teamplayers vo
DESCRIPTION
teamplayers VOTRANSCRIPT
1. Inhoud
1. Inleiding ................................................................................................................... 5
1. Thema’s .................................................................................................................... 7
Democratisch Burgerschap .................................................................................... 8
Introductieweek ..................................................................................................... 12
Leerlingen beoordelen docenten ........................................................................... 16
Studiekeuze-/loopbaanbegeleiding ....................................................................... 20
Samenleving - Maatschappelijke Stages .............................................................. 24
Goede doelen actie ................................................................................................. 28
Schoolklimaat - conflict beheersing ..................................................................... 32
PR ............................................................................................................................36
Evenementen ......................................................................................................... 40
3
Inleiding
Burgerschap en participatie
De samenleving van tegenwoordig vraagt actieve en betrokken burgers. Omdat veel traditionele verbanden in de huidige
samenleving zijn weggevallen, is die actieve en betrokken houding voor jongeren niet altijd even vanzelfsprekend en
makkelijk. Toch is sociale participatie, oftewel actief en constructief deelnemen aan sociale verbanden (Walraven 2002),
wél nodig om de samenleving goed te laten functioneren.
Met een veranderende samenleving verandert ook de rol van de school. Steeds meer wordt het bevorderen van partici-
patie en betrokkenheid bij de samenleving een taak van de school. Sinds 2006 zijn scholen zelfs wettelijk verplicht tot
het bevorderen van participatie en burgerschap. Dit is vastgelegd in de Wet op het Voortgezet Onderwijs. In die wet staat
het volgende: ‘Het onderwijs is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie’. Burgerschap
wordt hierbij opgevat als ‘de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve
bijdrage aan te leveren’ en bij sociale integratie staat deelname aan de maatschappij en betrokkenheid centraal (OCW,
2006). Hiermee is participeren, als onderdeel van burgerschap, een belangrijk onderwijsdoel geworden.
Leerlingenparticipatie is meer dan de extra franje van een leuke actieve school. Leerlingen moeten niet alleen kennis
opdoen, maar ze moeten vooral leren om deze kennis toe te passen in uiteenlopende situaties. Zo kunnen ze de kennis
verankeren. Weten wat ‘democratie’ inhoudt is namelijk nog wat anders dan er daadwerkelijk mee kunnen omgaan. Het
gaat om het integreren en toepassen van kennis. Leerlingenparticipatie is een vorm van levensecht leren en oefenen
van diverse competenties in de school. Dit vindt niet alleen plaats via formele leerlingenraden, maar moet terug te
vinden zijn in alle aspecten van de school, dus ook de schoolorganisatie, het schoolklimaat en het leerproces. In feite is
leerlingenparticipatie een manier van medeverantwoordelijkheid dragen voor de school als directe leer- en leefomgeving.
Dit vraagt van docenten en schoolleiding dat u waarde hecht aan de inbreng van leerlingen en daar ook echt werk van
maakt. Ook als leerlingen kritische of tegendraadse geluiden laten horen. Leerlingen zijn meer dan deelnemers, ze zijn
medebewoners van uw school!
Met Team Players heeft u praktische en concrete voorbeelden in handen om leerlingen meer te laten participeren, om
leerlingen meer te betrekken bij en medeverantwoordelijk te maken vóór de dagelijkse gang van zaken in én om de
school. Want, grote betrokkenheid leidt tot een verhoogde motivatie onder de leerlingen. Leerlingen ontwikkelen
competenties zoals samenwerken, verantwoordelijkheid dragen en onderhandelen. Allemaal erg belangrijk. In de
samenleving van nu en straks moeten ze namelijk zelfstandig informatie kunnen opzoeken en verwerken, kansen en
risico’s inschatten en overwogen keuzes maken. Kortom: ze moeten zelfstandig en zelfsturend in het leven staan.
Weer iets nieuws erbij?
