vade mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in belgië 2011
DESCRIPTION
ÂTRANSCRIPT
Vade Mecum van de financiële en statistische gegevens over de sociale bescherming in België Periode 2005-2011
Uitgever: Directie-generaal Sociaal Beleid - Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Wettelijk depot: D/2011/11.857/1 © 2011, Directie-generaal Sociaal Beleid, Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, Brussel Behalve voor commerciële doeleinden is alle reproductie toegelaten, mits de bron uitdrukkelijk wordt vermeld.
WOORD VOORAF De doelstelling De sociale zekerheid ondergaat voortdurend veranderingen. Sommige moeten de burgers meer welzijn verschaffen, terwijl andere in de eerste plaats de financiële duurzaamheid van het stelsel voor ogen hebben. Hieruit volgt een snelle evolutie die vanuit verschillende invalshoeken kan benaderd worden. Hoe kan men dit echter beter illustreren dan met cijfers? De ontvangsten, de uitgaven, het aantal personen die bijdragen betalen en die uitkeringen ontvangen zijn kenmerkend voor de omvang van de bestaande voorzieningen van sociale bescherming en geven in zekere mate ook een beeld van deze voorzieningen weer. De evolutie van deze gegevens is dan ook de weerspiegeling van verschillende bewegingen, op gang gebracht door drie soorten drijfkrachten: de wijzigingen aangebracht door de wetgever om het toepassingsgebied van de verschillende voorzieningen aan te passen, de inwendige krachten binnen de deelsectoren van de sociale bescherming zelf, die het resultaat zijn van bijvoorbeeld veranderingen in de leeftijdsstructuur van de rechthebbenden, en ten slotte de externe invloedfactoren zoals de economische achtergrond. De cijfers zijn de weerspiegeling van de evolutie van het systeem waaruit ze voortkomen. Deze publicatie heeft tot doel enkele beelden te tonen, die gekozen zijn uit al degene die weergegeven zouden kunnen worden, die dan een draagbaar (vandaar de benaming “vade mecum") panoramisch overzicht van de sociale bescherming in België geven. Ze is niet enkel bedoeld voor beleidsverantwoordelijken en de intelligentsia van het land, maar ook voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwerp en die op zoek is naar globale of op één sector gerichte informatie. De gegevens Zoals in de vorige edities zijn de gepubliceerde cijfers beheersgegevens die de evolutie van ontvangsten en uitgaven beschrijven. De kennis ervan is onontbeerlijk voor het nemen van beslissingen en voor de goede werking van de instellingen van sociale zekerheid. We publiceren deze gegevens in een onbewerkte vorm, waarbij de lezer ze zelf op een weldoordachte manier kan gebruiken. Om hem hierbij te helpen worden de meeste tabellen vergezeld met korte methodologische nota's. Vermits het aantal bladzijden van een publicatie hoe dan ook beperkt is, terwijl het aantal statistische gegevens die de instellingen van sociale zekerheid kunnen verstrekken enorm is, moesten bepaalde keuzes gemaakt worden. Meestal hebben we gekozen voor uitsplitsingen naar geslacht, leeftijdsklasse, statuut of type van prestatie. Alle gegevens betreffende de jaren 2010 en 2011, zijn ramingen opgemaakt in oktober 2010 en die later nog kunnen gewijzigd worden. De geconsolideerde economische rekeningen over de periode 2005-2009 en de gegevens in de andere hoofdstukken met een grijze achtergrond zijn nog niet definitief vastgesteld, maar het zijn wel de meest betrouwbare gegevens die beschikbaar zijn. De structuur De informatie in dit Vade Mecum werd als volgt gestructureerd. In het eerste deel geven we een actualisatie van de begroting 2010 en de initiële begroting 2011. Het tweede deel handelt over het stelsel van de werknemers met historische gegevens over de periode 2005-2009. Het bevat de voorlopige geconsolideerde economische rekeningen, de begrotingsrekeningen van het globaal beheer en een reeks statistische gegevens voor de bijdragen en voor elke soort prestaties. Het derde deel volgt hetzelfde stramien als het tweede en behandelt het stelsel van de zelfstandigen. Het vierde hoofdstuk is aan de geneeskundige verzorging gewijd, die sinds 2008 een eenheidsstelsel is. In dit afzonderlijk deel komen de economische rekeningen, de begrotingstabel en de statistieken geneeskundige verzorging aan bod. Om de vergelijking met gegevens van 2008 te vergemakkelijken, werden de gegevens 2005-2007 teruggebracht of herrekend op basis van Algemene Regeling + Regeling der Zelfstandigen. Het vijfde en het zesde hoofdstuk zijn een samenvatting van historische gegevens over het socialebijstandsstelsel en over het stelsel der overzeese sociale zekerheid.
i
De lezer vindt ook een methodologische nota over het onderscheid tussen de economische en begrotingsrekeningen. In de bijlagen is aanvullende informatie opgenomen over de indexering, de alternatieve financiering, de sociale correcties, de openbare sector en het financieringssaldo dat verschijnt in de nationale rekeningen. De realisatie Deze publicatie werd gerealiseerd door het domein ”Kerngegevens” van de DG Sociaal Beleid. De Dienst Communicatie zorgde voor het plaatsen van de elektronische versie van het Vade Mecum op de website. Opmerkingen over de inhoud kunnen gericht worden aan: FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Kerngegevens Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 115 1000 BRUSSEL e-mail: [email protected] De personen die belangstelling hebben voor andere informatie, kunnen de portaalsite van de sociale zekerheid raadplegen: http://www.socialsecurity.fgov.be. Zij zullen er met name de links terugvinden naar de sites van de openbare instellingen van sociale zekerheid, die een rijke bron vormen aan statistische en financiële informatie. Andere inlichtingen over de publicaties van de FOD Sociale Zekerheid kunnen op het volgende adres verkregen worden: FOD Sociale Zekerheid Dienst Publicaties Administratief Centrum Kruidtuin – Finance Tower Kruidtuinlaan 50 bus 135 1000 Brussel Tel.: 02 – 509.85.52 e-mail: [email protected]
ii
Inhoudstafel Woord vooraf i Inhoudstafel iii
Methodologische nota betreffende de economische en de budgettaire rekeningen 1
I. De stelsels van sociale bescherming 5
II. Het stelsel van de werknemers 2005-2009 73
A. Geconsolideerde economische rekeningen 75 1. Economische rekeningen 2005 2. Economische rekeningen 2006 3. Economische rekeningen 2007 4. Economische rekeningen 2008 5. Economische rekeningen 2008
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 87
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2005-2009 3. Definitieve rekeningen 2005 4. Definitieve rekeningen 2006 5. Definitieve rekeningen 2007 6. Voorlopige rekeningen 2008 7. Voorlopige rekeningen 2009
C. Statistieken 115
1. Sociale bijdragen 119 2. Uitkeringen (RIZIV) 133 3. Pensioenen (RVP) 145 4. Gezinsbijslag (RKW) 153 5. Arbeidsongevallen (FAO) 163 6. Beroepsziekten (FBZ) 169 7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 175 8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 189 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 191
III. Het stelsel van de zelfstandigen 2005-2009 201
A. Geconsolideerde economische rekeningen 203 1. Economische rekeningen 2005 2. Economische rekeningen 2006 3. Economische rekeningen 2007 4. Economische rekeningen 2008 5. Economische rekeningen 2009
B. Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer 215
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2005-2009 3. Definitieve rekeningen 2005 4. Definitieve rekeningen 2006 5. Definitieve rekeningen 2007 6. Voorlopige rekeningen 2008 7. Voorlopige rekeningen 2009
iii
C. Statistieken 237
1. Sociaal statuut (RSVZ) 239 2. Uitkeringen (RIZIV) 245 3. Pensioenen (RVP) 255 4. Gezinsbijslag (RSVZ) 261 5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 269
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging 2005-2009 271
A. Geconsolideerde economische rekeningen 273
B. Begrotingstabel 277 1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2005-2009
C. Statistieken 297
V. Sociale bijstand 2005-2009 315
1. De dienstverlening van de OCMW’s 2. Inkomensgarantie voor ouderen – Gewaarborgd inkomen voor bejaarden 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
VI. DOSZ 2005-2009 329
A. Beschrijving van het stelsel B. Lopende rekeningen (budgettair concept) C. Statistieken
VII. Bijlagen 343
1. Indexering 2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2005-2009 2.2 Periode 2010-2011
3. Sociale correcties 4. Openbare sector 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
Lijst van de afkortingen 385
iv
Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen A. Algemeenheden Hoe groot is het bedrag aan bijdragen van het werknemersstelsel? Op deze eenvoudige vraag kunnen verscheidene antwoorden gegeven worden. Alles hangt ervan af wat men verstaat onder “bedrag”, “bijdragen” en “werknemersstelsel”. Onder “bedrag” kan men verstaan de geïnde sommen in de loop van het jaar (geïnde bedragen) of de sommen die men zou moeten geïnd hebben, omdat de betaaldatum vervallen is in het beschouwde jaar (vervallen bedragen) of nog de sommen die verschuldigd zijn voor het betreffende jaar wat ook de betaaldatum ervan weze (gelopen bedragen). Onder “bijdragen” kan men de gewone bijdragen verstaan die berekend worden op de lonen of andere bijdragen berekend op andere basissen eraan toevoegen, zoals de bijdrage op bedrijfswagens of de forfaitaire bijdrage verschuldigd per bruggepensioneerde. De sociale zekerheid loopt inderdaad over van een veelheid aan ontvangsten die terecht of ten onrechte “bijdragen” genoemd worden. Het “werknemersstelsel” kan beperkt worden tot de takken waarvan de ontvangsten door de RSZ globaal beheerd worden of integendeel ook takken opnemen die hun eigen financiering bezitten, zoals het kapitalisatiestelsel van het FAO of de gezinsbijslagen en de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ambtenaren van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Kortom, er zijn zoveel antwoorden als gezichtspunten mogelijk. Voor het werknemersstelsel, het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) hebben we ervoor gekozen twee reeksen financiële gegevens voor te stellen: de “economische rekeningen” van de takken gesitueerd binnen de ruime perimeter, die hieronder gepreciseerd wordt en de “budgettaire rekeningen” van de takken die behoren bij het Globaal beheer van de ontvangsten, ingericht in 1995 bij de RSZ en in 1997 bij het RSVZ. De budgettaire boekhouding is gebaseerd op de notie “verworven recht” en de economische boekhouding op deze van “vastgesteld recht”. Een recht kan beschouwd worden als zijnde verworven, wanneer de drie volgende voorwaarden vervuld zijn:
1° het bedrag kan exact bepaald worden; 2° de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is wel gekend; 3° de betaling is in de loop van het beschouwde jaar vervallen.
Een vastgesteld recht is een recht dat voldoet aan de eerste twee voorwaarden, maar niet noodzakelijk aan de derde. De verplichting tot betalen moet evenwel bestaan. Bovendien is de budgettaire boekhouding beperkt tot de verrichtingen die volgen uit relaties met derden terwijl de economische boekhouding, samengesteld uit balans en resultatenrekening (lasten en opbrengsten) ook de interne bewegingen zoals afschrijvingen en provisies incorporeert. Ten slotte en in tegenstelling tot de resultatenrekening, die slechts de lopende verrichtingen bevat, worden in de budgettaire rekening ook de kapitaalverrichtingen opgenomen. De drie volgende tabellen tonen de verschillen in perimeter tussen de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen. Gelieve op te merken dat de situatie zoals die wordt weergegeven de situatie op 1 januari 2009 is.
1
STELSEL VAN DE WERKNEMERS
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen) - Stelsel van de zeelieden (HVKZ) - Invaliditeitspensioenen van mijnwerkers
Uitkeringen - Algemene regeling (RIZIV + ziekenfondsen)
Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP) - Kapitalisatiestelsel (RVP)
Pensioenen - Repartitiestelsel (RVP) - Kapitalisatiestelsel (RVP)
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
- Fonds voor Collectieve Uitrusting en Diensten --(RKW) - RSZPPO
Gezinsbijslagen - RKW + private kassen
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet, PWA, TWW, gesubsidieerde -----------contractuelen - Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
Werkloosheid - RVA + uitbetalingsinstellingen: werkloosheid, -----brugpensioenen, loopbaanonderbrekingen en ----tijdskrediet
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO) - Kapitalisatiestelsel (FAO)
Arbeidsongevallen - Repartitiestelsel (FAO)
Beroepsziekten - FBZ: sectoren Globaal beheer en provinciale en --lokale besturen - Asbestfonds
Beroepsziekten - FBZ: sector Globaal beheer - Asbestfonds
Invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers
Stelsel van de zeelieden - Geneeskundige verzorging (HVKZ) - Uitkeringen (HVKZ) - Werkloosheid (HVKZ)
Globaal beheer - RSZ, RSZPPO, HVKZ-geconsolideerd
Globaal beheer - RSZ
2
STELSEL VAN DE ZELFSTANDIGEN
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
Uitkeringen - (RIZIV + ziekenfondsen)
Pensioenen (RSVZ)
Gezinsbijslagen (RSVZ)
Faillissementsverzekering (RSVZ)
RSVZ - Pensioenen - Gezinsbijslagen - Faillissementsverzekering - Globaal beheer Globaal beheer (RSVZ)
Socialeverzekeringsfondsen (beheer)
STELSEL GENEESKUNDIGE VERZORGING (RIZIV)
ECONOMISCHE REKENINGEN BUDGETTAIRE REKENINGEN
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
Geneeskundige verzorging - RIZIV + ziekenfondsen
B. De economische rekeningen De hier voorgestelde economische rekeningen hernemen de rekeningen van lasten en opbrengsten van de openbare instellingen van sociale zekerheid op een synoptische wijze, door ze eerst tak per tak te consolideren en vervolgens per stelsel. In de rekeningen van lasten en opbrengsten worden de gelopen bedragen geregistreerd of ze nu in het beschouwde jaar op vervaldag gekomen zijn of niet. Ze beantwoorden aldus volkomen aan de Europese methodologie “ESR 95” die eist dat de flux ingeboekt wordt op basis van verrichtingen, d.w.z. op het ogenblik van het ontstaan, de omvorming of het verdwijnen van rechten. Vermits het boekhoudplan van de instellingen van openbaar nut van de sociale zekerheid een uitsplitsing oplegt naar sociale zekerheidstak is het mogelijk vanuit deze uitsplitsing een representatieve consolidatie op te stellen van elke tak en elk stelsel. Deze geconsolideerde rekeningen dienen als basis voor de rekening “S1314” van de sociale zekerheid, welke voorkomt in de nationale rekeningen. Het resultaat van de economische rekeningen, zijnde het verschil tussen opbrengsten en lasten, wordt ”besparing” genoemd en wordt op de balans toegewezen aan de rubriek ”reserves”. Het past de lezer te melden dat de som van de besparing bij het werknemersstelsel, bij het stelsel van de zelfstandigen en bij het stelsel geneeskundige verzorging (RIZIV) verschilt van het financieringssaldo (“behoefte of capaciteit tot financiering”) van de ondersector sociale zekerheid, die men terugvindt in de nationale rekeningen en dit om verschillende redenen: De sociale zekerheid omvat in de nationale rekeningen niet alleen de stelsels van de
werknemers, van de zelfstandigen en van de geneeskundige verzorging (RIZIV) zoals hier weergegeven, maar tevens het gedeelte van de pensioenen van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, dat beheerd wordt door de RSZPPO, de overzeese sociale zekerheid beheerd door de DOSZ, alle fondsen van bestaanszekerheid en het “Zorgfonds” ingesteld door de Vlaamse Gemeenschap.
3
Volgens de “ESR 95” methodologie moeten de sociale bijdragen die verschuldigd zijn, maar die nooit geïnd kunnen worden, afgetrokken worden van de ontvangsten van de inningsinstellingen. Daarom wordt het bedrag dat geboekt is in provisies en kwade posten in de rekeningen van deze laatste geannuleerd en vervangen door een raming van sociale bijdragen die nooit ontvangen zullen worden. Een ander verschil in de inhoud van de rekeningen is de inboeking van gerealiseerde investeringen in de plaats van kosten voor afschrijvingen.
Bovendien worden in de nationale rekeningen nog andere correcties aangebracht, hetzij om de vastgestelde rechten geboekt per instelling beter te doen aansluiten bij de economische realiteit en bij de verschillende statistieken van deze, hetzij met de bedoeling dat de consolidatie van de ondersector van de sociale zekerheid met het geheel van de overheidssector correct uitgevoerd wordt.
De lezer zal als bijlage (VII, 5) het verband terugvinden dat er bestaat tussen de ‘besparing’ van de hier voorgestelde’ geconsolideerde economische rekeningen en het resultaat (genaamd “financieringssaldo”) van de rekening van de sociale zekerheid voorgesteld in de “Rekeningen van de overheid”, gepubliceerd door het Instituut voor de nationale rekeningen. C. De budgettaire rekeningen De geconsolideerde budgettaire rekeningen hernemen de budgettaire rekeningen van de openbare instellingen van sociale zekerheid op synoptische wijze voorgesteld om ze vlugger begrijpelijk te maken. Nochtans zijn hier alleen betrokken de takken die vallen onder het Globaal beheer van de werknemers of dat van de zelfstandigen of onder het stelsel van de geneeskundige verzorging (RIZIV). Deze rekeningen registreren de vervallen bedragen. In tegenspraak met de regel van universaliteit (of van totaliteit) worden sommige samentrekkingen tussen ontvangsten en uitgaven in onze tabellen doorgevoerd om te komen tot netto-bedragen. Bovendien werden bepaalde ontvangsten en uitgaven vrijwillig verwijderd: de aan- en verkopen van aandelen en vastrentende waarden en de vastgoedbeleggingen. Deze verrichtingen beïnvloeden de samenstelling van het patrimonium maar hebben geen invloed op de eigenlijke activiteit van de instellingen. Voor elke tak afzonderlijk genomen heeft het totaal van de lopende ontvangsten en het totaal van de lopende uitgaven een betekenis. Daarentegen zijn op geconsolideerd niveau de betekenisvolle bedragen enerzijds het totaal van eigen ontvangsten en anderzijds het totaal van de uitgaven vóór transfers. Daarom worden de transfers tussen takken geïsoleerd in het geheel van het Globaal beheer om te vermijden een ontvangst tweemaal te boeken in het geconsolideerd totaal. Hoewel zekere rubrieken een zelfde titel dragen in de economische rekeningen, moet de lezer ten slotte verwittigd worden dat hun inhoud verschillend kan zijn.
4
I
De stelsels van sociale bescherming -
Voorafbeelding 2011 en actualisering 2010
(gegevens geactualiseerd in oktober 2010)
DE STELSELS VAN SOCIALE BESCHERMING
LES REGIMES DE PROTECTION SOCIALE
INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIERES
Inleiding 11 Introduction 11
HOOFDSTUK I. Samenvattende tabellen 13 CHAPITRE I. Tableaux récapitulatifs 13
TABEL I.1 Samenvattende tabel: 2010
TABLEAU I.1 Tableau récapitulatif: 2010
TABEL I.2 Samenvattende tabel: 2011
TABLEAU I.2 Tableau récapitulatif: 2011
TABEL I.3.1 Evolutie van de overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid aan de sociale zekerheid: 2010-2011
TABLEAU I.3.1 Evolution des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral destinés à la sécurité sociale 2010-2011
TABEL I.3.2 Evolutie van de overdrachten aan de gezinnen ten laste van de begroting van de federale overheid: 2010-2011
TABLEAU I.3.2 Evolution des transferts aux ménages à charge du budget de l’Etat fédéral: 2010-2011
HOOFDSTUK II. Het globaal beheer voor werknemers
21 CHAPITRE II. La gestion globale des travailleurs salariés
21
1 Tabellen voor 2010 en 2011 21 1 Tableaux de 2010 et 2011 21
TABEL II.1 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010
TABLEAU II.1 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010
TABEL II.2 Begroting van het globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011
TABLEAU II.2 Budget de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
26 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2010 et 2011
26
TABEL II.3 Sociale bijdragenverminde-ringen: 2010-2011
TABLEAU II.3 Réductions de cotisations sociales: 2010-2011
3 Evolutie van de prestaties 2010-2011 33 3 Evolution des prestations 2010-2011 33
TABEL II.4 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010-2011
TABLEAU II.4 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010-2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
7
TABEL II.5 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010-2011
TABLEAU II.5 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés (hormis soins de santé): 2010-2011
TABEL II.6 Indexering van de prestaties: 2010-2011
TABLEAU II.6 Indexation des prestations: 2010-2011
TABEL II.7 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2010-2011
TABLEAU II.7 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2010-2011
HOOFDSTUK III. Het Globaal beheer voor zelfstandigen
41 CHAPITRE III. La gestion globale des travailleurs indépendants
41
1 Tabellen voor 2010 en 2011 41 1 Tableaux de 2010 et 2011 41
TABEL III.1 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010
TABLEAU III.1 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010
TABEL III.2 Begroting van het globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2011
TABLEAU III.2 Budget de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
46 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2010 et 2011
46
3 Evolutie van de prestaties 2010-2011 50 3 Evolution des prestations 2010-2011 50
TABEL III.3 Prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige verzorging uitgezonderd): 2010-2011
TABLEAU III.3 Prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010-2011
TABEL III.4 Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor zelfstandigen (geneeskundige ver-zorging uitgezonderd): 2010-2011
TABLEAU III.4 Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs indépendants (hormis soins de santé): 2010-2011
TABEL III.5 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2010-2011
TABLEAU III.5 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2010-2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
8
HOOFDSTUK IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging
57 CHAPITRE IV. INAMI-Soins de santé 57
1 Tabellen voor 2010 en 2011 57 1 Tableaux de 2010 et 2011 57
TABEL IV.1 Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging: 2010-2011
TABLEAU IV.1 Budget de l’INAMI-Soins de santé: 2010-2011
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
61 2 Commentaire sur la situation finan-cière de 2010 et 2011
61
HOOFDSTUK V. De andere regelingen van de sociale zekerheid
65 CHAPITRE V. Les autres régimes de sécurité sociale
65
TABEL V.1 Begroting van de DOSZ: 2010-2011
TABLEAU V.1 Budget de l’OSSOM: 2010-2011
TABEL V.2 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2010
TABLEAU V.2 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2010
TABEL V.3 Begroting van de andere regelingen van sociale zekerheid: 2011
TABLEAU V.3 Budget des autres régimes de sécurité sociale: 2011
HOOFDSTUK VI. De sociale bijstand 69 CHAPITRE VI. L’assistance sociale 69
TABEL VI.1 Prestaties van de stelsels sociale bijstand: 2010-2011
TABLEAU VI.1 Prestations des régimes d’assistance sociale: 2010-2011
TABEL VI.2 Volumefactoren van de stelsels sociale bijstand: 2010-2011
TABLEAU VI.2 Facteurs de volume des régimes d’assistance sociale: 2010-2011
TABEL VI.3 Budgettaire ramingen van de sociale correcties: 2010-2011
TABLEAU VI.3 Estimations budgétaires des corrections sociales: 2010-2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
9
INLEIDING INTRODUCTION
In de hoofdstukken II en III komen de cijfers van de globale beheren van de werknemers en de zelfstandigen aan bod. In hoofdstuk IV wordt de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging afzonderlijk besproken.
Les chapitres II en III présentent les chiffres des gestions globales des salariés et des indépendants. Dans le chapitre IV la branche INAMI-Soins de santé est traitée séparément.
Daarnaast wordt er in hoofdstuk V aandacht besteed aan de takken buiten globaal beheer. Het stelsel “Buiten globaal beheer” omvat volgende takken: het kapitalisatiestelsel arbeidsongevallen, het Asbestfonds ingericht bij het FBZ, de sectoren tewerkstelling en arbeid beheerd door de RVA, het stelsel van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten (gezinsbijslag, pensioenen van het statutair personeel en beroepsziekten), de fondsen voor bestaanszekerheid, het fonds voor collectieve uitrustingen en diensten. De overzeese sociale zekerheid komt aan bod in een afzonderlijke tabel.
En outre, une attention particulière a été portée aux branches hors gestion globale dans le chapitre V. Le régime « Hors Gestion globale » comprend les branches suivantes : le régime de capitalisation accidents du travail, le Fonds Amiante créé au FMP, les secteurs emploi et travail gérés par l’ONEm, le régime des administrations provinciales et locales (prestations familiales, pensions du personnel statutaire et maladies professionnelles), les fonds de sécurité d’existence, le fonds des équipements et services collectifs. La sécurité sociale d’Outre-mer est présentée dans un tableau séparé.
Naast de stelsels van sociale zekerheid bevatten de stelsels van sociale bescherming de prestaties van sociale bijstand (inkomensgarantie voor ouderen, leefloon, maatschappelijke dienstverlening en tegemoetkomingen aan personen met een handicap), de overheidspensioenen (ten laste van de Pensioendienst voor de Overheidssector) en ten slotte de gezinsbijslag ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (overdrachten aan gezinnen).
A côté des régimes de sécurité sociale, les régimes de protection sociale comprennent les prestations d’assistance sociale (garantie de revenus aux personnes âgées, revenu d’intégration, aide sociale et allocations aux personnes handicapées), les pensions publiques (à charge du Service des Pensions du Secteur Public) et enfin, les prestations familiales à charge du budget général des Dépenses (transferts aux ménages).
In hoofdstuk I wordt een consolidering van al die verschillende begrotingen voorgesteld alsook een tabel met de totale overdrachten ten laste van de begroting van de federale overheid.
Le chapitre I présente une consolidation de tous ces différents budgets, ainsi qu’un tableau avec le total des transferts à charge du budget de l’Etat fédéral.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
11
HOOFDSTUK I CHAPITRE I
SAMENVATTENDE TABELLEN TABLEAUX RECAPITULATIFS
Methodologie Méthodologie
De tabellen I.1 en I.2 zijn een consolidering van de gedetailleerde tabellen in de hoofdstukken II tot VI, alsook van de prestaties van sociale bijstand, de pensioenen overheidssector en de andere overdrachten naar de gezinnen.
Les tableaux I.1 et I.2 sont une consolidation des tableaux détaillés qui figurent aux chapitres II à VI, ainsi que les prestations d’assistance sociale, les pensions secteur public et les autres transferts aux ménages.
De overdrachten tussen de verschillende stelsels worden in deze geconsolideerde tabellen uit de ontvangsten en uit de uitgaven gehaald en worden afzonderlijk vermeld in de rubriek “overdrachten tussen stelsels”. Zo bevat de kolom totaal geen dubbeltelling.
Dans ces tableaux consolidés, les transferts entre les différents régimes sont isolés des recettes et des dépenses et repris dans la rubrique « transferts entre régimes ». Ainsi, la colonne total ne contient pas de doubles comptages.
De tabellen I.3.1 en I.3.2. bevatten de bedragen van de overdrachten ten laste van de Algemene Uitgavenbegroting (staatstoelagen) en van de algemene ontvangsten van de federale overheid (het gaat hier voornamelijk om de alternatieve financiering) die voor de sociale bescherming bestemd zijn.
Les tableaux I.3.1 et I.3.2 reprennent les montants des transferts à charge du budget général des Dépenses (subventions) et des recettes générales de l’Etat fédéral (il s’agit principalement du financement alternatif) destinés à la protection sociale.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
13
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
39.3
21.2
283.
491.
335
865.
093
3.71
0.58
063
.572
47.4
51.8
08
3.64
2.05
6
51.0
93.8
64C
oti
sati
on
s
Sta
atst
oel
agen
8.
109.
936
1.51
8.27
4
30
9.89
99.
938.
109
3.14
8.16
28.
008.
588
42.1
3621
.136
.995
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
5.81
2.79
21.
263.
036
309.
899
7.38
5.72
73.
148.
162
7.96
9.99
442
.136
18.5
46.0
19D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(1)
2.29
7.14
425
5.23
8
2.55
2.38
2
2.55
2.38
2S
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
(1)
And
ere
38
.594
38
.594
Aut
res
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10
.774
.022
942.
945
2.45
7.44
915
9.65
6
14.3
34.0
72
14.3
34.0
72F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
1.20
2.08
617
.116
1.04
9.32
325
9.86
61.
710
2.53
0.10
1
2.53
0.10
1R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
58
9.19
50
900
37.9
862.
127
630.
208
63
0.20
8T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
262.
865
13.5
194.
130
108.
108
2.71
739
1.33
9
391.
339
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
733.
916
2.86
137
8.59
211
.057
3.73
51.
130.
162
10
1.57
7
1.23
1.73
9D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
60
.993
.247
5.98
6.05
14.
755.
487
4.28
7.25
338
3.76
176
.405
.798
3.14
8.16
211
.752
.221
42.1
3691
.348
.317
Rec
ette
s p
rop
res
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 59
1.42
164
.969
23.6
64.0
3694
.616
24
.415
.042
24
.415
.042
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
61
.584
.668
6.05
1.02
028
.419
.523
4.38
1.86
938
3.76
110
0.82
0.84
03.
148.
162
11.7
52.2
2142
.136
115.
763.
359
To
tal r
ece
ttes
co
ura
nte
s
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or. C
ijfer
s va
n de
beg
rotin
gsco
ntro
le 2
010.
(a
) B
udge
t du
Ser
vice
des
Pen
sion
s du
Sec
teur
pub
lic. C
hiffr
es d
u co
ntrô
le b
udgé
taire
201
0.
TA
BE
L I.1
TA
BLE
AU
I.1
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
010
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2010
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g ok
tobe
r 20
10)
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n oc
tobr
e 20
10)
(1)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re
staa
tsto
elag
e in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
In
2010
is e
r no
g ge
en a
anpa
ssin
g ge
beur
d.
(1)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat
spéc
ifiqu
e pe
ut ê
tre
revu
dan
s le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la s
écur
ité s
ocia
le. E
n 20
10, a
ucun
aju
stem
ent e
st d
éjà
fait.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
14
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
37.7
04.2
473.
555.
269
23.6
04.9
754.
055.
560
368.
797
69.2
88.8
483.
148.
162
11.7
12.4
1342
.136
84.1
91.5
59P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
4.94
51.
373
20
115
6.53
4
6.53
4F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
1.15
8.91
188
.770
983.
219
70.8
4912
.490
2.31
4.23
8
39.8
08
2.35
4.04
6F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
95
1.06
40
1.61
0.51
332
9.80
62.
913
2.89
4.29
7
2.89
4.29
7T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
8.31
8
379
8.69
7
8.69
7C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
1.78
4.37
55.
228
996.
328
4.04
73.
241
2.79
3.21
9
2.79
3.21
9D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
41
.611
.859
3.64
8.98
927
.195
.035
4.46
0.46
338
7.83
577
.304
.182
3.14
8.16
211
.752
.221
42.1
3692
.246
.701
Dép
ense
s a
van
t tr
ansf
erts
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 21
.506
.547
2.25
4.68
864
9.68
94.
118
24
.415
.042
24
.415
.042
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
63
.118
.406
5.90
3.67
727
.844
.724
4.46
4.58
138
7.83
510
1.71
9.22
43.
148.
162
11.7
52.2
2142
.136
116.
661.
743
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-1.5
33.7
3814
7.34
257
4.79
9-8
2.71
2-4
.075
-898
.384
00
0-8
98.3
84S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en (2
)85
6.40
0
0
085
6.40
00
00
856.
400
Rec
ette
s (2
)
Uit
gav
en
736
00
736
00
073
6D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
85
5.66
4
0
085
5.66
40
00
855.
664
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
78.0
7414
7.34
257
4.79
9-8
2.71
2-4
.075
-42.
720
00
0-4
2.72
0R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
TA
BE
L I.1
TA
BLE
AU
I.1
(2)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
74
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
ren
telo
ze
leni
ng a
an d
e R
SZ
-Glo
baal
beh
eer
in d
e lo
op v
an h
et ja
ar h
erzi
en w
orde
n in
func
tie v
an d
e m
acro
-eco
nom
isch
e pa
ram
eter
s en
de
budg
etta
ire e
volu
tie v
an d
e st
else
ls v
oor
soci
ale
zeke
rhei
d. In
201
0 is
er
een
aanp
assi
ng
gebe
urd.
(2)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
74
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
du
prêt
san
s in
térê
ts à
l’O
NS
S-G
estio
n gl
obal
e pe
ut ê
tre
revu
dan
s le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la s
écur
ité s
ocia
le. E
n 20
10, u
n aj
uste
men
t est
fait.
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
010
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2010
(
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g ok
tobe
r 20
10)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
octo
bre
2010
) (s
uite
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
15
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
40.7
63.2
193.
470.
904
919.
581
3.85
6.97
664
.844
49.0
75.5
24
3.64
0.98
2
52.7
16.5
06C
oti
sati
on
s
Sta
atst
oel
agen
8.
480.
527
1.57
8.21
0
31
3.33
410
.372
.071
3.30
4.22
38.
313.
570
39.1
4422
.029
.008
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
5.98
7.16
71.
301.
166
313.
334
7.60
1.66
73.
304.
223
8.27
3.53
539
.144
19.2
18.5
69D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(1)
2.49
3.36
027
7.04
4
2.77
0.40
4
2.77
0.40
4S
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
(1)
And
ere
40
.035
40
.035
Aut
res
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
12
.648
.319
1.09
6.72
22.
556.
016
101.
778
16
.402
.835
16
.402
.835
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
1.21
0.49
317
.372
1.02
8.66
325
8.45
22.
010
2.51
6.99
0
2.51
6.99
0R
ecet
tes
affe
ctée
s
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
55
5.29
20
1.00
037
.536
2.25
059
6.07
8
596.
078
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
235.
645
17.8
114.
130
96.6
912.
534
356.
811
35
6.81
1R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
724.
865
2.60
040
4.38
411
.319
3.69
31.
146.
860
3.
354
1.
150.
214
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
64
.618
.359
6.18
3.61
94.
913.
774
4.36
2.75
238
8.66
480
.467
.168
3.30
4.22
311
.957
.906
39.1
4495
.768
.441
Rec
ette
s p
rop
res
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 99
5.78
410
9.85
024
.588
.215
107.
016
25
.800
.865
25
.800
.865
Tra
nsfe
rts
entr
e ré
gim
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
65
.614
.143
6.29
3.46
929
.501
.989
4.46
9.76
838
8.66
410
6.26
8.03
23.
304.
223
11.9
57.9
0639
.144
121.
569.
305
To
tal r
ece
ttes
co
ura
nte
s
(a)
Beg
rotin
g va
n de
Pen
sioe
ndie
nst v
oor
de o
verh
eids
sect
or. C
ijfer
s va
n de
beg
rotin
gsco
ntro
le 2
010.
(a
) B
udge
t du
Ser
vice
des
Pen
sion
s du
Sec
teur
pub
lic. C
hiffr
es d
u co
ntrô
le b
udgé
taire
201
0.
(1)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re
staa
tsto
elag
e in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
(1)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat
spéc
ifiqu
e pe
ut ê
tre
revu
dan
s le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la s
écur
ité s
ocia
le.
TA
BE
L I.2
T
AB
LEA
U I.
2
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
011
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2011
(
In d
uize
nd E
UR
) (
En
mill
iers
EU
R)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
16
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
39.0
64.0
543.
673.
538
24.7
75.8
364.
151.
775
381.
439
72.0
46.6
433.
304.
223
11.9
17.5
5739
.144
87.3
07.5
67P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s 25
4.34
128
.645
28
2.98
6
282.
986
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Bet
alin
gsk
ost
en
4.91
568
2
171
205.
788
5.
788
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
1.16
7.42
088
.541
1.00
5.02
073
.909
12.7
432.
347.
633
40
.349
2.
387.
982
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
96
7.34
90
1.69
4.93
335
2.87
72.
834
3.01
7.99
2
3.01
7.99
2T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
7.63
3
581
8.21
4
8.21
4C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n
1.95
9.46
45.
242
927.
700
4.37
43.
312
2.90
0.09
1
2.90
0.09
1D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r o
verd
rach
ten
43
.425
.176
3.79
6.64
828
.403
.489
4.58
3.10
640
0.92
980
.609
.348
3.30
4.22
311
.957
.906
39.1
4495
.910
.621
Dép
ense
s a
van
t tr
ansf
erts
Ove
rdra
chte
n tu
ssen
ste
lsel
s 22
.331
.695
2.36
6.17
01.
098.
500
4.50
0
25.8
00.8
65
25.8
00.8
65T
rans
fert
s en
tre
régi
mes
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
65
.756
.871
6.16
2.81
829
.501
.989
4.58
7.60
640
0.92
910
6.41
0.21
33.
304.
223
11.9
57.9
0639
.144
121.
711.
486
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-142
.729
130.
651
0-1
17.8
38-1
2.26
5-1
42.1
800
00
-142
.180
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
Glo
baa
l beh
eer
wer
knem
ers
/ G
esti
on
glo
bal
e sa
lari
és
Glo
baa
l beh
eer
zelf
stan
dig
en /
Ges
tio
n g
lob
ale
ind
épen
dan
ts
RIZ
IV-
Gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g /
INA
MI-
So
ins
de
san
té
Bu
iten
glo
baa
l b
ehee
r /
Ho
rs g
esti
on
g
lob
ale
DO
SZ
/
OS
SO
MS
ub
tota
al /
So
us-
tota
l
So
cial
e
bijs
tan
d /
Ass
ista
nce
soci
ale
Ove
rhei
ds-
pen
sio
enen
/ P
ensi
on
s p
ub
liqu
es (
a)
Ove
rdra
chte
n
naa
r g
ezin
nen
/ T
ran
sfer
ts a
ux
mén
ages
AL
GE
ME
EN
T
OT
AA
L /
TO
TA
L
GE
NE
RA
L
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en (2
)1.
066.
100
00
1.06
6.10
00
00
1.06
6.10
0R
ecet
tes
(2)
Uit
gav
en
766
00
766
00
076
6D
épen
ses
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
1.
065.
334
00
1.06
5.33
40
00
1.06
5.33
4S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 92
2.60
513
0.65
10
-117
.838
-12.
265
923.
154
00
092
3.15
4R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
(In
dui
zend
EU
R)
(ver
volg
) (
En
mill
iers
EU
R)
(sui
te)
Sam
enva
tten
de
tab
el 2
011
Tab
leau
réc
apit
ula
tif
2011
(2)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
74
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
ren
telo
ze
leni
ng a
an d
e R
SZ
-glo
baal
beh
eer
in d
e lo
op v
an h
et ja
ar h
erzi
en w
orde
n in
func
tie v
an d
e m
acro
-eco
nom
isch
e
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
(2)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
74
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
du
prêt
san
s in
térê
ts à
l’ON
SS
-ges
tion
glob
ale
peut
êtr
e re
vu d
ans
le c
oura
nt d
e l'a
nnée
en
fonc
tion
des
para
mèt
res
mac
ro-é
cono
miq
ues
et d
e l'é
volu
tion
budg
étai
re d
es r
égim
es d
e la
séc
urité
soc
iale
.
TA
BE
L I.2
T
AB
LEA
U I.
2
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
17
2010 2011
Globaal beheer - Werknemers 19.110.566 21.360.567 Gestion globale - Salariés
Algemene Uitgavenbegroting 8.112.286 8.482.623 Budget général des Dépenses
Toelagen globaal beheer 5.812.792 5.987.167 Subventions gestion globale Bijzondere staatstoelage (1) 2.297.144 2.493.360 Subvention de l'Etat spécifique (1)
Bijzonder brugpensioen - RVP 2.350 2.096 Prépension spéciale - ONP
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
10.998.280 12.877.944A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 10.774.022 12.648.319 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 8.356.171 8.920.296 TVA - Précompte professionnelRoerende voorheffing 420.679 428.966 Précompte mobilier Stock options 79.387 63.993 Stock options Accijnzen tabak 58.009 59.152 Accises tabac Geneeskundige verzorging 1.684.348 3.001.111 Soins de santé Andere 175.428 174.801 Autres
Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 224.258 229.625 Cotisation spéciale de sécurité sociale
Globaal beheer - Zelfstandigen 2.205.981 2.674.932 Gestion globale - Indépendants
Algemene Uitgavenbegroting 1.263.036 1.578.210 Budget général des Dépenses
Globale staatstoelage (2) 1.263.036 1.301.166 Subvention globale de l'Etat (2)
Bijzondere staatstoelage (1) 255.238 277.044 Subvention de l'Etat spécifique (1)
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
942.945 1.096.722A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 942.945 1.096.722 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 706.514 724.693 TVA - Précompte professionnelRoerende voorheffing 46.742 47.663 Précompte mobilier Stock options 3.506 2.826 Stock options Accijnzen tabak 14.101 14.788 Accises tabac Geneeskundige verzorging 167.899 302.486 Soins de santé Andere 4.183 4.265 Autres
RIZIV - Geneeskundige verzorging 2.457.449 2.556.016 INAMI - Soins de santé
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
2.457.449 2.556.016A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 2.457.449 2.556.016 Financement alternatif Btw - Bedrijfsvoorheffing 1.609.313 1.693.733 TVA - Précompte professionnelAccijnzen tabak 718.136 732.283 Accises tabac Andere 130.000 130.000 Autres
Buiten globaal beheer en DOSZ 469.555 415.112 Hors gestion globale et OSSOM
Algemene Uitgavenbegroting 309.899 313.334 Budget général des Dépenses
Staatstoelage DOSZ 309.899 313.334 Subvention OSSOM
Ten laste van de algemene ontvangsten van de federale overheid
159.656 101.778A charge des recettes générales de l'Etat fédéral
Alternatieve financiering 159.656 101.778 Financement alternatif Btw 159.656 101.778 TVA
Totaal overdrachten aan de sociale zekerheid
24.243.551 27.006.626Total des transferts à la sécurité sociale
(2) Vanaf 2008: overdracht kleine risico's zelfstandigen inbegrepen.
(2) A partir de 2008: y compris, le transfert petits risques indépendants.
(1) Comme stipulé dans l'article 73 de la loi programme du 23 décembre 2009 le montant de la subvention de l'Etat spécifique peut être revu dans le courant de l'année en fonction des paramètres macro-économiques et de l'évolution budgétaire des régimes de la sécurité sociale.
TABEL I.3.1
(In duizend EUR)
(1) Zoals bepaald in artikel 73 van de programmawet van 23 december 2009 kan het bedrag van de bijzondere staatstoelage in de loop van het jaar herzien worden in functie van de macro-economische parameters en de budgettaire evolutie van de stelsels voor sociale zekerheid.
TABLEAU I.3.1
Evolution des transferts à charge du budget de l'Etat fédéral destinés à la
sécurité sociale 2010-2011(En milliers EUR)
Evolutie van de overdrachten ten laste vande begroting van de federale overheid aan
de sociale zekerheid 2010-2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
18
2010 2011
Algemene uitgavenbegroting Budget général des Dépenses
Sociale bijstand (1) 3.148.162 3.304.223 Assistance sociale (1)
Inkomensgarantie voor ouderen 418.155 440.876 Garantie de revenus aux personnes âgées Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
1.802.647 1.846.441 Allocations aux personnes handicapées
Leefloon 618.746 665.098 Revenu d'intégrationToelagen OCMW's - wet 2 april 1965 308.614 351.808 Subsides CPAS - loi 2 avril 1965
Pensioenen overheidssector (2) 8.008.588 8.313.570 Pensions secteur public (2)
Andere overdrachten aan de gezinnen 42.136 39.144 Autres transferts aux ménages
Gezinsbijslag 42.136 39.144 Prestations familiales
Totaal andere overdrachten 11.198.886 11.656.937 Total autres transferts
Algemeen totaal overdrachten 35.442.437 38.663.563 Total général transferts
(1) Les prestations familiales garanties sont financées par la gestion globale des travailleurs salariés.
(2) Cijfers van de begrotingscontrole 2010. (2) Chiffres du contrôle budgétaire 2010.
(1) De gewaarborgde gezinsbijslag wordt gefinancierd door het globaal beheer voor werknemers.
TABEL I.3.2
Evolutie van de overdrachten aan degezinnen ten laste van de begroting van
de federale overheid 2010-2011 (In duizend EUR)
TABLEAU I.3.2
Evolution des transferts aux ménages à charge du budget
de l'Etat fédéral 2010-2011 (En milliers EUR)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
19
HOOFDSTUK II CHAPITRE II
HET GLOBAAL BEHEER VOOR WERKNEMERS
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS SALARIES
1 Tabellen voor 2010 en 2011 1 Tableaux de 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
De tabellen van de sociale zekerheid voor werknemers behelzen de takken van het algemene stelsel voor werknemers, mijnwerkers en zeelieden, die gefinancierd worden door het globaal beheer.
Les tableaux de la sécurité sociale des travailleurs salariés reprennent les branches du régime général des travailleurs salariés, des mineurs et des marins qui sont financées par la gestion globale.
In tabellen II.1 en II.2 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSZ-Globaal beheer voorgesteld.
Les tableaux II.1 et II.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’ONSS-Gestion globale.
De kolom RSZ-Globaal beheer vermeldt bovenop de eigen ontvangsten van de RSZ ook de ontvangsten die door de HVKZ en de RSZPPO worden overgedragen aan het globaal beheer.
Dans la colonne ONSS-Gestion globale, on retrouve, en plus des recettes propres de l’ONSS, les recettes qui sont transférées par la CSPM et l’ONSSAPL à la gestion globale.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór de overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette dans le total consolidé.
De overdracht van het RSZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de werknemers komt te voorschijn in de rubriek “Externe overdrachten” van het RSZ-Globaal beheer.
Le transfert de l’ONSS-gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs salariés apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’ONSS-Gestion globale.
De sociale bijdrageverminderingen (RSZ) worden opgenomen in tabel II.3.
Les réductions de cotisations sociales (ONSS) sont reprises dans le tableau II.3.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
21
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
700
75.0
9148
.466
7.95
0
230
132.
437
39.1
88.7
9139
.321
.228
Co
tisa
tio
ns
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
37.4
45.6
0037
.445
.600
Cot
isat
ions
ord
inai
res
(1)
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
75.0
9148
.466
7.95
0
230
132.
437
1.74
3.19
11.
875.
628
Cot
isat
ions
spé
cifiq
ues
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en
0
0M
esur
es d
e go
uver
nem
ent
Sta
atst
oel
agen
321
321
8.10
9.61
58.
109.
936
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
32
1
32
15.
812.
471
5.81
2.79
2D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(2)
2.
297.
144
2.29
7.14
4S
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
(2)
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.64
8
2.
648
10.7
71.3
7410
.774
.022
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
2.
648
2.64
88.
353.
523
8.35
6.17
1T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
42
0.67
942
0.67
9P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
79
.387
79.3
87S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
58.0
0958
.009
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
(3)
1.
684.
348
1.68
4.34
8S
oins
de
sant
é (3
)
And
ere
17
5.42
817
5.42
8A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
116.
610
72.1
28
300
48
189.
086
1.01
3.00
01.
202.
086
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.27
9
278.
467
29
6.94
9
756
578.
450
602.
165
1.18
0.61
5T
ran
sfer
ts e
xter
nes
T
oeko
mst
fond
s
269.
720
269.
720
Fon
ds p
our
l'ave
nir
Bijd
rage
beg
rotin
gsdo
elst
ellin
g S
Z
31
5.00
031
5.00
0C
ontr
ib. o
bjec
tif b
udgé
taire
SS
A
nder
e 2.
279
278.
467
296.
949
756
578.
450
17.4
4559
5.89
5A
utre
s
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
250
7.30
012
240
072
91.
000
76
9.87
725
2.98
826
2.86
5R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
8.75
01
432.
000
7.83
1
137.
212
3251
158
6.33
714
7.57
973
3.91
6D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
6.31
015
7.12
048
0.58
829
4.64
872
943
8.10
932
1.62
11.
499.
157
60.0
85.5
1161
.584
.668
Rec
ette
s p
rop
res
RS
Z-G
FB
5.
163.
558
18.5
12.7
534.
295.
123
47.7
8433
1.19
311
.101
.177
3.32
115
.764
39.4
70.6
74
39.4
70.6
74O
NS
S-G
FG
A
nder
e ta
kken
40
40
98.0
0098
.040
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.16
3.55
818
.512
.793
4.29
5.12
347
.784
331.
193
11.1
01.1
773.
321
15.7
6439
.470
.714
98.0
0039
.568
.714
Tra
nsf
erts
inte
rne
s
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
5.
289.
868
18.6
69.9
134.
775.
711
342.
432
331.
922
11.5
39.2
863.
353
17.3
8540
.969
.870
60.1
83.5
1110
1.15
3.38
2T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.(1
) Y
com
pris
, mod
érat
ion
sala
riale
.
TA
BLE
AU
II.1
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n oc
tobr
e 20
10)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
10
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
10(g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
okto
ber
2010
)
(3)
Initi
eel b
edra
g w
as 1
.776
.451
dui
zend
EU
R (
opge
nom
en in
het
KB
van
9 fe
brua
ri 20
10).
(3)
Mon
tant
initi
al é
tait
1.77
6.45
1 m
illie
rs E
UR
(re
pris
dan
s l'A
R d
u 9
févr
ier
2010
).
(2)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re
staa
tsto
elag
e in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
In
2010
is e
r no
g ge
en a
anpa
ssin
g ge
beur
d.
(2)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
pe
ut
être
rev
u da
ns le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la
sécu
rité
soci
ale.
En
2010
, auc
un a
just
emen
t est
déj
à fa
it.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
22
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
5.01
6.89
418
.282
.561
4.17
9.86
919
0.00
529
7.48
99.
721.
594
2.57
713
.258
37.7
04.2
47
37.7
04.2
47P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
Bet
alin
gsk
ost
en
3.
342
1.14
61
445
10
14.
945
4.
945
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
192.
117
147.
465
165.
460
19.5
1027
.522
450.
654
710
3.40
21.
006.
841
152.
070
1.15
8.91
1F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
18.5
6013
7.99
670
.054
19.5
1027
.522
233.
425
710
3.40
251
1.18
015
2.07
066
3.25
0O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
17
3.55
79.
469
95.4
06
21
7.22
9
49
5.66
1
495.
661
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
226.
225
931
26.6
67
62.6
16
3231
6.47
122
.141
.140
22.4
57.6
11T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
21.4
12.0
3121
.412
.031
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
And
ere
22
6.22
593
126
.667
62
.616
32
316.
471
729.
109
1.04
5.58
0A
utre
s
Intr
estl
aste
n
12
5
12
58.
193
8.31
8C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n (4
)27
.186
9.90
042
8.30
58.
249
6.46
61.
303.
561
1669
21.
784.
375
1.
784.
375
Div
ers
(4)
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
5.
236.
197
18.6
69.4
934.
775.
711
244.
432
331.
922
11.5
38.5
503.
313
17.3
8540
.817
.003
22.3
01.4
0363
.118
.406
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
Z-G
FB
98.0
00
98
.000
98
.000
ON
SS
-GF
G
And
ere
takk
en
40
4039
.470
.674
39.4
70.7
14A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
98
.000
40
98.0
4039
.470
.674
39.5
68.7
14T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
5.
236.
197
18.6
69.4
934.
775.
711
342.
432
331.
922
11.5
38.5
503.
353
17.3
8540
.915
.043
61.7
72.0
7710
2.68
7.12
0T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
53.6
7142
00
00
736
00
54.8
27-1
.588
.565
-1.5
33.7
38S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/ IN
AM
I-In
dR
VP
/O
NP
(*)
RK
W /
ON
AF
TS
FA
O /
FA
TF
BZ
/F
MP
RV
A /
ON
Em
M
ijnw
-In
v /
Min
-In
vZ
eelie
den
/M
arin
s S
ub
tota
al /
So
us-
tota
lR
SZ
-GF
B /
ON
SS
-GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en (5
)
856.
400
856.
400
Rec
ette
s (5
)
Uit
gav
en
73
6
73
6
736
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-736
-736
856.
400
855.
664
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 53
.671
420
00
00
00
54.0
91-7
32.1
65-6
78.0
74R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(5)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
74
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
ren
telo
ze le
ning
aa
n de
RS
Z-g
loba
al b
ehee
r in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
In
2010
is e
r ee
n aa
npas
sing
geb
eurd
.
(5)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
74
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
du
prêt
san
s in
térê
ts à
l’O
NS
S-g
estio
n gl
obal
e pe
ut ê
tre
revu
dan
s le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
ré
gim
es d
e la
séc
urité
soc
iale
. En
2010
,un
ajus
tem
ent e
st fa
it.
(4)
Waa
rvan
1.2
50.5
15 d
uize
nd E
UR
uitg
aven
die
nste
nche
ques
. (4
) D
ont 1
.250
.515
mill
iers
EU
R d
e dé
pens
es ti
tres
ser
vice
s.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n oc
tobr
e 20
10)
(sui
te)
TA
BLE
AU
II.1
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
10
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
1
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
10
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g ok
tobe
r 20
10)
(ver
volg
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
23
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
400
42.8
7247
.488
9.34
5
230
100.
335
40.6
62.8
8440
.763
.219
Co
tisa
tio
ns
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
38.8
18.4
5438
.818
.454
Cot
isat
ions
ord
inai
res
(1)
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
400
42.8
7247
.488
9.34
5
230
100.
335
1.84
4.43
01.
944.
765
Cot
isat
ions
spé
cifiq
ues
Reg
erin
gsm
aatr
egel
en
M
esur
es d
e go
uver
nem
ent
Sta
atst
oel
agen
280
280
8.48
0.24
78.
480.
527
Su
bve
nti
on
s d
e l'E
tat
In d
e pr
esta
ties
28
0
28
05.
986.
887
5.98
7.16
7D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(2)
2.
493.
360
2.49
3.36
0S
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
(2)
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.70
1
2.
701
12.6
45.6
1812
.648
.319
Fin
ance
men
t al
tern
atif
B
tw
2.
701
2.70
18.
917.
595
8.92
0.29
6T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
42
8.96
642
8.96
6P
réco
mpt
e m
obili
er
Sto
ck o
ptio
ns
63
.993
63.9
93S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
59.1
5259
.152
Acc
ises
taba
c G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
3.
001.
111
3.00
1.11
1S
oins
de
sant
é
And
ere
17
4.80
117
4.80
1A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
117.
899
57.6
57
200
48
175.
804
1.03
4.68
91.
210.
493
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.05
7
274.
130
21
0.23
0
756
487.
172
1.06
3.90
31.
551.
075
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Toe
kom
stfo
nds
4.
500
4.50
0F
onds
pou
r l'a
veni
r B
ijdra
ge b
egro
tings
doel
stel
ling
SZ
984.
150
984.
150
Con
trib
. obj
ectif
bud
géta
ire S
S
And
ere
2.05
727
4.13
021
0.23
075
648
7.17
275
.253
562.
425
Aut
res
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
120
7.89
212
810
066
41.
000
76
9.98
022
5.66
523
5.64
5R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
7.81
02
410.
228
7.71
9
147.
275
2851
457
3.57
615
1.28
972
4.86
5D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
6.22
911
0.76
045
7.84
429
1.29
466
436
1.40
628
1.62
31.
349.
848
64.2
64.2
9565
.614
.143
Rec
ette
s p
rop
res
RS
Z-G
FB
5.
421.
842
19.2
65.3
734.
410.
770
43.0
8530
7.14
911
.577
.435
3.05
214
.861
41.2
97.9
07
41.2
97.9
07O
NS
S-G
FG
A
nder
e ta
kken
35
35
90.2
0090
.235
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.42
1.84
219
.265
.408
4.41
0.77
043
.085
307.
149
11.5
77.4
353.
052
14.8
6141
.297
.942
90.2
0041
.388
.142
Tra
nsf
erts
inte
rne
s
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
5.
548.
071
19.3
76.1
684.
868.
614
334.
379
307.
813
11.9
38.8
413.
080
16.4
8442
.647
.790
64.3
54.4
9510
7.00
2.28
5T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.(1
) Y
com
pris
, mod
érat
ion
sala
riale
.
(4)
Waa
rvan
1.4
35.8
24 d
uize
nd E
UR
uitg
aven
die
nste
nche
ques
. (4
) D
ont 1
.435
.824
mill
iers
EU
R d
e dé
pens
es ti
tres
ser
vice
s.
(5)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
74
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
ren
telo
ze le
ning
aa
n de
RS
Z-g
loba
al b
ehee
r in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r so
cial
e ze
kerh
eid.
(5)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
74
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
du
prêt
san
s in
térê
ts à
l’O
NS
S-g
estio
n gl
obal
e pe
ut ê
tre
revu
dan
s le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
ré
gim
es d
e la
séc
urité
soc
iale
.
(3)
Env
elop
pe p
rovi
soire
en
exéc
utio
n du
Pac
te d
e so
lidar
ité e
ntre
gén
érat
ions
: cal
cul p
ar le
Bur
eau
du P
lan
(16/
09/2
010)
.
Cet
te e
nvel
oppe
dev
ra e
ncor
e êt
re c
orrig
ée e
n te
nant
com
pte
du s
urco
ût d
e l'e
nvel
oppe
attr
ibué
e po
ur 2
008-
2010
.
(3)
Voo
rlopi
ge w
elva
arts
enve
lopp
e in
uitv
oerin
g va
n he
t Gen
erat
iepa
ct: b
erek
enin
g P
lanb
urea
u (1
6/09
/201
0). D
eze
enve
lopp
e m
oet n
og g
ecor
rigee
rd w
orde
n m
et d
e m
eerk
ost v
an d
e to
egek
ende
env
elop
pe 2
008-
2010
.
(2)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re
staa
tsto
elag
e in
de
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e
budg
etta
ire e
volu
tie v
an d
e st
else
ls v
oor
soci
ale
zeke
rhei
d.
(2)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
pe
ut
être
rev
u da
ns le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la
sécu
rité
soci
ale.
TA
BLE
AU
II.2
(E
n m
illie
rs E
UR
)
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
11
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
11(g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
24
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it /
INA
MI-
Ind
RV
P /
ON
P (
*)R
KW
/O
NA
FT
SF
AO
/F
AT
FB
Z /
FM
PR
VA
/O
NE
m
Mijn
w-I
nv
/M
in-I
nv
Zee
lied
en /
Mar
ins
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
Z-G
FB
/O
NS
S-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
5.31
8.82
119
.038
.920
4.29
4.07
319
2.90
327
0.95
29.
933.
237
2.21
712
.931
39.0
64.0
54
39.0
64.0
54P
rest
atio
ns
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s (3
)
25
4.34
1
254.
341
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
(3)
Bet
alin
gsk
ost
en
3.
314
1.14
60
445
9
14.
915
4.
915
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
196.
004
149.
314
165.
537
19.7
4227
.702
453.
501
805
2.81
31.
015.
418
152.
002
1.16
7.42
0F
rais
d'a
dm
inis
trat
ion
C
entr
ale
inst
ellin
gen
18.5
7613
9.84
568
.571
19.7
4227
.702
242.
930
805
2.81
352
0.98
415
2.00
267
2.98
6O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
17
7.42
89.
469
96.9
66
21
0.57
1
49
4.43
4
494.
434
Ser
vice
s tie
rs
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
176.
147
945
28.3
47
52.4
69
3325
7.94
123
.041
.103
23.2
99.0
44T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
22.2
24.7
7922
.224
.779
INA
MI-
Soi
ns d
e sa
nté
And
ere
17
6.14
794
528
.347
52
.469
33
257.
941
816.
324
1.07
4.26
5A
utre
s
Intr
estl
aste
n
83
837.
550
7.63
3C
har
ges
d'in
térê
ts
Div
erse
n (4
)33
.246
7.90
040
6.91
33.
186
8.71
41.
498.
785
1470
51.
959.
464
1.
959.
464
Div
ers
(4)
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
5.
548.
071
19.3
75.5
954.
868.
614
244.
179
307.
813
11.9
38.0
753.
045
16.4
8442
.556
.216
23.2
00.6
5565
.756
.871
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
RS
Z-G
FB
90.2
00
90
.200
90
.200
ON
SS
-GF
G
And
ere
takk
en
35
3541
.297
.907
41.2
97.9
42A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
90
.200
35
90.2
3541
.297
.907
41.3
88.1
42T
ran
sfer
ts in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
5.
548.
071
19.3
75.5
954.
868.
614
334.
379
307.
813
11.9
38.0
753.
080
16.4
8442
.646
.451
64.4
98.5
6210
7.14
5.01
4T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
057
30
00
766
00
1.33
9-1
44.0
68-1
42.7
29S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
/ IN
AM
I-In
dR
VP
/O
NP
(*)
RK
W /
ON
AF
TS
FA
O /
FA
TF
BZ
/F
MP
RV
A /
ON
Em
M
ijnw
-In
v /
Min
-In
vZ
eelie
den
/M
arin
s S
ub
tota
al /
So
us-
tota
lR
SZ
-GF
B /
ON
SS
-GF
GT
OT
AA
L /
TO
TA
LC
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en (5
)
1.06
6.10
01.
066.
100
Rec
ette
s (5
)
Uit
gav
en
76
6
76
6
766
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-766
-766
1.06
6.10
01.
065.
334
So
lde
com
pte
s d
e ca
pit
al
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
573
00
00
00
573
922.
032
922.
605
Rés
ult
at b
ud
gét
aire
(*)
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(*
) Y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
(E
n m
illie
rs E
UR
) (s
uite
) (
In d
uize
nd E
UR
) (v
ervo
lg)
TA
BLE
AU
II.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sal
arié
s 20
11
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
TA
BE
L II.
2
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
11
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
25
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2010 et 2011
Volgens de economische begroting van het INR van september 2010 bedroeg de groei van het bbp in 2010 in reële termen 1,80 %. Voor 2011 wordt de groei van het bbp op 1,7 % geraamd. De groeivoet van de gezondheidsindex trekt aan van 1,6 % in 2010 tot 1,9 % in 2011. De spilindex (112,72) werd bereikt in augustus 2010 (aanpassing sociale prestaties in september 2010 en wedden in oktober 2010). Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de huidige spilindex (114,97) in september 2011 overschreden worden (aanpassing sociale prestaties in oktober 2011 en wedden in november 2011).
Selon le budget économique de l’ICN de septembre 2010, la croissance du PIB en termes réels s’élevait à 1,80 % pour 2010. Pour 2011, le taux de croissance du PIB est estimé à 1,7 %. Le taux de croissance de l’indice progresse de 1,6 % en 2010 et de 1,9 % en 2011. L'indice pivot (112,72) a été atteint en août 2010 (adaptation des prestations sociales en septembre 2010 et des traitements en octobre 2010). Selon les prévisions mensuelles relatives à l’indice santé, l’indice actuel (114,97) serait à nouveau dépassé en septembre 2011 (adaptation des prestations sociales en septembre 2011 et des traitements en octobre 2011).
De RSZ gaat uit van de volgende hypothesen voor de loonmassa van de privésector:
L’ONSS part des hypothèses suivantes pour la masse salariale du secteur privé :
2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
Aanpassing oktober 2010 /
Adaptation octobre 2010
(*)
Initieel /Initial
(*)
Bbp in volume 1,40 % 1,80 % 1,70 % PIB en volume
Loonmassa 0,20 % 1,55 % 2,93 % Masse salarialeIndexering Indexation
Reële loonstijging Hausse réelle des salaires
Tewerkstelling (VTE) -0,65 % 0,43 % 0,87 % Emploi (ETP)
Uitbreiding toepassingsgebied Extension champ d'application
Bron: RSZ Source: ONSS
(*) De cijfers zijn gebaseerd op de economische begroting van september 2010.
(*) Les chiffres sont basés sur le budget économique de septembre 2010.
0,85 %
2010
1,12 % 2,06 %
2010 2010
Het globale saldo bedraagt -678.074 duizend EUR in vergelijking met 129.156 duizend EUR bij de aanpassing van de begroting in maart 2010. Deze daling is het resultaat van een daling van de ontvangsten met 261.737 duizend EUR en een stijging van de uitgaven met 545.493 duizend EUR.
Le solde global s’élève à -678.074 milliers EUR par rapport à 129.156 milliers EUR lors de l’adaptation du budget en mars 2010. Cette diminution est le résultat d’une diminution des recettes de 261.737 milliers EUR et d’une augmentation des dépenses de 545.493 milliers EUR.
Ontvangsten Recettes
Het totaal van de bijdragen voor de RSZ stijgt met 239.476 duizend EUR ten opzichte van de
Le total des cotisations à l’ONSS augmente de 239.476 milliers EUR par rapport à l’adaptation
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
26
aanpassing van de begroting in maart 2010. Wat de inhoud van de rubrieken betreft, wordt de loonmatigingsbijdrage, die vroeger afzonderlijk werd vermeld, mee opgenomen in de gewone bijdragen. Op dezelfde wijze wordt de loonmatigingsbijdrage op het dubbel vakantiegeld ook bij de gewone bijdragen opgenomen.
du budget en mars 2010. En ce qui concerne le contenu des rubriques, la cotisation de modération salariale qui auparavant était mentionnée séparément, est incluse dans les cotisations ordinaires. De même, la cotisation de modération salariale sur le double pécule de vacances se retrouve aussi dans les cotisations ordinaires.
De Staatstoelage bedraagt 8.109.936 duizend EUR.
La subvention de l’Etat s’élève à 8.109.936 milliers EUR.
De alternatieve financiering stijgt met 204.643 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 omwille van voornamelijk de volgende redenen:
Le financement alternatif augmente de 204.643 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010, et ce pour les raisons principales suivantes:
Het basisbedrag van de btw-ontvangsten toegewezen aan de werknemers stijgt met 87.871 duizend EUR. Dit is het gevolg van een stijging van de btw-ontvangsten met 390.200 duizend EUR.
Le montant de base des recettes de TVA affecté aux travailleurs salariés augmente de 87.871 milliers EUR. Il s’agit de la conséquence d’une augmentation des recettes de TVA de 390.200 milliers EUR.
Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 87.604 duizend EUR door meer ontvangsten en minder uitgaven binnen de geneeskundige verzorging.
Le montant destiné au financement des soins de santé diminue de 87.604 milliers EUR en raison d’une augmentation des recettes et une diminution des dépenses des soins de santé.
Een bedrag van 166.253 duizend EUR wordt opgenomen voor achterstallen 2009.
Un montant de 166.253 milliers EUR est prélevé pour les arriérés 2009.
De ontvangsten uit stock options liggen 31.502 duizend EUR hoger dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2010.
Les recettes provenant des stock options sont supérieurs de 31.502 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010.
De toegewezen ontvangsten liggen 20.725 duizend EUR hoger dan bij de aanpassing van de begroting in maart 2010. Het betreft voornamelijk de bijzondere bijdrage sociale zekerheid binnen de RSZ. Deze stijgt met 15.627 duizend EUR.
Les recettes affectées sont supérieures de 20.725 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010. Il s’agit principalement de la cotisation spéciale de sécurité sociale à l’ONSS. Celle ci augmente de 15.627 milliers EUR.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een storting van 299.689 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement de 299.689 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Ten gevolge van een beslissing van de regering bij de opmaak van de initiële begroting 2010 in september 2009 werd binnen de begrotings-doelstelling 2010 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag zal als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het
Suite à une décision du gouvernement lors de l’élaboration du budget initial 2010 en septembre 2009, il a été prévu dans l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, qu’un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
27
stelsel van de zelfstandigen.
Bij de externe overdrachten is er een stijging van 77.935 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010. Dit komt voornamelijk doordat de externe overdrachten bij het FAO en de RVA stijgen met respectievelijk 28.050 duizend EUR en 49.885 duizend EUR.
Dans les transferts externes, on enregistre une augmentation de 77.935 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010. Cela provient essentiellement du fait que les transferts externes du FAT et de l’ONEm augmentent respectivement de 28.050 milliers EUR et de 49.885 milliers EUR.
Er is een beperkte stijging van de opbrengsten van beleggingen van 6.116 duizend EUR.
On observe une augmentation limité de 6.116 milliers EUR des revenus de placement.
De diverse ontvangsten kennen een stijging van 22.273 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010. Bij de RSZ stijgen de diverse ontvangsten met 25.439 duizend EUR.
Les recettes diverses connaissent une augmentation de 22.273 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010. A l’ONSS, les recettes diverses augmentent de 25.439 milliers EUR.
De lening zonder interest van de federale staat aan de sociale zekerheid voor werknemers in 2010 zit voor een bedrag van 856.400 duizend EUR vervat in de kapitaalontvangsten.
Le prêt sans intérêts de l'État fédéral à la sécurité sociale des travailleurs salariés en 2010 est inclus pour un montant de 856.400 milliers EUR dans les recettes de capital.
We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.
Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.
Uitgaven Dépenses
De sociale prestaties stijgen met 39.002 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 tot 37.704.247 duizend EUR. De stijging dient voornamelijk gezocht te worden bij de RVP (+135.060 duizend EUR), de RKW (+35.334 duizend EUR) en het RIZIV-Uitkeringen (+34.476 duizend EUR). De RVA kent een daling van -188.946 duizend EUR.
Les prestations sociales augmentent de 39.002 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010 pour atteindre 37.704.247 milliers EUR. L'augmentation est principalement due à l'ONP (+135.060 milliers EUR), à l'ONAFTS (+35.334 milliers EUR) et à l'INAMI-Indemnités (+34.476 milliers EUR). L'ONEm accuse une diminution de -188.946 milliers EUR.
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging (21.412.031 duizend EUR) met 466.394 duizend EUR voornamelijk ten gevolge van de afsluiting 2008 en de voorlopige afsluiting 2009 bij de geneeskundige verzorging.
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010, le transfert vers les soins de santé (21.412.031 milliers EUR) augmente 466.394 milliers EUR principalement en raison de la clôture 2008 et de la clôture provisoire 2009 au sein des soins de santé.
Daarnaast daalt de externe overdracht betreffende de bijzondere toewijzing “jongerenbonus non-profitsector” met 42.626 duizend EUR, valt de externe overdracht naar het FCUD (20.000 duizend EUR) weg en is er
A côté de cela, le transfert externe concernant la dotation particulière “bonus jeunes secteur non-marchand” diminue de 42.626 milliers EUR, le transfert externe vers le FESC est supprimé (20.000 milliers EUR) et il y a une dépense
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
28
een bijkomende uitgave sociale maribel (+19.655 duizend EUR) en bedrijfsvoorheffing Maribelfondsen (+13.564 duizend EUR).
supplémentaire pour le maribel sociale (+19.655 milliers EUR) et le précompte professionnel Fonds Maribel (+13.564 milliers EUR).
De diverse uitgaven wijzigen voornamelijk bijde RVA. Bij de RVA is er een stijging van de diverse uitgaven met 78.442 duizend EUR ten opzichte van de begrotingsaanpassing van maart 2010. De uitgaven voor de dienstencheques (+79.099 duizend EUR) veroorzaken grotendeels deze evolutie.
Les dépenses diverses subissent des modifications essentiellement à l’ONEm. A l’ONEm, on enregistre une augmentation des dépenses diverses de 78.442 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget de mars 2010. Les dépenses consacrées aux titres-services (+79.099 milliers EUR) sont en grande partie responsables de cette évolution.
Resultaat Résultat
De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, bedragen voor 2010 39.470.674 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 38.738.509 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSZ-Globaal beheer -732.165 duizend EUR in 2010.
Au total, les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, s’élèvent pour 2010 à 39.470.674 milliers EUR. Comme les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des dépenses propres de l’ONSS et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 38.738.509 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de -732.165 milliers EUR en 2010.
Het saldo van het RIZIV-Uitkeringen is het resultaat van de afsluiting van de rekening 2008.
Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat de la clôture des comptes de 2008.
2011 2011
Ontvangsten Recettes
De eigen lopende ontvangsten bedragen 65.614.143 duizend EUR, hetzij een verhoging van 6,54 % ten opzichte van 2010.
Le total des recettes courantes propres s’élève à 65.614.143 milliers EUR, soit une augmentation de 6,54 % par rapport à 2010.
De evolutie van de lopende ontvangsten wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de bijdragen ontvangen door de RSZ met 1.474.093 duizend EUR en een stijging van de alternatieve financiering voor de geneeskundige verzorging met 1.316.763 duizend EUR.
L’évolution des recettes courantes est principalement expliquée par une augmentation des cotisations perçues par l'ONSS de 1.474.093 milliers EUR et par une augmentation du financement alternatif pour les soins de santé de 1.316.763 milliers EUR.
De Staatstoelage, met inbegrip van de bijkomende staatstoelage, bedraagt 8.480.527 duizend EUR. Het betreft een stijging van 370.591 duizend EUR ten opzichte van 2010.
La subvention de l’Etat, y compris la subvention de l’Etat spécifique, s’élève à 8.480.527 milliers EUR. Cela signifie une augmentation de 6370.591 milliers EUR par rapport au 2010.
Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van
Un versement supplémentaire de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
29
5.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Binnen de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40, § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 1.093.500 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40, § 1er de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 1.093.500 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
De federale Staat leent - zonder interest - in 2011 een bedrag van 1.066.100 duizend EUR aan de sociale zekerheid voor werknemers. Het geleende kapitaal wordt terugbetaald door de sociale zekerheid voor werknemers op 20 jaar, in gelijke jaarlijkse schijven, vanaf 2012. Deze is vervat in de kapitaalontvangsten.
L’Etat fédéral prête –sans intérêts- à la sécurité sociale des travailleurs salariés un montant de 1.066.100 milliers EUR en 2011. Le capital emprunté est remboursé par la sécurité sociale des travailleurs salariés sur 20 ans, en tranches annuelles égales, à partir de 2012. Ce montant est inclus dans les recettes de capital.
We merken op dat kapitaalverrichtingen het ESR-saldo niet beïnvloeden. Dit wordt enkel beïnvloed door de lopende verrichtingen.
Notons que les opérations de capital n’influencent pas le solde SEC, celui-ci étant déterminé uniquement par les opérations courantes.
Uitgaven Dépenses
Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 65.756.871 duizend EUR, hetzij een verhoging van 4,18 % ten opzichte van 2010.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 65.756.871 milliers EUR, soit une augmentation de 4,18 % par rapport à 2010.
De evolutie van de lopende uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door de sociale prestaties die stijgen met 1.614.149 duizend EUR en de overdracht naar het RIZIV Geneeskundige verzorging die stijgt met 812.748 duizend EUR.
L’évolution des dépenses courantes est principalement expliquée par le fait que les prestations sociales augmentent de 1.614.149 milliers EUR et que le transfert à l'INAMI-Soins de santé augmente de 812.748 milliers EUR.
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 41.297.907 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 42.219.940 duizend EUR bedragen, is het saldo
Les besoins des branches, à l’exception des soins de santé, sont estimés à 41.297.907 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’ONSS-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 42.219.940 milliers EUR, le solde de l’ONSS-Gestion globale est de 922.032 milliers EUR en 2011.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
30
van het RSZ-Globaal beheer 922.032 duizend EUR in 2011.
Daarnaast heeft de RVP een positief saldo van 573 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de opbrengsten uit de beleggingen die de RVP verricht met de fondsen die ze vorig jaar heeft ontvangen van het RIZIV voor de tweede pensioenpijler voor onder meer thuisverpleegkundigen.
En outre, l’ONP a un solde positif de 573 milliers EUR. Ce montant correspond aux revenus de placements que l’ONP réalise avec les fonds qu’il a reçus de l’INAMI l’année précédente pour le deuxième pilier de pension destiné entre autres aux infirmières à domicile.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
31
2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
Aanpassing oktober 2010 /
Adaptation octobre
2010
Initieel /Initial
Bijzondere toewijzingen 557.558 544.526 590.465 Affectations spéciales
Sociale Maribel 478.209 497.864 545.742 Maribel social
Wetenschappelijke Maribel 33.723 33.062 33.723 Maribel scientifique
Jongerenbonus (non profit) 45.626 13.600 11.000 Bonus jeunes (non-marchand)
Vermindering patronale bijdragen 5.150.382 5.139.301 5.187.232 Réductions cotisations patronales
In uitdoving (1) 50 En voie d'extinction (1)
Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 1.661 1.546 1.577 Jeunes en difficulté de réinsertion
Wetenschappelijk onderzoek 17.192 18.388 18.756 Recherche scientifique
Gesubsidieerde contractuelen 272.287 274.422 279.910 Contractuels subventionnés
Baggeraars, sleepvaart 2.696 3.117 3.173 Dragueurs, remorquage
Loonmatiging universiteiten 67.359 67.359 68.531 Modération salariale universités
Statuut kunstenaars 13.313 13.548 13.781 Statut artistes
Onthaalmoeders 13.936 13.909 14.152 Gardiennes d'enfants
Doelgroepen 216.682 208.942 213.014 Groupes-cibles
Herstructurering 6.805 6.243 5.896 Restructuration
Vorming 9.000 9.000 11.000 Formation
Arbeidsduurvermindering 14.610 15.707 13.928 Réduction du temps de travail
Eerste aanwervingen 106.587 101.501 104.437 Premiers engagements
Risicogroepen 42.168 40.703 40.389 Groupes risque
Activering 246 209 208 Activation
WEP/DSP 12.508 11.512 12.814 WEP/DSP
SINE 24.758 24.067 24.342 SINE
Doelgroepen "overgangsperiode" 573.025 576.217 576.597 Groupes-cibles "période de transition"
Jonge werknemers 117.602 112.747 110.514 Jeunes travailleurs
Langdurig werkzoekenden 160.197 148.529 155.016 Chômeurs de longue durée
Ouderenbonus 133.914 138.637 146.569 Bonus travailleurs âgés
Oudere werknemers 161.312 176.304 164.498 Travailleurs âgés
Structurele bijdragenverminderingen 3.971.960 3.961.631 3.997.515 Réductions structurelles cotisations
Hoge lonen 429.958 469.676 Hauts salaires
Lage lonen 291.000 241.142 Bas salaires
Forfait 3.251.002 3.961.631 3.286.697 Forfait
Diversen 221 222 226 Divers
Vermindering persoonlijke bijdragen 676.310 671.744 691.473 Réductions cotisations personnelles
Algemeen (werkbonus inbegrepen) 675.307 670.186 690.491 Ordinaire (y compris bonus-emploi)
Baggeraars, sleepvaart 153 179 182 Dragueurs, remorquage
Herstructurering 850 1.379 800 Restructuration
TOTAAL 6.384.250 6.355.571 6.469.170 TOTAL
(1) Remplacé par groupe-cibles à partir du 1er janvier 2004.
Réductions de cotisations sociales - ONSS2010-2011
(1) Is vanaf 1 januari 2004 vervangen door doelgroepen.
TABEL II.3
Sociale bijdragenverminderingen - RSZ 2010-2011
(In duizend EUR)
TABLEAU II.3
(En milliers EUR)
2010
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
32
3 Evolutie van de prestaties 2010-2011 3 Évolution des prestations 2010-2011
In 2011 zal het totaal van de sociale prestaties 39.318.395 duizend EUR bedragen, hetzij 4,28 % meer dan in 2010.
En 2011, le total des prestations sociales atteindra 39.318.395 EUR, soit 4,28 % de plus qu’en 2010.
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen II.4 en II.5. De evolutie van de indexering van de prestaties wordt in tabel II.6 voorgesteld. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel II.7.
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux II.4 et II.5. L’évolution de l’indexation des prestations apparaît au tableau II.6. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau II.7.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
33
201
1
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g
okt
ob
er 2
010
/A
dap
tati
on
o
cto
bre
201
0
(II)
Init
ieel
/In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
RIZ
IV-U
itker
inge
n 4.
982.
418
5.01
6.89
45.
318.
821
34.4
760,
69 %
301.
927
6,02
%IN
AM
I-In
dem
nité
s R
VP
(1)
18.1
47.5
0118
.282
.561
19.0
38.9
2013
5.06
00,
74 %
756.
359
4,14
%O
NP
(1)
RK
W
4.14
4.53
54.
179.
869
4.29
4.07
335
.334
0,85
%11
4.20
42,
73 %
ON
AF
TS
FA
O
188.
905
190.
005
192.
903
1.10
00,
58 %
2.89
81,
53 %
FA
T
FB
Z
293.
519
297.
489
270.
952
3.97
01,
35 %
-26.
537
-8,9
2 %
FM
P
RV
A-W
erkl
oosh
eid
7.53
9.75
47.
342.
388
7.47
9.97
4-1
97.3
66-2
,62
%13
7.58
61,
87 %
ON
Em
-Chô
mag
e
RV
A-B
rugp
ensi
oene
n 1.
585.
255
1.59
7.07
11.
646.
492
11.8
160,
75 %
49.4
213,
09 %
ON
Em
-Pré
pens
ions
RV
A-L
oopb
aano
nder
brek
ing
785.
531
782.
135
806.
771
-3.3
96-0
,43
%24
.636
3,15
%O
NE
m-I
nter
rupt
ion
de c
arriè
re
Su
bto
taal
37
.667
.418
37.6
88.4
1239
.048
.906
20.9
940,
06 %
1.36
0.49
43,
61 %
So
us-
tota
l
Mijn
wer
kers
-Inv
alid
iteit
2.56
92.
577
2.21
78
0,31
%-3
60-1
3,97
%M
ineu
rs-I
nval
idité
HV
KZ
-ZIV
10
.195
10.1
9510
.389
00,
00 %
195
1,91
%C
SP
M-A
MI
Poo
l der
Zee
liede
n-W
erkl
oosh
eid
3.06
33.
063
2.54
20
0,00
%-5
21-1
7,01
%P
ool d
es M
arin
s-C
hôm
age
TO
TA
AL
37
.683
.245
37.7
04.2
4739
.064
.054
21.0
020,
06 %
1.35
9.80
83,
61 %
TO
TA
L
Onv
erde
elde
pre
stat
ies
-18.
000
25
4.34
118
.000
-100
,00
%25
4.34
1
Pre
stat
ions
non
-rép
arti
AA
NG
EP
AS
T T
OT
AA
L
37.6
65.2
4537
.704
.247
39.3
18.3
9539
.002
0,10
%1.
614.
149
4,28
%T
OT
AL
AJU
ST
E
(1)
Van
af 2
008:
RV
P-K
apita
lisat
ie in
begr
epen
.(1
) A
par
tir d
e 20
08: y
com
pris
, ON
P-C
apita
lisat
ion.
TA
BE
L II.
4
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r w
erkn
emer
s 20
10-2
011
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
(In
dui
zend
EU
R)
TA
BLE
AU
II.4
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
sa
lari
és 2
010-
2011
(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
(E
n m
illie
rs E
UR
)
2010
(II)
/ (I
) 2
011
/ 201
0 2
010
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
34
2011
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
(I)
Aanpassing oktober 2010 /
Adaptation octobre 2010
(II)
Initieel / Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In % / En %
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In % / En %
RIZIV-Uitkeringen (vergoede dagen) 121.176.770 120.652.127 124.719.045 -524.643 -0,43 % 4.066.918 3,37 % INAMI-Indemnités (jours indemnisés)
Primaire arbeidsongeschiktheid 31.231.985 30.795.933 31.709.283 -436.052 -1,40 % 913.350 2,97 % Incapacité primaire
Invaliditeit 79.095.264 79.866.308 82.524.097 771.044 0,97 % 2.657.789 3,33 % Invalidité
Moederschap 10.369.695 9.570.934 10.064.004 -798.761 -7,70 % 493.070 5,15 % Maternité
Vaderschap 479.826 418.952 421.661 -60.874 -12,69 % 2.709 0,65 % Paternité
RVP-Repartitie (jaargemiddelde) 3.638.765 3.644.215 3.690.185 5.450 0,15 % 45.970 1,26 % ONP-Répartition (moyenne annuelle)
Rustpensioenen 1.440.850 1.441.875 1.470.085 1.025 0,07 % 28.210 1,96 % Pensions de retraite
Overlevingspensioenen 484.260 482.230 478.950 -2.030 -0,42 % -3.280 -0,68 % Pensions de survie
Vakantiegeld 1.655.240 1.661.690 1.685.065 6.450 0,39 % 23.375 1,41 % Pécule de vacances
Verwarmingstoelage 58.415 58.420 56.085 5 0,01 % -2.335 -4,00 % Allocation de chauffage
RVP-Kapitalisatie (jaargemiddelde) 622.175 621.345 575.400 -830 -0,13 % -45.945 -7,39 % ONP-Capitalisation (moyenne annuelle)
RKW (rechtgevende kinderen) 2.101.732 2.107.109 2.121.552 5.377 0,26 % 14.443 0,69 % ONAFTS (enfants bénéficiaires)
Nationale verdeling 1.965.198 1.971.988 1.986.166 6.790 0,35 % 14.178 0,72 % Répartition nationale
Gewaarborgde gezinsbijslag 15.351 15.362 15.504 11 0,07 % 142 0,92 % Prestations familiales garanties
Tijdelijke leerkrachten 15.105 16.363 16.363 1.258 8,33 % 0 0,00 % Enseignants temporaires
Kraamgeld 105.854 103.050 103.173 -2.804 -2,65 % 123 0,12 % Allocations de naissance
Adoptiepremie 224 346 346 122 54,46 % 0 0,00 % Primes d'adoption
Jaarlijkse toeslag 0-5j 566.000 572.335 579.124 6.335 1,12 % 6.789 1,19 % Supplément annuel 0-5a
Jaarlijkse toeslag 6-11j 534.868 527.256 524.214 -7.612 -1,42 % -3.042 -0,58 % Supplément annuel 6-11a
Jaarlijkse toeslag 12-17j 540.311 528.568 526.591 -11.743 -2,17 % -1.977 -0,37 % Supplément annuel 12-17a
Jaarlijkse toeslag 18-24j 307.862 327.670 340.601 19.808 6,43 % 12.931 3,95 % Supplément annuel 18-24a
+ 25 jarigen 15.546 15.535 15.012 -11 -0,07 % -523 -3,37 % + 25 ans
FAO (gerechtigden) 140.836 142.111 143.169 1.275 0,91 % 1.058 0,74 % FAT (bénéficiaires)
FBZ (aantal uitkeringen) 73.125 72.780 69.284 -345 -0,47 % -3.496 -4,80 % FMP (nombre d'indemnités)
RVA (jaargemiddelde fysieke eenheden) 1.365.071 1.314.244 1.316.062 -50.827 -3,72 % 1.818 0,14 %ONEm (moyenne annuelle des unités physiques)
Werkloosheid 977.308 927.018 922.662 -50.290 -5,15 % -4.356 -0,47 % Chômage
Volledige werkloosheid 700.498 665.798 682.798 -34.700 -4,95 % 17.000 2,55 % Chômage complet
Tijdelijke werkloosheid 166.256 175.075 142.414 8.819 5,30 % -32.661 -18,66 % Chômage temporaire
Activeringsprogramma's 71.602 74.400 86.500 2.798 3,91 % 12.100 16,26 % Programmes d'activation
Jeugdvakantie 2.909 2.850 2.850 -59 -2,03 % 0 0,00 % Vacances des jeunes
Seniorvakantie 160 100 100 -60 -37,50 % 0 0,00 % Vacances des séniors
Onthaalouders 3.633 3.700 3.700 67 1,84 % 0 0,00 % Gardiennes d'enfants
Overgang zwaar naar licht werk 2.250 1.500 2.300 -750 -33,33 % 800 53,33 % Conversion de travail lourd à léger
Crisispremie 30.000 3.595 2.000 -26.405 -88,02 % -1.595 -44,37 % Prime de crise
Brugpensioenen 121.563 121.300 122.800 -263 -0,22 % 1.500 1,24 % Prépensions
Loopbaanonderbreking 131.700 133.800 139.000 2.100 1,59 % 5.200 3,89 % Interruption de carrière
Tijdskredieten 134.500 132.126 131.600 -2.374 -1,77 % -526 -0,40 % Crédit-temps
Mijnwerkers-Invaliditeit (gevallen) Mineurs-Invalidité (cas)
Invaliditeitspensioen 170 170 148 0 0,00 % -22 -12,94 % Pension d'invalidité
Pensioencomplement 170 170 148 0 0,00 % -22 -12,94 % Complément de pension
Verwarmingstoelage 170 170 148 0 0,00 % -22 -12,94 % Allocation de chauffage
HVKZ-ZIV (vergoede dagen in primaire ongeschiktheid en invaliditeit)
47.120 47.120 47.120 0 0,00 % 0 0,00 %CSPM-AMI (jours indemnisés en incapacité primaire et invalidité)
Pool der Zeelieden-Werkloosheid (1)
(vergoede dagen voor werkloosheid, brugpensioenen, begeleidingsplan en beroepsopleiding)
62.530 62.530 50.585 0 0,00 % -11.945 -19,10 %
Pool des Marins-Chômage (2)
(jours indemnisés en chômage, prépensions, plan d'accompagnement et formation professionnelle)
(1) Tijdelijke werkloosheid niet inbegrepen. (1) Non compris, le chômage temporaire.
