van wie is de buurt?

20
EEN UITGAVE VAN DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES - 2014

Upload: elmy-everaert

Post on 31-Mar-2016

222 views

Category:

Documents


7 download

DESCRIPTION

Magazine Van wie is de buurt. Over inititieven en samenwerkingsvormen die bijdragen aan leefbaarheid en eigenaarschap vergroten in de buurt. Een uitgave van de Amsterdamse Woningcorporaties - 2014.

TRANSCRIPT

Page 1: van wie is de buurt?

EEN UITGAVE VAN DE AMSTERDAMSE WONINGCORPORATIES - 2014

Page 2: van wie is de buurt?

Corporaties blijven inzetten op leefbare buurtenSamen met alle buurteigenaren

Woningcorporaties moeten terug naar de kerntaak. Het zoemt overal. In Europa, in Den Haag. Vaak wordt die kerntaak geïnterpreteerd als het bouwen, verhuren en beheren van stenen. Maar niet door ons, de Amsterdamse woningcorporaties. Wij zien onze taak breder. Wij zijn er bij uitstek voor de mensen met weinig geld en voor de zwakkeren in onze samenleving.

Iedereen verdient het om te wonen in een prettige woning en een prettige wijk, en daar blijven wij ons voor inzetten. Dat kan alleen effectief in samenwerking met anderen. Want werken aan leefbare wijken kunnen de

corporaties niet alleen. Bewoners, gemeente, zorg- en welzijnspartijen, gebruikers van de wijk: allemaal zijn we buurteigenaren en samen moeten wij ervoor zorgen dat wijken vitaal worden en blijven.

INVESTEREN In veel Amsterdamse buurten waarderen bewoners de leefbaarheid met een dikke voldoende, daar is extra inzet niet nodig. In die buurten willen de corporaties gewoon een goede huisbaas zijn. Maar in de buurten die er matig of slecht aan toe zijn, willen de corporaties nu en in de toekomst blijven investeren in leefbaarheid. Ook uit eigen belang: vastgoed daalt in waarde als de buurt afglijdt, en andersom. Bovendien kan investeren in leefbaarheid kosten besparen doordat het voorkomt dat de buurt ver-der afglijdt en grotere ingrepen nodig zijn. Maar vooral ook omdat wij het als onze kerntaak zien om ervoor te zorgen dat onze huurders niet alleen een dak boven hun hoofd hebben, maar ook een veilige en prettige woonomgeving. Daar zijn juist de woningcorporaties voor opgericht.

KWETSBARE HUURDERS De Amsterdamse corporaties onderscheiden drie catego-rieën van investeren in leefbaarheid: basisbeheer waarin het gaat om schoon, heel en veilig, het ondersteunen van kwetsbare bewoners en het vergroten van eigenaarschap van bewoners.

Het basisbeheer gaat over primaire taken van woning-corporaties op het gebied van leefbaarheid, zoals het verwijderen van graffiti, het opruimen van ernstig vervuil-

2 SPEERPUNT LEEFBAARHEID

Page 3: van wie is de buurt?

de portieken, het aanpakken van veroorzakers van over-last en het inzetten van wijkbeheerders en huismeesters.

Kwetsbare huurders verdienen extra aandacht. Zodat ze hun buren niet tot last zijn, geen huurachterstanden oplopen, zich houden aan het huurcontract en misschien kunnen opklimmen uit hun benarde sociale positie. Zo hebben de corporaties, met partners, de afgelopen jaren buurtwerkkamers opgericht, waarin buurtbewoners gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te doen in en voor de buurt, soms ook als opstap naar betaald werk in de buurt of daarbuiten. We faciliteren of ondersteunen partners door formulierenbrigades of andere hulp bij ad-ministratie op te zetten en aan te bieden. Waar mogelijk toetsen we kandidaat-huurders op zelfredzaamheid en het risico op woonoverlast, zodat we overlastrisico kun-nen spreiden door de stad en kwetsbare huurders kunnen voorzien van goede woonbegeleiding.

EIGENAARSCHAP Meer dan voorheen investeren de corporaties in eigenaar-schap van bewoners. Het doel van het vergroten van eigenaarschap is om bewoners en ondernemers in de buurt weer te laten ervaren dat ze medeverantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van hun eigen omgeving, zodat ze zelf actie ondernemen in plaats van te wachten tot professionals dat doen. Om dat te bereiken moeten wij corporaties leren meer los te laten. Want alleen als bewo-ners daadwerkelijk verantwoordelijkheid hebben, zullen ze die nemen.

Corporaties hebben allerlei manieren waarop ze, in sa-menwerking met partners, het eigenaarschap vergroten. Bijvoorbeeld door het faciliteren van ontmoeting in buurt-kamers, het inzetten van buurtbemiddeling bij overlast en het ondersteunen van actieve bewonersgroepen die bijvoorbeeld zelf de binnentuin willen onderhouden of hun portiek willen schoonhouden.

Het mooie van investeren in eigenaarschap is dat het zich dubbel uitbetaalt. Als een buurt zich eigenaar voelt en daarnaar handelt, ontstaat een schone, veilige en prettige wijk, waarin het perspectief van kwetsbare huurders groter is.

MAGAZINE Dit magazine borrelt over van de initiatieven en inspirerende samenwerkingsvormen die bewezen hebben dat ze bijdragen aan leefbaarheid in de wijk. Allemaal vergroten ze op hun eigen creatieve manier het eigenaarschap in een buurt. Hier willen wij meer van!

Wij hopen dat het u inspireert en stimuleert om u (nog meer) in te zetten voor een veilige en fijne woonomgeving voor alle Amsterdammers.

Woningcorporaties Amsterdam

COLOFON

Dit magazine is een eenmalige uitgave van de Amsterdamse woningcorporaties ter gelegenheid van het seminar Van wie is de buurt? op 18 juni 2014.

Hoofdredactie en tekst: Liedewij Loorbach (Liedefix Imperium)Redactie: Franka Kanters, Annet van Tulder, Marlies van Gelderen, Rebekka van Voornveld (Ymere), Gert Dijkstra, Elmy Everaert (Eigen Haard)Eindredactie: Katja MeijersOntwerp: Studio Odilo GirodDrukwerk: Drukkerij Tuijtel

SPEERPUNT LEEFBAARHEID 3

Page 4: van wie is de buurt?

Bijbaantje voor debuurt

Tien uur per week werken voor de wijk, in ruil voor een woning. Met die constructie werken er al zo’n honderd studenten in Amsterdam aan levendige, krachtige wijken. “Het werkt omdat de studenten er altijd zijn.”

4 STUDENTEN WERKEN VOOR DE WIJK

zza

Foto’s: Geert Snoeijer

Nog geen kind te zien. Jo-Ann Plet (27) maakt vast de garagebox open. Er staan drie houten karren en ruim dertig blauwe kliko’s. Als die kliko’s vol papier zitten, worden ze geleegd. Voor het ingezamelde papier be-taalt het stadsdeel geld, en dat geld wordt weer verdeeld onder de kinderen die hebben geholpen met verzamelen. Zo wordt het probleem van zwerfvuil in de kiem gesmoord en ontstaat meer contact tussen de buurt-bewoners.

Op deze woensdagmiddag moet Plet weer een rondje maken door de Waterlandpleinbuurt in het uiterste noord-oostelijke puntje van stadsdeel Noord, om de kinderen te verzamelen. Op het schoolplein vliegen twee meisjes haar

om de nek met verhalen. Zij doen mee. Onderweg haakt nog een meisje aan en eenmaal bij de garagebox komen twee jongens aangelopen. Ze verdelen zich in drie groep-jes en elk groepje gaat met een kar onder veel gejoel en gegrap een paar straten af om in elk portiek het krat met papier op te halen.

RUZIEEén jaar woont Plet, die opgroeide in Buitenveldert en pedagogiek studeert, nu in Noord. Ze committeerde zich voor twee jaar. In ruil voor het draaien van dit project Heitje voor een Karweitje, kortweg ‘Heitje’, hoeft ze geen huur te betalen aan woningcorporatie Stadgenoot, die de woning ter beschikking stelt. Omdat het zo goed loopt in de Waterlandpleinbuurt runt ze nu ‘Heitje 2’ in het buurtje ernaast. Ze kent inmiddels bijna alle kinderen, en hun ouders. Ook als ze niet aan het werk is wordt ze aan-gesproken met vragen over de buurt. “En als ik kinderen

Page 5: van wie is de buurt?

