service & reparatielet altijd op de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen in dit document!...
TRANSCRIPT
Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie
Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Technische handleiding
GC310000
Uitgave 12/200511407085/ NL
SEW-EURODRIVE – Driving the world
Inhoudsopgave
1 Geldige componenten....................................................................................... 51.1 MOVIMOT® van categorie II3D................................................................. 51.2 MOVIMOT® van categorie II3D met GP-functie (GP = gear protection) ... 61.3 Veldbusinterfaces van categorie II3D (zone 22) ....................................... 71.4 Setpointconverter MLA12A van categorie II3D......................................... 7
2 Belangrijke aanwijzingen.................................................................................. 82.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ........................................... 82.2 Relevante documenten ............................................................................. 82.3 Toepassing conform de voorschriften....................................................... 92.4 Verwijdering ............................................................................................ 10
3 Veiligheidsaanwijzingen................................................................................. 11
4 Opbouw van het apparaat .............................................................................. 124.1 MOVIMOT®-regelaar .............................................................................. 124.2 Veldbusinterfaces .................................................................................. 15
5 Mechanische installatie .................................................................................. 185.1 MOVIMOT®............................................................................................. 185.2 Veldbusinterfaces ................................................................................... 205.3 Setpointconverter MLA12A ..................................................................... 21
6 Elektrische installatie ..................................................................................... 226.1 MOVIMOT®............................................................................................. 226.2 Installatie in combinatie met een veldbusinterface.................................. 32
7 Inbedrijfstelling................................................................................................ 417.1 Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling................................... 417.2 Beschrijving van de bedieningselementen.............................................. 417.3 Beschrijving van de DIP-switches S1...................................................... 437.4 Beschrijving van de DIP-switches S2...................................................... 437.5 Overzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04 ................ 477.6 Inbedrijfstelling met binaire aansturing (besturing via klemmen) ............ 517.7 Inbedrijfstelling met optie MLA12A.......................................................... 53
8 Communicatie-interface / veldbus................................................................. 558.1 Inbedrijfstelling met RS-485-master........................................................ 558.2 Werking met RS-485-master................................................................... 578.3 Inbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP ...................................... 628.4 Functie van de PROFIBUS-interface MFP.............................................. 678.5 Inbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)............... 758.6 Functie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding) ...................... 828.7 Codering van de procesdata................................................................... 89
9 Diagnose .......................................................................................................... 929.1 Diagnose MOVIMOT®............................................................................. 929.2 Belangrijke informatie bij beroep op service ........................................... 95
10 Inspectie en onderhoud.................................................................................. 9610.1 Belangrijke aanwijzingen......................................................................... 9610.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen ....................................................... 9710.3 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de motor ....................... 9810.4 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem........................ 100
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
34
nhoudsopgave
11 Technische gegevens................................................................................... 10511.1 MOVIMOT® van categorie II3D............................................................. 10511.2 Geïntegreerde RS-485-interface........................................................... 10611.3 Overzicht van interne remweerstanden ................................................ 10611.4 Weerstand en toewijzing van de remspoelen ....................................... 10611.5 Technische gegevens: optie MLA12A................................................... 10611.6 Remenergie, lichtspleet, remkoppels BMG05-4.................................... 10711.7 Toegestane remenergie van de rem..................................................... 10711.8 Maximaal toegestane radiale krachten ................................................. 10911.9 Toegestane typen kogellagers .............................................................. 11111.10 Bedrijfskarakteristieken......................................................................... 11211.11 Bedrijfskarakteristieken met GP-functie ................................................ 11311.12 Technische gegevens PROFIBUS-interface MFP21D/Z21D/II3D ........ 11411.13 Technische gegevens InterBus-interface MFI21A/Z11A/II3D .............. 11511.14 CE-typisch aandrijfsysteem................................................................... 116
12 Conformiteitsverklaringen............................................................................ 117
13 Index............................................................................................................... 119
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
1Geldige componentenMOVIMOT® van categorie II3D
1 Geldige componenten
1.1 MOVIMOT® van categorie II3D
280 – 1400 rpm Õ 3 x 400 – 500 V (400 V)
290 – 2900 rpm Ö 3 x 400 – 500 V (400 V)
Deze technische handleiding is geldig voor de volgende MOVIMOT®-aandrijvingen:
57917AXX
Type Pn Mn Ma/Mn nn In1 cos φ Jmot MBmax
[kW] [Nm] [Nm] [rpm] [A] [10-4 kgm2] zonder rem
[10-4 kgm2] met rem
[Nm]
DT71D4/.../MM03/II3D 1)
1) Optioneel met aangebouwde veldbusinterface
0,25 1,7 1,8 1400 1,0 0,99 4,61 5,51 5
DT80K4/.../MM05/II3D 1) 0,37 2,5 1,8 1400 1,3 0,99 6,55 7,45 10
DT80N4/.../MM07/II3D 1) 0,55 3,7 1,8 1400 1,6 0,99 8,7 9,6 10
DT90S4/.../MM11/II3D 1) 0,75 5,1 1,8 1400 1,9 0,99 25 30,4 20
DT90L4/.../MM15/II3D 1) 1,1 7,5 1,8 1400 2,4 0,99 34 39,4 20
DV100M4/.../MM22/II3D 1) 1,5 10,2 1,8 1400 3,5 0,99 53 59 40
DV100L4/.../MM30/II3D 1) 2,2 15 1,8 1400 5,0 0,99 65 71 40
Type Pn Mn Ma/Mn nn In1 cos φ Jmot MBmax
[kW] [Nm] [Nm] [rpm] [A] [10-4 kgm2] zonder rem
[10-4 kgm2] met rem
[Nm]
DT71D4/.../MM05/II3D 1)
1) Optioneel met aangebouwde veldbusinterface
0,37 1,2 1,8 2900 1,3 0,99 4,61 5,51 5
DT80K4/.../MM07/II3D 1) 0,55 1,8 1,8 2900 1,6 0,99 6,55 7,45 10
DT80N4/.../MM11/II3D 1) 0,75 2,5 1,8 2900 1,9 0,99 8,7 9,6 10
DT90S4/.../MM15/II3D 1) 1,1 3,6 1,8 2900 2,4 0,99 25 30,4 20
DT90L4/.../MM22/II3D 1) 1,5 4,9 1,8 2900 3,5 0,99 34 39,4 20
DV100M4/.../MM30/II3D 1) 2,2 7,2 1,8 2900 5,0 0,99 53 59 40
DV100L4/.../MM3X/II3D 1) 3,0 9,9 1,8 2900 6,7 0,99 65 71 40
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
51 eldige componentenOVIMOT® van categorie II3D met GP-functie (GP = gear protection)
6
1.2 MOVIMOT® van categorie II3D met GP-functie (GP = gear protection)Versie met gereduceerd vermogen
60 – 2900 rpm Ö 3 x 400 – 500 V (400 V)
57917AXX
Type Pn Mn Muitschakeling/Mn
nn In1 cos φ Jmot MBmax
[kW] [Nm] [rpm] [A] [10-4 kgm2] zonder rem
[10-4 kgm2] met rem
[Nm]
DT71D4/.../MM03C-GP1)
1) Optioneel met aangebouwde veldbusinterface
0,3 1,00 1,25 2900 0,95 0,99 4,61 5,51 5
DT80K4/.../MM05C-GP1) 0,4 1,4 1,24 2900 1,1 0,99 6,55 7,45 10
DT80N4/.../MM07C-GP1) 0,6 2,1 1,21 2900 1,3 0,99 8,7 9,6 10
DT90L4/.../MM15C-GP1) 1,3 4,3 1,18 2900 2,5 0,99 34 39,4 20
DV100L4/.../MM30C-GP1) 2,6 8,5 1,2 2900 5,0 0,99 65 71 40
GM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
1Geldige componentenVeldbusinterfaces van categorie II3D (zone 22)
1.3 Veldbusinterfaces van categorie II3D (zone 22)1)
Uitvoeringen
Uitvoeringen
1.4 Setpointconverter MLA12A van categorie II3D
De setpointconverter MLA12A van categorie II3D is alleen gemonteerd op deMOVIMOT®-klemmenkast verkrijgbaar.
57141AXX
1) In combinatie met MOVIMOT® van categorie II3D (zone 22)
MFZ21
MFP21
P R O F I
B U SPROCESS FIELD BUS
®
MFI21
MFZ11
Veldbusinterface + moduledrager MFP21D/Z21D/II3DArtikelnummer 0 823 680 1Aansluitmethode Sensoren/actoren Klemmen
Digitale ingangen 4Digitale uitgangen 2
Veldbusinterface + moduledrager MFI21A/Z11A/II3DArtikelnummer 0 823 681 XAansluitmethodeSensoren/actoren Klemmen
Digitale ingangen 4Digitale uitgangen 2
57821AXX
Setpointconverter MLA12AArtikelnummer 0 823 234 2
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
72 elangrijke aanwijzingeneiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
8
2 Belangrijke aanwijzingen2.1 Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
Let altijd op de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen in dit document!
De naleving van de technische handleiding is een voorwaarde voor een storingvrijewerking en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Lees daarom eerst detechnische handleiding, vóór u met de aandrijving gaat werken!De technische handleiding bevat belangrijke onderhoudsinstructies en moet daarom inde buurt van de aandrijving worden bewaard.
2.2 Relevante documenten• Handboek "PROFIBUS-interfaces, -veldverdelers"• Handboek "InterBus-interfaces, -veldverdelers"
Dreigend gevaar door stroomMogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel.
Dreigend gevaar Mogelijke gevolgen: dood of zeer zwaar letsel.
Gevaarlijke situatieMogelijke gevolgen: lichte verwondingen.
Schadelijke situatieMogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en van de omgeving.
Gebruikerstips en nuttige informatie.
Belangrijke aanwijzingen voor de explosiebeveiliging.
BV
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
2Belangrijke aanwijzingenToepassing conform de voorschriften
2.3 Toepassing conform de voorschriften
• deze handleiding;• de technische gegevens op het typeplaatje;• de waarschuwings- en informatielabels op de motor/motorreductor;• alle andere bij de aandrijving behorende configuratiedocumenten, inbedrijfstellings-
voorschriften en schakelschema’s;• de voor de installatie specifieke bepalingen en vereisten;• de geldende plaatselijke voorschriften (explosiebeveiliging / veiligheid / ongevallen-
preventie).
Basisprincipes MOVIMOT®-aandrijvingen en de in deze technische handleiding beschreven opties zijnbestemd voor industriële installaties. Zij voldoen aan de geldende normen en voor-schriften:• laagspanningsrichtlijn 73/23/EG;• EN 50281-1-1: elektrisch materieel voor gebruik in de aanwezigheid
van ontbrandbaar stof: elektrisch materieel beschermd dooromhulsels;
• EN 50014: elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kanheersen: algemene eisen.
Hiermee voldoen zij aan richtlijn 94/9/EG.
Toepassings-omgeving
• Apparaatgroep II• Categorie 3D voor toepassing in zone 22, niet-geleidend stof (conform EN 50281-1-1)• Maximale oppervlaktetemperatuur van 120°C; afwijkende oppervlaktetemperaturen
worden op het typeplaatje vermeld• Omgevingstemperatuur van –20 tot +40°C; afwijkende omgevingstemperaturen
worden op het typeplaatje vermeld• Opstellingshoogte maximaal 1000 m
Explosiegevaarlijke mengsels kunnen in combinatie met hete, spanningsvoe-rende en bewegende delen van elektrische machines zware of dodelijke verwon-dingen veroorzaken.Montage-, aansluit-, inbedrijfstellings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhedenmogen alleen door gekwalificeerd, vakkundig personeel worden uitgevoerd, metinachtneming van:
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
92 elangrijke aanwijzingenerwijdering
10
Beschermings-graad van de behuizing
De IP-beschermingsgraad moet tijdens de hele bedrijfsduur worden gehandhaafd alsvoorwaarde om aan de vereisten voor explosiebeveiligde apparaten te voldoen.Daarom moet u reeds bij de aansluiting van de apparatuur zorgvuldig te werk gaan.
Voorwaarden voor handhaving van de beschermingsgraad:• De beschermingsgraad is alleen gewaarborgd als de afdichtingen van de behuizing
onbeschadigd zijn en correct aangebracht zijn.• De beschermfolie over de diagnoseleds mag niet beschadigd zijn.
Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, zijn de volgende toepassingen verboden:• De motoren mogen niet aan schadelijke straling worden blootgesteld. Overleg even-
tueel met Vector Aandrijftechniek.• Explosiebeveiligde motoren zijn bij gebruik overeenkomstig de voorschriften niet in
staat om explosieve mengsels te ontsteken. Zij mogen echter niet worden blootgesteld aan gassen, dampen of stofsoorten die debedrijfsveiligheid in gevaar brengen door bijvoorbeeld:– corrosie;– beschadiging van de beschermende laklaag;– beschadiging van het afdichtingsmateriaal;– enz.
• Gebruik in niet-stationaire toepassingen, waarbij mechanische slinger- en stoot-belastingen optreden die de normen van EN 50178 overschrijden.
• Gebruik in toepassingen, waarbij de MOVIMOT®-regelaar alleen (zonder overkoe-pelende veiligheidssystemen) veiligheidsfuncties heeft die de beveiliging vanmachines en personen moeten waarborgen.
2.4 VerwijderingDit product bestaat uit:• ijzer;• aluminium;• koper;• kunststof; • elektronische onderdelen. Voer de onderdelen overeenkomstig de geldende voorschriften af!
BV
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
3VerwijderingVeiligheidsaanwijzingen
3 Veiligheidsaanwijzingen• Beschadigde producten mogen nooit worden geïnstalleerd of in bedrijf worden
gesteld. Meld beschadigingen direct bij het transportbedrijf.
• Installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaamheden aan de MOVIMOT®
mogen alleen worden uitgevoerd door elektrotechnisch geschoold personeel dat eenrelevante ongevallenpreventietraining heeft gevolgd en de geldende voorschriften(bijvoorbeeld EN 60204, VBG 4, DIN-VDE 0100/0113/0160) in acht neemt.
• Veiligheidsmaatregelen en beveiligingsvoorzieningen moeten aan de geldendevoorschriften voldoen (bijvoorbeeld EN 60204 of EN 50178).Noodzakelijke veiligheidsmaatregel: aarding van de MOVIMOT®.
• Het apparaat voldoet aan alle vereisten voor een veilige scheiding van vermogens-en elektronica-aansluitingen volgens EN 50178. Alle aangesloten stroomcircuitsmoeten eveneens aan de vereisten voor een veilige scheiding voldoen om eenveilige scheiding te kunnen waarborgen.
• Voordat de MOVIMOT®-regelaar wordt verwijderd, moet het apparaat van het networden gescheiden. Gevaarlijke spanningen kunnen nog tot één minuut na uitscha-keling van de netspanning aanwezig zijn.
• De aansluitklemmenkast moet gesloten zijn zodra netspanning op de MOVIMOT®
staat, d.w.z. de MOVIMOT®-regelaar moet vastgeschroefd zijn.
• Als de bedrijfsleds en andere indicators uitgaan, betekent dit niet automatisch dat hetapparaat van het net gescheiden en spanningsloos is.
• Mechanische blokkeringen of interne veiligheidsfuncties van het apparaat kunnen totgevolg hebben dat de motor tot stilstand komt. Als de oorzaak van deze storing wordtopgeheven of bij een reset kan de motor spontaan weer aanlopen. Als dit voor deaangedreven machine om veiligheidsredenen niet is toegestaan, moet voordat u destoring opheft de MOVIMOT® van het net gescheiden worden.
• Verbrandingsgevaar: de oppervlaktetemperatuur van de MOVIMOT® (vooral van hetkoellichaam) kan, wanneer het apparaat in bedrijf is, meer dan 60°C bedragen!
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
114 pbouw van het apparaatOVIMOT®-regelaar
12
9
4 Opbouw van het apparaat4.1 MOVIMOT®-regelaar
56017AXX
1. Aanduiding van de schakeling2. Aansluitklemmenkast (voorbeeld bouwgrootte 2)3. Connectoraansluiteenheid met regelaar4. MOVIMOT®-regelaar met koellichaam (voorbeeld bouwgrootte 2)5. Aansluiteenheid met klemmen6. Schroef voor PE-aansluiting ×7. Elektronicaklemmenstrook X28. Interne remweerstand BW (standaard bij motoren zonder rem)9. Aansluiting van remspoel (X3). Bij motoren zonder rem: aansluiting van interne
remweerstand BW (standaard)10. Netvoedingsaansluiting L1, L2, L3 (X3) (geschikt voor 2 x 4 mm2)11. Schroef voor PE-aansluiting ×12. Kabelwartels 13. Elektronicatypeplaatje14. Beschermkap voor regelaarelektronica15. Setpointpotentiometer f1 (niet zichtbaar), aan de bovenzijde van de MOVIMOT®-regelaar
via een afdichtschroef toegankelijk16. Setpointschakelaar f2 (groen)17. Schakelaar t1 voor integrator (wit)18. DIP-switches S1 en S2 (zie het hoofdstuk "Inbedrijfstelling" voor instelmogelijkheden)19. Statusled (zichtbaar aan de bovenzijde van de MOVIMOT®-regelaar, zie het hoofdstuk "Diagnose")
1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 1
OM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
4Opbouw van het apparaatMOVIMOT®-regelaar
4.1.1 Typeplaatje, typeaanduidingenMotortypeplaatje (voorbeeld)
57918AXX
FA47/II2GD DT71D4/BMG/MM03-GP/MLA
Opties voor de regelaar 1)
1) Alleen door de fabriek gemonteerde opties worden op het typeplaatje vermeld.
MOVIMOT®-frequentieregelaarsMM.. = standaarduitvoeringMM..-GP = uitvoering met GP-functie
Opties voor de motor (rem)
Motorgrootte en aantal polen
Motorserie
Explosiebeveiligde reductoruitvoering conform richtlijn 94/9/EG
Reductorgrootte
Reductorserie
Nm
kgkW
50/60Hz V
1/min
188 150 7.10
Baujahr
cos
Ta ˚C
IM
Made in Germany
i
Gleichrichter
A
3 IEC 34
Nm
IP
Bruchsal/Germany
Kl.
Bremse V
i
Typ
Nr.
Ma
FA47/II2GD DT71D4/BMG/MM03-GP/MLA
3009818304. 0001. 05
2900 / 100Hz
0.30
400 - 500
48
II3D EEx T 140C 2005
0.99 F
0.95 54
11.4 B3
-20 - +50
230V 5
CLP HC 220 SYNTH.ÖL/1,50L
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
134 pbouw van het apparaatOVIMOT®-regelaar
14
Typeplaatje frequentie-regelaar (voorbeeld)
Apparaat-identificatie
De apparaatidentificatie [1] aan de bovenzijde van de MOVIMOT®-regelaar geeft infor-matie over regelaartype [2] en artikelnummer van de regelaar [3].
57800AXX
MM 15 C – 503 – 04/II3DApparaatgroep IICategorie 3D (stofexplosiebeveiliging)
Speciale uitvoering 04
Type aansluiting (3 = 3-fasig)
Voedingsspanning(50 = 400...500 VAC)
Versie C
Regelaarvermogen (15 = 1,5 kW)
MOVIMOT®-serie
58026AXX
[1]
[2]
[3]
OM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
4Opbouw van het apparaatVeldbusinterfaces
4.2 Veldbusinterfaces Veldbusinterface MF.21
56938AXX
1 Diagnoseleds2 Diagnose-interface (onder de afdichtschroef)
1
2
De afdichtschroef van de diagnose-interface (2) mag in omgevingen met explosie-gevaar niet worden geopend.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
154 pbouw van het apparaateldbusinterfaces
16
Onderzijde module (alle MF..-versies)
Opbouw aansluit-module MFZ...
01802CDE
1 Verbinding met de aansluitmodule2 DIP-switches (afhankelijk van de uitvoering)3 Afdichting
2
3
1
56941AXX
1 Klemmenstrook (X20)2 2 x potentiaalvrij klemmenblok
voor de doorgaande 24V-bedrading en de bedrading van het onafhankelijke bewakingsrelais; meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Elektrische installatie"Let op: gebruik deze niet voor de afscherming!
3 Kabelwartel M204 Kabelwartel M125 Aardklem
3
5
4
3
4
2
31
OV
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
4Opbouw van het apparaatVeldbusinterfaces
4.2.1 Typeplaatje, typeaanduiding veldbusinterfaces (voorbeeld)
57296AXX
MFP 21 D / Z21 D / II3DApparaatgroep IICategorie 3D (stofexplosiebeveiliging)
Uitvoering
Aansluitmodule:Z21 = voor PROFIBUSZ11 = InterBus
Uitvoering
21 = 4 x I / 2 x O (aansluiting via klemmen)
MFP21D = PROFIBUSMFI21A = InterBus
Sach-NR.: 08236801TYP:
Made in Germany
MFP21D/Z21D/II3D
Feldbus-Schnittstelle / Fieldbus interface
II3D EEx IP65 T120°C
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
175 echanische installatieOVIMOT®
18
5 Mechanische installatie5.1 MOVIMOT®
5.1.1 InstallatievoorschriftenVoordat u begint De MOVIMOT® mag alleen worden gemonteerd als:
• de specificaties op het typeplaatje van de aandrijving overeenstemmen met die vanhet elektriciteitsnet;
• de aandrijving onbeschadigd is (geen schade door transport of opslag);• gecontroleerd is of aan de voorwaarden voor het toepassingsgebied is voldaan (zie
het hoofdstuk "Belangrijke aanwijzingen").
Toleranties bij montagewerk-zaamheden
MOVIMOT® plaatsen
• De MOVIMOT® mag alleen in de opgegeven bouwvorm op een vlakke, trillingsvrijeen torsiestijve ondergrond worden opgesteld/gemonteerd.
• Aseinden moeten grondig worden gereinigd om corrosiewerende middelen te verwij-deren (in de handel verkrijgbaar oplosmiddel gebruiken). Het oplosmiddel mag nietde lagers en afdichtringen binnendringen. Dit kan leiden tot beschadiging van hetmateriaal!
• Lijn de MOVIMOT® en de machine zorgvuldig uit om te voorkomen dat de motor-assen te zwaar worden belast (let op de toegestane radiale en axiale krachten!)
• Vermijd stoten en slagen op het aseinde.• Bescherm verticale uitvoeringen met een afdekking tegen het binnendringen
van voorwerpen of vloeistoffen (regendak C)! • Zorg ervoor dat de koellucht ongehinderd kan worden toegevoerd. Warme lucht van
andere aggregaten mag niet opnieuw worden aangezogen.• Balanceer achteraf op de as te monteren onderdelen met een halve spie (uitgaande
assen worden met een halve spie gebalanceerd).• Als er riemschijven worden toegepast:
– gebruik alleen riemen die niet elektrostatisch kunnen worden opgeladen;– de maximaal toegestane radiale kracht mag niet worden overschreden. Zie
voor motoren zonder reductoren het hoofdstuk "Technische gegevens".
Aseinde Flens
Diametertolerantie volgens DIN 748• ISO k6 bij á Â 50 mm• ISO m6 bij á > 50 mm(centreergat volgens DIN 332, uitvoering DR)
Centreerrandtolerantie volgens DIN 42948• ISO j6 bij á Â 230 mm• ISO h6 bij á > 230 mm
MM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
5Mechanische installatieMOVIMOT®
Installatie in vochtige ruimten of in de buitenlucht
• Gebruik passende kabelwartels voor de voedingskabel (pas eventueel verloop-stukken toe) conform de installatievoorschriften.
• Smeer de schroefdraad van de kabelwartels en de afdichtingsschroeven in met eenafdichtingsmiddel en draai deze goed vast. Smeer de schroefdraad daarnanogmaals in.
• Dicht de kabelinvoer goed af.• Reinig de afdichtingsvlakken van de MOVIMOT®-regelaar grondig voordat u ze
opnieuw monteert.• Werk de corrosiewerende lak eventueel bij.• Controleer op basis van het typeplaatje of de beschermingsgraad is toegestaan.
Toegestaan aanhaalmoment
MOVIMOT®-regelaarHaal de schroeven voor de bevestiging van de MOVIMOT®-regelaar met 3,0 Nm kruis-lings aan.
F1-potentiometerafdichtingHaal de F1-potentiometerafdichtingsschroeven aan met 2,5 Nm.
57919AXX
58105AXX
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
195 echanische installatieeldbusinterfaces
20
5.2 Veldbusinterfaces• Let bij de montage van kabelwartels op de aanwijzingen in het hoofdstuk "Elektrische
installatie".• Haal de schroeven voor de bevestiging van de veldbusinterface op de aansluit-
module met 2,5 Nm kruislings aan.
5.2.1 Montage op MOVIMOT®-klemmenkast
57847AXX
De installatie en montage op de MOVIMOT®-klemmenkast mag alleen door perso-neel van SEW-EURODRIVE worden uitgevoerd!
MV
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
5Mechanische installatieSetpointconverter MLA12A
5.2.2 Afzonderlijke montageIn de volgende afbeelding ziet u de afzonderlijke montage (veldmontage) van een MF..-veldbusinterface:
5.3 Setpointconverter MLA12A
• Veldbusinterfaces mogen alleen op een vlakke, trillingsvrije en torsiestijve onder-grond worden gemonteerd.
• Gebruik voor de bevestiging van aansluitmodule MFZ.1 M4-bouten met geschiktevlakke sluitringen. Haal de bouten met een momentsleutel aan (toegestaan aanhaal-moment 2,8 tot 3,1 Nm).
57154AXX
82,5
mm
102 mm
51 mm
M4
M4
MFZ...
MF..
• Setpointconverter MLA12A van categorie II3D is alleen gemonteerd op deMOVIMOT®-klemmenkast verkrijgbaar.
• De installatie en montage op de MOVIMOT®-klemmenkast mag alleen doorpersoneel van SEW-EURODRIVE worden uitgevoerd!
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
216 lektrische installatieOVIMOT®
22
6 Elektrische installatie6.1 MOVIMOT®
6.1.1 Installatievoorschriften
Aanvullende bepalingen in acht nemen
Naast de algemeen geldende installatiebepalingen voor laagspanningsinstallaties(bijvoorbeeld in Duitsland DIN VDE 0100, DIN VDE 0105) moeten de bijzondere bepa-lingen voor het realiseren van elektrische installaties in explosiegevaarlijke omgevingenin acht worden genomen (bedrijfsveiligheidsverordening in Duitsland; EN 50281-1-2 enspecifieke, voor de installatie geldende bepalingen).
Kabelinvoeren • De kabelinvoeren moeten aan de vereisten volgens EN 50014 voldoen. Debeschermingsgraad op basis van het typeplaatje moet worden gewaarborgd.
• Selecteer de kabelinvoeren op basis van de diameter van de gebruikte kabels.Meer informatie hierover vindt u in de documentatie van de fabrikant van dekabelinvoer.
• Alle niet-gebruikte kabelinvoeren moeten met geschikte afsluitschroefdoppencorrect worden afgesloten.
Netvoedings-kabels aansluiten
• De nominale spanning en frequentie van de MOVIMOT® moeten overeenkomen metdie van het voedingsnet.
• Bij omgevingstemperaturen van > 40°C moeten kabelinvoeren en leidingen wordengebruikt die geschikt zijn voor een temperatuur van > 90°C.
• Kabeldoorsnede: overeenkomstig ingangsstroom Inet bij nominaal vermogen (zie hethoofdstuk "Technische gegevens").
