thema woordenlijst onderwerp: dieren in het herfstbos · introductie. de leerkracht roept een...

34
Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos Makkelijke woorden Moeilijke woorden Voorwerpen (zelfst. Naamwoorden) De bladeren De nerven De boomstam De voedselvoorraad De schors De winterslaap De hark De vogeltrek De bezem Het berkenblad De kruiwagen Het beukenblad De egel Het eikenblad De eekhoorn Het kastanjeblad De vos De ree Het everzwijn De bever Het slakkenhuis Het spinnenweb De insecten De dennenappel Het beukennootje De kastanje De wind De storm De wolk De paraplu De druppels De regenplas Handelingen (werkwoorden) Vegen Begraven Slapen (de winterslaap) Knorren Kijken Snuffelen Harken Rapen Bewaren Ritselen Vinden / Verzamelen Afblijven Voeren Verzorgen Vallen Begrippen (en overige woorden) Groep 1: rood, geel, blauw, groen, oranje Groep 2: zwart, grijs, wit, rose, paars, bruin, rood, geel, blauw, groen,oranje De seizoenen: lente, zomer, herfst en winter

Upload: others

Post on 23-Aug-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Thema woordenlijst

Onderwerp: Dieren in het herfstbos

Makkelijke woorden Moeilijke woorden

Voorwerpen (zelfst. Naamwoorden)

De bladeren De nerven

De boomstam De voedselvoorraad

De schors De winterslaap

De hark De vogeltrek

De bezem Het berkenblad

De kruiwagen Het beukenblad

De egel Het eikenblad

De eekhoorn Het kastanjeblad

De vos

De ree

Het everzwijn

De bever

Het slakkenhuis

Het spinnenweb

De insecten

De dennenappel

Het beukennootje

De kastanje

De wind

De storm

De wolk

De paraplu

De druppels

De regenplas

Handelingen (werkwoorden)

Vegen Begraven

Slapen (de winterslaap) Knorren

Kijken Snuffelen

Harken Rapen

Bewaren Ritselen

Vinden / Verzamelen Afblijven

Voeren Verzorgen

Vallen

Begrippen (en overige woorden)

Groep 1: rood, geel, blauw, groen, oranje

Groep 2: zwart, grijs, wit, rose, paars, bruin, rood, geel, blauw, groen,oranje

De seizoenen: lente, zomer, herfst en winter

Page 2: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Dik - dun

Snel – langzaam

Jong – oud

Page 18: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Fase Uitleg v.d. fase Lesidee

Voorbewerken

Introductie. De

leerkracht

roept een

context op

voor de aan te

leren woorden

en

betekenissen.

De leerkracht heeft het boek “Kikker en de

kleuren”vast. De leerkracht stelt de kinderen een

aantal vragen:

- Waar zal het verhaal over gaan?

- Wat zal er gebeuren in het verhaal?

De leerkracht leest als introductie van het thema, het

boek “Kikker en de kleuren”voor.

Nadat het boek is voorgelezen, wordt er een

kringgesprek gehouden over het boek.

- Waar ging het boek over?

- Wat gebeurde er in het verhaal?

- Klopte dit met wat wij voorspeld

hadden?

- Wat was Kikker en zijn vriendjes aan het

doen?

Uiteindelijk wordt er een plakkaat gemaakt met

daarop de woorden waar kinderen aan denken bij het

thema dieren in het herfstbos.

Semantiseren

De leerkracht

verheldert de

betekenis van

de woorden die

aangeleerd

moeten worden

Elke dag passeren er 4 tot 6 woorden de revue.

Deze woorden kunnen aangeleerd worden of

spontaan aan de orde komen. Aanleren kan aan de

hand van concrete voorwerpen,

situaties/gebeurtenissen of de woordkaarten.

Hieronder een indeling van de woorden die per dag

aangeleerd moeten worden.

de bladeren

de boomstam

de schors

de nerven

de egel

de eekhoorn

de vos

de ree

het everzwijn

de bever

het slakkenhuis

het spinnenweb

de insecten

de hark

de bezem

de kruiwagen

Page 19: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

de dennenappel

de kastanje

het beukennootje

de voedselvoorraad

de winterslaap

de vogeltrek

de wind

de storm

de wolk

de paraplu

de druppels

de regenplas

het berkenblad

het beukenblad

het eikenblad

het kastanjeblad

Fase Uitleg v.d. fase Lesidee

Consolideren

De aangeboden

woorden

worden

herhaald.

Een aantal leuke oefenvormen:

Woorden fluisteren

Waar of niet waar vragen stellen

Raden van woorden met behulp van een

omschrijving

Tekeningen maken van woorden, er moet

geraden worden wat er getekend is

Een quiz

Ren je rot

Situatie of gebeurtenis binnen/buiten de klas

aandragen (met buitenspelen het woord

“schoolplein” bespreken en met de jas ophangen

het woord “kapstok” aanhalen).