Nee, want vaak worden op school al veel activiteiten gedaan die zich goed lenen om te werken aan participatie. Het
vergt in de meeste gevallen vooral een andere houding van docenten en leerlingen bij het organiseren van deze
activiteiten om participatie een plek te geven. Bij de totstandkoming van Team Players VO hebben we dan ook gebruik
gemaakt van ‘ervaringsdeskundigen’ op drie middelbare scholen in Rotterdam. Docenten en leerlingen hebben voor-
beelden gegeven van wat zij al doen aan participatie op hun school. Daarnaast hebben zij gedurende het proces mee-
gedacht óver en feedback gegeven óp de activiteiten in dit boekje. Ons advies is: kijk wat er bij u op school al gebeurt en
met een iets andere houding kunt u leerlingen hier meer bij betrekken en hun meer verantwoordelijkheid geven dan nu
het geval is. Let op: het gaat er uiteindelijk niet om dat u individuele activiteiten selecteert waar leerlingen in participeren
– het gaat erom dat leerlingen mede invloed hebben op wat er op school gebeurt. Het gaat erom dat participatie wordt
benaderd als pedagogische opdracht.
5
Hierbij heeft ook u als docent het één en ander te leren. U zult vertrouwen moeten hebben in de leerlingen, soms met
vallen en opstaan, een initiatief tot een goed einde kunnen brengen. U wordt uitgedaagd om draagvlak te creëren voor
leerlingenparticipatie bij collega’s die sceptisch staan tegenover ‘weer iets nieuws’. Daarnaast vraagt het van u als
docent dat u een manier van werken introduceert, waarin niet uw handelen en eigen doelen centraal staan, maar die
van de leerlingen. Dat vraagt vooruitzien, flexibiliteit en vertrouwen.
De Participatie-ladder!
Je kunt op verschillende niveaus participeren, dit is weergege-
ven in de participatieladder. Dit is een hulpmiddel om te bepalen
op welk niveau uw leerlingen nu participeren en hoe u de mate
van participatie kunt opbouwen. De participatie-ladder is in
schematische vorm te zien in de uitvouwflap van Team Players.
Geef leerlingen de verantwoordelijkheden die ze aankunnen, laat
ze participeren op het juiste niveau: overschat ze niet, maar
onderschat ze ook niet! Let hierbij op het volgende:
• De leeftijd van de leerlingen.
• Het niveau van de leerlingen.
• Wat zijn de leerlingen al aan participatie gewend?
• In hoeverre wilt/durft u als docent de leerlingen verantwoordelijkheid te geven?
Kijk naar de groep als geheel, maar ook naar de individuele leerlingen. Niet elke leerling kan evenveel verantwoordelijk-
heid aan, wel alle leerlingen (van de school en van de klas) kunnen betrokken worden en kunnen leren verantwoordelijk-
heid te dragen.
De leerlingen kunnen ook binnen een klas op verschillende niveaus participeren. Een deel van de leerlingen denkt
bijvoorbeeld plannen uit, terwijl een ander deel zich bezig houdt met de voorbereidingen of de uitvoering ervan.
Leerlingen kunnen vaak meer dan u denkt! Leerlingen vinden het leuk om meer verantwoordelijkheid te krijgen en zijn
daar trots op.
De verschillende vormen en niveaus van participatie dragen samen bij aan het vergroten van de participatiecultuur op
school. Het zal voor u als docent vanzelfsprekend moeten zijn dat leerlingen meedenken, meepraten en meebeslissen
over zaken in de school die henzelf aangaan. Door op individueel en klassenniveau aan participatie te werken, zal dit
gemeengoed worden en doorwerken op schoolniveau en ook op maatschappelijk niveau.
Aan de slag!
In dit boekje van Team Players vindt u negen thema’s waarbinnen een voorbeeld om participatie te bevorderen is uit-
gewerkt. Leerlingen kunnen op verschillende niveaus participeren. Wij hebben ervoor gekozen om niet voor alle niveaus
van de participatieladder uit te schrijven wat uw rol als docent en wat de rol van de leerlingen zou kunnen zijn. Wel
geven we tips voor differentiatie naar verschillende participatie niveaus.
Naast een algemene inleiding op het thema en een uitgewerkt voorbeeld (met aandacht voor voorbereidings- en
uitvoeringstaken) vindt u op het prikbord per thema afwisselende informatie waarmee u zelf verder aan de slag kunt. U
vindt hier links, handige tips, quotes van docenten en leerlingen, enz. Al met al genoeg materiaal om mee aan de slag
te gaan, lijkt ons.
Veel succes!