“Je moet zwerfvuil

aanpakken waar het begint”Sander Verwer

De Doetank.

HEITJE VOOR

KARWEITJE

Student Jo-Ann Plet helpt de buurtkinderen met het ophalen van oud papier in de Waterlandpleinbuurt in Noord.

In elk portiek staat een krat waar bewoners oud papier in kwijt kunnen. De kinderen legen elke week het krat.

hoor ruziën, ook al zijn het kinderen die niet meedoen met Heitje, grijp ik altijd in als ik dat nodig vind.”

Plet woont en werkt in de wijk via collectief De Doe-tank. “De kracht van studenten op zo’n manier inzetten in wijken is dat ze er niet af en toe een dag van negen tot vijf zijn, maar er echt wonen,” zegt Sander Verwer, mede-oprichter van De Doetank. “Ze krijgen echt binding met de wijk, en de wijk met hen. Omdat het gaat over hun eigen buurt, voelen ze zich meer betrokken dan een gewone professional.”

EENZAME OUDEREN Academie van de Stad startte in 2009 de formule Spring-levende Wijk. Inmiddels heeft Academie van de Stad met die formule zestig studenten in negen Amsterdamse wijken zitten. In ruil voor huurkorting werken ze tien uur per week in en voor hun wijk. Opdrachtgever is steeds een woning-corporatie, die de woningen ter beschikking stelt, vaak samen met een stadsdeel. “Vijf jaar geleden was er veel vraag naar projecten op het gebied van talentontwikke-ling,” vertelt Joep Albers, projectcoördinator bij Academie van de Stad. “Dat verschuift nu meer naar activiteiten op het gebied van schoon, heel en veilig, eenzame ouderen helpen nieuwe contacten te maken, of hulp bij administra-tie. Corporaties gaan wat meer terug naar hun basis: het beheren van woningen. En hulp bij administratie kan ervoor zorgen dat de huur betaald blijft worden.”

VERWAARLOOSDDe opdrachtgevers schetsen de grote kaders, de stu-denten doen een behoefteonderzoek onder bewoners en

Page 6: van wie is de buurt?

zoeken dan zelf naar de juiste methoden om het probleem aan te pakken. “We zijn bijvoorbeeld in de winter gestart in Betondorp, met vier studenten,” zegt Albers. “Vanuit de gemeente en Ymere hoorden we: er is veel eenzaamheid onder ouderen, mensen voelen zich onveilig, sommige tui-nen zijn verwaarloosd. Nu zijn studenten aan het kijken of ze samen met buurtbewoners tuinen kunnen opknappen, ze gaan wandelen met ouderen en willen per straat bewo-ners verbinden, zodat de sociale veiligheid verbetert.”

SCHOOLREISJEHet Heitje-project van De Doetank is ontstaan nadat het collectief onderzoek had gedaan naar zwerfvuil. “Een van de conclusies was: je moet zwerfvuil aanpakken waar het begint, vang het af zodra het ontstaat,” vertelt Verwer. In de karren waar de kinderen mee terugkomen zitten vooral reclamefolders, met af en toe een zak van McDonald’s. Segen (9) scheurt netjes het plastic van de folderpak-ketten voor ze het papier in de kliko gooit. Sensabiel (9) heeft al wel 23 euro verdiend met het ophalen van papier. Wat ze met haar geld doet? “Ik koop kleding, of ik bewaar het voor noodgevallen. Bijvoorbeeld als mijn moeder niet genoeg geld heeft om het schoolreisje te betalen, dan betaal ik mee.” Emanuela (10) heeft twintig euro verdiend, gokt ze. “Ik koop sieraden of kleren. Of ik geef het aan mijn moeder, dan kan ze het gebruiken als mijn broertje iets nodig heeft.”

CONTRASTVoor Plet was de achterstandsbuurt wel even iets anders. Eerder liep ze stage op de chique British School, en in Bui-tenveldert is armoede ook ver weg. Ondanks dat het haar veertig minuten met het openbaar vervoer kost om bij haar opleiding te komen en ze in het huis van haar ouders slaapt als ze uitgaat, is ze blij met haar baantje en huis in de wijk in Noord. “Het is goed voor me dat ik ook een heel andere kant van de stad zie.”

CONTACT

DE DOETANK> www.doetank.org> [email protected]

ACADEMIE VAN DE STADJoep Albers> www.academievandestad.nl> [email protected]

6 STUDENTEN WERKEN VOOR DE WIJK

VOORUIT PROJECT

Een andere organisatie die werkt volgens hetzelfde concept, studenten laten werken voor en in de wijk in ruil voor een woning, is het VoorUit Project. Het doel is om de inte-gratie van verschillende bevolkingsgroepen in achterstandswijken te bevorderen. VoorUit werkt in 6 wijken in Amsterdam, met 64 studenten van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. > www.vooruitproject.nl

Ferdinand Ploegman, gebiedsbeheerder Amsterdam Noord, Ymere “Hoe je bij bewoners binnenkomt? Gewoon aanbellen.”

Page 7: van wie is de buurt?

Amsterdamse Helden Een Amsterdamse Held? Dat is iemand die de jongeren uit zijn eigen wijk uit de shit haalt, op de rails houdt en een duw geeft richting een beter leven. Lenny Bijker (30) van het Netwerk Amsterdamse Helden vertelt waarom die helden wel wat hulp kunnen gebruiken.

Waarom hebben helden een netwerk nodig?“Er zijn rolmodellen in de stad die echt onmisbaar zijn. Mensen die in hun eigen wijk veel voor jongeren bereiken. Ze zetten zich enorm in, stoppen veel vrije tijd in hun projecten, maar lopen ook tegen dingen aan. Fondsen-werving, vergunningen, dat soort dingen. Het Netwerk Amsterdamse Helden coacht hen. En maakt hen zichtbaar, onder meer door ze op de website te plaatsen.”

Hoe bereiken die helden jongeren?“Ze hebben allemaal hun eigen methode. Brasco zit bijvoorbeeld in Holendrecht in Zuidoost. Sommige mensen zullen zeggen: “Oh, hij organiseert buitenfitness.” Maar als je hem hoort praten, gaat het zo veel verder dan al-leen sporten. De methode die hij gebruikt, Bar-tendaz, komt uit de Bronx en hiphop. Er zit een hele filosofie achter, over dat je zonder geld ook kunt sporten en dat de buurt elkaar via sport ontmoet in de openbare ruimte.Ikram el Ouardi is meer bezig met sportprojecten met meiden, gezonde voeding, dat soort dingen. Anderen gebruiken weer muziek als middel.”

Wat is hun belang voor de stad?“Dat belang is groter dan de meeste mensen denken. De helden zijn geworteld in de wijk, ze kennen de ouders, veel jongeren. Vaak hebben ze zelf een moeilijke jeugd gehad en denken: deze jongeren moeten het beter krijgen. Ze zijn ook ’s nachts bereikbaar en weten zelfs de moei-lijkste jongeren te bereiken. Als deze projecten wegvallen, zijn er een hoop jongeren die af kunnen glijden naar acti-viteiten die niet zo positief zijn.”

Terwijl er ook professionals zijn die betaald worden voor soortgelijk werk.“Ja, dat is soms frustrerend. Die helden zien ook dat het gevestigde jongerenwerk gesubsidieerd wordt, keer op

keer, terwijl zij vaak meer bereiken. Dat zij elke week wel met de moeilijkste jongeren zitten. De mede-oprichter van het Netwerk, Jan Laurens Hazekamp, is nu bezig met het schrijven van een publicatie daarover. Hij pleit voor erkenning van de nieuwe professional.”