• Toegestane kabeldoorsnede van de MOVIMOT®-klemmen:
• Gebruik adereindhulzen zonder isolatiekraag (DIN 46228 deel 1, materiaal E-CU).• Installeer de leidingbeveiliging aan het begin van de netvoedingskabel achter de rail-
systeemaftakking. Gebruik smeltpatronen van het type D, D0, NH of leidingbeveili-gingsschakelaars. Pas de waarde van de beveiliging aan de kabeldoorsnede aan.
• Gebruik geen conventionele aardlekschakelaar als beveiligingsapparaat. Alleen aard-lekschakelaars die geschikt zijn voor alle soorten stroom (activeringsstroom 300 mA)zijn toegestaan als beveiligingsapparaat. Als de MOVIMOT® normaal werkt, kunnenlekstromen > 3,5 mA optreden.
Let tijdens de installatie altijd op de aanwijzingen in de hoofdstukken "Belangrijkeaanwijzingen" en "Veiligheidsaanwijzingen"!
Vermogensklemmen Besturingsklemmen
1,0 mm2 – 4,0 mm2 (2 x 4,0 mm2) 0,25 mm2 – 1,0 mm2 (2 x 0,75 mm2)
AWG17 – AWG10 (2 x AWG10) AWG22 – AWG17 (2 x AWG18)
EM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieMOVIMOT®
• Voor het schakelen van de MOVIMOT® moeten magneetschakelaarcontacten vangebruikscategorie AC-3 volgens IEC 158 worden gebruikt.
• SEW adviseert om bij elektriciteitsnetten met een niet-geaard sterpunt (IT-stelsel)isolatiebewakingsrelais met pulscodemeetmethode toe te passen. Zo wordt voor-komen dat het isolatiebewakingsrelais door de aardcapaciteiten van de regelaar tenonrechte wordt geactiveerd.
24VDC-voeding aansluiten
• Voed de MOVIMOT® via een externe 24VDC-voeding of via de optie MLA12A.
Conventionele besturing (via binaire commando's)
• Sluit de vereiste stuurstroomleidingen aan (bijvoorbeeld rechts/stop, links/stop,setpointomschakeling f1/f2).
• Gebruik afgeschermde kabels als stuurstroomleidingen en leg deze gescheiden vannetvoedingskabels.
Besturing via RS-485-interface
Met overkoepelende besturing, optie MLA12A of veldbusinterface MF..• Let op: sluit altijd maar één busmaster aan.• Gebruik paarsgewijs getwiste en afgeschermde kabels als stuurstroomleidingen en
leg deze gescheiden van netvoedingskabels.
Potentiaal-vereffening
• Conform EN 50281-1-1 kan de aansluiting op een potentiaalvereffeningssysteemvereist zijn.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
236 lektrische installatieOVIMOT®
24
Aanwijzingen voor de PE-aansluiting
Let bij de PE-aansluiting op de onderstaande aanwijzingen. In de volgende afbeel-dingen ziet u de basisvolgorde die bij de montage moet worden aangehouden:
Niet toegestane montage Advies: montage met vorkkabelschoenToegestaan voor alle doorsneden
Montage met massieve aansluitdraadToegestaan voor doorsneden tot een maximum van 2,5 mm2
57461AXX 57463AXX 57464AXX
[1] Vorkkabelschoen, geschikt voor M5-PE-bouten
[1]
M5
2.5 mm²
EM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieMOVIMOT®
Aanhaal-momenten voor klemmen
Let bij de installatie op de volgende aanhaalmomenten voor de klemmen:
57826AXX
[1] 0,5 tot 0,7 Nm[2] 0,5 tot 0,7 Nm[3] 0,8 tot 1,1 Nm[4] 1,2 tot 1,6 Nm[5] 2,0 tot 3,3 Nm
[1]
[5][2] [3] [4]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
256 lektrische installatieOVIMOT®
26
6.1.2 Beveiligingsconcept
• MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D zijn in de fabriek van een temperatuur-schakelaar (TH) voorzien. Als de motorwikkeling de toegestane maximumtempera-tuur overschrijdt, wordt de TH aangesproken.
• Een onafhankelijk bewakingsrelais moet het aanspreken van de TH bewaken.• Het onafhankelijke bewakingsrelais moet een basisisolatie hebben voor
veilige elektrisch gescheiden schakelkringen.• Als de TH wordt aangesproken, moet de aandrijving van het voedende net
worden gescheiden.• De TH wordt automatisch weer ingeschakeld als de temperatuur onder de
maximumtemperatuur komt! Een herinschakelblokkering moet voorkomen datde aandrijving weer aanloopt.
• Let op: de aandrijving mag pas weer worden ingeschakeld nadat de oorzaak isonderzocht. Het onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitge-voerd.
Beveiligings-concept in combinatie met MLA12A
De TH is in combinatie met de MLA12A in de fabriek reeds bedraad. Als de TH wordtaangesproken, wordt de 24V-voeding van de MOVIMOT® onderbroken en de aandrij-ving stilgezet. Het gereedmeldingscontact van de MOVIMOT® valt tegelijkertijd ook af(klemmen gereedmelding). Een herinschakelblokkering moet voorkomen dat deaandrijving weer aanloopt als de TH wordt ingeschakeld.
Om te voorkomen dat de toegestane temperatuur wordt overschreden, is dewerking alleen toegestaan als deze in overeenstemming is met de bedrijfskarak-teristieken (zie "Bedrijfskarakteristieken" in het hoofdstuk "Technische gege-vens")!
EM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieMOVIMOT®
6.1.3 Toegestane bedrijfssoortenBij MOVIMOT®-regelaars van categorie 3D zijn de volgende bedrijfssoorten toege-staan:• 4Q-bedrijf bij motoren met mechanische rem;• 4Q-bedrijf met geïntegreerde remweerstand BW.. (bij motoren zonder mechanische
rem).
4Q-bedrijf bij motoren met mechanische rem
• Bij 4Q-bedrijf wordt de remspoel als remweerstand gebruikt. • Er mag geen externe remweerstand worden aangesloten.• De remspanning wordt intern in de regelaar opgewekt en is dus netvoedingsonaf-
hankelijk.
Weerstand en toewijzing van de remspoelen:
Generatorische belastbaarheid van de remspoel (MOVIMOT® met voedingsspan-ning 400...500 VAC)
4Q-bedrijf met externe remweerstand is bij MOVIMOT® van categorie 3D niettoegestaan!
Motor Rem Weerstand van de remspoel1)
1) Nominale waarde tussen rode klem (13) en blauwe klem (15) bij aansluiting bij 20°C. Temperatuurafhan-kelijke variaties van –25% / +40% zijn mogelijk.
MOVIMOT® met ingangsspanning 400–500 VAC
DT71 BMG05 277 Ê (230 V)
DT80 BMG1 248 Ê (230 V)
DT90 BMG2 216 Ê (230 V) / 54,2 Ê (110 V)
DV100/DT100 BMG4 43,5 Ê (110 V)
56030AXX
[c/h] Schakelingen per uur[1] BMG2/BMG4 (110 V)[2] BMG2 (230 V)
[3] BMG1 (230 V)[4] BMG05 (230 V)
20.000
15.000
10.000
5.000
0
10 100 1.000 10.000
[J]
[c/h]
[1]
[2]
[3]
[4]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
276 lektrische installatieOVIMOT®
28
4Q-bedrijf met geïntegreerde remweerstand BW..
• De remweerstand is bij motoren zonder mechanische rem standaard in de aansluit-klemmenkast van de MOVIMOT® geïntegreerd.
• Bij applicaties met geringe generatorische energie wordt 4Q-bedrijf met geïnte-greerde remweerstand geadviseerd.
• De weerstand beveiligt zichzelf (omkeerbaar) tegen generatorische overbelastingdoordat deze sprongsgewijs hoogohmig wordt en geen energie meer opneemt. Deregelaar wordt dan uitgeschakeld met een overspanningsfout (foutcode 07).
Overzicht van de interne remweerstanden:
Generatorische belastbaarheid van de interne remweerstanden:
52714AXX
MOVIMOT® MOVIMOT®-type Remweerstand Artikelnummer
Met ingangsspanning400–500 VAC MM03..MM15 BW1
822 897 31)
1) 2 bouten M4 x 8 worden meegeleverd
800 621 02)
2) De bevestigingsschroeven zijn niet bij de levering inbegrepen
MM22..MM3X BW2823 136 21)
800 622 92)
56031AXX
[c/h] Schakelingen per uur[1] Remintegrator 10 s
[2] Remintegrator 4 s[3] Remintegrator 0,2 s
200400
300600
400800
5001000
6001200
[J]
BW2 BW1
[1]
[2]
[3]
00
100200
0 10 50 100 200 500 1000 2000 3000 4000 5000 6000 [c/h]
EM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieMOVIMOT®
6.1.4 Aansluiting met binaire aansturing
55867ANL
[1] Het onafhankelijke bewakingsrelais moet een basisisolatie hebben voor veilige elektrisch gescheiden schakelkringen.
M3~
RS
-485
13
14
15
L1
L2
L3
PE
K11
F11/F12/F13
L1
L2
L3
K1
24
V
Externe
besturing
�� Metalen kabelwartel
BMG-
rem
Kle
m g
ere
ed
me
ldin
g
Kle
m s
etp
oin
tom
sch
ake
ling
Kle
m lin
ks/s
top
Kle
m r
ech
ts/s
top
Vo
ed
ing
va
n d
e e
lektr
on
ica
roo
d
wit
bla
uw
TH
TH
Onafhankelijk
bewakingsrelais
met
herinschakel-
blokkering
R L f1/f2
K1
a
K1
b
RS
-
RS
+
[1]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
296 lektrische installatieOVIMOT®
30
6.1.5 Aansluiting met optie MLA12A
55868ANL
M3 ~
L1
L2
L3
PE
K11
F11/F12/F13
K1
BMG-
rem
Kle
m g
ere
ed
me
ldin
g
Kle
m s
etp
oin
tom
schakelin
g
Kle
m lin
ks/s
top
Kle
m r
echts
/sto
p
Voedin
g v
an d
e e
lektr
onic
a
roo
d
wit
bla
uw
TH
TH
MLA12ASetpointconverter
met 24 VDC
-voeding
x10
x9
x8
x7
x6
x5
4
3
2
1
AI-
AI+
PE
Sta
rt/S
top
RS
-485
13
14
15
L1
L2
L3
24
V
R L f1/f2
K1a
K1b
RS
-R
S+
Relaisbewaking
met
herinschakel-
blokkering
geel
bla
uw
rood
ora
nje
gro
en
geel
Plc
-
+
Plc
ML
A12A
ML
A12A
Aansluiting verschillende MLA12A's:
-3
+
AI-
AI+
4
2
3
4
2
AI-
AI+
EM
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieMOVIMOT®
6.1.6 Aansluiting met RS-485-busbedrijf
55869ANL
[1] Het onafhankelijke bewakingsrelais moet een basisisolatie hebben voor veilige elektrisch gescheiden schakelkringen.
M3~
L1
L2
L3
PE
K11
F11/F12/F13
RS-485-
busmaster
Beide
draairichtingen
vrijgegeven
Potentiaalvereffening met de RS-485-master
TH
TH
RS-485
K1
RS
-485
13
14
15
L1
L2
L3
24
V
R L f1/f2
K1
aK
1b
RS
-R
S+
Onafhankelijk
bewakingsrelais
met
herinschakel-
blokkering
� �Metalen
kabelwartel
[1]BMG-
rem
Kle
m g
ere
edm
eld
ing
Kle
m s
etp
oin
tom
schakelin
g
Kle
m lin
ks/s
top
Kle
m r
echts
/sto
p
Voedin
g v
an d
e e
lektr
onic
a
roo
d
wit
bla
uw
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
316 lektrische installatienstallatie in combinatie met een veldbusinterface
32
6.2 Installatie in combinatie met een veldbusinterface6.2.1 Installatieontwerp vanuit EMC-optiekAanwijzingen voor het plaatsen en aanleggen van installatie-componenten
De keuze van de juiste kabels, een correcte aarding en een functionerende potentiaal-vereffening is bepalend voor een succesvolle installatie van decentrale aandrijvingen.De geldende normen dienen beslist te worden toegepast. Bovendien moet speciaal opde volgende punten worden gelet:• Potentiaalvereffening
– Naast de functionele aarding (aansluiting van de beschermingsleiding) moet erworden gezorgd voor een laagohmige, HF-compatibele potentiaalvereffening (zieook VDE 0113 of VDE 0100, deel 540), bijvoorbeeld door– een vlakke verbinding van metalen (installatie)delen;– de toepassing van vlakke bandverbindingen (HF-draad).
– Gebruik de afscherming van datakabels niet voor de potentiaalvereffening.• Datakabels en 24V-voeding
– Deze moeten zo worden gelegd dat ze gescheiden liggen ten opzichte van kabelsdie gevoelig zijn voor storingen (bijvoorbeeld stuurstroomkabels van magneet-kleppen, motorkabels, enz.).
• Kabelwartels– Kies voor kabelwartels met een groot contactvlak voor de afscherming.
• Kabelafscherming– Moet goede EMC-eigenschappen hebben (hoge schermdemping).– Mag niet alleen bedoeld zijn als mechanische bescherming van de kabel.– Moet aan de kabeleinden rondom met de metalen behuizing van het apparaat
(via metalen EMC-kabelwartels) worden verbonden.• Meer informatie vindt u in het SEW-document "Aandrijftechniek in de praktijk
– EMC in de aandrijftechniek".
EI
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieInstallatie in combinatie met een veldbusinterface
6.2.2 Installatievoorschriften voor veldbusinterfaces
Kabelwartels • Bij levering zijn alle kabelinvoeren voorzien van afsluitschroefdoppen die voor omge-vingen met explosiegevaar zijn toegestaan.
• Vervang deze afsluitdoppen wanneer u de regelaar aansluit indien nodig doormetalen EMC-kabelwartels met trekontlasting conform EN 50014 voor omge-vingen met explosiegevaar.– Fabrikant, bijvoorbeeld Hummel, Waldkirch (http://www.hummel-online.de)
• Gebruik kabelwartels met de volgende sleutelwijdte zodat de afdichting van debehuizing niet beschadigd raakt tijdens de montage van de wartels.– M12 x 1,5 sleutelwijdte, maximaal 15 mm– M20 x 1,5 sleutelwijdte, maximaal 24 mm
• Kies de kabelwartels op basis van de diameter van de gebruikte kabels. Meer infor-matie hierover vindt u in de documentatie van de fabrikant van de kabelinvoer.
• Let bij de montage van kabelwartels in omgevingen met explosiegevaar altijdop de aanwijzingen van de fabrikant. Alle werkzaamheden moeten uiterst zorg-vuldig worden uitgevoerd.
• Breng de kabel met een druipwaterlus aan als de kabelinvoer aan de zijkant zit.• Controleer de afdichtingsvlakken en reinig deze eventueel voordat u de veldbus-
interface opnieuw monteert.• Controleer of ongebruikte kabelinvoeren met afsluitschroefdoppen zijn afge-
dicht conform EN 50014 voor omgevingen met explosiegevaar.• De beschermingsgraad op basis van het typeplaatje (minimaal IP54) moet
gewaarborgd blijven.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten, moeten naast de algemeen geldende instal-latievoorschriften de volgende richtlijnen conform de bedrijfsveiligheidsverordening (inDuitsland: BetrSichV) of andere geldende plaatselijke voorschriften worden opgevolgd:• EN 50281-1-2 ("Elektrisch materieel voor gebruik in de aanwezigheid van
ontbrandbaar stof"); • alsook specifieke voor de installatie geldende bepalingen.
In Duitsland:• DIN VDE 0100 ("Plaatsing van krachtstroominstallaties tot 1000 V").
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
336 lektrische installatienstallatie in combinatie met een veldbusinterface
34
Toegestane aansluitdoor-snede en stroom-belastbaarheid van de klemmen
Het toegestane aanhaalmoment van de vermogensklemmen bedraagt 0,6 Nm(5,3 lb.in).
Onafhankelijk bewakingsrelais en doorlussen van de 24V-voeding
• In aansluitmodule MFZ.1 bevinden zich twee potentiaalvrije klemmenblokken metelk twee borstbouten M4 x 12.
• De klemmenblokken kunnen worden gebruikt voor het doorlussen van de 24VDC-voeding.
• De aansluitbouten kunnen worden belast met 16 A.• Het toegestane aanhaalmoment voor de zeskantmoeren van de aansluitbouten is
1,2 Nm (10,6 lb.in) ± 20%.
Overdrachts-snelheden > 1,5 MBaud (in combinatie met MFP..D)
Houd er bij overdrachtssnelheden van meer dan 1,5 MBaud rekening mee dat dePROFIBUS-aansluitaders binnen in de aansluitmodule zo kort mogelijk moeten wordengehouden en even lang moeten zijn voor zowel de inkomende als de uitgaande bus.
Besturingsklemmen X20(veerdrukklemmen)
Aansluitdoorsnede (mm2) 0,08 mm2 – 2,5 mm2
Aansluitdoorsnede (AWG) AWG 28 – AWG 12
Stroombelastbaarheid 12 A maximale continue stroom
56990AXX
EI
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieInstallatie in combinatie met een veldbusinterface
Aanwijzingen voor de PE-aansluiting
Bedradingstest Voordat de spanning de eerste keer wordt ingeschakeld, is een bedradingstest vereistom persoonlijk letsel en schade aan installaties en apparatuur door bedradings-fouten te voorkomen.• Koppel alle veldbusinterfaces los van de aansluitmodule.• Voer een isolatietest van de bedrading uit overeenkomstig de geldende plaatselijke
normen.• Controleer de aarding.• Controleer de isolatie tussen netvoedingskabel en 24VDC-kabel. • Controleer de isolatie tussen netvoedingskabel en communicatiekabel.• Controleer de polariteit van de 24VDC-kabel.• Controleer de polariteit van de communicatiekabel.• Zorg voor een potentiaalvereffening tussen de veldbusinterfaces.
Na de bedradings-test
• Sluit alle veldbusinterfaces aan en schroef ze vast.
Let bij de PE-aansluiting op de onderstaande aanwijzingen. In de volgende afbeel-dingen ziet u de basisvolgorde die bij de montage moet worden aangehouden:
Niet-toegestane montage Advies: montage met vorkkabelschoenToegestaan voor alle doorsneden
Montage met massieve aansluitdraadToegestaan voor doorsneden tot max. 2,5 mm2
57461AXX 57463AXX 57464AXX
[1] Vorkkabelschoen, geschikt voor M5-PE-bouten
[1]
M5
2.5 mm²
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
356 lektrische installatienstallatie in combinatie met een veldbusinterface
36
6.2.3 Aansluiting van de PROFIBUS-kabel
56952AXX
0 = potentiaalniveau 0 1 = potentiaalniveau 1
[1] Bezetting van de klemmen 19-36 vanaf pagina 40[2] Zorg voor een potentiaalvereffening tussen alle busdeelnemers.
Klembezetting
Nr. Naam Richting Functie
X20 1 A Ingang PROFIBUS-DP-datakabel A (inkomend)
2 B Ingang PROFIBUS-DP-datakabel B (inkomend)
3 DGND – Datareferentiepotentiaal voor PROFIBUS-DP (alleen voor test-doeleinden)
4 A Uitgang PROFIBUS-DP-datakabel A (uitgaand)
5 B Uitgang PROFIBUS-DP-datakabel B (uitgaand)
6 DGND – Datareferentiepotentiaal voor PROFIBUS-DP (alleen voor test-doeleinden)
7 – – Gereserveerd
8 VP Uitgang +5V-uitgang (max. 10 mA) (alleen voor testdoeleinden)
9 DGND – Referentiepotentiaal voor VP (klem 8) (alleen voor testdoel-einden)
10 – – Gereserveerd
11 24 V Ingang 24V-voeding voor module-elektronica en sensoren
12 24 V Uitgang 24V-voeding (doorverbonden met klem X20/11)
13 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor module-elektronica en sensoren
14 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor module-elektronica en sensoren
15 24 V Uitgang 24V-voeding voor MOVIMOT® (doorverbonden met klem X20/11)
16 RS+ Uitgang Communicatieverbinding voor MOVIMOT®-klem RS+
17 RS- Uitgang Communicatieverbinding voor MOVIMOT®-klem RS-
18 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor MOVIMOT® (doorverbonden met klem X20/13)
1
19
2
20
3
21
4
22
5
23
6
24
7
25
8
26
9
27
10
28
11
29
12
30
13
31
14
32
15
33
16
34
17
35
18
36
24V
24V
GN
D
GN
D
24V
RS
+
RS
-
GN
D
MFZ21 (PROFIBUS)
A B
DG
ND A B
DG
ND
res
.
VP
DG
ND
res
.
AB
AB
PROFIBUS DP
[1]
[2]
0 1
X20
EI
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieInstallatie in combinatie met een veldbusinterface
6.2.4 Aansluiting InterBus-kabel
06795AXX
0 = potentiaalniveau 0 1 = potentiaalniveau 1
[1] Bezetting van de klemmen 19-36 vanaf pagina 40[2] Zorg voor een potentiaalvereffening tussen alle busdeelnemers.
Klembezetting
Nr. Naam Richting Functie
X20 1 /DO Ingang Inkomende remotebus, geïnverteerde datazendrichting (groen)
2 DO Ingang Inkomende remotebus, datazendrichting (geel)
3 /DI Ingang Inkomende remotebus, geïnverteerde dataontvangstrichting (roze)
4 DI Ingang Inkomende remotebus, dataontvangstrichting (grijs)
5 COM – Referentiepotentiaal (bruin)
6 /DO Uitgang Uitgaande remotebus, geïnverteerde datazendrichting (groen)
7 DO Uitgang Uitgaande remotebus, datazendrichting (geel)
8 /DI Uitgang Uitgaande remotebus, geïnverteerde dataontvangstrichting (roze)
9 DI Uitgang Uitgaande remotebus, dataontvangstrichting (grijs)
10 COM – Referentiepotentiaal (bruin)
11 24 V Ingang 24V-voeding voor module-elektronica en sensoren
12 24 V Uitgang 24V-voeding (doorverbonden met klem X20/11)
13 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor module-elektronica en sensoren
14 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor module-elektronica en sensoren
15 24 V Uitgang 24V-voeding voor MOVIMOT® (doorverbonden met klem X20/11)
16 RS+ Uitgang Communicatieverbinding voor MOVIMOT®-klem RS+
17 RS- Uitgang Communicatieverbinding voor MOVIMOT®-klem RS-
18 GND – 0V24V-referentiepotentiaal voor MOVIMOT® (doorverbonden met klem X20/13)
/DO
DO /DI
DI
CO
M
/DO
DO /DI
DI
CO
M
1
19
2
20
3
21
4
22
5
23
6
24
7
25
8
26
9
27
10
28
11
29
12
30
13
31
14
32
15
33
16
34
17
35
18
36
24V
24V
GN
D
GN
D
24V
RS
+
RS
-
GN
D
MFZ11 (INTERBUS)
[2]
[1]
0 1
X20
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
376 lektrische installatienstallatie in combinatie met een veldbusinterface
38
6.2.5 MOVIMOT®, afzonderlijke montage van veldbusinterface
57801ANL
M3~
L1
L2
L3
PE
K11
F11/F12/F13
TH
THK
1
RS
-485
13
14
15
L1
L2
L3
R L f1/f2
K1
aK
1b
RS
-R
S+
� �
[1]
MFZ../II3DX2
0/1
1X
20
/13
Re
fere
ntie
po
ten
tia
al 0
V2
4
= 24VDC
Vo
ed
ing
va
n
de
ele
ktr
on
ica
24
V
X2
0/1
8X
20
/15
X2
0/1
7X
20
/16
Beide
draairichtingen
vrijgegeven
Metalen
kabelwartel
BMG-
rem
Kle
m g
ere
ed
me
ldin
g
Kle
m s
etp
oin
tom
schakelin
g
Kle
m lin
ks/s
top
Kle
m r
echts
/sto
p
Voedin
g v
an d
e e
lektr
onic
a
roo
d
wit
bla
uw
Onafhankelijk
bewakingsrelais
met
herinschakel-
blokkering
EI
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
6Elektrische installatieInstallatie in combinatie met een veldbusinterface
6.2.6 MOVIMOT®, montage van veldbusinterface op aandrijving
Opmerking: de MOVIMOT® en de veldbusinterface zijn in de fabriek al met elkaarverbonden en deze verbinding wordt hier dan ook niet weergegeven.
57802ANL
M3~
L1
L2
L3
PE
K11
F11/F12/F13
TH
TH
K1
RS
-485
13
14
15
L1
L2
L3
R L f1/f2
K1
aK
1b
RS
-R
S+
[1]
MFZ../II3DX2
0/1
1X
20
/13
= 24VDC
24
V
X2
0/1
8X
20
/15
X20/1
7X
20/1
6R
efe
ren
tie
po
ten
tia
al 0
V2
4
Voedin
g v
an
de e
lektr
onic
a
BMG-
rem
Kle
m g
ere
ed
me
ldin
g
Kle
m s
etp
oin
tom
sch
ake
ling
Kle
m lin
ks/s
top
Kle
m r
ech
ts/s
top
Vo
ed
ing
va
n d
e e
lektr
on
ica
roo
d
wit
bla
uw
Beide
draairichtingen
Onafhankelijk
bewakingsrelais
met
herinschakel-
blokkering
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
396 lektrische installatienstallatie in combinatie met een veldbusinterface
40
6.2.7 Aansluiting van in- en uitgangen (I/O) van veldbusinterfaces
56988AXX
1 = potentiaalniveau 12 = potentiaalniveau 2
Nr. Naam Richting Functie
X20 19 DI0 Ingang Schakelsignaal van sensor 1
20 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor sensor 1
21 V024 Uitgang 24V-voeding voor sensor 1
22 DI1 Ingang Schakelsignaal van sensor 2
23 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor sensor 2
24 V024 Uitgang 24V-voeding voor sensor 2
25 DI2 Ingang Schakelsignaal van sensor 3
26 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor sensor 3
27 V024 Uitgang 24V-voeding voor sensor 3
28 DI3 Ingang Schakelsignaal van sensor 4
29 GND – 0V24-referentiepotentiaal voor sensor 4
30 V024 Uitgang 24V-voeding voor sensor 4
31 DO0 Uitgang Schakelsignaal van actor 1
32 GND2 – 0V24-referentiepotentiaal voor actor 1
33 DO1 Uitgang Schakelsignaal van actor 2
34 GND2 – 0V24-referentiepotentiaal voor actor 2
35 V2I24 Ingang 24V-voeding voor actoren
36 GND2 – 0V24-referentiepotentiaal voor actoren
19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
DI 0
GN
D
VO
24
DI 1
GN
D
VO
24
DI 2
GN
D
VO
24
DI 3
GN
D
VO
24
DO
0
GN
D2
DO
1
GN
D2
GN
D2
1 2X20
V2I
24
EI
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingBelangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
7 Inbedrijfstelling7.1 Belangrijke aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
• Neem bij de inbedrijfstelling altijd de veiligheidsaanwijzingen in acht!• Voordat de MOVIMOT-regelaar wordt verwijderd of gemonteerd, moet het
apparaat van het net worden gescheiden. Gevaarlijke spanningen kunnen nogtot één minuut nadat de netspanning is uitgeschakeld aanwezig zijn.
• Vóór de inbedrijfstelling dient u zich ervan te overtuigen dat de aandrijvingonbeschadigd is.
• Controleer of alle afschermkappen goed gemonteerd zijn.• Gebruik voor tipbedrijf het commando "rechts/stop" of "links/stop".• Houd voor netmagneetschakelaar K11 een minimale uitschakeltijd van 2 seconden
aan.
