thomas reitsma · 2020-04-16 · programma 10.00 uur welkom door thomas reitsma, secretaris...

Thomas ReitsmaSecretaris van de Commissie Transport Gevaarlijke Goederen (CTGG)

Beleidsadviseur veiligheid en gevaarlijke stoffen bij EVO

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

EVO Ondernemersvereniging, 20.000 bedrijven die goederen te vervoeren hebben

Leden verantwoordelijk voor meer dan 70 procent van alle goederenverplaatsingen in Nederland

Over weg, water, rails en door de lucht

CTGG Samenwerkingsverband van 15 organisaties

De CTGG zet zich al 60 jaar in voor het verhogen van de veiligheid van dit vervoer.

Betrokkenheid bij totstandkoming van wetgeving, regels en voorschriften die van invloed zijn op

de logistieke behandeling van gevaarlijke goederen.

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

Programma

10.00 uur Welkom door Thomas Reitsma, secretaris CTGG/beleidsadviseur EVO

10.05 uur Aftrap door dagvoorzitter Henk Bril

10.15 uur Presentatie door Arjan Walsweer van ILT over de wijzigingen per

1-1-2015 in de regelgeving voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

over de weg en het spoor (ADR en RID)

11.15 uur Koffiepauze

11.30 uur Vragen en discussie o.l.v. Henk Bril

12.00 - 12.30 uur Uitloop

12.30 uur Einde bijeenkomst

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

Wijzigingen ADR/RID 2015

Arjan Walsweer

Inspectie Leefomgeving en Transport

DEEL 1

7


Deel 1

1.1.3 Vrijstellingen

• 1.1.3.1 c (ondergeschikt aan bedrijfsactiviteit): “IBC” en “grote verpakkingen” specifiek opgenomen in de vrijstelling

• 1.1.3.6.3 definitie aangescherpt:

– Voor vloeistoffen geldt de daadwerkelijke hoeveelheid in liters

– Voor samengeperste gassen en chemicaliën onder druk de watercapaciteit van de houder

8


Deel 1

1.1.3.10 (nieuw)

Vrijstelling voor het vervoer van lampen die gevaarlijke stoffen bevatten

• Ook voor lampen afkomstig van huishoudens

• Geschrapt bij vrijstelling voor gassen

9


Deel 1

1.2 Definities

• ‘Klasse 7’ wordt: ‘radioactief materiaal’

• Inhoud (waterinhoud) gascilinder beperkt

– Metaal max 1000 ml

– Synthetisch materiaal of glas max 500 ml

• Nieuwe definities:

– Bulkcontainer met dekzeil

– Gesloten bulkcontainer

– Grote bergingsverpakking

– Management systeem (radioactief materiaal)

– Neutronen straling detector

– Stralingsdetectie systeem

10


Deel 1

1.6 Overgangsvoorschriften

Vervallen:

1.6.1.10, 1.6.1.16, 1.6.1.19, 1.6.1.24, 1.6.3.1 (RID), 1.6.3.2 (RID), 1.6.4.31

Aangepast:

1.6.1.1, 1.6.1.15, 1.6.1.26, 1.6.3.3 (RID), 1.6.3.27 (RID), 1.6.5.4, 1.6.5.10, 1.6.6.1, 1.6.6.2.1, 1.6.6.2.2, 1.6.6.4

Nieuw:

1.6.1.28, 1.6.1.29, 1.6.1.30,1.6.1.31,1.6.1.32, 1.6.1.33, 1.6.1.34, 1.6.1.35, 1.6.1.36, 1.6.1.37 (RID), 1.6.2.13, 1.6.2.14, 1.6.2.15, 1.6.3.44, 1.6.5.15 (incl. voetnoot 3), 1.6.6.3

11


Deel 1

1.9.5 Beperkingen in Tunnels

• Nieuw UN 3507 toegevoegd onder tunnelcategorie D

• Uitbreiding sectie 1.9.5.3.6

– Tunnelregime niet van toepassing als in kolom 15 van tabel A, hoofdstuk 3.2 ‘(-)’ is toegewezen.

– Beperkingen in tunnels voor de UN 2919 en 3331 mogelijk op basis van special arrangement (1.7.4.2).