Hoe proberen jullie dat nu al voor elkaar te krijgen?“Door de helden in beeld te krijgen bij de stadsdelen waar ze werken. Door ze op de website te plaatsen, door te praten met ambtenaren, hen te helpen professiona-liseren. In veel gevallen is het handig om een stichting te worden, zodat ze geld kunnen aanvragen. Het oprichten van zo’n stichting begeleiden wij dan. Ik denk dat we inmiddels, we zijn begonnen in 2009, zeker dertig initia-tieven hebben geholpen, we hebben nu nauw contact met vijftien helden in de stad.”

En hoe staat het Netwerk er zelf voor?“We waren een project onder Stichting Connect, we zitten nu even in een overgangssituatie naar een zelfstandige stichting. Met de start van de stichting gaan we aan de slag met een nieuwe werkwijze en een nieuw plan van aanpak om financiering mogelijk te maken. Met Eigen Haard hebben we een wijkpartnerovereenkomst, wij begeleiden de helden in het maken van samenwerkings-afspraken met de corporatie. Onze doelstelling is dat we behalve fondsen en subsidies van de gemeente, ook het bedrijfsleven betrekken. Dus iedereen die het netwerk wil ondersteunen: heel graag!”

CONTACT

Lenny Bijker > www.netwerkamsterdamsehelden.nl> [email protected]

Brasco is een van de Amsterdamse Helden uit het netwerk. In Holendrecht helpt hij jongeren om fysiek en mentaal fit te worden met Bar-tendaz, een fitnessmethode en lifestyle uit New York. Foto: Albert Kriek, Blazin Design

JONGE ROLMODELLEN 7

Page 8: van wie is de buurt?

Buurtbedrijven. Ze lijken een gouden oplos-sing voor buurten met een hoge werkloosheid en weinig sociale cohesie. Een buurtbedrijf creëert banen, geld blijft in de wijk en buren werken samen voor elkaar. Hoe krijg je bewoners aan de slag?

Zeventig procent van de volwassenen in de buurt Plan van Gool, drieduizend huishoudens groot, zit zonder werk. Toen Aura de Klyn, procesmanager van bewonersgestuur-de wijkontwikkeling, er begon was er geen enkel wijk-initiatief. “De meeste bewoners waren erg sceptisch,” zegt De Klyn. Een jaar later zijn er negen buurtbedrijven en zes bewonersinitiatieven. Samen zijn ze een coöpe-ratieve vereniging aan het oprichten, die vanaf juni vast-goed beheert, programmeert en exploiteert. Vastgoed van waaruit meerdere buurtbedrijfjes en bewonersinitia-tieven opereren.

VASTGOED BEHERENAl een paar jaar is er een trend gaande dat communities, het netwerk van buurtbedrijven en bewonersinitiatieven, maat-schappelijk vastgoed gaan beheren. De Klyn denkt dat twee factoren daar samen voor zorgden. “Communities zagen steeds meer vastgoed leegstaan en dachten: dat kunnen wij wel gebruiken. Er waren ook communities die vonden dat ze het vastgoed beter zouden kunnen beheren dan de geves-tigde partij, bijvoorbeeld een welzijnsorganisatie, deed.”

Tegelijkertijd besefte de overheid dat er taken overge-dragen moesten worden. Het beheer van buurthuizen werd te duur, de grote partijen kostten te veel geld. “Die twee dingen kwamen bij elkaar. En als een community dan samen in één gebouw komt, komen alle netwerken van de losse ini-tiatieven bij elkaar, waardoor de slagkracht groter wordt. Een coöperatieve vereniging is juridisch dan een logische stap.”

OVERNAME DOOR BEWONERSDe Klyn geeft het voorbeeld van De Meevaart in Oost, het buurthuis dat een aantal jaar geleden werd overgenomen door de wijk. “Het begon bij een klein pand, het Karrewiel, dat al jaren leeg stond. De community vroeg mij onder-steuning te bieden bij het beheren en programmeren van dat gebouw. Al snel bereikte de community meer dan de welzijnsorganisatie die De Meevaart bestierde.”

Er waren echter meer wijkinitiatieven binnen de com-munity dan het Karrewiel kon huisvesten en in diezelfde periode was de gemeente niet langer tevreden met de

welzijnsorganisatie. Zo groeide de Karrewiel Community door naar de Meevaart Community en het vertrouwen van de gemeente in het kunnen van de community groeide mee. “Dat het beheer, de exploitatie en programmering toen aan de bewoners is gegund, is best bijzonder,” zegt De Klyn.

Overheid en gevestigde partijen zien nog veel risico’s bij het overdragen van vastgoed en de programmering aan bewoners. Zelfbeheer gaat ook niet vanzelf. Franka Kanters, coördinator Team Leefbare Wijken van Ymere: “Wij hebben met Eigen Haard een lobby richting stadsdeel Noord gevoerd om te zorgen dat in het pand dat gesloopt zou worden, ruim 40 actieve bewoners een buurtbedrijf konden starten. Er zaten risico’s aan: wie neemt ver-antwoordelijkheid voor het fysieke beheer en mogelijke overlast? Wat gebeurt er bij onverwachtse kosten? Uiteindelijk huurt Ymere het pand en stellen wij het aan Aura en de bewoners beschikbaar. Huismeester Bertus kende al veel actieve bewoners, via hem vormden zij de start van nieuwe community.”

OPRUIMCOACHZo is Eurdice Raalte nu een kringloopwinkel aan het opzetten. Zij is opruimcoach bij bewoners die het eigen huishouden niet meer overzien en aan het verzamelen zijn geslagen. Spullen die deze bewoners weg doen, verkoopt ze straks in haar winkeltje. “Zo kan zij geld verdienen, haar wijk (bewoners) helpen en bouwt ze een groot sociaal netwerk op in de wijk. Dit soort bedrijven zijn heel belangrijk voor de buurt,” zegt De Klyn.

Ook is er een schoonmaakbedrijf in oprichting door twee mensen in de wijk. Het wordt een leerwerkbedrijf voor werkloze jongeren in de buurt. De initiatiefnemers willen hangjongeren perspectief geven. Het bedrijf zal proberen om het schoonmaakwerk dat in de complexen in de wijk en in de openbare ruimte gedaan wordt, in handen te krijgen. Ze maken kans, denkt De Klyn. “Vaak zie je dat een lokale partij het beter doet, omdat de medewerkers er wonen. Als lokale ondernemer ben je aanspreekbaar, je voelt je meer verantwoordelijk, je bent er elke dag en je ziet of je werk goed ontvangen wordt of niet.” En voor de opdrachtgever levert dat behalve schonere portieken nog iets op: meer werk en meer onderling contact in de wijk.

Geld en werk in de wijk houdenHoe buurtbedrijven meer opleveren dan geld

8 ONDERNEMENDE BEWONERS

CONTACT

> auradeklyn.nl > [email protected]

Page 9: van wie is de buurt?

KWANDA-METHODE

Het begon met een televisieshow in Zuid-Afrika: Kwanda. Townships streden in de realityserie tegen elkaar, winnaar werd de wijk waarin bewoners samen de meeste positieve veranderingen voor hun buurt teweegbrachten.

Dat was in 2009. Vijf jaar later wordt er op drie plekken in Amsterdam geëxperimenteerd met de Kwanda-methode. Kern van Kwanda: bewoners leren om problemen in hun wijk aan te pakken en tegelijkertijd buurtondernemingen op te zetten. Doel: een grootschalige en duurzame community make-over, waarbij zelforganisatie van bewoners voorop staat. Lokale economie en sociale cohesie worden verste-vigd.

In Osdorp begeleidt Léon Beckx, van de organisatie Diversity Joy, ruim dertig bewoners, onder meer mensen die al aangesloten zijn bij de Lucas Community. “Een van de uitgangspunten van Kwanda is dat als mensen zich weten te organiseren, ze veel kunnen realiseren.” In Zuid-Afrika duurt de organizational workshop vier tot zes weken. “Maar hier is de praktijk heel anders. Bewoners hebben ook elders verplichtingen, en er is een heel veld aan organisaties en instellingen,” zegt Beckx. Daarom duurt die fase in Osdorp één week. Op andere plekken in Amsterdam wordt Kwanda eveneens op eigen wijze geïnterpreteerd.