Voor meer oefenvormen zie bijlage 7.4

Belangrijk bij het consolideren is dat kinderen op een

woordmuur kunnen spieken. Hiervoor zijn er

woordkaarten gemaakt die opgehangen kunnen worden.

Criteria bij het consolideren:

Er wordt net zolang herhaald totdat alle

kinderen het woord en de betekenis kennen.

Bij het consolideren worden woorden én

betekenissen veel,

gevarieerd en speels herhaald.

Bij het consolideren zijn de woorden en betekenissen

zichtbaar in de klas aanwezig op de woordmuur.

Page 20: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Controleren

De aangeboden

woorden

worden op een

korte, speelse

manier

herhaald.

De leerkracht

gaat na in

hoeverre de

leerlingen de

woorden

kennen.

Voor het controleren kunnen ook de volgende

oefenvormen gebruikt worden:

Waar of niet waar vragen stellen

Raden van woorden met behulp van een

omschrijving

Tekeningen maken van woorden

Een quiz

Ren je rot

Situatie of gebeurtenis bespreken (bijv.

leerkracht vraagt op de gang aan de kinderen

waar zij hun jassen aan ophangen)

Voor meer oefenvormen zie bijlage 7.4 de ** en de

werkvormen 7.5

Voorbeelden van prentenboeken die gebruikt kunnen worden bij dit thema zijn:

De eekhoorn die slim wilde zijn – Christine Leeson

De spin die het te druk had – Eric Carle en Martine Schaap

Een zaadje in de wind – Eric Carle

Wat nu Olivier? – Phyllis Root en Christopher Denise

Kleine kraai met blote billen – Raimke Groothuizen

Rikki en de eekhoorn – Guido van Genechten

Ritseldans en notentaart – digitaal prentenboek

Slompie een spin met vijf poten - Gerard van Midden & Mirjami Rassani

Herfst in het donkere bos – Nannie Kuiper Herfst – Anne deVries-Neutenboom

De elfjes van het bonte bladeren bos – Jane Cabrera

Herfst in het bos – Vivian den Hollander

Worteltjestaart – Annemarie Bon en Gertie Jaquel

Ik wil iets heel moois geven – Jonathan Emmett

Noten – Paul Gerritsen

Websites

http://www.marijeandringa.yurls.net/nl/page/648358 digibord lessen, memorie, praatplaat

herfst, diverse spelletjes, diverse filmpjes, kleurplaten en diverse herfstliedjes.

www.kleutergroep.nl diverse knutselideeën, kwartetspelletjes en diverse andere opdrachten

en activiteiten.

Ook op de verschillende “juffensites” (juf Sanne, juf Lia enz.) is veel te vinden wat men kan

gebruiken voor het thema herfst.

Liedjes

Herfst herfst wat heb je te koop

Op een grote paddenstoel

Oze, wieze woze

De spin wiedewin

Page 21: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Thema woordenlijst

Onderwerp: Sinterklaas

Makkelijke woorden Moeilijke woorden

Voorwerpen (zelfst. Naamwoorden)

De intocht

Het grote boek De tabberd (ander woord voor

mantel)

De openhaard

De schoorsteen

De schimmel

De hoeven

De mijter

de mantel

Het pietenpak

Het strooigoed

De maan

Het cadeau

Het verlanglijstje

De schuimpjes

De speculaas

Het marsepein

De taai taai

Het pakhuis

Het inpakpapier

Het balkon

De roe

Het applaus

Handelingen (werkwoorden)

Strooien Wuiven

Uitdelen

Varen

Smullen

Aankomen (v.d. boot, Sinterklaas)

Handen geven

Begrippen (en overige woorden) Begrippen (en overige woorden)

Vijf december De maanden: Januari, Februari,

Maart, April, Mei, Juni, Juli,

Augustus, September, Oktober,

November en December

Page 32: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Fase Uitleg v.d. fase Lesidee

Voorbewerken

Introductie. De

leerkracht

roept een

context op

voor de aan te

leren woorden

en

betekenissen.

De leerkracht heeft het boek “Het grote boek voor

Sinterklaas”vast. In dit boek staan meerdere verhalen

over en rond de Sinterklaastijd.

De leerkracht stelt de kinderen een aantal vragen:

- Waar zal het verhaal over gaan?

- Wat zal er gebeuren in de verschillende

verhalen?

De leerkracht leest als introductie van het thema

Sinterklaas een verhaaltje voor uit het boek.

Nadat het boek is voorgelezen, wordt er een

kringgesprek gehouden over het boek.

- Waar ging het verhaal over?

- Wat gebeurde er in het verhaal?

- Klopte dit met wat wij voorspeld

hadden?

Uiteindelijk wordt er een plakkaat gemaakt met

daarop de woorden waar kinderen aan denken bij het

thema Sinterklaas.

