep 3?
Boekenpret Dit schooljaar doet de school weer mee met het project Boekenpret.
Boekenpret is een leesbevorderingsproject voor peuters en kleuters.
Het moedigt kinderen en hun ouders aan te genieten van het samen
lezen. Zo wordt de taalontwikkeling gestimuleerd. Er wordt in de klas
gewerkt met themakisten die door medewerkers van de bibliotheek
zijn samengesteld. In de themakisten zitten (voor)leesboeken, speel- en
leermateriaal over een bepaald onderwerp en logeerboeken. Iedere
kleuter mag een logeerboek lenen en thuis lezen. Voorbeelden van the-
ma’s zijn: slapen, verkeer en vervoer, pesten, natuur, familie en wonen.
Door middel van een roulatiesysteem kunnen kleutergroepen drie keer
per jaar één themakist van de bibliotheek lenen. De leerkrachten kie-
zen aan het begin van het schooljaar geschikte onderwerpen voor hun
groep. De themakisten moeten worden opgehaald bij de bibliotheek in
Pijnacker. Wij doen, via de klasouder, graag een beroep op u om ons te
helpen met het ophalen en terugbrengen van de materialen.
Kleuterleerlingvolgsysteem Als ouder of verzorger bent u zeer betrokken bij de ontwikkeling van
uw kind, en wilt u goed geïnformeerd worden. Ons uitgangspunt is dat
zowel uw visie als die van de leerkracht van belang is om de ontwikke-
ling van uw kind goed te kunnen begeleiden. Tijdens de gesprekken in
februari en juni/juli zullen wij aan de hand van de KIJK! Lijsten voor leer-
kracht en ouders de actuele ontwikkeling van uw kind met u bespreken.
U kunt als ouders vragen hebben over zaken waar de leerkracht geen
weet van heeft en omgekeerd kan de leerkracht iets zijn opgevallen
dat voor ouders nieuw is. Ouders en leerkracht vormen twee essen-
tiële informatiebronnen die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor
opvoeding én leren. KIJK! is een systeem waarmee de leerkracht, op
basis van haar professionele observatie, per ontwikkelingsaspect kan
aangeven in welke ontwikkelingsfase het individuele kind zich bevindt.
De leerkracht observeert het kind in verschillende situaties en houdt
rekening met de leeftijd van het kind. Het gaat om een gemiddelde
indruk over een langere periode. Wanneer de ontwikkeling van uw
kind binnen de marge van plus en min 6 maanden rondom de kalender-
leeftijd ligt wordt dit beschouwd als ‘gemiddeld’. Kleuters ontwikkelen
zich sprongsgewijs, op deze manier wordt hiermee recht gedaan aan
de specifieke wijze van ontwikkelen van jonge kinderen. In samenhang
met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid en eventuele
risicofactoren ontstaat dan een compleet beeld van de ontwikkeling.
Aan de hand hiervan maakt de leerkracht keuzes op pedagogisch, didac-
tisch en organisatorisch gebied. Onderstaande informatie geeft u een
beeld van wat bedoeld wordt met de basiskenmerken van het kind, de
betrokkenheid en eventuele risicofactoren. De leerkracht observeert de
basiskenmerken van een kind. Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich
goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig naar de wereld
om hem heen. Nieuwe dingen schrikken hem niet af, maar zijn juist inte-
ressant en vormen een uitdaging om spelenderwijs te ontdekken en te
ervaren. Voorbeelden van wat de leerkracht observeert is of een kind
zelf keuzes durft te maken en of het meedoet met een kringgesprek. De
leerkracht observeert de betrokkenheid van het kind. Dat zegt iets over
de mate waarin een kind geboeid is, vol overgave bezig is. Het richt alle
aandacht op de bezigheid van dat moment en vergeet als het ware de
tijd en de wereld om zich heen. Het kind is gedreven om ergens greep
op te krijgen, iets voor elkaar te krijgen. Deze gedrevenheid komt voort
uit een natuurlijke nieuwsgierigheid. Een kind dat betrokken bezig is,
ontwikkelt zich. Een voorbeeld van wat de eerkracht beoordeelt is of
een kind enthousiast reageert bij een activiteit, opdracht of spel. De
leerkracht observeert opvallende kenmerken. Sommige kenmerken in
het doen en laten van kinderen zijn zo sterk en overheersend aanwezig
dat zij een voorspoedige ontwikkeling bemoeilijken of zelfs in de weg
staan. Voorbeelden hiervan zijn: impulsiviteit, passiviteit, gebrekkige
analyse en structurering (moeite met het ordenen en verwerken van
informatie), moeite met het toepassen van het geleerde in nieuwe
situaties of snel vermoeid zijn. Daarnaast observeert de leerkracht nog
17 andere ontwikkelingsaspecten van het kind.
Peuterestafette De peuterestafette is een overdrachtsinstrument waarmee de overgang
van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf naar de basisschool kan wor-
den vergemakkelijkt. Het beoogt de samenwerking tussen voorschool
en basisschool te versterken, zodat het kind snel kan wennen op de
basisschool. In de peuterestafette worden observaties van individuele
peuters op een tweetal momenten in de voorschoolse periode vastge-
legd. Deze estafette gaat met het kind ‘mee’ naar het basisonderwijs.
Voor de schoolstart ontvangt de school, als ouders daar toestemming
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
18
voor geven, het overdrachtsinstrument. Soms zal er sprake zijn van
een zgn. ‘warme overdracht’ tussen voorschool en basisschool. Daarbij
lichten de leidsters van de voorschool de peuterestafette mondeling toe
aan de leerkracht; dit gebeurt alleen met toestemming van de ouders.
3.3.1.1. Praktische zaken groep 1-2
a. Wennen. Voordat uw kind 4 jaar wordt, mag het twee keer een
ochtend komen wennen. Ongeveer vijf weken voordat uw kind 4
jaar wordt, krijgt uw kind een uitnodiging voor de wenochtenden
(overblijven is hierbij niet van toepassing). Indien de data genoemd
in de uitnodiging u niet uitkomen, dan is het prettig wanneer u zelf
contact opneemt, via de administratie, met de desbetreffende leer-
kracht. De dag waarop uw kind voor het eerst komt wennen, krijgt u
een envelop met een aantal praktische formulieren en een schrijven
over de ouderbijdrage.
De kinderen die in juli en augustus 4 jaar worden, worden uitgeno-
digd voor een centraal wenmoment, aan het einde van het school-
jaar. Zij kunnen dan een uurtje kennismaken met hun klasgenootjes,
hun nieuwe lokaal en vooral met de juf. Voor de ouders staat er
tijdens dit kennismakingsuurtje een kopje koffie of thee klaar en is er
uitleg over het reilen en zeilen op de eerste schooldag. Voor kinderen
die in juni of september jarig zijn, hangt de start af van wanneer de
zomervakantie in het jaar valt. U ontvangt een uitnodiging voor het
centrale wenmoment of een wenkaartje van de leerkracht.
In verband met de vele activiteiten die er altijd plaatsvinden in de
maand december hebben wij intern afgesproken, dat in die maand
kinderen niet kunnen komen wennen. Kinderen die in december 4
jaar worden, komen wennen in november. Kinderen die in januari 4
jaar worden, komen wennen in november of januari afhankelijk van
hun geboortedatum. Dit wordt vooraf overlegd met de ouders.
Na ongeveer 6 weken nodigen wij u uit voor een gesprekje na school-
tijd om het intredeformulier met u te bespreken. Zo weten wij, als
leerkrachten, meer over de achtergrond van het kind en heeft u, als
ouder, de gelegenheid om vragen te stellen over eventuele onduide-
lijkheden of praktische zaken. De leerkracht vertelt u hoe uw kind
de eerste weken op school heeft beleefd.
Zindelijkheid
Als uw kind naar de basisschool gaat, moet uw kind zindelijk zijn. Het
is fijn als uw kind zelfstandig naar het toilet kan gaan en daarbij geen
hulp meer nodig heeft. Als er een medische reden is waarom uw
kind nog niet zindelijk is, dan dient u dit voor de schoolstart aan te
geven, bijvoorbeeld op het vragenformulier of bij het wenmoment.
Een ongelukje kan altijd gebeuren, om die reden zijn schoon onder-
en bovengoed op school aanwezig. Als een kind niet zindelijk blijkt te
zijn als het is ingestroomd als vierjarige dan nodigt de leerkracht de
ouders uit voor gesprek. Wij verwachten dat ouders eraan werken dat
het kind zo snel mogelijk zindelijk wordt. Als school willen wij hierbij
ondersteunen. Indien gewenst kunnen wij verwijzen naar bijvoorbeeld
de schoolarts, de huisarts of de schoolmaatschappelijk werker.
Het is gebruikelijk dat een 4-jarig kind gedurende de hele week
op school is. Regelmaat is belangrijk voor kinderen. Mochten er
problemen ontstaan, dan kunnen er onderlinge afspraken gemaakt
worden.
b. Eten en drinken. De kinderen mogen een beker met een melkpro-
duct of vruchtensap meenemen. Wilt u op de beker de naam van
uw kind zetten? Als uw kind behoefte heeft aan fruit, wilt u het dan
schoongemaakt en kleingesneden meegeven in een bakje met naam
er op? Snoep en koek zijn niet toegestaan. De bakjes voor het eten
en de bekers voor het drinken blijven in de tas van de leerling zitten.
Wij hebben geen schoolmelk.
c. Gym. Tijdens de toestel en spellessen dragen de kinderen gym-
schoenen. In verband met de veiligheid van uw kind en om te voor-
komen dat veel tijd verloren gaat, vragen wij u voor deze lessen
instapschoenen aan te schaffen met klittenband. Echte sportschoe-
nen met harde zolen, zijn niet nodig. Wilt u de naam van uw kind
in de schoenen schrijven? De gymschoenen blijven het hele jaar op
school. Kindervoetjes groeien! Wilt u regelmatig controleren of de
gymschoenen van uw kind nog goed passen? De kinderen krijgen
een gymtas van school. De kinderen gymmen in hun ondergoed,
speciale sportkleding is niet nodig. De gymlessen vinden plaats in
het speellokaal en/of in de sporthal ’s-Gravenhout. Op deze manier
gymmen onze kleuters 4 keer per week. De lessen worden gegeven
door de groepsleerkracht of leerkracht bewegingsonderwijs
d. Verjaardagen. De vierde verjaardag vieren wij niet op school. Voor
kinderen die 4 jaar worden en net bij ons op school komen is het
fijner als de verjaardag thuis wordt gevierd, op het kinderdagverblijf
of op de peuterspeelzaal. Een nieuwe 4-jarige leerling krijgt al zoveel
indrukken te verwerken en kent de nieuwe kinderen van zijn klas
nog niet, het is dan fijn om je verjaardag te vieren in een vertrouwde
omgeving.
Als uw kind 5 jaar wordt, mag het op school trakteren. Onze voorkeur
gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij constateren, dat ouders
veel werk maken van een traktatie en in de traktatie cadeautjes
verwerken voor de medeleerlingen. Wij verzoeken u met klem de
traktatie eenvoudig en gezond te houden, het gaat om het plezier
van het uitdelen. Daarnaast mag de jarige met twee kinderen de
klassen rond. Wilt u overleggen met de groepsleerkracht wanneer
u wilt trakteren? Wij vieren de verjaardag van uw kind met elkaar in
de klas, zonder u als ouder. Uiteraard maken wij wel een foto, als u
dat prettig vindt. Daarnaast stellen wij het op prijs als u buiten school
om, de uitnodigingen voor het kinderfeestje zou willen geven. Dit
om teleurstellingen te voorkomen.
e. Verjaardag van de leerkracht. Als de leerkracht jarig is, is het feest.
In de kleuterbouw viert elke kleutergroep de verjaardag van de leer-
kracht afzonderlijk. Elke leerkracht zal de verjaardag anders invullen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
19
De leerlingen mogen op de verjaardag van de leerkracht verkleed
naar school komen. Soms is het handig dat de klasouders assisteren
bij het vieren van de verjaardag, maar het kan ook zijn dat dit niet het
geval is. Dit is afhankelijk van wat de groepsleerkracht aangeeft. De
leerkracht zal u hierover informeren.
f. Inloopochtenden en Kijkmiddag. Zoals u hiervoor hebt kunnen lezen
organiseren wij ieder schooljaar 2 inloopochtenden. Deze momenten
staan op de kalender. Aan het begin van de ochtend zijn alle ouders
van harte welkom. Wij vinden het belangrijk u te informeren en
te laten zien wat er allemaal in de klas gebeurt. Gedurende drie
kwartier heeft u als ouder de gelegenheid om samen met uw kind
werkjes te bekijken en/of spelletjes te doen. In de kleuterperiode
bieden wij u ook de mogelijkheid om een middag in de klas te komen
kijken. Op deze manier kunt u zelf ervaren hoe er in de groep van uw
kind wordt gewerkt. Voor een middag worden maximaal 2 ouders
uitgenodigd. Via een mededeling op het prikbord bij het klaslokaal
kunt u zich inschrijven.
g. Contact- en rapportagemomenten. Naast het intredegesprek voor
ouders van nieuwe kleuters, zijn er voor de ouders van kleuters twee
vaste contact- en rapportagemomenten per jaar: in februari en in juni
(of juli, afhankelijk van de start van de zomervakantie). Tijdens het
gesprek informeren ouders en leerkracht elkaar over de ontwikkeling
van het kind. Onze observatiemethode voor kleuters KIJK! fungeert
als kapstok voor de beschrijving van de ontwikkeling. Wij vinden een
goede samenwerking tussen school en ouders van belang. Daarom
vragen wij u voorafgaand aan het gesprek een zogenaamde KIJK! Lijst
voor ouders in te vullen. De leerkracht vult ook een KIJK! Lijst in. De
KIJK! Lijsten zijn een middel om richting te geven aan de inhoud van
het gesprek. Doorgaans zullen de gesprekken 15 minuten duren.
Van tevoren krijgt u een uitnodiging voor het gesprek; de school deelt
de dag en de tijd in. Helaas kunnen wij geen rekening houden met
voorkeursdagen en tijden. De eerste ronde vindt plaats in februari
2019. De tweede ronde vindt plaats in juni 2019. Er zijn altijd twee mid-
dagen/avonden, omdat wij op één middag/ avond niet alle gesprekken
kunnen voeren. De informatievoorziening aan gescheiden ouders,
is beschreven in het protocol School en scheiding. Naast de vaste
momenten, voeren de kleuterleerkrachten gedurende het schooljaar
gesprekken met ouders wanneer daar aanleiding toe is. Deze gesprek-
ken kunnen zowel op initiatief van de leerkracht als op initiatief van
de ouders plaatsvinden.
h. Halen en brengen. Ouders van de kinderen uit groep 1-2 kunnen
zowel ’s morgens als ’s middags hun kind tot aan de klassendeur
brengen. De eerste schooldag mogen de ouders wel even naar bin-
nen om te kijken waar het plekje van het kind is. Gezien de smalle
toegangsdeuren en de drukte ’s ochtends in de gangen, kunnen wij
kinderwagens helaas niet toestaan. Dit belemmert de doorstroming.
Wij rekenen op uw begrip voor dit besluit. Wanneer de school uit-
gaat, zowel ‘s morgens als ’s middags, kunt u niet in de gang wachten.
Dit wordt voor de leerkrachten te onoverzichtelijk. Wij vragen u
buiten te wachten.
Elke klas heeft een symbool. Dit symbool herkent u op het prikbord
bij de groep en dit symbool staat ook geschilderd op de speelplaats.
De kinderen uit de groepen 1-2 komen 5 minuten eerder naar buiten;
om 11.55 en om 15.25 uur. Op woensdag staan de kinderen om 11.30
uur klaar. De groep gaat dan bij hun symbool staan. Wanneer u uw
kind niet zelf komt halen, dan moet u ’s ochtends bij aanvang van de
school op een formulier (dat hangt op het prikbord bij de entreedeur
van het lokaal) invullen met wie uw kind tussen de middag of na
schooltijd meegaat. Wij verzoeken u vriendelijk op tijd uw kind(eren)
te halen en te brengen. Veelvuldig te laat komen wordt gemeld aan
de leerplichtambtenaar.
i. Informatieavond. Er zijn twee 2 informatieavonden, aan het begin
van het schooljaar en in januari. Deze laatste avond is er voor ouders
van kinderen die in het schooljaar instromen vanaf december t/m
het einde van het schooljaar.
j. Gedragscode Kledingprotocol. Voortvloeiend uit de leefregels van
de school is een gedragscode ten aanzien van kleding opgesteld.
De school geeft daarin aan dat hoofddeksels, in welke vorm dan
ook, niet op school zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de
commissie gelijke behandeling, de juridische afdeling van het bestuur
Lucasonderwijs en aan de MR.
k. Bibliotheek bezoek. De kleutergroepen doen mee met ‘klassikaal
lenen’. Dat betekent dat de kleutergroepen regelmatig de bibliotheek
bezoeken. Zo komen kinderen in aanraking met zelf boeken kiezen
en lezen. De groep bezoekt met de leerkracht en enkele hulpouders
de bibliotheek in Nootdorp. De kinderen zoeken zelf een boek uit
en nemen dat mee naar school. Deze boeken mogen de kinderen
voor een aantal weken in de klas houden. De boeken worden ook
klassikaal weer geruild.
l. Vader- en moederdag. In de kleutergroepen besteden wij aandacht
aan vader- en moederdag. Wij leren een versje of een liedje en
maken mooie cadeaus om de papa’s en de mama’s te verwennen.
3.3.2. Algemene gegevens en basisvaardigheden voor de groepen 3 t/m 8
Binnen de organisatie van een school hebben de leerlingen recht op
voldoende uren onderwijs (onderwijstijd). Daarom heeft de overheid
de hoeveelheid uren les (normuren) vastgesteld. Een overzicht hiervan
kunt u vinden op de website www.scholenopdekaart.nl onder het kopje
Algemeen. Hieronder kunt u lezen hoe deze onderwijstijd wordt ingezet.
a. Jarig zijn. Onze voorkeur gaat uit naar een gezonde traktatie. Wij
constateren, dat ouders veel werk maken van een traktatie en in de
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
20
traktatie cadeautjes verwerken voor de mede leerling. Wij verzoeken
u met klem de traktatie eenvoudig en gezond te houden. Wilt u over-
leggen met de groepsleerkracht wanneer u wilt trakteren? De jarige
mag met 2 kinderen de klassen rond, een vriendje/vriendinnetje en
een leerling die gekozen wordt door de leerkracht. Zo komen alle
kinderen aan bod om de klassen rond te gaan. Deze afspraak geldt
in de groepen 7 en 8 niet.
b. Rapporten. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen 2 rapporten in
een schooljaar namelijk in februari en juli. De leerlingen van groep
8 zullen het eerste rapport in december ontvangen en het tweede
rapport in juli.
Op het rapport van groep 3 komen alleen waarderingen (M, V, RV, G)
te staan. Vanaf groep 4 komen hier ook cijfers bij.
Het rapport ontvangt u in een map. De map krijgt u voor het eerst
mee in de kleuterperiode en wordt vervolgens jaarlijks doorgegeven.
Op deze manier heeft u alle rapporten van uw kind bij elkaar.
Bent u de map kwijt, dan brengen wij een bedrag van € 10,00 in
rekening voor de aanschaf van een nieuwe map.
c. Contact en rapportage momenten. Om beter recht te doen aan de
behoefte en afstemming tussen ouders en school heeft de school
onderstaande cyclus::
Startgesprekken september zijn voor alle ouders van groep 3 t/m 8. Wij
verwachten alle ouders voor deze gesprekken op school. U ontvangt
hiervoor een uitnodiging. De duur van dit gesprek is ca. 10 minuten.
De startgesprekken kennen een ander karakter dan de traditionele
10-minutengesprekken. Wij willen graag met u in gesprek over de kwa-
liteiten van uw kind. Ouders en leerkrachten maken kennis met elkaar
en wederzijds kunnen daarbij verwachtingen worden uitgesproken,
zorgen worden gedeeld of vragen worden gesteld over uw kind.
Voortgangsgesprek in november voor alle ouders van groep 3 t/m 7.
Tijdens dit gesprek wordt de voortgang van uw zoon/dochter bespro-
ken aan de hand van school-, toets- en/of Snappet resultaten en wat
verder ter tafel komt.
Het rapportgesprek in maart is voor alle ouders van de groepen 3
t/m 7. De leerlingen van groep 5 t/m 7 mogen hierbij aanwezig zijn.
Dit gesprek wordt gehouden nadat de toetsen van het leerling-
volgsysteem (LOVS) zijn afgenomen. De getoetste resultaten wor-
den daarbij besproken. Het rapportgesprek heeft een vergelijkbare
inhoud als de traditionele gesprekken.
Het facultatief gesprek aan het einde van het schooljaar vindt plaats
voor ouders van groep 3 t/m 6. Deze gesprekken kunnen zowel plaats-
vinden op initiatief van de leerkracht als op initiatief van de ouders.
Een facultatief gesprek is veelal aan de orde als het, onverwacht, toch
anders met uw kind gaat op school dan eerst werd verwacht.
Bespreking Entreetoets van groep 7
Voor de kinderen van groep 7 volgt een aanpassing van bovenstaand
gespreksschema i.v.m. de bespreking van de entreetoets. De ouders
en leerlingen van groep 7 krijgen in juni een extra gespreksmoment.
Hierin worden de resultaten van de entreetoets besproken en zult
u een voorlopig advies ontvangen van uw zoon/dochter.
Voor de actuele gesprekscyclus en het tijdpad van de overstap van
basisschool naar het voortgezet onderwijs verwijzen wij u naar de site.
Bespreking OKR
In groep 8 ontvangt u een ‘Onderwijskundig Rapport (OKR)’, dit is een
overdrachtsrapport van de basisschool naar het Voortgezet Onderwijs.
Het definitieve schooladvies zal hierin worden meegenomen. Tevens
zal er de Centrale Eindtoets worden afgenomen. In november zullen wij
de CITO afnemen van het LOVS (leerlingvolgsysteem). Mocht er na het
bespreken van de resultaten een bijstelling m.b.t. het voorlopig schoolad-
vies plaatsvinden, dan zullen wij de ouders uitnodigen voor een gesprek.
d. Huiswerk. De school wil in principe voor de leerlingen van de groe-
pen 3 t/m 5 terughoudend omgaan met het geven van huiswerk.
De leerlingen moeten binnen de schooluren kunnen komen tot een
optimaal/voldoende leerrendement. Na schooltijd moeten kinderen
vooral spelen, sporten en allerlei zaken kunnen doen die kinderen
in hun vrije tijd doen. Indien een leerkracht het toch wenselijk vindt
dat een leerling thuis enige extra oefeningen maakt zal dit allereerst
met de betrokken ouders kortgesloten worden.
Vanaf groep 5 krijgen de kinderen de opdracht thuis plaatjes op te
zoeken en uit te printen voor het vak Wereldoriëntatie.
In groep 7 krijgen de kinderen voor het eerst echt huiswerk mee
zoals rekenen, taal of spelling. De kinderen krijgen een week de tijd
om aan het huiswerk te werken. Daarnaast zullen zij ook leerwerk
meekrijgen voor Engels en verkeer. De kinderen krijgen 2 weken de
tijd om hiervoor te leren. Na de kerstvakantie zal ook leerwerk van
de zaakvakken worden meegegeven. Voor deze toets krijgen de
kinderen 1 week leertijd.
In groep 8 zullen de leerlingen als voorbereiding op het Voortgezet
Onderwijs vaker huiswerk meekrijgen dan in groep 7. Ook zal het niet
standaard zo zijn dat de leerlingen het huiswerk vrijdag meekrijgen en
dit weer een week later ingeleverd moeten hebben. Het kan zijn dat
de leerlingen in groep 8 korter de tijd krijgen voor het maak-huiswerk.
Het leerwerk van Engels zal altijd twee weken van te voren worden
opgegeven. Voor de zaakvakken is dit 1 week en daarna volgt een
toets. Ook wordt er van onze groepen 7 en 8 leerlingen verwacht dat
zij thuis aandacht besteden aan het maken van een boekpromotie en
presentatie. In groep 7 en 8 wordt het huiswerk beoordeeld met een
letter (O,M,V,RV,G) en de toetsen van de leervakken (zaakvakken en
Engels) worden beoordeeld met een cijfer beoordeling. In groep 7
mogen leerlingen een onvoldoende nog tot de kerstvakantie herkan-
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
21
sen. Na de kerstvakantie mogen zij dit niet meer. In groep 8 mogen ze
niet meer herkansen. Het behaalde cijfer is definitief. Daarbij hebben
wij afgesproken dat leertoetsen in groep 7 na de kerstvakantie elkaar
mogen overlappen. Wij denken dat deze manier van werken beter zal
aansluiten bij het Voortgezet Onderwijs.
In groep 7 werken wij met een nieuw type agenda. Deze agenda wordt
door de school aangeschaft. Met deze agenda kunnen de kinderen op
een leuke en goede manier leren plannen. De agenda wordt zowel
klassikaal als individueel gebruikt. Wij vragen de ouders om tot de
kerstvakantie het huiswerk te controleren en de agenda te voorzien
met een paraaf om de controle af te vinken. De kinderen van groep
8 moeten zelf een agenda kopen en kijken of zij, dat wat zij geleerd
hebben in groep 7, nu zelf kunnen toepassen. Wij verwachten dat de
leerlingen in groep 8 een agenda met weekoverzicht kopen, hierdoor
kunnen zij de weekplanning van groep 7 blijven toepassen. Dit gebruik
is overzichtelijker voor het plannen van het huiswerk.
e. Eten en drinken. De Waterwilg is een ‘Afvalvrije school’ en daarom
mag eten en drinken alleen worden meegegeven in een beker en
bakje. Plastic zakjes en aluminiumfolie zijn slecht voor het milieu en
geven veel afval. Het is belangrijk dat de kinderen gezonde voeding
nuttigen. Tijdens het 10-uurtje eten de kinderen fruit in de klas.
Snoep, koek e.d. is niet toegestaan. Kinderen in groep 7 en 8 ver-
bruiken al veel energie en mogen daarom een boterham met gezond
beleg meenemen. Wilt u op de beker en bakje de naam van uw kind
zetten? Als u zoon/dochter om 08.30 op school komt, blijft het eten
en drinken in de tas van uw kind.
f. Boekpromoties en presentaties. Jaarlijks houden de kinderen vanaf
groep 4 t/m 8 een boekpromotie. Bij een boekpromotie promoot het
kind een boek op zo’n manier waardoor de ander wordt geprikkeld,
geïnteresseerd in het boek wat tot lezen leidt. Tevens maakt het kind
een creatief product. Denk hierbij aan een maquette, een filmpje,
etc. Leesbevordering is erg belangrijk in het leesproces bij kinderen.
Onderzoeken wijzen uit dat kinderen die meer lezen, een grotere
woordenschat hebben en betere resultaten halen. Vanaf groep 5
houden de kinderen ook een presentatie. Bij een presentatie werkt
het kind zijn favoriete onderwerp nader uit en krijgt het de gele-
genheid om dit voor de groep te presenteren. De kinderen krijgen
hierbij veel vrijheid om hun creativiteit en talent te gebruiken en
mogen zelf een pakkende presentatievorm bedenken.
g. Workshops. De workshops vinden plaats bij de groepen 4, 5 en 6.
De leerkracht geeft de workshop eerst in zijn/haar eigen groep en
vervolgens in de andere groepen. Onderdelen waren daarbij; tim-
meren, tekenen, druktechnieken, muziek, dans, drama en ICT-vaar-
digheden. Op deze wijze maken wij gebruik van de competentie van
de leerkracht. Het komend jaar zal de workshop blijven, maar dan in
een cyclus van 3 weken en de vierde week geeft de leerkracht een
creativiteit in zijn eigen klas.
h. Mobiele telefoons. Deze zijn niet meer weg te denken uit de hui-
dige samenleving. Wij merken, dat steeds meer kinderen mobiele
apparatuur bij zich hebben. Nu kunnen wij ons voorstellen dat het
in sommige gevallen goed is als iemand een telefoon bij zich heeft
om in noodgevallen (onderweg naar school of naar huis) te kunnen
bellen. Zeker voor kinderen die wat verder weg wonen. Echter de
huidige apparaten beschikken over meer mogelijkheden dan alleen
maar bellen of gebeld worden. Met het toenemen van de digitalise-
ring van onze samenleving is het belangrijk onze leerlingen op een
verantwoorde wijze om te leren gaan met de mogelijkheden die
mobiele apparatuur bieden. Dit valt onder het ontwikkelingsgebied
ICT-geletterdheid wat wij onderwijzen op De Waterwilg. Hiervoor
hoeven de leerlingen niet te beschikken over eigen mobiele appa-
ratuur. Daar waar de onderwijssituatie vraagt om toepassing van
mobiele apparatuur wordt deze apparatuur door de school verzorgd.
Daarom is tijdens schooluren het gebruik maken van privé mobiele
apparatuur storend en niet toegestaan. Wij hanteren daarom de
volgende regel: Het is de verantwoordelijkheid van de kinderen bij
het binnenkomen van de school te zorgen dat de mobiele appara-
tuur wordt uitgezet of in vliegtuigmodus wordt geplaatst. Als (met
enige regelmaat) aan deze afspraak geen gevolg wordt gegeven, zal
de leerkracht het mobieltje tijdelijk innemen. Aan het einde van de
dag krijgt de leerling het mobieltje weer terug. Wij merken echter
ook, dat ouders steeds vaker contact zoeken met hun kind onder
schooltijd. Graag attenderen wij u erop dat uw kind deze berichten
pas na schooltijd kan ontvangen. Wij verzoeken u geen berichtjes
te sturen, dit is niet toegestaan!
Leerlingen blijven verantwoordelijk voor vermissing, zoekraken en
beschadiging. Het niet gebruiken onder schooltijd van de mobiel
geldt niet alleen voor onze leerlingen, maar ook voor de ouders.
Mobiel gebruik is in de school niet toegestaan.
Het maken, delen of op andere wijze verspreiden van audio en/of visu-
ele opnamen en bestanden (zoals bijvoorbeeld foto of film) in school,
op de speelplaats, tijdens de overblijf of bij andere aan school-gere-
lateerde activiteiten mogen alleen plaatsvinden indien er sprake is
van uitdrukkelijke toestemming van het management van de school.
Dit geldt voor alle bezoekers en medewerkers van De Waterwilg. Het
mobiele apparaat wordt bij overtreding van deze afspraak ingenomen.
Verder verwijzen wij naar het Mediaprotocol dat door de leerlingen
van groep 4 t/m 8 en hun ouder(s)/verzorger(s) aan het begin van
het schooljaar wordt ondertekend. Dit protocol kunt u tevens vinden
op de website.
i. Gedragscode. Voortvloeiend uit de leefregels van de school is een
gedragscode ten aanzien van kleding opgesteld. De school geeft
daarin aan dat hoofddeksels, in welke vorm dan ook, niet op school
zijn toegestaan. Dit besluit is voorgelegd aan de commissie gelijke
behandeling, de juridische afdeling van het bestuur Lucasonderwijs
en aan de MR.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
22
j. Vader-en moederdag. Vader- en Moederdag zijn gezinsgebeurtenis-
sen. Bij de groepen 3 t/m 8 besteden wij geen aandacht aan deze
dagen in de vorm van een gedicht en/of cadeautje.
k. Seksuele voorlichting. Het geven van seksuele voorlichting past bij
het leergebied Gezond en Redzaam Gedrag. Dit leergebied is er op
gericht dat leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven
ten aanzien van een gezond en redzaam gedragspatroon, dat past
bij henzelf en de omgeving waarin zij opgroeien.
De Waterwilg maakt gebruik van de digitale methode ‘Kriebels in je
buik’ van de Rutgersstichting. Dit wordt gebruikt in de groepen 7 en 8.
