telecom - bureau baxtelecom binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties...

22
TELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona- liteiten en garanties gevraagd als het gaat om audio, video en datacommunicatie. Telecom- aanbieders spelen hierop in en ontwikkelen vernuftige systemen waardoor zorgprocessen beter georganiseerd kunnen worden. Het ge- bruik van smartphones in de thuiszorg is een mooi voorbeeld. Via een speciale app kan de thuiszorgmedewerker niet alleen de planning bekijken, maar ook communiceren met het zorgteam, dossiers inzien en bijwerken, uren registreren en reiskosten declareren. Ander voorbeeld is de toepassing van domoticasy- stemen met ‘slimme sensoren’ om de veilig- heid van patiënten te vergroten en het aantal valse alarmmeldingen te verkleinen. Door de juiste keuzes te maken, kan in de zorg een grote efficiencyslag gemaakt worden. Communicatie Overbrengen Verbinding Telecom ‘Het teleporteren van woorden’ Medische Innovatie Special _9 8_

Upload: others

Post on 23-Aug-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

TE LECOMBinnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om audio, video en datacommunicatie. Telecom-aanbieders spelen hierop in en ontwikkelen vernuftige systemen waardoor zorgprocessen beter georganiseerd kunnen worden. Het ge-bruik van smartphones in de thuiszorg is een mooi voorbeeld. Via een speciale app kan de thuiszorgmedewerker niet alleen de planning bekijken, maar ook communiceren met het zorgteam, dossiers inzien en bijwerken, uren registreren en reiskosten declareren. Ander voorbeeld is de toepassing van domoticasy-stemen met ‘slimme sensoren’ om de veilig-heid van patiënten te vergroten en het aantal valse alarmmeldingen te verkleinen. Door de juiste keuzes te maken, kan in de zorg een grote efficiencyslag gemaakt worden.

C o m m u n i c a t i e O v e r b r e n g e n V e r b i n d i n g T e l e c o m

‘Het teleporterenvan woorden’

Medische Innovatie Special _98_

Page 2: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _1110_

_TELECOM

EENVOUDIG EN VEILIG HET INTERNET OP

Internetgebruik is voor veel mensen onderdeel van het dagelijks leven.

Mensen met een verstandelijke beperking willen ook graag surfen, film-

pjes kijken, muziek luisteren en internetbellen, maar stranden vaak door

de ingewikkelde navigatie. Met Jouw Internet Portaal, kortweg JIP, gaat

er voor cliënten van de ’s Heeren Loo Zorggroep een wereld open.

De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Interface van JIP

Tekst: Clara Stuurman-Bax

‘VOORAL FILMPJES’

Bep (51) woont in Erasmus-

state, Ede, van de ’s Heeren

Loo Zorggroep .

Bep heeft een verstandelijke

beperking. Nog nooit heeft ze

met een computer gewerkt.

Maar, het woord computer

doet haar sinds de komst

ervan - twee weken geleden

- opveren uit haar stoel. Op

de vraag of ze ’m even wil

laten zien, staat ze meteen op

om een filmpje aan te zetten.

Allereerst moet er worden

ingelogd via een scherm met

negen plaatjes. Elke bewoner

heeft als wachtwoord een

combinatie van vier plaatjes.

Via het touchscreen maakt ze

haar keuze. Eenmaal ingelogd

kan Bep kiezen uit vier mo-

gelijkheden, aangegeven met

pictogrammen: film kijken,

spelletjes doen, fotoalbums

inzien of radio luisteren. Bep

is vooral geïnteresseerd in

de filmpjes en weet deze

feilloos te vinden. Ze laat ons

de Indische Waterlelies van

de Efteling zien en kan pas

weer communiceren als het is

afgelopen. Op de vraag of ze

het erg vindt als de computer

weer weggaat is het ant-

woord: “Nee, nee, computer

moet blijven”.

Voor elk individu binnen de zorg-instelling worden nieuwe mogelijk-heden gecreëerd. “JIP levert daaraan een zeer belangrijke bijdrage”, vertelt Gjerryt Leuverink, adviseur online communicatie en social media bij ’s Heeren Loo. “Mensen voor wie de computer en internet onbegaan-baar terrein waren, kunnen daar nu wél gebruik van maken. Ieder op zijn eigen niveau.”

DROOMSESSIESHet begon met het idee om een portaal te ontwikkelen waarin cliën-ten hun eigen medische gegevens kunnen inzien, hun dagprogramma kunnen bekijken en bijvoorbeeld de mogelijkheid hebben om via internet te bellen met hun arts. “Al doende bleek het efficiënter om eerst ‘gewoon’ internet eenvoudig en veilig toegankelijk te maken. Zo kunnen we erachter komen wat wel en niet goed werkt voor onze cliënten. De uitkomsten kunnen we toepassen op het cliëntenportaal. Op dit moment is het entertainmentgedeelte beschik-baar. Hierin kunnen cliënten filmpjes bekijken, muziek luisteren en foto’s zien”, vertelt Leuverink.

Page 3: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _1312_

_TELECOM

VOLGENDE STAPNu het fun- en entertainmentdeel van internet ontsloten is voor een groep mensen met een verstandelijke beperking, wil de ’s Heeren Loo Zorg-groep de volgende stap zetten. “Je moet dan denken aan uitbreiding van het cliëntenportaal. Waar JIP voor mensen met een licht verstan-delijke beperking nu wat te simpel is, wordt het met de uitbreiding voor deze groep een stuk interessanter. Zij kunnen op termijn bijvoorbeeld navi-geren naar hun medisch dossier, hun dieetcoach raadplegen of internet-bellen met hun familie of arts.”

AMBITIEDe ’s Heeren Loo Zorggroep heeft in samenwerking met het KPN Mooiste

Contact Fonds, met JIP de ambi-tie waargemaakt om verstandelijk beperkte mensen de mogelijkheid te geven veilig en overzichtelijk te kunnen internetten. De organisatie wil JIP graag delen met andere orga-nisaties zodat ook mensen met een verstandelijke beperking die geen cliënt zijn van ’s Heeren Loo beter het internet op kunnen. Leuverink: “Wij hebben dit portaal kunnen neerzet-ten. Het zou zonde zijn als anderen het wiel opnieuw gaan uitvinden en daar het schaarse zorgbudget voor moeten aanspreken.”

DE ’S HEEREN LOO

ZORGGROEP

De ’s Heeren Loo Zorggroep

ondersteunt in bijna het hele

land mensen met een verstan-

delijke beperking. De orga-

nisatie helpt jong en oud een

passend antwoord te vinden op

grote en kleine vragen. Dichtbij

en samen met de mensen die

belangrijk voor hen zijn. De

cliënt maakt eigen keuzes en

de ’s Heeren Loo Zorggroep

ondersteunt ze hierbij. Het

gaat om de cliënt; om wie hij

is en om wat hij kan en wil. De

cliënten van de organisatie zijn

in verschillende mate beperkt

van licht tot relatief zwaar.

‘FAMILIE ENTHOUSIAST’

Corrie Ruttenberg,

manager primair proces bij

Erasmusstate Ede van de ’s

Heeren Loo Zorggroep.

“De computer staat hier nu

sinds twee weken en geeft

bewoners de mogelijkheid

om zelf films of spelletjes te

spelen. Een aantal bewoners,

gaat na de dagbesteding

het liefst meteen achter de

computer. Het is natuurlijk

fantastisch dat ze dit zelf

kunnen doen. Een stuk mak-

kelijker ook dan het kijken van

een DVD, waarbij wij de boel

moeten opstarten. Ik merk

dat niet alleen de bewoners

maar ook familieleden en

vrienden enthousiast zijn. Het

is ook aan hen en aan ons om

de content op het portaal te

plaatsen. Denk aan foto’s van

thuis of het plaatsen van spel-

letjes en filmpjes. Dat laatste

is trouwens erg eenvoudig: je

sleept een linkje van Youtube

zo in JIP.”

‘K3 EN TREINEN’

Nick (23) woont in Erasmusstate,

Ede, van de ’s Heeren Loo Zorg-

groep en gebruikt sinds 2 weken JIP.

Nick is een vrolijke jongen. Naast een

verstandelijke beperking, heeft hij

ook een lichamelijke beperking. Met

zijn rolstoel manoeuvreert hij tussen

de bewoners door naar de computer.

Op de vraag wat hij het leukste vindt

antwoordt hij K3 en treinen. Nick

kan de PC – ondanks het trillen van

zijn handen – goed bedienen via het

touchscreen. Dat wordt heel duidelijk

tijdens het spel waarbij hij de dames

van K3 netjes aankleedt. Ook laat hij

foto’s zien van treinen en vliegtuigen,

heel handig veegt hij zijn vinger over

het scherm.

regio’s rollen we JIP uit bij verschil-lende woonzorgcentra. In de ge-meenschappelijke ruimte staat een computer met touchscreen en inter-net, de basis voor een goed werkend portaal.”Cliënten kunnen niet vrij surfen over het internet. “We helpen onze cliënten op weg om zo zelfstandig mogelijk te kunnen functioneren. Daarbij hebben we als organisatie de taak onze cliënten te begeleiden en te beschermen”, stelt Leuverink. “Een begeleider of familielid van de cliënt moet content uploaden die de cliënt kan bekijken. Zoals filmpjes, foto’s, spelletjes en muziek. De cliënt bepaalt welke begeleider en welk fa-milielid of welke vriend toegang heeft tot zijn account.”

De ’s Heeren Loo Zorggroep organi-seerde ‘droomsessies’ met begelei-ders, cliënten en verwanten om een interface te ontwikkelen voor JIP. Het portaal werkt intuïtief zoals ook een Ipad dat doet: je neemt steeds de logische stap. Het verschil echter tussen JIP en een Ipad is de inter-face. De keuzes die de cliënten kun-nen maken zijn door ons beperkt en aangegeven met simpele iconen, af-beeldingen of foto’s. De keuzestress die de mensen ervoeren, is daarmee opgelost. En als een touchscreen nog te lastig blijkt, bieden we zelfs een-knopsbediening aan.”

BESCHERMEN“In januari 2015 zijn we gestart met de pilot”, vertelt Leuverink. “In twee

Page 4: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _1514_

_TELECOM

‘De domoticasystemen UAS en SOS registreren vrijwel alle incidenten’

van 1 op de 24 cliënten naar 1 op de 36 cliënten, trok in 2009 de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan de bel. De domotica in de zorg moest zorg-vuldiger worden toegepast, vond de inspectie, anders was het risico dat ernstige incidenten te laat zouden worden opgemerkt veel te groot. Dit was een aanleiding voor Vilans, Ken-niscentrum voor langdurige zorg, om te onderzoeken of systemen met ‘slimme sensoren’ uitkomst kunnen bieden.