Al ruim een half jaar zijn bewoners in Osdorp bezig met het ontwikkelen van bedrijfjes. Zo zijn er plannen voor cateringbedrijven, voor een klussenteam, een buurttaxi, een organisatie die het slavernijverleden gaat herdenken. Het organiseren leren de bewoners al doende tijdens de workshopweek in juni. “De cateringbedrijven moeten van tevoren zorgen dat ze die week meerdere grote opdrachten hebben, zodat ze in die week een aantal keer voor een paar honderd mensen moeten leveren.” Het is de bedoeling dat de initiatiefnemers het handwerk aan anderen overlaten, en in die week de organiserende, leidende rol op zich nemen. “En om te zorgen dat er ook kruisbestuivingen ontstaan, leren we dat ze resources kunnen en moeten delen. Er is die week bijvoorbeeld één busje, en dat moet door zowel het klussenteam als de catering en anderen gebruikt worden.” Met de structuren en werkvormen die in die week, en in de afrondingsfase, gecreëerd worden, moeten de bewoners vervolgens zelfstandig verder kunnen gaan.

OUDE MEUBELS VERZAMELEN

Het begon met een advertentie voor een breiclubje en eindigt met haar eigen kringloopwinkel. Eurdice Raalte (45) had vorig jaar weer zin om iets te ondernemen. “Ik heb altijd gewerkt als persoonlijk interieurverzorgster. Maar ik kreeg weer twee kinderen, ik heb ook twee oudere zonen van 20 en 19 en was mezelf een beetje kwijtgeraakt,” zegt Eurdice.

Ze breidde sjaals op verzoek, af en toe tegen vergoeding. Dus die advertentie voor de breiclub trok haar aandacht. Zo kwam ze in contact met andere actieve bewoners in Plan van Gool, die aan het uitzoeken waren wat ze konden onder-nemen om de wijk levendiger en prettiger te maken. Eerst raakte ze betrokken bij een project voor kinderen, ‘de speel-plekken zijn hier niet fantastisch’, maar terwijl ze daarmee bezig was en met de wijk sprak over wat er nodig was, kwam ze op een ander idee. “Er werd zo veel gerenoveerd in de wijk. Mensen waren aan het opruimen, moesten dingen weg doen, maar hadden voor hun nieuwe woning ook weer iets

nodig. Een kringloopwinkel leek een goed idee. Ik rolde er eigenlijk vanzelf in.” Lange tijd bewaarde ze de spullen in haar eigen kelderbox en woning, en in boxen die ze mocht lenen. Ze gaf ook veel weg. Een deel van de spullen gebruik-te ze om het Breedhuis te decoreren, het gebouw dat de actieve bewoners sinds juni 2014 samen met Ymere en Eigen Haard beheren. Daar opent ze ook haar kringloopwinkel Samen Kringloop. Ze deelt de ruimte met kledingreparatie-shop De Ster van een andere buurtbewoonster.

“Ik ga mijn best doen veel buurtbewoners als vrijwilliger te betrekken bij de winkel. Voorlopig werk ik ook als vrijwil-liger, maar op den duur wil ik er graag geld mee verdienen.”

CONTACT

SAMEN KRACHTIG PLAN VAN GOOLSAMEN KRINGLOOPHET BREEDHUISHET BREED 16, AMSTERDAM-NOORD> samenkrachtigplanvangool.nl

CONTACT

LUCAS COMMUNITYWijkcoöperatie voor ‘bewondernemers’> lucascommunity.nu> [email protected]

DIVERSITY JOYLéon Beckx> [email protected]

Via Multi Plus Zorg werken en wonen deze jongens in de SuHabuurt in Osdorp. Ze maken portieken en trappenhuizen van flats in hun eigen wijk schoon. Foto: Sander Baks

BUURT KRINGLOOP

Page 10: van wie is de buurt?

Help! Het is hier vies!Zelfbeheer is niet moeilijk

KLUSSENTEAM

“Als jongeren zien dat buurtgenoten hun hulp nodig hebben, steken ze graag de handen uit de mouwen,” zegt Abdel Chaara, wijkbeheerder in de Staalmanpleinbuurt in Nieuw-West. Tweeënhalf jaar geleden begon hij in die wijk, en op de spelletjesmiddag die hij organiseerde voor kinderen kwamen ook tieners en pubers binnen om te vragen of ze konden helpen. Dat was het begin van het klussenteam. Inmiddels bestaat het team uit een vaste kern van tien jongeren tus-sen de 14 en 20 jaar, en helpen af en toe anderen mee.

Ze doen klussen in de wijk die nodig gedaan moeten worden, maar waar geen geld of mankracht voor is.

Zo hebben ze al eens de hele galerij van een van de grote flats schoongemaakt, ze organiseerden een voetbaltoernooi en hielpen bij het afvoeren van de meubels in een door brand zwaar beschadigde woning. De jongeren komen Chaara zelf vragen of er nog werk te doen is, en af en toe vragen bewo-ners om hulp van het klussenteam. “Maar de jongeren kunnen hier in ons kantoor ook gewoon thee komen drinken.”

10 ZELFBEHEER IS NIET MOEILIJK

Experts zeggen dat het niet zo moeilijk is om bewoners actief aan het ‘zelfbeheren van de buurt’ te krijgen. Als de professionals zich maar een beetje gedeisd houden. “Je hoeft alleen maar te roepen: Help me!”

Vijf lampenvervangers lopen er rond in de Molenwijk in Amsterdam-Noord. Ziet een bewoner een kapotte lamp in een trappenhuis of galerij en geeft hij de klacht door aan de wijkbeheerder, dan is er binnen een dag een nieuwe lamp ingedraaid. Door een buurtgenoot. “Die krijgt er 2,50 euro per vervangen lamp voor, loopt verzekerd rond en heeft gereedschap,” zegt Herman Oostwal. Hij is wijkbe-heerder, en kent de buurt als geen ander. In 1993 begon hij er als buurtregisseur.

MAATWERK“Zelfbeheer gaat hier redelijk organisch,” zegt hij over zijn wijk, die toch als problematisch bekendstaat. Twee-honderd actieve bewoners zijn er in de wijk en hij kent ze bijna allemaal van naam. “We zoeken het hier vooral in structuren. Er zijn mensen die graag plannen, vergaderen, nadenken. En er zijn mensen die gewoon hun handen uit de mouwen willen steken, iets willen doen, liefst niet met vaste regelmaat. Die zet je dan voor andere dingen in.” Bijvoorbeeld bij Het Diereneiland, de kinderboerderij in de wijk. “De ene groep maakt de roosters, de andere groep komt af en toe timmeren of schoonmaken. Je moet maatwerk proberen te leveren, mensen laten doen wat ze willen doen.”

SCHOONMAAKZelfbeheer is het nieuwe mantra, bewoners moeten het weer zelf doen. “Maar zo nieuw is het ook weer niet,” zegt Oostwal. “In 2002 hadden we hier al het project

‘De buurt maak je zelf’. Wij zijn hier vroeg begonnen.” Bij Eigen Haard is drie jaar geleden een project gestart om bewoners zelf hun trappenhuis en portiek te laten schoonmaken. Jarenlang werd de schoonmaak geregeld door de corporaties, bewoners betaalden een deel van die kosten in de servicekosten. Eigen Haard ontwikkelde de formule Samen Schoon, waarbij bewoners kunnen kiezen hoeveel van de schoonmaak ze weer in eigen hand nemen. Zelf schoonmaken is natuurlijk een optie. Dan hoeven ze geen geld meer te betalen en hebben ze met geen enkele externe partij iets te maken. Maar ze kunnen ook zelf een schoonmaakbedrijf zoeken, zelf met het schoonmaak-bedrijf communiceren door zelf een Chef Schoon aan te wijzen en zelf de financiën regelen. In een paar portieken loopt het al, en een gunstig bij-effect is dat buren elkaar leren kennen en de gemeenschappelijke ruimtes ook daar-door netter worden. De schoonmaakbedrijven waarmee de corporatie al werkt, zijn ook aangespoord om bewoners te betrekken. Wie in een portiek of complex met een Chef Schoon werkt die bekend is bij alle bewoners, krijgt een streepje voor bij volgende aanbestedingen.