Relaties en Seksualiteit wil kinderen ondersteunen in hun ontwik-
keling tot een persoon die:
• Respect heeft voor zichzelf en anderen.
• Zich bewust is van eigen en andermans gevoelens, wensen, opvat-
tingen en mogelijkheden.
• Beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit.
Bij dit thema wordt gebruik gemaakt van de volgende driedeling:
1. Lichamelijke en emotionele ontwikkeling.
2. Sociale ontwikkeling en relaties.
3. Seksualiteit en gezondheid.
Onderwerpen die in groep 7 en 8 aan de orde komen zijn o.a.: beeld
van jezelf, bloot, ik verander in de puberteit, vriendschap en verliefd-
heid, relaties, wat is seks?, voorbehoedmiddelen, seksueel misbruik.
Via de nieuwsbrief wordt aangeven wanneer er met de lessen rond
seksuele voorlichting wordt gestart. Wij stellen het op prijs als u hier
thuis ook aandacht aan wilt besteden.
l. Groep 8.
De Waterwilg heeft 3 groepen 8. Bij groep 8 horen specifieke onder-
delen en speciale activiteiten:
• Het werken met een eigen agenda en het meer structureel geven
van huiswerk.
• Voorlichting voor ouders over het werken in de groep en het
voortgezet onderwijs tijdens de informatieavond.
• In oktober: Afname van het Drempelonderzoek voor alle kinderen
met een voorlopig VMBO Basis, VMBO Basis/Kader of VMBO Kader
advies.
• In oktober/november*: Afname WISC-V-NL, afhankelijk van de uit-
slag van het Drempelonderzoek. Op de informatieavond ontvangt
u hier meer informatie over.
• In november: Afname CITO LOVS.
• De afname van de Centrale Eindtoets in april.
• Musical groep 8.
• Kamp groep 8.
• Afscheid groep 8.
N.B. De activiteit geaccentueerd met een sterretje* is onder voorbe-
houd. Het Drempelonderzoek wordt niet door de school nagekeken. De
ervaring leert dat het nakijken van het Drempelonderzoek een bepaalde
periode in beslag neemt. Afhankelijk van het vrijgeven van de resultaten,
worden de afnames van de WISC-V-NL gepland.
Het afscheid van de basisschool Met een aantal bijzondere activiteiten nemen de leerlingen afscheid
van De Waterwilg.
Speciale activiteiten:
Het Kerstgala: voor de kinderen van groep 8 vindt een speciaal laatste
kerstdiner plaats. Het kerstgala start om 18.00 uur. ‘s Middags zijn de
kinderen vrij.
De musical: De opvoering van de musical is in CulturA. Per leerling is
een aantal kaarten beschikbaar.
Het kamp: We gaan op kamp van woensdag t/m vrijdag. De dinsdag
voorafgaand aan het kamp zijn de leerlingen vrij. Het kamp is voor
leerlingen en leerkrachten een geweldige gebeurtenis. Wel ervaren
de begeleiders een enorme verantwoordelijkheid ten aanzien van het
welzijn van alle kinderen. Om een goed kamp te kunnen draaien, maken
wij afspraken met de leerlingen en met de ouders. Leerlingen die zich
niet houden aan de afspraken mogen niet langer deelnemen aan het
kamp en zullen door hun ouders gehaald moeten worden. De kamplei-
ding is in bezit van een bewijs van Goed Gedrag.
De afspraak t.a.v. mobieltjes vanuit de school is dat deze niet mee
mogen. De kampleiding neemt een mobiele telefoon mee. Er is een
centraal nummer. Daarnaast kunnen er individuele afspraken gemaakt
worden met ouders en kinderen bijvoorbeeld in het geval van heimwee.
Bezoeken aan het Voortgezet Onderwijs: Veel leerlingen hebben in
groep 7 al een kijkje genomen bij verschillende VO-scholen om zich
alvast te oriënteren. In groep 8 zullen de meeste leerlingen wederom
verschillende scholen bezoeken alvorens tot een definitieve keuze te
komen. Het verkennen van een VO-school vinden wij een taak van de
ouders. De school heeft hier een adviserende rol in en helpt u graag bij
deze verkenning. De Waterwilg bezoekt met de leerlingen geen scholen
voor Voortgezet Onderwijs. U kunt als ouder 2 keer verlof aanvragen
voor het bezoeken van een VO school.
Vanaf schooljaar 2017-2018 hebben ouders de mogelijkheid hun zoon/
dochter in regio Haaglanden op meerdere scholen in te schrijven. Voor
middelbare scholen in de andere regio’s geldt dit niet. Ouders moe-
ten zelf hun zoon/dochter op een school voor Voortgezet Onderwijs
inschrijven.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
23
3.3.2.1. Lezen
Lezen is erg belangrijk. Wie niet goed kan lezen, heeft een achterstand bij
het verwerven van kennis en vaardigheden in alle andere leergebieden.
Technisch lezen is de vaardigheid om lettertekens snel om te zetten in
klanken. Kinderen die een zin vlot hardop kunnen lezen, kunnen meer
tijd en energie vrijmaken om na te denken over de betekenis. Vanwege
het grote belang van technisch lezen voor begrijpend lezen, is het nodig
de vaardigheid in technisch lezen te blijven ontwikkelen. Daarnaast is er
een verband tussen begrip en motivatie: kinderen met veel leesbegrip
lezen graag en kinderen die graag en veel lezen, begrijpen teksten vaak
ook eerder en beter dan minder gemotiveerde lezers.
In groep 3
In groep 3 wordt de start gemaakt met het aanvankelijk lezen. Zo heet
het lezen in deze groep, omdat er begonnen wordt met het aanleren
van de letters. De school maakt gebruik van de nieuwste versie van
Veilig Leren Lezen. De kinderen leren de letters aan de hand van een-
lettergrepige woorden. De letters die zijn aangeboden komen hierna
op het letterbord, zodat ze goed worden ingeprent. De letters worden
meteen ingedeeld in klankgroepen. De kinderen leren ‘zoemend lezen’,
dit houdt in dat zij het woord niet meer in stukjes hakken, maar ze lezen
de eerste klank direct met verlengde klankwaarde en plakken de vol-
gende klank (ook met verlengde klankwaarde) erachter, bijvoorbeeld
het woord mmmaaan.
De nieuwe versie heeft zeer aantrekkelijke en uitnodigende materialen.
De instructie van het lezen wordt gedaan via het Prowisebord met de
leerkracht assistent van Veilig Leren Lezen. Veilig Leren Lezen heeft
ook een eigen computerprogramma, de leerstof van de 12 kernen is
hierin verwerkt. Ook is er een thuisversie met oefensoftware, zodat
de kinderen extra kunnen oefenen als hier behoefte aan is. Wanneer
u toestemming geeft, kan uw e-mail adres gebruikt worden om de
inloggegevens te ontvangen. In de groepen 3 wordt met het begin-
nend leesonderwijs de vinger aan de pols gehouden met de herfst-,
winter-, lente- en eindsignaleringen van de methode Veilig Leren Lezen.
Steeds vaker komen er kinderen in groep 3 die al kunnen lezen. Onze
methode houdt hier rekening mee. Kort na de start in groep 3 wordt
bij die kinderen een toets afgenomen, waarmee wij kunnen bepalen
welke ‘leesleerlijn’ door het kind gevolgd kan worden. ‘Maan’ voor
kinderen die starten met het leesonderwijs en ‘Zon’ voor kinderen die
al goed kunnen lezen. AVI-niveau M3 is hiervoor vereist. Verder staan
er in de groepen 3 nog het interactief voorlezen tijdens het eten en
drinken en de boekpromotie door de leerkracht en/of de leerling op het
programma. Ook wordt er een begin gemaakt met begrijpend lezen.
Het is mogelijk om via school een link te ontvangen om thuis te lezen.
In groep 4, 5 en 6
Ook in groep 4, 5 en 6 blijft het verwerven van een goede technische
leesvaardigheid een belangrijk leerstofonderdeel. Bij Estafette editie 3 is
het hoofddoel van de methode, het vloeiend kunnen lezen van teksten
mét begrip. Niet de leesstrategieën en -doelen staan centraal, maar
de tekst zelf. Dat is een belangrijk uitgangspunt van Close Reading. Om
begrijpend te leren lezen is deze aanpak bewezen effectiever én het
zorgt voor meer motivatie bij de leerlingen. In Estafette zijn allerlei type
teksten verweven, waaronder: informatieve teksten, recepten, moppen,
gedichten en krantenartikelen.
Methode begrijpend lezen in de groepen 4 t/m 8 Voor begrijpend lezen hebben we zowel Estafette en Nieuwsbegrip.
Estafette en Nieuwsbegrip worden in de groepen 4, 5 en 6 gebruikt. In
de groepen 7 en 8 wordt alleen Nieuwsbegrip gebruikt. Nieuwsbegrip
is een methode voor begrijpend lezen aan de hand van teksten uit de
actualiteit en deze lessen bieden wij aan via Snappet. Hiermee leren
de kinderen hoe ze teksten moeten lezen en leren begrijpen. Want
begrijpend lezen is heel belangrijk, op school maar ook daarbuiten.
Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch leren lezen van
teksten. Het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren om
de tekst te lezen. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die
ze bij de tekst kunnen gebruiken. Met Nieuwsbegrip oefenen leerlingen
de volgende leesstrategieën:
• Voorspellen.
• Ophelderen van onduidelijkheden.
• Samenvatten.
• Vragen stellen.
• Relaties/verwijswoorden.
Bij de lessen van Nieuwsbegrip maakt NOS Jeugdjournaal iedere week
een filmpje dat inhoudelijk aansluit op de teksten van Nieuwsbegrip.
Hiermee worden de teksten ondersteund en oefenen de leerlingen
met kijk- en luisteropdrachten.
In Estafette 3 staan niet de leesstrategieën en – doelen centraal, maar
de tekst zelf. De teksten worden herhaald en verdiepend gelezen waar-
bij de inhoud van de tekst centraal staat. Vanuit algemeen begrip van
de tekst in grote lijnen wordt verdiepend gelezen en komen de tekst-
structuur en de details aan bod.
De Kinderboekenweek Elk jaar wordt aandacht besteed aan de Kinderboekenweek. De Kinder-
boekenweek vindt in oktober plaats. Gedurende de Kinderboekenweek
vinden er tal van activiteiten plaats en worden er boeken aangeschaft,
die bekroond zijn met de Gouden en Zilveren Griffel en de Gouden- en
Zilveren Penseel.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
24
Hoe kunnen ouders het leesproces stimuleren? Lezen leert het kind niet alleen op school. Als ouder heeft u grote
invloed op hoe uw zoon of dochter leert lezen. Met de volgende tips
geeft u uw zoon of dochter de beste voorbereiding op het leren
lezen op school.
• Praat met uw kind. Als u vaak met uw zoon of dochter praat, leert
het kind veel woorden kennen die het zelf ook zal gaan gebruiken.
• Toon belangstelling. Het is heel goed om belangstelling te tonen en
uw kind te laten merken dat u het leren lezen op school erg belang-
rijk vindt.
• Ga actief met lezen aan de slag. U kunt uw kind stimuleren en helpen
bij het leren lezen. Bijvoorbeeld door allerlei activiteiten met uw
zoon of dochter te ondernemen waardoor hij of zij veel kan oefenen.
• Lees uw kind voor. Kinderen vinden voorlezen fijn, ook als zij zelf al
kunnen lezen. Voorlezen is goed voor het verbeteren van de luister-
vaardigheid en de woordenschat van het kind.
• Herhaal sommige boekjes of verhalen. De kinderen weten dan al een
beetje wat er komt en wat er ook al weer gebeurde.
• Ga samen met uw kind naar de bibliotheek. Sluit daarbij zoveel moge-
lijk aan bij de interesses van uw zoon of dochter.
• Geef uw kind af en toe een boek cadeau.
Wij vinden het enorm belangrijk dat kinderen veel plezier beleven aan
lezen. Ouders kunnen aan dit leesplezier een goede bijdrage leveren.
Hoe meer een kind leest, hoe beter het ook zal leren lezen. We noemen
dat ook wel het aantal leeskilometers. Een goede leesvaardigheid gaat
vrijwel zeker ontstaan wanneer er dagelijks gelezen wordt. In groep
3, tijdens het aanvankelijk leesproces, is het thuis dagelijks 10 tot 15
minuten lezen een goede richtlijn. Het is beter om iedere dag even te
lezen dan eens in de week een uur!
3.3.2.2. Taal/Spelling De Waterwilg werkt met de methode: Taal in Beeld op Snappet. De
methode voorziet in de mogelijkheid tot een gedifferentieerde werk-
wijze en de leerlingen worden aangemoedigd om zelfstandig met de
leerstof om te gaan. De leerkracht treedt op als organisator/begeleider
bij de lessen. Spelling en woordenschat zijn geïntegreerde onderdelen
in de methode Taal in Beeld. Daarnaast zijn er op Snappet ook extra
woordenschatlessen beschikbaar waar we gebruik van maken.
3.3.2.3. Schrijven groepen 1 t/m 6Pennenstreken biedt jonge schrijvers een leesbaar handschrift én vlotte penDe Waterwilg werkt met de schrijfmethode Pennenstreken. Deze
methode sluit aan bij het onderwijs van nu. Alle oefeningen en schrijf-
adviezen hebben een praktische insteek.
De methode biedt de leerkrachten digitale mogelijkheden en geeft nut-
tige tips bij het aanleren, beoordelen en verbeteren van het handschrift.
Pennenstreken biedt zowel het verbonden schrift als het blokschrift
aan. De leerlingen leren schrijven tussen versmalde liniëring en in de
tweede helft van het schooljaar begint het temposchrijven een rol te
spelen. De leerlingen van de groepen 4 krijgen in het tweede gedeelte
van het schooljaar een vulpen, mocht deze echter zoek raken of gaat
een leerling er niet voorzichtig mee om, dan vragen wij voor de aanschaf
van een nieuwe vulpen een bijdrage van €2,50. De Waterwilg gebruikt
daarbij één type vulpen. Op iedere vulpen komt de naam van het kind
te staan. De leerlingen krijgen van de leerkracht een instructie over
het gebruik van de vulpen en hoe zij met de vulpen moeten omgaan.
Er zijn vulpennen voor rechtshandige en linkshandige kinderen. In
de groepen 5 worden cijfers, kleine letters en hoofdletters geauto-
matiseerd. De leerlingen oefenen het schrijven van langere woorden
met spatiëring. Het tempo wordt verhoogd. In groep 6 wordt deze lijn
voortgezet. Tevens leren de leerlingen te schrijven zonder hulplijnen. In
groep 7 en 8 wordt aandacht besteed aan het creatief schrijven. In alle
jaargroepen wordt veel aandacht besteed aan de goede schrijfhouding;
de juiste zithouding, papierligging, pengreep en schrijfbewegingen.
Daarnaast spelen ook de motorische oefeningen een grote rol. Deze
worden ook ter afwisseling tijdens het werken op de tablet aangeboden
om een goed zit-en werkhouding te blijven bevorderen.
Groep 6 schrijft daarbij nog in methode Zwart Wit. Pennenstreken
wordt nl. gefaseerd ingevoerd.
3.3.2.4. Rekenen en wiskunde Het is erg belangrijk dat kinderen goed leren rekenen. Je hebt het bijna
overal voor nodig, bijvoorbeeld in de winkel om te kunnen betalen,
in de keuken waar je met inhoudsmaten en gewichten werkt en in
de sport om wedstrijdschema s en uitslagen goed te begrijpen. Ook
wordt er tegenwoordig in bijna alle beroepen van uitgegaan dat je
beschikt over goede rekenvaardigheden. Kinderen krijgen op school
rekenonderwijs, maar ook ouders spelen een belangrijke rol bij het
leren rekenen van hun kinderen. Een goede samenwerking tussen de
school en ouders is daarbij belangrijk. In de brochure ‘Op ouders kun
je rekenen! Ondersteuning bij rekenvaardigheid op de basisschool’
vindt u handreikingen voor ouders om uw kind te helpen bij het leren
rekenen. Deze brochure is te downloaden via de volgende link: https://
issuu.com/poraad/docs/rekenbrochure.
Rekenonderwijs in de groep In de kleutergroepen grijpen de leerkrachten gedurende de dag situ-
aties aan die zich voordoen om rekenactiviteiten bij uit te voeren.
Daarbij haken zij vaak aan bij het thema dat speelt in de groep. De
leerlingen leren op speelse wijze rekenbegrippen aan en krijgen gevoel
voor getallen en hoeveelheden. Deze kennis hebben zij nodig om een
goede start te kunnen maken bij het rekenen in groep 3. De leerlingen
van de groepen 3 werken volgens de methode Pluspunt, versie 3.0 in
werkboeken. De leerlingen van de groepen 4 tot en met 8 oefenen
dagelijks op hun tablet met rekenvaardigheden. De tablet biedt de
mogelijkheid om voor elke leerling rekenonderwijs op maat aan te
bieden. Het oefenprogramma ‘Met Sprongen Vooruit’ wordt in de
groepen 1 t/m 6 ingezet voor het ontwikkelen van getalbegrip en auto-
matiseringsvaardigheden. Het is van belang te leren met hoofd, hart
en handen. De waarde van momenten waarin je door te ‘doen’ opeens
een inzicht krijgt dat je nooit meer vergeet is groot. Daarom zetten
wij regelmatig concrete rekenmaterialen in, waarmee de leerlingen
handelend kunnen rekenen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
25
De afgelopen jaren zijn er stevige discussies geweest tussen de aanhan-
gers van het realistisch rekenen en de aanhangers van het traditionele
rekenonderwijs. De uitwerking van deze discussie zien wij terug in onze
rekenmethode Pluspunt. De basis van de methode is het realistisch
rekenen, waarbij leerlingen vanuit verworven inzicht leren rekenen.
Maar ook het cijferend rekenen is als uitrekenvorm weer terug. Tevens
wordt nieuw aangeboden leerstof structureel herhaald en ingeoe-
fend. Alle leerlingen leren dezelfde rekenwijzen als basisbewerking
te beheersen. Automatiseren (vlot kunnen rekenen) is erg belangrijk.
Goede automatisering van basisbewerkingen zorgt ervoor dat het werk-
geheugen minder wordt belast bij complexere rekenopgaven en heeft
dus direct effect op het algehele rekenniveau. Daarom geven wij het
automatiseren systematisch aandacht. Het uiteindelijke doel is dat de
leerlingen de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100
snel uit het hoofd leren uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20
en de tafels van buiten gekend zijn.
Extra zorgEr zijn leerlingen die meer tijd nodig hebben om de leerdoelen bij het
rekenen te bereiken dan de gemiddelde leerling. Deze leerlingen geven
wij meer rekenleertijd en aandacht in de groep. Ook hulp van het thuis-
front kan hierbij ondersteunend zijn. Indien nodig krijgt de leerling, bij
wie de eerder genoemde extra hulp niet toereikend is gebleken, extra
aandacht buiten de groep van de rekenspecialist of remedial teacher.
Deze hulp verspreidt zich door de gehele school waar de nadruk in de
onderbouw ligt op het opbouwen van een goede basis zodat de leerlin-
gen klaar zijn voor het voortgezet rekenen. Het programma Rekensprint
Basis kan hierbij worden ingezet voor kinderen die automatiserings-
problemen hebben. Rekensprint Start is een remediërend programma
voor het automatiseren van hoeveelheidsbegrip, getalbegrip, tellen en
de bewerkingen tot 10 en tot 20 binnen het tiental. Het is ontwikkeld
voor kinderen in het basisonderwijs en speciaal onderwijs die extra
oefening met de voorbereidende rekenvaardigheden en het rekenen
tot 10 en tot 20 nodig hebben. Rekensprint Basis is een mondeling pro-
gramma voor het automatiseren van basisvaardigheden voor rekenen
tot 100. Het oefent kort maar krachtig en leidt tot het automatiseren
van de bewerkingen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen
tot 100 volgens één strategie. Daarnaast oefent Rekensprint tellen en
getalbegrip tot 100 en tot 1000.
Rekensprint Extra is de opvolger van Rekensprint Basis. Dit programma
oefent het rekenen tot 1000 en het tellen en getalbegrip tot 10.000.
Het programma is geschikt voor leerlingen vanaf groep 5 en 6. Er ligt
veel nadruk op vermenigvuldigen en delen, maar ook klokkijken komt
aan bod. Bij het optellen en aftrekken worden opgaven geoefend, die
met enkele tussenstappen uit het hoofd kunnen worden uitgerekend.
Om voor de leerling inzichtelijk te maken hoe het gaat met automatise-
ren kunnen wij gebruik maken van de Bareka profieltoets. Hierbij ziet
de leerling aan de hand van een rekenmuurtje welke bouwstenen van
het automatiseren al worden beheerst en welke nog niet. De Bareka
profieltoets en Rekensprint sluiten op elkaar aan.
De toekomst van het rekenen In de toekomst zullen leerlingen meer moeten worden opgeleid tot
‘probleemoplossers’ dan tot ‘uitrekenaars’. Moeilijke berekeningen
kunnen immers door computers worden uitgerekend. Het herken-
nen en vertalen van een probleem in het echte leven dat door een
rekenwiskundige bewerking kan worden opgelost is de uitdaging voor
de leerlingen van de toekomst. Dit betekent voor het rekenwiskunde
onderwijs een shift van ‘antwoordgerichtheid’ naar een conceptuele
benadering. Een algemene opvatting is dat het altijd van belang zal
blijven om een bepaalde rekenvaardigheid en een goed begrip van
getallen te bezitten, bijvoorbeeld om berekeningen van de computer
te kunnen interpreteren en evalueren.
Wereldwijde wiskundewedstrijd W4Kangoeroe Deze wedstrijd wordt gehouden in ruim 60 landen (met ruim 6,5 miljoen
deelnemers!). De kangoeroe komt uit Australië en dat geldt ook voor
de Kangoeroewedstrijd. In 1980 werd daar voor het eerst zo’n soort
wiskundewedstrijd georganiseerd. Het gigantische succes inspireerde
enkele Franse wiskundigen ook zoiets te doen. Als eerbetoon aan de
Australiërs doopten ze hun wedstrijd ‘Kangourou’. Deze wiskunde-
wedstrijd heeft als doel je te laten ervaren dat wiskunde heel leuk en
uitdagend kan zijn. Het gaat om verrassende vraagstukken die stuk
voor stuk een vonkje creativiteit, een flits van inzicht, vragen. Aan deze
wedstrijd is ook een ontwerpwedstrijd verbonden, waarbij leerlingen
een patroon op een originele, regelmatige en fraaie manier moeten
kleuren. Leerlingen kunnen zo op verschillende fronten hun talenten
laten zien binnen deze wedstrijd. De Waterwilg zal deze wedstrijd aan-
bieden aan leerlingen die op rekengebied meer uitdaging aankunnen.
3.3.2.5. Wereldoriënterende vakken
Engels in groep 1 t/m 8 De Waterwilg heeft voor het schooljaar 2018-2019 een nieuwe methode
Engels aangeschaft Stepping Stones voor de groepen 1 t/m 8. Diverse
teamleden hebben de cursus Cambridge Engels afgerond.
Gezonde schoolDe Waterwilg heeft het keurmerk gezonde school met daarbij het
accent op Natuur en Milieu.
Duurzaamheid is eveneens een aspect. Vanuit verschillende invals-
hoeken zullen deze onderdelen behandeld worden. Er valt daarbij te
denken aan het project Energieke scholen, Menukaart Natuur en Milieu
en het Schoon Onderwijs Project. De aspecten zullen meer ingebed en
geborgd gaan worden, met daarbij een jaarlijks terugkerende cyclus.
Zaakvakonderwijs Met ingang van schooljaar 2019-2020 hebben wij besloten om voor de
zaakvakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek gebruik
te gaan maken van verschillende methoden. Voorheen werkten wij met
de methode Topondernemers. Wij willen de leerlingen aan de hand
van een methode voldoende kennis meegeven, maar vinden het ook
belangrijk dat zij deze kennis verwerken op de manier die zij gewend
zijn van Topondernemers. Voor het uitzoeken van nieuwe methoden
was dit dan ook ons uitgangspunt. De methoden zullen vanaf groep 5
t/m 8 worden ingevoerd.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
26
GeschiedenisWij zullen voor het vak geschiedenis gebruik gaan maken van de
methode ‘Brandaan’. In de les leren de kinderen, onder begeleiding
van de leerkracht, kennis en vaardigheden die zij direct toe kunnen
passen aan het einde van het thema. Aan het einde van het thema is
‘de uitdaging’ waarbij er beroep wordt gedaan op de 21e -eeuwse vaar-
digheden van de leerlingen. Door de combinatie leren en doen zullen zij
de opgedane kennis beter tot zich nemen. In de groepen 5-6 zijn er 10
thema’s (de tien tijdvakken), die in groep 7-8 weer terugkomen. Er zal
gewerkt worden uit werkboekjes, per thema is er een apart werkboekje.
Aardrijkskunde/TopografieVoor het vak aardrijkskunde zullen wij gaan werken uit de methode
‘Meander’. Deze methode is van dezelfde uitgever als ‘Brandaan’ en
daarom ook toegespitst op de combinatie van leren en doen. Per leer-
jaar zijn er 5 verschillende thema’s. Per thema is er ook een, bij het
thema passende, topografieles. In groep 5-6 zullen de lessen in het
teken staan van Nederland en in groep 7-8 Europa en de wereld. Er is
veel aandacht voor kaartvaardigheden en andere geografische vaardig-
heden. Bij ‘Meander’ wordt er ook gewerkt uit werkboekjes.
Natuur & TechniekWij zullen voor het vak natuur & techniek gaan werken met de methode
‘Wijzer!’. Per jaargroep is er één werkboek met 5 verschillende thema’s.
Er zijn basislessen waarin de leerlingen kennis opdoen, afgewisseld met
praatplaten, proefjes en filmpjes. Aan het einde van elk thema mogen
de kinderen zelf een taak kiezen om hun kennis toe te passen of te
verdiepen. Er zijn denk-, doe-, visuele- en talige taken.
Techniek De keuze van Techniek heeft te maken met de einddoelen, die een
basisschool moet behalen, maar eveneens met de bevordering van
de keuze voor Techniek in het algemeen. Het unieke aan techniek is
dat er altijd een uitdaging in te vinden is. De kinderen leren door het
werken met techniek op een natuurlijke wijze samen te werken. Hun
verantwoordelijkheidsbesef wordt vergroot. Ze leren zelfstandig pro-
bleemoplossend te denken en te handelen; zij zoeken uit wat iets is,
hoe het werkt en waarom.
De Waterwilg heeft het Ontdekkasteel aangeschaft. Dit kasteel bevat 5
kasten, waarbij er voor elke groep materiaal te vinden is met opdrach-
ten die te maken hebben met Techniek. Door de wijze van het neerzet-
ten van deze kasten, heeft het geheel de contouren van een kasteel.
Het geheel waarborgt een leerlijn op het gebied van Techniek voor
groep 1 t/m 8.
De groepen 1 en 2
verwerken het werken met de techniekdozen bij het keuzebord.
De groepen 3 en 4
gebruiken de techniekdozen in het tweede gedeelte van het schooljaar.
De groepen 5 en 6
hebben speciale momenten.
De groepen 7 en 8
verwerken de techniekdozen bij de methode Topondernemers of
houden een speciale techniekweek.
De Waterwilg heeft een techniekcoördinator, die het Ontdekkasteel
beheert. Hij/zij inventariseert de werkwijzen, heeft techniek als vast
item op de agenda staan en regelt de bestellingen.
ToetsingVanaf groep 6 zullen de leerlingen getoetst worden. Zij worden enkel
getoetst op het onderdeel topografie.
Vanaf groep 7 zullen alle zaakvakken getoetst worden.
Verkeer SCHOOL op Seef is een verkeerseducatieprogramma voor de basis-
school. Bij het werken met deze methode werden de leerkrachten in
eerste instantie begeleid door een medewerker van SCHOOL op Seef;
nu verzorgen zij de lessen volledig zelfstandig. De methode bestaat uit
praktijkgericht en digitaal materiaal. De praktijkgerichte opdrachten
worden voornamelijk uitgevoerd op het schoolplein, al dan niet met
fiets, waarbij realistische verkeerssituaties worden nagebootst. Ook
vinden er zgn. verkeerswandelingen plaats. Het programma wordt
ondersteund door Onderwijsadvies te Zoetermeer.
De groepen 7 werken met de boekjes ‘Zo zit dat… in het verkeer’,
deze worden uitgegeven door Veilig Verkeer Nederland. Ook wordt
er gewerkt uit de examentrainer. Hiermee worden de kinderen voor-
bereid op het verkeersexamen. Groep 7 neemt deel aan het landelijke
theoretische verkeersexamen. Het praktische verkeersexamen wordt
georganiseerd door de leerjaarcoördinator in samenwerking met de
Oudervereniging.
In de kalender kunt u zien wanneer het examen plaatsvindt.
Schooltelevisie op het prowisebord en active boardDe groepen 3 t/m 8 kijken naar een TV serie uitgezonden door de NOT.
Dit kan zijn de serie Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en
het Jeugdjournaal. Daarnaast wordt er gewerkt vanuit de bijbehorende
methode.
Komend schooljaar zullen alle groepen uitzendingen van school-tv
gaan volgen.
Groep 1/2: Koekeloere en De Schatkast
Groep 3/4: Huisje, Boompje, Beestje; Leesdas Lettervos
Boekentas, Rekenverhalen en Rekenen met Raaf.
Groep 5/6: De Buitendienst, Klokhuis
Groep 7: Jeugdjournaal
Groep 8: Jeugdjourmaal, 13 In de oorlog
Al de uitzendingen kunnen worden gevolgd op het smartboard. Het
smartboard geeft ook de gelegenheid om andere educatieve program-
ma’s te volgen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
27
3.3.2.6. Culturele creatieve vakken
Vormingsgebieden:
• Handvaardigheid.
• Tekenen.
• Muzikale vorming.
• Dramatische vorming.
• Dansante vorming.
Bij expressie gaat het om de ontwikkeling van de eigen creativiteit als
bijdrage aan de harmonische ontwikkeling van het kind.
De culturele vakken worden gegeven door de groepsleerkracht zelf in
de eigen klas en incidenteel door professionals vanuit kunsteducatieve
instellingen. De Waterwilg heeft geen specifieke leerkracht dansante
vorming en/of handenarbeid.
Voor handvaardigheid, tekenen en textiele werkvorming kunnen de
leerkrachten gebruik maken van de digitale lesmethode voor beeldende
vorming: ‘Laat maar zien’.
Deze methode biedt kant en klare lessen voor groep 1 tot en met 8. Er
zijn lessen tekenen, handvaardigheid en textiel maar ook de nieuwe
media, zoals fotografie en animatie komen aan bod. Tegelijkertijd is
er aandacht voor kunst- en cultuureducatie. De lessen zijn voorzien
van lesbeschrijvingen, lesdoelen en mooi beeldmateriaal. Bovendien
wordt de methode voortdurend uitgebreid. Binnen de school wordt er
naar gestreefd om zoveel mogelijk materialen en technieken aan bod
te laten komen. De groepen 5 t/m 8 kunnen ook nog gebruik maken
van 2 delen van de methode ‘Uit de kunst’. Deze wordt vooral gebruikt
om de kinderen materiaalkennis bij te brengen. Wij zijn ons aan het
oriënteren op een nieuwe digitale methode ‘Moet je doen’. Tevens
vinden er creaworkshops plaats.
Muzikale vorming De Waterwilg vindt dit een belangrijk onderdeel in de ontwikkeling
van de leerlingen. Zo hebben wij de afgelopen jaren een spetterende
muzikale opening van de Kinderboekenweek gehad. Ook hebben wij bij
projecten dansvoorstellingen gemaakt en gezien en muzikale optredens
voor elkaar verzorgd op bijvoorbeeld het openingsfeest en De Water-
wilgdag. Als afsluiting van het 20-jarig bestaan van De Waterwilg deden
700 leerlingen mee aan het schoolpleinorkest.