“De twee systemen die worden on-derzocht zijn Unattended Autono-mous Surveillance (UAS), van Dutch Domotics en ASCOM en de Slimme Optische Sensor (SOS) van Smarter Vision”, vertelt Johan van der Leeuw, adviseur bij Vilans. “Beide domotica-systemen combineren slimme sen-soren met geavanceerde software. Ze registreren vrijwel alle incidenten, maar zijn zo ontwikkeld dat ze nau-welijks valse meldingen doorgeven.”

ALARMMELDINGENHet UAS systeem is met name bedoeld voor de verpleegzorg van cliënten met vergevorderde dementie. Waar nu vooral wordt gewerkt

met enkelvoudige infrarood- en druksensoren, combineert UAS een slimme sensor onder het matras met drie infraroodsensoren die op

strategische plekken in de kamer zijn opgehangen. De matrassensor registreert de ademhaling van de liggende cliënt. Op het moment dat de sensor de ademhaling niet meer registreert, betekent dit dat de cliënt is gaan zitten of is opgestaan. Bij cliënten met een groot valrisico gaat er meteen een seintje naar de zorgmedewerkers. Bij cliënten die iets beter ter been zijn, geeft het systeem nog geen melding af. In plaats daarvan schakelt de software ook de andere sensoren in om te registreren of de cliënt zich zonder problemen door de kamer beweegt, de kamer verlaat, of mogelijk ten val is gekomen. Pas als de cliënt in een onveilige situatie dreigt te belanden, geeft het systeem een alarmmelding door.

SOS heeft hetzelfde uitgangspunt als UAS, maar gebruikt beeldinter-pretatie om een oogje in het zeil te houden. Een camera, die zo is opgehangen dat de hele kamer in beeld is, registreert beweging en in-activiteit. Op basis van de patronen die het systeem registreert, bepaalt de software of hulp nodig is of niet. De zorgmedewerker die een mel-ding ontvangt kan eventueel enkele

seconden video oproepen van het moment van de melding om te con-troleren of het geen vals alarm is. Om de privacy van de cliënt te bescher-

men zijn de cliënten in de beelden zelf onherkenbaar gemaakt.

SUCCESVOLDe onderzoeken lopen nog, maar zowel Van der Leeuw als de zorgin-stellingen zijn enthousiast over de voorlopige resultaten. Verpleegkun-digen melden dat er nauwelijks valse meldingen binnenkomen. Van der Leeuw: “Soms krijgen ze zo weinig meldingen binnen dat ze denken dat het systeem niet werkt, maar dat komt alleen omdat ze gewend zijn zoveel loze meldingen te ontvangen. Als er echt wat aan de hand is, slaat het systeem wel degelijk alarm.”

Van der Leeuw geeft een belangrijk verschil tussen beide systemen aan: “Het UAS-systeem werkt zonder camera’s en is daardoor minder privacygevoelig. SOS werkt met cameratechnologie. En ook al kun-nen de zorgmedewerkers niet direct meekijken en zijn de beelden gemas-keerd, het vormt toch een inbreuk op de privacy.” Van der Leeuw hoopt dat zorginstellingen snel zullen overstap-pen op slimme domotica. Het is beter voor de cliënt, voor de zorgmedewer-ker én voor de portemonnee: “Het implementeren van zo’n systeem is een investering, maar weegt al snel op tegen de personele kosten. Bin-nen een aantal jaren is de investering er al uit.”

MEER INFORMATIE

www.domoticawonen-

zorg.nl/dwz/slimme-sensor-

technologie-nachtzorg.html

‘NAUWELIJKS VALSE MELDINGEN’Een demente bejaarde die uit haar bed valt of een verstandelijk gehan-

dicapte die ’s nachts in paniek raakt, moet zo snel mogelijk geholpen

worden. Maar door bezuinigingen in de zorg krijgen nachtverplegers het

steeds zwaarder. Slimme sensoren en geavanceerde softwaresystemen

moeten uitkomst bieden. Kenniscentrum Vilans evalueerde samen met

drie zorginstellingen de toepassing van twee verschillende systemen. De

uitkomsten zijn spectaculair.

Zorgmedewerkers in de gehandi-capten- en ouderenzorg kunnen het ’s nachts enorm druk hebben. De huidige domoticasystemen met bewegingssensoren en belmatten, die een melding moeten geven op het moment dat een cliënt uit bed komt, geven zoveel alarmmeldingen door dat de zorgmedewerkers het niet meer bij kunnen benen. In veruit de meeste gevallen is het loos alarm: de sensoren kunnen een warme

deken die van het bed op de grond valt niet onderscheiden van het daadwerkelijk uit bed komen van een cliënt. Daardoor zijn verplegers vaak voor niets op de been en worden terechte meldingen soms niet of te laat opgevolgd.

INCIDENTEN REGISTRERENToen door bezuinigingen in de zorg het aantal nachtzorgmedewerkers op veel plekken teruggeschroefd werd

Tekst: Saar Slegers

Page 5: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

ZORG I N NOVAT I ES

De patiënt neemt meer en meer de regie over zijn zorg. Technologische ontwikkelin-gen stellen hem daartoe in staat. Zorgorga-nisaties kunnen niet achterblijven en moeten innoveren. “De patiënt wordt een partner die meebeslist over zijn eigen zorgtraject,” zegt Lucien Engelen, directeur van het Rad-boudumc REshape Center, waar gewerkt wordt aan vernieuwende projecten. “Of er geïnnoveerd wordt, hangt af van bestuurders. Bieden ze weerstand of staan ze open voor innovaties, ook als die van grote technologie-bedrijven als Apple of Google komen? Als we samenwerken, ontstaat er een beweging.”

O n t w i k k e l i n g V e r n i e u w i n g M o d e r n i s a t i e V e r a n d e r i n g

‘Vernieuwing biedt onsmeer kansen.’

Medische Innovatie Special _2120_

Page 6: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _2322_

_ZORGINNOVATIES

In de ideale wereld voelt de burger zich verantwoordelijk voor zijn eigen

gezondheid, beschikt hij over al zijn patiëntdata én beslist hij mee. Maar

voor het zover is, moet de zorg eerst innoveren. In het Radboudumc

REshape Center werken ze dagelijks aan innovatieve zorgprojecten.

Directeur Lucien Engelen: “De patiënt is altijd het uitgangspunt.”

Tekst: Desiree Hoving

BESTUURDER DOORSLAG-GEVEND VOOR INNOVATIE

doorgeven van je bloeddruk of je temperatuur, die je met slimme tech-nieken vanuit elke locatie zou kun-nen doorgeven. De werkelijke reden waarom zorgverleners een patiënt willen zien, is dat ze die zorg betaald krijgen. Dat moet anders.”

DUS WE MOETEN INNOVEREN, OMDAT WE DE ZORG ANDERS MOETEN FINANCIEREN? “Ik mag hopen dat de grootste incen-tive om iets te veranderen de patiënt zélf is, maar vaak is het geld. We

krijgen te maken met een verdubbe-ling van de zorgvraag, een tekort aan geschoold personeel en stijgende zorgkosten. Dan moet je slimme din-gen doen: dus innoveren. En dan gaat het niet alleen om beter je best doen, maar om een substantiële verande-ring van het proces.”

JULLIE BEGINNEN INNOVATIES VANUIT DE PATIËNT ZELF. HOE?“We bevragen bezoekers op de po-lipleinen, we stellen online vragen aan patiënten en verdiepen ons in

‘De patiënt wordt door technologie in

staat gesteld meer regie te nemen over

zijn gezondheid’

Op het bureau van Lucien Engelen ligt een pleister. Niet zomaar een gaasje tegen het bloeden, maar een waar flink wat techniek in verstopt zit. Je kunt er je hartslag, ademha-ling en temperatuur mee meten als je ‘m op je huid plakt. Straks hebben we allemaal zo’n pleister in huis, denkt de directeur van het Radboud REshape Center. Het voorbeeld is exemplarisch voor de verandering die ons te wachten staat: de patiënt neemt meer de regie over zijn zorg en zal meer een partner worden. De technologie zal hem daartoe in staat stellen.

LEVEREN WE NOG STEEDS DEZELFDE ZORG ALS HONDERD JAAR GELEDEN?“Ongeveer wel. We vragen de pa-tiënt naar een zorginstelling te ko-men, doen dan iets en sturen hem dan weg. Zorgverleners zeggen dat de patiënt hen wil zien, maar ik ge-loof dat niet. Kijk maar eens naar de banksector. Mensen hoeven een bankier ook niet te zien als ze geld overmaken. Datzelfde geldt voor het

Page 7: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _2524_

_ZORGINNOVATIES

SPEELT DE RAAD VANTOEZICHT NOG EEN ROL ALS HET OM ZORGINNOVATIES GAAT?“Ik merk dat veel bestuurders door hun Raad van Toezicht geremd wor-den. Toezichthouders moeten zich gaan realiseren dat keuzes sneller gemaakt moeten worden dan vroe-ger. Ze moeten bestuurders niet vra-gen om langer met spullen te doen, maar meedenken hoe ze met snelle veranderingen om moeten gaan. Kijk niet alleen naar de binnenkant van een ziekenhuis, maar ook naar wat er buiten gebeurt, raad ik hen aan.”

WAT IS DE GROOTSTE VERANDERING DIE ERAAN ZIT TE KOMEN?“Apple en Google hebben de zorg ont-dekt. Zo heeft Apple een health app op alle iPhones gezet, waardoor al duizenden mensen data hebben over hun gezondheid, zoals hun hartslag en het aantal stappen dat ze op een dag lopen. Als patiënt heb je de mo-gelijkheid om empowered te worden door grote technologiebedrijven als Apple. De patiënt wordt door techno-logie in staat gesteld om meer regie te nemen over zijn zorg. Nu zitten alle data nog bij individuele zorgverleners in een patiëntendossier, maar straks beheert de patiënt zijn eigen data. Bij het REshape Center loopt een project ‘Hereismydata’, waarbij de patiënt een totaaloverzicht heeft. Eigenlijk is dat heel logisch. Als een burger naar een bank stapt om zijn saldo te zien, dan zegt de bank ook niet: ‘nee, nee, nee, dat houden wij wel voor u in de gaten’.”