Semantiseren

De leerkracht

verheldert de

betekenis van

de woorden die

aangeleerd

moeten worden

Elke dag passeren er 4 tot 6 woorden de revue.

Deze woorden kunnen aangeleerd worden of

spontaan aan de orde komen. Aanleren kan aan de

hand van concrete voorwerpen,

situaties/gebeurtenissen of de woordkaarten.

Hieronder een indeling van de woorden die per dag

aangeleerd moeten worden.

de intocht

het grote boek

het balkon

het applaus

het verlanglijstje

het pakhuis

het inpakpapier

het cadeau

de openhaard

de schoorsteen

de maan

Page 33: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

de mijter

de tabberd / de mantel

het pietenpak

de schimmel

de hoeven

het strooigoed

de speculaas

het marsepein

de taai taai

de schuimpjes

strooien

wuiven

varen

aankomen (van de boot van Sinterklaas)

handen geven

uitdelen

smullen

Fase Uitleg v.d. fase Lesidee

Consolideren

De aangeboden

woorden

worden

herhaald.

Een aantal leuke oefenvormen:

Woorden fluisteren

Waar of niet waar vragen stellen

Raden van woorden met behulp van een

omschrijving

Tekeningen maken van woorden, er moet

geraden worden wat er getekend is

Een quiz

Ren je rot

Situatie of gebeurtenis binnen/buiten de klas

aandragen (met buitenspelen het woord

“schoolplein” bespreken en met de jas ophangen

het woord “kapstok” aanhalen).

Voor meer oefenvormen zie bijlage 7.4

Belangrijk bij het consolideren is dat kinderen op een

woordmuur kunnen spieken. Hiervoor zijn er

woordkaarten gemaakt die opgehangen kunnen worden.

Criteria bij het consolideren:

Er wordt net zolang herhaald totdat alle

kinderen het woord en de betekenis kennen.

Bij het consolideren worden woorden én

betekenissen veel,

gevarieerd en speels herhaald.

Bij het consolideren zijn de woorden en betekenissen

zichtbaar in de klas aanwezig op de woordmuur.

Page 34: Thema woordenlijst Onderwerp: Dieren in het herfstbos · Introductie. De leerkracht roept een context op voor de aan te leren woorden en betekenissen. De leerkracht heeft het boek

Controleren

De aangeboden

woorden

worden op een

korte, speelse

manier

herhaald.

De leerkracht

gaat na in

hoeverre de

leerlingen de

woorden

kennen.

Voor het controleren kunnen ook de volgende

oefenvormen gebruikt worden:

Waar of niet waar vragen stellen

Raden van woorden met behulp van een

omschrijving

Tekeningen maken van woorden

Een quiz

Ren je rot

Situatie of gebeurtenis bespreken (bijv.

leerkracht vraagt op de gang aan de kinderen

waar zij hun jassen aan ophangen)

Voor meer oefenvormen zie bijlage 7.4 de ** en de

werkvormen 7.5

Voorbeelden van prentenboeken die gebruikt kunnen worden bij dit thema zijn:

Rikki helpt Sinterklaas – Guido van Genechten

De kleren van Sinterklaas – Paul Biegel en Sanne te Loo

Het grote voorleesboek voor Sinterklaas – Anne Takens

Sinterklaas – Charlotte Dematons

Elmo en het geheim van Sinterklaas – juf Bea

Lust Sinterklaas speculaas – Guy Daniëls

De mantel van Sinterklaas – Karin Somers en Jolet Leenhouts

Pom Ti Dom viert Sinterklaas – Kim van Kooten en Noëlle Smit

Het grote Sinterklaas versjes en verhalenboek – Harmen van Straaten

Liselotje zet haar schoen – Marianne Busser en Ron Schröder

Dit is maar een kleine selectie van de Sinterklaasboeken die men kan

gebruiken. Er zijn er nog veel meer.

Websites

http://marijeandringa.yurls.net/nl/page/648379digibord lessen, memorie, praatplaat

sinterklaas, diverse spelletjes, diverse filmpjes, kleurplaten en diverse sinterklaasliedjes.

http://www.schoolbordportaal.nl/schoolborden/catalogus.html?vakgebied=actueel-

sinterklaas&categorie=prentenboeken-sinterklaas hier zijn Sinterklaasboeken te vinden die

men vanaf het digibord lezen kan.

www.sinterklaasradio.nl

Liedjes

Zie ginds komt de stoomboot

Sinterklaas Kapoentje

Sinterklaasje bonne bonne bonne

Zie de maan schijnt door de bomen

Pepernotenlied

Dag Sinterklaasje

Het paard van Sinterklaas is moe

Sinterklaas wie kent hem niet

En nog veel meer leuke sinterklaasliedjes zijn te vinden op

http://www.liedjesland.com/Liedjes/Sinterklaas/ en natuurlijk op www.youtube.nl