In het schooljaar 2019-2020 geeft een vakleerkracht twee dagen per
week muziekonderwijs aan de groepen 1 t/m 8.
Dansante vorming Dit wordt aangeboden via het Kunstmenu en/of er worden workshops
geregeld voor leerlingen.
Cultuur Wij vinden Cultuur in de basisschool belangrijk. Door kunst ga je name-
lijk anders kijken naar jezelf en anderen. Dat onderwijs op het gebied
van de kunsten en cultureel erfgoed belangrijk is, wordt ook door de
politiek onderkend. Zang, dans en muziek zijn eveneens belangrijk voor
de ontplooiing van kinderen. Het cultuurproject dat plaatsvindt, kan
worden opgezet rondom de Culturele kaart.
De Culturele kaart geeft de culturele instanties in Nootdorp en rondom
De Waterwilg aan, waarbij verschillende culturele disciplines aan bod
komen. Naast de voorstellingen vanuit het Kunstmenu, waarbij de leer-
lingen op stap gaan, heeft De Waterwilg dit jaar ook twee Projectweken
in het thema van Cultuuractiviteiten.
3.3.2.7. Bewegingsonderwijs De groepen 3 t/m 8 krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs.
De Waterwilg heeft twee vakleerkrachten bewegingsonderwijs.
De vakleerkrachten maken met name gebruik van het boek: ‘Basisdo-
cument Bewegingsonderwijs. Deze literatuur vormt de leidraad van het
vakwerkplan. De doelstelling van het vak bewegingsonderwijs is: zorgen
voor een veilig beweegklimaat, waarbij er verschillende vaardigheden
aan bod komen. De twaalf leerlijnen uit het ‘Basisdocument Bewegings-
onderwijs’ vormen de basis voor deze verschillende vaardigheden. De
vaardigheden zijn zowel op het sociaal-emotionele vlak (bijvoorbeeld:
omgaan met winnen-verliezen) als het fysieke vlak. Onze vakleerkrach-
ten bewegingsonderwijs vinden het belangrijk dat de leerlingen deze
vaardigheden met plezier uitvoeren in een sociale omgeving. Het gaat
hierbij dus om een stukje leren over en van bewegen, maar er is ook
duidelijk een opvoedende taak voor de vakleerkrachten weggelegd.
Denk hierbij aan de leefregels van ‘De Waterwilg’.
‘De Waterwilg’ maakt gebruik van de sporthal ‘s-Gravenhout, gelegen
naast de school. Bij mooi weer wordt er gesport op de velden van
S.V. Nootdorp. In de lessen bewegingsonderwijs komen verschillende
werkvormen aan bod, zoals het zelfstandig werken in vakken, werken
in een omgangsbaan, circuit en klassikale les vormen. De leerlingen
krijgen zowel toestel als spel onderdelen gedoceerd. Tijdens de les-
sen bewegingsonderwijs moeten de leerlingen sporten in een apart
tenue (bijvoorbeeld sportbroekje, trainingsbroek en T-shirt, daarbij
gelet op de kledingvoorschriften die gelden op school). Gymschoenen
met een stevige neus zijn daarbij verplicht. De sporthal mag niet worden
betreden met buitenschoenen of met schoenen die afgeven. Als wij
naar buiten gaan tijdens de lessen bewegingsonderwijs zijn schoenen
met noppen toegestaan. Slippers, balletschoentjes, Crocs, sandalen
en dergelijke, zijn om veiligheidsredenen niet toegestaan. Daarnaast
willen wij een ieder er op wijzen, dat sieraden tijdens de gymlessen af
moeten. Het dragen ervan is gevaarlijk. Wij raden u aan geen sieraden
aan uw kinderen mee te geven als zij gymles hebben. Het eventueel
zoekraken van sieraden is uw eigen verantwoordelijkheid. Vanaf groep
5 wordt er na de gym gedoucht, mocht een groep het laatste uur gym
hebben (in de ochtend of in de middag), dan hoeft er ook niet gedoucht
te worden en kan de leerling meteen naar huis. Bij het douchen is het
aan te raden badslippers te gebruiken. Wanneer uw kind niet aan de
gymles kan deelnemen of niet mag douchen, wilt u dan een briefje voor
de gymleerkracht aan uw kind meegeven.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
28
Er kan tijdens de gymlessen gefotografeerd of gefilmd worden. Deze beel-
den hebben altijd het doel om de leerkracht te coachen of te begeleiden
in zijn of haar leerproces of zijn bedoeld voor de website van de school.
Wij vinden het belangrijk toegankelijk en bereikbaar te zijn. U kunt bij
ons altijd terecht met uw vragen over onder andere:
• Het bewegingsonderwijs wat wij verzorgen.
• Het bewegingsgedrag van uw kind.
• Advies over sporten en sportverenigingen.
U kunt na de lessen even langslopen in de sporthal of telefonisch con-
tact met ons op nemen, zodat we samen met u tot een oplossing kun-
nen komen. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs zijn te bereiken
op werkdagen na schooltijd via het telefoonnummer van onze school.
Atletiek Diploma Bij de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 wordt jaarlijks het Atletiekdi-
ploma afgenomen. Op deze manier krijgen de leerlingen inzicht in de
behaalde prestaties. Er wordt van zes verschillende atletiekonderdelen
gemeten wat de score is. Voorafgaand aan deze metingen worden alle
onderdelen minimaal een keer in de gymles geoefend. De volgende
aspecten komen daarbij aan bod.
• Hoogspringen en Verspringen.
• Shuttle Run Test en Sprinten.
• Stap-Stap-Sprong of de Hink-Stap-Sprong.
• Verwerpen of Kogelstoten.
Zodra alle beoordelingen verwerkt zijn, krijgen alle leerlingen een offi-
cieel Atletiekdiploma. Dit diploma keert jaarlijks terug. Op deze manier
krijgen de leerlingen inzicht in de behaalde prestaties.
Sportdag Eenmaal per jaar wordt er door de school een sportdag georganiseerd.
De sportdag wordt georganiseerd op de sportvelden van SV Nootdorp.
De sportdag vindt plaats tijdens de Koningspelen in april. Info over
ons bewegingsonderwijs, sportdag en de toernooien vindt u bij Sport
Nieuws op de site.
Het Schoolvoetbaltoernooi en Hockeytoernooi SV Nootdorp organiseert het schoolvoetbaltoernooi voor alle Noot-
dorpse basisscholen op de velden van SV Nootdorp. Team-4Talent
organiseert het hockeytoernooi bij HCP op advies van o.a. de leerlin-
genraad van De Waterwilg. Houdt u de site in de gaten voor de exacte
data van deze toernooien. Scheidsrechters, begeleiders en uiteraard
toeschouwers zijn hierbij altijd heel erg hard nodig.
3.3.2.8. Moderne Media De computer of tablet is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Alle
ruimtes, van klaslokaal tot administratie, van directieruimte tot spreek-
kamers, beschikken over digitale apparaten. Alle groepen beschikken
over een Prowisebord of activebord, laptops, tablets en een Ipad. Daar-
naast zijn er per gebouw (dependance en hoofdgebouw) 10 laptops
beschikbaar voor algemeen gebruik. Iedere leerling van groep 4 t/m 8
heeft een eigen Chromebook. Op de Chromebook wordt gewerkt met
de onderwijssoftware middels Snappet. Ook geeft de Chromebook
toegang tot het internet en het Microsoft Office 365 pakket. Elk per-
soneelslid heeft een tablet/ iPad om de resultaten van Snappet goed
te kunnen volgen.
Het team heeft de mogelijkheid om elkaar via het Intranet te informe-
ren over zaken aangaande De Waterwilg. Het handboek van de school,
de draaiboeken etc. zijn hierop te vinden. Dit Intranet is alleen voor
intern gebruik.
ICT-scholing op maat voor het team doen wij bij Onderwijs Kwaliteit
en Innovatie, van Lucasonderwijs op school of bij OA Advies. Op onze
school worden devices naast Snappet voor de volgende doeleinden
gebruikt:
• Als hulp bij het inoefenen van aangeboden leerstof (m.b.v. de edu-
catieve software); groep 1, 2 en 3.
• In speelse situaties.
• Onder toezicht van de leerkracht.
• Als intern en extern communicatiemiddel (e-mail).
• Als verzamelplek van belangrijke informatie, waaronder het leerling-
volgsysteem en het digitale leerlingenarchief.
• Als informatiebron.
• Gebruik bij de lessen Wereld Orientatie, Geschiedenis, Aardrijks-
kunde, spreekbeurten e.d.
Digitale geletterdheid Een leerling die digitaal geletterd is, kan effectief, efficiënt en verant-
woord gebruik maken van ICT. Digitale geletterdheid vormt dan ook
een onmisbare vaardigheid in de 21e eeuw. Digitale geletterdheid is
opgebouwd uit de vaardigheden behorende bij mediawijsheid, ICT-ba-
sisvaardigheden, informatievaardigheden en computational thinking
(het oplossen van problemen met behulp van technologie). Er wordt
gebruik gemaakt van verschillende werkvormen om de digitale gelet-
terdheid bij onze leerlingen te bevorderen. In de volgende paragrafen
kunt u lezen op welke wijze de school werkt aan de digitale geletterd-
heid in de vorm van programmeren en mediawijsheid. ICT is niet een
vak apart, maar wordt geïntegreerd in het lesprogramma.
Programmeren Door te oefenen met programmeren kunnen leerlingen hun digitale
talenten ontdekken. Hierdoor maken leerlingen kennis met de basis-
principes van coderen. De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zoals
creatief en logisch denken, moeten kinderen inzicht geven in de ‘achter-
kant’ van de apparaten die zij elke dag gebruiken. Het is de bedoeling
om leerlingen een gezonde band te laten opbouwen met technologie,
internet en computers. Bij programmeren leren kinderen vooruit in
stapjes te denken. Dit kan al vanaf de kleutergroepen door gebruik te
maken van de Bee-Bot. In de onderbouw met het programma Code-
wise. En in de middenbouw wordt het programma Scratch junior aan-
geboden. In de bovenbouw wordt er gebruik gemaakt van de Makey
Makey, Scratch en de M-bot. Door het aanbieden van leren program-
meren, bereiden we onze kinderen voor op een toekomst waar zij naast
gebruiker ook maker kunnen zijn.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
29
Mediawijsheid Onze kinderen zijn vaak al vertrouwd met de diverse toepassingen van
moderne media. Toch valt er juist voor kinderen nog veel te leren over
het gebruik van digitale diensten. Want ‘hoe weet je of het klopt wat je
op internet leest of ziet?’ en ‘is het nieuws altijd waar?’ maar ook dat
wat je op internet deelt, altijd bewaard blijft in het olifantengeheugen
op internet, zijn belangrijke thema’s die met de kinderen behandeld
worden. Het leren gebruiken van sociale media op een veilige manier, is
ook een onderdeel van mediawijsheid. Ouders hebben vandaag de dag
geen keus of hun kind sociale media gaat gebruiken, de vraag is alleen
hoe hun kinderen dat doen en hoe zij hun kinderen hierbij zullen bege-
leiden en opvoeden. Naast het expliciet benoemen van online gedrag
dat u uw zoon en dochter wilt meegeven, is het belangrijk om hierin
het goede voorbeeld te geven. De kern is dat het opvoeden in gedrag
online net zo belangrijk is als het opvoeden in elk ander gedrag. Het is
dan ook belangrijk om, ook als school, in gesprek te gaan met kinderen
over welke apps zij gebruiken, waarom zij deze apps gebruiken en wat zij
meemaken online. Dit laatste kan simpelweg door eens te vragen: ‘Hoe
was het vandaag online?’ Het noemen van een nieuwsbericht waarin
het mis ging met een jongeren op sociale media biedt bijvoorbeeld
al de gelegenheid om met uw zoon of dochter hierover in gesprek te
gaan en te benoemen wat u het juiste gedrag lijkt. Daarnaast maken
we wat betreft mediawijsheid gebruik van de lesideeën van Kennisnet.
Cyberpesten De vele voordelen van smartphones en sociale media hebben helaas
ook een keerzijde: cyberpesten. In de lessen Kanjertraining wordt aan-
dacht geschonken aan cyberpesten en hoe leerlingen hiermee om
kunnen gaan. In de groepen 7 en 8 zullen er op school preventieve
maatregelen genomen worden rondom cyberpesten en online con-
flicten. Ouders worden daarnaast geïnformeerd over cyberpesten en
hoe u als ouder om kunt gaan met conflicten die uw kind ervaart via
sociale media of bijvoorbeeld wanneer hij/zij buitengesloten wordt
van een WhatsApp-groep. Ook zijn er teambreed afspraken gemaakt.
Zo stelt het management het niet op prijs wanneer leerkrachten met
leerlingen individueel mailen en/of een juffen of meester Facebook
pagina hebben.
Het contact naar ouders via de mail, beperkt zich tot een mededeling
en of een vraag. Daarnaast adviseren wij ouders om regelmatig met hun
kind te bespreken hoe zij omgaan met sociale media zoals Facebook,
Whatsapp, Instagram en het gebruik van internet in het algemeen.
Als u zich afvraagt wat kinderen en jongeren doen op internet en hoe
je daar als ouder mee omgaat, verwijzen wij u graag naar de website
www.kennisnet.nl.
Voor meer informatie kunt u de volgende websites gebruiken:
- www.vraaghetdepolitie.nl - www.pestweb.nl
- www.helpwanted.nl - www.meldknop.nl
- www.iculture.nl - www.androidplanet.nl
Wanneer ouders met ons in contact treden omdat hun kind via digitale
media gepest wordt door kinderen uit de klas, nemen wij contact op
met de ouders van de desbetreffende groep. Soms kan het zijn dat de
school de wijkagent betrekt bij de gesprekken. Indien gewenst kan de
school voor de ouders een thema-avond rond Digipesten organiseren
of het CJG (Centrum Jeugd en Gezin) vervult hier een rol in.
Mediaprotocol De school hanteert een mediaprotocol. Dit protocol wordt besproken
op de informatieavond, leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) onder-
tekenen het. In dit protocol staan afspraken over het gebruik van
moderne media, aan welke de leerlingen zich dienen te houden. De
school maakt gebruik van een filternet, sites worden per dag via dit
systeem weergegeven en worden gelokaliseerd. Het is de opvoed-
kundige taak van de school om aan te geven wat wel en wat niet kan
worden bezocht.
Klasbord Wat is Klasbord?
Klasbord is een vorm van sociale media waarmee ouders en andere
betrokkenen op een makkelijke, veilige en leuke manier geïnformeerd
worden over hetgeen gebeurt in de klas en op school. De leerkracht kan
bijvoorbeeld een foto delen van een activiteit, een bericht sturen of een
oproep plaatsen. U kunt Klasbord volgen via de app op uw smartphone
of via de website.
Veilig en gesloten
Klasbord is een veilige en afgesloten omgeving. Alleen de ouders en
de leerlingen van de klas krijgen toegang tot de geplaatste berichten.
Indien u wilt deelnemen, ontvangt u een unieke code waarmee u zich
kan aanmelden op het volgen van de groep van uw zoon/dochter. De
leerkracht heeft hierbij de controle en kan ouders en leerlingen toe-
voegen. Nadat u zich heeft aangemeld met de unieke code, ontvangt
de leerkracht een bericht en kan zij uw aanmelding activeren. De leer-
krachten zullen alleen tijdens werkuren actief zijn op Klasbord.
Spelregels en toestemming
Wij willen Klasbord gebruiken als leuke en informatieve tool voor iedere
deelnemer. Daarom maken wij met alle deelnemers van Klasbord de
volgende afspraken:
• Wij reageren respectvol op geplaatste foto’s of berichten.
• Wij gebruiken geen scheldwoorden.
• Wij houden bij het plaatsen van reacties en berichten rekening met
de privacy van anderen.
• Wij gebruiken Klasbord alleen als informatief communicatiemiddel
tussen school en thuis en niet als chatprogramma.
• Indien wij een ongepaste reactie zien, reageren wij niet op deze
reactie, maar melden wij dit bij de groepsleerkracht.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
30
Bovenstaande regels zitten ook verwerkt in het mediaprotocol, die de
leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) van groep 4 t/m 8 ondertekenen.
Indien een deelnemer zich niet aan deze afspraken houdt, behoudt
de leerkracht zich het recht de deelnemer de toegang tot Klasbord te
ontzeggen.
Prowise-borden De groepen 3 t/m 8 beschikken over Prowise-borden. Deze borden
vormen een verrijking voor de onderwijssituatie. Leerkrachten illus-
treren hun lessen en leerlingen ondersteunen hun presentaties met
Powerpoint of Prowise presentaties.
Active boards Alle kleutergroepen beschikken over touchscreens. De kleuters kunnen
op deze screens zelf werken en daarnaast digitaal klassikaal met elkaar
naar bv. een prentenboek of een tv programma kijken.
3.4. Catechese (groep 1 t/m 8)
Met behulp van de methode Trefwoord besteden wij in de groepen 1
t/m 6 aandacht aan onze katholieke identiteit. In de kleuter-, onder- en
middenbouw maakt de methode gebruik van dagopeningen die aan-
sluiten bij de leefregels van de school. Deze groepen van de onder- en
middenbouw beginnen de dag met een dagopening. In de bovenbouw
wordt de methode Wereldwijd Geloven in 20 thema’s aangeboden. In
Trefwoord wordt expliciet aandacht besteed aan de Christelijke feesten.
In Wereldwijd Geloven komen ook de verschillen en/of overeenkom-
sten met andere geloven aanbod. Het kan zijn dat De Waterwilg een
activiteit in samenwerking met de Bartholomeuskerk aan de Veenweg
organiseert. De leerlingen van de groepen 4 en 7 zullen een bezoek aan
de kerk brengen. Daarnaast organiseert de Kerk kinderwoorddiensten,
deze worden via de Nieuwsbrief aan u bekend gemaakt. In groep 4
worden de kinderen door de parochie uitgenodigd om deel te gaan
nemen aan de voorbereidingen voor de Eerste Heilige Communie. Het
afgelopen jaar hebben 4 kinderen van onze school deelgenomen aan de
Eerste Heilige Communie. De kinderen kregen in de klas de gelegenheid
om iets te vertellen over deze bijzondere dag. In groep 8 worden de
kinderen uitgenodigd om deel te gaan nemen aan de voorbereidingen
van het Heilig Vormsel. Deze voorbereidingen vinden niet onder school-
tijd plaats. De sacramentencatechese, waaronder de Eerste Heilige
Communie en het Heilig Vormsel vallen, zijn de verantwoordelijkheid
van de Kerk en de ouders gezamenlijk. De school draagt bij aan de
geloofsopvoeding vanuit haar visie en beleid. De communiewerkgroep
en de Vormselwerkgroep die zijn opgericht vanuit de parochie regelen
de voorbereiding samen met de ouders van de communicanten en de
vormelingen en zorgen voor de berichtgeving naar de ouder. De school
zal daarin helpen door middel van het verstrekken van de berichten. De
contactpersoon van de school met de kerk is Gonnie de Groot.
Kerkvieringen katholieke parochie H. Bartholomeus te Nootdorp Elke zondag is er om 11.00 uur een eucharistieviering in de Bartholo-
meuskerk Veenweg 36 te Nootdorp. U en uw kinderen zijn van harte
welkom. Voor de kinderen van 0-12 jaar is er iedere zondag een speciaal
programma. Drie zondagen is er ‘kinderkerk’ (een eigen samenkomst
voor kinderen in twee groepen in hun eigen ruimte). De derde zondag
van de maand is er gezinsviering (de viering in de kerk is dan speciaal
gericht op gezinnen met kinderen). Kijkt u voor actuele informatie ook in
het weekblad ‘De Eendracht’. Daarin worden iedere week de vieringen
van het komende weekend aangekondigd.
3.5. Bijzondere activiteiten
De Nootdorpse scholen maken gebruik van het Kunstmenu. Het Kunst-
menu stelt leerlingen van het primair onderwijs in de provincie Zuid-Hol-
land in de gelegenheid om kennis te maken met alle vormen van profes-
sionele kunst. Voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 staan voorstellingen,
concerten, films en tentoonstellingen op het programma. Ieder kind
bezoekt per schooljaar één van bovengenoemde activiteiten. Daarbij
is een opbouw te zien van kunst in de groep voor de jongere kinderen
en een bezoek elders voor de oudere kinderen. Het Kunstgebouw, de
organisatie die het Kunstmenu regelt, zorgt elk jaar voor een artistiek
verantwoord menu en bijpassend lesmateriaal. Uitgangspunt hierbij is
dat de voorstellingen en tentoonstellingen niet op zichzelf staan maar
deel uitmaken van het geheel aan kunstzinnige oriëntatie binnen de
school. De activiteiten zijn gepland door het schooljaar heen en worden
in de nieuwsbrief aangekondigd. Na een activiteit leest u een verslag,
eveneens in de nieuwsbrief.
Activiteiten die zich in een jaar kunnen voordoen zijn bijvoorbeeld:
• Op bezoek gaan bij de Bieslandhoeve.
• Op bezoek gaan bij een bedrijf.
• Op bezoek gaan bij de molen.
• Excursie in het teken van de Cultuur en/of Techniek.
Avondvierdaagse De deelname aan de avondvierdaagse wordt niet meer vanuit de Ouder-
vereniging georganiseerd. Er moet nu individueel worden aangemeld.
NL DOET Het Oranjefonds is het grootste nationale fonds op sociaal gebied en
Het Oranjefonds is het grootste nationale fonds op sociaal gebied en
laat Nederland van zijn beste kant zien. Per jaar besteedt het fonds
€ 32 miljoen aan organisaties en initiatieven, die de sociale cohesie in
Nederland en het Caribische gebied versterken. Vrijwilligers zijn het
kloppend hart van vele sociale initiatieven. Ook De Waterwilg heeft
heel veel vrijwilligers. Als school kun je een klus aanmelden. Zo hebben
wij geld ontvangen voor de beplanting van de plantenbakken op de
speelplaats bij het Hoofdgebouw.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
31
Afgelopen schooljaar zijn de plantenbakken op de speelplaats van het
hoofdgebouw opnieuw gevuld. Er zijn nieuwe bakken op de vlonder
gezet. Plantenbakken hangen er aan de hekken. Bij de entreedeur van
het hoofdgebouw staan twee grote nieuwe plantenpotten.
SponsorloopDe sponsorloop van de 4 Nootdorpse basisscholen vindt één keer in de
drie jaar plaats. Opbrengst 1/3 voor het gezamenlijke goede doel, 1/3
voor de school zelf en 1/3 voor het goede doel van de school.
De Waterwilg schoon De groepen 6 ‘schonen’ een paar keer per jaar de omgeving van
de school op. Het milieuteam controleert daarnaast iedere dag de
schoolomgeving.
De Waterwilg huurt daarbij de specifieke schoonmaakaanhanger van
de Gemeente voor deze activiteit.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
32
HOOFDSTUK 4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1. De Zorgstructuur van de school
De coördinatie van de leerlingenzorg en het leerlingvolgsysteem is in
handen van de intern begeleiders en zij geven vorm en inhoud aan de
interne zorgstructuur. Gelukkig gaat het met heel veel kinderen goed;
zij gedijen goed in het pedagogische klimaat van de school en leren
in voldoende mate bij. Toch sluit bij sommige kinderen het gewone
onderwijsleerproces, om uiteenlopende redenen, niet aan bij hun
behoeften. In overleg met de ouders proberen wij de oorzaak hiervan
te achterhalen en waar mogelijk het probleem aan te pakken. Niet altijd
kunnen wij zelf een probleem oplossen en zullen wij advies of onderzoek
van externe deskundigen nodig hebben om een goede begeleiding te
kunnen bieden.
4.1.1. De Interne Zorgstructuur
Extra begeleiding en systematische aanpak De school krijgt per leerling formatie toegewezen. Een deel van die
formatie wordt besteed aan de zorg voor kinderen. Niet altijd verloopt
het leren zonder problemen. Extra zorg is dan nodig. Een school heeft
vervolgens keuzemogelijkheden om vorm en inhoud te geven aan de
zorg voor de kinderen. Wij doen dit door de aard van de problemen
goed te onderzoeken en deze te bespreken met de ouders. Vervolgens
stelt de intern begeleider samen met de leerkracht een handelingsplan
op. In dit handelingsplan wordt aangegeven welke hulp wordt geboden,
welk doel er wordt nagestreefd, welke materialen er nodig zijn, hoe
vaak er hulp wordt gegeven en het moment van evaluatie. Dit hande-
lingsplan wordt doorgaans uitgevoerd binnen de eigen groep en door
de eigen leerkracht van het kind. Door werkvormen te hanteren, die de
leerkracht ruimte geven om kinderen extra te begeleiden, realiseren
wij de extra hulp die kinderen nodig hebben. De hierboven beschreven
ondersteuning maakt deel uit van de zogenaamde basisondersteu-
ning van de school. Alle scholen binnen het samenwerkingsverband
waartoe De Waterwilg behoort, dienen een overeengekomen niveau
van basisondersteuning te (gaan) realiseren. Voor ouders wordt de
komende jaren hiermee helder wat zij kunnen verwachten van scholen.
De basisondersteuning van de school staat beschreven in ons schoolon-
dersteuningsprofiel. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u vinden
op de site en in het PO Venster van de school. Op www.povensters.nl
wordt op een eenduidige manier informatie gegeven over alle basis-
scholen van Nederland.
Wet Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 is de nieuwe wetgeving met betrekking tot passend
onderwijs van kracht geworden. Elk kind heeft recht op goed onder-
wijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kabinet
wil dat zoveel mogelijk kinderen naar een gewone school in de buurt
kunnen gaan. Sinds de invoering van de wet hebben scholen (schoolbe-
sturen) zorgplicht. Dat betekent dat de school een kind een passende
onderwijsplek moet bieden. Dit kan zijn op de school waar het kind is
aangemeld met mogelijk extra ondersteuning of op een andere school
in het regulier of speciaal (basis)onderwijs. De extra ondersteuning
wordt door de scholen binnen het samenwerkingsverband zelf geor-
ganiseerd. Waar dit niet mogelijk is, heeft het samenwerkingsverband
afspraken met andere scholen en/of samenwerkingsverbanden (zie
meer uitgebreid paragraaf 4.2.1.4.).
Extra formatie voor de Zorgstructuur Formatie is het aantal leerkrachten dat aangesteld kan worden t.o.v.
het aantal leerlingen in een schooljaar. Iedere school heeft, naast de
formatie die gebruikt wordt voor de bezetting van de jaargroepen,
formatie over. Met deze formatie kan de school extra accenten leggen
ten behoeve van het onderwijs zoals wij dat willen vormgeven.
Het schoolondersteuningsteam Op school werken wij met een schoolondersteuningsteam. Het team
vergadert regelmatig en heeft als doel het optimaliseren van de zorg
aan onze leerlingen. In het schoolondersteuningsteam hebben zitting
vanuit de school: de directeur, de intern begeleiders, de orthopeda-
goog en de leerkracht(en) van de leerling. Op verzoek nemen externen,
schoolmaatschappelijk werk en de GZ-psycholoog van Onderwijs Advies
ook deel aan de vergaderingen van het ondersteuningsteam. Wanneer
het team vergadert over een leerling worden de ouders uitgenodigd om
daarbij aanwezig te zijn. Om leerlingen optimale ontwikkelingskansen
te bieden, is samenwerking tussen school en ouders van groot belang.
Een positief en regelmatig contact tussen school en ouders bevordert
de ontwikkeling en het leren van kinderen en is extra belangrijk wan-
neer er zorgen zijn en extra hulp nodig is rond een leerling. De kennis
en ervaring van de ouders en de school vullen elkaar aan en dat komt
de pedagogische aanpak en de zorg voor een kind ten goede. Tijdens
de vergadering van het ondersteuningsteam zal de hulpvraag vanuit
de diverse disciplines besproken worden en zal een advies voor een
hulptraject gegeven worden. Op deze wijze hopen wij zo transparant
mogelijk samen met de ouders het kind die zorg te bieden waar zowel
de school als de ouders zich in kunnen vinden. In een dergelijke verga-
dering kunnen gevoelige zaken besproken worden en daarom vragen
wij ouders samen aanwezig te zijn.
Dossiervorming Het papieren dossier: van elke leerling hebben wij een papieren dossier.
Dit dossier omvat het aanmeldingsformulier, de persoonsgegevens
van de leerling, het intredeformulier en de KIJK!-lijsten ingevuld door
leerkracht, onderzoeksverslagen, externe/interne verslagen en infor-
matie die relevant is voor een goede begeleiding van de leerlingen.
De papieren dossiers bevinden zich in een afgesloten kast op school
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
33
en deze kunt u alleen van uw eigen zoon en/of dochter inzien. Scholen
zijn verplicht het dossier 5 jaar te bewaren nadat een leerling de school
verlaten heeft.
Op RKBS De Waterwilg maken wij gebruik van het digitaal administratie-
systeem Esis B. In dit systeem kunnen wij de leerlingenzorg digitaliseren.
Het is een leerlingendossier waarin alle notities, handelingsplannen,
gespreksverslagen en documenten per leerling kunnen worden opge-
slagen. Ouders kunnen kennis nemen van het dossier van hun kind.
Zorg voor de jonge leerling Om kleuters in hun ontwikkeling te volgen, maken wij gebruik van het
KIJK!-observatiemodel. Het is een systeem waarmee de leerkracht,
op basis van zijn/haar professionele observatie, per ontwikkelings-
aspect kan aangeven in welke ontwikkelingsfase het individuele kind
zich bevindt.
In samenhang met de basiskenmerken van het kind, de betrokkenheid
en eventuele risicofactoren ontstaat dan een compleet beeld van de
ontwikkeling. Aan de hand hiervan maakt de leerkracht keuzes op peda-
gogisch, didactisch en organisatorisch gebied. Overigens heeft dit tot
gevolg dat wij met de kleutergroepen afwijken van de gesprekscyclus
in de groepen 3-7.
Om achterstanden in de ontwikkeling van beginnende geletterdheid
vroegtijdig te kunnen signaleren, maken wij gebruik van het protocol
leesproblemen en dyslexie voor groep 1 en 2.
Soms merken wij dat een oudste kleuter toch nog moeite kan hebben
met sommige voorwaarden die nodig zijn om naar groep 3 te gaan.
Voor deze leerlingen bieden wij aan het einde van het jaar een RT
ondersteuning aan, om de kinderen net even een zetje te geven. Via
een schrijven wordt de ouder daarover geïnformeerd en bij vragen kunt
u altijd contact met ons opnemen.
De geregistreerde observatiegegevens en toetsresultaten vullen elkaar
aan en geven samen een goed beeld van de leerling. Zo wordt in kaart
gebracht hoe ver de kleuter in zijn/haar ontwikkeling is en waar hij/zij
bijgestuurd en/of extra gestimuleerd moet worden.
Schoolmaatschappelijk werk Opvoeden en opgroeien gaat niet vanzelf. Soms lopen ouders en kinde-
ren tegen problemen aan waar zij soms niet direct een oplossing voor
hebben. De schoolmaatschappelijk werker kan hierbij helpen. Zij/hij is
lid van een van de Kernteams binnen de Gemeente.
Logopedie De leerlingen worden op vijfjarige leeftijd gescreend door een logope-
dist. Voorafgaand aan de screening vullen ouders en leerkrachten een
vragenlijst in. De logopedist koppelt de resultaten terug aan de ouders
en geeft eventueel adviezen. Ook de leerkrachten worden op de hoogte
gebracht, mits de ouders hiervoor toestemming hebben gegeven.
Fysiotherapie Leerlingen van de school, die een verwijzing voor fysiotherapie heb-
ben gehad, kunnen fysiotherapie krijgen op school. Met de Kinderfy-
siotherapiepraktijk van Mw. S.M. Hofstede-Buitenhuis uit Voorburg
heeft de school een samenwerking om kinderen tijdens de schooluren
fysiotherapie aan te kunnen bieden. Marianne Weil en Femke Thoen
zijn verbonden aan deze praktijk en geven fysiotherapie op school.