WAT IS UW IDEALE TOEKOMSTBEELD VAN DE ZORG? “We hebben de zorg zo ingericht dat we iets oplossen als er iets mis is. We krijgen niet betaald om te voorkomen dat je een hartinfarct krijgt. Slechts zeven procent van al het geld gaat zitten in preventie, terwijl daar veel meer de nadruk op zou moeten komen. Dat kan in de ideale wereld, waarin een burger zich verantwoordelijker voelt voor zijn eigen gezondheid. Hij beschikt over alle data die over hem gaan en beslist mee in plaats van lijdzaam te luisteren. Daarom kiezen wij ook projecten die gefocust zijn op het betrekken van patiënten bij hun eigen zorg.”

WORDT UW TOEKOMSTBEELD OOK WERKELIJKHEID? “Er moet een systeem komen dat stimuleert dat we gezond blijven en dat mensen aanspreekt op hun verantwoordelijkheid. Zorg is iets dat je niet alleen bij de huisarts krijgt, maar bijvoorbeeld ook in de supermarkt. We moeten af van het systeem dat zorgverleners per verrichting betaald worden. Of er geïnnoveerd wordt, hangt af van bestuurders: bieden ze weerstand of reageren ze proactief en staan ze open voor innovaties, ook als die van grote technologiebedrijven als Apple of Google komen? Als we daarmee samenwerken, ontstaat er een beweging.”

wetenschappelijk onderzoek. Zo bleek uit een studie dat een patiënt gemiddeld na 17 seconden wordt onderbroken door een arts. Zo’n arts moet immers snel z’n oordeel vel-len, maar vaak gebeurt dat te snel. Uit ander onderzoek kwam naar vo-ren dat zo’n patiënt na één minuut zijn hele verhaal zou hebben verteld, waarna je een veel betere diagnose zou kunnen stellen. Innovaties zitten vaak in hele kleine dingen. Nog een voorbeeld. Patiënten blijken gemid-deld acht vragen te hebben op een consult, waarvan er maar drie beant-woord kunnen worden. Ze blijven dus met vijf vragen zitten. Stel je voor dat je je vragen van tevoren online kunt stellen en beantwoord kunt krijgen, dan zou een consult veel efficiënter gaan.”

DIT SOORT INNOVATIES LIJKEN EENVOUDIG TE REALISEREN. WAAROM GEBEURT DAT DAN NIET? “Enerzijds ligt dat aan de zorgver-leners die de bestuurders vaak de schuld geven. Ze denken dat iets niet mag, zonder het eerst te vragen. Er is een enorme faalangst in de zorg. Als ze vrij zouden uitspreken wat ze willen veranderen, dan kan dat vaak wel, is mijn ervaring. Ander-zijds mis ik bij de Raad van Bestuur vaak leiderschap. Daardoor worden onvoldoende bestuurlijke keuzes gemaakt. Er komt iets nieuws bij, maar het oude wordt niet gestopt. Kijk maar naar de fax, die nog steeds wordt gebruikt in de zorg. Het gevolg is dat innovaties altijd extra kosten met zich meebrengen, in plaats van voor besparing te zorgen.”

HET CREËREN VAN EEN NAADLOZE ‘TELEMEDICINE’ ERVARINGTerwijl IT in de gezondheidszorg de weg effent voor een toekomstige

run op data en voor verregaand geïntegreerde systemen, bieden opko-

mende trends zoals ‘telemedicine’ zorgverleners nieuwe middelen voor

patiëntenzorg.

Centraal in iedere discussie over de verbetering van de patiëntenzorg door het gebruik van telemedicine staat de noodzaak om te begrijpen welke middelen nodig zijn om behan-delingen te beheren en de organisa-tie te verbeteren. De mogelijkheid om zorg op afstand te verlenen of om meerdere locaties via ‘telemedicine’ toepassingen te verbinden hangt af van het vermogen van een leveran-cier om patiëntengegevens en de analyse daarvan samen te brengen. ‘Telepresence’ gesprekken tussen een patiënt en een verzorgende op één locatie en de arts op een andere zijn eenvoudig te realiseren met de juiste digitale diagnostische midde-len, een webcam en een internetaan-sluiting.

Mobiele werkplekken, die hun ef-fectiviteit hebben bewezen bij het stroomlijnen van de ‘workflow’ van medisch personeel en bij het creë-ren van een veilige werkomgeving voor zowel verzorgende als patient, hebben door hun flexibiliteit ook een plek in ‘telemedicine’ toepassingen wereldwijd gevonden. Telemedi-

cine werkplekken vereisen andere IT-middelen dan werkplekken die uitsluitend worden gebruikt voor zorgtaken zoals het toedienen van medicijnen. Oplossingen die het mo-gelijk maken om diagnostische ap-paratuur via USB 2.0 en 3.0 hubs aan te sluiten bijvoorbeeld, zijn essen-tieel. Evenals in hoogte verstelbare montage van camera’s, zodat deze voor verschillende patiënten van jong tot oud gebruikt kunnen worden.

Het hebben van de juiste middelen maakt het de arts mogelijk naar het hart van de patiënt te luisteren via een digitale stethoscoop, een ECG op te vragen en te analyseren en in real-time over de gegevens van de patiënt te beschikken. Succesvolle imple-mentaties maken het de verzorgende gemakkelijk om diagnostische appa-ratuur te gebruiken en aan de patiënt optimale zorg te bieden. Een goede workflow, die zowel met de zorg voor de patiënt als met de behoeften van de verzorgende rekening houdt zal fouten reduceren en de kwaliteit van de zorg verbeteren. Dat is van belang voor alle betrokkenen.

ERGOTRON

www.ergotron.com

Page 8: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

FOOD

Vanuit de maatschappij klinkt steeds vaker de roep om een duurzaam voedingsbeleid in de zorg. Deze wens wordt door veel zorg-bestuurders opgepikt, maar in praktijk blijkt het lastig om een visie op eten en drinken te formuleren en nog ingewikkelder om deze te vertalen naar de praktijk. Betere kwaliteit voedsel, meer aandacht voor de maaltijd, minder verspilling: hoe organiseer je dat? Phyllis den Brok adviseert zorginstellingen bij de implementatie van hun voedingsbeleid. “Duurzaamheid is een lastig begrip. Je kunt verzanden in de hoeveelheid punten die je aan kunt pakken. Prioriteiten stellen is dan ook essentieel.”

C a t e r i n g Z u i v e l V o e d i n g C o n s u m p t i e

‘Laten we het consumerentransformeren!’

Medische Innovatie Special _4140_

Page 9: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _4342_

_FOOD

Vanuit de maatschappij klinkt steeds vaker de roep om een meer duurzame manier van werken in de zorgsector. Met name in de langdu-rige zorg vragen cliënten, maar ook familieleden en mantelzorgers, waar het eten en drinken precies vandaan komt en hoe dit georganiseerd wordt. “Voor een zorginstelling is duurzaam eten en drinken een kans om zich te profileren,” meent Phyllis den Brok.

ONDERZOEKDe Universiteit Wageningen heeft samen met Den Brok onderzoek gedaan naar de opbrengsten van in-vesteren in voeding in de zorg. “Tot vijf jaar geleden werd eten en drin-ken vooral gezien als kostenpost. En hoewel het onderwerp nu hoger op de agenda staat, wordt niet gekeken naar wat het oplevert.” Het onderzoek van de Universiteit

van Wageningen spitste zich toe op participatie, gezondheid, kwaliteit van leven. Bij een aantal instellingen voor ouderenzorg hebben de onder-zoekers een proefproject uitgevoerd. “Cliënten werden actief betrokken bij de bereiding van de maaltijd en per-soneel kreeg extra kennis om dit te kunnen ondersteunen. Resultaat was dat de cliënten het eten lekkerder vonden. Ook verbeterden de soci-ale interactie en de sfeer aan tafel. Kortom, de kwaliteit van leven ging omhoog.”

PRIORITEITENOmdat veel zorginstellingen worste-len met de praktische uitwerking van een duurzaam voedselbeleid, geeft Den Brok advies. Recent afgerond is het project Lekker Betrokken! dat de afgelopen drie jaar in 22 zorginstel-lingen heeft gedraaid. Organisaties die meededen kregen advies en be-geleiding van Den Brok. Het project werd bekostigd door partners als In-traKoop, LIB en Sodexo. Over het resultaat van Lekker Betrok-ken! is Den Brok gematigd enthousi-ast. “Veel managers en bestuurders in de zorg roepen van alles over duurzaamheid, maar zijn heel aar-zelend als het gaat om de praktische uitvoering. Ze weten niet waar ze moeten beginnen en laten het er dan bij zitten. Duurzaamheid is een lastig begrip. Je kunt verzanden in de hoe-

veelheid punten die je aan kunt pak-ken. Daarom is een duidelijke visie belangrijk. Aan de hand daarvan kies je je prioriteiten zodat het behapbaar en hanteerbaar blijft.”

SUCCESSENGelukkig zijn er op organisatieniveau ook de nodige successen behaald. Als voorbeeld noemt Den Brok het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg waar de nadruk lag op het terugdringen van de voedselverspilling. “Ze zijn op drie afdelingen begonnen met me-tingen: Wat komt er in de afvalbak? Welke maaltijden worden niet opge-geten? Daaruit bleek dat verschil-lende porties nodig zijn. Ze zijn meer op maat gaan koken en hebben foto’s

Het moet lekkerder, duurzamer en gezelliger. Eten en drinken staan

steeds vaker op de agenda van zorgbestuurders. Toch blijkt het lastig om

een visie op eten en drinken te formuleren en nog ingewikkelder om dat

te vertalen naar de praktijk. Phyllis den Brok initieert en begeleidt projec-

ten om voeding in zorginstellingen duurzamer vorm te geven.

Tekst: Bureau Bax

Foto’s: Phyllis den Brok

‘VEEL MANAGERS WETENNIET WAAR TE BEGINNEN’

gemaakt van het eten. Zo weten pa-tiënten wat ze kunnen verwachten en wordt er minder weggegooid. De nieuwe aanpak heeft geleid tot een-derde minder voedselverspilling. Het ziekenhuis gaat deze maatregelen nu verder uitrollen over alle afdelingen,” vertelt Den Brok enthousiast. Een ander succes van Lekker Betrok-ken! is een project bij De Luwte een locatie van Zonnehuisgroep Amstel-land. Hier is het hele programma rondom de maaltijd anders aange-pakt waardoor er vijftig procent min-der voedselverspilling is. Daarnaast is er bij De Luwte een moestuin aangelegd, waar cliënten en omwo-nenden hun eigen groente en kruiden kunnen kweken voor het avondeten.