12


DEEL 2

13


Deel 2

2.1.5 Verpakkingen afval, leeg ongereinigd

• Verpakkingen, grote verpakkingen, IBC’s of onderdelen hiervan

• Voor vernietiging, recycling of het terugwinnen van de materialen

• Nieuw UN-nummer: 3509

• Nieuwe bijzondere bepaling: 663

• Verpakkingsinstructie: P003 (RR9), IBC08 (BB3) en LP02 (LL1)

Niet voor: reconditionering, reparatie, routine onderhoud, ombouwen of hergebruik

14


Deel 2

Klasse 1

• 2.2.1.1.7.5 opmerking 2:

Aanpassing classificatie flitspoeder: Geen flitspoeder indien de drukstijging meer bedraagt dan 6 ms voor 0,5 g (voorheen 8 ms)

• 2.2.1.4

Aanpassing definitie: ‘gasgeneratoren voor airbags, of airbagmodules of aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels: UN-nummer 0503’ naar een meer algemene en bredere omschrijving: ‘veiligheidsapparaten, pyrotechnisch: UN-nummer 0503’

15


Deel 2

Klasse 2

• 2.2.2.1.2

Nieuwe indeling: geadsorbeerde gassen

Voor gassen die zijn geadsorbeerd in een poreuze vaste stof

• 2.2.2.3

Toevoeging nieuwe UN-nummers: 3510 t/m 3518

16


Deel 2

Klasse 3

• 2.2.3.1.1 opmerking 3 (ook in 2.2.61.3):

brandbare vloeistoffen die tevens zeer giftig zijn bij inademing en in de benaming worden aangeduid met ‘giftig bij inademing’ (kolom 2) of bijzondere bepaling 354 (kolom 6) van tabel A hfst. 3 vallen onder de klasse 3

• 2.2.3.1.4

Aanpassing classificatie viskeuze vloeistoffen

17


Deel 2

Klasse 5.1

• 2.2.51.1.6 en 2.2.51.1.7

Uitsplitsing classificatie en indeling in verpakkingsgroep op basis van test O.1 of O.3 uit de het handboek beproevingen.

18


Deel 2

Klasse 6.2

2.2.62.1.5.5 (vrijstelling) is geworden:

2.2.62.1.5.5 – gedroogde bloedvlekken

2.2.62.1.5.6 – occult bloed in faeces

2.2.62.1.5.7 – bloed of bestanddelen van bloed

2.2.62.1.5.6 wordt 2.2.62.1.5.8

2.2.62.1.5.7 wordt 2.2.62.1.5.9

19


Deel 2

Klasse 7

Veel wijzigingen in de tekst van hoofdstuk 2.2.7 waaronder veel tekstuele wijzigingen op basis van de IAEA voorschriften

Wijzigingen worden ook doorgevoerd in andere hoofdstukken

20


Deel 2

Klasse 9

2.2.9.3

Gewijzigde benamingen:

• UN 2212 ASBEST AMFIBOOL (amosiet, tremoliet, actinoliet, anthofylliet, crocidoliet)

• UN 2590 ASBEST CRYSOTIEL

• UN 3268 VEILIGHEIDSINRICHTINGEN, elektrisch geactiveerd

Nieuwe toevoegingen:

• UN 3508 CONDENSATOR, asymmetrisch (met een energieopslagcapaciteit van meer dan 0,3 Wh)

• UN 3509 LEGE ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR VERWIJDERING

21


DEEL 3

22


Deel 3

3.2.1 kolom (17)

Aanpassing van de codering los gestort vervoer:

• “VV” code wordt geschrapt

• Vervangen voor “VC” en “AP” codering

– VC bepalingen voor voertuigen

– AP bepalingen voor specifieke klassen

23


Deel 3

Nieuwe UN-nummers

UN-Nr. Benaming

3507 URANIUM HEXAFLUORIDE, RADIOACTIVE STOF, VRIJGESTELD COLLO, minder dan 0,1 kg per collo, niet splijtbaar of spijtbaar vrijgesteld

8

3508 CONDENSATOR, asymmetrisch (met een energieopslagcapaciteit van meer dan 0,3 Wh)

9

3509 LEGE ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR VERWIJDERING

9

3510 GEADSORBEERD GAS, BRANDBAAR, N.E.G. 2.1

3511 GEADSORBEERD GAS, N.E.G. 2.2

3512 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, N.E.G. 2.3

3513 GEADSORBEERD GAS, OXIDEREND, N.E.G. 2.2 (5.1)

24


UN-Nr. Benaming

3514 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, N.E.G. 2.3 (2.1)

3515 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, N.E.G. 2.3 (5.1)

3516 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BIJTEND, N.E.G. 2.3 (8)

3517 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G.