HELP ME!“Mensen aan de slag krijgen is helemaal niet ingewikkeld,” zegt Oostwal. “Wat doe je als je iemand in het water ziet liggen? Je roept: ‘Zwemmen!’ Anders vergeet die persoon dat. Hetzelfde met de wijk. Je moet roepen: ‘Help me’. En dan helpen mensen. Ze vergeten dat ze ook afval kun-nen oprapen, onkruid kunnen weghalen, of de trap kunnen boenen. Maar als je hen om hulp vraagt en vervolgens verantwoordelijkheid geeft, onderhouden ze trots een hele groenstrook.”

Ook Gert Dijkstra, manager Woonservice bij Eigen Haard, denkt dat er soms te moeilijk gedacht wordt over zelfbeheer. “Door veel hoogopgeleiden wordt het gezien als iets wat moeilijk te organiseren is met of door lager-

Page 11: van wie is de buurt?

opgeleiden. Maar dat heeft echt weinig met elkaar van doen. Ik heb te veel laagopgeleide mensen beter een por-tiek zelf zien beheren of een buurtkamer zien program-meren dan de meeste hoogopgeleiden.” “De mensen die onze steun kunnen gebruiken zijn bij-voorbeeld groepen die hun weg zoeken in het systeem van de overheid, onderling in conflict raken of een solide ad-ministratie willen opzetten,” zegt Dijkstra. “Het overgrote deel van de huurders kan prima alles zelf, alleen de meest kwetsbare huurders kunnen wel wat extra hulp gebruiken.”

KASTELENTOCHT“Laat het zo veel mogelijk bij de bewoners,” zegt Oostwal. “Niet alles is beschrijfbaar. Dat moet je ook niet willen. Je moet als professional veel meer in de faciliterende rol zitten en alleen ingrijpen als je ziet dat een groep vastzit. Dan denk je mee, help je hen weer op weg.” Zo zag hij de ouderengroep een beetje aanmodderen toen ze eens iets anders wilde dan alleen maar de zondagse rollatorwande-ling in de buurt. “De ouderen wilden een kastelentocht maken. Ik voelde dat er een drempel was om een bus-bedrijf te bellen, om even echt door te zetten. Dat doe ik dan voor ze. Maar ik ga echt niet mee hoor, dat kunnen ze prima zelf.”

“Laat het ook maar gewoon misgaan,” zegt Dijkstra. “Ik zie nog vaak dat er beweerd wordt dat bewoners al-les zelf doen, maar dat een professional ondertussen nog steeds alles zit te verdelen en beslissen. Maar de nieuwe manier moet echt zijn, en dat is ook zo met Samen Schoon: wij geven de boel terug aan de bewoners. En pas als zij om hulp roepen, komen wij in actie.”

ZELF DE BUURT VEILIG MAKEN

Straatlantaarns die het al dagen niet doen? Kelder-boxen die opengebroken zijn? Door bewoners een rol te geven in de veiligheid van de buurt, gaan ze die zaken melden in plaats van eraan voorbij te lopen met opgetrokken schouders.

Stadgenoot heeft de Buurtambassadeurs, teams van bewoners die regelmatig rondjes lopen door de wijk. Ze maken zo veel mogelijk praatjes met buurtbewoners, melden alles wat stuk is bij de wijkbeheerder die meteen kan ingrijpen. Ze spreken hangjongeren vriendelijk aan op overlastgevend gedrag, houden in de gaten wanneer wie op vakantie is en ontwikkelen voelsprieten voor eenzaamheid of andere problemen. De Buurtvaders in de Suchtelen van Haarebuurt doen vergelijkbaar werk. De mannen kennen de buurt inmiddels op hun duimpje en werken nauw samen met de wijkbeheerder.

De zes Buurtveiligheidsteams (BVT) in Nieuw-West gaan nog een stap verder. Daar staan de bewoners direct in contact met de politie. Een BVT bestaat uit een buurtregisseur van de politie, een agent, iemand van handhaving en toezicht en medewerkers van De Alliantie en Ymere. Eens in de zes à acht weken komt het bewonerspanel bij elkaar, er wordt regelmatig een schouw gelopen en de speerpunten voor de wijk worden besproken. Wat heeft de wijk nodig? Wat zijn de problemen? Zwerfafval staat steeds hoog op de ergernislijst.

In het panel zitten zo’n twintig bewoners en ondernemers die vaak al op andere manieren actief zijn voor hun buurt. “De vertegenwoordiging komt niet altijd overeen met de verdeling in de wijk, maar uit onderzoek blijkt dat dit niet nodig is. Datgene wat actieve bewoners zeggen en aangeven, zal niet of nauwelijks verschillen van de bewoners die niet actief deelnemen,” zegt Noortje Dickhoff, project-medewerker Buurtveiligheidsteams van Stadsdeel Nieuw-West.

Buurtvaders in Osdorp lopen elke middag een ronde door de wijk om jongeren in het gareel te houden, praatjes te maken met buurtbewoners en de wijk te controleren op vernielingen en verloedering. Foto: Sander Baks

Firoez Azarhoosh, initiatiefnemer van Indische Buurt Communities “Maak gebruik van dingen die er al zijn, zoals leegstaand vastgoed of netwerk. Als er kracht zit in een wijk, dan komt die ook los zonder financiële vergoeding. Sterker nog, een financiële vergoeding kan actieve groepjes lamleggen als het geld, dat nooit nodig was, verdwijnt.”

Page 12: van wie is de buurt?

Iemand die meedenktHulp richting schuldhulp

De reguliere schuldhulp heeft veel uitval. Met persoonlijke aandacht lukt het de uitval-lers wel om in de schuldsanering te komen. “Je moet mensen boven de regels stellen.” Na zeven jaar aanmodderen met de reguliere hulpverle-ning kwam Sandra van der Wal eindelijk in de schuldsane-ring terecht. Dertigduizend euro schuld moet ze wegwer-ken. Ze heeft nu zestig euro per week leefgeld, met twee kinderen. “Gaat prima,” zegt Van der Wal, die mensen met schulden helpt in Casa Jepie Makandra, de buurtwerk-kamer in Holendrecht. “Ik ben ervaringsdeskundige,” zegt ze met een glimlach. In de tweeënhalf jaar dat ze in Casa Jepie Makandra aan de slag is, heeft ze, geholpen door een team van vrijwilligers, 475 mensen geholpen.

’S AVONDS LANGSVeel mensen zoeken hulp die persoonlijker is dan de regu-liere schuldhulp kan bieden. “Instanties moeten zich aan regels houden,” zegt Van der Wal. “Wij kunnen bij mensen langs gaan als het moet, of ’s avonds bellen. Daar heeft de reguliere schuldhulpverlening geen tijd voor. Geen mankracht ook.”

In de Indische Buurt helpt Stichting Maatschappelijke Ondersteuning Integratie (MOI) de mensen die het niet lukt om via de reguliere instanties hun schulden op te los-sen. Shazia Ishaq (26), die de stichting met hulp van haar zus opbouwde, ziet dat bij de gevestigde instanties de regels op de eerste plek komen, en daarna de mensen. “Zij werken met een systeem, en daar wijken ze niet van af. Ze kijken niet of er een creatieve oplossing is.”

INSULINE SPUITENEen terugval in inkomsten, dat ziet Van der Wal het vaakst als oorzaak van de schulden. “Van werk naar uitkering, of

de kinderbijslag stopt.” Dat kinderen thuis blijven wonen na hun achttiende zorgt regelmatig voor financiële problemen in Zuidoost. “In de Surinaamse gemeenschap is het heel normaal dat je kind tot z’n zevenentwintigste thuis woont. Maar je krijgt geen kinderbijslag meer, en

met inwonende volwassen kinderen word je gekort op je huurtoeslag. Ook al werken die kinderen niet.”

Ishaq merkt in Oost de gevolgen van de bezuinigingen in de zorg. “Mensen zoeken zelf hulp erbij, en betalen dat zwart uit. Hulp bij douchen, boodschappen, insuline spui-ten, dat soort dingen. Ze komen erdoor in de financiële problemen.” En een van de eigenschappen van schuld, is dat die steeds sneller groeit. Door rente, door boetes.