2011 / 20102010 (II) / (I)2010
TABLEAU II.5
Facteurs de volume des prestations du régime de la gestion globale des travailleurs salariés 2010-2011
(hormis soins de santé)
TABEL II.5
Volumefactoren van de prestaties van het stelsel globaal beheer voor werknemers 2010-2011
(geneeskundige verzorging uitgezonderd)
Spilindex / Indice pivot (2004 = 100)
Gemiddelde spilindex /
Indice pivot moyen
(2004 = 100)
Jaarlijkse toename /
Accroissement annuel
(*)
2010: september 112,72 111,25 0,67 % 2010: septembre
2011: oktober 114,97 113,28 1,82 % 2011: octobre
(*) Van de gemiddelde spilindex. | (*) De l'indice pivot moyen.
TABEL II.6
Indexering van de prestaties 2010-2011
TABLEAU II.6
Indexation des prestations 2010-2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
35
2010 2011
1. Uitkeringen 174,05 179,31 1. Indemnités
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire ongeschiktheid (van 55 % naar 60 %)
1.1.2009 44,83 47,01 - augmentation du taux d'indemnisation des cohabitants pour l'incapacité primaire (de 55 % à 60 %)
- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari 2009
1.1.2009 1,48 1,68 - augmentation de 0,8 % du plafond AMI à prendre en considération pour les cas d'incapacité primaire, de maternité et d'invalidité prenant cours au plus tôt au 1er janvier 2009
- aanpassing cumulregel vakantiedagen
1.1.2009 4,70 4,81 - adaptation règle de cumul, jours de vacances
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)
1.5.2009 8,60 9,27 - augmentation du taux d'indemnisation des invalides isolés (de 53 % à 55 %)
- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.6.2009 22,03 23,27 - augmentation des indemnités liées à la pension minimum
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers
1.6.2009 6,21 6,53 6,53 - liaison automatique au revenu d'intégration du montant journalier des indemnités minimums des travailleurs non-réguliers
- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)
1.9.2009 10,15 10,47 10,47 - augmentation de 2 % pour les minimas travailleurs réguliers (cohabitants)
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 8,49 7,93 - augmentation de 0,8 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours avant 2008 ( à l'exclusion des minimas)
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 8,77 8,00 - augmentation de 2 % des indemnités d'invalidité qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002 (à l'exclusion des minimas)
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 1,63 1,51 - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans
- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten van het RIZIV met deze van de RVP
1.9.2009 0,73 0,66 - mise en concordance des cohortes de l'Inami avec celles de l'ONP en ce qui concerne la date d'entrée
- verhoging van de minimumuitkering voor primaire ongeschiktheid voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %
1.1.2010 0,20 0,21 0,21 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'incapacité primaire minima travailleur régulier cohabitant
- verhoging van maxima van de lang-durige invaliden van vóór april 2004
1.1.2010 14,00 13,09 13,09 - augmentation des maxima des anciens invalides avant avril 2004
- verhoging van de minimum-invaliditeitsuitkering voor regelmatige samenwonende werknemers met 2 %
1.1.2010 10,38 10,74 10,74 - augmentation de 2 % de l'indemnité d'invalidité minima travailleur régulier cohabitant
- bij invaliditeit, aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangings-inkomen
1.1.2010 8,55 9,00 9,00 - en invalidité, adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement
- inhaaloperatie voor de langdurig invaliden
1.5.2010 11,18 11,47 11,47 - opération de rattrapage pour les invalides de longue durée
- werkverwijdering van de zwangere vrouwen - harmonisering
1.1.2010 11,50 11,96 11,96 - écartement du travail des femmes enceintes - harmonisation
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,62 1,69 1,69 - augmentation des indemnités ayant pris cours il y a 6 ans
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
TABLEAU II.7
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
TABEL II.7
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2010-2011 (*)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
(In miljoen EUR)
Estimations budgétaires des corrections sociales 2010-2011 (*)
(En millions EUR)
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
36
2010 2011
2. Werkloosheid 279,74 390,52 2. Chômage
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode
1.5.2009 8,76 - augmentation du taux des isolés de 53 % à 55 % pour la deuxième période
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen
1.9.2009 48,38 50,51 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs complets
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen
1.9.2009 0,06 0,05 - augmentation de 2 % des allocations minimums (forfaits inclus) des chômeurs temporaires
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden
1.9.2009 0,09 0,08 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des prépensionnés
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie
1.9.2009 0,00 0,00 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) vacances jeunes et vacances seniors
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders
1.9.2009 0,09 0,10 - augmentation de 2% des allocations minimums (forfaits inclus) des parents d'accueil
- ancienniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen
1.1.2009 0,06 0,07 - complémént d'ancienneté pour les personnes licenciées à 56 ou 57 ans
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar
1.1.2009 15,64 16,33 - augmentation du taux des cohabitants de 58 % à 60 % pour la première année
- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers
1.1.2009 24,78 25,45 - augmentation de 300 EUR du plafond salarial pendant les 6 premiers mois de chômage pour les nouveaux entrants
- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhoging van het plafond hierboven genoemd
1.1.2009 0,51 0,54 - augmentation de 0,8 % pour les autres qui ne bénéficient pas des augmentations de plafond visées ci-dessus
- aanpassing van het statuut "gezinshoofd"
1.1.2010 4,00 4,00 4,00 - adaptation du statut "chef de ménage"
- verlenging tot 31 december 2010 van de 3 crisismaatregelen
1.1.2010 54,96 - prolongation des 3 mesures de crise jusqu'au 31 décembre 2010
- activering van de jongeren van minder dan 26 jaar met ten hoogste een diploma van het secundair onderwijs en van de werknemers ouder dan 45 jaar (voor de aanwervingen tussen 1 januari 2010 en 31 december 2011)
1.1.2010 107,60 293,40 - activation des jeunes de moins de 26 ans disposant au maximum d'un diplôme d'enseignement secondaire et des travailleurs âgés de plus de 45 ans (pour les engagements réalisés entre le 1 janvier 2010 et le 31 décembre 2011)
-uitbreiding van de stagebonus na de schooplichtige leeftijd en verhoging van het bedrag
1.1.2010 10,00 10,00 - extension du bonus de stage au-delà de l'âge d'obligation scolaire et augmentation du montant
- vermindering van de werkgeversbijdragen voor de mentoren in ondernemingen
1.1.2010 4,80 4,80 - réduction de cotisations patronales pour les tuteurs en entreprise
(In miljoen EUR) (vervolg) (En millions EUR) (suite)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
37
2010 2011
2. Werkloosheid (vervolg) 10,00 3,00 2. Chômage (suite)
-bijdragevermindering en activeringsmaatregel voor werknemers aangeworven door een opleidings- of onderwijsoperator
1.1.2010 1,50 3,00 1,50 -réduction de cotisation et mesure d'activation pour les travailleurs recrutés par un opérateur de formation ou d'enseignement
- versoepeling van de reglementering voor de invoegstages
1.1.2010 0,50 0,50 - assouplissement de la réglementation sur les stages d'insertion
- uitbreiding van de terugbetaling van medische onderzoeken
1.1.2010 2,00 2,00 - élargissement du remboursement des examens médicaux
- definitie van risicogroepen en oprichting van een tewerkstellings-fonds voor de opleidingen voor risicogroepen
1.1.2010 6,00 6,00 - définition des groupes à risque et création d'un fonds pour l'emploi pour les formations envers les groupes à risque
3. Pensioenen 319,42 326,72 3. Pensions
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.6.2009 70,52 73,34 - augmentation de 3 % de la pension minimum
- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %
1.6.2009 95,00 91,68 - augmentation de 2 % des pensions qui ont pris cours il y a plus de 15 ans
- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)
1.6.2009 132,21 127,59 - augmentation de 1,5 % des autres pensions (non concernées par les mesures ci-dessus)
- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009
1.6.2009 2,68 5,89 - augmentation de 5,05 % du droit minimum par année de carrière pour les pensions prenant cours au plus tôt
le 1er septembre 2009
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %
1.9.2009 14,18 13,97 - augmentation de 2 % des pensions ayant pris cours en 2004
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 4,82 14,26 14,26 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
(In miljoen EUR) (vervolg)
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
(En millions EUR) (suite)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
38
2010 2011
4. Gezinsbijslag 30,53 8,44 4. Prestations familiales- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.1.2009 30,53 - supplément d'âge annuel de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 p.m. p.m. - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993
- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen
1.1.2011 8,44 - supplément d'âge annuel : augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-24 ans
5. Arbeidsongevallen 0,04 5. Accidents du travail
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,04 0,12 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
6. Beroepsziekten 17,81 5,66 6. Maladies professionnelles
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits
1.9.2009 3,21 3,18 - augmentation de 2 % des minimas et des forfaits
- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008
1.9.2009 0,21 0,19 - augmentation de 0,8 % de toutes les allocations qui ont pris cours avant 2008
- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002
1.9.2009 1,19 1,17 - augmentation de 2 % de toutes les allocations qui ont pris cours à partir de 1994 jusque et y compris 2002
- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen
1.9.2009 0,10 0,97 - augmentation de 0,8 % du plafond de calcul pour les nouveaux entrants
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,08 0,08 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
- behoud van de socio-economische factoren
1.1.2010 13,00 13,00 - maintien des facteurs socio-économiques
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2010 0,02 0,07 0,07 - augmentation de 2 % des allocations qui ont pris cours il y a 6 ans
7. Diversen 254,34 7. Divers
- globale enveloppe voor de welvaartsaanpassingen
1.1.2011 254,34 - enveloppe globale pour les adaptations au bien-être
TOTAAL 831,58 1.168,00 TOTAL
Sociale correcties - Stelsel van de werknemers
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
Corrections sociales - Régime des travailleurs salariés
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
(En millions EUR) (suite) (In miljoen EUR) (vervolg)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
39
HOOFDSTUK III CHAPITRE III
HET GLOBAAL BEHEER VOOR ZELFSTANDIGEN
LA GESTION GLOBALE DES TRAVAILLEURS INDEPENDANTS
1 Tabellen voor 2010 en 2011 1 Tableaux de 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
De tabellen hebben dezelfde opmaak als deze voor de werknemers.
La forme des tableaux est similaire à celle des travailleurs salariés.
In tabellen III.1 en III.2 wordt een consolidering van de ontvangsten en uitgaven van de uitkeringsinstellingen (RIZIV-Geneeskundige verzorging uitgezonderd) en van het RSVZ-Globaal beheer voorgesteld.
Les tableaux III.1 et III.2 présentent une consolidation des recettes et des dépenses des organismes prestataires (hormis INAMI-Soins de santé) et de l’INASTI-Gestion globale.
De totale lopende ontvangsten en de totale lopende uitgaven zijn kenmerkend voor elke tak apart. Op het geconsolideerde niveau daarentegen zijn de kenmerkende bedragen de totale eigen ontvangsten en de totale uitgaven vóór overdrachten. De overdrachten tussen de takken binnen het globaal beheer werden aldus afzonderlijk beschouwd om te voorkomen dat een ontvangst of een uitgave tweemaal in het geconsolideerde totaal zou worden geboekt.
Le total des recettes courantes et le total des dépenses courantes sont significatifs pour chaque branche prise séparément. Par contre, au niveau consolidé, les montants significatifs sont ceux du total des recettes propres et du total des dépenses avant transferts. C’est pourquoi on a isolé les transferts entre branches au sein de la gestion globale afin d’éviter de comptabiliser deux fois une recette ou une dépense dans le total consolidé.
De overdracht van het RSVZ-Globaal beheer naar de uitkeringsinstellingen vertegenwoordigt de te financieren behoeften van de takken. De financiering van de geneeskundige verzorging ten laste van het stelsel van de zelfstandigen komt tevoorschijn in de rubriek externe overdrachten van RSVZ-Globaal beheer.
Le transfert de l’INASTI-Gestion globale vers les organismes prestataires représente les besoins à financer des branches. Le financement des soins de santé à charge du régime des travailleurs indépendants apparaît dans la rubrique « Transferts externes » de l’INASTI-Gestion globale.
Het bedrag voor de beheerskosten van het RSVZ omvat niet alleen de beheerskosten met betrekking tot de inning en tot het beheer van de ontvangsten, maar ook deze met betrekking tot de gezinsbijslag, tot de faillissements-verzekering en tot de palliatieve verzorging.
Le montant des frais d’administration de l’INASTI inclut non seulement les frais d’administration relatifs à la perception et à la gestion des recettes, mais aussi ceux relatifs aux prestations familiales, à l’assurance-faillite et aux soins palliatifs.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
41
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
/IN
AM
I-In
dem
nit
ésR
SV
Z-P
ens.
/ IN
AS
TI-
Pen
s.
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
te
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
3.49
1.33
53.
491.
335
Co
tisa
tio
ns
Gew
one
bijd
rage
n
3.
299.
916
3.29
9.91
6C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
8.
000
8.00
0C
otis
atio
ns m
anda
taire
s pu
blic
s V
enno
otsc
haps
bijd
rage
n
18
3.41
918
3.41
9C
otis
atio
ns d
es s
ocié
tés
Sta
atst
oel
agen
1.
518.
274
1.51
8.27
4S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t In
de
pres
tatie
s
1.
263.
036
1.26
3.03
6D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(1)
255.
238
255.
238
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue (1
)
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
94
2.94
594
2.94
5F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
Btw
70
6.51
470
6.51
4T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
46.7
4246
.742
Pré
com
pte
mob
ilier
S
tock
opt
ions
3.
506
3.50
6S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
14
.101
14.1
01A
ccis
es ta
bac
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g (2
)
16
7.89
916
7.89
9S
oins
de
sant
é (2
)
And
ere
4.18
34.
183
Aut
res
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
17.1
16
17
.116
17
.116
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
64
.969
64.9
69T
ran
sfer
ts e
xter
nes
T
oeko
mst
fond
s
29
.969
29.9
69F
onds
pou
r l'a
veni
r B
ijdra
ge b
egro
tings
doel
stel
ling
SZ
35
.000
35.0
00C
ontr
ib. o
bjec
tif b
udgé
taire
SS
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
10
13.5
0913
.519
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
110
2.23
0
2.34
052
12.
861
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
17
.236
2.23
0
19.4
666.
031.
553
6.05
1.02
0R
ecet
tes
pro
pre
s
RS
VZ
-GF
B
315.
288
2.80
6.38
641
5.93
022
.257
1.20
03.
559.
411
3.
559.
411
INA
ST
I-G
FG
A
nder
e ta
kken
A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
315.
288
2.80
6.38
641
5.93
022
.257
1.20
03.
559.
411
3.
559.
411
Tra
nsf
erts
inte
rnes
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
33
2.52
42.
808.
616
415.
930
22.2
571.
200
3.57
8.87
76.
031.
553
9.61
0.43
0T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
(1)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
in d
e
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r
soci
ale
zeke
rhei
d. I
n 20
10 is
er
nog
geen
aan
pass
ing
gebe
urd.
(1)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
peu
t
être
rev
u da
ns le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la
sécu
rité
soci
ale.
En
2010
, auc
un a
just
emen
t est
déj
à fa
it.(2
) In
itiee
l bed
rag
was
177
.132
dui
zend
EU
R (
opge
nom
en in
het
KB
van
9 fe
brua
ri 20
10).
(2)
Mon
tant
initi
al é
tait
177
.132
mill
iers
EU
R (
repr
is d
ans
l'AR
du
9 fé
vrie
r 20
10).
TA
BLE
AU
III.1
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
010
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
octo
bre
2010
)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
0 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(aan
pass
ing
okto
ber
2010
)
TA
BE
L III
.1
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
42
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
/IN
AM
I-In
dem
nit
ésR
SV
Z-P
ens.
/ IN
AS
TI-
Pen
s.
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
te
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
319.
612
2.79
6.27
041
5.93
022
.257
1.20
03.
555.
269
3.
555.
269
Pre
stat
ion
s
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s (3
)
-1.6
50
-1.6
50P
rest
atio
ns
no
n-r
épar
ti (3
)
Bet
alin
gsk
ost
en
1.
373
1.
373
1.
373
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
12.2
8510
.973
23
.258
65.5
1288
.770
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Cen
tral
e in
stel
linge
n 1.
197
1.19
763
.812
65.0
09O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
11
.088
10.9
73
22.0
611.
700
23.7
61S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.
254.
688
2.25
4.68
8T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
2.
252.
005
2.25
2.00
5IN
AM
I-S
oins
de
sant
é A
nder
e
2.
683
2.68
3A
utre
s
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
392
392
4.83
65.
228
Div
ers
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
33
2.28
92.
808.
616
415.
930
22.2
571.
200
3.57
8.64
22.
325.
036
5.90
3.67
7D
épen
ses
avan
t tr
ansf
erts
in
tern
es
RS
VZ
-GF
B
IN
AS
TI-
GF
G
And
ere
takk
en
3.55
9.41
13.
559.
411
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.55
9.41
13.
559.
411
Tra
nsf
erts
inte
rnes
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
33
2.28
92.
808.
616
415.
930
22.2
571.
200
3.57
8.64
25.
884.
446
9.46
3.08
8T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
235
00
00
235
147.
107
147.
342
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
keri
ng
en /
INA
MI-
Ind
emn
ités
RS
VZ
-Pen
s. /
INA
ST
I-P
ens.
R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en
Rec
ette
s
Uit
gav
en
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 23
50
00
023
514
7.10
714
7.34
2R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
(3)
Maa
treg
elen
"so
cial
e fr
aude
" be
grot
ings
conc
laaf
(-1
.650
dui
zend
EU
R).
(3
) M
esur
es "
frau
de s
ocia
le"
conc
lave
bud
géta
ire (
-1.6
50 m
illie
rs E
UR
).
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
010
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
(ada
ptat
ion
octo
bre
2010
) (s
uite
) (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g ok
tobe
r 20
10)
(ver
volg
)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
0 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
TA
BE
L III
.1
TA
BLE
AU
III.1
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
43
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
/IN
AM
I-In
dem
nit
ésR
SV
Z-P
ens.
/ IN
AS
TI-
Pen
s.
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
te
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Rec
ette
s C
ou
ran
tes
Bijd
rag
en
3.47
0.90
43.
470.
904
Co
tisa
tio
ns
Gew
one
bijd
rage
n
3.
279.
486
3.27
9.48
6C
otis
atio
ns o
rdin
aire
s P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
8.
000
8.00
0C
otis
atio
ns m
anda
taire
s pu
blic
s V
enno
otsc
haps
bijd
rage
n
18
3.41
918
3.41
9C
otis
atio
ns d
es s
ocié
tés
Sta
atst
oel
agen
1.
578.
210
1.57
8.21
0S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t In
de
pres
tatie
s
1.
301.
166
1.30
1.16
6D
ans
les
pres
tatio
ns
Bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
(1)
277.
044
277.
044
Sub
vent
ion
de l'
Eta
t spé
cifiq
ue (1
)
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
1.
096.
722
1.09
6.72
2F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
Btw
72
4.69
372
4.69
3T
VA
R
oere
nde
voor
heffi
ng
47.6
6347
.663
Pré
com
pte
mob
ilier
S
tock
opt
ions
2.
826
2.82
6S
tock
opt
ions
A
ccijn
zen
taba
k
14
.788
14.7
88A
ccis
es ta
bac
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
30
2.48
630
2.48
6S
oins
de
sant
é A
nder
e
4.
265
4.26
5A
utre
s
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
17.3
72
17
.372
17
.372
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
10
9.85
010
9.85
0T
ran
sfer
ts e
xter
nes
T
oeko
mst
fond
s
50
050
0F
onds
pou
r l'a
veni
r B
ijdra
ge b
egro
tings
doel
stel
ling
SZ
10
9.35
010
9.35
0C
ontr
ib. o
bjec
tif b
udgé
taire
SS
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
10
10
17.8
0117
.811
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
110
1.96
8
2.07
852
12.
600
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
17
.492
1.96
8
19.4
606.
274.
009
6.29
3.46
9R
ecet
tes
pro
pre
s
RS
VZ
-GF
B
328.
900
2.91
0.07
342
3.60
114
.794
1.20
03.
707.
213
3.
707.
213
INA
ST
I-G
FG
A
nder
e ta
kken
A
utre
s br
anch
es
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
328.
900
2.91
0.07
342
3.60
114
.794
1.20
03.
707.
213
3.
707.
213
Tra
nsf
erts
inte
rnes
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
34
6.39
22.
912.
041
423.
601
14.7
941.
200
3.72
6.67
36.
274.
009
10.0
00.6
82T
ota
l rec
ette
s co
ura
nte
s
TA
BE
L III
.2
TA
BLE
AU
III.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
011
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
1 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
(In
dui
zend
EU
R)
(1)
Zoa
ls b
epaa
ld in
art
ikel
73
van
de p
rogr
amm
awet
van
23
dece
mbe
r 20
09 k
an h
et b
edra
g va
n de
bijz
onde
re s
taat
stoe
lage
in d
e
loop
van
het
jaar
her
zien
wor
den
in fu
nctie
van
de
mac
ro-e
cono
mis
che
para
met
ers
en d
e bu
dget
taire
evo
lutie
van
de
stel
sels
voo
r
soci
ale
zeke
rhei
d.
(1)
Com
me
stip
ulé
dans
l'ar
ticle
73
de la
loi p
rogr
amm
e du
23
déce
mbr
e 20
09 le
mon
tant
de
la s
ubve
ntio
n de
l'E
tat s
péci
fique
pe
ut
être
rev
u da
ns le
cou
rant
de
l'ann
ée e
n fo
nctio
n de
s pa
ram
ètre
s m
acro
-éco
nom
ique
s et
de
l'évo
lutio
n bu
dgét
aire
des
rég
imes
de
la
sécu
rité
soci
ale.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
44
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
/IN
AM
I-In
dem
nit
ésR
SV
Z-P
ens.
/ IN
AS
TI-
Pen
s.
RS
VZ
-Gez
insb
. /
INA
ST
I-P
rest
.fam
.R
SV
Z-F
aill.
ver
z. /
INA
ST
I-A
s. f
ailli
te
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Dép
ense
s C
ou
ran
tes
Pre
stat
ies
333.
451
2.90
0.49
242
3.60
114
.794
1.20
03.
673.
538
3.
673.
538
Pre
stat
ion
s
On
verd
eeld
e p
rest
atie
s (2
)(3)
28
.645
28
.645
Pre
stat
ion
s n
on
-rép
arti
(2)(
3)
Bet
alin
gsk
ost
en
68
2
682
68
2F
rais
de
pai
emen
t
Beh
eers
kost
en
12.5
3510
.867
23
.402
65.1
3988
.541
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Cen
tral
e in
stel
linge
n 1.
200
1.20
063
.402
64.6
02O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
11
.335
10.8
67
22.2
021.
737
23.9
39S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.
366.
170
2.36
6.17
0T
ran
sfer
ts e
xter
nes
R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
2.
363.
436
2.36
3.43
6IN
AM
I-S
oins
de
sant
é A
nder
e
2.
734
2.73
4A
utre
s
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
406
406
4.83
65.
242
Div
ers
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
34
6.39
22.
912.
041
423.
601
14.7
941.
200
3.72
6.67
32.
436.
145
6.16
2.81
8D
épen
ses
avan
t tr
ansf
erts
in
tern
es
RS
VZ
-GF
B
IN
AS
TI-
GF
G
And
ere
takk
en
3.70
7.21
33.
707.
213
Aut
res
bran
ches
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.70
7.21
33.
707.
213
Tra
nsf
erts
inte
rnes
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
34
6.39
22.
912.
041
423.
601
14.7
941.
200
3.72
6.67
36.
143.
357
9.87
0.03
0T
ota
l dép
ense
s co
ura
nte
s
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
00
130.
651
130.
651
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
keri
ng
en /
INA
MI-
Ind
emn
ités
RS
VZ
-Pen
s. /
INA
ST
I-P
ens.
R
SV
Z-G
ezin
sb. /
IN
AS
TI-
Pre
st.f
am.
RS
VZ
-Fai
ll. v
erz.
/ IN
AS
TI-
As.
fai
llite
RS
VZ
-Pal
liati
eve
verz
org
. / IN
AS
TI-
So
ins
pal
liati
fs
Su
bto
taal
/S
ou
s-to
tal
RS
VZ
-GF
B /
INA
ST
I-G
FG
TO
TA
AL
/T
OT
AL
Co
mp
tes
de
Cap
ital
On
tvan
gst
en
Rec
ette
s
Uit
gav
en
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
S
old
e co
mp
tes
de
cap
ital
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
013
0.65
113
0.65
1R
ésu
ltat
bu
dg
étai
re
TA
BLE
AU
III.2
Bu
dg
et d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
ind
épen
dan
ts 2
011
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(
En
mill
iers
EU
R)
(sui
te)
(In
dui
zend
EU
R)
(ver
volg
)
Beg
roti
ng
van
het
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
1 (g
enee
sku
nd
ige
verz
org
ing
uit
gez
on
der
d)
TA
BE
L III
.2
(2)
Maa
treg
elen
"so
cial
e fr
aude
" be
grot
ings
conc
laaf
(-2
.650
dui
zend
EU
R)
(2)
Mes
ures
"fr
aude
soc
iale
" co
ncla
ve b
udgé
taire
(-2
.65
0 m
illie
rs E
UR
)
(3)
De
wel
vaar
tsen
velo
ppe
(31.
295
duiz
end
EU
R)
op b
asis
van
een
doc
umen
t uitg
edee
ld o
p de
ver
gade
ring
van
de w
erkg
roep
Wel
vaar
tsaa
npas
sing
van
het
Alg
emee
n B
ehee
rsco
mité
Zel
fsta
ndig
en v
an 2
4 ju
ni 2
010.
(3)
L'en
velo
ppe
de b
ien-
être
(31
.295
mill
iers
EU
R)
sur
la b
ase
d'un
doc
umen
t dis
trib
ué lo
rs d
e la
réu
nion
du
grou
pe d
e tr
avai
l
Ada
ptat
ion
au b
ien-
être
du
Com
ité g
énér
al d
e ge
stio
n T
rava
illeu
rs in
dépe
ndan
ts d
u 24
juin
201
0.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
45
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2010 et 2011
2010 2010
Het begrotingsresultaat voor 2010 bedraagt 147.342 duizend EUR, terwijl dit bij de aanpassing van de begroting in maart 2010 170.922 duizend EUR bedroeg.
Le résultat budgétaire de 2010 s’élève à 147.342 milliers EUR, tandis que lors de l’adaptation du budget en mars 2010, il s’élevait à 170.922 milliers EUR.
De daling is het gevolg van een stijging van de uitgaven met 65.284 duizend EUR en een stijging van de ontvangsten met 41.704 duizend EUR.
La diminution est la conséquence d’une augmentation des dépenses de 65.284 milliers EUR et d’une augmentation des recettes de 41.704 milliers EUR.
Ontvangsten Recettes
De sociale bijdragen stijgen met 38.036 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 tot op een niveau van 3.491.335 duizend EUR. Deze bijdragen bestaan voornamelijk uit de gewone bijdragen (3.299.916 duizend EUR) en de vennootschaps-bijdragen (183.419 duizend EUR).
Les cotisations sociales augmentent de 38.036 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010, pour atteindre un niveau de 3.491.335 milliers EUR. Ces cotisations se composent essentiellement des cotisations ordinaires (3.299.916 milliers EUR) et des cotisations des sociétés (183.419 milliers EUR).
De staatstoelage bedraagt 1.518.274 duizend EUR.
La subvention de l’Etat s’élève à 1.518.274 milliers EUR.
Het totaalbedrag aan alternatieve financiering daalt met 2.487 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010. Het betreft een toename van de financiering afkomstig van de btw met 4.937 duizend EUR. Dit is onder andere het gevolg van een stijging van de btw-ontvangsten met 390.200 duizend EUR. Het bedrag bestemd voor de financiering van de geneeskundige verzorging daalt met 8.784 duizend EUR door meer ontvangsten en minder uitgaven binnen de geneeskundige verzorging. De ontvangsten afkomstig van de stock options stijgen met 1.391 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010.
Le montant total du financement alternatif diminue de 2.487 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010. Il s’agit d’une augmentation de 4.937 milliers EUR du financement par la TVA, qui résulte entre autres d’une augmentation de 390.200 milliers EUR des recettes de TVA. Le montant destiné au financement des soins de santé augmente de 8.784 milliers EUR en raison d’une augmentation des recettes et d’une diminution des dépenses des soins de santé. Les recettes provenant des stock options sont supérieures de 1.391 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010.
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een storting van 299.689 duizend EUR voorzien in 2010. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement de 299.689 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2010. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
Ten gevolge van een beslissing van de regering bij de opmaak van de initiële begroting 2010 in
Suite à une décision du gouvernement lors de l’élaboration du budget initial 2010 en
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
46
september 2009 werd binnen de begrotingsdoelstelling 2010 van de genees-kundige verzorging, die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van sociale zekerheid. Dit bedrag zal als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de werknemers en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
septembre 2009, il a été prévu dans l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, qu’un montant de 350.000 milliers EUR sera mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
De andere lopende ontvangsten wijzigen nauwelijks.
Les autres recettes courantes varient à peine.
Uitgaven Dépenses
Volgens de laatste ramingen is er een stijging van de sociale prestaties met een bedrag van 19.817 duizend EUR ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010. De stijging dient voornamelijk gezocht te worden bij de pensioenen (+25.411 duizend EUR). De uitgaven voor de faillissementsverzekering dalen met 5.922 duizend EUR.
Selon les dernières estimations, les prestations sociales augmentent d’un montant de 19.817 milliers EUR par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010. Cette augmentation provient principalement des pensions (+25.411 milliers EUR). Les dépenses pour l’assurance faillite diminuent de 5.922 milliers EUR.
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 stijgen de beheerskosten bij het RSVZ met 2.212 duizend EUR tot 65.512 duizend EUR.
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010, les frais d’administration augmentent à l’INASTI de 2.212 milliers EUR pour atteindre 65.512 milliers EUR.
Ten opzichte van de aanpassing van de begroting in maart 2010 stijgt de overdracht naar de geneeskundige verzorging met 43.375 duizend EUR tot een niveau van 2.252.005 duizend EUR voornamelijk ten gevolge van de afsluiting 2008 en de voorlopige afsluiting 2009 binnen de geneeskundige verzorging.
Par rapport à l’adaptation du budget en mars 2010, le transfert vers les soins de santé augmente de 43.375 milliers EUR, pour atteindre un niveau de 2.252.005 milliers EUR principalement en raison de la clôture 2008 et de la clôture provisoire 2009 au sein des soins de santé.
Resultaat Résultat
De overdrachten naar de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2010 geraamd op 3.559.411 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdracht naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.706.518 duizend EUR bedragen, is het saldo van het RSVZ-Globaal beheer 147.107 duizend EUR in 2010.
Les transferts aux branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés pour 2010 à 3.559.411 milliers EUR. Puisque les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et du transfert vers les soins de santé) s’élèvent à 3.703.518 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 147.107 milliers EUR en 2010.
Het saldo van het RIZIV-Uitkeringen is het Le solde de l’INAMI-Indemnités est le résultat
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
47
resultaat van de afsluiting van de rekening 2008.
de la clôture des comptes de 2008.
2011 2011
Ontvangsten Recettes
De eigen lopende ontvangsten bedragen 6.293.469 duizend EUR, hetzij een verhoging van 4,01 % ten opzichte van 2010.
Les recettes courantes propres s’élèvent à 6.293.469 milliers EUR, soit une augmentation de 4,01 % par rapport à 2010.
De evolutie van de lopende ontvangsten wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de alternatieve financiering voor de geneeskundige verzorging (+134.587 duizend EUR), de staatstoelagen (+59.936 duizend EUR) en de alternatieve financiering vanuit BTW (+18.179 duizend EUR). De bijdrageontvangsten dalen met 20.430 duizend EUR.
L’évolution des recettes courantes est principalement expliquée par une augmentation du financement alternatif pour les soins de santé (+134.587 milliers EUR), les subventions d'Etat (+59.936 milliers EUR) et le financement alternatif provenant de la TVA (+18.179 milliers EUR). Les recettes en cotisations diminuent de 20.430 milliers EUR.
Voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 5.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement supplémentaire de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
In het kader van de begrotingsdoelstelling 2011 die is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 40, § 1 van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verzekering voor geneeskundige verzorging vervatte bepalingen, zal in 2011 een bedrag van 1.093.500 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld worden: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé conformément aux dispositions contenues dans l’article 40, § 1er de la loi du 14 juillet 1994 relative à l’assurance soins de santé et indemnités, un montant de 1.093.500 milliers EUR sera mis en 2011 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
Uitgaven Dépenses
Het totaal van de lopende uitgaven vóór interne overdrachten bedraagt 6.162.818 duizend EUR, hetzij een verhoging van 4,39 % ten opzichte van 2010.
Le total des dépenses courantes avant transferts internes s’élève à 6.162.818 milliers EUR, soit une augmentation 4,39 % par rapport à 2010.
De evolutie van de lopende uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door een stijging van de sociale prestaties met 148.564 duizend EUR en de overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging met 111.431 duizend EUR.
L’évolution des dépenses courantes est principalement expliquée par le fait que les prestations sociales augmentent de 148.564 milliers EUR et que le transfert à l'INAMI-Soins de santé augmente de 111.431 milliers EUR.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
48
Resultaat Résultat
De behoeften van de takken, met uitzondering van de geneeskundige verzorging, worden voor 2011 geraamd op 3.707.213 duizend EUR. Vermits de netto-ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer (de eigen uitgaven alsook de overdrachten naar de geneeskundige verzorging reeds in mindering gebracht) 3.837.864 duizend EUR bedragen, is het saldo van RSVZ-Globaal beheer 130.651 duizend EUR in 2011.
Les besoins des branches, à l’exclusion des soins de santé, sont estimés à 3.707.213 milliers EUR pour 2011. Vu que les recettes nettes de l’INASTI-Gestion globale (déduction faite des recettes propres et des transferts vers les soins de santé) s’élèvent à 3.837.864 milliers EUR, le solde de l’INASTI-Gestion globale est de 130.651 milliers EUR en 20101.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
49
3 Evolutie van de prestaties 2010-2011 3 Évolution des prestations 2010-2011
In 2011 zal het totaal van de sociale prestaties 3.702.183 duizend EUR bedragen, hetzij 4,18 % meer dan in 2010.
En 2011, le total des prestations sociales atteindra 3.702.183 milliers EUR, soit 4,18 % de plus qu’en 2010.
Een overzicht van de jaarlijkse evolutie van de uitgaven per tak en van de volumefactoren is opgenomen in tabellen III.3 en III.4. De details en de kosten van de sociale correcties zijn opgenomen in tabel III.5.
Un aperçu de l’évolution annuelle des dépenses par branche et des facteurs de volume figure dans les tableaux III.3 et III.4. Le détail et le coût des corrections sociales figurent dans le tableau III.5.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
50
201
1
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g
okt
ob
er 2
010
/A
dap
tati
on
o
cto
bre
201
0
(II)
Init
ieel
/In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
RIZ
IV-U
itker
inge
n 31
9.14
731
9.61
233
3.45
146
50,
15 %
13.8
394,
33 %
INA
MI-
Inde
mni
tés
RS
VZ
-Pen
sioe
nen
2.77
0.85
82.
796.
270
2.90
0.49
225
.411
0,92
%10
4.22
33,
73 %
INA
ST
I-P
ensi
ons
RS
VZ
-Gez
insb
ijsla
g 41
6.06
741
5.93
042
3.60
1-1
38-0
,03
%7.
671
1,84
%IN
AS
TI-
Pre
stat
ions
fam
ilial
es
RS
VZ
-Fai
lliss
emen
tsve
rzek
erin
g 28
.179
22.2
5714
.794
-5.9
22-2
1,02
%-7
.463
-33,
53 %
INA
ST
I-A
ssur
ance
faill
ite
RS
VZ
-Pal
liatie
ve v
erzo
rgin
g 1.
200
1.20
01.
200
00,
00 %
00,
00 %
INA
ST
I-S
oins
pal
liatif
s
TO
TA
AL
3.
535.
452
3.55
5.26
93.
673.
538
19.8
170,
56 %
118.
270
3,33
%T
OT
AL
Onv
erde
elde
pre
stat
ies
-1.6
50-1
.650
28.6
450
0,00
%30
.295
-1.8
36,0
4 %
Pre
stat
ions
non
-rép
arti
AA
NG
EP
AS
T T
OT
AA
L
3.53
3.80
23.
553.
619
3.70
2.18
319
.817
0,56
%14
8.56
44,
18 %
TO
TA
L A
JUS
TE
2010
(II)
/ (I
) 2
011
/ 201
0 20
10
TA
BE
L III
.3
Pre
stat
ies
van
het
ste
lsel
glo
baa
l beh
eer
voo
r ze
lfst
and
igen
201
0-20
11
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
) (
In d
uize
nd E
UR
)
TA
BLE
AU
III.3
Pre
stat
ion
s d
u r
égim
e d
e la
ges
tio
n g
lob
ale
des
tra
vaill
eurs
in
dép
end
ants
201
0-20
11
(ho
rmis
so
ins
de
san
té)
(E
n m
illie
rs E
UR
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
51
201
1
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g
okt
ob
er 2
010
/A
dap
tati
on
o
cto
bre
201
0
(II)
Init
ieel
/In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
RIZ
IV-U
itke
rin
gen
(ve
rgoe
de (
d)ag
en
of a
anta
l (g)
eval
len)
INA
MI-
Ind
emn
ités
((j)
ours
in
dem
nisé
s ou
nom
bre
de (
c)as
)
Prim
aire
arb
eids
onge
schi
kthe
id (
d)1.
960.
069
1.93
9.62
41.
987.
324
-20.
445
-1,0
4 %
47.7
002,
46 %
Inca
paci
té p
rimai
re (
j)
Inva
lidite
it (d
)6.
453.
875
6.43
1.77
96.
574.
643
-22.
096
-0,3
4 %
142.
864
2,22
%In
valid
ité (
j)
Moe
ders
chap
(g)
5.73
95.
512
5.56
8-2
27-3
,96
%56
1,02
%M
ater
nité
(c)
RS
VZ
-Pen
sio
enen
(jaa
rgem
idde
lde)
517.
290
519.
765
524.
540
2.47
50,
48 %
4.77
50,
92 %
INA
ST
I-P
ensi
on
s (m
oyen
ne a
nnue
lle)
Rus
tpen
sioe
nen
394.
435
397.
410
403.
725
2.97
50,
75 %
6.31
51,
59 %
Pen
sion
s de
ret
raite
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n12
2.85
512
2.35
512
0.81
5-5
00-0
,41
%-1
.540
-1,2
6 %
Pen
sion
s de
sur
vie
TA
BE
L III
.4
Vo
lum
efac
tore
n v
an d
e p
rest
atie
s va
n h
et s
tels
elg
lob
aal b
ehee
r vo
or
zelf
stan
dig
en 2
010-
2011
(gen
eesk
un
dig
e ve
rzo
rgin
g u
itg
ezo
nd
erd
)
201
0 20
11 /
2010
2010
(II)
/ (I
)
TA
BLE
AU
III.4
Fac
teu
rs d
e vo
lum
e d
es p
rest
atio
ns
du
rég
ime
de
la g
esti
on
glo
bal
e d
es t
rava
illeu
rs in
dép
end
ants
201
0-20
11(h
orm
is s
oin
s d
e sa
nté
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
52
2010 2011
1. Uitkeringen 12,12 13,53 1. Indemnités
- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:
- augmentation du forfait pour incapacité de travail primaire:
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,63 0,66 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 1,76 1,83 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants
- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting
- augmentation du forfait pour invalidité sans cessation
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,69 0,72 • de 20 EUR pour isolées et avec charge de famille;
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 1,73 1,81 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille et de 2,5 % pour cohabitants
- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting
- augmentation du forfait pour invalidité avec cessation
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.6.2009 3,25 3,36 • de 3 % pour isolées et avec charge de famille;
• met 2 % voor samenwonenden 1.9.2009 1,07 1,12 • de 2 % pour les cohabitants
- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %
1.8.2009 0,31 0,32 - augmentation de 2 % de l'indemnité de maternité
- verhoging met 2 % van het forfait samenwonende voor invaliditeit met stopzetting
1.1.2010 1,10 1,15 1,15 - augmentation de 2 % du forfait cohabitant pour invalidité avec cessation
- verlenging van het moederschaps-verlof in geval van hospitalisatie
1.1.2010 0,27 0,28 0,28 - prolongation du congé de maternité en cas d'hospitalisation de l'enfant
- aanpassing van de definitie "gezinslast" voor de partners die genieten van een vervangingsinkomen (invaliden + primairen)
1.1.2010 0,68 0,71 0,71 - adaptation de la définition "charge de famille" pour les partenaires bénéficiant d'un revenu de remplacement (invalides + primaires)
- verhoging van de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid:
1.8.2010 0,30 0,78 0,78 - augmentation des indemnités pour incapacité de travail primaire:
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
• de 0,96 EUR par jour pour isolées
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit zonder stopzetting:
1.8.2010 0,32 0,80 0,80 - augmentation des indemnités pour invalidité sans cessation:
• met 0,77 EUR per dag met gezinslast;
• de 0,77 EUR par jour avec charge de famille;
• met 0,96 EUR per dag voor alleenstaanden
• de 0,96 EUR par jour pour isolées
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
TABEL III.5
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2010-2011 (*)
(In miljoen EUR)
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
Jaarlijkse kost / Coût
annuel
TABLEAU III.5
Estimations budgétaires des corrections sociales 2010-2011 (*)
(En millions EUR)
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
53
2010 2011
2. Pensioenen 141,20 177,07 2. Pensions
- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen
1.1.2009 0,59 1,18 - le malus en cas d'anticipation de la prise de pension ne sera plus appliqué lorsque l'indépendant peut justifier une carrière d'au moins 42 ans
- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand
1.5.2009 46,53 46,53 46,53 - augmentation de 20 EUR par mois de la pension minimum
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.8.2009 64,45 64,45 64,45 - augmentation de la pension minimum de 3 %
- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %
1.8.2009 3,00 3,00 3,00 - augmentation des pensions non minimales de 1,5 %
- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar
1.9.2009 1,62 1,59 1,59 - adaptation au bien-être des pensions de 5 ans
- verhoging van het minimumpensioen: 1.8.2010 24,48 58,75 58,75 - augmentation de la pension minimum:• met 20 EUR per maand voor het gezinspensioen;
• de 20 EUR par mois pour la pension ménage;
• met 25 EUR per maand voor pensioenen voor alleenstaanden en overlevingspensioenen
• de 25 EUR par mois pour les pensions pour isolées et pensions de survie
- welvaartsaanpassing met 2 % van de pensioenen die ingegaan zijn in 2005
1.9.2010 0,53 1,58 1,58 - adaptation au bien-être de 2 % des pensions ayant pris cours en 2005
(In miljoen EUR) (vervolg)
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Van kracht / Prise de
cours
(En millions EUR) (suite)
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
54
2010 2011
3. Gezinsbijslag 1,19 3. Prestations familiales
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.8.2009 3,18 - supplément d'âge annuelle de 25 EUR pour la catégorie d'âge des 0-5 ans et augmentation de 25 à 50 EUR pour les 18-24 ans
- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind
p.m. p.m. - augmentation de 3,93 EUR de l'allocation du premier enfant
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 p.m. p.m. - extension de la nouvelle réglementation allocations majorées aux enfants handicapés nés avant 1993
- jaarlijks leeftijdssupplement : verhoging met 50 tot 75 EUR voor de 18-24 jarigen
1.1.2011 1,19 1,19 - supplément d'âge annuel : augmentation de 50 à 75 EUR pour les 18-34 ans
4. Faillissementsverzekering 0,25 0,27 4. Assurance faillite
- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,12 - augmentation de 2,5 % de l'indemnité en cas de faillite
- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,02 - augmentation de 0,5 % de l'indemnité en cas de faillite
- verhoging van de uitkering in geval van faillissement:
1.8.2010 0,25 0,27 0,27 - augmentation de l'indemnité en cas de faillite:
• met 20 EUR met gezinslast; • de 20 EUR avec charge de famille;• met 25 EUR zonder gezinslast • de 25 EUR sans charge de famille
5. Diversen1,84 31,29
5. Divers
- vrijstelling van sociale bijdragen in geval van onderbreking van de activiteit voor een zwaar ziek kind
0,31 - dispense de cotisations sociales en cas d'interruption de l'activité pour maladie grave d'un enfant
- verlof voor palliatieve zorgen : vrijstelling van sociale bijdragen
0,33 - congé pour soins palliatifs : dispense de cotisations sociales
- verlof voor palliatieve zorgen : forfaitaire uitkering
1,20 - congé pour soins palliatifs : allocation forfaitaire
-globale enveloppe voor welvaartaanppasing
1.1.2011 31,29 - enveloppe globale pour les adaptations au bien-être
TOTAAL 155,41 223,36 TOTAL
Sociale correcties - Stelsel van de zelfstandigen
Van kracht / Prise de
cours
(In miljoen EUR) (vervolg)
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost /Coût
annuel
Corrections sociales - Régime des travailleurs indépendants
(En millions EUR) (suite)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
55
HOOFDSTUK IV CHAPITRE IV
RIZIV-GENEESKUNDIGE VERZORGING INAMI-SOINS DE SANTE
1 Tabellen voor 2010 en 2011 1 Tableaux de 2010 et 2011
Methodologie Méthodologie
Door de wet van 31 januari 2007 die een nieuwe financiering van de ziekteverzekering invoert en de wet van 26 maart 2007 waarmee de integratie van de kleine risico’s in de verplichte ziekteverzekering voor zelfstandigen wordt gerealiseerd, wordt er vanaf 2008 in de tak RIZIV-Geneeskundige verzorging geen onderscheid meer gemaakt tussen het stelsel van de werknemers en het stelsel van de zelfstandigen.
En vertu de la loi du 31 janvier 2007 qui introduit un nouveau financement de l’assurance maladie et de la loi du 26 mars 2007 qui réalise l’intégration des petits risques dans l’assurance maladie obligatoire des indépendants, il n’est plus fait de distinction, dans la branche INAMI-Soins de santé, entre le régime des travailleurs salariés et celui des indépendants à partir de 2008.
Tot en met 2007 vertegenwoordigden de overdrachten van beide globale beheren naar de tak geneeskundige verzorging de te financieren thesauriebehoeften. Deze behoeften vloeiden voort uit de voorschotten (berekend in functie van de begrotingsdoelstelling) die in de loop van het jaar door het RIZIV gestort werden aan de VI’s, alsook uit de saldi van de voorgaande jaren die het RIZIV moest regulariseren tegenover de VI’s. Deze saldi werden opgemaakt in functie van de reële uitgaven en de regels met betrekking tot de financiële verantwoordelijkheid van de VI’s.
Jusqu’en 2007, les transferts des deux gestions globales à la branche des soins de santé représentaient les besoins de trésorerie à financer. Ces besoins résultaient des avances (calculées en fonction de l’objectif budgétaire) qui étaient versées par l’INAMI aux OA dans le courant de l’année, ainsi que des soldes des années précédentes que l’INAMI devait régulariser envers les OA et qui ont été établis en fonction des dépenses réelles et des règles relatives à la responsabilité financière des OA.
Vanaf 2008 bestaat de financiering van de tak geneeskundige verzorging uit drie delen:
A partir de 2008, le financement de la branche des soins de santé comprend trois parties :
1. Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar (*) verhoogd met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2.
1. Un montant de base par gestion globale égal au montant de l’année précédente (*) majoré du taux de croissance des recettes effectives disponibles de cotisations entre les exercices N-1 et N-2.
2. Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren.
2. Un montant complémentaire provenant des deux gestions globales pour lequel celles-ci reçoivent un financement alternatif. Ce montant complémentaire est obtenu en diminuant les dépenses de la branche soins de santé des deux montants de base reçus et des recettes propres de la branche. Il est ensuite réparti entre les gestions globales avec une clef de répartition.
(*) Voor het bepalen van de basisbedragen 2008 dienden er op de geldmiddelen overgedragen door de globale beheren in 2007 een aantal correcties uitgevoerd te worden in verband met de overschrijdingen van de begrotingsdoelstelling voorgaande jaren die in 2007 werden verrekend. (*) Pour déterminer les montants de base de 2008, il fallait corriger les moyens transférés par les gestions globales en 2007 des dépassements de l’objectif budgétaire des années antérieures qui ont été pris en compte en 2007.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
57
3. Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een bepaalde verdeelsleutel.
3. Si à l’expiration de l’exercice budgétaire, il apparaît que les dépenses en soins de santé dépassent l’objectif budgétaire global, ce dépassement est à charge des deux gestions globales selon une clef de répartition.
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een carrière als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer van de zelfstandigen dient met 182.060 duizend EUR(**) verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer van de werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd.
Du fait qu’à côté de l’introduction d’un nouveau financement, l’intégration des petits risques dans l’assurance obligatoire est aussi réalisée, les montants de base décrits ci-dessus doivent encore être corrigés. Jusqu’à ce jour, les indépendants qui avaient aussi une carrière de salarié ou qui avaient un partenaire relevant du régime des salariés, pouvaient s’assurer contre les soins de santé dans le régime des salariés. Le montant de base à charge de la gestion globale des indépendants doit être augmenté de 182.060 milliers EUR(**) et celui à charge de la gestion globale des salariés doit être diminué du même montant.
Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer van de zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend EUR te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend EUR ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend EUR ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s.
Le montant de base à charge de la gestion globale des travailleurs indépendants pour 2008 doit aussi comprendre un montant de 442.222 milliers EUR résultant de l’intégration des petits risques. Il doit en outre être augmenté des 182.060 milliers EUR suite à la suppression du régime le plus favorable ainsi que de 11.410 milliers EUR pour financer la hausse des frais d’administration des OA.
De overdrachten van en naar de twee globale beheren worden in de tabel afgezonderd. Bovendien toont een bijkomende tabel de toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen.
Les transferts de et vers les deux gestions globales ont été isolés dans le tableau. En outre, un tableau supplémentaire montre l’affectation du solde des comptes courants.
Op het moment dat de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven gekend zijn en de begrotingsramingen zullen vervangen, zal er een niet - toegewezen saldo verschijnen dat het resultaat van de verrichtingen eigen aan het beschouwde begrotingsjaar zal voorstellen.
Lorsque les recettes et les dépenses réalisées seront connues et remplaceront les prévisions budgétaires, un solde non affecté apparaîtra, qui représentera le résultat des opérations propres à l’exercice considéré.
(**) Na 2008 wordt dit bedrag geïndexeerd. (**) Après 2008, ce montant est indexé.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
58
Bijdragen 865.093 919.581 Cotisations Gewone bijdragen Cotisations ordinaires Loonmatiging Modération salariale Specifieke bijdragen 865.093 919.581 Cotisations spécifiques
Alternatieve financiering 2.457.449 2.556.016 Financement alternatif Btw 1.609.313 1.693.733 TVA Accijnzen tabak 718.136 732.283 Accises tabac Andere 130.000 130.000 Autres
Toegewezen ontvangsten 1.049.323 1.028.663 Recettes affectées
Externe overdrachten 900 1.000 Transferts externes
Opbrengsten beleggingen 4.130 4.130 Revenus de placements
Diversen 378.592 404.384 Divers
Eigen ontvangsten 4.755.487 4.913.774 Recettes propres
RSZ - Globaal beheer 21.412.031 22.224.779 ONSS - Gestion globale Basisbedrag 19.202.707 19.223.668 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (1) 1.684.348 3.001.111 Financement alternatif complémentaire (1)
Afrekening voorgaande jaren 524.976 Décompte années antérieures
RSVZ - Globaal beheer 2.131.886 2.240.065 INASTI - Gestion globale Basisbedrag 1.914.164 1.937.579 Montant de base Bijkomende alternatieve financiering (2) 167.899 302.486 Financement alternatif complémentaire (2)
Afrekening voorgaande jaren 49.823 Décompte années antérieures
RSVZ - Gemengde loopbanen 120.119 123.371 INASTI - Carrières mixtes
Overdrachten - GFB 23.664.036 24.588.215 Transferts - GFG
Totaal lopende ontvangsten 28.419.523 29.501.989 Total recettes courantes
(1) 2010: Initieel bedrag was 1.776.451 duizend EUR opgenomen in het KB 9 februari 2010 (het hier opgenomen bedrag is gewijzigd ten gevolge van recentere gegevens).
(2) 2010: Initieel bedrag was 177.132 duizend EUR opgenomen in het KB van 9 februari 2010 (het hier opgenomen bedrag is gewijzigd ten gevolge van recentere gegevens).
(1) 2010: Le montant initial était de 1.776.451 milliers EUR repris dans l'AR du 9 février 2010 (le montant repris ici a été est modifié suite à des données plus récentes).
(2) 2010: Le montant initial était de 177.132 milliers EUR repris dans l'AR du 9 février 2010 (le montant repris ici a été est modifié suite à des données plus récentes).
TABEL IV.1
Lopende Ontvangsten
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2010-2011
2010
(In duizend EUR)
TABLEAU IV.1
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2010-2011
(En milliers EUR)
Recettes Courantes 2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
59
Prestaties 23.604.975 24.775.836 Prestations
Betalingskosten Frais de paiement
Beheerskosten 983.219 1.005.020 Frais d'administration Centrale instellingen 99.986 101.878 Organismes centraux Diensten derden 883.233 903.142 Services tiers
Externe overdrachten 1.610.513 1.694.933 Transferts externes
Intrestlasten Charges d'intérêts
Diversen 996.328 927.700 Divers
Uitgaven vóór overdrachten GFB 27.195.035 28.403.489 Dépenses avant transferts GFG
RSZ - Globaal beheer 584.720 988.650 ONSS - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 269.720 4.500 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 315.000 984.150 Contribution objectif budgétaire SS
RSVZ - Globaal beheer 64.969 109.850 INASTI - Gestion globale Toekomstfonds geneeskundige verzorging 29.969 500 Fonds pour l'avenir soins de santé Bijdrage begrotingsdoelstelling SZ 35.000 109.350 Contribution objectif budgétaire SS
Overdrachten - GFB 649.689 1.098.500 Transferts - GFG
Totaal lopende uitgaven 27.844.724 29.501.989 Total dépenses courantes
Saldo lopende rekeningen 574.799 0 Solde comptes courants
Ontvangsten Recettes
Uitgaven Dépenses
Saldo kapitaalrekeningen 0 Solde comptes de capital
Budgettair resultaat 574.799 0 Résultat budgétaire
Voorlopige afsluiting vorige jaar 490.697 Clôture provisoire année précédente Definitieve afsluiting ander jaar 84.102 Clôture définitive autre année
TOTAAL 574.799 0 TOTAL
(En milliers EUR) (suite) (In duizend EUR) (vervolg)
TABLEAU IV.1
Budget de l'INAMI-Soins de santé 2009-2010
TABEL IV.1
Begroting van het RIZIV-Geneeskundige verzorging 2009-2010
Toewijzing van het saldo van de lopende rekeningen
Affectation du soldedes comptes courants
Kapitaalrekeningen Comptes de Capital 2010
2010
2011
2011
Lopende Uitgaven Dépenses Courantes 2010 2011
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
60
2 Commentaar bij de financiële toestand van 2010 en 2011
2 Commentaire sur la situation financière de 2010 et 2011
2010 2010
Het totale saldo voor 2010 bedraagt 574.799 duizend EUR. Dit bedrag stemt overeen met de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 en de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2009.
Le solde total de 2010 s’élève à 574.799 milliers EUR. Ce montant correspond à la clôture définitive des comptes de 2008 et à la clôture provisoire des comptes de 2009.
In 2010 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 299.689 duizend EUR. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ.
En 2010 le Fonds pour l’avenir des soins de santé a été alimenté par les deux gestions globales à concurrence d’un montant total de 299.5689 milliers EUR. Ce montant se retrouve dans les transferts vers l’ONSS et l’INASTI.
In het kader van de begrotingsdoelstelling 2010 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 24.249.164 duizend EUR, werd in 2010 een bedrag van 350.000 duizend EUR ter beschikking gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en is als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2010 des soins de santé, qui est fixé à 24.249.164 milliers EUR, un montant de 350.000 milliers EUR était mis en 2010 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et est réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
Het saldo van de lopende rekeningen bedraagt 574.799 duizend EUR en kan verklaard worden door de volgende elementen.
Le solde des comptes courants s’élève à 574.799 milliers EUR et peut être expliqué par les éléments suivants.
Volgens de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2009 moet het RIZIV een bedrag van 490.697 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 449.690 duizend EUR terugbetalen en in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 41.007 duizend EUR.
Suivant la clôture provisoire des comptes de 2009, l’INAMI doit payer un montant de 490.697 milliers EUR aux organismes assureurs. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser un montant de 449.690 milliers EUR et dans le régime des travailleurs indépendants un montant de 41.007 milliers EUR.
Vervolgens is er de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008. Voor 2008 moet het RIZIV een bedrag van 84.102 duizend EUR betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 75.286 duizend EUR terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 8.816 duizend EUR te betalen aan de verzekeringsinstellingen.
Vient ensuite la clôture définitive des comptes 2008. Pour 2008, l’INAMI doit payer aux organismes assureurs un montant de 84.102 milliers EUR. Dans le régime des travailleurs salariés, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 75.286 milliers EUR. Dans le régime des travailleurs indépendants, l’INAMI doit rembourser aux organismes assureurs un montant de 8.816 milliers EUR.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
61
2011 2011
De basisbedragen gefinancierd door de globale beheren (zie uitleg in het deel methodologie) bedragen:
Les montants de base financés par les gestions globales s’élèvent à (voir méthodologie):
Voor RSZ: 19.223.668 duizend EUR zijnde een bedrag van 19.011.384 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2010) vermenigvuldigd met een factor 1,0182600 (groeivoet 2010/2009 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen).
Pour l’ONSS: 19.223.668 milliers EUR, soit un montant de 19.011.384 milliers EUR (besoins 2010 corrigés) multiplié d’un facteur 1,0182600 (taux de croissance 2010/2009 des cotisations) et ensuite diminué de 184.847 milliers EUR (suppression des carrières mixtes).
Voor RSVZ: 1.937.579 duizend EUR zijnde een bedrag van 1.630.120 duizend EUR (gecorrigeerde behoeften 2009) vermenigvuldigd met een factor 1,05242002 (groeivoet 2009/2008 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 184.847 duizend EUR (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend EUR (administratiekosten VI’s).
Pour l’INASTI: 1.937.579 milliers EUR, soit un montant de 1.630.120 milliers EUR (besoins 2009 corrigés) multiplié d’un facteur 1,05242002 (taux de croissance 2009/2008 des cotisations) et ensuite augmenté de 184.847 milliers EUR (suppression carrières mixtes) et de 11.410 milliers EUR (frais d’administration O.A.).
De bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen bedraagt 3.303.597duizend EUR en wordt voor 3.001.111 duizend EUR toegekend aan de RSZ en voor 302.486 duizend EUR aan de RSVZ.
Le financement alternatif complémentaire nécessaire pour équilibrer le budget s’élève à 3.303.597 milliers EUR et est attribué pour 3.001.111 milliers EUR à l’ONSS et pour 302.486 milliers EUR à l’INASTI.
De begrotingsdoelstelling voor geneeskundige verzorging werd als volgt vastgesteld op 25.869.336 duizend EUR:
L’objectif budgétaire des soins de santé a été fixé à 25.869.336 milliers EUR, comme suit:
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Globale begrotingsdoelstelling 2010 (1)
24.249.164 Objectif budgétaire global 2010 (1)
Algebraïsche verschillen 2010 49.948 Différences algébriques 2010
Subtotaal 24.299.112 Sous-total
Wettelijke groeinorm 4,5 % 1.093.460 Norme de croissance légale 4,5 %
Subtotaal 25.392.572 Sous-total
Inflatie 1,9 % 482.459 Inflation 1,9 %
Subtotaal 25.875.031 Sous-total
Algebraïsche verschillen 2011 -5.695 Différences algébriques 2011
Globale begrotingsdoelstelling 2011 25.869.336 Objectif budgétaire global 2011
(1) De exogene uitgaven inbegrepen (1) Y compris les dépenses exogènes Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2010, die 24.249.164 duizend EUR bedroeg, betekent dit een verhoging met 6,68 %.
Au regard de l’objectif budgétaire global de 2010 qui s’élevait à 24.249.164 milliers EUR, cela représente une augmentation de 6,68 %.
Een bedrag van 5.000 duizend EUR vanuit de referentiebedragen die ingevorderd zullen worden bij de ziekenhuizen in de loop van 2011
Un montant de 5.000 milliers EUR provenant des montants de référence qui seront récupérés auprès des hôpitaux courant 2011 en
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
62
in toepassing van artikel 56ter van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen zal worden toegewezen aan het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging.
application de l'article 56ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 sera attribué au Fonds pour l’avenir des soins de santé.
In het kader van de begrotingsdoelstelling 2011 van de geneeskundige verzorging, die vastgesteld is op 25.869.336 duizend EUR, zal in 2011 een bedrag van 1.093.500 duizend EUR ter beschikking worden gesteld van de globale beheren van de sociale zekerheid en als volgt verdeeld: 90 % voor het stelsel van de loontrekkenden en 10 % voor het stelsel van de zelfstandigen.
Dans le cadre de l’objectif budgétaire 2011 des soins de santé, qui est fixé à 25.869.336 milliers EUR, un montant de 1.093.500 milliers EUR sera mis en 2001 à la disposition des gestions globales de la sécurité sociale et sera réparti comme suit: 90 % pour le régime des travailleurs salariés et 10 % pour le régime des travailleurs indépendants.
De bovenvermelde globale begrotingsdoel-stelling voor 2011 werd op 18 oktober 2010 vastgesteld door de Algemene Raad van het RIZIV, waarin de regering, de sociale partners en de ziekenfondsen vertegenwoordigd zijn.
L’objectif budgétaire global pour 2011, mentionné ci-dessus, a été fixé le 18 octobre 2010 par le Conseil général de l’INAMI où sont représentés le Gouvernement, les partenaires sociaux et les mutualités.
Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden voor een globaal bedrag van 109.883 duizend EUR. Daarenboven worden er voor een bedrag van 100.000 duizend EUR besparingen gerealiseerd.
Un certain nombre de nouvelles initiatives ont été retenues pour un montant global de 109.883 milliers EUR. En outre des économies sont réalisé pour un montant de 100.00 milliers EUR.
De tabellen hieronder geven de verdeling van de nieuwe initiatieven en de besparingen tussen de grote rubrieken van de begroting van geneeskundige verzorging.
Les tableaux ci-dessous donnent la ventilation des nouvelles initiatives et des économies dans les rubriques principales du budget des soins de santé.
Initiatieven Initiatieves
(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Sociaal akkoord 50.000 Accord social
Chronisch zieken 39.260 Malades chroniques
Kanker 12.044 Cancer
Zeldzame ziekten 950 Maladies rares
Toegangkelijkheid 7.629 Accessibilité
TOTAAL 109.883 TOTAL
Besparingen Economies(In duizend EUR) (En milliers EUR)
Daghospitaal 5.000 Hôpital de jour
Medicijnen 65.000 Médicaments
Nomenclatuur specialisten 30.000 Nomenclature spécialistes
TOTAAL 100.000 TOTAL
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
63
Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een storting van 5.000 duizend EUR voorzien in 2011. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen.
Un versement de 5.000 milliers EUR au Fonds pour l’avenir des soins de santé est prévu en 2011. De ce montant, 90 % appartiennent à la gestion globale des travailleurs salariés et 10 % à la gestion globale des indépendants.
De stabiliteitsprovisie wordt vastgesteld op 49.730 duizend EUR voor 2011. Zij zal niet worden gefinancierd voor zover de technische ramingen 2011 de uitgaventrend bevestigen. In het tegenovergestelde geval zal het saldo gefinancierd worden door een bijkomende inbreng van de alternatieve financiering.
La provision de stabilité est fixée à 49.730 milliers EUR pour 2011. Elle ne sera pas financée pour autant que les estimations techniques 2011 confirment le trend des dépenses. Dans le cas contraire, le solde sera financé par un apport supplémentaire du financement alternatif.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
64
HOOFDSTUK V CHAPITRE V DE ANDERE REGELINGEN VAN SOCIA-
LE ZEKERHEID LES AUTRES REGIMES DE SECU-
RITE SOCIALE
De overzeese sociale zekerheid La sécurité sociale d’Outre-mer
De DOSZ beheert twee regelingen van sociale zekerheid: de regeling van de wet van 16 juni 1960 en de regeling van de wet van 17 juli 1963. De begroting van de DOSZ wordt voorge-steld in tabel V.1.
L’OSSOM gère deux régimes de sécurité so-ciale: le régime de la loi du 16 juin 1960 et le régime de la loi du 17 juillet 1963. Le budget de l’OSSOM est présenté dans le tableau V.1.
In 2010 zal de DOSZ 63.572 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 368.797 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 309.899 duizend EUR.
En 2010, l’OSSOM percevra 63.572 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 368.797 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 309.899 milliers EUR.
In 2011 zal de DOSZ 64.844 duizend EUR aan bijdragen ontvangen. De prestaties bedragen 381.439 duizend EUR. De staatstoelage wordt vastgesteld op 313.334 duizend EUR.
En 2011, l’OSSOM percevra 64.844 milliers EUR de cotisations. Les prestations atteignent 381.439 milliers EUR. La subvention de l’Etat est fixée à 313.334 milliers EUR.
Andere regelingen van sociale zekerheid Autres régimes de sécurité sociale
In de tabellen V.2 tot V.3 worden de begrotin-gen van de takken en instellingen van de socia-le zekerheid besproken die niet behoren tot bei-de globale beheren maar die in de nationale rekeningen wel tot de sector sociale zekerheid worden gerekend.
Les tableaux V.2 jusque V.3 présentent les bud-gets des branches et des organismes de sécuri-té sociale qui ne font pas partie des gestions globales mais qui, dans les comptes nationaux, sont comptés dans la sécurité sociale.
Voor de RSZ-PPO gaat het over de begroting van de gezinsbijslag, de verschillende pools voor pensioenen, het egalisatiefonds, de GE-CO’s, de veiligheidscontracten, de syndicale premies en de beleggingsinkomsten.
Pour l’ONSS-APL, il s’agit du budget des pres-tations familiales, des différents pools de pen-sions, du fonds d’égalisation, des contractuels subventionnés, des contrats de sécurités, des primes syndicales et des revenus de place-ments.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
65
2011 2010 (II)-(I) 2011 / 2010
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
(I)
Aanpassing oktober 2010 /
Adaptation octobre 2010
(II)
Initieel /Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
Bijdragen 63.572 63.572 64.844 0 1.271 Cotisations
Staatstoelagen 310.643 309.899 313.334 -744 3.435 Subventions de l'Etat
Alternatieve financiering Financement alternatif
Toegewezen ontvangsten 1.710 1.710 2.010 0 300 Recettes affectées
Externe overdrachten 2.127 2.127 2.250 0 123 Transferts externes
Opbrengsten beleggingen 2.717 2.717 2.534 0 -183 Revenus de placements
Diversen 3.735 3.735 3.693 0 -43 Divers
Totaal lopende ontvangsten 384.505 383.761 388.664 -744 4.903 Total recettes courantes
2011 2010 (II)-(I) 2011 / 2010
Begrotings-controle /Contrôle
budgétaire
(I)
Aanpassing oktober 2010 /
Adaptation octobre 2010
(II)
Initieel /Initial
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
In absolute cijfers /
En chiffres absolus
Prestaties 374.362 368.797 381.439 -5.565 12.642 Prestations
Betalingskosten 15 15 20 0 5 Frais de paiement
Beheerskosten 12.490 12.490 12.743 0 253 Frais d'administration
Externe overdrachten 2.913 2.913 2.834 0 -79 Transferts externes
Intresten op leningen 379 379 581 0 202 Intérêts sur emprunts
Diversen 3.241 3.241 3.312 0 71 Divers
Totaal lopende uitgaven 393.400 387.835 400.929 -5.565 13.094 Total dépenses courantes
Saldo lopende rekeningen -8.895 -4.075 -12.265 4.820 -8.190 Solde comptes courants
TABEL V.1
(In duizend EUR)
Begroting van de DOSZ 2010-2011
TABLEAU V.1
Budget de l'OSSOM 2010-2011 (En milliers EUR)
Dépenses Courantes Lopende Uitgaven
Recettes CourantesLopende Ontvangsten
2010
2010
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
66
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
R
ecet
tes
Co
ura
nte
s
Bijd
rag
en
1.12
711
.195
26.8
562.
082.
262
40.8
6055
.781
1.49
2.49
93.
710.
580
Co
tisa
tio
ns
Sta
atst
oel
agen
S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10.0
00
40.9
0210
8.75
4
15
9.65
6F
inan
cem
ent
alte
rnat
if
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
25
9.86
6
259.
866
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
70
100
112.
432
20.0
00
132.
602
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
57.5
0010
017
250
.000
9024
6
108.
108
Rev
enu
s d
e p
lace
men
ts
Div
erse
n
69
1.
014
7.24
8
2.72
611
.057
Div
ers
Eig
en o
ntv
ang
sten
58
.766
21.3
9527
.028
2.43
4.04
426
9.38
476
.027
1.49
5.22
54.
381.
869
Rec
ette
s p
rop
res
Inte
rne
over
drac
hten
39.7
73
39.7
73T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
58
.766
21.3
9527
.028
2.47
3.81
726
9.38
476
.027
1.49
5.22
54.
421.
642
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
Lo
pen
de
Uit
gav
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
D
épen
ses
Co
ura
nte
s
Pre
stat
ies
23.8
0520
.202
23.1
262.
191.
001
251.
665
56.5
851.
489.
176
4.05
5.56
0P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
0
5514
6
201
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
8.39
1
3.40
214
.589
37.4
121.
007
6.04
870
.849
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Cen
tral
e in
stel
linge
n 8.
391
3.
402
14.5
8937
.412
1.00
76.
048
70.8
49O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
17
.528
312.
278
4.11
8
33
3.92
4T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
35
380
3.63
2
4.04
7D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
49
.759
20.2
0226
.963
2.52
1.64
629
3.19
557
.592
1.49
5.22
54.
464.
581
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
Inte
rne
over
drac
hten
39.7
73
39.7
73T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
49
.759
20.2
0226
.963
2.56
1.41
929
3.19
557
.592
1.49
5.22
54.
504.
354
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
9.00
71.
193
65-8
7.60
2-2
3.81
118
.436
0-8
2.71
2S
old
e co
mp
tes
cou
ran
ts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
C
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
Rec
ette
s
Uit
gav
en
00
00
00
00
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
0S
old
e co
mp
te d
e ca
pit
al
Res
ult
aat
9.00
71.
193
65-8
7.60
2-2
3.81
118
.436
0-8
2.71
2R
ésu
ltat
(E
n m
illie
rs E
UR
) (a
dapt
atio
n oc
tobr
e 20
10)
TA
BLE
AU
V.2
Bu
dg
et d
es a
utr
es r
égim
es d
e la
séc
uri
té s
oci
ale
2010
TA
BE
L V
.2
Beg
roti
ng
van
de
and
ere
reg
elin
gen
van
so
cial
e ze
kerh
eid
201
0 (
In d
uize
nd E
UR
) (a
anpa
ssin
g ok
tobe
r 20
10)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
67
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
R
ecet
tes
Co
ura
nte
s
Bijd
rag
en
1.10
211
.195
16.9
992.
217.
146
42.7
0057
.572
1.51
0.26
23.
856.
976
Co
tisa
tio
ns
Sta
atst
oel
agen
S
ub
ven
tio
ns
de
l'Eta
t
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
10.0
00
40.9
0250
.876
101.
778
Fin
ance
men
t al
tern
atif
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
25
8.45
2
258.
452
Rec
ette
s af
fect
ées
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
25
100
124.
427
20.0
00
144.
552
Tra
nsf
erts
ext
ern
es
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
45.3
0061
010
750
.450
9013
4
96.6
91R
even
us
de
pla
cem
ents
Div
erse
n
68
94
27.
600
2.
709
11.3
19D
iver
s
Eig
en o
ntv
ang
sten
46
.496
21.9
0517
.106
2.56
7.89
222
5.69
377
.706
1.51
2.97
04.
469.
768
Rec
ette
s p
rop
res
Inte
rne
over
drac
hten
79.8
00
79.8
00T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
46
.496
21.9
0517
.106
2.64
7.69
222
5.69
377
.706
1.51
2.97
04.
549.
568
To
tal r
ecet
tes
cou
ran
tes
Lo
pen
de
Uit
gav
en
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
D
épen
ses
Co
ura
nte
s
Pre
stat
ies
23.3
4015
.000
13.1
552.
316.
997
219.
107
57.1
101.
507.
067
4.15
1.77
5P
rest
atio
ns
Bet
alin
gsk
ost
en
0
5511
6
171
Fra
is d
e p
aiem
ent
Beh
eers
kost
en
7.91
8
3.42
314
.813
40.8
451.
007
5.90
473
.909
Fra
is d
'ad
min
istr
atio
n
Cen
tral
e in
stel
linge
n 7.
918
3.
423
14.8
1340
.845
1.00
75.
904
73.9
09O
rgan
ism
es c
entr
aux
Die
nste
n de
rden
S
ervi
ces
tiers
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
16
.116
336.
761
4.50
0
35
7.37
7T
ran
sfer
ts e
xter
nes
Intr
estl
aste
n
Ch
arg
es d
'inté
rêts
Div
erse
n
35
472
3.86
7
4.37
4D
iver
s
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
47
.408
15.0
0017
.105
2.67
2.55
426
4.45
258
.116
1.51
2.97
04.
587.
606
Dép
ense
s av
ant
tran
sfer
ts
inte
rnes
Inte
rne
over
drac
hten
79.8
00
79.8
00T
rans
fert
s in
tern
es
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
47
.408
15.0
0017
.105
2.75
2.35
426
4.45
258
.116
1.51
2.97
04.
667.
406
To
tal d
épen
ses
cou
ran
tes
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-913
6.90
51
-104
.662
-38.
759
19.5
900
-117
.838
So
lde
com
pte
s co
ura
nts
Kap
itaa
lrek
enin
gen
FA
OK
apit
alis
atie
/F
AT
Cap
ital
isat
ion
FB
ZA
sbes
tfo
nd
s /
FM
PF
on
ds
amia
nte
FB
ZS
ecto
r P
PO
/ F
MP
Sec
teu
r A
PL
RS
ZP
PO
/ O
NS
SA
PL
RV
A -
Bu
iten
glo
baa
l beh
eer
/ O
NE
m -
Ho
rsg
esti
on
glo
bal
e
FC
UD
/ F
ES
C
F. B
est.
Zek
.S
ald
o R
SZ
/ F
. Séc
. Exi
st.
So
lde
ON
SS
TO
TA
AL
/T
OT
AL
C
om
pte
s d
e C
apit
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
Rec
ette
s
Uit
gav
en
00
00
00
00
Dép
ense
s
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
0S
old
e co
mp
te d
e ca
pit
al
Res
ult
aat
-913
6.90
51
-104
.662
-38.
759
19.5
900
-117
.838
Rés
ult
at
(E
n m
illie
rs E
UR
)
TA
BLE
AU
V.3
Bu
dg
et d
es a
utr
es r
égim
es d
e la
séc
uri
té s
oci
ale
2011
TA
BE
L V
.3
Beg
roti
ng
van
de
and
ere
reg
elin
gen
van
so
cial
e ze
kerh
eid
201
1 (
In d
uize
nd E
UR
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
68
HOOFDSTUK VI CHAPITRE VI
DE SOCIALE BIJSTAND L’ASSISTANCE SOCIALE
Dit gedeelte behandelt de bijstandsregelingen die met algemene middelen worden gefinan-cierd, namelijk de inkomensgarantie voor oude-ren, het leefloon en de tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De maatschappe-lijke dienstverlening die door de OCMW's aan asielzoekers wordt toegekend, is eveneens op-genomen in dit hoofdstuk, uitgezonderd wat de opvanginitiatieven aangaat. Het residueel stel-sel van de gewaarborgde gezinsbijslag, dat vol-ledig ten laste is van de kinderbijslagregeling voor werknemers, komt hier dus niet aan bod, maar wel in het gedeelte betreffende de sociale zekerheid voor werknemers.
Cette partie traite des régimes d’assistance fi-nancés par des moyens généraux, à savoir la garantie de revenus aux personnes âgées, le revenu minimum d’intégration et les allocations aux personnes handicapées. L’aide sociale ac-cordée aux demandeurs d’asile par les CPAS a également été intégrée dans ce chapitre, sauf pour ce qui a trait aux initiatives d’accueil. Le régime résiduaire des prestations familiales ga-ranties, entièrement à charge du régime d’allocations familiales des travailleurs salariés, n’est donc pas repris ici mais bien dans la partie relative à la sécurité sociale des travailleurs sa-lariés.
De inkomensgarantie voor ouderen (IGO)
La Garantie de revenus aux personnes âgées (GRAPA)
Deze rubriek dekt de inkomensgarantie, het gewaarborgd inkomen en de verwarmingstoela-ge.
Cette rubrique couvre la garantie de revenu, le revenu garanti et l’allocation de chauffage.
Op 1 januari 2010 is de inkomensgarantie voor ouderen met een welvaartsaanpassing van 0,6 % aangepast. De kostprijs van deze maatregel bedraagt 4.964 duizend EUR voor het jaar 2011.
Au 1er janvier 2010, la garantie de revenu aux personnes âgées a reçu une adaptation au bien-être de 0,6%. Le coût de cette mesure s’élève à 4.964 milliers EUR pour l’année 2011.
Het recht op maatschappelijke integratie en de maatschappelijke dienstverlening
Le droit à l’intégration sociale et l’aide sociale
Het betreft, voor het lopende begrotingsjaar, het bedrag van de toelage toegewezen door de federale overheid, waarbij een deel van het leefloon (het vroegere bestaansminimum) en de maatschappelijke dienstverlening toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt terugbetaald.
Il s’agit, pour l’année budgétaire en cours, du montant de la subvention accordée par l’Etat fédéral qui rembourse une partie du revenu d’intégration (ancien minimex) et de l’aide so-ciale octroyés par les centres publics d’action sociale.
Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
Allocations aux personnes handicapées
De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties door de Staat gefinancierd zijn.
Le régime des allocations aux handicapés a pour but de venir en aide aux plus démunis d’entre eux. C’est un régime résiduaire de pro-tection sociale non contributif, dont les prestati-ons sont financées par l’Etat.
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
69
201
1
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g
okt
ob
er 2
010
/ A
dap
tati
on
o
cto
bre
201
0
(II)
Init
ieel
/ In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
Inko
men
sgar
antie
voo
r ou
dere
n 41
2.30
741
8.15
544
0.87
65.
848
1,42
%22
.721
5,43
%G
aran
tie d
e re
venu
s au
x pe
rson
nes
âgée
s
Leef
loon
58
6.34
661
8.74
666
5.09
832
.400
5,53
%46
.352
7,49
%R
even
u d'
inté
grat
ion
Maa
tsch
appe
lijke
die
nstv
erle
ning
/ T
oela
gen
OC
MW
's -
wet
van
2
april
196
5 30
8.61
430
8.61
435
1.80
80
0,00
%43
.194
14,0
0 %
Aid
e so
cial
e /
Sub
side
s C
PA
S -
loi d
u 2
avril
19
65
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p 1.
843.
657
1.80
2.64
71.
846.
441
-41.
010
-2,2
2 %
43.7
942,
43 %
Allo
catio
ns a
ux p
erso
nnes
ha
ndic
apée
s
TO
TA
AL
3.
150.
924
3.14
8.16
23.
304.
223
-2.7
62-0
,09
%15
6.06
14,
96 %
TO
TA
L
2010
(II)
/ (I
)20
11 /
2010
201
0
TA
BE
L V
I.1
Pre
stat
ies
van
de
stel
sels
so
cial
e b
ijsta
nd
201
0-20
11
(In
dui
zend
EU
R)
TA
BLE
AU
VI.1
Pre
stat
ion
s d
es r
égim
es d
'ass
ista
nce
so
cial
e 20
10-2
011
(E
n m
illie
rs E
UR
)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
70
201
1
Beg
roti
ng
s-co
ntr
ole
/C
on
trô
leb
ud
gét
aire
(I)
Aan
pas
sin
g
okt
ob
er 2
010
/ A
dap
tati
on
o
cto
bre
201
0
(II)
Init
ieel
/ In
itia
l
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
In a
bso
lute
ci
jfer
s /
En
ch
iffr
es
abso
lus
In %
/
En
%
Inko
men
sgar
antie
voo
r ou
dere
n10
1.44
510
1.52
010
7.25
075
0,07
%5.
730
5,64
%G
aran
tie d
e re
venu
s au
x pe
rson
nes
âgée
s
Leef
loon
103.
137
104.
760
106.
855
1.62
31,
57 %
2.09
52,
00 %
Rev
enu
d'in
tégr
atio
n
Maa
tsch
appe
lijke
die
nstv
erle
ning
/ T
oela
gen
OC
MW
's -
wet
van
2
april
196
537
.235
35.8
1036
.526
-1.4
25-3
,83
%71
62,
00 %
Aid
e so
cial
e /
Sub
side
s C
PA
S -
loi d
u 2
avril
19
65
Teg
emoe
tkom
inge
n aa
n pe
rson
en
met
een
han
dica
p32
2.02
531
0.49
132
2.45
1-1
1.53
4-3
,58
%11
.960
3,85
%A
lloca
tions
aux
per
sonn
es
hand
icap
ées
TO
TA
AL
563.
842
552.
581
573.
082
-11.
261
-2,0
0 %
20.5
013,
71 %
TO
TA
L
TA
BE
L V
I.2T
AB
LEA
U V
I.2
Fac
teu
rs d
e vo
lum
e d
es p
rest
atio
ns
des
rég
imes
d
'ass
ista
nce
so
cial
e 20
10-2
011
2011
/ 20
1020
10 (
II) /
(I)
Vo
lum
efac
tore
n v
an d
e p
rest
atie
s va
n d
e st
else
ls
soci
ale
bijs
tan
d 2
010-
2011
201
0
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
71
2010 2011
1. IGO 11,27 4,96 1. GRAPA
- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 6,33 - augmentation de 0,8 % de la GRAPA
- verhoging met 0,6 % van de IGO 1.1.2010 4,94 4,96 4,96 - augmentation de 0,6 % de la GRAPA
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
2. Allocations aux personnes handicapées
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.6.2009 20,35 - augmentation de 2 % hors index de l' allocation de remplacement de revenus
- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden
1.6.2009 7,20 - augmentation de 4,5 % des plafonds de l'aide à la personne âgée
3. Leefloon 3. Revenu d'intégration
- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 11,40 - augmentation de 2 % du revenu d'intégration
4. Maatschappelijke dienstverlening 4. Aide sociale
(wet 1965 ) (loi 1965)
- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
1.6.2009 5,71 - augmentation de 2 % de l'aide sociale équivalente
5. Diversen 25,00 5. Divers
- globale enveloppe voor de welvaartsaanpassingen
1.1.2011 25,00 - enveloppe globale pour les adaptations au bien-être
TOTAAL 11,27 29,96 TOTAL
Corrections sociales - Assistance sociale
Sociale correcties - Sociale bijstand
Van kracht / Prise de
cours
Raming van de uitgaven /
Estimation des dépenses
Jaarlijkse kost / Coût
annuel
TABEL VI.3
Budgettaire ramingen van de sociale correcties 2010-2011 (*)
(In miljoen EUR)
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel inge-voerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
(*) Montants budgétaires de l'année d'introduction de la mesure; la dernière colonne donne le coût pour une année complète.
TABLEAU VI.3
(En millions EUR)
Estimations budgétaires des corrections sociales 2010-2011 (*)
I. De stelsels van sociale bescherming I. Les régimes de protection sociale
72
1. Economische rekeningen 2005 2. Economische rekeningen 2006 3. Economische rekeningen 2007
4. Economische rekeningen 2008
5. Economische rekeningen 2009
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
438,
88.
514,
915
.026
,13.
976,
418
1,0
337,
4-
31.4
74,6
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
438,
88.
514,
915
.019
,13.
974,
118
0,3
337,
0-
31.4
64,2
Bet
alin
gson
kost
en
- -
7,0
2,3
0,7
0,4
- 10
,4
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
0,3
0,2
0,1
0,7
- -
1,3
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
166,
339
9,0
132,
613
0,2
17,0
22,3
114,
598
1,9
Cen
tral
e in
stel
linge
n 20
,023
6,7
132,
652
,817
,022
,311
4,5
595,
9P
rimai
re in
stel
linge
n 14
6,3
162,
3-
77,4
- -
- 38
6,0
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
0,1
0,3
22,5
- 19
,8-
28,7
71,4
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
20,8
16,8
7,4
- 18
0,0
225,
0
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
14
,923
,310
2,2
96,6
10,7
0,9
151,
440
0,0
Bes
par
ing
-5
,851
0,3
-265
,4-2
3,7
15,6
-15,
1-6
65,5
-449
,6
Su
bto
taal
3.