2.3 (2.1) (8)

3518 GEADSORBEERD GAS, GIFTIG, OXIDEREND, BIJTEND, N.E.G.

2.3 (5.1) (8)

3519 BOORTRIFLUORIDE, GEADSORBEERD 2.3 (8)

3520 CHLOOR, GEADSORBEERD 2.3 (5.1) (8)

3521 SILICIUMTETRAFLUORIDE, GEADSORBEERD 2.3 (8)

3522 ARSINE, GEADSORBEERD 2.3 (2.1)

3523 GERMAAN, GEADSORBEERD 2.3 (2.1)

3524 FOSFORPENTAFLUORIDE, GEADSORBEERD 2.3 (8)

3525 FOSFINE, GEADSORBEERD 2.3 (2.1)

3526 SELEENWATERSTOF, GEADSORBEERD 2.3 (2.1)

25


Deel 3

3.3 bijzondere bepalingen

Gewijzigde bijzondere bepalingen:

122, 135, 172, 225, 235, 251, 280, 289, 306, 309, 363, 580, 582, 583, 585, 594, 636, 660, 661

Nieuwe bijzondere bepalingen:

66, 367, 368, 369, 370, 371, 372, 373, 374, 375, 376, 377, 662, 663, 664

26


Deel 3

Bijzondere bepaling 367

Indien zowel verf als verfgerelateerde producten samen worden verpakt hoeft in het vervoersdocument enkel “verf gerelateerde producten” te worden opgenomen


Uitbreiding UN 3164 voor artikelen bevattende kleine drukhouders met aftapinrichting. Eisen aan ontwerp en productie


Bepalingen voor neutron stralingsdetectoren gevuld met boortrifluoride, drukloos

27


Deel 3


UN 3077 en 3082 MILIEUGEVAARLIJKE STOFFEN

Enkelvoudige- of samengestelde verpakkingen met ten hoogste 5 l of 5 kg gevaarlijke stof zijn niet onderworpen aan de bepalingen van het ADR.

De algemene verpakkingsvoorschriften 4.1.1.1, 4.1.1.2 en 4.1.1.4 t/m 4.1.1.8 zijn wel van toepassing

28


Deel 3

Bijzondere bepaling 376 en 377

BP 376: afvoer van beschadigde/defecte lithium-ion, lithium-metaalbatterijen die niet voldoen aan testen uit het handboek beproevingen

UN 3090, 3091, 3480 en 3481

Nieuwe verpakkingsinstructies: P908, en LP904

BP 377: afvoer van lithium batterijen voor vernietiging of recycling

UN 3090, 3091, 3480 en 3481

Nieuwe verpakkingsinstructie: P909

29


Deel 3


Cilinders die exclusief worden gebruikt op schepen of in vliegtuigenen niet voldoen aan hoofdstuk 6.2 mogen vervoerd worden voor hervullen en keuring als zij zijn geconstrueerd en goedgekeurd op basis van een ander keuringsregime (bijv: DOT)

Overige bepalingen ADR blijven van toepassing en speciaal:

• De afsluiters moeten worden beschermd (4.1.6.8)

• De cilinders moeten zijn voorzien van etiketten en kenmerking overeenkomstig 5.2.1 en 5.2.2

• De vulvoorschriften van P200 moeten worden nageleefd

• Toevoeging aan vervoersdocument: “vervoer overeenkomstig bijzondere bepaling 662”

30


Deel 3


UN 3509 LEGE ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR VERWIJDERING

Alleen voor resten van de klasse 3, 4.1, 5.1, 6.1, 8 en 9

Niet voor:

• Stoffen van de verpakkingsgroep I met een LQ van 0

• Gedestabiliseerde explosieven van de klasse 3 of 4.1

• Zelfreactieve stoffen van de klasse 4.1

• UN 2212, 2509, 2315, 3432, 3151 en 3152

Geen vrijstelling van het ADR, enkel andere classificatie

31


Deel 3

Bijzondere bepaling 664 (ADR)

Voor: UN 1202, 1203, 1223, 1268, 1863 en 3475

Indien deze stoffen worden vervoerd in tankwagens en/of afneembare tanks mogen deze zijn uitgerust met apparaten voor het toevoegen van additieven tijdens het lossen van de lading