BOOS OF MOEVan der Wal ziet dat mensen vast-lopen in de reguliere schuldhulp omdat ze niet aan de eisen kunnen voldoen, boos zijn, of moe. “Als je veel schulden hebt, dan ben je daar ziek van. Je moet allerlei formulie-ren meenemen, je moet cursussen doen, op afspraken verschijnen. Als je het niet goed begrijpt, of geen tijd hebt omdat je nog een baan hebt of om iets anders, of als je slecht Nederlands spreekt, dan haak je af.” Bij Casa Jepie worden de mensen ook geholpen om in het reguliere schuldhulpcircuit te komen en te blijven.

“Soms zucht ik wel diep,” zegt Ishaq over de vele uren die ze in de stichting stopt. Zo gaat ze bijvoorbeeld niet op vakantie om bereikbaar te kunnen zijn. “Maar iemand moet verandering maken. Ik ga door in de hoop dat anderen mijn voorbeeld over nemen: het kan anders dan het systeem het nu doet: zet mensen voorop, en denk in creatieve oplossingen.”

CONTACT

CASA JEPIE MAKANDRASandra van der Wal> www.casajepiemakandra.nl> [email protected]

STICHTING MOIShazia Ishaq > www.stichtingmoi.nl> [email protected]

Sandra van der Wal biedt hulp bij (dreigende) schuldsanering in Casa Jepie Makandra, de buurtwerkkamer in Holendrecht. Foto: Sander Baks

Shazia Ishaq richtte Stichting MOI op, in Amsterdam Oost. De stichting helpt mensen met schulden gratis, maar vraagt er wel een dienst voor terug. Zoals boodschappen doen voor een buur die dat zelf niet meer kan.

12 ARMOEDEBESTRIJDING

BEDRIJVEN TEGEN ARMOEDE

“Armoede is niet alleen een gebrek aan geld, maar ook een gebrek aan participatie. We leven in een wel-varende maatschappij waar veel beschikbaar is, maar niet iedereen heeft daar toegang toe. We kunnen als bedrijfsleven meer bedenken om mensen mee te laten doen.” Met dat statement begon BASTA (Bedrij-ven in Amsterdam samen tegen armoede) in 2012.

BASTA is een community van Delta Lloyd, IBM, Abn Amro, Tempo team, de Alliantie en Ymere. BASTA wil inspireren en biedt een digitaal platform om een concrete bijdrage te leveren. BASTA slaat een brug tussen mensen die in armoede of eenzaamheid leven en mensen die in het bedrijfsleven werken. Zij kunnen zich als vrijwilliger aanmelden voor projecten.

Page 13: van wie is de buurt?

Hoeveel vrouwen er komen lunchen, dat weet Mimount (50) nooit van tevoren. “Ze geven zich niet op en ze bellen niet af.” Dus kookt ze altijd voor zo’n tien personen.

Het is mooi weer, dus wordt er gebarbecued. Van de grillplaat. Mimount snijdt kipfilet in blokjes. Ze gooit er een flinke scheut kruiden en zout over, net als over de schaal met kipvleugeltjes. Zonnebloemolie erbij, plastic handschoenen aan en kneden maar.

Al drie jaar kookt Mimount voor vrouwen in de buurt. Elke dinsdag verzorgt ze een gezond ontbijt, ‘ik zorg voor groen op tafel, komkommer, tomaat’, en elke donderdag een lunch. Sinds een jaar doet ze dat in de buurtkamer, in een hoekpand op de Zilverberg in Nieuwendam in Noord. “Ooit zat er een advocatenkantoor,” zegt Mimount. Later kwam het pand leeg te staan. Bewoners van De Key, De Al-liantie en Eigen Haard waren op zoek naar een ruimte voor hun activiteiten. De corporaties en het stadsdeel sloegen de handen ineen en betalen twee jaar lang de huur en zorgen voor professionele ondersteuning. Bewoners bedenken, plannen en organiseren de activiteiten. Zoals computerles, huiswerkbegeleiding en groenonderhoud in de wijk. Ook wordt wijkondernemerschap gestimuleerd vanuit het buurthuis.

Meestal kookt Mimount met een vriendin, maar nu moet ze bijna alles in haar eentje doen. “Haar kind gaat nog niet naar de voorschool, dus ze kan pas komen als haar dochter wakker is.”

De kipvleugels spetteren op de grillplaat, de tafel is mooi gedekt. Rond de pot met zoete thee staan lege glazen te wachten. Even maakt Mimount zich zorgen dat er niemand komt. Maar dan rond één uur komen achter elkaar zes vrouwen binnen, bijna allemaal met volle kinderwagen. De zus van Mimount helpt met opscheppen. Hun moeder komt ook nog langs. Thee wordt ingeschon-ken, borden volgeschept en vrolijk Arabisch gekwetter vult de ruimte.

Of het buurthuis zelfstandig kan draaien? Mimount heeft er een hard hoofd in. De eigen bijdrage voor de lunch is twee euro en voor het ontbijt een euro, en daarop zijn vrouwen al afgehaakt. “Dan gaven ze elke keer vijftig cent. Dat kon niet meer,” zegt Mimount. Konden of wilden ze niet meer betalen? “Ik weet het niet. Ze gaan wel voor drie euro ontbijten bij V&D. Dus misschien denken ze: dat geld kunnen we ook ergens uitgeven waar het gezellig is.” Nu vult Mimount het financiële gat aan met geld uit het potje voor buurtinitiatieven. Zolang de buurtkamer open is, kookt Mimount.

Gezonde kipkluifjes

Bewoners bestieren zelf het Huis van de Buurt

HUIS VAN DE BUURT 13

Foto’s: Geert Snoeijer

Elmy Everaert, Adviseur Woonbeleid, Eigen Haard “Sociaal eigenaarschap van bewoners stimuleren? Bewoners leren zelfbeheren? Hoezo? Wanneer hebben wij-professionals besloten dat ze dat niet kunnen? Misschien moeten wij veranderen. Duidelijk zijn over onze belangen en verantwoordelijkheden, maar ook loslaten en vertrouwen. Soms een handje helpen, maar vooral samen leren het weer samen te doen!”

Page 14: van wie is de buurt?

14 GROEN IN DE WIJK

DE TUIN VAN JAN

Achter een oud schoolgebouw in De Baarsjes lag een stoep-tegelwoestijn. Bewoners transformeerden het tot een Para-dijstuin, iedereen mocht meedenken over het ontwerp.

De Tuin van Jan, mede mogelijk gemaakt door De Key, wordt onderhouden door buurtbewoners, die de tuin elke zondag openstellen voor iedereen. Nu de tuin er prachtig bijstaat is het zoeken naar manieren om financieel zelfvoor-zienend te worden. De tuin, met keukentje en wc, is te huur. Lawaai maken en barbecueën verboden.> detuinvanjan.nl

Nora ...

Tuinieren brengt de buurt bij elkaar

Een flink deel zou gemeenschappelijke tuin worden. Maar al snel bleek dat iedereen liever zijn eigen stukje bewerkt, zodat duidelijk is wie er verantwoordelijk is. “Na de eerste dag verschenen er overal hekjes,” zegt Sander Verwer van De Doetank, collectief voor onderzoek, interventie en ondersteuning. “Daar was woningcorporatie Stadgenoot, die dit allemaal mogelijk maakt, niet zo blij mee, het was nogal een zootje.” Nu staan er mooie hekken met blank-houten paaltjes rond de ruim twintig tuinen van zo’n tien vierkante meter.