Ouders zijn vrij in de keuze ten aanzien van fysiotherapie en zij kunnen,
indien gewenst, een andere behandelaar voor hun kind zoeken buiten
de school.
Zorg naar de Gemeenten; de Kernteams Vanaf 1 januari 2015 heeft de gemeente Pijnacker-Nootdorp nieuwe
verantwoordelijkheden en taken in de toegang tot hulp en onder-
steuning. De drie nieuwe kernteams spelen hierbij een belangrijke
rol. Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw hebben ieder een kernteam.
Elk kernteam bestaat uit ervaren professionals met uiteenlopende
ervaring en expertise. Voor uw vragen over zorg, sociale zekerheid en
jeugdhulp kunt u bij het kernteam terecht. Samen met de ouder wordt
bekeken welk kernteamlid uw vraag het beste kan beantwoorden. Als
ondersteuning nodig is, kan het teamlid ouders verwijzen naar andere
vormen van (vrijwillige en professionele) hulp.
De teams worden aangestuurd door een teamleider van de gemeente. Infor-
matie over de kernteams kunt u vinden op: www.pijnacker-nootdorp.nl.
Informatie naar externe instanties De school heeft de taak de privacy van de leerlingen zorgvuldig te
bewaken. Wij kunnen alleen informatie geven en versturen wanneer
ouders daar toestemming voor geven. Het onderwijskundig rapport bij
de overgang naar een andere school of naar het Voortgezet Onderwijs
is het enige document dat onder verantwoordelijkheid van de school
valt als document voor informatieoverdracht.
Het onderwijskundig rapport Wanneer een leerling tussentijds de school verlaat wordt er een Onder-
wijskundig Rapport gemaakt. In het Onderwijskundig Rapport geven
wij een overzicht van de ontwikkelingen en prestaties van een kind in
de jaren dat het bij ons op school heeft gezeten. Het rapport wordt
gemaakt door de leerkracht en wordt doorgezonden naar de nieuwe
school. U ontvangt zelf een kopie van dit rapport.
Indien u niet akkoord gaat met de inhoud, raden wij u aan te tekenen
voor gezien en schriftelijk uw bevindingen weer te geven. Wij geven
dit dan door aan de nieuwe school van uw kind.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
34
4.2. De Externe Zorgstructuur
Niet altijd is de school in staat om zelf voldoende onderzoeksmiddelen
in te zetten en een goede diagnose ten aanzien van de problemen te for-
muleren. In overleg met de ouders kunnen wij tot de conclusie komen
dat wij advies van externe deskundigen noodzakelijk achten. Dan gaat
de school een beroep doen op de eigen externe zorgstructuur van de
school, zoals bijvoorbeeld Onderwijs Advies maar het kan ook zijn dat
wij ouders verwijzen naar de externe zorgstructuur buiten de school
zoals bijvoorbeeld het Centrum voor Autisme of een GGZ-instelling.
4.2.1 De aan de school gelieerde Externe Zorgstructuur Hieronder treft u de mogelijkheden aan van zorgtrajecten die afhan-
kelijk van de individuele behoefte ter ondersteuning ingezet kunnen
worden. Een samenwerking met u als ouders is hierbij van groot belang.
4.2.1.1. Onderwijs Advies West Zuid–Holland (OA) De scholen in Pijnacker-Nootdorp maken gebruik van de diensten van
Onderwijs Advies (OA). Deze diensten worden door de school inge-
kocht. De dienstverlening kent 2 aspecten: hulp bij systeemgerichte
begeleiding en/of met leerlinggerichte begeleiding. De systeemgerichte
begeleiding omvat adviezen en hulp bij het kiezen van onderwijsinhou-
delijke zaken. De leerling gerichte hulp omvat het diagnosticeren en
het geven van handelingsadviezen ten aanzien van leer- en/of gedrags-
problemen bij kinderen. Deze hulp kan er toe leiden dat de school een
meer op maat gemaakte begeleiding aan de leerling kan geven. De
school vraagt een onderzoek bij de OA aan met toestemming van de
ouders. De school werkt met een vaste begeleider vanuit de OA, dit is
mevrouw drs. Anja van Iperenburg.
4.2.1.2. Onderzoeken op initiatief van de ouders Wij constateren echter, dat ouders ook zelf initiatieven nemen om hun
kind te laten onderzoeken.
Uit zo’n onderzoek kan een advies komen waarvan ouders graag willen
dat de school hieraan mee werkt. De school kan/zal alleen ingaan op
deze individuele onderzoeken en adviezen als de school het gehele
schriftelijke onderzoeksverslag ontvangt en het advies past binnen de
onderwijsstructuur en binnen de visie van ons onderwijs. De Intern
Begeleider van De Waterwilg zal in samenspraak met de ouders bepalen
wat De Waterwilg kan betekenen in de uitslag van deze onderzoeken. In
de onderzoeken, die in samenwerking tussen school en ouders worden
ondernomen, wordt altijd rekening gehouden met de mogelijkheden
binnen de dagelijkse organisatie van De Waterwilg.
4.2.1.3. Onderzoek door Orthopedagoge verbonden aan De Waterwilg
De Waterwilg heeft een orthopedagoog in dienst. De taak van de
orthopedagoog is een behandeling vast te stellen die aansluit bij de
ontwikkelingsproblematiek van het kind. Orthopedagogiek is een speci-
alisatie in het wetenschappelijk onderwijs. Babette Havenaar heeft een
bachelor in pedagogiek afgerond en heeft een master in orthopedago-
giek. Daarnaast beschikt zij over een basisaantekening psychodiagnos-
tiek en is verbonden aan de NVO. Met deze certificering heeft een zij
de bevoegdheid om gericht onderzoeken te doen en problematieke of
ontwikkelingsafwijkingen vast te stellen. De orthopedagoog verricht,
altijd met toestemming van de ouders, psychologisch onderzoek bij het
kind om te achterhalen welke leer- en gedragsproblemen zich voordoen
en wat hier van de mogelijke oorzaak is. Op basis van de uitkomsten
van dit onderzoek wordt een individueel behandel- en begeleidingsplan
opgesteld. Zodoende probeert de orthopedagoog ervoor te zorgen dat
kinderen die hulp krijgen die het beste aansluit bij de behoefte van
het kind. Bij de daaropvolgende behandeling kan de orthopedagoog
ook de begeleiders, docenten en ouders betrekken, door hun gerichte
adviezen te geven met betrekking tot de begeleiding en therapeutische
handelingen die zij zelf kunnen verrichten.
4.2.1.4. Samenwerkingsverband PPO Delflanden Met ingang van 1 augustus 2014 maakt De Waterwilg deel uit van een
nieuw Samenwerkingsverband (SWV). Dit is het SWV-2802, ‘Samen-
werkingsverband passend primair onderwijs Delflanden’. (PPO Delf-
landen) In dit samenwerkingsverband werken de 80 scholen uit het
primair onderwijs uit de gemeenten Delft, Midden Delfland (Den Hoorn,
Schipluiden), Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp samen. Naast de
reguliere basisscholen bestaat het samenwerkingsverband ook uit drie
scholen voor speciaal basisonderwijs en vier scholen voor speciaal
onderwijs. De missie van het samenwerkingsverband is om voor ieder
kind een passende onderwijsplek aan te bieden. In de praktijk zal dit
voor de meeste kinderen het reguliere onderwijs zijn maar waar nodig
kan dit ook een speciale lesplaats zijn.
De wijze waarop de scholen in het samenwerkingsverband werken, is
beschreven in de volgende uitgangspunten:
• Het denken in mogelijkheden voor een kind. Niet alleen de vraag wat
is er aan de hand met een kind (beperkingen), maar meer wat heeft
het kind nodig om te komen tot een optimale ontwikkeling.
• Goede, constructieve samenwerking met ouders, scholen en samen-
werkingsverband. Om voor een kind tot de juiste invulling te kunnen
komen, hebben wij elkaar nodig.
• Handelingsgericht werken. Dit is een systematische manier van wer-
ken, waarbij het aanbod afgestemd is op de onderwijsbehoeften en
de basisbehoeften van de leerlingen. Aan de hand van de kindken-
merken wordt gekeken welke onderwijsbehoeften het betreffende
kind heeft. Het onderwijs wordt daarop aangepast.
De scholen hebben met elkaar afspraken gemaakt over wat iedere
basisschool moet kunnen bieden, de zogenaamde basisondersteuning.
In het ondersteuningsprofiel van de school zijn deze afspraken terug te
vinden. U kunt deze vinden op de site van de school onder het kopje
Passend Onderwijs. Bij een aantal kinderen zal blijken dat basisonder-
steuning niet toereikend is. Voor hen wordt een arrangement gefor-
muleerd. Voor die kinderen voor wie de hulp die geboden kan worden
vanuit het arrangement niet toereikend is, kan een ‘speciale lesplaats’
van toepassing zijn. In die situaties gaan wij samen met ouders en
scholen in gesprek om te komen tot de juiste onderwijsplek. Om voor
een arrangement of een speciale lesplaats in aanmerking te komen zijn
er zogenaamde routes beschreven, die gevolgd kunnen worden vanuit
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
35
het samenwerkingsverband. Een route is de weg, die beschrijft wat
een school moet doen om een leerling in een arrangement of speciale
lesplaats geplaatst te krijgen. Centrale plaats neemt het schoolonder-
steuningsteam in waarin de directeur en de intern begeleiders zitten.
De verschillende niveaus van zorg zoals die op De Waterwilg en binnen
het Samenwerkingsverband 2802 worden aangeboden, zijn:
Niveau 0:
Reguliere basisondersteuning die in de groep verzorgd kan worden.
Niveau 1:
Er is preventieve ondersteuning in de groep eventueel met onder-
steuning van de helpdesk van het samenwerkingsverband.
Niveau 2:
De LOA (Lokale Onderwijsadviseur) van het samenwerkingsverband
is betrokken bij de begeleiding van het kind.
Er wordt gestart met een zogenaamd ‘groeidocument’ waarin de
zorg concreet wordt geformuleerd.
De vier vragen die hierin leidend zijn:
1. Wat heeft het kind nodig?
2. Wat heeft de leerkracht nodig?
3. Wat heeft de school nodig?
4. Wat hebben de ouders nodig? Er is sprake van een zorgarrange-
ment, de afspraken zijn gedocumenteerd.
Niveau 3:
De leerling wordt aangemeld bij de toelaatbaarheidscommissie van
het samenwerkingsverband om te beoordelen of de leerling in aan-
merking komt voor plaatsing in speciaal basisonderwijs of speciaal
onderwijs.
Niveau 4:
De leerling wordt aangemeld en wordt geplaatst op een speciale les-
plaats binnen het samenwerkingsverband. Het kan hierbij gaan om
een school voor speciaal basisonderwijs of om een school speciaal
onderwijs binnen het samenwerkingsverband.
4.2.1.5. Schoolondersteuningsprofiel Doel van deze samenwerking is om kinderen in de leeftijd van 4 - 12 jaar
een passende onderwijsplek aan te bieden. In een Samenwerkingsver-
band maken scholen met elkaar afspraken over de basisondersteuning,
een bepaald onderwijsniveau dat elke basisschool minimaal aanbiedt.
Indien kinderen meer dan deze basisondersteuning nodig hebben, dan
zijn er aanvullende arrangementen of er zijn speciale lesplaatsen voor
deze kinderen. De wetgeving met betrekking tot Passend Onderwijs
geeft aan dat iedere school over een eigen ondersteuningsprofiel moet
beschikken, zodat ouders een goed zicht krijgen op het profiel van de
school en of er een dekkend netwerk aan voorzieningen aanwezig is
binnen het samenwerkingsverband. Alle scholen hebben binnen het
samenwerkingsverband een schoolondersteuningsprofiel gemaakt op
basis van eenzelfde instrument. Het schoolondersteuningsprofiel heeft
een duidelijke functie met betrekking tot het informeren van ouders
en andere betrokkenen. Het schoolondersteuningsprofiel is als een
groeidocument. Door ervaring hiermee op te doen, wordt het model
verder uitgewerkt. De Waterwilg heeft haar Ondersteuningsprofiel
geplaatst op de website en in PO Vensters gepubliceerd op het internet.
4.2.1.6. De lokale ondersteuningsadviseur (LOA) Het samenwerkingsverband faciliteert de scholen met een lokale onder-
steuningsadviseur (LOA), voor De Waterwilg. De LOA er ondersteunt
de school in het realiseren van de basisondersteuning, stimuleert de
verbinding tussen scholen (onderling) en het samenwerkingsverband
en faciliteert de school bij het schakelen naar intensievere vormen van
ondersteuning.
4.2.1.7. Extra Ondersteuning en speciale lesplaatsen Op het moment dat de basisondersteuning niet voldoende ondersteu-
ning biedt voor een leerling, bespreekt de school dit met de ouders.
In overleg met de LOA wordt vastgesteld of er meer nodig is dan de
basisondersteuning kan bieden. Als ouders, school en LOA gezamen-
lijk constateren dat er meer nodig is dan wordt er een start gemaakt
met het opstellen van een arrangement. In een arrangement worden
de ondersteuningsbehoeften van het kind, de ouders, de leerkracht
en de school in beeld gebracht. De onderwijsarrangementen worden
toegekend door de LOA. Allerlei typen arrangementen kunnen voorko-
men, bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van expertise (bijvoorbeeld
ambulante begeleiding), het beschikbaar stellen van extra handen, het
beschikbaar stellen van materialen en hulpmiddelen of een arrange-
ment beschikbaar in geld, zodat het schoolbestuur deze inzet zelf kan
organiseren.
Bij een route naar een speciale lesplaats wordt ook een vertegenwoor-
diger van de school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs
uitgenodigd bij de bespreking van de zorgvraag in het schoolonder-
steuningsteam. Het onderwijsarrangement wordt geformuleerd in een
ontwikkelingsperspectief van de leerling, dit is een wettelijke verplich-
ting. Het ontwikkelingsperspectief heeft altijd een beperkte geldigheid
en wordt daarom regelmatig geactualiseerd. Na het opstellen van het
onderwijsarrangement dienen alle betrokkenen, ouders, school en
het samenwerkingsverband een akkoord te geven. Bij een speciale
lesplaats gaat de aanvraag naar de toelaatbaarheidscommissie van het
samenwerkingsverband. Een toelaatbaarheidsverklaring zal, uitgezon-
derd bepaalde doelgroepen, altijd tijdelijk zijn. Met ouders en scholen
wordt hierover altijd gesproken. Zij brengen hierover een advies uit.
4.2.1.8. Ontwikkelingsperspectief Met de komst van Passend Onderwijs heeft de onderwijsinspectie
bepaald dat basisscholen voor leerlingen die extra ondersteuning naast
de basisondersteuning nodig hebben, ook een ontwikkelingsperspectief
moet worden geformuleerd. Extra ondersteuning is daarbij gedefinieerd
als alle ondersteuning die via het samenwerkingsverband loopt en waar-
voor het samenwerkingsverband middelen toewijst.
Kinderen die bijvoorbeeld begeleiding krijgen bij dyslexie of kortdurende
remedial teaching volgen, vallen binnen de basisondersteuning en hier-
voor hoeft geen ontwikkelingsperspectief opgesteld te worden. Het
primaire doel van het ontwikkelingsperspectief (OPP) is de ontwikkelings-
kansen van leerlingen te optimaliseren op basis van hun mogelijkheden
en talenten waarbij het belang van de leerling voorop staat. Werken met
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
36
een ontwikkelingsperspectief draagt bij aan het maken van een omslag
van ‘volgen’ naar ’plannen’. In plaats van de (leer)ontwikkeling te volgen
en af te wachten waar de leerling uiteindelijk uitkomt, plant de school
met het OPP doelgericht het onderwijs.
In het OPP beschrijft de school de doelen die een leerling kan halen met
de belemmerende en bevorderende factoren die hierop van invloed
zijn. Het biedt de leraar handvatten om het onderwijs af te stemmen
op de onderwijsbehoeften van de individuele leerling. Hierdoor krijgen
zowel school, ouders als leerling scherper in beeld waar de leerling naar
toewerkt om succesvol te zijn in o.a. de uitstroombestemming.
Hierbij komen de basisvaardigheden taal/lezen en rekenen en/of de
sociaal-emotionele ontwikkeling, het gedrag en de werkhouding of
taakaanpak van de leerling aan bod. De school evalueert het ontwikke-
lingsperspectief twee keer per jaar met de ouders en stelt het zo nodig bij.
4.2.1.9. Zorgondersteuning / Remedial Teaching (RT) De Waterwilg biedt kinderen die specifieke aandacht nodig hebben
voor een bepaald leerstofonderdeel remedial teaching (RT) aan onder
schooltijd. Dit wordt verzorgd door RT-ers. Deze RT wordt gegeven in
kleine groepjes leerlingen tegelijkertijd gedurende ongeveer 8 school-
weken. De intern begeleider selecteert leerlingen die hiervoor in aan-
merking komen. Het gaat hierbij om specifieke zorgondersteuning.
Wanneer RT wordt geadviseerd worden de ouders hierover geïnfor-
meerd.
4.2.2. De niet aan de school gelieerde Zorgstructuur Hieronder verstaan wij gespecialiseerde onderzoek- en/of behandelin-
stituten. Voorbeelden hiervan zijn: GGZ, Pietje Bell (ADHD-centrum),
Centrum voor Autisme, Regionaal Instituut voor Dyslexie (RID), ONL
(het dyslexie behandelinstituut van Onderwijsadvies).
Ten behoeve van een onderzoekstraject wordt aan ouders en school
vaak gevraagd om (gedrag)vragenlijsten in te vullen. De leerkrachten
vullen deze vragenlijsten in, omdat zij de leerling dagelijks in de klas
meemaken. De leerkracht probeert altijd een zo realistisch mogelijk
beeld te schetsen van het functioneren van een leerling in een klas, in
het belang van een goed onderzoekstraject. Hierbij dient door ouders
rekening gehouden te worden dat de antwoorden soms confronterend
kunnen zijn. De leerkracht zal altijd een onderbouwing geven maar kan
niet altijd de teleurstelling van ouders wegnemen.
4.3. Het leerling- en onderwijs- volgsysteem
Om de leerontwikkeling van alle kinderen door de verschillende leerja-
ren heen goed te kunnen volgen maakt de school onder andere gebruik
van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van CITO. Het LOVS
biedt de school een totaal toetsenpakket voor de leerstofonderdelen:
rekenen en wiskunde, begrijpend lezen, technisch lezen, spelling en
woordenschat. De toetsen worden afgenomen bij een zeer grote groep
van leerlingen in het land. Daardoor is het mogelijk om de prestaties van
individuele kinderen te vergelijken met andere kinderen in Nederland.
In de hieronder weergegeven toetsplanner kunt u aflezen welke toetsen
op welk moment afgenomen worden in de verschillende leerjaren.
Toetskalender:
* Leerlingen met beneden gemiddelde prestaties bij de afname van
eind groep 3 voor technische leesvaardigheid worden hier getoetst
met de AVI.
** De DMT is een toets om de technische leesvaardigheid voor het lezen
van losse woorden te toetsen. Drie kaarten, met een verschillend
moeilijkheidsniveau, worden telkens 1 minuut gelezen, waarbij het
aantal goed gelezen woorden de score bepalen.
De toetsen:
Op De Waterwilg gebruiken wij de niveauduiding
van Cito zoals hieronder aangegeven.
Toetsen sept. nov. jan.-feb. april juniRekenen voor kleuters M2 E1-E2Taal voor kleuters M2 E2DMT ** M3-M4 E3-E4AVI B4* M3-M8 E3-E8Begrijpend lezen M4-M8 E3-E6Rekenen en wiskunde M3-M8 E3-E6Spelling M3-M8 E3-E6Woordenschat M3 E3Entreetoets-7 E7Centrale Eindtoets E8
Niveau % Waardering I + 10% Hoogst scorende I 10% Ver boven het gemiddelde II 20% Boven het gemiddelde III 20% Gemiddelde prestaties IV 20% Beneden het gemiddelde V 10% Ver beneden het gemiddelde V- 10% Zwakst scorende
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
37
Interpretatie van de prestaties op CITO-LOVS
Voor de leerling die op niveau-III presteert, geldt dat de leerling pres-
teert overeenkomstig een gemiddelde leerling op jaargroep niveau.
Voor leerlingen welke beneden het gemiddelde presteren betekent dit
dat er bij hen sprake is van een leerachterstand en bij leerlingen welke
boven het gemiddelde presteren spreken wij van een leervoorsprong.
Deze verdeling is een landelijk genormeerde verdeling en ouders kun-
nen de prestaties van hun kind hieraan relateren.
Het informeren van ouders over de prestaties op de CITO toetsen
van hun kind:
Tijdens de tafeltjesavond zullen de leerkrachten u, aan de hand van de
grafieken van het LOVS, de ontwikkeling van uw kind(eren) laten zien door
de jaren heen. Bij de grafische grafieken van de leerlingen van groep 6
t/m 8 over de resultaten van Begrijpend Lezen en Rekenen & Wiskunde
van uw zoon/dochter worden ook de referentieniveaus weergegeven.
In de grafieken kunt u zien hoe uw zoon/dochter scoort ten opzichte van
de referentieniveaus. Het referentieniveau geeft aan wat een leerling
moet kunnen en kennen op bepaalde momenten in hun schoolcarrière.
Referentieniveaus zorgen voor efficiëntere en effectievere onderwijspro-
gramma’s. Hierdoor kunnen betere doelen worden gesteld en kunnen
leerprestaties van leerlingen worden gemeten en eventueel bijgestuurd.
Bij de overstap van basisschool naar Voortgezet Onderwijs helpen de
referentieniveaus om het niveau van de leerling vast te stellen.
De niveaus worden, voor de basisschool, in opklimmende moeilijkheids-
graad aangeduid:
<1F: beneden fundamenteel niveau
1F: fundamenteel niveau
1S: streefniveau
2F: dit niveau sluit aan bij 1F
De verwachting is dat de meeste leerlingen aan het einde van groep
8 het referentieniveau 1F hebben bereikt. Sommige leerlingen zullen
meer kunnen halen dan het referentieniveau 1F, bijvoorbeeld 1S of
2F. Er zullen ook leerlingen zijn voor wie 1F (nog) niet haalbaar is. Zij
zullen de doelen van 1F waarschijnlijk in het begin van de middelbare
school bereiken. Om als volwassene goed te kunnen functioneren in de
maatschappij is het nodig dat in ieder geval niveau 2F wordt gehaald.
Vanaf 2016 gebruikt de inspectie de gegevens van de behaalde refe-
rentieniveaus bij het beoordelen van de opbrengsten van de Centrale
Eindtoets. De referentieniveaus zijn in de wet afgesproken en basisscho-
len zullen voor de overdracht naar het voortgezet onderwijs moeten
aangeven waar leerlingen staan ten opzichte van de referentieniveaus.
De ouders ontvangen bij het rapport de uitdraai van de CITO resultaten
in de vorm van een leerlingenrapport per getoetst leerstofonderdeel.
De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 krijgen de CITO resultaten mee
in het schoolrapport. Voor alle andere groepen geldt dat ouders deze
gegevens ontvangen via de leerkracht.
Wij adviseren ouders van de leerlingen t/m groep 6 om de CITO resul-
taten niet te bespreken met hun kind. Jonge kinderen kunnen hier
niet veel mee; zij werken in de klas, worden getoetst met de methode
gebonden toetsen en kunnen dit overzien. Dat geldt niet voor de CITO
toetsen en de resultaten.
4.3.1. Interpretatie van de CITO toetsen
Interpretatie van het leerlingenrapport: Allereerst kunnen wij uit het leerlingenrapport de vorderingen van
het kind aflezen, maar tevens kunnen wij de prestaties van de leerling
vergelijken met andere, vergelijkbare leerlingen. Mede op basis van het
leerlingenrapport bepalen wij of wij de vorderingen van een leerling
nader moeten analyseren of extra actie moeten ondernemen. Alle
leerlingen volgen een lijn. De neergaande lijnen geven doorgaans het
startsein voor nader onderzoek.
Interpretatie op groepsniveau Tijdens de groepsevaluaties door leerkracht en intern begeleider, aan
het begin, het midden en het eind van een schooljaar worden de resul-
taten van de groep geanalyseerd om te onderzoeken of de onderwijs-
situatie op groepsniveau bijstelling behoeft. De analyses verwerken
wij in het groepsplan. Dit is een werkdocument voor de leerkrachten.
Dit document is niet ter inzage voor ouders, omdat het informatie
bevat van alle leerlingen. Het groepsplan helpt ons om de begeleiding
en hulpvragen van individuele en groepjes leerlingen overzichtelijk en
beheersbaar in het klassenrooster in te kunnen plannen.
Tevens is het een zeer effectief middel bij het overdragen van de ene
jaargroep naar de andere en bij situaties waar de klas gerund wordt
door een invallende leerkracht.
Interpretatie op schoolniveau Met behulp van het LOVS is het mogelijk om op schoolniveau na te
gaan of wij beantwoorden aan de doelstellingen die wij nastreven.
Deze evaluatie kan de aanzet vormen tot kwaliteitsverbetering. De
gemiddelde vaardigheidsscore die door CITO gesteld is, dient als uit-
gangspunt. Door de school wordt gestreefd naar resultaten die 5%
hoger liggen dan die CITO-norm. Daarnaast beogen wij dat 80% van
de leerlingen op de CITO-toetsen een I, II of III-score behaalt. Voor de
Centrale Eindtoets wordt gestreefd naar het bereiken van de boven-
grens van de inspectienormen.
Kwaliteitsverbetering kan gerealiseerd worden door wijzigingen en/of
aanpassingen in het didactisch handelen van leerkrachten maar kan
ook leiden tot het vervangen van een methode. 2x per jaar maken de
intern begeleiders een analyse van de afgenomen toetsen. De analyse
wordt besproken met het team en leraren worden betrokken bij de
kwaliteitsverbeteringen.
De afname van de Entreetoets in groep 7 De Entreetoets toetst de basisvaardigheden voor Taal, Lezen en Reke-
nen. De toets bestaat uit 13 taken die, verspreid over 1,5 week, afgeno-
men worden. In de maand april maken de leerlingen de Entreetoets-7.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
38
De resultaten van de toets worden verwerkt door het CITO en elke leer-
ling krijgt een leerlingprofiel. Zo kunnen ouders en de school in een
oogopslag zien hoe de leerling er, wat betreft de basisvoorwaarden, voor
staat. Een analyse van het profiel geeft antwoord op vragen zoals: is het
niveau zoals verwacht? De afname van de Entreetoets groep 7 maakt
onderdeel uit van het traject voor advisering ten aanzien van het Voort-
gezet Onderwijs. Eind groep 7 ontvangt u van de school een formulier
waarop u kunt aangeven welke onderwijsvorm u voor uw kind het meest
passend acht. Het advies wordt door de school gegeven maar wij zouden
graag willen weten of de mening van u, als ouder, overeenkomt met de
mening van de school. De ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen worden
geïnformeerd over de resultaten en zij ontvangen een document met
daarop het voorlopige advies voor het Voortgezet Onderwijs.
4.4. Het volgen van de vorderingen van de technische leesvaardigheid
Goed leren lezen is misschien wel de belangrijkste taak van het basis-
onderwijs. Om de leesvaardigheid van de leerlingen goed te kunnen
volgen gebruiken wij verschillende toetsen. De leesvaardigheid van de
leerlingen van de groepen 3 en 4 wordt gescreend op groepsniveau
met behulp van de AVI en de DMT. De uitslagen van deze toetsen zijn
bepalend voor een eventueel vervolgtraject. Bij een beneden gemid-
deld niveau (prestaties op niveau IV, V en V-) zal er door de intern
begeleider een aanvullend leesonderzoek worden gedaan. De lees-
vaardigheid van de leerlingen van de groepen 5 t/m 7 wordt gescreend
op groepsniveau met behulp van de AVI-toets. Bij de leerlingen die
in het voorafgaande jaar een beneden gemiddelde score behaalden
ten aanzien van de technische leesvaardigheid wordt tevens de DMT
afgenomen. De uitslag van deze toets is bepalend voor een eventueel
vervolgtraject. Bij prestaties op niveau IV, V en V- zal er door de intern
begeleider een aanvullend leesonderzoek worden gedaan. De afnames
in de verschillende jaargroepen vindt u terug in de toetskalender in
hoofdstuk 4.3. Dyslectische leerlingen die begeleid worden door een
extern instituut zullen niet door de school getoetst worden met AVI
omdat er een leereffect zit in het meermaals afnemen van deze toetsen.
De school heeft hierover een afspraak gemaakt met de behandelaars.
De school neemt de AVI-resultaten over van de behandelaar en legt
deze vast in het LOVS van CITO.
AVI-niveau op het schoolrapport Deze leestoets wordt twee keer per jaar afgenomen bij de kinderen van
de groepen 3, 5 t/m 8. De afnamemomenten treft u in de toetskalen-
der aan. Het resultaat hiervan wordt vermeld op het rapport bij CITO
resultaten. Voor de leerlingen van de jaargroepen 4 maken wij hierop
een uitzondering. Deze leerlingen zitten in een leerproces waarbij de
prestaties op lezen snel voor- of achteruit kunnen gaan. Daarom worden
alle leerlingen van de groepen 4, welke een leerachterstand hadden
voor de zomer, aan het begin van het schooljaar getoetst met AVI, de
toets voor het lezen van teksten.
Wat is dyslexie? De officiële definitie van dyslexie, van de Stichting Dyslexie Nederland
(2008) luidt als volgt: “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt
door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of
vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau”. Kenmer-
kend voor dyslexie is dat de problemen ondanks intensieve remediëring
blijven bestaan.
In Nederland heeft ongeveer 10% van de leerlingen op de basisscholen
moeite met leren lezen. Voor de meeste kinderen is extra begeleiding
voldoende om op een optimaal lees- en schrijfniveau te komen. Maar
bij ongeveer 4% van de leerlingen zal het proces altijd moeizaam blijven
verlopen, omdat bij hun sprake is van dyslexie. Voor deze kinderen is
gespecialiseerde hulp nodig, die gericht is op het behalen van een zo
hoog mogelijk niveau van functionele geletterdheid. Kinderen met
dyslexie hebben een ernstige lees- en spellingachterstand en beho-
ren bij de landelijk genormeerde toetsen tot de 10% zwakst scorende
leerlingen; de V-leerlingen.
Wat doen wij als school? Een belangrijke taak van de school is het signaleren van leesproble-
men. Op De Waterwilg gaan wij uit van de professionaliteit van de
leerkracht. De leerkracht gaat dagelijks met de leerlingen om, ziet hoe
de leerlingen werken en leren, weet hoe hun vooruitgang is en hoe ze
zich ontwikkelen. Daarnaast is er het CITO- leerlingvolgsysteem, dat
op een objectieve manier meet welke vorderingen een leerling maakt.
Ook halen wij gegevens uit de methodetoetsen en kunnen wij door
het werken met Snappet goed in de gaten houden welke doelen een
leerling wel of niet beheerst.
De gegevens die wij gebruiken bij de signalering van mogelijke dyslexie,
zijn onder andere:
• De informatie van de ouders bij aanmelding op school. Mogelijk is er
een erfelijke belasting. Dit nemen wij mee. Daarnaast horen wij graag
als ouders problemen met lezen thuis signaleren.
• Observaties in de klas met betrekking tot werkhouding, leerbaarheid,
automatiseren, interesse in activiteiten die met taal, geletterdheid
en lezen te maken hebben.
• Analyse van werk en taaluitingen.
• Analyse van observatielijsten, signaleringslijsten en methode gebon-
den toetsen.
• Analyse van toetsen uit het leerlingvolgsysteem.