7.2 Beschrijving van de bedieningselementenSetpoint-potentiometer f1
De betekenis van de potentiometer is afhankelijk van de bedrijfssoort van het apparaat:• Aansturing via klemmen: setpoint f1 (wordt geselecteerd via klem f1/f2 = "0")• Besturing via RS-485-interface: maximumfrequentie fmax
Setpointschake-laar f2
De betekenis van de potentiometer is afhankelijk van de bedrijfssoort van het apparaat:• Aansturing via klemmen: setpoint f2 (wordt geselecteerd via klem f1/f2 = "1")• Besturing via RS-485-interface: minimumfrequentie fmin
Schakelaar t1 Voor de integrator (integratortijden in relatie tot een setpointsprong van 50 Hz)
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Setpoint f2 [Hz] 5 7 10 15 20 25 35 50 60 70 100
Minimumfrequentie [Hz]
2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
34
56
78
Schakelaar t1
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
34
56
78
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
41
7 nbedrijfstellingeschrijving van de bedieningselementen
42
DIP-switches S1 en S2
DIP-switch S1:
DIP-switch S2:
58106AXX
S1 1 2 3 4 5
Motorbe-veiliging1)
1) Bij geactiveerde GP-functie: DIP-switch heeft geen functie
6
Motor-vermogenstrap
7
PWM-frequentie
8
Nullast-demping
Betekenis RS-485 address
20 21 22 23
ON 1 1 1 1 Off Geen functie2)
2) Motorvermogenstrap altijd aangepast
Variabel(16, 8, 4 kHz) Geen
functie3)
3) Nullastdemping altijd uit
OFF 0 0 0 0 On 4kHz
S2 1 2 3 4 5 6 7 8
Betekenis GP-functie1)
1) De DIP-switch wordt in de fabriek ingesteld, afhankelijk van de motoruitvoering.
Rem lichten zonder vrijgave
Besturings-methode
Toerental-bewaking
Extra functies
20 21 22 23
ON On On Geenfunctie2)
2) Besturingsmethode altijd VFC
On 1 1 1 1
OFF Off Off Off 0 0 0 0
IB
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingBeschrijving van de DIP-switches S1
7.3 Beschrijving van de DIP-switches S1
DIP-switches S1/1-S1/4
Selectie van het RS-485-adres van de MOVIMOT® met binaire codering
Al naargelang de aansturing van de MOVIMOT® moeten er verschillende adressenworden ingesteld:
DIP-switch S1/7 Instelling van de maximale PWM-frequentie• Bij instelling DIP-SWITCH S1/7 = OFF functioneert de MOVIMOT® met een 4kHz-
PWM-frequentie.• Bij instelling DIP-SWITCH S1/7 = ON functioneert de MOVIMOT® met een 16kHz-
PWM-frequentie (geluidsarm) en schakelt deze afhankelijk van de temperatuur vanhet koellichaam stapsgewijs over naar kleinere schakelfrequenties.
7.4 Beschrijving van de DIP-switches S2
DIP-switch S2/1 GP-functieDe GP-functie (GP = gear protection) beveiligt de reductor tegen overbelasting. Daar-voor wordt een motor met speciale wikkeling toegepast. De DIP-switch S2/1 past de parameters van de MOVIMOT®-regelaar aan deze specialemotor aan en vermindert de overbelastingskoppels. Gebruik deze combinatie als depiekkoppels van de MOVIMOT® tot een overbelasting van de reductor kunnen leiden. De beschikbare uitvoeringen en hun bedrijfskarakteristieken worden in het hoofdstuk"Technische gegevens, bedrijfskarakteristieken met GP-functie" weergegeven.
Decimaal adres 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
S1/1 – X – X – X – X – X – X – X – X
S1/2 – – X X – – X X – – X X – – X X
S1/3 – – – – X X X X – – – – X X X X
S1/4 – – – – – – – – X X X X X X X X
X = ON
– = OFF
Aansturing RS485 address
Binaire aansturing (via de klemmen) 0
Via veldbusinterface (MF..) 1
Via RS-485-master 1 tot 15
Let op: de instelling van de DIP-switch wordt in de fabriek ingesteld, afhankelijkvan de motorwikkeling. De GP-functie mag alleen worden geactiveerd (S2/1=ON)als de MOVIMOT® in combinatie met de passende wikkeling beschikbaar is. Acti-veer de GP-functie niet (S2/1=OFF) als deze speciale wikkeling niet beschikbaaris.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
43
7 nbedrijfstellingeschrijving van de DIP-switches S2
44
DIP-switch S2/2
Lichten van de rem zonder vrijgaveBij geactiveerde schakelaar S2/2 = "ON" kan de rem ook worden gelicht als de aandrij-ving niet vrijgegeven is.
Bedrijf met remweerstand
Bij bedrijf met remweerstand is de extra functie niet actief.
Functie bij aansturing via klemmen (adres = 0)
Bij een aansturing via de klemmen kan de rem door activering van de klem f1/f2 onderde volgende voorwaarden worden gelicht:
Functies in busbedrijf
In het busbedrijf wordt de rem gelicht door aansturing vanuit het besturingswoord:
Klemmenstatus Vrijgavestatus Foutstatus Remfunctie
R L f1/f2
"1""0"
"0""1"
"0" Regelaar vrijgegeven
Geen regelaarfout
Rem wordt door MOVIMOT® aangestuurd, setpoint f1
"1""0"
"0""1"
"1" Regelaar vrijgegeven
Geen regelaarfout
Rem wordt door MOVIMOT® aangestuurd, setpoint f2
"1""0"
"1""0"
"0" Regelaar niet vrijgegeven
Geen regelaarfout
Rem ingevallen
"1" "1" "1" Regelaar niet vrijgegeven
Geen regelaarfout
Rem ingevallen
"0" "0" "1" Regelaar niet vrijgegeven
Geen regelaarfout
Rem geopend voor handbedrijf
Alle toestanden mogelijk
Regelaar niet vrijgegeven
Regelaarfout Rem ingevallen
58108AXX
PO = procesuitgangsdata PI = procesingangsdata
PO1 = besturingswoord PI1 = statuswoord 1
PO2 = toerental (%) PI2 = uitgangsstroom
PO3 = integrator PI3 = statuswoord 2
DO = digitale uitgangen DI = digitale ingangen
MOVIMOT®
PO1 PO2 PO3 DO
Master
-+
PI1 PI2 PI3 DI
PO
PI
IB
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingBeschrijving van de DIP-switches S2
Door activering van bit 8 in het besturingswoord kan de rem onder de volgende voor-waarden worden gelicht:
Setpointselectie bij bedrijf via klemmen
Setpointselectie bij bedrijf via klemmen, afhankelijk van status van klem f1/f2:
Gedrag als regelaar niet bedrijfsgereed is
Als de regelaar niet bedrijfsgereed is, valt de rem ongeacht de toestand van klem f1/f2of van bit 8 van het besturingswoord altijd in.
Led-display De gele led-display knippert periodiek snel (taan : tuit = 100 ms : 300 ms), als de rem voorhandbedrijf is geopend. Dit geldt zowel voor bedrijf via de klemmen als voor busbedrijf.
Basisstuurblok
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Besturingswoord
Niet toegewezen Bit "8"
"1" = reset Niet toegewezen "1 1 0" = vrijgave
Anders stop
Virtuele klemmen voor het lichten van de rem zonder vrijgave van de aandrijving
Vrijgave-toestand
Fouttoestand Status bit 8 in het besturingswoord
Remfunctie
Regelaar vrijgegeven
Geen regelaarfout / geen communicatietime-out
"0" Rem wordt door de MOVIMOT® aangestuurd
Regelaar vrijgegeven
Geen regelaarfout /geen communicatietime-out
"1" Rem wordt door de MOVIMOT® aangestuurd
Regelaar niet vrijgegeven
Geen regelaarfout / geen communicatietime-out
"0" Rem ingevallen
Regelaar niet vrijgegeven
Geen regelaarfout / geen communicatietime-out
"1" Rem geopend voor handbedrijf
Regelaar niet vrijgegeven
Regelaarfout /communicatietime-out
"1" of "0" Rem ingevallen
De rem kan bij een regelaarfout/communicatietime-out niet met de extra functio-naliteit worden gelicht.
Vrijgavetoestand Klem f1/f2 Actief setpoint
Regelaar vrijgegeven Klem f1/f2 = "0" Setpointpotentiometer f1 actief
Regelaar vrijgegeven Klem f1/f2 = "1" Setpointpotentiometer f2 actief
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
45
7 nbedrijfstellingeschrijving van de DIP-switches S2
46
DIP-switch S2/4 Toerentalbewaking• De toerentalbewaking (S2/4 = "ON") dient voor de beveiliging van de aandrijving bij
blokkeringen.• Als de aandrijving bij actieve toerentalbewaking (S2/4 = "ON") langer dan één
seconde aan de stroomgrens functioneert, wordt de toerentalbewaking in werkinggesteld. De MOVIMOT® signaleert met de statusled een fout (rood, langzaam knip-perend, foutcode 08). De stroomgrens moet voor de duur van de vertragingstijdononderbroken bereikt zijn voordat de bewaking reageert.
DIP-switches S2/5 tot S2/8
Extra functies• Met de binaire codering van de DIP-switches kunnen extra functies worden geselec-
teerd.• De waarden kunnen als volgt worden ingesteld:
• Een overzicht van de selecteerbare extra functies vindt u op pagina 47.
Decimale waarde
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
S2/5 – X – X – X – X – X – X – X – X
S2/6 – – X X – – X X – – X X – – X X
S2/7 – – – – X X X X – – – – X X X X
S2/8 – – – – – – – – X X X X X X X X
X = ON
– = OFF
IB
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingOverzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04
7.5 Overzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04 Overzicht van de selecteerbare extra functies
Extra functie 1 MOVIMOT® met verlengde integratortijden
Functie-beschrijving
• Het is mogelijk integratortijden tot 40 s in te stellen.• In busbedrijf kan bij toepassing van drie procesdata een integratortijd van maximaal
40 s worden overgedragen.
Gewijzigde integratortijden
Decimale waarde
Korte beschrijving Beoogde bedrijfssoort
Zie pagina
Bus Klemmen
0 Basisfunctionaliteit, geen extra functie geselecteerd X X –
1 MOVIMOT® met verlengde integratortijden X X Pagina 47
2 tot 5 Niet toegewezen – – –
6 MOVIMOT® met maximale PWM-frequentie van 8 kHz X X Pagina 48
7 tot 9 Niet toegewezen – – –
10 MOVIMOT® met minimumfrequentie van 0 Hz en gereduceerd koppel bij lage frequenties X X Pagina
49
11 tot 15 Niet toegewezen – – –
05592AXX
1 6 7 85432
ON
S2
6 7 85
Schakelaar t1
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 20 25 30 35 40
= komt overeen met de standaardinstelling
= gewijzigde integratortijden
34
56
78
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
47
7 nbedrijfstellingverzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04
48
Extra functie 6 MOVIMOT® met maximale PWM-frequentie van 8 kHz
Functie-beschrijving
• De extra functie verlaagt de via S1/7 maximaal instelbare PWM-frequentie van16 kHz naar 8 kHz.
• Als DIP-switch S1/7 = "ON" wordt ingesteld, werkt de regelaar met 8kHz-PWM-frequentie en schakelt deze afhankelijk van de temperatuur van het koellichaamterug naar 4 kHz.
05601AXX
1 6 7 85432
ON
S2
6 7 85
S1/7 zonder extra functie 6
S1/7 met extra functie 6
ON PWM-frequentie variabel16, 8, 4 kHz
PWM-frequentie variabel8, 4 kHz
OFF PWM-frequentie van 4 kHz PWM-frequentie van 4 kHz
IO
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingOverzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04
Extra functie 10 MOVIMOT® met gereduceerd koppel op lage frequenties
Functie-beschrijving
De extra functie bestaat uit de volgende delen:• gereduceerd koppel bij lage frequenties;• minimumfrequentie = 0 Hz.
Gereduceerd koppel bij lage frequenties
• Door een reductie van de slipcompensatie en de effectieve stroom bij lage toeren-tallen bouwt de aandrijving 30 s na vrijgave slechts een gereduceerd koppel opovereenkomstig karakteristiek [2] (zie de onderstaande afbeelding).
• Daarvoor gedroeg de aandrijving zich overeenkomstig karakteristiek [1] (zie onder-staande afbeelding) om het hoge startkoppel te gebruiken.
05606AXX
1 6 7 85432
ON
S2
6 7 85
50907AXX
M
5
[1]
[2]
10 15 f [Hz]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
49
7 nbedrijfstellingverzicht van de selecteerbare extra functies MM..C-503-04
50
Minimum-frequentie = 0 Hz
Besturing via RS-485-interface:Bij een vaste instelling 0 van schakelaar f2 bedraagt de minimumfrequentie als extrafunctie "10" is geactiveerd 0 Hz. Alle andere instelbare waarden blijven onveranderd.
Aansturing via klemmen:Bij een vaste instelling 0 van schakelaar f2 bedraagt setpoint f2 als extra functie "10" isgeactiveerd 0 Hz. Alle andere instelbare waarden blijven onveranderd.
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Minimumfrequentie [Hz] bij geactiveerde extra functie "10" 0 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
Minimumfrequentie [Hz] zonder extra functie "10" 2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Setpoint f2 [Hz] bij geactiveerde extra functie "10" 0 7 10 15 20 25 35 50 60 70 100
Setpoint f2 [Hz] zonder extra functie "10" 5 7 10 15 20 25 35 50 60 70 100
34
56
78
34
56
78
IO
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingInbedrijfstelling met binaire aansturing (besturing via klemmen)
7.6 Inbedrijfstelling met binaire aansturing (besturing via klemmen)1. Maak de MOVIMOT®-aandrijving spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet
onbedoeld weer kan worden ingeschakeld! Gevaarlijke spanningen kunnennog tot één minuut na het uitschakelen van de netspanning aanwezig zijn!
2. Controleer of de MOVIMOT® correct is aangesloten (zie het hoofdstuk "Elektri-sche installatie").
3. Controleer of de DIP-switches S1/1 – S1/4 op OFF staan (= adres 0).
4. Stel het eerste toerental in met setpointpotentiometer f1 (actief als klem f1/f2 = "0",fabrieksinstelling: ca. 50 Hz).
5. Stel het tweede toerental met schakelaar f2 (actief als klem f1/f2 = "1") in.
6. Stel de integratortijd in met schakelaar t1 (integratortijden in relatie tot een setpoint-sprong van 50 Hz).
05062AXX
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Setpoint f2 [Hz] 5 7 10 15 20 25 35 50 60 70 100
1
ON
6 7 854321
ON
432
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
34
56
78
Het eerste toerental kan met de van buitenaf toegankelijke setpointpotentiometer f1traploos worden gewijzigd. De toerentallen f1 en f2 kunnen onafhankelijk van elkaar opelke waarde worden ingesteld.
Schakelaar t1
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s]
0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
34
56
78
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
51
7 nbedrijfstellingnbedrijfstelling met binaire aansturing (besturing via klemmen)
52
7. Plaats de MOVIMOT®-regelaar op de aansluitklemmenkast schroef deze vast.8. Draai de afdichtingsschroef van setpointpotentiometer f1 met afdichting weer vast.
9. Schakel de stuurspanning van 24 VDC en de netvoeding in.
Regelaargedrag, afhankelijk van het signaalniveau op de klemmen
Legenda 0 = geen spanning1 = spanningX = willekeurig
Bewaking van de TH
• De uitschakeling van de TH moet door een onafhankelijk bewakingsrelais wordenbewaakt.
• Als de TH wordt aangesproken, moet de aandrijving van het voedende net wordengescheiden.
• De TH wordt automatisch weer ingeschakeld als de temperatuur onder de maximum-temperatuur komt! Er moet worden voorkomen dat de TH automatisch weer wordtingeschakeld (herinschakelblokkering).
• De aandrijving mag pas weer worden ingeschakeld nadat de oorzaak is onderzocht.Dit onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Functiecontrole Controleer de correcte werking van de rem als er remmotoren worden toegepastom te voorkomen dat de rem gaat slippen en er daardoor een onaanvaardbarewarmteontwikkeling ontstaat.
Wanneer het apparaat in bedrijf is, moet de opening boven potentiometer f1correct afgesloten zijn met de meegeleverde afdichtingsschroef (toegestaanaanhaalmoment: 2,5 Nm) omdat dit de enige manier is waarop de explosiebevei-liging kan worden gewaarborgd. De afdichtingsschroef mag niet worden verwijderd, ook niet voor de instelling vanhet toerental, tenzij er geen explosiegevaarlijk stof-/luchtmengsel aanwezig is.
Netvoeding 24 V f1/f2 Rechts/stop Links/stop Statusled Regelaargedrag
0 0 x x x Off Regelaar uit
1 0 x x x Off Regelaar uit
0 1 x x x Knippert geel
Stop, geen netvoeding
1 1 x 0 0 Geel Stop
1 1 0 1 0 Groen Rechtsom met f1
1 1 0 0 1 Groen Linksom met f1
1 1 1 1 0 Groen Rechtsom met f2
1 1 1 0 1 Groen Linksom met f2
1 1 x 1 1 Geel Stop
II
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
7InbedrijfstellingInbedrijfstelling met optie MLA12A
7.7 Inbedrijfstelling met optie MLA12A1. Maak de MOVIMOT®-aandrijving spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet
onbedoeld weer kan worden ingeschakeld! Gevaarlijke spanningen kunnennog tot één minuut na uitschakeling van de netspanning aanwezig zijn!
2. Controleer of de MOVIMOT® correct is aangesloten (zie het hoofdstuk "Elektri-sche installatie").
3. Stel DIP-switch S1/1 (op de MOVIMOT®) in op ON (= adres 1).
4. Stel de minimumfrequentie fmin in met schakelaar f2.
5. Stel de integratortijd in met schakelaar t1 (integratortijden in relatie tot een setpoint-sprong van 50 Hz).
6. Plaats de MOVIMOT®-regelaar en schroef deze vast.7. Stel het vereiste maximumtoerental met setpointpotentiometer f1 in.
05064AXX
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Minimumfrequentie fmin [Hz]
2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
Schakelaar t1
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
1
ON
6 7 854321
ON
2
34
56
78
34
56
78
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
Het eerste toerental kan met de van buitenaf toegankelijke setpointpotentiometer f1traploos worden gewijzigd. De toerentallen f1 en f2 kunnen onafhankelijk van elkaar opelke waarde worden ingesteld.
Als het apparaat in bedrijf is, moet de opening boven potentiometer f1 correctafgesloten zijn met de meegeleverde afdichtingsschroef (toegestaan aanhaal-moment: 2,5 Nm) omdat dit de enige manier is waarop de explosiebeveiliging kanworden gewaarborgd. De afdichtingsschroef mag niet worden verwijderd, ook niet voor de instelling vanhet toerental, tenzij er geen explosiegevaarlijk stof-/luchtmengsel aanwezig is.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
53
7 nbedrijfstellingnbedrijfstelling met optie MLA12A
54
8. Draai de afdichtingsschroef van setpointpotentiometer f1 met afdichting weer vast.
9. Selecteer het voorteken (de draairichting) voor de analoge ingang (klem 2 en klem 3)van optie MLA12A met schakelaar S1.
10. Schakel de spanning in.
Aansturing De MOVIMOT® wordt aangestuurd van fmin tot fmax via het analoge signaal op klem 2en klem 3.
Setpointstop-functie
Bewaking van de TH
• De TH in combinatie met optie MLA12A is in de fabriek reeds bedraad. Als de THwordt aangesproken, wordt de 24V-voeding van de MOVIMOT® onderbroken en deaandrijving stilgezet. Het gereedmeldingscontact van de MOVIMOT® valt tegelijker-tijd ook af (klemmen gereedmelding). U moet voorkomen dat het contact automa-tisch weer wordt ingeschakeld door het gereedmeldingscontact te bewaken!!
• De aandrijving mag pas opnieuw worden ingeschakeld nadat de oorzaak is onder-zocht. Dit onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Functiecontrole Controleer de correcte werking van de rem als er remmotoren worden toegepastom te voorkomen dat de rem gaat slippen en er daardoor een onaanvaardbarewarmteontwikkeling ontstaat.
S1 S2
Rechtsom OFF N.C.
Linksom ON N.C.
55886ANL
Uit
ga
ng
sfr
eq
ue
nti
e
Setpoint
II
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met RS-485-master
8 Communicatie-interface / veldbus8.1 Inbedrijfstelling met RS-485-master
1. Controleer of de MOVIMOT® correct is aangesloten (zie het hoofdstuk "Elektri-sche installatie").
2. Stel met de DIP-switches S1/1...S1/4 het juiste RS-485-adres in. Stel altijd adres"1" in voor combinaties met SEW-veldbusinterfaces (MF...).
3. Stel de minimumfrequentie fmin in met schakelaar f2.
4. Stel de integratortijd met schakelaar t1 in als de integrator niet via de veldbus wordtingevoerd (integratortijden in relatie tot een setpointsprong van 50 Hz).
5. Controleer of de gewenste draairichting is vrijgegeven.
Decimaal adres 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
S1/1 – X – X – X – X – X – X – X – X
S1/2 – – X X – – X X – – X X – – X X
S1/3 – – – – X X X X – – – – X X X X
S1/4 – – – – – – – – X X X X X X X X
X = ON
– = OFF
Schakelaar f2
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Minimumfrequentie fmin [Hz]
2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
Schakelaar t1
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
Klem R Klem L Betekenis
Geactiveerd Geactiveerd • Beide draairichtingen zijn vrijgegeven
Geactiveerd Niet geactiveerd • Alleen rechtsom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor linksom hebben tot gevolg dat
de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Geactiveerd • Alleen linksom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor rechtsom hebben tot gevolg
dat de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Niet geactiveerd • Regelaar is geblokkeerd of aandrijving wordt stilgezet
34
56
78
34
56
78
24V
R L
24V
R L
24V
R L
24V
R L
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
55
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met RS-485-master
56
6. Plaats de MOVIMOT®-regelaar op de aansluitklemmenkast en schroef deze vast.7. Stel het vereiste maximumtoerental met setpointpotentiometer f1 in.
8. Draai de afdichtingsschroef van setpointpotentiometer f1 met afdichting weer vast.9. Schakel de spanning in.
Bewaking van de TH
• Een onafhankelijk bewakingsrelais moet de uitschakeling van de TH bewaken.• Als de TH wordt aangesproken, moet de aandrijving van het voedende net worden
gescheiden.• De TH wordt automatisch weer ingeschakeld als de temperatuur onder de maximum-
temperatuur komt! Er moet worden voorkomen dat de TH automatisch weer wordtingeschakeld (herinschakelblokkering).
• De aandrijving mag pas weer worden ingeschakeld nadat de oorzaak is onderzocht.Dit onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Functiecontrole Controleer de correcte werking van de rem als er remmotoren worden toegepastom te voorkomen dat de rem gaat slippen en er daardoor een onaanvaardbarewarmteontwikkeling ontstaat.
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
Het eerste toerental kan met de van buitenaf toegankelijke setpointpotentiometer f1traploos worden gewijzigd. De toerentallen f1 en f2 kunnen onafhankelijk van elkaar opelke waarde worden ingesteld.
Als het apparaat in bedrijf is, moet de opening boven potentiometer f1 correctafgesloten zijn met de meegeleverde afdichtingsschroef (toegestaan aanhaal-moment: 2,5 Nm) omdat dit de enige manier is waarop de explosiebeveiliging kanworden gewaarborgd. De afdichtingsschroef mag niet worden verwijderd, ook niet voor de instelling vanhet toerental, tenzij er geen explosiegevaarlijk stof-/luchtmengsel aanwezig is.
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusWerking met RS-485-master
8.2 Werking met RS-485-master• De besturing (bijvoorbeeld plc) is de master, MOVIMOT® is de slave.• Er wordt een startbit, een stopbit en een pariteitsbit (even pariteit) gebruikt.• De overdracht vindt plaats conform het SEW-MOVILINK®-protocol (zie het hoofdstuk
"MOVILINK®-protocol met een vaste overdrachtsnelheid van 9600 baud").
Telegram-structuur
Idle = startpauze minstens 3,44 msSD1 = start-delimiter (startteken) 1: master Æ MOVIMOT®: 02hex
SD2 = start-delimiter (startteken) 2: MOVIMOT® Æ master: 1Dhex
ADR = adres 1–15 groepsadres 101–115 254 = peer-to-peer 255 = broadcast
TYP = type gebruikersdataPDU = gebruikersdataBCC = Block Check Character (blokcontroleteken): XOR van alle bytes
02754AEN
• Bij het type "cyclisch" verwacht de MOVIMOT® na maximaal een seconde devolgende busactiviteit (masterprotocol). Als de busactiviteit niet wordt herkend, stoptde MOVIMOT® automatisch (time-outbewaking).
• Er is geen time-outbewaking als het type "acyclisch" is.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
57
8 ommunicatie-interface / veldbuserking met RS-485-master
58
Startpauze (idle) en startteken (start-delimiter)
De MOVIMOT® herkent de start van een aanvraagtelegram aan de hand van een start-pauze van minstens 3,44 ms, gevolgd door het teken 02hex (start-delimiter 1). Als deoverdracht van een geldig aanvraagtelegram door de master wordt afgebroken, mageen nieuw aanvraagtelegram op zijn vroegst na een dubbele startpauze (ca. 6,88 ms)worden verzonden.
Adres (ADR) MOVIMOT® ondersteunt het adresbereik van 0 tot 15 alsmede de toegang tot het peer-to-peer-adres (254) of het broadcastadres (255). Met adres 0 kunnen alleen de actueleprocesingangsdata (statuswoord, actuele stroomwaarde) worden gelezen. De door demaster verzonden procesuitgangsdata worden niet actief, omdat de PO-dataverwerkingniet actief is als de adresinstelling 0 is.
Groepsadres Bovendien kunnen met ADR = 101...115 verschillende MOVIMOT®'s worden gegroe-peerd. Daarbij worden alle MOVIMOT®'s van een groep op hetzelfde RS-485-adresingesteld (bijvoorbeeld groep 1: ADR = 1, groep 2: ADR = 2).De master kan aan deze groepen nu met ADR = 101 (setpoints op regelaars van groep 1)en ADR = 102 (setpoints voor groep 2) nieuwe groepssetpoints toekennen. De rege-laars geven bij deze adresseringsvariant geen antwoord. Tussen twee broadcast- ofgroepstelegrammen moet de master een pauze van minstens 25 ms aanhouden!
Type gebruikers-data (TYPE)
Over het algemeen ondersteunt MOVIMOT® vier verschillende PDU-typen (PDU =Protocol Data Unit), die voornamelijk worden bepaald door de procesdatalengte en deoverdrachtsvariant.
Time-out-bewaking
Bij de overdrachtsvariant "cyclisch" verwacht de MOVIMOT® na maximaal een secondeeen aanvraagtelegram. Als er geen geldig telegram wordt herkend, decelereert deaandrijving automatisch met de laatst geldende integrator (time-outbewaking). Hetmeldrelais "Bedrijfsgereed" valt af. Bij de overdrachtsvariant "acyclisch" vindt geen time-outbewaking plaats.