• Additieven van UN 1202, 1993, 3082 of een niet gevaarlijke stof

• Vast onderdeel van de tank of los onderdeel

• Alleen onderdelen 5.4.1.1.1 (a) en (d) op vervoersdocument

• Geen aparte etikettering/kenmerking

• Overgangstermijn 1.6.3.44 (apparaten voor 1-1-2015 toegestaan)

32


Deel 3

Kenmerk gelimiteerde hoeveelheden (3.4.7 en 3.4.8)

• In de vorm van een ruit in een hoek van 45°

• Verpakking die voldoet aan ICAO-TI maar voorzien van 3.4.7.1 is toegestaan (3.4.10)

afbeelding 3.4.7.1 afbeelding 3.4.8.1

33


Deel 3

Kenmerk voor vrijgestelde hoeveelheden

Minimum afmeting 100 mm

Min

imu

m a

fmet

ing

10

0 m

m

34


DEEL 4

35


Deel 4

4.1.1.5.2

Het gebruik van aanvullende verpakkingen binnen een buitenverpakking (bijvoorbeeld een tussenverpakking of een houder in een vereiste binnenverpakking), aanvullend op wat er is voorgeschreven in de verpakkingsinstructie, is toegestaan indien aan alle relevante voorschriften is voldaan, waaronder die van 4.1.1.3. Indien van toepassing wordt geschikte demping gebruikt om beweging binnen de verpakking te voorkomen.

36


Deel 4

4.1.1.19 Bergingsverpakkingen

Uitbreiding met ‘grote bergingsverpakkingen’

• Ontworpen voor behandeling met mechanische hulpmiddelen

• een netto massa van meer dan 400 kg of een inhoud van meer dan 450 liter en niet groter dan 3m³

Technische eisen in 6.6.5.1.9

37


Deel 4

4.1.4.1, 4.1.4.2 verpakkingsinstructies

Gewijzigde verpakkingsinstructies:

P003, P116, P131, P200, P203, P208 (wordt P209), P404, P501, P502, P504, P601, P602, P650, P802, P901, P904, P906, IBC02, IBC04, IBC05, IBC06, IBC08, IBC100, LP02

Nieuwe verpakkingsinstructies:

P208, P505, P805, P908, P909, LP903, LP904

Geschrapte verpakkingsinstructies:

P903a en P903b

38


Deel 4

4.1.4.1 P003 RR9

UN 3509 LEGE ONGEREINIGDE VERPAKKINGEN VOOR VERWIJDERING

• Verpakkingen moeten lekdicht zijn en voorzien van een lekdichte liner of binnenzak die bestand is tegen doorboring

• Flexibele verpakkingen enkel als het residu een vaste stof is

• Ingeval van vloeistof moet de inhoud binnen de verpakking blijven (bijv. door absorptie materiaal)

• Verpakkingen bestemd voor UN 3509 moeten voor gebruik worden geïnspecteerd.

Zelfde voorschriften in IBC08 BB3 en LP02 LL1

39


Deel 4

4.1.4.1 P200

Met toestemming van de bevoegde autoriteit mag de keuringstermijn van gelaste stalen flessen en drukhouders van aluminiumlegeringen worden verlengd naar 15 jaar

• Door bevoegde autoriteit (..)

• Ook mogelijk voor flessen van voor 1-1-2009 na herinspectie

• Overeenstemming elke drie jaar of bij wijzigingen aantonen

• Aanvrager moet toestemming bewaren

Niet voor flessen met een UN-kenmerk

40


Deel 4

4.1.4.1 P200 (13)

• 1 – Algemene voorschriften

• 2 – Voorschriften voor het gebruik

Alleen afvullen op locaties met kwaliteitsborgingsysteem

Voor het vullen inspecteren

Alleen gassen met geringe kans op aantasting van de fles

• 3 – Voorschriften voor toelating en periodieke keuring

Indien de fles niet door de inspectie komt voorafgaand aan het vullen moet de fles uit de roulatie worden genomen

• 4 – Markering

Aanvullende markering: “P15Y”

41


Deel 4

Nieuwe verpakkingsinstructies:

P208 - Verpakkingsinstructie voor geadsorbeerde gassen

• Zelfde opbouw als P200

UN 3375 AMMONIUMNITRAAT (emulsie, suspensie of gel)