De school heeft de functie van poortwachter bij de aanmelding voor
dyslexieonderzoek. Het aanvragen van een dyslexieonderzoek gebeurt
door ouders(s)/verzorger(s), in samenwerking met de intern begeleider.
De ouders zijn verantwoordelijk voor de aanvraag van het onderzoek.
De school is verantwoordelijk voor het aanleveren van de beschikbare
informatie en kan de ouder(s)/verzorger(s) gedurende het hele traject
adviseren. Het onderzoek zelf vindt niet plaats op school, maar wordt
gedaan door een andere instantie. Om in aanmerking te kunnen komen
voor een dyslexieonderzoek, moet voldaan worden aan een aantal
strenge eisen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
39
De criteria zijn:
• Een leerling scoort na goed regulier onderwijs voor lezen en spelling
(basis en eventuele extra instructie in de groep) op de DMT of CITO
Spelling een V.
• De leerling krijgt extra zorg/hulp op lees- of spellinggebied. De hulp
moet minimaal 6 maanden lang 3x 20 minuten per week gegeven aan
de hand van een kwalitatieve methodiek.
• Deze extra hulp is na 3 maanden geëvalueerd. Voor lezen nemen
we de DMT af. Voor spelling gebruiken we het PI dictee als evaluatie
instrument. Groeit de leerling niet voldoende, dan moet de extra hulp
voortgezet worden. Anders kan de leerling terug naar de reguliere
hulp in de klas.
• De extra hulp wordt na 6 maanden opnieuw geëvalueerd. Scoort de
leerling nog steeds op V niveau? En groeit de leerling niet voldoende?
Dan mag er een aanvraag gedaan worden (in totaal dus 3x V gescoord).
• Het leesprobleem moet aantoonbaar op zichzelf staan. Er moet wor-
den uitgesloten dat de leerachterstand elders vandaan komt.
Een dyslexieverklaring kan nuttig zijn i.v.m. het aanschaffen van com-
pensatiemiddelen voor dyslectische leerlingen (bijvoorbeeld een inge-
sproken Eindtoets). Ook kan deze verklaring leiden tot extra tijd bij toet-
sen en extra hulp in het voortgezet onderwijs. Verder kan de diagnose
dyslexie voor een leerling en zijn ouder(s)/verzorger(s) een opluchting
betekenen en de emotionele gevolgen van het probleem beperken.
Tijdens de onderzoeksperiode en de daarop volgende behandelperiode,
volgt de leerling het intensieve spelling- en leesaanbod in de groep.
Zodra de dyslexiebehandeling start, stopt de intensieve begeleiding
buiten de groep. Dit om overbelasting van de leerling te voorkomen.
Bij het in werking treden van de wet Passend Onderwijs is de vergoe-
ding van dyslexieonderzoeken en behandelingen overgegaan naar de
gemeente. Voor de zwakste 4% lezers wordt onderzoek en behandeling
vergoed. Is er wel een vermoeden van dyslexie, maar heeft de leerling te
goede scores om in aanmerking te komen voor een vergoed onderzoek?
Dan kan een regulier dyslexieonderzoek aangevraagd worden door de
ouder(s)/verzorger(s). De kosten zijn dan voor rekening van de ouder(s)/
verzorger(s). Mocht er inderdaad sprake zijn van dyslexie, dan dient de
eventuele behandeling ook zelf te worden betaald.
Voor meer informatie kunt u ons uitgebreide dyslexiebeleid inzien op
de site van De Waterwilg onder het kopje Protocollen
Auditieve ondersteuning voor leerlingen met dyslexie Indien u van een externe deskundige het advies krijgt om auditieve
ondersteuning aan te vragen voor uw kind bij de ziektekostenverze-
keraar, is het raadzaam om vooraf informatie hierover in te winnen bij
een van de intern begeleiders van de school. Steeds meer leerlingen
met dyslexie hebben een eigen laptop en hierop kan een programma
geïnstalleerd worden dat het mogelijk maakt om op deze wijze audi-
tieve ondersteuning te realiseren. Wanneer uw kind op school werkt
met Snappet kan auditieve ondersteuning direct geactiveerd worden.
Makkelijk Lezen Plein (MLP) De bibliotheek in Pijnacker beschikt over een ‘Makkelijk Lezen Plein’.
Het Makkelijk Lezen Plein (MLP) is een plek waar kinderen van 8 t/m 13
jaar met dyslexie en andere leesproblemen op een toegankelijke manier
boeken en materialen kunnen vinden. Materialen die speciaal voor hen
geselecteerd zijn. Het belangrijkste doel van het MLP is het bevorderen
van leesplezier bij kinderen voor wie lezen niet vanzelfsprekend gaat.
Leeszwakke kinderenVoor deze groep kinderen geldt: lezen, lezen en nog eens lezen. We noe-
men dit ook wel het maken van ‘leeskilometers’. Een goede leesvaar-
digheid is ontzettend belangrijk; wij bieden mooie, leuke en spannende
boeken aan. Regelmatig vernieuwen wij ons boekenbestand en vullen
dit aan. Voor de kinderen met leesproblemen of dyslexie hebben wij
een aparte boekenkast met dyslexie vriendelijke uitgaven van kinder-
boeken. Daarnaast vinden wij voorlezen erg belangrijk en hebben wij
lezen dagelijks vast in het lesrooster opgenomen. Ouders kunnen hun
kinderen helpen door voor te lezen. Ook kinderen uit groep 4 worden
nog graag voorgelezen.
Een zeer belangrijk advies: zorgt u er vooral voor dat het kind niet te
moeilijke boeken leest! Een kind dat moeite heeft met lezen en zich door
een tekst heen moet worstelen, zal alleen maar bevestigd worden in de
eigen beleving, namelijk dat lezen niet leuk en verschrikkelijk moeilijk
is. Door samen met uw kind te lezen, uw kind boeken te laten lezen
die goed op niveau zijn en vooral trots te zijn op het leesresultaat van
het kind, stimuleert u het leren lezen van uw kind.
4.5. Het onderwijs aan (hoog)begaafde kinderen
Binnen de eigen groep De school streeft naar onderwijs op maat, ook voor de leerlingen met
een ontwikkelingsvoorsprong. Scholen worstelen nog enigszins met
het vormgeven van passend onderwijs aan meerbegaafde leerlingen,
wij werken hard aan geschikte oplossingen. In de groep realiseren wij
een uitdagende leeromgeving voor deze leerlingen door het basis-
aanbod in een compacte vorm aan te bieden, door het aanbieden
van verrijkingsmaterialen en door adaptieve opgaven op de tablet en
differentiatie volgens de methodes. Hierdoor kan ieder kind naar eigen
vermogen presteren.
De Kangoeroegroep Op De Waterwilg is er een interne Plusgroep: de Kangoeroegroep. Het
doel van deze groep is om leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong,
samen met ontwikkelingsgelijken, plezier te laten beleven aan leren,
binnen voor hen betekenisvolle projecten. Hierbij worden keuzes en
uitdagingen geboden. Daarbij spreken wij voornamelijk de hogere orde
denkvaardigheden analyseren, evalueren en creëren aan. Er wordt
door de eigen leerkracht, in overleg met de intern begeleider en de
leerkracht van de Kangoeroegroep, goed gekeken welke leerlingen voor
de Kangoeroegroep in aanmerking komen. Alle leerkrachten vullen
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
40
jaarlijks een Quickscan hoogbegaafdheid in, waarbij zij alle leerlingen
van hun groep screenen op hoogbegaafdheidskenmerken. Daarnaast
houden wij bijvoorbeeld rekening met observaties, didactische voor-
sprong, werkhouding, prestaties op het LOVS van CITO en prestaties
op de methodetoetsen. Twee maal per jaar wordt er geëvalueerd of
voortgang kan plaatsvinden. Dit kan betekenen dat de ene leerling
langer in de Kangoeroegroep zit dan de ander. De school neemt uit-
eindelijk het besluit of een leerling aan de Kangoeroegroep kan blijven
deelnemen of niet.
De leerlingen komen wekelijks naar de Kangoeroegroep. De lessen zijn
op maandag voor leerlingen van groep 5 t/m 8 en op dinsdag voor de
groepen 1 t/m 4.
In de Kangoeroegroep wordt gewerkt aan individuele opdrachten en
groepsopdrachten. De leerlingen werken bijvoorbeeld individueel of in
kleine groepjes aan projecten uit de Pittige Plus Torens. In deze torens
bevinden zich uitdagende activiteiten in de vorm van ‘Peper Projec-
ten’. Het doel van deze projecten is het stimuleren van de individuele
creativiteit, de motivatie en het doorzettingsvermogen, ieder op zijn
eigen niveau. De kinderen leren hoe zij gestructureerd hun eigen ideeën
kunnen omzetten in een tastbaar en presenteerbaar eindresultaat. Met
de Peper Projecten leren de kinderen grondig onderzoeken, structu-
reren en plannen van eigen activiteiten en goed vormgeven van eigen
ideeën en creaties. Het is denken en doen! Groepsbrede opdrachten
vinden bijvoorbeeld plaats rond een thema dat meerdere weken in
de groep centraal staat. Incidenteel vindt er een workshop plaats met
een gastspreker.
Eén keer per schooljaar is er een inloopmoment voor ouders. Verdere
communicatie verloopt voor ouders van de leerlingen van de Kangoe-
roegroepen via Klasbord. Aan het einde van het schooljaar komt er
een inlegvel in het eindrapport over de Kangoeroegroep.
4.6. Van Basisonderwijs naar Voortgezet Onderwijs
Rapporten en gesprekscyclus voor groepen 7 en 8In de groepen 7 en 8 wijkt het rooster ten aanzien van de rapporten,
toetsen en de gesprekscyclus met ouders enigszins af van de cyclus in
de andere jaargroepen. In het schema hieronder staat een schematisch
overzicht van de cyclus voor de groepen 7 en 8.
De Waterwilg maakt bij de verwijzing naar het voortgezet onderwijs
gebruik van het digitale overdrachtssysteem ‘Onderwijs Transparant’.
Hier zijn alle scholen binnen de regio Haaglanden, Delft, Zoetermeer en
Rotterdam bij aangesloten. De overstap van leerlingen van het basis-
onderwijs naar het Voortgezet Onderwijs is een belangrijke stap in de
schoolcarrière van leerlingen. Veel informatie die op de basisschool in
de loop der jaren is verzameld rondom de leerling, moet overgedragen
worden aan de ontvangende school. Toetsgegevens, gegevens over
de schoolloopbaan en gegevens over begeleiding worden gecommu-
niceerd naar de school die de leerling kiest. Veel van deze gegevens
spelen ook een rol bij de bepaling van het vervolgonderwijs. De leer-
krachten van groep 8 maken in samenspraak met de intern begeleider
en de directie voor iedere leerling in groep 8 een onderwijskundig rap-
port (afgekort OKR). Dit rapport wordt gemaakt in het programma van
Onderwijs Transparant. Als een leerling zich aanmeldt op een school van
Voortgezet Onderwijs, kan de middelbare school door middel van een
unieke code op het adviesformulier van de leerling het OKR eenvoudig
in het eigen administratiesysteem invoeren. Zo vindt er een goede
overdracht van gegevens plaats. Daarnaast kan de basisschool zien of
en waar een leerling zich aanmeldt. Hierdoor is het proces van aanmel-
ding voor zowel de basisschool als het voorgezet onderwijs inzichtelijk.
Het voorlopig advies Elke school is bij wet verplicht een schooladvies uit te brengen. In de
loop der jaren hebben wij een indruk gekregen van de leerprestaties en
de leerlingenkenmerken van de leerlingen. In april van groep 7 maken
de leerlingen de Entreetoets van CITO voor groep 7. Met de Entreetoets
worden de basisvaardigheden van leerlingen op de onderdelen Taal,
Lezen en Rekenen gemeten. De resultaten worden weergegeven door
middel van een leerlingprofiel op papier. Op dit leerlingprofiel is in één
oogopslag te zien hoe de leerling ervoor staat. Op basis van de meerja-
rige gegevens van het leerlingvolgsysteem van CITO, de resultaten van
de methodetoetsen, de gegevens van de Entreetoets in groep 7 en op
basis van de leerlingenkenmerken, formuleert de school het voorlopige
schooladvies. De leerkrachten van groep 7, de intern begeleider en de
directie komen voor iedere leerling samen tot een voorlopig advies.
Bij deze advisering wordt de ouder betrokken. Wij zullen u als ouder
vragen om aan te geven welke onderwijsvorm u het meest passend
acht voor uw zoon of dochter. Hierbij aangevend dat het schooladvies
hierin leidend is. Het voorlopig advies zal tijdens een gesprek tussen
de leerkracht, de ouder(s)/verzorger(s) en de leerling in juni gecom-
municeerd worden.
Een bijstelling van het voorlopig schooladvies kan in de loop van groep 8
door de school gedaan worden indien de prestaties van een leerling een
sterk stijgende of dalende tendens laten zien. Meestal zal dit gebeuren
nadat in november de leerlingen van groep 8 de CITO-LOVS toetsen voor
rekenen en wiskunde, begrijpend lezen, spelling en woordenschat (CITO
B8) gemaakt hebben. Het formuleren van een schooladvies voor het
Voortgezet Onderwijs is een verantwoordelijkheid van de basisschool.
Leerwegondersteunend onderwijs Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is voor vmbo-leerlingen
die genoeg capaciteiten hebben om een diploma te halen, maar daar
wel extra hulp bij nodig hebben. VMBO-scholen kunnen zelf bepalen
hoe zij LWOO aanbieden, bijvoorbeeld door bijlessen, huiswerkbe-
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
41
geleiding of trainingen om een leerling beter te laten studeren. Vaak
bestaan de klassen voor LWOO uit gemiddeld 15 leerlingen. LWOO hoeft
niet vier jaar te duren. Eén of twee jaar is ook mogelijk. De Regionale
Verwijzingscommissie beslist of de VMBO-school geld krijgt om een
leerling extra begeleiding te geven. De commissie kijkt hiervoor naar
de leerachterstand, de capaciteiten (IQ) en het gedrag van het kind. In
de maand oktober maken de leerlingen die een VMBO Basis of Kader
advies hebben de Drempeltoets. De Drempeltoets is een toets die
beoogt leerachterstanden te achterhalen. Indien een leerling op twee
of meer leerstofgebieden een achterstand heeft die groter dan of gelijk
is aan 25% (waarvan één leerstofgebied begrijpend lezen of rekenen
is), zal er een speciaal onderzoekstraject doorlopen worden om vast
te stellen of deze leerling in aanmerking komt voor LWOO.
Het definitieve advies en de Eindtoets Voor alle leerlingen van groep 8 in het reguliere basisonderwijs is het
verplicht om een eindtoets te maken. De overheid stelt hiervoor de
Centrale Eindtoets beschikbaar. Het College voor Toetsen en Examens
(CvTE) is verantwoordelijk voor de Centrale Eindtoets, die in samen-
werking met CITO wordt gemaakt. Deze toets is vergelijkbaar met de
Eindtoets Basisonderwijs van CITO.
De Centrale Eindtoets wordt in april afgenomen. De toets wordt op
papier afgenomen. Een deel van de leerlingen zal de toets digitaal
maken. Dit betreft bijvoorbeeld leerlingen die vanwege dyslexie de
toets met auditieve ondersteuning mogen maken of vanwege een speci-
fieke onderwijsbehoefte. De digitale afnames zullen in dezelfde periode
als de afnamedata van de papieren versie zijn. Met de invoering van
de verplichte Eindtoets in het primair onderwijs is het schooladvies
leidend geworden. Het definitieve schooladvies brengt De Waterwilg
in november uit, zodat u uw kind kunt aanmelden voor het voortgezet
onderwijs. Het schooladvies wordt opgebouwd door de gegevens van
het CITO leerling volgsysteem (leerjaar 3 t/m 8, de methoden gebon-
den toetsen en de menskenmerken van een leerling). Als een leerling
de Eindtoets beter maakt dan het advies van de school, dan kan de
basisschool het schooladvies heroverwegen. De heroverweging kan
leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook beslist
worden dat het schooladvies niet wordt aangepast. Immers de Cen-
trale Eindtoets is een momentopname t.o.v. het leerlingvolgsysteem,
dat een gedegen weergave is van de resultaten van een leerling door
de schooljaren heen.
Een overzicht van de gegevens welke schooladviezen zijn gegeven door
de school kunt u vinden op de website www.scholenopdekaart.nl onder
het kopje Resultaten.
Het onderwijskundig rapport (OKR) De overdracht van de gegevens van uw zoon/dochter van de basisschool
naar het Voortgezet Onderwijs gaat digitaal. De Waterwilg maakt bij
de verwijzing naar het Voortgezet Onderwijs gebruik van het digitale
overdrachtssysteem ‘Onderwijs Transparant’. Hier zijn alle scholen
binnen de regio Haaglanden, Delft, Zoetermeer en Rotterdam bij aan-
gesloten. De overstap van leerlingen van het basisonderwijs naar het
Voortgezet Onderwijs is een belangrijke stap in de schoolcarrière van
leerlingen. Veel informatie die op de basisschool in de loop der jaren
is verzameld rondom de leerling, wordt overgedragen aan de ontvan-
gende school. De leerkrachten van groep 8 maken in samenspraak met
de intern begeleider en de directie voor iedere leerling in groep 8 een
onderwijskundig rapport (afgekort OKR). Het OKR wordt gemaakt in
het programma van Onderwijs Transparant en in dit rapport staan alle
belangrijke gegevens over de leerling, welke noodzakelijk zijn voor een
goede informatieoverdracht naar het Voortgezet Onderwijs. U kunt
hierbij denken aan toetsgegevens, gegevens over de schoolloopbaan
en gegevens over begeleiding. Ook worden relevante documenten als
dyslexieverklaringen toegevoegd aan het OKR. Alle ouder(s)/verzor-
ger(s) krijgen het OKR ter inzage en controleren deze op personaliage-
gevens. Over de verdere inhoud, die door de school is beschreven, kan
niet worden gediscussieerd. In het OKR heeft u als ouder de ruimte om
uw zienswijze ten aanzien van het OKR, de begeleiding van uw zoon/
dochter, keuze van de school etc. te beschrijven.
Wij adviseren ouders dringend om de inhoud van het OKR niet in zijn
geheel met uw kind te bespreken. Informatie staat er in ‘volwassen’
taal en dit kan op een leerling toch anders overkomen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
42
HOOFDSTUK 5 DE LEERKRACHTEN 5.1. Wijze van vervanging bij verlof, scholing en ziekte
Vervanging bij ziekte / afwezigheid leerkracht Bij ziekte of afwezigheid van een leerkracht wordt door het manage-
mentteam gekozen uit de volgende mogelijkheden:
• Duo-collega wordt gevraagd of deze extra wil werken.
• Leerkrachten die extra ondersteuning geven nemen de groep over.
• Leerkrachten met een bepaalde taak (bijvoorbeeld KGG, RT, SEN, NT2,
ICT) nemen de groep over.
• Gepensioneerde leerkrachten vallen in.
• Invallers via een uitzendbureau worden ingezet.
• De groep wordt verdeeld.
• IB-ers / directie nemen de groep over.
• De groep wordt naar huis gestuurd.
Wij streven ernaar om geen groepen naar huis te sturen en de groepen
1 t/m 4 niet te verdelen. De ouders van de groepen 1 t/m 4 worden
via de mail op de hoogte gebracht hoe de vervanging is geregeld. In
de groepen 5 t/m 8 kunnen de leerlingen dit zelf aan hun ouders/ver-
zorgers vertellen. Bij langdurige vervanging worden deze ouders via de
mail op de hoogte gebracht.
Vervanging Een groep op De Waterwilg start bij aanvang met één groepsleerkracht
of met twee groepsleerkrachten, dit is afhankelijk van de aanstelling.
Wij streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten voor één en
dezelfde groep te hebben. Echter onvoorziene omstandigheden kunnen
er toe leiden, dat wij dit streven niet waar kunnen maken. Ook kan
het zijn, dat een leerkracht van een groep halverwege het schooljaar
geplaatst kan worden in een andere groep door overmacht (zoals ont-
slag, zwangerschap, ziekte etc.). De school kan en mag, vanwege privacy
redenen, niet altijd een uitleg geven.
5.2. Scholing van leerkrachten
Scholing teambreed In het komend schooljaar zal het schoolteam zich verder bekwamen
op het gebied van:
Bedrijfshulpverlening en EHBO
In het kader van het rechtsgeldig houden van het diploma en het actueel
houden van de kennis van de Bedrijfshulpverlener vindt er eenmaal
per jaar een nascholing plaats voor de procedure bij brand en EHBO.
Deze nascholing vindt plaats op de laatste donderdagmiddag van de
zomervakantie.
Kanjertraining
De Waterwilg is een Kanjerschool en iedere groepsleerkracht heeft
een opleiding gevolgd tot Kanjertrainer. Op de margedag in oktober
krijgen alle teamleden een nascholing zodat de geleerde kennis up-to-
date blijft.
Expliciete Directe Instructie (EDI)
De leerkrachten leren hoe zij een les effectiever kunnen maken zodat
de leerlingen succeservaringen krijgen en betere leerprestaties. Hierbij
ligt de nadruk op de lesdoelen, instructie en de differentiatie. Het EDI zal
verder uitgediept worden d.m.v. klassenbezoeken, coaching, intervisie,
collegiale consulatie en nascholing.
Invoering nieuwe methoden zaakvakken
De leerkrachten van de groepen 5 t/m 8 gaan werken met nieuwe
methoden voor de zaakvakken: geschiedenis, aardrijkskunde en natuur
& techniek. M.b.v. deze methoden krijgen de leerlingen voldoende
kennis en de verwerking vindt plaats op de manier zoals we gewend
waren bij Topondernemers (21st Century Skills).
Deze nieuwe methoden worden besproken tijdens de parallel-overleg-
gen, LJC-vergaderingen en MT-bijeenkomsten. Er vindt intervisie plaats
en er worden afspraken gemaakt over de doorgaande lijn.
Invoering nieuwe methode leesonderwijs
De methode Timboektoe wordt niet meer geleverd en daarom heeft het
team gekozen voor de nieuwe leesmethode “Estafette”. Deze methode
sluit goed aan bij het leesonderwijs van onze leerlingen. Deze nieuwe
methode wordt besproken tijdens de parallel-overleggen, LJC-verga-
deringen en MT-bijeenkomsten. Er vindt intervisie plaats en er worden
afspraken gemaakt over de doorgaande lijn.
Bewegend leren
Het bewegend leren wordt structureel opgenomen in ons weekpro-
gramma. Alle groepen krijgen buitenlessen onder leiding van de vak-
leerkracht gymnastiek en de groepsleerkracht. De leerlingen krijgen
buiten opdrachten voor de vakken rekenen, spelling en woordenschat
waarbij zij ook bewegen (active learning). Dit gebeurt in de vorm van
estafettes en opdrachten maken bij een speurtocht. De vakleerkracht
gymnastiek is hiervoor vrij geroosterd op vrijdagmiddag en zal zijn
kennis overdragen aan de leerkrachten.
Tijdens de lessen worden energizers ingezet zodat leerlingen regelma-
tig kunnen bewegen en er voldoende afwisseling wordt aangeboden.
De leerkrachten leren van elkaar door bij elkaar te kijken in de les en
ideeën uit te wisselen tijdens de vergaderingen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
43
Internationalisering, wetenschap & techniek
In het nieuwe schooljaar gaan wij door met het #Co-think project door
contact te blijven houden met bijvoorbeeld Engeland waarbij ervarin-
gen worden uitgewisseld op het gebied van computational thinking. De
leerlingen en leerkrachten wisselen ideeën uit, sturen elkaar filmpjes,
maken Skype-verbinding waarbij de Engelse taal in de praktijk wordt
geoefend.
Scholing Individueel Onder het motto “Een levenlang leren” doet ieder teamlid aan des-
kundigheidsbevordering. De ontwikkeling van de individuele team-
leden past altijd bij de ontwikkeling van de school en dit komt aan
de orde tijdens de POP-gesprekken. Veel teamleden maken gebruik
van het nascholingsaanbod van de Lucas Academie. Hier worden veel
verschillende onderwerpen aangeboden d.m.v. cursussen, workshops,
trainingen, masterclasses, leercirkels en netwerken. Er is ook nascholing
mogelijk via andere erkende externe opleidingsinstituten.
Tijdens vergaderingen wordt kennis met de andere collega’s gedeeld.
Op deze wijze wordt er efficiënt omgegaan met de verkregen kennis
bij de diverse scholingen.
5.3. Inzet en begeleiding van stagiaires
Maatschappelijke stagesWij ontvangen veel aanvragen van oud-leerlingen voor de maatschap-
pelijke stage van het VO. Maatschappelijke stages zijn onderdeel van
het lesprogramma en kunnen bijdragen tot de studiekeuze van de
leerlingen op het Voorgezet Onderwijs. Ook krijgen wij veel verzoeken
voor en snuffelstage. Indien wij de begeleiding kunnen bieden, worden
deze verzoeken gehonoreerd.
PABO stagesElk jaar begeleidt de school een aantal studenten van de PABO (Peda-
gogische Academie voor het Basisonderwijs). De studenten geven les
onder verantwoording en begeleiding van de betrokken groepsleer-
kracht. Studenten uit het vierde leerjaar worden LIO- er (Leraar In
Opleiding) genoemd. Dit is een bijna afgestudeerde leerkracht die in
een groep meedraait en ook regelmatig de groep zal overnemen onder
begeleiding van de leerkracht en onze interne coach.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
44
HOOFDSTUK 6 DE OUDERS 6.1. Contact tussen ouders en leerkrachten
Wij vinden het belangrijk dat er een goed contact is tussen de leerkracht
van het kind en de ouders. Hoe beter dit contact is, des te beter dat voor
het kind is. Opvoeden is een samenspel tussen ouders en de school.
Een goed contact tussen ouders en leerkrachten heeft, naast de zorg
voor het individuele kind, ook een andere meerwaarde. Er ontstaat
een verhoging van de betrokkenheid van ouders bij de school. Ouders
ondersteunen en organiseren activiteiten.
6.2. Informatievoorziening Wij proberen u, als ouder, zoveel mogelijk te informeren over het wel
en wee van uw kind en de gang van zaken op school. Als u tussendoor
wilt weten hoe uw kind zich ontwikkelt of u heeft andere vragen, dan
kunt u een afspraak maken. De leerkrachten zullen dat andersom ook
doen als dat nodig is. De leerkrachten van de kleuterbouw vindt u
op de begane grond. Met hen legt u makkelijker contact dan met de
leerkrachten van de verdieping. Om toch met de andere leerkrachten
in contact te komen, kunt u na school een afspraak maken.
Mailcontacten tussen ouders en leerkrachten De afgelopen jaren hebben wij gemerkt dat ouders steeds vaker inhou-
delijk gaan mailen over problemen van hun kind op school of daarbui-
ten. Wij zijn geen voorstanders van discussie via de mail, wij geven
de voorkeur aan een persoonlijk gesprek. Wij vragen ouders daarom
dringend de mail alleen te gebruiken voor het maken van een afspraak
of voor het doorgeven van informatie. De mail kan, is onze ervaring,
de standpunten verharden. Indien er een probleem is met uw kind
adviseren wij u om dit in een persoonlijk gesprek met de leerkracht
van uw kind te bespreken. Doorgaans leidt dit tot een oplossing waar
iedereen tevreden over kan zijn, ouders en school.
NB: Op anonieme mails geven wij geen reactie.
Oudergesprekken Een leerkracht kan een oudergesprek voeren op verzoek van de leer-
kracht of op verzoek van de ouder. Het kan daarbij ook zijn dat een
lid van het management aanwezig is. Deze aanwezigheid wordt van
tevoren aan de ouder aangegeven. Indien van belang kan er ook op
verzoek van de directie een gesprek met de ouder plaatsvinden.
Flatscreens Bij de entreedeuren van de school zijn flatscreens opgehangen, die inte-
ressante informatie geven voor u als ouder. U kunt hierop de activiteiten
zien die de lopende week plaatsvinden. Nieuwe leerlingen worden
vermeld, een actuele gebeurtenis en het laatste nieuws. Ook worden
nieuwe leerlingen welkom geheten en staan hier speciale meldingen
of nieuwsberichten op.
6.2.1. Informatieavonden Tijdens de informatieavonden zullen de groepsleerkrachten aan de
ouders uiteenzetten wat er in het nieuwe schooljaar staat te gebeuren.
De avonden zijn in het lokaal van uw kind.
Dinsdagavond 10 september
19.00 uur - 19.45 uur groepen 3- 4
20.00 uur - 20.45 uur groepen 7-8
Donderdagavond 12 september
19.00 uur - 19.45 uur groepen 5-6
20.00 uur - 20.45 uur groepen 1-2
19.00 uur - 19.45 uur informatieavond Kanjertraining
(nieuwe ouders en geïnteresseerden)
Instroom nieuwe kleuters Informatieavond voor ouders van nieuwe kleuters die tussen januari
en het einde van het schooljaar instromen vindt plaats in januari. U
ontvangt hiervoor een uitnodiging.
6.2.2. Nieuwsbrief algemeen Iedere week komt er een nieuwsbrief uit: het Waterwilgwoord. Daarin
staan veel wetenswaardigheden. De nieuwsbrief is digitaal te verkrijgen;
u meldt zich via de site aan. Via een link wordt uw aanvraag doorver-
bonden met uw mailadres. Wij bevelen de nieuwsbrief van harte bij u
aan. Wilt u op de hoogte blijven, leest u deze brief dan goed. Soms kan
het zijn dat u een extra editie van de nieuwsbrief ontvangt. Deze is dan
wel heel speciaal. Op de site van De Waterwilg kunt u alle nieuwsbrieven
van het voorgaande en huidige schooljaar terugvinden.
NB: U moet zich voor de nieuwsbrief, ieder jaar opnieuw aanmelden!
De aanmelding moet per kind per groep en in één keer gebeuren. Dit
kan via de site.
6.2.3. Nieuwsbrief Kangoeroegroep Er verschijnt twee maal per jaar een nieuwsbrief en u ontvangt info
via Klasbord.
6.2.3.1. Nieuwsbrief Kindercentrum ZieZoo De Nieuwsbrief van het Kindercentrum ZieZoo informeert u over hun
activiteiten.
6.2.4. De site van De Waterwilg Onze website is: www.dewaterwilg.nl. U vindt op de site de volgende
items: Home, De Waterwilg, Protocollen, Overblijven, Nieuwsbrief,
Foto’s, Kenia en Contact. Handig zijn de items: laatste nieuws, verlof-
aanvraag en wijziging gegevens. De site is voor de school een belangrijk
communicatiemiddel. Van de activiteiten die wij door het jaar doen,
maken wij foto’s. Wij vinden het als school leuk om deze foto’s op onze
site te plaatsen en te delen met ouders. Maar ook om aan belang-
stellende ouders voor onze school te laten zien, wie wij zijn en wat
wij doen. Belangrijk daarbij is dat u toestemming verleent voor het
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
45
plaatsen van foto’s waarop uw kind zichtbaar is. Deze toestemming
gaan wij voortaan elk schooljaar aan u vragen. Wij weten immers niet
welke ontwikkelingen zich op ICT vlak kunnen gaan voordoen. Door
ondertekening geeft u aan geen bezwaar te hebben tegen het gebruik
van de foto’s voor schooldoeleinden. Tijdens de informatieavond zal
het formulier worden toegelicht. Het kan ook zo zijn dat een ouder bij
het bekijken van de site toch achteraf geen prijs op publicatie stelt. Als
u ons dit schriftelijk bericht dan halen wij de foto’s van de site.
Privacy In het kader van de privacy willen wij ouders die foto’s en of filmpjes
maken van onze optredens in brede zin, vragen de foto’s en filmpjes niet
te plaatsen op Facebook, YouTube of andere sociale media. Wij vinden
dat een ieder met respect om moet gaan met dit verzoek.