Type Overdrachts-variant
Procesdata-lengte
Gebruikersdata
03hex Cyclisch 2 woorden Besturingswoord / toerental [%] / statuswoord 1 / uitgangsstroom83hex Acyclisch 2 woorden
05hex Cyclisch 3 woorden Besturingswoord / toerental [%] / integratorstatuswoord 1 / uitgangsstroom / statuswoord 285hex Acyclisch 3 woorden
CW
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusWerking met RS-485-master
Blokcontrole-teken BCC
Het blokcontroleteken (BCC) zorgt samen met de juiste pariteitsopbouw voor een veiligedataoverdracht. Het blokcontroleteken wordt opgebouwd uit een XOR-koppeling vanalle telegramtekens. Het resultaat wordt aan het einde van het telegram in het tekenBCC overgedragen.
Voorbeeld In de onderstaande tabel ziet u een voorbeeld van de opbouw van het blokcontroletekenvoor een acyclisch telegram van het PDU-type 85hex met drie procesdata. De logischeXOR-koppeling van de tekens SD1 ... PA3low resulteert in een waarde van 13hex alsblokcontroleteken BCC. Dit BCC wordt als laatste teken van het telegram verzonden.De ontvanger controleert de tekenpariteit na ontvangst van de afzonderlijke tekens.Vervolgens wordt uit de ontvangen tekens SD1 ... PA3low volgens hetzelfde schema hetblokcontroleteken opgebouwd. Het telegram is correct verzonden als het berekende enontvangen BCC identiek zijn en er geen fout in de karakterpariteit aanwezig is. Anderszit er een fout in de overdracht. Het telegram moet dan eventueel opnieuw wordenverzonden.
01660CNL
1
TYPADRSD1 PO1hi
PO1lo PO2hi
PO2lo
PO3hi
PO3lo BCC
0 0 0 0 0 1 00
0 0 0 01 0 0 10
1 0 0 01 1 0 10
0 0 0 00 0 0 00
0 0 0 00 1 1 00
0 0 1 01 0 0 00
0 0 0 00 0 0 00
0 0 0 01 0 1 11
1 0 1 10 0 0 01
0 0 0 11 0 1 10
Parity
Sto
p
Sta
rt
SD1: 02hex
ADR: 01hex
TYP: 85hex
BCC: 13hex
XOR
XOR
XOR
XOR
XOR
XOR
XOR
XOR
Idle 02hex
01hex
85hex
00hex 06
hex 20hex 00
hex0B
hex B8hex 13
hex
Procesuitgangsdata (PO)
PO1hi
: 00hex
PO1lo : 06hex
PO2hi
: 20hex
PO2lo: 00hex
PO3hi: 0B
hex
PO3lo
: B8hex
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
59
8 ommunicatie-interface / veldbuserking met RS-485-master
60
Telegram-bewerking in de MOVILINK®-master
Voor het zenden en ontvangen van MOVILINK®-telegrammen in willekeurige automati-seringsapparatuur moet het volgende algoritme worden aangehouden om de juistedataoverdracht te waarborgen.
Aanvraagtelegram verzenden
a) Aanvraagtelegram verzenden (bijvoorbeeld setpoints verzenden naar deMOVIMOT®)1. Wacht tot de startpauze voorbij is (minstens 3,44 ms, bij groeps- of broadcasttele-
grammen minstens 25 ms).2. Verzend het aanvraagtelegram naar de regelaar.
Antwoordtelegram ontvangen
b) Antwoordtelegram ontvangen(Ontvangstbevestiging + actuele waarden van MOVIMOT®)
1. Het antwoordtelegram moet binnen ca. 100 ms worden ontvangen. Anders moet hetbijvoorbeeld opnieuw worden verzonden.
2. Berekend blokcontroleteken (BCC) van het antwoordtelegram = ontvangen BCC?3. Start-delimiter van het antwoordtelegram = 1Dhex?4. Antwoordadres = aanvraagadres?5. Antwoord-PDU-type = aanvraag-PDU-type?6. Aan alle criteria is voldaan: Æ overdracht OK! Procesdata geldig!7. Nu kan het volgende aanvraagtelegram worden verzonden (verder bij punt a).
Aan alle criteria is voldaan: Æ overdracht OK! Procesdata geldig! Nu kan hetvolgende aanvraagtelegram worden verzonden (verder bij punt a).
CW
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusWerking met RS-485-master
Voorbeeld-telegram
In dit voorbeeld wordt een MOVIMOT®-draaistroommotor door drie procesdatawoordenvan het PDU-type 85hex aangestuurd (3 PD acyclisch). De RS-485-master zendt drie pro-cesuitgangsdatawoorden (PO) naar de MOVIMOT®-draaistroommotor. De MOVIMOT®
antwoordt met drie procesingangsdatawoorden (PI).
Aanvraagtelegram van RS-485-master naar MOVIMOT®
PO1: 0006hex Besturingswoord 1 = vrijgavePO2: 2000hex Toerental [%]-setpoint = 50 % (van fmax
1))PO3: 0BB8hex Integrator = 3 s
Antwoord-telegram van de MOVIMOT® naar de RS-485-master
PI1: 0406hex Statuswoord 1PI2: 0300hex Uitgangsstroom [% IN]PI3: 0607hex Statuswoord 2
Zie pagina 89 voor de codering van procesdata.
Voorbeeldtelegram "3PD acyclisch"
In dit voorbeeld ziet u de acyclische overdrachtsvariant, d.w.z. er is geen time-outbewa-king in de MOVIMOT® geactiveerd. De cyclische overdrachtsvariant kan met TYPE =05hex worden gerealiseerd. In dit geval verwacht de MOVIMOT® na minstens eenseconde de volgende busactiviteit (aanvraagtelegram van de bovengenoemde typen).Anders stopt de MOVIMOT® automatisch (time-outbewaking).
1) fmax wordt met setpointpotentiometer f1 bepaald
05079ANL
TYP
TYP
ADR
ADR
SD1
SD1
BCC
BCC
MOVIMOT®
Idle
Idle
02hex
01hex
85hex
00hex 06
hex 20hex 00
hex0B
hex B8hex 13
hex
1Dhex
01hex
85hex
04hex 07
hex 03hex
00hex
06hex 07
hex 98hex
RS-485-master
PO1: stuurwoord 0006 = vrijgave
hex
PI1: statuswoord 1
PO2: toerental [%]2000 = 50% f
hex max
PI2: uitgangsstroom
PO3: integrator0BB8 = 3s
hex
PI3: statuswoord 2
Procesuitgangsdata (PO)
Procesingangsdata (PI)
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
61
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP
62
8.3 Inbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP8.3.1 Inbedrijfstellingsprocedure
1. Controleer of de aansluiting van de MOVIMOT® en de PROFIBUS-aansluitmodule(MFZ21) correct is.
2. Zet DIP-switch S1/1 (op de MOVIMOT®) op ON (= adres 1).
3. Stel het maximumtoerental met setpoint-potentiometer f1 in.
4. Draai de afdichtingsschroef van setpointpotentiometer f1 met afdichting weer vast.
5. Stel minimumfrequentie fmin in met schakelaar f2.
Schakel de 24VDC-voeding uit alvorens de veldbusinterface te verwijderen of aante brengen!
06164AXX
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
1
ON
S1
6 7 854321
ON
S1
32
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
Als het apparaat in bedrijf is, moet de opening boven potentiometer f1 correctafgesloten zijn met de meegeleverde afdichtingsschroef (toegestaan aanhaal-moment: 2,5 Nm) omdat dit de enige manier is waarop de explosiebeveiliging kanworden gewaarborgd. De afdichtingsschroef mag niet worden verwijderd, ook niet voor de instelling vanhet toerental, tenzij er geen explosiegevaarlijk stof-/luchtmengsel aanwezig is.
Functie Instelling
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Minimumfrequentie fmin [Hz]
2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
34
56
78
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP
6. Als de integrator niet via de veldbus wordt ingesteld (2 PD), moet de integratortijdmet schakelaar t1 op de MOVIMOT® worden ingesteld. De integratortijden staan inrelatie tot een setpointsprong van 50 Hz.
7. Controleer of de gewenste draairichting is vrijgegeven.
Functie Instelling
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
Klem R Klem L Betekenis
Geactiveerd Geactiveerd • Beide draairichtingen zijn vrijgegeven
Geactiveerd Niet geactiveerd • Alleen rechtsom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor linksom hebben tot gevolg dat
de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Geactiveerd • Alleen linksom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor rechtsom hebben tot gevolg
dat de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Niet geactiveerd • Regelaar is geblokkeerd of aandrijving wordt stilgezet
34
56
78
24V
R L
24V
R L
24V
R L
24V
R L
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
63
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP
64
8. Stel het PROFIBUS-adres in op de MFP (fabrieksinstelling: adres 4). Gebruik deDIP-switches 1 tot 7 om het PROFIBUS-adres in te stellen.
In de onderstaande tabel wordt adres 17 als voorbeeld gebruikt om te laten zien hoede instellingen van de DIP-switches voor de verschillende busadressen wordenbepaald.
05995AXX
[1] Voorbeeld: adres 17[2] Switch 8 = gereserveerd
Adres 0 tot 125: geldig adresAdres 126: wordt niet ondersteundAdres 127: broadcast
Berekening Rest DIP-switchinstelling Waarde17 / 2 = 8 1 DIP 1 = ON 18 / 2 = 4 0 DIP 2 = OFF 24 / 2 = 2 0 DIP 3 = OFF 42 / 2 = 1 0 DIP 4 = OFF 81 / 2 = 0 1 DIP 5 = ON 160 / 2 = 0 0 DIP 6 = OFF 320 / 2 = 0 0 DIP 7 = OFF 64
2 x 0 = 06
2 x 0 = 05
2 x 1 = 164
2 x 0 = 03
2 x 0 = 02
2 x 0 = 01
2 x 1 = 101
ON
67
54
32
17
[1]
[2]8
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP
9. Schakel de busafsluitweerstanden van veldbusinterface MFP/MQP in bij de laatstebusdeelnemer.• Als de MFP zich aan het einde van een PROFIBUS-segment bevindt, dan wordt
deze alleen via de inkomende PROFIBUS-kabel op het PROFIBUS-net aange-sloten (klemmen 1/2).
• Om storingen van het bussysteem door reflecties, enz. te vermijden, moet hetPROFIBUS-segment bij de fysiek eerste en laatste deelnemer met busafsluit-weerstanden worden afgewerkt.
• De busafsluitweerstanden zijn al op de MFP aangebracht en kunnen met tweeDIP-switches (zie onderstaande afbeelding) worden geactiveerd. De busafslui-ting is uitgevoerd voor kabeltype A volgens EN 50170 (deel 2)!
10.Plaats de MOVIMOT®-regelaar en de MFP-behuizingsdeksel en schroef ze vast.11.Schakel de voedingsspanning (24 VDC) voor de PROFIBUS-interface MFP en
MOVIMOT® in. De groene led "RUN" van de MFP moet nu oplichten en de rode led"SYS-F" moet doven.
12.Configureer PROFIBUS-interface MFP in de DP-master.
Bewaking van de TH
• Een onafhankelijk bewakingsrelais moet de uitschakeling van de TH bewaken.• Als de TH wordt aangesproken, moet de aandrijving van het voedende net worden
gescheiden.• De TH wordt automatisch weer ingeschakeld als de temperatuur onder de maximum-
temperatuur komt! Er moet worden voorkomen dat de TH automatisch weer wordtingeschakeld (herinschakelblokkering).
• De aandrijving mag pas weer worden ingeschakeld nadat de oorzaak is onderzocht.Dit onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Functiecontrole Controleer de correcte werking van de rem als er remmotoren worden toegepastom te voorkomen dat de rem gaat slippen en er daardoor een onaanvaardbarewarmteontwikkeling ontstaat.
Busafsluiting ON = aan Busafsluiting OFF = uitFabrieksinstelling
05072AXX 05072AXX
9
ON
109
ON
10
9
ON
10
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
65
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met PROFIBUS-interface MFP
66
8.3.2 Configuratie van de PROFIBUS-masterVoor de configuratie van de DP-master zijn GSD-bestanden beschikbaar. Dezebestanden worden naar speciale directory's van de configuratiesoftware gekopieerd enbinnen de configuratiesoftware geactualiseerd. De gedetailleerde procedure vindt u inde handboeken van de desbetreffende configuratiesoftware.
Configuratie van PROFIBUS-DP-interface
• Let op de aanwijzingen in het bestand README.TXT.• Installeer het GSD-bestand "SEW_6001.GSD" (versie 1.5 of hoger) volgens de
instructies van de configuratiesoftware voor de DP-master. Als de installatie isgelukt, verschijnt het apparaat "MFP/MQP + MOVIMOT" bij de slavedeelnemers.
• Voeg de veldbusmodule in de PROFIBUS-structuur toe met de naam "MFP/MQP +MOVIMOT" en wijs het PROFIBUS-adres toe.
• Kies de voor uw toepassing vereiste procesdataconfiguratie (zie het hoofdstuk"Functie van de PROFIBUS-interface MFP").
• Voer de I/O- of periferieadressen voor de geconfigureerde databreedten in. Sla deconfiguratie op.
• Breid uw gebruikersprogramma uit met de data-uitwisseling met de MQP/MFP. Deoverdracht van procesdata is niet consistent. Gebruik SFC14 en SFC15 niet voor deoverdracht van procesdata; ze zijn alleen vereist voor het parameterkanaal.
• Nadat het project is opgeslagen en in de DP-master is geladen en nadat de DP-master is gestart, moet de led "BUS-F" van de MFP/MQP uitgaan. Als dit niet hetgeval is, controleer dan de bedrading en de afsluitweerstanden van de PROFIBUSen de configuratie, vooral het PROFIBUS-adres.
De nieuwste versie van de GSD-bestanden is beschikbaar op het volgende web-adres: http://www.SEW-EURODRIVE.de
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de PROFIBUS-interface MFP
8.4 Functie van de PROFIBUS-interface MFP8.4.1 Verwerking van de procesdata en sensoren/actoren
Met de PROFIBUS-interfaces MFP wordt behalve de besturing van MOVIMOT®-draaistroommotoren ook de extra aansluiting van sensoren/actoren op de digitaleingangsklemmen en digitale uitgangsklemmen mogelijk gemaakt. In het PROFIBUS-DP-protocol wordt daarbij achter de procesdata voor MOVIMOT® nog een I/O-bytetoegevoegd, waarin de extra digitale in- en uitgangen van de MFP zijn opgenomen. Decodering van de procesdata vindt plaats op basis van het uniforme MOVILINK®-profielvoor SEW-regelaars (zie het hoofdstuk "MOVILINK®-apparaatprofiel").
PROFIBUS-DP-configuratie "3 PD + I/O":
58109AXX
PO procesuitgangsdata PI procesingangsdata
PO1 besturingswoord PO2 toerental [%]PO3 integratorDO digitale uitgangen
PI1 statuswoord 1PI2 uitgangsstroomPI3 statuswoord 2DI digitale ingangen
MOVIMOT + MF..®
PO1 PO2 PO3
Master
PI1 PI2 PI3
PO
PI
DO
DI
-+
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
67
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de PROFIBUS-interface MFP
68
8.4.2 Structuur van de in- en uitgangsbyte MFP 21/22
Gereserveerd, waarde = 0
Uitgangsklem DO 1
Uitgangsklem DO 0
7 6 5 4 3 2 1 0
Veldbus-master
Byte: digitale uitgangen
Byte: digitale ingangen
7 6 5 4 3 2 1 0
Ingangsklem DI 0
Ingangsklem DI 1
Ingangsklem DI 2
Ingangsklem DI 3
Gereserveerd, waarde = 0
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de PROFIBUS-interface MFP
8.4.3 DP-configuratiesIn het algemeen kunnen alleen functies worden geconfigureerd die ook door de desbe-treffende MFP-variant worden ondersteund. Er kunnen echter ook beschikbare functiesworden gedeactiveerd, d.w.z. bij een MFP 21 kunt u de digitale uitgangen uit de confi-guratie verwijderen door de DP-configuratie " ... + DI" te selecteren.De verschillende varianten van de MFP maken verschillende DP-configuraties mogelijk.In onderstaande tabel ziet u alle mogelijke DP-configuraties en de ondersteunde MFP-varianten. In de kolom "DP-kenteken" ziet u de decimale kentekens van de individueleinsteekposities voor de configuratiesoftware van de DP-master.
Naam Onder-steunde MFP-variant
Omschrijving DP-kenteken
0 1 2
2 PD Alle MFP-varianten
MOVIMOT®-besturing via 2 procesdatawoorden 113dec 0dec –
3 PD Alle MFP-varianten
MOVIMOT®-besturing via 3 procesdatawoorden 114dec 0dec –
0 PD + DI/DO MFP 21/22 Geen MOVIMOT®-besturing, alleen verwerking van de digitale in- en uitgangen
0dec 48dec –
2 PD + DI/DO MFP 21/22 MOVIMOT®-besturing via 2 procesdatawoorden en verwerking van de digitale in- en uitgangen
113dec 48dec –
3 PD + DI/DO MFP 21/22 MOVIMOT®-besturing via 3 procesdatawoorden en verwerking van de digitale in- en uitgangen
114dec 48dec –
0 PD + DI Alle MFP-varianten
Geen MOVIMOT®-besturing, alleen verwerking van de digitale ingangen. De digitale uitgangen van de MFP worden niet gebruikt!
0dec 16dec –
2 PD + DI Alle MFP-varianten
MOVIMOT®-besturing via 2 procesdatawoorden en verwerking van de digitale ingangen. De digitale uitgangen van de MFP worden niet gebruikt!
113dec 16dec –
3 PD + DI Alle MFP-varianten
MOVIMOT®-besturing via 3 procesdatawoorden en verwerking van de digitale ingangen. De digitale uitgangen van de MFP worden niet gebruikt!
114dec 16dec –
Universele configuratie
Alle MFP-varianten
Gereserveerd voor speciale configuraties 0dec 0dec 0dec
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
69
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de PROFIBUS-interface MFP
70
8.4.4 Betekenis van de led-indicatieDe PROFIBUS-interface MFP heeft drie leds voor diagnosedoeleinden.• Led "RUN" (groen) voor het weergeven van de normale bedrijfstoestand• Led "BUS-FAULT" (rood) voor het weergeven van fouten op de PROFIBUS-DP• Led "SYS-FAULT" (rood) voor het weergeven van systeemfouten van de MFP of
MOVIMOT®
Opmerking: de led "SYS-Fault" heeft in de DP-configuraties "0PD+DI/DO" en "0PD+DI"in het algemeen geen functie.
Status van de led "RUN" (groen)
x = willekeurige toestand
50358AXX
MF
P P
RO
FIB
US
DP
MF
P P
RO
FIB
US
DP
SYS-FSYS-F
BUS-FBUS-F
RUNRUN
RUN BUS-F SYS-F Betekenis Oplossing
On x x • Hardware van de MFP-modules OK
–
On Off Off • MFP-bedrijf in orde• MFP wisselt data uit met de
DP-master (data exchange) en MOVIMOT®
–
Off x x • MFP niet bedrijfsgereed• 24VDC-voeding ontbreekt
• Controleer de 24VDC-voeding.• Schakel de MFP opnieuw in.
Vervang de module als het probleem zich blijft voordoen.
Knippert x x • PROFIBUS-adres is hoger dan 125 ingesteld
• Controleer het ingestelde PROFIBUS-adres op de MFP
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de PROFIBUS-interface MFP
Status van de led "BUS-F " (rood)
x = willekeurige toestand
Status van de led "SYS-F" (rood)
x = willekeurige toestand
RUN BUS-F SYS-F Betekenis Oplossing
On Off x • MFP wisselt data uit met de DP-master (data exchange).
–
On Knip-pert
x • De baudrate wordt herkend, maar wordt niet door de DP-master aangesproken.
• MFP is niet of verkeerd geconfigu-reerd in de DP-master.
• Controleer de configuratie van de DP-master.
On On x • De verbinding met de DP-master is verbroken.
• MFP herkent geen baudrate.• Onderbreking van de bus. • DP-master is buiten bedrijf.
• Controleer de PROFIBUS-DP-aansluiting van de MFP.
• Controleer de DP-master.• Controleer alle kabels in uw
PROFIBUS-DP-netwerk.
RUN BUS-F SYS-F Betekenis Oplossing
On x Off • Normale bedrijfstoestand van de MFP en MOVIMOT®.
–
On x Knippert 1 x
• MFP-bedrijfstoestand OK, MOVIMOT® meldt fout.
• Analyseer het foutnummer in MOVIMOT®-statuswoord 1 van de besturing.
• Raadpleeg de technische handlei-ding van de MOVIMOT® voor manieren om de fout op te heffen.
• Reset de MOVIMOT® eventueel via de besturing (resetbit in bestu-ringswoord 1).
On x Knippert 2 x
• MOVIMOT® reageert niet op setpoints van de DP-master omdat de PO-data niet zijn vrij-gegeven.
• Controleer de DIP-switches S1/1..4 in de MOVIMOT®.
• Stel RS-485-adres 1 in om de PO-data vrij te geven.
On x On • Communicatieverbinding tussen MFP en MOVIMOT® is gestoord of onderbroken.
• Controleer de elektrische verbin-ding tussen MFP en MOVIMOT® (klemmen RS+ en RS-).
• Zie ook het hoofdstuk "Elektrische installatie" en het hoofdstuk "Installatieplanning vanuit EMC-optiek".
• Werkschakelaar op de veldver-deler staat op OFF.
• Controleer de instelling van de werkschakelaar op de veldver-deler.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
71
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de PROFIBUS-interface MFP
72
8.4.5 MFP-systeemfout/MOVIMOT®-foutDe communicatieverbinding tussen MFP en MOVIMOT® is onderbroken als de MFPeen systeemfout meldt (led "SYS-FAULT" brandt continu). Deze systeemfout wordt alsfoutcode 91dec via het diagnosekanaal en via de statuswoorden van de procesingangs-data naar de plc doorgestuurd. Omdat deze systeemfout in de regel wijst op bedra-dingsproblemen of ontbrekende 24V-voeding van de MOVIMOT®-regelaar, is eenreset via het besturingswoord niet mogelijk! Zodra de communicatieverbindingweer hersteld is, wordt de fout automatisch gereset. Controleer de elektrischeaansluiting van de MFP en MOVIMOT®. De procesingangsdata bieden in geval van eensysteemfout een vast gedefinieerd bitpatroon aan, omdat er geen geldige statusinfor-matie van de MOVIMOT® meer beschikbaar is. Voor de analyse binnen de besturingkunnen zodoende alleen nog statuswoordbit 5 (storing) en de foutcode worden gebruikt.Alle overige informatie is ongeldig!
De ingangsinformatie van de digitale ingangen wordt verder geactualiseerd en kanzodoende binnen de besturing ook verder worden geanalyseerd.
Time-out van de PROFIBUS-DP
Als de dataoverdracht via PROFIBUS-DP wordt gestoord of onderbroken, loopt in deMFP de aanspreekbewakingstijd af (als deze is geconfigureerd in de DP-master). DeLED "BUS-FAULT" licht op (of knippert) en geeft aan dat er geen nieuwe gebruiksdataworden ontvangen. MOVIMOT® decelereert volgens de laatst geldende integrator. Naca. 1 seconde valt het relais "bedrijfsgereed" af om een storing te melden.De digitale uitgangen worden direct na afloop van de aanspreekbewakingstijd gereset!
DP-master actief/ besturing uitgevallen
Als de plc van de RUN-toestand in de STOP-toestand wordt gezet, zet de DP-masteralle procesuitgangsdata op de waarde 0. MOVIMOT® krijgt dan in 3 PD-bedrijf het inte-gratorsetpoint 0. De digitale uitgangen DO 0 en DO 1 worden ook door de DP-master gereset!
Pocesingangswoord Hex-waarde
Betekenis
PI1: statuswoord 1 5B20hex Foutcode 91 (5Bhex), bit 5 (storing) = 1. Alle overige statusinformatie is ongeldig!
PI2: actuele stroomwaarde 0000hex Informatie ongeldig!
PI3: statuswoord 2 0020hex Bit 5 (storing) = 1. Alle overige statusinformatie is ongeldig!
Ingangsbyte van de digitale ingangen
XXhex De ingangsinformatie van de digitale ingangen wordt verder geactualiseerd!
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de PROFIBUS-interface MFP
8.4.6 DiagnoseSlavediagnose-data
De PROFIBUS-interface MFP meldt alle optredende fouten via het diagnosekanaal vande PROFIBUS-DP aan de besturing. In de besturing worden deze foutmeldingen danvia de desbetreffende systeemfuncties (bijvoorbeeld bij S7-400 via diagnosealarm OB82/SFC 13) geëvalueerd. In de onderstaande afbeelding ziet u de structuur van dediagnosedata die worden samengesteld uit diagnose-informatie volgens EN 50170(deel 2) en (in geval van storingen bij MOVIMOT®/MFP) uit de apparaatspecifiekediagnosedata.
De codering van de bytes 0...3 is in EN 50170 (deel 2) gedefinieerd. Byte 4, 5 en 6bevatten in het algemeen de in de afbeelding weergegeven constante codes.Byte 7 bevat:• MOVIMOT®-foutcodes (zie het hoofdstuk "Diagnose MOVIMOT®-regelaars") of• MFP-foutcodes: foutcode 91dec = SYS-FAULT (zie het hoofdstuk "MFP-systeem-
fouten/MOVIMOT®-fouten" op pagina 72).
Byte 0: Stationstatus 1 •
Byte 1: Stationstatus 2 •
Byte 2: Stationstatus 3 •
Byte 3: Adres DP-master •
Byte 4: Ident-nummer High [60] •
Byte 5: Ident-nummer Low [01] •
Byte 6: Header [02] • X
Byte 7: Foutcode MOVIMOT®/MFP X
• DIN/ENX alleen in geval van storing[...] bevat constante codes van MFP, de rest is variabel
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
73
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de PROFIBUS-interface MFP
74
Alarm in- en uitschakelen
Omdat alle storingsinformatie ook rechtstreeks via de statuswoorden van de procesin-gangsdata aan de besturing kan worden overgedragen, kan het in werking stellen vanhet diagnosealarm door een MOVIMOT®-/MFP-fout via de toepassingsspecifieke para-meters van de PROFIBUS-DP ook worden gedeactiveerd.Opmerking: u gebruikt dit mechamisme alleen om het diagnosealarm uit te schakelendat wordt geactiveerd door een MOVIMOT®- of MFP-fout. Het PROFIBUS-DP-systeemkan echter altijd diagnosealarmen in de DP-master in werking stellen. Daaromadviseren wij om de desbetreffende organisatiebouwstenen (bijvoorbeeld OB82 voorS7-400) in de besturing aan te leggen.
Procedure In iedere DP-Master kunnen bij de configuratie van een DP-slave extra voor de toepas-sing specifieke parameters worden gedefinieerd die bij initialisatie van de PROFIBUS-DP naar de slave worden gezonden. Voor de interface MFP zijn 10 toepassingsspeci-fieke parameterdata beschikbaar, waarvan tot nu toe alleen byte 1 aan de volgendefunctie is toegewezen:
Alle niet-vermelde waarden zijn niet toegestaan en kunnen tot fouten van de MFPleiden!