614,
39.
448,
115
.039
,04.
196,
425
2,2
345,
5-
190,
932
.704
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,5
- 59
,5-
83,5
- 31
.283
,231
.426
,7N
aar
de z
iekt
e-in
valid
iteit
- -
- -
- -
3.49
9,2
3.49
9,2
Naa
r de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- 9.
107,
89.
107,
8N
aar
de p
ensi
oene
n 0,
5-
- -
- -
14.7
17,7
14.7
18,2
Naa
r de
gez
insb
ijsla
g -
- -
- -
- 3.
601,
83.
601,
8N
aar
de a
rbei
dson
geva
llen
- -
- -
- -
24,6
24,6
Naa
r de
ber
oeps
ziek
ten
- -
- -
- -
332,
133
2,1
Naa
r he
t Glo
baal
beh
eer
- -
59,5
- 83
,5-
- 14
3,0
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 15
.441
,015
.441
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 15
.441
,015
.441
,0
To
taal
3.
614,
89.
448,
115
.098
,54.
196,
433
5,7
345,
546
.533
,379
.572
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
76
1. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
0,9
0,5
225,
252
1,6
7,9
11,6
32.8
38,4
33.7
16,1
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
12,8
- -
- 11
.235
,211
.248
,0T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
- 25
,652
1,6
7,9
11,6
21.4
99,0
22.0
65,7
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
0,5
- 18
6,8
- -
- 10
4,2
291,
5
And
ere
bijd
rage
n 11
0,4
0,5
- -
- -
- 11
0,9
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 10
3,5
- -
- -
7.96
3,6
8.06
7,1
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
5-
3,6
- -
- 5.
355,
65.
359,
7
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
30,
472
,23,
066
,31,
821
6,0
360,
0
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
3,8
148,
70,
4-
235,
6-
16,7
405,
2
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
187
,278
,970
,01,
3-
- 23
7,5
Su
bto
taal
11
5,6
340,
338
0,3
594,
631
1,1
13,4
46.3
90,3
48.1
45,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.49
9,2
9.10
7,8
14.7
18,2
3.60
1,8
24,6
332,
114
3,0
31.4
26,7
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,5
- -
- -
0,5
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 59
,559
,5V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 83
,583
,5V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 3.
499,
29.
107,
814
.717
,73.
601,
824
,633
2,1
- 31
.283
,2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- -
- V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
- -
- -
- -
- -
To
taal
3.
614,
89.
448,
115
.098
,54.
196,
433
5,7
345,
546
.533
,379
.572
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
77
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
006
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
623,
78.
803,
115
.421
,44.
135,
518
2,5
335,
2-
32.5
01,4
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
623,
78.
803,
115
.414
,64.
133,
318
1,8
334,
9-
32.4
91,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,8
2,2
0,7
0,3
- 10
,0
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
9,5
0,5
0,2
2,7
- -
12,9
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
163,
540
6,5
139,
513
7,1
17,0
22,4
131,
91.
017,
9C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,2
238,
813
9,5
55,5
17,0
22,4
131,
962
5,3
Prim
aire
inst
ellin
gen
143,
316
7,7
- 81
,6-
- -
392,
6
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
212
,4-
30,7
- 46
,089
,3
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
op
bre
ng
sten
an
der
e d
an f
inan
ciël
e -
- -
6,6
6,3
- 19
8,0
210,
9
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
15
,623
,257
,142
,927
,81,
518
2,6
350,
7
Bes
par
ing
4,
2-0
,279
,014
,36,
0-1
4,6
204,
229
2,9
Su
bto
taal
3.
807,
09.
242,
315
.709
,94.
336,
627
3,0
344,
576
2,7
34.4
76,0
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,1
- -
- 81
,9-
32.0
83,9
32.1
65,9
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
687,
23.
687,
2N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.93
6,4
8.93
6,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 15
.369
,015
.369
,1N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.73
2,2
3.73
2,2
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 27
,027
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 33
2,1
332,
1N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
- 81
,9-
- 81
,9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 15
.423
,015
.423
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
15
.423
,015
.423
,0
To
taal
3.
807,
19.
242,
315
.709
,94.
336,
635
4,9
344,
548
.269
,682
.064
,9
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
78
2. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
006
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
3,9
0,3
236,
452
0,0
11,2
11,0
33.9
31,9
34.8
24,7
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
11,1
- -
- 11
.492
,511
.503
,6T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
30
,452
0,0
11,2
11,0
22.3
44,7
22.9
17,3
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an
soc
iale
pre
stat
ies
0,5
- 19
4,9
- -
- 94
,729
0,1
And
ere
bijd
rage
n 11
3,4
0,3
-
-
- 11
3,7
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
0,1
80,0
- -
- -
8.77
3,5
8.85
3,6
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
7-
3,4
- -
- 5.
430,
75.
434,
8
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
50,
413
,53,
657
,51,
451
,612
8,5
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,6
136,
9-
- 25
9,0
- -
400,
5
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
187
,769
,780
,80,
2-
- 23
8,5
Su
bto
taal
11
9,9
305,
332
3,0
604,
432
7,9
12,4
48.1
87,7
49.8
80,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.68
7,2
8.93
6,4
15.3
69,1
3.73
2,2
27,0
332,
181
,932
.165
,9V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
- 0,
1-
- -
- 0,
1V
an d
e w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
- -
Van
de
pens
ioen
en
- -
- -
- -
- -
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
- -
- -
- -
- V
an d
e ar
beid
song
eval
len
- -
- -
- -
81,9
81,9
Van
de
bero
epsz
iekt
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
Glo
baal
beh
eer
3.68
7,2
8.93
6,4
15.3
69,0
3.73
2,2
27,0
332,
1-
32.0
83,9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
0,6
17,8
- -
- -
18,4
Van
de
zelfs
tand
igen
-
0,6
- -
- -
- 0,
6V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
17
,8
17
,8
To
taal
3.
807,
19.
242,
315
.709
,94.
336,
635
4,9
344,
548
.269
,682
.064
,9
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
79
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 3.
898,
58.
821,
015
.950
,74.
234,
018
7,0
334,
9-
33.4
26,1
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 3.
898,
58.
821,
015
.943
,84.
232,
218
6,5
334,
4-
33.4
16,4
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,9
1,8
0,5
0,5
- 9,
7
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
5,1
0,3
0,2
2,2
- -
7,8
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
167,
942
6,1
141,
114
1,4
70,7
24,3
122,
91.
094,
4C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,5
254,
014
1,1
57,2
70,7
24,3
122,
969
0,7
Prim
aire
inst
ellin
gen
147,
417
2,1
- 84
,2-
- -
403,
7
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
212
,0-
0,3
- 49
,361
,8
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
43,
3-
231,
223
5,9
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
16
,122
,172
,155
,325
,03,
448
7,3
681,
3
Bes
par
ing
-0
,34,
5-3
69,8
3,3
-5,1
1,2
1.06
4,5
698,
3
Su
bto
taal
4.
082,
29.
279,
015
.806
,44.
435,
628
3,4
363,
81.
955,
236
.205
,6
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
0,1
- 27
0,5
- 82
,4-
32.8
57,7
33.2
10,7
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 3.
961,
13.
961,
1N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
8.98
3,4
8.98
3,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 15
.751
,915
.752
,0N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
3.79
8,3
3.79
8,3
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 36
,736
,7N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 32
6,3
326,
3N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
-
270,
5-
82,4
- -
352,
9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 16
.806
,016
.806
,0N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
-
-
-
-
-
16
.806
,016
.806
,0
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
80
3. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
007
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
6,2
0,3
230,
855
0,3
15,1
27,5
35.9
90,5
36.9
30,7
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
12,5
- -
- 12
.132
,112
.144
,6T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
25,7
550,
315
,127
,523
.750
,224
.368
,8T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s -
- 19
2,6
- -
- 10
8,2
300,
8
And
ere
bijd
rage
n 11
6,2
0,3
- -
-
-
- 11
6,5
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 69
,0-
- -
7,9
9.61
5,3
9.69
2,2
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
4-
3,1
- -
- 5.
522,
15.
525,
6
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
31,
712
,05,
564
,51,
413
8,1
223,
5
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
129,
72,
9-
248,
9-
- 38
5,8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
- 94
,069
,481
,50,
6-
- 24
5,5
Su
bto
taal
12
1,2
294,
731
8,2
637,
332
9,1
36,8
51.2
66,0
53.0
03,3
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
3.96
1,1
8.98
3,4
15.7
52,0
3.79
8,3
36,7
326,
335
2,9
33.2
10,7
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 27
0,5
270,
5V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 82
,482
,4V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 3.
961,
18.
983,
415
.751
,93.
798,
336
,732
6,3
- 32
.857
,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
- 0,
96,
7-
- 0,
7-
8,3
Van
de
zelfs
tand
igen
-
0,9
- -
- 0,
7-
1,6
Van
het
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
-
-
6,7
-
-
-
-
6,7
To
taal
4.
082,
39.
279,
016
.076
,94.
435,
636
5,8
363,
851
.618
,986
.222
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
81
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 4.
281,
89.
310,
017
.091
,94.
511,
319
8,2
350,
0-
35.7
43,2
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 4.
281,
89.
310,
017
.085
,44.
509,
619
7,7
349,
7-
35.7
34,2
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,5
1,7
0,5
0,3
- 9,
0
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
7,1
0,2
0,4
0,9
- -
8,6
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
171,
443
3,7
146,
114
6,8
47,3
23,3
346,
71.
315,
3C
entr
ale
inst
ellin
gen
19,6
250,
014
6,1
58,8
47,3
23,3
346,
789
1,8
Prim
aire
inst
ellin
gen
151,
818
3,7
- 88
,0-
- -
423,
5
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
27,
40,
1-
- 16
3,3
171,
0
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
06,
7-
105,
611
3,3
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
17
,320
,914
9,3
18,5
21,8
3,8
284,
151
5,7
Bes
par
ing
-3
1,8
28,2
-50,
059
,313
,714
,855
3,2
587,
4
Su
bto
taal
4.
438,
79.
800,
117
.344
,94.
737,
428
8,6
391,
91.
452,
938
.454
,5
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n0,
1-
5,0
- 95
,3-
35.1
18,7
35.2
19,1
Naa
r de
zie
kte-
inva
lidite
it -
- -
- -
- 4.
320,
94.
320,
9N
aar
de w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
9.43
6,4
9.43
6,4
Naa
r de
pen
sioe
nen
0,1
- -
- -
- 16
.990
,416
.990
,5N
aar
de g
ezin
sbijs
lag
- -
- -
- -
4.00
8,4
4.00
8,4
Naa
r de
arb
eids
onge
valle
n -
- -
- -
- 27
,027
,0N
aar
de b
eroe
pszi
ekte
n -
- -
- -
- 33
5,6
335,
6N
aar
het G
loba
al b
ehee
r -
- 5,
0-
95,3
- -
100,
3
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 18
.574
,818
.574
,8
To
taal
4.
438,
89.
800,
117
.349
,94.
737,
438
3,9
391,
955
.146
,492
.248
,4
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
82
4. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
008
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
2,6
0,3
270,
556
1,3
13,8
44,6
37.8
33,8
38.8
36,9
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
16,3
- -
- 12
.675
,012
.691
,3T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
31,5
561,
313
,844
,625
.042
,025
.693
,2T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
3-
222,
7-
- -
116,
833
9,8
And
ere
bijd
rage
n 11
2,3
0,3
- -
-
-
- 11
2,6
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
0,1
104,
5-
- -
10,0
10.5
30,3
10.6
44,9
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
54,
42,
9-
- -
5.74
5,2
5.75
3,0
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
30,
69,
82,
461
,11,
638
3,0
458,
8
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
4,3
127,
2-
- 27
7,3
- -
408,
8
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
112
5,5
76,2
165,
34,
7-
- 37
1,8
Su
bto
taal
11
7,9
362,
535
9,4
729,
035
6,9
56,2
54.4
92,3
56.4
74,2
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
4.32
0,9
9.43
6,4
16.9
90,5
4.00
8,4
27,0
335,
610
0,3
35.2
19,1
Van
de
ziek
te-in
valid
iteit
- -
0,1
- -
- -
0,1
Van
de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- -
- V
an d
e pe
nsio
enen
-
- -
- -
- 5,
05,
0V
an d
e ge
zins
bijs
lag
- -
- -
- -
- -
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n -
- -
- -
- 95
,395
,3V
an d
e be
roep
szie
kten
-
- -
- -
- -
- V
an h
et G
loba
al b
ehee
r 4.
320,
99.
436,
416
.990
,44.
008,
427
,033
5,6
- 35
.118
,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,2
- -
- 0,
155
3,8
555,
1V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- 1,
2-
- -
0,1
- 1,
3V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 55
3,8
553,
8
To
taal
4.
438,
89.
800,
117
.349
,94.
737,
438
3,9
391,
955
.146
,492
.248
,4
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
83
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
009
(milj
oen
eu
ro)
Las
ten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 4.
651,
110
.699
,817
.997
,34.
708,
620
4,6
341,
4-
38.6
02,8
Ver
stre
kkin
gen
of u
itker
inge
n 4.
651,
110
.699
,817
.991
,14.
706,
920
4,0
341,
1-
38.5
94,0
Bet
alin
gson
kost
en
- -
6,2
1,7
0,6
0,3
- 8,
8
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
7,1
0,2
0,4
0,9
- -
8,6
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
179,
446
9,5
159,
818
0,0
36,6
23,0
151,
51.
199,
8C
entr
ale
inst
ellin
gen
20,0
269,
615
9,8
87,5
36,6
23,0
151,
574
8,0
Prim
aire
inst
ellin
gen
159,
419
9,9
- 92
,5-
- -
451,
8
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- 0,
29,
9-
- -
6,2
16,3
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
o
pb
ren
gst
en a
nd
ere
dan
fin
anci
ële
- -
- 1,
29,
3-
- 10
,5
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
23
,628
,114
4,5
19,2
41,2
2,9
270,
052
9,5
Bes
par
ing
-3
,211
8,1
-34,
06,
512
,122
,1-3
.057
,2-2
.935
,6
Su
bto
taal
4.
850,
911
.322
,818
.277
,74.
915,
930
4,7
389,
4-
2.62
9,5
37.4
31,9
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n0,
1-
- -
91,5
- 37
.963
,738
.055
,3N
aar
de z
iekt
e-in
valid
iteit
- -
- -
- -
4.72
5,0
4.72
5,0
Naa
r de
wer
kloo
shei
d -
- -
- -
- 10
.742
,010
.742
,0N
aar
de p
ensi
oene
n 0,
1-
- -
- -
17.9
19,1
17.9
19,2
Naa
r de
gez
insb
ijsla
g -
- -
- -
- 4.
201,
34.
201,
3N
aar
de a
rbei
dson
geva
llen
- -
- -
- -
37,0
37,0
Naa
r de
ber
oeps
ziek
ten
- -
- -
- -
339,
333
9,3
Naa
r he
t Glo
baal
beh
eer
- -
- -
91,5
- -
91,5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
- -
- 20
.332
,120
.332
,1N
aar
de z
elfs
tand
igen
-
- -
- -
- -
- N
aar
het R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 20
.332
,120
.332
,1
To
taal
4.
851,
011
.322
,818
.277
,74.
915,
939
6,2
389,
455
.666
,395
.819
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
84
5. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
009
(milj
oen
eu
ro)
(ver
volg
)
Op
bre
ng
sten
Z
iekt
e-In
valid
itei
t(1
) W
erkl
oo
shei
d
Pen
sio
enen
Gez
insb
ijsla
g
Arb
eid
s-
o
ng
eval
len
B
ero
eps-
ziek
ten
G
lob
aal
beh
eer
To
taal
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
11
5,5
0,3
270,
454
6,5
12,9
39,7
38.3
89,9
39.3
75,2
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
- -
15,3
- -
- 12
.790
,712
.806
,0T
en la
ste
van
de w
erkg
ever
s -
-
31,6
546,
512
,939
,725
.480
,026
.110
,7T
en la
ste
van
de g
enie
ters
van
s
ocia
le p
rest
atie
s 0,
2-
223,
5-
- -
119,
234
2,9
And
ere
bijd
rage
n 11
5,3
0,3
- -
-
-
- 11
5,6
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d
vo
or
de
soci
ale
zeke
rhei
d
- 12
3,1
- -
- 10
,010
.732
,910
.866
,0
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
0,
8-
2,8
- -
- 5.
849,
85.
853,
4
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
0,
40,
79,
10,
670
,40,
330
7,8
389,
3
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
9,2
340,
5-
- 26
7,2
- 18
,463
5,3
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s 0,
111
4,5
76,2
167,
58,
7-
- 36
7,0
Su
bto
taal
12
6,0
579,
135
8,5
714,
635
9,2
50,0
55.2
98,8
57.4
86,2
Inte
rne
ove
rdra
chte
n t
uss
en t
akke
n
4.72
5,0
10.7
42,0
17.9
19,2
4.20
1,3
37,0
339,
391
,538
.055
,3V
an d
e zi
ekte
-inva
lidite
it -
- 0,
1-
- -
- 0,
1V
an d
e w
erkl
oosh
eid
- -
- -
- -
- -
Van
de
pens
ioen
en
- -
- -
- -
- -
Van
de
gezi
nsbi
jsla
g -
- -
- -
- -
- V
an d
e ar
beid
song
eval
len
- -
- -
- -
91,5
91,5
Van
de
bero
epsz
iekt
en
- -
- -
- -
- -
Van
het
Glo
baal
beh
eer
4.72
5,0
10.7
42,0
17.9
19,1
4.20
1,3
37,0
339,
3-
37.9
63,7
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
1,7
- -
- 0,
127
6,0
277,
8V
an d
e ze
lfsta
ndig
en
- 1,
7-
- -
0,1
- 1,
8V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g -
- -
- -
- 27
6,0
276,
0
To
taal
4.
851,
011
.322
,818
.277
,74.
915,
939
6,2
389,
455
.666
,395
.819
,3
(1)
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
uitg
ezon
derd
.
II. Het stelsel voor werknemers A. Economische rekeningen
85
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2005-2009 3. Definitieve rekeningen 2005
4. Definitieve rekeningen 2006
5. Definitieve rekeningen 2007
6. Voorlopige rekeningen 2008
7. Voorlopige rekeningen 2009
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van de macro-economische omgeving De evolutie van de macro-economische parameters die door de socialezekerheidsinstellingen in de loop van de periode 2005-2009 werden gebruikt, is als volgt:
2005 2006 2007 2008 2009
1,2 % 2,8 % 2,8 % 1,2 % -3,0 %
2,2 % 1,8 % 1,8 % 4,2 % 0,6 %
4,0 % 5,0 % 6,1 % 5,4 % -0,5 %
Lonen / Tewerkstelling 2,4 % 3,1 % 3,1 % 3,5 % 2,6 %
Tewerkstelling (1) 1,6 % 1,9 % 3,0 % 1,9 % -3,1 %
Volledig werklozen (2) 717.571 701.468 663.702 629.229 657.144
(1) Voltijds equivalenten.(2) Cf. definitie van het concept in het statistisch gedeelte.
Loonmassa van de privé-sector
Bruto Binnenlands Product
Gezondheidsindex
In 2006 en 2007 trok de groei terug aan ten opzichte van 2005. In 2008 is er voornamelijk door het laatste kwartaal een terugval van de groei. In 2009 is er zelfs een negatieve groei van -3,0%. Het inflatiepercentage, hier gemeten door de gezondheidsindex, kende in 2005 een lichte opstoot tot 2,2 %. In de periode 2006-2007 daalde het inflatiepercentage tot 1,8 %. In 2008 piekte het inflatiepercentage dan weer met 4,2%. Met uitzondering van 2006 en 2007 kende de loonmassa, onderworpen aan RSZ-bijdragen, een jaarlijkse groei lager dan 2 %. Aan de daling van het aantal volledig werklozen kwam in 2008 een einde. B. Evolutie van het begrotingsresultaat
2005 2006 2007 2008 2009
46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.309 55.782.006
1.136.473 1.136.822 1.132.701 1.258.336 1.493.723
Kapitaalontvangsten 0 75.768 336.714 4.138 0
Sociale prestaties 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330
Andere lopende uitgaven (2) 17.600.973 17.981.092 19.810.954 21.730.118 23.740.376
Kapitaaluitgaven (3) 15.864 15.911 1.211 415.321 1.158
Begrotingsresultaat -9.081 349.462 1.263.863 320.538 -3.004.135
(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.(3) Gedekt door een Staatstussenkomst.
Lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
88
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de macro-economische omgeving, toegelicht in punt A, worden de ontvangsten en de uitgaven ook door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. C. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer In de periode 2005-2009 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in onderstaande tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 102):
RSZ-Globaal beheer
2005 2006 2007 2008 2009
Globale middelen 4,25 % 3,26 % 6,56 % 6,99 % 1,26 %
Waarvan: - gewone bijdragen (1) 2,72 % 15,36 % 5,51 % 5,54 % 1,82 %
- Staatstoelagen 1,29 % 1,40 % 1,68 % 4,04 % 1,82 %
- alternatieve financiering(stock options inbegrepen)
12,76 % 10,85 % 9,71 % 9,83 % -0,38 %
(1) In 2006, 2007, 2008 en 2009: loonmatiging inbegrepen.
Een tabel die de berekening van de alternatieve financiering voor de jaren 2005 tot 2011 in detail weergeeft, volgt in bijlage. Hierna volgt jaar per jaar een overzicht van de voornaamste maatregelen die de evolutie van de RSZ-ontvangsten hebben beïnvloed. In 2005 zijn een reeks maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Vanaf het vierde kwartaal 2005 worden de voorschotten die betaald moeten worden aan de
RSZ berekend op basis van het kwartaal t-4 in plaats van het kwartaal t-2 en worden de percentages gewijzigd;
Het contractueel personeel dat afhangt van de deelgebieden wordt vrijgesteld van de betaling van de bijdrage van 13,07% op het dubbel vakantiegeld;
Om het interprofessioneel akkoord van 20 december 2000 en het "Herenakkoord" van 18 februari 2002 volledig uit te voeren, is de bijdrage bestemd voor de beroepsziektenregeling het voorwerp van een bijkomende vermindering van 0,02% vanaf het 4e kwartaal 2005;
Er wordt een nieuw statuut gecreëerd voor de jobstudenten; Om een doeltreffende inning mogelijk te maken, wordt er een nieuwe berekeningswijze voor
de bijdrage op de bedrijfsvoertuigen ingevoerd; Onderwerping aan de sociale bijdragen van de bedragen toegekend in het kader van de
zogenaamde "Canada Dry"-overeenkomsten. De globale toelage werd in 2005 verminderd met 4.897 duizend euro. Dit bedrag werd toegevoegd aan de kredieten van de FOD Justitie voor 2005 om de meerkosten te financieren die verbonden zijn aan het externe zorgcircuit voor geïnterneerden. Het bedrag dat door het RIZIV werd overgedragen aan de betrokken instellingen wordt verminderd tot beloop van het passende bedrag.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
89
Het bedrag van de alternatieve financiering werd in 2005 verhoogd met de volgende bedragen: 242.002 duizend euro voor de financiering van de werkbonus. 80.465 duizend euro extra voor de dienstencheques, waarvan de enveloppe hierdoor op
164.038 duizend euro wordt gebracht. Het uitzonderlijk bedrag toegekend aan het globaal beheer stijgt met 18.712 duizend euro ter
compensatie van het verlies van de bijdragen op het dubbel vakantiegeld van de contractuele personeelsleden van de deelgebieden en de vermindering van de bijdrage voor de beroepsziekten, om 1.551.887 duizend euro te bereiken in 2005.
Naast de socialezekerheidsbijdragen (met inbegrip van de loonmatiging), de Staatstoelage en de alternatieve financiering, omvatten de globale middelen van het RSZ-Globaal beheer een aantal specifieke bijdragen, afhoudingen en externe overdrachten. Wat deze overdrachten betreft, werd in 2005 de meerwaarde voortvloeiend uit de herwaardering op 31 december 2004 van de onroerende goederen die ten titel van reserves zijn opgenomen in het kapitalisatiestelsel bij de Rijksdienst voor pensioenen aan het globaal beheer overgedragen voor een bedrag van 59.500 duizend euro. Bovendien werd de regeling voor rust- en overlevingspensioen ten gunste van de vrij verzekerden waarvoor sinds 1976 geen enkele storting meer is gebeurd, afgeschaft. Het saldo van de activa van deze regeling, 16.500 duizend euro, werd overgedragen aan het globaal beheer. In 2006 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Studenten tewerkgesteld met een overeenkomst voor studenten zijn niet onderworpen aan bijdragen indien ze tijdens de maanden juli, augustus en september niet langer dan 23 dagen tewerkgesteld zijn en tijdens de overige maanden ook maximaal 23 dagen. Wel is er een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Er werden maatregelen genomen om de inning van de solidariteitsbijdragen op bedrijfswagens beter te doen verlopen. Enerzijds door een kruising van verschillende gegevensbanken, anderzijds door een informatiecampagne naar werkgevers toe. Er werd in een mogelijkheid van regularisatie voorzien die liep tot 30.06.2006, nadien werd er een verdubbeling van de bijdrage voorzien voor werkgevers die verzuimd hadden één of meer onderworpen voertuigen aan te geven. Om een vroegtijdige uitstap uit de arbeidsmarkt tegen te gaan, werden er vanaf 01.04.2006 verplichte inhoudingen ingesteld op de aanvullende vergoedingen die de werkgever betaalt bij volledige werkloosheid of bij tijdskrediet of loopbaanonderbreking (Canada Dry-vergoedingen). De hoogte van de inhoudingen is afhankelijk van een aantal factoren (leeftijd betrokkenen, datum afsluiting CAO, toepassingsgebied CAO). Regelingen in het kader van opzeggingen die al zijn ingegaan voor 01.10.2005 blijven buiten deze maatregel. Een deel van de inhoudingen komen rechtstreeks toe aan RVP en RVA. Er wordt een nieuwe bijdragenvermindering ingevoerd voor jonge werknemers tussen 18 en 30 jaar met een loon beneden een bepaalde grens. Deze vermindering daalt degressief met de oplopende leeftijd van de jongere. Bovendien zijn een deel van de werkgevers uit de openbare sector en werkgevers die vallen onder het toepassingsgebied van de sociale maribel uitgesloten. Als een werkgever een laaggeschoolde jongere in dienst neemt in het kader van een startbaanovereenkomst, kan hij een vermindering van sociale bijdragen genieten van 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de zeven volgende kwartalen. Sinds 01.04.2006 is de periode waarin de werkgever van deze vermindering kan genieten voor erg laaggeschoolde jongeren en laaggeschoolde jongeren met een handicap of van buitenlandse afkomst uitgebreid tot vijftien kwartalen na indiensttreding. De regering besliste om vanaf 2006 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. 90% hiervan is bestemd voor het werknemersstelsel.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
90
In 2007 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Na kennisname van het strategische plan 2007 van SIOD (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst), kaderend in de strijd tegen sociale fraude, werd er een bijkomende ontvangst van 40.875 duizend euro aan sociale bijdragen voorzien. Daarnaast werd ook de strijd tegen zwartwerk in bepaalde sectoren, onder andere de bouw- en schoonmaaksector, verder opgevoerd wat resulteerde in extra bijdragenontvangsten. Vanaf 1 januari 2007 wordt het gewone vakantiegeld dat betaald wordt door de werkgever bij het einde van een arbeidsovereenkomst belast met werknemers- en werkgeversbijdragen. Deze aanpassing resulteerde voor 2007 in 176.625 duizend euro te ontvangen sociale bijdragen. De maatregel is niet van toepassing op de bedragen betaald aan de bedienden die worden tewerkgesteld via een tijdelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 24 juli 1987. Bij de alternatieve financiering werden volgende bijkomende ontvangsten voorzien: Een verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, waardoor het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging gestegen is voor de werknemers; In het generatiepact werd bepaald dat vanaf 2007 een gedeelte van de personen- en
vennootschapsbelasting toegewezen wordt aan de sociale zekerheid. In dit kader werd er een bijkomende alternatieve financiering voorzien ter compensatie van de bijdragenverminderingen voor jongere en oudere werknemers en van de maatregelen uit het sociaal akkoord. Bovendien werd er 13.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer voor werknemers, afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad;
Via een bijzondere toewijzing van de RSZ (Wetenschappelijke Maribel) wordt de tewerkstelling in de sector van het fundamenteel onderzoek aangemoedigd. Ter compensatie werd in 2007 een alternatieve financiering van 31.000 duizend euro toegekend;
Ten slotte werd beslist dat voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro werd afgenomen van het bedrag aan btw-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het werknemersstelsel toekomt met 19.154 duizend euro.
In 2008 werden volgende maatregelen inzake bijdragen en bijdrageverminderingen genomen: Een nieuw plan in het kader van de strijd tegen de sociale fraude zorgde voor 50.000 duizend
euro aan bijkomende ontvangen sociale bijdragen; Tengevolge de activeringspolitiek van de regering werd er een terugverdieneffect budgettair
ingeschreven van 89.890 duizend euro aan sociale bijdragen; Het beperken van het aantal dienstencheques tot 750 per persoon per jaar had een vermindering
van de ontvangen bijdragen van 2.642 duizend euro tot gevolg; Door een versterking van de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden werd het
bedrag van de terugvorderingen van bijdragen verhoogd met 10.000 duizend euro. Bij de alternatieve financiering werden volgende wijzigingen in de ontvangsten voorzien: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
91
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Ook geldt er vanaf 2008 een 90-10 verdeling voor dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren volgens de aangehaalde verdeelsleutel. In 2009 zijn volgende belangrijke maatregelen inzake bijdragen en bijdragenverminderingen genomen: Een bedrag van 48.350 duizend euro werd toegevoegd aan de sociale bijdragen tengevolge van
het plan in de strijd tegen de sociale fraude. Het huidige systeem van studentenarbeid werd in samenspraak met de sociale partners vanaf 1
januari 2009 vereenvoudigd. Dit zorgde voor een verhoging van de bijdrageontvangsten met 10.000 duizend euro.
De sociale partners werden verzocht om de loongrenzen (bijdragenvermindering) aan te passen, teneinde een aanvullende inkomst voor de sociale zekerheid van 30 miljoen euro in 2009 te creëren.
De beslissing genomen door de regering betreffende de versterking van de controle op de ondernemingen die werken via dienstencheques had een meerontvangst aan bijdragen voor een bedrag van 10.000 duizend euro tot gevolg.
De activeringspolitiek van de regering leidde tot een terugverdieneffect op de geraamde sociale bijdragen, in budgettaire termen 75.430 duizend euro.
Door de afwikkeling van dossiers naar aanleiding van achterstallige en onverschuldigde bijdragen was er een bijkomende ontvangst aan bijdragen van 111.000 duizend euro.
De alternatieve financiering van het globaal beheer voor werknemers werd vanaf 2009 verhoogd met 47.000 duizend euro via een voorafname op de opbrengsten van de personenbelasting ter financiering van de meerkost van de maatregel met betrekking tot de verhoging van de minimumpensioenen, ingegaan op 1 juli 2008. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan de RSZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 964.316 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 18.753 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 90 % toegewezen aan de RSZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2005 2006 2007 2008 2009
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 7,68 % 0,03 % -0,36 % 11,09 % 18,71 %
(1) Zonder de interne overdrachten.
De sterke stijging van de lopende ontvangsten in 2005 was voornamelijk het gevolg van de nieuwe toegewezen alternatieve financiering aan de RVA. Deze alternatieve financiering dient ter financiering van de toewijzigingsfondsen met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid en de dienstencheques. Voor beide fondsen samen werd een bedrag van 55.727 duizend euro voorzien. Bij de RVA zijn de diverse ontvangsten met 13.721 duizend euro gestegen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
92
In 2006 was er geen alternatieve financiering meer voorzien voor het toewijzingsfonds met betrekking tot de tijdelijke werkloosheid. Binnen het FAO kende men dan weer 25.264 duizend euro aan bijkomende overdrachten. Dit voornamelijk vanuit renten. Tenslotte stegen de toegewezen ontvangsten van de RVP met 8.985 duizend euro ten opzichte van 2005. Het jaar 2007 kende een beperkte daling van de lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen. Terwijl de bijdragenontvangsten (-3.008 duizend euro) en de externe overdrachten (-18.658 duizend euro) daalden, was er een stijging van de diverse ontvangsten (17.897 duizend euro). In 2008 werd de tak “RVP-kapitalisatie” opgenomen binnen het globaal beheer van de werknemers. Daarnaast stegen de ontvangsten vanuit externe overdrachten van het FAO met 33.534 duizend euro. De diverse ontvangsten van de RKW en de RVA kenden een gelijkaardige stijging. Sinds het begin van het jaar 2008, kunnen de werkgevers en de werknemers het eens worden om zogenaamde niet- terugkerende voordelen toe te staan in verband met de resultaten. De RSZ had hiervoor een inkomst voorzien van 21 miljoen euro in 2008 en 25 miljoen euro in 2009. Een bijkomend bedrag van 46.800 duizend euro werd ingeschreven. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor RSZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro. Ten slotte besliste de regering om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 zal dit bedrag ten gevolge van de programmawet van 22 december 2008 overgedragen worden naar de beide globaal beheren. Dit volgens een 90-10 verdeling. Tevens wordt het vanaf 2008 opgenomen onder de lopende ontvangten van het RSZ-globaal beheer.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
93
D. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2005 2006 2007 2008 2009Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703 7,75 %
RVP 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.865.215 17.787.182 5,00 %
RKW 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666 3,99 %FAO 155.333 159.785 163.954 174.516 185.037 4,47 %
FBZ 315.054 309.199 306.360 311.385 304.777 -0,83 %
RVA-Werkloosheid 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.179.715 7.269.642 3,25 %
RVA-Brugpensioenen 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251 4,69 %
RVA-Loopbaanonderbreking 552.341 606.995 645.900 703.674 747.423 7,85 %
Mijnwerkers-Invaliditeit 6.237 5.095 4.054 3.555 2.916 -17,31 %
HVKZ-ZIV 7.792 7.795 7.671 7.496 10.134 6,79 %
Pool der Zeelieden-Werkloosheid 3.515 3.180 2.788 2.509 2.600 -7,26 %
Totaal 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330 4,82 %
(duizend euro)
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de genomen beleidsmaatregelen en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen,…). Het gedeelte "C. Statistieken" bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder bespreken wij per jaar hoofdzakelijk de evolutie van de verschillende takken en de belangrijkste beleidsmaatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2005 zijn de loongrenzen die toegepast worden bij de berekening van de uitkeringen met 2% verhoogd in de sector van de primaire ongeschiktheid en de sector van de invaliditeit. Vanaf 01.01.2005 zijn de inkomensschijven verhoogd die dienen voor de berekening van de uitkeringen voor de invalide rechthebbenden die een toegelaten activiteit hervatten. Vanaf 01.09.2005 worden de invaliditeitsuitkeringen die minstens acht jaar zijn toegekend, verhoogd met 2%. Een uitkering kan gecumuleerd worden met een activiteit waaruit inkomsten worden verkregen, indien er een voorafgaande toestemming is van de adviserend geneesheer. In 2006 werd het bedrag van de inkomensschijven verhoogd. De uitkeringen aan gerechtigden bij wie de arbeidsongeschiktheid is ingetreden tijdens de periode 01.09.1997 tot 31.08.1999 worden vanaf 01.09.2006 met 2% verhoogd. Op 01.10.2006 werden de uitkeringen aangepast aan de nieuwe gezondheidsindex en werd de minimumuitkering voor niet-regelmatige werknemers verhoogd met 1%. Vanaf 01.01.2007 werd een forfaitaire tegemoetkoming van 12 euro voor hulp van derden toegekend.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
94
Op 01.09.2007 werden de minima betreffende de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen verhoogd met 2 %. Vanaf 01.09.2007 werden de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan verhoogd met 2 %. Bovendien zijn in 2007 de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de invaliditeitsuitkeringen aangepast aan de welvaart en werd gelijktijdig de inkomensgrens voor het WIGW-statuut en voor de uitkering die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd eveneens verhoogd met 2 %. Bij de uitkeringen werd een bedrag van 64.695 duizend euro voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging met 2 % van de minima toegekend aan de regelmatige werknemers; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan in 2003 met 2 %; Wegwerken van de historische anomalie ten gevolge van de verhoging van het
vervangingspercentage samenwonenden in de eerste werkloosheidsperiode (van 55 % naar 58 %);
Samenwonenden primaire arbeidsonge-schiktheid (van 58 % naar 60 %); Verhoging van het berekeningspercentage voor alleenstaande invaliden (van 53 % naar 55 %); Gelijkschakelen van de ingangsdata van de cohorten voor partners met een
vervangingsinkomen. Pensioenen De pensioenhervorming vanaf 01.07.1997 heeft een besparingseffect op de uitgaven. De pensioenleeftijd voor vrouwen werd opgetrokken: vanaf 01.07.1997 tot 61 jaar, van 01.01.2000 tot 31.12.2002 tot 62 jaar, van 01.01.2003 tot 31.12.2005 tot 63 jaar, van 01.01.2006 tot 31.12.2008 tot 64 jaar en vanaf 01.01.2009 tot 65 jaar. Enerzijds wordt de stijging van het aantal rustpensioenen voor vrouwen vertraagd. Anderzijds behouden de vrouwen langer hun statuut van gerechtigde in andere sectoren van de sociale zekerheid, voornamelijk inzake werkloosheid, brugpensioen, ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Op 01.09.2005 werden de pensioenen die ingegaan zijn in 1997, verhoogd met 2%. Vanaf 01.12.2005 wordt een aanvulling toegekend aan de werknemers met een gemengde loopbaan werknemer-zelfstandige van wie de loopbaan in totaal een aantal jaren telt dat minstens gelijk is aan twee derden van een volledige beroepsloopbaan. Voor het jaar 2005 worden de uitgaven met betrekking tot de indexering van de renten ten laste gelegd van de wettelijke regeling van de kapitalisatie ten belope van 121.200 duizend euro. Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. Op 01.09.2006 worden de werknemerspensioenen ingegaan in de loop van 1998 of 1999 verhoogd met 2 %. Deze verhoging is een beslissing die kadert binnen het beleid om de oudste pensioenen op te trekken en beter de evolutie van de welvaart te laten volgen. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
95
Vóór 2007 was er een wettelijke bepaling die stipuleerde dat pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet werden uitbetaald. Vanaf 01.01.2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen vanaf 01.03.2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Tevens werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd vanaf 01.07.2008 Nog steeds in het kader van de pensioenen, werd vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. Alle pensioenen van de werknemers werden met 1,5 % verhoogd vanaf 1 juni 2009. Daarbij kwam nog een extra inspanning voor de oudste pensioenen (meer dan 15 jaar) die met 2 % op diezelfde datum zullen verhoogd worden. Een bijzondere inspanning betreft de minimumpensioenen die met 3 % op diezelfde datum verhoogd werden. Het minimumrecht per loopbaanjaar werd derhalve ook met 3 % verhoogd voor de pensioenen die ten vroegste op 1 september 2009 aanvangen. De budgettaire impact van deze maatregel bedroeg 122.170 duizend euro in 2009. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart in 2009 werd 56.849 duizend euro vrijgemaakt. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Verhoging van alle minima met 2 %; Verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 2 %; Verhoging van alle niet-minima ingegaan vóór 2008 met 0,8 %; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan in 2004 met 2 %. Gezinsbijslag Voor kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling op de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor gehandicapte kinderen geboren na 01.01.1996 verhoogd. Sinds 01.01.2007 werden de verhoogde kinderbijslagen voor invaliden en werklozen behouden gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden indien men opnieuw begint te werken. Eénoudergezinnen met een bruto-maandelijks inkomen lager dan 1.740,15 euro ontvangen in 2007 een bijkomende maandelijkse kinderbijslag van 20 euro. De enveloppe voor de schoolpremie in 2007 bedroeg 65,3 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
96
De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan hetzelfde onderzoekssysteem. Wat betreft de kinderbijslag, werd de verhoging van de jaarlijkse leeftijdstoeslag van 25 tot 50 euro voor de categorie 18- tot 25-jarigen reeds ingevoerd in 2009. Beroepsziekten De lijst van beroepsziekten werd uitgebreid en verschillende keren vervolledigd. Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen voor beroepsziekten werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,96 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,14 miljoen euro. Wat betreft de beroepsziekten werd een enveloppe van 1.716 duizend euro voorzien voor de aanpassing aan de welvaart in 2009. De volgende maatregelen waren binnen deze enveloppe opgenomen: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen met 0,8 %; Verhoging van de uitkeringen voor beroepsziekten ingegaan in 2003 met 2 %. Arbeidsongevallen Op 01.09.2005 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1997 of vroeger. Op 01.09.2006 werd een welvaartsaanpassing van 2 % toegekend voor de uitkeringen die voor de eerste keer werden betaald in 1998. De uitkeringen arbeidsongevallen werden vanaf 01.09.2007 aangepast aan de welvaart. De minima werden verhoogd met 2 %, wat neerkomt op een meeruitgave van 0,66 miljoen euro. De uitkeringen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan, werden eveneens verhoogd met 2 %, wat resulteert in een kost van 0,55 miljoen euro. Het bedrag voorzien voor de welvaarts-enveloppe 2009 bedroeg 1.500 duizend euro voor de prestaties inzake arbeidsongevallen. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging met 2 % van de minima en de forfaits; Verhoging met 0,8 % van alle niet-forfaitaire uitkeringen; Verhoging van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002 met 2 %; Verhoging van de uitkeringen voor arbeidsongevallen ingegaan in 1993 en in 2003 met 2 %.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
97
Werkloosheid Vanaf 01.07.2005 is er een nieuwe berekeningswijze ingevoerd voor de inkomensgarantie-uitkering voor de deeltijds werklozen, tegelijkertijd met een werkbonus om werken lonender te maken en de deeltijdse werknemers zo aan te moedigen meer uren te presteren. Bij bedrijfsherstructureringen na 30.03.2006 krijgt een werknemer vanaf 45 jaar, die op vrijwillige basis in een tewerkstellingscel stapt, gedurende maximaal zes maanden een inschakelingsvergoeding, die overeenstemt met zijn vroegere loon. Deze vergoeding vervangt geheel of gedeeltelijk de opzeggingsvergoeding waarop hij recht had. Indien voor een arbeider de inschakelingsvergoeding groter is dan de normaal verschuldigde opzeggingsvergoeding, kan de werkgever de terugbetaling van het verschil verkrijgen bij de RVA. Indien er een tewerkstellingscel werd opgericht conform de bepalingen uit het Generatiepact moet deze cel elke ingeschreven werknemer een outplacementaanbod doen. Onder bepaalde voorwaarden kan de werkgever de hieraan verbonden kosten terugvorderen bij de RVA. Daarnaast is inschrijving in een tewerkstellingscel een voorwaarde geworden om brugpensioen te bekomen. Niet-vergoede werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding stappen of een instapstage volgen, kunnen vanaf 01.04.2006 onder bepaalde voorwaarden een recht doen gelden op een opleidings- of stage-uitkering (KB 13.03.2006). Beide uitkeringen worden gelijkgesteld met een wachtuitkering. Een niet-uitkeringsgerechtigde werkloze kan, onder bepaalde voorwaarden, sinds 01.04.2006 aanspraak maken op een vestigingsuitkering voor een periode van ten hoogste zes maanden als hij zich met begeleiding van het Participatiefonds voorbereidt op een vestiging als zelfstandige. Ook deze uitkering wordt gelijkgesteld met een wachtuitkering. Vanaf 01.09.2006 kan elke jongere die in het kader van een alternerende opleiding tijdens een periode van deeltijdse leerplicht, een praktijkopleiding volgt bij een werkgever, aanspraak maken op een startbonus gedurende maximaal drie opleidingsjaren. De werkgever van zijn kant heeft recht op een stagebonus. Beide bonussen bedragen 500 euro na beëindiging van de eerste twee opleidingsjaren en 750 euro na het derde opleidingsjaar (KB 01.09.2006). Vanaf 01.01.2007 werd de actveringsmaatregel om langdurig werklozen aan werk te helpen versoepeld. Activa-plus en activa-sluiting werden afgeschaft en activa-stadswachten werd versoepeld. De gevoerde activeringspolitiek bracht in 2008 een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 81.180 duizend euro met zich mee. Vervolgens waren er maatregelen genomen betreffende de problematiek van de werkloosheidsval en mobiliteit. Deze vinden hun ingang vanaf 01.07.2008. De uitgaven met betrekking tot de werkloosheidsuitkeringen daalden hierdoor met 13.365 duizend euro. Door het feit dat er beslist werd dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden geschrapt, was er in 2008 een besparing voor de werkloosheidsuitkeringen voor de PWA’ers voor een bedrag van 15.000 duizend euro. In 2009 zijn er volgende maatregelen genomen ter vermindering van de werkloosheidsuitkeringen: Voor de activeringspolitiek voorzag men een daling van de werkloosheidsuitkeringen met 58.570
duizend euro; De maatregelen genomen in de strijd tegen de fraude bestonden eveneens uit een versterking
van de strijd tegen het cumuleren van werkloosheidsuitkeringen en loonontvangsten. Hierdoor daalden de uitgaven voor de werkloosheidsprestaties met 17.900 duizend euro;
Mits een overgangsfase werd door de regering beslist dat de huishoudelijke taken voor tewerkgestelden binnen het PWA-statuut jonger dan 50 jaar en die geen werkonbekwaamheid kennen van 33 % worden afgeschaft vanaf 1 juli 2009. Deze maatregel leverde een besparing van 15.000 duizend euro op.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
98
Daarnaast voorzag het relanceplan 2009 volgende maatregelen in het kader van de werkloosheid: Verhoging van de werkloosheidsuitkeringen voor tijdelijke werkloosheid (151.266 duizend euro):
Vanaf 01.01.2009 tot 31.12.2010 wordt enerzijds het uitkeringspercentage voor samenwonende tijdelijk werklozen opgetrokken van 60 % naar 70 % en anderzijds het uitkeringspercentage voor alleenstaande tijdelijk werklozen en gezinshoofden gebracht van 65 % naar 75 %. Bovendien zullen werknemers met een tijdelijk of interimcontract, die behoren tot een departement van de onderneming waarbinnen het economisch werkloosheidsstelsel van toepassing is en van wie het contract werd verlengd, eveneens kunnen genieten van het tijdelijkwerkloosheidsstelsel als zij ten minste 3 maanden in de onderneming zijn tewerkgesteld en actief zijn in een sector die geconfronteerd wordt met gebrek aan werk wegens economische redenen.
Betere begeleiding van ontslagen werknemers bij herstructureringen (6.000 duizend euro in uitgaven en 8.800 duizend euro in bijdrageverminderingen). Ondernemingen met meer dan 20 werknemers zullen voortaan verplicht worden om een tewerkstellingscel te creëren van zodra een collectief ontslag wordt aangekondigd. Verder wordt het stelsel van de tewerkstellingscel uitgebreid naar alle werknemers van alle ondernemingen in herstructurering en geldt het dus niet langer alleen voor werknemers ouder dan 45 jaar, maar ook voor deze jonger dan 45 jaar. Bovendien wordt het bedrag van de terugbetaling van de outplacementkosten aan de werkgever verhoogd. De ontslagen werknemer die gedurende 6 maanden in een tewerkstellingscel zit en tijdens deze periode een job vindt, behoudt het recht op de reclasseringsvergoeding zodat hij aangespoord wordt om zo snel mogelijk terug aan de slag te gaan (met vermindering van de persoonlijke en de patronale RSZ-bijdragen).
Activering van personen met een handicap (5.000 duizend euro): in het luik “vereenvoudiging banenplannen” van het recentste inter-professioneel akkoord van 18.12.2008 is voorzien dat het budget voor activering van werkloosheidsuitkeringen nog zal worden versterkt door het budget van het Fonds voor gehandicapten opgericht in uitvoering van het IPA 2005-2006, dit bestemd voor acties ten behoeve van werkzoekenden met een verminderde arbeidsgeschiktheid.
Tenslotte bedroeg de kostprijs van de maatregelen die genomen worden voor de aanpassing aan de welvaart van de werkloosheidsuitkeringen en de brugpensioenen in 2009 70.759 duizend euro. Dit bedrag werd als volgt gebruikt: Verhoging van de minimum-uitkeringen (inclusief forfaits) met 2 % voor de volledig werklozen, de
tijdelijk werklozen, de jeugd-en seniorvakantie, de onthaalouders en de bruggepensioneerden; Anciënniteitstoeslag voor ontslagen personen op 56 en 57 jaar; Verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonende werklozen voor het eerste jaar (van 58 %
naar 60 %); Verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaande werklozen voor de tweede periode (van 53
% naar 55 %); Verhoging van de loonplafonds. Loopbaanonderbreking en tijdskrediet De stijging van de uitgaven is gekoppeld aan de invoering van het tijdskrediet. BIj uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002 van 22.12.2000, hebben de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad op 14.02.2001 conventie nr. 77 gesloten, die een systeem invoert van tijdskrediet, loopbaanverkorting en vermindering van de prestaties tot halftijdse arbeid. Vanaf 01.01.2002 vervangt dit systeem in de privésector de loopbaanonder-breking zoals ze bij de herstelwet van 22.12.1985 werd geregeld (zie ook het statistisch gedeelte). De werknemers ontvangen hogere uitkeringen dan in het kader van de loopbaanonderbreking. De mogelijkheden voor ouderschapsverlof werden sinds 01.02.2002 uitgebreid en dit verlof kan nu worden opgenomen in de vorm van een onderbreking van de prestaties met 1/5 gedurende 15 maanden. Op 01.07.2005 werden de toekenningsvoorwaarden aangepast en werd het bedrag van de uitkering verhoogd.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
99
In 2007 voorzag maatregel 47 uit het generatiepact voor het tijdskrediet: Een absoluut recht op 1/5-tijdskrediet voor de 55-jarigen en ouder; voor de 55-jarigen en ouder
geldt de maximumlimiet van 5 % van het personeel niet; De werknemers van 50 jaar en ouder moeten slechts twee jaar in plaats van vijf jaar
anciënniteit hebben; de werknemers van 55 jaar en ouder moeten slechts één jaar anciënniteit hebben;
Beperking van de toekenning van het gewoon tijdskrediet tot 1 jaar. De andere lopende uitgaven In 2005 heeft het RSZ-Globaal beheer 15 miljoen euro overgedragen aan het FCUD. Om de schulden met betrekking tot de socialezekerheidsbijdragen en de loonmatigingsbijdrage die de RVA sinds 1994 heeft bij de RSZ aan te zuiveren, werd in 2005 een bedrag van 464.371 duizend euro ingehouden op de middelen van het globaal beheer. Aangezien het gaat om een technische operatie die geen invloed heeft op het saldo van het globaal beheer, is deze niet opgenomen in de tabellen van het Vade Mecum.1 Er wordt aan het FCUD in 2006 16,5 miljoen euro toegekend ten laste van het globaal beheer werknemers. De storting vanuit het globaal beheer werknemers naar het Participatiefonds wordt vanaf 2006 met 500.000 euro verhoogd. De werking van het al bestaande fonds tot bestrijding van het tabaksgebruik wordt uitgebreid tot een fonds tot bestrijding van verslavingen. Met het oog hierop wordt er ook in 3 miljoen euro aan bijkomende middelen voorzien ten laste van de begroting van het RIZIV. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe zal er een storting van het RIZIV naar RVP gebeuren. In 2006 bedroeg deze overdracht 15.580 duizend euro in het werknemersstelsel. Einde 2006 betaalde de RVP-Repartitie aan de RVP-Kapitalisatie een bedrag van 92 miljoen euro betreffende de indexering van de renten 2005 die door het kapitalisatiestelsel ten laste was genomen. Dit liet toe de betaling van de renten en de kapitalen in 2007 te financieren. Vanaf 01.01.2007 zal de overdracht van kapitalen tussen de RVP en andere overheidsinstellingen plaatsvinden op het moment van effectieve pensionering van de werknemer waarvoor de overdracht gevraagd wordt. Deze wijziging resulteert in een vermindering van de overdrachtuitgaven voor de RVP. De waarde van de dienstencheques werd op 1 januari 2007 verminderd met 1 euro. Hierdoor daalden de diverse uitgaven bij de RVA. Van deze besparing wordt 7.000 duizend euro gebruikt om een Opleidingsfonds op te richten bij de RVA. De werkgevers uit de sector van de dienstencheques kunnen beroep doen op dit fonds om bijkomende opleidingsinspanningen te financieren. De bijzondere toewijzing Sociale Maribel werd verminderd met 7.200 duizend euro. Vanuit het RSZ-Globaal beheer vindt er een overdracht plaats van 10.000 duizend euro naar het FBZ ten voordele van het Asbestfonds.
1 Met de middelen die hem door het globaal beheer zijn toegekend, betaalt de RVA zijn schuld terug aan de RSZ.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
100
Wat betreft de dienstencheques zijn in 2008 volgende beslissingen genomen: Vanaf 01.04.2008 wordt het aandeel van de gebruiker verhoogd met 30 cent waarvan 8 cent
wordt toegewezen ter vermindering van de staatstussenkomst in de onderneming; Het aantal dienstencheques die jaarlijks kunnen aangekocht worden door een persoon, wordt
vanaf 01.01.2008 beperkt tot 750. Dit plafond is niet van toepassing op eenoudergezinnen, personen met een handicap en ouderen die genieten van een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden;
Daarenboven werd de controle op de bedrijven die dienstencheques aanvaarden versterkt. Dit door het opzetten van een informatie-uitwisselingssysteem tussen de RSZ en de RVA. Dit zal terugvorderingen van bijdragen voor 10.000 duizend euro met zich meebrengen.
De regering stelt vast dat de in 2008 uitgevoerde inhaalbeweging in het kader van de overdrachten tussen de pensioeninstellingen het mogelijk gemaakt heeft de situatie te saneren. Daarom werd de begroting 2009 tot een beter niveau teruggeschroefd, wat een besparing van 60.000 duizend euro in de begroting van de RVP betekende. Wat betreft de dienstencheques zijn in 2009 volgende beslissingen genomen: Een verhoging van de prijzen van de dienstencheques tot 7,5 euro en een verhoging van de
minimumprijs van de PWA-cheques tot 5,95 euro genereerde 38.600 duizend euro aan minderuitgaven.
De Ministerraad besliste dat vanaf 1 november 2008 het gedeelte dat de dienstenchequebedrijven ontvangen steeg met 0,3 euro ter garandering van de derde indexering van de lonen van de personen tewerkgesteld via dienstencheques. In 2009 heeft er een gelijkaardige verhoging plaatsgevonden in de 2de maand volgend op de overschrijding van de spilindex. Deze maatregelen brachten een extra kostprijs van 20.200 duizend euro met zich mee.
De problematiek van de toegankelijkheid van de dienstencheques voor de laagste inkomens werd, met een inzet van maximum 1.700 duizend euro, aangepakt.
De kapitaaluitgaven Het Toekomstfonds voor de de gezondheidszorg, gecreëerd in 2007, werd in 2008 overgedragen aan de twee globale beheren: het RIZIV kreeg allereerst het geld (309.000 duizend euro) terug dat geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren. Tenslotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSZ-Globaal beheer een bedrag van 105.011 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
101
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2005-2009 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2005 2006 2007 2008 2009
Bijdragen 33.486.083 34.400.634 36.322.215 38.392.650 39.156.433
Staatstoelagen 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.555 5.850.002
Alternatieve financiering 7.014.029 7.715.811 8.465.052 9.297.116 9.261.684
Toegewezen ontvangsten 1.004.084 1.040.736 1.112.795 1.187.042 1.212.420
Externe overdrachten 379.746 397.244 649.157 956.139 898.449
Opbrengsten beleggingen 170.858 4.320 70.555 195.457 268.878
Diversen 459.006 467.454 484.909 564.713 627.864
Totaal lopende ontvangsten 47.869.404 49.456.943 52.626.758 56.338.672 57.275.729
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
102
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2005-2009 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2005 2006 2007 2008 2009
Prestaties 30.261.648 31.186.246 31.887.444 33.876.807 36.538.330
RIZIV-Uitkeringen 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703RVP 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.865.215 17.787.182RKW 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666FAO 155.333 159.785 163.954 174.516 185.037FBZ 315.054 309.199 306.360 311.385 304.777RVA 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.318.688 9.524.316Mijnwerkers-Invaliditeitspensioenen 6.237 5.095 4.054 3.555 2.916HVKZ-ZIV 7.792 7.795 7.671 7.496 10.134Pool der Zeelieden-Wachtgeld 3.515 3.180 2.788 2.509 2.600
Betalingskosten 10.219 9.879 9.594 8.877 8.417
Beheerskosten 904.918 949.336 970.642 1.018.051 1.085.109
Externe overdrachten 16.061.363 16.161.549 17.787.506 19.452.270 21.136.131
Intresten op leningen 13.081 27.358 8.482 1.505 2.391
Diversen 611.393 832.969 1.034.731 1.301.545 1.508.328
Totaal lopende uitgaven 47.862.621 49.167.337 51.698.397 55.659.055 60.278.706
Saldo lopende rekeningen 6.783 289.605 928.361 679.617 -3.002.977
Kapitaalrekeningen 2005 2006 2007 2008 2009
Ontvangsten 0 75.768 336.714 4.138 0
Uitgaven 15.864 15.911 1.211 415.321 1.158
Saldo kapitaalrekeningen -15.864 59.857 335.503 -411.183 -1.158
Budgettair resultaat -9.081 349.462 1.263.863 268.434 -3.004.135
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
103
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
752
78.0
2960
.722
6.46
30
00
487
146.
453
33.3
39.6
3033
.486
.083
Gew
one
bijd
rage
n
28.5
68.9
3128
.568
.931
Loon
mat
igin
g
3.22
9.61
83.
229.
618
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
752
78.0
2960
.722
6.46
30
00
487
146.
453
1.54
1.08
11.
687.
533
Sta
atst
oel
agen
5.35
5.59
95.
355.
599
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
55.7
27
55
.727
6.95
8.30
27.
014.
029
Btw
55.7
27
55
.727
6.85
8.60
26.
914.
329
Sto
ck o
ptio
ns
32
.008
32.0
08A
ccijn
zen
taba
k
52.4
2152
.421
And
ere
15
.270
15.2
70
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
110.
269
69.6
920
00
462
01
180.
424
823.
660
1.00
4.08
4
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
6.72
30
229.
335
012
6.51
40
474
363.
046
16.6
9937
9.74
6
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
123
1.05
435
316
379
222
50
171
2.88
016
7.97
817
0.85
8
Div
erse
n
4.47
631
286.
006
7.45
70
89.5
0081
392
387.
942
71.0
6445
9.00
6
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
5.61
915
5.52
934
7.08
124
3.41
879
227
2.42
881
1.52
51.
136.
473
46.7
32.9
3147
.869
.404
RS
Z-G
FB
3.
481.
003
14.7
17.7
093.
586.
803
24.6
0033
2.14
58.
639.
285
2.07
512
.120
30.7
95.7
400
30.7
95.7
40A
nder
e ta
kken
0
531
00
00
00
531
143.
000
143.
531
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.48
1.00
314
.718
.240
3.58
6.80
324
.600
332.
145
8.63
9.28
52.
075
12.1
2030
.796
.271
143.
000
30.9
39.2
71
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
3.
596.
622
14.8
73.7
693.
933.
884
268.
018
332.
937
8.91
1.71
32.
156
13.6
4531
.932
.744
46.8
75.9
3178
.808
.675
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
104
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.42
4.76
814
.635
.609
3.51
0.25
315
5.33
331
5.05
48.
203.
087
6.23
711
.307
30.2
61.6
480
30.2
61.6
48
Bet
alin
gsk
ost
en
07.
041
2.17
559
738
70
172
10.2
190
10.2
19
Beh
eers
kost
en
156.
275
117.
928
117.
964
14.5
7520
.112
354.
122
985
1.54
278
3.50
412
1.41
490
4.91
8
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
115.
240
830
10.4
540
23.2
630
3014
9.81
715
.911
.546
16.0
61.3
63
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
15
.449
.135
15.4
49.1
35A
nder
e 0
115.
240
830
10.4
540
23.2
630
3014
9.81
746
2.41
161
2.22
8
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
279
059
338
12.7
4313
.081
Div
erse
n
15.5
7911
.442
286.
006
5.18
984
029
1.46
917
851
611.
393
061
1.39
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
3.
596.
622
14.8
87.2
603.
917.
228
186.
148
336.
393
8.87
2.22
07.
257
13.7
9131
.816
.919
16.0
45.7
0247
.862
.621
RS
Z-G
FB
0
59.5
000
83.5
000
00
014
3.00
00
143.
000
And
ere
takk
en
0
00
00
053
10
531
30.7
95.7
4030
.796
.271
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
059
.500
083
.500
00
531
014
3.53
130
.795
.740
30.9
39.2
71
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
3.
596.
622
14.9
46.7
603.
917.
228
269.
648
336.
393
8.87
2.22
07.
788
13.7
9131
.960
.450
46.8
41.4
4278
.801
.892
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
0-7
2.99
116
.656
-1.6
30-3
.456
39.4
93-5
.632
-146
-27.
706
34.4
896.
783
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
078
90
201
990
14.8
7415
.864
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
-789
0-2
01-9
90-1
4.87
4-1
5.86
4
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
-72.
991
16.6
56-1
.630
-3.4
5638
.704
-5.6
32-3
47-2
8.69
619
.615
-9.0
81
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
105
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
78.3
3556
.428
9.44
80
00
502
145.
363
34.2
55.2
7134
.400
.634
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
32.9
56.3
8432
.956
.384
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
78.3
3556
.428
9.44
80
00
502
145.
363
1.29
8.88
71.
444.
250
Sta
atst
oel
agen
5.43
0.74
35.
430.
743
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.40
0
2.
400
7.71
3.41
17.
715.
811
Btw
2.40
0
2.
400
7.25
9.69
27.
262.
092
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
348.
606
348.
606
Sto
ck o
ptio
ns
36
.284
36.2
84A
ccijn
zen
taba
k
54.4
7854
.478
And
ere
14
.351
14.3
51
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
112.
728
78.6
770
00
348
010
119
1.85
484
8.88
21.
040.
736
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
20.6
880
254.
599
012
1.13
70
662
397.
086
158
397.
244
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
400
878
613
213
1.02
742
90
130
3.69
063
04.
320
Div
erse
n
3.75
034
299.
529
4.89
90
87.3
4760
809
396.
428
71.0
2646
7.45
4
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
7.52
817
8.61
235
6.57
026
9.15
81.
027
211.
661
602.
205
1.13
6.82
248
.320
.121
49.4
56.9
43
RS
Z-G
FB
3.
673.
548
15.3
69.0
113.
715.
712
27.0
0033
2.10
68.
932.
675
6.54
510
.901
32.0
67.4
980
32.0
67.4
98A
nder
e ta
kken
0
00
00
00
00
81.8
5081
.850
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.67
3.54
815
.369
.011
3.71
5.71
227
.000
332.
106
8.93
2.67
56.
545
10.9
0132
.067
.498
81.8
5032
.149
.348
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
3.
791.
076
15.5
47.6
234.
072.
282
296.
158
333.
133
9.14
4.33
66.
605
13.1
0633
.204
.320
48.4
01.9
7181
.606
.291
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
106
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.61
0.56
115
.175
.410
3.64
5.93
415
9.78
530
9.19
98.
269.
287
5.09
510
.975
31.1
86.2
460
31.1
86.2
46
Bet
alin
gsk
ost
en
06.
806
2.10
165
030
90
122
9.87
90
9.87
9
Beh
eers
kost
en
161.
303
130.
431
125.
357
14.9
3420
.183
362.
370
731
1.61
481
6.92
213
2.41
494
9.33
6
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
168.
062
752
27.7
390
23.1
970
2421
9.77
315
.941
.776
16.1
61.5
49
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
15
.423
.027
15.4
23.0
27A
nder
e 0
168.
062
752
27.7
390
23.1
970
2421
9.77
351
8.74
973
8.52
2
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
249
043
292
27.0
6627
.358
Div
erse
n
14.7
0312
.447
299.
443
6.31
01.
438
497.
793
2680
983
2.96
9
832.
969
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
3.
786.
567
15.4
93.1
564.
073.
587
209.
416
331.
129
9.15
2.89
65.
864
13.4
6633
.066
.081
16.1
01.2
5649
.167
.337
RS
Z-G
FB
0
00
81.8
500
00
081
.850
081
.850
And
ere
takk
en
0
00
00
00
00
32.0
67.4
9832
.067
.498
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
081
.850
00
00
81.8
5032
.067
.498
32.1
49.3
48
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
3.
786.
567
15.4
93.1
564.
073.
587
291.
266
331.
129
9.15
2.89
65.
864
13.4
6633
.147
.931
48.1
68.7
5481
.316
.685
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
4.50
954
.467
-1.3
054.
892
2.00
4-8
.560
742
-360
56.3
8823
3.21
728
9.60
5
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
075
.768
75.7
68
Uit
gav
en
00
00
082
00
217
1.03
714
.874
15.9
11
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
-820
0-2
17-1
.037
60.8
9459
.857
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 4.
509
54.4
67-1
.305
4.89
22.
004
-9.3
8074
2-5
7855
.351
294.
111
349.
462
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
107
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
75.6
0953
.123
12.9
730
00
014
2.35
536
.179
.860
36.3
22.2
15
Gew
one
bijd
rage
n (1
)
34.7
71.0
7034
.771
.070
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
75.6
0953
.123
12.9
730
00
014
2.35
51.
408.
790
1.55
1.14
5
Sta
atst
oel
agen
5.52
2.07
55.
522.
075
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
2.44
6
2.
446
8.46
2.60
68.
465.
052
Btw
2.44
6
2.
446
7.78
8.78
17.
791.
227
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
441.
382
441.
382
Sto
ck o
ptio
ns
35
.380
35.3
80A
ccijn
zen
taba
k
53.7
0953
.709
And
ere
14
3.35
414
3.35
4
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
115.
483
74.0
990
00
271
01
189.
854
922.
941
1.11
2.79
5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
12.2
840
243.
659
012
2.04
30
442
378.
428
270.
729
649.
157
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
1.37
376
815
598
01.
692
012
55.
293
65.2
6270
.555
Div
erse
n
3.85
03
311.
617
5.58
80
92.8
5349
366
414.
325
70.5
8448
4.90
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
0.18
316
3.36
836
5.50
826
2.37
598
021
9.30
549
933
1.13
2.70
151
.494
.057
52.6
26.7
58
RS
Z-G
FB
3.
947.
734
15.7
51.9
433.
798.
281
36.7
5032
6.27
88.
980.
216
4.04
112
.466
32.8
57.7
090
32.8
57.7
09A
nder
e ta
kken
0
100
00
00
00
100
82.3
5082
.450
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.94
7.73
415
.752
.043
3.79
8.28
136
.750
326.
278
8.98
0.21
64.
041
12.4
6632
.857
.809
82.3
5032
.940
.159
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
067.
917
15.9
15.4
114.
163.
789
299.
125
327.
258
9.19
9.52
14.
090
13.3
9933
.990
.510
51.5
76.4
0785
.566
.917
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
108
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
3.88
6.67
415
.671
.486
3.73
5.75
216
3.95
430
6.36
08.
108.
705
4.05
410
.459
31.8
87.4
440
31.8
87.4
44
Bet
alin
gsk
ost
en
06.
933
1.71
548
844
00
171
9.59
40
9.59
4
Beh
eers
kost
en
165.
948
129.
905
128.
672
15.9
4121
.757
382.
564
870
1.58
084
7.23
712
3.40
597
0.64
2
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
117.
477
926
24.8
890
22.0
990
016
5.39
117
.622
.115
17.7
87.5
06
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
16.8
06.0
2616
.806
.026
And
ere
011
7.47
792
624
.889
022
.099
00
165.
391
816.
089
981.
480
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
218
025
243
8.23
98.
482
Div
erse
n
15.2
9512
.019
311.
419
3.27
43.
132
688.
776
4077
61.
034.
731
01.
034.
731
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
067.
917
15.9
37.8
204.
178.
484
208.
545
331.
689
9.20
2.36
24.
981
12.8
4133
.944
.638
17.7
53.7
5951
.698
.397
RS
Z-G
FB
0
00
82.3
500
00
082
.350
082
.350
And
ere
takk
en
0
00
00
010
00
100
32.8
57.7
0932
.857
.809
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
082
.350
00
100
082
.450
32.8
57.7
0932
.940
.159
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
067.
917
15.9
37.8
204.
178.
484
290.
895
331.
689
9.20
2.36
25.
081
12.8
4134
.027
.088
50.6
11.4
6884
.638
.556
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
0-2
2.40
9-1
4.69
58.
230
-4.4
31-2
.841
-991
559
-36.
578
964.
939
928.
361
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
040
00
00
00
4033
6.67
433
6.71
4
Uit
gav
en
00
00
085
10
360
1.21
10
1.21
1
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
400
00
-851
0-3
60-1
.171
336.
674
335.
503
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
-22.
369
-14.
695
8.23
0-4
.431
-3.6
92-9
9119
8-3
7.75
01.
301.
613
1.26
3.86
3
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
109
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
650
95.4
1451
.399
11.9
780
00
257
159.
699
38.2
32.9
5138
.392
.650
Gew
one
bijd
rage
n (1)
36.6
98.8
7436
.698
.874
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
650
95.4
1451
.399
11.9
780
00
257
159.
699
1.53
4.07
71.
693.
776
Sta
atst
oel
agen
0
398
00
00
00
398
5.74
5.15
75.
745.
555
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
0
00
00
2.56
00
02.
560
9.29
4.55
69.
297.
116
Btw
0
00
00
2.56
00
02.
560
8.04
2.55
48.
045.
114
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
444.
792
444.
792
Sto
ck o
ptio
ns
50
.389
50.3
89A
ccijn
zen
taba
k
56.0
0056
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
564.
545
564.
545
And
ere
13
6.27
613
6.27
6
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
111.
597
88.7
020
00
266
010
920
0.67
498
6.36
81.
187.
042
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
2.52
10
277.
193
012
2.16
50
509
402.
388
553.
751
956.
139
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
9.80
338
640
61.
059
594
013
412
.582
182.
875
195.
457
Div
erse
n
3.85
02
347.
425
4.56
20
123.
642
6449
148
0.03
584
.678
564.
713
Eig
en o
ntv
ang
sten
11
6.29
719
6.84
039
9.21
029
4.13
91.
059
249.
227
641.
500
1.25
8.33
655
.080
.335
56.3
38.6
72
RS
Z-G
FB
4.
309.
247
16.9
90.3
714.
008.
399
27.0
0033
5.60
29.
433.
445
3.32
311
.441
35.1
18.8
280
35.1
18.8
28A
nder
e ta
kken
0
860
00
00
086
100.
250
100.
336
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
4.30
9.24
716
.990
.457
4.00
8.39
927
.000
335.
602
9.43
3.44
53.
323
11.4
4135
.118
.914
100.
250
35.2
19.1
64
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
425.
544
17.1
87.2
974.
407.
609
321.
139
336.
661
9.68
2.67
23.
387
12.9
4136
.377
.250
55.1
80.5
8591
.557
.836
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
110
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
4.27
0.71
416
.865
.215
3.92
2.72
817
4.51
631
1.38
58.
318.
688
3.55
510
.006
33.8
76.8
07
33.8
76.8
07
Bet
alin
gsk
ost
en
6.
530
1.58
547
627
0
151
8.87
7
8.87
7
Beh
eers
kost
en
169.
351
146.
110
132.
641
16.2
9620
.746
391.
612
820
1.80
987
9.38
513
8.66
61.
018.
051
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
919
.201
.741
19.4
52.2
70
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
18
.574
.787
18.5
74.7
87A
nder
e
207.
064
892
21.6
68
20.9
05
025
0.52
962
6.95
487
7.48
3
Intr
este
n o
p le
nin
gen
184
184
1.32
11.
505
Div
erse
n
16.3
697.
412
346.
900
6.72
73.
693
919.
445
3096
91.
301.
545
1.
301.
545
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
456.
434
17.2
32.3
314.
404.
746
219.
683
336.
094
9.65
0.83
44.
420
12.7
8436
.317
.326
19.3
41.7
2855
.659
.055
RS
Z-G
FB
5.00
0
95.2
50
10
0.25
0
100.
250
And
ere
takk
en
86
86
35.1
18.8
2835
.118
.914
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
5.
000
95
.250
86
100.
336
35.1
18.8
2835
.219
.164
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
456.
434
17.2
37.3
314.
404.
746
314.
933
336.
094
9.65
0.83
44.
506
12.7
8436
.417
.662
54.4
60.5
5690
.878
.219
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-30.
890
-50.
034
2.86
36.
206
567
31.8
38-1
.119
156
-40.
412
720.
029
679.
617
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
1
14.
137
4.13
8
Uit
gav
en
66
88
4
360
1.31
041
4.01
141
5.32
1
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
-65
-8
84
-360
-1.3
09-4
09.8
74-4
11.1
83
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -3
0.89
0-5
0.09
92.
863
6.20
656
730
.954
-1.1
19-2
04-4
1.72
131
0.15
526
8.43
4
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
111
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Bijd
rag
en
700
101.
915
50.1
649.
577
00
023
016
2.58
638
.993
.847
39.1
56.4
33
Gew
one
bijd
rage
n (1)
37.3
68.4
4737
.368
.447
Spe
cifie
ke b
ijdra
gen
700
101.
915
50.1
649.
577
00
023
016
2.58
61.
625.
400
1.78
7.98
6
Sta
atst
oel
agen
0
346
00
00
00
346
5.84
9.65
65.
850.
002
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
0
00
00
2.59
50
02.
595
9.25
9.08
99.
261.
684
Btw
0
00
00
2.59
50
02.
595
7.57
3.21
27.
575.
807
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
411.
906
411.
906
Sto
ck o
ptio
ns
68
.537
68.5
37A
ccijn
zen
taba
k
59.3
2259
.322
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
964.
316
964.
316
And
ere
18
1.79
618
1.79
6
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
114.
408
88.5
340
00
228
048
203.
218
1.00
9.20
21.
212.
420
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
2.44
00
268.
688
033
1.98
20
747
603.
857
294.
592
898.
449
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
250
11.1
8015
976
655
664
014
113
.125
255.
753
268.
878
Div
erse
n
8.72
56
374.
981
8.75
40
114.
948
3255
050
7.99
611
9.86
862
7.86
4
Eig
en o
ntv
ang
sten
12
4.08
320
4.42
142
5.30
428
7.09
565
545
0.41
732
1.71
61.
493.
723
55.7
82.0
0657
.275
.729
RS
Z-G
FB
4.
688.
482
17.9
19.0
724.
201.
270
37.0
0033
9.28
210
.739
.471
2.84
510
.909
37.9
38.3
310
37.9
38.3
31A
nder
e ta
kken
0
700
00
00
070
91.6
0091
.670
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
4.68
8.48
217
.919
.142
4.20
1.27
037
.000
339.
282
10.7
39.4
712.
845
10.9
0937
.938
.401
91.6
0038
.030
.001
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
4.
812.
565
18.1
23.5
634.
626.
574
324.
095
339.
937
11.1
89.8
882.
877
12.6
2539
.432
.124
55.8
73.6
0695
.305
.730
(1)
Loon
mat
igin
g in
begr
epen
.
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
112
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RV
P
RK
W
FA
O
FB
Z
RV
A
Mijn
w-I
nv
Zee
lied
en
SU
BT
OT
AA
L
RS
Z-G
FB
T
OT
AA
L
Pre
stat
ies
4.61
6.70
317
.787
.182
4.10
4.66
618
5.03
730
4.77
79.
524.
316
2.91
612
.733
36.5
38.3
300=
36.5
38.3
30
Bet
alin
gsk
ost
en
06.
234
1.46
144
126
70
121
8.41
70
8.41
7
Beh
eers
kost
en
175.
829
150.
392
150.
323
17.3
1621
.027
426.
589
800
2.09
694
4.37
214
0.73
71.
085.
109
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
157.
508
886
22.9
670
23.8
310
3120
5.22
420
.930
.908
21.1
36.1
31
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
20
.332
.112
20.3
32.1
12A
nder
e 0
157.
508
886
22.9
670
23.8
310
3120
5.22
459
8.79
680
4.01
9
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
150
00
150
2.24
12.
391
Div
erse
n
20.0
336.
855
373.
319
6.96
32.
034
1.09
8.41
824
682
1.50
8.32
8
1.50
8.32
8
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
4.
812.
565
18.1
08.1
714.
630.
655
232.
724
328.
105
11.0
73.3
043.
752
15.5
4439
.204
.821
21.0
73.8
8660
.278
.706
RS
Z-G
FB
0
00
91.6
000
00
091
.600
091
.600
And
ere
takk
en
0
00
00
070
070
37.9
38.3
3137
.938
.401
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
091
.600
00
700
91.6
7037
.938
.331
38.0
30.0
01
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
4.
812.
565
18.1
08.1
714.
630.
655
324.
324
328.
105
11.0
73.3
043.
822
15.5
4439
.296
.491
59.0
12.2
1798
.308
.707
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
015
.392
-4.0
81-2
3011
.832
116.
584
-945
-2.9
1913
5.63
3-3
.138
.610
-3.0
02.9
77
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
VP
R
KW
F
AO
F
BZ
R
VA
M
ijnw
-In
v Z
eelie
den
S
UB
TO
TA
AL
R
SZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
071
10
071
144
71.
158
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
-711
-711
-447
-1.1
58
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
15.3
92-4
.081
-230
11.8
3211
5.87
3-9
45-2
.919
134.
922
-3.1
39.0
57-3
.004
.135
II. Het stelsel voor werknemers B. Geconsolideerde tabellen
113
1. Sociale bijdragen 119
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) 1.2 Aantal werknemers (RSZ, concept: fysieke personen) per sector en naar leeftijdsklasse en geslacht 1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) 1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector, RSZ, RSZPPO) 1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector) 1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector) 1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht 1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) 1.9 Globaal financieel beheer (concept: economische rekeningen) 1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen
1.11 RSZ - Aan bijdragen onderworpen loonmassa (kwartaalresultaten, concept: economisch)
C.
Statistieken
2. Uitkeringen (RIZIV) 133
2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen 2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering 2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
3. Pensioenen (RVP) 145
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt
betaald 3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RKW) 153
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector) 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Arbeidsongevallen (FAO) 163
5.0 Methodologische nota 5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel 5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel 5.3 Uitgaven - repartitiestelsel 5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden - beide stelsels
6. Beroepsziekten (FBZ) 169
6.0 Methodologische nota 6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december) 6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het overlijden van
het slachtoffer (december) 6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (december) 6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) 6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de
invaliditeitsgraad
7. Werkloosheid, activering van werkloosheid, brugpensioenen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet (RVA) 175
7.0 Methodologische nota 7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) 7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) 7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
daguitkering, uitgaven 7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven 7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.6 Seniorvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.7 Activering van de werkloosheid 7.8 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) 7.9 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven 7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) 7.11 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde
maanduitkering, uitgaven 7.12 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioenen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen (RIZIV) 189
8.0 Methodologische nota 8.1 Invaliditeitspensioenen 8.2 Pensioenaanvulling 8.3 Verwarmingstoelage
9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ) 191
9.0 Methodologische nota 9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen,
wachtgeld en brugpensioenen
geneeskundige verzorging 9.2 Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 9.3 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende 9.4 Aantal gevallen of dagen naar hoofdrubriek 9.5 Gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek 9.6 Uitgaven naar hoofdrubriek
uitkeringen
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid 9.8 Invaliditeit
wachtgeld en brugpensioenen
9.9 Wachtgeld 9.10 Brugpensioenen
1. Sociale bijdragen 1.0 Methodologische nota Het stelsel van de sociale zekerheid geldt in beginsel voor alle werkgevers en werknemers die door een arbeidsovereenkomst zijn verbonden. Met die werknemers worden gelijkgesteld:
de leerlingen (onder leercontract); het vastbenoemd personeel van de NMBS dat sinds 1991, zoals dat reeds het geval was
voor de vastbenoemde ambtenaren uit de openbare sector, onderworpen is aan de sector geneeskundige verzorging van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid;
de personen die zonder door een arbeidsovereenkomst te zijn verbonden, krachtens KB van 28.11.1969 toch verzekeringsplichtig zijn;
de personen die beperkt verzekeringsplichtig zijn (gelegenheidsarbeiders in de tuinbouwsector) krachtens KB 21.06.1994;
de beroepsrenners en de andere betaalde sportbeoefenaars.
Effectieven De gegevens in tabel 1.1 met het jaaroverzicht zijn jaargemiddelden. Deze gegevens zijn gebaseerd op de vastgestelde toestanden in de werkgeversaangiften op het einde van elk kwartaal; het hoger vermelde jaargemiddelde is dus het gemiddelde van die vier kwartaalgegevens. De tellingsmethoden die volgen uit de wijze waarop de werkgever de aangifte dient in te vullen, leiden ertoe dat deze gegevens geen telling van het aantal ingevulde betrekkingen vormen, maar wel de telling van het aantal arbeidsposten. Personen die bvb. tegelijkertijd verschillende deeltijdse jobs uitoefenen, kunnen dus dubbel geteld worden. Tabel 1.2 geeft het aantal werknemers per sector, leeftijdsklasse en geslacht en tabel 1.7 geeft het overzicht van de loontrekkende beroepsbevolking naar statuut, geslacht en inningsinstelling waaronder ze ressorteren. In 2004 heeft de RSZ een vernieuwing doorgevoerd in zijn statistische informatie. Vanaf de gegevens per 31.12.2004 is het mogelijk coherente statistieken te publiceren over effectieven volgens de drie hieronder opgesomde concepten:
arbeidsposten; natuurlijke personen (werknemers); voltijdse equivalenten.
We stellen in het Vade Mecum de voornaamste statistieken, vanaf gegevens 2005, voor volgens de twee eerstgenoemde concepten. Loonmassa
De loonmassa die in de tabellen 1.5 en 1.6 is opgenomen is de totale loonmassa die voor het betreffende jaar door de werkgevers werd aangegeven voor onderwerping aan bijdragen, respectievelijk voor de privésector en voor de openbare sector. We dienen op te merken dat de geraamde loonmassa voor de (hand)arbeiders voor de “begrotingsjaren” uitgedrukt zijn in 108 %. Tabel 1.11 geeft de aan bijdragen onderworpen RSZ – loonmassa weer volgens het economisch concept op kwartaalbasis.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
119
Aantal gepresteerde dagen De aantallen gepresteerde dagen zijn deze welke in de kwartaalaangiften van de werkgevers voorkomen. Het is zo dat de opgenomen aantallen overeenstemmen met het aantal begonnen arbeidsdagen, ook wanneer zij onvolledig zouden zijn, of slechts een beperkt aantal uren zouden beslaan. De tabellen 1.3 en 1.4 geven het overzicht van het aantal gepresteerde arbeidsdagen, respectievelijk voor de privé-sector en voor de openbare sector per inningsinstelling (RSZ, HVKZ en RSZPPO). Bijdragen De tabel 1.8 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer die voorkomen in de budgettaire rekeningen van de RSZ en tabel 1.9 herneemt de ontvangsten van het Globaal Financieel Beheer van de drie inningsinstellingen (RSZ, RSZPPO en HVKZ) die geconsolideerd worden in de economische rekeningen van de sociale zekerheid. Ten slotte geeft tabel 1.10 het overzicht weer van de verschillende vormen van bijdrageverminderingen weergegeven met bijhorende bedragen op jaarbasis volgens het budgettair concept. Voor meer details over de financiering van de Sociale Zekerheid verwijzen we naar het Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid. Bijkomende statistische gegevens vindt U op de website van de inningsinstellingen: RSZ: www.rsz.fgov.be ; RSZPPO: www.rszppo.fgov.be en HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
120
Bron: RSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Privé-sector 2.517.124 2.566.279 2.634.775 2.697.024 2.668.000
Arbeiders (1) 1.186.186 1.205.994 1.223.595 1.243.786 1.216.712Bedienden 1.330.938 1.360.285 1.411.180 1.453.238 1.451.288
Openbare sector 746.462 745.282 742.978 744.665 750.430
Arbeiders 50.657 52.064 52.140 51.317 51.461Bedienden 232.916 231.818 232.066 236.283 241.808
Ambtenaren (2) 462.889 461.400 458.772 457.065 457.161
Algemeen totaal 3.263.586 3.311.561 3.377.753 3.441.689 3.418.430
(1) Arbeiders in de privé-sector = handarbeiders + leerlingen + dienstboden.(2) Ambtenaren met inbegrip van het statutair personeel van de NMBS.
1.1 Aantal werknemers naar statuut (RSZ, concept: arbeidsposten) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
121
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
4.35
2
134.
382
30
8.73
4
14.8
48
22.1
87
37.0
35
189.
200
156.
569
345.
769
25 -
39
jaar
614.
766
46
6.02
0
1.08
0.78
6
104.
615
14
5.20
0
249.
815
719.
381
611.
220
1.33
0.60
140
- 4
9 ja
ar38
5.56
2
281.
196
66
6.75
8
11
7.34
3
115.
266
23
2.60
9
50
2.90
539
6.46
289
9.36
750
- 6
4 ja
ar25
6.49
1
144.
806
40
1.29
7
11
6.97
1
92.4
57
209.
428
373.
462
237.
263
610.
725
65 ja
ar e
n m
eer
of o
nbek
end
7.55
2
3.
358
10.9
10
1.97
6
32
2
2.29
8
9.
528
3.68
013
.208
To
taal
1.43
8.72
3
1.
029.
762
2.46
8.48
5
35
5.75
3
375.
432
73
1.18
5
1.79
4.47
61.
405.
194
3.19
9.67
0
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
4.66
9
128.
728
30
3.39
713
.578
20
.548
34
.126
188.
247
149.
276
337.
523
25 -
39
jaar
616.
434
47
3.48
5
1.08
9.91
910
0.93
7
142.
331
24
3.26
871
7.37
161
5.81
61.
333.
187
40 -
49
jaar
398.
028
29
7.26
4
695.
292
110.
531
11
3.94
1
224.
472
508.
559
411.
205
919.
764
50 -
64
jaar
270.
744
16
2.00
5
432.
749
119.
793
97
.075
21
6.86
839
0.53
725
9.08
064
9.61
765
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d8.
506
3.58
8
12
.094
1.
899
315
2.
214
10.4
053.
903
14.3
08
To
taal
1.46
8.38
11.
065.
070
2.53
3.45
134
6.73
837
4.21
072
0.94
81.
815.
119
1.43
9.28
03.
254.
399
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
5.50
1
130.
809
30
6.31
013
.529
20
.472
34
.001
189.
030
151.
281
340.
311
25 -
39
jaar
618.