6.3. De Oudervereniging (OV)
Alle ouders van kinderen die op De Waterwilg onderwijs volgen kunnen
lid worden van de Oudervereniging.
Doel • De Oudervereniging stelt zich ten doel de school waar mogelijk te
steunen bij de vervulling van haar taken en de samenwerking tussen
school en ouders te bevorderen;
• De Oudervereniging (onder)steunt de school en ouders door mee
te denken en te overleggen over het pedagogische klimaat zoals:
hoe om te gaan met de sfeer, de omgangsvormen en de normen en
waarden binnen de school;
• Het organiseren van of assisteren bij activiteiten als het Sinterklaas-
feest, Kerstmis, Pasen, de schoolexcursies, de sportdag etc.;
• De samenwerking tussen school en ouders te bevorderen door regel-
matig te overleggen met de directie, het team en de MR over zaken
die de school, de ouders en de kinderen betreffen;
• De jaarlijkse Ledenvergadering te verzorgen;
• Mee te denken en te overleggen over maatregelen die de verkeers-
veiligheid kunnen bevorderen op de routes van en naar school.
Het bestuur van de Oudervereniging is bereikbaar via
6.4. De contributie voor de Oudervereniging
Ouders worden vrijwillig lid van de Oudervereniging door onderteke-
ning van de overeenkomst contributie oudervereniging. De Ouderver-
eniging heeft een huishoudelijk reglement opgesteld dat via de site van
De Waterwilg is op te vragen. Op de site vindt u een voorbeeld van deze
overeenkomst. De overeenkomst wordt eenmalig verstrekt en is na
ondertekening geldig voor de duur dat de kinderen onderwijs volgen
op De Waterwilg of tot wederopzegging (vanaf een nieuw schooljaar).
Door ondertekening worden de ouders lid van de Oudervereniging.
Ouders die lid willen worden van de oudervereniging maar de contri-
butie helaas niet kunnen betalen, kunnen een ontheffing aanvragen
voor de betaling van de contributie. Deze ontheffingsprocedure loopt
via de school (zie paragraaf ‘ontheffingsprocedure’). Met deze onthef-
fing kunnen hun kinderen wel deelnemen aan de met behulp van de
contributie bekostigde activiteiten.
Indien ouders (zonder ontheffing) geen lid willen worden, kunnen zij
toch vrijwillig de contributie betalen. Zij hebben dan echter geen stem-
recht op de ledenvergadering. Hun kinderen kunnen wel deelnemen aan
de met behulp van de contributie bekostigde activiteiten. Tijdens de
algemene ledenvergadering, die jaarlijks aan het begin van het school-
jaar wordt gepland, wordt het financiële overzicht van het afgelopen
schooljaar en de begroting van het komende schooljaar aan de ouders
ter goedkeuring voorgelegd. Deze financiële overzichten van de ouder-
vereniging zijn terug te vinden op de website van De Waterwilg.
Op de algemene ledenvergadering in het schooljaar 2015-2016 is de
hoogte van de contributie vastgesteld. De contributie bedraagt voor
het schooljaar 2018-2019 € 50,00 per kind. Kinderen die na 1 januari
van het nieuwe schooljaar op school starten betalen 50% van de vast-
gestelde contributie. Kinderen die na 1 juni van het nieuwe schooljaar
op school starten betalen geen contributie. De penningmeester, stuurt
na de algemene ledenvergadering naar elk gezin een brief om voor alle
kinderen uit het gezin die op De Waterwilg zitten de totale contributie
over te maken. Het rekeningnummer van de Oudervereniging is
NL30 ABNA 0824 0105 58 Stichting Lucas Onderwijs inz. ‘De Waterwilg
– oudervereniging’. Over ontvangen OV contributies kan geen restitutie
verleend worden. Van de contributie worden heel veel activiteiten
betaald zoals de opening schooljaar, materiaal voor de luizencontrole,
de sportdag, materiaal voor het versieren van de school, Kinderboeken-
week, Project en Excursies, Bijdrage voor het kamp, De Waterwilgdag
en een kleine attentie voor nieuw personeel.
6.4.1. Ontheffingsprocedure voor betaling van de contributie Voor de Oudervereniging Ouders die lid willen worden van de ouder-
vereniging maar de contributie helaas niet kunnen betalen, kunnen een
ontheffing aanvragen voor de betaling van de contributie. De procedure
hiervoor is als volgt:
• Ouders die ontheffing willen aanvragen doen dit door een afspraak
te maken met de directeur van De Waterwilg.
• De directeur en betreffende ouders gaan in gesprek om te beoordelen
of de ontheffing verleend kan worden.
• De directeur beoordeelt naar aanleiding van dit gesprek of ontheffing
verleend kan worden en brengt advies uit aan de oudervereniging
over het wel niet verlenen van de ontheffing. De voorzitter van de
oudervereniging verleent, op basis van dit advies, formeel wel / niet
de ontheffing.
De ontheffing voor de betaling van de contributie voor de oudervereni-
ging geldt voor één schooljaar of tot het moment waarop de financiële
situatie van de ouders het weer toelaat om de contributie te voldoen.
De ontheffing wordt dan door de voorzitter ingetrokken.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
46
OoievaarspasOok is er een mogelijkheid om de betaling via de ooievaarspas te doen.
Dit is voor inwoners van de gemeente Den Haag. Indien u hier gebruik
van wilt maken kunt u zich melden bij de administratie.
6.5. De medezeggenschapsraad (MR)
Wat doet de MR? De MR overlegt regelmatig met de directie om het beleid op school te
bespreken en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de school.
Dit doet zij enerzijds door te luisteren naar ouders en leerkrachten en
anderzijds door als klankbord op te treden voor het managementteam
als daar behoefte aan is. De MR denkt mee met het management en
heeft bij bepaalde besluiten instemmings- of adviesrecht. De MR is
medeverantwoordelijk voor het welzijn van de leerlingen en het team
en bewaakt mede de kwaliteit van het onderwijs. De MR van De Water-
wilg is samengesteld uit 4 ouders en 4 leerkrachten. Zowel de ouders
als de leerkrachten worden via een verkiezing gekozen voor de MR.
Samenstelling van de MR De MR bestaat uit vier ouders en vier leerkrachten.
Namens de ouders: Namens de personeelsleden:
Stefan Monnink (voorzitter) Gonnie de Groot
Luc Cohen Martine Karskens
Kim van Troost-van der Haar Vacature
Toney Hesselink Vacature
Vergaderingen De MR-vergaderingen zijn voor iedere ouder toegankelijk, de data
staan vermeld op de website (zie kopje MR). De MR heeft graag dat u
vooraf kenbaar maakt als u bij een vergadering aanwezig wilt zijn. In
de nieuwsbrief verschijnt na iedere vergadering een kort stukje over
de onderwerpen die besproken zijn. De notulen van de vergaderingen
worden op de website geplaatst.
Waarom zou u in de MR gaan? Als MR-lid kunt u een positieve bijdrage leveren aan de gang van zaken
op De Waterwilg. U bent nauw betrokken bij de school, u kunt meepraten
en meebeslissen over het beleid, krijgt meer contact met andere ouders,
het team leerkrachten en de directie en u doet een schat aan ervaring
op. Zeker nu in het basisonderwijs steeds meer verantwoordelijkheden
door de overheid worden overgedragen aan het bevoegd gezag, is een
deskundige en goed functionerende (G)MR van groot belang.
Wat kunt u betekenen voor de MR als niet MR-lid? 1. De MR heeft uw feedback nodig om richting te geven aan de koers
die de MR bewandelt.
Schroom daarom niet om met hen contact op te nemen.
2. MR leden hebben ieder een eigen achtergrond en kennis. Zo wordt
geprobeerd om minimaal een MR lid met een juridische achtergrond
en een MR-lid met een financiële achtergrond in de MR te hebben.
Het scala aan onderwerpen is echter veel breder. Het komt dan ook
voor dat afhankelijk van het onderwerp waarover de MR meedenkt
de MR kennis tekort komt. Kennis die u wellicht heeft en die u graag
incidenteel ter beschikking stelt aan de MR. Laat het de MR weten
als u daartoe bereid bent en deel uw expertise met hen.
Informatie en contact Na iedere MR vergadering worden de belangrijkste punten uit de ver-
gadering in de nieuwsbrief van De Waterwilg geplaatst. Op de website
bij de MR staan de notulen als geheel. Voor meer informatie over de
MR verwijzen wij u naar de website van De Waterwilg. U kunt bij vra-
gen en/of opmerkingen ook altijd een e-mail sturen naar de MR via
6.6. De Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
Om medezeggenschap op stichtingsniveau mogelijk te maken, heeft
Lucas Onderwijs de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor
het primair onderwijs (GMR-PO) in het leven geroepen. De GMR-PO
bestaat uit 12 leden: 6 personeelsleden en 6 ouders.
De scholen voor primair onderwijs van Lucas Onderwijs zijn onderver-
deeld in 6 scholengroepen. Elke scholengroep wordt vertegenwoordigd
door een ouder en een personeelslid.
De GMR-PO overlegt regelmatig met het College van Bestuur over
verschillende onderwerpen op stichtingsniveau zoals:
• Verbetering van het onderwijs
• Meerjarig strategisch beleidsplan
• Financieel beleid
• De klachtenregeling van de stichting
Besluiten die door het College van Bestuur worden genomen, worden
voorgelegd aan de GMR-PO. De GMR-PO kan ook zelf het initiatief
nemen om een onderwerp aan te snijden wanneer dit een meerderheid
van de scholen betreft.
Meer informatie over de GMR is te vinden op de website van Lucas
Onderwijs (www.lucasonderwijs.nl ).
6.7. Leerlingenraad
De Leerlingenraad bestaat uit 12 leerlingen uit de groepen 5 t/m 8. Leer-
lingen die zich willen aanmelden houden in de groep een presentatie
over zichzelf en met reden waarom zij in de Leerlingenraad willen. De
klasgenootjes doen een voorstel en de leerkracht neemt de definitieve
beslissing wie de klas mag vertegenwoordigen in de Leerlingenraad.
In de groepen staat een ideeënbus waarin de klasgenootjes hun input
mogen geven. De Leerlingenraad vergadert een paar keer per jaar met
de directeur over de school. Zij mogen aangeven wat er goed gaat en
wat er nog beter kan. De leerlingen geven veel wensen door en bij de
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
47
uitvoering van deze wensen krijgen de leerlingen zelf een actieve rol. In
het schooljaar 2018-2019 mocht De Leerlingenraad meehelpen om het
feestprogramma voor het jubileumjaar te maken. Zij mochten teksten
schrijven voor de krant Nootdorp NU. Hiervoor hebben zij verschillende
mensen geïnterviewd die betrokken zijn bij de school. De leerlingen
mochten ook input geven voor het nieuwe schoolplan en de uitslag
van de tevredenheidspeiling werd besproken.
6.8. Hulpouders
Wat zou een school zijn zonder hulpouders? Dankzij veel hulpouders kunnen wij veel gevarieerde activiteiten aan-
bieden. Denk hierbij aan: handenarbeid, sportdag, Pietenochtend, het
kerstdiner, schoolreisje en nog veel meer.
Daarnaast zijn er ouders die klussen doen voor de school zoals kopië-
ren, het versieren van de school in speciale thema’s en de hulp van de
luizenouders. Na elke vakantie controleren zij de groepen. Er wordt
een beroep gedaan op de ouders van alle groepen. Per groep zijn er 2
ouders die zorgdragen voor de controle. Bij constatering van luis vindt
er een nacontrole plaats. Ook wordt er advies gegeven over hoe de luis
te behandelen. Er is een algehele coördinator. Ouders krijgen wanneer
zij de luizencontrole gaan uitvoeren, een instructie van de coördinator.
Op de site vindt u het luizenprotocol.
Hulpouder zijn, is een leuke manier voor u als ouder om kennis te
maken met de school. U ziet de school in bedrijf en weet waar uw
kind het over heeft als het met verhalen thuiskomt. U helpt niet alleen
ons daarbij, maar u bent er voor de kinderen! De werkgroepen die al
in vele vormen bestaan nodigen ouders uit. U kunt zich opgeven als
hulpouder bij de administratie.
6.9. Klasouder
Klasouders zijn één of twee ouders per groep die als aanspreekpunt
fungeren voor de leerkracht indien deze hulp en ondersteuning wenst
bij diverse klassenactiviteiten zoals bijvoorbeeld de verjaardag van de
leerkracht en excursies. Ook kan hulp gevraagd worden bij activiteiten
van de oudervereniging zoals bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerstmis, Pasen,
Sportdag en thema-avonden. Als hierover een mail of app rondgestuurd
wordt naar de andere ouders van de groep, dan is er altijd van tevoren
overleg met de groepsleerkracht. Het is nadrukkelijk niet de taak van
de klasouder om als ‘spreekbuis’ voor (een deel van) de ouders te fun-
geren indien er vragen of opmerkingen zijn over andere zaken dan de
hierboven genoemde. Hebben ouders vragen of opmerkingen over de
gang van zaken in de groep, dan is het hun eigen verantwoordelijkheid
om deze zelf met de leerkracht of eventueel de directie te bespreken.
Werving klasouders In de laatste week van het oude schooljaar of in de eerste week van het
nieuwe schooljaar benadert de leerkracht een ouder met de vraag of
deze klasouder van de groep wil worden. Er wordt via de nieuwsbrief
bekend gemaakt welke ouders klasouder zijn geworden. De directie
brengt de klasouders op de hoogte van hun taken.
Tijdens de informatieavond, kan een klasouder zich voorstellen en aan-
geven wat de ouders van de groep van haar/hem kunnen verwachten.
Op het prikbord bij elke kleutergroep vindt u een foto van de klasouders
en de namen.
De school heeft samen met de MR een gedragscode opgesteld voor
ouders die op enigerlei wijze helpen binnen de school.
• De hulp wordt gegeven op basis van vrijwilligheid en enthousiasme.
• De ouders helpen onder verantwoordelijkheid van de leerkracht, het
team en/of directie. De leerkrachten behouden onder alle omstan-
digheden de leiding over de kinderen en de activiteiten waarbij hulp
geboden wordt.
• Als een kind een regel overschrijdt, is het de hulpouder alleen toe-
gestaan het kind corrigerend toe te spreken. Helpt dit niet dan waar-
schuwt de hulpouder de leerkracht.
• De hulpouder kan tijdens het verlenen van de hulp de leerkracht niet
aanspreken over de resultaten van haar of zijn eigen kind.
• De school is verzekerd voor hulpouders in geval van wettelijke aan-
sprakelijkheid of ongevallen.
• Een hulpouder is verplicht de privacy van ieder kind te waarborgen.
6.10. Verzekeringen
De school heeft de volgende verzekeringen voor de leerlingen afgesloten:
• Schoolongevallenverzekering.
• Wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. Het bestuur heeft voor de
kinderen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten welke
financiële gevolgen dekt in het geval een kind tijdens schooltijd een
ongeval overkomt. Er is geen dekking voor dokterskosten, aangezien
uw ziektekostenverzekering daarvoor dekking biedt. De school kan
niet aangesproken worden voor het eigen risico van uw verzekering.
Indien een kind een ongeval is overkomen tijdens schooltijd dan
kunt u bij de directeur een schadeaangifteformulier verkrijgen. Het
bestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het beschadigen
of wegraken van persoonlijke eigendommen.
6.11. De financiën van De Waterwilg
De Waterwilg is een groot bedrijf met als taak onderwijs geven aan de
aan ons toevertrouwde kinderen. Net als bij grote bedrijven kent de
school ook een aantal ‘bedrijfstakken’ met bijbehorende geldstromen.
Financiën zijn daarbij van groot belang. Hoe loopt nu die financiële
stroom en hoe is daarbij de verantwoording en de controle geregeld?
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
48
Financiën vanuit de ouders: • De contributie voor de Oudervereniging
De brieven aangaande de betaling van de contributie ontvangt u via
het informatiepakket aan het begin van het schooljaar of zo spoedig
mogelijk daarna. Op De Waterwilg bedroeg de contributie voor de
oudervereniging € 50,00 per kind voor het schooljaar 2018-2019. Dit
bedrag wordt besteed aan activiteiten zoals opening schooljaar, Kin-
derboekenweek, Sinterklaas, Kerst, Voorleesontbijt, Pasen, Lente- en/
of Herfstpad, De Waterwilgdag, Excursies, Sportdag etc. Het financiële
overzicht van de Oudervereniging wordt opgesteld middels een begro-
ting en er vindt verantwoording en controle plaats van de gelden. De
kascommissie controleert de financiële administratie van de Ouderver-
eniging. Deze wordt besproken tijdens de jaarlijkse ALV.
• Kerstdiner groep 1 t/m 7
Aan de ouders wordt gevraagd een bijdrage te verzorgen bij de voorbe-
reiding van het kerstdiner in de vorm van het maken van een gerecht.
Streven is daarbij een evenredigheid in de bijdrage.
• Surprises groepen 5 t/m 8
De leerlingen van de groepen 5 t/m 8 maken voor elkaar een surprise.
Het cadeau voor de surprise wordt door de ouder betaald met een
richtbedrag van € 4,00.
• Aanschaf materialen
Graag het verzoek aan alle leerlingen die komend schooljaar naar groep
3 t/m 8 gaan, om op de eerste schooldag het volgende mee te nemen:
Groepen 3: elastomap, een etui met stiften, Pritt-stift en schaar. Drie-
kantige schrijf- en tekenpotloden en gum worden door de school ver-
zorgd.
Groep 4: ap. stiften, een pritt-stift en een schaar. In groep 4 ontvangen
de leerlingen eenmalig een liniaal van 30 cm ,een vulpen en een kop-
telefoon. De school zorgt voor schrijf- en kleurpotloden en een gum.
De vulpen, liniaal en koptelefoon, waarmee in groep 4 is gestart, wordt
tot en met groep 8 gebruikt. Mochten deze materialen voor die tijd
kapot gaan of zoek raken, dan wordt er van de leerlingen verwacht
dat zij zelf een nieuwe aanschaffen. U kunt een vulpen via school aan-
schaffen. De kosten zijn € 2,50.
Groep 5 en 6: elastomap, stiften, een pritt-stift, kleurpotloden, schaar
en een puntenslijper.
Groep 7: 23-rings multomap met daarin tabbladen, twee elastomappen,
een etui, stiften, een pritt-stift, kleurpotloden, een vulpen, een groene
nakijkpen, een schaar, een puntenslijper en een liniaal van 30 cm.
Groep 8: twee elastomappen, een etui, stiften, een pritt-stift, kleurpot-
loden, een vulpen, een groene nakijkpen, een schaar, een puntenslijper
en een liniaal van 30 cm. De leerlingen die naar groep 8 gaan zullen
zich in het nieuwe schooljaar o.a. voorbereiden op het voortgezet
onderwijs. Een agenda is hierbij natuurlijk nodig! Daarom het verzoek
aan alle leerlingen van de komende groep 8 om ook een schoolagenda
(met weekoverzicht) aan te schaffen!
• Bijdrage groep 8
De ouders van leerlingen in groep 8 betalen, naast de ouderbijdrage,
een eenmalige bijdrage van € 130,00 voor het kamp en andere speciale
activiteiten voor groep 8, zoals het kerstgaladiner, de huur van Cultura
t.b.v. de opvoering van de musical. De school heeft een aparte kamp/
groep- 8 rekening. (IBAN: NL33 RABO 0137 3740 62).
Er vindt financiële verantwoording en controle plaats d.m.v. kascontrole
door Lucasonderwijs.
Wij merken echter, dat de kosten de laatste jaren stijgen, daarom vra-
gen wij in het begin van het schooljaar aan de ouders in groep 8 d.m.v.
een inventarisatielijst waar zij mogelijk kunnen sponsoren.
• ‘Lief en Leed’ pot per klas
De ouder wordt gevraagd een vrijwillige bijdrage te geven aan de ‘Lief
en Leed’ pot, met een maximum van € 5,00 voor de groepen 1 t/m 7 en
voor groep 8 een bedrag van € 10,00. De klasouder houdt de inkomsten
en uitgaven bij.
• De overblijf
De ouder geeft aan hoe vaak zijn/haar kind(eren) op vaste basis moeten
overblijven. Daar komt een kostenplaatje uit (zie hoofdstuk 6.11 voor
de specifieke bedragen). De rekening van de overblijf betaalt de ouder
2 keer per jaar. De financiën van de overblijf worden gecontroleerd
door de MR. Er is een financieel overzicht en een Jaarverslag-Overblijf.
Overige financiële stromen: • Lumpsum
Dit zijn de gelden vanuit de overheid om een school te financieren.
Salaris van het personeel, leermiddelen, nascholing, gas en elektra,
abonnementen etc. worden hiervan betaald. Het bestuur van de school,
Lucas Onderwijs, ontvangt deze gelden. De directie van de school en
de financiële beleidsmedewerkers, alsmede de MR, buigen zich over de
inkomsten en uitgaven. Per kwartaal moet de directeur verantwoording
afleggen bij het bestuur over de inkomsten en de uitgaven. De boekhou-
ding wordt gedaan door het Bestuursbureau van het Lucasonderwijs.
• MR
De MR van De Waterwilg beschikt niet over een eigen begroting en
financiën. In onderling overleg is er afgesproken dat kosten van de MR
(zoals scholing) betaald worden vanuit het schoolbudget. Deze kosten
worden begroot in de algemene begroting.
De Waterwilg is verantwoording schuldig over al haar rekeningen aan
het Bestuur (Lucas onderwijs) en er vindt dan ook vanuit het bestuur
controle plaats.
Lucas Onderwijs heeft een ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instel-
ling) Een ANBI-status heeft fiscale voordelen voor de organisatie en
voor degene die een schenking doet aan de organisatie.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
49
6.12. Overblijf
De school biedt kinderen de mogelijkheid om tussen de middag op
school over te blijven. De kinderen eten onder begeleiding van over-
blijfkrachten (meestal ouders, oma s en/of studenten) en een dagco-
ordinator. Eindverantwoordelijk voor de gehele gang van zaken is de
directeur van basisschool De Waterwilg.
De overblijf is een samenspel tussen overblijfkrachten, kinderen en
team. De overblijf vindt deels plaats in het eigen schoolgebouw (groe-
pen 1 t/m 4) en deels in de kantine van SV Nootdorp (groepen 5 t/m 8).
Om de overblijf goed te laten verlopen hebben wij een aantal afspraken
gemaakt. Deze zijn te vinden in de brochure ‘huisreglement Overblijf
De Waterwilg’ op onze site. Specifiek willen wij echter toch graag een
paar afspraken beschrijven.
Wij hechten veel waarde aan een goed verloop tijdens de overblijf;
Voor de leerlingen is het belangrijk, dat zij het fijn vinden om over te
blijven en voor de overblijfkrachten, dat zij met respect door de leer-
lingen worden behandeld.
In het schooljaar 2017-2018 heeft De Waterwilg een Platina Ster ont-
vangen vanuit de organisatie TSO Voorbeeldschool. De check van
TSO-Voorbeeldschool vindt één keer in de twee jaar plaats.
OverblijfoudersDe overblijfkrachten krijgen nascholing over de Kanjertraining. Deze
training wordt gegeven door de Kanjercoördinatoren van De Water-
wilg. Op deze manier hanteren de overblijfkrachten dezelfde normen
en regels als de medewerkers van school.
De overblijfkrachten hebben een Verklaring van Goed Gedrag verkre-
gen bij de Gemeente. De overblijfkrachten zijn allen IOS-gecertificeerd
en volgen jaarlijks een (na-)scholingscursus. Voor de overblijf zijn er
twee dagcoördinatoren aangesteld. Zij hebben een specifieke opleiding
gevolgd en zijn in het bezit van een BHV-cursus (Bedrijfshulpverlening).
Vanaf het schooljaar 2016-2017 zijn wij begonnen met gebruik te maken
van de escalatieladder.
Dit houdt in dat de overblijfcoördinator contact opneemt met ouders
om hen te informeren en mee te nemen in het gedrag van hun kind.
Overblijftijden
Groepen 1 t/m 4: 12.00-12.30 uur:
overblijfouder.
De leerlingen van de groepen 3 en 4 eten onder begeleiding van de
leerkracht. Daarnaast is er de coördinator van de dag. Zij regelt allerlei
zaken die zich plotseling kunnen voordoen.
12.30-13.20 uur:
Bij mooi weer wordt er onder leiding van de overblijfouders buiten
gespeeld door alle groepen. Bij slecht weer worden de kinderen in het
schoolgebouw opgevangen.
13.20 uur:
De kinderen gaan naar hun eigen klas. De leerkrachten zijn daar aan-
wezig.
Groepen 4 t/m 8: De leerlingen van de groepen 4 eten eerst in hun eigen klas tot 12.30
uur, onder begeleiding van de leerkracht. Daarna gaan de leerlingen
van de groep 4 naar het veld van SV Nootdorp of blijven op het plein
bij de buis. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 eten in de kantine van
SV Nootdorp; zij komen zelfstandig naar de kantine toe. Behalve op de
vrijdag, blijven er dagelijks meer dan 250 kinderen over. Bij mooi weer
gaan de kinderen spelen op de velden van SV Nootdorp. Op de dinsdag,
donderdag en vrijdag vinden er sportactiviteiten plaats, georganiseerd
door T4Talent. De Waterwilg is een overeenkomst aangegaan, zodat
deze sportactiviteiten mogelijk zijn. Het geeft een extra dimensie aan
de overblijf. De school heeft geen extra ruimtes om de kinderen op te
vangen. Bij slecht weer blijven de kinderen in de kantine en kunnen
daar tal van activiteiten ondernemen. Tevens wordt dan een deel van
de sporthal gehuurd. Bij mooi weer gaan de kinderen spelen op de
velden van SV Nootdorp. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar
‘Huisregels Overblijf’ die u op de website kunt vinden.
De administratie van de school coördineert de Overblijf, voor vragen
kunt u terecht bij Agneta Tuijl of Andjanie Ramlal. Eindverantwoordelijk
blijft de directeur. De kosten voor het vast overblijven bedragen € 2,50
per kind, per dag. Door middel van formulieren wordt aangegeven
op welke dag een kind overblijft. Indien u een vaste overblijfregeling
wenst voor uw kind, vult u het daarvoor bestemde formulier in. U
betaalt per half jaar en ontvangt hiervoor een nota. via de mail. De
mail wordt verzonden via WIS Collect naar verzorger 1. U heeft hierbij
de mogelijkheid om via IDEAL te betalen. Heeft u niet betaald dan
kan uw kind niet overblijven. Voor incidenteel overblijven kunt u een
10-strippen/waarde kaart aanschaffen. U kunt deze contant of met pin
afrekenen. Deze kost € 30,00 en is gedurende de hele schoolcarrière
van uw kind op De Waterwilg te gebruiken. Per incidentele overblijf
betaalt u €3,00 (1 strip). Incidentele overblijf kan aangevraagd wor-
den door middel van het formulier ‘aanmeldingsformulier incidentele
overblijf’. De administratie stempelt de incidentele overblijf af van uw
strippen/waarde kaart. Wanneer er veel kinderen overblijven en het
aantal overblijfouders niet ‘meegroeit’ ontstaat er een probleem en
vindt er overleg plaats met de MR. Maatregel kan dan bv. zijn om de
incidentele aanmeldingen niet toe te staan.
Rekeningnummer van de Overblijf is: IBAN: NL56 ABNA 0572 9072 57,
ten name van Stichting Lucas Onderwijs inzake Overblijf De Waterwilg.
Formulieren m.b.t. het overblijven kunt u vinden op de site van De
Waterwilg bij ‘overblijven’.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
50
6.13. Klachtenregeling
Vertrouwenspersoon De Waterwilg Een leerling of ouder kan een probleem hebben met iets wat de school
betreft, een probleem van persoonlijke aard dat invloed heeft op school
of ergens een klacht over hebben. De eerste stap is om dit bespreek-
baar te maken met de groepsleerkracht. Mocht er meer voor nodig zijn,
dan kan de volgende stap gemaakt worden richting de directie. Maar,
sommige klachten en opmerkingen liggen heel gevoelig, bijvoorbeeld
over mishandeling, seksuele intimidatie, (seksueel) geweld, discriminatie
of over racisme. Leerlingen en ouders kunnen terecht bij de vertrou-
wenspersoon van De Waterwilg. De vertrouwenspersoon kan luisteren,
advies geven en eventueel doorverwijzen. De vertrouwenspersoon van
De Waterwilg is Juliette Goemans. Zij is intern begeleider op De Water-
wilg en heeft vanuit haar beroep veel ervaring. U kunt haar mailen en
een afspraak maken via [email protected].
Klachtenregeling Wanneer u het niet eens bent met gedragingen of beslissingen van een
persoon binnen De stichting, juist met het nalaten van gedragingen of
het niet nemen van beslissingen, dan kunt u een klacht indienen. Bij
Lucas Onderwijs is de behandeling daarvan geregeld in een klachten-
regeling.
De klachtenregeling is bedoeld voor individuele gevallen. De regeling
beschrijft de procedure voor het indienen en behandelen van de klacht.
Uitgangspunt is dat de klacht zoveel mogelijk door de betrokken partijen
binnen de school of afdeling wordt opgelost.
Om de klager zo nodig te kunnen bijstaan heeft Lucas Onderwijs een
externe vertrouwenspersoon.
De vertrouwenspersoon is de heer N. van der Perk.
Een klacht moet schriftelijk worden ingediend. Dat kan per post: Lucas
Onderwijs, postbus 93231, 2509 AE Den Haag t.a.v. mevrouw mr. M.A.
Kors. U kunt ook mailen naar: [email protected] .
Ook na de interne afhandeling van een klacht door Lucas Onderwijs
kunt u nog terecht bij de externe klachtencommissie.
Lucas Onderwijs is aangesloten bij twee externe klachtencommissies:
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs In april 2015 is de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs
(GCBO) opgericht. Voor de afhandeling van klachten, beroepen en
geschillen in het bijzonder onderwijs kunnen mensen voortaan terecht
bij een loket. De Stichting GCBO bundelt voor het katholiek, protes-
tants-christelijk, algemeen bijzonder en gereformeerd onderwijs de lan-
delijke geschillen-, beroeps-, klachten- en bezwarencommissies die op
grond van de wet of de cao’s verplicht zijn voor onderwijsinstellingen.
Dit heeft voor wat betreft de klachtencommissies waarbij Lucas Onder-
wijs is aangesloten een wijziging ten gevolge van de adressering.
Voor Katholiek Onderwijs
t.a.v. Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Telefoon 070 386 16 97
Landelijke Klachtencommissie Protestants Christelijk Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
Telefoon 070 - 386 16 97
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
51
HOOFDSTUK 7 ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1. Het Onderwijs en de werkvormen
Ten aanzien van de basisvaardigheden geven wij er de voorkeur aan de
leerlingen bij hun jaargroep te houden. Dit heeft alles te maken met
het willen bewaken van het onderwijsleerproces van onze leerlingen
maar dan wel zodanig dat er meer ruimte kan gaan ontstaan voor de
individuele kwaliteiten van de kinderen. De leerstof in groep 3 wordt
op jaargroepniveau aangeboden. Voor de gemiddelde leerling ver-
loopt daarmee het leerproces goed. Er zijn echter kinderen die extra
uitdaging nodig hebben. Voor deze kinderen wordt er gewerkt met
zogenaamde verrijkingsprogramma’s. De ‘normale’ leerstof wordt in
compacte vorm verwerkt en de leerlingen krijgen extra leerstof die
hen meer uitdagingen biedt.
Er zijn echter ook leerlingen die veel moeite hebben met de leerstof
op jaargroepniveau. Nadat geprobeerd is om de leerachterstanden op
te heffen kan het zijn dat wij moeten concluderen dat wij het leerpro-
bleem moeten accepteren. Deze acceptatie leidt er dan toe dat een
leerling de leerstof aangepast en op eigen niveau krijgt aangeboden.
