tips spelend leren kern 11 - zwijsen · spelbord lange woorden voorbereiding: • print kopieerblad...
TRANSCRIPT
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 1 van 29
Tips spelend lerenkern 11
In kern 11 zijn de opdrachten voor spelend leren behalve op het thema ook gericht op het ontdekken van drielet-tergrepige woorden. Sommige opdrachten zijn echter ook nog gericht op de tweelettergrepige woorden, zodat ook de leerlingen die nog werken aan E3-doelen hiermee aan de slag kunnen gaan. Bij diverse opdrachten zijn doekaarten gemaakt. Met behulp daarvan kunnen leerlingen steeds zelfstandiger aan de slag.
Voor kern 11 zijn de volgende opdrachten uitgewerkt:• een leeswielspel met open lettergrepen• een tekenspel, waarbij lijnen van getal naar getal
worden getrokken• een schrijfopdracht (een verhaal maken met behulp
van plaatjes bij wie-wat-waar)• een lees-bingospel over musea• een dobbelspel met drielettergrepige woorden• een loopspel: van opgeknipte zinnen een goede zin
maken
Het thema van kern 11 is ‘Wat bewaar jij?’, waarbij verzamelingen en musea centraal staan. In het lees-bingospel staan musea centraal. In het tekenspel ontstaat door het trekken van lijntjes van getal naar getal een dinosaurus. Ook dat past in het thema van musea. De andere spellen hebben betrekking op de woordtypen open lettergreep en op drielettergrepige woorden. En bij al deze opdrachten wordt er dus opnieuw veel gelezen en geoefend!
Instructie bij de diverse opdrachtenKeuzewerk bestaat voor een deel uit opdrachten die in de kernen daarna terugkomen en waarvan alleen de inhoud verandert. Instructie is dan niet meer nodig. Het spel met de open lettergreep is gelijk aan het spel van de tweelet-tergrepige woorden van de vorige kern. Alleen zoeken leerlingen nu de woorden met behulp van een leeswiel-tje. Het tekenspel is ook gelijk aan een spel van kern 9. Daar tekenden de leerlingen een lijn van afbeelding naar afbeelding. Nu gaan ze van getal naar getal. De andere spellen zijn nieuw. Maak van die opdrachten een foto en print die op de helft van een A4’tje. Hang deze A4’tjes naast het planbord. Geef bij de start van een nieuwe kern de instructie bij een nieuw werkje aan één kind. Als het kind dit goed begrijpt, mag het zijn naam onder de foto van het werkje schrijven. Kinderen die dit werkje ook kiezen, vragen of dit kind hun even wil uitleggen wat de bedoeling is. Daarna mogen ook zij hun naam onder de foto zetten.
Josée WarnaarSusan van der Linden
In de serie Tips spelend leren voor kern start t/m kern afsluiting worden opdrachten beschre-
ven die leerkrachten in het keuzewerk voor hun klas kunnen opnemen op het gebied van
lezen, spellen en creatief schrijven.
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 2 van 29
Leeswieltjes met tweelettergrepige woorden met open lettergreepDoel: het lezen en samenstellen van open lettergreep woorden met twee lettergrepen zoals ‘tafel’, ‘beren’, ‘muren’ en ‘horen’
Voorbereiding:• Print kopieerblad 1 vier keer uit op stevig papier.• Knip de wieltjes uit en lamineer ze.• Print kopieerblad 2 één keer op stevig papier. • Pak een van de stroken van kopieerblad 2 en bevestig
die met behulp van een splitpen onder een van de wieltjes (zie foto). Maak zo 8 wieltjes met verschillende combinaties.
• Print kopieerblad 3 één keer voor elke leerling. • Print kopieerblad 4 één keer.• Maak een foto van het leeswieltje en kopieerblad 3 (zie
foto). Maak er een planbordkaartje van.• Print de foto ook op de helft van een A4’tje. Hang dit
A4’tje naast het planbord. Leerlingen die het spel onder de knie hebben kunnen hun naam onder de foto schrijven. Dan weten andere leerlingen dat zij het spel kunnen uitleggen.