293
48
1.92
1
1.10
0.21
410
0.22
0
144.
301
24
4.52
171
8.51
362
6.22
21.
344.
735
40 -
49
jaar
405.
539
31
1.30
8
716.
847
106.
087
11
3.45
6
219.
543
511.
626
424.
764
936.
390
50 -
64
jaar
282.
846
17
7.19
2
460.
038
122.
446
99
.971
22
2.41
740
5.29
227
7.16
368
2.45
565
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d8.
932
3.78
1
12
.713
1.
931
337
2.
268
10.8
634.
118
14.9
81
To
taal
1.49
1.11
11.
105.
011
2.59
6.12
234
4.21
337
8.53
772
2.75
01.
835.
324
1.48
3.54
83.
318.
872
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
05
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
06
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
07
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
122
1.2
Aan
tal w
erkn
emer
s (R
SZ
, co
nce
pt:
fys
ieke
per
son
en)
per
sec
tor
en n
aar
leef
tijd
skla
sse
en g
esla
cht
(ver
volg
)
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar17
7.40
0
132.
332
30
9.73
213
.187
20
.791
33
.978
190.
587
153.
123
343.
710
25 -
39
jaar
619.
124
49
2.61
6
1.11
1.74
099
.575
14
6.76
5
246.
340
718.
699
639.
381
1.35
8.08
040
- 4
9 ja
ar41
3.79
4
326.
254
74
0.04
810
1.37
1
112.
530
21
3.90
151
5.16
543
8.78
495
3.94
950
- 6
4 ja
ar29
5.81
9
195.
179
49
0.99
812
4.21
9
103.
055
22
7.27
442
0.03
829
8.23
471
8.27
265
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d9.
699
4.24
0
13
.939
1.
803
382
2.
185
11.5
024.
622
16.1
24
To
taal
1.51
5.83
61.
150.
621
2.66
6.45
734
0.15
538
3.52
372
3.67
81.
855.
991
1.53
4.14
43.
390.
135
Bro
n: R
SZ
- L
AT
G (
*)
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
alM
ann
enV
rou
wen
To
taal
Man
nen
Vro
uw
enT
ota
al
Min
der
dan
25 ja
ar15
8.72
8
123.
395
28
2.12
313
.427
20
.442
33
.869
172.
155
143.
837
315.
992
25 -
39
jaar
592.
740
48
4.41
4
1.07
7.15
410
0.35
3
149.
626
24
9.97
969
3.09
363
4.04
01.
327.
133
40 -
49
jaar
406.
004
32
8.70
3
734.
707
96.9
64
111.
317
20
8.28
150
2.96
844
0.02
094
2.98
850
- 6
4 ja
ar30
1.86
2
211.
968
51
3.83
012
6.85
1
106.
850
23
3.70
142
8.71
331
8.81
874
7.53
165
jaar
en
mee
r of
onb
eken
d10
.103
4.
499
14.6
02
1.82
4
39
6
2.22
0
11
.927
4.
895
16.8
22
To
taal
1.46
9.43
71.
152.
979
2.62
2.41
633
9.41
938
8.63
172
8.05
01.
808.
856
1.54
1.61
03.
350.
466
(*)
LAT
G: l
oon-
en
arbe
idst
ijdge
geve
ns.
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
08
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
Toe
stan
d op
30
sept
embe
r 20
09
Pri
vé -
sec
tor
Op
enb
are
sect
or
Alg
emee
n t
ota
al
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
123
1.3 Aantal arbeidsdagen (privé-sector, RSZ, HVKZ) (duizendtallen)
Bron: RSZ en HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Ressorterend onder RSZ 512.930 525.161 542.980 555.512 536.466
Arbeiders 220.208 225.245 230.571 232.288 215.825 Bedienden 292.722 299.916 312.409 323.224 320.641
Ressorterend onder HVKZ 126 137 164 177 175
Zeelieden 126 137 164 177 175
Totaal 513.056 525.298 543.144 555.689 536.641
1.4 Aantal arbeidsdagen (openbare sector (1), RSZ, RSZPPO) (duizendtallen)
Bron: RSZ en RSZPPO
2005 2006 2007 2008 2009
Ressorterend onder RSZ 164.093 164.182 162.646 162.410 162.336
Arbeiders 9.085 9.482 9.515 9.467 9.366 Bedienden 45.724 45.719 45.635 46.283 46.854 Ambtenaren 109.284 108.981 107.496 106.660 106.116
Ressorterend onder RSZPPO 79.872 84.593 91.361 92.566 93.584
Arbeiders 20.216 21.496 24.759 25.012 24.472Bedienden 24.007 27.054 29.655 30.866 32.966Ambtenaren 35.649 36.043 36.947 36.688 36.146
Totaal 243.965 248.775 254.007 254.976 255.920
(1) statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
124
1.5 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (privé-sector)(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Ressorterend onder RSZ 64.156,8 67.719,4 72.916,7 76.749,9 76.215,2
Arbeiders 21.349,0 22.674,1 24.024,9 24.733,4 23.439,7Bedienden 42.807,8 45.045,3 48.891,8 52.016,5 52.775,5
Ressorterend onder HVKZ 14,2 16,2 19,8 21,5 22,5
Zeelieden 14,2 16,2 19,8 21,5 22,5
Totaal 64.171,0 67.735,6 72.936,5 76.771,4 76.237,7
1.6 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa (openbare sector (1))(miljoen euro) (jaargegevens, economisch concept)
Bron: RSZ en RSZPPO
2005 2006 2007 2008 2009
Ressorterend onder RSZ 21.964,4 22.548,9 23.057,3 24.116,3 24.993,6
Arbeiders 850,4 895,1 927,9 966,2 994,5Bedienden 5.858,2 6.053,9 6.262,9 6.637,2 6.938,2Ambtenaren 15.255,8 15.599,9 15.866,5 16.512,9 17.060,9
Ressorterend onder RSZPPO - 8.421,0 8.640,4 9.140,6 9.652,1
Arbeiders - 1.467,7 1.522,7 1.613,7 1.682,6Bedienden - 2.383,2 2.520,0 2.755,7 3.038,7Ambtenaren - 4.570,1 4.597,7 4.771,2 4.930,8
Totaal 21.964,4 30.969,9 31.697,7 33.256,9 34.645,7
(1) Statutairen en contractuelen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
125
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.216.600 52.283 1.268.883 88.025 - 1.356.908Mannen 865.576 24.515 890.091 38.200 - 928.291Vrouwen 351.024 27.768 378.792 49.825 - 428.617
Bedienden 1.439.618 230.072 1.669.690 114.170 - 1.783.860Mannen 640.819 87.580 728.399 24.352 - 752.751Vrouwen 798.799 142.492 941.291 89.818 - 1.031.109
Zeelieden - - - - 1.192 1.192Mannen - - - - 1.107 1.107Vrouwen - - - - 85 85
Ambtenaren 90 456.138 456.228 141.099 - 597.327Mannen 76 240.463 240.539 75.780 - 316.319Vrouwen 14 215.675 215.689 65.319 - 281.008
Totaal 2.656.308 738.493 3.394.801 343.294 1.192 3.739.287
Bron: RSZ, RSZPPO en HVKZ
RSZPPO
Privé-sectorOverheids-
sectorSubtotaal
Overheids- sector
Arbeiders 1.216.003 51.269 1.267.272 89.402 - 1.356.674Mannen 852.708 24.510 877.218 38.720 - 915.938Vrouwen 363.295 26.759 390.054 50.682 - 440.736
Bedienden 1.470.013 233.017 1.703.030 120.876 - 1.823.906Mannen 652.252 88.787 741.039 26.174 - 767.213Vrouwen 817.761 144.230 961.991 94.702 - 1.056.693
Zeelieden - - - - 1.158 1.158Mannen - - - - 1.068 1.068Vrouwen - - - - 90 90
Ambtenaren 78 455.218 455.296 139.378 - 594.674Mannen 64 236.240 236.304 74.874 - 311.178Vrouwen 14 218.978 218.992 64.504 - 283.496
Totaal 2.686.094 739.504 3.425.598 349.656 1.158 3.776.412
Toestand op 31 december 2007
1.7 Aantal onder de RSZ, RSZPPO en HVKZ ressorterende werkenden naar statuut en geslacht
RSZ
HVKZ Totaal
RSZ
HVKZ Totaal
Toestand op 31 december 2008
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
126
1.8 Globaal financieel beheer (concept: budgettaire rekeningen) (duizend euro)
Bron: RSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Bijdragen 33.339.630 34.255.271 36.179.860 38.232.951 38.993.847
Gewone bijdragen (1) 28.568.931 32.956.384 34.771.070 36.698.874 37.368.447RSZ 27.490.478 31.544.757 33.314.689 35.273.282 35.784.681RSZPPO 1.076.578 1.408.728 1.451.990 1.421.937 1.580.024HVKZ 1.875 2.899 4.391 3.655 3.742
Loonmatiging 3.229.618 0 0 0 0
Specifieke bijdragen 1.541.081 1.298.887 1.408.790 1.534.077 1.625.400Inhouding dubbel vakantiegeld 627.503 655.244 684.753 742.226 765.948Loonmatiging dubbel vakantiegeld 278.755 0 0 0 0Bijdrage jobstudenten 25.063 32.265 37.977 43.296 41.352Bijdrage op premies groepsverzekeringen 236.385 203.578 247.107 261.615 317.579Werkgeversbijdrage tijdelijke werklozen + anciënniteitstoeslag oudere werklozen
67.826 69.389 74.590 78.821 79.521
Werkgeversbijdrage bruggepensioneerden + oudere werklozen
66.263 64.742 67.644 84.390 71.854
Compenserende bijdrage werkgevers brugpensioenen
3.223 3.230 3.775 3.672 4.196
Heffing op privé-gebruik bedrijfswagens 173.337 211.147 229.655 249.385 271.254Bijdrage deeltijdse arbeid 13 6 2 0 7Bijdrage op deelname in de winst 14.197 15.514 15.483 22.493 8.162Tewerkstellingsfonds 34.015 43.470 44.523 43.951 45.521Reaffectatiefonds Sociale Maribel 14.500 0 0 0 14.971Canada Dry - 302 3.281 4.228 5.018Solidariteitsbijdrage 33 % 'verkeersboeten' - - - - 17
Staatstoelagen 5.355.599 5.430.743 5.522.075 5.745.157 5.849.656
In de prestaties 5.339.387 5.415.200 5.522.075 5.745.157 5.849.656Globale staatstoelagen 5.317.956 5.408.964 5.507.909 5.730.361 5.836.265Mijnwerkers - Invaliditeitspensioenen 11.881 -4.520 4.508 4.530 3.725HVKZ - Ziekte-Invaliditeit 4.900 5.876 5.358 6.535 6.659Pool der zeelieden - Wachtgeld 4.650 4.880 4.300 3.731 3.007
In de lasten van leningen (2) 16.212 15.543 0 0 0Aflossingen van het kapitaal 14.874 14.874 0 0 0Intresten 1.339 669 0 0 0
Alternatieve financiering 6.958.302 7.713.411 8.462.606 9.294.556 9.259.089Aandeel in de BTW-ontvangsten 6.858.602 7.259.692 7.788.781 8.042.554 7.573.212Roerende voorheffing 0 348.606 441.382 444.792 411.906'Stock options' 32.008 36.284 35.380 50.389 68.537Accijnzen tabak 52.421 54.478 53.709 56.000 59.322Riziv-Geneeskundige verzorging (artikel 24 §1 quater)
- - - 564.545 964.316
Belasting op werknemersparticipatie 15.270 14.351 17.054 10.208 7.562Personenbelasting en vennootschapsbelasting
- 0 126.300 126.068 174.234
Toegewezen ontvangsten 823.660 848.882 922.941 986.368 1.009.202Bijzondere bijdrage sociale zekerheid 823.660 848.882 922.941 986.368 1.009.202
Externe overdrachten 16.699 158 270.729 553.751 294.592
Opbrengsten van beleggingen 167.978 630 65.262 182.875 255.753
Diversen 71.064 71.026 70.584 84.678 119.868
Eigen ontvangsten 46.732.931 48.320.121 51.494.057 55.080.335 55.782.006
Interne overdrachten 143.000 81.850 82.350 100.250 91.600
Totaal lopende ontvangsten 46.875.931 48.401.971 51.576.407 55.180.585 55.873.606
(1) In 2006, 2007, 2008 en 2009: Loonmatiging inbegrepen.
(2) Vanaf 2001: De staatstoelage gekoppeld aan de overname van de schuld, komt overeen met de leningen tussen de instellingen van sociale zekerheid (art. 3, K.B. van 04.04.2001). De leningen ten overstaan van de banken worden onmiddellijk ten laste genomen door de Overheidsschuld.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
127
Bro
n: F
OD
Soc
iale
Zek
erhe
id
2005
2006
2007
2008
2009
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
32.8
38,4
33.9
31,9
35.9
90,5
37.8
33,8
38.3
90,0
Ten
last
e va
n de
wer
knem
ers
11.2
35,2
11.4
92,5
12.1
32,1
12.6
75,0
12.7
90,7
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n10
.599
,7
10.8
23,7
11
.432
,3
11.9
20,3
12
.024
,6
Inho
udin
g op
het
dub
bel v
akan
tiege
ld62
6,0
656,
6
68
6,3
738,
4
75
0,7
Bijd
rage
n op
de
jobs
tude
nten
9,5
12,2
13
,6
16,3
15
,4
Ten
last
e va
n de
wer
kgev
ers
21.4
59,9
22.3
05,6
23.7
11,4
24.9
95,4
25.4
13,7
Gew
one
bijd
rage
n op
de
bezo
ldig
inge
n17
.484
,7
18.7
32,7
19
.850
,2
20.9
16,2
21
.314
,0
Loon
mat
igin
gsbi
jdra
ge3.
160,
9
3.05
4,2
3.
284,
6
3.45
9,0
3.
440,
4
Bijd
rage
n be
stem
d vo
or I.
B.F
. (zi
eken
huiz
en)
118,
1
11
3,9
111,
3
11
6,5
111,
4
Lo
onm
atig
ing
op h
et d
ubbe
l vak
antie
geld
272,
9
-
-
-
-
B
ijdra
gen
op d
e jo
bstu
dent
en15
,6
20,1
24
,4
27,0
25
,5
Bijd
rage
n (h
oofd
elijk
) op
de
conv
entio
nele
bru
gpen
sioe
nen
69,5
67
,9
71,4
88
,1
77,6
B
ijdra
gen
Can
ada
dry
-
0,3
3,3
4,2
5,0
Bijd
rage
n in
scha
kelin
g-
-
-
-
-
R
eaffe
ctat
iefo
nds
Soc
iale
Mar
ibel
-
-
-
-
22,0
Bijd
rage
n op
de
onvr
ijwill
ige
deel
tijds
e ar
beid
en
op d
e tij
delij
ke
wer
kloo
shei
d67
,8
69,4
74
,6
78,8
79
,2
Bijd
rage
n op
de
aanv
ulle
nde
pens
ioen
en23
6,4
203,
6
24
7,1
261,
6
29
3,4
Tew
erks
telli
ngsf
onds
34,0
43
,5
44,5
44
,0
45,2
Ten
last
e va
n de
gen
iete
rs v
an s
ocia
le p
rest
atie
s10
4,2
94,7
108,
2
11
6,8
119,
2
B
ijdra
gen
op d
e pr
esta
ties
arbe
idso
ngev
alle
n en
b
eroe
pszi
ekte
n10
4,2
94,7
10
8,2
116,
8
11
9,2
Inho
udin
g op
kin
derb
ijsla
g-
-
-
-
-
And
ere
bijd
rage
n-
-
-
-
-
Bijd
rage
opsl
agen
en
boet
en39
,1
39
,1
38
,8
46
,6
66
,4
1.9
Glo
baa
l fin
anci
eel b
ehee
r (c
on
cep
t: e
con
om
isch
e re
ken
ing
en)
(milj
oen
eu
ro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
128
2005
2006
2007
2008
2009
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d v
oo
r d
e so
cial
e ze
kerh
eid
7.96
3,6
8.
773,
5
9.61
5,3
10
.530
,3
10
.732
,9
Bijz
onde
re b
ijdra
ge v
oor
de s
ocia
le z
eker
heid
832,
0
84
8,9
922,
9
98
6,3
1.03
3,5
V
oorh
effin
g ge
stor
t doo
r de
wer
kgev
er64
5,8
655,
5
69
5,3
761,
5
76
9,9
Sal
do g
esto
rt d
oor
de s
chat
kist
186,
2
19
3,4
227,
6
22
4,8
263,
6
B
TW
6.85
8,6
7.
259,
7
7.78
8,8
8.
042,
6
7.73
9,4
S
tock
opt
ions
32,0
36,3
35,4
50,4
78,7
Nie
uwe
finan
cier
ing
gene
esku
ndig
e ve
rzor
ging
-
-
-
56
4,5
964,
3
R
oere
nde
voor
heffi
ng-
348,
6
44
1,4
444,
8
41
1,9
Bel
astin
g op
wer
knem
ersp
artic
ipat
ie15
,3
14
,4
14
3,4
136,
3
18
0,3
Bijd
rage
n op
de
bedr
ijfsv
oert
uige
n17
3,3
211,
1
22
9,7
249,
4
26
8,0
Acc
ijnze
n op
taba
k52
,4
54
,5
53
,7
56
,0
56
,8
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
min
gen
van
de
op
enb
are
mac
hte
n5.
355,
6
5.43
0,7
5.
522,
1
5.74
5,2
5.
849,
8
Nie
t-te
rugv
orde
rbar
e te
gem
oetk
omin
gen
van
de c
entr
ale
over
heid
5.30
6,2
5.
415,
2
5.52
2,1
5.
745,
2
5.84
9,8
T
usse
nkom
st in
de
last
en v
an le
ning
en49
,4
15
,5
-
-
-
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
en
bed
rijv
en21
6,0
51,6
138,
1
38
3,0
307,
8
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
van
der
den
16,7
-
-
-
18
,4
Nie
t m
eer
te b
etal
en, t
oeg
eken
de
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
-
-
-
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te u
itb
etaa
lde
soci
ale
pre
stat
ies
-
-
-
-
-
Su
bto
taal
46.3
90,3
48.1
87,7
51.2
66,0
54.4
92,3
55.2
98,9
On
tvan
gst
en u
it o
verd
rach
ten
143,
0
81
,9
35
2,9
654,
1
36
7,5
Tus
sen
takk
en v
an e
enze
lfde
rege
ling
143,
0
81
,9
35
2,9
100,
3
91
,5
V
an d
e zi
ekte
en
inva
lidite
it-
-
-
-
-
V
an d
e w
erkl
oosh
eid
-
-
-
-
-
Van
de
pens
ioen
en59
,5
-
270,
5
5,
0
-
V
an d
e ge
zins
bijs
lag
-
-
-
-
-
Van
de
arbe
idso
ngev
alle
n83
,5
81,9
82
,4
95,3
91
,5
Van
de
bero
epsz
iekt
en-
-
-
-
-
V
an h
et G
loba
al b
ehee
r-
-
-
-
-
Van
een
and
ere
rege
ling
-
-
-
55
3,8
276,
0
V
an d
e ze
lfsta
ndig
en-
-
-
-
-
V
an h
et R
IZIV
-Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g-
-
-
55
3,8
276,
0
Alg
emee
n t
ota
al46
.533
,3
48
.269
,6
51
.618
,9
55
.146
,4
55
.666
,4
(ver
volg
)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
129
1.10 RSZ - Sociale bijdrageverminderingen (duizend euro)
Bron: RSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Bijzondere toewijzingen 414.117 430.792 469.427 485.746 524.329
Sociale Maribel 414.117 430.792 438.427 454.127 463.823
Wetenschappelijke Maribel - - 31.000 31.619 32.897
Jongerenbonus (non profit) - - - - 27.609
Vermindering patronale bijdragen 4.411.482 4.659.170 5.002.796 5.270.672 5.129.954
In uitdoving (1): 75.546 29.807 12.647 3.826 -
Plannen +1, +2, +3 15.579 5.832 367 - -
Activaplan 34.355 9.901 5.828 2.450 -
Collectieve arbeidsduurvermindering 18.344 12.281 5.503 706 -
Startbanen 7.268 1.793 949 670 -
Inschakeling moeilijk te plaatsen jongeren 2.060 1.793 1.686 1.682 1.647
Wetenschappelijk onderzoek 2.778 4.926 8.238 9.964 16.707
Gesubsidieerde contractuelen 204.135 212.842 233.991 248.331 266.866
Baggeraars en sleepvaart 7.045 4.070 3.392 2.582 2.670
Loonmatiging universiteiten 57.045 58.809 33.311 67.305 66.692
Podiumkunstenaars 9.867 10.897 11.932 12.847 13.195
Onthaalmoeders 11.958 12.526 13.269 13.957 13.820
Structurele bijdrageverminderingen (2) 3.709.866 3.867.160 3.997.605 4.109.698 3.974.594
Doelgroepen - totaal 330.938 455.986 686.453 800.273 773.544
Doelgroepen: 89.471 112.863 170.763 193.661 195.819
Herstructurering 504 547 2.471 6.649 4.857
Eerste aanwervingen 62.364 87.135 106.212 113.225 108.223
Arbeidsduurvermindering 26.603 25.181 16.140 9.272 8.658
Risicogroepen - - 23.070 36.834 41.098
Activering - - 188 201 202
WEP/DSP - - 8.794 9.536 10.593
SINE - - 13.888 17.945 22.188
Doelgroepen "overgangsperiode": 241.467 343.123 515.690 606.612 577.725
Jonge werknemers 42.861 89.488 - 142.195 114.290
Langdurig werkzoekenden (3) 95.106 140.631 - 165.229 153.258
Ouderenbonus - - - 137.048 137.480
Oudere werknemers (4) 103.500 113.004 - 162.140 172.697Diversen 244 354 272 208 219
Vermindering persoonlijkebijdragen 230.333 517.864 656.968 666.558 712.615
Algemeen (werkbonus inbegrepen) 229.528 517.214 655.798 665.008 711.554
Baggeraars, sleepvaart 362 142 143 131 140
Herstructurering 443 508 1.027 1.419 921
TOTAAL 5.055.932 5.607.826 6.129.191 6.422.976 6.366.898
(1) Wordt vanaf 01.01.2004 vervangen door doelgroepen.
(3) Ondernemingen in herstructurering inbegrepen.(4) Vanaf 1ste kwartaal 2004.
(2) Vanaf 01.04.1999: de lastenverlaging in het kader van het meerjarenplan en de vroegere bijdrageverminderingen voor Maribel en lage lonen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
130
Bro
n: R
SZ
Arb
eid
ers
P
rivé
-sec
tor
(2)
Bed
ien
den
P
rivé
-sec
tor
To
taal
P
rivé
-sec
tor
Arb
eid
ers
Op
enb
are
sect
or
(3)
Bed
ien
den
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)
Am
bte
nar
en
(3)
To
taal
O
pen
bar
e se
cto
r (3
)T
ota
al
2005
21.3
49.0
1942
.807
.812
64.1
56.8
3185
0.48
95.
858.
248
15.2
55.8
7221
.964
.609
86.1
21.4
401s
te k
war
taal
5.08
3.45
210
.191
.426
15.2
74.8
7820
9.11
41.
485.
678
3.78
0.97
95.
475.
771
20.7
50.6
492d
e kw
arta
al5.
411.
804
10.2
99.4
4915
.711
.253
201.
940
1.47
2.14
13.
799.
236
5.47
3.31
721
.184
.570
3de
kwar
taal
4.73
6.94
59.
811.
972
14.5
48.9
1718
3.78
41.
161.
757
3.81
3.76
65.
159.
307
19.7
08.2
244d
e kw
arta
al6.
116.
818
12.5
04.9
6518
.621
.783
255.
651
1.73
8.67
23.
861.
891
5.85
6.21
424
.477
.997
2006
22.3
09.2
2444
.998
.687
67.3
07.9
1189
5.25
56.
054.
522
15.5
99.8
8222
.549
.659
89.8
57.5
701s
te k
war
taal
5.35
5.63
910
.754
.129
16.1
09.7
6821
4.63
61.
508.
830
3.89
2.02
35.
615.
489
21.7
25.2
572d
e kw
arta
al5.
621.
666
10.7
74.0
7716
.395
.743
216.
182
1.56
2.95
23.
887.
877
5.66
7.01
122
.062
.754
3de
kwar
taal
4.89
4.14
710
.247
.724
15.1
41.8
7119
2.63
21.
192.
716
3.89
2.98
35.
278.
331
20.4
20.2
024d
e kw
arta
al6.
437.
772
13.2
22.7
5719
.660
.529
271.
805
1.79
0.02
43.
926.
999
5.98
8.82
825
.649
.357
2007
23.5
87.6
5548
.254
.312
71.8
41.9
6793
2.55
46.
276.
516
15.8
72.0
0023
.081
.070
94.9
23.0
371s
te k
war
taal
5.63
8.40
711
.491
.044
17.1
29.4
5122
0.36
51.
584.
005
3.95
2.25
25.
756.
622
22.8
86.0
732d
e kw
arta
al6.
062.
457
11.5
34.8
5217
.597
.309
228.
450
1.62
7.27
03.
973.
085
5.82
8.80
523
.426
.114
3de
kwar
taal
5.14
6.29
710
.961
.967
16.1
08.2
6420
2.32
81.
237.
892
3.97
9.23
25.
419.
452
21.5
27.7
164d
e kw
arta
al6.
740.
494
14.2
66.4
4921
.006
.943
281.
411
1.82
7.34
93.
967.
431
6.07
6.19
127
.083
.134
2008
24.3
24.5
4651
.313
.079
75.6
37.6
25
966.
300
6.61
1.05
516
.512
.689
24.0
90.0
44
99.7
27.6
691s
te k
war
taal
5.93
2.72
312
.260
.020
18.1
92.7
4322
6.84
71.
608.
075
4.01
4.37
25.
849.
294
24.0
42.0
372d
e kw
arta
al6.
216.
445
12.1
47.8
9718
.364
.342
231.
807
1.69
2.21
94.
070.
596
5.99
4.62
224
.358
.964
3de
kwar
taal
5.42
8.87
911
.752
.265
17.1
81.1
4421
0.52
81.
313.
089
4.16
8.54
25.
692.
159
22.8
73.3
034d
e kw
arta
al6.
746.
499
15.1
52.8
9721
.899
.396
297.
118
1.99
7.67
24.
259.
179
6.55
3.96
928
.453
.365
2009
23.0
02.7
9452
.654
.553
75.6
57.3
4799
4.83
56.
938.
404
17.0
60.9
3224
.994
.171
100.
651.
518
1ste
kw
arta
al5.
580.
472
12.8
68.3
3318
.448
.805
238.
692
1.73
3.34
94.
249.
399
6.22
1.44
024
.670
.245
2de
kwar
taal
5.75
4.92
812
.519
.121
18.2
74.0
4924
0.59
31.
783.
457
4.23
1.05
86.
255.
108
24.5
29.1
573d
e kw
arta
al5.
125.
898
11.9
47.4
3817
.073
.336
215.
179
1.36
7.85
24.
269.
636
5.85
2.66
722
.926
.003
4de
kwar
taal
6.54
1.49
615
.319
.661
21.8
61.1
5730
0.37
12.
053.
746
4.31
0.83
96.
664.
956
28.5
26.1
13
(1)
Bez
oldi
ging
van
de
arbe
ider
s aa
n 10
0 %
.(2
) A
rbei
ders
priv
é-se
ctor
= h
anda
rbei
ders
+ le
erlin
gen
+ d
iens
tbod
en.
(3)
NM
BS
inbe
grep
en.
1.11
RS
Z -
Aan
bijd
rag
en o
nd
erw
orp
en lo
on
mas
sa (
kwar
taal
resu
ltat
en, c
on
cep
t: e
con
om
isch
) (d
uiz
end
eu
ro)
(1)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 1. Sociale bijdragen
131
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In de uitkeringsverzekering onderscheidt men vier prestaties, deelsectoren genoemd, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeitsuitkeringen, moederschapsuitkeringen en de uitkeringen voor begrafeniskosten. Voor deze laatste worden hier geen statistische gegevens opgenomen; het bedrag van de uitgaven hiervoor wordt vermeld in de synthesetabel. Het recht op uitkeringen bestaat uitsluitend voor werknemers die voor de sector uitkeringen bijdrageplichtig zijn. Met hen worden gelijkgesteld de werknemers die gewoonlijk de hoedanigheid van werknemer hebben of onlangs hebben gehad, zoals: de werknemers in gecontroleerde werkloosheid; de werkneemsters die vanaf de vijfde maand van de zwangerschap de arbeid onderbreken; de personen die tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid hun hoedanigheid van
werknemer verliezen; de gerechtigden aan wie de voortgezette verzekering was toegestaan bij het verstrijken van
deze periode van voortgezette verzekering. De werkneemsters die gerechtigd zijn op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zijn gerechtigd op moederschapsuitkeringen. De moederschapsuitkering wordt ook verleend aan de gerechtigden voor wie de moederschapsrust een aanvang neemt in een tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid of invaliditeit. Rechthebbenden op de uitkering voor begrafeniskosten zijn de natuurlijke of rechtspersonen, die, in geval van overlijden van een gerechtigde op uitkeringen - ook als hij gepensioneerd is - de begrafenis werkelijk hebben bekostigd. Primaire arbeidsongeschiktheid (tabellen 2.4 – 2.7) Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid (voor de mijnwerkers die recht hebben op een invaliditeitspensioen, wordt deze periode gelimiteerd tot zes maanden), ontvangt de gerechtigde een primaire ongeschiktheidsuitkering die niet lager mag zijn dan 60 % van het gederfde loon. Vanaf eind 1996 wordt de primaire ongeschiktheidsuitkering van samenwonenden vanaf de 31e dag arbeidsongeschiktheid beperkt tot 55 % van het gederfde loon. Dit loon is geplafonneerd en gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Voor de werkloze mag deze uitkering gedurende de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid het bedrag van zijn werkloosheidsuitkering niet overschrijden. Invaliditeit (tabellen 2.8 – 2.11) Indien de arbeidsongeschiktheid langer duurt dan één jaar ontvangt een gerechtigde met personen ten laste een invaliditeitsuitkering die 65 % van het begrensde loon bedraagt. Dit bedrag wordt verminderd tot 45 of 40 % van hetzelfde loon voor de gerechtigde zonder gezinslast, naargelang het al dan niet om verlies van een enig inkomen gaat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
133
Moederschap (tabellen 2.12 – 2.15) De moederschapsuitkering wordt gedurende een periode van 15 weken uitbetaald. Vanaf 1999 wordt de periode van bevallingsrust met 2 weken verlengd ingeval van zwangerschap van een meerling. Het bedrag van de moederschapsuitkering wordt vastgesteld op een percentage van het begrensde loon dat geldt voor de berekening van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. In principe ontvangt de gerechtigde gedurende de eerste dertig dagen 79,5 % (82 % voor de gerechtigden met een lopende arbeidsovereenkomst) van dit loon, vanaf de eenendertigste dag 75 % en indien het tijdvak van moederschapsrust verder zou reiken dan 15 weken 60 % na de 15de week. Het tijdvak van arbeidsverwijdering van de zwangere of bevallen werkneemster en van de werkneemster die borstvoeding geeft wordt ingevolge de wet van 04.08.1996 (art. 8) eveneens als een tijdvak van moederschapsbescherming beschouwd. Gedurende deze periode ontvangt de gerechtigde 60 % van het begrensde loon. In de tabellen wordt vanaf 1996 een opsplitsing gemaakt tussen de gegevens betreffende de eigenlijke moederschapsrust en deze betreffende de arbeidsverwijdering (met inbegrip van het borstvoedingsverlof). Beschrijving van de kenmerken Voor elk van de drie vermelde deelsectoren: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsuitkering wordt in principe eenzelfde structuur voor de statistieken aangehouden. Vooreerst is er het begrip verzekerde bevolking, waarvoor gegeven wordt: De uitsplitsing naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.1 en 2.12); De evolutie van het totaal (tab. 2.3). Voor de invaliden is er de verdeling van het effectief naar leeftijdsklasse en geslacht (tab. 2.2). Voor elke deelsector is er een notie van volume: het aantal vergoede dagen (tab. 2.5, 2.9 en 2.13) en tevens het aantal gevallen (enkel voor invaliditeit) (tab. 2.8). Verder zijn er voor elke deelsector gegevens over de basisuitgaven (tab. 2.7, 2.11 en 2.15 respectievelijk). Voor de primaire arbeidsongeschiktheid geeft de tabel 2.4 het ziektecijfer, welk getal de uitdrukking is van de verhouding van het aantal vergoede dagen tot de verzekerde bevolking. De gemiddelde daguitkering is het resultaat van de deling van het totaalbedrag der uitkeringen door het aantal vergoede dagen (tab. 2.6, 2.10 en 2.14). Tabel 2.16 ten slotte is een synthesetabel met de uitgaven voor de vier deelsectoren (inclusief de deelsector van de begrafenisuitkeringen). Aanvullende informatie over de uitkeringsverzekering vindt u op de website van het RIZIV: www.riziv.fgov.be en in de publicaties van deze instelling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
134
2.1
Led
enta
l / v
erze
kerd
e b
evo
lkin
g n
aar
stat
uu
t, le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Arb
eid
ers
(1)
19.6
2018
7.48
025
6.01
425
5.73
728
2.65
829
2.96
927
0.70
623
9.12
020
3.90
212
9.62
43.
177
2.14
1.00
7M
anne
n13
.378
123.
866
163.
126
159.
385
177.
251
185.
214
168.
441
149.
844
132.
777
93.7
152.
691
1.36
9.68
8V
rouw
en6.
242
63.6
1492
.888
96.3
5210
5.40
710
7.75
510
2.26
589
.276
71.1
2535
.909
486
771.
319
Bed
ien
den
6.46
813
4.93
928
3.36
426
1.09
625
7.07
825
5.49
623
3.84
719
0.52
415
6.77
083
.004
2.27
11.
864.
857
Man
nen
2.15
245
.442
107.
676
102.
689
97.8
6198
.096
92.8
3179
.897
74.9
4647
.325
1.61
675
0.53
1V
rouw
en4.
316
89.4
9717
5.68
815
8.40
715
9.21
715
7.40
014
1.01
611
0.62
781
.824
35.6
7965
51.
114.
326
To
taal
26.0
8832
2.41
953
9.37
851
6.83
353
9.73
654
8.46
550
4.55
342
9.64
436
0.67
221
2.62
85.
448
4.00
5.86
4
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Arb
eid
ers
(1)
17.5
5418
2.56
925
2.71
425
6.56
227
8.92
629
0.23
527
8.82
924
7.00
020
8.13
113
8.65
03.
508
2.15
4.67
8M
anne
n11
.975
121.
119
161.
297
159.
362
173.
043
182.
348
173.
244
153.
535
134.
014
97.3
582.
923
1.37
0.21
8V
rouw
en5.
579
61.4
5091
.417
97.2
0010
5.88
310
7.88
710
5.58
593
.465
74.1
1741
.292
585
784.
460
Bed
ien
den
6.03
613
2.59
428
5.94
026
5.44
625
5.90
225
2.96
924
1.65
719
8.55
616
0.96
191
.207
2.60
61.
893.
874
Man
nen
2.02
344
.433
108.
449
104.
476
98.6
1196
.466
95.6
4781
.700
74.5
4649
.048
1.87
175
7.27
0V
rouw
en4.
013
88.1
6117
7.49
116
0.97
015
7.29
115
6.50
314
6.01
011
6.85
686
.415
42.1
5973
51.
136.
604
To
taal
23.5
9031
5.16
353
8.65
452
2.00
853
4.82
854
3.20
452
0.48
644
5.55
636
9.09
222
9.85
76.
114
4.04
8.55
2
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
200
9
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
135
2.2
Aan
tal i
nva
liden
naa
r le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Arb
eid
ers
ZIV
(1)
1684
03.
412
6.71
212
.216
19.2
3126
.167
33.7
1137
.851
29.5
5926
516
9.98
0M
anne
n7
463
1.81
23.
330
5.94
59.
808
13.6
0218
.631
23.2
9520
.286
265
97.4
44V
rouw
en9
377
1.60
03.
382
6.27
19.
423
12.5
6515
.080
14.5
569.
273
072
.536
Bed
ien
den
115
31.
089
2.45
94.
672
7.33
09.
554
11.5
4612
.264
9.26
573
58.4
06M
anne
n0
3827
058
11.
068
1.57
32.
301
3.13
84.
291
4.38
873
17.7
21V
rouw
en1
115
819
1.87
83.
604
5.75
77.
253
8.40
87.
973
4.87
70
40.6
85
To
taal
1799
34.
501
9.17
116
.888
26.5
6135
.721
45.2
5750
.115
38.8
2433
822
8.38
6
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Arb
eid
ers
ZIV
(1)
1093
03.
516
7.09
512
.639
19.5
9927
.970
35.1
0239
.003
31.4
6927
817
7.61
1M
anne
n6
480
1.84
23.
498
6.12
79.
665
14.4
0919
.037
23.4
1120
.716
278
99.4
69V
rouw
en4
450
1.67
43.
597
6.51
29.
934
13.5
6116
.065
15.5
9210
.753
078
.142
Bed
ien
den
326
31.
360
2.87
25.
172
7.87
710
.530
12.2
7112
.529
8.67
855
61.6
10M
anne
n0
3525
862
31.
092
1.57
62.
419
3.23
44.
318
4.40
755
18.0
17V
rouw
en3
228
1.10
22.
249
4.08
06.
301
8.11
19.
037
8.21
14.
271
043
.593
To
taal
131.
193
4.87
69.
967
17.8
1127
.476
38.5
0047
.373
51.5
3240
.147
333
239.
221
(1)
Met
inbe
grip
van
de
mijn
wer
kers
.
Toe
stan
d op
30
juni
200
9
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
136
2.3 Evolutie van het ledental (1)
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Arbeiders 1.898.759 1.859.299 1.876.211 1.897.113 1.901.754Mannen 1.209.769 1.186.736 1.195.857 1.207.458 1.205.435Vrouwen 688.990 672.563 680.354 689.655 696.319
Bedienden 1.659.980 1.696.593 1.730.269 1.765.409 1.790.695Mannen 671.849 683.826 693.965 706.067 713.549
Vrouwen 988.131 1.012.767 1.036.304 1.059.342 1.077.146
Totaal 3.558.739 3.555.892 3.606.480 3.662.522 3.692.449
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden, exclusief bruggepensioneerden.
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (2)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders 8,47 9,19 10,05 10,57 10,76Mannen 7,55 7,94 8,50 8,89 8,98Vrouwen 10,09 11,38 12,79 13,52 13,85
Bedienden 4,12 4,27 4,63 4,83 5,01Mannen 2,92 2,97 3,10 3,19 3,35
Vrouwen 4,94 5,52 5,66 5,92 6,11
Totaal 6,44 6,84 7,45 7,80 7,97
(2) Aantal vergoede dagen/ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders 16.077.207 17.075.244 18.862.630 20.053.616 20.462.553Mannen 9.128.394 9.426.497 10.160.383 10.730.133 10.821.165Vrouwen 6.948.813 7.648.747 8.702.247 9.323.483 9.641.388
Bedienden 6.845.310 7.250.513 8.012.462 8.526.485 8.970.743Mannen 1.961.476 2.030.465 2.152.072 2.253.520 2.388.073
Vrouwen 4.883.834 5.220.048 5.860.390 6.272.965 6.582.670
Totaal 22.922.517 24.325.757 26.875.092 28.580.101 29.433.296
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
137
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders
Mannen 41,51 42,34 42,88 44,57 46,89Vrouwen 29,54 30,19 30,77 32,17 34,10
Bedienden
Mannen 45,08 45,82 46,28 48,28 52,05
Vrouwen 35,94 36,67 37,14 38,84 42,05
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders 567.898 614.736 687.663 761.431 816.880Mannen 378.946 399.077 435.698 478.217 507.365Vrouwen 205.302 230.922 267.731 299.982 328.812Regularisaties -16.350 -15.263 -15.766 -16.768 -19.297
Bedienden 257.437 278.258 311.012 346.219 393.343Mannen 88.430 93.037 99.609 108.796 124.300Vrouwen 175.525 191.407 217.663 243.632 276.831Regularisaties -6.518 -6.186 -6.260 -6.209 -7.788
Hulp van derden 394 351 598 897 1.004
Totaal 825.729 893.345 999.273 1.108.547 1.211.227
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
138
2.8 Invaliditeit / aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2005 12.2006 12.2007 12.2008 12.2009
Arbeiders 155.807 160.388 166.525 172.565 182.074Mannen 93.781 94.387 96.394 98.100 100.744Vrouwen 62.026 66.001 70.131 74.465 81.330
Bedienden 52.788 55.434 57.159 59.588 63.229Mannen 17.491 17.629 17.767 17.821 18.076Vrouwen 35.297 37.805 39.392 41.767 45.153
Totaal 208.595 215.822 223.684 232.153 245.303
2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders 46.832.004 47.709.562 49.145.496 50.862.715 53.121.541Mannen 28.468.142 28.496.576 28.922.727 29.420.252 30.037.940Vrouwen 18.363.862 19.212.986 20.222.769 21.442.463 23.083.601
Bedienden 16.333.271 17.088.181 17.964.781 18.856.438 20.111.421Mannen 5.454.329 5.528.477 5.625.278 5.750.455 5.882.786Vrouwen 10.878.942 11.559.704 12.339.503 13.105.983 14.228.635
Totaal 63.165.275 64.797.743 67.110.277 69.719.153 73.232.962
2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders
Mannen 37,33 38,15 38,85 41,01 42,39Vrouwen 29,56 30,25 31,00 33,03 34,31
Bedienden
Mannen 39,55 40,21 41,02 42,86 44,31Vrouwen 31,60 32,33 33,07 35,15 36,55
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
139
2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Arbeiders 1.605.595 1.668.538 1.750.604 1.914.635 2.065.212Mannen 1.062.729 1.087.272 1.123.700 1.206.447 1.273.292Vrouwen 542.866 581.266 626.904 708.188 791.920
Bedienden 559.509 596.035 638.815 707.159 780.752Mannen 215.702 222.290 230.750 246.495 260.684Vrouwen 343.807 373.745 408.065 460.664 520.068
Regularisaties -844 -566 -1.823 -896 -1.225
Hulp van derden 5.123 5.639 34.551 38.470 41.556
Totaal 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368 2.886.295
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
140
2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Arbeidsters 467.326 451.879 451.302 451.196 447.245
Bedienden 710.973 718.390 725.383 732.351 730.466
Totaal 1.178.299 1.170.269 1.176.685 1.183.547 1.177.711
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Moederschap 6.868.721 6.925.084 7.031.324 7.265.790 7.279.302
Arbeidsters 2.572.969 2.582.286 2.599.608 2.670.647 2.653.338Bedienden 4.226.842 4.270.366 4.353.750 4.512.084 4.533.643Invaliden 68.910 72.432 77.966 83.059 92.321
Werkverwijdering 1.773.049 1.865.751 1.919.878 1.946.101 1.942.649
Arbeidsters 552.789 577.270 548.251 542.159 534.097Bedienden 1.220.260 1.288.481 1.371.627 1.403.942 1.408.552
Vaderschap + adoptie 377.456 382.610 395.357 421.363 403.937
Arbeiders 232.727 231.268 238.595 255.948 238.186Bedienden 144.729 151.342 156.762 165.415 165.751
2.14 Moederschap / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
MoederschapArbeidsters 40,34 41,38 42,22 44,00 45,60Bedienden 54,87 56,40 57,58 60,24 62,41Invaliden 43,08 42,77 43,58 45,26 47,12
WerkverwijderingArbeidsters 36,63 37,00 37,39 38,69 39,13Bedienden 44,82 45,44 46,23 48,22 49,06
Vaderschap + adoptieArbeiders 76,60 78,14 79,83 82,43 84,54Bedienden 89,19 90,13 92,39 95,57 98,38
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
141
2.15 Moederschap / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Moederschap 339.510 352.091 365.278 394.630 410.165
Arbeidsters 104.170 107.254 110.282 117.906 121.441 Bedienden 232.450 241.748 251.598 272.964 284.374 Invaliden 2.894 3.089 3.398 3.760 4.350 Regularisaties -4 - - - -
Werkverwijdering 52.734 56.926 59.762 64.332 65.600
Arbeidsters 15.353 16.430 15.646 16.450 15.934 Bedienden 37.381 40.496 44.116 47.882 49.666 Regularisaties - - - - -
Vaderschap + adoptie 30.624 31.741 33.582 36.961 36.480
Arbeiders 17.824 18.092 19.079 21.130 20.163 Bedienden 12.800 13.649 14.503 15.831 16.317
Borstvoeding 199 195 224 255 295
Totaal 423.067 440.953 458.846 496.178 512.540
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
142
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Primaire arbeidsongeschiktheid 825.729 893.343 999.272 1.108.548 1.211.228Invaliditeit 2.169.383 2.269.646 2.422.147 2.659.368 2.886.295Moederschapsuitkeringen 423.067 440.965 458.850 496.169 512.546Begrafenisuitkeringen 6.589 6.607 6.405 6.629 6.634
Totaal 3.424.768 3.610.561 3.886.674 4.270.714 4.616.703
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
143
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota In het werknemerspensioenstelsel (repartitiesysteem) worden de eigenlijke pensioenen en de afgeleide voordelen toegekend met toepassing van KB nr. 50 van 24.10.1967 betreffende de rust- en overlevingspensioenen van werknemers en met toepassing van de vroegere afzonderlijke bepalingen over het pensioen van arbeiders, bedienden, mijnwerkers en zeelieden. Het oude kapitalisatiestelsel van de werknemersrenten (dat sinds 31.12.1967 residueel is geworden) bestaat slechts in zoverre de verworven rechten op rustrenten en/of overlevingsrenten werden gehandhaafd. Sinds 31.12.2007 werden de technische reserves van dit oude stelsel overgenomen door de RSZ – Globaal beheer werknemers, ingevolge het K.B. van 21.04.2007 houdende uitvoering van het artikel 289 van de programmawet (I) van 27.12.2006. Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen (tabel 3.1) Het aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald, is gelijk aan het aantal personen dat op 1 januari is vastgelegd en voor wie het uitkeringsrecht in betaling is gesteld. Personen voor wie het recht is ingegaan, maar op die datum nog niet in betaling is gesteld, komen niet in de statistiek voor. Het aantal begunstigden wordt onderverdeeld in de volgende categorieën: gehuwden die een rustpensioen tegen “ gezinsbedrag “ genieten in het werknemersstelsel; gehuwden die een rustpensioen tegen “bedrag alleenstaanden” genieten in het
werknemersstelsel; niet gehuwden die een rustpensioen tegen “ bedrag alleenstaanden “ genieten in het
werknemersstelsel; personen die een (of meer) rustpensioen(en) en een (of meer) overlevingspensioen(en)
genieten, waarbij minstens een van die pensioenen ten laste komt van het werknemersstelsel: personen met een rustpensioen ten laste van het werknemersstelsel; personen met een overlevingspensioen ten laste van het werknemersstelsel;
personen die een overlevingspensioen genieten in het werknemersstelsel. Dubbeltellingen zijn het gevolg van mensen die een rust- en een overlevingspensioen cumuleren in het werknemersstelsel. Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente (tabel 3.2) Het aantal gerechtigden is opgedeeld in verscheidene categorieën: De personen die een ouderdomsrente genieten; De vrouwen (en enkel zij) die een weduwerente genieten; De vrouwen die een ouderdomsrente en een weduwerente genieten. De dubbeltellingen zijn een gevolg van vrouwelijke gerechtigden die een ouderdomsrente en een weduwerente cumuleren. De renten kunnen gecumuleerd worden met een (of meerdere) pensioen(en) van het repartitiestelsel hierboven vermeld. De berekening van dubbeltellingen werd niet uitgevoerd, omdat er ook geen totaal wordt gemaakt.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
145
Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen (tabel 3.3) Het gemiddelde bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari zijn betaald, wordt verkregen door de maandelijkse bruto-uitgaven van januari (nog vóór de afhouding van de bedrijfsvoorheffing, de ZIV-bijdrage, de solidariteitsbijdrage en de terug te vorderen bedragen) te delen door het aantal begunstigden op 1 januari. Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht (tabel 3.4) De rechthebbenden (op 01.01.2009) worden opgesplitst naar pensioenregeling (rust- of overlevingspensioen, gezinspensioen of pensioen voor een alleenstaande), alsook naar geslacht en naar leeftijdsklasse per vijf jaar. Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Enkele van de rubrieken uit deze tabel worden hieronder nader toegelicht: Vakantiegeld
Het aantal begunstigden is hier het aantal begunstigden van een rust- of overlevingspensioen dat in mei wordt betaald. Het vakantiegeld en het bijkomend vakantiegeld worden niet toegekend in de loop van het jaar waarin het pensioen ingaat. Het jaar nadien staat het toegekende bedrag in verhouding tot het aantal maanden waarin de rechthebbende tijdens het eerste jaar pensioen heeft ontvangen. Niettemin worden, in afwijking van deze bepaling, de bovenvermelde voordelen volledig toegekend vanaf het jaar waarin het rustpensioen ingaat, indien gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen ingaat, de begunstigde al een uitkering voor brugpensioen of voor ziekte, invaliditeit of onvrijwillige werkloosheid ontving. Analoog worden de bovenvermelde voordelen ook volledig toegekend vanaf het burgerlijk jaar waarin het overlevingspensioen ingaat, indien de overleden echtgenoot aan dezelfde voorwaarde voldeed of een rustpensioen ontving gedurende het hele jaar dat voorafgaat aan het burgerlijke jaar waarin hij overleed. Verwarmingstoelage De verwarmingstoelage wordt toegekend aan mijnwerkers die gerechtigd zijn op een rustpensioen of aan hun overlevende echtgenoot die gerechtigd is op een overlevingspensioen. De gegevens worden verstrekt volgens dezelfde methodologie als die voor de rust- en overlevingspensioenen. Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten Het repartitiestelsel betaalt sinds 2008 het totaal van de sociale prestaties van het oude kapitalisatiestelsel. Niettemin tot 2007 inbegrepen kwam het repartitiestelsel tussen in de sociale prestaties betreffende de rijksbijdrage en de indexering van de lopende renten die vóór 1994 zijn ingegaan. De indexeringscoëfficiënt zelf van die renten was reeds geblokkeerd op het niveau van de spilindex van 1986.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
146
Aanvullende informatie omtrent de werknemerspensioenen kan u vinden in de volgende publicaties van de RVP: jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden; jaarverslag van de RVP. In de genoemde publicaties staan gegevens over het aantal gevallen van cumul van werknemers-, zelfstandigen- en overheidspensioenen, wat toelaat informatie te bekomen over aantallen gepensioneerden (i.p.v. enkel over aantallen pensioenvoordelen). De jaarlijkse statistiek van de pensioengerechtigden omvat ook een tabel werknemersrenten. U kan ook terecht op de website van de RVP: http://www.onprvp.fgov.be/.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
147
Bron: RVP
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Mannen 739.368 748.032 756.422 765.404 779.668
Rustpensioenen 736.476 745.183 753.523 762.413 776.501Gehuwden, gezin 312.129 310.941 310.178 307.352 304.847Gehuwden, alleenstaand 251.600 258.512 264.102 271.846 282.767Niet-gehuwd 162.746 166.045 169.615 173.476 178.937Rust & overleving, gedeelte rust 10.001 9.685 9.628 9.739 9.950
Overlevingspensioenen 12.555 12.242 12.244 12.456 12.833Rust & overleving, gedeelte overleving 10.573 10.160 10.059 10.142 10.311Overleving 1.982 2.082 2.185 2.314 2.522
Dubbeltellingen -9.663 -9.393 -9.345 -9.465 -9.666
Vrouwen 867.151 870.750 862.716 871.048 882.906
Rustpensioenen 615.852 622.416 614.620 628.454 644.392Gehuwden, gezin 907 926 858 864 889Gehuwden, alleenstaand 229.114 232.536 227.460 234.670 242.794Niet-gehuwd 139.105 142.836 142.853 148.979 155.351Rust & overleving, gedeelte rust 246.726 246.118 243.449 243.941 245.358
Overlevingspensioenen 488.138 484.704 482.005 477.118 474.486Rust & overleving, gedeelte overleving 258.570 257.845 255.033 255.267 256.366Overleving 229.568 226.859 226.972 221.851 218.120
Dubbeltellingen -236.839 -236.370 -233.909 -234.524 -235.972
Totaal rust 1.352.328 1.367.599 1.368.143 1.390.867 1.420.893
Totaal overleving 500.693 496.946 494.249 489.574 487.319
Totaal pensioenen 1.853.021 1.864.545 1.862.392 1.880.441 1.908.212
Totaal dubbeltellingen -246.502 -245.763 -243.254 -243.989 -245.638
Totaal rechthebbenden 1.606.519 1.618.782 1.619.138 1.636.452 1.662.574
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
148
Bron: RVP
01.2008 01.2009
Mannen 284.990 264.791
Ouderdomsrente 284.990 264.791
Vrouwen 397.868 376.959
Ouderdomsrente 317.073 301.760 Ouderdomsrente 270.588 258.813
Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947
Weduwerente 127.280 118.146 Weduwerente 80.795 75.199
Ouderdoms- en weduwerente 46.485 42.947
Dubbeltellingen -46.485 -42.947
Totaal ouderdomsrenten 602.063 566.551
Totaal weduwerenten 127.280 118.146
Totaal renten 729.343 684.697
Totaal dubbeltellingen -46.485 -42.947
Totaal rechthebbenden 682.858 641.750
3.2 Aantal begunstigden van een ouderdoms- en/of weduwerente dat in januari wordt betaald
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
149
Bron: RVP
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Mannen 813,36 835,79 858,70 882,04 937,76
Rustpensioenen 812,88 835,13 858,05 881,39 937,08Gehuwden, gezin 987,54 1.015,47 1.042,19 1.071,97 1.142,25Gehuwden, alleenstaand 666,04 689,17 713,86 738,07 788,94Niet-gehuwd 720,01 738,11 758,83 780,91 833,67Rust & overleving, gedeelte rust 567,09 604,48 629,24 657,30 721,00
Overlevingspensioenen 215,43 234,75 243,17 251,84 272,35Rust & overleving, gedeelte overleving 136,46 147,01 149,83 151,47 162,67Overleving 636,70 662,93 672,85 691,72 721,44
Vrouwen 626,90 644,22 664,29 682,66 730,57
Rustpensioenen 394,71 408,98 423,02 440,14 477,00Gehuwden, gezin 503,98 534,27 564,11 642,05 712,94Gehuwden, alleenstaand 451,19 471,11 492,82 515,70 560,32Niet-gehuwd 517,21 530,48 543,06 560,26 601,86Rust & overleving, gedeelte rust 272,80 279,28 286,87 293,39 314,64
Overlevingspensioenen 615,67 632,14 649,56 666,54 711,63Rust & overleving, gedeelte overleving 577,94 595,84 611,99 631,70 678,47Overleving 658,17 673,40 691,78 706,63 750,61
Totaal / rustpensioen 622,44 641,18 662,62 682,02 728,42
Totaal / overlevingspensioen 605,64 622,36 639,49 655,99 700,04
Totaal / pensioen 617,90 636,16 656,48 675,24 721,17
Totaal / rechthebbende 712,71 732,75 755,11 775,92 827,73
3.3 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
150
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
9.49
777
.331
197.
202
186.
827
154.
991
97.3
3656
.484
779.
668
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
4.83
226
.002
74.5
4377
.852
65.9
1938
.489
17.2
1030
4.84
7G
ehuw
den,
alle
enst
aand
(ru
stpe
nsio
en)
1.99
936
.872
80.5
8169
.364
51.5
8328
.872
13.4
9628
2.76
7N
iet g
ehuw
d (r
ustp
ensi
oen)
1.03
513
.580
40.5
7237
.620
35.0
0927
.685
23.4
3617
8.93
7R
ust &
ove
rlevi
ng6
358
1.43
61.
910
2.40
32.
215
2.26
710
.595
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
1.62
551
970
8177
7575
2.52
2
Vro
uw
en44
.717
89.1
6714
9.56
015
6.29
216
6.05
214
3.33
013
3.78
888
2.90
6G
ehuw
den,
gez
in (
rust
pens
ioen
)4
281
349
172
5126
688
9G
ehuw
den,
alle
enst
aand
(ru
stpe
nsio
en)
855
43.0
7272
.055
57.7
7340
.893
19.5
438.
603
242.
794
Nie
t geh
uwd
(rus
tpen
sioe
n)15
915
.733
35.5
8732
.017
29.0
4422
.950
19.8
6115
5.35
1R
ust &
ove
rlevi
ng4
6.81
328
.429
43.4
5061
.627
60.5
2764
.902
265.
752
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oen
43.6
9523
.268
13.1
4022
.880
34.4
3740
.284
40.4
1621
8.12
0
To
taal
rec
hth
ebb
end
en54
.214
166.
498
346.
762
343.
119
321.
043
240.
666
190.
272
1.66
2.57
4
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
9
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
151
Bron: RVP
2005 2006 2007 2008 2009
Pensioenen 13.936.832 14.338.998 14.820.486 15.911.159 16.827.129Rustpensioenen (1), waarvan 10.311.358 10.651.807 11.049.927 11.934.816 12.689.705
Algemene regeling 10.296.782 10.638.196 11.037.320 11.922.617 12.678.308Bijzonder brugpensioen werklozen 14.576 13.611 12.607 12.199 11.397
Overlevingspensioenen 3.697.192 3.761.856 3.830.372 4.025.079 4.174.312Herwaarderingspremie 2 0 18.419 17.713 17.051Solidariteitsbijdrage -71.720 -74.665 -78.232 -66.449 -53.939
Vakantiegeld 653.915 670.320 685.942 721.628 745.163
Verwarmingstoelage 44.862 44.221 50.020 50.135 49.119
Tussenkomst van het
repartitiestelsel in de renten (2) 0 121.871 115.038 110.613 104.598
Indexeringen 0 113.846 106.559 103.231 97.709Rijksbijdrage 0 8.023 7.510 7.275 6.887Vrij verzekerden - - 967 105 2Renten en complementen 0 2 2 2 0
Totaal 14.635.609 15.175.410 15.671.486 16.793.535 17.726.009
(1) Rustpensioenen: de algemene regeling bevat het bedrag "Nationale erkentelijkheid".(2) Indexeringen en Rijksbijdrage 2005 ten laste van het kapitalisatiestelsel (129.696 duizend euro).
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
152
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De rubriek sociale prestaties voor gezinsbijslag in de werknemersregeling omvat vier deelrubrieken, welke in de synthesetabel (4.8) worden weergegeven: het algemeen stelsel der werknemers - in de begrotingstabel aangeduid als “Nationale Verdeling” (sensu stricto) -, het gewaarborgd stelsel, de tijdelijke leerkrachten en de speciale categorieën. Al deze prestaties zijn ten laste van de Nationale Verdeling. De term “Nationale Verdeling” verwijst naar de gezinsbijslag waarvan de betaling wordt verzekerd door de opbrengst van de sociale-zekerheidsbijdragen voor de onder de sociale zekerheid vallende werknemers en van de hoofdelijke bijdragen voor de niet onder de sociale zekerheid vallende werknemers. De gewaarborgde gezinsbijslag is het residuair stelsel van gezinsbijslag, voorbehouden aan de gezinnen welke in geen enkel stelsel van gezinsbijslagen rechthebbend zijn, en waarvan de inkomens bepaalde plafonds niet overschrijden. In zekere zin behoort de gewaarborgde gezinsbijslag bij de sociale bijstandsregeling. Niettemin wordt de gewaarborgde gezinsbijslag beheerd door de RKW en zijn de uitgaven ermee verbonden ten laste van het werknemersstelsel. De rubriek “tijdelijke leerkrachten” betreft de gezinsbijslag uitgekeerd aan de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling. De speciale categorieën betreffen de categorieën personen die aandacht verdienen en waarvoor geen enkel ander recht op kinderbijslag bestond. Vóór 1997 werden aan deze personen extralegale uitkeringen gestort door de Rijksdienst, ten laste van zijn Reservefonds. Sinds 01.01.1997 werd hen echter een wettelijk recht toegekend krachtens artikel 102 van de samengeordende wetten. De Rijksdienst is rechtstreeks belast met het uitbetalen aan deze categorieën van de kinderbijslag, ten laste van het globaal beheer. Het gaat hier hoofdzakelijk om huispersoneel, verdwenen kinderen en grensarbeiders. Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (tabel 4.1) Deze tabel geeft een overzicht van het aantal rechtgevende kinderen volgens de deelsectoren: algemeen stelsel, gewaarborgde gezinsbijslag, tijdelijke leerkrachten en speciale categorieën en dit opgesplitst naar kinderbijslag, kraamgeld of adoptiepremie. Het betreft rechtgevende kinderen op 30 juni en geboorten/adopties in de loop van het kalenderjaar. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (tabel 4.2) In deze tabel vindt men - enkel voor de twee budgettair belangrijkste rubrieken, met name het algemeen stelsel (inclusief de tijdelijke leerkrachten ten laste van de Nationale Verdeling) en de gewaarborgde gezinsbijslag - de gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind en geboorte. De kinderbijslagbedragen omvatten de leeftijdsbijslag en (voor het algemeen stelsel) het supplement voor gehandicapte kinderen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
153
Kraamgeld en adoptiepremie (tabel 4.5) Deze tabel geeft het aantal geboorten weer dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van kraamgeld en het aantal adopties dat aanleiding heeft gegeven tot het uitbetalen van een adoptiepremie (totalen in de loop van het jaar). Rechtgevende kinderen (tabellen 4.3, 4.4, 4.6 en 4.7) Voor het algemeen stelsel, het gewaarborgd stelsel en de tijdelijke leerkrachten volgen tabellen met meer gedetailleerde gegevens over de rechtgevende kinderen/geboorten/adopties. Het gaat telkens om tabellen die evoluties weergeven van aantallen rechtgevende kinderen opgesplitst volgens verschillende kenmerken. Het gaat om volgende verdelingen van de rechtgevende kinderen: naar leeftijdsklasse en recht op bijslag (statuut van het rechtgevende kind) (tab. 4.3); naar rang (evolutie) (tab. 4.4); naar schaal en leeftijdsklasse (toestand 30.6.2005,… tot 30.6.2009) (tab. 4.6); naar schaal en rang (toestand 30.6.2005,… tot 30.6.2009) (tab. 4.7).
Synthesetabel (tabel 4.8) Deze tabel geeft ten slotte een overzicht van de evolutie van de sociale prestaties gezinsbijslagen per deelsector. Aanvullende informatie over de gezinsbijslagen kan u vinden in de publicaties van de RKW (bvb. de halfjaarlijkse mededeling) of op de website van de RKW : www.rkw.fgov.be .
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
154
4.1 Aantal rechtgevende kinderen, geboorten en adopties (per deelsector)(1)
Bron: RKW
2005 2006 2007 2008 2009
Algemeen stelsel
Kinderbijslag 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953
Gewone schaal 1.528.646 1.540.520 1.585.988 1.607.569 1.632.384Invalidenschaal 66.203 66.683 68.216 72.488 77.339Wezenschaal 46.194 45.628 32.242 32.010 32.202Schaal gepensioneerden en werklozen (art. 42bis) 235.119 228.911 213.103 205.509 198.028
waarvan: Gehandicapten jonger dan 21 jaar 28.500 29.734 31.887 34.373 36.258Gehandicapten ouder dan 21 jaar 18.323 17.971 17.450 16.636 16.343
Kraamgeld 94.029 96.481 96.825 100.585 100.558Adoptiepremie 529 397 328 288 346
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag 15.142 17.162 15.541 14.675 14.326Kraamgeld 1.185 1.447 1.271 1.249 1.333
Tijdelijke leerkrachten (2)
Kinderbijslag 15.408 14.811 15.598 15.105 15.759Kraamgeld 183 207 209 225 273
Speciale categorieën (art. 102)
Kinderbijslag 725 684 691 691 649Kraamgeld 472 594 599 586 627
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
(2) Rechtgevende kinderen in december van tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs. Het laatste kwartaal valt ten laste van de Nationale Verdeling.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
155
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RKW
2005 2006 2007 2008 2009
Algemeen stelsel (1)
Kinderbijslag (2)1.856,90 1.916,76 1.927,30 2.026,18 2.094,58
Kraamgeld 910,96 923,92 941,02 965,54 994,42
Gewaarborgde gezinsbijslag
Kinderbijslag (3) 1.979,56 2.101,80 2.153,80 2.391,24 2.515,15Kraamgeld 891,59 896,22 906,70 954,22 976,03
(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) Inclusief leeftijdsbijslag.
(1) Inclusief gegevens betreffende het laatste kwartaal voor de tijdelijke leerkrachten van het door de Gemeenschappen ingericht of gesubsidieerd onderwijs.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
156
Bron: RKW
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
0 - 5 jaar 527.935 530.928 538.601 550.065 557.352
6 - 11 jaar 522.537 521.204 525.142 526.341 524.557
12 - 15 jaar 360.783 359.756 355.300 350.620 348.807
16 - 17 jaar 171.184 174.352 179.416 183.547 182.647
18 - 20 jaar 185.082 187.682 192.773 197.997 207.696Studenten 169.852 172.837 176.826 182.077 191.134Leerlingen (1) 3.147 3.063 2.947 3.092 2.935Werkzoekenden (2) 7.910 7.406 8.604 8.173 8.801Gehandicapten 4.173 4.376 4.396 4.655 4.826
21 - 24 jaar 90.318 89.849 90.867 92.370 102.551Studenten 82.734 83.126 84.045 85.754 94.752Leerlingen (1) 609 604 617 645 716
Werkzoekenden (2) 6.975 6.119 6.205 5.971 7.083
25 jaar en ouder 18.323 17.971 17.450 16.636 16.343Volledig ongeschikten 13.641 13.227 12.766 12.305 11.990In beschutte werkplaats 4.682 4.744 4.684 4.331 4.353
Totaal 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953
Kinderen met een handicap 46.823 47.705 49.337 51.009 52.601Jonger dan 21 jaar 28.500 29.734 31.887 34.373 36.25825 jaar en ouder 18.323 17.971 17.450 16.636 16.343
(2) Er wordt kinderbijslag toegekend gedurende een periode van 270 of 180 kalenderdagen, naargelang het geval, ten behoeve van bepaalde kinderen die werkzoekend zijn (KB van 05.12.1983 en KB van 15.09.1994).
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
157
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RKW
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Eerste kind 1.059.211 1.064.783 1.075.977 1.083.926 1.099.948Tweede kind 572.500 574.095 579.586 588.356 594.165
Derde kind en volgende 244.451 242.864 243.986 245.294 245.840
Totaal 1.876.162 1.881.742 1.899.549 1.917.576 1.939.953
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen)
Bron: RKW
2005 2006 2007 2008 2009
Kraamgeld 94.029 96.481 96.825 100.585 100.558Eerste geboorte 48.149 49.198 48.822 51.193 51.455Volgende geboorten 45.880 47.283 48.003 49.392 49.103
Adoptiepremie 529 397 328 288 346
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
158
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 449.301 431.784 424.003 219.407 4.151 1.528.646Invalidenschaal 11.240 16.745 24.642 12.986 590 66.203Wezenschaal 1.630 6.030 13.656 11.540 13.338 46.194Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 65.764 67.978 69.666 31.467 244 235.119
Totaal 527.935 522.537 531.967 275.400 18.323 1.876.162
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 454.924 432.096 427.875 221.693 3.932 1.540.520Invalidenschaal 11.556 16.989 24.611 12.988 539 66.683Wezenschaal 1.622 5.836 13.536 11.360 13.274 45.628Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 62.826 66.283 68.086 31.490 226 228.911
Totaal 530.928 521.204 534.108 277.531 17.971 1.881.742
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 467.188 440.257 433.098 227.995 17.450 1.585.988Invalidenschaal 12.096 17.920 24.942 13.258 - 68.216Wezenschaal 1.558 5.854 13.319 11.511 - 32.242Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 57.759 61.111 63.357 30.876 - 213.103
Totaal 538.601 525.142 534.716 283.640 17.450 1.899.549
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 478.228 442.491 435.407 234.807 16.636 1.607.569Invalidenschaal 13.215 19.193 26.204 13.876 - 72.488Wezenschaal 1.550 5.719 13.011 11.730 - 32.010Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 57.072 58.938 59.545 29.954 - 205.509
Totaal 550.065 526.341 534.167 290.367 16.636 1.917.576
Bron: RKW
0-5 jaar 6-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 485.974 442.883 434.586 252.598 16.343 1.632.384Invalidenschaal 14.477 20.358 27.505 14.999 - 77.339Wezenschaal 1.517 5.657 12.698 12.330 - 32.202Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 55.384 55.659 56.665 30.320 - 198.028
Totaal 557.352 524.557 531.454 310.247 16.343 1.939.953
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid.
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2008
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
159
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 860.861 482.538 140.046 33.449 11.752 1.528.646Invalidenschaal 36.136 17.427 7.574 3.099 1.967 66.203Wezenschaal 35.750 7.609 2.073 558 204 46.194Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 126.464 64.926 27.106 10.422 6.201 235.119
Totaal 1.059.211 572.500 176.799 47.528 20.124 1.876.162
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 869.343 485.823 140.550 33.307 11.497 1.540.520Invalidenschaal 36.662 17.608 7.477 3.049 1.887 66.683Wezenschaal 35.479 7.419 2.009 531 190 45.628Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 123.299 63.245 26.452 10.137 5.778 228.911
Totaal 1.064.783 574.095 176.488 47.024 19.352 1.881.742
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 900.973 495.246 143.513 34.293 11.963 1.585.988Invalidenschaal 37.182 18.244 7.798 3.158 1.834 68.216Wezenschaal 22.461 7.159 1.940 507 175 32.242Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 115.361 58.937 24.280 9.286 5.239 213.103
Totaal 1.075.977 579.586 177.531 47.244 19.211 1.899.549
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 911.377 504.590 144.818 34.628 12.156 1.607.569Invalidenschaal 39.218 19.641 8.384 3.306 1.939 72.488Wezenschaal 22.459 7.078 1.833 482 158 32.010Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 110.872 57.047 23.638 8.939 5.013 205.509
Totaal 1.083.926 588.356 178.673 47.355 19.266 1.917.576
Bron: RKW
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 927.418 511.507 146.482 34.764 12.213 1.632.384Invalidenschaal 42.393 20.778 8.792 3.438 1.938 77.339Wezenschaal 22.948 6.938 1.761 431 124 32.202Schaal gepensioneerden en
werklozen (art. 42bis) (1) 107.189 54.942 22.656 8.545 4.696 198.028
Totaal 1.099.948 594.165 179.691 47.178 18.971 1.939.953
(1) Vanaf de zevende maand werkloosheid
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2005
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
160
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RKW
2005 2006 2007 2008 2009
Nationale verdeling (1) 3.471.724 3.599.665 3.693.798 3.879.640 4.056.680Speciale categorieën (2) 1.614 1.722 1.733 1.891 1.925Gewaarborgde gezinsbijslag 30.182 37.368 32.842 35.232 37.489
Tijdelijke leerkrachten (1) 6.733 7.179 7.379 5.965 8.572
Totaal 3.510.253 3.645.934 3.735.752 3.922.728 4.104.666
(2) In het verleden werden “speciale categorieën” aangeduid als “ten laste van het Reservefonds”. Sedert de invoering van het Globaal beheer worden deze echter eveneens gefinancierd door het RSZ-Globaal beheer.
(1) Vanaf 2005 is de definitie van deze twee categorieën gewijzigd.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RKW)
161
5. Arbeidsongevallen 5.0 Methodologische nota De tak arbeidsongevallen omvat twee stelsels (van financiering): het kapitalisatiestelsel en het repartitiestelsel. Enkel het repartitiestelsel behoort tot het globaal financieel beheer. Een slachtoffer van een arbeidsongeval met blijvende arbeidsongeschiktheid, ontvangt ter vergoeding van zijn/haar verminderd economisch verdienvermogen een levenslange rente. Deze rente is o.m. in functie van de opgelopen graad van arbeidsongeschiktheid. Deze rente wordt in principe – wanneer de ongeschiktheid meer dan 19 % beloopt – uitbetaald via het kapitalisatiestelsel. De renten voor arbeidsongevallen tot en met 19% worden uitbetaald via het repartitiestelsel, evenals alle aanvullende, speciale en aanpassingsbijslagen1. De in dit Vade Mecum opgenomen tabellen betreffen uitsluitend het repartitiestelsel met uitzondering van tabel 5.4. Hierna vindt u een toelichting betreffende enkele rubrieken en tabellen. De effectieven (tabel 5.1) De opgenomen gegevens zijn een momentopname per 31 december van het beschouwde jaar, zonder onderscheid naar eventuele periodiciteit van de genoten uitkeringen. In het stelsel van de arbeidsongevallen kunnen uitkeringen zowel maandelijks als trimestrieel als jaarlijks zijn qua periodiciteit. Hierdoor kan de toestand per 31 december niet als maatstaf genomen worden voor elke individuele maand. De gemiddelde vergoedingen (tabel 5.2) Het spreekt dan ook vanzelf dat berekeningen van de gemiddelde vergoedingen zeer voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, juist omwille van de verschillende periodiciteiten. De aangegeven gemiddelde uitkering stemt geenszins overeen met de gemiddelde vergoeding van een gerechtigde op een maandelijkse, een trimestriële of een semestriële vergoeding wegens arbeidsongeval. De uitgaven (tabel 5.3) Zorgen Het gaat om geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verpleegkundige zorgen die door het ongeval noodzakelijk kunnen worden, zoals volgt uit de toepassing van de wet van 10.04.1971, art. 28, 28bis en 58. Verzekeringsoperaties De verzekeringsoperaties zijn verrichtingen die het FAO dient te stellen ten laste van het repartitiestelsel, zoals beschreven in art. 58 en 58bis van de wet van 10.04.1971. Het betreft: verzekeringsverrichtingen voor dodelijke ongevallen (renten), vergoedingen voor begrafeniskosten en overbrenging naar de begraafplaats, arbeidsongeschiktheid, uitkeringen in kapitaal, vergoedingen voor tijdelijke verergering en dagelijkse en jaarlijkse vergoedingen en toelagen. 1 De aanvullende en speciale bijslagen worden samengevat onder de term “forfaitair stelsel”, waartoe ook de overlevingsbijslagen en de verergeringsbijslagen behoren.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
163
Renten en vergoedingen < 20 % Krachtens de wet van 30.03.1994 houdende sociale bepalingen, wordt voor de ongevallen overkomen vanaf 01.01.1988 en waarvoor de vaststelling van de graad van blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 10 % is geschied, de waarde van de jaarlijkse vergoeding en van de rente als kapitaal gestort bij het FAO. De vaststelling van genoemde graad kan gebeurd zijn bij een bekrachtiging van de overeenkomst met datum vanaf 01.01.1994 hetzij door een gerechtelijke beslissing die op een datum vanaf 01.01.1994 van kracht van gewijsde treedt. Het FAO betaalt jaarlijks aan de slachtoffers de jaarvergoeding en de niet-geïndexeerde renten. Hetzelfde principe van kapitaaloverdracht werd uitgebreid tot de betaling van de vergoedingen en renten verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 16% voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.01.1997 (KB van 16.12.1996). Later volgde op dezelfde wijze de uitbreiding voor blijvende arbeidsongeschiktheid van minder dan 20% voor de ongevallen waarvoor de definitieve regeling heeft plaatsgevonden vanaf 01.12.2003 (wet van 22.12.2003). De renten en vergoedingen verbonden aan een blijvende arbeidsongeschiktheid van 10% tot en met 19% worden maandelijks uitbetaald aan de rechthebbende (per kwartaal indien het ongeval dateert van vóór 01.01.1988) volgens art. 45 quater ,derde tot en met zesde lid van de arbeidsongevallenwet, KB van 24.12.1987 en KB van 12.08.1994. Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (tabel 5.4) Deze tabel herneemt de statistiek van het aantal rechthebbenden, maar in tegenstelling tot de tabel 5.1 gaat het hier over personen met een blijvende arbeidsongeschiktheid of de rechtverkrijgenden van overleden slachtoffers. Zij ontvangen een rente. Het zijn de effectieven voor beide stelsels samen. Zoals hoger in deze nota uiteengezet, bepaalt de arbeidsongeschiktheidsgraad of het kapitalisatiestelsel dan wel het repartitiestelsel de uitgaven, verbonden aan de te betalen rente, ten laste neemt. De effectieven worden uitgesplitst naar statuut (gerechtigde of één van de deelcategorieën van de rechtverkrijgenden) en naar betalingsinstelling (een verzekeringsmaatschappij, een eigen verzekeraar of het FAO). Voor aanvullende informatie en bijkomende statistieken over de arbeidsongevallenverzekering kunt u terecht op de website van het Fonds voor Arbeidsongevallen: www.faofat.fgov.be
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
164
5.1 Aantal gerechtigden - repartitiestelsel (1)
Bron: FAO
2005 2006 2007 2008 2009
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 55 36 31 26 25Aanvullende bijslag 20.541 17.101 15.937 14.903 14.002
< 10 % 7.107 4.485 4.131 3.808 3.516van 10 % tot 35 % 11.395 10.709 10.007 9.385 8.859van 36 % tot 65 % 1.387 1.329 1.249 1.185 1.126> 65 % 652 578 550 525 501
Verergeringsvergoeding 1.159 1.682 1.661 1.636 1.611
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 68 69 64 64 63Aanvullende bijslag 4.015 3.750 3.502 3.262 3.041Overlijdensvergoeding 102 101 96 96 96
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 77.687 76.685 75.047 73.463 71.567< 10 % voor 1982 1.285 1.222 1.153 1.090 1.001
< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 (2) 53.344 53.304 52.471 51.464 50.437> 10 % 23.058 22.159 21.423 20.909 20.129
Uitkeringen aan rechthebbenden 4.448 4.297 4.158 4.107 3.977
Renten en vergoedingen < 20 % 68.993 77.219 83.094 89.850 96.763< 10 % vanaf 1994 62.314 69.499 74.472 80.222 86.10610 % tot minder dan 16 % 6.330 7.221 7.998 8.863 9.76516 % tot minder dan 20 % 349 499 624 765 892
Totaal (3) 123.724 127.636 131.119 135.943 140.708
(1) Op 31 december (kapitalisatiestelsel niet inbegrepen).(2) Omvat meer dan de helft van de slachtoffers die niet uitkeringsgerechtigd zijn.
(3) Dit totaal omvat de som van de rubrieken aanvullende bijslag, overlijdensvergoeding, verergeringsvergoeding en aanpassingsvergoeding (behalve <10 % vanaf 1982 en voor 1988) en renten en vergoedingen < 20%.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
165
5.2 Gemiddelde vergoeding - repartitiestelsel (euro)
Bron: FAO
2005 2006 2007 2008 2009
Forfaitair stelsel
Uitkeringen aan slachtoffersSpeciale bijslag 9.091 12.417 2.161 2.269 2.440Aanvullende bijslag 1.472 1.727 1.788 1.907 1.965
< 10 % 278 386 398 431 452van 10 % tot 35 % 1.339 1.260 1.310 1.393 1.429van 36 % tot 65 % 5.686 5.070 5.179 5.445 5.548> 65 % 7.862 13.104 13.220 13.815 14.018
Verergeringsvergoeding 4.811 3.366 3.543 3.711 3.809
Uitkeringen aan rechthebbendenSpeciale bijslag 2.132 2.029 2.125 2.234 2.254Aanvullende bijslag 2.689 2.776 2.839 3.029 3.121Overlijdensvergoeding 3.333 3.455 3.604 3.854 3.833
Aanpassingsvergoedingen
Uitkeringen aan slachtoffers 501 515 623 552 561< 10 % voor 1982 343 338 323 305 303< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 13 13 13 14 14> 10 % 1.639 1.730 1.761 1.890 1.945
Uitkeringen aan rechthebbenden 1.775 1.844 1.907 1.996 2.031
Renten en vergoedingen < 20 % 778 780 806 842 858< 10 % vanaf 1994 602 591 602 615 62810 % tot minder dan 16 % 2.375 2.407 2.462 2.600 2.56416 % tot minder dan 20 % 3.312 3.603 3.917 4.252 4.381
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
166
5.3 Uitgaven - repartitiestelsel (duizend euro)
Bron: FAO
2005 2006 2007 2008 2009
Zorgen 3.359 3.677 3.702 3.801 3.979
Ongeschiktheid 1.790 2.034 1.700 1.364 5.776
Forfaitair stelsel 47.597 46.544 44.865 44.944 43.714
Uitkeringen aan slachtoffers 36.317 35.645 34.441 34.549 33.713Speciale bijslag 500 447 67 59 61Aanvullende bijslag 30.241 29.536 28.489 28.419 27.516
< 10 % 1.973 1.730 1.645 1.641 1.589van 10 % tot 35 % 15.255 13.494 13.105 13.073 12.658van 36 % tot 65 % 7.887 6.738 6.468 6.452 6.247> 65 % 5.126 7.574 7.271 7.253 7.023
Verergeringsvergoeding 5.576 5.662 5.885 6.071 6.136
Uitkeringen aan rechthebbenden 11.280 10.899 10.424 10.395 10.001Speciale bijslag 145 140 136 143 142Aanvullende bijslag 10.795 10.410 9.942 9.882 9.491Overlijdensvergoeding 340 349 346 370 368
Aanpassingsvergoedingen 46.794 47.379 46.735 48.766 48.232
Uitkeringen aan slachtoffers 38.897 39.455 38.807 40.568 40.154< 10 % voor 1982 441 413 372 332 303< 10 % vanaf 1982 en voor 1988 669 704 703 724 691> 10 % 37.787 38.338 37.732 39.512 39.160
Uitkeringen aan rechthebbenden 7.897 7.924 7.928 8.198 8.078
Renten en vergoedingen < 20 % 53.698 60.253 66.953 75.640 83.052< 10 % vanaf 1994 37.510 41.073 44.819 49.347 54.11010 % tot minder dan 16 % 15.032 17.382 19.690 23.040 25.03416 % tot minder dan 20 % 1.156 1.798 2.444 3.253 3.908
Totaal 153.238 159.887 163.955 174.516 184.753
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
167
5.4 Aantal slachtoffers en rechtverkrijgenden (per 31.12) - beide stelsels (1)
Bron: FAO
Echtgenoten AscendentenDescen-
denten (3) Subtotaal
2005 54.188 9.179 1.441 2.493 13.113 67.3012006 54.280 9.030 1.357 2.472 12.859 67.1392007 53.855 8.881 1.298 2.429 12.608 66.4632008 53.122 8.670 1.240 2.447 12.357 65.4792009 52.203 8.409 1.159 2.427 11.995 64.198
2005 198 32 2 1 35 2332006 187 31 2 1 34 2212007 175 31 1 1 33 2082008 170 30 1 1 32 2022009 165 30 1 1 32 197
2005 115.091 7.183 1.149 310 8.642 123.7332006 119.419 6.900 1.056 261 8.217 127.6362007 123.299 6.600 997 223 7.820 131.1192008 128.414 6.360 976 193 7.529 135.9432009 133.531 6.093 920 164 7.177 140.708
2005 134 38 19 3 60 1942006 128 36 14 2 52 1802007 123 38 14 1 53 1762008 119 35 14 1 50 1692009 109 36 14 1 51 160
2005 117 70 16 22 108 2252006 112 68 15 20 103 2152007 112 67 14 24 105 2172008 109 65 14 23 102 2112009 103 63 13 18 94 197
2005 169.728 16.502 2.627 2.829 21.958 191.6862006 174.126 16.065 2.444 2.756 21.265 195.3912007 177.564 15.617 2.324 2.678 20.619 198.1832008 181.934 15.160 2.245 2.665 20.070 202.0042009 186.111 14.631 2.107 2.611 19.349 205.460
(2) Met blijvende arbeidsongeschiktheid.
(4) Met inbegrip van het aantal slachtoffers met een blijvende arbeidsongeschiktheid tot en met 19 %.
Slachtoffers (2)
RechtverkrijgendenAlgemeen
totaal
Verzekeringsmaatschappijen en Gemeenschappelijke kassen
Eigen verzekeraars
Fonds voor Arbeidsongevallen (4)
FAO - Dienst voor de koopvaardij
FAO - Dienst voor de zeevisserij
Totaal
(3) Descendenten: wil hier zeggen kinderen, kleinkinderen, broers en zussen (tijdelijke renten en gehandicapten).
(1) De renten voor de arbeidsongeschiktheden tot en met 19 % zijn ten laste van het repartitiestelsel, de overige renten zijn ten laste van het kapitalisatiestelsel.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 5. Arbeidsongevallen (FAO)
168
6. Beroepsziekten 6.0 Methodologische nota De tak beroepsziekten wordt wat de werknemers uit de privésector betreft beheerst door de wet van 24.12.1963, gecoördineerd bij KB van 03.06.1970. Voor de overheidssector is er een aparte regeling voorzien in de wet van 03.07.1967. Het Fonds voor de Beroepsziekten treedt ook op als verzekeraar van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten. Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (tabel 6.1) Deze statistiek geeft telkens het aantal vergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Voor de gepensioneerden moet men rekening houden met het KB van 13.01.1983 dat de vergoedingen beperkt in geval van cumul met een rust- of overlevingspensioen. Voor de personen die vóór 01.01.1983 genoten van een vergoeding gecumuleerd met een pensioen werd de indexering tijdelijk opgeschort en in het geval van herziening van een beroepsziekte wordt de vergoeding verdeeld in een geïndexeerd en een niet-geïndexeerd gedeelte. Voor de deelcategorieën, waarvan de definitie volgt, is het niet mogelijk op jaarbasis het detail te geven: beperkte vergoeding: voor de gerechtigden op een rust- of overlevingspensioen; niet-geïndexeerde vergoeding: voor getroffenen met een rustpensioen dat is ingegaan vóór
01.01.1983; betrokkenen kunnen genieten van de verworven rechten; gemengde vergoeding: gepensioneerden van vóór 01.01.1983 bij wie het bedrag van de
vergoeding na deze datum verhoogd werd ingevolge een herzieningsbeslissing. Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge overlijden van het slachtoffer (tabel 6.2) Deze statistiek geeft het aantal basisvergoedingen per categorie voor de maand december van het betrokken jaar. Het aantal begrafenisvergoedingen slaat op het volledige jaar. Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (tabel 6.3) Het gemiddelde maandbedrag voor december is berekend als de totale uitgaven per categorie telkens gedeeld door het overeenkomstige aantal vergoedingen opgenomen in de tabellen 6.1 en 6.2. De jaarlijkse uitgaven per schadepost (tabel 6.4) In de tabel zijn de globale jaarlijkse bedragen in duizenden euro opgesplitst volgens de voornaamste uitgavenposten. Het betreft hier dus zowel de privé als de RSZPPO - sector.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
169
Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens invaliditeitsgraad (tabel 6.5) De aantallen rechthebbenden met blijvende arbeidsongeschiktheid worden in deze tabel verdeeld volgens de graad van arbeidsongeschiktheid. Deze arbeidsongeschiktheidsgraad of invaliditeitsgraad is samen met het basisloon bepalend voor de rente welke het slachtoffer ontvangt. De tabel geeft tevens de uitsplitsing van de uitkeringen naar mijnwerkerspneumoconiose enerzijds en het geheel van de andere ziekten anderzijds. Aanvullende informatie over de verzekering voor beroepsziekten kunt u vinden in het jaarverslag van het FBZ of op de website http://www.fbz.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
170
Bron: FBZ
2005 2006 2007 2008 2009
Pneumoconiosis 13.909 12.793 11.662 10.624 9.677
Niet-gepensioneerden 200 168 145 119 106Gepensioneerden 13.709 12.625 11.517 10.505 9.571
Andere ziekten 50.506 50.036 49.771 49.254 48.767
Niet-gepensioneerden 23.653 22.822 22.148 21.307 20.527Gepensioneerden 26.853 27.214 27.623 27.947 28.240
Bron: FBZ
2005 2006 2007 2008 2009
Pneumoconiosis
Basisvergoeding 11.000 10.628 10.240 9.869 9.482
Niet-gepensioneerden 323 318 302 297 289Gepensioneerden 10.677 10.310 9.938 9.572 9.193
Begrafenisvergoeding (1) 529 445 386 386 399
Andere ziekten
Basisvergoeding 2.996 3.110 3.222 3.293 3.416
Niet-gepensioneerden 231 227 229 228 224Gepensioneerden 2.765 2.883 2.993 3.065 3.192
Begrafenisvergoeding (1) 262 258 284 284 301
(1) Aantal vergoedingen tijdens het volledige jaar.