Voor beide situaties geldt dat de differentiatie per kind en per leer-
stofgebied kan verschillen, afhankelijk van de leer- of hulpvraag van
de individuele leerling.
Op deze wijze is er een onderwijsvorm ontstaan welke geworteld is
in traditie met de beïnvloeding van nieuwe inzichten en didactische
werkvormen. Het geheel is een ontwikkelingsproces, waarbij wij zeker
kunnen stellen dat dit proces nog steeds in beweging is en ook wel in
beweging zal blijven. In groep 4 t/m 8 wordt gewerkt met tablets. De
leerkracht bekijkt vooraf de leerdoelen van de les en daarbij de eer-
dere prestaties van ieder kind afzonderlijk. Aan de hand hiervan wordt
een werkpakket samengesteld op het niveau van het kind. Wanneer
de opdrachten van het desbetreffende leerdoel gemaakt zijn, kijkt de
tablet deze opdrachten automatisch na en stelt de moeilijkheid van de
klaar-opdrachten automatisch af op de prestaties in de les. Zo werkt
ieder kind altijd op zijn of haar eigen niveau. De leerkracht kan tijdens
de les volgen hoe de leerstof gemaakt wordt en direct inspringen op
moeilijkheden of uitdagingen.
Zelfstandig werken Vanaf de kleuterbouw krijgen de kinderen al momenten waarbij zij een
bepaalde periode zelfstandig aan een taak moeten werken. Dit wordt
in de groepen erna steeds verder uitgebreid. In de groepen 1 t/m 6
wordt ‘het stoplicht’ als hulpmiddel gebruikt bij het zelfstandig werken.
Alhoewel de digitale mogelijkheid inhoud dat het gemaakte werk direct
wordt nagekeken en de leerlingen per opdracht kunnen zien of zij de
opdracht goed gemaakt hebben, kiezen wij ervoor dat de leerkracht
periodiek en waar nodig feedbackgesprekken met de leerling over het
gemaakte werk voert.
7.2. Nieuwe Methoden en Ontwikkelingen in de school
OnderwijsvernieuwingenDe school volgt de onderwijsvernieuwingen met veel interesse. Wan-
neer er ontwikkelingen zijn welke een verbetering betekenen voor het
onderwijsaanbod proberen wij deze te realiseren. Onderwijsvernieu-
wingen brengen meestal extra kosten met zich mee, omdat er vaak
nieuwe materialen aangeschaft moeten worden die het handelen van
de leerkrachten ondersteunen. Soms moeten wij daarom, vanuit het
oogpunt van kostenbeheersing, gefaseerd bepaalde methodes en/of
materialen invoeren.
Boekpromotie, presentatie en werkstuk Vanaf schooljaar 2016-2017 zijn wij gestart met om verschillende pre-
sentatievormen te vernieuwen. Zo worden er boekpromoties gehou-
den i.p.v. een boekbespreking. Het verschil hierbij is dat het doel het
promoten van een willekeurig boek is en de leerlingen geheel vrij zijn
in de opzet en inhoud van hun presentatie. De enige opdracht die de
leerkracht geeft is dat het boek gepromoot moet worden en iedere leer-
ling een creatief product moet maken. Denk hierbij aan een maquette,
een poster, een filmpje, etc. Aan het eind van de boekpromoties wordt
er een tentoonstelling van alle producten gehouden in de groepen en
worden er in elke klas twee zilveren penselen en één gouden penseel
voor de meest creatieve producten uitgereikt.
De spreekbeurt is vervangen voor een presentatie, waarbij leerlingen
de vrijheid krijgen om hun creativiteit te laten zien. Zij zijn vrij in de
opzet en inhoud van hun presentatie over een zelfgekozen onder-
werp. Hier krijgen de leerlingen alleen een tijdslimiet waar zij zich aan
moeten houden. De leerlingen maken geen werkstuk meer zoals zij
jaren hebben gedaan. Tijdens Topondernemers maken de leerlingen
verschillende werkstukken in vernieuwende vormen, waarbij een tekst
in eigen woorden opschrijven centraal staat.
Engels vanaf groep 1 t/m groep 8 De Waterwilg heeft een nieuwe methode aangeschaft voor de groepen
1 t/m 8 Stepping Stones.. Daarnaast kunnen wij u melden dat diverse
leerkrachten via de British school een cursus Engels hebben afgerond,
Cambridge gecertificeerd. De Waterwilg onderzoekt de mogelijkheid
om het aantal uren om Engels te geven uit te breiden.
Dit heeft echter gevolgen voor de ureninvulling van andere vakken.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
52
Gepersonaliseerd leren Gepersonaliseerd leren is het afstemmen van de leeromgeving, het
curriculum en de didactiek en pedagogiek op elkaar; voor leerlingen
en door leerlingen. Om zo tegemoet te komen aan hun verschillende
leerbehoeftes en ambities. Dit alles is mogelijk in een ICT-rijke omge-
ving. De Waterwilg heeft een ICT-rijke omgeving.
In een gepersonaliseerde leeromgeving, ligt de start bij de leerling.
Leerlingen van nu zijn de bouwers van de toekomst! Onderwijs is er voor
de leerling en krijgt vorm door leerlingen. De leerling weet hoe hij het
beste tot leren komt en is pro-actief in het formuleren van leerdoelen.
De leerling heeft een duidelijke stem in wat hij wil leren, hoe hij toegang
tot informatie wil krijgen en hoe hij deze informatie wil verwerken. En
hij heeft een keuze in hoe hij aantoont wat hij heeft geleerd. ICT is een
voorwaarde voor gepersonaliseerd leren. Er zijn steeds meer moderne
technologieën die helpen om het onderwijs te verrijken. Het biedt
leerlingen de toegang tot het doen van onderzoek en tot informatie.
Het is een middel om te communiceren en debatteren. Maar natuurlijk
ook om leerstof in te oefenen. Doordat resultaten inzichtelijk zijn voor
zowel de leerling als de leraar, kunnen leersituaties op maat worden
ontworpen die zonder ICT minder makkelijk of onmogelijk zouden zijn.
Klasbord Schooljaar 2016-2017 is Klasbord ingevoerd voor de groepen 1 t/m 8.
Klasbord is een app, aangemaakt door de leerkracht, waardoor ouders
en leerlingen op een leuke en snelle manier op de hoogte worden
gebracht van de activiteiten in een klas. Klasbord is gebruikersvrien-
delijk en de privacy is gewaarborgd. Het is een afgeschermde omge-
ving, alleen toegankelijk voor een bepaalde klas. De leerkracht is de
beheerder.
Leren programmeren Door te oefenen met programmeren kunnen leerlingen hun digitale
talenten ontdekken. Hierdoor maken leerlingen kennis met de basis-
principes van coderen. De vaardigheden die daarvoor nodig zijn, zoals
creatief en logisch denken, moeten kinderen inzicht geven in de ‘achter-
kant’ van de apparaten die zij elke dag gebruiken. Het is de bedoeling
om leerlingen een gezonde band te laten opbouwen met technologie,
internet en computers. Bij programmeren leren kinderen vooruit in
stapjes te denken. Dit kan al vanaf de kleutergroepen tot en met groep
8. Er wordt gebruik gemaakt van de Bee-bot, het programma Codewise,
het programma Scratch junior, de Makey Makey, Scratch, M-bot en de
Micro: bit. Door te programmeren, bereiden we onze kinderen voor op
een toekomst waar zij naast gebruiker ook maker kunnen zijn.
Mini Bieb Sinds schooljaar 2015-2016 heeft De Waterwilg een mini bieb. Het ini-
tiatief lag daarbij bij De Gemeente. De Lions Pijnacker Nootdorp, finan-
cierde de mini bieb, die in bouwpakket bij de school werd afgeleverd.
Ouders hebben de minibieb in elkaar gezet en geverfd. Dit laatste
gebeurde ook met een van onze leerlingen: Emma Evenhuis. De mini-
bieb is te vinden in de sluis bij de entree van de school. In de bieb staan
boeken, een leerling kan er een boek uithalen, maar moet daarvoor in
de plaats een boek van zichzelf terugplaatsen. Het gekozen boek mag
de leerling houden.
Nederland Schoon en duurzaamheidDe groepen 6 zullen iedere laatste woensdag van de maand de
schoolomgeving op gaan schonen. Zij worden hierbij ondersteund
door de Gemeente. In de school zijn weer batterijenboxen geplaatst.
Daarnaast is de prullenbak vervangen voor specifieke afvalbakken voor
het PMD (plastic, metaal en drinkkarton), GFT, papier en restafval.
De Waterwilg heeft daarnaast een milieuteam; een team voor de Buis
en 1 team voor het Hoofdgebouw. Het team zal regelmatig de omgeving
van de school controleren op zwerfaval. Zij zijn te herkennen aan een
groen hesje met de tekst Milieu Team De Waterwilg.
OuderdashboardPer jaar wordt bij Snappet het programma voor gebruik afgenomen.
Een van de mogelijkheden is het Ouderdashboard. Binnen de MR en
de leerlingenraad is uitgebreid gesproken over deze mogelijkheid. Het
ouderdashboard geeft namelijk inzicht in het werken van het kind.
Iedere ouder krijgt in het schooljaar 2019-2020 de mogelijkheid om
gebruik te maken van het ouderdashboard. Van de groepsleerkracht
van uw kind krijgt u een code waarmee u thuis kunt inloggen. Mocht
de school tot de conclusie komen dat er misbruik gemaakt wordt van
het ouderdashboard, dan heeft de school het recht om het ouder-
dashboard stop te zetten. Mogelijk zullen in de toekomst meer digitale
programma’s ook vanuit thuis door leerlingen en/of ouder bereikbaar
zijn. U wordt hierover geïnformeerd via de nieuwsbrief of op de infor-
matieavonden.
Vensters POVensters PO is een project van de PO-raad waarbij cijfermatige infor-
matie over scholen voor primair onderwijs verzameld wordt in één
systeem. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens op het gebied van
onderwijsopbrengsten, leerlingenpopulatie, financiën en personeel.
Doelstelling van het Venster PO is om samen met schoolbesturen en
scholen te komen tot een instrument waarmee zij de eigen organisatie
professioneler kunnen besturen, opbrengstgerichter kunnen werken en
aan belanghebbenden verantwoording kunnen afleggen. Tevens kan het
Venster PO informatie voor ouders beschikbaar stellen, onder andere
met het oog op schoolkeuze. PO Venster gebruikt de gegevens van DUO
en de Inspectie van het Onderwijs. Voor een deel van de indicatoren
leveren scholen of besturen zelf informatie aan. Venster PO geeft de
cijfers in heldere rapportages terug aan de scholen en schoolbestu-
ren. De scholen kunnen hun eigen resultaten eenvoudig vergelijken
met landelijke gemiddelden (benchmarken). Ons schoolbestuur Lucas
Onderwijs hecht grote waarde aan op een volledige wijze transparant
zijn voor de kwaliteit van het onderwijs op zijn scholen.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
53
Snappet Snappet Tabletonderwijs is de toonaangevende aanbieder van tableton-
derwijs in Nederland. Ruim 1400 basisscholen werken al geruime tijd
naar volle tevredenheid met tablets van Snappet in de klas. Stichting
Snappet streeft naar het beste leerresultaat voor elk kind. Met Snappet
heeft ieder kind op een eigen Chromebook toegang tot les- en oefenma-
teriaal op het persoonlijke niveau. Het sluit aan op de meest gebruikte
lesmethodes en is ondersteunend aan de leerkracht.
Snappet voordelen voor leerlingen en leerkrachten:
• Verbeterd leerresultaat. Snappet tabletonderwijs leidt tot betere
leerresultaten door verhoogde motivatie en concentratie van de
leerlingen, hogere productie, directe feedback en meer individuele
differentiatie.
• Direct inzicht en overzicht. Leerlingen zien hun voortgang en leren
met eigen leerdoelen te werken. De leervoortgang van de klas en de
individuele leerlingen is op ieder moment zichtbaar voor de leraren.
Dat helpt zowel direct in de klas, als bij de evaluatie en planning.
• Meer tijdwinst. Snappet geeft rust in de klas omdat alle kinderen
tegelijk op geschikt niveau aan het werk zijn. Tabletonderwijs cre-
eert meer tijd voor instructie, lesvoorbereiding en remediëring door
automatisch nakijken en foutenanalyse.
21st Century Skills Onze maatschappij verandert voortdurend. En met de maatschappij
verandert ook ons onderwijs. Tenminste, die beweegt idealiter mee
met deze dynamiek. In de kenniseconomie die Nederland is, leiden wij
onze leerlingen op dit moment op om in de toekomst te functioneren
in de maatschappij. Een uitdagende taak, want hoe ziet hun toekomst
er eigenlijk uit? 80% van de leerlingen die nu primair onderwijs genie-
ten, zullen later banen hebben die wij nu nog niet eens kennen! Welke
kennis, vaardigheden en attitudes ze voor die toekomstige banen nodig
hebben, is bijna onmogelijk op dit moment in te schatten. Toch houden
wereldwijd meerdere groeperingen, zich bezig met dit vraagstuk: Welke
competenties hebben onze huidige leerlingen, die onze toekomstige
werknemers zijn, nodig in de 21st eeuw? Internationaal beter bekend
als de ‘21st Century Skills’. Dit zijn niet zozeer nieuwe vaardigheden,
maar wel vaardigheden die meer noodzakelijk zijn geworden voor de
toekomst. De 21st Century Skills bestaan uit vaardigheden op het gebied
van kritisch denken, creatief denken, probleem oplossen, computatio-
nal thinking, informatievaardigheden, ICT-basisvaardigheden, media-
wijsheid, communiceren, samenwerken, sociale & culturele vaardig-
heden en zelfregulering. De methode Topondernemers sluit goed aan
bij deze 21st Century Skills.
7.3. Rapporten
De ontwikkeling van kleuters wordt vastgelegd middels zogenaamde
KIJK! lijsten door zowel leerkrachten als ouders. De lijsten maken
onderdeel uit van ons leerlingvolgsysteem voor kleuters, KIJK! Voor
alle kleuters wordt de ontwikkeling 2 keer per jaar vastgelegd, ook
krijgen zij een rapport.
De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 krijgen ook 2 keer per jaar een
rapport. Op het rapport van groep 3 komen alleen waarderingen (O,
M, V, RV, G) te staan. Vanaf groep 4 komen hier ook cijfers bij.
De leerlingen van de groepen 8 krijgen op een ander tijdstip hun rap-
port mee dan de leerlingen van groep 1 t/m 7. Het eerste rapport
begin december en het tweede rapport komt aan het einde van het
schooljaar.
Voor het gedrag dat de leerling in de klas laat zien, wordt een beoor-
deling onvoldoende, matig of voldoende gegeven.
De cijferwaardering wordt afgeleid van de resultaten welke de kinderen
behalen op het gemaakte werk in de klas. De cijfers op een rapport
kunnen enigszins schommelen, omdat een kind niet ieder trimester
een zelfde gemiddelde haalt. Indien er sprake is van een sterke daling
zullen wij altijd naar de oorzaak hiervan gaan zoeken. De CITO resultaten
worden niet verwerkt in het rapportcijfer. Wel gebruiken wij de CITO
gegevens als tweede gegeven naast de cijferwaardering.
In de groepen 3 t/m 8 vindt u de prestaties op de verschillende CITO
toetsen terug in het rapport.
De ouders van de leerlingen van groep 2 ontvangen op de tafeltjes-
avond een uitdraai van de resultaten op de CITO toetsen. Deze staan
niet vermeld in het rapport.
Iedere leerling van groep 4 tot en met 8 kan op de Chromebook in het
programma Snappet zijn of haar eigen leerlingrapport inzien. Wanneer
u toegang heeft tot het ouderdashboard van Snappet, dan kunt u dage-
lijks de vorderingen van uw zoon/dochter digitaal volgen middels het
leerlingrapport in Snappet.
7.4. Resultaten van het onderwijs
Onderwijs Inspectie op De Waterwilg Een inspectiebezoek met een prachtige beoordeling gegeven op dinsdag
15 september 2015 door de inspecteur de heer Raktoe.
• Onderwijsresultaten.
• Onderwijsproces.
• Schoolklimaat en veiligheid.
• Kwaliteitszorg en ambitie.
Dit zijn de vier hoofdonderdelen, met daaronder nog subonderdelen.
In zijn totaliteit tien onderdelen, waarop heel goed is gescoord.
Bij elkaar een prachtig resultaat. Alles goed!
Cijfers over specifieke zorg Uitgaande van 648 leerlingen, die er bij ons op school bij aanvang van
het nieuwe schooljaar zijn, kunnen wij aangeven, dat ongeveer 10%
van onze leerlingen op jaarbasis wordt doorgesproken met de intern
begeleider. Uiteindelijk krijgt ongeveer 5% van deze leerlingen extra
begeleiding. Deze begeleiding wordt in de meeste gevallen gegeven
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
54
door de groepsleerkracht.
Soms komt het voor dat er een leerling doubleert. Het kan zijn dat een
leerling nogmaals groep 2 volgt, maar hier wordt dan niet gesproken
over een doublure. In het kader van Passend Onderwijs hanteert het
ministerie van OCW de zogenaamde 2% norm aangaande doorverwij-
zing naar het speciaal onderwijs. De Waterwilg heeft een lager verwij-
zingspercentage.
Cijfers over de vorderingenDe Waterwilg heeft het CITO Leerling en Ontwikkelingsvolgsysteem
(LOVS). Dit volgsysteem biedt de school inzicht in de vorderingen van
de individuele leerlingen, de groep, maar ook de school.
Cito-LOVS en advisering Voortgezet OnderwijsDe toetsgegevens van het leerlingvolgsysteem zijn het tweede gege-
ven bij de advisering ten aanzien van het vervolgonderwijs. CITO laat
de meerjarige en doorgaande ontwikkelingslijn voor de verschillende
leerstofgebieden zien. Leerlingen die overeenkomstig niveau III pres-
teren, volgen de leerontwikkeling van een gemiddelde leerling op leer-
jaarniveau. .
Richting AantallenPraktijkonderwijs 1VMBO B-lwoo 1VMBO B 3VMBO K 7VMBO K/T 3VMBO T 18VMBO T/HAVO 12HAVO 18HAVO/VWO 7VWO 19Totaal 89
Centrale Eindtoets eindscore De Waterwilg: 538,9
De landelijke gemiddelde score 2019: 536,1
Globaal kunnen de adviezen
gekoppeld worden aan de vijf
verschillende prestatieniveaus:
o Niveau I VWO
o Niveau II HAVO
o Niveau III VMBO-T
o Niveau IV VMBO-K
o Niveau V VMBO-B
Naar welke school gingen zij? ’16-‘17 ’17-‘18 ’18-‘19Montaige Lyceum, Nootdorp 8 3 12St. Maartenscollege, Voorburg 17 17 9Stanislas College, Pijnacker 17 29 26Stanislas Krakeelpolder, Delft 2 1 1Stanislas Westplantsoen, Delft 1 0 2Lyceum Ypenburg, Den Haag 1 2 4’s Gravendreef, Den Haag 21 13 17’s Gravendreef, Leidschendam 1 0 2Novum, Voorburg 4 2 1Melanchton Berkenroden, Berkel en Rodenrijs 3 2 5Oranje Nassau College, Zoetermeer 1 0 1Veurs College, Voorburg 1 1 2Dalton Lyceum, Voorburg 0 0 2Zandvlietcollege, Den Haag 2 2 1Laurentius praktijkschool, Delft 0 0 1Winford, Den Haag 0 0 1Scheepvaart en Transport College, Rotterdam 0 0 1Rijnlands Lyceum, Wassenaar 0 0 1Totaal 97 79 87
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
55
7.5. Kwaliteitsverbetering
Beginnende gecijferdheid In het voorjaar van 2015 hebben de leerkrachten van groep 1-2 de cur-
sus Met Sprongen Vooruit gevolgd. Het reken-wiskundeprogramma Met
Sprongen Vooruit kenmerkt zich door de reken en wiskundedidactiek
in kleine tussenstapjes te beschrijven zodat een leerkracht elke leer-
ling met rekenen vooruit kan helpen. Voor de leerkrachten geeft het
een totaal overzicht op de rekenleerlijn en krijgen zij handvatten in de
vorm van oefeningen en spellen om zowel interactief klassikaal les te
kunnen geven als aan een individu op een specifiek rekendomein. Door
de kleuters worden de spellen en oefeningen als leuk en betekenisvol
ervaren waardoor het plezier in rekenen zienderogen toeneemt. Ze
mogen bewegen en eigen producties maken wat de betrokkenheid
enorm versterkt. Hiermee is een aanzet gegeven voor kwaliteitsver-
betering van het rekenonderwijs aan de kleuters.
Onderwijs aan meer-en hoogbegaafde leerlingen Alle leerlingen werken in de klas aan het reguliere lesprogramma. Er
wordt gewerkt met het programma Snappet op een Chromebook. De
leerkracht past voor leerlingen de leerstof aan. Voorafgaand aan de les
bekijkt de leerkracht in hoeverre de leerling het leerdoel van die dag
beheerst. Scoort de leerling hoger dan een niveau I op dit leerdoel dan
kan de leerling, na de instructie, gelijk aan de opgaven van het plusje
beginnen. Hierdoor hoeven kinderen niet onnodig te herhalen en te
oefenen. Daarbij blijft er lestijd over, waardoor kinderen kunnen werken
aan verdiepende en meer uitdagende opdrachten.
Voor meer -en hoogbegaafde leerlingen heeft De Waterwilg een interne
Plusklas: de Kangoeroegroep. Doel van deze groep is om leerlingen met
een ontwikkelingsvoorsprong onderwijs op maat te bieden, deze leer-
lingen meer differentiatie en verrijking aan te bieden, deze leerlingen
te laten samenwerken met ontwikkelingsgelijken, de eigen leerkracht
te ontlasten en de groep te integreren binnen De Waterwilg. In deze
groep zitten leerlingen die extra uitdaging aan kunnen en dus krijgen
zij naast hun normale werk in de klas een map met daarin hun eigen
verbredings- en/of verrijkingsactiviteiten aangeboden. Via een week-
planner houden de leerling en de leerkracht bij welke activiteit per dag
gedaan moet worden.
Verder kunnen wij enkele kinderen van groep 8 deel laten nemen aan de
externe plusklas (Huygensklas) op het gymnasium Novum in Voorburg.
De Waterwilg beslist welke kinderen hiervoor worden aangemeld. Om
voor oor deze plusklas in aanmerking te komen moet zowel de school
als de leerling een motivatiebrief schrijven. Het lesprogramma van
deze plusklas beslaat 16 weken van het schooljaar.
Waar zijn wij trots op!!!
Afvalscheiding, Keurmerk afval vrije schoolIn schooljaar 2016-2017 ontving De Waterwilg het keurmerk Afval-
vrije School. De insteek is dat De Waterwilg andere scholen binnen de
Gemeente gaat enthousiasmeren voor het project van afval scheiden.
Met elkaar worden wij steeds alerter en bewuster om er goed mee
om te gaan.
Duurzaamheid194 panelen op ons dak. Energie neutraal is het streven Duurzaamheid
en bewustwording. Naast de maatregelen om het waterverbruik tegen
te gaan. Op de kranen van de school zitten water spaarfilters.
Tevens schakelen wij steeds meer over naar ecologische producten;
handzeep, toiletpapier, wc verfrissers, schoonmaakmiddelen. Genots-
middelen zoals koffie, thee en suiker.
Het komende school zal er ook steeds meer geprint worden op de
centrale printer en verdwijnen de printers uit de lokalen.
Engels Uit het adviesrapport van Platform Onderwijs 2032 blijkt dat een goede
beheersing van de Engelse taal in de toekomst net zo belangrijk is als
die van de Nederlandse taal en rekenvaardigheid. Grensoverschrij-
dend werk zal immers een steeds grotere rol gaan spelen. Om onze
leerlingen hier voldoende op voor te bereiden, zullen zij al vanaf de
kleuters goed Engels onderwijs moeten krijgen. Er zijn op dit moment
11 leerkrachten van De Waterwilg die de Cambridge cursus Certificate
in English Language Teaching – Primary´ (CELT-P) hebben afgerond bij
The British School. Deze cursus is zowel gericht op eigen vaardigheden
in de Engelse taal als op het geven van motiverende en leerzame lessen
aan kinderen. De opgedane kennis zal in de klas worden gebruikt en
met de rest van het team worden gedeeld. Zo kunnen wij het Engelse
onderwijs op de juiste wijze invoeren in de onderbouw en het niveau
van de leerlingen in de bovenbouw omhoog brengen.
Enquête In mei 2018 heeft de leerlingen- en oudertevredenheidenquête plaats-
gevonden, waarbij de volgende score naar voren kwam:
Leerlingentevredenheidsenquête 8,3.
Oudertevredenheidsenquête 7,9.
Inspectie rapport Op 15 september 2015 heeft de Rijksinspectie De Waterwilg bezocht.
Bij zijn inspectie bezoek heeft de onderwijsinspecteur het nieuwe toe-
zichtskader gehanteerd. Hierbij wordt gekeken naar de 4 kwaliteitsge-
bieden met totaal 10 deelgebieden:
Kwaliteitsgebied 1: Onderwijsresultaten.
Kwaliteitsgebied 2: Ontwikkelingsproces.
Kwaliteitsgebied 3: Klimaat en veiligheid.
Kwaliteitsgebied 4: Kwaliteitszorg en ambitie.
Wij zijn trots te kunnen melden dat de Waterwilg de maximale beoor-
deling van Goed op alle tien de onderdelen heeft gekregen. Deze beoor-
deling stimuleert ons om de ingeslagen weg voort te zetten.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
56
Internationalisering Aangezien contacten met het buitenland in de toekomst steeds belang-
rijker zullen worden, is er een toenemende belangstelling voor interna-
tionalisering in het Nederlandse onderwijs. De Waterwilg neemt sinds
twee jaar deel aan het #Co-think project, een samenwerking tussen
scholen en schoolbesturen in Zweden, Finland, Denemarken, Engeland
en Nederland. Tijdens dit project staat computational thinking centraal,
de leerlingen leren complexe problemen stap voor stap te benaderen
als een computer. Naast de vaardigheden die de leerlingen opdoen op
het gebied van computational thinking, is het project ook zeer leerzaam
gebleken voor het ontwikkelen van Engelse taalvaardigheid en kennis
over verschillende culturen. Tijdens het schooljaar 2019-2020 vindt de
laatste fase van het #Co-think project plaats waarin de leerlingen uit
de bovenbouw van De Waterwilg contact zullen leggen met de deel-
nemende leerlingen uit de andere landen.
Platina Ster Overblijf Op 1 februari 2016 ontving De Waterwilg voor de 2e keer een Gouden
Ster in ontvangst mogen nemen voor de overblijf! TSO Voorbeeldschool
hanteert en sterrenindeling. In 2014 ontving De Waterwilg de erkenning
al eerder. Op 26 april 2018 ontvingen wij de Platina ster. Om de twee
jaar vinden er observaties plaats en beoordeelt TSO Voorbeeldschool
opnieuw de kwalificatie. Op het schoolplein werd de erkenning
overhandigd door De heer Ed van Veen van TSO Voorbeeldschool. De
overblijfouders werden in het zonnetje gezet en ontvingen een mooie
rode roos. De leerlingen werden getrakteerd op een gezonde traktatie:
een appel met daarom een ster en de tekst ‘Overblijf De Waterwilg’.
Kangoeroegroep Een groep voor onze leerlingen die meer uitdaging nodig heeft. Een
naam bedacht door onze leerlingen. Een begrijpelijke naam: een Kan-
goeroe springt immers door en over de vlakte. Een leerling uit de Kan-
goeroegroep loopt ook a.h.w. zo door de leerstof echter wel op zoek
naar uitdagingen, die wij bieden als school.
Maatschappelijke betrokkenheidIeder schooljaar wordt de maatschappelijke betrokkenheid van leer-
lingen gestimuleerd door verschillende projecten.
Creatief voor Kenia
In het schooljaar 2019-2020 is er aandacht voor het onderwijs in Kenia.
De leerlingen leren dat ieder kind recht heeft op goed onderwijs en
waarom het belangrijk is dat wij kinderen in andere landen helpen. We
organiseren een creatieve middag voor alle groepen en aan het eind
van deze middag mogen de ouders en andere belangstellenden op
school komen om de creatieve werkjes te bewonderen en eventueel
te kopen. De opbrengst van deze middag gaat naar stichting Tunajenga.
Spontane ideeën
Daarnaast vinden wij het belangrijk om ruimte te bieden aan spontane
ideeën van leerlingen gedurende het schooljaar. Zo deed een leerling
van De Waterwilg samen met zijn vader mee aan de Alpe d’HuZes. De
andere leerlingen van de school steunden dit project door flessen in te
zamelen en de opbrengst ging naar dit goede doel (het bevorderen en
ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek naar kanker).
Twee andere leerlingen willen in het nieuwe schooljaar graag een actie
opzetten om geld in te zamelen voor de voedselbank.
SEN Groep Met de SEN-groep heeft De Waterwilg iets bijzonders in huis. In de SEN-
groep worden 8 leerlingen, drie keer per week en 75 minuten per keer,
extra begeleid op hun specifieke onderwijsbehoefte. De begeleiding
wordt geboden door één van onze RT-ers. De leerlingen die hier aan
deel mogen nemen krijgen ondersteuning op diverse onderwijsgebie-
den die veelal voorheen alleen aangeboden konden worden in speciale
onderwijssituaties. Hierdoor komen wij tegemoet aan de individuele
speciale onderwijsbehoefte van enkele leerlingen die mede hierdoor
in een reguliere onderwijssituatie met kinderen uit de buurt samen
kunnen opgroeien.
In overleg met de intern begeleiders en de directeur wordt bespro-
ken of de leerling mag instromen in de SEN-groep. Tijdens dit overleg
worden de onderwijsbehoeften in kaart gebracht en besloten voor
welke periode de leerling mag deelnemen. Na de afgesproken periode
volgt een evaluatie tussen de intern begeleider en de ouder waarin
wordt besproken of de doelen zijn bereikt. Mocht dit niet zo zijn dan
beslist de school of de leerling nog een periode mag deelnemen aan
de SEN-groep. Een ander voordeel van de SEN-groep is dat leerlingen
onderling ervaren dat er verschillen mogen zijn tussen mensen. Zo leren
alle leerlingen om deel uit te maken van een inclusieve maatschappij.
Vignet Gezonde SchoolSpecifiek op Natuur en Milieu.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
57
HOOFDSTUK 8 Diversen 8.1. Schade aan eigendommen
Wij worden af en toe geconfronteerd met schade die veroorzaakt wordt
door leerlingen aan eigendommen van andere. U kunt denken aan een
kapotte bril of laptop. De vraag is veelal wie er aansprakelijk is voor evt.
schade. Wij hebben hiervoor navraag gedaan bij de juridische afdeling
van het Lucas Onderwijs. Zij gaven aan dat het uitgangspunt is dat ouders
van minderjarige kinderen (tot 12 jaar) aansprakelijk zijn voor de schade
die door hun kinderen is veroorzaakt. Dit geldt ook in schoolse situaties.
Het feit dat de schade op school is ontstaan maakt niet dat de school
dan per definitie aansprakelijk is. Onder omstandigheden kan een school
aansprakelijk zijn voor ontstane schade. Een van die omstandigheden
is dat de school bijvoorbeeld onvoldoende toezicht heeft gehouden of
onzorgvuldig heeft gehandeld ten gevolge waarvan schade is ontstaan.
In geval van schade veroorzaakt door leerlingen aan eigendommen van
andere leerlingen, dan wel eigendommen van de school dient in eerste
instantie de eigen verzekering van de ouders te worden aangesproken.
Alleen wanneer aan de kant van de school sprake is van een verwijtbare
fout kan evt. een schadevergoedingsplicht ontstaan.