Voorbeeld van configuratie
Byte: Toegestane waarde
Functie
0 00hex Gereserveerd
1 00hex01hex
MOVIMOT® -/MFP-fout genereert diagnosealarmMOVIMOT® -/MFP-fout genereert geen diagnosealarm
2-9 00hex Gereserveerd
Parametreerdata (hex) Functie
00,00,00,00,00,00,00,00,00,00, Diagnosealarmen worden ook in geval van storingen gegenereerd
00,01,00,00,00,00,00,00,00,00, Diagnose-alarmen worden in geval van storingen niet gegenereerd
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
8.5 Inbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)8.5.1 Inbedrijfstellingsprocedure
1. Controleer of de aansluiting van MOVIMOT® en InterBus-aansluitmodule (MFZ11)correct is.
2. Zet DIP-switch S1/1 (op de MOVIMOT®) op ON (= adres 1).
3. Gebruik setpointpotentiometer f1 om het maximumtoerental in te stellen.
4. Draai de afdichtingsschroef van setpointpotentiometer f1 met afdichting weer vast.
5. Stel de minimumfrequentie fmin in met schakelaar f2
6. Als de integrator niet via de veldbus wordt ingesteld (2 PD), moet de integratortijdmet schakelaar t1 op de MOVIMOT® worden ingesteld. De integratortijden hebbenbetrekking op een setpointsprong van 50 Hz.
Schakel de 24VDC-voeding uit alvorens de veldbusinterface te verwijderen of aante brengen!
06164AXX
05066BXX
[1] Potentiometerinstelling
1
ON
S1
6 7 854321
ON
S1
32
1 2 3 4 5 6 7 8 9 100
100f [Hz
[1]
]
2
75
25
50
65f1
Als het apparaat in bedrijf is, moet de opening boven potentiometer f1 correctafgesloten zijn met de meegeleverde afdichtingsschroef (toegestaan aanhaal-moment: 2,5 Nm) omdat dit de enige manier is waarop de explosiebeveiliging kanworden gewaarborgd. De afdichtingsschroef mag niet worden verwijderd, ook niet voor de instelling vanhet toerental, tenzij er geen explosiegevaarlijk stof-/luchtmengsel aanwezig is.
Functie Instelling
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Minimumfrequentie fmin [Hz]
2 5 7 10 12 15 20 25 30 35 40
Functie Instelling
Vaste instelling 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Integratortijd t1 [s] 0,1 0,2 0,3 0,5 0,7 1 2 3 5 7 10
34
56
78
34
56
78
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
75
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
76
7. Controleer of de gewenste draairichting is vrijgegeven.
8. Stel de MFI-DIP-switches in (zie "MFI-DIP-switches instellen" op pagina 77).9. Plaats de MOVIMOT® regelaar en MFI-huisdeksel en schroef ze vast.10.Schakel de voedingsspanning (24 VDC) voor de InterBus-interface MFI en de
MOVIMOT® in. De leds "UL" en "RD" van de MFI moeten nu oplichten en de rodeled "SYS-FAULT" moet uitgaan. Als dit niet het geval is, kunnen eventuele bedra-dings- of instellingsfouten aan de hand van de ledstatus worden gelokaliseerd(pagina 84).
11.Configureer de InterBus-interface MFI in de InterBus-master (zie "InterBus-masterconfigureren" op pagina 78).
Bewaking van de TH
• Een onafhankelijk bewakingsrelais moet de uitschakeling van de TH bewaken.• Als de TH wordt aangesproken, moet de aandrijving van het voedende net worden
gescheiden.• De TH wordt automatisch weer ingeschakeld als de temperatuur onder de maximum-
temperatuur komt! Er moet worden voorkomen dat de TH automatisch weer wordtingeschakeld (herinschakelblokkering).
• De aandrijving mag pas weer worden ingeschakeld nadat de oorzaak is onderzocht.Dit onderzoek moet door vakkundig personeel worden uitgevoerd.
Functiecontrole Controleer de correcte werking van de rem als er remmotoren worden toegepastom te voorkomen dat de rem gaat slippen en er daardoor een onaanvaardbarewarmteontwikkeling ontstaat.
Klem R Klem L Betekenis
Geactiveerd Geactiveerd • Beide draairichtingen zijn vrijgegeven
Geactiveerd Niet geactiveerd • Alleen rechtsom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor linksom hebben tot gevolg dat
de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Geactiveerd • Alleen linksom is vrijgegeven• De opgegeven setpoints voor rechtsom hebben tot gevolg
dat de aandrijving wordt stilgezet
Niet geactiveerd Niet geactiveerd • Regelaar is geblokkeerd of de aandrijving wordt stilgezet
24V
R L
24V
R L
24V
R L
24V
R L
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
8.5.2 DIP-switches instellen Met de MFI-DIP-switches 1 tot 6 kunnen de MOVIMOT®-procesdatabreedte, de MFI-bedrijfssoort en de fysieke continuering van het ringcircuit worden ingesteld.
Procesdata-breedte, bedrijfssoort
De procesdatabreedte voor MOVIMOT® wordt ingesteld met de DIP-switches 1 en 2.De InterBus-interface MFI ondersteunt voor MOVIMOT® de procesdatabreedte 2 PD en3 PD. Naar keuze kan een extra woord voor de overdracht van digitale I/O's via DIP-switch 5 (I/O) worden ingeschakeld.
NEXT/END-schakelaar
De NEXT/END-schakelaar meldt aan de MFI of er een andere InterBus-module volgt.Daarom moet deze schakelaar op "NEXT" worden ingesteld als een doorgaande remo-tebus wordt aangesloten op de klemmen 6 tot 10. De schakelaar moet op "END" wordeningesteld als de MFI de laatste module van de InterBus is. Alle gereserveerde schakelaars moeten op OFF worden gezet. Anders wordt deInterBus-protocolchip niet geïnitialiseerd. De MFI meldt zich met de ID-code"MP_Not_Ready" (ID-code 78hex). In dit geval melden de InterBus-masters een initiali-satiefout.In de onderstaande afbeelding ziet u de SEW-fabrieksinstelling:• 3 PD voor MOVIMOT® + 1 woord voor digitale I/O = 64-bits databreedte in de
InterBus• Een andere InterBus-module volgt (NEXT)
06131AXX
[1] MFI is laatste InterBus-module, geen uitgaande verbindingbuskabel aangesloten
[2] Andere InterBus-module volgt, uitgaande verbinding buskabel aangesloten
[3] InterBus-afsluiting[4] ON = procesdatabreedte + 1 voor digitale I/O's[5] Gereserveerd, positie = OFF[6] Procesdatabreedte voor MOVIMOT®
END NEXT
I/O
21
201
ON
65
43
2
[4]
[6]
[5]
[3]
[1] [2]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
77
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
78
Instellings-varianten van de InterBus-databreedte
In de volgende tabel ziet u de instellingsvarianten van de InterBus-databreedte met deDIP-switches 1, 2 en 5.
8.5.3 InterBus-master configurerenDe configuratie van de MFI in de mastermodule met behulp van de configuratiesoftware"CMD-tool" (CMD = Configuration Monitoring Diagnostics) verloopt in twee stappen. Bijde eerste stap wordt de busstructuur opgezet. Daarna worden de procesdatabeschreven en geadresseerd.
Busstructuur configureren
De busstructuur kan met de CMD-tool "IBS CMD" online of offline worden geconfigu-reerd. In de offlinestatus wordt de MFI geconfigureerd met behulp van "Insert with IdentCode". De volgende informatie moet worden ingevoerd:
Offline configuratie: Insert with Ident Code (invoegen met ID-code)
Online configuratie: configuratie-raamwerk lezen
Het is ook mogelijk eerst het InterBus-systeem helemaal te installeren, alle MFI-inter-faces te bedraden en de DIP-switches in te stellen. Vervolgens kan dan met de CMD-tool de hele busstructuur (het configuratieraamwerk) worden gelezen. Daarbij wordenalle MFI's automatisch met hun ingestelde databreedte herkend.
DIP 1:20
DIP 2:21
DIP 5:+ 1 I/O
Omschrijving Functie InterBus-data-breedte
OFF OFF OFF Gereserveerd Geen IB-initialisatiefout
ON OFF OFF Gereserveerd Niet mogelijk bij MOVIMOT® IB-initialisatiefout
OFF ON OFF 2 PD 2 PD naar MOVIMOT® 32 bits
ON ON OFF 3 PD 3 PD naar MOVIMOT® 48 bits
OFF OFF ON 0 PD + DI/DO Alleen I/O 16 bits
ON OFF ON Gereserveerd Niet mogelijk bij MOVIMOT® IB-initialisatiefout
OFF ON ON 2 PD + DI/DO 2 PD naar MOVIMOT® + I/O 48 bits
ON ON ON 3 PD + DI/DO 3 PD naar MOVIMOT® + I/O 64 bits
Programma-instelling: Functie/betekenis
ID-code: 3, decimaal Digitale module met in-/uitgangsdata
Procesdatakanaal: Deze instelling hangt af van de DIP-switches 1, 2 en 5 op de MFI
32 bits 2 PD
48 bits 3 PD of 2 PD + I/O
64 bits (fabrieksinstelling) 3 PD + I/O
Soort deelnemer: Remotebusdeelnemer
Controleer de instelling van de MFI-DIP-switches 1, 2 en 5 bij een procesdatakanaal-lengte van 48 bits; deze procesdatalengte wordt namelijk zowel voor de configuratie 3 PD als voor 2 PD + DI/DO gebruikt. Na de leesprocedure verschijnt de MFI als digitale I/O-module (type DIO).
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
FI
8.5.4 Procesdatabeschrijving aanmakenDe CMD-tool levert gewoonlijk een standaardbeschrijving voor alle procesdata van deMFI. Er kan een beginadres voor het in- en uitgangsbereik van de besturing wordengebruikt. Bij deze variant liggen de adressen van de digitale in- en uitgangen directachter de MOVIMOT®-procesdata-adressen en dus eventueel in het (analoge) perife-riebereik van de besturing. In dit geval beslaan deze gereserveerde bits van het I/O-woord onnodige geheugenruimte binnen de besturing. Een geschikte procesdata-beschrijving maakt het mogelijk de gereserveerde bits te maskeren en bijvoorbeeld aanelk procesdatawoord een eigen adres toe te wijzen.
Voorbeeld 1: standaardproces-databeschrijving
In onderstaande tabel ziet u de eenvoudigste variant van de procesdatabeschrijving. Devier procesdatawoorden van de MFI geven aan dat het om de procesdataconfiguratie3 PD+DI/DO gaat. Het startadres P132 wordt nu gescheiden voor het in- en uitgangs-databereik toegewezen. Alle procesdatawoorden liggen naadloos achter elkaar.
In de onderstaande afbeelding ziet u procesdata in het adresbereik van de InterBus-mastermodule.
U hebt nu als volgt toegang tot de procesdata binnen de besturing:Schrijven op PO1..3: T PW 132, T PW 134, T PW 136Lezen van PI1..3: L PW 132, L PW 134, L PW 136Uitgangen instellen: T PW 138Ingangen lezen: L PW 138
Deelnemersnaam ID D-nr. Procesdatanaam I/O Lengte Byte Bit Toewijzing
MOVIMOT® + MFI 3 1.0 MFI 21 IN E 64 0 0 P132
MOVIMOT® + MFI 3 1.0 MFI21 OUT A 64 0 0 P132
58110AXX
[1] adresbereik Interbus-master[2] uitgangsadressen[3] ingangsadressen
PO procesuitgangsdataPO1 besturingswoordPO2 toerental [%]PO3 integratorDO digitale uitgangen
PI procesingangsdataPI1 statuswoord 1PI2 uitgangsstroomPI3 statuswoord 2DI digitale ingangen
P132P134P136P138
P132P134P136P138
PO1PO2PO3
PI1PI2PI3
[2]
[3]
[1]
MOVIMOT®
PO1 PO2 PO3
PI1 PI2 PI3
DO
DI
PO
PI
DO (Word)
DI (Word)
+ M
-+
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
79
8 ommunicatie-interface / veldbusnbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
80
Voorbeeld 2: scheiden en optimaliseren van procesdata voor MOVIMOT® en DI/DO
Het is veel efficiënter om de MOVIMOT®-procesdata en de I/O-data van de digitale in-en uitgangen die gewoonlijk in het bitadresseerbare bereik van de besturing zoudenmoeten liggen te scheiden. In de onderstaande tabel kunt u zien hoe deze scheiding totstand wordt gebracht.
In de onderstaande afbeelding ziet u voor deze geoptimaliseerde variant de procesdatain het adresbereik van de InterBus-mastermodule.
U hebt nu als volgt toegang tot de procesdata binnen de besturing:Schrijven op PO1..3: T PW 132, T PW 134, T PW 136Lezen van PI1..3: L PW 132, L PW 134, L PW 136Uitgangen instellen: AB 100 (bijv. S A 100.0)Ingangen lezen: EB 100 (bijv. U E 100.0)
Deelnemersnaam ID D-nr. Procesdatanaam I/O Lengte Byte Bit Toewijzing
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI 21 IN E 64 0 0P132
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PE1..3 E 48 0 0
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-DI E 16 7 0 P100
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI 21 OUT A 64 0 0P132
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PA1..3 A 48 0 0
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-DO A 16 7 0 P100
58111AXX
[1] adresbereik Interbus-master[2] uitgangsadressen[3] ingangsadressen
PO procesuitgangsdataPO1 besturingswoordPO2 toerental [%]PO3 integratorDO digitale uitgangen
PI procesingangsdataPI1 statuswoord 1PI2 uitgangsstroomPI3 statuswoord 2DI digitale ingangen
P132P134P136
P132P134P136
PO1PO2PO3
PI1PI2PI3
[2]
[3]
[1]
PO1 PO2 PO3
PI1 PI2 PI3
DO
DI
PO
PI
MOVIMOT® + MFIAB100
EB100
DO (Lowbyte)
DI (Lowbyte)
-+
CI
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusInbedrijfstelling met InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
Voorbeeld 3: gedetailleerde procesdatabe-schrijving van de MFI
In dit voorbeeld wordt dezelfde scheiding van de procesdata voor MOVIMOT® en DI/DOgebruikt als in voorbeeld 2. Elk procesdatawoord wordt nu echter afzonderlijkbeschreven. Hierdoor wordt de overzichtelijkheid aanzienlijk verbeterd. De toegang totprocesdata verloopt op dezelfde manier als in voorbeeld 2.
Programma in de besturing
Een voorbeeldprogramma (afgestemd op de bovengenoemde configuratie) voor debesturing van de MOVIMOT® via InterBus vindt u in het hoofdstuk "Programmavoor-beeld in combinatie met veldbus".
Deelnemersnaam ID D-nr. Procesdata-naam
I/O Lengte Byte Bit Toewij-zing
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI 21 IN E 64 0 0
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PE1 E 16 0 0 P132
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PE2 E 16 2 0 P134
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PE3 E 16 4 0 P136
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-DI E 16 7 0 P100
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI 21 OUT A 64 0 0
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PA1 A 16 0 0 P132
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PA2 A 16 2 0 P134
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-PA3 A 16 4 0 P136
MOVIMOT® + MFI 3 1,0 MFI-DO A 16 7 0 P100
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
81
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
82
8.6 Functie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)8.6.1 Procesdata en sensoren/actoren verwerken
Met de InterBus-interface MFI wordt behalve de besturing van MOVIMOT®-draaistroommotoren ook de extra aansluiting van sensoren/actoren op vier digitaleingangsklemmen en twee digitale uitgangsklemmen mogelijk gemaakt. In het InterBus-protocol wordt daarbij achter de procesdata voor MOVIMOT® nog een I/O-woord toege-voegd, waarin de extra digitale in- en uitgangen van de MFI zijn opgenomen. De codering van de procesdata vindt plaats met het uniforme MOVILINK®-profiel voorSEW-regelaars (zie het hoofdstuk "MOVILINK®-apparaatprofiel").
Maximale InterBus-configuratie "3 PD + DI/DO":
58112AXX
PO procesuitgangsdata PI procesingangsdata
PO1 besturingswoord PO2 toerental [%]PO3 integratorDO digitale uitgangen
PI1 statuswoord 1PI2 uitgangsstroomPI3 statuswoord 2DI digitale ingangen
MOVIMOT + MF..®
PO1 PO2 PO3
Master
PI1 PI2 PI3
PO
PI
DI
DO
-+
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
8.6.2 Structuur van het in-/uitgangswoord van de MFI In de onderstaande afbeelding ziet u de klemmeninformatie op de individuele bits vanhet ingangs- en uitgangswoord. Alle gereserveerde bits kunnen door de procesdata-beschrijving binnen de InterBus CMD-tool worden gemaskeerd zodat het geheugen-gebied van de besturing niet onnodig wordt beperkt.
Gereserveerd, waarde = 0
Uitgangsklem DO 1
Uitgangsklem DO 0
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Interbus-master
Digitale uitgangenMFI 21
Digitale ingangen
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Ingangsklem DI 0
Ingangsklem DI 1
Ingangsklem DI 2
Ingangsklem DI 3
Gereserveerd, waarde = 0
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
83
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
84
8.6.3 Betekenis van de led-indicatieDe InterBus-interface MFI heeft vijf leds voor InterBus-diagnose en een andere led voorde weergave van systeemfouten.
Led UL "U-Logic" (groen)
Led RC "Remote Bus Check" (groen)
Led BA "Bus Active" (groen)
51257AXX
Status Betekenis Oplossing
On • Voedingsspanning is aanwezig
–
Off • Voedingsspanning ontbreekt
• Controleer de 24VDC-voeding en de bedrading van de MFI.
Status Betekenis Oplossing
On • Inkomende remotebus-verbinding functioneert goed
–
Off • Inkomende remotebus-verbinding functioneert niet goed
• Controleer de inkomende remotebuskabel.
Status Betekenis Oplossing
On • Dataoverdracht via InterBus is actief
–
Off • Geen dataoverdracht; InterBus is gestopt
• Controleer de inkomende remotebuskabel.• Zie voor verdere lokalisatie van de fout de
diagnosedisplay van de masterkoppeling.
Knippert • Bus actief, geen cyclische dataoverdracht
–
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
Led RD "Remote Bus Disable" (rood)
Led TR "Transmit" (groen)
Led SYS-F "systeemfout" (rood)
De led "SYS-F" wordt in de PD-configuraties 0 PD + DI/DO en 0 PD + DI meestaluitgeschakeld omdat in deze bedrijfssoort alleen de I/O-modulefunctionaliteit vande MFI is geactiveerd.
Status Betekenis Oplossing
On • Uitgaande remotebus uitgeschakeld (alleen in geval van storing)
–
Off • Uitgaande remotebus niet uitgeschakeld
–
Status Betekenis Oplossing
On • Parameterdata-uitwisse-ling via PCP
–
Off • Geen parameterdata-uitwisseling via PCP
–
Status Betekenis Oplossing
Off • Normale bedrijfstoestand van de MFI en MOVIMOT®
–
Knippert 1x • MFI-bedrijfstoestand OK, MOVIMOT® meldt fout
• Analyseer het foutnummer in MOVIMOT®-status-woord 1 van de besturing.
• Raadpleeg de bedieningshandleiding van de MOVIMOT® voor manieren om de fout op te lossen.
• Reset de MOVIMOT® eventueel via de besturing (resetbit in besturingswoord 1).
Knippert 2x • MOVIMOT® reageert niet op de setpoints van de InterBus-master omdat de PO-data niet zijn vrijge-geven
• Controleer de DIP-switches S1/1 tot S1/4 in de MOVIMOT®.
• Stel adres 1 van de RS-485 in om de PO-data vrij te geven.
On • Communicatieverbinding tussen MFI en MOVIMOT® is gestoord of onderbroken
• Controleer de elektrische verbinding tussen MFI en MOVIMOT® (klemmen RS+ en RS-).
• Zie ook het hoofdstuk "Elektrische installatie" en het hoofdstuk "Installatieplanning vanuit EMC-optiek".
• Werkschakelaar op de veldverdeler staat op OFF
• Controleer de instelling van de werkschakelaar op de veldverdeler.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
85
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
86
8.6.4 MFI-systeemfout/MOVIMOT®-foutAls de MFI een systeemfout meldt (continu branden van de led "SYS-FAULT"), is decommunicatieverbinding tussen MFI en MOVIMOT® onderbroken of gestoord. Dezesysteemfout wordt als foutcode 91dec via de statuswoorden van de procesingangsdataaan de besturing gemeld. Omdat deze systeemfout in de regel wijst op bedradings-problemen of een ontbrekende 24V-voeding van de MOVIMOT®-regelaar, is eenreset via het besturingswoord niet mogelijk! Zodra de communicatieverbindingweer hersteld is, wordt de fout automatisch gereset. Controleer de elektrischeaansluiting van de MFI en de MOVIMOT®. De procesingangsdata bieden in geval vaneen systeemfout een vast gedefinieerd bitpatroon aan, omdat er geen geldige status-informatie van de MOVIMOT® meer beschikbaar is. Voor de analyse binnen de bestu-ring kunnen zodoende alleen nog statuswoordbit 5 (storing) en de foutcode wordengebruikt. Alle overige informatie is ongeldig!
De ingangsinformatie van de digitale ingangen wordt verder geactualiseerd en kanzodoende binnen de besturing ook verder worden geanalyseerd.
InterBus-time-out Als de dataoverdracht via InterBus door de master wordt gestopt, loopt de veldbustime-outtijd op de MFI af (standaardwaarde 630 ms). Als de dataoverdracht fysiek wordtonderbroken, bedraagt de tijd ca. 25 ms. De led "BA" (bus actief) licht op en geeft aandat er geen InterBus-data worden verzonden. MOVIMOT® decelereert onmiddellijk metde laatst geldende integrator. Na ca. 1 seconde valt het relais "bedrijfsgereed" af om eenstoring te melden. De digitale uitgangen worden direct na afloop van de veldbustime-out gereset!
InterBus-master actief/besturing uitgevallen
Als de besturing van de RUN-status in de STOP-status wordt gebracht, zet de InterBus-master alle procesuitgangsdata op de waarde 0. MOVIMOT® krijgt dan in 3 PD-bedrijfhet integratorsetpoint 0.De digitale uitgangen DO 0 en DO 1 worden ook door de InterBus-master gereset!
Pocesingangswoord Hex-waarde
Betekenis
PI1: statuswoord 1 5B20hex Foutcode 91, bit 5 (storing) = 1 Alle overige statusinformatie is ongeldig!
PI2: actuele stroomwaarde 0000hex Informatie ongeldig!
PI3: statuswoord 2 0020hex Bit 5 (storing) = 1Alle overige statusinformatie is ongeldig!
Ingangsbyte van de digitale ingangen
XXhex De ingangsinformatie van de digitale ingangen wordt verder geactualiseerd!
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusFunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
8.6.5 Diagnose via InterBus-mastermodule (G4)Alle InterBus-mastermodules van de vierde generatie (G4) bieden uitgebreidediagnosemogelijkheden, zowel via de status- en de diagnosedisplay als binnen debesturing. Alle belangrijke G4-diagnoseopties worden ondersteund omdat de MFI geba-seerd is op InterBus-protocolchip SUPI 3. Zie de documentatie van de mastermodulevoor meer informatie over de diagnosemogelijkheden. In onderstaande tabel ziet u debelangrijkste foutcodes die in combinatie met de MFI kunnen voorkomen en gedetail-leerde informatie over oplossingen voor de fouten.
Diagnose-meldingen via status- en diagnosedisplay van master-module G4
Zie voor meer diagnosemeldingen de beschrijving van uw InterBus-mastermodule.
Fout-naam
Foutcode (hex)
Omschrijving Oplossing
OUT1 0C8A Fout op de uitgaande interface van de MFI. De uitgaande interface (OUT1) is geactiveerd terwijl er geen deelnemer aangesloten of in de master geconfigu-reerd is.
Controleer de instelling van DIP-switch 6 (NEXT/END). Als de MFI de laatste deelnemer is, moet deze schakelaar op END worden ingesteld.
DEV 0C40 Fout op een deelnemer (device). De leng-tecode van de opgegeven MFI komt niet overeen met de waarde in het configura-tieraamwerk.
Controleer de instelling van de DIP-switches op de MFI.
DEV 0C70 Dataoverdracht is geannuleerd omdat of de initialisatie van de SUPI 3 is mislukt of de MFI defect is. Deze foutcode wordt ook weergegeven als een gereserveerde DIP-switchinstelling wordt geselecteerd!
Controleer of de instelling van de DIP-switches op de MFI geldig is.
PF TEN 0BB4 Foutenhistorie van de laatste tien perife-riefouten (PF). De MFI meldt een perife-riefout als een microprocessorreset (als gevolg van EMC-problemen of een hard-warefout) is uitgevoerd.
Controleer de bedrading en afscher-ming van de MFI. Schakel de MFI opnieuw in. Vervang MFI-elektronica of neem contact op met Vector Aandrijftechniek als het probleem zich blijft voordoen.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
87
8 ommunicatie-interface / veldbusunctie van de InterBus-interface MFI.. (koperen leiding)
88
8.6.6 ProcesdatabewakingAls de InterBus de status "RUN" heeft, kunt u de procesdata-uitwisseling tussen master-module en MFI analyseren via de status- en diagnosedisplay van de mastermodule inbedrijfssoort ("MONI"). Dit is een eenvoudig mechanisme om te analyseren welkesetpoints en actuele waarden tussen master en MFI worden uitgewisseld. In hetvolgende voorbeeld wordt het gebruik van deze bewakingsfunctie uitgelegd.
Voorbeeld van procesdata-bewaking:
De MFI wordt gebruikt met de configuratie "3 PD + DI/DO". De adressen worden alsvolgt toegewezen in de procesdatabeschrijving:
Procesuitgangsdata van InterBus-master naar MFI (OUT):MFI-PO 1..3: adres P132...136MFI-DO: adres P100
Procesingangsdata van MFI naar InterBus-master (IN):MFI-PI 1..3: adres P132...136MFI-DI: adres P100
U kunt de MFI-procesdata nu als volgt analyseren via bedrijfssoort "MONI":
Betekenis Procesdata-naam
Instelling op de diagnosedisplay:bedrijfssoort MONI (monitor)
Richting Toewijzing
Besturingswoord 1 naar MOVIMOT® MFI-PO1 OUT P132
Toerentalsetpoint [%] naar MOVIMOT® MFI-PO2 OUT P134
Integrator [ms] naar MOVIMOT® MFI-PO3 OUT P136
Status van digitale uitgangen van MFI MFI-DO OUT P100
Statuswoord 1 naar MOVIMOT® MFI-PI1 IN P132
Actuele waarde van schijnstroom van MOVIMOT®
MFI-PI2 IN P134
Statuswoord 2 naar MOVIMOT® MFI-PI3 IN P136
Status van digitale ingangen van MFI MFI-DI IN P100
CF
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusCodering van de procesdata
8.7 Codering van de procesdataVoor de besturing en voor de setpointinstelling in alle veldbussystemen wordt dezelfdeprocesdata-informatie gebruikt. De codering van de procesdata vindt plaats volgens hetuniforme MOVILINK®-profiel voor SEW-regelaars. Voor de MOVIMOT® wordt in hetalgemeen onderscheid gemaakt tussen de volgende varianten:• 2 procesdatawoorden (2 PD); • 3 procesdatawoorden (3 PD).
Twee procesdata-woorden
Voor de besturing van de MOVIMOT® met twee procesdatawoorden worden vanuit deoverkoepelende besturing de procesuitgangsdata "besturingswoord" en "toerental [%]"naar de MOVIMOT® verzonden en de procesingangsdata "statuswoord 1" en "uitgangs-stroom" vanuit de MOVIMOT® naar het automatiseringsapparaat verzonden.
Drie procesdata-woorden
Bij de besturing met drie procesdatawoorden wordt de integrator als extra proces-uitgangsdatawoord en "statuswoord 2" als derde procesingangsdatawoord verzonden.