6.1 Aantal vergoedingen wegens blijvende arbeidsongeschiktheid (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
6.2 Aantal rechthebbenden op een jaarlijkse vergoeding ingevolge het
overlijden van het slachtoffer (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
171
Bron: FBZ
2005 2006 2007 2008 2009
Blijvende arbeidsongeschiktheid
Pneumoconiosis 306 301 303 312 309
Niet-gepensioneerden 495 450 425 457 409Gepensioneerden 303 299 302 310 308
Andere ziekten 213 212 215 224 226
Niet-gepensioneerden 304 307 308 322 327Gepensioneerden 132 132 140 149 152
Vergoeding ingevolge overlijden
Pneumoconiosis 346 351 357 376 382
Niet-gepensioneerden 284 290 300 320 326Gepensioneerden 348 353 359 378 384
Andere ziekten 316 322 329 348 355
Niet-gepensioneerden 402 425 441 482 490Gepensioneerden 309 314 320 339 346
6.3 Gemiddeld maandbedrag van de uitkeringen (euro) (december)Privésector - Lijstsysteem en open systeem
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
172
6.4 Jaarlijkse uitgaven per schadepost (globaal) (duizend euro)
Bron: FBZ
2005 2006 2007 2008 2009
Blijvende arbeidsongeschiktheid 199.555 193.294 189.650 190.904 187.706
Pneumoconiosis 54.409 50.159 46.518 43.123 39.605Andere ziekten 145.146 143.135 143.132 147.781 148.101
Rechthebbenden ingevolge overlijden
60.133 60.463 60.332 62.209 62.049
Pneumoconiosis 47.722 47.164 46.409 46.929 45.873waarvan begrafenisvergoeding 782 660 610 743 656
Andere ziekten 12.411 13.299 13.922 15.280 16.177waarvan begrafenisvergoeding 514 528 584 626 688
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid 4.479 4.863 5.000 4.767 4.938Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 4.479 4.863 5.000 4.767 4.938
Werkverwijdering 64.994 67.328 70.963 74.176 69.056Pneumoconiosis 0 0 0 0 0Andere ziekten 64.994 67.328 70.963 74.176 69.056
Geneeskundige verzorging 7.504 6.811 6.700 6.490 6.184Pneumoconiosis 1.959 1.653 1.678 1.540 1.141Andere ziekten 5.545 5.158 5.022 4.950 5.044
Totaal 336.665 332.759 332.645 338.546 329.933
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
173
Bron: FBZ Toestand december 2009
Mijnwerkers- pneumoconiose
Andere ziekten
Minder dan 5 % 1.936 6.448 8.3845 - 9 % 1.762 15.338 17.10010 - 14 % 1.077 10.996 12.07315 - 19 % 492 4.697 5.18920 - 24 % 490 3.584 4.07425 - 29 % 575 2.171 2.74630 - 34 % 512 1.567 2.07935 - 39 % 244 852 1.09640 - 44 % 574 801 1.37545 - 49 % 317 372 68950 - 54 % 403 334 73755 - 59 % 261 178 43960 - 64 % 287 202 48965 - 69 % 166 117 28370 - 74 % 68 98 16675 - 79 % 138 107 24580 - 84 % 87 94 18185 - 89 % 91 164 25590 - 94 % 33 58 9195 - 99 % 25 22 47100 % 139 567 706
- waarvan hulp van derden 69 82 151
Totaal 9.677 48.767 58.444
Aantal uitkeringen voor
Totaal
6.5 Aantal vergoedingen voor blijvende arbeidsongeschiktheid volgens de invaliditeitsgraad Privésector - Lijstsysteem en open systeem
Percentage van de blijvende arbeidsongeschiktheid
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 6. Beroepsziekten (FBZ)
174
7. Werkloosheid, activering van de werkloosheid, brugpensioen, loopbaanonderbreking en tijdskrediet 7.0 Methodologische nota De voornaamste voorwaarden om van werkloosheidsvergoedingen te kunnen genieten zijn: zonder loon zijn, dus geen arbeid verrichten (behoudens de gevallen van activering van
werkloosheidsuitkeringen); werkloos zijn ingevolge omstandigheden die onafhankelijk zijn van zijn wil; beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, wat o.m. wil zeggen ingeschreven zijn als
werkzoekende bij het subregionale arbeidsbureau, afhangend van VDAB, FOREM, Actiris of Arbeitsamt.
De statistische gegevens De RVA baseert zich voor zijn statistieken enerzijds op de door de uitbetalingsinstellingen uitgevoerde betalingen inzake werkloosheid, brugpensioen en activering en, anderzijds, op de door de RVA zelf uitgevoerde betalingen: de loopbaanonderbreking en het tijdskrediet. Fysieke eenheden Het aantal betalingen dat werd verricht tijdens de maand wordt gebruikt als maat voor het aantal fysieke eenheden. De maand waarin de betaling uitgevoerd wordt is de indieningsmaand. De refertemaand is de maand waarop de betaling betrekking heeft. De keuze van de indieningsmaand wordt vooral ingegeven door pragmatische redenen: het aantal betalingen tijdens de indieningsmaand staat vast en wijzigt niet meer, terwijl het aantal betalingen van een bepaalde refertemaand door de indiening van achterstallige betalingen voortdurend wijzigt. Het aantal betalingen stemt niet overeen met het aantal personen die tijdens de indieningsmaand betaald worden: een persoon kan immers begunstigde zijn van meerdere betalingen. Gemiddeld aantal Stemt overeen met het gemiddeld aantal uitkeringsgerechtigden betaald per vergoedbare dag in de loop van de beschouwde maand. Het gemiddeld aantal wordt berekend door het aantal ingediende dagen te delen door het aantal vergoedbare dagen van de betreffende refertemaand. Dagen Het totaal aantal dagen waarvoor de uitkeringsgerechtigden uitkeringen hebben ontvangen. Het maximum aantal dagen per maand en per uitkeringsgerechtigde is het totaal aantal kalenderdagen verminderd met het aantal zondagen in de maand (de vergoedbare dagen). Gemiddelde daguitkering (per vergoede dag) De som van de bedragen gedeeld door het aantal vergoede dagen. Uitgaven Het bedrag aan uitkeringen die tijdens de maand of het jaar werd betaald.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
175
WERKLOOSHEID (tabellen 7.1 - 7.5 en 7.11) De werkloosheidsreglementering maakt een onderscheid tussen volledige werklozen en tijdelijke werklozen. Een volledig werkloze is ofwel een werkloze die niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst1 ofwel een deeltijdse werknemer voor de uren waarop hij gewoonlijk niet werkt. Een tijdelijk werkloze is een werkloze die door een arbeidsovereenkomst verbonden is en waarvan de uitvoering tijdelijk, geheel of gedeeltelijk, geschorst is. De rubriek "volledige werkloosheid" gaat over de situatie van de voltijdse werknemer die volledig werkloos is. Voor de werkloosheidsverzekering is een betrekking voltijds wanneer de werknemer tegelijkertijd aan volgende voorwaarden voldoet: de gemiddelde en normale duur van het werk moet minstens 35 uren per week bedragen; het weekloon moet overeenstemmen met het loon voor een volledige werkweek in het bedrijf. Elke werknemer die niet voldoet aan bovenvermelde voorwaarden, is een deeltijdse werknemer. Volledige werkloosheid Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen - werkzoekenden (UVW – WZ)
Na een voltijdse tewerkstelling De niet werkende volledig werklozen die zijn ingeschreven als werkzoekende op basis van arbeidsprestaties omvatten: de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties; de volledig werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties verricht bij
het OCMW; de volledig werklozen afkomstig uit een andere EU-lidstaat die zich naar België begeven
(uitvoer van rechten naar België); de werklozen die uitkeringen genieten op basis van arbeidsprestaties in een beschutte
werkplaats.
Na studies Het betreft: de jongeren die aan de deeltijdse leerplicht voldoen en die aanspraak maken op
overbruggingsuitkeringen; de niet werkende volledig werklozen die ingeschreven zijn als werkzoekende en die
wachtuitkeringen ontvangen op basis van studies of van een leertijd.
Tewerkgestelden in een beschutte werkplaats Volledig werklozen die zijn tewerkgesteld in een beschutte werkplaats. De mindervalide werknemer behoudt het recht op uitkeringen tijdens zijn/haar tewerkstelling indien hij/zij door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling wordt beschouwd als moeilijk te plaatsen en voor zover hij/zij er is tewerkgesteld door toedoen van die gewestelijke dienst.
1 Voor een definitie van dit begrip cf. Beknopt Overzicht van de Sociale Zekerheid in België.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
176
Oudere werklozen
Sinds 01.07.2002 moeten werklozen die nog geen 58 jaar zijn in principe ingeschreven zijn als werkzoekende. Na 312 uitkeringen zullen deze werklozen (van 50 tot 57 jaar) een mini-vrijstelling kunnen bekomen (aanmelding ter gemeentelijke controle)2. Enkel de werklozen van 50 tot 57 jaar die een omvangrijk beroepsverleden kunnen aantonen, zullen de maxi-vrijstelling kunnen bekomen (beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt). De werklozen die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt, kunnen, vanaf hun eerste werkloosheidsdag, de maxi-vrijstelling bekomen. Enkel de gerechtigden op een maxi-vrijstelling worden in dit statuut opgenomen.
Andere
Volledig werklozen met vrijstelling wegens beroepsopleiding Het gaat hier om een beroepsopleiding georganiseerd of gesubsidieerd door de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, alsmede om de individuele opleiding in een onderneming of in een onderwijsinstelling erkend door die gewestelijke dienst. Begeleidingsuitkering Wie tijdens de wachttijd een opleiding volgt ter voorbereiding van een startbaanovereenkomst kan genieten van een begeleidingsuitkering. Na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling De werklozen die gerechtigd zijn op werkloosheidsuitkeringen na een vrijwillig deeltijdse tewerkstelling (zij ontvangen halve uitkeringen in verhouding tot het gewerkte uurrooster tijdens de deeltijdse betrekking).
Studies en andere vrijstellingen Het betreft: de vrijgestelden van inschrijving als werkzoekende om studies, cursussen of een opleiding
te volgen; de werklozen van 50 jaar en ouder die zich naar het buitenland begeven om hun
beroepservaring gratis en vrijwillig ten dienste van een vreemd land te stellen; de jonge werklozen die als coöperant werken; de werklozen die deelnemen aan een humanitaire actie in het buitenland; de leerkrachten die zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende in juli en augustus. Deeltijdse werknemers met behoud van rechten en een inkomensgarantie-uitkering Vanaf 01.06.1993 werd een nieuwe categorie deeltijdse werknemers gecreëerd: de deeltijdse werknemers met behoud van rechten. Een deeltijds werknemer met behoud van rechten kan tijdens zijn/haar deeltijdse tewerkstelling en onder bijzondere voorwaarden een inkomensgarantie-uitkering genieten. Het nettobedrag van de inkomensgarantie-uitkering komt overeen met het verschil tussen de referte-uitkering van de betrokken persoon, vermeerderd met een toeslag, en de nettobezoldiging die werd ontvangen voor de betrokken maand. Vrijgestelden wegens sociale en familiale moeilijkheden Het gaat om volledig werklozen die tijdelijk zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende wegens moeilijkheden op sociaal en familiaal vlak. Die vrijstelling wordt toegekend voor een periode van 6 maanden, met een maximum van 12 maanden (de mogelijkheid bestaat om die periode te verlengen). Tijdens de eerste 24 maanden krijgt de werkloze 260,26 euro per maand. Vanaf de 25ste maand is dat 211,38 euro per maand. Die bedragen worden niet geïndexeerd.
2 Het betreft de toestand van de periode 2001-2005. Vanaf 15.12.2005 werd de gemeentelijke stempelcontrole afgeschaft.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
177
Tijdelijke werkloosheid
De tijdelijk werklozen zijn werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdelijk is geschorst (voor de redenen overmacht, technische stoornis, slecht weer, economische redenen, jaarlijkse vakantie, staking / lock-out).
Onthaalouders
Er werd een specifieke regeling ingevoerd om de onthaalouders een gedeeltelijke financiële compensatie toe te kennen voor het verlies van inkomen door een onvolledige tewerkstelling (enkel voor de afwezigheidsdagen onafhankelijk van de wil van de onthaalouder). De werkelijk vergoedbare dagen worden vergoed tegen een – geïndexeerde – forfaitaire daguitkering.
Jeugdvakantie
De jongere die afstudeert, jonger is dan 25 jaar en ten minste een maand werkt als loontrekkende gedurende het jaar waarin hij zijn studies heeft beëindigd, kan het daaropvolgende jaar jeugdvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.
Seniorvakantie
De werknemers van 50 jaar of ouder die het werk hervatten als loontrekkende in de privé-sector, hebben recht op een seniorvakantie, ter aanvulling van hun onvolledig recht op gewone betaalde vakantie. De voornoemde werknemer die het werk hervat als loontrekkende en geen recht heeft op 4 weken betaalde vakantie ingevolge een periode van volledige werkloosheid of invaliditeit in de loop van het vorige jaar, kan seniorvakantie nemen ter aanvulling van zijn onvolledig recht op vakantie.
ACTIVERING VAN DE WERKLOOSHEID (tabellen 7.6 en 7.11)
De activering van de werkloosheidsuitkeringen is de laatste jaren zeer belangrijk geworden. Door de activering van de uitkering subsidieert de RVA het nettoloon van de werknemer, zodat de loonkost voor de werkgever vermindert. De loonkost wordt verminderd door een gelijktijdige vermindering van de werkgeversbijdragen. Op deze wijze moet het aantrekkelijker worden voor de werkgevers om bepaalde doelgroepen van werklozen aan te werven, die anders minder kans zouden maken zich in het arbeidscircuit in te schakelen. Het uiteindelijke doel is dat de werknemer door inschakeling en opleiding zijn betrekking kan behouden, ook nadat de voordelen voor de werkgever beëindigd zijn.
De activering van de werkloosheidsuitkeringen bevat de volgende uitkeringsstatuten:
Volledig werklozen met PWA-vrijstelling Volledig werklozen die als stadswacht of na prestaties in een PWA zijn vrijgesteld van de inschrijving als werkzoekende. De vrijstelling wegens prestaties in een PWA geldt voor een periode van 6 maanden indien in de 6 voorafgaande maanden minstens 180 arbeidsuren in een PWA kunnen worden bewezen.
Doorstromingsprogramma's (integratieuitkeringen) De werknemers die zijn tewerkgesteld in een doorstromingsprogramma (van toepassing in de openbare sector) om te voldoen aan collectieve maatschappelijke noden waaraan niet of onvoldoende wordt tegemoetgekomen via de reguliere arbeidscircuits.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
178
Dienstenbanen Is gerechtigd op een herinschakelingsuitkering, de werknemer die is tewerkgesteld in een dienstenbaan (van toepassing in de private sector) met het oog op de creatie van bijkomende tewerkstelling in taken die in het algemeen niet of niet meer worden verricht en die de kwaliteit van de diensten aan een klant verhogen, de arbeidsomstandigheden verbeteren voor het geheel van de werknemers in dienst van die werkgever of die betrekking hebben op het leefmilieu van de betrokken onderneming of van de gemeente, met inbegrip van de verbetering van de reinheid of van de veiligheid in de wijken. Banenplanuitkering Deze komt toe aan de werknemer die op het ogenblik van de indiensttreding langdurig werkloos is in de zin van de regeling van de sociale inschakelingseconomie. De werkgever is gerechtigd op vrijstelling van werkgeversbijdragen in het kader van het voordeelbanenplan. Invoeginterim Sedert 01.10.2000 kunnen werkgeversgroeperingen en uitzendkantoren langdurig niet werkende werkzoekenden, gerechtigden op het leefloon en rechthebbenden op OCMW-steun aanwerven en ze ter beschikking stellen van één of meerdere gebruikers. Indien de werknemer een uitkeringsgerechtigde volledig werkloze is, kan hij/zij tijdens de tewerkstelling een invoeguitkering krijgen. Sociale Inschakelingseconomie (SINE) (herinschakelingsuitkering) Ook in de sociale-economiesector is een activering van de werkloosheidsuitkering mogelijk voor zeer moeilijk te plaatsen werklozen. De betrokken werknemers moeten minstens 60 maanden ononderbroken werkloosheids- of wachtuitkeringen genieten. De werkgever betaalt het volledige nettoloon aan de werknemer maar ontvangt van de RVA een loonsubsidie. De werkgever ontvangt elke maand een herinschakelingsuitkering van de RVA. Activa (werkuitkering) Activa is het nieuwe stelsel van de activering van de werkloosheidsuitkeringen (vanaf 01.01.2002) en streeft naar het op termijn oprichten van één enkel systeem voor de activering van de werkloosheid. De maatregel is een middel om de tewerkstellingsgraad in het algemeen, en deze van de oudere werknemers (meer dan 45 jaar) in het bijzonder te verhogen. Het plan Activa omvat: Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede)
Er zijn vanaf 01.01.2003 enige wijzigingen aangebracht in het plan Activa. Deze wijzigingen hebben betrekking op de indienstneming van werknemers die gewoonlijk verblijven in een gemeente met verhoogde werkloosheids- of armoedegraad door gemeenten, OCMW’s, VZW’s, sociale huisvestingsmaatschappijen en vennootschappen met een sociaal oogmerk.
Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel) Het betreft hier eveneens een wijziging van het plan Activa vanaf 01.01.2003. Deze wijziging heeft betrekking op de indienstneming van preventie- of veiligheidspersoneel door gemeenten die een veiligheidscontract hebben afgesloten.
Startbanen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die werd ingevoerd vanaf 01.04.2006. Deze maatregel steunt op de beslissing van de Ministerraad van 02.12.2005 ter bevordering van de tewerkstelling van jonge laaggeschoolde of zeer laaggeschoolde jongeren. Deze jongeren zijn gerechtigd op een wachtuitkering van ten hoogste 350 euro per kalendermaand als ze worden aangeworven met een voltijdse startbaanovereenkomst.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
179
Opleidingsmaatregelen Het betreft een nieuwe deelcategorie van de activering van de werkloosheid, die ingevolge het Generatiepact werd ingevoerd vanaf 01.04.2006 om de mogelijkheid tot het opdoen van werkervaring uit te breiden. Deze opleidingsmaatregelen omvatten: De opleidingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt aan niet-uitkeringsgerechtigde
werklozen die een individuele beroepsopleiding in een onderneming volgen. Deze maatregel vervangt het jongerenactiva plan. Het bedrag van de opleidingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De stage-uitkering is een uitkering die gegeven wordt aan schoolverlaters die tijdens de wachttijd een instapstage van 2 maanden volgen in een onderneming. Het bedrag van de stage-uitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
De vestigingsuitkering is een uitkering die gegeven wordt gedurende ten hoogste 6 maanden aan de niet-uitkeringsgerechtigde werklozen die zich onder begeleiding van het Participatiefonds voorbereiden op een vestiging als zelfstandige. Deze maatregel is dus vooral gericht op schoolverlaters in wachttijd. Het bedrag van de vestigingsuitkering stemt overeen met het bedrag van de wachtuitkering.
Werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen Sommige uitkeringsgerechtigde volledig werklozen van 50 jaar en ouder krijgen van de RVA een forfaitaire maandelijkse uitkering in geval van werkhervatting in loondienst (of in overheidsdienst) vanaf 30.06.2002.
BRUGPENSIOEN (tabellen 7.7 - 7.8 en 7.11) Voltijds (conventioneel) brugpensioen (de voltijdse oudere grensarbeiders inbegrepen) Regeling die sommige oudere werknemers, in geval van ontslag, het voordeel biedt om, naast de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding te genieten ten laste van de werkgever of van een in de plaats tredend fonds (Bijvoorbeeld een Fonds voor Bestaanszekerheid). Het conventioneel brugpensioen is dus geen vervroegd pensioen maar het gaat om volledige werkloosheid gepaard gaande met een aanvullende vergoeding. Het conventioneel brugpensioen heeft enkel betrekking op de werknemers uit de privé-sector. Halftijds (conventioneel) brugpensioen De werknemers kunnen halftijds brugpensioen genieten indien zij: een beroepsloopbaan van 25 jaar als werknemer kunnen bewijzen; recht hebben op werkloosheidsuitkeringen; tijdens de laatste 12 maanden voltijds hebben gewerkt; halftijds gaan werken; een bepaalde leeftijd hebben bereikt. Het te waarborgen inkomen in geval van halftijds brugpensioen ligt halverwege tussen het voltijds nettoloon en het voltijds brugpensioen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
180
LOOPBAANONDERBREKING EN TIJDSKREDIET (tabellen 7.9 - 7.10 en 7.11) De loopbaanonderbreking is een stelsel dat werknemers de mogelijkheid biedt hun beroepsloopbaan volledig of gedeeltelijk te onderbreken met toekenning van een uitkering. De toegekende uitkering is afhankelijk van de aard van de loopbaanonderbreking (volledig, halftijds,...) en het arbeidsstelsel (voltijds of halftijds). Sedert 01.07.2002 is een nieuw stelsel in werking getreden voor de autonome overheidsbedrijven: die gegevens worden opgenomen bij de loopbaanonderbreking. De specifieke vormen van loopbaanonderbreking gelden voor alle werknemers: Het ouderschapsverlof biedt de mogelijkheid ofwel zijn arbeidsprestaties gedurende 3
opeenvolgende maanden volledig te onderbreken, ofwel, in geval van een voltijdse betrekking, de arbeidsprestaties gedurende 6 opeenvolgende maanden tot een halftijdse betrekking te verminderen om te zorgen voor jonge kinderen.
Het palliatief verlof biedt de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties volledig te onderbreken of te verminderen gedurende een periode van één maand, eventueel verlengbaar met één maand, om palliatieve zorgen te verstrekken aan een ongeneeslijk ziek persoon.
Medische bijstand biedt de mogelijkheid de loopbaan volledig te onderbreken of de arbeidsprestaties te verminderen om een ernstig ziek gezinslid of familielid tot de tweede graad (broer, zus, ouders, grootouders...) bijstand te verlenen of te verzorgen.
Sedert 01.01.2002 is de loopbaanonderbreking uit de privé-sector vervangen door het “tijdskrediet”. Het tijdskrediet maakt het mogelijk de beroepsloopbaan tijdelijk volledig of gedeeltelijk te onderbreken. Tijdens de periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst of van de vermindering van prestaties wordt de uitkering door de RVA betaald. Er zijn 3 formules: de volledige schorsing van de arbeidsovereenkomst en de vermindering tot een halftijdse
betrekking; de vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5; voor de werknemers van minstens 50 jaar, de vermindering van de arbeidsprestaties tot een
halftijdse betrekking of de vermindering met 1/5. Aanvullende informatie over de werkloosheidsverzekering kan u in de volgende publicaties van de RVA vinden: - Jaarverslag (financiële gegevens);- Statistisch Jaarboek (betaalstatistieken) en op de website van de RVA: www.rva.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
181
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Volledige werkloosheid 717.572 701.467 663.702 629.229 657.144UVW-WZ 470.307 460.133 429.576 404.316 434.598Oudere werklozen 125.683 116.169 107.939 100.844 94.801Anderen 121.582 125.165 126.187 124.070 127.745
Tijdelijke werkloosheid 131.215 121.514 119.949 134.737 210.864
Globale werkloosheid 848.787 822.981 783.651 763.966 868.008
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
minder dan 20 jaar 7.213 6.627 5.714 5.223 5.87020 - 25 jaar 66.505 62.833 57.070 53.227 59.66625 - 30 jaar 72.262 68.394 64.247 59.876 65.30830 - 35 jaar 66.081 59.077 53.414 49.989 54.51235 - 40 jaar 64.108 59.409 51.569 48.348 51.19240 - 45 jaar 62.094 60.308 52.178 47.117 49.30745 - 50 jaar 59.378 57.550 52.417 46.026 47.47250 - 55 jaar 51.330 59.488 62.284 58.904 58.17855 - 60 jaar 19.056 23.721 27.330 32.731 40.26260 - 65 jaar 2.276 2.727 3.354 2.874 2.829
Totaal 470.303 460.134 429.577 404.317 434.598
7.1 Aantal werklozen naar groep en categorie (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
7.2 Effectieven, UVW-WZ naar vijfjarige leeftijdsklassen (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
182
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Volledige werkloosheidGemiddeld aantal 627.714 610.587 572.002 538.853 562.566Dagen 196.418.403 190.539.872 179.019.237 169.127.791 176.047.947Gemiddelde daguitkering (euro) 28,91 29,49 29,97 31,75 33,30Uitgaven (duizend euro) 5.680.623 5.617.380 5.366.351 5.372.792 5.862.714
Tijdelijke werkloosheidGemiddeld aantal 34.365 32.394 29.963 32.381 60.566Dagen 10.709.203 10.081.076 9.365.304 10.132.569 18.905.837Gemiddelde daguitkering (euro) 38,77 39,75 40,67 42,35 55,55Uitgaven (duizend euro) 417.038 401.762 381.410 430.637 1.052.999
Globale werkloosheidGemiddeld aantal 662.079 642.980 601.965 571.233 623.132Dagen 207.127.606 200.620.948 188.384.541 179.260.360 194.953.783Gemiddelde daguitkering (euro) 29,42 30,00 30,51 32,36 35,46Uitgaven (duizend euro) 6.097.661 6.019.142 5.747.762 5.803.429 6.915.713
7.3 Volledige - en tijdelijke werkloosheid: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
183
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 4.390 4.306 4.087 3.898 3.742Gemiddelde maanduitkering (euro) 87,08 91,05 91,55 94,49 99,77Uitgaven (duizend euro) 4.587 4.704 4.490 4.420 4.481
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.882 2.914 3.085 3.209 2.872Gemiddeld aantal 545 553 584 581 532Dagen 172.810 175.126 183.390 182.964 168.711Gemiddelde maanduitkering (euro) 205,43 209,04 212,00 211,05 223,49Uitgaven (duizend euro) 7.104 7.310 7.847 8.128 7.703
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) - - 123 160 113Gemiddeld aantal - - 27 33 24Dagen - - 8.621 10.496 7.580Gemiddelde maanduitkering (euro) - - 240,18 235,23 241,96Uitgaven (duizend euro) - - 355 452 327
7.4 Onthaalouders: fysieke eenheden, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.5 Jeugdvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.6 Seniorvakantie: fysieke eenheden, gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
184
7.7 Activering van de werkloosheid
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
PWAFysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.176 1.258 1.328 1.431 1.465Gemiddelde maanduitkering (euro) 720,93 709,68 718,98 765,63 783,95Uitgaven (duizend euro) 10.177 10.710 11.454 13.149 13.785
DoorstromingsprogrammaFysieke eenheden (jaargemiddelde) 5.123 5.483 5.748 5.756 5.693Gemiddelde maanduitkering (euro) 405,96 403,41 405,34 406,92 413,88Uitgaven (duizend euro) 24.958 26.542 27.959 28.106 28.275
SINE-contractenFysieke eenheden (jaargemiddelde) 3.899 6.549 8.713 10.212 11.093Gemiddelde maanduitkering (euro) 489,61 462,48 456,69 455,20 455,49Uitgaven (duizend euro) 22.908 36.345 47.749 55.780 60.632
Activa-plan (1)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 33.683 36.018 38.257 39.674 34.252Gemiddelde maanduitkering (euro) 383,31 384,50 385,49 387,46 384,93Uitgaven (duizend euro) 154.933 166.187 176.972 184.465 158.215
Startbanen (2)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 2.044 1.987 729 506 439Gemiddelde maanduitkering (euro) 326,13 335,25 336,33 346,71 348,49Uitgaven (duizend euro) 8.000 7.993 2.940 2.105 1.835
Opleidingsmaatregelen (3)
Fysieke eenheden (jaargemiddelde) 0 1.035 2.705 2.644 2.163Gemiddelde maanduitkering (euro) - 326,49 339,03 349,99 353,07Uitgaven (duizend euro) 0 4.054 11.004 11.105 9.164
WerkhervattingstoeslagFysieke eenheden (jaargemiddelde) 1.212 2.241 4.605 7.192 9.029Gemiddelde maanduitkering (euro) 165,72 169,70 172,18 178,94 182,75Uitgaven (duizend euro) 2.410 4.564 9.515 15.444 19.802
Totaal activering v/d werkloosheidFysieke eenheden (jaargemid.) 47.138 54.570 62.084 67.415 64.134Gemid. maanduitkering (euro) 394,92 391,54 386,03 383,39 379,03Uitgaven (duizend euro) 223.385 256.396 287.593 310.153 291.707
(2) Het jongeren-activa plan inbegrepen.(3) Het betreft een groepering van de opleidingsuitkering, de stage-uitkering en de vestigingsuitkering.
(1) Het betreft een groepering van het oorspronkelijke Plan Activa, het Plan Activa Plus (strijd tegen de armoede) en het Plan Activa PVP (preventie- en veiligheidspersoneel).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
185
7.8 Brugpensioen: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Voltijds brugpensioen 109.018 111.069 113.618 115.347 117.529Halftijds brugpensioen 873 782 702 617 582
Totaal brugpensioen 109.891 111.851 114.320 115.964 118.111
7.9 Brugpensioen: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Voltijds brugpensioenGemiddeld aantal 107.190 108.838 111.267 112.703 114.747Dagen 33.544.805 33.959.873 34.826.456 35.385.253 35.913.059Gemiddelde daguitkering (euro) 37,35 38,21 38,94 40,69 41,75Uitgaven (duizend euro) 1.253.094 1.297.491 1.356.298 1.440.014 1.499.323
Halftijds brugpensioenGemiddeld aantal 865 776 695 612 576Dagen 270.572 242.085 217.577 192.226 180.216Gemiddelde daguitkering (euro) 12,96 13,21 13,39 13,90 14,22Uitgaven (duizend euro) 3.509 3.197 2.915 2.674 2.564
Totaal brugpensioenGemiddeld aantal 108.055 109.614 111.962 113.316 115.324Dagen 33.815.376 34.201.958 35.044.033 35.577.479 36.093.274Gemiddelde daguitkering (euro) 37,15 38,03 38,79 40,55 41,61Uitgaven (duizend euro) 1.256.602 1.300.688 1.359.213 1.442.688 1.501.887
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
186
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Volledige onderbreking 28.981 28.828 28.070 27.040 25.353Loopbaanonderbreking 16.097 16.560 16.618 16.708 16.347Tijdskrediet 12.884 12.268 11.452 10.332 9.006
Vermindering van prestaties 165.867 182.133 195.249 208.639 227.075Loopbaanonderbreking 89.736 92.237 95.033 100.113 108.336Tijdskrediet 76.131 89.896 100.216 108.526 118.740
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
194.848 210.961 223.319 235.679 252.429
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Volledige onderbrekingGemiddeld aantal 27.368 27.060 26.175 25.004 23.198Dagen 8.538.840 8.442.613 8.166.512 7.801.171 7.237.746Gemiddelde maanduitkering (euro) 429,70 451,38 459,44 480,52 489,83Uitgaven (duizend euro) 141.121 146.569 144.310 144.177 136.357
Vermindering van prestatiesGemiddeld aantal 164.776 180.891 193.855 207.052 225.311Dagen 51.410.169 56.438.137 60.482.842 64.600.270 70.297.093Gemiddelde maanduitkering (euro) 210,03 213,29 215,89 223,67 226,76Uitgaven (duizend euro) 415.289 462.978 502.221 555.737 613.094
Totaal loopbaanonderbreking en tijdskrediet
Gemiddeld aantal 192.144 207.951 220.030 232.056 248.509Dagen 59.949.009 64.880.750 68.649.354 72.401.441 77.534.839Gemid. maanduitkering (euro) 241,32 244,27 244,86 251,35 251,32Uitgaven (duizend euro) 556.410 609.547 646.531 699.914 749.452
7.11 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: gemiddeld aantal, dagen, gemiddelde maanduitkering, uitgaven
7.10 Loopbaanonderbreking en tijdskrediet: effectieven (fysieke eenheden) (jaargemiddelden)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
187
Bron: RVA
2005 2006 2007 2008 2009
Werkloosheid 6.395.831 6.364.409 6.088.379 6.179.715 7.269.642Volledige werkloosheid 5.743.717 5.694.238 5.406.684 5.425.924 5.912.425Tijdelijke werkloosheid 417.038 401.762 381.410 430.638 1.052.999- Voorschotten UI, deel RVA 279.415 275.810 261.838 299.896 733.309
- Voorschotten UI, deel FSO 137.623 125.952 119.572 130.742 319.690
Onthaalouders 4.587 4.704 4.490 4.420 4.481Jeugdvakantie 7.103 7.310 7.847 8.128 7.703Seniorvakantie - - 355 452 327Activering van de werkloosheid 223.386 256.395 287.593 310.153 291.707
Brugpensioen (2) 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251Conventioneel brugpensioen 1.254.915 1.297.883 1.374.426 1.435.299 1.507.251
Loopbaanonderbreking en tijdskrediet
552.341 606.995 645.900 703.674 747.423
Totaal 8.203.087 8.269.287 8.108.705 8.318.688 9.524.316
7.12 Synthesetabel: uitgaven voor werkloosheid, brugpensioen,
loopbaanonderbreking en tijdskrediet (duizend euro) (1)
(2) De inhouding op de conventionele brugpensioenen en op de verhoogde werkloosheidsuitkeringen toegestaan aan de oudere ontslagen of volledig werkloze grensarbeiders (wet van 30.3.1994 en wet van 21.12.1994) wordt afgetrokken van de uitgaven voor brugpensioenen. Vanaf 1997 wordt deze inhouding verhoogd tot 3 %.
(1) Voorschotten aan de uitkeringsinstellingen.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 7. Werkloosheid (RVA)
188
8. Mijnwerkersinvaliditeitspensioenen 8.0 Methodologische nota Een invaliditeitspensioen wordt toegekend aan mijnwerkers die, ingevolge ziekte, arbeidsongeschikt zijn. De aanvraag voor een invaliditeitspensioen dient in principe binnen de twee jaar na effectieve stopzetting van het werk in de mijn ingediend te zijn. Er dient een zekere voorwaarde inzake anciënniteit vervuld te zijn om recht te hebben op een invaliditeitspensioen. In principe betreft dit voor tewerkstelling in de ondergrond minimum vijf effectieve dienstjaren en voor bovengrondse tewerkstelling minimum tien jaren dienst. Het invaliditeitspensioen kan verkregen worden na een periode van primaire arbeidsongeschiktheid van zes maanden. Het bedrag van het invaliditeitspensioen wordt bepaald op basis van de hoedanigheid van de werknemer (ondergrondse of bovengrondse mijnwerker) en het aantal personen ten laste. Het betreft een vastgesteld jaarbedrag dat gekoppeld is aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. Het invaliditeitspensioen wordt maandelijks uitbetaald. De gerechtigden op een invaliditeitspensioen ontvangen eveneens een verwarmingstoelage. Deze wordt toegekend per maandelijkse fracties van één twaalfde van het jaarbedrag. Deze toelage is eveneens gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. De wegens invaliditeit gepensioneerden hebben bovendien recht op een vakantiegeld en een aanvullend vakantiegeld dat jaarlijks uitbetaald wordt. Het invaliditeitspensioen is niet meer verschuldigd wanneer de mijnwerker in rustpensioen treedt of de leeftijd van 65 jaar bereikt. Het invaliditeitspensioen wordt niet meer uitgekeerd wanneer de arbeidsongeschiktheid in de mijn niet meer bewezen is. Door de sluiting van de mijnen in België is het stelsel van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers een uitdovend stelsel. Sinds de afschaffing van het NPM, op 01.01.1999, wordt de uitbetaling van de invaliditeitspensioenen voor mijnwerkers verzekerd door het RIZIV. De opgenomen tabellen geven telkens het aantal gerechtigden – het betreft in feite driemaal dezelfde reeks – de gemiddelde jaarlijkse uitkering per gerechtigde en de uitgaven voor sociale prestaties. En dit voor: invaliditeitspensioenen (tab. 8.1), pensioenaanvulling (tab. 8.2) en verwarmingstoelage (tab. 8.3)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
189
8.1 Invaliditeitspensioenen
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2005 2006 2007 2008 2009
Aantal gevallen 527 399 328 264 209Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 11.657 12.185 12.152 12.671 13.014
Uitgaven (duizend euro) (1) 6.143 4.862 3.986 3.345 2.720
8.2 Pensioenaanvulling
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2005 2006 2007 2008 2009
Aantal gerechtigden 527 399 328 264 209Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 587 602 625 649 642
Uitgaven (duizend euro) (1) 309 240 204 171 134
8.3 Verwarmingstoelage
Bron: RIZIV (cel Mijnwerkers)
2005 2006 2007 2008 2009
Aantal gerechtigden 527 399 328 264 209Gemiddelde jaarlijkse uitkering (euro) 607 637 808 779 788
Uitgaven (duizend euro) (1) 320 254 243 206 165
(1) Brutobedragen (jaargegevens).
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 8. Mijnwerkers (RIZIV)
190
9. Stelsel van de Zeelieden 9.0 Methodologische nota Geneeskundige verzorging De sociale zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij wordt geregeld door de besluitwet van 07.02.1945, welke een afzonderlijke regeling voor de zeelieden ter koopvaardij heeft ingesteld. De Hulp- en Voorzorgskas staat in voor de betaling van de prestaties van de ziekte- en invaliditeitsverzekering voor zeelieden. Inzake geneeskundige verzorging bestaan dezelfde tegemoetkomingen als in de algemene regeling voor werknemers met uitbreiding tot enkele bijkomende verstrekkingen verbonden aan de bijzondere risico’s van het zeemansberoep. Voorbeelden hiervan zijn inentingen tegen tropische ziekten en gevallen van repatriëring bij ziekte in het buitenland. Een verschil ten opzichte van de algemene regeling is ook dat de geneeskundige verzorging van de zeeman tijdens de zeereis ten laste is van de reder. Uitkeringen In de uitkeringsverzekering van de zeelieden onderscheidt men drie prestaties, met name de uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, de invaliditeitsvergoedingen en de begrafenisuitkeringen. De uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid wordt gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid uitgekeerd en bedraagt 60 % van de per bezoldigingscategorie vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen. Duurt de arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar, dan wordt aan de verzekerde een invaliditeitsvergoeding toegekend. Deze vergoeding is gelijk aan 65 % van de vastgestelde éénvormige dagbezoldigingen voor werknemers met gezinslast. Voor de verzekerde zonder gezinslast bedraagt de invaliditeitsvergoeding 43,5 % van de éénvormige dagbezoldiging. Wachtgeld en brugpensioenen De Pool der Zeelieden ter koopvaardij werd in 1945 opgericht als bijzonder werkloosheidsorgaan voor de werknemers tewerkgesteld in de koopvaardij (Besluitwet van 12.05.1945). Aldus werd door België tegemoet gekomen aan de wens uitgedrukt in artikel 34 van het “Internationaal Charter der zeelieden” om de precaire arbeidssituatie van de zeelieden te stabiliseren als tegenprestatie voor de bewezen diensten in de oorlog. De basisreglementering van de Pool werd herzien bij de wet van 25.02.1964 houdende inrichting van een Pool van de Zeelieden ter koopvaardij. De inschrijving in de Pool is een primaire vereiste om aan boord van een schip arbeidsprestaties te kunnen leveren. De inschrijving van een zeeman die een andere nationaliteit bezit dan de Belgische, wordt gelijkgesteld met een arbeidsvergunning. De ingeschrevenen hebben recht op wachtgeld indien zij “ingevolge omstandigheden onafhankelijk van hun wil van werk verstoken zijn”. Het dagelijks uitkeringsbedrag (bij KB vastgesteld) verschilt naargelang de categorie van rang waarin de gerechtigde op wachtgeld is ingedeeld. De uitbetaling ervan geschiedt door de representatieve organisaties van de zeelieden.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
191
Het werkloosheidsregime is bijzonder in deze zin dat aan de werknemers in de koopvaardij een ruime vastheid van betrekking wordt gegarandeerd: tussen de reizen in worden aan de niet aangeworven zeelieden - met uitzondering van de officieren in vast dienstverband - wachtgelden door de Pool verleend. De zeevaartindustrie en het specifieke karakter van het zeemanschap vergen een bijzondere professionele vorming. Cursussen worden georganiseerd voor de scheepsofficieren en scheepsgezellen afzonderlijk, of voor beiden gezamenlijk. De opleiding heeft plaats aan boord van het schip, hetzij rechtstreeks onder gezag van de Pool hetzij in samenwerking met de rederijen. Ook dagcursussen kunnen aan een technische school gevolgd worden. Het recht op wachtgeld wordt behouden tijdens de opleidings- en vervolmakingscycli. Voor de beschrijving van de tabellen wordt, wat de geneeskundige verzorging betreft, verwezen naar de methodologische nota bij het gedeelte algemene regeling van de werknemers. Vanaf 2009 (Programmawet van 17.06.2009) werd de Pool der zeelieden geïntegreerd in de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden. De HVKZ is vanaf dat jaar bevoegd voor de toepassing van de reglementering werkloosheidsverzekering van de zeelieden. Synthesetabel (tabel 9.1) Deze tabel geeft het overzicht van de uitgaven voor sociale prestaties voor de takken waaraan de zeelieden onderworpen zijn: geneeskundige verzorging, uitkeringen, werkloosheid en brugpensioenen. Daarnaast zijn tevens posten voorzien voor het begeleidingsplan en de beroepsopleiding, die in feite een detail zijn van de deelsector wachtgeld en brugpensioenen. De statistische cijfers (realisaties) voorgesteld in deze tabel dateren van november 2010. Het overeenkomstig gegeven (prestaties) in de kolom ‘zeelieden’ van de voorlopige rekeningen 2009 verschilt van het hier gepubliceerde totaal en is een begrotingscijfer. De opmaak van de tabellen voorlopige rekeningen werd afgesloten eind oktober 2010. Geneeskundige verzorging (tabellen 9.2-9.6) Tabel 9.2 geeft het ledental per categorie uitkeringsgerechtigden op 30 juni. In tabel 9.3 vindt u de gemiddelde jaarlijkse kost per gerechtigde uitgesplitst naar PUG en WIGW. Tabellen 9.4-9.6 geven respectievelijk het aantal gevallen of dagen, de gemiddelde geïndexeerde kost en de uitgaven steeds voor alle categorieën van gerechtigden samen (PUG + WIGW) en volgens hoofdrubriek. Uitkeringen (tabellen 9.7 en 9.8) Tabel 9.7 geeft het ledental, d.w.z. de verzekerde bevolking voor primaire arbeidsongeschiktheid en tabel 9.8 geeft het aantal gerechtigden op een invaliditeitsuitkering. In beide tabellen worden ook het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven opgenomen voor respectievelijk primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. Wachtgeld en brugpensioenen (tabellen 9.9 en 9.10) Tabellen 9.9 en 9.10 geven het aantal rechthebbenden, het aantal vergoede dagen, de gemiddelde daguitkering en de uitgaven voor respectievelijk wachtgeld en brugpensioenen. Voor wachtgeld en brugpensioenen is er een opsplitsing zeevarenden – shoregangers, voor de beroepsopleiding wordt er een onderscheid gemaakt tussen officieren en scheepsgezellen. Voor algemene aanvullende informatie over het Stelsel der Zeelieden verwijzen we naar de website van de HVKZ: www.hvkz-cspm.fgov.be.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
192
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Geneeskundige verzorging 5.885 6.044 5.956 5.792 5.675
Uitkeringen 1.907 1.751 1.715 1.704 1.603
Primaire arbeidsongeschiktheid 333 300 304 259 293Invaliditeit 1.571 1.447 1.409 1.442 1.309Begrafenisuitkeringen 2 4 3 3 1
Wachtgeld 1.563 1.619 1.698 1.695 1.600
Brugpensioenen 1.923 1.515 1.046 782 581
Beroepsopleiding 29 46 44 32 67
Totaal 11.307 10.975 10.459 10.006 9.532
9.1 Synthesetabel: uitgaven voor de geneeskundige verzorging, uitkeringen, wachtgeld en brugpensioenen (duizend euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
193
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
1.032 1.062 1.307 1.355 1.450
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)
1.209 1.207 1.240 1.214 1.211
waarvan "75 %" 797 934 967 951 952
waarvan "100%" 412 273 273 263 259
Invaliden 119 115 125 119 102
waarvan "75 %" 90 88 99 98 84
waarvan "100%" 29 27 26 21 18
Gepensioneerden 832 839 876 863 891
waarvan "75 %" 537 673 704 699 720
waarvan "100 %" 295 166 172 164 171
Weduwen en wezen 258 253 239 232 218
waarvan "75 %" 170 173 164 154 148
waarvan "100 %" 88 80 75 78 70
Totaal 2.241 2.269 2.547 2.569 2.661
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG)
950 736 833 788 619
Weduwen, invaliden, gepensioneerden, wezen (WIGW)
4.043 4.326 3.884 4.884 3.948
Toestand op 30 juni
9.2 Geneeskundige verzorging : ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
9.3 Geneeskundige verzorging: gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
194
9.4 Geneeskundige verzorging: aantal gevallen (g) of dagen (d) naar hoofdrubriek
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Geneesheren en klinische biologie 140.043 140.044 132.880 129.278 112.829Huisartsen en specialisten (g) 17.267 15.747 15.142 14.446 14.297Medische beeldvorming (g) 7.180 7.139 6.748 6.091 5.390Klinische biologie (g) 93.417 94.372 90.850 88.915 75.618Andere bijzondere prestaties (g) 10.480 9.951 8.890 8.602 7.905Chirurgie en anesthesiologie (g) 4.065 4.315 4.332 3.397 3.489Bevall. en verlosk. door artsen (g) 20 10 29 14 22Toezicht en permanentie (g) 7.614 8.510 6.889 7.813 6.108
Farmaceutische verstrekkingen (g) (1) 49.339 50.656 51.602 45.507 40.828
Ziekenhuizen (d) 14.871 16.557 14.540 14.634 10.700
Verpleegkundige zorgen 37.779 34.127 29.712 27.093 29.019Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 30.094 27.175 21.394 20.350 22.268Rustoorden bejaarde personen (g) 6.026 5.870 7.181 6.276 6.282Andere (g) 1.659 1.082 1.137 467 469
Tandartsen (g) 3.205 3.039 3.086 3.287 3.883
Kinesitherapeuten (g) 8.216 8.495 7.176 7.519 5.471
Andere verstrekkingen (g) 21.320 23.953 24.911 23.758 21.759
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
195
Bron : HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Geneesheren en klinische biologie
Huisartsen en specialisten 17,14 17,65 18,14 19,20 19,29 Medische beeldvorming 32,73 31,94 32,26 33,79 35,07 Klinische biologie 2,80 2,79 2,80 2,74 2,76 Andere bijzondere prestaties 35,97 38,39 40,07 41,14 44,40 Chirurgie en anesthesiologie 51,66 53,53 57,62 72,90 56,46 Bevall. en verlosk. door artsen 100,00 100,00 53,63 89,20 90,91 Toezicht en permanentie 8,93 8,93 9,40 10,81 12,28
Farmaceutische verstrekkingen (1) 21,30 19,88 23,43 28,08 30,59
Ziekenhuizen 130,45 101,59 120,70 129,50 150,28
Verpleegkundige zorgen Verpleegkundigen (thuiszorgen) 8,91 21,60 10,63 11,71 10,64 Rustoorden bejaarde personen 33,85 34,76 29,24 34,05 34,54 Andere 62,69 66,54 47,81 79,30 76,75
Tandartsen 28,71 29,62 30,39 27,64 28,59
Kinesitherapeuten 10,47 10,95 11,71 11,81 14,26
Andere verstrekkingen 31,57 28,22 34,23 33,67 38,28
(1) Vanaf 2005 gebruikt de HVKZ in zijn statistieken dezelfde berekening als het RIZIV.
9.5 Geneeskundige verzorging : gemiddelde geïndexeerde kost naar hoofdrubriek (euro)
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
196
9.6 Geneeskundige verzorging: uitgaven naar hoofdrubriek (duizend euro)
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
Geneesheren en klinische biologie 1.450 1.459 1.416 1.414 1.306Huisartsen en specialisten 296 278 274 277 283Medische beeldvorming 235 228 217 206 189Klinische biologie 262 263 255 244 209Andere bijzondere prestaties 377 382 356 354 351Chirurgie en anesthesiologie 210 231 249 248 197Bevall. en verlos. door artsen 2 1 1 1 2Toezicht en permanentie 68 76 64 84 75
Farmaceutische verstrekkingen 1.051 1.007 1.209 1.278 1.249
Ziekenhuizen 1.940 1.682 1.754 1.895 1.608
Verpleegkundige zorgen 576 863 490 489 490Verpleegkundigen (thuiszorgen) 268 587 227 238 237Rustoorden bejaarde personen 204 204 209 214 217Andere 104 72 54 37 36
Tandartsen 92 90 93 91 111
Kinesitherapeuten 86 93 84 89 78
Andere verstrekkingen 673 676 854 800 833
Totaal 5.868 5.870 5.900 6.056 5.675
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
197
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
MannenLedental (1) 675 707 732 968 998Aantal vergoede dagen 5.763 4.518 4.596 3.732 3.773Gemiddelde daguitkering (euro) 56,05 56,66 61,71 64,00 66,00Uitgaven (duizend euro) 323 256 283 239 249
VrouwenLedental (1) 34 31 47 59 58Aantal vergoede dagen 151 689 326 384 644Gemiddelde daguitkering (euro) 52,98 62,41 60,03 52,08 68,32Uitgaven (duizend euro) 8 43 19 20 44
TotaalLedental (1) 709 738 779 1.027 1.056Aantal vergoede dagen 5.914 5.207 4.922 4.116 4.417Gemiddelde daguitkering (euro) 55,97 57,42 61,62 62,93 66,51Uitgaven (duizend euro) 331 299 302 259 293
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden.
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
MannenAantal gevallen 95 84 77 75 67Aantal vergoede dagen 28.737 25.392 23.949 24.113 21.157Gemiddelde daguitkering (euro) 51,54 53,64 54,72 55,82 58,70Uitgaven (duizend euro) 1.481 1.362 1.310 1.346 1.242
VrouwenAantal gevallen 3 3 6 5 5Aantal vergoede dagen 1.878 1.872 1.999 1.570 1.451Gemiddelde daguitkering (euro) 44,73 45,41 48,21 45,86 46,18Uitgaven (duizend euro) 84 85 96 72 67
TotaalAantal gevallen 98 87 83 80 72Aantal vergoede dagen 30.615 27.264 25.948 25.683 22.608Gemiddelde daguitkering (euro) 51,12 53,07 54,22 55,21 57,90Uitgaven (duizend euro) 1.565 1.447 1.406 1.418 1.309
9.7 Primaire arbeidsongeschiktheid: ledental, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.8 Invaliditeit: aantal gevallen, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
198
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
ZeevarendenAantal rechthebbenden 29 21 18 15 11Aantal vergoede dagen 7.313 4.656 4.294 3.713 2.743Gemiddelde daguitkering (euro) 42,45 43,96 44,47 46,79 47,44Uitgaven (duizend euro) 310 205 191 174 130
ShoregangersAantal rechthebbenden 33 37 39 35 24Aantal vergoede dagen 8.489 9.396 10.003 9.034 8.603Gemiddelde daguitkering (euro) 53,94 54,87 55,68 57,90 59,08Uitgaven (duizend euro) 458 516 557 523 508
Programmawet 8.4.2003Aantal rechthebbenden 37 37 35 32 32Aantal vergoede dagen 10.690 10.679 10.111 9.192 9.139Gemiddelde daguitkering (euro) 38,99 39,47 39,93 41,50 42,32Uitgaven (duizend euro) 417 422 404 381 387
Vrijstelling stempelcontroleAantal rechthebbenden 31 35 39 42 38Aantal vergoede dagen 8.343 10.273 11.618 12.221 11.042Gemiddelde daguitkering (euro) 45,19 46,49 47,06 50,43 52,05Uitgaven (duizend euro) 377 478 547 616 575
BeroepsopleidingAantal rechthebbenden 25 34 10 7 25Aantal vergoede dagen 1.224 1.874 1.765 1.266 1.666Gemiddelde daguitkering (euro) 24,51 24,55 24,75 25,61 39,99Uitgaven (duizend euro) 30 46 44 33 67
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 1.592 1.667 1.743 1.727 1.667
Bron: HVKZ
2005 2006 2007 2008 2009
ZeevarendenAantal rechthebbenden 137 107 73 53 40Aantal vergoede dagen 42.767 33.470 22.820 16.755 12.434Gemiddelde daguitkering (euro) 41,13 41,85 42,38 43,90 44,91Uitgaven (duizend euro) 1.759 1.401 967 736 558
ShoregangersAantal rechthebbenden 12 8 5 3 2Aantal vergoede dagen 3.033 2.080 1.414 809 389Gemiddelde daguitkering (euro) 53,94 54,82 55,68 57,90 59,08Uitgaven (duizend euro) 164 114 79 47 23
Totaal
Uitgaven (duizend euro) 1.923 1.515 1.046 783 581
9.9 Wachtgeld: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
9.10 Brugpensioenen: aantal rechthebbenden, aantal vergoede dagen, gemiddelde daguitkering, uitgaven
II. Het stelsel voor werknemers C. Statistieken 9. Stelsel van de zeelieden (HVKZ)
199
1. Economische rekeningen 2005 2. Economische rekeningen 2006 3. Economische rekeningen 2007
4. Economische rekeningen 2008
5. Economische rekeningen 2009
A.
Geconsolideerde economische rekeningen
1. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 202,4 2.441,1 0,1 2.643,6Verstrekkingen of uitkeringen 202,4 2.439,6 0,1 2.642,1Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 9,8 62,2 107,1 179,1Centrale instellingen 1,1 62,2 - 63,3Primaire instellingen 8,7 - 107,1 115,8
Diverse financiële lasten - - 0,6 0,6
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 8,6 8,6
Diverse overdrachten naar derden 0,2 2,6 0,7 3,5
Besparing 0,1 106,3 - 106,4
Subtotaal 212,5 2.612,2 117,1 2.941,8
Interne overdrachten - 1.220,6 - 1.220,6Naar het RIZIV-Uitkeringen - - - - Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 101,1 - 101,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 101,1 - 101,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - - - - Naar de RVA - - - - Naar het Asbestfonds - - - -
Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
204
1. Economische rekeningen 2005 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 17,4 2.593,6 103,1 2.714,1Bijdragen op inkomsten - 2.426,1 103,1 2.529,2Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 162,8 - 162,8Andere bijdragen 17,4 4,7
- 22,1
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 239,8 - 239,8
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.085,3 - 1.085,3
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 6,9 2,5 9,4
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,3 11,5 19,9
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 17,5 3.933,9 117,1 4.068,5
Interne overdrachten 195,0 - - 195,0Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 195,0 - - 195,0Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 212,5 3.933,9 117,1 4.263,5
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
205
2. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 221,5 2.537,9 0,1 2.759,5Verstrekkingen of uitkeringen 221,5 2.536,4 0,1 2.758,0Betalingsonkosten - 1,5 - 1,5
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 9,9 62,1 107,0 179,0Centrale instellingen 1,1 62,1 - 63,2Primaire instellingen 8,8 - 107,0 115,8
Diverse financiële lasten - - 0,5 0,5
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,4 5,4
Diverse overdrachten naar derden 0,3 98,4 2,0 100,7
Besparing - 7,0 62,7 17,0 72,7
Subtotaal 224,7 2.761,1 132,0 3.117,8
Interne overdrachten - 1.287,5 - 1.287,5Naar het RIZIV-Uitkeringen - - - - Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 103,9 - 103,9Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 103,3 - 103,3Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - - - - Naar de RVA - 0,6 - 0,6Naar het Asbestfonds - - - -
Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
206
2. Economische rekeningen 2006 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 17,7 2.728,8 110,2 2.856,7Bijdragen op inkomsten - 2.569,5 102,3 2.671,8Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 153,0 5,7 158,7Andere bijdragen 17,7 6,3
2,226,2
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 295,6 - 295,6
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.103,4 - 1.103,4
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 12,6 3,0 15,6
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 10,9 18,8 29,8
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 17,8 4.151,3 132,0 4.301,1
Interne overdrachten 206,9 1,2 - 208,1Van het RIZIV-Uitkeringen - 1,2 - 1,2Van het RSVZ 206,9 - - 206,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 224,7 4.152,5 132,0 4.509,2
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
207
3. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 251,9 2.668,7 0,1 2.920,7Verstrekkingen of uitkeringen 251,9 2.667,3 0,1 2.919,3Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 10,1 64,5 119,6 194,2Centrale instellingen 1,1 64,5 - 65,6Primaire instellingen 9,0 - 119,6 128,6
Diverse financiële lasten - - 1,0 1,0
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,7 4,7
Diverse overdrachten naar derden 0,3 25,0 0,5 25,8
Besparing - 6,5 274,9 10,1 278,5
Subtotaal 255,8 3.033,1 136,0 3.424,9
Interne overdrachten - 1.360,9 - 1.360,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - - - - Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 108,3 - 108,3Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 106,7 - 106,7Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - - - - Naar de RVA - 0,9 - 0,9Naar het Asbestfonds - 0,7 - 0,7
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
208
3. Economische rekeningen 2007 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 15,9 2.846,0 113,9 2.975,8Bijdragen op inkomsten - 2.678,0 105,5 2.783,5Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 162,4 6,0 168,4Andere bijdragen 15,9 5,6
2,423,9
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 484,6 - 484,6
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.123,8 - 1.123,8
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 24,5 4,4 28,9
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 23,4 17,7 41,2
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,0 4.502,3 136,0 4.654,3
Interne overdrachten 239,8 - - 239,8Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 239,8 - - 239,8Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - - - -
Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - - - -
Totaal 255,8 4.502,3 136,0 4.894,1
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
209
4. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 278,2 2.933,2 0,1 3.211,5Verstrekkingen of uitkeringen 278,2 2.931,8 0,1 3.210,1Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 11,3 57,8 127,7 196,8Centrale instellingen 1,2 57,8 - 59,0Primaire instellingen 10,1 - 127,7 137,8
Diverse financiële lasten - - 7,4 7,4
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 4,8 4,8
Diverse overdrachten naar derden 0,3 15,6 0,7 16,6
Besparing 0,2 214,2 - 1,8 212,6
Subtotaal 290,0 3.220,8 138,9 3.649,7
Interne overdrachten - 273,7 - 273,7Naar het RIZIV-Uitkeringen - 273,7 - 273,7Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 1.906,1 - 1.906,1Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.793,5 - 1.904,8Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 111,3 - - Naar de RVA - 1,2 - 1,2Naar het Asbestfonds - 0,1 - 0,1
Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
210
4. Economische rekeningen 2008 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 16,2 3.245,0 120,7 3.381,9Bijdragen op inkomsten - 3.067,2 111,9 3.179,1Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 172,1 6,3 178,4Andere bijdragen 16,2 5,7 2,5 24,4
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 803,0 - 803,0
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.248,2 - 1.248,2
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 34,7 3,6 38,3
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 8,2 14,6 22,9
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,3 5.339,1 138,9 5.494,3
Interne overdrachten 273,7 - - 273,7Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 273,7 - - 273,7Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 61,5 - 61,5Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 61,5 - 61,5
Totaal 290,0 5.400,6 138,9 5.829,5
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
211
5. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (1)
Lasten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Toegekende sociale prestaties 300,6 3.099,6 0,1 3.400,3Verstrekkingen of uitkeringen 300,6 3.098,2 0,1 3.398,9Betalingsonkosten - 1,4 - 1,4
Oninvorderbare sociale prestaties - - - -
Lopende werkingskosten 11,7 57,0 118,5 187,2Centrale instellingen 1,2 57,0 - 58,2Primaire instellingen 10,5 - 118,5 129,0
Diverse financiële lasten - - 1,6 1,6
Lasten die een vermindering zijn van opbrengsten andere dan financiële - - 5,1 5,1
Diverse overdrachten naar derden 0,3 15,6 0,9 16,8
Besparing - 1,1 40,6 - 1,2 38,3
Subtotaal 311,5 3.212,8 125,0 3.649,3
Interne overdrachten - 294,9 - 294,9Naar het RIZIV-Uitkeringen - 294,9 - 294,9Naar het RSVZ - - - - Naar de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 2.072,8 - 2.072,8Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 1.954,7 - 2.071,0Naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging (gemengde loopbanen) - 116,3 - - Naar de RVA - 1,7 - 1,7Naar het Asbestfonds - 0,1 - 0,1
Totaal 311,5 5.580,5 125,0 6.017,0
(1) Zie blz. 3 "Methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire rekeningen" P.M.: RSVZ: pensioenen, gezinsbijslagen, faillissementsverzekering en globaal beheer; Sociale verzekeringsfondsen: beheer.
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
212
5. Economische rekeningen 2009 (miljoen euro) (vervolg)
Opbrengsten RIZIV-
Uitkeringen RSVZ
Sociale verzekerings-
fondsen Totaal
Verschuldigde sociale bijdragen 16,5 3.415,4 105,8 3.537,7Bijdragen op inkomsten - 3.236,4 105,8 3.342,2Persoonlijke bijdragen en gepensioneerden
- - - -
Bijdragen van vennootschappen - 173,0 - 173,0Andere bijdragen 16,5 6,0 - 22,5
Taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid - 846,7 - 846,7
Niet-terugvorderbare tegemoetko- mingen van de openbare machten
- 1.270,9 - 1.270,9
Opbrengsten van eigendommen en bedrijven
- 13,5 3,1 16,6
Diverse opbrengsten voorkomend van derden
0,1 3,3 16,1 19,5
Terug te vorderen, ten onrechte uitbetaalde sociale prestaties
- - - -
Subtotaal 16,6 5.549,8 125,0 5.691,4
Interne overdrachten 294,9 - - 294,9Van het RIZIV-Uitkeringen - - - - Van het RSVZ 294,9 - - 294,9Van de sociale verzekeringsfondsen - - - -
Externe overdrachten - 30,7 - 30,7Van het RIZIV-Geneeskundige verzorging - 30,7 - 30,7
Totaal 311,5 5.580,5 125,0 6.017,0
III. Het stelsel voor zelfstandigen A. Economische rekeningen
213
1. Commentaar 2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven 2005-2009 3. Definitieve rekeningen 2005
4. Definitieve rekeningen 2006
5. Definitieve rekeningen 2007
6. Voorlopige rekeningen 2008
7. Voorlopige rekeningen 2009
B.
Geconsolideerde begrotingstabellen van het Globaal beheer
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2005 2006 2007 2008 2009
3.930.270 4.147.883 4.498.981 5.397.383 5.581.086
19.542 22.566 19.374 19.507 19.693
Kapitaalontvangsten 0 3.232 1.042 180 12
Sociale prestaties 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.920
Andere lopende uitgaven (2) 1.201.683 1.364.260 1.330.678 1.992.432 2.159.542Kapitaaluitgaven 0 0 0 4.299 12
Begrotingsresultaat 106.237 51.407 269.426 210.346 23.317
(1) Zonder de interne overdrachten.(2) Zonder de interne overdrachten, maar met de externe overdracht naar het RIZIV-Geneeskundige verzorging.
Lopende ontvangsten
van het RSVZ-Globaal beheer (1)
Lopende ontvangsten
van de uitkeringsinstellingen (1)
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal zelfstandigen en hun inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …) die in het statistisch gedeelte in detail worden voorgesteld. Hieronder geven wij commentaar op de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven. We merken op dat het begrotingsresultaat van het stelsel van de zelfstandigen de som is van de resultaten van het RIZIV tak uitkeringen en het RSVZ en dat deze niet noodzakelijk hetzelfde teken hebben. Het positief begrotingsresultaat dat vanaf 2006 behaald wordt door het RSVZ-Globaal Beheer zal worden toegewezen aan het ‘Fonds voor de Welvaart der Zelfstandigen’. De middelen van dit fonds dienen om toekomstige uitdagingen in zake financiering van het sociaal statuut van de zelfstandigen aan te pakken. Onder meer de invloed van de integratie van de kleine risico’s op de sociale bijdragen zal zo beperkt worden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer In de periode 2005-2009 zijn de jaarlijkse variaties van de lopende ontvangsten van het RSVZ-Globaal beheer de volgende (elk percentage in volgende tabel drukt de toename of afname uit ten opzichte van het voorgaande jaar; zie ook de tabellen met absolute cijfers onder punt 2 pagina 224):
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
216
2005 2006 2007 2008 2009
Globale middelen 5,87 % 5,54 % 8,46 % 19,97 % 3,40 %
Waarvan: - gewone bijdragen 3,09 % 5,92 % 4,22 % 14,54 % 5,51 %- Staatstoelagen 2,11 % 1,67 % 1,85 % 11,07 % 1,82 %- alternatieve financiering 33,35 % 23,28 % 63,94 % 65,68 % 5,87 %
Een tabel met het detail van de alternatieve financiering voor de jaren 2005 tot 2011 bevindt zich in bijlage. We geven een overzicht per jaar van de grote maatregelen die de evolutie van de RSVZ-ontvangsten hebben beïnvloed. Het bedrag van de Staatstussenkomst werd in 1998 op 958 miljoen euro vastgelegd. Sindsdien werd het aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex. In 2001 werd het bedrag van de alternatieve financiering verminderd ingevolge de overname van de schuld van de sociale zekerheid door de federale Staat. De schuld bedroeg eind 2000 583 miljoen euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Ze bestaat uit een programma van thesauriebewijzen op middellange en lange termijn van maximum 496 miljoen euro en een obligatielening van 87 miljoen euro. Ter compensatie werd de alternatieve financiering verminderd met 49.121 duizend euro in 2004, met 110.988,8 duizend euro in 2005 en met 149.700,8 duizend euro in 2006. Het saldo, een bedrag van 94.254,4 duizend euro wordt gestort in 2006 door het Globaal beheer aan de Administratie van de Schatkist. Vanaf 01.01.2005 zijn openbare mandatarissen, dit wil zeggen personen belast met een mandaat van beheerder in een openbare of privé-instelling en er een federaal, gewestelijk, lokaal bestuur of een erkende beroepsorganisatie vertegenwoordigen, onderworpen aan het sociaal statuut en zijn dus bijdragen verschuldigd. Vanaf 01.07.2005 worden de echtgenoten-helpers, die geboren zijn na 1955 verplicht zich aan te sluiten aan het maxi-statuut. Voor degenen die geboren zijn vóór 1956 blijft de aansluiting aan het mini-statuut verplicht (arbeidsongeschiktheid en moederschapsverzekering) en deze aan het maxi-statuut gebeurt op vrijwillige basis. Het maxi-statuut biedt een ruimere bescherming dan het mini-statuut: pensioen, gezinsbijslag, geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering. In 2005 werd de vennootschapsbijdrage vastgelegd op 347,50 euro voor de vennootschappen, waarvan het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar werd afgeloten op ten hoogste 532.022,59 euro en op 852,50 euro, voor de vennootschappen voor dewelke het balanstotaal van het voorlaatste boekjaar 532.022,59 euro overtreft. In 2005 werd het bedrag van de alternatieve financiering voortkomend van de BTW-ontvangsten verhoogd met 131.120 duizend euro, teneinde de verhoging te financieren van de minimumpensioenen. De regering besliste, om vanaf 2006, 15% van de opbrengst van de roerende voorheffing toe te wijzen aan de sociale zekerheid. Het minimale bedrag werd vastgelegd op 430.350 duizend euro en wordt jaarlijks aangepast aan de verandering van de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Tien procent worden toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Sinds 01.01.2006 wordt er een bedrag van 1.500 duizend euro voorafgenomen op de opbrengst van de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen en toegewezen aan het zelfstandigenstelsel. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen. Het aldus bekomen bedrag wordt doorgestort naar de RVA ter financiering van de kostprijs van de dienstencheques toegekend aan vrouwelijke zelfstandigen voor hulp bij moederschap.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
217
Een zelfstandige van wie de arbeidsongeschiktheid een stopzetting van de beroepsactiviteit met zich meebrengt, kan vanaf 01.07.2006 een vrijstelling verkrijgen van betaling van de kwartaalbijdrage van het begin van de ongeschiktheid indien de ongeschiktheid is begonnen tijdens de eerste maand van het kwartaal. Een gelijkaardige vrijstelling kan bekomen worden indien de hervatting van de activiteit na een periode van ongeschiktheid plaatsvindt tijdens de laatste maand van een kwartaal. In 2007 werden 4 bijkomende ontvangsten voorzien voor de alternatieve financiering: Door de verhoging van de fiscaliteit op tabaksproducten, steeg het deel dat toekomt aan het
RIZIV-geneeskundige verzorging met 8.900 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel; Bovendien werd er 1.500 duizend euro toegekend aan het globaal beheer van de zelfstandigen,
afkomstig van de geïnde bijdrage op de herwaardering van de diamantvoorraad; In uitvoering van een beslissing van de Ministerraad van 20 juli 2006 werd er vervolgens een
krediet van 50.000 duizend euro ingeschreven ten behoeve van de inkomensgarantie voor ouderen. De besparing van 6.000 duizend euro die gerealiseerd werd, komt deels ten goede aan de alternatieve financiering voor zelfstandigen, met name 2.000 duizend euro. Dit bedrag werd gebruikt voor de financiering van de verhoging van de minimumpensioenen;
Ten slotte werd voor de financiering van de veiligheidscontracten door de RSZPPO slechts 20.902 duizend euro afgenomen van het bedrag aan BTW-ontvangsten bestemd voor de sociale zekerheid. Hierdoor steeg het bedrag dat aan het zelfstandigenstelsel toekomt met 864 duizend euro.
Tot 2007 konden de levensverzekeringsmaatschappijen zich bevrijden van verplichte betaling aan het RSVZ van hun vastgestelde rente (onvoorwaardelijke pensioenen) indien ze de gekapitaliseerde waarde van hun rente overmaken aan het RSVZ. Voortaan worden de levensverzekeringsmaatschappijen verplicht hun portefeuille aan het RSVZ over te dragen. Dit resulteert in een ontvangst van 10.000 duizend euro voor het RSVZ in 2007. De aanpassing van de sociale bijdragen ingesteld door de wet van 21 december 2007, wijzigende de wet van 26 maart 2007, ter dekking van een gedeelte van de kost van de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering geneeskundige verzorging leidde tot een stijging van de ontvangen bijdragen in 2008 met 12 % ten opzichte van de bijdragen van 2007. Tevens is er een stijging van de ontvangen bijdragen van 5.000 duizend euro komende van een nieuw plan in de strijd tegen de sociale fraude. In feite bevat dit bedrag ook de verminderingen van de uitgaven. De alternatieve financiering werd beïnvloed door volgende maatregelen in 2008: De nieuwe alternatieve financiering betreffende artikel 91quater van de wet van 31 januari 2007
“Wet tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering”. Dit artikel regelt de bijkomende alternatieve financiering ten behoeve van de geneeskundige verzorging en volgt uit de creatie van het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen de werknemers en de zelfstandigen;
De alternatieve financiering gestort aan de RSZPPO voor de financiering van veiligheidscontracten wordt beperkt tot 5.000 duizend euro. De hierdoor vrijgemaakte middelen, werden echter niet toegekend aan de sociale zekerheid, maar gereserveerd binnen de rijksmiddelenbegroting;
De maatregelen genomen voor de dienstencheques (cf. de prestaties) hadden tevens een indirect effect op de alternatieve financiering.
Vanaf 2008 wordt het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2008 (306.279 duizend euro) opgenomen bij de externe overdrachten in plaats van bij de kapitaalontvangsten. Er is nu een 90-10 verdeling van dit fonds tussen het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen. Bovendien is er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, volgens dezelfde verdeelsleutel een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globale beheren.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
218
Binnen het kader van de strijd tegen fraude binnen het actieplan van het RIZIV was er een stijging met 1.000 duizend euro van de terugvordering van ten onrechte uitgekeerde prestaties. Dit bedrag kwam bovenop het bedrag van 5.500 duizend euro aan sociale fraude, dat reeds voorzien is in de bijdragenontvangsten van het RSVZ in 2009. De beslissingen genomen betreffende de begroting van de geneeskundige verzorging verminderen voorlopig de alternatieve financiering toegekend aan het RSVZ krachtens artikel 24, § 1quater van de wet van 29 juni 1981. Deze bedroegen 93.396 duizend euro in 2009. Het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging genereerde in 2009 18.753 duizend euro aan interesten, hiervan wordt 10 % toegewezen aan het RSVZ. Bij het toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging werd een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. De lopende ontvangsten van de uitkeringsinstellingen
2005 2006 2007 2008 2009
Lopende ontvangsten uitkeringsinstellingen (1) 1,58 % 15,48 % -14,15 % 0,69 % 0,95 %
(1) Zonder de interne overdrachten.
De toegewezen ontvangsten betreffen hoofdzakelijk toegewezen ontvangsten van het RIZIV-uitkeringen. In 2005 bedroegen de toegewezen ontvangsten vanuit de autoverzekering 15.867 duizend euro. Deze toegewezen onvangsten kenden een fluctuerend verloop tussen 2005 en 2009. In 2006 kende men een stijging met 1.866 duizend euro. In 2007 was er een daling met 1.833 duizend euro. In 2008 en 2009 lagen deze ontvangsten nagenoeg op het zelfde niveau van 2007. De kapitaalontvangsten Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds werd overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet dit fonds opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 1.042 duizend euro toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 180 duizend euro. C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2005 2006 2007 2008 2009 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
RIZIV-Uitkeringen 202.419 221.542 251.877 278.244 300.250 10,36 %
RSVZ-Pensioenen 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691 6,31 %
RSVZ-Gezinsbijslag 328.366 337.373 355.031 390.459 415.233 6,04 %RSVZ-Faillissementverzekering 1.853 1.648 1.664 4.102 8.746 47,40 %
Totaal 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.920 6,65 %
(duizend euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
219
Vanaf 2001 is het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties als volgt gewijzigd: enerzijds wordt de in rekening genomen gezondheidsindex nog slechts eenmaal afgevlakt (voortschrijdend gemiddelde van de laatste vier maanden) en anderzijds heeft de aanpassing van de sociale prestaties plaats in de eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (aantal begunstigden, aantal vergoede dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Uitkeringen Vanaf 01.01.2006 wordt aan alleenstaande gehandicapte zelfstandigen die geen personen ten laste hebben een tegemoetkoming voor hulp van derden toegekend. Via het koninklijk besluit van 21.12.2006 en naar analogie van maatregelen getroffen in de werknemersregeling worden voor zelfstandigen een aantal revalorisatiemaatregelen genomen inzake uitkeringen: Er wordt een onderscheid ingevoerd tussen een gerechtigde zonder gezinslast,
samenwonende en een gerechtigde zonder gezinslast, alleenstaande; De primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gekoppeld aan het bedrag van het
minimumrustpensioen voor een zelfstandige; De invaliditeitsuitkering zonder stopzetting van de zelfstandige activiteit stemt overeen met het
bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering. De basisbedragen van de invaliditeitsuitkeringen voor zelfstandigen die hun bedrijf hebben stopgezet worden vanaf 01.01.2006 verhoogd. De uitkering wordt gelijkgeschakeld met de minimumuitkering in de werknemersregeling. Vanaf 01.01.2007: Wordt een forfait van 12 euro toegekend voor de hulp van derden; Worden de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aangepast aan het minimumpensioen
voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (met stopzetting van de activiteit) aangepast aan het
minimumpensioen voor zelfstandigen met toevoeging van de categorie “samenwonende”; Worden de invaliditeitsuitkeringen (zonder stopzetting van de activiteit) aangepast aan de
primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen met toevoeging van de categorie “samenwonende”.
Op 01.09.2007 vond er een aanpassing aan de welvaart plaats. Ze bestaat uit een verhoging met 2 % van de minima voor de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Bij de uitkeringen werd een bedrag van 4.577 duizend euro voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Ten laste van het generatiepact: Verhoging met 2,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus
2009; Verhoging met 2,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor invaliditeit met stopzetting vanaf 1 augustus 2009; Verhoging met 2 % van het forfait voor moederschapsverlof vanaf 1 augustus 2009. Niet ten laste van het generatiepact: Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1
mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
220
Verhoging met 2,5 % op 20 euro per maand voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
Verhoging met 0,5 % van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid vanaf 1 augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
Verhoging met 20 euro per maand van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 mei 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
Verhoging met 2,5 % op de 20 euro per maand voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
Verhoging met 0,5 % van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting vanaf 1 augustus 2009 (alleenstaande en met gezinslast);
Verhoging met 3 % van het forfait voor de invaliditeit met stopzetting vanaf 1 juni 2009 (alleenstaande en met gezinslast).
Pensioenen Vanaf 01.01.2006 werden de grensbedragen voor een cumulatie van een pensioen met een arbeidsinkomen verhoogd. Deze verhoging is van toepassing nadat de pensioengerechtigde de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft. Bij een vervroegd pensioen wordt de cumulmogelijkheid afgebouwd. In 2006 vond er een herwaardering met 2 % van de maandelijkse pensioenbedragen plaats: op 1 januari 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1996 en voor 01.01.1998; op 1 april 2006 voor pensioenen ingegaan na 31.12.1997 en voor 01.01.2000. In 2007 werd het systeem van toegelaten arbeid voor de begunstigden van een overlevingspensioen aangepast. De maxima voor toegelaten arbeid werden verhoogd. De meeruitgave bedraagt 1,2 miljoen euro. Volgens de huidige wetgeving worden pensioenen waarvan het bedrag kleiner is dan 97,21 euro niet uitbetaald. De pensioenbedragen uitbetaald in de verschillende stelsels worden niet opgeteld om dit minimumbedrag te bereiken. Vanaf 2007 zullen alle pensioenbedragen uitbetaald worden. Vanaf 2008 wordt de welvaartsbonus met betrekking tot de pensioenen niet meer uitbetaald als een jaarlijkse bonus, maar als een procentuele verhoging van de pensioenen. Deze verhoging is ingegaan vanaf maart 2008 met een retroactief effect tot 01.01.2008. Deze beslissing werd genomen in overleg met de verschillende sociale partners. Een tweede wijziging betrof een verhoging met 2 % van het minimumpensioen op 01.07.2008. Ook werd de solidariteitsbijdrage op de pensioenen verminderd. Voor dit laatste werd een budget van 400 duizend euro uitgetrokken voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2008 is er geen bestraffing van de anticipatie meer voor de zelfstandigen die hun pensionering wensen te vervroegen tot 60 jaar. Voorwaarde is wel dat ze een loopbaan van 43 jaar hebben. Nog steeds in het kader van de pensioenen, wordt vanaf 01.01.2008 de limiet met betrekking tot de toegestane arbeid met 25 % verhoogd voor personen die reeds de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt. Voor personen die genieten van een overlevingspensioen en die nog niet de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt, is er eveneens een procentuele verhoging van de toegestane arbeid vanaf 2008. De minimum rust- en overlevingspensioenen voor de zelfstandigen werden vanaf 1 mei 2009 verhoogd met 20 euro. Dit ter verkleining van het verschil met deze van de werknemers. Hiervoor werd een kost van 31.020 duizend euro voorzien. Daarenboven werden de pensioenen nogmaals verhoogd vanaf 1 augustus 2009 met 0,5 % voor de minimumpensioenen en met 0,7 % voor de andere pensioenen. De kost hiervan bedroeg 5.100 duizend euro.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
221
Een laatste maatregel betreffende pensioenen van de zelfstandigen betrof de verzwakking van de malus in het geval van vervroegde pensionering na een carrière van 42 jaar als zelfstandige. Deze maatregel is ingegaan vanaf 1 januari 2009 en zal 600 duizend euro kosten. Voor de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart werd 23.722 duizend euro vrijgemaakt. Dit bedrag werd als volgt aangewend: Aanpassing aan de welvaart van de pensioenen ouder dan 5 jaar, vanaf 1 september 2009; Verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen met 2,5 % vanaf 1 augustus 2009; Verhoging van de niet-minimum-pensioenen met 0,8 % vanaf 1 augustus 2009. Gezinsbijslag Het stelsel van de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap en ernstig zieke kinderen werd in het begin van 2003 gewijzigd. De hervorming is van toepassing op kinderen die na 01.01.1997 geboren zijn. Wanneer een kind geplaatst wordt in een onthaalgezin krijgt de persoon die tot dan gezinsbijslag ontving in het oorspronkelijke gezin, een forfaitaire bijslag, op voorwaarde dat hij contacten blijft onderhouden met het kind. In het werknemersstelsel bestond die bijslag al. Voor de kinderen geboren tussen 01.01.1989 en 30.06.1994 werd eind augustus 2006 een schoolpremie van 70 euro betaald. Voor kinderen geboren tussen 01.07.1994 en 30.06.2000 bedroeg deze premie 50 euro. Voor kinderen geboren tussen 01.07.2000 en 31.12.2000 is de schoolpremie van 50 euro in de tweede maand na hun verjaardag betaald. Deze schoolpremie is een aanvulling bij de kinderbijslag maar wordt afzonderlijk betaald. Per 01.05.2006 en om overeenstemming te bereiken met de werknemersregeling werden bepaalde bedragen van supplementen op de kinderbijslag voor kinderen met een handicap geboren na 01.01.1996 verhoogd. In 2007 werd de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor gehandicapten uitgebreid worden naar kinderen geboren na 01.01.1993. De meeruitgave wordt geraamd op 0,36 miljoen euro. De verhoogde kinderbijslag voor wezen wordt vanaf 2007 toegekend aan het weeskind waarvan de rechthebbende ouder overleden is indien de loopbaanvoorwaarden vervuld zijn door een aannemer die geen ouder is van het kind (kost: 0,71 miljoen euro). De enveloppe voor de schoolpremie 2007 bedroeg 7,44 miljoen euro. Vanaf 01.08.2008 wordt een leeftijdstoeslag toegekend aan alle kinderen. Voor de leeftijdscategorieën 6-11 jarigen en 12-17 jarigen worden de huidige jaarlijkse toeslagen van 53,06 euro en 74,29 euro behouden. De leeftijdscategorie 18 tot 25 jarigen zal in 2008 een toeslag van 25 euro ontvangen. Deze zal stijgen in 2010 naar 50 euro, in 2011 naar 75 euro en in 2012 naar 100 euro. De leeftijdscategorie 0 tot 5-jarigen zal vanaf 2009 een toeslag van 25 euro ontvangen. Ter harmonisering van de kinderbijslagen tussen het stelsel van de zelfstandigen en het stelsel van de werknemers werd de kinderbijslag voor het eerste kind met 10 euro verhoogd vanaf 01.04.2008. De nieuwe regelgeving betreffende de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een handicap werd vanaf 1 mei 2009 uitgebreid tot de categorie kinderen met een handicap geboren vóór 1993 zodat alle rechthebbenden onderworpen zijn aan het zelfde onderzoekssysteem. Wat betreft de kinderbijslag, werd de verhoging van de jaarlijkse leeftijdstoeslag van 25 tot 50 euro voor de categorie 18 tot 25 jaar reeds ingevoerd in 2009. De kinderbijslag voor het eerste kind binnen het stelsel van de zelfstandigen zal met 3,93 euro worden opgetrokken.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
222
Faillissementsverzekering Vanaf 01.07.2001 heeft de zelfstandige in faillissement recht op de uitkering gedurende zes maanden (in plaats van twee). De uitkering wordt bovendien betaald vanaf de maand volgend op die van het faillissement (en niet langer vanaf het daaropvolgende kwartaal). Het bedrag voorzien voor de welvaartsenveloppe 2009 bedroeg 119 duizend euro voor de prestaties inzake de faillissementsverzekering. Dit bedrag werd als volgt besteed: Verhoging van de uitkering met 20 EUR vanaf 1 mei 2009; Verhoging met 2,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (welvaart); Verhoging met 0,5 % van de faillissementsuitkering vanaf 1 augustus 2009 (relance). De andere lopende uitgaven In uitvoering van het artikel 1 van het K.B. van 01.12.1998 betreffende de toekenning van het saldo van de solidariteits-, matigings- en consolideringsbijdragen, werden de volgende bedragen aan het Participatiefonds overgedragen en dit onder de vorm van een renteloze achtergestelde lening met een looptijd van 20 jaar: In 2001: 5.850 duizend euro (afrekening voor de jaren 1999 en 2000 en het saldo van de jaren
1997 en 1998); In 2002: 4.643 duizend euro; In 2003: 267 duizend euro; In 2004: 123 duizend euro; In 2005: 1 duizend euro. Sinds 01.01.2006 krijgt elke vrouwelijke zelfstandige die bevallen is na 31.12.2005, onder bepaalde voorwaarden, gratis 70 dienstencheques voor het betalen van gezinshulp. Dit om een betere combinatie tussen werk en gezin mogelijk te maken. Het sociaal akkoord voor de federale gezondheidssectoren voorziet in de oprichting van een tweede pensioenpijler voor onder meer verpleegkundigen en zelfstandige verpleegkundigen uit de sector thuiszorg. Hiertoe gebeurt er een storting van het RIZIV naar de RVP. De externe overdracht naar de geneeskundige verzorging wordt vanaf 2008 volgens de nieuwe regels berekend: de stijging van 677.052 duizend euro ten opzichte van 2007 wordt onder andere veroorzaakt door de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering. De kapitaaluitgaven Ten slotte vroeg het RIZIV-Geneeskundige verzorging in 2008 aan het RSVZ-Globaal beheer een bedrag van 4.299 duizend euro op afkomstig van het provisiefonds geneesmiddelen.