PHYLLIS DEN BROK

Phyllis den Brok werkte

jarenlang als manager in de

zorg. Ze was verantwoorde-

lijk voor de aansturing van

productiekeukens en voor

het organiseren van eten

en drinken op afdelingsni-

veau en voor kleinschalig

wonen. Inmiddels adviseert

ze met haar bedrijf Phliss

zorginstellingen over de

meerwaarde van eten en

drinken en wat dit kan

opleveren met betrekking

tot participatie, kwaliteit

van leven, duurzaamheid

en kostenbesparing. Den

Brok werkt nu aan een

boek waarin ze haar visie

en werkwijze beschrijft. In

het najaar van 2015 ligt het

boek in de winkel. Meer info:

www.phliss.nl.

Bij De Luwte, een locatie voor ouderenzorg in Amstelveen, helpen cliënten mee in de moestuin.Bij De Luwte, een locatie voor ouderenzorg in Amstelveen, helpen cliënten mee in de moestuin.

Zorgorganisatie Dichterbij laat cliënten participeren in het proces rondom de maaltijd.

Page 10: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _4544_

_FOOD

“Iedere mogelijkheid om eten en drinken voor de patiënten duurza-mer, verantwoorder, gezonder en eerlijker te krijgen, greep ik aan. Dat betekende dat ik met van alles tege-lijk bezig was. Pas toen het Deventer

Ziekenhuis een van de 22 deelne-mers werd van het project Lekker Betrokken! hebben we een visie ont-wikkeld op voeding en meer struc-tuur aangebracht in het proces. Het doel van Lekker Betrokken! was om

duurzaamheid structureel in te bed-den in de organisatie, te beginnen bij eten en drinken. Om dit handen en voeten te geven, kregen we hulp van een projectadviseur.Samen zijn we gaan kijken wat we

in het Deventer Ziekenhuis al deden en hoe het beter kon. Het werd me duidelijk dat we moesten kiezen voor bepaalde speerpunten. Om in kaart te brengen wat onze patiënten belangrijk vinden op het gebied van

eten en drinken, hebben we enquêtes gehouden. Milieu, diervriendelijkheid en ‘geen kunstmatige toevoegingen’, stonden op nummer één, twee en drie. Aan deze punten hebben we ac-ties verbonden.”

TERUGVERDIENEN“Een van die acties was ‘beter vlees en duurzame vis’. Kip en vis hadden we redelijk gauw voor elkaar, maar rund- en varkensvlees bleken enorm lastig. We hebben geen productie-keuken meer, dus vlees moet voor-gegaard aangeleverd worden. Ook al werken we met verschillende produ-centen, voorgegaard biologisch vlees was niet te krijgen. Uiteindelijk heb-ben we een alternatieve oplossing bedacht en halen we ons vlees nu bij een slager in de buurt. Het vlees wordt vervolgens klaar gemaakt in de keuken van de GGZ-instelling naast het ziekenhuis. Ik ben zeker een half jaar bezig geweest om het rond te krijgen. Ik ben best trots dat het gelukt is.Betere voeding is duurder, maar met ons andere project om voedselver-spilling in het ziekenhuis terug te dringen, verdienen we dat geld voor een deel terug. We houden regelma-tig voedseltellingen zodat we weten wat er over blijft en hoe we beter kunnen inkopen. Ook halen we bij-voorbeeld ons brood bij de plaatse-lijke warme bakker. Daar kunnen we nog tot het eind van de middag, wan-

neer we zicht hebben op brood dat over is van de lunch, onze bestelling doorgeven. We hebben de verspilling met deze maatregelen al een heel stuk teruggedrongen. Op jaarbasis verdienen we hier zo’n 6300 euro mee.”

DRAAGVLAK“Niet al onze acties zijn succesvol. Een van de pilots die we hebben gedaan, betrof het inzamelen van plastic afval. Hiermee zijn we helaas gestopt. De afvalverwerker kon hier niet goed mee omgaan. Het werd te ingewikkeld en daardoor een kosten-post. Heel jammer. Ik probeer nu de hoeveelheid plastic terug te dringen door zo min mogelijk plastic het zie-kenhuis binnen te halen. Maar dat is best lastig. Om de voedselveiligheid te kunnen garanderen wordt veel etenswaar in plastic verpakt. Een leverancier heeft voorgesteld om het plastic dat hij binnenbrengt, weer mee te nemen. Dat is een heel mooi begin.Het project Lekker Betrokken! heeft voor ons een aanjaagfunctie gehad en de resultaten die we hebben ge-boekt, zijn er mede dankzij de onder-steuning die we hebben gekregen. Het project is afgesloten, maar voor ons stopt het hier niet. De verduur-zaming van eten en drinken wordt breed gedragen in het Deventer Zie-kenhuis, ook door het management en de raad van bestuur. Dat is be-langrijk voor het vervolg. Stapje voor stapje gaan we kijken welke volgen-de doelen we kunnen realiseren en hoe we de kosten daarvoor kunnen terugwinnen. Het eerste punt is dier-vriendelijk broodbeleg.”

Het Deventer Ziekenhuis serveert zijn patiënten enkel nog vis die duur-

zaam gevangen is, kip die een beter leven heeft gehad en biologisch var-

ken en rund van de slager uit de regio. Het ziekenhuis heeft de afgelopen

drie jaar meegedaan met Lekker Betrokken!, een project om eten en drin-

ken duurzamer te organiseren. Marian Streppel, manager voeding, vertelt

hoe de nieuwe aanpak in Deventer langzaam vorm krijgt.

STAPJE VOOR STAPJE NAAR DUURZAAM

‘We halen ons vlees bij een slager in de buurt’

Tekst: Bureau Bax

Page 11: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _4746_

_FOOD

WAT WAS DE AANLEIDING VOOR HET PROJECT PROEFTUINTJES?“We zijn bij Dichterbij in 2011 met een uitgebreid empowerment pro-gramma begonnen dat zich richt op veiligheid, diversiteit en gezonde

leefstijl. We vinden het belangrijk dat cliënten meer zeggenschap krijgen over eten en drinken. En dat zowel cliënten als medewerkers meer ken-

Wat is gezond en wat niet? Dichterbij, een zorgorganisatie voor mensen

met een verstandelijke beperking, wil meer aandacht besteden aan een

gezonde leefstijl. Om dit handen en voeten te geven zijn ze het project

Proeftuintjes gestart waarbij cliënten en medewerkers samen zorgdra-

gen voor de maaltijd. Directeur Helen Flören vertelt.

‘WE ZIEN ONZE CLIËNTENOPBLOEIEN’

nis vergaren over wat een gezonde leefstijl is. Hiervoor hebben we het project Proeftuintjes opgezet. Dich-terbij heeft zo’n 5000 medewerkers en ongeveer net zoveel cliënten. De organisatie is verspreid over hon-derden locaties in Noord-Brabant,

Gelderland en Limburg. In zeven verschillende teams met cliënten die behoorlijk zelfredzaam zijn, maar ook met cliënten die ernstig meervoudig

gehandicapt zijn, verspreid over heel onze organisatie, hebben we Proef-tuintjes opgezet.”

WAT WAREN DE BELANGRIJKSTE INGREDIËNTEN VAN HET PROJECT?“Het belangrijkste uitgangspunt was cliënten meer zeggenschap te geven. Onze organisatie heeft een instel-lingsgeschiedenis; vroeger kreeg iedereen hetzelfde geserveerd. In ons denken en doen, zijn daar nog

best wat restjes van achtergebleven. Daar willen we vanaf. In de Proeftuin-tjes hebben de medewerkers en de cliënten heel veel gesprekken ge-

voerd over eten en drinken. Wat is gezond en wat niet? Waar komt ons eten vandaan? Wat is wel lekker, maar eten we toch niet elke dag? Hoe eet je eigenlijk? Hoe kun je een maaltijd extra gezellig maken? Over al dat soort vragen werd gesproken en daarbij werd voorlichting gege-ven. Vervolgens hebben we de cliën-ten ook meer praktisch bij het hele proces rondom de maaltijd ingezet. Menu’s samenstellen, inkopen doen, koken, tafel dekken, afruimen. Overal werden ze bij betrokken.”

WAT VOOR EFFECT HAD DIT OP DE CLIËNTEN?“We hebben onze cliënten zien groei-en. Doordat ze meer zeggenschap hebben gekregen, maar ook meer kennis hebben over eten en drinken en meer bijdragen in het proces, voelen ze zich nuttiger en staan ze meer in hun eigen kracht. Ik ben zelf een paar keer aangeschoven bij een maaltijd in een van de Proeftuintjes. Dat was ongelooflijk mooi om te zien. Tafels die prachtig waren gedekt, en

BOEK

Zorgorganisatie Dichterbij

heeft om de aandacht te

vestigen op gezonde leefstijl

niet alleen het project

Proeftuintjes gelanceerd, er

is ook een boek gemaakt. In

Mond, hartje, buik, poepen

staan gedichten van cliënten

over hun visie op eten,

drinken en gezond leven. De

illustraties zijn van Pascale

Companjen.

uitgebreide uitleg bij de gerechten die geserveerd werden. Maar ook leuke ervaringen die gedeeld werden aan tafel. Zo vertelde een cliënt dat hij normaal altijd bij zijn moeder gaat eten, maar dat hij haar nu eindelijk eens kan uitnodigen om bij hem te komen eten. Een andere jongen liet weten dat hij de tuin van het huis heeft omgespit om er een groentetuin van te maken. We hebben cliënten zien opbloeien.”

WAT VOOR OBSTAKELS KWAMEN JULLIE TEGEN?“Het vraagt een andere manier van werken van onze medewerkers. Van de zeven teams die meededen met het project, stond niet iedereen met-een te juichen. De ‘belangrijkheid’ werd niet altijd gezien. Medewerkers zijn soms bang dat het veel tijd kost, maar wanneer de cliënten actief meehelpen, scheelt dat ook werk. Het vraagt een andere manier van orga-niseren en een andere manier van denken. Dat veranderen is ongeloof-lijk lastig.”