Nora Skraoui bespreekt met een nieuwe tuinder de opties en regels van de moestuin. Idyllisch onder een boom vol bloemen, met een kopje kruidenthee. Het sloopwerk van bouwvakkers die woningen aan het renoveren zijn klinkt af en toe door de tuin in het openbare groen. De vrouw spreekt alleen Turks, heeft een vriendin meegenomen en hun zoons om te vertalen. Twee familieleden hebben ook al een tuintje. Ze lopen langs de tuintjes die er allemaal anders uitzien. Eén staat vol onkruid, ‘die mevrouw is ziek’, zegt Skraoui, die verantwoordelijk is om het contact met de afzonderlijke tuinders te onderhouden. De ander staat vol jonge sperziebonenplantjes, weer een ander vol aardappelplanten. In de ene tuin staat alles netjes in rij-tjes, bij de ander is het een vrolijke chaos. In het gemeen-schappelijke perceel staat rabarber. Dat hebben de Turkse dames nog nooit gezien. “Koken met wat stevia erbij,”

Nora Skraoui, in het midden met de blauwe jas, bij de start van de buurtmoestuin in de Waterlandpleinbuurt in Noord.

Als mensen eten uit de openbare ruimte, laten ze er ook geen troep achter. Vanuit die gedachte begon vorig jaar maart de moestuin in de Hilversumstraat in Noord, op initiatief van De Doetank.

Groen

Page 15: van wie is de buurt?

GROEN IN DE WIJK 15

GROEN IN DE BINNENTUIN Bewoners van de Kolenkitbuurt namen in 2012 het onderhoud van een binnentuin over, waar eerder al-leen vanaf balkons naar gekeken mocht worden. Buurtbewoners Jara Broekema en Sekibe Uyar haal-den handtekeningen op, en wisten geld te krijgen voor een buurtinitiatief voor de eerste BuurtMoesBinnen-Tuin. Rochdale stelde de tuin ter beschikking voor de

moestuin. Er staan nu zestien grote tuinbakken van 4 x 1,2 meter met een centrale zitplek omgeven door weelderig groen. Elke bak wordt beheerd door één familie. Door het onderhoud van de binnentuin over te nemen van een groenbedrijf krijgen de bewoners nu een korting op hun huurprijs.> www.cascoland.nl

zegt Skraoui. Ze proeven een stukje. Hmm, ja, het heeft wel wat. De vrouwen proeven de potentie. En lachen. De zoons vinden het maar niks, die rabarber.

Het moestuinproject werd het eerste jaar begeleid door een student, die eigenlijk nog een jaar zou blijven. Maar hij werd ziek. Nu neemt Verwer het over. “De bedoeling was altijd al dat de bewoners het beheer zelf zouden gaan doen,” zegt Verwer. “Dat gaat nu al heel goed.” De structuur van het bestuur is opgetuigd, net als de regels. “Op vergaderingen gaat het nu over zaken als: wat te doen aan kinderen die de wortels eruit trekken?” Volgens Verwer is het samen tuinieren en vergaderen een ongedwongen manier voor de buurt om samen te komen

en elkaar te leren kennen. Hoewel het in de buurt wel iets schoner is geworden,

er zijn meerdere projecten gaande om zwerfafval terug te dringen, liggen er glasscherven rond de moestuin. Skraoui en Verwer bespreken wat ze daaraan kunnen doen. Skraoui belooft rond te vragen of iemand iets gezien heeft. In de tuintjes zelf, toch voor iedereen toe-gankelijk, is het tot nog toe behoorlijk schoon gebleven.

Foto: Paul Fennis

Groen GroeitCONTACT

> www.doetank.org> [email protected]

Page 16: van wie is de buurt?

16 KUNST IN DE WIJK

In een kamer waar Poolse krakers twee jaar geleden nog goedkoop bier achterover sloegen, hangt nu de Columbus Collectie. Een collectie kleding gemaakt van verza-melde kleding van bewoners van het Co-lumbusplein. Ze zal geshowd worden op het Columbusplein, door mensen uit de buurt. Of de buurtbewoners hun eigen kleding erin zullen herkennen is nog maar de vraag, ont-werpster Malou van der Molen heeft de boel behoorlijk verbouwd. Alle T-shirts aan repen gescheurd bijvoorbeeld, om ermee te breien.

Van der Molen runt met twee andere kunstenaars tex-tielwerkplaats Smockwerk, aan het Columbusplein in De Baarsjes. Na een provisorische verbouwing, -de krakers hadden nogal wat zooi achtergelaten, er was geen keuken en er zat asbest in de vloer-, is de textielwerkplaats twee jaar geleden begonnen. Met een subsidie van het stads-deel, 15.000 euro. Rochdale stelt het pand ter beschik-king. Van der Molen, Truus Lieverdink en nog een collega runnen vanuit de werkplaats ieder hun eigen business, maar ze organiseren er ook veel voor de buurt.

EENZAAMHEIDTwee ochtenden per week, op maandag en dinsdag, naaien vrouwen uit de buurt kussens onder de strenge maar enthousiaste leiding van Lieverdink. Ze leert hen omgaan met de naaimachine, schenkt thee en koffie bij. “Het is belangrijk dat de sfeer goed is en laagdrempelig. Ze mogen komen wanneer ze willen, en als ze Arabisch willen praten vind ik dat prima.” Er is een groep van zo’n twaalf vrouwen, de meesten rond de dertig met Marokkaanse achtergrond, die regelmatig komt. “Ik merk veel eenzaam-heid en verveling. Ze werken niet. Als de kinderen naar school zijn, gaan ze naar huis om te poetsen en daarna is het wachten tot ze de kinderen weer mogen halen.”

CHARMEOFFENSIEFElke laatste zondag is het Sewing Sunday en kan de buurt in ruil voor een paar euro gebruikmaken van de naaimachines en de hulp van de dames van Smockwerk voor het maken of herstellen van kleding. En in de schoolvakanties geven ze gratis naaiworkshops voor de kinderen uit de buurt.

“Dan moet ik ze soms wel van het plein halen,” zegt Lieverdink, want er zijn er niet veel die de aankondi-gingsbriefjes op de etalageruit in de gaten houden. “Ga maar even tegen je moeder zeggen dat je een paar uur hier bent.” Dan maken de kinderen een tasje, of iets

Hoe kunstenaars de buurt samenbrengen

Kunstenaars van Cascoland maakten van een leeg landje in de Kolenkitbuurt een ontmoetingsplek. Bewoners vierden er Sint-Maarten. Foto: Bart Majoor

Kunst

kletsen

doet

Bij het project Staalmanhaken werden buurtbewoners uitgenodigd om samen versiering te haken voor de wijk.

Page 17: van wie is de buurt?

anders simpels. “Toen we hier kwamen, zijn we direct een charmeoffensief begonnen,” zegt Lieverdink. “Iedereen gedag zeggen. Dag buurman, dag buurvrouw. Iedereen die langsloopt even aanspreken en uitleggen wat we doen, dat werkt.”

NAAR BINNEN TREKKENDe mensen achter een kunstproject zijn belangrijker dan het format, denkt Chris Ridderbos. Hij is gebiedscoör-dinator bij De Alliantie en werkte met kunstenaars in de Staalmanpleinbuurt in Nieuw-West. “De mensen maken het succes. De ene kunstenaar gaat binnen zitten wachten op wat er over de drempel stapt, de ander stopt niet tot hij iedereen naar binnen heeft getrokken. Daarom slaagden de kunstprojecten in de Staalmanpleinbuurt ook,” zegt

Ridderbos. Kunstenaars Reinier Bosch en Carolina Wilcke gingen er aan de slag, ‘buurthelden’ was het eerste pro-ject. Bewoners gingen op fotocursus en maakten portret-ten van elkaar. Bewoners kozen zelf de mooiste portretten en die werden uitvergroot door de buurt gehangen. Van de mooiste portretten werden zelfs grote gravures gemaakt. “Bosch en Wilcke hebben een atelier in de wijk, dat maakt dat zij zich erg betrokken voelen bij de buurt, het draagt bij aan de dynamiek van de projecten,” zegt Ridderbos.