• Print kopieerblad 5 en lamineer het.
Instructie:• Met dit spel kunnen de leerlingen individueel aan de
slag, maar er kan ook gewerkt worden in tweetallen.• Eerst zoekt een leerling met een van de leeswieltjes
naar het eerste woord dat hij kan maken (en dat hij kent). Dat woord schrijft de leerling bij de juiste rij (-ten, -len, -ren of –pen) op het schrijfblad (kopieer-blad 3).
• Als alle woorden van het eerste wieltje zijn gevonden, neemt de leerling het volgende wieltje en gaat hij op zoek naar woorden die passen in een van de andere rijen.
• Heeft de leerling alle acht leeswieltjes gedaan, dan mag hij kopieerblad 4 bij u ophalen en kijkt welke van de daar genoemde woorden ook voorkomen op zijn schrijfblad. De gevonden woorden mag hij aankruisen.
• Bij het werken in tweetallen zoekt een leerling met het leeswieltje de woorden die de andere leerling opschrijft. Bij elk wieltje wisselt de rol.
• Laat de leerlingen in een presentatieronde de gevon-den woorden ook voorlezen.
LijnenspelDoel: het oefenen van leesbegrip
De leerlingen lezen een tekst met instructies en moeten die uitvoeren. In deze leesopdracht moeten namen van getallen worden gelezen. In kern 11 hebben de kinderen in het ankerverhaal kennisgemaakt met een museum waarin botten worden bewaard van dinosaurussen. Het eindresultaat van deze tekenopdracht, een dino, sluit daar mooi op aan. Het beste is natuurlijk dat leerlingen die deze opdracht maken dit nog verborgen houden voor de rest van de groep. Aan het einde van de kern kunnen op een geza-menlijk moment alle resultaten tegelijkertijd worden getoond.
Voorbereiding:• Print kopieerblad 6 dubbelzijdig voor alle leerlingen of
slechts enkele keren (als u deze tekst hergebruikt) en lamineer het blad.
• Print kopieerblad 7 voor alle leerlingen. • Print kopieerblad 8 en lamineer het. Het is de nakijk-
kaart van het lijnenspel. Deze kaart krijgen de leerlin-gen dus pas na afloop te zien.
Instructie:• Als de opdracht al in kern 9 is geïntroduceerd, kunt u
er nog op wijzen dat de leerlingen nu niet van plaatje naar plaatje een lijn trekken, maar van getal naar getal. Besteed hierbij aandacht aan het feit dat de getallen niet in de volgorde van de telrij moeten worden gevolgd, maar dat in de tekst telkens staat naar welk getal een lijn moet worden getrokken. Bij het lezen van de tekst wijst het zich vanzelf.
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 3 van 29
Fantasietekst schrijvenDoel: een verhaal schrijven met behulp van gegeven afbeeldingen
Voorbereiding: • Print de kopieerbladen 9, de ‘wie’-kaart, 10, de
‘wat’-kaart, en 11, de ‘waar’-kaart, en lamineer ze.• Print kopieerblad 12, het schrijfblad, voor alle
leerlingen.• Neem twee dobbelstenen en leg deze bij de
‘wie-wat-waar’-kaarten.• Neem ook drie fiches en leg deze erbij.• Maak een foto van de materialen en hang die op het
planbord.• Print deze foto ook op de helft van een A4’tje. Hang dit
A4’tje naast het planbord.
Klassikale instructie:• Laat in een korte klassikale instructie de ‘wie-wat-
waar’-kaarten zien en leg deze in het midden van de instructiekring.
• Laat een van de leerlingen met de twee dobbelstenen gooien en laat de fiche neerleggen bij het gegooide aantal ogen van de dobbelsteen. We tellen van regel naar regel, dus van links naar rechts, en dan bij de volgende regel weer van links naar rechts. Leg de fiche op de afbeelding waar je op uitkomt.
• Gooi opnieuw met twee dobbelstenen. Tel met een tweede fiche op de ‘wat-kaart’.
• Gooi nog een keer met twee dobbelstenen. Tel met de derde fiche op de ‘waar’-kaart.