58113AXX
PO = procesuitgangsdata PI = procesingangsdata
PO1 = besturingswoord PI1 = statuswoord 1
PO2 = toerental (%) PI2 = uitgangsstroom
PO3 = integrator PI3 = statuswoord 2
MOVIMOT®
PO1 PO2 PO3
Master
PI1 PI2 PI3
PO
PI
-+
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
89
8 ommunicatie-interface / veldbusodering van de procesdata
90
Procesuitgangs-data
Procesuitgangsdata worden door de overkoepelende besturing naar de MOVIMOT®-regelaar gezonden (besturingsinformatie en setpoints). Zij worden in de MOVIMOT®
echter pas actief als het RS-485-adres in de MOVIMOT® (DIP-switches S1/1 tot S1/4)niet op 0 wordt ingesteld. De MOVIMOT® kan met de volgende procesuitgangsdataworden aangestuurd:• PO1: besturingswoord• PO2: toerental [%] (setpoint)• PO3: integrator
Besturingswoord, bit 0...2
Het besturingscommando "vrijgave" wordt gegeven met bit 0...2 door het besturings-woord = 0006hex in te voeren. Om de MOVIMOT® vrij te geven moeten bovendien deingangsklemmen RECHTS en/of LINKS op +24 V aangesloten (doorverbonden) zijn.Het besturingscommando "Stop" wordt gegeven door bit 2 = "0" te resetten. Gebruik hetstopcommando 0002hex vanwege de compatibiliteit met andere SEW-regelaarseries. Inprincipe bewerkt de MOVIMOT® echter onafhankelijk van de status van bit 0 en bit 1 bijbit 2 = "0" een stop in de actuele integrator.
Besturingswoord bit 6 = reset
Bij storingen kan met bit 6 = "1" (reset) de fout worden bevestigd. Niet-toegewezenbesturingsbits moeten om compatibiliteitsredenen de waarde 0 hebben.
Toerental [%] Het toerentalsetpoint wordt als procentuele waarde in relatie tot het met setpointpoten-tiometer f1 ingestelde maximumtoerental opgegeven.Codering: C000hex = –100% (linksom)
4000hex = +100% (rechtsom)Æ 1 digit = 0,0061 %
Voorbeeld: 80 % fmax, draairichting LINKSOM:Berekening: –80% / 0,0061 = –13115dec = CCC5hex
Integrator Als de uitwisseling met drie procesdatawoorden plaatsvindt, wordt de actuele integratorovergedragen aan het procesuitgangsdatawoord PO3. Bij de besturing van deMOVIMOT® met twee procesdatawoorden wordt de met schakelaar t1 ingestelde inte-grator gebruikt.Codering: 1 digit = 1 msBereik: 100...10000 msVoorbeeld: 2,0 s = 2000 ms = 2000dec = 07D0hex
Basisstuurblok
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
PO1: besturingswoord Gereserveerd voor extra functies = "0" "1" = Reset Gereserveerd = "0" "1 1 0" = vrijgave
Anders stop
PO2: setpoint Draairichtingsafhankelijke procentuele waarde / 0,0061 %Voorbeeld: –80% / 0,0061% = –13115 = CCC5hex
PO3: integrator(alleen bij
3-woordsprotocol)
Tijd van 0 tot 50 Hz in ms (bereik: 100...10000 ms)Voorbeeld: 2,0 s = 2000 ms = 07DOhex
CC
00
I
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
8Communicatie-interface / veldbusCodering van de procesdata
Procesingangs-data
Procesingangsdata worden door de MOVIMOT®-regelaar aan de overkoepelendebesturing teruggegeven en bestaan uit informatie over de status- en de actuelewaarden. De volgende procesingangsdata worden door de MOVIMOT® ondersteund:• PI1: statuswoord 1• PI2: uitgangsstroom• PI3: statuswoord 2
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Regelaar vrijgegeven = "1"
PI1: statuswoord 1
Regelaarstatus (bit 5 = "0")0 = regelaar niet gereed2 = geen vrijgave4 = vrijgegeven
Foutnummer (bit 5 = "1")
Regelaar vrijgegeven = "1"
PO-data vrijgegeven = "1"
Gereserveerd
Gereserveerd
Storing/waarschuwing = "1"
Gereserveerd
Gereserveerd
PI2: actuelestroomwaarde
16-bits integer met voorteken x 0,1% INVoorbeeld: 0320hex = 800 x 0,1% IN = 80% IN
PI3: statuswoord 2(alleen bij een protocol
van drie woorden)
15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Regelaar vrijgegeven = "1"
Regelaar vrijgegeven = "1"
PO-data vrijgegeven = "1"
Gereserveerd
Gereserveerd
Storing/waarschuwing = "1"
Gereserveerd
GereserveerdO1 (rem) "1" = rem in"0" = rem gelichtO2 (bedrijfsgereed)
I1 (rechts)
I2 (links)
I3 (setpoint f2)
Gereserveerd 0
Gereserveerd 0
Gereserveerd 0
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
00
I
91
9 iagnoseiagnose MOVIMOT®
92
9 Diagnose9.1 Diagnose MOVIMOT®
Statusled De statusled bevindt zich aan de bovenzijde van de MOVIMOT®-regelaar (zie volgendeafbeelding).
Betekenis van de statusledweer-gaven
De driekleurenled geeft de volgende bedrijfs- en foutsituaties aan.
58114AXX
[1] MOVIMOT®-statusled
[1]
Ledkleur Ledstatus Bedrijfsstatus Omschrijving
– Off Niet bedrijfsgereed 24V-voeding ontbreekt
Geel Knippert gelijkmatig Niet bedrijfsgereed Zelftestfase of 24V-voedingsspanning is aanwezig maar netspanning is niet in orde.
Geel Gelijkmatig snel knippe-rend
Bedrijfsgereed Lichten van de rem zonder dat vrijgave van de aandrijving actief is (alleen bij S2/2 = "ON")
Geel Brandt continu Bedrijfsgereed, maar regelaar geblokkeerd
24V-voeding en netspanning in orde, maar geen vrijgave-signaal
Groen/geel Knippert met wisselende kleur
Bedrijfsgereed, maar time-out
Gestoorde communicatie bij cyclische data-uitwisseling.
Groen Brandt continu Regelaar vrijgegeven Motor in bedrijf.
Groen Gelijkmatig snel knippe-rend
Stroomgrens actief Aandrijving functioneert aan de stroomgrens.
Rood Brandt continu Niet bedrijfsgereed Controleer de 24VDC-voeding.Let erop dat er een afgevlakte gelijkspanning met een kleine rimpel (resterende rimpel max. 13%) aanwezig is.
Rood Knippert 2x, pauze Fout 07 Tussenkringspanning te hoog
Rood Langzaam knipperend Fout 08 Fout bij toerentalbewaking (alleen bij S2/4= "ON")
Fout 90Fout 09
Toewijzing motor – regelaar fout
Fout 17 tot 24, 37 CPU-fout
Fout 25, 94 EEPROM-fout
Rood Knippert 3x, pauzeFout 01 Te hoge stroom in eindtrap
Fout 11 Te hoge temperatuur in eindtrap
Rood Knippert 4x, pauze Fout 84 Te hoge temperatuur in motor Toewijzing motorfrequentieregelaar is fout
Rood Knippert 5x, pauze Fout 89 Te hoge temperatuur van remToewijzing motorfrequentieregelaar is fout
Rood Knippert 6x, pauze Fout 06 Faseuitval van netvoeding
DD
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
9DiagnoseDiagnose MOVIMOT®
Foutenlijst
Fout Oorzaak/oplossing
Time-out van de communicatie (motor blijft staan, zonder foutcode)
A Slechte verbinding Ø, RS+, RS- tussen MOVIMOT® en RS-485-master. Controleer en herstel de verbinding, vooral de aarding.
B EMC-beïnvloeding. Controleer de afscherming van de datakabels en verbeter deze indien nodig.
C Onjuist type (cyclisch) bij acyclisch dataverkeer, protocoltijdsbestek tussen deafzonderlijke telegrammen is groter dan 1s (time-outtijd).Controleer het aantal op de master aangesloten MOVIMOT®'s (er mogen maximaal acht MOVIMOT®-regelaars als slaves worden aangesloten bij cyclische communicatie).Verkort de telegramcyclus of kies telegramtype "acyclisch".
Tussenkringspanning is te laag, netuitval is herkend(motor blijft staan, zonder foutcode)
Controleer voedingskabels, netspanning en 24V-elektronicavoeding op onderbrekingen. Controleer de waarde van de 24V-elektronicavoeding (toegestaan spanningsbereik 24 V ± 25%, EN 61131-2; resterende rimpel max. 13%).De motor loopt vanzelf aan wanneer de spanning weer een normale waarde bereikt.
Foutcode 01 Te hoge stroom in eindtrap
Kortsluiting op regelaaruitgangControleer de verbinding tussen de uitgang van de regelaar en de motor alsook de motorwikke-ling op kortsluiting.Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 06 Fase-uitval(Deze fout kan alleen bij belasting van de aandrijving worden herkend.)
Controleer de netvoedingskabels op fase-uitval. Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 07 Tussenkringspanning is te hoog
A Integratortijd te kort Æ verleng de integratortijd.B Onjuiste aansluiting van remspoel/remweerstand
Æ controleer de aansluiting van remweerstand/remspoel en corrigeer deze indien nodig.C Onjuiste inwendige weerstand van remspoel/remweerstand
Æ controleer de inwendige weerstand van de remspoel/remweerstand (zie het hoofdstuk "Technische gegevens").
D Thermische overbelasting van remweerstand Æ onjuiste dimensionering van remweerstandE Ongeldig spanningsbereik van de netingangsspanning Æ controleer de netingangsspanning
op het toegestane spanningsbereik.Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 08Toerentalbewaking
Toerentalbewaking is geactiveerd, belasting van de aandrijving is te hoog Æ verlaag de belas-ting van de aandrijving.Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 11 Thermische overbelasting van de eindtrap of intern regelaardefect
• Maak het koellichaam schoon.• Verlaag de omgevingstemperatuur.• Voorkom warmteophoping.• Reduceer de belasting van de regelaar.Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 17 tot 24, 37CPU-fout
Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 25, 94EEPROM-fout
Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 84 Thermische overbelasting van de motor
• Zet bij afzonderlijke montage van de MOVIMOT®-regelaar DIP-switch S1/5 op "ON".• Controleer bij combinaties van "MOVIMOT® en motor met een vermogenstrap kleiner" de
stand van DIP-switch S1/6.• Verlaag de omgevingstemperatuur.• Voorkom warmteophoping.• Reduceer de belasting van de motor. • Verhoog het toerental.• Controleer de combinatie van aandrijving en MOVIMOT®-frequentieregelaar als de fout kort
na de eerste vrijgave wordt gemeld.• Bij toepassing van de MOVIMOT® met geselecteerde extra functie 5 is de temperatuurbewa-
king van de motor (wikkelingsthermostaat TH) geactiveerd Æ reduceer de belasting van de motor.
Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
939 iagnoseiagnose MOVIMOT®
94
Foutcode 89 Thermische overbelasting van de remspoel of remweerstand, onjuiste aansluiting van de remspoel.
• Verleng de ingestelde integratortijd.• Controleer de rem (zie het hoofdstuk "Inspectie en onderhoud").• Controleer de aansluiting van de remspoelen.• Neem contact op met de serviceafdeling van Vector Aandrijftechniek.• Controleer de combinatie van aandrijving (remspoel) en MOVIMOT®-frequentieregelaar als
de fout kort na de eerst vrijgave wordt gemeld.• Controleer bij combinaties van "MOVIMOT® en motor met een vermogenstrap kleiner" de
stand van DIP-switch S1/6. Reset de fout door de 24VDC-voedingsspanning uit te schakelen of via MOVILINK®.
Foutcode 91 Communicatiefout tussen veldbus-gateway en MOVIMOT® (deze fout wordt door de busmodule gegene-reerd)
• Controleer de elektrische aansluiting tussen veldbusgateway en MOVIMOT® (RS-485).• De fout wordt na opheffing van de oorzaak automatisch gereset; een reset via het bestu-
ringswoord is niet mogelijk.
Fout Oorzaak/oplossing
DD
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
9DiagnoseBelangrijke informatie bij beroep op service
9.2 Belangrijke informatie bij beroep op serviceAls een fout niet op te lossen is, neem dan contact op met de serviceafdeling van VectorAandrijftechniek (Klanten- en onderdelenservice").Verstrek bij overleg met onze serviceafdeling altijd de volgende informatie:• servicecode [1];• serienummer [2];• artikelnummer [3];• typeaanduiding (typeplaatje regelaar [4] en typeplaatje motor [5]);• fabricagenummer [6];• korte beschrijving van de applicatie (soort aandrijving, besturing via klemmen of
serieel);• soort fout;• begeleidende omstandigheden (bijvoorbeeld eerste inbedrijfstelling);• eigen vermoedens;• voorafgegane ongebruikelijke gebeurtenissen, enz.
58116AXX
[6]
[5]
Nm
kgkW
50/60Hz V
1/min
188 150 7.10
Baujahr
cos
Ta ˚C
IM
Made in Germany
i
Gleichrichter
A
3 IEC 34
Nm
IP
Bruchsal/Germany
Kl.
Bremse V
i
Typ
Nr.
Ma
FA47/II2GD DT71D4/BMG/MM03-GP/MLA
3009818304. 0001. 05
2900 / 100Hz
0.30
400 - 500
48
II3D EEx T 140C 2005
0.99 F
0.95 54
11.4 B3
-20 - +50
230V 5
CLP HC 220 SYNTH.ÖL/1,50L
[1]
[4][3]
[2]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
9510 nspectie en onderhoudelangrijke aanwijzingen
96
10 Inspectie en onderhoud10.1 Belangrijke aanwijzingen
• Gebruik alleen originele onderdelen die voorkomen in de geldige onderdelenlijst.Anders vervalt de Ex-toelating van de motor.
• Als u motoronderdelen vervangt die betrekking hebben op de explosiebeveiliging, iseen nieuwe routinetest noodzakelijk.
• Motoren die in bedrijf zijn, kunnen zeer heet worden. Hierdoor kunnen brandwondenontstaan!
• Maak voordat u met de werkzaamheden begint de motor en de rem spanningsloosen zorg ervoor dat ze niet onbedoeld weer kunnen worden ingeschakeld!
• Let na de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden op of de motor correct isgemonteerd en alle openingen zorgvuldig zijn afgesloten.
• Motoren die in gebieden met explosieve stof-/luchtmengels worden toegepast,moeten regelmatig worden gereinigd. Vermijd stofafzettingen van meer dan 5 mm inalle gevallen.
• De explosiebeveiliging is in belangrijke mate afhankelijk van de handhaving van deIP-beschermingsgraad. Let daarom tijdens alle werkzaamheden op een juiste plaat-sing en toestand van alle afdichtingen.
• Voorzie oliekeerringen voor de montage in de buurt van de afdichtingslip van vet(Klüber Petamo GHY133N).
• Voer veiligheids- en functiecontroles uit na alle onderhouds- en reparatiewerkzaam-heden (thermische beveiliging, rem).
• De explosiebeveiliging kan alleen bij correct onderhouden motoren en remmenworden gehandhaafd.
IB
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10Inspectie en onderhoudInspectie- en onderhoudsintervallen
10.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen
Apparaat/onderdeel Tijdsinterval Vereiste actie
Rem BMG05-4
• Bij toepassing als stoprem:minimaal om de 3000 bedrijfsuren1)
• Bij toepassing als houdrem:al naargelang de belasting om de 2 tot 4 jaar 1)
1) Slijtage wordt door veel factoren beïnvloed en kan snel verlopen. De vereiste inspectie-/onderhouds-intervallen moeten per installatie volgens de configuratiedocumenten (bijvoorbeeld "Aandrijvingen confi-gureren") door de installateur worden berekend.
Rem inspecteren• Dikte van de remschijf meten• Remschijf, remvoering• Lichtspleet meten en instellen• Ankerschijf• Meenemer/vertanding• Drukringen
• Slijpsel afzuigen• Contacten inspecteren en even-
tueel vervangen (bijvoorbeeld bij inbranden)
Motor
• Om de 10.000 bedrijfsuren
Motor inspecteren• Kogellagers controleren en
eventueel vervangen• Oliekeerring vervangen• Koelluchtkanalen reinigen
Motor met terugloop-blokkering
• Vloeibaar vet van de terugloop-blokkering vervangen
Aandrijving • Verschillend(afhankelijk van externe factoren)
• Aflak-/corrosiewerende verf bijwerken of opnieuw aanbrengen
Verwijder de veldbusinterface tijdens onderhoudswerkzaamheden niet als dezeonder spanning staat. Zorg dat de spanning continu uitgeschakeld blijft gedu-rende de onderhoudswerkzaamheden.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
9710 nspectie en onderhoudnspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de motor
98
10.3 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de motorVoorbeeld motor DFT...MM..
57803AXX
[1] borgring[2] slingerschijf[3] oliekeerring[4] afdichtingsschroef[5] A-(flens)lagerschild[6] borgring[7] kogellager[8] borgring[9] rotor[11] kogellager[12] vulring[13] stator[14] B-lagerschild[15] zeskantbout[16] V-ring[17] ventilator[18] borgring[19] ventilatorkap[20] behuizingsschroef
[1][2]
[3]
[4]
[5] [6][7]
[9]
[11][12]
[8]
[13]
[14]
[17]
[18]
[19][20]
[16]
[15]
II
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10Inspectie en onderhoudInspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de motor
Motor inspecteren
1. Maak de MOVIMOT® spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet onbedoeldweer kan worden ingeschakeld.
2. Demonteer ventilatorkap [19].3. Demonteer de zeskantbouten [15] van het A- [5] en B-lagerschild [14] en maak de
stator [13] van het A-lagerschild los.4. Bij motoren met BMG-rem:
– Verwijder de MOVIMOT®-regelaar en de remkabel uit de klemmen.– Druk het B-lagerschild met de rem van de stator af en neem het schild voorzichtig
weg (trek de remkabel eventueel met een sleepdraad mee).– Trek de stator ca. 3 tot 4 cm eraf.
5. Zichtcontrole: zit er vocht of reductorolie in de statorruimte?– zo nee: ga verder met 9;– bij vocht: ga verder met 6;– bij reductorolie: laat de motor door een erkend bedrijf repareren.
6. Als er vocht in de stator zit:– bij motorreductoren: demonteer de motor van de reductor;– bij motoren zonder reductor: demonteer de A-flens;– demonteer de rotor (9).
7. Zorg ervoor dat de wikkeling wordt gereinigd, wordt gedroogd en elektrisch wordtgecontroleerd.
8. Vervang de kogellagers [7, 11] (uitsluitend door toegestane lagers, zie het hoofdstuk"Toegestane typen kogellagers").
9. Vervang oliekeerring [3] in het A-lagerschild (voorzie de oliekeerringen vóór demontage van vet (Klueber Petamo 133N)).
10.Dicht de statorzitting opnieuw af (afdichtingsmiddel "Hylomar L Spezial") en vet deV-ring in.
11.Monteer motor, rem en accessoires.12.Controleer vervolgens de reductor (zie de technische handleiding van de reductor).
Smering van de terugloop-blokkering
De terugloopblokkering is in de fabriek met corrosiewerend vloeibaar vet (Mobil LBZ)gesmeerd. Als u een ander vet wilt toepassen, moet het voldoen aan NLGI-klasse00/000, een basisviscositeit van 42 mm2/s hebben bij 40°C en op basis van lithiumzeepen minerale olie zijn vervaardigd. Het temperatuurbereik loopt van –50°C tot +90°C. Zievoor de benodigde hoeveelheid vet de onderstaande tabel.
Motortype 71/80 90/100
Vet [g] 9 15
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
9910 nspectie en onderhoudnspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem
100
10.4 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de remSommige onderdelen van de rem zijn aan bedrijfsmatige slijtage onderhevig.Regelmatige inspectie en onderhoud zijn daarom absoluut noodzakelijk.
Toepassing van de rem als stoprem
Als de rem als stoprem wordt toegepast, is de slijtage van de remvoering bepalend voorhet tijdstip waarop onderhoud moet plaatsvinden. De maximaal toegestane lichtspleet(zie "Remenergie tot nastelling, lichtspleet, remkoppel" op pagina 107) mag niet wordenoverschreden. De inspectie-/onderhoudsintervallen kunnen worden berekend aan dehand van de remenergie van de rem per schakeling en de totale remenergie tot hetmoment waarop de rem wordt nagesteld (zie "Remenergie tot nastelling, lichtspleet,remkoppel" op pagina 107).Bereken hiervoor de remenergie per schakeling volgens de configuratiedocumenten.De rem moet op zijn laatst worden gecontroleerd als deze de aangegeven remenergietot op het moment van nastelling heeft verricht.De volgende onderdelen van de rem (zie onderstaande afbeelding) zijn aan slijtageonderhevig en moeten eventueel worden vervangen:• remschijf [7];• ringveer [6];• ankerplaat [8];• drukringen en drukveren [10 b,c];• remveren [11];• vervang bij herhaalde demontage/montage ook de zelfborgende zeskantmoeren
[10e] en het afdichtband [5].
Toepassing van de rem als houdrem
Remmen die als houdrem worden toegepast en daardoor aan een geringe slijtage vande remvoering onderhevig zijn, moeten ook op slijtage van de mechanische overbren-gingscomponenten worden gecontroleerd.
II
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10Inspectie en onderhoudInspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem
Type BMG05 – BMG4
De explosiebeveiliging kan alleen worden gehandhaafd als de rem correct wordtonderhouden.
57804AXX
[1] motor met remlagerschild[2] meenemer[3] borgring[4] niroschijf [5] afdichtband[6] ringveer[7] remschijf[8] ankerschijf[9] dempingsschijf (alleen BMG)[10a] tapeind (3x)[10b] drukveer[10c] drukring[10e] zeskantmoer
[11] remveer[12] spoelhuis[13] afdichtring[14] spiraalspanstift[15] lichterbeugel met hendel[16] tapeind (2x)[17] conische veer[18] stelmoer[19] ventilator[20] borgring[21] ventilatorkap[22] behuizingsschroef[23] bandklem
[1]
[2][3]
[4]
[5]
[23]
[23][6]
[7][8]
[9]
[10]
[11]
[12][13]
[14][15]
[16][17]
[18] [19]
[20]
[21]
[22]
a
bc
e
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10110 nspectie en onderhoudnspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem
102
Rem inspecteren, lichtspleet instellen
1. Maak de MOVIMOT® spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet onbedoeldweer kan worden ingeschakeld.
2. Demonteer de ventilatorkap [21].3. Demonteer de bandklemmen [23], verschuif het afdichtband [5] en zuig het slijpsel
af.4. Controleer de remschijf [7].
De remvoering is aan slijtage onderhevig. De dikte mag in geen geval onder de voor-geschreven minimumwaarde komen. Om de slijtage sinds de laatste onder-houdsbeurt te kunnen inschatten, wordt ook de dikte van een nieuwe remschijfaangegeven.
Vervang de remschijf als de minimale dikte van de remschijf is bereikt (zie de para-graaf "Remschijf vervangen").
5. Meet lichtspleet A (zie de onderstaande afbeelding)– met een voelermaat, op drie plaatsen die zich ongeveer 120° van elkaar bevinden
tussen de ankerschijf en de dempingsschijf [9].
6. Trek de zeskantmoeren [10e] na tot de lichtspleet juist is ingesteld (zie het hoofdstuk"Technische gegevens").
7. Breng het afdichtband en de bandklem aan en monteer de gedemonteerde onder-delen weer.
Motortype Remtype Minimumdikte remschijf Dikte nieuwe remschijf
[mm] [mm]
DT71. – DV100. BMG05 – BMG4 9 12,3
02577AXX
A
II
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10Inspectie en onderhoudInspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem
Remschijf vervangen
Controleer wanneer u de remschijf vervangt ook de overige gedemonteerde onderdelenen vervang deze indien nodig.1. Maak de MOVIMOT® spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet onbedoeld
weer kan worden ingeschakeld.2. Demonteer de volgende onderdelen:
– ventilatorkap [21], borgring [20] en ventilator [19].3. Demonteer de bandklem [23], verwijder het afdichtband [5] en zuig het slijpsel af.
Demonteer de handremlichter: stelmoeren [18], kegelveren [17], tapeinden [16], lich-terbeugel [15], spiraalspanstift [14].
4. Draai de zeskantmoeren [10e] los, trek spoelhuis [12] voorzichtig (remkabel!) los enverwijder de remveren [11].
5. Demonteer dempingsschijf [9], ankerschijf [8] en remschijf [7] en maak de remonder-delen schoon.
6. Monteer een nieuwe remschijf.7. Monteer de remonderdelen weer (zonder afdichtband, ventilator en ventilatorkap) en
stel de lichtspleet in (zie de paragraaf "Rem inspecteren, lichtspleet instellen",punten 5 t/m 7).
8. Bij handremlichter: stel met de stelmoeren [18] de lengtespeling "s" tussen de coni-sche veren [17] (platgedrukt) en de stelmoeren in (zie de onderstaande afbeelding).
9. Breng het afdichtband en de bandklem aan en monteer de gedemonteerde onder-delen weer.
Voorschriften • De vaste handremlichter (type HF) is al gelicht als bij het aandraaien van de draad-stift weerstand voelbaar is.
• De terugspringende handremlichter (type HR) kan met normale handkracht wordengelicht.
06495AXX
Rem Lengtespeling s [mm]
BMG 05 – 1 1,5
BMG 2 – BMG 4 2
s
Belangrijk: de lengtespeling "s" is noodzakelijk, zodat bij slijtage van de remvoe-ring de ankerschijf kan opschuiven. Anders is het niet zeker dat er veilig kanworden geremd.
Let op: bij remmotoren met terugspringende handremlichter moet de hendel nainbedrijfstelling/onderhoud altijd worden verwijderd! Deze kan in de hiervoorbestemde houder aan de buitenzijde van de motor worden bewaard.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
10310 nspectie en onderhoudnspectie- en onderhoudswerkzaamheden aan de rem
104
Remkoppel wijzigen
Het remkoppel kan trapsgewijs worden gewijzigd (zie het hoofdstuk "Technische gege-vens"):• door verschillende remveren in te bouwen;• door het aantal remveren te variëren.
1. Maak de MOVIMOT® spanningsloos en zorg ervoor dat deze niet onbedoeldweer kan worden ingeschakeld.
2. Demonteer de volgende onderdelen:– indien aanwezig ventilatorkap [21], borgring [20] en ventilator [19].
3. Demonteer bandklem [23] en verwijder afdichtband [5].Demonteer de handremlichter: stelmoeren [18], kegelveren [17], tapeinden [16], lich-terbeugel [15], spiraalspanstift [14].
4. Draai de zeskantmoeren [10e] los en trek spoellichaam [12] ca. 50 mm voorzichtig(remkabel!) eraf.
5. Vervang de remveren [11] of vul ze aan (breng de remveren symmetrisch aan).6. Monteer de remonderdelen weer (zonder afdichtband, ventilator en ventilatorkap) en
stel de lichtspleet in (zie de paragraaf "Rem inspecteren, lichtspleet instellen",punten 5 t/m 7).
7. Bij handremlichter:stel met de stelmoeren [18] de lengtespeling "s" tussen de conische veren [17] (plat-gedrukt) en de stelmoeren in (zie de onderstaande afbeelding).
8. Breng het afdichtband en de bandklem aan en monteer de gedemonteerde onder-delen weer.
01111AXX
Rem Lengtespeling s [mm]
BMG 05 – 1 1,5
BMG 2 – BMG4 2
s
Belangrijk: de lengtespeling "s" is noodzakelijk, zodat bij slijtage van de remvoe-ring de ankerschijf kan opschuiven. Anders is het niet zeker dat er veilig kanworden geremd.