DE PROEFPERIODE IS AFGEROND. WAT NU?“In de teams waar we het project gehouden hebben, wordt op dezelfde voet verder gewerkt. Cliënten, maar ook de medewerkers willen niet meer terug naar de oude situatie. Het idee is om ook in onze andere teams cliënten meer te betrekken bij het proces rondom de maaltijd. Maar dat gaat nog niet zo snel. Wel ontstaat er langzaam een soort bewustwording. En op een groeiend aantal locaties wordt weer zelf gekookt.”

Tekst: Bureau Bax

Page 12: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

FAC I L I TA I R

Bezuinigingen, personeelstekorten, vergrij-zing en zelfbewustere cliënten; de zorg is in transitie en daarmee de facilitaire dienst-verlening binnen de sector. Zo speelt hos-pitality een steeds grotere rol, wint het be-grip healing environment terrein en wordt outsourcing van diensten en processen gebruikelijker. Zorgmanagers staan voor de taak de bedrijfsvoering te herstructureren en optimaal in te richten voor de toekomst. Volgens Carel Wielinga van Hospitality Group kunnen zorginstellingen het best inspelen op de veranderingen door te transformeren van taakorganisaties naar marktorganisaties en klantgerichte dienstverlening te bieden aan individuele consumenten.

V e r s c h a f f e n O n d e r s t e u n e n D i e n s t e n P r a k t i s c h

‘Wij ondersteunen het primaire proces’

Medische Innovatie Special _5150_

Page 13: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _53

_FACILITAIR

52_

Het Nederlandse zorgbestel is duur. Herstructurering is nodig want als

we niet oppassen gaat straks 40 procent van ons inkomen naar de zorg.

Maar hoe kan er bezuinigd worden, zonder dat zieken, gehandicapten en

ouderen straks zitten te verkommeren? Volgens Carel Wielinga, specialist

op het wgebied van bedrijfsvoering binnen de zorg bij Hospitality Group,

moeten zorginstellingen transformeren naar marktorganisaties.

DE PATIËNT ALS KLANTTekst: Saar Slegers

zorg instelling om te kijken of we toch iets konden regelen. Als we daarmee de kwaliteit van leven voor mijn moe-der konden verbeteren, hadden mijn zus en ik daar best wat geld voor over. Maar het antwoord van de zorg-instelling was duidelijk: Nee, dat is niet mogelijk. En daarmee hield het op. Heel frustrerend.”

HOE KAN HET BETER? “Als zorginstellingen transformeren van taakorganisaties naar marktor-ganisaties en klantgerichte dienst-verlening bieden aan individuele consumenten. Laat ieder mens zo-veel mogelijk de regie over zijn eigen leven en zorgproces houden. Als je automatisch allerlei voorzieningen biedt, worden mensen afhankelijk.

Doe je dat niet, dan gaan mensen zelf op zoek naar oplossingen en behouden ze meer zelfstandigheid. Geef mensen die in een GGZ of in de ouderenzorg belanden een budget voor de was, de schoonmaak, het eten en laat ze zelf bepalen aan welke zorg ze behoefte hebben. Wil-len zij zelf hun was regelen? Prima! Hebben ze wat extra geld over voor

bijvoorbeeld een luxere maaltijd of een sportactiviteit. Ook goed.”

WAT ZIJN DE VALKUILEN VOOR ZORGORGANISATIES DIE MEER KLANTGERICHT GAAN WERKEN? “Een zorginstelling die wil transfor-meren naar een marktorganisatie moet zich onder andere afvragen: Kan onze administratie dit wel aan? Maatwerk betekent dat patiënten zorg op ‘stuksbasis’ kunnen inkopen en dat dus niet alles automatisch all-inclusive is. Gevolg is dat je als organisatie opeens geld moet gaan innen bij particulieren en een debi-teurenrisico loopt. Dat betekent een hele omslag.”

VERANDERT DAN OOK DE RELATIE TUSSEN VERPLEGEND PERSONEEL EN DE PATIËNT? “Zeker. Zorgprofessionals voelen zich vaak heel verantwoordelijk voor hun patiënten of cliënten. Soms gaan ze daarin te ver en vullen ze voor de pa-tiënt in wat zij nodig hebben. In plaats daarvan moeten ze zich steeds af-

vragen: Wil de cliënt dit echt? En hoe kunnen wij dit bieden? Een goede balans tussen verantwoordelijkheid en zakelijkheid is hierbij essentieel. Je moet mensen de zorg geven waar ze om vragen en niet meer dan ze nodig hebben. De zakelijkheid mag niet doorslaan. Een zorgmedewerker mag niet het gevoel krijgen: Zit ik hier nu een oud dametje af te persen?”

KUNNEN KWETSBARE GROEPEN ZELF DE JUISTE BESLISSINGEN MAKEN? MENSEN MET EEN GEESTELIJKE BEPERKING BIJVOORBEELD?“Natuurlijk moeten kwetsbare men-sen geholpen worden. Mensen die niet wilsbekwaam zijn bijvoorbeeld,

kunnen die regie simpelweg niet aan. Maar vaak kan iemand die intensieve zorg nodig heeft, best zelf beslissin-gen nemen. Kijk naar de individuele gevallen. Hoe kunnen we de levens-kwaliteit van deze specifieke patiënt verhogen? Ik zeg altijd: One solution fits nobody.”

‘Een goede balans tussen verantwoordelijkheid en zakelijkheid

is essentieel in de zorg’

WAT GAAT ER MIS IN DE BEDRIJFSVOERING VAN NEDERLANDSE ZORGINSTELLINGEN?“Zorginstellingen hebben nog te weinig oog voor de behoeften van de individuele patiënt. Ze hebben duidelijk omschreven taken. Voor elke diagnose of indicatie is er een standaard pakket van aangeboden diensten en zijn er standaard finan-cieringsmogelijkheden. Zorginstel-ling zouden beter moeten nadenken over de vraag: Op welke service zitten patiënten of bewoners eigenlijk te wachten? En wat hoeft voor hen helemaal niet?”

KRIJGEN PATIËNTEN STANDAARD TEVEEL AANGEBODEN?“Het probleem is dat veel zorgin-stellingen uitgaan van allerlei van-zelfsprekendheden. Ouderen in een verzorgingstehuis krijgen drie maaltijden per dag bijvoorbeeld. Ook wordt de was voor hen gedaan. Deze dienstverlening wordt verplicht aan-geboden, maar hoeft eigenlijk hele-maal niet vanzelfsprekend te zijn. Misschien regelen sommige bewo-ners deze taken liever zelf. Omgekeerd kan er ook vanalles niet. Mijn moeder ging vroeger graag zwemmen. Toen ze in een zorginstel-ling terecht kwam, werd dat lastig. Haar kinderen woonden tot zo’n 200 kilometer verderop en konden haar niet begeleiden. Ik belde met de

Page 14: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _55

_FACILITAIR

54_

HERSTEL EN WELZIJNVaak wordt het begrip geassocieerd met kleurrijk, warm en gastvrij, maar een sfeervolle ruimte is volgens Milee Herweijer niet per definitie ‘helend’. “Sfeer is wel degelijk een

belangrijk element in een healing environment - een prettige omgeving biedt afleiding en reduceert daar-mee eventuele angt of stress bij de

In hoeverre heeft de fysieke omgeving invloed op het herstel en welbe-

vinden van patiënten? Milee Herweijer, interieurarchitect bij Op ten Noort

Blijdenstein, doet aan de TU Delft onderzoek naar healing environments

en brengt de bewezen effecten ervan in kaart. “Met mijn onderzoek wil ik

ontwerpers en bestuurders in de zorg handvatten bieden voor evidence

based design.”

HEALING ENVIRONMENTSONDER DE LOEP

patiënt  -, maar het gaat veel meer over functionaliteit en effectiviteit. Zo is wetenschappelijk bewezen dat grotere badkamers het aantal valin-cidenten in ziekenhuizen doen afne-men.” In haar onderzoek omschrijft

Herweijer healing environments als ‘omgevingen waarin ontwerpele-menten bijdragen aan het herstel en welzijn van de patiënt’.

Ze onderscheidt verschillende cate-gorieën waarop de architect invloed kan uitoefenen. De eerste is de veilig-heid van de patiënt. In het ziekenhuis worden patiënten bijvoorbeeld vaak verplaatst. Van een eenpersoons-kamer naar een vierpersoonskamer en van een plek bij de deur naar een plek bij het raam. “Dat verplaatsen brengt risico’s met zich mee”, zegt de interieurarchitecte. “Er is meer kans op besmetting en het oplopen van infecties, bovendien kost het ver-pleegkundigen veel tijd en kunnen er medische en administratieve fouten worden gemaakt. Het gevolg is dat een patiënt langer in het ziekenhuis moet verblijven dan aanvankelijk de bedoeling was. De architect kan dit probleem oplossen door te zorgen voor (meer) eenpersoonskamers in plaats van meerpersoonskamers.”

KUNNEN KIEZENOok het welbevinden van de patiënt kan de ontwerper beïnvloeden. Als patiënten bijvoorbeeld de weg in het ziekenhuis kwijtraken, ervaren ze stress. Een goede routing kan dit voorkomen. Ook kunnen architecten meer privacy creëren. Herweijer: “In veel ziekenhuizen staan nog van die lange banken, waarop bezoekers als kippen op een stok naast elkaar zit-ten. Het is wetenschappelijk bewe-zen dat mensen dat niet prettig vin-den. Mensen willen kunnen kiezen.

Vooral patiënten die de hele dag in een ziekenhuis doorbrengen hebben behoefte aan variatie: van een plek om koffie te drinken, tot een plek om te wachten, te lezen of te werken.”

De laatste categorie betreft de me-dische staf. Minder stress, meer efficiency, effectiviteit en tevreden-heid bij het personeel bevorderen de genezing van de patiënt. Zo is uit onderzoek gebleken dat patiënten sneller genezen als ze meer aan-dacht krijgen. “Verpleegkundigen lopen gemiddeld zes kilometer per dag”, vertelt Herweijer. “Dit kost veel tijd en energie. Door de looproutes te

verkorten kunnen ze meer tijd beste-den aan de patiënten.”

SAMENWERKENZe las honderden artikelen en boe-ken over healing environments en bezocht tien vooraanstaande zieken-huizen. Wat haar opviel was dat er nog weinig gebruik gemaakt wordt

van kennis en ervaring die beschik-baar is. Herweijer: “Er moet meer gekeken worden naar het beoogde resultaat van de toegepaste mid-delen. Als nagedacht wordt over het effect van een goed wachtzitje, een groot raam of een veilige badkamer, worden beter gefundeerde ontwerp-beslissingen genomen.”