• Voorheen P099 (bevoegde autoriteit); nu P505 en IBC02

– IBC02 B16: 31A en 31N met toestemming bevoegde autoriteit

P805 – Specifiek voor UN 3507 (nieuw UN-nummer)

42


Deel 4

Uitbreiding verpakkingsvoorschriften:

UN 0222 AMONIUMNITRAAT

Mag voortaan worden vervoerd in IBC’s. Deze moeten stof- en waterdicht zijn, metalen IBC’s niet toegestaan (IBC100 B3en B17)

Lithium batterijen UN 3090, 3091, 3480 en 3481

Batterijen mogen worden vervoerd in grote verpakkingen;

Nieuwe verpakkingsinstructies LP903 en LP904

43


Deel 4

Hoofdstuk 4.5 Druk/vacuümtanks

4.5.1.2

Stoffen, niet zijnde afvalstoffen mogen ook met een druk/vacuümtank worden vervoerd onder dezelfde bepalingen zoals gesteld in 4.5.1.1

4.5.2.6

wanneer bij vullen of lossen van brandbare vloeistoffen een vacuümpomp/afzuiginrichting wordt gebruikt die een mogelijke ontstekingsbron kan vormen, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen om de ontsteking van de stof te voorkomen of om de verspreiding van de effecten buiten de tank te voorkomen

44


Deel 4

4.2.5.3 TP41 voor Transporttanks

Met toestemming van de bevoegde autoriteit, mag het 2,5-jaarlijkse inwendig onderzoek worden uitgesteld of worden vervangen door andere beproevingsmethoden of keuringsmethoden, op voorwaarde dat de transporttank uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van de metaalorganische stoffen waaraan deze bijzondere bepaling is toegewezen. Dit onderzoek is vereist wanneer aan de voorwaarden van 6.7.2.19.7 wordt voldaan

45


DEEL 5

46


Deel 5

5.1.2.1

• Letters woord “OVERVERPAKKING” minimaal 12 mm

• Bepaling dat richtinggevende pijlen geplaatst moeten worden op de oververpakking, ook als deze niet op de verpakking is aangebracht, is geschrapt

5.2.1.3

• Letters woord “BERGING” minimaal 12 mm

Overgangstermijn t/m 31-12-2015 (1.6.1.31 en 1.6.1.32)

47


Deel 5

Nummering kenmerken:

Afbeelding 5.2.1.8.3 Afbeelding 5.2.1.9.1.1 Afbeelding 5.2.1.9.1.2

48


Deel 5

5.2.2.2.1.1 Etiketten

* De klasse moet in de benedenhoek worden opgenomen, of voor klasse 4.1, 4.2 en 4.3 het getal “4” of voor de klasse 6.1 en 6.2 het getal “6”

** Aanvullende tekst/nummers/letters moeten(indien vereist) of mogen (indien optioneel) worden opgenomen in deze onderste helft.

*** Het klasse symbool of, voor de subklassen1.4, 1.5 en 1.6, het nummer van de subklasse en voor Model Nr. 7E het woord“FISSILE” moet worden opgenomen in de bovenste helft.

***

**

Afbeelding 5.2.2.2.1.1

49


Deel 5

5.3.1.7.1 Grote etiketten

Afbeelding 5.3.1.7.1

50


Deel 5

5.3.2 Oranje borden

5.3.2.1.1 (voor losgekoppelde aanhangwagens en opleggers)

• Als tanks zijn voorzien van oranje borden overeenkomstig 5.3.2.1.3 (brandstoffen) moet het oranje bord overeenkomen met de meest gevaarlijke stof die in de tank wordt vervoerd

5.3.2.2.1

• Indien oranje borden worden verkleind mogen de afmetingen variëren binnen het bereik tot minimaal 300 mm voor de breedte, 120 mm voor de hoogte en 10 mm voor de zwarte zoom

51


Deel 5

5.3.2.3.2 Gevaarsidentificatienummer (RID)

Nieuwe Gevi code bij UN 3507:

“87 Bijtende stof, radioactief”

52

87

3507


Deel 5

5.3.3 Verwarmde stoffen

Afbeelding 5.3.3

Bijzondere bepaling 580 is geschrapt.