• Bekijk en bespreek de drie plaatjes waar de fiches op liggen: wie speelt een rol in jouw verhaal, wat gebeurt er in jouw verhaal en waar gebeurt dat? Laat de leerling eventueel kort dit verhaal al vertellen.
• Geef daarna aanwijzingen voor het verwerken van deze opdracht. (Bedenk een naam voor de hoofdpersoon, bedenk wat er gebeurt (plaatje ‘wat’) en waar het gebeurt (plaatje ‘waar’). Schrijf dat op je schrijfblad. Bedenk een titel en schrijf het verhaaltje op als een echt verhaal.) Vertel ook dat elke leerling op deze manier een eigen verhaal schrijft. De verhalen kunnen tijdens een presentatiemoment worden voorgelezen.
Bingo met woorden bij museaDoel: woorden lezen en op basis van betekenis rubrice-ren bij musea
In kern 11 staat het thema ’Wat bewaar jij?’ centraal. In het ankerverhaal komen al twee musea aan de orde. In deze opdracht komen daar nog vijf musea bij: een voertuigenmuseum, een speelgoedmuseum, een muziekmuseum, een museum met gereedschappen en een meubelmuseum.Op kopieerblad 14, de vier bingokaarten, staan woorden. De leerlingen koppelen de woorden van hun eigen bingokaart aan een museum en proberen zo als eerste een kaart vol te krijgen.
Voorbereiding:• Print kopieerblad 13 en 15 en lamineer ze.• Print kopieerblad 14, de bingokaarten. Elke leerling
krijgt een van deze kaarten.• Neem een dobbelsteen.• Maak er een foto van en hang die op het planbord.• Print deze foto ook op de helft van een A4’tje. Hang dit
A4’tje naast het planbord.
Instructie: • Gooi met de dobbelsteen en kijk hoeveel stippen je
hebt gegooid.
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 4 van 29
• Noem hardop het museum van het vakje met hetzelfde aantal stippen.
• Zoek op je speelkaart welk woord bij dat museum past.• Noem dat woord en bespreek dat met de andere
leerlingen.• Wordt het goedgekeurd, dan streep je dat woord door. • Staat de pion op het vakje met ‘Kies een woord’ boven,
dan mag je dus zelf een woord kiezen dat je wilt doorstrepen.
• Zet na elke beurt de pion terug op het vakje met start.• Wie als eerste alle woorden van de bingokaart heeft
doorgestreept, is de winnaar.
Spelbord lange woordenVoorbereiding:• Print kopieerblad 16 t/m 18 en knip de afbeeldingen
uit.• Print kopieerblad 20 op gekleurd stevig papier en knip
de kaartjes uit. Plak de afbeeldingen van kopieerblad 16 t/m 18 zo dat telkens het aan te vullen woord op de ene kant staat en het bijbehorende aangevulde woord op de andere kant. Dit zijn de spelkaartjes voor het spel van kopieerblad 21.
• Print kopieerblad 21 op stevig gekleurd papier en verdeel de spelkaartjes over de drie hokjes in het midden. Leg de kaartjes met de aan te vullen woordjes naar boven.
• Leg pionnen en een dobbelsteen klaar. • Maak er een foto van en hang die op het planbord.• Print deze foto ook op de helft van een A4’tje. Hang dit
A4’tje naast het planbord.• Geef de onderstaande instructie aan het eerste duo/
groepje dat het spel gaat spelen. Als deze kinderen dit goed begrijpen, mogen ze hun naam onder de foto van het werkje schrijven. Kinderen die dit werkje ook kiezen, vragen of een van deze kinderen hun even wil uitleggen wat de bedoeling is. Daarna mogen ook zij hun naam onder de foto zetten.
Instructie:• Dit spel kan door twee, drie en vier leerlingen worden
gespeeld. Elke speler krijgt een pion en begint bij start. • De kleinste speler begint met het gooien van de
dobbelsteen en telt het evenveel hokjes op het spelbord als het aantal gegooide stippen.