Met haar onderzoek wil ze bestaande wetenschappelijke kennis bundelen en architecten en ziekenhuisbestuur-ders helpen bij het creëren van een healing environment. “Ik denk dat het daarnaast van groot belang is dat ar-chitecten en ziekenhuisbestuurders

opgedane kennis en ervaringen op dit gebied met elkaar delen. Ook als die negatief zijn. Als er meer wordt samengewerkt hoeft het wiel niet steeds opnieuw uitgevonden te wor-den en kan er een grote stap gezet worden naar betere ziekenhuisom-gevingen.”

‘Door looproutes te verkorten krijgenverpleegkundigen meertijd voor de patiënt’

Tekst: Bureau Bax

MILEE HERWEIJER

Milee Herweijer is interi-

eurarchitect bij Op ten Noort

Blijdenstein (www.onb.

nl). Ze werkte aan diverse

zorgprojecten waaronder

het Bartholomeus Gasthuis

in Utrecht en de afdeling

Intensive Care van het

UMC Utrecht. Ruim vier

jaar geleden startte ze haar

promotieonderzoek naar

healing environments aan

de afdeling Bouwkunde van

de TU Delft bij professor

W. Patijn en professor C.

Wagenaar. Zij rondt haar

onderzoek dit jaar nog af.

[email protected]

Intensive Care afdeling, UMC Utrecht, foto: Luuk Kramer

Bartholomeus Gasthuis, foto: ONB

Page 15: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

MANAGEME NT & ADV I ES

De rol van zorgbestuurders verandert. Jaren-lang werd de zorg georganiseerd vanuit het aanbod, maar door verandering van beleid en regelgeving heeft een verschuiving plaats gevonden. Tegenwoordig gaat het erom de zorg zo goed mogelijk om de cliënt heen te organiseren. Om dat te realiseren, gaan zorg-bestuurders middenin de organisatie staan met meer oog voor de zorginhoud. Partijen zoals zorgorganisaties, zorgverzekeraars en professionals werken nauwer met elkaar samen om aan de wensen van de klant te kunnen voldoen. Een belangrijke bestuurs-taak daarbij is het verbinden van interne en externe partijen.

A d v i s e r e n M a n a g e m e n t S t r a t e g i e D o e l s t e l l i n g

‘Adviseren is hetnieuwe dirigeren’

Medische Innovatie Special _7372_

Page 16: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _7574_

_MANAGEMENT & ADVIES

WAT IS DE BELANGRIJKSTE REDEN DAT DE ROL VAN DE ZORGBESTUURDER VERANDERT?“De zorg werd jarenlang georgani-seerd vanuit het aanbod, maar door verandering van beleid en regelge-ving heeft een verschuiving plaats-gevonden. Tegenwoordig gaat het erom de zorg zo goed mogelijk om de klant heen te organiseren. De-mografische ontwikkelingen hebben hier een belangrijke rol in gespeeld. De oudere zorgvrager van nu is een heel andere dan die van twintig jaar geleden. Partijen zoals zorgorganisa-ties, zorgverzekeraars en professio-nals moeten veel nauwer met elkaar samenwerken om aan de wensen van de klant te kunnen voldoen. Om dat te kunnen realiseren, moet je als zorgbestuurder middenin de organi-satie staan.”

WAT BETEKENT DAT IN DE PRAKTIJK?“Dat zorgbestuurders minder op afstand gaan staan van de dagelijkse gang van zaken en meer oog en interesse hebben voor de zorginhoud.

De rol van zorgbestuurders is de laatste jaren sterk veranderd. Lag de

nadruk in het verleden vooral op de bestuurlijke taken, nu ligt het zwaar-

tepunt bij de inhoud en het verbinden van interne en externe partijen.

Wilma van der Scheer, directeur van het Erasmus Centrum voor Zorg-

bestuur en onderzoeker, boog zich de afgelopen jaren over dit onderwerp.

DE NIEUWE ZORGBESTUURDER IS EEN VERBINDERTekst: Claudia Lagermann

Als bestuurder moet je een goede gesprekspartner zijn voor interne én externe partijen, zoals zorgver-zekeraars en farmaceuten. Sterker nog: het is ontzettend belangrijk dat je als tussenpersoon kunt optreden tussen de verschillende interne en externe partijen, zodat lijntjes korter worden.”

DAT KLINKT ALS EEN ONMOGELIJKE OPGAVE ALS JE TEGELIJKERTIJD DE TOUWTJES IN HANDEN WILT HOUDEN.“Dat is inderdaad lastig, zeker binnen een grote, complexe organi-satie. Daarom is je rol als verbinder zo belangrijk. Je hoeft niet alles in je

eentje te doen en overal daadwer-kelijk aan de vergadertafel te zitten. Veel beslissingen kunnen lokaal genomen worden, door professionals bevoegdheid en verantwoordelijk-heid te geven. Je moet daarbij de teugels wel een beetje laten vieren

en vertrouwen hebben in je mede-werkers, want uiteindelijk blijf je als bestuurder eindverantwoordelijk voor alle beslissingen die worden genomen.”

DAT MOET JE WEL DURVEN.“Het vraagt absoluut lef om verant-woordelijkheden te delen, zeker in een vroeg stadium wanneer je er als bestuurder zelf nog niet helemaal over uit bent welke kant het op moet gaan.”

WELKE KWALITEITEN MOET EEN VERBINDENDE ZORGBESTUURDER IN HUIS HEBBEN?“Bestuurders worden vaak aange-nomen op hun harde kant en treden af op hun zachte kant. Daar is nog een flinke slag te slaan. Kernkwali-teit nummer één is tegenwoordig dat je een goede relatiemanager bent,

communicatievaardigheden spelen daarin een sleutelrol. Wat voor som-mige bestuurders nog best lastig is. Ze zijn zo gewend dat hun mening er meer toe doet dan die van een ander, dat het daadwerkelijke con-tact verloren gaat. Terwijl samenwer-

ken juist zo belangrijk is in deze tijd. Bovendien, gebrek aan kennis kun je inhuren, maar relationele vaardighe-den niet.”

SPEELT HET ERASMUS OPLEIDINGSCENTRUM HIEROP IN?“Om te werken aan je manier van leidinggeven, heb je criticasters nodig die je op je gedrag en zwakke punten durven te wijzen. Daarom speelt reflectie een belangrijke rol in de opleiding. Bestuurders bren-gen zelf vraagstukken in die worden behandeld tijdens de bijeenkom-sten. Daarbij wordt gekeken naar waarom je ergens tegenaan loopt, hoe je handelt en wat dat betekent voor de organisatie. Collega’s den-ken met je mee over de keuzes die je maakt, maar stellen ook kritische vragen waarbij je gedrag en hande-lingsrepertoire ter discussie worden gesteld.”

KUN JE DIT SOORT VRAAGSTUKKEN NIET INTERN BESPREKEN IN JE ORGANISATIE?“Dat is vaak lastig omdat jij de bestuurder bent en er binnen de orga-nisatie een vergrootglas op je gericht is. Tijdens de opleiding ben je uit je functie en bevind je je met collega’s onder elkaar in een veilige omgeving. Je coacht elkaar, maar gaat ook in gesprek over gezamenlijke vraagstuk-ken. Kijkend naar de veranderende rol van de zorgbestuurder, is het bijvoor-beeld interessant om te sparren over hoe je je kunt laten beïnvloeden door andere lagen in de organisatie en te-gelijkertijd je invloed kunt uitoefenen. Met andere woorden: hoe kun je je kwetsbaar opstellen en tegelijker-tijd een sterke leider zijn? Dat is een spanningsveld waar veel bestuurders in deze tijd mee worstelen. Daar is geen kant en klaar antwoord op, maar juist door er met elkaar in vrijheid over te praten, kun je samen tot nieuwe inzichten komen.”

WAT IS DE ROL VAN DE KLANT IN HET NIEUWE ZORGLANDSCHAP?“Die wordt steeds belangrijker, door de ontwikkelingen op digitaal gebied, heeft de klant veel meer toegang tot informatie. Hierdoor is de klant mondiger en kritischer geworden. Kwaliteit en inspraak treden steeds meer op de voorgrond, wat de zorg democratischer maakt. Deze ver-andering zal zich waarschijnlijk nog verder ontwikkelen als de patiënt in de toekomst beheerder van zijn eigen dossier wordt. Dichter bij de klant staan, is daarom essentieel.”

‘Kennis kun je inhuren, communi-catievaardigheden

niet’

Page 17: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _7776_

_MANAGEMENT & ADVIES

IS DIT EEN KANSVOOR DE OPKOMENDE NICHEMARKTEN?“Ik vind opkomende nichemarkten een goede ontwikkeling. Kleine orga-nisaties zijn vaak heel erg gericht op klantvriendelijkheid en klantbeleving. Bovendien zorgt het voor meer varia-tie op de markt. Wat een struikelblok is, is dat kleine organisaties vaak ook heel kwetsbaar zijn. Tien jaar gele-den was er ook een periode waarin nichemarkten in opkomst waren, maar uiteindelijk haalden veel orga-nisaties het niet omdat ze door grote instellingen uit de markt werden ge-drukt. Waar kleine organisaties nu tegenaan lopen, is dat ze vaak de laatste zijn waar zorgverzekeraars de onderhandelingen mee aangaan. Dat maakt hun bestaansrecht onzeker.”

VERGT HET EEN ANDERE MANIER VAN BESTUREN ALS JE AAN HET ROER STAAT VAN EEN KLEINE INSTELLING?“Als je naar nichemarkten kijkt, zie je dat bestuurders vaak veel meer ondernemer zijn en in het middelpunt van de organisatie staan. Ze opere-ren tactisch en hoeven zich minder met strategie en politiek bezig te houden.”

IS HET VOOR BESTUUR-DERS VAN KLEINE ORGANISATIES DAAR-DOOR EENVOUDIGER OM ZICH AAN TE PASSEN AAN DE VERANDERINGEN IN DE ZORG?“Over het algemeen zie je dat organi-saties aan de care-kant al een grote-re emancipatieslag gemaakt hebben en horizontaler opereren dan aan de cure-kant. Dat is begrijpelijk omdat care-organisaties vaak platter zijn en al dichter bij de klant staan, bij cure-organisaties ligt dat vaak een stuk complexer. Daar moeten grote veran-deringen zich de komende jaren nog gaan voltrekken.”