Team Players
6
1. mee-uitvoeren
2. mee-voorbereiden
3. mee-denken
4. mee-beslissen
5. mee-bepalen
Participatieladder uit Doe Mee, CED-Groep
Team Players
8
Democratisch Burgerschap
Inleiding
Democratisch (school)burgerschap en leerling-participatie op school kunnen worden versterkt als de school zelf functioneert als een democratische leef-, leer- en werkgemeenschap: als leerlingen inspraak hebben; als ze kunnenmeedenken, meepraten en meebeslissen; als ze verantwoordelijkheid leren dragen. Een democratische schoolcultuurheeft een ‘harde’ kant en een ‘zachte’ kant. De ‘zachtere’ democratische schoolkenmerken hebben betrekking op het(open) schoolklimaat, de manier van omgaan met elkaar, goed communiceren e.d. De ‘hardere’ kenmerken hebbenbetrekking op formelere structuren binnen de school, zoals de regelingen voor inspraak en medezeggenschap.
Voorbeelden van hoe inspraak en medezeggenschap vorm kunnen krijgen zijn: • klassenvergaderingen• discussie- en debatlessen• de leerlingenraad
Een leerlingenraad opzetten
De leerlingenraad is een veelgebruikt middel om participatie te bevorderen, binnen het kader van burgerschap.De leerlingenraad is een leerwerkplek voor burgerschap en participatie. Er ontstaan echte situaties voor overleg,meedoen, meepraten, meebeslissen en inspraak volgens democratische spelregels. In die situaties kunnen leer-lingen burgerschapscompetenties ontwikkelen. Dóór en tijdens activiteiten rondom de leerlingenraad ontwikkelenleerlingen specifieke sociale en communicatieve vaardigheden, gericht op menings- en besluitvorming ingroepen. Daarnaast maken zij kennis met democratische procedures zoals; kandidaatstelling, verkiezingenhouden, een ‘achterban’ vertegenwoordigen en zich laten vertegenwoordigen.
Als de leerlingen het gevoel hebben op ‘hun’ onderwerpen gehoord te worden en invloed te kunnen hebben, danbevordert dat de betrokkenheid van leerlingen bij de school. Bovendien zijn ze meer gemotiveerd en komen erminder problemen voor. De leerlingenraad is een kanaal om de inspraak van leerlingen structureel te maken.
9
Thema’s
Voorbereiding
Als uw school nog geen actieve leerlingenraad heeft denk dan aan het volgende. Binnen de school moetdraagvlak bestaan bij directie, team en leerlingen voor de visie dat de school een leerwerkplek is voorburgerschap en participatie. Het volgende moet geregeld worden; - formatie: de begeleider(s) van de leerlingenraad moeten taakuren hebben. - lestijd: mentoren en leerlingen hebben (les)tijd nodig om in klassen aandacht te kunnen besteden aan
zaken voor de leerlingenraad.- vergadertijd: de leerlingenraad moet structureel kunnen vergaderen volgens een vast schema en op
een vast tijdstip binnen of buiten lestijd.- structuur bepalen: er moet bepaald worden wat de rol van de leerlingenraad is bijv. ten opzichte van de
Medezeggenschapsraad.
Uitvoering
• De leerlingenraad wordt in principe gekozen voor een termijn van twee jaar. Voorafgaand aan deverkiezingen worden alle klassen geïnformeerd over het waarom, hoe en wat van de leerlingenraad.Dit kunnen leerlingen doen onder begeleiding van een docent. Ook wordt met de leerlingen gesprokenover de procedure bij de verkiezingen. Leerlingen die zich kandidaat stellen moeten een presentatiehouden voor hun klas. Iedere klas kiest een eerste vertegenwoordiger en tweede vertegenwoordiger(als vervanger).
• De voorzitter van de leerlingenraad wordt gekozen door de leden van de leerlingenraad. De voorzittermag niet in het examenjaar zitten, aangezien je twee jaar in functie moet kunnen blijven.
• De communicatie tussen leerlingenraad en de klassen loopt via de klassenvertegenwoordiger. Hij/zijmaakt schriftelijke aantekeningen van de punten die besproken zijn in de leerlingenraad. De klassen-vertegenwoordiger ‘rapporteert’ in de klas wat er in de leerlingenraad is besproken en besloten.Vervolgens komt de mening van de klas weer terug in de leerlingenraad.