Voor alle stoffen die worden vervoerd of

aangeboden voor vervoer bij een temperatuur

hoger of gelijk aan 100°C voor vloeistoffen of

240°C voor vaste stoffen

Kenmerking:

Voertuigen: beide zijde en achterzijde

Containers, tankcontainers en transporttanks:beide zijden en voor en achterzijde

53


Deel 5

5.4 Documentatie

5.4.1.1.3 afvalstoffen

op het vervoersdocument hoeven niet alle elementen van 5.4.1.1.1 meer te worden vermeld, enkel 5.4.1.1.1 a) t/m d) en k)

let op informatie onder k) niet vereist in RID

5.4.1.1.19 Lege ongereinigde verpakkingen voor verwijdering

• De vervoersnaam moet worden aangevuld met “(met resten van [..])” waarbij de betreffende klasse(n) en eventuele bijkomende gevaren moet(en) worden ingevuld.

• 5.4.1.1.1 (hoeveelheid) hoeft niet te worden vermeld

54


Deel 5

5.4.2 Grote container- of voertuigbeladingscertificaat

5.4.2 voetnoot 5 sub 8

Wanneer stoffen die verstikkingsgevaar vertonen voor koelings- of conditioneringsdoeleinden worden gebruikt (zoals droogijs [UN 1845] of stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar [UN 1977] of

argon, sterk gekoeld, vloeibaar [UN 1951]) moet de container of het voertuig aan de buitenzijde zijn voorzien van het kenmerk zoals voorgeschreven in 5.5.3.6 van de IMDG-code

Voorheen alleen voor droogijs

55


Deel 5

5.4.3 Schriftelijke instructies

• Op pagina 1 moet bij de ‘maatregel in het geval van een ongeval of een noodgeval’ het gebruik van elektronische sigaretten worden vermeden

• Het waarschuwingsvest hoeft niet meer te voldoen aan EN 471

• De veiligheidsbril is als voorbeeld voor oogbescherming geschrapt

• Het voorbeeld en de norm voor het vluchtmasker is geschrapt

56


Deel 5

5.5.2 gegaste laadeenheden

Afmetingen gewijzigd van 300 mm breed en 250 mm hoog naar

400 mm breed en 300 mm hoog

Afbeelding 5.5.2.3.2

57


Deel 5

5.5.3 verstikkingsgevaar door stoffen voor koeldoeleinden

5.5.3.1.5

De voorschriften van 5.5.3.6 (kenmerking) en 5.5.3.7 (documentatie) zijn alleen van toepassing als er een daadwerkelijk gevaar voor verstikking bestaat.

De betrokkenen moeten dit gevaar inschatten, waarbij rekening moet worden gehouden met de gevaren die worden veroorzaakt door:

• de stoffen die worden gebruikt voor koeling of conditionering

• de hoeveelheid stof die wordt vervoerd

• de reisduur

• het type van de omsluiting dat wordt gebruikt

58


Deel 5


5.5.3.3.3

• Voertuig moet goed geventileerd zijn tenzij voor het vervoer geïsoleerde, gekoelde of mechanisch gekoelde apparatuur wordt gebruikt die voldoen aan de ATP richtlijn

Het ATP (Accord Transport Périssables) geeft voorschriften met betrekking tot het internationaal vervoer van bederfelijke goederen

59


Deel 5


5.5.3.6.2 Kenmerk Afbeelding 5.5.3.6.2

* Vervoersnaam in letters van minimaal 25 mm

in hoofdletters en op een lijn (letters mogen

verkleind worden als het niet past op een lijn)

** Naargelang van toepassing opnemen:

"ALS KOELMIDDEL" of

"ALS CONDITIONERINGSMIDDEL"

60


DEEL 6

61


Deel 6

6.1.3.1 (e) Kenmerk

* de laatste twee cijfers van het jaar van fabricage mogen hier worden weergegeven. In een dergelijk geval moeten de cijfers overeenkomen met het jaartal in de markering in de typegoedkeuring

Het jaartal mag ook op een andere

duurzame, zichtbare en leesbare vorm zijn

weergegeven

*

62


Deel 6

6.2.2 Normen voor UN-drukhouders

Verschillende aanpassingen in de tabel met normen, uitgangspunt:

• Drukhouders mogen niet meer worden geproduceerd na de datum die per norm is aangegeven in de tabel

• Drukhouders die zijn geproduceerd volgens normen die ten tijde van productie geldig waren, mogen in gebruik blijven en moeten periodiek worden gekeurd conform het ADR

Nieuwe normen voor specifieke drukhouders:

• 6.2.2.1.6 – norm voor flessenbatterijen

• 6.2.2.1.7 – normen drukhouders voor geadsorbeerde gassen

63


Deel 6

6.2.2.10 Markering van UN-flessenbatterijen

Nieuwe subsectie over de markering van flessenbatterijen

• Sectie 6.2.2.7.9 geschrapt

• Elke fles in een flessenbatterij moet worden gekenmerkt conform 6.2.2.7

• Daarnaast moeten de volgende kenmerken permanent op een plaat worden aangebracht die permanent op het frame is aangebracht:

– Goedkeuringsmarkering

– Operationele markering

– Fabricage markeringen

64


Deel 6

6.2.3 bepalingen voor niet UN-drukhouders

• Drukhouders voor Acetyleen mogen niet zijn voorzien van smeltproppen (6.2.3.1.5)

• Gesloten cryo-houders moeten periodiek worden gekeurd overeenkomstig de keuringsinterval genoemd in P203 (8) (b) en overeenkomstig:

– Uitwendige controle van de drukhouder, de uitrusting en de opschriften

– Dichtheidsproef

• Markeringseisen voor flessenbatterijen

65


Deel 6

6.2.4

Let goed op! Verschillende wijzigingen en nieuwe toevoegingen in de lijst met normen

6.2.6.1.5

gaspatronen moeten voor de testdruk en de vullingvoorschriften voldoen aan P200

6.2.6.3 Dichtheidsproef

• sectie met de vereisten voor de dichtheidsproef is gewijzigd voor spuitbussen, houders, klein, met gas (gaspatronen), alsmede voor patronen voor brandstofcellen die een vloeibaar gemaakt, brandbaar gas bevatten

66


Deel 6

Hoofdstuk 6.4 Voorschriften voor de constructie, beproeving en goedkeuring van colli en stoffen van klasse 7

Let op! Veel wijzigingen in dit hoofdstuk

67


Deel 6

6.5.2.2.2 Aanvullende kenmerking IBC’s

Afbeelding 6.5.2.2.2.1 Afbeelding 6.5.2.2.2.2

6.5.2.2.4

Indien het kenmerk uit het voorbeeld wordt gebruikt moet het jaartal in de cirkel overeenkomen met het jaartal in de markering

68


Deel 6

Hoofdstuk 6.6 Grote verpakkingen

• 6.6.2.2 Code “T” in het kenmerk voor grote bergingsverpakkingen

Afbeelding 6.6.3.3.1 Afbeelding 6.6.3.3.2

• 6.6.5.1.9 beproevingsvoorschriften voor grote verpakkingen

69


Deel 6

6.7

6.7.2.2.9.1 – voor transporttanks die zijn bestemd voor gebruik in de offshore moeten de krachten die ontstaan bij behandeling op open zee worden meegenomen

6.7.2.5.12 t/m 6.7.2.5.15 – technische eisen aan verwarmingssystemen

6.7.2.19.4 – met toestemming van de bevoegde autoriteit mag de hydraulische proefpersing worden vervangen voor een andere geschikte drukproef als de tanks enkel worden gebruikt voor het vervoer van vaste stoffen, anders dan giftige en corrosieve stoffen, die niet vloeibaar worden tijdens het vervoer

70


Deel 6

6.8.4 bijzonder bepalingen ADR

TT11 – bij de periodieke keuring van tanks die uitsluitend worden gebruikt voor het vervoer van LPG mag de hydraulische proefpersing worden vervangen voor een andere niet destructieve testmethode.

• Met toestemming van de bevoegde autoriteit

• Normen opgenomen

• Eisen aan de keuring opgenomen

71


Deel 6

6.8.4 bijzonder bepalingen RID

• TE 22: toevoeging dat tankwagons met een automatische koppelinrichting worden geacht te voldoen aan deze bepaling

• TE 25: nieuwe paragraaf toegevoegd met eisen voor een beschermend schild aan de voor en achterzijde van een wagon

• TE xx: Tankwagons voor stoffen in de vloeibare fase en gassen, en batterijwagons moeten zijn voorzien van detectie apparatuur dat een direct en duidelijk signaal afgeeft aan de machinist bij een ontsporing

72


Deel 6

Hoofdstuk 6.10 Druk/vacuümtanks

6.10.3.8 (b) De druk/vacuümtank hoeft niet te zijn voorzien van een inrichting om directe vlamdoorslag te voorkomen indien de tank explosiebestendig is.