8.2. Wet op de Privacy (AVG)
De AVG stelt strengere eisen aan het gebruik van beeldmateriaal en het
zorgvuldig omgaan met de gegevens van onze leerlingen en ouders. Het
gaat dan om alle vormen van gebruik, zoals foto’s die een school in de
nieuwsbrief plaatst, foto’s die worden gedeeld op sociale media, een
video die wordt vertoond op de website van de school etc.
Voor het gebruik van dit beeldmateriaal moet toestemming worden
gevraagd aan de ouders of (als de leerling ouder is dan 16 jaar) aan de
leerling zelf.
De toestemmingsvraag dient jaarlijks te worden herhaald daarom ont-
vangt u bij aanvang van het nieuwe schooljaar een toestemmingsfor-
mulier ter ondertekening.
Ouders moeten er op gewezen worden dat een gegeven toestemming
altijd kan worden ingetrokken. Het moge duidelijk zijn dat indien geen
toestemming wordt gegeven ook geen sprake kan zijn van publicatie.
Een ander onderwerp is het filmen en fotograferen door ouders en of
leerlingen. Het is voor hen niet bekend voor welke leerlingen eventueel
toestemming is geweigerd voor gebruik van beeldmateriaal. Daarom
dient een school op dit punt eveneens afspraken te maken. Dit kan
bijvoorbeeld door een algemene afspraak op te nemen in de schoolgids
of in de toestemmingsbrief over publicatie van foto’s en video’s, inhou-
dende “Wij gaan ervan uit dat ouders en leerlingen terughoudend zijn
met het maken van foto’s en video’s en het plaatsen ervan op internet.”
Op onze school is een privacyreglement van toepassing dat te vinden is
op onze website www.dewaterwilg.nl onder de protocollen Wet op de
Privacy (AVG). Hierin worden onder andere de doelen en grondslag van
verwerking van persoonsgegeven beschreven alsook wat de rechten
zijn van ouders en leerlingen. Tevens kunt u op de site het protocol
Sociale Media en protocol camaratoezicht terugvinden.
8.3. Gevonden Voorwerpen
Het kan gebeuren dat uw kind iets kwijt raakt. In eerste instantie kunt
u dan de leerkracht benaderen. Het komt echter ook regelmatig voor,
dat sommige spullen pas weken later gemist worden. De gevonden
voorwerpen worden verzameld op een centrale plaats. Deze centrale
plaats is de Reproruimte van het hoofdgebouw en de Teamkamer van
de Buis. Kleine voorwerpen, zoals sleutels, sieraden en andere kost-
baarheden, worden op de administratie verzameld.
8.4. Speelplaats afspraken
Stepjes, skeelers, waveboarden, skateboarden, space scooters en derge-
lijke brengen de veiligheid in gevaar en zijn niet toegestaan. Fietsen op de
speelplaats kan helaas ook niet. Aan ouders vragen wij om de fietsen en
of bakfietsen aan de zijkant op de speelplaats te parkeren. Ook willen wij
aan ouders vragen geen hond mee te nemen op het schoolplein. Vooral
onze jongere leerlingen vinden blaffende honden niet altijd plezierig.
Een hond mee de school in nemen is niet toegestaan.
Ook balspelen, zoals voetballen en basketballen op de speelplaats zijn,
30 minuten voor aanvang van de school en 15 minuten nadat de school
uit is, niet toegestaan vanwege de veiligheid.
Parkeren van de fiets door leerlingen Veel leerlingen van de school komen op de fiets. Wij willen het parkeren
van de fietsen graag stroomlijnen en hebben vaste afspraken voor het
parkeren van de fietsen.
De leerlingen van de groepen 7 en 8 mogen gebruik maken van de
fietsenrekken bij SV Nootdorp.
De leerlingen van de groepen 5 en 6 hebben een eigen fietsenstalling
bij het gebouw van de dependance.
De leerlingen van de groepen 3 en 4 parkeren de fietsen in de fietsen-
rekken langs de ramen van kamers van de directie en de IB-ers. De
leerlingen van de groepen 1 en 2 parkeren de fietsen langs de ramen
van de 2 kleutergroepen aan de kant van de parkeerplaats. Wij vinden
het zeer wenselijk als een ieder zich aan deze indeling houdt.
FietsenteamVanuit de werkgroep “Veilige school omgeving rondom de Poort”, zijn
er aandachtspunten naar voren gekomen o.a. het parkeren van de
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
58
fietsen van leerlingen van De Waterwilg bij de sporthal.
De Waterwilg heeft nu een fietsenteam. Dit team van 4 leerlingen uit
groep 8 controleert in de ochtend en in de middag de geparkeerde
fietsen. Daarnaast hebben zij nog een andere taak erbij gekregen in
het kader van de verkeersveiligheid nl. het aanspreken van ouders die
wachten bij de Buis.
Het is daarbij nl. de bedoeling dat er gewacht wordt op het schoolplein
en niet op de stoep en het fietspad.
Parkeren van de fiets, bakfiets en scooter door de ouder Wilt u zo vriendelijk zijn de fiets, de bakfiets en scooter niet te parkeren
op de stoep langs de parkeerplaats, maar langs het hek. Fietsen op de
speelplaats is niet toegestaan.
Pleinwacht Bij het buitenspelen in pauzes gaat altijd de eigen groepsleerkracht mee.
De groepen gaan niet allemaal tegelijk naar buiten. De deuren van de
school gaan bij aanvang eerder open. Er is op De Waterwilg geen plein-
wacht voor en na schooltijd. Opening van de deuren gebeurt door het
management van de school. Deze blijven eveneens bij de deuren staan
zodat contact en afspraken snel gemaakt kunnen worden. In de Buis
is er wel sprake van pleinwacht die ’s middags na schooltijd toezicht
houdt op de fietsenstalling.
Veiligheid Sinds de zomervakantie van 2014 staan er hekken rondom het school-
plein. Ook hangen er camera’s. Camerabewaking is uitgelegd in een
protocol te vinden op de site. De speeltoestellen worden jaarlijks
gecontroleerd.
8.5. Verkeersveiligheid
Bij aanvang en uitgaan van de scholen rond de Poort is het een drukte
van belang. Doordat de schooltijd van De Waterwilg nu verschoven is
naar 15.30 uur zijn de 3 scholen niet meer tegelijkertijd uit en zou dit
ruimte moeten geven om te parkeren en de verkeersveiligheid veiliger
te maken. Neemt niet weg dat het een drukte van belang is en wij met
elkaar zorg moeten dragen voor de verkeersveiligheid en altijd moeten
blijven opletten.
Verzoek Bij slecht weer worden veel leerlingen met de auto gebracht. Auto’s
mogen alleen worden geparkeerd waar dit is toegestaan. Wij maken u
er op attent dat de politie regelmatig controleert.
8.6. Sponsoring
Het Ministerie van Onderwijs heeft samen met zestien organisaties een
convenant gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair
en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant is niet bedoeld
om sponsoring te bevorderen of te bestrijden. Het bevat gedragsregels
die scholen als richtlijnen kunnen gebruiken bij hun sponsorbeleid. De
regels geven aan waarop scholen moeten letten, waar sponsors aan
gebonden zijn, waar valkuilen zijn en hoe scholen inspraak van ouders
en leerlingen over sponsoring moeten organiseren. Die richtlijnen zijn
vastgelegd in een brochure. Deze brochure geeft onder andere richtlij-
nen uit dit sponsorconvenant weer. Ook wordt beschreven aan welke
wettelijke voorwaarden sponsoring op school moet voldoen. Daarnaast
bevat de brochure een checklist met praktische tips die kan worden
gebruikt bij het afsluiten van een sponsorovereenkomst. Het bestuur
van Lucas Onderwijs en de Medezeggenschapsraad van De Waterwilg
conformeren zich aan het convenant en aan wat in de brochure is
opgenomen. Mocht u iets willen ondernemen vanuit uw bedrijf, dan
stellen wij het op prijs wanneer u van tevoren altijd contact opneemt
met de directie. Dit geldt ook voor schenkingen c.q. donaties die u
aan De Waterwilg zou willen doen. Indien personen, bedrijven en/of
instanties de school sponsoren wordt dit vermeld in de Nieuwsbrief.
Aan het verlenen van sponsoring kunnen geen rechten worden ont-
leend in welke vorm dan ook.
Meer informatie over het convenant is te vinden op:
https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/
convenanten/2009/02/24/convenant-scholen-voor-primair-en-voort-
gezet-onderwijs-en-sponsoring/Sponsorconvenant+2019.pdf
Sponsoring onderwijs in KeniaIn het schooljaar 2019-2020 is er aandacht voor het onderwijs in Kenia.
De leerlingen leren dat ieder kind recht heeft op goed onderwijs en
waarom het belangrijk is dat wij kinderen in andere landen helpen. We
organiseren een creatieve middag voor alle groepen en aan het eind
van deze middag mogen de ouders en andere belangstellenden op
school komen om de creatieve werkjes te bewonderen en eventueel
te kopen. De opbrengst van deze middag gaat naar stichting Tunajenga
(www.Tunajenga.nl ).
Stichting Tunajenga legt verantwoording af over het sponsorgeld aan de
directie en Medezeggenschapsraad van De Waterwilg. In de nieuwsbrief
worden de ouders geïnformeerd over de totaalopbrengst en waaraan
dit is besteed.
Andere sponsoringOp De Waterwilg wordt ook sponsorgeld opgehaald voor andere doe-
len. Wij vinden het belangrijk om ruimte te bieden aan spontane ideeën
van leerlingen gedurende het schooljaar. Zo deed een leerling van De
Waterwilg samen met zijn vader mee aan de Alpe d’HuZes. De andere
leerlingen van de school steunden dit project door flessen in te zamelen
en de opbrengst ging naar dit goede doel (het bevorderen en onder-
steunen van wetenschappelijk onderzoek naar kanker).
Twee andere leerlingen willen in het nieuwe schooljaar graag een actie
opzetten om geld in te zamelen voor de voedselbank.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
59
8.7. Ontruimingsplan
Op De Waterwilg zijn alle leerkrachten opgeleid tot Bedrijfshulpverle-
ner (BHV). Youri van Deelen en Jeroen Kroon hebben in het schooljaar
2015-2016 succesvol de opleiding tot ploegleider afgerond.
Dit betekent dat zij in staat zijn een leidende functie bij ontruiming te
kunnen uitvoeren. Jaarlijks herhaalt en verdiept het team de kennis en
vaardigheden op het gebied van brand, ontruimingen en eerste hulpver-
lenen (EHBO). In een schooljaar zullen alle leerkrachten de nascholing
wederom doen om zo hun diploma Bedrijfshulpverlening geldig te hou-
den. Tevens hebben leerkrachten, die nog geen BHV-diploma hadden,
dit behaald. Het ontruimingsplan van De Waterwilg is gebaseerd op de
NTA-8112-2. Hiermee voldoet dit plan aan de laatste Nen-norm. Het
plan en de uitvoering hiervan worden regelmatig gecontroleerd door de
brandweer Pijnacker-Nootdorp. De brandweer komt een paar keer per
schooljaar de school onaangekondigd controleren. Jaarlijks oefenen wij
drie keer de ontruiming. Dit doen wij soms in het bijzijn van een brand-
preventiemedewerker van de brandweer of instructeurs die op onze
school de herhalingslessen Bedrijfshulpverlening verzorgen. Ieder lokaal
heeft een pictogram. Dit vindt u ook terug op het schoolplein. Dit is de
plek waar de leerlingen, die in dat lokaal les hebben zich verzamelen.
Dit gebeurt niet alleen bij een ontruiming maar ook na het buitenspelen
of bij het naar huis gaan. Dit symbool is ook op de rode map geplakt,
die zich in ieder lokaal bevindt. In de rode map zit het ontruimingsplan,
de absentenlijst en de noodkaarten per leerling. Deze rode map neemt
de leerkracht mee als er activiteiten zijn buiten het lokaal. In het kader
van de privacy, mogen alleen leerkrachten met de gegevens uit deze
map omgaan. Het ontruimingsplan is op school opvraagbaar. Aan het
begin van ieder schooljaar ontvangt u per kind een noodkaart met uw
gegevens verwerkt uit ons administratiesysteem. U hoeft niet zelf uw
gegevens in te vullen. Wel vragen wij u de gegevens te controleren en
indien nodig aan te vullen en/of te wijzigen. Het is belangrijk dat alle
gevraagde gegevens zijn ingevuld. Zo vragen wij of uw kind medicatie
gebruikt of een allergie heeft.
Het Burgerservicenummer (BSN) alsmede het verzekeringsnummer
van uw kind hebben wij conform de landelijke richtlijnen nodig voor
eventuele professionele hulpverleners. Door de noodkaart te tekenen,
verleent u de school toestemming voor consultatie bij een dokter c.q.
ziekenhuis in geval van nood. Bij kinderen waarbij het ouderschap of de
voogdij gedeeld wordt, moeten beide ouders/ voogden toestemming
verlenen. Bij alle andere gezinsvormen volstaat 1 handtekening maar
het heeft onze voorkeur dat beide ouders tekenen.
8.8. De Waterwilg, een rookvrije school
De Waterwilg heeft het predicaat gekregen van een rookvrije school.
Via stickers ‘Verboden te roken’, wordt een ieder geïnformeerd. Daar-
naast vinden wij het prettig als ouders hiertoe eveneens bijdragen
door niet te roken op de speelplaats. Eveneens hebben leerkrachten
een voorbeeldfunctie.
8.9. Jeugdgezondheidszorg
JGZ Zuid-Holland West
Een gezonde basis voor elk kindJGZ verzorgt de preventieve jeugdgezondheidszorg voor kinderen van
0 tot 18 jaar. Ons werk is erop gericht om tijdig eventuele gezondheids-
problemen op te sporen. Tot de leeftijd van vier jaar komen kinderen
op het consultatiebureau. Daarna vinden de onderzoeken plaats in
samenwerking met school. We checken de gezondheid en groei en
bieden ouders steun bij de alledaagse zorg voor hun kinderen. U krijgt
altijd vooraf informatie over een onderzoek.
Gezondheidsonderzoek groep 2In groep 2 worden kinderen uitgenodigd voor een gezondheidson-
derzoek. Er wordt een ogentest en een gehooronderzoek gedaan. De
jeugdarts voert een lichamelijk onderzoek uit en er is gelegenheid voor
het bespreken van vragen of zorgen over de gezondheid en opvoeding.
Spraak-taalonderzoekBij kleuters is er aandacht voor een goede spraak- en taalontwikkeling.
De logopedist van JGZ voert een onderzoek uit bij vijfjarigen, om te
achterhalen of een kind problemen heeft met spreken, luisteren, taal,
stem of mondgedrag. Dit onderzoek wordt niet bij elk kind gedaan.
Alleen als ouders of de leerkracht aangeven dat er vragen of zorgen
zijn over de taal- en spraakontwikkeling.
Gezondheidsonderzoek groep 7In groep 7 geeft de jeugdverpleegkundige een gezondheidsles in de klas.
De les gaat onder meer over puberteit, pesten en leefstijl. Daarna voert
de jeugdverpleegkundige met ieder kind een gesprek: hoe gaat het op
school, thuis, met vrienden en de gezondheid? Zijn er bijzonderheden,
dan wordt contact met u opgenomen.
VaccinatieKinderen van 4 en 9 jaar krijgen een oproep voor een vaccinatie. Deze
herhalingsvaccinaties zorgen voor een goede, langdurende bescher-
ming tegen een flink aantal infectieziekten. Meisjes van 12 jaar krijgen
een oproep voor de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker.
Wetten en regelsIn Nederland hebben alle kinderen tot 18 jaar recht op jeugdgezond-
heidszorg. Wij voeren een wettelijke taak uit, waarbij het belang van
ieder kind voorop staat. Meer informatie over onze zorg en werkwijze
kunt u lezen op onze website: www.jgzzhw.nl/onze werkwijze.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
60
Ondersteuning oudersOpgroeien en opvoeden gaat gelukkig meestal goed en zonder pro-
blemen. Toch gaat het niet altijd vanzelf. Alle ouders hebben wel eens
vragen over de ontwikkeling en opvoeding van hun kinderen. JGZ onder-
steunt ouders bij hun alledaagse zorg. De diensten van JGZ zijn gratis,
met uitzondering van sommige cursussen en themabijeenkomsten.
Heeft u vragen of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van
uw kind? Neem dan contact met ons op.
ContactContactbureau: 088 - 054 99 99
E-mail: [email protected]
Website: www.jgzzhw.nl
8.10. Zorgnetwerk
Binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp is een Zorgnetwerk actief.
Voorheen heette het zorgnetwerk Jeugd Preventie Team. In het
zorgnetwerk zijn afgevaardigden van alle instellingen en instanties
vertegenwoordigd, die met kinderen en jongeren te maken hebben.
Hierbij kunt u denken aan afgevaardigden vanuit de gemeente (o.a.
de leerplichtambtenaar), bureau Halt, politie Haaglanden, Jeugdzorg,
Kwadraad, GGD, schoolmaatschappelijk werk, het jongerenwerk en
natuurlijk de basisscholen. De bedoeling van dit overleg is kinderen
te bespreken, waarover één of meerdere deelnemers aan dit over-
leg zich zorgen maken. Er wordt geïnventariseerd wie zich al met het
kind/ het gezin bezighoudt, hulpverlening kan worden gestroomlijnd
en transparant gemaakt worden en met elkaar kan de beste weg voor
hulp afgesproken worden. Als wij als school kinderen in willen brengen
tijdens deze bespreking moeten ouders daarvoor eerst toestemming
geven. Wil men dit niet dan kan een casus anoniem besproken worden.
Mocht u echter wel toestemming geven om zo eventueel een ander
licht op een hulpvraag te doen schijnen dan volgt na de zorgnetwerk-
vergadering natuurlijk altijd een terugkoppeling.
Om onderlinge samenwerking een nieuwe boost te geven is een nieuwe
overeenkomst opgesteld. Bedoeld om de samenwerking van de zorg-
netwerken 0-12 en 12-23 jarigen te versterken en een koppeling te
maken met de Verwijsindex en het Centrum Jeugd&Gezin.
8.11. Verwijsindex
Wat is de Verwijsindex Haaglanden? De Verwijsindex is een digitaal hulpmiddel waarin begeleiders, leer-
krachten en hulpverleners een signaal kunnen afgeven voor een jeug-
dige waar zij zich zorgen over maken. Het gaat om vroegtijdige signa-
lering indien een zorg is geconstateerd. Bijvoorbeeld als een jeugdige
spijbelt, er gezinsproblemen zijn of als de ouders van de jeugdige kam-
pen met een (licht) psychiatrische stoornis, verslaving of verstandelijke
beperking.
Hoe werkt het? Als een signaal in de Verwijsindex wordt afgegeven, worden alléén alge-
mene gegevens zoals naam, geboortedatum en BSN in de Verwijsindex
bekend gemaakt. Bij een tweede signaal over dezelfde jeugdige door
een begeleider van een andere organisatie, krijgen beide begeleiders
een email met daarin de mededeling dat er nog een begeleider is die
zich zorgen maakt. Vanaf dat moment moetenzij contact met elkaar
opnemen om te overleggen hoe zij de jeugdige het beste kunnen hel-
pen. Op deze manier werken de begeleiders van verschillende organi-
saties samen met het doel de jeugdige beter te kunnen helpen.
Wat is het doel? • Vroegtijdige signalering van problemen bij jeugdigen tot en met 22
jaar zodat tijdige, effectieve en gecoördineerde hulp geboden kan
worden.
• Bijdragen aan een sluitende aanpak voor jeugdigen door samenwer-
king te realiseren tussen alle betrokken organisaties in de jeugdge-
zondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs en justitiële organisaties.
Toestemming Om informatie te mogen uitwisselen wordt toestemming gevraagd
aan de ouders en/of de jeugdige. Als toestemming is gevraagd voor
uitwisseling van informatie, wordt de Wet bescherming persoonsgege-
vens goed nageleefd. In enkele gevallen is geen toestemming vereist,
bijvoorbeeld op grond van geldende wetgeving zoals de Leerplichtwet.
De ouders en/of de jeugdige moeten dan wel worden geïnformeerd
over het signaal. Alleen in uitzonderlijke gevallen wordt dit niet gedaan,
bijvoorbeeld als sprake is van overmacht of een bedreigende situatie.
Wie doen er mee? De gemeenten in Haaglanden streven er naar dat zoveel mogelijk orga-
nisaties zich aansluiten bij de Verwijsindex Haaglanden. Begin 2012 zijn
circa 200 instanties aangesloten op de Verwijsindex Haaglanden. Dit zijn
uiteenlopende organisaties vanuit onderwijs, jeugdgezondheidszorg,
welzijnswerk, kinderopvang, jeugdhulpverlening en jeugdzorg. Een
actuele lijst van aangesloten organisaties is te vinden op de website
van Verwijsindex Haaglanden http://www.verwijsindexhaaglanden.nl.
De Waterwilg is ook aangesloten bij de verwijsindex Haaglanden. Op
De Waterwilg zijn de directeur, de intern begeleiders en de vertrou-
wenspersoon bevoegd om een melding te doen in de verwijsindex.
Voordat er een melding wordt gedaan, zal het kind en zijn ontwikkeling
besproken worden in de Interne Zorgcommissie van de school.
8.12. Meldcode
In Nederland zijn per jaar ruim 100.000 kinderen slachtoffer van mishan-
deling en verwaarlozing. Om dit aantal inzichtelijk te maken: dit is één
kind per klas. Om dit aantal terug te dringen werd op 01-07-2013 de Wet
meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van kracht. De meld-
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
61
code is een stappenplan waarin staat hoe er moet worden gehandeld
bij het signaleren en melden van (vermoedens van) huiselijk geweld en
kindermishandeling. De wet stelt dat bij twijfel aan de veiligheid, welzijn
of mogelijkheid tot een gezonde ontwikkeling van het kind altijd het
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling of Steunpunt Huiselijk Geweld
moet worden geraadpleegd. De wet verplicht alle organisaties die met
kinderen werken een meldcode te hanteren. De inspectie ziet erop
toe dat de school kan aantonen dat zij over een meldcode beschikt en
beleid voert dat het gebruik ervan borgt. Om de meldcode in de school
te borgen is een aandachtsfunctionaris aangesteld. Monique Collee,
heeft hiervoor een training gevolgd bij het expertisecentrum voor jeugd
samenleving & opvoeding (JSO). Inmiddels is er een school specifieke
meldcode geschreven welke is goedgekeurd door de MR. Het team is
geïnformeerd over de meldcode. De aandachtsfunctionaris fungeert als
vraagbaak voor de leerkrachten bij vermoedens van huiselijk geweld en
kindermishandeling en ziet erop toe dat de meldcode wordt toegepast.
Zij neemt deel aan netwerkbijeenkomsten die jaarlijks door JSO worden
georganiseerd om de samenwerking tussen aandachtfunctionarissen te
bevorderen. Monique Collee is aandachtsfunctionaris op De Waterwilg.
8.13. Overige zaken
Kinderopvang; voor en naschool-tijdOuders van De Waterwilg kunnen gebruik maken van:
Kindercentrum ZieZoo locatie De Waterwilg (bron ZieZoo) Kindercentrum ZieZoo verzorgt al vanaf 1 augustus 2016 de buiten-
schoolse opvang (BSO) voor basisschool De Waterwilg. Deze stap past
bij onze visie om als partner van de basisschool bij te dragen aan het ple-
zier en de ontwikkeling van kinderen. Zo kunnen wij tijdens de BSO acti-
viteiten verzorgen die in het verlengde liggen van de onderwijskundige
onderwerpen die tijdens school aan bod komen. Kindercentrum ZieZoo
is in 2005 opgericht door Marriëtte Swart en enige jaren geleden stapte
Per Abdildgaard, haar echtgenoot fulltime erbij in. Wij zijn woonachtig
in Nootdorp. ZieZoo telt met deze buitenschoolse opvang 7 locaties in
Nootdorp, Pijnacker, Delfgauw, Delft en Voorburg. ZieZoo werkt samen
met Lucas Onderwijs, het schoolbestuur van De Waterwilg.
Wij werken niet met regiomanagers maar met een teamcaptain. De
teamcaptain is volledig toegewijd aan deze BSO en staat ook op de
groep. Wilt u al eerder met vakantieopvang starten, dan kan dat ook
individueel besproken worden. Mocht u willen overstappen van uw
huidige kinderopvang, houdt u dan rekening met de opzegtermijn van
1 maand (dit kan op elke datum van de maand). ZieZoo kenmerkt zich
door de platte organisatiestructuur waardoor de lijnen naar ouders en
school heel kort zijn en de betrokkenheid hoog. Wij geloven niet in een
groot hoofdkantoor maar liever in kwaliteit op de vloer. U treft bij ons
hoger opgeleide medewerkers aan, w.o. pedagogen en vakkrachten
zoals docenten beeldende vorming, techniek en sport. Deze vakkrach-
ten zijn bij ons in dienst en derhalve dagelijks aanwezig. Buitenspelen,
buiten bewegen/sporten en natuurbeleving staan bij ons hoog in het
vaandel. Door deze kleinschaligheid, onze medewerkers en de bekend-
heid met de regio kunnen wij goed inspelen op de lokale situatie. Meer
informatie vindt u op onze website (www.ziezoo.nl)
ZieZoo is de laatste jaren flink gegroeid. Dat is voor ons het bewijs dat
kwaliteit het langste duurt. Graag zetten wij ons, samen met ons team
in, om uw kind een onvergetelijke BSO te bieden. Wij kijken er naar
uit om nader met u kennis te maken. Ons e-mailadres: [email protected]
Externe partijen
Triodus Kinderopvang,
SKS Alles Kids
Skippy Pepijn
Gastouderbureau Het Koningshofje te Nootdorp
015 - 369 50 21skippypepijn.nl
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 INHOUD De Waterwilg
62
HOOFDSTUK 9 HET BESTUUR De Waterwilg valt onder het bestuur van Lucasonderwijs. Doel van
de Stichting Confessioneel Onderwijs Lucas is het bevorderen van het
katholieke, protestantse en interconfessionele onderwijs in de regio
Zuid Holland West. Richtinggevend is daarbij de missie van de Lucas
Onderwijs waarbij het Bestuur aangeeft:
• Te hechten aan overdracht van waarden en normen vanuit de chris-
telijke traditie.
• Door goed onderwijs te willen bijdragen aan een rechtvaardige
samenleving.
• Te willen investeren in de deskundigheid en persoonlijke betrok-
kenheid van de medewerkers om bij te dragen aan een zo gunstig
mogelijk pedagogisch klimaat.
• De communicatie tussen alle betrokkenen te willen bevorderen om
de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen.
Bestuursorganen De Stichting kent een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.
Het College van Bestuur is belast met het dagelijks bestuur van de
Stichting.
Het College van Bestuur wordt ondersteund door het bestuursbureau
en het servicebureau. De Raad van Toezicht is belast met het toezicht
op het College van Bestuur.
College van Bestuur Het dagelijks bestuur van Lucas Onderwijs wordt gevormd door een
College van Bestuur.
Het College van Bestuur wordt in het besturen van de stichting onder-
steund door de bestuursmanagementteams primair onderwijs en voort-
gezet onderwijs.
Voor contact met het College van Bestuur kunt u bellen met het
bestuurssecretariaat op nummer 070 - 300 9401 of mailen naar
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft een controlerende en adviserende taak.
Organisatie Structuur Lucas Onderwijs is een dynamisch en betrokken onderwijsbestuur.
Momenteel vallen veertig scholen voor basisonderwijs, zes scholen
voor speciaal basisonderwijs, drie expertisecentra, zeven scholen voor
voortgezet onderwijs en één school voor speciaal voortgezet onderwijs
onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting.
Bundeling De scholen in het primair onderwijs zijn samengevoegd in clusters. Drie
clusterdirecteuren sturen de clusters aan en vormen de schakel naar
het College van Bestuur via het bestuurs managementteam primair
onderwijs. In het voortgezet onderwijs zijn de scholen gebundeld tot
instellingen. De vier instellingsdirecteuren nemen deel aan het bestuurs
managementteam voortgezet onderwijs dat het College van Bestuur
ondersteunt.
Bureau Lucas Onderwijs kent op centraal niveau een bestuursbureau en een
servicebureau. Het bestuursbureau bestaat uit adviseurs en een secre-
tariaat. Zij ondersteunen voornamelijk het bestuur. Het servicebureau
verleent diensten aan de scholen én aan het bestuur. Het servicebureau
bestaat uit de afdelingen Personeel & Organisatie, Financiën en Admi-
nistratie, Facilitaire Zaken, ICT en Onderwijs & Kwaliteit. Deze bestuur-
lijke constructie past bij de eisen van deze tijd en de komende jaren en
verankert de diep gewortelde betrokkenheid van velen bij de onder de
Stichting ressorterende scholen. Op de site van Lucas onderwijs: www.
lucasonderwijs.nl kunt u de uitgebreide missie evenals de statuten, de
organisatiestructuur en het organigram van de Stichting vinden.
Bestuurlijke organisatie In het primair onderwijs is dat een school met een directie en eventueel
een schoolcommissie. Iedere school heeft een medezeggenschapsraad,
die advies- en instemmingsrecht heeft over verschillende voorgenomen
bestuursbesluiten. Voor school overstijgende zaken heeft het Bestuur
overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Binnen
de missie, de door het Bestuur vastgestelde kaders en aan de hand van
het meerjarenbeleidplan zijn de directeuren verantwoordelijk voor
het uitvoeren van het vastgestelde beleid en het creëren van draag-
vlak binnen de school als het gaat om het algemene beleid, onderwijs
en organisatie, personeelsbeleid, financiën, beheer en huisvesting.
De medewerkers van het bestuurs- en het servicebureau verzorgen
ondersteuning voor het bestuur en het management van de scholen.
Binnen het servicebureau onderscheiden wij de beleidsafdeling, de
administratie, planmatig onderhoudsbeheer en ICT (ABZHW). Een groot
bestuur zoals Lucas Onderwijs kan de scholen ondersteunen, omdat
zij een gesprekspartner is in het overleg met plaatselijke, regionale
en landelijke overheden. Bovendien kan een groot bestuur zich een
beleidsafdeling veroorloven, waardoor scholen gebruik kunnen maken
van specialistische deskundigheid. De basisscholen, die vallen onder het
bestuur zijn verdeeld over clusters, waarbij elke cluster diverse scholen
kent (groei scholen, kleine scholen, grote scholen, binnenstadsscholen,
Vinexscholen, speciaal onderwijsscholen). In elke cluster zijn 17 scholen
ondergebracht. De cluster wordt geleid door de clusterdirecteur.
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD
63
HOOFDSTUK 10 HANDIGE ADRESSEN Bestuur
Bezoekadres Lucas Onderwijs Saffierhorst 105
2592 GK Den Haag
T 070 300 11 00
F 070 300 94 99
I www.lucasonderwijs.nl
Postadres Het postadres voor het bestuurs- en servicebureau is:
Lucas Onderwijs
Postbus 93231
2509 AE Den Haag
Inspectie van het onderwijs E [email protected]
I www.onderwijsinspectie.nl
Vragen over het onderwijs: T 0800 - 5010 (gratis)
I www.50tien.nl
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch
of fysiek geweld:
meldpunt vertrouwens-inspecteurs
T 900 11 31 11 (lokaal tarief)
Stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West Contactgegevens: Postbus 339 2700 AH Zoetermeer 088 054 99 99
Leerplichtambtenaar Gemeente Pijnacker-Nootdorp
T 015 362 62 62
Onderwijs Advies West Zuid-Holland Hoofdvestiging OA Advies
Van Beeckstraat 62
2722 BC Zoetermeer
T 079 329 56 00
F 079 329 56 99
Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs t.a.v. Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs
Postbus 82324
2508 EH Den Haag
T 070 386 16 97
inhoudSchoolgids 2019 - 2020 De WaterwilgINHOUD