• De punten die op de agenda van de leerlingenraad komen, worden in de hele school geïnventariseerd,zodat zoveel mogelijk leerlingen erbij betrokken worden en zich ook vertegenwoordigd voelen. Daar iseen vaste procedure voor:- begin van het schooljaar (om het jaar): verkiezingen voor de leerlingenraad- de gekozen vertegenwoordigers inventariseren punten/wensen in hun klas- de leerlingenraad kiest daaruit de punten die worden opgepakt- dit gaat terug naar de klassen
• Tenslotte worden er 4 á 5 onderwerpen voor het lopende schooljaar geselecteerd voor de ‘jaaragenda’van de leerlingenraad. De begeleider bewaakt dat er voldoende punten zijn waarop de leerlingen kun-nen ‘scoren’, maar ook punten die ‘niet doorgaan’. Het omgaan met tegenslag is een belangrijk leer-moment.
Differentiatie naar andere participatieniveaus
Als leerlingen nog wat onwennig zijn op dit gebied, kan een docent als begeleider wordenaangewezen die gezamenlijk met leerlingen de verschillende fasen van het opzetten van een leer-lingenraad vorm geeft. De docent kan ook coachend aanwezig zijn tijdens vergaderingen.
Leerlingen die de verantwoordelijkheid aankunnen geven zelf vorm aan de voorlichting, werving enuitvoering van activiteiten in het kader van de leerlingenraad.
Voorbereiding
Als uw school nog geen actieve leerlingenraad heeft denk dan aan het volgende. Binnen de school moetdraagvlak bestaan bij directie, team en leerlingen voor de visie dat de school een leerwerkplek is voor burger-schap en participatie. Het volgende moet geregeld worden; • formatie: de begeleider(s) van de leerlingenraad moeten taakuren hebben. • lestijd: mentoren en leerlingen hebben (les)tijd nodig om in klassen aandacht te kunnen besteden aan zaken
voor de leerlingenraad.• vergadertijd: de leerlingenraad moet structureel kunnen vergaderen volgens een vast schema en op een vast
tijdstip binnen of buiten lestijd.• structuur bepalen: er moet bepaald worden wat de rol van de leerlingenraad is bijv. ten opzichte van de
Medezeggenschapsraad.
Uitvoering
• De leerlingenraad wordt in principe gekozen voor een termijn van twee jaar. Voorafgaand aan de verkiezingenworden alle klassen geïnformeerd over het waarom, hoe en wat van de leerlingenraad. Dit kunnen leerlingendoen onder begeleiding van een docent. Ook wordt met de leerlingen gesproken over de procedure bij deverkiezingen. Leerlingen die zich kandidaat stellen moeten een presentatie houden voor hun klas. Iedere klaskiest een eerste vertegenwoordiger en tweede vertegenwoordiger (als vervanger).
• De voorzitter van de leerlingenraad wordt gekozen door de leden van de leerlingenraad. De voorzitter magniet in het examenjaar zitten, aangezien je twee jaar in functie moet kunnen blijven.
• De communicatie tussen leerlingenraad en de klassen loopt via de klassenvertegenwoordiger. Hij/zij maaktschriftelijke aantekeningen van de punten die besproken zijn in de leerlingenraad. De klassenvertegenwoor-diger ‘rapporteert’ in de klas wat er in de leerlingenraad is besproken en besloten. Vervolgens komt demening van de klas weer terug in de leerlingenraad.
• De punten die op de agenda van de leerlingenraad komen, worden in de hele school geïnventariseerd, zodatzoveel mogelijk leerlingen erbij betrokken worden en zich ook vertegenwoordigd voelen. Daar is een vasteprocedure voor:- begin van het schooljaar (om het jaar): verkiezingen voor de leerlingenraad- de gekozen vertegenwoordigers inventariseren punten/wensen in hun klas- de leerlingenraad kiest daaruit de punten die worden opgepakt- dit gaat terug naar de klassen
• Tenslotte worden er 4 á 5 onderwerpen voor het lopende schooljaar geselecteerd voor de ‘jaaragenda’ van deleerlingenraad. De begeleider bewaakt dat er voldoende punten zijn waarop de leerlingen kunnen ‘scoren’,maar ook punten die ‘niet doorgaan’. Het omgaan met tegenslag is een belangrijk leermoment.