• Komt de speler op een van de woorden, dan zoekt hij uit de drie kaartjes die open liggen een passend kaartje. Vindt de speler een passend kaartje, dan leest hij het woord voor en controleert op de achterkant of het gekozen kaartje juist is.
• Is het woord juist, dan mag de speler dat kaartje houden.
• Is het niet juist, dan legt de speler het kaartje onder aan de stapel.
• Ligt er geen passend kaartje, dan gaat de beurt voorbij.
• Bij de hokjes met ‘wacht’ slaat de speler een beurt over.
• Bij de hokjes met ‘kies’ mag de speler zelf een van de kaartjes kiezen en oplezen, zonder op de achterkant te kijken natuurlijk. Na het lezen controleert de speler het woord en als het juist is, mag hij dat kaartje houden.
• Wie heeft aan het eind van het spel (tijd om/ kaartjes op) de meeste kaartjes?
Loopspel: zinnen makenVoorbereiding:• Print kopieerblad 22 op wit papier en knip de zinsdelen
uit• Print kopieerblad 23 twee keer op gekleurd papier.
Knip de kaders uit.• Plak de zinsdelen in de kaders van kopieerblad 23 en
lamineer ze. Houd bij het kopiëren al rekening met de hoeveelheid leerlingen in de klas. Op kopieerblad 22 staan voldoende zinsdelen voor 34 leerlingen. Ze staan in passende volgorde, dus laat de onderste vervallen als er minder leerlingen zijn.
• Bekijk of er woorden in de zinnen staan die uw leerlingen niet kennen.
Spelinstructie :• Deel de zinsdelen uit: elke leerling krijgt een zinsdeel.
Verduidelijk indien nodig de betekenis van enkele woorden.
• Laat de leerlingen met het zinsdeel rondlopen (terwijl er een muziekje speelt) en geef een stopteken.
• Na het stopteken stoppen de leerlingen bij een van de klasgenoten en lezen ze samen of de zinsdelen een goede zin vormen. Is dat zo, dan mogen ze blijven staan en hoeven ze niet meer rond te lopen. De andere leerlingen lopen wel weer tot het volgende stopteken.
• Bij een oneven aantal leerlingen neemt u zelf ook een strook en het kan een sport zijn om te kijken wie er uiteindelijk overblijft met een passend stukje bij uw zinsdeel. Maar misschien blijven er meer leerlingen over? Bedenk zelf passende regels bij het spelen van dit spel.
• De zinnen zijn zo opgesteld dat er steeds drie zinnen zijn waarbij de aanvullende zinsdelen ook onderling kunnen wisselen. Zo kan er dus een zin ontstaan als:
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 5 van 29
‘Een leeuw is een beest dat gevaarlijk kan zijn.’ Maar ook: ‘Een leeuw is een dier dat in een dierentuin woont.’ Of ‘Een leeuw is een dier dat in de tropen woont.’ Dat maakt de match-kans voor het vinden van een passend zinsdeel groter en er worden zo steeds varianten van zinnen gevonden.
TIPhet spel kan ook gespeeld worden in een binnen- en buitenkring.