Opmerking: vervang bij herhaalde demontage de stelmoeren [18] en de zeskant-moeren [10e] (in verband met de afnemende zelfremming van de moeren)!
II
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensMOVIMOT® van categorie II3D
-
C
ntie
11 Technische gegevens11.1 MOVIMOT® van categorie II3D
MOVIMOT®-type MM 03C- 503-04
MM 05C- 503-04
MM 07C- 503-04
MM 11C- 503-04
MM 15C-503-04
MM 22C-503-04
MM 30C-503-04
MM 3XC503-04
Artikelnummer 1820 499 6
1820 500 3
1820 501 1
1820 503 8
1820 505 4
1820 506 2
1820 504 6
1820507 0
Uitgaand schijnbaar vermogen bij Unet = 400...500 VAC
SN 0,8 kVA 1,1 kVA 1,4 kVA 1,8 kVA 2,2 kVA 2,8 kVA 3,8 kVA 5,1 kVA
VoedingsspanningenToelaatbaar bereik
Unet 3 x 400 VAC /415 VAC /460 VAC /500 VACUnet = 400 VAC –5% ... 500 VAC + 5%
Netfrequentie fnet 50 Hz ... 60 Hz ± 10%
Nominale netstroom (bij Unet = 400 VAC)
Inet 1,0 AAC 1,3 AAC 1,6 AAC 1,9 AAC 2,4 AAC 3,5 AAC 5,0 AAC 6,7 AA
Uitgangsspanning UA 0...Unet
UitgangsfrequentieResolutie Werkpunt
fA 2...100 Hz0,01 Hz400 V bij 50 Hz / 100 Hz
Nominale uitgangsstroom IN 1,2 AAC 1,6 AAC 2,0 AAC 2,5 AAC 3,2 AAC 4,0 AAC 5,5 AAC 7,3 AAC
PWM-frequentie 4 (fabrieksinstelling) / 8 / 161) kHz
1) 16 kHz-PWM-frequentie (geluidsarm): bij de instelling van DIP-SWITCH S1/7 op ON werkt de apparatuur met een 16 kHz-PWM-freque(geruisarm) en schakelt deze afhankelijk van de temperatuur van het koellichaam stapsgewijs over naar lagere schakelfrequenties.
Stroombegrenzing Imax Motorisch: 160% bij Õ en Ö Generatorisch:160% bij Õ en Ö
Storingsimmuniteit Voldoet aan EN 61800–3
Storingsemissie Voldoet aan EN 61800–3 alsmede aan grenswaardeklasse A volgens EN 55011 en EN 55014
Omgevingstemperatuur âU –20°C...50°C
Klimaatklasse 3 K3
Beschermingsgraad (afhankelijk van de motor)
IP54, IP55, IP65 (naar keuze, bij bestelling opgeven)
Bedrijfssoort Continu bedrijf (EN 60149-1-1 en 1-3), S3, max. cyclusduur 10 minuten
Soort koeling (DIN 41 751) Zelfkoeling
Opstellingshoogte h  1000 m
Externe elektronica-voeding
Kl. 24 V U = +24 V ± 25%, EN 61131-2, restrimpel max. 13%IE Â 250 mA (typisch 150 mA bij 24 V)Ingangscapaciteit 100 µF
Drie binaire ingangen Potentiaalvrij via optorelais, plc-compatibel (EN 61131-2)Ri À 3,0 kÊ, IE À 10 mA, scantijd  5 ms
Signaalniveau +13 V...+30 V = "1" = contact gesloten–3 V...+5 V = "0" = contact open
Besturingsfuncties Kl. RKl. LKl. f1/f2
Rechts/stopLinks/stop"0" = setpoint 1 / "1" = setpoint 2
UitgangsrelaisContactgegevens
Kl. K1aKl. K1b
Aanspreektijd  15 ms24 VDC / 0,6 ADC / DC11 volgens IEC 337-1
Meldfunctie Maakcontact voor bedrijfsgereed-melding
Contact gesloten:– bij aanwezige spanning (24 V + net);– als er geen fout is gedetecteerd;– na voltooiing van zelftestfase (na inschakeling).
Seriële interface Kl. RS+Kl. RS-
RS-485
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
105
11 echnische gegevenseïntegreerde RS-485-interface
106
11.2 Geïntegreerde RS-485-interface
11.3 Overzicht van interne remweerstanden
11.4 Weerstand en toewijzing van de remspoelen
11.5 Technische gegevens: optie MLA12A
RS-485-interface
Standaard RS-485 volgens de EIA-norm (met geïntegreerde dynamische afsluitweerstand)
Baudrate 9,6 kBaud31,25 kBaud (in combinatie met veldbusinterfaces MF...)
Startbits 1 startbit
Stopbits 1 stopbit
Databits 8 databits
Pariteit 1 pariteitsbit, completerend tot even pariteit (even parity)
Datarichting Eén richting
Bedrijfssoort Asynchroon, halfduplex
Time-out 1 s
Kabellengte Max. 200 m bij RS-485-bedrijf met 9600 baudMax. 30 m bij baudrate van 31250 baud1)
1) Baudrate van 31250 baud wordt bij bedrijf met veldbusverbinding MF .. automatisch herkend.
Aantal deel-nemers
• Max. 32 deelnemers (1 busmaster2) + 31 MOVIMOT®), broadcast- en groeps-adressen mogelijk
• 15 MOVIMOT®'s kunnen afzonderlijk worden geadresseerd
2) Externe besturing of optie MLA12A
MOVIMOT®-type Remweerstand Artikelnummer
MM03 tot MM15 BW1 822 897 31)
1) Twee bouten M4 x 8 worden meegeleverd
MM22 tot MM3X BW2 823 136 21)
Motor Rem Weerstand van de remspoel1)
1) Nominale waarde tussen rode (klem 13) en blauwe (klem 15) aansluiting bij 20°C. Temperatuurafhanke-lijke variaties van –25% / +40% zijn mogelijk.
DT71 BMG05 277 Ê (230 V)
DT80 BMG1 248 Ê (230 V)
DT90 BMG2 216 Ê (230 V) / 54,2 Ê (110 V)
DV100/DT100 BMG4 43,5 Ê (110 V)
MLA12A
Artikelnummer 0 823 234 2
Ingangsspanning X9 / X10 400...500 VAC ± 10%
Uitgangsspanning X6 24 VDC ± 25% (max. 200 mA)
X5 0V-referentiepotentiaal
Klemmen Kl. 1 PE
Analoge ingang:
Kl. 2 / Kl. 3 0...20 mA
Kl. 4 Ø Referentieaarde voor analoge ingang
Seriële interface X7 / X8 RS-485-overdrachtsnelheid (volgens EIA-norm) 9600/31250 baud
Beschermingsgraad IP65
TG
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensRemenergie, lichtspleet, remkoppels BMG05-4
11.6 Remenergie, lichtspleet, remkoppels BMG05-4
11.7 Toegestane remenergie van de remDe in de karakteristieken weergegeven maximale remarbeid per remactie mag in geengeval worden overschreden, ook niet bij noodremacties.
Als u een remmotor toepast, moet u controleren of de rem voor de vereiste schakelfre-quentie Z is toegestaan. De volgende diagrammen laten voor de verschillende remmenen nominale toerentallen de maximaal toegestane schakelarbeid Wmax per schakelingzien. De opgave is afhankelijk van de vereiste schakelfrequentie Z in schakelingen/uur(1/h).Voorbeeld: het nominale toerental bedraagt 1500 rpm en rem BMG2 wordt toegepast.Bij 200 schakelingen per uur bedraagt de maximaal toegestane schakelarbeid per scha-keling 2000 J (zie de onderstaande afbeelding).Zie voor hulp bij de bepaling van de remarbeid "Aandrijftechniek in de praktijk: aandrij-vingen configureren".
Remtype Voor motor-grootte
Remenergie tot onder-
houdsbeurt
Lichtspleet Instellingen remkoppels
[mm] Rem-koppel
Soort en aantal remveren
Artikelnummer van de remveren
[106 J] min.1)
1) Let bij het controleren van de lichtspleet op het volgende: nadat er is proefgedraaid kunnen er vanwege parallelliteitstoleranties vande remschijf afwijkingen van ± 0,1 mm optreden.
Max. [Nm] Standaard Rood Standaard Rood
BMG05 71 60 0,25 0,6
5,04,02,51,61,2
32–––
–2643
135 017 X 135 018 8
BMG1 80 60 0,25 0,6107,56,0
643
–23
135 017 X 135 018 8
BMG2 90 130 0,25 0,6
2016106,65,0
32–––
–2643
135 150 8 135 151 6
BMG4 100 130 0,25 0,6103024
643
–23
135 150 8 135 151 6
Als de maximale remarbeid wordt overschreden, kan de explosiebeveiliging nietworden gehandhaafd.
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
107
11 echnische gegevensoegestane remenergie van de rem
108
Maximaal toegestane schakelarbeid per schakeling bij 3000 en 1500 rpm
Maximaal toegestane schakelarbeid per schakeling bij 1000 en 750 rpm
56034AXX
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
BMG2, BMG4, BC2
BMG05, BMG1, BC05
Z
3000 1/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax1500 1/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax
Z
56035AXX
Z
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
1000 1/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax750 1/min
10
102
102 103 c/h 104101
103
104
105
106
J
Wmax
Z
BMG 2, BMG 4
BMG 05, BMG 1
TT
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensMaximaal toegestane radiale krachten
11.8 Maximaal toegestane radiale krachtenIn de volgende tabel ziet u de toelaatbare radiale krachten (bovenste waarde) en axialekrachten (onderste waarde) van de explosiebeveiligde draaistroommotoren:
Bouwvorm [rpm]
Toegestane radiale kracht FR [N]Toegestane axiale kracht FA [N]; FA_trek = FA_druk
Bouwgrootte
71 80 90 100
Voetmotor
750 680 200
920 240
1280 320
1700 400
1000 640 160
840 200
1200 240
1520 320
1500 560 120
720 160
1040 210
1300 270
3000 400 80
520 100
720 145
960 190
Flensmotor
750 850 250
1150 300
1600 400
2100 500
1000 800 200
1050 250
1500 300
1900 400
1500 700 140
900 200
1300 250
1650 350
3000 500 100
650 130
900 180
1200 240
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
109
11 echnische gegevensaximaal toegestane radiale krachten
110
Omrekening van de radiale kracht indien deze niet aangrijpt in het midden van de as
Als de radiale kracht niet aangrijpt in het midden van het aseinde, moeten de toegestaneradiale krachten met de volgende formules worden berekend. De kleinste van de beidewaarden FxL (op lagerlevensduur) en FxW (op assterkte) is de toegestane waarde voorde radiale kracht op x. Let op: de berekeningen gelden voor Ma max.
FxL op lager-levensduur
FxW op assterkte
Radiale kracht FX als deze niet aangrijpt in het midden van de as:
Motorconstanten voor de omrekening van de radiale kracht
2. Motoraseinde Overleg met Vector Aandrijftechniek over de toelaatbare belasting van het tweedemotoraseinde.
F = F •xL Ra
b + x[N]
FR = toegestane radiale kracht (x = l/2) [N]
x = afstand van de asborst tot de plek waar de kracht aangrijpt [mm]
a, b, f = motorconstanten voor de omrekening van de radiale kracht [mm]
c = motorconstante voor de omrekening van de radiale kracht [Nmm]
03074AXX
F =xWc
f + x[N]
l
l/2
x
FR
Fx
FA
d
l
l/2
x
FR
Fx
FA
d
Bouwgroottea
[mm]
b
[mm]
c f
[mm]
d
[mm]
l
[mm]2-polig[Nmm]
4-polig[Nmm]
6-polig[Nmm]
8-polig[Nmm]
DT71 158,5 143,8 11,4 • 103 16 • 103 18,3 • 103 19,5 • 103 13,6 14 30DT80 213,8 193,8 17,5 • 103 24,2 • 103 28,2 • 103 31 • 103 13,6 19 40DT90 227,8 202,8 27,4 • 103 39,6 • 103 45,7 • 103 48,7 • 103 13,1 24 50DV100 270,8 240,8 42,3 • 103 57,3 • 103 67 • 103 75 • 103 14,1 28 60
TM
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensToegestane typen kogellagers
11.9 Toegestane typen kogellagers
Lagersmering: KYODO YUSHI Multemp SRL of gelijkwaardig
Motortype
A-lager(draaistroommotor, remmotor)
B-lager(voet-/flensmotor, motorreductor)
Motorreductor Flens- en voet-motor Draaistroommotor Remmotor
DT71 – DT80 6303 2RS J C3 6204 2RS J C3 6203 2RS J C3
DT90 – DV100 6306 2RS J C3 6205 2RS J C3
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
111
11 echnische gegevensedrijfskarakteristieken
112
11.10 Bedrijfskarakteristieken• De bedrijfskarakteristieken geven aan met welk koppel MOVIMOT® in relatie tot het
toerental mag worden belast.• Langdurige overbelasting resulteert in ontoelaatbare opwarming.• Kortstondige overbelastingen zijn toegestaan.
50 Hz Õ
100 Hz Ö 58117ANL
0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
0 1000500 1500 2000 2500 3000
n [rpm]
M/M
no
m
S1
58118ANL
0
0,2
0,4
0,6
1
0 1000500 1500 2000 2500 3000
M/M
no
m
0,8
S1
n [rpm]
TB
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensBedrijfskarakteristieken met GP-functie
11.11 Bedrijfskarakteristieken met GP-functie• In de onderstaande afbeelding ziet u de karakteristieken schematisch afgebeeld.
Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de exacte waarden. • MOVIMOT®-GP mag in het algemeen maximaal met het in de tabel opgegeven
nominale koppel (MN) worden belast (karakteristiek [1]).• Het in de tekening grijs gemarkeerde bereik [2] geeft de overbelastbaarheid
van de MOVIMOT®-GP aan. Langdurige overbelasting van het nominale koppel(karakteristiek [1]) heeft een ontoelaatbare opwarming tot gevolg en leidt totuitschakeling.
• Als de karakteristiek [3] wordt overschreden, wordt de aandrijving na eenminuut uitgeschakeld.
55901ANL
MOVIMOT®-type
Motor MN Mstart / MN M60 rpm / MN M1400 rpm / MN M2900 rpm / MN
[Nm] 1)
MM03C-GP DT71D4 1,0 1,8 1,1 1,1 1,1
MM05C-GP DT80K4 1,4 1,8 1,1 1,1 1,1
MM07C-GP DT80N4 2,1 1,8 1,1 1,1 1,1
MM15C-GP DT90L4 4,3 1,8 1,1 1,1 1,1
MM30C-GP DV100L4 8,5 1,8 1,1 1,1 1,1
1) Als aanvullende functie 10 is geactiveerd, wordt het koppel 30 s na de vrijgave gereduceerd. Zie hethoofdstuk "Inbedrijfstelling".
M/MN
n [rpm]
MN
M2900 rpmM1400 rpmM60 rpm
[1]
[3]
[2]
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
113
11 echnische gegevensechnische gegevens PROFIBUS-interface MFP21D/Z21D/II3D
114
11.12 Technische gegevens PROFIBUS-interface MFP21D/Z21D/II3D
Elektrische specificatie MFP
Elektronicavoeding MFP U = +24 V +/- 25%, IE Â 150 mA
Potentiaalscheiding • PROFIBUS-DP-aansluiting potentiaalvrij• Tussen logisch deel en 24V-voeding• Tussen logisch deel en periferie/MOVIMOT® via optorelais
Aansluitmethode bus Elk twee veerdrukklemmen voor inkomende en uitgaande buskabels (optioneel M12)
Afscherming Via ATEX-gecertificeerde metalen EMC-kabelwartels
Binaire ingangen (sensoren)
Signaalniveau
Plc-compatibel volgens EN 61131-2 (digitale ingangen van type 1), Ri À 3,0 kÊ Scantijd ca. 5 ms
+15 V...+30 V "1" = contact gesloten / –3 V...+5 V "0" = contact open
SensorvoedingNominale stroomIntern spanningsverlies
24 VDC volgens EN 61131-2, bestand tegen externe spanning en tegen kortsluitingΣ 500 mAMax. 1 V
Binaire uitgangen (actoren)SignaalniveauNominale stroomLekstroomIntern spanningsverlies
Plc-compatibel volgens EN 61131-2, bestand tegen externe spanning en tegen kortsluiting"0" = 0 V, "1" = 24 V500 mAMax. 0,2 mAMax. 1 V
Kabellengte RS-485 30 m tussen MFP en MOVIMOT® bij gescheiden montage
Omgevingstemperatuur –20...40°C
Beschermingsgraad IP65 (gemonteerd op MFZ..-aansluitmodule)
Specificaties PROFIBUS
PROFIBUS-protocolvariant PROFIBUS-DP
Ondersteunde baudrates 9,6 kBaud ... 1,5 MBaud / 3 ... 12 MBaud (met automatische herkenning)
Busafsluiting Geïntegreerd, via DIP-switch bij te schakelen volgens EN 50170 (V2)
Toelaatbare kabellengte bij PROFIBUS • 9,6 kBaud: 1200 m• 19,2 kBaud: 1200 m• 93,75 kBaud: 1200 m• 187,5 kBaud: 1000 m• 500 kBaud: 400 m• 1,5 MBaud: 200 m• 12 Mbaud: 100 mVoor de verdere uitbreiding kunnen verschillende segmenten via repeaters worden gekop-peld. De maximale uitbreiding of het maximale aantal cascaden vindt u in de handboeken van de DP-master of de repeatermodules.
DP-identificatienummer 6001 hex (24577 dec)
DP-configuraties zonder DI/DO 2 PD, configuratie: 113dec, 0dec 3 PD, configuratie: 114dec, 0dec
DP-configuraties met DI/DO 2 PD + DI/DO, configuratie: 113dec, 48dec3 PD + DI/DO, configuratie: 114dec, 48dec 0 PD + DI/DO, configuratie: 0dec, 48dec,
DP-configuraties met DI 2 PD + DI, configuratie: 113dec, 16dec3 PD + DI, configuratie: 114dec, 16dec 0 PD + DI, configuratie: 0dec, 16dec,Universele configuratie voor de directe invoer van configuraties
Set-Prm-toepassingsdata Max. 10 bytes, Hex-parametrering:00,00,00,00,00,00,00,00,00,00 diagnosealarm actief (standaard)00,01,00,00,00,00,00,00,00,00 diagnosealarm niet actief
Lengte diagnosedata Max. 8 bytes, incl. 2 bytes apparaatspecifieke diagnose
Adresinstellingen Wordt niet ondersteund, instelbaar met DIP-switch
Naam van het GSD-bestand SEW_6001.GSD
Naam van het bitmapbestand SEW6001N.BMPSEW6001S.BMP
TT
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11Technische gegevensTechnische gegevens InterBus-interface MFI21A/Z11A/II3D
11.13 Technische gegevens InterBus-interface MFI21A/Z11A/II3D
Elektrische specificatie MFI
Elektronicavoeding MFI U = +24 V +/- 25%, IE Â 150 mA
Potentiaalscheiding • InterBus-aansluiting potentiaalvrij• Tussen logisch deel en 24V-voeding• Tussen logisch deel en periferie/MOVIMOT® via optorelais
Aansluitmethode bus Elk vijf veerdrukklemmen voor inkomende en uitgaande buskabels
Afscherming Via ATEX-gecertificeerde metalen EMC-kabelwartels
Binaire ingangen (sensoren)
Signaalniveau
Plc-compatibel volgens EN 61131-2 (digitale ingangen van type 1), Ri À 3,0 kÊ Scantijd ca. 5 ms
+15 V...+30 V "1" = contact gesloten / –3 V...+5 V "0" = contact open
SensorvoedingNominale stroomIntern spanningsverlies
24 VDC volgens EN 61131-2, bestand tegen externe spanning en tegen kortsluitingΣ 500 mAMax. 1 V
Binaire uitgangen (actoren)SignaalniveauNominale stroomLekstroomIntern spanningsverlies
Plc-compatibel volgens EN 61131-2, bestand tegen externe spanning en tegen kortsluiting"0" = 0 V, "1" = 24 V500 mA Max. 0,2 mAMax. 1 V
Kabellengte RS-485 30 m tussen MFI en MOVIMOT® bij gescheiden montage
Omgevingstemperatuur –20...40°C
Beschermingsgraad IP65 (gemonteerd op MFZ..-aansluitmodule)
Programmeerdata
InterBus-interface Remotebus en installatieremotebus
Protocolmodus Asynchroon protocol, 2 geleiders, 500 kBaud
ID-code 03hex (03dec) = digitale module met in- en uitgangsdata
Lengtecode 2hex / 3hex / 4hex afhankelijk van de instelling van de DIP-switch
Registerlengte op de bus 2, 3 of 4 woorden (afhankelijk van de instelling van de DIP-switch)
Parameterkanaal (PCP) 0 woorden
Data naar remotebusinterface
Kabellengte tussen twee MFI’s in de remotebus InterBus-specifiek, max. 400 m
Maximaal aantal MFI’s op de remotebus Afhankelijk van Interbus-master64 (configuratie 3 PD + DI/DO) – 128 (configuratie 2 PD)
Data naar installatieremotebusinterface
Kabellengte tussen twee MFI’s in deinstallatieremotebus
InterBus-specifiek, max. 50 m tussen de eerste en de laatste deelnemer
Maximaal aantal MFI’s op de installatieremotebus Begrensd door de totale stroomopname (max. 4,5 A) van de MFI in de aftakking van de installatieremotebus en het spanningsverlies bij de laatste MFI-koppeling
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
115
11 echnische gegevensE-typisch aandrijfsysteem
116
11.14 CE-typisch aandrijfsysteem
Regelaarserie MOVIMOT® MM..C
Voorwaarde voor de evaluatie van het EMC-gedrag
De componenten van deze regelaarserie zijn kleine zelfstandig bedienbare regelaars inde zin van de wet op de elektromagnetische compatibiliteit. Als de componenten in eenaandrijfsysteem worden geïntegreerd, kan het systeem pas volgens de EMC-richtlijnenworden geëvalueerd.
Categorie volgens DIN EN 61800-3
Categorie C3De CE-conformiteit wordt verklaard voor een CE-typisch aandrijfsysteem van de opge-geven categorie volgens DIN EN 61800-3 2005-07. De conformiteitsverklaringen zijngebaseerd op de grenswaarden voor deze categorie. De specifieke opbouw wordt in dedesbetreffende testrapporten beschreven.
Beschrijving van de opbouw ter controle of aan de grenswaarden wordt voldaan
Regelaar/bouwgrootte
Montage Optie Motorkabel Gemeten grenswaardeEN 55011
MOVIMOT® Hybride SEW-kabel
Kabel-gebonden
Gestraald
MM03C-MM3XC In motoraansluit-klemmenkast
– – A A
TC
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
12ConformiteitsverklaringenCE-typisch aandrijfsysteem
12 Conformiteitsverklaringen
58025AXX
EG-Konformitätserklärung EC Declaration of Conformity Déclaration de conformité CE
DIN EN ISO 9001
Nr./No/N˚ 122.11
Ort/Datum Geschäftsführer Vertrieb und Marketing Place/date / Lieu et date Managing Director Sales and Marketing Directeur général international commercial et marketing
Bruchsal, 11.11.2004 H. Sondermann
SEW EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 42, D-76646 Bruchsal erklärt in alleiniger Verantwortung die Konformität der folgenden Produkte: declares under sole responsibility conformity of the following products: déclare, sous sa seule responsabilité, que les produits :
Motoren mit Frequenzumrichter MOVIMOT der Kategorie 3D
Motors with frequency inverter MOVIMOT in category 3D Moteurs avec convertisseur MOVIMOT de catégorie 3D
ggf. in Verbindung mit MLA12A/II3D BW1 BW2 poss. in combination with MFP21D/Z21D/II3D le cas échéant, associés à MFI21A/Z11A/II3D
Typ/Model/Type DT 71 D4(BMG) MM xxC-503-04/II3D Variante/Version V 80 K/N
90 S/L 100 M/L
Ex-Kennzeichnung: II3D EEx T120(140)˚C Ex classification: Marquage Ex :
mit der/with the/respectent la
Richtlinie/Directive/Directive : 94/9 EG / 94/9 EC / 94/9 CE EMV-Richtlinie/EMC Directive/Directive CEM : 89/336 EG / 89/336 EC / 89/336 CE
angewandte harmonisierte Normen: EN 50014: 1997 +A2: 1999 applicable harmonized standards: EN 50281-1-1: 1998 +A1: 2002 Normes harmonisées appliquées : EN 61800-3: 1996 + A11: 2000 EN 50178: 1997
Frequenzumrichter sind keine selbstständig betreibbaren Geräte im Sinne des Gesetzes über die Elektromagnetische Verträglichkeit. Erst nach Einbindung der Frequenzumrichter in ein Antriebssystem wird dieses bezüglich der EMV bewertbar. Die CE-Konformität wird erklärt für ein in der Betriebsanleitung beschriebenes CE-Typisches Antriebssystem. Frequency inverters are not devices intended for operation on their own as defined in the law governing electromagnetic compatibility. Only after integration of the operator terminals into a drive system can the whole system be evaluated for electromagnetic com- patibility. The CE declaration of conformity is issued for a typical CE drive system as described in the operating instructions. Les variateurs ne sont pas des appareils fonctionnant de manière autonome au sens de la directive sur la com-patibilité électromagnétique. Ce n'est qu'après montage dans un système d'entraînement qu'ils sont concernés par la CEM. La déclaration de conformité CE est valable pour un système d'entraînement type CE tel que décrit dans la notice d’exploitation.
SEW-EURODRIVE hält folgende technische Dokumentationen zur Einsicht bereit: SEW-EURODRIVE has the following documentation available for review: SEW-EURODRIVE tient à disposition la documentation technique suivante pour consultation : - Vorschriftsmäßige Bedienungsanleitung - Installation and operating instructions in conformance with applicable regulations - Notice d’utilisation conforme aux prescriptions - Technische Bauunterlagen - Technical design documentation - Dossier technique de construction
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Pi
fkVA
Hz
n
117
12 onformiteitsverklaringenE-typisch aandrijfsysteem
118
58024AXX
EG-Konformitätserklärung EC-Declaration of Conformity Déclaration de conformité CE
DIN EN ISO 9001
im Sinne der Richtlinie 94/9/EG, Anhang VIII Nr./No/N˚ 115.06 according to EC Directive 94/9/EC, Appendix VIII au sens de la directive CE 94/9/CE, Annexe VIII
Ort / Datum Geschäftsführer Vertrieb und Marketing Place/date / Lieu et date Managing Director Sales and Marketing
Directeur général international commercial et marketing
Bruchsal, 29.07.2005 H. Sondermann
SEW EURODRIVE GmbH & Co KG Ernst-Blickle-Straße 42, D-76646 Bruchsal
erklärt in alleiniger Verantwortung die Konformität der folgenden Produkte: declares under sole responsibility conformity of the following products: déclare, sous sa seule responsabilité, que les produits :
Feldbusschnittstelle MFI21A/Z11A/II3D in Kategorie 3D Fieldbus interface MFP21D/Z21D/II3D in category 3D Interface bus de terrain de catégorie 3D
Ex-Kennzeichnung: II3D EEx IP65 T120˚C Ex classification: Marquage Ex :
mit der Richtlinie: 94/9 EG with the directive: 94/9 EC respectent la directive : 94/9 CE
angewandte Normen: EN 50014: 2000 applied standards: EN 50281-1-1: 1998/A1: 2002 Normes appliquées :
SEW-EURODRIVE hält die gemäß 94/9/EG geforderten Unterlagen zur Einsicht bereit.