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
223
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2005-2009 (duizend euro)
Lopende Ontvangsten 2005 2006 2007 2008 2009
Bijdragen 2.593.515 2.728.788 2.845.980 3.244.981 3.415.331
Staatstoelagen 1.085.287 1.103.435 1.123.834 1.248.199 1.270.904
Alternatieve financiering 239.788 295.618 484.646 802.976 850.144
Toegewezen ontvangsten 15.867 17.733 15.900 16.194 16.728
Externe overdrachten 0 1.227 15.402 61.528 30.665
Opbrengsten beleggingen 6.872 12.622 24.511 34.673 13.531
Diversen 8.484 11.025 8.081 8.339 3.476
Totaal lopende ontvangsten 3.949.812 4.170.449 4.518.355 5.416.890 5.600.779
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
224
2. Evolutie van de ontvangsten en uitgaven - 2005-2009 (duizend euro) (vervolg)
Lopende Uitgaven 2005 2006 2007 2008 2009
Prestaties 2.641.892 2.758.014 2.919.293 3.209.993 3.417.920
RIZIV-Uitkeringen 202.419 221.542 251.877 278.244 300.250RSVZ-Pensioenen 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691RSVZ-Gezinsbijslag 328.366 337.373 355.031 390.459 415.233RSVZ-Faillissemenstverzekering 1.853 1.648 1.664 4.102 8.746
Betalingskosten 1.515 1.454 1.477 1.364 1.299
Beheerskosten 72.988 73.510 76.193 80.871 80.873
Externe overdrachten 1.125.788 1.286.421 1.249.768 1.906.149 2.072.810
Intresten op leningen 0 0 0 0 0
Diversen 1.393 2.874 3.240 4.048 4.559
Totaal lopende uitgaven 3.843.574 4.122.273 4.249.971 5.202.425 5.577.462
Saldo lopende rekeningen 106.237 48.175 268.384 214.464 23.317
Kapitaalrekeningen 2005 2006 2007 2008 2009
Ontvangsten 0 3.232 1.042 180 12
Uitgaven 0 0 0 4.299 12
Saldo kapitaalrekeningen 0 3.232 1.042 -4.118 0
Budgettair resultaat 106.237 51.407 269.426 210.346 23.317
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
225
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
00
00
02.
593.
515
2.59
3.51
5G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
425.
877
2.42
5.87
7P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
4.70
44.
704
Con
solid
atie
bijd
rage
n
149
149
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
16
2.78
416
2.78
4
Sta
atst
oel
agen
1.08
5.28
71.
085.
287
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
239.
788
239.
788
Btw
225.
244
225.
244
Sto
ck o
ptio
ns
1.
438
1.43
8A
ccijn
zen
taba
k
13.1
0513
.105
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.8
670
00
15.8
670
15.8
67
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
00
00
00
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
70
00
76.
864
6.87
2
Div
erse
n
128
3.53
90
03.
668
4.81
68.
484
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.003
3.53
90
019
.542
3.93
0.27
03.
949.
812
RS
VZ
-GF
B
195.
914
2.11
7.55
132
8.36
61.
853
2.64
3.68
30
2.64
3.68
3A
nder
e ta
kken
0
00
00
00
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
195.
914
2.11
7.55
132
8.36
61.
853
2.64
3.68
30
2.64
3.68
3
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
3.93
0.27
06.
593.
494
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
226
3. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
005
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
202.
419
2.10
9.25
532
8.36
61.
853
2.64
1.89
20
2.64
1.89
2
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
515
00
1.51
50
1.51
5
Beh
eers
kost
en
9.24
710
.320
00
19.5
6753
.421
72.9
88
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.12
5.78
81.
125.
788
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
125.
787
1.12
5.78
7A
nder
e
11
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
00
Div
erse
n
251
00
025
11.
142
1.39
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
1.18
0.35
03.
843.
574
RS
VZ
-GF
B
00
00
00
0A
nder
e ta
kken
0
00
00
2.64
3.68
32.
643.
683
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
00
00
02.
643.
683
2.64
3.68
3
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
21
1.91
72.
121.
090
328.
366
1.85
32.
663.
224
3.82
4.03
36.
487.
257
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
010
6.23
710
6.23
7
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
00
0
Uit
gav
en
00
00
00
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
106.
237
106.
237
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
227
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
00
00
02.
728.
788
2.72
8.78
8G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
569.
431
2.56
9.43
1P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
6.30
56.
305
Con
solid
atie
bijd
rage
n
9292
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
15
2.96
015
2.96
0
Sta
atst
oel
agen
1.10
3.43
51.
103.
435
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
295.
618
295.
618
Btw
235.
880
235.
880
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
43.0
3543
.035
Sto
ck o
ptio
ns
1.
584
1.58
4A
ccijn
zen
taba
k
13.6
2013
.620
And
ere
1.
500
1.50
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
17.7
330
00
17.7
330
17.7
33
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
1.22
70
01.
227
01.
227
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
200
00
2012
.602
12.6
22
Div
erse
n
100
3.48
60
03.
586
7.43
911
.025
Eig
en o
ntv
ang
sten
17
.853
4.71
30
022
.566
4.14
7.88
34.
170.
449
RS
VZ
-GF
B
206.
932
2.20
5.31
533
7.37
31.
648
2.75
1.26
80
2.75
1.26
8A
nder
e ta
kken
0
00
00
00
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
206.
932
2.20
5.31
533
7.37
31.
648
2.75
1.26
80
2.75
1.26
8
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
22
4.78
52.
210.
028
337.
373
1.64
82.
773.
834
4.14
7.88
36.
921.
716
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
228
4. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
006
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
221.
542
2.19
7.45
133
7.37
31.
648
2.75
8.01
40
2.75
8.01
4
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
454
00
1.45
40
1.45
4
Beh
eers
kost
en
9.87
69.
896
00
19.7
7253
.738
73.5
10
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
0
00
00
1.28
6.42
11.
286.
421
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
191.
525
1.19
1.52
5A
nder
e
94.8
9694
.896
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
00
Div
erse
n
284
00
028
42.
590
2.87
4
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
23
1.70
22.
208.
801
337.
373
1.64
82.
779.
524
1.34
2.75
04.
122.
273
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
2.75
1.26
82.
751.
268
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
2.
751.
268
2.75
1.26
8
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
23
1.70
22.
208.
801
337.
373
1.64
82.
779.
524
4.09
4.01
76.
873.
541
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-6.9
171.
227
00
-5.6
9053
.865
48.1
75
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
03.
232
3.23
2
Uit
gav
en
00
00
00
0
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
3.23
23.
232
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
.917
1.22
70
0-5
.690
57.0
9751
.407
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
229
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
2.
845.
980
2.84
5.98
0G
ewon
e bi
jdra
gen
2.
677.
901
2.67
7.90
1P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.60
35.
603
Con
solid
atie
bijd
rage
n
4343
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
16
2.43
316
2.43
3
Sta
atst
oel
agen
1.12
3.83
41.
123.
834
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
484.
646
484.
646
Btw
421.
070
421.
070
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
44.7
4244
.742
Sto
ck o
ptio
ns
1.
639
1.63
9A
ccijn
zen
taba
k
13.5
9513
.595
And
ere
3.
600
3.60
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
15.9
000
00
15.9
000
15.9
00
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
15.4
0215
.402
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
100
00
1024
.501
24.5
11
Div
erse
n
803.
384
00
3.46
44.
617
8.08
1
Eig
en o
ntv
ang
sten
15
.990
3.38
40
019
.374
4.49
8.98
14.
518.
355
RS
VZ
-GF
B
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
20
2.91
5.24
2A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
239.
755
2.31
8.79
235
5.03
11.
664
2.91
5.24
20
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
25
5.74
52.
322.
176
355.
031
1.66
42.
934.
616
4.49
8.98
17.
433.
596
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
230
5. D
efin
itie
ve r
eken
ing
en 2
007
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
251.
877
2.31
0.72
235
5.03
11.
664
2.91
9.29
30
2.91
9.29
3
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
477
00
1.47
70
1.47
7
Beh
eers
kost
en
10.1
309.
977
00
20.1
0756
.086
76.1
93
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.24
9.76
81.
249.
768
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
227.
757
1.22
7.75
7A
nder
e
22.0
1022
.010
Intr
este
n o
p le
nin
gen
00
Div
erse
n
267
00
026
72.
973
3.24
0
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
1.30
8.82
64.
249.
971
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
2.91
5.24
22.
915.
242
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
2.
915.
242
2.91
5.24
2
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
26
2.27
42.
322.
176
355.
031
1.66
42.
941.
144
4.22
4.06
87.
165.
212
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
-6.5
290
00
-6.5
2927
4.91
326
8.38
4
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
1.
042
1.04
2
Uit
gav
en
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
1.04
21.
042
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t -6
.529
00
0-6
.529
275.
955
269.
426
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
231
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
3.
244.
981
3.24
4.98
1G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
067.
203
3.06
7.20
3P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.68
05.
680
Con
solid
atie
bijd
rage
n
3030
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
2.06
817
2.06
8
Sta
atst
oel
agen
1.24
8.19
91.
248.
199
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
802.
976
802.
976
Btw
676.
497
676.
497
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
49.4
2149
.421
Sto
ck o
ptio
ns
2.
193
2.19
3A
ccijn
zen
taba
k
14.0
0014
.000
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
56.7
6356
.763
And
ere
4.
101
4.10
1
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.1
940
00
16.1
940
16.1
94
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
61
.528
61.5
28
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
100
00
1034
.663
34.6
73
Div
erse
n
803.
223
00
3.30
35.
036
8.33
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.284
3.22
30
019
.507
5.39
7.38
35.
416.
890
RS
VZ
-GF
B
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
70
3.21
3.79
7A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
273.
689
2.54
5.54
839
0.45
94.
102
3.21
3.79
70
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
28
9.97
32.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
304
5.39
7.38
38.
630.
687
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
232
6. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
008
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
278.
244
2.53
7.18
939
0.45
94.
102
3.20
9.99
30
3.20
9.99
3
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
364
00
1.36
40
1.36
4
Beh
eers
kost
en
11.3
0310
.218
00
21.5
2159
.350
80.8
71
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.90
6.14
91.
906.
149
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
1.
904.
809
1.90
4.80
9A
nder
e
1.34
01.
340
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
267
00
026
73.
781
4.04
8
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
1.96
9.28
05.
202.
425
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
3.21
3.79
73.
213.
797
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
213.
797
3.21
3.79
7
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
28
9.81
42.
548.
771
390.
459
4.10
23.
233.
145
5.18
3.07
88.
416.
222
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
159
00
015
921
4.30
521
4.46
4
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
018
018
0
Uit
gav
en
00
00
04.
299
4.29
9
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
-4.1
18-4
.118
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 15
90
00
159
210.
187
210.
346
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
233
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
)
Lo
pen
de
On
tvan
gst
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Bijd
rag
en
3.
415.
331
3.41
5.33
1G
ewon
e bi
jdra
gen
3.
236.
344
3.23
6.34
4P
ublie
ke m
anda
taris
sen-
bijd
rage
n
5.97
15.
971
Con
solid
atie
bijd
rage
n
1212
Ven
noot
scha
psbi
jdra
gen
17
3.00
417
3.00
4
Sta
atst
oel
agen
1.27
0.90
41.
270.
904
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
850.
144
850.
144
Btw
685.
559
685.
559
Roe
rend
e vo
orhe
ffing
45.7
6245
.762
Sto
ck o
ptio
ns
6.
925
6.92
5A
ccijn
zen
taba
k
14.4
0414
.404
Gen
eesk
undi
ge v
erzo
rgin
g
93.3
9693
.396
And
ere
4.
098
4.09
8
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
16.7
280
00
16.7
280
16.7
28
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
30.6
6530
.665
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
100
00
1013
.521
13.5
31
Div
erse
n
110
2.84
50
02.
955
521
3.47
6
Eig
en o
ntv
ang
sten
16
.848
2.84
50
019
.693
5.58
1.08
65.
600.
779
RS
VZ
-GF
B
295.
378
2.70
2.77
841
5.23
38.
746
3.42
2.13
60
3.42
2.13
6A
nder
e ta
kken
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
295.
378
2.70
2.77
841
5.23
38.
746
3.42
2.13
60
3.42
2.13
6
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
5.58
1.08
69.
022.
915
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
234
7. V
oo
rlo
pig
e re
ken
ing
en 2
009
(du
izen
d e
uro
) (v
ervo
lg)
Lo
pen
de
Uit
gav
en
RIZ
IV-U
it
RS
VZ
-Pen
R
SV
Z-G
ezin
sb.
RS
VZ
-Fai
llis.
ver
z.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
Pre
stat
ies
300.
250
2.69
3.69
141
5.23
38.
746
3.41
7.92
00
3.41
7.92
0
Bet
alin
gsk
ost
en
01.
299
00
1.29
90
1.29
9
Beh
eers
kost
en
11.6
0310
.633
00
22.2
3658
.637
80.8
73
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
2.07
2.81
02.
072.
810
RIZ
IV-G
enee
skun
dige
ver
zorg
ing
2.
070.
981
2.07
0.98
1A
nder
e
1.82
91.
829
Intr
este
n o
p le
nin
gen
Div
erse
n
373
00
037
34.
186
4.55
9
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
2.13
5.63
45.
577.
462
RS
VZ
-GF
B
A
nder
e ta
kken
3.42
2.13
63.
422.
136
Inte
rne
ove
rdra
chte
n
3.
422.
136
3.42
2.13
6
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
31
2.22
62.
705.
623
415.
233
8.74
63.
441.
828
5.55
7.77
08.
999.
598
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
00
00
023
.317
23.3
17
Kap
itaa
lrek
enin
gen
R
IZIV
-Uit
R
SV
Z-P
en
RS
VZ
-Gez
insb
. F
ailli
ss. v
erze
k.
SU
BT
OT
AA
L
RS
VZ
-GF
B
TO
TA
AL
On
tvan
gst
en
00
00
012
12
Uit
gav
en
00
00
012
12
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
00
00
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 0
00
00
23.3
1723
.317
III. Het stelsel voor zelfstandigen B. Geconsolideerde tabellen
235
1. Sociaal statuut (RSVZ) 239
1.0 Methodologische nota 1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse 1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en
geslacht 1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-
verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit) 1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen 1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening
2. Uitkeringen (RIZIV) 245
2.0 Methodologische nota 2.1 Ledental / verzekerde bevolking naar statuut, leeftijdsklasse en geslacht 2.2 Aantal invaliden naar leeftijdsklasse en geslacht 2.3 Evolutie van het ledental 2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer 2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen 2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering 2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.8 Invaliditeit / aantal gevallen 2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen 2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering 2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven 2.12 Moederschap / verzekerde bevolking 2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen 2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval 2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven 2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering
C.
Statistieken
3. Pensioenen (RVP) 255
3.0 Methodologische nota 3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt
betaald 3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden
betaald 3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen) 3.4 Rechthebbenden naar pensioensoort, leeftijdsklasse en geslacht 3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen
4. Gezinsbijslag (RSVZ) 261
4.0 Methodologische nota 4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal 4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte 4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op
bijslag, inclusief kinderen met een handicap 4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang 4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (aantal uitkeringen) 4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse 4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang 4.8 Synthesetabel: uitgaven voor de gezinsbijslagen
5. Faillissementsverzekering (RSVZ) 269
5.0 Methodologische nota 5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
1. Sociaal statuut 1.0 Methodologische nota De weergegeven statistieken bieden een overzicht van de voornaamste bepalende factoren met betrekking tot de heffing van sociale bijdragen voor het sociaal statuut van zelfstandigen. We vermelden hierbij dat de geheven bijdragen voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen berekend worden in functie van het belastbaar inkomen van deze zelfstandigen drie jaar voordien. Ten titel van voorbeeld is het zo dat de sociale bijdragen voor een zelfstandige, verschuldigd voor 2008, berekend zullen worden op basis van zijn (of haar) belastbaar inkomen van 2005. Effectieven (tabellen 1.1 en 1.2) Voor de effectieven werden twee tabellen opgenomen. De eerste heeft betrekking op de verzekeringsplichtigen (zelfstandigen en helpers) voor het sociaal statuut opgesplitst per leeftijdsklasse. De tweede tabel splitst hetzelfde totaal op naar het onderscheid zelfstandige of helper. Vervolgens worden de subtotalen verder onderverdeeld volgens het criterium hoofdbezigheid, nevenbezigheid of activiteit na pensioenleeftijd. Coherentie van de effectieven (tabel 1.3) Het doel van tabel 1.3 is uit te leggen dat er een verschil bestaat tussen het begrip verzekeringsplichtige voor het sociaal statuut en het gerechtigd zijn als zelfstandige in de ziekteverzekering. We hebben in deze tabel de RIZIV-cijfers over ledentallen zelfstandigen geplaatst naast de RSVZ-cijfers voor de variabele die het meest nauw aansluit met het begrip “gerechtigde zelfstandige”, zoals dat bij het RIZIV gehanteerd wordt. De voornaamste verklaring voor het vastgestelde verschil ligt bij de “starters” die in het algemeen een stage doen van zes maanden alvorens toegelaten te worden als gerechtigde in het zelfstandigenstatuut voor de ziekteverzekering. Onder ‘hoofdbezigheid’ wordt verstaan hoofdberoep, ‘nevenbezigheid’ wordt vaak ook aangeduid als bijberoep. Aan bijdragen onderworpen inkomsten van zelfstandigen (tabel 1.4) Hierin wordt de evolutie getoond van de inkomsten van de zelfstandigen, waarop de bijdragen voor het sociaal statuut berekend worden. De inkomsten van zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd worden in een aparte rubriek vermeld. Aangezien in 2003 de zogenaamde “brutering” van de aan sociale zekerheidsbijdragen onderworpen inkomens van de zelfstandigen werd afgeschaft, werd deze tabel herzien vanaf het jaar 2000. De vermelde inkomens stemmen overeen met de geïndexeerde inkomens. (Cf. tabel 1.5 voor de indexeringswijze). Herwaarderingscoëfficiënten (tabel 1.5) Deze tabel laat toe de omrekening te doen naar geïndexeerde inkomsten. Deze laatste vormen de grondslag om de bijdragen te berekenen. Aanvullende informatie kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ en op de website www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
239
Bron: RSVZ
12.2005 12.2006 12.2007 12.2008 12.2009
Minder dan 30 jaar 85.638 85.966 92.497 98.260 97.48430 - 39 jaar 215.273 213.293 217.507 220.996 219.63440 - 49 jaar 260.794 264.725 270.186 274.502 276.31050 - 59 jaar 194.473 197.765 201.887 205.097 210.51660 - 64 jaar 54.471 60.350 63.281 65.222 68.13365 - 69 jaar 25.048 25.753 26.219 26.458 27.91270 - 79 jaar 24.946 25.650 26.086 26.177 27.02980 jaar en meer 6.625 7.120 7.291 7.234 7.624
Totaal 867.268 880.622 904.954 923.946 934.642
1.1 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar leeftijdsklasse
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
240
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2005
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 542.099 232.437 774.536Hoofdbezigheid 379.679 171.064 550.743Nevenbezigheid 119.410 46.331 165.741Activiteiten na pensioenleeftijd 43.010 15.042 58.052
Helpers 35.360 57.372 92.732Hoofdbezigheid 30.726 55.151 85.877Nevenbezigheid 2.968 1.648 4.616Activiteiten na pensioenleeftijd 1.666 573 2.239
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
577.459 289.809 867.268
Toestand op 31 december 2005
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
636.620
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
583.534
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
22.199
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
30.887
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2006
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 551.537 239.751 791.288Hoofdbezigheid 384.609 174.618 559.227Nevenbezigheid 123.228 50.211 173.439Activiteiten na pensioenleeftijd 43.700 14.922 58.622
Helpers 35.171 54.163 89.334Hoofdbezigheid 30.034 51.471 81.505Nevenbezigheid 3.395 2.092 5.487Activiteiten na pensioenleeftijd 1.742 600 2.342
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
586.708 293.914 880.622
Toestand op 31 december 2006
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
640.732
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
591.741
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
19.681
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
29.310
1.2 Aantal verzekeringsplichtigen voor het sociaal statuut naar bijdragecategorie en geslacht
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
241
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2007
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 567.540 249.951 817.491Hoofdbezigheid 393.971 179.358 573.329Nevenbezigheid 128.626 55.253 183.879Activiteiten na pensioenleeftijd 44.943 15.340 60.283
Helpers 35.214 52.249 87.463Hoofdbezigheid 29.616 49.055 78.671Nevenbezigheid 3.822 2.567 6.389Activiteiten na pensioenleeftijd 1.776 627 2.403
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
602.754 302.200 904.954
Toestand op 31 december 2007
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
652.000
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
605.624
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
17.556
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.820
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2008
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 579.868 259.420 839.288Hoofdbezigheid 401.397 183.439 584.836Nevenbezigheid 132.188 60.285 192.473Activiteiten na pensioenleeftijd 46.283 15.696 61.979
Helpers 34.622 50.036 84.658Hoofdbezigheid 28.598 46.473 75.071Nevenbezigheid 4.243 2.934 7.177Activiteiten na pensioenleeftijd 1.781 629 2.410
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
614.490 309.456 923.946
Toestand op 31 december 2008
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
659.907
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
615.765
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
15.649
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
28.493
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
242
(vervolg)
Bron: RSVZ Toestand op 31 december 2009
Mannen Vrouwen Mannen+Vrouwen
Zelfstandigen 590.259 267.650 857.909Hoofdbezigheid 407.599 187.412 595.011Nevenbezigheid 134.082 64.345 198.427Activiteiten na pensioenleeftijd 48.578 15.893 64.471
Helpers 30.184 46.549 76.733Hoofdbezigheid 24.269 42.759 67.028Nevenbezigheid 4.263 3.172 7.435Activiteiten na pensioenleeftijd 1.652 618 2.270
Algemeen totaal (zelfstandigen + helpers)
620.443 314.199 934.642
Toestand op 31 december 2009
Detail: Mannen+Vrouwen
Hoofdbezigheid (zelfstandigen + helpers)
662.039
Zelfstandigen en help(st)ers (exc. meewerkende echtgenoten)
620.839
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige aansluiting)
13.918
Meewerkende echtgeno(o)t(e) - help(st)er (vrijwillige onderwerping maxi-statuut)
27.282
Bron: RIZIV en RSVZ
"In regel" "Niet-verzekerd" Totaal
30 juni 2005 496.039 19.916 515.955 528.57630 juni 2006 525.446 20.535 545.981 535.21230 juni 2007 537.297 27.238 564.535 546.33730 juni 2008 553.240 26.937 580.177 558.186
1.3 Vergelijkende tabel tussen de effectieven sociaal statuut en de in de ZIV-verzekerde gerechtigden (zelfstandigen / enige activiteit)
Teldatum
ZIV-statuut van gerechtigde als zelfstandige RSVZ - verzekerings-plichtige voor sociaal statuut
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
243
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009(refertejaar
2002)(refertejaar
2003)(refertejaar
2004)(refertejaar
2005)(refertejaar
2006)
Zelfstandigen 12.560.246 13.351.750 13.639.448 14.286.472 15.214.005Hoofdbezigheid 12.132.733 12.863.247 13.138.599 13.720.325 14.644.712Nevenbezigheid 427.513 488.503 500.849 566.147 569.293
Zelfstandigen, actief na de pensioenleeftijd
545.960 597.357 618.672 661.359 740.514
Anderen 0 0 0 0 0
Totaal 13.106.206 13.949.107 14.258.120 14.947.831 15.954.519
1.5 Herwaarderingscoëfficiënt voor de bijdrageberekening (1)
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Herwaarderingscoëfficiënt414,35 388,18
428,31 394,36
434,00 402,62
448,68 413,83
460,41 421,24
(1) Index basis 1971
1.4 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen geherwaardeerde inkomsten van de zelfstandigen (duizend euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 1. Sociaal statuut (RSVZ)
244
2. Uitkeringen 2.0 Methodologische nota In tegenstelling met de geneeskundige verzorging is de uitkeringsverzekering bij de hervorming van 2008 (wet van 31 januari 2007 en wet van 26 maart 2007) geen eenheidsstelsel geworden. Niettemin mag de sector uitkeringen voor zelfstandigen niet als een op zichzelf staande regeling beschouwd worden. De bestaande wetgeving voor de werknemers werd via het K.B. van 20.07.1971, betreffende de uitkeringen arbeidsongeschiktheid en moederschapsuitkeringen uitgebreid tot de zelfstandigen. De hiernavolgende statistische tabellen zijn daarom zowel vormelijk als inhoudelijk identiek aan deze van de werknemers. Primaire arbeidsongeschiktheid / Invaliditeit De reglementering maakt een drievoudig onderscheid tussen de perioden van arbeidsongeschiktheid: de periode van primaire ongeschiktheid, zonder uitkeringen, die de eerste maand omvat; de periode van primaire ongeschiktheid, met uitkeringen, gedurende de volgende elf maanden; de invaliditeitsperiode die vanaf het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De gerechtigde bekomt in de periode van primaire ongeschiktheid met uitkeringen en tijdens de invaliditeitsperiode een forfaitair bedrag waarbij een onderscheid wordt gemaakt naar het al dan niet hebben van personen ten laste. Onder bepaalde voorwaarden kunnen invaliden een forfaitaire uitkering voor hulp van derden ontvangen. Moederschap De moederschapsuitkering wordt uitbetaald voor een periode van zes weken (sinds 2003) onmiddellijk na de bevalling. Deze uitkering bestaat uit een forfaitair bedrag.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
245
2.1
Led
enta
l / v
erze
kerd
e b
evo
lkin
g n
aar
stat
uu
t, le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n48
99.
319
26.7
8940
.844
56.4
2264
.717
63.5
7753
.853
45.3
4929
.381
4.60
139
5.34
1V
rouw
en15
74.
948
14.9
0019
.165
24.5
2525
.533
23.4
2618
.025
13.2
377.
246
1.88
215
3.04
4
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n0
889
190
432
492
488
443
366
195
202.
723
Vro
uwen
415
970
81.
724
3.43
35.
152
5.74
86.
012
5.98
13.
020
410
32.3
51
To
taal
650
14.4
3442
.486
61.9
2384
.812
95.8
9493
.239
78.3
3364
.933
39.8
426.
913
583.
459
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Zel
fsta
nd
igen
-
en
ige
acti
vite
itM
anne
n46
09.
619
26.8
6940
.943
55.8
8664
.352
64.9
3355
.861
45.8
4330
.731
4.54
740
0.04
4V
rouw
en17
05.
147
15.1
2919
.552
24.8
3226
.225
24.4
8219
.319
13.7
908.
075
1.89
215
8.61
3
Mee
hel
pen
de
ech
tgen
ote
nM
anne
n1
781
173
357
473
492
422
430
234
242.
694
Vro
uwen
312
761
31.
439
3.00
74.
632
5.44
95.
612
6.00
73.
261
467
30.6
17
To
taal
634
14.9
0042
.692
62.1
0784
.082
95.6
8295
.356
81.2
1466
.070
42.3
016.
930
591.
968
Toe
stan
d op
30
juni
200
9
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
246
2.2
Aan
tal i
nva
liden
naa
r le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
011
4611
628
759
71.
100
1.73
23.
201
5.07
277
12.2
39V
rouw
en0
928
112
234
448
727
1.01
81.
687
1.84
10
6.10
4
To
taal
020
7422
852
11.
045
1.82
72.
750
4.88
86.
913
7718
.343
Bro
n: R
IZIV
Min
der
d
an 2
0 ja
ar20
-24
jaar
25-2
9 ja
ar30
-34
jaar
35-3
9 ja
ar40
-44
jaar
45-4
9 ja
ar50
-54
jaar
55-5
9 ja
ar60
-64
jaar
65 ja
ar e
n
mee
rT
ota
al
Man
nen
010
6112
730
256
51.
096
1.79
23.
191
5.16
190
12.3
95V
rouw
en0
1143
123
260
448
767
1.12
21.
737
2.04
40
6.55
5
To
taal
021
104
250
562
1.01
31.
863
2.91
44.
928
7.20
590
18.9
50
Toe
stan
d op
30
juni
200
9
Toe
stan
d op
30
juni
200
8
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
247
2.3 Evolutie van het ledental
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Zelfstandigen 495.640 509.004 506.723 530.975 540.835Mannen 359.470 366.842 367.077 383.182 387.745Vrouwen 136.170 142.162 139.646 147.793 153.090
Meehelpende echtgenoten 44.661 39.596 40.098 34.141 32.183
Totaal 540.301 548.600 546.821 565.116 573.018
2.4 Primaire arbeidsongeschiktheid / ziektecijfer (1)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 2,54 3,09 3,13 3,10 3,29Mannen 3,11 3,07 3,06 3,06 3,23Vrouwen 2,95 3,12 3,32 3,18 3,43
Meehelpende echtgenoten 3,28 3,32 3,24 3,59 3,67
Totaal 3,09 3,10 3,14 3,13 3,31
(1) Aantal vergoede dagen / ledental.
2.5 Primaire arbeidsongeschiktheid / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 1.520.656 1.571.126 1.587.435 1.644.862 1.778.291Mannen 1.119.018 1.127.925 1.123.774 1.174.228 1.253.443Vrouwen 401.638 443.201 463.661 470.634 524.848
Meehelpende echtgenoten 146.620 131.396 130.050 122.580 118.101
Totaal 1.667.276 1.702.522 1.717.485 1.767.442 1.896.392
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
248
2.6 Primaire arbeidsongeschiktheid / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 25,56 25,82 29,81 32,66 34,12Mannen 26,34 26,66 30,62 33,51 34,98Vrouwen 24,59 24,88 27,86 30,51 32,09
Meehelpende echtgenoten 24,04 24,54 27,41 29,88 31,13
2.7 Primaire arbeidsongeschiktheid / totaal bedrag van de basisuitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 38.862 40.569 46.829 52.929 60.040Mannen 29.474 30.068 34.406 39.352 43.841Vrouwen 9.876 11.025 12.920 14.361 16.842Regularisaties -488 -524 -497 -784 -643
Meehelpende echtgenoten 3.525 3.224 3.565 3.644 3.663
Hulp van derden 64 60 101 143 135
Totaal 42.451 43.853 50.495 56.716 63.838
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
249
2.8 Invaliditeit / aantal gevallen
Bron: RIZIV
12.2005 12.2006 12.2007 12.2008 12.2009
Zelfstandigen 16.686 17.087 17.447 17.479 18.191Mannen 12.123 12.090 12.279 12.249 12.427Vrouwen 4.563 4.997 5.168 5.230 5.764
< 60 jaar 3.469 3.488 3.618 3.661 3.777>= 60 jaar 1.094 1.509 1.550 1.569 1.987
Meehelpende echtgenoten 670 846 955 1.073 1.239Mannen 64 78 79 93 97Vrouwen 606 768 876 980 1.142
< 60 jaar 479 569 612 683 746>= 60 jaar 127 199 264 297 396
Totaal 17.356 17.933 18.402 18.552 19.430
2.9 Invaliditeit / aantal vergoede dagen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 5.095.632 5.206.946 5.308.197 5.365.888 5.534.503Mannen 3.714.990 3.702.282 3.728.876 3.751.589 3.815.876
Vrouwen 1.380.642 1.504.664 1.579.321 1.614.299 1.718.627
Meehelpende echtgenoten 168.738 216.363 253.535 307.159 352.519
Totaal 5.264.370 5.423.309 5.561.732 5.673.047 5.887.022
2.10 Invaliditeit / gemiddelde daguitkering (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 28,41 30,85 33,35 35,84 37,09Mannen 29,13 31,83 34,72 37,06 38,37Vrouwen 26,50 28,44 30,83 33,00 34,25
Meehelpende echtgenoten 24,88 25,62 28,95 31,40 32,14
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
250
2.11 Invaliditeit / totaal bedrag van de basisuitgaven (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 144.789 160.643 178.163 192.314 205.295Mannen 108.201 117.852 129.467 139.037 146.425Vrouwen 36.588 42.791 48.696 53.277 58.870
Meehelpende echtgenoten 4.198 5.544 7.340 9.644 11.330
Regularisaties -122 -253 -160 -124 -131
Hulp van derden 771 733 4.247 4.674 4.599
Totaal 149.636 166.667 189.590 206.508 221.093
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
251
2.12 Moederschap / verzekerde bevolking (1)
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Zelfstandigen 84.998 88.120 85.911 88.475 90.267
Meehelpende echtgenotes 13.394 10.659 12.650 11.102 9.724
Totaal 98.392 98.779 98.561 99.577 99.991
(1) Primaire uitkeringsgerechtigden jonger dan 45 jaar.
2.13 Moederschap en adoptie / aantal gevallen
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 4.725 5.056 5.050 5.172 5.242
Meehelpende echtgenotes 403 320 240 250 199
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) - - 25 47 33
Totaal 5.128 5.376 5.315 5.469 5.474
2.14 Moederschap en adoptie / gemiddelde uitkering per geval (euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 2.012,32 2.046,77 2.215,82 2.747,49 2.797,10
Meehelpende echtgenotes 1.998,70 2.007,10 2.241,95 2.705,44 2.801,71
Adoptie (zelfst. + meeh. echtg.) - - 1.981,42 1.915,98 1.922,49
2.15 Moederschap en adoptie / totaal bedrag van de uitgaven(duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Zelfstandigen 9.508 10.355 11.190 14.210 14.662
Meehelpende echtgenotes 806 644 538 676 558
Adoptie ( zelfst. + meeh. echtg.) - - 48 90 63
Interne audit - - - 3 0
Invaliden 17 24 16 36 18
Totaal 10.331 11.023 11.792 15.015 15.301
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
252
2.16 Synthesetabel: uitgaven voor de uitkeringsverzekering (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Primaire arbeidsongeschiktheid 42.451 43.852 50.495 56.716 63.838Invaliditeit 149.636 166.667 189.590 206.508 221.093Moederschapsuitkering 10.331 11.023 11.792 15.020 15.301Herscholing - - - - 18
Totaal 202.419 221.542 251.877 278.244 300.250
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 2. Uitkeringen (RIZIV)
253
3. Pensioenen 3.0 Methodologische nota Voorwaardelijke rust- en overlevingspensioenen In de ontwikkeling van de pensioenregeling voor zelfstandigen zijn drie fasen te onderscheiden. Tot voor de wet van 30.06.1956 ging het om een vrijwillig stelsel. De wet van 30.06.1956 introduceerde het stelsel van individuele kapitalisatie. Door de wet van 06.02.1976 werd de kapitalisatie als wijze van beheer afgeschaft. De wet van 15.05.1984 betreffende de harmonisatie van de verschillende pensioenregelingen is de meest belangrijke wet van de jongste jaren. Deze wet berust op vier grote basisbeginselen, met name: het behoud van rechten uit loopbaanjaren in de verschillende regelingen, gelijkheid van man en vrouw, uniformisering van termijnen voor indiening van aanvragen en vooral, de instelling van een pensioen in verhouding tot de door de zelfstandigen voor de loopbaanjaren na 1983 gestorte bijdragen. De rustpensioenen worden vanaf 1984 toegekend in functie van de beroepsinkomsten die als basis voor de berekening van de bijdragen gediend hebben. Op grond van de door de overleden echtgenoot uitgeoefende activiteit als zelfstandige kan de langstlevende echtgenoot, man of vrouw, een overlevingspensioen genieten. De statistische tabellen met betrekking tot de zogenaamde voorwaardelijke pensioenen (aantal begunstigden op 1 januari, indeling naar pensioensoort, geslacht en leeftijdsklasse, evenals het gemiddeld maandbedrag van het pensioenvoordeel) zijn op gelijkaardige wijze samengesteld als bij de werknemers. Specifiek voor het pensioenstelsel der zelfstandigen zijn de onvoorwaardelijke pensioenen, waarover hieronder meer. Onvoorwaardelijke pensioenen Het onvoorwaardelijk pensioen wordt toegekend aan de volgende categorieën van personen: degenen die geen aanvraag hebben ingediend voor een voorwaardelijk pensioen als
zelfstandige; degenen die geen aanspraak kunnen maken op de toekenning of de uitbetaling van een
voorwaardelijk rust- of overlevingspensioen als zelfstandige; zij voor wie het globaal bedrag van de rust- of overlevingsuitkeringen als zelfstandige lager ligt
dan het bedrag van het onvoorwaardelijk pensioen. De statistische gegevens i.v.m. de onvoorwaardelijke pensioenen werden beperkt tot de uitgaven op jaarbasis (cf. tabel 3.3). Synthesetabel (tabel 3.5) In de synthesetabel van de pensioenuitgaven wordt de evolutie van de uitgaven voor de verschillende pensioenvoordelen samengevat. Voor informatie over de aantallen cumulaties van pensioenvoordelen voor zelfstandigen met voordelen uit andere pensioenstelsels, inzonderheid dat der werknemers of dat van de overheid verwijzen we naar het jaarverslag van de RVP. (website : http://www.onprvp.fgov.be/).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
255
Bron: RVP
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Mannen 226.117 226.231 226.216 226.323 228.466
Rustpensioenen 225.750 225.847 225.841 225.935 228.057Gehuwden, gezin 114.617 113.421 112.396 110.552 108.976Gehuwden, alleenstaand 54.429 55.338 55.999 57.360 59.746Niet-gehuwden 50.967 51.979 52.545 53.281 54.696Rust & overleving, gedeelte rust 5.737 5.109 4.901 4.742 4.639
Overlevingspensioenen 1.071 1.011 995 977 1.002Rust & overleving, gedeelte overleving 834 771 756 725 735Overleving 237 240 239 252 267
Dubbeltellingen -704 -627 -620 -589 -593
Vrouwen 265.398 264.747 260.171 260.466 262.058
Rustpensioenen 163.307 164.572 161.033 163.376 166.305Gehuwden, gezin 330 323 290 307 323Gehuwden, alleenstaand 57.080 57.910 55.888 57.259 58.761Niet-gehuwden 37.968 38.785 38.191 39.447 40.746Rust & overleving, gedeelte rust 67.929 67.554 66.664 66.363 66.475
Overlevingspensioenen 129.141 127.306 126.119 124.279 123.229Rust & overleving, gedeelte overleving 58.473 58.399 57.855 58.049 58.509Overleving 70.668 68.907 68.264 66.230 64.720
Dubbeltellingen -27.050 -27.131 -26.981 -27.189 -27.476
Totaal rust 389.057 390.419 386.874 389.311 394.362
Totaal overleving 130.212 128.317 127.114 125.256 124.231
Totaal pensioenen 519.269 518.736 513.988 514.567 518.593
Totaal dubbeltellingen -27.754 -27.758 -27.601 -27.778 -28.069
Totaal rechthebbenden 491.515 490.978 486.387 486.789 490.524
3.1 Aantal begunstigden van een rust- en/of overlevingspensioen dat in januari wordt betaald
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
256
Bron: RVP
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Mannen 398,34 419,32 441,06 466,14 506,33
Rustpensioenen 398,42 419,44 441,19 466,29 506,52Gehuwden, gezin 500,31 529,39 558,87 597,13 655,67Gehuwden, alleenstaand 257,22 271,17 285,90 301,62 330,06Niet-gehuwden 325,25 344,10 361,86 379,79 411,20Rust & overleving, gedeelte rust 352,66 350,80 367,09 379,61 399,61
Overlevingspensioenen 119,79 133,51 137,95 150,46 163,54
Rust & overleving, gedeelte overleving 102,83 118,10 120,55 131,84 145,63Overleving 179,47 183,03 192,96 204,02 213,02
Vrouwen 298,09 311,71 329,10 343,02 369,67
Rustpensioenen 180,89 186,40 193,79 199,02 212,53Gehuwden, gezin 240,35 253,07 284,37 305,86 336,45Gehuwden, alleenstaand 186,50 193,21 202,91 208,79 224,20Niet-gehuwden 212,18 218,72 226,21 231,46 245,85Rust & overleving, gedeelte rust 158,39 161,69 167,18 170,82 181,18
Overlevingspensioenen 383,86 407,27 431,46 457,28 499,31
Rust & overleving, gedeelte overleving 349,49 373,39 398,12 423,90 464,53Overleving 412,31 435,98 479,71 486,54 530,75
Totaal / rustpensioen 307,11 321,21 338,21 354,13 382,54
Totaal / overlevingspensioen 381,69 405,11 429,16 454,89 496,59
Totaal / pensioen 325,81 341,96 360,70 378,66 409,86
Totaal / rechthebbende 344,21 361,29 381,17 400,26 433,32
3.2 Gemiddeld bedrag van de rust- en/of overlevingspensioenen die in januari worden betaald (euro)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
257
Bron: RVP
2005 2006 2007 2008 2009
Voorwaardelijke pensioenen
Rustpensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 389.738 388.559 388.152 391.889 394.319Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.742,90 3.910,85 4.112,79 4.488,03 4.754,93Uitgaven (duizend euro) 1.458.749 1.519.596 1.596.390 1.758.809 1.874.959
Overlevingspensioenen
Gemiddeld aantal gerechtigden 129.265 127.804 126.499 124.930 123.751Gemiddeld jaarbedrag (euro) 4.662,50 4.927,16 5.225,56 5.788,03 6.177,65Uitgaven (duizend euro) 602.696 629.709 661.029 723.098 764.493
Totale uitgaven (duizend euro) 2.061.445 2.149.306 2.257.418 2.481.906 2.639.452
Onvoorwaardelijke pensioenen (duizend euro)
Uitbetaald door de sociale verzekeringsfondsen
6.030 5.139 4.666 4.761 -
Uitbetaald door RVP 33.400 34.231 34.706 36.277 40.108
Totaal 39.430 39.370 39.372 41.038 40.108
3.3 Pensioenuitgaven per categorie (voorwaardelijk of onvoorwaardelijk pensioen)
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
258
3.4
Rec
hth
ebb
end
en n
aar
pen
sio
enso
ort
, lee
ftijd
skla
sse
en g
esla
cht
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar
65-6
9 ja
ar70
-74
jaar
75-7
9 ja
ar80
-84
jaar
85 ja
ar e
n
ou
der
To
taal
Man
nen
162
15.9
9852
.353
53.2
5550
.734
34.7
8321
.181
228.
466
Geh
uwde
n, g
ezin
07.
006
24.1
3727
.416
26.0
0516
.656
7.75
610
8.97
6G
ehuw
den,
alle
enst
aand
116.
033
16.5
4914
.299
12.1
677.
264
3.42
359
.746
Nie
t geh
uwd
32.
729
11.0
6010
.704
11.3
949.
877
8.92
954
.696
Rus
t & o
verle
ving
014
160
482
61.
159
980
1.07
14.
781
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n14
889
310
96
226
7
Vro
uw
en8.
327
17.1
0740
.155
45.2
2552
.516
48.3
7650
.352
262.
058
Geh
uwde
n, g
ezin
010
113
855
198
232
3G
ehuw
den,
alle
enst
aand
926.
650
17.7
2415
.183
11.3
745.
535
2.20
358
.761
Nie
t geh
uwd
53.
010
9.64
28.
560
7.96
66.
139
5.42
440
.746
Rus
t & o
verle
ving
01.
843
9.75
115
.494
22.3
5422
.662
25.4
0497
.508
Ove
rlevi
ngsp
ensi
oene
n8.
230
5.50
32.
900
5.93
310
.803
14.0
3217
.319
64.7
20
To
taal
rec
hth
ebb
end
en8.
489
33.1
0592
.508
98.4
8010
3.25
083
.159
71.5
3349
0.52
4
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
9
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
259
3.5 Synthesetabel: uitgaven voor de pensioenen (duizend euro)
Bron: RVP
2005 2006 2007 2008 2009
Pensioenen RVP 2.103.244 2.192.286 2.306.056 2.532.423 2.693.682
Rustpensioenen 1.458.749 1.519.480 1.596.410 1.758.828 1.874.957Overlevingspensioenen 602.696 629.711 661.004 723.081 764.461Bijzondere toelage 1.162 1.176 1.198 1.300 1.366Onvoorwaardelijke pensioenen RVP 33.400 34.231 34.706 36.277 40.108Vervroegde uittredingstoelage landbouw 3.533 3.490 3.385 3.225 2.847Pensioenbijslag (art. 5, KB 25.4.1997) 3.699 4.199 4.658 5.206 5.526Welvaartsaanpassing - - 4.695 4.508 4.368Herwaarderingspremie 4 - - - - Stijging van de limieten toegelaten arbeid - - - 0 49
Onvoorwaardelijke pensioenen SVF 6.030 5.139 4.666 4.761 9
Tussenkomst van het repartitiestelsel in de renten
-19 26 0 5 0
Indexeringen -19 26 0 5 0
Totaal 2.109.255 2.197.451 2.310.722 2.537.189 2.693.691
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 3. Pensioenen (RVP)
260
4. Gezinsbijslag 4.0 Methodologische nota De RSVZ verzekert de betaling van de gezinsbijslag voor de rechtgevende kinderen, waarvan de gerechtigden vallen onder het sociaal statuut van de zelfstandigen. Voor de samenstelling van de tabellen verwijzen we naar de methodologische nota gezinsbijslag bij de werknemers. Qua structuur zijn de tabellen voor de gezinsbijslag in de regeling van de zelfstandigen identiek aan die voor de werknemers. In de tabel 4.8 (synthesetabel) werd door middel van een raming een uitsplitsing gemaakt naar schaal. Deze raming is gebaseerd op aantallen. We hebben een rubriek statistische correctie toegevoegd, die zorgt voor de overeenstemming met het totaal van de prestaties gezinsbijslag in de geconsolideerde tabellen. Aanvullende informatie over de gezinsbijslag voor zelfstandigen kan u vinden in het Statistisch Jaarboek van de RSVZ of op de website van de RSVZ: www.rsvz.be .
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
261
4.1 Aantal rechtgevende kinderen naar type van prestatie en naar schaal (1)
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Kinderbijslag 211.667 208.236 205.900 204.024 211.386Gewone schaal 199.155 196.241 194.169 192.662 199.932Invalidenschaal 2.167 1.971 1.926 1.922 2.010Wezenschaal 10.345 10.024 9.805 9.440 9.444
Kraamgeld 5.731 5.765 5.680 5.782 5.599
Adoptiepremie 50 51 31 28 33
(1) Rechtgevende kinderen op 30 juni, geboorten en adopties in de loop van het kalenderjaar.
4.2 Gemiddelde jaarlijkse kost per rechtgevend kind of geboorte (euro)
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Kinderbijslag (2)1.546,87 1.624,60 1.733,25 1.802,14 1.884,48
Gewone schaal 1.451,23 1.525,71 1.636,39 1.711,89 1.815,43Invalidenschaal 3.092,51 3.377,28 3.549,59 3.457,46 3.499,82Wezenschaal 3.105,78 3.213,10 3.326,05 3.381,28 2.995,37
Kraamgeld (3) 841,26 876,15 915,15 963,97 991,08
(2) Inclusief leeftijdsbijslag en supplement voor gehandicapte kinderen.(3) De adoptiepremies zijn inbegrepen bij het kraamgeld.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
262
Bron: RSVZ
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
0 - 6 jaar 37.044 36.668 36.879 37.841 43.269
6 - 12 jaar 55.455 53.584 52.708 51.932 54.097
12 - 16 jaar 44.372 43.488 42.049 41.010 42.415
16 - 18 jaar 22.479 22.343 22.722 22.751 23.438
18 - 21 jaar 29.431 29.841 29.701 29.338 28.352
Studenten 28.821 29.280 29.193 28.897 28.058Leerlingen (1) 366 300 284 253 273Gehandicapten 244 261 224 188 21
21 - 25 jaar 18.065 17.741 17.471 17.073 15.820
Studenten 18.027 17.682 17.404 17.025 15.760
Leerlingen (1) 38 59 67 48 60
25 jaar en ouder 4.821 4.571 4.370 4.079 3.995
Totaal 211.667 208.236 205.900 204.024 211.386
Kinderen met een handicap 6.710 6.448 6.286 6.054 6.000
Jonger dan 21 jaar 1.889 1.877 1.916 1.975 2.00525 jaar en ouder 4.821 4.571 4.370 4.079 3.995
(1) In het kader van de Wet van 19.07.1983 op het leerlingwezen.
4.3 Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse en volgens hun recht op bijslag, inclusief kinderen met een handicap
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
263
4.4 Aantal rechtgevende kinderen naar rang
Bron: RSVZ
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Eerste kind 111.601 110.257 109.098 108.098 110.644Tweede kind 67.164 66.127 65.591 64.998 67.862Derde kind en volgende 32.902 31.852 31.211 30.928 32.880
Totaal 211.667 208.236 205.900 204.024 211.386
4.5 Kraamgeld en adoptiepremie (1)
(aantal uitkeringen)
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Kraamgeld 5.731 5.765 5.680 5.782 5.599Eerste geboorte 2.641 2.556 2.586 2.566 2.587Volgende geboorten 3.090 3.209 3.094 3.216 3.012
Adoptiepremie 50 51 31 28 33
(1) Aantal gevallen in de loop van het jaar.
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
264
4.6 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en leeftijdsklasse
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.608 54.091 63.613 44.100 743 199.155Invalidenschaal 196 393 765 716 97 2.167Wezenschaal 240 971 2.473 2.680 3.981 10.345
Totaal 37.044 55.455 66.851 47.496 4.821 211.667
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.294 52.300 62.701 44.276 670 196.241Invalidenschaal 162 352 721 658 78 1.971Wezenschaal 212 932 2.409 2.648 3.823 10.024
Totaal 36.668 53.584 65.831 47.582 4.571 208.236
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 36.503 51.421 61.744 43.907 594 194.169Invalidenschaal 185 356 674 644 67 1.926Wezenschaal 191 931 2.353 2.621 3.709 9.805
Totaal 36.879 52.708 64.771 47.172 4.370 205.900
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 37.446 50.678 60.864 43.096 578 192.662Invalidenschaal 182 359 675 640 66 1.922Wezenschaal 213 895 2.222 2.675 3.435 9.440
Totaal 37.841 51.932 63.761 46.411 4.079 204.024
Bron: RSVZ
0-6 jaar 6-12 jaar 12-18 jaar 18-25 jaar + 25 jaar Totaal
Gewone schaal 42.784 52.764 62.861 41.050 473 199.932Invalidenschaal 225 394 737 589 65 2.010Wezenschaal 260 939 2.255 2.533 3.457 9.444
Totaal 43.269 54.097 65.853 44.172 3.995 211.386
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2005
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2007
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
265
4.7 Aantal rechtgevende kinderen naar schaal en rang
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.347 64.831 23.423 6.090 2.464 199.155Invalidenschaal (1) 1.377 499 170 68 53 2.167
Wezenschaal (1) 7.877 1.834 481 120 33 10.345
Totaal 111.601 67.164 24.074 6.278 2.550 211.667
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 101.356 63.906 22.702 5.842 2.435 196.241Invalidenschaal (1) 1.262 446 159 61 43 1.971
Wezenschaal (1) 7.639 1.775 466 111 33 10.024
Totaal 110.257 66.127 23.327 6.014 2.511 208.236
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 100.406 63.410 22.335 5.650 2.368 194.169Invalidenschaal (1) 1.237 441 151 60 37 1.926
Wezenschaal (1) 7.455 1.740 464 113 33 9.805
Totaal 109.098 65.591 22.950 5.823 2.438 205.900
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 99.696 62.823 22.251 5.542 2.350 192.662Invalidenschaal (1) 1.237 458 146 51 30 1.922
Wezenschaal (1) 7.165 1.717 426 102 30 9.440
Totaal 108.098 64.998 22.823 5.695 2.410 204.024
Bron: RSVZ
1ste kind 2de kind 3de kind 4de kind5de kind en volgende
Totaal
Gewone schaal 102.227 65.613 23.164 6.149 2.779 199.932Invalidenschaal (1) 1.272 489 151 59 39 2.010
Wezenschaal (1) 7.145 1.760 409 98 32 9.444
Totaal 110.644 67.862 23.724 6.306 2.850 211.386
(1) Inbegrepen de gehandicapten die geen aanspraak kunnen maken op de bijkomende bijslag voor gehandicapten.
Toestand op 30 juni 2007
Toestand op 30 juni 2009
Toestand op 30 juni 2008
Toestand op 30 juni 2006
Toestand op 30 juni 2005
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
266
4.8 Synthesetabel: uitgaven voor gezinsbijslagen (duizend euro)
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Gewone schaal 288.100 298.200 315.200 348.300 388.100Invalidenschaal 6.600 6.500 6.400 6.600 7.800Wezenschaal 31.500 31.400 31.100 31.900 29.600Andere Prestaties 14.100 14.700 16.100 18.200 23.600
Statistische correctie -11.934 -13.427 -13.769 -18.060 -33.867
Totaal 328.366 337.373 355.031 386.940 415.233
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 4. Gezinsbijslag (RSVZ)
267
5. Faillissementsverzekering 5.0 Methodologische nota De opgenomen tabel over de faillissementsverzekering omvat het aantal rechthebbenden ( aantal toekenningen), het aantal vergoede maanden, de gemiddelde maanduitkering en de uitgaven aan sociale prestaties voor de faillissementsverzekering op jaarbasis. De gemiddelde maanduitkering wordt berekend, rekening houdend met het feit dat een toekenning op meerdere maanden betrekking kan hebben. Krachtens het K.B. van 26.04.2007 werd de periode gedurende dewelke men een uitkering van de faillissementsverzekering kan genieten verlengd tot ten hoogste 12 maanden. Aanvullende informatie over de faillissementsverzekering vindt u op de website van de RSVZ: www.rsvz.be. Algemene informatie over de evolutie van het aantal faillissementen en hun omvang vindt u op de website van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. : http://statbel.fgov.be bij de rubriek Economie, ondernemingen... (faillissementsstatistieken).
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
269
5.1 Evolutie van het aantal gevallen en van de uitgaven
Bron: RSVZ
2005 2006 2007 2008 2009
Aantal gevallen (toekenningen) 492 428 443 474 768Aantal vergoede maanden 2.487 2.105 2.598 4.197 6.564Gemiddelde maanduitkering (euro) 567,68 592,25 676,84 903,25 942,51
Totale uitgaven (euro) 1.411.825 1.246.681 1.758.417 3.790.950 6.186.636
III. Het stelsel voor zelfstandigen C. Statistieken 5. Faillissementsverzekering (RSVZ)
270
A. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005-
2009
(m
iljo
en e
uro
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
To
egek
end
e so
cial
e p
rest
atie
s 18
.134
,51.
192,
819
.327
,318
.297
,11.
219,
519
.516
,619
.510
,21.
317,
620
.827
,822
.817
,024
.354
,8V
erst
rekk
inge
n of
uitk
erin
gen
18.1
34,5
1.19
2,8
19.3
27,3
18.2
97,1
1.21
9,5
19.5
16,6
19.5
10,2
1.31
7,6
20.8
27,8
22.8
17,0
24.3
54,8
Bet
alin
gson
kost
en
- -
- -
- -
- -
- -
-
On
invo
rder
bar
e so
cial
e p
rest
atie
s -
- -
- -
- -
- -
- -
Lo
pen
de
wer
kin
gsk
ost
en
748,
850
,279
9,0
784,
653
,383
7,9
813,
056
,786
9,7
913,
994
8,0
Cen
tral
e in
stel
linge
n 79
,65,
885
,480
,56,
486
,983
,16,
689
,710
1,3
98,5
Prim
aire
inst
ellin
gen
669,
244
,471
3,6
704,
146
,975
1,0
729,
950
,178
0,0
812,
684
9,5
Div
erse
fin
anci
ële
last
en
- -
- -
- -
- -
- -
-
Las
ten
die
een
ver
min
der
ing
zijn
van
op
bre
ng
sten
an
der
e d
an f
inan
ciël
e -
- -
- -
- -
- -
- -
Div
erse
ove
rdra
chte
n n
aar
der
den
19
2,9
12,0
204,
931
1,7
20,1
331,
833
6,2
18,9
355,
175
3,6
464,
1
Bes
par
ing
17
6,9
18,0
194,
9-
82,3
65,4
- 16
,917
0,5
17,6
188,
1-
226,
91.
045,
2
Su
bto
taal
19
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.311
,11.
358,
320
.669
,420
.829
,91.
410,
822
.240
,724
.257
,626
.812
,1
Ove
rdra
chte
n b
inn
en d
e ta
k -
- -
- -
- -
- -
- -
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
-
- -
17,8
1,2
19,0
6,7
- 6,
761
5,3
306,
7N
aar
de w
erkn
emer
s (t
ak p
ensi
oene
n)
- -
- 17
,8-
17,8
6,7
- 6,
7-
- N
aar
het R
SZ
-Glo
baal
beh
eer
- -
- -
- -
- -
- 55
3,8
276,
0N
aar
het R
SV
Z-G
loba
al b
ehee
r -
- -
- 1,
21,
2-
- -
61,5
30,7
To
taal
19
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.328
,91.
359,
520
.688
,420
.836
,61.
410,
822
.247
,424
.872
,927
.118
,8
Las
ten
2
005
200
6 2
007
200
9 2
008
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
274
A. E
con
om
isch
e re
ken
ing
en 2
005-
2009
(m
iljo
en e
uro
) (v
ervo
lg)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Ver
sch
uld
igd
e so
cial
e b
ijdra
gen
1.
602,
610
8,9
1.71
1,5
1.67
6,4
109,
21.
785,
61.
629,
510
5,4
1.73
4,9
1.75
8,0
1.96
0,0
Tak
sen
en
bel
asti
ng
en a
ang
ewen
d v
oo
r d
e so
cial
e ze
kerh
eid
1.
880,
20,
31.
880,
51.
871,
716
5,3
2.03
7,0
2.01
2,9
180,
42.
193,
32.
325,
72.
417,
4
Nie
t-te
rug
vord
erb
are
teg
emo
etko
- m
ing
en v
an d
e o
pen
bar
e m
ach
ten
-
134,
013
4,0
- -
- -
- -
- -
Op
bre
ng
sten
van
eig
end
om
men
e
n b
edri
jven
2,
50,
32,
82,
50,
22,
72,
90,
33,
24,
94,
9
Div
erse
op
bre
ng
sten
vo
ort
kom
end
v
an d
erd
en
225,
73,
922
9,6
252,
04,
225
6,2
278,
63,
628
2,2
304,
733
3,4
Ter
ug
te
vord
eren
, ten
on
rech
te
uit
bet
aald
e so
cial
e p
rest
atie
s -
- -
- -
- -
- -
- -
Su
bto
taal
3.
711,
024
7,4
3.95
8,4
3.80
2,6
278,
94.
081,
53.
923,
928
9,7
4.21
3,6
4.39
3,3
4.71
5,7
Ove
rdra
chte
n b
inn
en d
e ta
k -
- -
- -
- -
- -
- -
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
15
.542
,11.
025,
616
.567
,715
.526
,31.
080,
616
.606
,916
.912
,71.
121,
118
.033
,820
.479
,622
.403
,1V
an h
et R
SZ
-Glo
baal
beh
eer
15
.441
,0-
15.4
41,0
15.4
23,0
- 15
.423
,016
.806
,0-
16.8
06,0
18.5
74,8
20.3
32,1
Van
het
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
- 1.
025,
61.
025,
6-
1.08
0,6
1.08
0,6
- 1.
121,
11.
121,
11.
793,
51.
954,
7V
an h
et R
SV
Z-G
emen
gde
loop
bane
n 10
1,1
- 10
1,1
103,
3-
103,
310
6,7
- 10
6,7
111,
311
6,3
To
taal
19
.253
,11.
273,
020
.526
,119
.328
,91.
359,
520
.688
,420
.836
,61.
410,
822
.247
,424
.872
,927
.118
,8
200
7 2
009
Op
bre
ng
sten
2
005
200
6 2
008
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging A. Economische rekeningen
275
1. Commentaar A. Evolutie van het begrotingsresultaat
2005 2006 2007 2008 2009
20.533.282 20.696.047 22.250.685 24.872.899 27.148.071Kapitaalontvangsten 0 0 0 418.310 459
Sociale prestaties 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056 22.128.162Andere lopende uitgaven 3.081.158 2.970.736 3.185.809 4.395.696 3.976.883Kapitaaluitgaven 0 79.000 337.716 4.317 12
Begrotingsresultaat 201.928 -88.977 -146.246 187.140 1.043.473
Lopende ontvangsten
(duizend euro)
Het verschil tussen de stijging van de ontvangsten en de stijging van de uitgaven verklaart de evolutie van het resultaat. Behalve door de evolutie van het aantal werknemers, het aantal zelfstandigen en de aan beide groepen gerelateerde inkomens, die in het statistische gedeelte gedetailleerd worden beschreven, worden de ontvangsten en de uitgaven door de genomen beleidsmaatregelen beïnvloed. De sociale prestaties ondergaan bovendien ook de invloed van de evolutie van de volumefactoren (aantal rechthebbenden, aantal intra-murale dagen, aantal verstrekkingen, …), die in het statistische gedeelte worden besproken. Hieronder komt de evolutie van de ontvangsten en de uitgaven aan bod en gaan we in op de belangrijkste beleidsmaatregelen die genomen werden. B. Evolutie van de ontvangsten De lopende ontvangsten
2005 2006 2007 2008 2009
21,51% 3,11% 3,32% 4,18% 8,00%Lopende ontvangsten
In 2005 stegen de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven met 25 % ten opzichte van 2004. In 2006 daalden de inkomsten uit deze bijdragen ten opzichte van 2005, deels door een onderschrijding van de begroting in 2005 en deels door een vereenvoudiging in de veelheid aan heffingen die werden ingevoerd. Anderzijds diende de farmaceutische industrie, ter vervanging van het zogenaamde ‘claw back’-systeem, wel het provisiefonds geneesmiddelen te financieren. Dit fonds bevatte in 2006 79.000 duizend euro, waarvan 75.768 duizend euro voor de werknemersregeling en 3.232 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In 2007 zette de dalende trend van de inkomsten uit de bijdragen op het omzetcijfer van de vergoedbare geneesmiddelen ten laste van de farmaceutische bedrijven zich verder. Dit was voornamelijk het gevolg van een sterke onderschrijding van de begroting in 2006. Aan het provisiefonds geneesmiddelen werd in 2007 een bedrag van 28.716 duizend euro toegevoegd, waarvan 27.674 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.042 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
279
In 2005 werd het bedrag van de BTW-ontvangsten toegewezen aan de financiering van de geneeskundige verzorging verhoogd met 41.659 duizend euro (waarvan 28.218 duizend euro voor de werknemersregeling en 13.441 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen) teneinde de Staatstussenkomst via de alternatieve financiering aan te wenden voor de verblijfskost in de psychiatrische verzorgingstehuizen. In 2006 werd dit bedrag opnieuw verhoogd met circa 13.000 duizend euro omdat voortaan ook de betaling van de tegemoetkoming van de Staat in de opnemingsprijs van het beschut wonen betaald wordt. De inhaalbedragen (dit wil zeggen het gebrek aan inkomsten ten opzichte van een begroting vastgesteld voor één of meerdere voorgaande begrotingsjaren) verschuldigd aan de ziekenhuizen werden ten belope van 247.000 duizend euro gefinancierd uit BTW-inkomsten. In 2007 had het RIZIV-geneeskundige verzorging 1.386.841 duizend euro aan btw-inkomsten ontvangen (waarvan 1.272.434 voor de werknemersregeling en 114.407 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel). Met deze ontvangst stond het RIZIV in voor: De betaling van de schadeloosstelling voor de kosten die gepaard gaan met de sluiting of het
niet in gebruik nemen van een ziekenhuis(dienst) of het beëindigen van het gebruik van zware medische apparatuur;
De betaling van het gedeelte van de begroting voor de financiële middelen van de ziekenhuizen dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “psychiatrische verzorgingstehuizen PVT” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De betaling van het gedeelte van de uitgaven “beschut wonen” dat ten laste genomen wordt door de Staat;
De facturen voor ziekenhuisopname van gevangenen en de kosten van geneesmiddelen in de gevangenis;
Financiële middelen voor de financiering van de geïnterneerden. In 2005 verhoogde het gedeelte van de fiscale ontvangsten voortkomend van accijnzen op tabak, toegewezen aan het RIZIV-geneeskundige verzorging met 155.000 duizend euro, waarvan 144.914 duizend euro wordt toegekend aan de werknemersregeling en 10.086 duizend euro aan het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2005 wordt een bedrag van 130.000 duizend euro voorafgenomen op de ontvangsten van accijnzen en gelijkgestelde taksen en toegewezen aan de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging, hetzij 121.698 duizend euro voor de werknemersregeling en 8.302 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. Vanaf 01.01.2006 wordt 32,5% van de opbrengst van de accijnzen op de verkoop van tabaksproducten toegewezen aan het RIZIV. Bovendien mag dit bedrag niet lager zijn dan 555.685 duizend euro en wordt het jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gemiddelde consumptieprijsindex. Een schijf van 299.300 duizend euro wordt verdeeld tussen de werknemers- en zelfstandigenregeling volgens de verdeelsleutel van de reële uitgaven van de geneeskundige verzorging. Van het saldo wordt 90% toegewezen aan de werknemersregeling en 10% aan het zelfstandigenstelsel. Vanaf 01.01.2008 zijn er 2 belangrijke wetten in voege gegaan: de “wet van 31 januari 2007 tot wijziging van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact met het oog op de invoering van een nieuw systeem voor de financiering van de ziekteverzekering” en de “wet van 26 maart 2007 houdende diverse bepalingen met het oog op de integratie van de kleine risico's in de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor de zelfstandigen”. Het doel van deze wetten is enerzijds tegemoet te komen aan de toekomstige financieringsuitdagingen van de geneeskundige verzorging en anderzijds te komen tot een gelijkgeschakeling in sociale bescherming op het vlak van de geneeskundige verzorging tussen werknemers en zelfstandigen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
280
Tot en met 2007 was de financiering van de tak geneeskundige verzorging vanuit beide globale beheren gebaseerd op de thesauriebehoeften. Vanaf 2008 echter, bestaat de financiering uit drie delen: Een basisbedrag per globaal beheer gelijk aan het bedrag van het voorgaande jaar verhoogd
met het groeipercentage van de beschikbare effectieve inkomsten uit bijdragen tussen de jaren N-1 en N-2;
Een bijkomend bedrag vanuit beide globale beheren waarvoor deze een alternatieve financiering bekomen. Dit bijkomend bedrag wordt bekomen door de uitgaven van de tak geneeskundige verzorging te verminderen met de twee basisbedragen en met de eigen ontvangsten van de tak geneeskundige verzorging en vervolgens via een verdeelsleutel te verdelen over de globale beheren;
Indien na afloop van het begrotingsjaar blijkt dat de uitgaven voor geneeskundige verzorging hoger lagen dan de globale begrotingsdoelstelling, wordt deze overschrijding ten laste gelegd van de globale beheren volgens een verdeelsleutel op basis van de basisbedragen gestort door de globale beheren, rekeninghoudende met de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen.
Doordat naast de invoering van een nieuwe financiering ook de integratie van de kleine risico’s in de verplichte verzekering wordt doorgevoerd, dienen de hierboven beschreven basisbedragen nog gecorrigeerd te worden. Tot op heden konden zelfstandigen met ook een loopbaan als werknemer of met een partner die onder de werknemersregeling viel, zich verzekeren tegen geneeskundige verzorging onder de werknemersregeling. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient met 182.060 duizend euro verhoogd te worden en het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-werknemers met eenzelfde bedrag verlaagd. Na 2008 zal dit bedrag geïndexeerd worden. Het basisbedrag ten laste van het Globaal beheer-zelfstandigen dient voor 2008 ook een bedrag van 442.222 duizend euro te bevatten tengevolge van de integratie van de kleine risico’s. Het dient verder verhoogd te worden met 182.060 duizend euro ten gevolge van de afschaffing van de meest gunstige regel alsook met 11.410 duizend euro ter financiering van de verhoging van de beheerskosten van de VI’s. Voor 2008 kwam dit neer op: Een basisbedrag voor de RSZ van 17.791.267 duizend euro zijnde een bedrag van
17.013.574 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0564110 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen);
Een basisbedrag voor het RSVZ van 1.788.850 duizend euro zijnde een bedrag van 1.109.528 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2007) vermenigvuldigd met een factor 1,0393227 (groeivoet 2007/2006 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 442.222 duizend euro (meerkost prestaties kleine risico’s), met 182.060 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend euro (administratiekosten VI’s);
Een bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen die 621.307 duizend euro bedraagt en voor 564.545 duizend euro toegekend wordt aan de RSZ en voor 56.763 duizend euro aan het RSVZ;
Een bijkomende financiering tengevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2007. Het RIZIV moet een bedrag van 130.243 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 175.391 duizend euro terugbetalen, terwijl het RIZIV in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 45.148 duizend euro ontvangt van de verzekeringsinstellingen in 2008;
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
281
Een bijkomende financiering tengevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen 2004 en 2005. Voor 2004 moet het RIZIV een bedrag van 17.808 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2005 18.849 duizend euro. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 14.140 duizend euro terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2004 en 29.445 duizend euro in 2005. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 3.668 duizend euro te betalen aan de verzekeringsinstellingen voor 2004, terwijl het in 2005 een bedrag van 10.596 duizend euro ontvangt.
De bedragen gefinancierd in 2009 bedroegen: Een basisbedrag voor de RSZ van 18.829.269 duizend euro zijnde een bedrag van
17.984.130 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2008) vermenigvuldigd met een factor 1,057120 (groeivoet 2008/2007 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verminderd met 182.115 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen);
Een basisbedrag voor het RSVZ van 1.823.645 duizend euro zijnde een bedrag van 1.599.012 duizend euro (gecorrigeerde behoeften 2008) vermenigvuldigd met een factor 1,019454 (groeivoet 2008/2007 van de bijdrageontvangsten) en vervolgens verhoogd met 182.115 duizend euro (afschaffing gemengde loopbanen) en met 11.410 duizend euro (administratiekosten VI’s);
Een bijkomende alternatieve financiering nodig om de begroting in evenwicht te brengen die 1.057.712 duizend euro bedraagt en voor 964.316 duizend euro toegekend wordt aan de RSZ en voor 93.396 duizend euro aan het RSVZ;
Een bijkomende financiering tengevolge van de voorlopige afsluiting van de rekeningen 2008. Het RIZIV moet een bedrag van 293.897 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 267.772 duizend euro terugbetalen en in het stelsel van de zelfstandigen een bedrag van 26.125 duizend euro;
Een bijkomende financiering tengevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen 2006 en 2007. Voor 2006 moet het RIZIV een bedrag van 166.100 duizend euro betalen aan de verzekeringsinstellingen, in 2007 116.187 duizend euro. In het stelsel van de werknemers moet het RIZIV een bedrag van 160.561 duizend euro terugbetalen aan de verzekeringsinstellingen in 2006 en 110.194 duizend euro in 2005. In het stelsel van de zelfstandigen dient het RIZIV een bedrag van 5.539 duizend euro te betalen aan de verzekeringsinstellingen voor 2006 en 5.993 duizend euro in 2007.
De kapitaalontvangsten Vanuit het provisiefonds geneesmiddelen, dat in 2006 gecreëerd werd bij het RIZIV, werd in 2008 een bedrag van 109.310 duizend euro opgevraagd. Dit bedrag vertegenwoordigde een kapitaaluitgave bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betrof deze opneming een kapitaalontvangst afkomstig van de globale beheren, gevolgd door een aanwending als lopende uitgave. Ten slotte was er in 2008, krachtens de programmawet van 22 december 2008, een overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007 (309.000 duizend euro) naar de beide globaal beheren. Het RIZIV kreeg allereerst het geld terug dat in 2007 geleend werd aan het RSZ (kapitaaluitgave bij de RSZ en kapitaalontvangst bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging) en droeg het vervolgens over aan de twee globaal beheren (lopende uitgave externe overdracht bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging en lopende ontvangst externe overdracht bij de RSZ en het RSVZ).
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
282
C. Evolutie van de uitgaven De sociale prestaties
2005 2006 2007 2008 2009 Gemiddelde
jaarlijkse aangroei
Sociale prestaties 17.250.196 17.735.288 18.873.406 20.704.056 22.128.162 6,42 %
(duizend euro)
Het indexeringsmechanisme van de sociale prestaties kent 3 mogelijke systemen: De indexering van de honoraria van het jaar N gebeurt op basis van de vergelijking van de
gezondheidsindex van juni van het jaar N-2 en de gezondheidsindex van juni van het jaar N-1; Voor de prestaties geleverd binnen de verblijfsectoren vindt de indexaanpassing plaats in de
eerste maand die volgt op de maand waarin de spilindex wordt bereikt. Een grotere vertragingsfactor dan één maand is echter ook mogelijk;
Ten slotte zijn er prestaties waarvoor geen indexeringmechanisme voorzien is in de regelementering.
Bij de berekening van de globale begrotingsdoelstelling wordt er echter een theoretische indexmassa berekend die losstaat van de daadwerkelijk in de praktijk toegepaste indexeringssystemen. Behalve van de automatische aanpassing van de sociale prestaties aan de evolutie van de gezondheidsindex, is hun toename ook het gevolg van de beleidsmaatregelen die genomen werden en van de evolutie van de volumefactoren (medisch verbruik, aantal begunstigden, aantal intra-murale dagen, …). Het gedeelte “C. Statistieken” bevat informatie met betrekking tot deze volumefactoren. Hieronder geven wij hoofdzakelijk commentaar op de verschillende takken, jaar per jaar, en op de belangrijkste maatregelen die werden genomen. Om aan nieuwe behoeften tegemoet te komen, heeft de Regering beslist om vanaf 2004 een reële groeinorm van 4,5 % toe te passen op de begrotingsdoelstelling van de geneeskundige verzorging. Dat maakt het mogelijk om rekening te houden met een aantal nieuwe initiatieven, met het oog op de verbetering van de toegankelijkheid van de verzorging, het garanderen van een correcte financiering van de zorgverstrekkers en de indijking van het structureel tekort van de ziekenhuizen, waarbij nog andere besparingsmaatregelen nodig zijn. Dit laatste in het bijzonder in de sector van de geneesmiddelen. De rekeningen 2005 belopen 16.173.192 duizend euro voor de werknemersregeling, hetzij een onderbenutting van 116.941 duizend euro en 1.077.004 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen, hetzij een onderbenutting van 31.236 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2006 werd vastgelegd op 18.473.130 duizend euro, waarvan 17.262.011 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.211.119 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. In deze doelstelling was een provisie van 80 miljoen euro begrepen, die enkel kon worden aangewend voor het opvangen van tijdelijke meeruitgaven voor de inwerkingtreding van de correctiemechanismen die het effect van de meeruitgaven moeten compenseren. Vanaf 2005 is de fiscale MAF afgeschaft en gebeurt de terugbetaling voor de huishoudens, net zoals voor de huishoudens met lage en bescheiden inkomens, via de mutualiteiten. Hierdoor kan de terugbetaling in principe sneller gebeuren. Bovendien verdwijnen een aantal verschillen die bestonden in de fiscale MAF tegenover de inkomens MAF voor lage en bescheiden inkomens.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
283
Er werd een actieprogramma huisartsengeneeskunde opgesteld, om de patiënt aan te sporen eerst via zijn huisarts langs te gaan alvorens een specialist te raadplegen en ook om de huisartsen beter te ondersteunen (impulsfonds, administratieve vereenvoudiging, …). Vanaf 01.07.2006 legt de Regering prijsdalingen op voor oudere geneesmiddelen. Bovendien werd op dezelfde datum het systeem van de forfaitaire financiering uitgebreid tot het merendeel van de geneesmiddelen verstrekt in de ziekenhuizen. Om een bepaalde groep patiënten toegang te verlenen tot een therapie met Herceptin, voor de behandeling van borstkanker, werd een terugbetaling op experimentele basis mogelijk gemaakt. Krachtens het koninklijk besluit van 10.06.2006 worden vanaf 01.07.2006 de zelfstandigen die, na 30.06.2006 maar voor 31.12.2006, een zelfstandige activiteit in hoofdberoep starten en de zelfstandigen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten gratis verzekerd tegen de kleine risico's in het raam van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. De rekeningen 2006 voorzien 16.634.392 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 627.619 duizend euro en 1.100.896 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 110.223 duizend euro. De globale begrotingsdoelstelling voor 2007 was vastgesteld op 19.618.653 duizend euro (waarvan 18.322.646 duizend euro voor de werknemersregeling en 1.296.007 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel), rekeninghoudende met de norm van 4,5 % reële groei toegepast sinds 2004 en met de exogene uitgaven, hetzij een verhoging van 6,14 % ten opzichte van de doelstelling voor 2004. Volgende maatregelen werden opgenomen in 2007: De voorkeursregeling werd op 1 april 2007 uitgebreid naar alle huishoudens waarvan de
inkomens zich onder een bepaald niveau bevinden; Chronisch zieken: om de gezondheidsuitgaven ten laste van de chronisch zieken te
verminderen, werden de kosten die worden opgenomen in hun “MAF-teller” uitgebreid en/of de rechtstreekse tegemoetkoming in bepaalde kosten verbeterd;
Verbetering van de geriatrische en palliatieve zorgprogramma’s; Nieuw financieringssysteem en nieuwe prijsbepaling voor implantaten; Vervroegde structurele herfinanciering voor de ziekenhuizen die geen honorariasupplement
aanrekenen voor een tweepersoonskamer; Herinvoering van de terugbetaling van tandextracties; Terugbetaling van het jaarlijkse mondonderzoek voor de personen tussen 54 en 56 jaar oud; Vermindering van het remgeld voor de eerste 18 zittingen kinesitherapie (courante
aandoeningen); Daling van het remgeld voor de forfaits thuiszorg; Geneesmiddelen: om prijsdalingen aan te moedigen werd het remgeldplafond verminderd met
50 % voor de minst dure specialiteiten indien er een generiek bestaat. Voorts werd het beleid van herwaardering van de huisartsengeneeskunde en de gerichte herwaardering van de nomenclatuur van welbepaalde specialiteiten verdergezet. De rekeningen 2007 voorzien 17.677.092 duizend euro voor de werknemersregeling of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 645.554 duizend euro en 1.196.315 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 99.692 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2008 werd vastgesteld op 21.433.957 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2007, die 19.618.653 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 9,25 %. Indien men geen rekening houdt met de invloed van de integratie van de kleine risico’s zelfstandigen bedraagt het groeipercentage 6,84 %.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
284
Een aantal nieuwe initiatieven werden weerhouden: De financiering van af te sluiten tariefakkoorden met artsen en bandagisten en de financiering
van al afgesloten akkoorden voor tandartsen en kinesitherapeuten; De financiering van akkoorden met de rusthuizen voor het begeleid wonen; Een betere terugbetaling van implantaten; Een betere bescherming van chronische zieken; Een uitbreiding van de maximumfactuur. De regering besliste tevens om een bedrag van 380.000 duizend euro voorlopig onverdeeld te laten en als reserve opzij te zetten. De regering heeft echter beslist 73.721 duizend euro van dit bedrag aan te wenden om een gedeelte van de inhaalbedragen ziekenhuizen aan te zuiveren. Het ingeschreven bedrag in de prestaties bedraagt hierdoor 21.360.236 duizend euro en de externe overdrachten naar de ziekenhuizen stijgen met 73.721 duizend euro. Het gereserveerde bedrag is hierdoor beperkt tot 306.279 duizend euro en zal dienen om aan toekomstige behoeften, meer bepaald in het kader van de strijd tegen kanker, tegemoet te komen. De voorlopige rekeningen 2008 voorzien 20.704.056 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 729.901 duizend euro. De begrotingsdoelstelling voor 2009 werd vastgesteld op 23.084.470 duizend euro. Ten opzichte van de globale begrotingsdoelstelling 2008, die 21.433.957 duizend euro bedroeg, betekent dit een verhoging met 7,70 %. Een aantal maatregelen werden weerhouden: De wetgeving ter precisering van het feit dat de er op de bijkomende vrije pensioenen van de
zelfstandigen een inhouding zal zijn voor het RIZIV werd aangepast; Gezien de ziekenhuisbegroting van het RIZIV (77,23 %) ook de verblijven betreffende
internationale conventies bevat, liggen de voorschotten betaald aan de verzekerings-instellingen voor de verblijven van buitenlandse patiënten te hoog. Ter correctie werd de financiering van het RIZIV verminderd met 30.000 duizend euro, aangezien ook de uitgaven lager zijn;
De regering wenst maatregelen te nemen ter beheersing van de gangbare prijzen binnen de sector van de implantaten, waardoor 39.430 duizend euro kan bespaard worden. Hiertoe heft ze een taks van 7 % op het zakencijfer van de terugbetaalbare producten.
Binnen de globale begrotingsdoelstelling wordt een bedrag van 299.852 duizend euro voorzien voor het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging. Tevens werd een bijkomend bedrag van 6.800 duizend euro buiten de globale begrotingsdoelstelling voorzien. De voorlopige rekeningen 2009 voorzien 22.128.162 duizend euro voor het eenheidsstelsel of een onderbenuttiging van het begrotingsobjectief van 956.308 duizend euro. De andere lopende uitgaven De uitgavenbegroting ten laste van het RIZIV voor de begroting van de financiële middelen van de ziekenhuizen werd in 2005 vastgesteld op 1.231.010 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.952 duizend euro voor het zelfstandigenstelsel. Daarin zijn ook de sluitingspremies en de tegemoetkoming voor de psychiatrische verzorgingstehuizen begrepen. Het bedrag van de alternatieve financiering wordt, krachtens artikelen 116 § 1 en 258 van de wet van 22 december 2003, vastgesteld op 1.228.190 duizend euro voor de werknemersregeling en op 106.576 voor het zelfstandigenstelsel. Het RIZIV deed in 2006 een terugbetaling van het bedrag van de bijdrage “pre-clawback” ontvangen in 2005 vermits de begroting geneesmiddelen voorzien voor 2005 niet overschreden was. Het gaat om een bedrag van 67.272 duizend euro voor het werknemersstelsel en 7.202 duizend euro voor het zefstandigenstelsel.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
285
In 2008 werd het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging gestijfd door de twee globaal beheren voor een totaal bedrag van 306.279 duizend euro. Dit bedrag bevindt zich bij de overdrachten naar de RSZ en het RSVZ, evenals het bedrag van de overdracht van het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging 2007(309.000 duizend euro). Bij het Toekomstfonds voor de geneeskundige verzorging wordt een bijkomende storting van 306.652 duizend euro voorzien in 2009. Dit behoort voor 90 % toe aan het globaal beheer voor werknemers en voor 10 % aan het globaal beheer voor zelfstandigen. De kapitaaluitgaven Bij het RIZIV werd begin 2006 een provisiefonds ingesteld om eventuele overschrijdingen van het deelbudget voor geneesmiddelen te dekken. In de Programmawet van 20.07.2006 werd bepaald dat dit fonds wordt overgeheveld naar de globale beheren werknemers en zelfstandigen. Wanneer het fonds zou worden aangesproken, moet het opnieuw gespijsd worden met de nodige middelen. Voor 2006 ging het om een bedrag van 75.768 duizend euro voor de RSZ-Globaal beheer en 3.232 duizend euro voor het RSVZ-Globaal beheer. In 2007 werd een bedrag van 27.674 duizend euro voor het werknemersstelsel en 1.042 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen toegevoegd aan dit fonds. In 2008 betrof de toevoeging aan dit fonds slechts 4.137 duizend euro voor het werknemersstelsel en 180 duizend euro voor het stelsel van de zelfstandigen. De regering besliste om vanaf 2007 een Toekomstfonds voor de gezondheidszorg op te richten met als doel de toekomstige kost van de gezondheidszorgen als gevolg van de vergrijzing op te vangen. In 2007 werd dit fonds gestijfd met 309.000 duizend euro (288.600 duizend euro ten laste van de werknemersregeling en 20.400 duizend euro ten laste van het zelfstandigenstelsel). Dit bedrag van 309.000 duizend euro is geboekt bij de kapitaalontvangsten van het RSZ-Globaal beheer, vermits het door het RIZIV wordt uitgeleend aan de RSZ die de beleggingen beheert. In 2008 genereerde het provisiefonds geneesmiddelen 4.317 duizend euro aan bijkomende middelen. Dit bedrag wordt opgenomen als een kapitaalontvangst bij de RSZ en het RSVZ. Bij het RIZIV-Geneeskundige verzorging betreft het een kapitaaluitgave.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
286
D. Bijlage De financiële verantwoordelijkheid van de VI’s Van 1995 tot 1999 heeft de Algemene Raad van het RIZIV rekening moeten houden met een reële groeinorm van 1,5 % voor het bepalen van de begrotingsdoelstelling van de uitgaven voor gezondheidszorg. Door middel van een Koninklijk Besluit mogen uitzonderlijke of specifieke uitgaven de reële groeinorm evenwel overschrijden. De Regering heeft beslist de reële groeinorm vanaf 2001 te verhogen tot 2,5 %. Deze norm wordt vanaf 2004 naar 4,5 % opgetrokken. De “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid" is de doelstelling waarin de buiten-gewone en/of specifieke factoren werden opgenomen. Van deze doelstelling moeten bovendien bepaalde uitgaven worden afgetrokken die onmiddellijk door het RIZIV worden verrekend en die geen deel uitmaken van de prestaties geleverd door de verzekeringsinstellingen: het betreft de uitgaven voor accreditering (geneesheren en tandartsen), het forfait voor het globaal medisch dossier, de uitgaven voor expertise, … Indien een overschot (een tekort) wordt gerealiseerd ten opzichte van de “begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid”, verwerven (dekken) de verzekeringsinstellingen een deel van dit overschot (tekort). Dit deel vertegenwoordigt2: Voor de jaren 1995, 1996, 1997: 15 %; Voor de jaren 1998, 1999, 2000: 20 %; Vanaf 2001: 25 %. In geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling is de financiële verantwoordelijkheid van de verzekeringsinstellingen evenwel gelijk aan het hierboven vermelde deel van het tekort, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan 2% van hun aandeel in de begrotingsdoelstelling. Na afsluiting van de rekeningen (in t+2), wordt het aandeel van het overschot (tekort) dat niet verworven (gedekt) wordt door de verzekeringsinstellingen, gerecupereerd (gefinancierd) door het RSZ-Globaal beheer. Vanaf 2001 stort het RIZIV, indien de voorlopige uitgaven van het jaar t groter zijn dan de begrotingsdoelstelling, in de loop van het jaar t+1, aan iedere verzekeringsinstelling een voorschot op de definitieve afsluiting. Dit voorschot komt overeen met het verschil tussen het bedrag van de begrotingsdoelstelling en het bedrag van de voorlopige uitgaven, verminderd met 25 % van dit verschil beperkt tot 2 % van de begrotingsdoelstelling. Het saldo zal worden gefinancierd (of teruggevorderd) door het globaal beheer in t+2, na de definitieve afsluiting van de rekeningen. Bij het afsluiten van de rekeningen wordt een rekening-courant tussen de VI’s en het RIZIV opgesteld per stelsel en per sector: de rekening-courant vertegenwoordigt het verschil tussen de voorschotten die het RIZIV in de loop van het jaar aan de VI’s heeft gestort, en hun vastgestelde rechten overeenkomstig de wetgeving en in het bijzonder overeenkomstig de principes van de financiële verantwoordelijkheid. De onderstaande tabel toont de weerslag van de jaarlijkse aanzuivering van deze rekeningen-courant op de door het globaal beheer van de werknemers en door het globaal beheer van de zelfstandigen te financieren behoeften van het RIZIV, dit wil zeggen op de overdracht van het RSZ-Globaal beheer aan het RIZIV en de overdracht van de RSVZ naar het RIZIV: de positieve bedragen, die het geld voorstellen dat het RIZIV verschuldigd is aan de VI’s, worden in meerdering gebracht van de te financieren behoeften, terwijl de negatieve bedragen, die het geld voorstellen dat de VI’s verschuldigd zijn aan het RIZIV, de te financieren behoeften verminderen.