Differentiatie naar andere participatieniveaus
Als leerlingen nog wat onwennig zijn op dit gebied, kan een docent als begeleider worden aangewezen diegezamenlijk met leerlingen de verschillende fasen van het opzetten van een leerlingenraad vorm geeft. Dedocent kan ook coachend aanwezig zijn tijdens vergaderingen.
Leerlingen die de verantwoordelijkheid aankunnen geven zelf vorm aan de voorlichting, werving en uitvoering van activiteiten in het kader van de leerlingenraad.
Team Players
10
Democratisch Burgerschap
Tip!Zet een ideeënbox ergens in de
school, waar leerlingen punten
voor behandeling in de leerlingen-
raad anoniem kunnen indienen.
Er kan ook een e-mailadres of
sms-nummer worden gecommuniceerd
waar leerlingen hun punten kunnen
aandragen.
Websites
waar u terecht kunt voor advies:
www.stichtingdemeeuw.nl
www.laks.nl
BENDE LEERLINGENRAADUITGEGOOID
WILDE DE SCHOOLAFSCHAFFEN
11
Team Players
Do’s en Dont’s voor begeleider: ondersteuning tijdens de vergadering:• bereid in het begin van het jaar enkele vergaderingen voor met de nieuwe voorzitter• geef de leerlingenraad kort uitleg over de structuur van een goede vergadering• leg niet teveel nadruk op formele vereisten, maar vooral op de bedoeling• bewaak het resultaat van de vergaderingen. Zorg dat concrete actiepunten worden afgesproken• maak voor de leerlingen een duidelijk onderscheid tussen de objectieve informatie die u
meegeeft en uw eigen mening. • stel die vragen waar de leerlingen niet altijd aan denken!
[Bron: Brochure voor begeleiders van de leerlingenraad; Vlaamse Scholierenkoepel VZW]
Verwachtingen van leerlingen over begeleidendedocent in leerlingenraad peilen:Leerlingen verwachten heel wat van hun begeleidende docent. U kunt eens bij deleerlingen van de leerlingenraad peilen wat ze van u verwachten. Hiervoor kunt ude volgende vragen aan hen voorleggen.
Op welke manier zouden zij zelf een leerlingenraad willen begeleiden. Geeft eenbegeleidende docent enkel een duwtje in de rug, of verwachten leerlingen meer?Welke rol zou je bijvoorbeeld opnemen bij de vergadering van de leerlingenraad?En waarvan moet je als begeleidende docent op de hoogte zijn. Het belang vanhet stellen van deze vragen is vooral dat u uw eigen rol bespreekbaar maakt. Ditstimuleert de open cultuur die vruchtbaar is voor een effectieve en enthousiasteleerlingenraad.
Onthoudt: de perfecte begeleidende docent bestaat niet, want elke leerlingenraadvraagt een andere aanpak. Elke school heeft een eigen schoolcultuur en dus ookeen eigen participatiecultuur. Bovendien kan het werk ook verdeeld worden oververschillende docenten.
[Bron: Brochure voor begeleiders van de leerlingenraad; Vlaamse Scholierenkoepel VZW]
1. Wat moet een begeleiden-
de docent weten? 3. Wat moet een begeleidende docentzeggen?2. Wat moet een
begeleidende docentdoen?
4. Hoe moet een
begeleidende docent
zijn?
SCHOLIERENPANELS
Het LAKS is altijd b
enieuwd naar
de mening van scholiere
n over
bepaalde onderwer
pen. Af en toe
maken ze een vragenli
jst over een
bepaald onderwerp
, bijvoorbeeld
de Maatschappelijke Stag
e. Die
sturen ze vervolgen
s naar een
scholierenpanel. Dit
is een groep
van vele email-adress
en van
scholieren en aan de
hand van de
antwoorden die ze g
even heeft het
LAKS een beeld wat de scho
lieren
van een onderwerp
vinden. Ben je
als scholier geïntere
sseerd dan
kun je op www.laks.nl
kijken hoe
je je op kan geven.