Dit betekent dat de tank een explosie als gevolg van een externe vuurhaard moet doorstaan zonder te gaan lekken; deformatie is wel toegestaan

73


Deel 6

6.11.2.3 Bulkcontainers (RID)

Toevoeging van een nieuwe flexibele bulkcontainer “BK3”

• 6.11.5 Bepalingen voor het ontwerp en de constructie

• 7.3.2.10 Bepalingen voor het gebruik

• 7.5.7.6 Bepalingen voor het beladen

Flexibele bulkcontainers moeten worden vervoerd in een wagon met 4

stevige zijwanden en mogen niet worden gestapeld

74


DEEL 7

75


Deel 7

Hoofdstuk 7.3 Vervoer als los gestort goed

7.3.2.9.1 - UN 3509 Lege ongereinigde verpakkingen voor verwijdering

• Vervoer in BK2 bulkcontainers toegestaan

• Bulkcontainers moeten lekdicht zijn en voorzien van een lekdichte liner of binnenzak die bestand is tegen doorboring

• Er moeten middelen zijn om eventuele vrijkomende vloeistof te bevatten (bijv. door absorptie materiaal)

• indien verpakkingen worden vervoerd die stoffen van de klasse 5.1 hebben bevat moeten er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de lading in contact komt met hout of ander brandbaar materiaal

76


Deel 7

7.3.3 Bijzondere bepalingen voor vervoer als los gestort goed

Volledige herstructurering in tekst en opmaak van deze paragraaf doordat de “VV” codes zijn vervangen voor “VC” en “AP” codes

• Voorschriften voor het los gestort vervoeren van accu’s (AP8) ingekort

• AP5 (klasse 4.3) waarschuwingsmarkering op de buitenzijde van gesloten voertuigen of containers

77


Deel 7

7.5.1.6

Alle middelen van omsluiting moet worden geladen en gelost in overeenstemming met een behandeling methode waarvoor ze zijn ontworpen en, indien van toepassing, getest

7.5.11 CV37

Voor het vervoer van UN 3170 (bijproducten van de aluminiumfabricage) moet deze worden gekoeld tot omgevingstemperatuur. Met dekzeil uitgeruste voertuigen moeten waterdicht zijn. Als een gesloten voertuig of container wordt gebruikt moet er een waarschuwingskenmerk aan de buitenzijde worden geplaatst

78


Deel 7/8

7.5.9, 8.3.5 en 8.5 S1 (3)

Het rookverbod geldt ook voor elektronische sigaretten en soortgelijke apparaten

79


DEEL 8

80


Deel 8

8.1.4.5

Duidelijk omschreven dat tijdens het vervoer de keuringstermijn van de brandblusser niet mag zijn verlopen.

8.2.2.8.6

Alle lidstaten zijn verplicht een voorbeeld van het ADR certificaat

voor chauffeurs, zowel nieuw als oud, te verschaffen aan de UN ECE

– Informatie beschikbaar op www.unece.org

81

http://www.unece.org/


Deel 8

8.3.8 Gebruik

In het geval van een transporteenheid uitgerust met een antiblokkeerremsysteem (ABS), bestaande uit een motorvoertuig en een aanhangwagen of oplegger met een maximale toegestane massa van meer dan 3.5 ton, moeten de elektrische verbindingen, waarnaar wordt verwezen in paragraaf 9.2.2.6.3, gedurende het vervoer te allen tijde het trekkende voertuig en de aanhangwagen of oplegger met elkaar verbinden.

Voorheen aanhanger of oplegger van categorie O3 of O4

82


Deel 8

8.5

Bijzondere bepaling S12 (klasse 7)

Tekst uitgebreid: Indien het totale aantal colli met radioactieve stoffen dat vervoerd wordt, niet meer bedraagt dan 10 en de som van de transportindices niet meer bedraagt dan 3, hoeft de chauffeur geen ADR certificaat voor chauffeurs (8.2.1) te hebben

Bijzondere bepaling S13 (klasse 7)

(onbestelbare zending) voorschrift verplaatst naar CV33, S13 geschrapt

83


VLG, VSG

In 2015 wordt ook het VLG en het VSG gewijzigd, concrete wijzigingen zijn momenteel niet bekend!

84


Bedankt voor de aandacht

85

Feedback & ideeën?

[email protected]

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

http://www.ctgg.nl/

mailto:[email protected]

thomas reitsma · 2020-04-16 · programma 10.00 uur welkom door thomas reitsma, secretaris...

Documents