2 K.B. van 10.04.2000 tot verlenging van de tijdschema's bedoeld in artikel 196, § 1, en in artikel 198, § 2 en §3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14.07.1994.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
287
ST
EL
SE
L V
AN
DE
WE
RK
NE
ME
RS
EN
DE
ZE
LF
ST
AN
DIG
EN
AF
SL
UIT
ING
VA
N D
E R
EK
EN
ING
EN
VA
N D
E Z
IEK
TE
- E
N IN
VA
LID
ITE
ITS
VE
RZ
EK
ER
ING
(du
ize
nd e
uro)
\ T
e fi
nan
cier
en b
eho
efte
n in
…
ing
evo
lge…
\W
erkn
emer
sZ
elfs
tand
igen
Wer
kne
mer
sZ
elfs
tan
dig
enW
erkn
emer
sZ
elfs
tan
dige
nW
erk
nem
ers
Zelfs
tand
igen
Wer
kn
emer
sze
lfst
andi
gen
Ge
nee
sk
un
dig
e v
erz
org
ing
- d
efi
nit
iev
e
afs
luit
ing
106
.996
-1.5
91
8.1
41
42
01
4.1
40
3.6
672
9.4
46
-10
.59
6-5
31.7
41-3
3.0
19
Rek
en
ing
-co
ura
nt n
-3-1
87.1
89-1
3.9
92
-53
.38
1-1
3.7
06
406
.11
032
.808
-34.
56
1-3
1.2
58
-371
.055
-98.
43
1
Rek
en
ing
-co
ura
nt n
-2-
- -
--
- -
- -
-
Vo
orsc
ho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt
294
.185
12
.40
161
.52
21
4.1
26
-39
1.9
70
-29
.141
64.
00
72
0.6
62
-160
.686
65.
41
2
Uit
keri
ng
en
- d
efi
nit
iev
e a
fslu
itin
g-4
3.5
91-2
.23
8-8
7.7
72
-6.9
17
-9.5
05
-6.5
294.
15
115
98
.724
-1.0
95
Rek
en
ing
-co
ura
nt n
-3-4
3.5
91-2
.23
8-3
9.6
84
-5.0
87
- -
- -
- -
Rek
en
ing
-co
ura
nt n
-2-
- -4
8.0
88
-9.3
33
-9.5
05
-6.5
294.
15
115
98
.724
-1.0
95
Vo
orsc
ho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt
- -
- 7.
50
3-
- -
- -
-
Ge
nee
sk
un
dig
e v
erz
org
ing
- a
anzu
iver
ing
va
n
de
rek
en
ing
-co
ura
nt
199
40
12
.23
10
00
00
00
0
Su
bto
taa
l63
.405
8.4
02
-79
.63
1-6
.49
74
.63
5-2
.862
33.
59
7-1
0.4
37
-52
3.0
17
-34
.11
4
Ge
nee
sk
un
dig
e v
erz
org
ing
- v
oo
rlo
pig
e
afs
luit
ing
186
.160
13
.84
01
41.8
03
-5.3
61
160
.68
6-6
5.4
121
75.
39
1-4
5.1
47
267
.771
26.
12
6
Vo
orsc
ho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
-2-
- 2
05.8
10
15.
30
1-
- -
- -
-
Vo
orsc
ho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
-11
86.1
601
3.8
40
-64
.00
7-2
0.6
62
160
.68
6-6
5.4
121
75.
39
1-4
5.1
47
267
.771
26.
12
6
Vo
orsc
ho
t op
re
ken
ing
-co
ura
nt n
--
- -
- -
- -
- -
Reg
ula
riser
ing
onv
ers
chul
digd
e b
ed
rage
n-
- -
- -
- -
- -
-
Ove
rsch
ot
aa
n li
qu
idit
eit
en
-35
.619
-11
.16
8-6
60.5
54
-36.
20
3-5
54
.44
2-3
7.1
05-5
24.
40
4-5
1.5
89
-780
.425
-72.
347
TO
TA
AL
213
.946
11
.07
4-5
98.3
82
-48.
06
1-3
89
.12
1-1
05.3
79-3
15.
41
6-1
07
.17
3-1
.035
.671
-80.
33
5
200
820
09
200
52
006
200
7
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
288
Hieronder verklaren we hoe de toepassing van het mechanisme van de financiële verantwoorde-lijkheid van de VI's op de rekeningen van een jaar t de kasbehoeften van het RIZIV in de jaren t+1 en t+2 heeft beïnvloed: Sinds 01.01.2008 is het eenheidsstelsel voor de geneeskundige verzorging van toepassing, wat als gevolg heeft dat de uitgaven niet meer uitgesplitst zijn per stelsel. Nochtans zal tot op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de rekeningen 2008 het detail gegeven worden van de uitgaven geneeskundige verzorging opgedeeld naar werknemers en zelfstandigen. a. Behoeften voor het jaar 2005 – Definitieve rekeningen 2002 en voorlopige rekeningen
2004 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2002 liggen 217.026,6 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 221.343,6 duizend euro en één VI had een tekort van 4.317,0 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 55.335,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.079,3 duizend euro. Hieruit volgt dat een bedrag van 162.770,0 duizend euro moet terugvloeien naar het RIZIV. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2003 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2002, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2002 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 106.996 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 43.590,6 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2005 dus nog 63.405 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2004 een overschrijding van de begrotingsdoelstelling met 467.233,6 duizend euro. Deze overschrijding is hoger dan het plafond van 301.055,0 duizend euro, dat overeenstemt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus aan de VI's de schijf storten die het plafond overschrijdt, hetzij 166.178,6 duizend euro, evenals 75% van het plafond (de resterende 25% zijn ten laste van de VI's), hetzij in totaal 391.969,9 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten waarover de VI's beschikten in 2005 werd dat jaar slechts 186.160 duizend euro gestort. De resterende 205.810 duizend euro werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.
Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 35.619 duizend euro hebben teruggestort aan het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen
De reële uitgaven voor 2002 zijn 14.391,2 duizend euro lager dan de begrotingsdoelstelling
voor de financiële verantwoordelijkheid. In feite realiseren drie VI’s een boni van 15.558,3 duizend euro en drie VI’s realiseren een mali van 1.167,1 duizend euro. De VI’s mogen 25% van de gerealiseerde boni behouden, hetzij 3.889,6 duizend euro. Zij die een mali hebben gerealiseerd moeten er 25% van dragen, hetzij 291,8 duizend euro. Als gevolg hiervan moet een bedrag van 10.793,4 duizend euro terugkeren naar het RIZIV. Dit bedrag wordt boekhoudkundig verwerkt in de rekening courant tussen het RIZIV en de VI’s.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2003 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2002, beloopt de rekening-courant eind 2002 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 1.591 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector “uitkeringen” een saldo van 2.238 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV.
In 2005 werden de behoeften van het RIZIV ook beïnvloed door de laatste schijf van de aanzuivering van de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI’s, die geblokkeerd werd eind 1994 met de invoering van de mechanismen inzake financiële verantwoordelijkheid. Daartoe heeft het RIZIV 12.231 duizend euro ontvangen van de RSVZ-Globaal beheer.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
289
In het totaal moet het Globaal beheer dus 8.402 duizend euro financieren in 2005. Bovendien tonen de voorlopige rekeningen 2004 een overschrijding van de
begrotingsdoelstelling met 34.157 duizend euro. Die overschrijding is hoger dan het plafond van 20.065 duizend euro, die overeenkomt met 2% van de begrotingsdoelstelling. Het RIZIV moet dus de schijf storten aan de VI’s die het plafond te boven gaat, hetzij 14.092 duizend euro, evenals 75% van het plafond (25% blijft ten laste van de VI’s), hetzij in het totaal 29.141 duizend euro. Gelet op de financiële liquiditeiten, waarover de VI’s beschikten in 2005, werden slechts 13.840 duizend euro dat jaar gestort. De rest, 15.301 duizend euro, werd gestort in 2006, tegelijk met de voorlopige afsluiting van 2005.
Ten slotte beschikten sommige VI’s gedurende het jaar over te grote liquiditeiten. Zij hebben spontaan 11.168 duizend euro teruggestort aan het RIZIV, waardoor de te financieren behoefte voor het globaal beheer verminderde.
b. Behoeften voor het jaar 2006 – Definitieve rekeningen 2003 en voorlopige rekeningen
2005 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2003 liggen 31.854,0 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 33.997,8 duizend euro en één VI had een overschot van 2.143,8 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 8.499,5 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 535,9 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 23.890,5 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2003, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 8.141 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 87.772 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004. In totaal betalen de VI's dus 79.631 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 85.342,1 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 64.007 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 205.810 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 660.554 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2003 liggen 2.134,6 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Vier VI's hadden een tekort van 5.484,2 duizend euro en twee VI's hadden een overschot van 3.349,6 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 1.371,1 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 837,4 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.601,0 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2004 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2003, bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2003 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 420 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.917 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2003 en 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 6.497
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
290
duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2005 een overschot van 27.549 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 20.662 duizend euro, terug aan het RIZIV. Daarnaast werd een saldo van 15.301 duizend euro met betrekking tot de voorlopige afsluiting van 2004 door het RIZIV aan de VI’s gestort. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 36.203 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
c. Behoeften voor het jaar 2007 – Definitieve rekeningen 2004 en voorlopige rekeningen
2006 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2004 liggen, na correctie, niet 659.119,0 duizend euro maar 469.973,9
duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een tekort van 471.703,0 duizend euro en één VI had een overschot van 1.729,0 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 164.892,4 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 432,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 494.339,3 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2004 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 14.140 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 9.905 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV. In totaal moet het Globaal beheer in 2007 dus nog 4.635 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 546.043,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 160.685,7 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 554.442,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële gecorrigeerde uitgaven voor 2004 liggen 44.196,3 duizend euro boven de
begrotingsdoelstelling voor financiële verantwoordelijkheid. Vijf VI's hadden een tekort van 44.311,8 duizend euro en één VI had een overschot van 115,5 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 11.077,9 duizend euro. De VI die een overschot had, mag 25% van het overschot behouden, hetzij 28,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 33.147,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2005 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige aflsuiting van 2004 (cf. a), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2004 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 3.667 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 6.529 duizend euro dat door de VI's verschuldigd is aan het RIZIV, ingevolge de definitieve afsluiting van de rekeningen voor 2004 en een voorschot op de rekening-courant 2005. In totaal betalen de VI's dus 2.862 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2006 een overschot van 103.970,25 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% terug aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
291
de wachtreserve, dient het RIZIV nog 65.412,2 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 37.105,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
d. Behoeften voor het jaar 2008 – Definitieve rekeningen 2005 en voorlopige rekeningen
2007 Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2005 liggen 105.839,1 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Zes VI's hadden een overschot van 111.547,9 duizend euro en één VI had een tekort van 5.708,9 duizend euro. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 27.886,9 duizend euro. De VI die een tekort had, moet hiervan 25% dragen, hetzij 1.427,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s een bedrag van 26.459,7 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2006 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. b), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2005 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 29.446 duizend euro, door het RIZIV aan de VI's verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 4.151 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal moet het Globaal beheer in 2008 dus nog 33.597 duizend euro financieren.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 379.051,7 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 175.390,5 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 524.404,2 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2005 liggen 7.051,7 duizend euro boven de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Drie VI's hadden een tekort van 2.984,2 duizend euro en drie VI's hadden een overschot van 10.035,9 duizend euro. De VI's die een tekort hadden, moeten hiervan 25% dragen, hetzij 745,9 duizend euro. De VI's die een overschot hadden, mogen 25% van het overschot behouden, hetzij 2.508,8 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 1.762,9 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2006 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2005 (cf. b), beloopt de rekening-courant eind 2005 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 10.596 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 159 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2005 door het RIZIV is aan de VI’s verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 10.437 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2007 een overschot van 37.105,3 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 45.147,5 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 51.589,3 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
292
e. Behoeften voor het jaar 2009 – Definitieve rekeningen 2006 en voorlopige rekeningen 2008
Stelsel werknemers De reële uitgaven voor 2006 liggen 534.356 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling
voor financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 133.589 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI’s dit bedrag van 133.589 duizend euro moet betalen. Dit bedrag wordt geboekt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdende met het voorgaande en met de bedragen die in 2007 door de VI's aan het RIZIV zijn overgemaakt na de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. c), bedraagt de rekening-courant van de VI's eind 2006 voor de sector geneeskundige verzorging globaal genomen 531.741 duizend euro, door de VI's aan het RIZIV verschuldigd. Anderzijds vertoont de rekening-courant voor de sector van de uitkeringen een saldo van 8.724 duizend euro dat door het RIZIV is aan de VI's verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 523.017 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 524.404,2 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75% aan het RIZIV. Gezien de terugbetalingen die zijn uitgevoerd door de VI’s in de wachtreserve, dient het RIZIV nog 267.771,6 duizend euro storten naar de VI’s. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 780.425 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
Stelsel zelfstandigen De reële uitgaven voor 2006 liggen 35.293 duizend euro onder de begrotingsdoelstelling voor
financiële verantwoordelijkheid. Alle VI's hadden een overschot. De VI's mogen 25% van de overschotten behouden, hetzij 8.823,2 duizend euro. Hieruit volgt dat het RIZIV aan de VI's een bedrag moet betalen van 8.823,2 duizend euro, dat geboekt wordt op de rekening-courant tussen het RIZIV en de VI's.
Rekening houdend met wat voorafgaat en de bedragen gestort door de VI’s aan het RIZIV in 2007 ingevolge de voorlopige afsluiting van 2006 (cf. c), beloopt de rekening-courant eind 2006 voor de sector gezondheidszorgen globaal genomen 33.019 duizend euro, verschuldigd door de VI’s aan het RIZIV. Overigens vertoont de rekening-courant voor de sector uitkeringen een saldo van 1.095 duizend euro, dat ingevolge de definitieve afsluiting van 2006 door de VI’s is aan het RIZIV verschuldigd. In totaal betalen de VI's dus 34.114 duizend euro terug aan het RIZIV, wat de te financieren behoeften van het globaal beheer beperkt.
Bovendien tonen de voorlopige uitgaven voor het jaar 2008 een overschot van 51.589 duizend euro op de begrotingsdoelstelling. De VI's behouden 25% van dit overschot en storten 75%, hetzij 26.125,6 duizend euro, terug aan het RIZIV. Tot slot beschikten sommige VI's in de loop van het jaar over te veel liquiditeiten, waarop ze spontaan 72.347,7 duizend euro hebben teruggestort in hun wachtreserve bij het RIZIV. Op die manier werden de door het globaal beheer te financieren behoeften beperkt.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
293
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
005-
2009
(d
uiz
end
eu
ro)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Bijd
rag
en
659.
694
7.98
666
7.68
068
2.00
28.
307
690.
309
710.
605
8.59
671
9.20
178
9.79
583
7.04
2
Sta
atst
oel
agen
Alt
ern
atie
ve f
inan
cier
ing
1.
877.
542
134.
024
2.01
1.56
61.
868.
960
164.
988
2.03
3.94
82.
009.
981
180.
075
2.19
0.05
62.
322.
366
2.44
4.61
2
Btw
1.
475.
190
106.
576
1.58
1.76
61.
237.
038
111.
225
1.34
8.26
31.
272.
434
114.
407
1.38
6.84
11.
487.
241
1.58
0.24
7A
ccijn
zen
taba
k 28
0.65
419
.146
299.
800
510.
444
45.2
4155
5.68
561
6.06
957
.146
673.
215
705.
125
734.
365
And
ere
121.
698
8.30
213
0.00
012
1.47
88.
522
130.
000
121.
478
8.52
213
0.00
013
0.00
013
0.00
0
To
egew
ezen
on
tvan
gst
en
945.
607
101.
223
1.04
6.83
099
7.11
010
1.24
71.
098.
357
925.
042
97.1
071.
022.
149
971.
546
1.12
5.55
9
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
36
48
372
364
837
25.
292
535
5.82
737
237
2
Op
bre
ng
sten
bel
egg
ing
en
2.48
523
92.
724
2.48
523
92.
724
2.92
925
13.
180
4.89
44.
894
Div
erse
n
225.
302
3.88
722
9.18
925
1.62
34.
162
255.
785
273.
343
3.14
627
6.48
930
4.33
033
2.49
9
Eig
en o
ntv
ang
sten
3.
710.
994
247.
367
3.95
8.36
13.
802.
544
278.
951
4.08
1.49
53.
927.
192
289.
710
4.21
6.90
24.
393.
303
4.74
4.97
8
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r 15
.449
.135
015
.449
.135
15.4
23.0
270
15.4
23.0
2716
.806
.026
016
.806
.026
18.5
74.7
8720
.332
.112
Bas
isbe
drag
17.7
91.2
6718
.829
.269
Bijk
omen
de a
ltern
atie
ve fi
nanc
ierin
g (1
)
564.
545
964.
316
Afr
eken
ing
voor
gaan
de ja
ren
21
8.97
653
8.52
7
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
01.
024.
680
1.02
4.68
00
1.08
8.22
71.
088.
227
01.
121.
053
1.12
1.05
31.
793.
537
1.95
4.69
7B
asis
bedr
ag
1.
788.
850
1.82
3.64
5B
ijkom
ende
alte
rnat
ieve
fina
ncie
ring
(2)
56
.763
93.3
96A
frek
enin
g vo
orga
ande
jare
n
-52.
076
37.6
57R
SV
Z-G
emen
gde
loop
bane
n 10
1.10
70
101.
107
103.
298
010
3.29
810
6.70
40
106.
704
111.
272
116.
284
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
15.5
50.2
411.
024.
680
16.5
74.9
2115
.526
.325
1.08
8.22
716
.614
.552
16.9
12.7
301.
121.
053
18.0
33.7
8320
.479
.596
22.4
03.0
93
To
taal
lop
end
e o
ntv
ang
sten
19
.261
.235
1.27
2.04
720
.533
.282
19.3
28.8
691.
367.
178
20.6
96.0
4720
.839
.922
1.41
0.76
322
.250
.685
24.8
72.8
9927
.148
.071
(1)
Initi
eel b
edra
g vo
or 2
008
was
575
.310
dui
zend
eur
o (o
pgen
omen
in h
et K
B v
an 1
2 au
gust
us 2
008)
.
Ini
tieel
bed
rag
voor
200
9 w
as 9
49.0
63 d
uize
nd e
uro
(opg
enom
en in
het
KB
van
7 ju
ni 2
009)
. (2
) In
itiee
l bed
rag
voor
200
8 w
as 5
7.84
5 du
izen
d eu
ro (
opge
nom
en in
het
KB
van
12
augu
stus
200
8).
I
nitie
el b
edra
g vo
or 2
009
was
92.
524
duiz
end
euro
(op
geno
men
in h
et K
B v
an 7
juni
200
9).
200
9 2
008
200
6 2
007
200
5 L
op
end
e O
ntv
ang
sten
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
294
2. E
volu
tie
van
de
on
tvan
gst
en e
n u
itg
aven
- 2
005-
2009
(d
uiz
end
eu
ro)
(ver
volg
)
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Pre
stat
ies
16.1
73.1
921.
077.
004
17.2
50.1
9616
.634
.392
1.10
0.89
617
.735
.288
17.6
77.0
921.
196.
315
18.8
73.4
0620
.704
.056
22.1
28.1
62
Bet
alin
gsk
ost
en
Beh
eers
kost
en
748.
883
50.2
7079
9.15
378
4.62
553
.306
837.
931
813.
015
56.6
2686
9.64
192
1.71
594
8.54
5
Ext
ern
e o
verd
rach
ten
1.
589.
730
107.
579
1.69
7.30
91.
260.
162
112.
933
1.37
3.09
51.
287.
407
115.
126
1.40
2.53
31.
691.
823
1.67
2.90
3
Intr
este
n o
p le
nin
gen
0
00
00
00
00
00
Div
erse
n
564.
484
20.2
1258
4.69
673
1.97
827
.732
759.
710
888.
576
25.0
5991
3.63
51.
166.
879
1.04
8.78
3
Uit
gav
en v
óó
r in
tern
e o
verd
rach
ten
GF
B
19.0
76.2
891.
255.
065
20.3
31.3
5419
.411
.157
1.29
4.86
720
.706
.024
20.6
66.0
901.
393.
126
22.0
59.2
1524
.484
.473
25.7
98.3
93
RS
Z-G
loba
al b
ehee
r
553.
751
275.
987
RS
VZ
-Glo
baal
beh
eer
61
.528
30.6
65
Ove
rdra
chte
n -
GF
B
61
5.27
930
6.65
2
To
taal
lop
end
e u
itg
aven
19
.076
.289
1.25
5.06
520
.331
.354
19.4
11.1
571.
294.
867
20.7
06.0
2420
.666
.090
1.39
3.12
622
.059
.215
25.0
99.7
5226
.105
.045
Sal
do
lop
end
e re
ken
ing
en
184.
946
16.9
8220
1.92
8-8
2.28
872
.311
-9.9
7717
3.83
317
.637
191.
470
-226
.853
1.04
3.02
6
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
Wer
knem
ers
Zel
fsta
nd
igen
T
ota
al
On
tvan
gst
en
00
00
00
00
041
8.31
045
9
Uit
gav
en
00
075
.768
3.23
279
.000
316.
274
21.4
4233
7.71
64.
317
12
Sal
do
kap
itaa
lrek
enin
gen
0
00
-75.
768
-3.2
32-7
9.00
0-3
16.2
74-2
1.44
2-3
37.7
1641
3.99
344
7
Bu
dg
etta
ir r
esu
ltaa
t 18
4.94
616
.982
201.
928
-158
.056
69.0
79-8
8.97
7-1
42.4
41-3
.805
-146
.246
187.
140
1.04
3.47
3
200
8 2
009
200
8 2
005
Lo
pen
de
Uit
gav
en
Kap
itaa
lrek
enin
gen
2
005
200
6 2
007
200
6 2
007
200
9
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging B. Geconsolideerde tabellen
295
1. Methodologische nota 2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen) 3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten
laste inbegrepen) 4. Ledental naar statuut en verwantschap 5. Vrije verzekering voor de kleine risico’s voor zelfstandigen: ledental naar statuut en
verzekeringsinstelling 6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (gerechtigden en personen ten
laste) 7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2008) – Algemene
regeling 8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2008) – Regeling der
zelfstandigen 9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken – vrije
verzekering kleine risico’s zelfstandigen 10. Aantal gevallen of dagen naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (Totaal) 12. Vrije verzekering kleine risico’s zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven 13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven 14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van de V.I.’s 15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur – Deel ten laste van het RIZIV 16. Uitgaven naar betalende instelling 17. Ledental per verzekeringsinstelling 18. Uitgaven per verzekeringsinstelling 19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV
C.
Statistieken
Geneeskundige verzorging 1. Methodologische nota Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (tabellen 2 – 5) Deze statistiek betreft de aantallen regelmatig bij een ziekenfonds ingeschreven gerechtigden met hun personen ten laste voor het gehele stelsel. Krachtens de wet van 31 januari 2007, houdende een nieuwe financiering van de verzekering voor geneeskundige verzorging, is er op 01.01.2008 een eenheidsstelsel geneeskundige verzorging ontstaan, die de werknemers, de zelfstandigen en het personeel van de openbare sector omvat. Niettemin wordt in de tabel 2 nog steeds het onderscheid werknemers, inclusief openbare sector tegenover zelfstandigen gemaakt. Dit is in de eerste plaats van belang voor de jaren 2005 – 2007, maar de uitsplitsing wordt verder gezet voor 2008 en 2009. De statistiek wordt jaarlijks opgemaakt op 30 juni en 31 december door het RIZIV. Bij de primaire uitkeringsgerechtigden zijn de studenten hoger onderwijs inbegrepen. Vanaf 30.06.1998 is er een verruiming van de categorieën “voorkeurregeling 100 %” en “ingeschrevenen in het Rijksregister”, (die niet onder een andere categorie zijn opgenomen).
De gerechtigden, wier toestand onregelmatig is en die bijgevolg niet meer verzekerd zijn, zijn niet inbegrepen in de tabellen. Tabel 2 geeft de ledentallen naar statuut, inclusief de personen ten laste, op jaarbasis met als teldatum 30 juni. Tabel 3 geeft globaal de verdeling tussen de personen rechthebbenden voor de verhoogde tegemoetkoming en degenen die daar geen recht op hebben. Tabel 4 geeft voor de periode 2007-2009 het ledental naar statuut (actieven, invaliden, personen met een handicap, gepensioneerden enz…) en naar verwantschap (gerechtigde of een van de subcategorieën van de personen ten laste). Tabel 5 geeft ons het ledental voor de vrije verzekering voor kleine risico’s der zelfstandigen (2005 – 2007). Ingevolge de wet van 26 maart 2007 is de vrije verzekering voor kleine risico’s voor zelfstandigen op 01.01.2008 geïntegreerd in de algemene verzekering voor geneeskundige verzorging. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar statuut (tabellen 6 en 9) Deze statistiek geeft de verhouding tussen de uitgaven van de betrokken categorie van rechthebbenden en hun aantal weer (gerechtigden en personen ten laste). Tabel 6 behandelt de gegevens voor het eenheidsstelsel (werknemers + zelfstandigen in de periode 2005 – 2009). Tabel 9 geeft de gemiddelde jaarlijkse kost voor de prestaties van de verzekering voor kleine risico’s bij de zelfstandigen (2005 – 2007). Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar geslacht en leeftijdsklasse (2008) (tabellen 7 en 8)
In deze tabellen wordt de jaarlijkse kost per rechthebbende ingedeeld naar geslacht en leeftijdsklasse. Bovendien zijn de gegevens uitgesplitst naar het onderscheid met of zonder voorkeurregeling, wat het algemeen stelsel betreft. In de tabellen 7 en 8 is er in tegenstelling met tabel 6 geen rekening gehouden met de uitgaven ten laste van het RIZIV, wat het verschil in algemeen gemiddelde verklaart.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
299
Aantal gevallen of dagen (tabel 10) en gemiddelde geïndexeerde kost (tabel 11) Het KB van 14.09.1984 stelt de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen vast. Onder een groepering van verstrekkingen wordt verstaan een aantal verstrekkingen die vanwege hun aard bij elkaar geplaatst worden en waarover statistische gegevens beschikbaar zijn. De tabel 10 geeft volgens groepering van verstrekkingen het volume (= aantal gevallen of aantal dagen). De gemiddelde geïndexeerde kost wordt berekend aan de hand van het aantal gevallen, behalve voor de verpleegdagprijs, forfaitaire dagprijs en militair hospitaal (tabel 11). De uitgaventabellen (tabellen 12 – 16) Tabel 12 heeft de ontvangsten en uitgaven voor de kleine risico’s voor de periode 2005 – 2007 als onderwerp. Tabel 13 geeft op geaggregeerde wijze de evolutie van de uitgaven naar hoofdrubrieken (C1-C10) van de nomenclatuur (2005 – 2009). Ten gevolge van onze keuze van samennemingen zijn bepaalde afwijkingen mogelijk ten opzichte van andere geaggregeerde tabellen over hetzelfde onderwerp. In de tabellen 14 en 15 geven we de gedetailleerde RIZIV-rubrieken, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de uitgaven welke via tussenkomst van de V.I. worden betaald en de rechtstreekse uitgaven van het RIZIV. Tabel 14 geeft de uitgaven betaald via de V.I., tabel 15 deze die rechtstreeks door het RIZIV betaald worden en tabel 16 is de synthesetabel. De tabellen 14 tot 16 bestrijken de boekjaren 2007 - 2009. Ledental en uitgaven per verzekeringsinstelling (tabellen 17 - 18) In tabel 17 worden de ledentallen op 30 juni per verzekeringsinstelling (landsbond of kas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering) gegeven. Volledigheidshalve geven we hieronder de officiële benamingen van de verzekeringsinstellingen: Landsbond der Christelijke Mutualiteiten; Nationaal Verbond van Neutrale Mutualiteitsverbonden; Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten; Landsbond van Liberale Mutualiteiten; Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen; Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering; Kas der geneeskundige verzorging van de NMBS. De uitgaven van de verzekeringsinstellingen zijn beschikbaar op jaarbasis (tabel 18). Tabel 18 (uitgaven uitgesplitst per V.I.) is voor het totaal te vergelijken met tabel 14 (uitgaven naar rubriek, betaald via de V.I.).
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
300
Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (tabel 19) Tabel 19 geeft het detail van de diverse uitgaven. Voor details over verzekerbaarheid verwijzen we naar de RIZIV-publicaties “Statistieken van de ledentallen – sociaal verzekerden’ die beschikbaar zijn op de website van het RIZIV. (http://www.riziv.fgov.be/information/nl/statistics/#3). Vragen over ledentallenbestanden, kunt u richten aan [email protected] overige informatie over de geneeskundige verzorging, kan u ook terecht op de website van het RIZIV.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
301
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - werknemers
6.691.321 6.740.272 6.700.641 6.734.800 6.758.868
Primaire uitkeringsgerechtigden (PUG) - zelfstandigen
797.842 803.737 803.432 844.602 869.217
Weduwen, invaliden, gepen- sioneerden, wezen (WIGW)
2.591.203 2.609.937 2.564.824 2.634.419 2.671.377
waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.596.566 1.632.308 1.644.425 1.675.566 1.707.177waarvan werknemers "tarief 100 %" 812.958 798.088 779.350 784.438 787.779waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 80.825 81.209 73.601 82.858 86.676waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 100.854 98.332 67.448 91.557 89.745
Invaliden, gehandicapten, 407.402 420.080 424.325 438.594 455.408waarvan werknemers "tarief 75 %" 158.380 165.931 166.753 172.209 179.573waarvan werknemers "tarief 100 %" 224.959 229.704 233.671 242.155 251.211
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 13.609 14.014 13.811 14.457 14.989
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 10.454 10.431 10.090 9.773 9.635
Gepensioneerden 1.753.798 1.763.430 1.729.180 1.783.320 1.808.586waarvan werknemers "tarief 75 %" 1.227.623 1.252.541 1.262.165 1.288.058 1.313.892
waarvan werknemers "tarief 100 %" 401.947 388.573 373.109 375.289 374.299
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 57.377 57.396 51.562 59.004 61.508
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 66.851 64.920 42.344 60.969 58.887
Weduwen en wezen 430.003 426.427 411.319 412.505 407.383waarvan werknemers "tarief 75 %" 210.563 213.836 215.507 215.299 213.712
waarvan werknemers "tarief 100 %" 186.052 179.811 172.570 166.994 162.269
waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 9.839 9.799 8.228 9.397 10.179
waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 23.549 22.981 15.014 20.815 21.223
Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR)
268.579 261.534 262.131 248.713 239.240
Kloostergemeenschappen 4.084 3.754 1.118 3.009 2.726
Totaal 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543 10.541.428
Bron: RIZIV
06.2005 06.2006 06.2007 06.2008 06.2009
Rechthebbenden op het gewone tarief ( "75%" )
9.038.839 9.113.891 9.040.956 9.002.148 2.378.860
waarvan werknemers "tarief 75 %" 8.162.487 8.231.744 8.161.206 8.081.250 1.434.281waarvan zelfstandigen "tarief 75 %" 876.352 882.147 879.750 920.898 944.579
Rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming ( "100%" )
1.314.190 1.305.343 1.291.190 1.463.395 8.162.568
waarvan werknemers "tarief 100 %" 1.206.937 1.200.458 1.225.341 1.362.267 8.058.783waarvan zelfstandigen "tarief 100 %" 107.253 104.885 65.849 101.128 103.785
Totaal 10.353.029 10.419.234 10.332.146 10.465.543 10.541.428
2. Ledental per categorie uitkeringsgerechtigden (personen ten laste inbegrepen)
3. Ledental naar onderscheid van het recht op de verhoogde tegemoetkoming (personen ten laste inbegrepen)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
302
4. Ledental naar statuut en verwantschap
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2007
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.738.617 376.143 11.368 2.377.945 2.765.456 7.504.073Invaliden 232.592 30.211 654 76.856 107.721 340.313Mindervaliden 72.054 3.577 198 8.183 11.958 84.012Gepensioneerden 1.331.265 363.443 319 34.153 397.915 1.729.180Weduwen en wezen 375.671 3.900 165 31.583 35.648 411.319Kloostergemeenschappen 1.118 0 0 0 0 1.118Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 174.391 20.115 731 66.894 87.740 262.131
Totaal 6.925.708 797.389 13.435 2.595.614 3.406.438 10.332.146
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2008
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.799.801 363.776 12.151 2.403.674 2.779.601 7.579.402Invaliden 241.501 29.353 722 81.763 111.838 353.339Mindervaliden 73.323 3.459 206 8.267 11.932 85.255Gepensioneerden 1.379.002 370.399 320 33.599 404.318 1.783.320Weduwen en wezen 385.579 2.217 136 24.573 26.926 412.505Kloostergemeenschappen 3.009 0 0 0 0 3.009Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 165.391 18.710 664 63.948 83.322 248.713
Totaal 7.047.606 787.914 14.199 2.615.824 3.417.937 10.465.543
Bron: RIZIV Toestand op 30 juni 2009
Echt- genoten
Ascen- denten
Descen- denten
Subtotaal
Actieven (1) 4.828.687 350.863 13.237 2.435.298 2.799.398 7.628.085Invaliden 253.289 28.730 763 88.167 117.660 370.949Mindervaliden 72.381 3.349 200 8.529 12.078 84.459Gepensioneerden 1.408.331 366.064 333 33.858 400.255 1.808.586Weduwen en wezen 380.753 2.162 153 24.315 26.630 407.383Kloostergemeenschappen 2.726 0 0 0 2.726Ingeschrevenen in het Rijksregister (IRR) 155.199 18.802 688 64.551 84.041 239.240
Totaal 7.101.366 769.970 15.374 2.654.718 3.440.062 10.541.428
(1) Omvat werkenden, UVW-werkzoekenden, UVW-niet-werkzoekenden en bruggepensioneerden.
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
Gerech- tigden
Personen ten laste
Totaal
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
303
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
06.2005 06.2006 06.2007
Christelijke Mutualiteiten 341.230 341.498 321.081Neutrale Mutualiteitsverbonden 37.123 35.645 33.385Socialistische Mutualiteiten 88.424 86.143 82.657Liberale Mutualiteiten 51.531 50.160 46.964Onafhankelijke Ziekenfondsen 182.264 185.814 181.787
Totaal 700.572 699.260 665.874
5. Vrije verzekering voor de kleine risico's voor zelfstandigen: ledental naar statuut en verzekeringsinstelling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
304
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Rechthebbenden zonder verhoogde tegemoetkoming
1.265 1.297 1.391 1.526 -
Rechthebbenden met verhoogde tegemoetkoming
4.084 4.188 4.514 4.358 -
Totaal 1.666 1.702 1.827 1.978 2.128
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen
0 - 1 jaar 2.152,06 1.853,91 3.053,10 2.553,37 2.078,28 1 - 4 jaar 793,02 663,80 1.947,19 1.537,69 826,66 5 - 9 jaar 598,62 458,20 1.934,07 1.339,10 647,2710 - 14 jaar 508,24 518,48 1.647,86 1.334,79 631,7315 - 19 jaar 514,79 703,82 1.391,98 1.455,09 719,1120 - 24 jaar 506,82 780,37 1.869,93 1.866,42 779,1025 - 29 jaar 561,77 1.159,62 3.677,94 2.929,84 1.018,8030 - 34 jaar 642,25 1.302,34 3.731,18 3.029,55 1.141,7735 - 39 jaar 736,38 1.155,17 3.988,86 3.265,31 1.155,9340 - 44 jaar 857,31 1.141,33 4.440,83 3.468,03 1.250,1845 - 49 jaar 1.065,94 1.288,13 5.037,57 3.886,16 1.473,3250 - 54 jaar 1.359,24 1.549,12 4.870,63 3.926,81 1.804,1855 - 59 jaar 1.764,39 1.743,25 4.815,58 3.952,54 2.137,8060 - 64 jaar 2.219,95 2.007,49 4.904,94 4.068,62 2.520,7265 - 69 jaar 2.866,27 2.522,76 5.240,21 4.453,22 3.123,4170 - 74 jaar 3.540,60 3.132,92 5.764,42 5.047,11 3.829,4875 - 79 jaar 4.545,07 4.141,85 6.817,32 6.401,73 5.010,4680 - 84 jaar 5.624,50 5.595,44 8.044,63 8.208,92 6.567,6185 - 89 jaar 7.115,78 7.945,77 9.554,74 10.540,32 8.818,1190 jaar en meer 9.225,09 11.177,88 12.416,33 13.880,26 12.304,57
Totaal 1.369,69 1.623,83 4.466,62 4.913,00 1.959,70
TotaalZonder voorkeurregeling Met voorkeurregeling
6. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar voorkeurregeling (gerechtigden en personen ten laste) (euro)
7. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2008) (euro) - Algemene regeling
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
305
Bron: RIZIV
Mannen Vrouwen Totaal
0 - 1 jaar 1.919,52 1.648,17 1.788,16 1 - 4 jaar 638,34 393,86 518,30 5 - 9 jaar 533,74 421,82 479,0410 - 14 jaar 470,40 473,94 472,1315 - 19 jaar 533,43 644,27 587,5020 - 24 jaar 433,28 618,08 521,4925 - 29 jaar 429,03 1.001,56 666,3730 - 34 jaar 482,02 1.133,98 728,8335 - 39 jaar 582,02 951,64 719,9040 - 44 jaar 668,75 906,71 757,7845 - 49 jaar 863,53 1.036,71 929,0750 - 54 jaar 1.185,33 1.337,43 1.244,2255 - 59 jaar 1.637,02 1.588,42 1.617,5360 - 64 jaar 2.275,48 2.051,19 2.180,8665 - 69 jaar 3.243,27 2.708,51 2.965,0270 - 74 jaar 3.965,09 3.300,97 3.609,6875 - 79 jaar 5.094,89 4.592,31 4.818,0080 - 84 jaar 6.081,18 6.487,58 6.315,0785 - 89 jaar 7.439,89 8.724,85 8.268,8790 jaar en meer 10.748,82 12.737,70 12.213,56
Totaal 1.353,30 1.827,62 1.560,41
Bron: Controledienst voor de Ziekenfondsen
2005 2006 2007
Geneesheren 108,24 114,76 123,23Verpleegkundigen en vroedvrouwen 21,80 20,65 20,21Tandartsen 53,90 55,24 59,16Farmaceutische verstrekkingen 182,41 182,14 192,23Paramedische verstrekkingen 26,15 30,75 29,55Ziekenhuisverpleging, verblijf in een rust- en verzorgingstehuis of een rustoord voor bejaarde personen 17,36 16,17 15,82Overige verstrekkingen -1,47 -0,42 -3,68
Totaal 408,39 419,29 436,52
9. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende volgens prestatierubrieken (euro) - vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen
8. Gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende naar leeftijdsklasse (2008) (euro) - Regeling der zelfstandigen
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
306
Totaal (PUG + WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2005 2006
Geneesheren en klinische biologie 501.411 505.549
Huisartsen en specialisten (g) 77.774 77.948Medische beeldvorming (g) 29.548 29.890Klinische biologie (g) 335.034 339.242Andere bijzondere prestaties (g) 21.336 21.208Chirurgie en anesthesiologie (g) 15.675 15.557Bevall. en verlosk. door artsen (g) 1.248 1.241Toezicht en permanentie (g) 20.796 20.463
Farmaceutische verstrekkingen 126.512 108.776
Magistrale bereidingen (g) 20.412 - Specialiteiten - officina (g) 102.144 102.697Spec. afgeleverd aan gehosp. (g) 520 2.481Andere farm. verstrekkingen (g) 3.436 3.598
Ziekenhuizen 21.607 4
Verpleegdagprijs (d) 20.028 - Forfaitaire dagprijs (d) 1.574 - Militair hospitaal (all-in-prijs) (d) 5 4
Verpleegkundige zorgen 97.689 107.953
Verpleegkundigen (thuiszorgen) (g) 97.363 107.601Vroedvrouwen (g) 326 351
Andere verblijven 43.313 44.840
Rust- en verzorgingstehuizen (d) (1)16.520 16.977
Rustoorden bejaarde personen (d) 24.295 25.198Dagverzorgingscentra (d) 191 87Forfait nierdialyse (d) - - Psychiatr. verzorgingstehuizen (d) 1.122 1.382Initiatieven beschut wonen (d) 1.185 1.197Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) - -
Tandartsen (g) 19.159 19.741
Kinesitherapeuten (g) 36.411 36.695
Andere verstrekkingen 33.433 32.767
Bandagisten, orthopedisten, implantaten (g) 12.143 12.719Opticiens (g) 165 168Gehoorprothesisten (g) 30 32Revalidatie en herscholing (g) 19.935 18.738Dialyse (g) 833 871Plaatsingskosten en chronische ziekten (g) 326 238Chronische zieken (g) - - Palliatieve zorgen (g) - - Palliatieve zorgen (patiënt) (g) - - Menselijke weefsels (g) - - Multidisciplinaire teams rolwagens (g) - - Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) - - Medische huizen (g) - - Terugbetalingen remgeld (g) - - Regularisatie + herfacturatie - -
(1) Door de nieuwe financiering per 01.01.2004 van de deelsector RVT/ROB vervalt de vroegere dubbeltelling RVT: forfait patiënt + forfait coördinerend geneesheer.
10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
307
Totaal (PUG +WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009
Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 79.780 85.175 89.443Medische beeldvorming (g) 30.767 31.755 32.767Klinische biologie (g) 348.643 369.891 382.987Speciale verstrekkingen (g) 21.674 22.290 22.614Heelkunde en anesthesiologie (g) 16.080 16.568 17.585Gynaecologie (g) 1.218 1.210 1.263Toezicht en permanentie (g) 20.627 24.219 24.813
Totaal geneesheren 518.788 551.108 571.472
Erelonen tandartsen (g) 20.316 24.200 26.984
De officina's (g) 105.191 114.875 119.155Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - 10Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 1.651 1.705 1.698Magistrale bereidingen (g) 20.719 22.426 22.817Wachthonorarium (g) 1.107 1.106 1.110Bloed- en bloedplasma (g) - - - Overige farmaceutische verstrekkingen (g) 8.555 8.981
Totaal farmaceutische verstrekkingen 128.668 148.668 153.772
Honoraria van verpleegkundigen (g) 112.066 105.895 123.621Kinesitherapeuten (g) 36.996 37.151 37.481Bandagisten + orthopedisten (g) 10.114 10.984 11.412Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 2.930 3.056 3.162Opticiens (g) 171 239 400Gehoorprothesisten (g) 35 37 40Vroedvrouwen (g) 389 417 467
Verpleegdagprijs (d) 19.772 19.800 19.701Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 1.639 1.884 2.029
Totaal verpleegdagprijs 21.411 21.683 21.730
Militair hospitaal (all-in-prijs) 3 4 5
Dialyse - geneesheren (g) 641 671 693Dialyse - forfait nierdialyse (d) 656 671 683Dialyse - thuis of in een centrum (g) 280 285 298
Totaal dialyse (g) 921 956 991
Rust- en verzorgingstehuizen (d) 19.482 19.839 21.400Rustoorden voor bejaarden (d) 25.686 24.415 23.363Dagverzorgingscentra (d) 99 320 298
Totaal RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 45.267 44.573 45.061
Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 1.403 1.371 1.517Initiatieven voor beschut wonen (d) 1.220 1.247 1.262Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 109 130 148
Totaal geestelijke gezondheidszorg 2.733 2.748 2.926
Revalidatie en herscholing (g) 21.643 27.948 29.555Bijzonder Fonds (g) 16 8 9Logopedie (g) 3.572 3.644 3.738Medisch-pediatrische centra (g) 3 1 0Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 268 1.475 4.009Regularisatie en herfacturatie (g) -10 -22 -1Chronische patiënten (g) 207 241 227Palliatieve zorgen (g) 7 7 7Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 19 20 20Menselijke weefsels (g) 156 133 85Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 12 2 2Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 2 21 24Tabaksontwenning 0 - 2Medische huizen (g) - 5.619 6.439
10. Aantal gevallen (g) of dagen (d) naar groeperingen van de nomenclatuur (duizendtallen) (vervolg)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
308
Totaal (PUG +WIGW + IRR)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009
Raadplegingen, bezoeken en adviezen (g) 17,76 18,73 19,17Medische beeldvorming (g) 29,84 31,38 32,75Klinische biologie (g) 2,80 2,91 3,13Speciale verstrekkingen (g) 47,80 48,38 50,51Heelkunde en anesthesiologie (g) 54,81 56,92 56,80Gynaecologie (g) 61,17 68,10 71,36Toezicht en permanentie (g) 12,66 12,46 13,84
Geneesheren 10,73 11,02 11,48
Erelonen tandartsen (g) 28,32 27,33 27,20
De officina's (g) 21,76 22,36 32,76Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden (g) - - - Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden (g) 304,22 299,16 - Magistrale bereidingen (g) 2,13 2,17 2,42Wachthonorarium (g) 4,10 4,52 4,70Bloed- en bloedplasma (g) - - - Overige farmaceutische verstrekkingen (g) - 7,09 7,57
Farmaceutische verstrekkingen - - -
Honoraria van verpleegkundigen (g) 7,37 8,63 8,03Kinesitherapeuten (g) 11,84 13,35 14,47Bandagisten + orthopedisten (g) 18,91 18,53 19,32Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren (g) 143,26 151,83 153,73Opticiens (g) 67,11 61,08 56,45Gehoorprothesisten (g) 702,01 786,04 964,67Vroedvrouwen (g) 27,76 28,51 28,71
Verpleegdagprijs (d) 199,16 212,40 228,70Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen (d) 85,85 92,46 97,15
Verpleegdagprijs 190,49 201,98 216,41
Militair hospitaal (all-in-prijs) 1.333,33 1.472,74 1.532,68
Dialyse - geneesheren (g) 185,78 188,82 196,40Dialyse - forfait nierdialyse (d) 168,83 177,10 185,16Dialyse - thuis of in een centrum (g) 319,33 320,58 325,80
Dialyse (g) 346,63 352,43 362,92
Rust- en verzorgingstehuizen (d) 39,65 41,65 39,83Rustoorden voor bejaarden (d) 31,66 33,25Dagverzorgingscentra (d) 70,73 32,84 42,79
RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 35,18 36,98 39,85
Psychiatrische verzorgingstehuizen (d) 54,23 58,36 56,63Initiatieven voor beschut wonen (d) 22,57 26,59 28,31Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen (d) 13,29 13,14 13,45
Geestelijke gezondheidszorg 38,46 41,81 42,24
Revalidatie en herscholing (g) 18,14 14,89 15,10Bijzonder Fonds (g) 734,11 1.148,98 1.197,98Logopedie (g) 14,53 16,14 17,41Medisch-pediatrische centra (g) 189,87 193,97 187,50Andere kosten van verblijf en reiskosten (g) 41,54 8,85 4,70Chronische patiënten (g) 286,47 320,59 352,41Palliatieve zorgen (g) 1.359,50 1.419,40 1.471,59Palliatieve zorgen (patiënt) (g) 483,32 490,94 573,20Menselijke weefsels (g) 38,49 52,60 68,23Multidisciplinaire teams rolwagens (g) 36,68 201,83 207,74Multidisciplinaire eerstelijnszorg (g) 347,93 66,57 69,82Medische huizen (g) - 9,74 10,24
11. Gemiddelde geïndexeerde kost naar groeperingen van de nomenclatuur (euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
309
Bron: RIZIV en Controledienst voor de Ziekenfondsen
2005 2006 2007
Uitgaven 316.746 323.542 321.978Prestaties aan leden 292.348 297.134 296.466Beheerskosten 23.126 24.208 22.861Andere uitgaven 1.272 2.201 2.651
Ontvangsten 335.182 338.492 329.192Bijdragen 273.353 273.555 262.161Rijkstoelage 57.757 59.750 59.892Beleggingsinkomsten 2.033 2.847 2.908Andere ontvangsten 2.039 2.340 4.231
Wijziging van de technische voorzieningen
1.914 3.491 2.311
Saldo 16.522 11.459 4.902
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Geneesheren en klinische biologie 4.869.763 5.274.881 5.608.140 6.141.215 6.637.649Tandartsen 504.493 549.780 585.283 671.825 733.995Farmaceutische verstrekkingen 3.192.601 3.302.088 3.548.074 3.955.511 4.124.184Verpleegkundigen 673.398 1.048.996 1.109.973 1.225.129 1.280.212Kinesitherapeuten 385.608 421.746 445.990 503.183 549.049Paramedische verstrekkingen 545.271 613.641 657.865 723.249 781.548Ziekenhuisopname 3.460.742 3.903.544 4.082.249 4.459.995 4.710.851Andere verblijven 1.742.740 1.909.323 1.759.148 1.812.629 1.970.072Maximumfactuur 235.625 288.916 286.576 277.153 305.336Overige verstrekkingen 562.951 422.376 790.104 933.978 1.035.266
Totaal 16.173.192 17.735.291 18.873.402 20.703.867 22.128.162
13. Geaggregeerde tabel van de uitgaven (C1-C10) (duizend euro)
12. Vrije verzekering kleine risico's zelfstandigen: ontvangsten en uitgaven (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
310
Deel ten laste van de V.I.'s
Bron: RIZIV
2007 2008 2009
Raadplegingen, bezoeken en adviezen 1.417.244 1.595.113 1.714.677Medische beeldvorming 918.236 996.548 1.073.158Klinische biologie 976.735 1.076.441 1.198.372Speciale verstrekkingen 1.036.104 1.078.374 1.142.193Heelkunde en anesthesiologie 881.328 943.072 998.898Gynaecologie 74.490 82.379 90.146Toezicht en permanentie 261.043 301.862 343.449
Subtotaal (1) geneesheren 5.565.180 6.073.789 6.560.893
Erelonen tandartsen 575.350 661.455 733.995
De officina's 2.288.825 2.568.897 3.903.818Specialiteiten afkomstig van ziekenhuisofficina's, en afgeleverd aan niet ter verpleging opgenomen rechthebbenden 570.011 671.790 - Specialiteiten afgeleverd aan gehospitaliseerde rechthebbenden 502.334 510.158 - Magistrale bereidingen 44.080 48.657 55.251Wachthonorarium 4.544 5.005 5.223Bloed- en bloedplasma 71.399 75.456 78.849Overige farmaceutische verstrekkingen 53.020 60.697 68.010
Subtotaal (1) farmaceutische verstrekkingen 3.534.213 3.940.660 4.111.151
Honoraria van verpleegkundigen (deel V.I.) 825.470 914.208 992.475Kinesitherapeuten 438.103 495.871 542.351Bandagisten + orthopedisten 191.202 203.491 220.507Implantaten + implanteerbare hartdefibrilatoren 419.787 464.065 486.150Opticiens 11.500 14.621 22.586Gehoorprothesisten 24.569 29.195 38.904Vroedvrouwen 10.807 11.877 13.401
Verpleegdagprijs 3.937.782 4.205.509 4.505.495Forfaitaire dagprijzen in algemene ziekenhuizen 140.707 174.173 197.101
Totaal verpleegdagprijs 4.078.489 4.379.682 4.702.596
Militair hospitaal (all-in-prijs) 3.760 6.592 8.255
Dialyse - geneesheren 119.039 126.704 136.162Dialyse - forfait nierdialyse 110.723 118.847 126.502Dialyse - thuis of in een centrum 89.533 91.231 97.055
Totaal dialyse 319.295 336.782 359.719
Rust- en verzorgingstehuizen 772.512 826.304 1.782.857Rustoorden voor bejaarden 813.132 811.687 - Dagverzorgingscentra 6.999 10.500 12.772
Subtotaal (1) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 1.592.643 1.648.491 1.795.629
Psychiatrische verzorgingstehuizen 76.102 80.037 85.882Initiatieven voor beschut wonen 27.545 33.163 35.732Forfaitaire dagprijzen in psychiatrische ziekenhuizen 1.451 1.709 1.986
Totaal geestelijke gezondheidszorg 105.098 114.909 123.600
Revalidatie en herscholing (deel V.I.) 392.572 416.267 446.290Bijzonder Fonds 11.662 8.692 11.255Logopedie 51.913 58.795 65.076Medisch-pediatrische centra 622 238 3Andere kosten van verblijf en reiskosten 11.131 13.063 18.839Regularisatie en herfacturatie -172.980 -117.525 -104.458Sociale maximumfactuur (MAF) 288.202 278.400 305.336Chronische patiënten 59.382 77.307 80.159Palliatieve zorgen 10.063 9.879 10.154Palliatieve zorgen (patiënt) 9.043 9.697 11.730Menselijke weefsels 6.017 7.002 5.801Multidisciplinaire teams rolwagens 422 440 467Multidisciplinaire eerstelijnszorg 755 1.369 1.677Medische huizen 44.107 54.738 65.931
Totaal 18.408.377 20.114.050 21.630.472
14. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
311
Deel ten laste van het RIZIV
Bron: RIZIV
2007 2008 2009
Forfait accreditatie artsen 13.202 13.334 16.852Forfait medisch dossier 2.436 0 0Forfait telematica v. geneesheren 5.401 5.736 5.980Kwaliteitscontrole Pasteur 1.912 2.058 0Forfait georganiseerd wachtdiensten + zorgtrajecten 16.922 34.779 35.646Impulsfonds groepspraktijken 3.087 3.332 8.848Praktijkondersteuning huisartsengeneeskunde 0 8.187 9.430
Subtotaal (2) geneesheren 42.960 67.426 76.756
Forfait accreditatie tandartsen 9.933 10.370 0
Terugbetaling herceptine (art. 56) 7.381 1.262 54Terugbetaling pneumokokkenvaccin (art. 56) 6.480 13.589 12.979
Honoraria van verpleegkundigen (eigen uitgave van het RIZIV) 4.642 3.194 - Forfait telematica kinesitherapeuten 7.887 7.312 6.698
Specifieke kosten diensten thuisverpleging 11.421 16.468 17.433
Loonharmonisering personeel RVT 256.584 280.034 264.298Syndicale premie 2.163 2.206 2.295Coma 0 0 0Zorgvernieuwing (art.56) 0 85 193Palliatieve dagcentra 506 260 0
Subtotaal (2) RVT/ROB/Dagverzorgingscentra 259.253 282.585 266.786
Fiscale maximumfactuur -1.626 -1.247
Einde loopbaan 52.475 71.373 78.936Revalidatie en herscholing (eigen uitgave van het RIZIV) 1.625 1.071 - Geïnterneerden 39.010 26.864 26.468Tabaksontwenning 96 2 50Psychiatrisch verzorgingscircuit 1.915 1.602 2.016Sociaal akkoord (provisioneel bedrag) 6.717 0 0Fonds verslaving 3.000 3.000 676Inhaalbedragen ziekenhuizen 0 73.721 02de pijler pensioenfonds zelfstandige verpleegkundigen 0 0 0Chronische zieken extra 1.416MS - ALS - Huntington 1.416Toekomstfonds 299.852Diversen 11.856 11.225 6.006
Totaal 465.025 589.817 797.542
16. Uitgaven naar betalende instelling (duizend euro)
Bron: RIZIV
2007 2008 2009
Deel ten laste van de V.I.'s 18.408.377 20.114.050 21.630.472
Deel ten laste van het RIZIV 465.025 589.817 797.542
Algemeen totaal 18.873.402 20.703.867 22.428.014
15. Uitgaven naar groeperingen van de nomenclatuur (duizend euro)
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
312
17. L
eden
tal p
er v
erze
keri
ng
sin
stel
ling
Bro
n: R
IZIV
Ch
rist
elijk
e M
utu
alit
eite
n
Neu
tral
e M
utu
alit
eits
-ve
rbo
nd
en
So
cial
is-
tisc
he
Mu
tual
itei
ten
Lib
eral
e M
utu
alit
eite
n
On
afh
anke
-lij
ke Z
ieke
n-
fon
dse
n
Hu
lpka
s vo
or
ZIV
NM
BS
To
taal
06.2
005
4.47
1.17
142
4.15
52.
931.
919
590.
834
1.73
1.04
676
.566
127.
338
10.3
53.0
2906
.200
64.
453.
617
426.
285
2.96
9.84
958
5.15
41.
784.
391
76.5
5512
3.38
310
.419
.234
06.2
007
4.40
4.55
142
7.33
72.
895.
743
576.
001
1.83
1.72
575
.377
121.
412
10.3
32.1
4606
.200
84.
450.
953
441.
070
2.92
4.37
157
7.93
61.
878.
953
73.4
8211
8.77
810
.465
.543
06.2
009
4.45
9.77
945
1.53
02.
953.
278
575.
830
1.91
0.69
073
.773
116.
548
10.5
41.4
28
18. U
itg
aven
per
ver
zeke
rin
gsi
nst
ellin
g (
du
izen
d e
uro
) (1)
Bro
n: R
IZIV
Ch
rist
elijk
e M
utu
alit
eite
n
Neu
tral
e M
utu
alit
eits
-ve
rbo
nd
en
So
cial
is-
tisc
he
Mu
tual
itei
ten
Lib
eral
e M
utu
alit
eite
n
On
afh
anke
-lij
ke Z
ieke
n-
fon
dse
n
Hu
lpka
s vo
or
ZIV
NM
BS
To
taal
2005
7.29
0.19
265
9.98
84.
991.
314
1.07
1.08
42.
507.
781
76.1
3632
0.76
816
.917
.262
2006
7.42
6.91
569
5.70
65.
097.
613
1.10
7.52
32.
546.
167
99.9
4931
2.77
817
.286
.651
2007
7.95
0.14
672
8.99
05.
416.
687
1.14
5.05
12.
721.
252
116.
922
329.
332
18.4
08.3
80
2008
8.69
4.69
781
6.35
95.
867.
340
1.24
7.43
13.
014.
182
126.
618
347.
423
20.1
14.0
50
2009
9.31
8.63
388
3.77
96.
302.
516
1.33
4.55
83.
275.
883
131.
155
359.
661
21.6
06.1
85
(1)
De
soci
ale
pres
tatie
s di
e on
mid
delli
jk d
oor
het R
IZIV
bet
aald
wor
den
zijn
nie
t inb
egre
pen.
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
313
19. Detail van de diverse uitgaven in de rekeningen van het RIZIV (duizend euro)
Bron: RIZIV
2005 2006 2007 2008 2009
Verzekeringsinstellingen 399.040 448.004 579.330 641.232 613.429Internationale verdragen 379.777 427.991 565.188 625.743 599.621Aandeel intresten op beleggingen VI 1.678 1.678 1.649 4.891 2.450Aandeel terugvorderingen prest. VI 17.561 18.311 12.469 10.520 10.520Gerechtelijke intresten 24 24 24 78 78SIS-kaarten 0 0 0 - 760
RIZIV - Andere 185.656 311.706 334.305 525.647 433.340Sociaal statuut 101.991 107.798 122.563 136.726 155.303Stagemeesters 8.541 9.375 10.526 12.947 14.387Art. 56 57.617 58.173 59.009 61.678 66.361Art. 56 - 22 moleculaire biologie - - 13.088 17.996 - Sociaal akkoord - 40.982 71.056 105.683 127.355IMA - Permanente steekproef - - - 275 53Sociaal plan kinesitherapeuten 8.500 8.500 0 100 89Expertise 1.166 1.166 1.283 1.411 796Terugbetaling recuperatie geneesmiddelen
- 74.474 - 19.179 13.223
Heffing zakencijfer - Afrekening 2006
- - 10.479 - -
Bestrijding tabaksgebruik 2.000 2.000 2.000 2.000 2.000Campagnes 2.000 2.000 2.000 2.000 446Verhoogde kosten tarificatiediensten
3.779 3.864 3.927 3.991 4.163
Autoverzekering (HVKZ) 62 65 65 5 5Informatisering - - - 11.000 12.200Terugbetaling generieken - 3.309 3.309 - - Terugbetaling heffing zakencijfer
- - 35.000 41.346 36.500
Provisiefonds geneesmiddelen (overschrijding)
- - - 109.310 459
Totaal 584.696 759.710 913.635 1.166.879 1.048.783
IV. RIZIV-Geneeskundige verzorging C. Statistieken
314
1. De dienstverlening van de OCMW’s 1.0 Methodologische nota A. Het recht op maatschappelijke integratie De nieuwe wet van 26.05.2002 aangaande het recht op maatschappelijke integratie is van toepassing vanaf 01.10.2002. Zij vervangt de oude wet van 1974 met betrekking tot het bestaansminimum. De nieuwe reglementering voorziet, behalve een tegemoetkoming voor onbemiddelde personen (“het leefloon” genoemd), de mogelijkheid om een opleiding te volgen, om een baan te vinden en om door een maatschappelijk assistent begeleid te worden. Het leefloon wordt toegekend en uitbetaald door de gemeentelijke openbare centra voor maatschappelijk welzijn. De federale Staat betaalt een gedeelte van de uitgekeerde bedragen terug. Het saldo is ten laste van de OCMW's en dus onrechtstreeks van de gemeenten, die wettelijk verplicht zijn het eventuele tekort op de rekening van het OCMW bij te passen (Cf. art. 106 OCMW-wet). In tabel 1.1 vindt men de evolutie van het aantal rechthebbenden op het leefloon naar gezinstype. Voor 2005-2009 zijn de opgenomen categorieën: samenwonende met één of meerdere personen alleenstaande samenwonende met personen ten laste De jaarlijkse bedragen die kunnen worden toegekend zijn de volgende (aan spilindex 112,72 basis 2004=100):
- samenwonende met één of meerdere personen: 5.922,53 euro - alleenstaande: 8.883,78 euro - samenwonende met personen ten laste: 11.845,05 euro
Tabel 1.2 toont een aantal jaargegevens: het gemiddeld aantal gerechtigden, een gemiddeld jaarbedrag en de uitgaven (uitgedrukt in duizend euro). Het totaal van de uitgaven omvat alle kosten die betrekking hebben op het uitgekeerde leefloon voor een bepaald jaar, en houdt dus ook rekening met de kosten die in een volgend boekjaar werden vereffend.
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
317
B. De activering van de financiële dienstverleningen van de OCMW’s Sinds 01.01.1998 krijgen de gerechtigden op bestaansminimum (vanaf 01.10.2002: leefloon) toegang tot de volgende tewerkstellingsinitiatieven: de doorstromingsprogramma's; de arbeidsplaatsen erkend in het kader van de professionele reïntegratie van langdurig
werklozen (dienstenbanen); de banenplannen; de initiatieven voor sociale inschakeling … 1 In 2000 werd het "Lenteprogramma" van kracht. Het betreft een actieplan dat gericht is op de vermindering van het aantal gerechtigden op het bestaansminimum. Hiertoe werden bepaalde tewerkstellingsmodaliteiten versterkt, onder andere de sociale tewerkstelling binnen de OCMW's in het kader van art. 60, § 7 en art. 61 van de organieke wet van 08.07.1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn2. Meer bepaald gebeurt dit door de verhoging van de Staatstoelage, de uitbreiding van de mogelijkheden tot terbeschikkingstelling (eveneens voor de privé-sector) en de mogelijkheid tot tijdelijke deeltijdse tewerkstelling. Verder werden nieuwe tewerkstellingskansen gecreëerd, zoals de invoeginterim en de tewerkstelling in het kader van de sociale economie. De uitgaven gekoppeld aan de activering maken integraal deel uit van de begroting die voorbehouden is aan het recht op maatschappelijke integratie en op maatschappelijke dienstverlening. Er bestaan evenwel twee specifieke toelagen: De ene moedigt de tewerkstelling aan in de sector van de sociale economie en omvat:
De verhoogde Staatstoelage: in de sociale economie neemt de begroting van maatschappelijke integratie het verschil tussen het leefloon en de regelmatige tussenkomst toegekend aan de personen die tewerkgesteld zijn in het kader van de toepassing van artikel 60, § 7 ten laste;
De activering van het leefloon voor de begunstigden tewerkgesteld via de invoeginitiatieven in de sociale economie (SINE);
De andere werd toegekend aan de OCMW’s in het kader van de activering zoals voorzien in het “Lenteprogramma”. Dit omvat: De met 25 % verhoogde Staatstoelage voor diegenen die tewerkgesteld worden in het
kader van artikel 60, § 7; De monitoring van het "Lenteprogramma".
In 2004 bedroegen de toelagen voor sociale economie aan openbare besturen 9.920 duizend euro. Voor hetzelfde jaar bedroegen de toelagen voor het “Lenteprogramma” aan lokale besturen 10.721 duizend euro. In de tabel 1.3 hernemen we het aantal tewerkgestelde personen in het kader van de maatschappelijke integratie en in het kader van de maatschappelijke hulp. Het gaat voornamelijk om tewerkstellingen in toepassing van artikelen 60, §7 en 61 van de organieke wet van 08.07.1976 op de openbare centra van maatschappelijk welzijn en om activeringsmaatregelen. Tabel 1.4 geeft het aantal gerechtigden van financiële hulp (equivalent van het leefloon), toegekend in het kader van maatschappelijke hulp. U vindt aanvullende informatie over de maatschappelijke integratie en de maatschappelijke hulp op de website van de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie bevoegd voor Grootstedenbeleid: www.mi-is.be.
1 Vanaf 01.01.2002 vervangt de veralgemeende activering (activa) de vroegere maatregelen: de --------------------dienstenbanen, de invoeginterim en het banenplan. 2 Zie art. 6-9 van de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
318
1.1 Aantal rechthebbenden op leefloon naar gezinstype
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Samenwonenden met één of meerdere personen 21.130 21.777 22.040 23.137 24.781Alleenstaanden 36.792 37.387 37.249 37.606 38.958Samenwonenden met personen ten laste
18.335 19.542 21.113 22.159 23.284
Totaal 76.257 78.705 80.402 82.901 87.023
1.2 Totale uitgaven leefloon
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
2005 2006 2007 2008 2009
Gemiddeld aantal rechthebbenden 76.255 78.715 80.409 82.737 90.671Volledig 53.001 54.803 56.359 58.499 63.739Gedeeltelijk 23.254 23.912 24.050 24.238 26.932
Gemiddeld jaarbedrag (euro) 3.788 3.921 4.142 4.471 4.665Totaal uitgaven (duizend euro) 288.878 308.662 333.091 369.948 422.943
1.3 Aantal tewerkgestelde rechthebbenden
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Maatschappelijke integratie 8.625 9.409 9.645 9.584 - Maatschappelijke hulp 1.606 1.825 1.955 2.052 -
1.4 Aantal rechthebbenden op maatschappelijke hulp (financiële hulp)
Bron: POD Maatschappelijke Integratie
01.2005 01.2006 01.2007 01.2008 01.2009
Aantal rechthebbenden 35.811 32.532 28.092 21.652 18.220
V. Sociale bijstand 1. Dienstverlening van de OCMW's
319
2. Inkomensgarantie voor ouderen - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
2.0 Methodologische nota A. De inkomensgarantie voor ouderen (IGO) Vanaf 01.06.2001 wordt een nieuwe uitkering, ingevoerd door de wet van 22.03.2001, toegekend: de inkomensgarantie voor ouderen (IGO). Degenen die genoten van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden vóór 01.06.2001 kunnen ervan blijven genieten, indien dit voordeliger is dan de nieuwe uitkering. De IGO verschilt van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden hoofdzakelijk door de volgende eigenschappen: de leeftijd van dewelke men recht kan hebben op de IGO is dezelfde voor de mannen als voor
de vrouwen: 62 jaar in 2002; 63 jaar vanaf 2003; 64 jaar vanaf 2006 en 65 jaar vanaf 2009. de IGO is een individueel recht (er is geen “gezinsbedrag”); het totale bedrag van de inkomsten en pensioenen in aanmerking genomen bij de berekening
wordt gedeeld door het aantal personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen, de betrokkene inbegrepen.
In de nieuwe wet, spreekt men niet meer van bedrag “samenwonende “ of bedrag “alleenstaande”, maar van personen die dezelfde hoofdverblijfplaats delen of niet delen. Het toegekende bedrag is afhankelijk of de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen of niet. Het basisbedrag wordt met 50% verhoogd als de aanvrager zijn hoofdverblijfplaats niet deelt met één of meerdere personen. Dit heeft tot gevolg dat twee personen die samenwonen recht hebben op het basisbedrag, onafhankelijk van het feit ze getrouwd zijn of niet. De wet maakt een uitzondering voor bepaalde categorieën van personen die niet verondersteld worden dezelfde hoofdverblijfplaats te delen als de aanvrager, niettegenstaande ze op hetzelfde adres ingeschreven zijn in het Rijksregister. Deze zijn : de minderjarige kinderen, de meerderjarige kinderen waarvoor gezinsbijslag ontvangen wordt, de bloed- of aanverwanten in dalende lijn, de personen die in hetzelfde rustoord, hetzelfde rust- en verzorgingstehuis of hetzelfde psychiatrisch centrum verblijven. Als de rechthebbende zijn hoofdverblijfplaats enkel deelt met personen van deze categorieën, dan heeft deze recht op de verhoogde uitkering. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 112,72 basis 2004=100): het bedrag “hoofdverblijfplaats delend”: 7.330,63 euro per jaar; het bedrag “hoofdverblijfplaats niet delend”: 10.995,95 euro per jaar. We stellen een belangrijke stijging vast van het bedrag van de jaarlijkse uitgaven, dit is hoofdzakelijk het gevolg van een stijging buiten index van het basisbedrag met 60 euro per maand op 01.12.2006 B. Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden Het gewaarborgd inkomen voor bejaarden is een volledig kosteloos voordeel, wat wil zeggen dat geen enkele tegenoverstaande bijdrage vereist is. Het wordt toegekend na een onderzoek naar de bestaansmiddelen, wanneer deze een bepaald forfaitair jaarbedrag niet overschrijden. De bedragen die kunnen toegekend worden zijn de volgende (aan spilindex 112,72 basis 2004=100): het "gezinsbedrag": 11.015,68 euro per jaar; het bedrag “alleenstaande”: 8.261,91 euro per jaar.
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
321
Het toegekende bedrag wordt met 90 % van de pensioenvoordelen die de aanvrager/aanvraagster of zijn/haar echtgeno(o)t(e) ontvangt verminderd. De RVP geeft in zijn statistieken dezelfde opsplitsing als voor de pensioenen, zodat het bedrag "alleenstaande" onderverdeeld is in drie categorieën: gehuwden, niet gehuwden en weduwnaars (of weduwen). Vanaf 1999 werd jaarlijks een forfaitaire bijzondere verwarmingstoelage toegekend aan alle gerechtigden. Deze toelage werd vanaf 2002 opnieuw afgeschaft, ze blijft evenwel gelden voor de toegekende prestaties die dateren van voor juni 2001. Voor de IGO en voor het gewaarborgd inkomen voor bejaarden geven we het aantal rechthebbenden (resp. tab. 2.1 en 2.2) en het totaal der uitgaven (tab. 2.3).
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
322
2.1
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
IGO
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
130
7.16
56.
950
6.16
84.
764
3.23
328
.410
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
653.
430
3.62
83.
389
2.47
71.
314
14.3
03Z
ij di
e hu
n ho
ofdv
erbl
ijfpl
aats
nie
t del
en65
3.72
83.
319
2.77
92.
286
1.91
914
.096
Nie
t ver
deel
de g
eval
len
73
111
Vro
uw
en2.
300
12.6
0912
.128
12.1
639.
844
8.74
557
.789
Zij
die
hun
hoof
dver
blijf
plaa
ts d
elen
540
2.95
93.
156
2.87
81.
657
680
11.8
70Z
ij di
e hu
n ho
ofdv
erbl
ijfpl
aats
nie
t del
en1.
760
9.63
08.
965
9.28
48.
184
8.06
545
.888
Nie
t ver
deel
de g
eval
len
207
13
31
To
taal
rec
hth
ebb
end
en2.
430
19.7
7419
.078
18.3
3114
.608
11.9
7886
.199
2.2
Aan
tal r
ech
theb
ben
den
gew
aarb
org
d in
kom
en v
oo
r b
ejaa
rden
vo
lgen
s le
efti
jdsk
lass
e en
ges
lach
t
Bro
n: R
VP
Min
der
dan
60
jaar
60-6
4 ja
ar65
-69
jaar
70-7
4 ja
ar75
-79
jaar
80-8
4 ja
ar85
jaar
en
+T
ota
al
Man
nen
10
151
291
258
337
92.
388
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
127
041
213
359
875
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nden
(ru
stpe
nsio
en)
10
036
4933
812
7N
iet g
ehuw
den
(rus
tpen
sioe
n)0
00
204
442
405
305
1.35
6R
ust &
ove
rlevi
ng0
00
29
127
30
Vro
uw
en8
711
82.
472
2.71
92.
429
2.40
710
.160
Geh
uwde
n, g
ezin
(ru
stpe
nsio
en)
00
045
113
059
Geh
uwde
n, a
lleen
staa
nden
(ru
stpe
nsio
en)
87
713
111
468
3436
9N
iet g
ehuw
den
(rus
tpen
sioe
n)0
010
32.
102
2.32
42.
154
2.17
48.
857
Rus
t & o
verle
ving
00
819
427
020
419
987
5
To
taal
rec
hth
ebb
end
en9
711
92.
984
3.63
13.
012
2.78
612
.548
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
9
Toe
stan
d op
1 ja
nuar
i 200
9
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
323
Bron: RVP
2005 2006 2007 2008 2009
IGO 196.144 211.913 287.750 336.138 356.019 Gewaarborgd inkomen 75.411 74.095 66.913 55.447 51.089 Verwarmingstoelage 1.070 904 781 693 595
Totaal 272.625 286.912 355.444 392.278 407.703
2.3 Jaarlijkse uitgaven (duizend euro)
V. Sociale bijstand 2. IGO - Gewaarborgd inkomen voor bejaarden
324
3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap 3.0 Methodologische nota De bedoeling van het stelsel van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap is de minstbedeelden onder hen ter hulp te komen. Het is een residueel stelsel van sociale bescherming, waarvoor geen bijdragen worden gevraagd en waarvan de prestaties steeds door de Staat gefinancierd worden. In 1969 ontstaan de gewone tegemoetkoming, bestemd voor de personen met een fysische handicap en de bijzondere tegemoetkoming, bestemd voor de andere personen met een handicap. In 1973 worden het verhoogd gewaarborgd inkomen en de tegemoetkoming voor hulp van derde ingesteld, en in 1976 de tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden. In 1974 worden de bedragen van de gewone en de bijzondere tegemoetkomingen verhoogd en gediversifieerd naargelang van de gezinstoestand, en het onderzoek naar de bestaansmiddelen wordt verscherpt. Tenslotte heeft de wet van 27.02.1987 de regeling grondig hervormd: de inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon wiens
verdienvermogen, ingevolge zijn handicap, verminderd is tot een derde of minder van wat een valide persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen. De integratietegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een handicap met een verminderde zelfredzaamheid, die aldus moeilijkheden ondervindt om zich in het maatschappelijk leven te integreren;
de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt eveneens toegekend wegens gebrek aan en of vermindering van zelfredzaamheid.
In geval van herziening van hun dossier, kunnen de “niet-bejaarde” rechthebbenden aanspraak maken op verworven rechten, indien hun recht vóór 31.12.1974 is ingegaan. De “bejaarde” rechthebbenden kunnen verworven rechten laten gelden, ongeacht de datum waarop hun tegemoetkoming is ingegaan. Er zijn twee tabellen, welke ingedeeld werden volgens soort tegemoetkoming. Het betreft het aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (tabel 3.1) en de totale uitgaven per type tegemoetkoming (tabel 3.2).
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
325
3.1 Aantal rechthebbenden naar type tegemoetkoming (jaargemiddelden)
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2005 2006 2007 2008 2009
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
133.672 134.011 135.552 139.233 147.563
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
114.994 118.334 125.958 126.816 133.368
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 en KB 1974 3.070 2.874 2.559 2.297 2.024
Aanvullende tegemoetkoming 3.713 3.464 3.055 2.699 2.366
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
2.242 1.956 1.540 1.233 975
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend)
587 516 401 320 245
Totaal rechthebbenden 258.278 261.155 269.065 272.598 286.541
Tegemoetkoming voor hulp van
derde (totaal der voordelen) (1) 3.188 2.858 2.393 1.980 1.639
(1) Dit totaal omvat diegenen die uitsluitend recht hebben op deze tegemoetkoming en diegenen die ze cumuleren met een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen.
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
326
Bron: FOD Sociale Zekerheid
2005 2006 2007 2008 2009
Inkomensvervangende en integratietegemoetkoming
869.804 893.294 934.388 1.013.536 1.082.310
Tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden
367.964 377.587 393.120 416.412 431.599
Gewone en bijzondere tegemoetkoming
KB 1969 en KB 1974 18.170 16.551 14.989 14.108 12.685
Aanvullende tegemoetkoming 14.419 12.890 11.641 10.892 9.925
Tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen
3.582 2.848 2.282 1.894 1.536
Tegemoetkoming voor hulp van derde (uitsluitend) 5.366 4.900 4.102 3.617 3.089
Totaal maandelijkse termijnen 1.279.305 1.308.070 1.360.522 1.460.459 1.541.144
Achterstallen 150.346 118.930 124.354 150.618 157.490
Totaal 1.429.651 1.427.000 1.484.876 1.611.077 1.698.634
3.2 Totale uitgaven tegemoetkomingen aan personen met een handicap naar type tegemoetkoming (duizend euro)
V. Sociale bijstand 3. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
327
A. Beschrijving van het stelsel Elke analyse van de overzeese sociale zekerheid vereist een verwijzing naar de wet van 16.06.1960. Deze wet belast de organismen met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Kongo en Ruanda-Urundi onder de controle en met de waarborg van de Belgische Staat. Verzekeringen De sociale zekerheidsregeling van koloniaal recht bevatte de volgende sectoren: ouderdom en vroegtijdige dood; kinderbijslag; ziekte en invaliditeit; geneeskundige verzorging; vergoeding van de schade voortspruitende uit arbeidsongevallen en beroepsziekten. De onafhankelijkheid van de eertijds door België bestuurde gebieden heeft de opheffing van deze wetgevingen van koloniaal recht tot gevolg gehad. De regeling voor overzeese sociale zekerheid die nadien ontstond, werd ingesteld door de wet van 17.07.1963, welke meermaals gewijzigd werd. Het huidige toepassingsgebied van deze wet is het geheel van personen, die hun beroepsactiviteit in het buitenland verrichten en die niet vallen onder de Verordening (EEG) n°1408 / 71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Het grondgebied waarop de Verordening (EEG) n°1408 / 71 van toepassing is, is dat van de Europese Unie, verruimd met IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. Volgens de huidige wetgeving omvat de regeling de volgende takken: de ouderdoms- en overlevingsverzekering; ziekte- en invaliditeitsverzekering; de verzekering voor geneeskundige verzorging; de mogelijkheid om bijzondere contracten inzake arbeidsongevallen, geneeskundige
verzorging, alsook ouderdoms- en overlevingscontracten (aanvullende verzekeringen) aan te gaan.
Het is een wettelijke regeling door de Belgische Staat ingesteld en gewaarborgd. De aansluiting bij de overzeese sociale zekerheid is niet verplicht. Iedere belanghebbende kan vrij over zijn aansluiting bij deze regeling beslissen. Kunnen erbij aansluiten: de personen die hun beroepsactiviteit uitoefenen in een buitenland, dat niet onder de toepassing valt van de Verordening (EEG) n°1408 / 71. De regeling voor overzeese sociale zekerheid bevat geen enkele verwijzing naar de voorwaarden waarin de aangeslotenen hun overzeese beroepsactiviteit uitoefenen. Zowel de personen, die door een contract hun diensten verhuren als zelfstandigen kunnen zich aansluiten. Sociale bijdragen De financiering van de takken ouderdom en vroegtijdige dood, ziekte en invaliditeit en geneeskundige verzorging in de huidige wetgeving wordt gespijsd door bijdragen die door de verzekerde vrij tussen een bodem- en grensbedrag worden bepaald en die de kostprijs voor levensonderhoud volgen (spilindexcijfers). Het minimum basisbedrag van de maandelijkse bijdrage bedraagt 37,18 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 230,61 euro (spilindex 112,72 basis 2004).
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
331
Het maximum basisbedrag bedraagt 148,74 euro, wat overeenkomt met een geïndexeerd bedrag van 922,54 euro (spilindex 112,72 basis 2004). De storting evenwel van het minimumbedrag van de bijdrage opent slechts een recht op pensioen en op de terugbetaling van de geneeskundige verzorging. De uitkeringen van ziekengeld en invaliditeitsuitkeringen worden slechts toegekend indien de gemiddelde maandbijdrage het minimum (geïndexeerd) basisbedrag bereikt. De tussenkomst van de werkgever is niet vereist voor de betaling van de bijdragen: de wet of haar uitvoeringsbesluiten bepalen geen enkele nadere verdelingsregeling van de bijdragen tussen werkgever en de verzekerde; een verdeling kan enkel voortvloeien uit een overeenkomst tussen partijen. De wet van 17.07.1963 heeft drie Fondsen opgericht, elk met een eigen vermogen, namelijk het pensioenfonds1 het invaliditeitsfonds2 het solidariteits- en perequatiefonds3
Onverminderd de bijzondere bepalingen die gelden voor verzekerden van niet E.U.-nationaliteiten4 worden de bijdragen tussen de drie Fondsen zo verdeeld: Pensioenfonds:............................................70,0% Invaliditeitsfonds:...........................................9,5% Solidariteits- en perequatiefonds:................20,5% Geneeskundige verzorging Het betreft een uitgestelde verzekering, wat betekent dat de terugbetaling van de kosten van de geneeskundige verzorging aan de verzekerde en zijn rechthebbenden enkel wordt verkregen, indien aan bepaalde voorwaarden inzake verzekeringsduur (minstens 16 jaar deelname) en leeftijd (het in genot treden van de voordelen kan ten vroegste vanaf 50 jaar) is voldaan of wanneer de verzekerde arbeidsongeschikt is bevonden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 17.07.1963 (hoofdstuk IV). Uitkeringen Voor de verzekerde zijn uitkeringen voorzien in geval hij niet in staat is door zijn werk in zijn levensonderhoud te voorzien ten gevolge van een ziekte die zich manifesteert of van een ongeval5 dat zich voordoet tijdens de verzekeringsperiode. Ook de verzekerde vrouw die haar beroepsactiviteit staakt wegens zwangerschap, is erkend als zijnde niet in staat om door haar werk in haar levensonderhoud te voorzien.
1 Beheer van de uitkeringen van de ouderdoms- en overlevingsverzekering verzekerd in individuele kapitalisatie. 2 Beheer van de ziekte en invaliditeitsverzekering, van de verzekering geneeskundige verzorging en van de contracten voor bijkomende verzekeringen. 3 Beheer van de prestaties van de ouderdoms- en overlevingsverzekering gefinancierd door de repartitieregeling. 4 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland. 5 Uitgezonderd een arbeidsongeval.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
332
Pensioenen De ouderdoms- en overlevingsverzekering, ten laste van het Fonds voor pensioenen, voorziet in de toekenning van ouderdoms- en weduwenrenten. We beperken ons in deze nota tot de bespreking van de ouderdomsrenten. Voor de weduwenrenten, pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot en de indexering van de uitkeringen verwijzen we de lezer naar de website van de DOSZ: www.dosz.be . De ouderdomsrenten worden verkregen vanaf 55 jaar voor de vrouwelijke verzekerden en vanaf een leeftijd die verschilt naargelang van de duur van de aansluiting bij de verzekering voor de mannelijke verzekerden. De ‘normale leeftijd’ is op 55 jaar vastgesteld voor een aansluiting van 20 jaar en meer. Indien de aansluiting bij de verzekering minder dan 20 jaar bedraagt, wordt de leeftijd met één jaar verhoogd per periode van twee jaar minder aansluiting. Voor minder dan twee jaar aansluiting bij de verzekering wordt de leeftijd om voor het ouderdomspensioen in aanmerking te komen bijgevolg op 65 jaar vastgesteld. Onder bepaalde voorwaarden en mits vermindering van het bedrag van de prestatie, kan de verzekerde de vervroegde uitkering van de ouderdomsrente ten vroegste tien jaar voor de normale leeftijd van het in genot treden van het voordeel, bekomen. Het bedrag van de ouderdomsrente wordt bepaald door toepassing van de regels van de individuele kapitalisatie. Het is bijgevolg rechtstreeks afhankelijk van het bedrag van de gestorte bedragen, evenals van de leeftijd van de verzekerde op het ogenblik van de storting van de bijdragen en van de ingangsdatum van het pensioen. Gezinsbijslag De wetten van 16.06.1960 en 17.07.1963 garanderen ten gunste van de rechtgevende kinderen, onderdanen van een der landen, die lid zijn van de Europese Unie6, kinderbijslag: aan de gepensioneerde koloniale werknemers die een loopbaan van tenminste 16 jaar
hebben; aan de slachtoffers van een arbeidsongeval overkomen vóór 01.07.1960 en aan de personen
met een beroepsziekte die na die datum niet meer aan het risico blootgesteld waren; aan de verzekerden die een uitkering trekken krachtens de verzekering geneeskundige
verzorging. Arbeidsongevallen en beroepsziekten De wetgeving voor sociale zekerheid naar koloniaal recht voorzag in de verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Die uitkeringen worden door de wet van 16.06.1960 gewaarborgd. Het bij de wet van 17.07.1963 opgerichte stelsel voorziet niet in deze takken van sociale zekerheid in het kader van de algemene regeling. Nochtans verschaft de wet de mogelijkheid van een aanvullende verzekering inzake arbeidsongevallen.