Digiregie/Leerkrachtmodule• Artikel Tips voor spelend leren kern 9, geschreven
door Josée Warnaar en Susan van der Linden
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 6 van 29
kern 11 • kopieerblad 1
Leeswieltjes
kno-
kno-kno-
kno-
bo
galo
komu
be
mo
go
la
kaspe
do
za
ha
kno
ho
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 7 van 29
kern 11 • kopieerblad 2
Stroken bij leeswieltjes
ten
ten
pen
pen
len
len
ren
ren
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 8 van 29
kern 11 • kopieerblad 3
Schrijfblad bij leeswieltjes -ten
-pen
-len
-ren
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 9 van 29
-pen
-ten
-len
-ren
ga
pen
ga
ten
sp
elen
ha
ren
ka
pen
ha
ten
ha
len
ga
ren
ho
pen
la
ten
za
len
ho
ren
lo
pen
b
eten
m
olen
b
oren
ko
pen
za
ten
ho
len
ko
ren
d
open
go
ten
ko
len
sp
eren
kn
open
m
oten
d
olen
b
eren
lo
ten
m
uren
b
oten
kern 11 • kopieerblad 4
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 10 van 29
ukern 11 • kopieerblad 5
Doekaart leeswieltjes
1. Draai het leeswieltje tot je een goed woord ziet.
3. Schrijf het woord op.
5. Doe dit met alle leeswieltjes.
2. Zoek de goede rij.
4. Maak zo nog meer woorden.
6. Pak het leesblad. Staat jouw woord erop? Zet dan een kruisje.
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 11 van 29
Lees goed wat je moet doen:Trek een lijn van getal naar getal.Eerst doe je dat met alle getallen die in een rondje staan.Let op: het is geen telrij!
Volg eerst alle nummers in een rondje. • Begin bij nummer tien in een rondje.• Trek een lijn van tien naar zes in een rondje.• Dan van acht naar elf. Dus zo:
• Ga verder naar twintig en dan naar dertig.• Van dertig naar één en verder naar zestien.• Door naar dertien, vijftien en zeven.• Dan naar negen, naar twee en naar drie.• Nu door naar vier, naar veertien, naar veertig en naar nul.
Zie je al wat het wordt?• Pas op! Ga door naar vijf en van twaalf naar tachtig.• Dan van achttien naar zeventien en verder naar zestig.
Ben je al moe? Dan rust maar even uit.Maar daarna gaan we door:• Van zestig naar vijftig en door naar negentien.• Trek dan de lijn door naar honderd.
Draai het blad om.
kern 11 • kopieerblad 6
Wat maak jij nu?
10
68
11
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 12 van 29
kern 11 • kopieerblad 6
Denk nu niet dat je klaar bent! Je doet alles nog een keer, maar nu met alle getallen die in een driehoek staan.• Dus je gaat van honderd naar tien in een driehoekje en dan naar zes in een driehoekje en zo verder van acht naar elf in een driehoekje. Lees de schuine tekst op de voorkant van dit blad dus nog een keer. Trek weer lijnen van stip naar stip.
Zie jij wat je hebt gemaakt? Zet dat onder de tekening.
Wat maak jij nu?
100 10
11
8
6
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 13 van 29
kern 11 • kopieerblad 7
Tekenblad bij lijnenspel10
68
11
131630
20
7
315
2
9
4
1714
1840
1
8012
100
100
05
19 50
60
50
10
1960 18
17
15
9
32
14
0
12
13
1
430
4020
511
608
6
716
Dit is een
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 14 van 29
10
68
11
131630
20
7
315
2
9
4
1714
1840
1
8012
100
100
05
19 50
60
50
10
1960 18
17
15
9
32
14
0
12
13
1
430
4020
511
608
6
716
kern 11 • kopieerblad 8
Nakijkblad bij lijnenspel
Dit is een dino
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 15 van 29
kern 11 • kopieerblad 9
Schrijf een verhaal: wie?
illus
trat
or: J
eska
Ver
steg
en
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 16 van 29
kern 11 • kopieerblad 10
Schrijf een verhaal: wat?
illus
trat
or: J
eska
Ver
steg
en
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 17 van 29
kern 11 • kopieerblad 11
Schrijf een verhaal: waar?
illus
trat
or: A
njo
Mut
saar
s en
Jesk
a Ve
rste
gen
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 18 van 29
kern 11 • kopieerblad 12
Schrijfblad bij schrijf een verhaal
Mijn hoofdpersoon is:
Dit gaat er gebeuren:
De plek waar dat gebeurt, is:
De titel van mijn verhaal is:
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 19 van 29
kern 11 • kopieerblad 13
Sp
elb
ord
bij
bin
go
spel
mu
ziek
meu
bel
verv
oer
spee
lgo
edg
eree
dsc
hap
Kie
s ee
n w
oo
rd
Beel
d: S
hutt
erst
ock/
kare
nfol
eyph
otog
raph
y, S
hutt
erst
ock/
piot
rbb,
Shu
tter
stoc
k , S
hutt
erst
ock/
Popo
va V
aler
iya,
Shu
tter
stoc
k/an
gelo
gila
rdel
li
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 20 van 29
b i n g ofietsen trommel trompet aanhanger fluit
tafel schaken dammen nijptang leunstoel
hamer kegelen bankstel schaaf bestelbus
b i n g osneltrein nachtkastje gitaar tamboerijn speelkaarten
servieskast barkruk houtzaag boor bankschroef
brommer dobbelen vliegtuig orgel bingo
b i n g ofietsen dammen trompet kegelen bankschroef
tafel hamer bankstel fluit servieskast
aanhanger tamboerijn bingo schaaf vliegtuig
b i n g otrommel nijptang gitaar boor nachtkastje
barkruk dobbelen brommer sneltrein speelkaarten
bestelbus schaken leunstoel orgel houtzaag
kern 11 • kopieerblad 14
Speelkaarten bij bingospel
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 21 van 29
u
Doekaart bij bingospel
1. Gooi met de dobbelsteen. Hoeveel stippen zie je?
3. Welk museum staat daar? Zoek op je kaart een woord dat daarbij past.
5. Bij Kies een woord mag je zelf kiezen welk woord je doorstreept.
2. Zoek het vakje waar net zoveel stippen staan.
4. Is het een goed woord? Streep het door. Kun je geen woord vinden? Dan gaat je beurt over.
6. Is jouw kaart als eerste vol? Dan ben jij de winnaar!
kern 11 • kopieerblad 15
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 22 van 29
ukern 11 • kopieerblad 16
Spelkaartjes lange woorden maken 1 - voorkant
pakken
blazen
schenken
wijzen
wassen
drogen
zagen
eten
rapen
breken
branden
meten
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 23 van 29
u
kern 11 • kopieerblad 17
Spelkaartjes lange woorden maken 1 - achterzijde
inpakken
uitblazen
inschenken
aanwijzen
afwassen
afdrogen
afzagen
opeten
oprapen
doorbreken
afbranden
opmeten
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 24 van 29
ukern 11 • kopieerblad 18
Spelkaartjes lange woorden maken 1 - voorzijde
bellen
steken
stoppen
kleuren
rijgen
lachen
steken
knippen
pompen
kijken
strepen
komen
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 25 van 29
u
kern 11 • kopieerblad 19
Spelkaartjes lange woorden maken 1 - achterzijde
aanbellen
uitsteken
instoppen
inkleuren
aanrijgen
uitlachen
aansteken
doorknippen
oppompen
doorkijken
doorstrepen
uitkomen
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 26 van 29
ukern 11 • kopieerblad 20
Achtergrondkaartjes spelkaartjes lange woorden
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 27 van 29
ukern 11 • kopieerblad 21
Spelbord lange woorden
aan wacht door uit
uit op
in kies
op aan
af af
kies door in wacht
START
Leg hier een stapel
spelkaartjes.
Leg hier een stapel
spelkaartjes.
Leg hier een stapel
spelkaartjes.
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 28 van 29
ukern 11 • kopieerblad 22
Een leeuw is een dier
Een nijlpaard is een beest
Een aap is een dier
Een paard zwaait de vlieg weg
Een fiets heeft
Een brommer heeft
Een motor heeft
Mijn pop heeft een pruik
Een dino kan
Op het schoolplein
In een speeltuin
Als je buiten bent
Wie ondeugend is
Wie niet goed luistert
Wie een ander plaagt
Als ik boos ben
Als ik verdrietig ben
dat in de tropen woont.
dat in de dierentuin woont.
dat gevaarlijk kan zijn.
met een lange staart.
wielen en een stuur.
een zadel en een koplamp.
een stuur en lampen.
met mooie krullen.
heel hard brullen
kun je hard hollen.
mag je fijn spelen.
speel je met je vriendjes.
moet voor straf naar bed.
krijgt geen beloning.
mag niet meedoen.
ga ik het liefst naar bed.
moet ik altijd huilen.
Zinsdelen bij zinnen maken
Veilig leren lezen • Digiregie � Naslag � Artikelen • © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg • blad 29 van 29
ukern 11 • kopieerblad 23
Achtergrondkaarten voor zinsdelen