SEW-EURODRIVE will make available the documents required according to 94/9/EG for reference purposes.
SEW-EURODRIVE tient à disposition la documentation spécifiée dans la directive 94/9/CE pour consultation.
CC
Pi
fkVA
Hz
n
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
13Index
13 Index0...924V-voeding ........................................................234Q-bedrijf ..................................................... 27, 28
AAanhaalmoment
F1-potentiometerafdichting ...........................19MOVIMOT®-regelaar ....................................19veldbusinterface ...........................................20voor MOVIMOT®-klemmen ..........................25
Aansluitdoorsnede ..............................................34Aansluiting
met binaire aansturing ..................................29met optie MLA12A ........................................30met RS-485-busbedrijf .................................31
Aansluiting in combinatie met veldbusinterfacein-/uitgangen (I/O) van veldbusinterfaces .....40InterBus-kabel ..............................................37MOVIMOT®, afzonderlijke montage van
veldbusinterface ..............................38MOVIMOT®, montage van veldbusinterface
op aandrijving ..................................39PROFIBUS-kabel .........................................36
Aansturing via klemmen ......................................51Aanvraagtelegram ...............................................61Aardlekschakelaar ..............................................22Adereindhulzen ...................................................22Adres ..................................................................64Antwoordtelegram ...............................................61Apparaatidentificatie MOVIMOT® .......................14
BBedieningselementen .........................................41Bedradingstest ....................................................35Bedrijfskarakteristieken .....................................112Bedrijfskarakteristieken met GP-functie ............113Belangrijke aanwijzingen ......................................8Beveiligingsconcept ............................................26Binaire aansturing ........................................ 23, 51Blokcontroleteken BCC .......................................59Busafsluitweerstanden ........................................65
CCE-typisch aandrijfsysteem ..............................116Codering van de procesdata ...............................89Configuratie master ...................................... 66, 78Conformiteitsverklaringen .................................117
DDatabreedte ........................................................78Diagnose ................................................73, 87, 92DIP-switches S1 en S2 .......................................42
Doorlussen 24V-voeding .................................... 34DP-configuraties ................................................ 69
EElektrische installatie
MOVIMOT® ................................................. 22veldbusinterface .......................................... 32
EMC ................................................................... 32Extra functies ............................................... 46, 47
FFoutenlijst ........................................................... 93Functie
InterBus-interface ........................................ 82PROFIBUS-interface ................................... 67
GGeldige componenten
MOVIMOT® van categorie II3D ..................... 5MOVIMOT® van categorie II3D met
GP-functie (GP = gear protection) .... 6setpointconverter MLA12A van
categorie II3D ................................... 7veldbusinterfaces ........................................... 7
GP-functie .......................................................... 43Groepsadres ...................................................... 58
IIn-/uitgangsbyte ................................................. 68In-/uitgangswoord .............................................. 83Inbedrijfstelling
inbedrijfstellingsaanwijzingen ...................... 41met binaire aansturing ................................. 51met InterBus-interface ................................. 75met optie MLA12A ....................................... 53met PROFIBUS (MFP) ................................ 62met RS-485-busmaster ............................... 55
Inspectie en onderhoudinspectie- en onderhoudsintervallen ............ 97motor ........................................................... 98rem ............................................................ 100
InstallatievoorschriftenMOVIMOT® ........................................... 18, 22veldbusinterfaces ......................................... 33
Integrator ............................................................ 41Integratortijden ................................................... 41Integratortijden, verlengde ................................. 47
KKabeldoorsnede ................................................. 22Kabelinvoeren .................................................... 22Kabelwartels ...................................................... 33Koppel, gereduceerd .......................................... 49
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
11913
120
dex
LLed-indicatie ................................................. 70, 84Leidingbeveiliging ...............................................22Lichten van de rem zonder vrijgave ....................44Lichtspleet ................................................ 102, 107
MMagneetschakelaarcontacten .............................23Maximumfrequentie ............................................41Mechanische installatie .......................................18
setpointconverter MLA12A ...........................21veldbusinterfaces .........................................20
Minimumfrequentie .............................................41Motor inspecteren ...............................................99MOVILINK®-apparaatprofiel ...............................89
NNetvoedingskabels ..............................................22NEXT/END-schakelaar .......................................77Nominale spanning .............................................22
OOmrekening radiale kracht ................................110Onafhankelijk bewakingsrelais ............................34Opbouw van het apparaat
MOVIMOT®-regelaar ....................................12veldbusinterfaces .........................................15
PPE-aansluiting .............................................. 24, 35Potentiaalvereffening ..........................................23Procesdata ................................................... 67, 82
procesdatabeschrijving .................................79procesdatabewaking ....................................88procesdatabreedte .......................................77procesingangsdata .......................................91procesuitgangsdata ......................................90
PWM-frequentie ........................................... 43, 48
RRadiale krachten ...............................................109Rem inspecteren ...............................................102Remenergie ......................................................107Remkoppel wijzigen ..........................................104Remkoppels ......................................................107Remschijf vervangen ........................................103Remspoel ..........................................................106Remweerstanden ..............................................106RS-485 .................................................23, 43, 106
SSchakelaar t1 ......................................................41Sensor-/actorverwerking .............................. 67, 82Service ................................................................95
Setpoint f1 .......................................................... 41Setpoint f2 .......................................................... 41Setpointpotentiometer f1 .................................... 41Setpointschakelaar f2 ........................................ 41Startpauze .......................................................... 58Startteken ........................................................... 58Statusled MOVIMOT® ........................................ 92Stroombelastbaarheid ........................................ 34Systeemfout ................................................. 72, 86
TTechnische gegevens
geïntegreerde RS-485-interface ................ 106InterBus-interface MFI21A/Z11A/II3D ....... 115maximaal toegestane radiale krachten ...... 109MOVIMOT® van categorie II3D ................. 105optie MLA12A ............................................ 106overzicht van interne remweerstanden ...... 106PROFIBUS-interface MFP21D/
Z21D/II3D ..................................... 114remenergie, lichtspleet, remkoppels
BMG05-4 ...................................... 107toegestane remenergie van de rem ........... 107weerstand en toewijzing van
de remspoelen .............................. 106Telegrambewerking ........................................... 60Telegramstructuur .............................................. 57Terugloopblokkering .......................................... 99Time-out ....................................................... 72, 86Time-outbewaking .............................................. 58Tipbedrijf ............................................................ 41Toegestane bedrijfssoorten ............................... 27Toegestane radiale krachten ........................... 109Toegestane remenergie van de rem ................ 107Toegestane typen kogellagers ......................... 111Toerentalbewaking ............................................. 46Toleranties bij montagewerkzaamheden ........... 18Type gebruikersdata .......................................... 58Typeaanduiding
MOVIMOT® ........................................... 13, 14veldbusinterfaces ......................................... 17
Typen kogellagers ............................................ 111Typeplaatje
MOVIMOT® ........................................... 13, 14veldbusinterfaces ......................................... 17
VVeiligheidsaanwijzingen ..................................... 11Vochtige ruimten ................................................ 19
WWerking
met RS-485-master ..................................... 57
In
Technische handleiding – Explosiebeveiligde MOVIMOT®-aandrijvingen van categorie 3D
Adressenopgave
AdressenopgaveDuitsland
HoofdkantoorFabriekVerkoop
Bruchsal SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGErnst-Blickle-Straße 42 D-76646 BruchsalPostfach 3023 · D-76642 Bruchsal
Tel. +49 7251 75-0Fax +49 7251 75-1970http://[email protected]
Service Competence Center
Midden Reductoren / Motoren
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGErnst-Blickle-Straße 1 D-76676 Graben-Neudorf
Tel. +49 7251 75-1710Fax +49 7251 [email protected]
Midden Elektronisch
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGErnst-Blickle-Straße 42 D-76646 Bruchsal
Tel. +49 7251 75-1780Fax +49 7251 [email protected]
Noord SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGAlte Ricklinger Straße 40-42 D-30823 Garbsen (bij Hannover)
Tel. +49 5137 8798-30Fax +49 5137 [email protected]
Oost SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGDänkritzer Weg 1D-08393 Meerane (bij Zwickau)
Tel. +49 3764 7606-0Fax +49 3764 [email protected]
Zuid SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGDomagkstraße 5D-85551 Kirchheim (bij München)
Tel. +49 89 909552-10Fax +49 89 [email protected]
West SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGSiemensstraße 1D-40764 Langenfeld (bij Düsseldorf)
Tel. +49 2173 8507-30Fax +49 2173 [email protected]
Drive Service Hotline / 24 uurs-service +49 180 5 SEWHELP+49 180 5 7394357
Andere adressen van service-werkplaatsen in Duitsland op aanvraag.
Frankrijk
FabriekVerkoopService
Haguenau SEW-USOCOME 48-54, route de Soufflenheim B. P. 20185F-67506 Haguenau Cedex
Tel. +33 3 88 73 67 00 Fax +33 3 88 73 66 00http://[email protected]
AssemblageVerkoopService
Bordeaux SEW-USOCOME Parc d’activités de Magellan62, avenue de Magellan - B. P. 182F-33607 Pessac Cedex
Tel. +33 5 57 26 39 00Fax +33 5 57 26 39 09
Lyon SEW-USOCOME Parc d’Affaires RooseveltRue Jacques TatiF-69120 Vaulx en Velin
Tel. +33 4 72 15 37 00Fax +33 4 72 15 37 15
Paris SEW-USOCOME Zone industrielle 2, rue Denis Papin F-77390 Verneuil I’Etang
Tel. +33 1 64 42 40 80Fax +33 1 64 42 40 88
Andere adressen van service-werkplaatsen in Frankrijk op aanvraag.
Algerije
Verkoop Alger Réducom 16, rue des Frères ZaghnounBellevue El-Harrach16200 Alger
Tel. +213 21 8222-84Fax +213 21 8222-84
Argentinië
AssemblageVerkoopService
Buenos Aires SEW EURODRIVE ARGENTINA S.A.Centro Industrial Garin, Lote 35Ruta Panamericana Km 37,51619 Garin
Tel. +54 3327 4572-84Fax +54 3327 [email protected]
03/2006 121
Adressenopgave
122
Australië
AssemblageVerkoopService
Melbourne SEW-EURODRIVE PTY. LTD.27 Beverage DriveTullamarine, Victoria 3043
Tel. +61 3 9933-1000Fax +61 3 9933-1003http://[email protected]
Sydney SEW-EURODRIVE PTY. LTD.9, Sleigh Place, Wetherill Park New South Wales, 2164
Tel. +61 2 9725-9900Fax +61 2 [email protected]
België
AssemblageVerkoopService
Brussel SEW Caron-Vector S.A.Avenue Eiffel 5B-1300 Wavre
Tel. +32 10 231-311Fax +32 10 231-336http://[email protected]
Brazilië
FabriekVerkoopService
Sao Paulo SEW-EURODRIVE Brasil Ltda.Avenida Amâncio Gaiolli, 50Caixa Postal: 201-07111-970Guarulhos/SP - Cep.: 07251-250
Tel. +55 11 6489-9133Fax +55 11 6480-3328http://[email protected]
Andere adressen van service-werkplaatsen in Brazilië op aanvraag.
Bulgarije
Verkoop Sofia BEVER-DRIVE GMBHBogdanovetz Str.1BG-1606 Sofia
Tel. +359 2 9532565Fax +359 2 [email protected]
Canada
AssemblageVerkoopService
Toronto SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD. 210 Walker Drive Bramalea, Ontario L6T3W1
Tel. +1 905 791-1553Fax +1 905 791-2999http://[email protected]
Vancouver SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD.7188 Honeyman Street Delta. B.C. V4G 1 E2
Tel. +1 604 946-5535Fax +1 604 [email protected]
Montreal SEW-EURODRIVE CO. OF CANADA LTD.2555 Rue Leger Street LaSalle, Quebec H8N 2V9
Tel. +1 514 367-1124Fax +1 514 [email protected]
Andere adressen van service-werkplaatsen in Canada op aanvraag.
Chili
AssemblageVerkoopService
Santiago de Chile
SEW-EURODRIVE CHILE LTDA.Las Encinas 1295Parque Industrial Valle GrandeLAMPARCH-Santiago de ChileCasilla 23 Correo Quilicura - Santiago - Chile
Tel. +56 2 75770-00Fax +56 2 [email protected]
China
FabriekAssemblageVerkoopService
Tianjin SEW-EURODRIVE (Tianjin) Co., Ltd.No. 46, 7th Avenue, TEDA Tianjin 300457
Tel. +86 22 25322612Fax +86 22 [email protected]://www.sew.com.cn
AssemblageVerkoopService
Suzhou SEW-EURODRIVE (Suzhou) Co., Ltd.333, Suhong Middle RoadSuzhou Industrial ParkJiangsu Province, 215021P. R. China
Tel. +86 512 62581781Fax +86 512 [email protected]
03/2006
Adressenopgave
Colombia
AssemblageVerkoopService
Bogotá SEW-EURODRIVE COLOMBIA LTDA. Calle 22 No. 132-60Bodega 6, Manzana BSantafé de Bogotá
Tel. +57 1 54750-50Fax +57 1 [email protected]
Denemarken
AssemblageVerkoopService
Kopenhagen SEW-EURODRIVEA/SGeminivej 28-30, P.O. Box 100DK-2670 Greve
Tel. +45 43 9585-00Fax +45 43 9585-09http://[email protected]
Estland
Verkoop Tallin ALAS-KUUL ASPaldiski mnt.125EE 0006 Tallin
Tel. +372 6593230Fax +372 [email protected]
Finland
AssemblageVerkoopService
Lahti SEW-EURODRIVE OYVesimäentie 4FIN-15860 Hollola 2
Tel. +358 201 589-300Fax +358 201 7806-211http://[email protected]
Gabon
Verkoop Libreville Electro-ServicesB.P. 1889Libreville
Tel. +241 7340-11Fax +241 7340-12
Griekenland
VerkoopService
Athene Christ. Boznos & Son S.A.12, Mavromichali StreetP.O. Box 80136, GR-18545 Piraeus
Tel. +30 2 1042 251-34 Fax +30 2 1042 251-59http://[email protected]
Groot-Brittannië
AssemblageVerkoopService
Normanton SEW-EURODRIVE Ltd.Beckbridge Industrial Estate P.O. Box No.1GB-Normanton, West- Yorkshire WF6 1QR
Tel. +44 1924 893-855Fax +44 1924 893-702http://[email protected]
Hongarije
VerkoopService
Budapest SEW-EURODRIVE Kft.H-1037 BudapestKunigunda u. 18
Tel. +36 1 437 06-58Fax +36 1 437 [email protected]
Hong Kong
AssemblageVerkoopService
Hong Kong SEW-EURODRIVE LTD.Unit No. 801-806, 8th FloorHong Leong Industrial ComplexNo. 4, Wang Kwong Road Kowloon, Hong Kong
Tel. +852 2 7960477 + 79604654Fax +852 2 [email protected]
Ierland
VerkoopService
Dublin Alperton Engineering Ltd. 48 Moyle RoadDublin Industrial EstateGlasnevin, Dublin 11
Tel. +353 1 830-6277Fax +353 1 830-6458
03/2006 123
Adressenopgave
124
India
AssemblageVerkoopService
Baroda SEW-EURODRIVE India Pvt. Ltd.Plot No. 4, GidcPor Ramangamdi · Baroda - 391 243Gujarat
Tel. +91 265 2831021Fax +91 265 [email protected]
Verkooppunten Bangalore SEW-EURODRIVE India Private Limited308, Prestige Centre Point7, Edward RoadBangalore
Tel. +91 80 22266565Fax +91 80 [email protected]
Israël
Verkoop Tel Aviv Liraz Handasa Ltd.Ahofer Str 34B / 22858858 Holon
Tel. +972 3 5599511Fax +972 3 [email protected]
Italië
AssemblageVerkoopService
Milaan SEW-EURODRIVE di R. Blickle & Co.s.a.s.Via Bernini,14 I-20020 Solaro (Milano)
Tel. +39 2 96 9801Fax +39 2 96 [email protected]
Ivoorkust
Verkoop Abidjan SICASte industrielle et commerciale pour l’Afrique165, Bld de MarseilleB.P. 2323, Abidjan 08
Tel. +225 2579-44Fax +225 2584-36
Japan
AssemblageVerkoopService
Toyoda-cho SEW-EURODRIVE JAPAN CO., LTD 250-1, Shimoman-no,IwataShizuoka 438-0818
Tel. +81 538 373811Fax +81 538 [email protected]
Kameroen
Verkoop Douala Electro-ServicesRue Drouot AkwaB.P. 2024Douala
Tel. +237 4322-99Fax +237 4277-03
Korea
AssemblageVerkoopService
Ansan-City SEW-EURODRIVE KOREA CO., LTD. B 601-4, Banweol Industrial Estate Unit 1048-4, Shingil-DongAnsan 425-120
Tel. +82 31 492-8051Fax +82 31 [email protected]
Kroatië
VerkoopService
Zagreb KOMPEKS d. o. o.PIT Erdödy 4 IIHR 10 000 Zagreb
Tel. +385 1 4613-158Fax +385 1 [email protected]
Letland
Verkoop Riga SIA Alas-KuulKatlakalna 11CLV-1073 Riga
Tel. +371 7139386Fax +371 [email protected]
Libanon
Verkoop Beirut Gabriel Acar & Fils sarlB. P. 80484Bourj Hammoud, Beirut
Tel. +961 1 4947-86 +961 1 4982-72+961 3 2745-39Fax +961 1 4949-71 [email protected]
03/2006
Adressenopgave
Litouwen
Verkoop Alytus UAB IrsevaNaujoji 19LT-62175 Alytus
Tel. +370 315 79204Fax +370 315 [email protected]
Luxemburg
AssemblageVerkoopService
Brussel CARON-VECTOR S.A.Avenue Eiffel 5B-1300 Wavre
Tel. +32 10 231-311Fax +32 10 231-336http://[email protected]
Maleisië
AssemblageVerkoopService
Johore SEW-EURODRIVE SDN BHD No. 95, Jalan Seroja 39, Taman Johor Jaya81000 Johor Bahru, JohorWest Malaysia
Tel. +60 7 3549409Fax +60 7 [email protected]
Marokko
Verkoop Casablanca S. R. M.Société de Réalisations Mécaniques 5, rue Emir Abdelkader05 Casablanca
Tel. +212 2 6186-69 + 6186-70 + 6186-71Fax +212 2 [email protected]
Mexico
AssemblageVerkoopService
Queretaro SEW-EURODRIVE, Sales and Distribution, S. A. de C. V.Privada Tequisquiapan No. 102Parque Ind. Queretaro C. P. 76220Queretaro, Mexico
Tel. +52 442 1030-300Fax +52 442 [email protected]
Nederland
AssemblageVerkoopService
Rotterdam VECTOR Aandrijftechniek B.V. Industrieweg 175 NL-3044 AS RotterdamPostbus 10085NL-3004 AB Rotterdam
Tel. +31 10 4463-700Fax +31 10 4155-552http://[email protected]
Nieuw-Zeeland
AssemblageVerkoopService
Auckland SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. P.O. Box 58-428 82 Greenmount driveEast Tamaki Auckland
Tel. +64 9 2745627Fax +64 9 [email protected]
Christchurch SEW-EURODRIVE NEW ZEALAND LTD. 10 Settlers Crescent, FerrymeadChristchurch
Tel. +64 3 384-6251Fax +64 3 [email protected]
Noorwegen
AssemblageVerkoopService
Moss SEW-EURODRIVE A/SSolgaard skog 71N-1599 Moss
Tel. +47 69 241-020Fax +47 69 [email protected]
Oekraïne
VerkoopService
Dnepropetrovsk SEW-EURODRIVEStr. Rabochaja 23-B, Office 40949008 Dnepropetrovsk
Tel. +380 56 370 3211Fax +380 56 372 [email protected]
03/2006
125dressenopgave
126
Oostenrijk
AssemblageVerkoopService
Wien SEW-EURODRIVE Ges.m.b.H. Richard-Strauss-Strasse 24A-1230 Wien
Tel. +43 1 617 55 00-0Fax +43 1 617 55 00-30http://[email protected]
Peru
AssemblageVerkoopService
Lima SEW DEL PERU MOTORES REDUCTORES S.A.C.Los Calderos # 120-124Urbanizacion Industrial Vulcano, ATE, Lima
Tel. +51 1 3495280Fax +51 1 [email protected]
Polen
AssemblageVerkoopService
Lodz SEW-EURODRIVE Polska Sp.z.o.o.ul. Techniczna 5 PL-92-518 Lodz
Tel. +48 42 67710-90Fax +48 42 67710-99http://[email protected]
Portugal
AssemblageVerkoopService
Coimbra SEW-EURODRIVE, LDA. Apartado 15 P-3050-901 Mealhada
Tel. +351 231 20 9670Fax +351 231 20 3685http://[email protected]
Roemenië
VerkoopService
Bucuresti Sialco Trading SRL str. Madrid nr.4 011785 Bucuresti
Tel. +40 21 230-1328Fax +40 21 230-7170 [email protected]
Rusland
Verkoop St. Petersburg ZAO SEW-EURODRIVE P.O. Box 36 195220 St. Petersburg Russia
Tel. +7 812 3332522 +7 812 5357142Fax +7 812 3332523http://[email protected]
Senegal
Verkoop Dakar SENEMECA Mécanique GénéraleKm 8, Route de Rufisque B.P. 3251, Dakar
Tel. +221 849 47-70Fax +221 849 [email protected]
Servië en Montenegro
Verkoop Beograd DIPAR d.o.o.Kajmakcalanska 54SCG-11000 Beograd
Tel. +381 11 3046677Fax +381 11 [email protected]
Singapore
AssemblageVerkoopService
Singapore SEW-EURODRIVE PTE. LTD. No 9, Tuas Drive 2 Jurong Industrial Estate Singapore 638644
Tel. +65 68621701 ... 1705Fax +65 [email protected]
Slowakije
Verkoop Sered SEW-Eurodrive SK s.r.o.Trnavska 920SK-926 01 Sered
Tel. +421 31 7891311Fax +421 31 [email protected]
Slovenië
VerkoopService
Celje Pakman - Pogonska Tehnika d.o.o.UI. XIV. divizije 14SLO – 3000 Celje
Tel. +386 3 490 83-20Fax +386 3 490 [email protected]
A
03/2006
Adressenopgave
Spanje
AssemblageVerkoopService
Bilbao SEW-EURODRIVE ESPAÑA, S.L. Parque Tecnológico, Edificio, 302E-48170 Zamudio (Vizcaya)
Tel. +34 9 4431 84-70Fax +34 9 4431 [email protected]
Thailand
AssemblageVerkoopService
Chon Buri SEW-EURODRIVE (Thailand) Ltd.Bangpakong Industrial Park 2700/456, Moo.7, Tambol DonhuarohMuang DistrictChon Buri 20000
Tel. +66 38 454281Fax +66 38 [email protected]
Tjechische Republiek
Verkoop Praag SEW-EURODRIVE CZ S.R.O.Business Centrum Praha Lužná 591CZ-16000 Praha 6 - Vokovice
Tel. +420 220121234 + 220121236Fax +420 220121237http://[email protected]
Tunesië
Verkoop Tunis T. M.S. Technic Marketing Service7, rue Ibn EI Heithem Z.I. SMMT2014 Mégrine Erriadh
Tel. +216 1 4340-64 + 1 4320-29Fax +216 1 4329-76
Turkije
AssemblageVerkoopService
Istanbul SEW-EURODRIVE Hareket Sistemleri Sirketi Bagdat Cad. Koruma Cikmazi No. 3 TR-34846 Maltepe ISTANBUL
Tel. +90 216 4419163 + 216 4419164 + 216 3838014Fax +90 216 [email protected]
Venezuela
AssemblageVerkoopService
Valencia SEW-EURODRIVE Venezuela S.A.Av. Norte Sur No. 3, Galpon 84-319Zona Industrial Municipal NorteValencia, Estado Carabobo
Tel. +58 241 832-9804Fax +58 241 [email protected]@cantv.net
Verenigde Staten
FabriekAssemblageVerkoopService
Greenville SEW-EURODRIVE INC. 1295 Old Spartanburg Highway P.O. Box 518Lyman, S.C. 29365
Tel. +1 864 439-7537Fax Sales +1 864 439-7830Fax Manuf. +1 864 439-9948Fax Ass. +1 864 439-0566Telex 805 550 http://[email protected]
AssemblageVerkoopService
San Francisco SEW-EURODRIVE INC. 30599 San Antonio St.Hayward, California 94544-7101
Tel. +1 510 487-3560Fax +1 510 [email protected]
Philadelphia/PA SEW-EURODRIVE INC. Pureland Ind. Complex 2107 High Hill Road, P.O. Box 481Bridgeport, New Jersey 08014
Tel. +1 856 467-2277Fax +1 856 [email protected]
Dayton SEW-EURODRIVE INC.2001 West Main Street Troy, Ohio 45373
Tel. +1 937 335-0036Fax +1 937 [email protected]
Dallas SEW-EURODRIVE INC.3950 Platinum Way Dallas, Texas 75237
Tel. +1 214 330-4824Fax +1 214 [email protected]
Andere adressen van service-werkplaatsen in de Verenigde Staten op aanvraag.
03/2006
127dressenopgave
128
Zuid-Afrika
AssemblageVerkoopService
Johannesburg SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITEDEurodrive House Cnr. Adcock Ingram and Aerodrome RoadsAeroton Ext. 2Johannesburg 2013P.O.Box 90004Bertsham 2013
Tel. +27 11 248-7000Fax +27 11 [email protected]
Capetown SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED Rainbow ParkCnr. Racecourse & Omuramba RoadMontague GardensCape TownP.O.Box 36556Chempet 7442 Cape Town
Tel. +27 21 552-9820Fax +27 21 552-9830Telex 576 [email protected]
Durban SEW-EURODRIVE (PROPRIETARY) LIMITED2 Monaceo PlacePinetownDurbanP.O. Box 10433, Ashwood 3605
Tel. +27 31 700-3451Fax +27 31 [email protected]
Zweden
AssemblageVerkoopService
Jönköping SEW-EURODRIVE ABGnejsvägen 6-8S-55303 JönköpingBox 3100 S-55003 Jönköping
Tel. +46 36 3442-00Fax +46 36 3442-80http://[email protected]
Zwitserland
AssemblageVerkoopService
Basel Alfred lmhof A.G.Jurastrasse 10 CH-4142 Münchenstein bei Basel
Tel. +41 61 41717-17Fax +41 61 41717-00http://[email protected]
A
03/2006
SEW-EURODRIVE – Driving the world
www.sew-eurodrive.com
Hoe we de wereld in beweging houden
Met mensen die snel en goed denken en samen met u werken aan de toekomst.
Met een service die wereldwijd onder handbereik is.
Met aandrijvingen en besturingen die uw productiviteit vergroten.
Met veel knowhow van de belangrijkste branches van deze tijd.
Met compromisloze kwaliteit die een storingvrij bedrijf garandeert.
Met een wereldwijde aan-wezigheid voor snelle en overtuigende oplossingen. Overal.
Met innovatieve ideeën die morgen al de oplossing voor overmorgen in zich hebben.
Met internet dat u 24 uur per dag toegang biedt tot informatie, waaronder software-updates.
Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie
SEW-EURODRIVEDriving the world
SEW-EURODRIVE GmbH & Co KGP.O. Box 3023 · D-76642 Bruchsal / GermanyPhone +49 7251 75-0 · Fax +49 7251 [email protected]