6 In feite: E.U. + IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en Zwitserland.
VI. DOSZ A. Beschrijving van het regime
333
B. Lopende rekeningen (budgettair concept) (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Ontvangsten
Bijdragen 49.260 54.141 54.195 62.564 65.818Staatstoelagen 290.348 285.110 284.559 310.496 308.848Alternatieve financiering - - - - -Toegewezen ontvangsten 2.293 1.938 1.395 2.344 1.587Externe overdrachten 3.764 3.864 0 1.973 2.132Opbrengsten beleggingen 921 1.306 1.512 2.835 2.440Diversen 3.427 3.466 3.442 3.742 3.420
Totaal lopende ontvangsten 350.013 349.825 345.104 383.954 384.245
Uitgaven
Sociale prestaties 325.282 330.770 339.720 355.461 357.714Betalingskosten 18 15 14 11 10Beheerskosten 9.502 8.956 8.953 9.328 10.521Externe overdrachten 3.100 2.605 2.160 3.087 1.815Intresten op leningen 61 196 22 805 253Diversen 2.963 3.066 3.091 4.306 3.042
Totaal lopende uitgaven 340.926 345.608 353.961 372.998 373.356
Saldo lopende rekeningen 9.087 4.217 -8.857 10.956 10.889
VI. DOSZ B. Lopende rekeningen
334
C. Statistieken
1. Aantal bijdragebetalenden naar geslacht en categorie (Wet van 17.07.1963)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Mannen 6.764 7.019 7.301 7.768 7.519
Vrouwen 1.748 1.735 1.771 1.903 1.815
Totaal 8.512 8.754 9.072 9.671 9.334
2. Bijdragen volgens wetgeving en verzekering (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Uitvoering van de voormalige
sociale wetgeving (1)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Arbeidsongevallen 0,5 0,5 0,5 0,4 0,2Beroepsziekten 0,3 0,3 0,3 0,4 0,4
Stelsel van overzeese sociale zekerheid
Ouderdom en vroegtijdige dood 35.546,6 38.775,6 38.970,3 44.953,2 47.438,3Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging) 3.717,1 4.071,5 4.065,1 4.692,5 4.937,1
Aanvullende verzekeringen (2)
Ziekte-invaliditeit (geneeskundige verzorging)
8.367,5 8.843,3 9.167,1 10.703,2 11.140,2
Arbeidsongevallen 1.562,4 1.648,6 1.317,9 1.052,2 1.693,6
Uitvoering van de wet van
05.08.1968 (3)
Ouderdom en vroegtijdige dood 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
(2) Het gaat om de verzekeringen bepaald in artikels 57 en 57bis van de wet van 17.07.1963.
(1) De van kracht zijnde sociale wetgeving van Belgisch-Kongo, Rwanda en Burundi voor de toetreding van deze landen tot de onafhankelijkheid.
(3) Uitvoering van de wet tot vaststelling van een zeker verband tussen de pensioenstelsels van de openbare sector en die van de privé-sector.
VI. DOSZ C. Statistieken
335
3. Aantal rechthebbenden geneeskundige verzorging naar categorie (1) (2)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Gewezen werknemers 4.390 4.346 4.389 4.312 3.165Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genieten 102 101 103 101 58Slachtoffers van een arbeidsongeval 1 1 1 1 0Personen met een beroepsziekte
1 0 0 0 0
Weduwen van
Gewezen werknemers 2.029 2.004 2.027 2.057 1.438Werknemers die uitkeringen wegens ziekte of invaliditeit genoten 96 96 96 96 48Slachtoffers van een arbeidsongeval 13 13 13 13 3Personen met een beroepsziekte
7 7 7 7 7
(2) Voor 2008 bedragen het aantal dubbeltellingen met de verplichte verzekering ziekte-invaliditeit van het RIZIV voor de gewezen werknemers 1.177 en voor de weduwen 720. Het betreft de opgeschorte rechten.
Toestand op 31 december
(1) Er wordt geen rekening gehouden met de titularissen van een aanvullend contract inzake geneeskundige verzorging.
VI. DOSZ C. Statistieken
336
Bron: DOSZ Toestand 2008
Verzeker-
den (1)Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 0 127 1.761 6Geneesheren 0 6 159 0Farmaceutische verstrekkingen 0 53 253 6Ziekenhuisverpleging 0 8 445 0Verpleegkundige zorgen 0 3 83 0Kinesitherapeuten 0 2 36 0Andere verstrekkingen 0 55 785 0
Wet van 17.07.1963 7.725 14.859 5.425 801
Geneesheren 2.531 2.296 693 101Farmaceutische verstrekkingen 1.899 27 579 180Ziekenhuisverpleging 1.602 3.446 1.515 229Verpleegkundige zorgen 14 492 270 28Kinesitherapeuten 96 255 111 19Andere verstrekkingen 1.583 8.343 2.257 244
Totaal 7.725 14.986 7.186 807
Bron: DOSZ Toestand 2009
Verzeker-
den (1)Gepensio-neerden
Weduwen Invaliden
Wet van 16.06.1960 83 1.428 7Geneesheren 0 6 107 0Farmaceutische verstrekkingen 0 44 226 7Ziekenhuisverpleging 0 2 292 0Verpleegkundige zorgen 0 5 101 0Kinesitherapeuten 0 5 30 0Andere verstrekkingen 0 21 672 0
Wet van 17.07.1963 7.507 13.373 5.129 628
Geneesheren 2.465 2.035 561 69Farmaceutische verstrekkingen 1.916 2.493 460 167Ziekenhuisverpleging 1.353 3.441 1.471 172Verpleegkundige zorgen 28 584 330 22Kinesitherapeuten 83 280 112 9Andere verstrekkingen 1.662 4.540 2.195 189
Totaal 7.507 13.456 6.557 635
(1) Bijkomende verzekering (art. 57 van de wet van 17.07.1963).
4. Uitgaven voor geneeskundige verzorging volgens hoofdrubriek en toepasselijke wetgeving (duizend euro)
VI. DOSZ C. Statistieken
337
5. Aantal rechthebbenden uitkeringsverzekering
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Invaliden 72 60 102 92 110Weduwen 39 38 36 36 36Wezen 3 2 2 1 1
Totaal 114 100 140 129 147
Gewezen werknemers (2)
6. Uitgaven voor de uitkeringsverzekering volgens wetgeving en categorie(duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Wet van 16.06.1960 43 34 30 27 27Invaliden 24 19 15 12 12Weduwen 19 15 15 15 15Wezen 0 0 0 0 0
Wet van 17.07.1963 720 635 620 674 692Invaliden 661 574 559 611 627Weduwen 58 60 60 62 64Wezen 1 1 1 1 1
Totaal 763 669 650 701 719
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
338
7. Aantal rechthebbenden renten en toelagen volgens wetgeving en categorie (1)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Wet van 16.06.1960 28.253 27.336 26.589 25.495 24.463Rustpensioenen 17.578 16.769 15.903 14.934 14.010Overlevingspensioenen 10.675 10.567 10.686 10.561 10.453
Wet van 17.07.1963 25.587 26.149 27.239 28.134 28.890Rustpensioenen 17.901 18.285 19.162 19.886 20.476
Gewezen werknemers (2) 7.686 7.864 8.077 8.248 8.414
8. Uitgaven voor de renten en toelagen (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Rust 228.140 231.539 239.183 250.473 251.711Weduwen 65.423 67.614 68.449 72.090 78.197Wezen 1.203 1.050 1.061 1.105 1.212
Totaal 294.766 300.203 308.693 323.668 331.120
Toestand op 31 december
(1) De pensioengerechtigden gewaarborgd door de wet van 16.06.1960 die genoten hebben van de regeling ingesteld door de wet van 17.07.1963 zijn onder beide wetgevingen opgenomen.
VI. DOSZ C. Statistieken
339
9. Aantal rechtgevende kinderen volgens leeftijdsklasse
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
0 - 6 jaar 2 0 0 0 1 6 - 12 jaar 14 8 7 6 712 - 16 jaar 12 20 11 12 1016 - 25 jaar 38 26 34 34 2325 jaar en ouder 10 9 8 7 5
Totaal 76 63 60 59 46
10. Uitgaven voor gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Gezinsbijslag 163 137 144 121 95
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
340
11. Aantal rechthebbenden arbeidsongevallen volgens wetgeving en categorie
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Wet van 16.06.1960 228 217 201 179 161Invaliden 176 168 154 137 120Weduwen 52 49 47 42 41
Wet van 17.07.1963 (contracten) 335 332 325 307 300Invaliden 270 268 260 245 239Weduwen 56 55 56 55 55Wezen 9 9 9 7 6
Totaal 563 549 526 486 461
12. Uitgaven arbeidsongevallen volgens wetgeving (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Wet van 16.06.1960 (art. 4)Algemene regeling 466 436 441 395 366
Wet van 17.07.1963 (art. 57)Aanvullende verzekering 1.566 1.559 1.722 1.527 1.655
Totaal 2.032 1.995 2.163 1.922 2.021
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
341
13. Aantal rechthebbenden beroepsziekten
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Wet van 16.06.1960 21 20 17 16 15
Blijvende arbeidsongeschiktheid 14 13 11 10 9Weduwen 7 7 6 6 6
14. Uitgaven voor beroepsziekten (duizend euro)
Bron: DOSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Beroepsziekten 111 110 99 97 87
Toestand op 31 december
VI. DOSZ C. Statistieken
342
1. Indexering 1.0 Methodologische nota De basisreglementering voor de indexering van de uitkeringen van de sociale zekerheid (privé-sector) en de sociale bijstand ligt vervat in de wet van 02.08.1971. Deze wet werd sinds het begin van de jaren zeventig meermaals aangepast. Zo onttrok een wet van 01.03.1977 een aantal uitgaven in de overheidssector, waaronder de wedden, lonen en pensioenen van de ambtenaren, aan het toepassingsgebied van de wet van 02.08.1971 en paste er een ander, voordeliger, indexeringsmechanisme op toe. De wetgever wenste dat deze uitgaven de evolutie van de levensduurte sneller zouden volgen. In de jaren tachtig en negentig vielen drie belangrijke wijzigingen te noteren: in 1983 werd het zogenaamde 'afgevlakte indexcijfer' ingevoerd (KB's nr. 156 en 178 van
30.12.1982); KB nr. 281 van 31.03.1984, gewijzigd door het KB nr. 420 van 18.07.1986, voorzag dat voor
een aantal sociale uitkeringen drie indexaanpassingen niet werden doorgevoerd (indexsprongen);
een KB van 24.12.1993, ter uitvoering van de wet van 06.01.1989 tot vrijwaring van ‘s lands concurrentievermogen, verving voor de toepassing van de wet van 02.08.1971 het ‘gewone’ indexcijfer der consumptieprijzen door de ‘gezondheidsindex’ (officieuze benaming).
De wet van 02.01.2001 (BS 03.01.2001, erratum 13.01.2001) en de wet van 19.07.2001 hebben het indexmechanisme opnieuw gewijzigd, ditmaal met het oog op een snellere aanpassing van de uitkeringen aan de evolutie van de gezondheidsindex. De wet past daartoe zowel de bepalingen met betrekking tot de vaststelling van het tijdstip van de indexering (wet van 02.08.1971) als de bepalingen met betrekking tot de toepassingsdatum van de indexering (wet van 02.08.1971 en (gedeeltelijk) wet van 01.03.1977) aan. Kort samengevat ziet het indexeringsmechanisme vervat in de wet van 02.08.1971 (sociale zekerheid in de privésector en sociale bijstand) er als volgt uit: Het tijdstip van indexering De aanzet tot het indexeren van de uitkeringen wordt gegeven telkens wanneer de zogenaamde afgevlakte (gezondheids)index de spilindex bereikt. De afgevlakte (gezondheids)index is het rekenkundig gemiddelde van de (gezondheids)indexcijfers van de betrokken maand en van de drie voorafgaande maanden. Spilindexcijfers zijn getallen die behoren tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is (basis 1966) en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02. Ze fungeren in feite als aanpassingsdrempels. De conversiecoëfficiënten laten toe van de indexcijfers van een vroegere basis naar een meer recente basis om te rekenen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
345
De toepassingsdatum De maandelijks te vereffenen bedragen worden dan aangepast met ingang van de maand die volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt1. De per kwartaal vereffende bedragen worden aangepast met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarin de spilindex werd bereikt. De indexaanpassing van de uitgaven die per jaar worden vereffend, wordt doorgevoerd met ingang van het burgerlijke jaar dat volgt op het jaar waarin de spilindex werd bereikt. De aanpassing van de bedragen Voor het aanpassen van de bedragen moet steeds teruggegrepen worden naar de basisbedragen die in de reglementering zijn opgenomen. Deze basisbedragen werden naar aanleiding van de invoering van de euro, opnieuw vastgesteld, uitgedrukt in euro en gekoppeld aan de spilindex van kracht op 01.01.2000: 103,14 (basis 1996). In geval van indexaanpassing worden de bedragen opnieuw berekend door op het basisbedrag de coëfficiënt 1,02n toe te passen, waarbij n de rang van de bereikte spilindex vertegenwoordigt. Daartoe wordt ieder spilindexcijfer aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft. De spilindex van rang 1 duidt de spilindex aan die volgt op 103,14 (basis 1996), dit wil zeggen, 103,14 x 1,021 = spilindex 105,20. In juli 2005 werd spilindex 116,15 (basis 1996) bereikt. Dit is het spilindexcijfer met rang 6. De basisbedragen werden dus vermenigvuldigd met 1,026 of 1,1262. De sociale prestaties werden aangepast op 01.08.2005. Vanaf 01.01.2006 is de basis 2004 van toepassing. Om een indexcijfer van de consumptieprijzen met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8701 vermenigvuldigen. Om een gezondheidsindex met basis 1996 om te zetten naar basis 2004 moet men met 0,8790 vermenigvuldigen. De spilindex 116,15 wordt dus 102,10 in de basis 2004. In december 2007 werd de spilindex 106,22 bereikt. De sociale prestaties werden aangepast op 01.01.2008. Op 01.05.2008 en 01.09.2008 werden de sociale prestaties opnieuw verhoogd met 2 % naar aanleiding van het bereiken van de spilindexen 108,34 in april en 110,51 in augustus 2008. In 2009 was er geen overschrijding van de spilindex. In augustus 2010 werd de spilindex 112,72 overschreden. Als gevolg daarvan werden de sociale uitkeringen in september 2010 en de wedden van het overheidspersoneel in oktober 2010 met 2 % aangepast aan de gestegen levensduurte. Overeenkomstig de maandvooruitzichten van het Federaal Planbureau (coherent met de Economische begroting van 15.09.2010) zou de volgende overschrijding van de spilindex (momenteel 114,97) plaatsvinden in september 2011.
1 Omdat de toepassing van de indexaanpassing vanaf de eerste maand na het bereiken van de spilindex vooral voor uitkeringen die in het begin van de maand uitbetaald worden (d.w.z. slechts enkele werkdagen nadat het indexcijfer van de vorige maand werd gepubliceerd) problemen kan stellen, kan de Koning in dit geval bijzondere uitvoeringsmodaliteiten vaststellen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
346
Reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen Op de volgende bladzijde vindt u een tabel met het overzicht van de reële evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de gezondheidsindex (basis 2004) van 2005 tot eind 2009. Voor een uitgebreidere reeks van indexcijfers verwijzen we naar de website van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, Dienst Indexcijfer der prijzen: http://economie.fgov.be. Vooruitzichten voor de te verwachten evolutie van het indexcijfer kan u vinden op de website van het Federaal Planbureau: http://www.plan.be. Meer bepaald vindt u daar bij “Vooruitzichten en macro-economische analyses” de publicatie “Economische begroting 2011 – Economische vooruitzichten”, welke een hoofdstuk wijdt aan de inflatieverwachtingen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
347
1.1
Ove
rzic
ht
van
de
reël
e ev
olu
tie
van
het
ind
exci
jfer
van
de
con
sum
pti
epri
jzen
en
van
de
gez
on
dh
eid
sin
dex
(b
asis
200
4)(1
)
Bro
n: F
OD
Eco
nom
ie, K
.M.O
., M
idde
nsta
nd e
n E
nerg
ie
2005
2006
2007
2008
2009
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
exIn
dex
Gez
on
dh
eid
s -in
dex
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
exIn
dex
Gez
on
dh
eid
s -in
dex
Ind
exG
ezo
nd
hei
ds -
ind
ex
Janu
ari
100,
8310
0,80
103,
4810
2,82
105,
2010
4,92
108,
8410
7,85
111,
3611
1,45
Feb
ruar
i10
1,51
101,
3310
3,93
103,
3110
5,77
105,
4610
9,62
108,
7111
1,74
111,
75M
aart
102,
1610
1,88
103,
8910
3,23
105,
7810
5,23
110,
4210
9,32
111,
1011
1,07
Apr
il10
2,39
101,
8510
4,40
103,
6010
6,26
105,
5811
0,67
109,
4911
1,33
111,
17M
ei10
2,54
102,
0410
4,79
103,
9510
6,13
105,
3411
1,66
110,
2011
1,25
110,
96Ju
ni10
2,85
102,
2210
4,77
103,
9310
6,12
105,
2811
2,28
110,
6211
1,04
110,
50Ju
li10
3,47
102,
6310
5,13
104,
2510
6,57
105,
7011
2,87
111,
2211
0,97
110,
48A
ugus
tus
103,
5710
2,65
105,
2610
4,38
106,
4410
5,67
112,
1811
0,88
111,
3111
0,66
Sep
tem
ber
103,
6910
2,54
104,
9610
4,36
106,
5410
5,71
112,
3611
1,15
111,
0211
0,46
Okt
ober
103,
5010
2,37
104,
7510
4,32
107,
1010
6,19
112,
1611
1,29
111,
0711
0,64
Nov
embe
r10
3,47
102,
6810
5,01
104,
5810
8,10
106,
9311
1,49
111,
0911
1,36
110,
75D
ecem
ber
103,
4510
2,76
105,
1510
4,68
108,
4010
7,44
111,
2511
1,24
111,
5411
0,96
Gem
idde
lde
102,
7910
2,15
104,
6310
3,95
106,
5310
5,79
111,
3211
0,26
111,
2611
0,90
Toe
nam
e
in
%2,
79 %
2,17
%1,
79 %
1,76
%1,
82 %
1,77
%4,
50 %
4,23
%-0
,05
%0,
58 %
(1)
Inge
volg
e he
t K.B
. van
24.
12.1
993
ter
uitv
oerin
g va
n de
wet
van
06.
01.1
989
tot v
rijw
arin
g va
n 's
land
s co
ncur
rent
ieve
rmog
en w
ordt
van
af ja
nuar
i 199
4 de
zog
enaa
mde
ge
zond
heid
sind
ex g
ebru
ikt a
ls b
asis
voo
r de
inde
xerin
g va
n de
soc
iale
uitk
erin
gen.
VII. Bijlagen 1. Indexering
348
Bron: Federaal Planbureau
2010 2011
IndexGezondheids-
indexIndex
Gezondheids- index
Januari 112,05 111,36 114,74 113,78Februari 112,52 111,90 115,31 114,35Maart 112,94 112,11 115,22 114,22April 113,33 112,34 115,40 114,38Mei 113,78 112,72 115,69 114,67Juni 113,77 112,74 115,83 114,78Juli 113,82 112,86 116,09 115,05Augustus 113,89 112,94 116,18 115,13September 114,11 113,19 116,34 115,26Oktober 114,26 113,34 116,43 115,36November 114,33 113,40 116,50 115,41December 114,62 113,69 116,74 115,66
Gemiddelde 113,62 112,72 115,87 114,84
Toename in %
2,12 % 1,64 % 1,98 % 1,88 %
1.2 Vooruitzichten van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen en van de gezondheidsindex (basis 2004)(Economische begroting 2011 van 15 september 2010)
VII. Bijlagen 1. Indexering
349
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Basis 1981 Basis 1988 Basis 1996 Basis 2004
1.02.1990 140,771.11.1990 143,591.03.1991 146,45 108,261.12.1991 149,39 110,431.11.1992 152,38 112,641.07.1993 155,42 114,891.12.1994 158,53 117,191.05.1996 161,70 119,531.10.1997 164,93 121,921.06.1999 168,23 124,36 103,141.09.2000 171,59 126,84 105,201.06.2001 175,01 129,37 107,301.02.2002 178,52 131,96 109,451.06.2003 182,09 134,60 111,641.10.2004 185,73 137,29 113,871.08.2005 189,45 140,04 116,151.10.2006 193,25 142,85 118,48 104,141.01.2008 197,10 145,70 120,85 106,221.05.2008 201,04 148,61 123,26 108,341.09.2008 205,07 151,59 125,73 110,51
Conversiecoëfficiënten
Bron: FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie (Dienst indexcijfer der prijzen)
x 1,1377x 1,3717
--
1996
Indexcijfer van deconsumptieprijzen
2004
x 1,1493
Omzetting naar basis …
1.3 Toepassingsdatum voor de aanpassing van de sociale prestaties ten gevolge van de overschrijding van de spilindex
Toegepaste spilindexen afgeleid uit de evolutie van de gezondheidsindex(vóór 1995: indexcijfer van de consumptieprijzen)
Gezondheidsindex
2004
198819811974-19751971 -
x 1,4105x 1,9082x 2,9388x 4,0261
VII. Bijlagen 1. Indexering
350
2. Alternatieve financiering
2.1 Periode 2005-2009
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
Index van de consumptieprijzen 2,78 % 1,79 % 1,82 % 4,49 % -0,05 %
Netto BTW-ontvangsten 21.334.477 22.541.563 23.764.101 24.017.645 23.497.762
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509 5.525.264
Wettelijk minimum 4.831.471 4.917.954 5.007.461 5.232.296 5.229.680Wettelijk geïndexeerd minimum 4.787.407 4.873.102 4.961.792 5.184.577 5.181.984Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 44.064 44.853 45.669 47.719 47.696
Basisbedrag 5.016.589 5.300.423 5.587.891 5.647.509 5.525.264
Verhogingen bestemd voor: 439.701 838.831 257.158 360.062 327.857Dienstencheques 164.038 260.861 218.740 332.907 263.134Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 0 3.932 4.720 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 33.661 33.395 31.788 30.911 36.573Kostprijs van de werkbonus 242.002 505.200 0 - - Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 0 25.220 0 16.945 14.332FSO - 1.400 1.910 3.400 2.017Fonds "Tewerkstellingscellen" - 8.823 0 7.081 7.081
Artikel 2 van de programmawet van 8 juni 2008 - - - -35.902 -
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 5.456.290 6.139.254 5.845.049 6.007.571 5.853.121
Heffingen (B) 542.965 938.587 336.214 456.618 424.413RSZPPO 40.902 41.602 20.902 5.000 40.902RVA - PWA 22.310 22.310 22.310 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384RVA - Wachtuitkeringen (EGKS) 4.208 0 0 0 - RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 164.038 260.861 218.740 332.907 263.134RVA - Startbaanovereenkomsten 0 3.932 4.720 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 33.661 33.395 31.788 30.911 36.573RSZ - Kostprijs werkbonus 242.002 505.200 0 - - RVA - Sociale economie 0 25.220 0 16.945 14.332FSO - 1.400 1.910 3.400 2.017Fonds "Tewerkstellingscellen" - 8.823 0 7.081 7.081
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 4.913.325 5.200.667 5.508.835 5.550.953 5.428.708
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944 8.494.954Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 4.705.491 4.980.679 5.275.811 5.316.148 5.199.073Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) - - 738.200 738.200 938.200
Werkbonus - - 534.200 534.200 534.200
Voorschot dienstencheques - - 200.000 200.000 400.000
Verhoging 2007 - - 4.000 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - -182.060 -181.969Verhoging (art. 66, § 11) - - 22.451 23.459 23.447Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - 575.310 964.316
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 227.965 230.207 423.192 729.378 782.747Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 207.834 219.988 233.024 234.805 229.634Vermindering gekoppeld aan overname v/d schuld 110.989 149.701 - - - Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 131.120 159.920 190.168 254.668 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) - - - 182.060 181.969Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) - - - 57.845 93.396
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
351
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (W) 6.707.539 7.351.305 7.849.337 8.404.303 8.812.202Basisbedrag toegewezen aan de werknemers 6.257.378 6.532.566 7.588.349 8.022.944 8.494.954Bijzondere bedragen: 450.161 818.739 260.988 381.359 317.248
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460 10.460 10.460 10.460
Kostprijs van de werkbonus 242.002 505.200 0 - -
Dienstencheques (1) 164.038 260.861 218.740 332.907 263.134
Tijdelijke werkloosheid (2) 33.661 33.395 31.788 30.911 36.573
Fonds "Tewerkstellingscellen" - 8.823 0 7.081 7.081
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen 67.490 -44.412 - - -166.253
Achterstallen 83.573 -47.200 44.526 105.082 -108.422
Totaal geboekt bedrag 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385 8.537.527
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 227.965 230.207 423.192 729.378 782.747
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -2.721 949 - - -
Achterstallen - 4.724 -949 - -3.791
Totaal geboekt bedrag 225.244 235.880 422.243 729.378 778.956
(1) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2004 bestemd voor de RSZ.
(2) Op basis van wetteksten, zijn deze bedragen vanaf 2005 bestemd voor de RSZ.
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
Totaal toegekend bedrag - 2.400 2.444 2.560 2.595Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) - 2.400 2.444 2.560 2.595
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -
Achterstallen 55.727 - - - -
Totaal geboekt bedrag 55.727 2.400 2.444 2.560 2.595
d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL 51.902 135.822 111.390 100.264 64.246PWA 22.310 22.310 22.310 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 25.384 25.384 25.384 25.384Betaald educatief verlof - aanvulling - 58.976 58.976 33.405 0Wachtuitkeringen (EGKS) 4.208 0 0 0 - Startbaanovereenkomsten 0 3.932 4.720 4.720 4.720Sociale economie 0 25.220 0 16.945 14.332
e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL - - - 10.000 10.000FBZ Asbestfonds - - - 10.000 10.000
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
352
f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL 40.902 41.602 20.902 5.000 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 41.602 20.902 5.000 40.902
g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL - 1.400 1.910 3.400 2.017FSO - 1.400 1.910 3.400 2.017
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
353
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 52.469 53.408 54.380 56.822 56.794
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -398 672 - - 2.528
Achterstallen 350 398 -672 - -
Totaal geboekt bedrag 52.421 54.478 53.709 56.822 59.322
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 13.117 13.352 13.595 14.206 14.198
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -100 168 - - -
Achterstallen 88 100 -168 -5 206
Totaal geboekt bedrag 13.105 13.620 13.427 14.201 14.404
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) - 387.315 402.674 444.792 411.865
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -38.709 - - 41
Achterstallen - - 38.709 - -
Totaal geboekt bedrag - 348.606 441.382 444.792 411.906
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) - 43.035 44.742 49.421 45.763
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - - - - -
Achterstallen - - - - -
Totaal geboekt bedrag - 43.035 44.742 49.421 45.763
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL 33.446 37.867 36.937 51.580 75.462
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 32.008 36.284 35.380 50.389 68.537
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 1.438 1.584 1.557 1.191 6.925
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
RSZ - GLOBAAL BEHEER 15.270 14.350 17.054 10.208 7.562
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
354
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
RSVZ - GLOBAAL BEHEER - 1.500 2.100 2.530 2.531
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
TOTAAL - - 127.800 127.514 175.800
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) - - 46.800 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer - - 46.800 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) - - 31.000 32.897 32.897RSZ - Globaal beheer - - 31.000 32.897 32.897
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) - - - -4.428 -4.563
RSZ - Globaal beheer - - - -4.428 -4.563
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) - - 15.000 15.674 17.113RSZ - Globaal beheer (90 %) - - 13.500 14.106 15.546RSVZ - Globaal beheer (10 %) - - 1.500 1.567 1.567
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) - - 5.000 5.225 5.222
RSZ - Globaal beheer - - 5.000 5.225 5.222
Artikel 66, § 12 - - 30.000 31.347 31.331RSZ - Globaal beheer - - 30.000 31.347 31.331
Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) - - - - 47.000RSZ - Globaal beheer - - - - 47.000
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
BTW 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.334.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247Werknemers (voorlopige verdeling) 1.228.190 1.237.038 1.272.434 1.364.544 1.422.222Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 106.576 111.225 114.407 122.697 158.025
Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - - - - -
Inhaalbedragen ziekenhuizen 247.000 - - - -
ACCIJNZEN 429.800 685.686 803.215 833.442 833.091
Artikel 67 ter 299.800 555.686 673.215 703.442 703.091
Basisbedrag 299.800 299.800 299.800 299.800 299.800Werknemers (voorlopige verdeling) 280.654 280.147 279.996 280.643 280.643Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 19.146 19.652 19.805 19.157 19.157
Saldo - 255.886 373.415 403.642 403.291Werknemers (90 %) - 230.297 336.074 363.278 362.962Zelfstandigen (10 %) - 25.589 37.342 40.364 40.329
Artikel 67 quinquies 130.000 130.000 130.000 130.000 130.000Werknemers (voorlopige verdeling) 121.698 121.478 121.478 121.698 121.698Zelfstandigen (voorlopige verdeling) 8.302 8.522 8.522 8.302 8.302
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.011.566 2.033.949 2.190.056 2.320.683 2.413.338
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
355
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2005 2006 2007 2008 2009
BTW 8.814.143 9.025.059 9.839.593 10.847.228 11.016.490RSZ - Globaal beheer 6.858.602 7.259.692 7.893.864 8.509.385 8.537.527RSVZ - Globaal beheer 225.244 235.880 422.243 729.378 778.956RVA - Globaal beheer 55.727 2.400 2.444 2.560 2.595RVA - Buiten globaal beheer 51.902 135.822 111.390 100.264 64.246RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.581.766 1.348.263 1.386.841 1.487.241 1.580.247FBZ - Asbestfonds - - - 10.000 10.000RSZPPO 40.902 41.602 20.902 5.000 40.902FSO - 1.400 1.910 3.400 2.017
ACCIJNZEN 495.327 753.783 870.351 904.465 906.817RSZ - Globaal beheer 52.421 54.478 53.709 56.822 59.322RSVZ - Globaal beheer 13.105 13.620 13.427 14.201 14.404RIZIV - Geneeskundige verzorging 429.800 685.686 803.215 833.442 833.091
ROERENDE VOORHEFFING - 391.641 486.124 494.214 457.669RSZ - Globaal beheer - 348.606 441.382 444.792 411.906RSVZ - Globaal beheer - 43.035 44.742 49.421 45.763
STOCK OPTIONS 33.446 37.867 36.937 51.580 75.462RSZ - Globaal beheer 32.008 36.284 35.380 50.389 68.537RSVZ - Globaal beheer 1.438 1.584 1.557 1.191 6.925
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 15.270 14.350 17.054 10.208 7.562RSZ - Globaal beheer 15.270 14.350 17.054 10.208 7.562
TAKS OP DE VERZEKERINGEN - 1.500 2.100 2.530 2.531
RSVZ - Globaal beheer - 1.500 2.100 2.530 2.531
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING - - 127.800 127.514 175.800
RSZ - Globaal beheer - - 126.300 125.947 174.233RSVZ - Globaal beheer - - 1.500 1.567 1.567
ALGEMEEN TOTAAL 9.358.185 10.224.201 11.379.960 12.437.739 12.642.330
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
356
2.2 Periode 2010-2011
BTW (met uitzondering van de alternatieve financiering van de geneeskundige verzorging)
a. Berekening van de toe te wijzen bedragen (duizend euro)
2010 2011
Index van de consumptieprijzen 2,14 % 1,97 %
Netto BTW-ontvangsten 24.831.800 26.163.800
Toewijzing aan de sociale zekerheid (23,514 %) 5.838.949 6.152.156
Wettelijk minimum 5.341.595 5.446.824Wettelijk geïndexeerd minimum 5.292.879 5.397.148Verhoging wettelijk minimum vanaf 2002 48.716 49.676
Basisbedrag 5.838.949 6.152.156
Verhogingen bestemd voor: 370.583 774.988Dienstencheques 215.365 675.216Startbaanovereenkomsten (openbare sector) 4.720 4.720Tijdelijke werkloosheid (toeslag van 5 %) 121.700 55.853Sociale economie (samenwerkingsakkoord) 14.471 13.646FSO 2.246 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081
Start- en stagebonus - 10.823
Bedrag toe te kennen aan de sociale zekerheid (A) 6.209.532 6.927.144
Heffingen (B) 467.139 841.544RSZPPO 40.902 40.902RVA - PWA 19.810 19.810RVA - Betaald educatief verlof 25.384 -4.616RSZ - Compensatie - Politiezones 10.460 10.460RVA - Dienstencheques 215.365 675.216RVA - Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720RVA - Tijdelijke werkloosheid 121.700 55.853RVA - Sociale economie 14.471 13.646FSO 2.246 2.649Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081
Start- en stagebonus - 10.823
Te verdelen tussen de 2 globale beheren (A)-(B) 5.742.393 6.085.600
Bedrag toegewezen aan de werknemers (W) 9.512.011 11.154.273Basisbedrag toegewezen a/d werknemers (95,77 %) 5.499.490 5.828.179Verhoging (art. 66, § 3 bis, 1ste lid) 1.551.887 1.551.887Verhoging (art. 66, § 3 bis, 4de lid) 938.200 938.200
Werkbonus 534.200 534.200
Voorschot dienstencheques 400.000 400.000
Verhoging 2007 4.000 4.000
Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) -185.863 -189.525Verhoging (art. 66, § 11) 23.949 24.421Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 1.684.348 3.001.111
Bedrag toegewezen aan de zelfstandigen (Z) 874.413 1.027.180Basisbedrag toegewezen a/d zelfstandigen (4,23 %) 242.903 257.421Verhoging (art. 66, § 3 bis, 3de lid) 277.748 277.748Integratie kleine risico's (art. 66, § 3septies) 185.863 189.525Nieuwe financ. geneesk. verzorging (art. 66, § 13) 167.899 302.486
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
357
b. RSZ - en RSVZ - Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (W) 9.871.617 11.918.706Basisbedrag toegewezen aan de werknemers 9.512.011 11.154.273Bijzondere bedragen: 359.606 764.433
Compensatie - Politiezones 10.460 10.460Dienstencheques 215.365 675.216
Tijdelijke werkloosheid 121.700 55.853
Fonds "Tewerkstellingscellen" 7.081 7.081Start- en stagebonus - 10.823Fonds "ter bevordering van toegang tot arbeid voor personen met een handicap"
5.000 5.000
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen 166.253 -
Totaal geboekt bedrag 10.037.870 11.918.706
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (Z) 874.413 1.027.180
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 874.413 1.027.180
c. RVA - Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
Totaal toegekend bedrag 2.651 2.703Dienstencheques (zelfstandige werkneemsters) 2.651 2.703
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 2.651 2.703
d. RVA - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 108.754 50.876PWA 19.810 19.810Betaald educatief verlof 25.384 -4.616Betaald educatief verlof - aanvulling 44.369 17.316Startbaanovereenkomsten 4.720 4.720Sociale economie 14.471 13.646
e. FBZ Asbestfonds - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 10.000 10.000FBZ Asbestfonds 10.000 10.000
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
358
f. RSZPPO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 40.902 40.902RSZPPO (art. 66, § 2, 1°) 40.902 40.902
g. FSO - Buiten Globaal beheer (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 2.246 2.649FSO 2.246 2.649
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
359
ACCIJNZEN TABAK - GLOBALE BEHEREN (duizend euro)
2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (80 %) 58.009 59.152
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 58.009 59.152
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (20 %) 14.502 14.788
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen -402 -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 14.101 14.788
ROERENDE VOORHEFFING (duizend euro)
2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (90 %) 420.679 428.966
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 420.679 428.966
RSVZ - GLOBAAL BEHEER
Totaal toegekend bedrag (10 %) 46.742 47.663
Niet gestorte bedragen vóór de afsluiting van de rekeningen - -
Achterstallen - -
Totaal geboekt bedrag 46.742 47.663
STOCK OPTIONS (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 82.893 66.819
RSZ - Globaal beheer (95,77 %) 79.387 63.993
RSVZ - Globaal beheer (4,23 %) 3.506 2.826
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE (duizend euro)
2010 2011
RSZ - GLOBAAL BEHEER 3.000 3.000
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
360
TAKS OP DE VERZEKERINGEN (duizend euro)
2010 2011
RSVZ - GLOBAAL BEHEER 2.585 2.636
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING (duizend euro)
2010 2011
TOTAAL 174.028 173.432
Artikel 66, § 7 (Fiscaal terugverdieneffect bijdragenverminderingen) 46.800 46.800
RSZ - Globaal beheer 46.800 46.800
Artikel 66, § 8 (Wetenschappelijk onderzoek) 33.555 34.170RSZ - Globaal beheer 33.555 34.170
Artikel 66, § 8 (Fiscaal terugverdieneffect wetenschappelijk onderzoek) -6.663 -8.925
RSZ - Globaal beheer -6.663 -8.925
Artikel 66, § 9 (Maatregel diamant) 16.000 16.316RSZ - Globaal beheer (90 %) 14.400 14.684RSVZ - Globaal beheer (10 %) 1.600 1.632
Artikel 66, § 10 (Fiscaal terugverdieneffect sociaal akkoord - gezondheidssector) 5.334 5.439
RSZ - Globaal beheer 5.334 5.439
Artikel 66, § 12 32.002 32.632RSZ - Globaal beheer 32.002 32.632
Artikel 66, § 14 (Minimumpensioenen) 47.000 47.000RSZ - Globaal beheer 47.000 47.000
DE ALTERNATIEVE FINANCIERING VAN DE GENEESKUNDIGE VERZORGING (duizend euro)
2010 2011
BTW 1.609.313 1.693.733
Artikel 67 bis (Ziekenhuizen) 1.609.313 1.693.733
Artikel 67 quater (Bestrijding tabaksgebruik) - -
Inhaalbedragen ziekenhuizen - -
ACCIJNZEN 848.137 862.284
Artikel 67 ter 718.137 732.284
Basisbedrag 299.800 299.800
Saldo 418.337 432.484
Artikel 67 quinquies 130.000 130.000
Totaal verschuldigd aan het RIZIV 2.457.450 2.556.017
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
361
ALGEMEEN TOTAAL (duizend euro)
2010 2011
BTW 12.686.149 14.746.749RSZ - Globaal beheer 10.037.870 11.918.706RSVZ - Globaal beheer 874.413 1.027.180RVA - Globaal beheer 2.651 2.703RVA - Buiten globaal beheer 108.754 50.876RIZIV - Geneeskundige verzorging 1.609.313 1.693.733FBZ - Asbestfonds 10.000 10.000RSZPPO 40.902 40.902FSO 2.246 2.649
ACCIJNZEN 920.247 936.224RSZ - Globaal beheer 58.009 59.152RSVZ - Globaal beheer 14.101 14.788RIZIV - Geneeskundige verzorging 848.137 862.284
ROERENDE VOORHEFFING 467.421 476.629RSZ - Globaal beheer 420.679 428.966RSVZ - Globaal beheer 46.742 47.663
STOCK OPTIONS 82.893 66.819RSZ - Globaal beheer 79.387 63.993RSVZ - Globaal beheer 3.506 2.826
BELASTING OP WERKNEMERSPARTICIPATIE 3.000 3.000RSZ - Globaal beheer 3.000 3.000
TAKS OP DE VERZEKERINGEN 2.585 2.636
RSVZ - Globaal beheer 2.585 2.636
PERSONENBELASTING EN VENNOOTSCHAPSBELASTING 174.028 173.432
RSZ - Globaal beheer 172.428 171.801RSVZ - Globaal beheer 1.600 1.632
ALGEMEEN TOTAAL 14.336.323 16.405.489
VII. Bijlagen 2. Alternatieve financiering
362
3. Sociale correcties 3.0 Methodologische nota De regering heeft in de loop der jaren steeds haar sociaalzekerheidsbeleid aangevuld met specifieke maatregelen die erop gericht zijn zekere modaliteiten in de wetgeving van de sociale bescherming te verbeteren voor de sociaal zwakkeren. Het gaat dan meestal om maatregelen die een bepaalde doelgroep voor ogen hebben: bijvoorbeeld personen die voor een bepaalde tak van de sociale bescherming een minimumuitkering genieten. Het geheel van de maatregelen die met dit doel genomen werden duiden we aan met de term “sociale correcties”. Wat de geneeskundige verzorging betreft, worden buiten de verbetering van de sociale uitkeringen aan personen, ook initiatieven opgenomen die zorgverstrekkers en de ziekenhuizen beogen. De opgenomen tabel geeft een overzicht van de sociale correcties die voor de beschouwde periode van belang zijn. Deze tabel is als volgt opgebouwd: in de eerste kolom vindt men een korte omschrijving van de maatregel (aangeduid met de doelstelling ervan). Daarnaast wordt bij elke maatregel de datum van inwerkingtreding vermeld (tweede kolom). Verder vindt men de geraamde budgettaire kost (in de kolom corresponderend met het jaar waarin de maatregel in werking is getreden). Ten slotte geeft de meest rechtse kolom de kostprijs die berekend werd op jaarbasis1 en dit in de veronderstelling dat de maatregel op kruissnelheid is gekomen in constante prijzen volume.
1 Het gaat steeds om ex-ante berekeningen: er wordt dus geen rekening gehouden met eventuele terugverdieneffecten.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
363
3.1 Het stelsel van de werknemers (miljoen euro) (*)
2006 2007 2008 2009
1. Uitkeringen
- hulp van derde voor alleenstaande invaliden
1.1.2006 0,40 0,40
- gynaecologie 1.2.2006 0,97 0,97 0,97 0,97 2,70
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 1,83 5,49
- verhoging van de minima met 1 % 1.10.2006 0,20 1,20
- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden
1.1.2007 11,60 11,60
- verhoging van de minima inzake invaliditeit tot het niveau van de minimumpensioenen
1.1.2007 19,10
- aanpassing met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen van onregelmatige werknemers
1.4.2007 1,60
- verhoging met 2 % van de minima voor uitkeringen voor invaliditeit en primaire ongeschiktheid
1.9.2007 8,06 24,92
- verhoging met 2 % van de invaliditeitsuitkeringen die minstens 20 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2007 0,59 1,58
- verhoging met 2 % van de inkomensdrempel voor de WIGW en voor de tegemoetkoming die toelaat ten laste te blijven als partner van een invalide gezinshoofd
1.9.2007 p.m.
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 50 % naar 53 %
1.1.2008 11,62
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de invaliditeitsuitkeringen voor de niet regelmatige werknemers
1.1.2008 5,29
- herwaardering met 2 % voor oude invaliden (6 jaar ongeschiktheid)
1.9.2008 2,86
- verhoging met 2 % (uitgezonderd minima) voor de invaliden waarvan de arbeidsongeschiktheidsduur ligt tussen 15 en 20 jaar (inbegrepen)
1.9.2008 0,81
- verhoging van de invaliditeitsuitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 6,63
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden voor primaire
1.1.2009 43,06
- verhoging van het ZIV plafond met 0,8 % waarmee rekening moet gehouden worden voor primaire ongeschiktheid, voor moederschap en voor invaliditeit die ten vroegste ingegaan zijn op 1 januari
1.1.2009 1,03
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is, de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
364
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
- aanpassing cumulregel vakantiedagen 1.1.2009 4,68
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstanden voor invaliditeit (van 53 % naar 55 %)
1.5.2009 5,35
- verhoging van de uitkeringen verbonden aan het minimumpensioen
1.6.2009 12,57
- automatische koppeling aan het leefloon van het dagelijkse bedrag van de minimumuitkeringen voor de niet-regelmatige werknemers
1.6.2009 3,51
- verhoging van de minima voor regelmatige werknemers met 2 % (samenwonend)
1.9.2009 3,30
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vóór 2008 met 0,8 % (met uitzondering van de
1.9.2009 3,08
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit die ingegaan zijn vanaf 1994 en tot en met 2002 met 2 % (met uitzondering van de minima)
1.9.2009 3,20
- verhoging van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,60
- gelijktrekken ingangsdata van de cohorten van het RIZIV met deze van de RVP
1.9.2009 0,27
2. Werkloosheid
- verhoging met 1 % van de wachtuitkeringen voor de jongeren tussen 21 en 25 jaar
1.1.2006 0,45
- herstructurering van de RVA-uitkeringen-kostprijs van de werknemers
9,00
- onmiddelijke toekenning van de werkhervattingstoeslag voor de oudere werklozen
2,00
- gedurende 9 jaar, gelijkstelling van een nieuwe werkloosheidsperiode aan een beroepsactiviteit voor de nog oudere werklozen die een beroepsactiviteit als zelfstandige opgestart hebben
0,33
- welvaartsaanpassing met 2 % van de wachtuitkeringen voor alleenstaanden ouder dan 21 jaar
1.4.2007 2,40
- 5 dagen betaald pleegzorgverlof voor de gezinnen die tijdelijk volwassenen of kinderen in moeilijkheden opvangen (10 dagen in 2008)
1.5.2007 1,80
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits inzake werkloosheidsuitkeringen
1.1.2008 p.m.
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
365
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
- verhoging met 3 % van het vervangingspercentage ten gunste van alleenstaande werklozen (vanaf de tweede periode) (53 % in plaats van 50 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwe werklozen
1.1.2008 p.m.
- verhoging van het vervangings-percentage ten gunste van samenwonende werklozen gedurende de eerste periode (58 % in plaats van 55 %) zowel voor de gerechtigden als voor de nieuwkomers
1.1.2008 p.m.
- maatregelen ter bestrijding van werkloosheidsvallen
1.7.2008 18,00
- maatregelen ter bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden
1.7.2008 5,00
- verhoging van de uitkeringsgraden voor de tijdelijke werklozen
1.1.2009 151,27
- de werkhervattingstoeslag voor oudere werknemers wordt uitgebreid naar werknemers van 50 jaar en ouder die geen 20 jaar anciënniteit hebben voor een periode die beperkt is tot 36 maanden en met een degressieve
1.5.2009 3,00
- verhoging van de uitkeringsgraad voor alleenstaanden van 53 % naar 55 % voor de tweede periode
1.5.2009 5,48
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de volledig werklozen
1.9.2009 15,87
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de tijdelijke werklozen
1.9.2009 0,03
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de bruggepensionneerden
1.9.2009 0,03
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de jeugdvakantie en de seniorvakantie
1.9.2009 0,00
- verhoging met 2 % van de minimum-uitkeringen (forfaits inbegrepen) voor de onthaalouders
1.9.2009 0,03
- anciënniteitstoeslag voor de op 56 of 57 jaar ontslagen personen
1.1.2009 0,06
- verhoging van de uitkeringsgraad voor samenwonenden van 58 % naar 60 % voor het eerste jaar
1.1.2009 15,39
- verhoging van het loonplafond met 300 EUR gedurende de eerste 6 maanden werkloosheid voor de nieuwkomers
1.1.2009 24,83
- verhoging van het loonplafond voor diegenen die werkloos geworden zijn vanaf 1.10.2008
1.1.2009 5,94
- verhoging met 0,8 % voor de anderen die niet genieten van de verhogingen van het plafond hierboven genoemd
1.1.2009 0,50
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
366
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
3. Pensioenen
- welvaartsaanpassing met 2 % voor de pensioenen die ingegaan zijn in 2000 en 2001
1.9.2006 7,90 23,70
- uitvoering van het generatiepact - herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en van een overlevingspensioen
1.1.2007 10,80 12,00
- betaling van de kleine pensioenen 0,02 0,06
- verhoging met 2 % van de minimumpensioenen
1.9.2007 12,10 36,60
- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar voor de pensioenen
1.9.2007 0,37 1,10
- verhoging met 2 % van de pensioenen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2007 22,80 62,40
- pensioenbonus 1.1.2007 3,38 10,26
- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden
1.1.2008 154,50
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd
1.1.2008 8,18
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 17,15
- verhoging van het minimumpensioen met 2 %
1.7.2008 30,00
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 3,64 10,92
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.6.2009 41,10
- verhoging van de pensioenen die ten laatste 15 jaar geleden ingegaan zijn met 2 %
1.6.2009 55,42
- verhoging van de andere pensioenen met 1,5 % (waarop de maatregelen hierboven niet van toepassing zijn)
1.6.2009 77,10
- verhoging van het minimumrecht per loopbaanjaar met 5,05 % voor de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 september 2009
1.6.2009 0,92
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2004 met 2 %
1.9.2009 4,80
Van kracht
Jaarlijkse kost
49,70
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
367
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
4. Gezinsbijslag
- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)
1.1.2006 6,97
- schoolpremie 1.9.2006 63,92 65,30
- behoud van de verhoogde kinderbijslag gedurende 2 jaar in plaats van 6 maanden in geval van werkhervatting van invaliden en werklozen
1.1.2007 2,20 7,74
- sociaal supplement kinderbijslag voor eenoudergezinnen
1.6.2007 8,00 20,06
- uitbreiding van het nieuwe systeem van bijslag voor gehandicapten tot kinderen geboren vanaf 1.1.1996 tot 1.1.1993
10,39
- jaarlijks leeftijdssupplement voor kinderbijslag
1.8.2008 9,32
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 3,48 20,90
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en verhoging van 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.1.2009 25,44
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot de kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,54
5. Arbeidsongevallen
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 0,03 0,09
- verhoging met 2 % van de minima inzake arbeidsongevallen
1.9.2007 0,66 1,95
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2007 0,55 1,60
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,04
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor arbeidsongevallen voor de ongevallen voorgevallen tussen 1988 en 1992
1.9.2008 0,07
- welvaartsaanpassing 1.9.2009 1,50
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
368
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
6. Beroepsziekten
- welvaartsaanpassing met 2 % van de uitkeringen die voor de eerste keer gestort zijn in 1998
1.9.2006 0,09 0,27
- verhoging met 2 % van de minima inzake beroepsziekten
1.9.2007 0,96 2,76
- verhoging met 2 % van de uikeringen voor beroepsziekten die minstens 20 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2007 0,14 0,39
- herwaardering vanaf 65 jaar van de graad van blijvende ongeschiktheid
1.5.2007 1,91 2,87
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten die 6 jaar geleden zijn ingegaan
1.9.2008 0,03
- verhoging met 2 % van de uitkeringen voor beroepsziekten voor de ziekten voorgevallen tussen 1987 en 1992
1.9.2008 0,27
- verhoging met 2 % van de minima en forfaits
1.9.2009 1,08
- verhoging met 0,8 % van alle uitkeringen ingegaan vóór 2008
1.9.2009 0,08
- verhoging met 2 % van alle uitkeringen ingegaan tussen 1994 en 2002
1.9.2009 0,40
- verhoging met 0,8 % van het berekeningsplafond voor nieuwe intredingen
1.9.2009 0,13
- verhoging met 2 % van de uitkeringen die 6 jaar geleden ingegaan zijn
1.9.2009 0,02
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
369
3.2 Het stelsel van de zelfstandigen (miljoen euro) (*)
2006 2007 2008 2009
1. Uitkeringen
- het optrekken van de invaliditeits-uitkeringen van de zelfstandigen die hun zaak stopgezet hebben
11,33
- hulp van derde voor alleenstaande invaliden
1.1.2006 0,45 0,45
- adoptieverlof 0,05 0,10
- forfaitaire tegemoetkoming van 12 EUR voor hulp van derden
1.1.2007 1,92 1,97
- gelijkschakeling van de primaire ongeschiktheid met het minimum-pensioen van de zelfstandigen, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 6,28 9,11
- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (met stopzetting van de werkzaamheden) met het minimum-pensioen van de werknemers, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 9,00 11,78
- gelijkschakeling van de invaliditeits-uitkeringen (zonder stopzetting van de werkzaamheden) met de uitkeringen voor primaire ongeschiktheid, met invoering van de categorie "samenwonende"
1.1.2007 6,17 8,74
- verlenging van het moederschapsverlof (8 weken in plaats van 6)
1.7.2007 1,91 3,98
- verhoging met 2 % van de minima voor de uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid
1.9.2007 1,72 3,72
- verhoging van de uitkeringen voor invaliditeit verbonden aan het minimumpensioen
1.7.2008 1,67
- verhoging van het forfait voor primaire arbeidsongeschiktheid:
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,41
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,72
- verhoging van het forfait voor invaliditeit zonder stopzetting
• met 20 EUR voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.5.2009 0,45
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast en met 2,5 % voor samenwonenden
1.8.2009 0,70
Jaarlijkse kost
Van kracht
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
370
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
- verhoging van het forfait voor invaliditeit met stopzetting
• met 3 % voor alleenstaanden en met gezinslast;
1.6.2009 1,85
- verhoging van de moederschaps-uitkering met 2 %
1.8.2009 0,13
2. Pensioenen
1.12.2006 4,99 64,50
1.12.2007 5,38 64,50
- verhoging van het plafond dat een cumulatie toelaat van een pensioen en arbeid na de wettelijke pensioenleeftijd
0,20 1,20 0,37
- pensioenbonus 1.1.2007 2,34 7,08
- herziening van het cumulatiestelsel van de toegelaten arbeid en een overlevingspensioen
1.1.2007 1,20 1,20
- betaling van de kleine pensioenen 0,10 0,29
- loopbaanaanvulling na het ingaan van 1.1.2007 p.m.
- verkorting van de verjaringstermijn voor de terugvordering van niet-verschuldigde uitkeringen (3 jaar in plaats van 5 jaar)
1.1.2007 p.m.
- totaal welvaartsbonus en 1.4.2007 welvaartsaanpassing 1.9.2007
- integratie in de maandelijkse betaling van de pensioenbonus, alsook van de procentuele stijgingen en verhogingen van de gewaarborgde minimumpensioenen die ingang vonden in 2007
1.1.2008 48,80
- procentuele verhoging van de grenzen voor toegelaten arbeid gecumuleerd met een overlevingspensioen vóór de wettelijke pensioenleeftijd, en verhoging met 25 % van de grenzen voor toegelaten arbeid na de pensioenleeftijd
1.1.2008 1,33
- vermindering van de solidariteitsbijdrage 1.7.2008 0,44
- verhoging van het minimumpensioen met 2%
1.7.2008 21,10
- afschaffing van de malus na een loopbaan van 43 jaar
1.1.2008 0,45
- verhoging van de pensioenen die ingegaan zijn in 2003 met 2 %
1.9.2008 0,36 1,08
- stijging met 30 EUR per jaar van het gewaarborgd minimumpensioen voor de zelfstandigen vanaf september 2004 en dit tot 2007
Jaarlijkse kost
19,31
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
371
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
- verhoging van het minimumpensioen met 10 EUR per maand
1.10.2008 6,20
- de malus bij vervroegd pensioen zal niet langer worden toegepast wanneer de zelfstandige een loopbaan van 42 jaar kan aantonen
1.1.2009 0,60
- verhoging van het minimumpensioen met 20 EUR per maand
1.5.2009 31,02
- verhoging van het minimumpensioen met 3 %
1.8.2009 27,35
- verhoging van de niet-minimumpensioenen met 1,5 %
1.8.2009 1,29
- welvaartsaanpassing van de pensioenen van 5 jaar
1.9.2009 0,55
3. Gezinsbijslag
- herwaardering van de supplementen voor kinderen met een handicap (en enveloppe Oostende)
2,00
- verhoogde kinderbijslag voor wezen (recht op wezenbijslag wanneer aan de loopbaancondities is voldaan door een rechthebbende die geen ouder is van het kind)
0,71 0,71
- schoolpremie 1.9.2006 7,44 7,44 7,43 7,43
- uitbreiding van de hervorming van het systeem van verhoogde kinderbijslag voor personen met een handicap met kinderen geboren na 1 januari 1993
1.1.2007 0,36
- sociaal supplement kinderbijslag aan eenoudergezinnen
1.6.2007 0,52 0,88
- jaarlijks leeftijdssupplement bij kinderbijslag
1.8.2008 1,11
- verhoging met 10 EUR van de bijslag voor het eerste kind
1.4.2008 9,00
- verhoging van het sociaal supplement eenoudergezinnen
1.10.2008 0,18 1,10
- jaarlijks leeftijdssupplement van 25 EUR voor de leeftijdscategorie van 0-5 jaar en een verhoging met 25 tot 50 EUR voor de 18- tot 24-jarigen
1.8.2009 3,18
- verhoging met 3,93 EUR van de bijslag voor het eerste kind
1.1.2009 4,64
- uitbreiding van de nieuwe regelgeving inzake verhoogde bijslag tot kinderen met een handicap geboren vóór 1993
1.5.2009 0,05
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
372
(vervolg)
2006 2007 2008 2009
4. Faillissementsverzekering
- de prestatie toegekend in geval van faling zal toegekend worden gedurende 12 maanden in plaats van 6, en het bedrag zal gelijkgeschakeld worden met het minimumpensioen voor zelfstandigen
1.7.2007 p.m. 0,49
- verhoging met 2 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.7.2008 0,04
- verhoging met 20 EUR van de uitkeringen in geval van faillissement
1.5.2008 0,06
- verhoging met 2,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,05
- verhoging met 0,5 % van de uitkeringen in geval van faillissement
1.8.2009 0,01
5. Diversen
- dienstencheques moederschap 1.1.2006 3,50 3,50
- dienstencheques adoptie 1.7.2006 0,07 0,15
- verhoging van de minimumpensioenen met een bedrag dat zal toelaten op hetzelfde niveau te komen van de IGO op 1 december 2007 en verhoging van het maandelijks bedrag van de kinderbijslag voor het eerste kind om het bestaande verschil tussen het stelsel
1.4.2007 29,00
- stijging van het aantal dienstencheques moederschap (van 70 naar 105)
1.5.2007 1,55
Van kracht
Jaarlijkse kost
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
373
3.3 De sociale bijstand (miljoen euro) (*)
2006 2007 2008 2009
1. IGO
- verhoging van het basisbedrag met 10 euro per maand en van het verhoogde basisbedrag met 15 euro per maand
1.12.2006 0,97 11,70
- verhoging van het basisbedrag met 60 EUR per maand
1.12.2006 4,62 55,44 55,44
- verhoging van het basisbedrag met 10 EUR per maand
1.12.2007 0,97 11,68
- verhoging met 2 % van de IGO 1.7.2008 7,03
- verhoging van het basisbedrag met 5 EUR per maand
1.10.2008 1,63 6,52
- verhoging met 0,8 % van de IGO 1.6.2009 3,76
2. Tegemoetkomingen aan personen met een handicap
- verhoging van de inkomens-vervangende uitkering
1.10.2006 1,24
- verhoging met 2 % van de inkomens-vervangende uitkering
1.4.2007 7,00
- daling van de inhouding op de integratietegemoetkoming voor personen met een handicap geplaatst in een instelling van 33,33 % naar 28 %
1.6.2007 2,70
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.1.2008 28,00
- uitbreiding van de aftrek op inkomens van de partner voor personen met een handicap die genieten van een leefloon van categorie 1 en 2. Het bedrag van de aftrek wordt in overeenstemming gebracht met deze van de categorieën 3, 4 en 5
2008 p.m. 20,40
- verhoging met 2 % buiten index van de inkomensvervangende uitkering
1.6.2009 11,87 20,35
- verhoging met 4,5 % van de plafonds voor hulp aan bejaarden
1.6.2009 4,20 7,20
3. Leefloon
- verhoging met 1 % 1.10.2006 0,36 4,32
- verhoging met 2 % 1.4.2007 5,00 8,60
- verhoging met 2 % 1.1.2008 7,60
- verhoging met 2 % van het leefloon 1.6.2009 6,65 11,40
4. Maatschappelijke dienstverlening
- verhoging met 1 % (wet 1965) 1.10.2006 0,30 3,65
- verhoging met 2 % van de gelijk-gestelde maatschappelijke dienst-verlening
1.6.2009 3,33 5,71
(*) Budgettaire bedragen van het jaar waarin de maatregel ingevoerd is; de laatste kolom geeft de kost voor een volledig jaar.
Jaarlijkse kost
Van kracht
VII. Bijlagen 3. Sociale correcties
374
4. Openbare sector 4.0 Methodologische nota In deze bijlage worden een aantal statistieken opgenomen met betrekking tot sociale zekerheidsregelingen van de openbare sector. We beperken ons tot slechts vier deelgebieden, met name de telling van het aantal gerechtigden in de openbare sector met het detail van de statistiek van het personeel in de onderwijssector, de loonmassa, de overheidspensioenen en de gezinsbijslagen. We bekijken nu deze vier onderdelen van naderbij. De personeelssterkte wordt behandeld in de tabellen 4.1 en 4.2. De indeling werd meer in overeenstemming gebracht met de Belgische staatsstructuur. Enerzijds onderscheiden we de centrale overheid die verder uitgesplitst wordt in de Federale Overheid en de Gemeenschappen en Gewesten. Anderzijds zijn er de Provinciale en Plaatselijke besturen. Bij de Gemeenschappen en Gewesten wordt elk van de entiteiten vermeld. De cijfers voor 2009 in de tabel 4.1 hebben we moeten afleiden uit het samen lezen van de verscheidene bronnen (RSZ, RSZPPO, FOD P&O, statistieken van Gemeenschappen en Gewesten,…), hij is slechts toegevoegd bij wijze van raming. De tabel 4.2 herneemt de deelsector van het onderwijs en is gebaseerd op statistieken van de onderwijsdepartementen zelf. De aantallen worden gegeven per Gemeenschap. Voorlopig kon evenwel niet volledig het onderscheid gemaakt worden tussen vastbenoemden en tijdelijk personeel. De tabel 4.3 geeft de loonmassa van de overheidssector onderworpen aan de RSZ. Deze loonmassa is van belang omdat het vastbenoemde personeel van de overheidssector enkel onderworpen is voor de verzekering geneeskundige verzorging. Het personeel van de openbare sector geniet van een bijzonder pensioenstelsel. De financiering van de overheidspensioenen valt uiteen in verscheidene stelsels met elk hun eigen kenmerken. De meerderheid van de overheidspensioenen wordt evenwel uitbetaald door de CDVU in opdracht van de Pensioendienst voor de Overheidssector. We geven in dit Vade Mecum de uitgaven van de uitbetaalde pensioenen naar onderscheid rustpensioen of overlevingspensioen (tabel 4.4) en de aantallen van deze pensioenvoordelen (tabel 4.5). Voor de gezinsbijslagen van de overheidssector ten slotte is het zo dat sommige overheidsinstellingen zelf de gezinsbijslag uitbetalen. Voor de periode 2005-2009 hebben we ons omwille van het gebrek aan beschikbare gegevens moeten beperken tot gezinsbijslagen die uitgekeerd worden door de RSZPPO. Voor het jaar 2006 is er een raming van de gezinsbijslagen voor de openbare sector (bron: RKW). De tabel 4.6 geeft de evolutie van het aantal rechtgevende kinderen naar leeftijdsklasse en statuut. De tabel 4.7 geeft de evolutie van de uitgaven voor de gezinsbijslagen volgens een andere uitsplitsing. Ten slotte geven de tabellen 4.8, 4.9 en 4.10 het aantal rechtgevende kinderen naar instelling en respectievelijk naar schaal, rang en leeftijdsklasse. Voor meer gedetailleerde personeelsstatistieken van de federale overheid kan u terecht op de website www.pdata.be .
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
375
4.1 Personeelssterkte overheidssector
Bron: FOD P&O, RSZPPO, Gemeenschappen en Gewesten en diverse statistieken Toestand in 2009
Statutairen Contractuelen Geco's Totaal
Federale Overheidsdiensten 230.967
Pensioendienst van de Overheidsector 397 79 - 476Ministerie van landsverdediging 1.778 480 - 2.258FOD Kanselarij van de Eerste Minister 96 89 - 185FOD Personeel en Organisatie 423 118 - 541FOD Budget en Beheerscontrole 122 23 - 145
FOD Informatie- en Communicatietechnologie
26 8 - 34
FOD Mobiliteit en Vervoer 1.129 242 - 1.371
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
1.991 666 - 2.657
FOD Financiën 24.150 6.101 - 30.251
FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
1.338 654 - 1.992
FOD Binnenlandse Zaken 3.296 1.862 - 5.158FOD Sociale Zekerheid 905 344 - 1.249FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
905 410 - 1.315
FOD Justitie 10.480 2.177 - 12.657FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
1.041 340 - 1.381
POD (samen) 247 227 - 474Bijzondere korpsen 23.233 4.491 - 27.724Leger 36.577 185 - 36.762
Parastatalen 9.931 4.478 - 14.409
Federale autonome overheidsbedrijven - - - 82.707
Diversen 4.234 2.987 - 7.221
Gewesten en Gemeenschappen - - - 431.333
Administratie - - - 66.185Onderwijs - - - 320.576
Pararegionale en paracommunautaire instellingen voor openbare dienstverlening
- - - 44.572
Provinciale en lokale besturen 139.097 149.957 58.822 347.876
Gemeenten 56.871 60.864 24.049 141.784OCMW's 45.864 48.254 18.248 112.365Intercommunales 13.926 16.001 7.251 37.178Provincies 6.883 7.620 3.576 18.079Politiezones 13.257 14.327 5.382 32.966Diversen 2.295 2.891 318 5.504
Totaal 1.010.176
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
376
4.2 Detail onderwijsssector
Bron: onderwijsdepartementen Toestand in januari 2009 (Schooljaar 2008-2009)
in hoofdenVast-
benoemdenTijdelijken Totaal
Vlaamse Gemeenschap (1) 126.447 57.988 184.435Basisonderwijs 48.827 19.886 68.713Secundair onderwijs 57.459 21.548 79.007Hogescholen- en universitair onderwijs 13.080 10.963 24.043Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
7.081 5.591 12.672
Franse Gemeenschap (2) 134.328Basisonderwijs 40.952Secundair onderwijs 65.857Hogescholen- en universitair onderwijs 18.701Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
8.818
Duitstalige Gemeenschap (3) 1.134 679 1.813Basisonderwijs 513 320 833Secundair onderwijs 545 256 801Hogescholenonderwijs 35 25 60Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
41 78 119
in voltijdsequivalentenVast-
benoemdenTijdelijken Totaal
Vlaamse Gemeenschap (1) 154.707Basisonderwijs 58.903Secundair onderwijs 70.693Hogescholen- en universitair onderwijs 9.838Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
15.273
Franse Gemeenschap (2) 71.316 33.682 104.998Basisonderwijs 25.148 10.779 35.927Secundair onderwijs 37.257 17.115 54.372Hogescholen- en universitair onderwijs 4.127 2.292 6.419Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
4.784 3.496 8.280
Duitstalige Gemeenschap (3) 1.374Basisonderwijs 648Secundair onderwijs 637Hogescholenonderwijs 29Volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en overige
60
(2) Bron: www.statistiques.cfwb.be (schooljaar 2008-2009).(3) Bron: Ministerium der Deutschsprachige Gemeinschaft.
(1) Bron: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken "Vlaams onderwijs in cijfers, 2008 - 2009" van het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming.
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
377
Bron: RSZ
2005 2006 2007 2008 2009
Mannen 11.831,1 12.011,0 12.140,2 12.565,3 12.896,9
Arbeiders 539,9 560,4 585,7 607,6 631,4Bedienden 11.291,2 11.450,6 11.554,5 11.957,7 12.265,5
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 8.759,6 8.839,8 8.892,4 9.145,6 9.309,7
Andere 2.531,6 2.610,8 2.662,1 2.812,1 2.955,8
Vrouwen 10.133,6 10.537,8 10.917,2 11.550,1 12.095,7
Arbeiders 310,6 334,6 342,3 357,8 362,1Bedienden 9.823,0 10.203,2 10.574,9 11.192,3 11.733,6
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 6.496,3 6.760,1 6.974,1 7.367,2 7.751,2
Andere 3.326,7 3.443,1 3.600,8 3.825,1 3.982,4
Totaal 21.964,7 22.548,8 23.057,4 24.115,4 24.992,6
Arbeiders 850,5 895,0 928,0 965,4 993,5Bedienden 21.114,2 21.653,8 22.129,4 23.150,0 23.999,1
Enkel onderworpen voor
geneeskundige verzorging (2) 15.255,9 15.599,9 15.866,5 16.512,8 17.060,9
Andere 5.858,3 6.053,9 6.262,9 6.637,2 6.938,2
(1) Met uitzondering van de onder de RSZPPO ressorterende werknemers.(2) De werknemers in de overheidsdienst en de leerkrachten zijn in de statistiek van de hoofdarbeiders opgenomen wanneer zij enkel aan de verzekering voor geneeskundige verzorging zijn onderworpen. In dit geval wordt geen enkel onderscheid gemaakt of hun betrekking of hun functie uit handenarbeid of hoofdarbeid bestaat. Het vast benoemd personeel van de NMBS is inbegrepen.
4.3 Evolutie van de aan bijdragen onderworpen loonmassa volgens sociaal
statuut (1) (miljoen euro)
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
378
4.4 Evolutie van de uitbetaalde overheidspensioenen (miljoen euro)
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2005 2006 2007 2008 2009
Rustpensioenen 6.665,76 7.103,07 7.552,56 8.177,27 8.670,98
Federale Overheid 2.503,72 2.604,77 2.714,92 2.904,96 3.035,14Ambtenaren en speciale korpsen 711,60 733,20 763,17 805,83 842,83Instellingen van openbaar nut 149,07 155,53 164,04 174,23 184,43Autonome overheidsbedrijven 630,46 659,97 695,26 765,84 794,61
Erediensten 32,31 32,59 32,03 32,78 33,16Leger en ex-rijkswacht 897,19 912,63 920,92 950,29 970,85Geïntegreerde politie 83,08 110,85 139,50 175,98 209,26
Gemeenschappen en Gewesten 259,31 284,10 310,66 347,68 379,82Vlaamse Gemeenschap & Gewest 130,72 144,73 159,42 178,59 193,36Waals gewest 48,38 52,64 56,77 64,72 72,56Brussels Hoofdstedelijk Gewest 11,93 13,16 14,73 17,26 18,97Franstalige Gemeenschap 67,87 72,96 79,08 86,44 94,18Duitstalige Gemeenschap 0,41 0,61 0,65 0,67 0,74
Onderwijs 3.381,02 3.625,35 3.887,09 4.222,28 4.497,15Nederlandstalige onderwijs 1.927,35 2.071,25 2.219,09 2.411,51 2.566,48Franstalig onderwijs 1.440,79 1.540,31 1.652,76 1.793,84 1.912,03Duitstalig onderwijs 12,89 13,79 15,24 16,93 18,64
Lokale besturen 520,13 588,84 639,89 702,36 758,88Vlaamse lokale besturen 266,21 304,76 334,84 368,52 400,84Waalse lokale besturen 150,47 162,48 175,50 192,27 208,04Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 103,45 121,60 129,54 141,57 150,00
Voormalig nationale instelling 1,57 - - - -
Overlevingspensioenen 1.152,13 1.193,72 1.228,23 1.279,32 1.312,44
Federale Overheid 724,18 740,06 753,68 776,81 791,82Ambtenaren en speciale korpsen 253,95 258,91 263,54 268,13 272,15Instellingen van openbaar nut 39,20 40,36 41,08 42,21 43,09Autonome overheidsbedrijven 153,13 156,80 160,38 169,16 171,90
Erediensten 0,17 0,17 0,18 0,18 0,18Leger en ex-rijkswacht 273,46 278,05 280,99 287,74 293,40Geïntegreerde politie 4,26 5,78 7,52 9,39 11,10
Gewesten & Gemeenschappen 38,35 40,64 43,28 48,02 50,09Vlaamse Gemeenschap & Gewest 18,65 19,92 21,46 23,89 25,07Waals gewest 9,96 10,66 11,28 12,86 13,51Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1,23 1,37 1,44 1,57 1,62Franstalige Gemeenschap 8,48 8,66 9,08 9,63 9,82Duitstalige Gemeenschap 0,02 0,03 0,02 0,08 0,08
Onderwijs 258,47 267,43 277,89 292,56 303,50Nederlandstalige onderwijs 151,12 156,20 162,60 171,24 177,33Franstalig onderwijs 106,08 109,88 113,87 119,82 124,79Duitstalig onderwijs 1,27 1,35 1,42 1,50 1,38
Lokale besturen 130,93 145,59 153,38 161,93 167,02Vlaamse lokale besturen 63,00 71,97 77,88 83,04 86,72Waalse lokale besturen 49,10 50,65 51,65 53,26 54,43Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 18,83 22,97 23,85 25,63 25,88
Voormalig nationale instelling 0,20 - - - -
Algemeen totaal 7.817,89 8.296,79 8.780,79 9.456,60 9.983,42
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
379
4.5 Evolutie van het aantal overheidspensioenen
Bron: Pensioendienst voor de overheidssector
2005 2006 2007 2008 2009
Rustpensioenen 298.179 310.986 321.964 333.307 343.701
Federale Overheid 116.474 118.564 120.871 123.528 125.769Ambtenaren en speciale korpsen 31.209 31.333 31.680 32.106 32.551Instellingen van openbaar nut 7.297 7.438 7.666 7.831 8.011Autonome overheidsbedrijven 33.801 35.018 36.358 37.553 38.644
Erediensten 2.381 2.379 2.320 2.320 2.316Leger en ex-rijkswacht 38.506 38.130 37.824 37.520 37.119Geïntegreerde politie 3.280 4.266 5.023 6.198 7.128
Gewesten & Gemeenschappen 11.723 12.536 13.391 14.293 15.205Vlaamse Gemeenschap & Gewest 6.012 6.499 7.007 7.521 7.977Waals gewest 2.359 2.494 2.639 2.810 3.037Brussels Hoofdstedelijk Gewest 571 616 665 735 778Franstalige Gemeenschap 2.768 2.911 3.062 3.209 3.392Duitstalige Gemeenschap 13 16 18 18 21
Onderwijs 138.844 145.035 151.170 156.701 161.967Nederlandstalige onderwijs 77.589 81.427 85.005 88.212 91.376Franstalig onderwijs 60.661 62.984 65.497 67.779 69.833Duitstalig onderwijs 594 624 668 710 758
Lokale besturen 31.065 34.851 36.532 38.785 40.760Vlaamse lokale besturen 16.376 18.707 19.599 21.130 22.279Waalse lokale besturen 9.587 10.140 10.579 11.009 11.621Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 5.102 6.004 6.354 6.646 6.860
Voormalig nationale instelling 73 - - - -
Overlevingspensioenen 86.494 88.334 88.811 89.636 90.258
Federale Overheid 54.705 54.662 54.487 54.403 54.173Ambtenaren en speciale korpsen 16.845 16.710 16.510 16.379 16.240Instellingen van openbaar nut 2.981 3.020 3.003 3.002 2.952Autonome overheidsbedrijven 13.171 13.257 13.327 13.427 13.567
Erediensten 28 28 31 32 33Leger en ex-rijkswacht 21.437 21.314 21.187 21.023 20.761Geïntegreerde politie 243 333 429 540 620
Gewesten & Gemeenschappen 2.713 2.834 2.947 3.139 3.287Vlaamse Gemeenschap & Gewest 1.292 1.360 1.432 1.523 1.613Waals gewest 754 785 827 888 929Brussels Hoofdstedelijk Gewest 78 87 89 98 108Franstalige Gemeenschap 587 600 597 626 634Duitstalige Gemeenschap 2 2 2 4 3
Onderwijs 18.482 18.863 19.201 19.602 19.984Nederlandstalige onderwijs 10.286 10.512 10.798 10.991 11.224Franstalig onderwijs 8.110 8.260 8.314 8.520 8.673Duitstalig onderwijs 86 91 89 91 87
Lokale besturen 10.580 11.975 12.176 12.492 12.814Vlaamse lokale besturen 4.948 5.881 5.988 6.242 6.386Waalse lokale besturen 4.237 4.342 4.389 4.385 4.562Brussels Hoofdstedelijke lokale besturen 1.395 1.752 1.799 1.865 1.866
Voormalig nationale instelling 14 - - - -
Algemeen totaal 384.673 399.320 410.775 422.943 433.959
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
380
Bron: RKW en RSZPPO
2005 2006 2007 2008 2009
Openbare sector - 473.425 - - 471.335
0 - 6 jaar - 102.046 - - 108.1106 - 12 jaar - 119.788 - - 118.38312 - 18 jaar - 146.742 - - 138.29518 - 25 jaar - 101.858 - - 103.71225 jaar en ouder - 2.991 - - 2.835
waarvan RSZPPO : 189.392 192.647 198.550 202.278 202.537
0 - 6 jaar 43.602 45.227 47.832 49.414 50.269 6 - 12 jaar 49.830 50.322 52.268 53.065 52.982 12 - 16 jaar 39.212 39.062 39.152 38.671 38.015 16 - 18 jaar 20.191 20.619 21.152 21.530 21.095 18 - 21 jaar, waarvan: 23.931 24.650 25.183 25.990 26.234
Studenten 22.269 23.042 21.201 24.308 24.461
Leerlingen 439 404 394 389 425
Werkzoekenden 765 700 3.071 728 754
Gehandicapten 458 504 517 565 594
21 - 25 jaar, waarvan: 11.720 11.886 12.101 12.772 13.134Studenten 11.284 11.469 9.583 12.328 12.646
Leerlingen 61 67 57 61 78
Werkzoekenden 375 350 2.461 383 410
25 jaar en ouder, waarvan: 906 881 862 836 808Volledig ongeschikten 666 647 633 609 585In beschutte werkplaats 240 234 229 227 223
4.7 Evolutie van de uitgaven gezinsbijslag (duizend euro)
Bron: RKW en RSZPPO
2005 2006 2007 2008 2009
Openbare sector - 875.000 - - 962.768,2
Kinderbijslag - 860.548 - - - Kraamgeld - 14.452 - - -
waarvan RSZPPO : 328.499 339.453 353.231 365.842 386.499
Gezinsbijslag 321.961 332.631 345.922 358.235 378.394Gewone schaal & schaal gepensioneerden en werklozen
248.697 253.640 264.576 266.878 273.222
Schaal gepensioneerden en werklozen (+ 6 maand) (art. 42bis)
50.133 54.960 56.275 63.231 72.262
Verhoogde invalidenschaal 10.222 10.732 11.554 13.919 18.305
Verhoogde wezenschaal 12.909 13.299 13.517 14.207 14.605Kraamgeld 6.488 6.788 7.282 7.564 8.066Adoptiepremie 50 34 27 43 39Achterstallen
4.6 Evolutie van het aantal rechtgevende kinderen op gezinsbijslag volgens leeftijdsklasse
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
381
4.8 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar schaal
Bron: RKW Toestand op 31 december 2009
Staat, Gemeenschappen
en gewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
Gewone schaal 167.633 30.487 123.973 8.351 182 96.498 427.124Verhoogde wezen- schaal 3.261 180 32 3.859 86 7.418Verhoogde schaal voor invaliden
6.284 29 21 1.472 64 7.870
Verhoogde schaal voor werklozen en gepensioneerden
27.953 67 370 504 29 28.923
Totaal 205.131 30.763 124.396 14.186 182 96.677 471.335
4.9 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar rang
Bron: RKW Toestand op 31 december 2009
Staat, Gemeenschappen
en gewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
Eerste kind 119.969 18.641 68.317 10.419 172 55.061 272.579Tweede kind 59.611 9.237 40.993 2.881 6 30.812 143.540Derde kind en volgende
25.551 2.885 15.086 886 4 10.804 55.216
Totaal 205.131 30.763 124.396 14.186 182 96.677 471.335
4.10 Aantal rechtgevende kinderen naar instelling en naar leeftijdklasse
Bron: RKW Toestand op 31 december 2009
Staat, Gemeenschappen
en gewestenOnderwijs
Overheids-sector
Oorlogs-slachtoffers
0 - 6 jaar 51.136 5.570 29.599 775 4 21.026 108.1106 - 12 jaar 53.382 7.641 30.760 1.830 7 24.763 118.38312 - 18 jaar 58.865 10.140 35.668 4.384 7 29.231 138.29518 - 25 jaar 40.951 7.384 28.363 5.417 7 21.590 103.71225 jaar en ouder 797 28 6 1.780 157 67 2.835
Totaal 205.131 30.763 124.396 14.186 182 96.677 471.335
Autonomen + CDVU
Totaal
RSZPPO
RKW
Autonomen + CDVU
Totaal
RSZPPO
RKW
RSZPPO
RKW
Autonomen + CDVU
Totaal
VII. Bijlagen 4. Openbare sector
382
5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid 5.0 Methodologische nota In deze bijlage wordt de overgang gemaakt van het saldo van de sociale zekerheid (zoals weergegeven in de economische rekeningen) en het financieringssaldo van de sociale zekerheid, zoals weergegeven door het INR in haar “Rekeningen van de overheid”. Vanaf 2008 is de RIZIV-geneeskundige verzorging als apart stelsel gekomen naast het werknemersstelsel en het stelsel van de zelfstandigen (respectievelijk hoofdstukken 4, 2 en 3 van dit VadeMecum). De cijfers die worden weergegeven in het gedeelte “Totale besparing” werden daarom voor de jaren 2005 tot en met 2007 herberekend. Om het verband tussen het saldo van de economische rekeningen en deze bijlage te verduidelijken, werd geopteerd voor deze opsplitsing in de tabel 5.1. Hieronder worden de cijfers van 2005 tot en met 2007 hernomen indien deze herberekening niet zou hebben plaatsgevonden, om zo aan te sluiten bij vorige edities.
(miljoen euro)
2005 2006 2007
Totale besparing -148 349 1.165Werknemersstelsel -273 211 869Stelsel van de zelfstandigen 124 138 296
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
383
5.1 Financieringssaldo van de sociale zekerheid (1) (miljoen euro)
2005 2006 2007 2008 2009
Totaal van de besparingen -148,3 348,7 1.164,9 573,1 -1.852,1
Werknemersstelsel -449,6 292,9 698,3 587,4 -2.935,6Stelsel van de zelfstandigen 106,4 72,7 278,5 212,6 38,3Rekening RIZIV - geneeskundige verzorging 194,9 -16,9 188,1 -226,9 1.045,2
Totaal van de verschillen -157,4 480,6 475,2 985,4 -805,4
Verschillen in perimeter -45,0 188,8 323,0 323,2 -408,4
RSZPPO (gemeentelijke pensioenen) -50,3 -88,9 -66,9 -155,6 -229,4Fondsen voor bestaanszekerheid 20,3 61,7 87,5 91,1 -143,8DOSZ -26,8 45,2 -10,2 22,5 -10,0Betaald educatief verlof -5,7 2,7 -6,3 46,6 -23,2Private kassen arbeidsongevallen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Toekomstfonds geneeskundige verzorging 288,6 0,0 0,0Provisiefonds geneesmiddelen 0,0 109,1 0,5Zorgfonds 17,5 168,1 30,3 209,5 -2,5
Verschillen in tijdstip van registratie 55,5 -77,3 49,5 299,1 -100
Bijzondere bijdrage 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Bijdrage farmaceutische nijverheid -74,5 -2,3 -25,5 95,7 -100,0Fiscale franchise 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Terugstorting Maribel 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Aangiften van RSZ-bijdragen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Inhaalbedragen ziekenhuizen 350,0 0,0 0,0 203,4 0,0Vennootschapsbijdragen -20,0 0,0 0,0 0,0 0,0Facturatie RIZIV -200,0 -75,0 75,0 0,0 0,0Andere 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Verschillen in de inhoud -155,4 140,7 116,5 19,6 -391
Annulering van de provisies en kwade posten 225,0 210,9 235,9 113,3 16,3Verschuldige bijdragen die nooit ontvangen zullen worden -258,6 -250,0 -250,0 -250,0 -250,0Annulering van meer- en minderwaarden -39,2 224,7 116,0 -53,7 -113,8Annulering van afschrijvingen 0,0 0,0 54,2 238,5 16,6Investeringen -33,2 -29,4 -39,6 -28,5 -60,5Aanzuivering van de rekeningen van de V.I. geblokkeerd eind 1994 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0Overname van de schulden door de federale overheid -49,4 -15,5 0,0 0,0 0,0
Andere verschillen -12,5 228,4 -13,8 343,5 94,4
Gebruik van meer recente gegevens 50,5 249,1 77,2 396,3 160,0Andere -63,0 -20,7 -91,0 -52,8 -65,6
Financieringssaldo (2) -305,7 829,3 1.640,1 1.558,5 -2.657,5
(1) Zie de verklaringen, gegeven in de methodologische nota betreffende de economische rekeningen en de budgettaire
rekeningen, in het begin van dit werk.
(2) Rekeningen van de overheid 2009, INR, september 2010.
VII. Bijlagen 5. Financieringssaldo van de sociale zekerheid
384
LIJST VAN DE AFKORTINGEN INSTELLINGEN:
- Federale instellingen
Instellingen afhangend van de FOD Sociale Zekerheid: DOSZ Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid Ex-NPM Ex- Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers, (nu “cel mijnwerkers” bij het RIZIV) FAO Fonds voor Arbeidsongevallen FBZ Fonds voor de Beroepsziekten HKSVZ Hulpkas voor Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen HVKZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden HZIV Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering KSZ Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers RSVZ Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke
Overheidsdiensten RVP Rijksdienst voor Pensioenen
Instellingen afhangend van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:
HVW Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening
Overige instellingen: CDBVZ Compensatiedienst voor Betaald Verlof der Zeelieden CDVU Centrale Dienst der Vaste Uitgaven Ex-NIS ex-Nationaal Instituut voor de Statistiek (nu ADSEI: Algemene Directie Statistiek en
Economische Informatie van de FOD Economie Ex-RSRMV Ex- Rijksfonds voor de Sociale Reclassering van Mindervaliden FCUD Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten FSO Fonds Sluiting Ondernemingen FWW Fonds voor Weduwen en Wezen IBF Interdepartementaal begrotingsfonds INR Instituut voor de Nationale Rekeningen NMBS Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn
SVF Sociale Verzekeringsfondsen
- Pararegionale of paracommunautaire instellingen Actiris (ex-BGDA) Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling AWIPH “Agence Wallonne pour l’Intégration des Personnes Handicapées” FOREM “Office Wallon de la Formation Professionnelle et de l’Emploi” VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VFSIPH Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap
385
TERMEN: CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst EWE Eerste werkervaring FOD Federale Overheidsdienst GFB Globaal financieel beheer IGO Inkomensgarantie voor ouderen IRR Ingeschrevenen in het Rijksregister
POD Programmatorische Overheidsdienst PUG Primaire uitkeringsgerechtigden
PWA Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap TBL Toeslag brugrustpensioenen landbouw UI Uitbetalingsinstellingen UVW Uitkeringsgerechtigde volledig werklozen VI Verzekeringsinstellingen VKR Voorkeurregeling WIGW Weduwen, Invaliden, Gepensioneerden en Wezen
386