OP WELKE MANIER KUN-NEN ZORGBESTUURDERS ZICH DAAROP VOOR-BEREIDEN?“Ik denk dat het belangrijk is dat je je bewust bent van je eigen routines, maar dat je die ook ter discussie durft te stellen. Stel jezelf de vraag: ‘Past mijn manier van functioneren bij de toekomst?’ Als grote verande-ringen zich aandienen, moet je jezelf een spiegel kunnen voorhouden.”

‘Als bestuurder moet jejezelf een spiegel kunnen voorhouden’

MEER INFORMATIE

Meer lezen over de veranderende

rol van de zorgbestuurder?

Wilma van der Scheer schreef het

in 2013 uitgebrachte proefschrift

Onder zorgbestuurders - omgaan

met bestuurlijke ambiguïteit. Dit

onderzoek, dat de ontwikkelin-

gen in de zorg van 2000 tot 2010

volgt, is te downloaden op www.

erasmuscentrumzorgbestuur.

nl. Ga naar publicaties en klik

vervolgens op proefschriften.

IN WAT VOOR ORGANISATIE KWAM U 3,5 JAAR GELEDEN TERECHT?“Zorgbalans had net de zwaarste dip achter de rug. Mijn voorganger had de organisatie weer in de zwarte cijfers gekregen en de ergste onrust was voorbij. Maar de interne verhou-dingen waren nog gespannen. Niets was vanzelfsprekend of ging soepel. Er was ‘alertheid op crisis’. Mijn er-varing is dat als je focust op crisis, wordt het crisis. Als je meer ontspan-nen naar een situatie kijkt, kun je het oplossen.”

HOE HEEFT U DE ORGANISATIE UIT DEZE KRAMP GEHOLPEN?“Ik ben heel intuïtief te werk gegaan. Achteraf lijkt het een heel doordachte bedrijfsstrategie, maar zo ging het niet. Heel rustig en met veel overleg met het managementteam en met de medewerkers, heb ik een eerste aanzet gedaan voor een nieuwe vi-sie voor Zorgbalans. Daarna hebben we de ‘wijsheid van 100’ gevormd bestaande uit 100 medewerkers die

‘Een vrije denker met een optimistische grondhouding’ en ‘een bestuur-

der die zich bewust is van de kwetsbaarheid van cliënten’. Het zijn slechts

enkele van de loftuitingen die Anja Schouten toegezwaaid kreeg toen

bekend werd gemaakt dat zij Zorgmanager 2015 is. Als voorzitter van de

raad van bestuur van Zorgbalans heeft ze alle zeilen bij moeten zetten om

de negatieve spiraal waarin de organisatie zich bevond te doorbreken.

‘REGELMATIG MOREEL BERAAD MET ALLE MEDEWERKERS’Tekst: Bureau Bax

een afspiegeling zijn van de organi-satie, qua leeftijd, functie, geslacht en geografisch. Vervolgens zijn deze 100 in groepjes een dag lang gaan discussiëren over zorgvraagstukken. Pas na de discussie is de zorgvisie erbij gepakt. En vroegen we ‘zou deze tekst jullie geholpen hebben bij het maken van keuzes?’ Daar kwam enorm veel feedback op. Aan het

eind van de dag zag de zorgvisie er behoorlijk anders uit. Er ligt nu een stuk dat aansluit bij de dagelijkse praktijk.”

WAT IS EEN BELANGRIJK ELEMENT UIT DE VISIE?“Het allerbelangrijkste is dat we de behoeften van onze cliënten centraal stellen. Dat betekent minder werken

Page 18: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

Medische Innovatie Special _7978_

_MANAGEMENT & ADVIES

volgens bestaande systemen, meer luisteren naar de individuele wensen van onze cliënten. We hebben een ‘voorbeeld cliënt’, Joost, benoemd in de visie. Daarmee maken we de

visie tastbaar op de werkvloer. Als medewerkers keuzes moeten maken in hun werk, is een vaak gebruikte opmerking tegenwoordig ‘wat vindt Joost ervan?’ Een andere veel ge-hoorde zin uit onze visie luidt: ‘We zeggen altijd ja, en zoeken samen naar een oplossing’.”

DAT VRAAGT EEN FLEXIBELE OPSTELLING VAN DE MEDEWERKERS. LUKT DAT ALTIJD?“Veel medewerkers zijn opgeleid in efficiënt werken: lijstjes afwerken. Wij vragen nu iets heel anders. ‘Kijk en luister goed naar de cliënt en doe wat nodig is.’ Dat is hartstikke moei-lijk. Om onze medewerkers hierin goed te begeleiden organiseren we regelmatig debatten over de vraag ‘Wat is goede zorg?’ en ‘Heb je daar voldoende tijd voor?’ Door regelma-tig moreel beraad te houden met alle

medewerkers proberen we de nieu-we manier van denken tot het dna van Zorgbalans te maken. De nieuwe zorgvisie, samen met een document waarin we de positie van Zorgbalans

in de samenleving beschrijven, zijn de afgelopen drie jaar enorm sturend geweest. Ook bij de grote verander-trajecten waar Zorgbalans doorheen gaat.”

KUNT U EEN VOORBEELD GEVEN VAN EEN VAN DIE TRAJECTEN?“We hebben te maken met forse afname van het aantal verpleeg-huisbedden. De zorg verplaatst zich van de verpleeghuizen naar de mensen thuis. Geheel in lijn met onze vernieuwde visie, grijpen we iedere krimp aan om te innoveren. We investeren in onze medewerkers door ze opleidingen te bieden en we investeren in de gebouwen. Per loca-tie bekijken we of we het pand moe-ten afstoten of dat we er een nieuwe bestemming voor kunnen vinden. Sommige huizen verbouwen we tot kleine appartementencomplexen

‘Geen lijstjes afwerken, maar

luisteren naarde wensen van

de cliënt’

‘Een leiding gevendemoet zo managen dat er

energie ontstaat’

met zorgservice. Een verpleeghuis in Haarlem is sinds kort een locatie met negen huisjes met een eigen zorg-team. Er worden zelf boodschappen gedaan, er wordt zelf gekookt. Het vraagt een totaal andere aanpak en werkhouding van de medewerkers.”

HOE BEGELEIDT U UW MEDEWERKERS DOOR AL DEZE VERANDERINGEN HEEN?“Ik geef regelmatig tekst en uitleg. Ik ga graag voor de groep staan om het verhaal van Zorgbalans nog eens te vertellen. Daarnaast vind ik het belangrijk om persoonlijk betrokken te zijn. Ik wil van een medewerker zelf horen hoe hij ergens over denkt. Als hij het goed kan uitleggen en het past binnen het budget en onze visie, dan vind ik het prima als iemand een eigen aanpak heeft. Ik hanteer de principes van appreciative inquiry.

Ik geloof in het oplossend vermogen van mijn medewerkers. Ik benader lastige situaties met de vraag ‘Wat kan er wél?’ Ik noem het vastberaden optimisme.”

KUNT U ALTIJD OPTIMISTISCH ZIJN?“Het zit in mijn aard, maar het is ook een opdracht. En eerlijk gezegd vind ik het een opdracht voor iedere leidinggevende om zo te managen dat er energie ontstaat in een orga-nisatie. Met een positieve houding bereik je veel meer.”

ANJA SCHOUTEN

Voordat Anja Schouten (46)

in 2011 voorzitter van de raad

van bestuur werd bij Zorg-

balans, werkte ze als hoofd

verpleegkundige, brandweer-

officier, gemeentesecretaris

en politiecommissaris. Ze

studeerde bedrijfseconomie

en communicatie.

ZORGBALANS

Zorgbalans is een aanbieder

van tijdelijke en langdu-

rige zorg in Haarlem en

omstreken. Bij de organisa-

tie werken meer dan 3300

medewerkers en 1000 vrij-

willigers die zorg verlenen

aan ongeveer 5500 cliënten.

De omzet van Zorgbalans

bedraagt 145 miljoen euro.

Page 19: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

I CT

Vroeger gebruikte je je mobiel om te bellen, tegenwoordig kan je ook chatten, e-mailen, internetten en gebruik maken van allerlei handige apps. Technologische ontwikkelin-gen gaan razendsnel en maken het mogelijk de zorg transparanter en efficiënter te orga-niseren. Zo kunnen patiënten van het UMC Utrecht hun dossier realtime inzien en com-municeren met hun arts via een e-consult. Ook GGZ Eindhoven zet eHealth in om zorg op maat te realiseren en tijd en kosten te besparen zodat hulpverleners meer in échte zorg kunnen investeren. De mogelijkheden zijn eindeloos. Grote uitdaging voor de zorg-manager om de juiste tools te selecteren en het aanbod te reguleren.

I T A u t o m a t i s e r e n S o f t w a r e I C T

‘We gaan het versoepelen, vereenvoudigen en verbeteren’

Medische Innovatie Special _8988_

Page 20: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

90_

_ICT

Medische Innovatie Special _91

Sinds februari kunnen patiënten van het UMC Utrecht direct in hun me-

dische dossier lezen wat de dokter schrijft. Volgens hematoloog Reinier

Raymakers wordt deze openheid in het ziekenhuis als zeer positief erva-

ren. “De arts is niet langer degene die besluit en beslist, maar veel meer

de deskundige náást de patiënt.”

PATIËNTEN DIRECTOP DE HOOGTETekst: Bureau Bax

Foto’s: UMC Utrecht

REALTIMEVeel ziekenhuizen bieden patiënten de mogelijkheid om online hun medische dossier in te zien. En ook het UMC Utrecht heeft al jaren een patiëntenportaal. Raymakers: “Het grote verschil is dat onze patiënten sinds februari dit jaar realtime kun-nen zien wat de artsen schrijven. Ze krijgen hiermee volledig inzicht in hun dossier en kunnen daardoor samen met hun arts het te volgen behandelingstraject bepalen.”Het patiëntenportaal van het UMC Utrecht is toegankelijk voor alle pa-tiënten van 16 jaar en ouder en wordt gebruikt door alle zorgverleners bin-nen het ziekenhuis. In hun dossier kunnen patiënten al hun medische gegevens vinden. Ze kunnen zien wanneer ze een volgende afspraak hebben, welke medicijnen ze gebrui-ken, behandelverslagen lezen en ook onderzoekuitslagen worden meteen aan de patiënt beschikbaar gesteld.

TRANSPARANTIERaymakers is een groot voorstander van deze transparantie, een aantal collega’s had aanvankelijk twij-fels. Snappen patiënten wel wat er allemaal staat? Gaan ze niet de ver-keerde conclusies trekken? Willen patiënten een negatieve uitslag met-een weten? Kunnen ze omgaan met slecht nieuws? “Als hematoloog heb ik dagelijks te maken met patiënten

die een kwaadaardige ziekte hebben. Ik heb gemerkt dat zij heel goed we-ten dat ze ongunstige uitslagen kun-nen hebben. Als ze inloggen op het portaal, zijn ze daarop voorbereid.” De meeste patiënten blijken het pret-tig te vinden up-to-date informatie te hebben. Slechts enkelen kiezen er bewust voor om niet te kijken en wachten het spreekuur af. Ray-makers: “Patiënten die niet op de hoogte zijn, zitten vaak gespannen in de wachtkamer. Als ik ze tijdens het consult vertel dat de uitslag van een

onderzoek negatief is, is een goed gesprek haast niet meer mogelijk. Met patiënten die voorbereid naar het consult komen is dat heel anders. We kunnen dan in goed overleg concrete plannen maken voor verdere behan-deling.”

LAAGDREMPELIGAls patiënten iets niet begrijpen in hun dossier of zich zorgen maken naar aanleiding van een notitie of uitslag, kunnen ze hun arts bellen. Ook kunnen ze contact opnemen met

‘Met patiënten dievoorbereid naar het consult komen, kunnen concrete plannen worden gemaakt’

‘Vroeger wachtteeen patiënt tot hetvolgende consult, nustuurt hij een e-mail’

hun arts via een e-consult. Binnen drie dagen ontvangen ze een ant-woord. “Er zitten veel voordelen aan deze manier van communiceren”, vindt Raymakers. “Een e-mail stu-ren is voor veel mensen laagdrem-peliger dan bellen. Vroeger wachtte een patiënt die pijn had vaak tot het volgende consult, nu stuurt hij een e-mail en kan ik bijvoorbeeld direct andere medicatie voorstellen of een geplande scan vervroegen.” Hoewel het e-consult nadrukke-lijk niet bedoeld is om het reguliere spreekuur te vervangen, kan een controle-uitslag die verder niets bij-zonders oplevert in de toekomst wel-licht via de mail gecommuniceerd worden. Raymakers: “Het scheelt de patiënt een onnodig bezoek aan het ziekenhuis en ik heb meer tijd voor de patiënten die het hard nodig heb-ben. Veel efficiënter.”

Page 21: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

92_

_ICT

Medische Innovatie Special _93

Waar je vroeger in de rij stond bij een reisbureau om een vakantie te

boeken, heb je je vakantie tegenwoordig met één klik op de knop vanaf

de bank geregeld. Deze vorm van gemak dringt tot steeds meer secto-

ren door, de gezondheidszorg kan daarin niet achterblijven. Marie‐Louise

Vossen, bestuurder van GGZ Eindhoven moedigt deze ontwikkeling aan, al

valt er nog veel terrein te winnen op het gebied van eHealth.

ZORG VIA DE SMARTPHONETekst: Claudia Lagermann

Volgens Marie-Louise Vossen is het inmiddels niet meer de vraag óf je eHealth in de zorg implementeert, maar wanneer. Vossens ogen werden drie jaar geleden geopend. “Een van mijn cliënten, die al jarenlang onder behandeling stond, belde mij op. Ze vertelde me hoeveel moeite het

haar elke keer kostte om naar een afspraak te komen. Het beangstigde haar zo om de bus te pakken dat ze er ’s nachts van wakker lag. Maar nu had ze een Amerikaanse app ge-download met beelden en geluiden die haar rustig maakten en waar ze tijdens de busreis naar kon kijken en luisteren. Voor mij schetste het hoe eHealth een betekeningsvolle onder-steuning op maat kan bieden.”

INSPIRATIESESSIESOm eHealth bij GGZ Eindhoven te kunnen implementeren, is er een team samengesteld van cliënten, hulpverleners en developers met een ICT-achtergrond. Dit team orga-niseert inspiratiesessies voor zowel interne als externe partijen. Van af-delingen binnen de GGZ tot zorgver-zekeraars. Tijdens de sessies worden zij geïnformeerd over hoe je eHealth effectief kunt inzetten. Tegelijkertijd wordt het gebruik ervan vanuit ver-schillende oogpunten belicht. “Na-tuurlijk gaat dat niet altijd zonder slag of stoot”, geeft Vossen toe. “De hulp-verleners zijn niet allemaal even blij met deze ontwikkeling. Critici zeggen dat ze hulpverlener zijn geworden vanwege het cliëntcontact en niet om achter een computer te zitten en vragen te beantwoorden. Maar ik ben van mening dat je deze ontwikkeling niet kunt stoppen en je bestaans-recht ter discussie komt te staan als je deze verandering tegenhoudt.”

Niet alleen de hulpverleners moe-ten nog over de streep getrokken worden, ook de financiering rond-krijgen, is niet eenvoudig. “Je moet

goede afspraken maken met de zorgverzekeraars en ze laten zien welke kwaliteitsimpuls het geeft als je customized zorg kunt aanbieden. Oftewel zorg die volledig aansluit bij de wensen van de cliënt. Naast de kwaliteitsimpuls is deze vorm van zorg in financieel opzicht interessant. Met behulp van eHealth zullen we in staat zijn om meer cliënten te behan-delen voor dezelfde prijs of de prijs per unieke cliënt te verlagen. Boven-dien proberen we financiers ervan te overtuigen om in partnership nieuwe content te ontwikkelen. Kick Ass is daar een mooi voorbeeld van. Dit is een game voor jongeren met au-tisme die we samen met CBusiness, een onderdeel van CZ, en een aantal andere zorginstellingen in co-creatie met cliënten ontwikkeld hebben. Deze game gaan we nu landelijk uit-rollen.”

VERDIEPINGSSLAGVan alle partijen zijn vooral de cliën-ten enthousiast over eHealth. Zij ko-men in de gemeente Eindhoven vroeg in contact met online hulpverlening. Na een afspraak bij de huisarts ont-vangt een cliënt een brief thuis of

‘Met eHealthkunnen we meer cliënten behandelen voor dezelfde prijs’

Page 22: TELECOM - Bureau BaxTELECOM Binnen de zorg worden specifieke functiona-liteiten en garanties gevraagd als het gaat om ... De introductie van JIP vond plaats in het Rijksmuseum

94_

_ICT

Medische Innovatie Special _95

een e-mail met een link naar het digitale platform van de GGZ. Hierop worden onder andere digitale trainin-gen en cursussen aangeboden, kan de cliënt in contact komen met GGZ Eindhoven, filmpjes bekijken, de wel-komstmodule volgen, vragen stellen en afspraken inplannen met de hulp-verlener. Deze manier van implemen-tatie werpt haar vruchten af volgens Vossen. “Van de ongeveer honderd cliënten die nu in behandeling zijn, is zeventig procent via het platform binnen gekomen. Deze cliënten ver-wachten vaak dat ze de rest van het traject ook digitaal kunnen doorlo-pen en zijn daarmee degenen die de hulpverlener kunnen verleiden om iets meer afstand te nemen van de traditionele behandelmethoden. Wat overigens niet wil zeggen dat digitale hulpverlening face-to-face gesprek-ken overbodig maakt. Sterker nog: een fysieke ontmoeting is een ver-diepingsslag op het digitale aanbod en de online contacten.”

Uit de praktijk weet Vossen hoe goed de combinatie van een digitale- en fysieke behandeling hand in hand gaan en zowel de behandelaar als de cliënt daar profijt bij heeft. “Bij de traditionele behandelmethode ziet

een hulpverlener een cliënt eens in de veertien dagen. Stel dat de cliënt depressief is en de hulpverlener tij-dens het contactuur vraagt: ‘Hoe heb je geslapen?’ Die afspraak is een momentopname, dus als de cliënt de afgelopen twee nachten slecht heeft geslapen, zal die antwoorden: ‘Ik slaap slecht’, terwijl dat alleen voor die twee dagen geldt. Als dezelfde cliënt elke ochtend op internet of via een app heeft vastgelegd hoe hij ge-slapen heeft, blijkt misschien dat hij de afgelopen twee dagen inderdaad slecht geslapen heeft, maar dat hij de twaalf dagen daarvoor een prima nachtrust heeft gehad. Dankzij dit soort tools, schets je een objectiever beeld wat positief zal uitpakken voor de behandeling.”

MOBILE EHEALTHNu het digitale platform goed loopt, is mobile eHealth de vorm die Vos-sen verder wil uitrollen. “Daarmee kan een cliënt op elk moment en op

elke plek hulp of behandeling krijgen. Zo kan iemand in het bos overvallen worden door een paniekaanval. Dan is het fijn dat degene via een app op zijn smartphone gerustgesteld kan worden. Dat is een groot voordeel

van techniek en innovatie. Vroe-ger gebruikte je je telefoon alleen om mee te bellen, nu gebruik je ‘m vooral voor andere activiteiten zoals mailen, googelen en chatten en in dit voorbeeld ook als instrument om als GGZ cliënt zelf de regie in handen te houden. Natuurlijk werkt het niet in alle gevallen zo, als iemand acuut een psychose krijgt of manisch de-pressief wordt, dan heeft hij fysieke hulp nodig. Maar ik denk dat tachtig procent van de cliënten baat heeft bij deze vorm van eHealth.”

Wat volgens Vossen nog wel een uitdaging is, is het reguleren van het aanbod. “Je moet ervoor waken dat je geen oerwoud aan content creëert,

daarom is het van belang om scherp te zijn en het kaf van het koren te scheiden. Wat zijn goede apps en welke modules zijn van toegevoegde waarde? En hoe houd je de site ge-bruiksvriendelijk?” Over die vragen moeten zorgaanbieders zich volgens Vossen kritisch buigen. Maar als dat weloverwogen gebeurt, ziet ze de toekomst rooskleurig tegemoet. “Ik verwacht dat mobile eHealth over tien jaar volledig geïntegreerd is en dat elke behandeling uit een fifty-fifty combinatie van digitale- en face-to-face zorg zal bestaan, waarbij hulp-verleners en cliënten met elkaar een reis aangaan en onderweg samen beslissingen nemen.”

‘Mobile eHealth maakthulp op elk moment enop elke plek mogelijk’