LEEGSTANDAls opdrachtgever schetst hij alleen de problematiek en de kaders van de oplossing. De kunstenaar komt dan met een paar ideeën, waarna het project zich verder ontwik-kelt door te sparren. “De Staalmanpleinbuurt wordt in een periode van vijftien jaar helemaal vernieuwd. Dat betekent dus veel sloop, nieuwbouw en renovatie, met veel verloop. Het meedoen in deze buurt was erg gericht op de toekomst van de wijk, op meedenken met de plannen. Erg cognitief en gericht op de lange termijn. Daarmee bereik je maar

KUNST IN DE WIJK 17

“Organiseer ook projecten voor mensen die goed zijn

met hun handen, dan bereik je een andere groep”

Bij het project Buurthelden gingen buurtbewoners samen op fotocursus. Ze maakten portretten van elkaar en kozen de mooiste portretten uit om uitvergroot in de wijk te hangen. Van de beste foto’s werden ook gravures gemaakt.

KOKEN OP BROODGAS

Een openbare barbecueplek, een logeerhuis, kippen van de buurt, een apparaat dat brood omzet in biogas, een Buurt-MoesBinnenTuin … Kunstenaarscollectief Cascoland begon in 2010 in de Kolenkitbuurt in Bos en Lommer. Geld kregen ze onder meer van Stadsdeel West en het Ministerie van OCW. Rochdale stelde twee woningen ter beschikking.

“Met het stadsdeel besloten we om het over een andere boeg te gooien,” zegt Ronald van Dijk, gebiedsregisseur bij Rochdale. “Meestal doe je de standaard dingen als een buurt er slecht aan toe is: schoonmaakacties, een buurtbarbecue. Maar de problemen in deze wijk waren groot en duurden al lang. We wilden iets anders proberen om de situatie te verbeteren.” Inzet van kunstenaars. Niet voor een eenmalige muurschildering of een mozaïek op een plein, maar permanent, voor een aantal jaar. “En daar heb-ben we geen spijt van gehad.”

Cascoland heeft nogal wat teweeggebracht in de wijk die voorheen vooral landelijk bekend was van het depri-merende programma Akbarstraat van Felix Rottenberg. Nu komt de buurt in het landelijke nieuws met de broodvergis-ter. Het is een oplossing voor het oude brood dat de buurt op straat achterliet voor de eenden, of in de daarvoor geplaatste broodcontainers (moslims mogen geen eten weggooien). De broodvergister zet het oude brood om in biogas, waar vervolgens het buurtrestaurant weer op kan koken.

“De kunstenaars blijven niet voor altijd, het doel is wel dat ze iets achterlaten als ze weggaan,” zegt Van Dijk. Want ook al hebben ze net te horen gekregen dat ze weer een jaar mogen blijven, tot mei 2015, ooit zal er een einde aan komen. Het doorgeven van projecten aan bewoners lijkt nu al te lukken. “Het logeerhuis bijvoorbeeld, een soort hotel voor bezoek van bewoners die geen plek hebben in hun eigen huis, wordt voor een groot deel al door de buurt gerund.” En de BuurtMoesBinnenTuin is weliswaar opgezet door Cascoland, maar wordt nu beheerd door bewoners rond de binnentuin. Vroeger was het een kijktuin, waarvoor de bewoners een onderhoudsbijdrage moesten betalen. Nu kunnen bewoners er zelf tuinieren en betalen ze minder servicekosten.> www.cascoland.nl> [email protected]

Franka Kanters, coördinator Leefbare Wijken, Ymere “Het gaat ons om de combinatie van ziel en zakelijkheid bij investeringen in leefbaarheid. Over perspectief voor bewoners in prettige wijken en over het bedrijfseconomische belang, de waarde van ons bezit.”

Page 18: van wie is de buurt?

een klein deel van de wijk. Veel mensen in die wijk zijn juist goed met hun handen, en beheersen de Nederlandse taal maar matig. Met de kunstprojecten wilden we die mensen bereiken.” Doel was ook om ervoor te zorgen dat mensen zich ondanks de verbouwingen verbonden bleven voelen met hun wijk. “Als een uitvloeisel van het buurtheldenproject hebben we een aantal portretten in de gemeenschappelijke hallen van nieuwbouw gehangen. Mensen komen uit portiekwoningen, nu delen ze de entree met veel meer mensen. Een aantal gezinnen maakte er een zootje van. Door die portretten proberen we het gezelliger te maken en de bewoners te laten voelen: dit is geen anonieme ruimte, dit is van ons allemaal.”

KRINGLOOPWERKPLAATSEen ander project van Bosch was de kringloopwerkplaats. “Bewoners die verhuisden lieten meubels achter op straat, studenten kwamen als tijdelijke bewoners in de sloopwoningen. De gedachte was om oude en nieuwe bewoners elkaar te laten ontmoeten in de werkplaats.” De start was moeizaam. Het ambitieniveau van het pro-ject bleek te hoog, analyseert Ridderbos nu. Voor meer-dere bewoners bleek het lastig om een beeld te vormen van hoe zij hun meubels konden pimpen. Een bewoner wou bijvoorbeeld een lamp maken, maar wist niet hoe ze moest beginnen.

“Later hebben we het format bijgesteld naar iets simpe-lers, bijvoorbeeld geef je stoel een nieuwe kleur. Dat sloeg wat beter aan.” Uiteindelijk kwamen er zo’n vijftig buurt-bewoners. Maar tot echte ontmoeting leidde het niet. “De meeste aandacht ging naar de meubels, waardoor er minder ruimte was voor ontmoeting dan vooraf gedacht. Bij een eerder project waarbij bewoners samen tegels schilderen voor een bloementuin, werkte dit beter. Met buren om de tafel, in twee uur twee tegeltjes schilderen. Eén voor jezelf en één voor de buurt. Dat was een groot succes.”

LICHTJESTijdens de naaiochtend aan het Columbusplein wordt er door de dames van alles besproken. Buurtroddels, maar ook gezondheidsissues, huiselijke kwesties. Na deze zo-mer is het kussenproject na een jaar eigenlijk afgelopen. Lieverdink ontwerpt de kussens, zoekt de materialen bij elkaar, de buurtdames zetten ze in elkaar. Van elk verkocht kussen, allemaal uniek, krijgt de naaister vijf euro. Van de rest van het geld wordt belasting betaald en nieuw materiaal gekocht. “Ik probeer te stimuleren dat de dames het project na de zomer zelf overnemen, dat zou het mooist zijn. Ik zeg nu al vaak: ‘Vraag maar aan Saïda.’” Saïda is de mondigste en meest ervaren van het stel. Die liep ooit in haar eentje naar binnen. Eigenlijk zou ze met buurtgenoot Ikram komen, maar die kwam niet opdagen. Die kwam pas mee toen Saïda de boel verkend had.

Vrouwen de eerste keer de drempel over krijgen, dat is het lastigst. Daarna blijven ze wel komen. Maar de textielwerkplaats werkt niet alleen voor de mensen die binnenkomen. “Ik hoor van mensen uit de buurt dat ze vroeger meestal langs de andere kant van het plein liepen, maar nu liever langs deze kant. Wij hebben lichtjes aan, er is iets te zien. Het voelt veiliger.”

CONTACT

> smockwerk.wordpress.com> [email protected]

18 KUNST IN DE WIJK

“Iedereen aanspreken die langsloopt, dat werkt”

Kussen genaaid door bewoners bij Smockwerk op het Columbusplein in de Baarsjes.

Een bewoner versiert een tegel die uiteindelijk in de bloementuin in de Staalmanpleinbuurt komt te liggen.

Bewoners pimpen hun tafel in de Kringloopwerkplaats.

Page 19: van wie is de buurt?

Veel geld zit er nog niet in het Fonds voor Oost, dat net is opgericht. “Ruim tienduizend euro,” zegt Monique van Bijsterveld. Om het fonds te ontwikkelen gaven Ymere, een aantal bedrijven en vermogensfondsen geld. “Het zou mooi zijn als er over vijf jaar één miljoen in zit.”

Van Bijsterveld is mede-oprichter van het fonds en is directeur van Scripta. Met dat bedrijf kreeg ze vorig jaar de opdracht om meerdere lokale fondsen in Nederland te starten. “Dat komt weer voort uit een convenant tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en SBF (Samen-werkende Brancheorganisaties Filantropie). De overheid ziet het belang van subsidiemogelijkheden voor burger-initiatieven en lokale projecten, en de vermogensfondsen kunnen soms hun geld niet kwijt aan de juiste projecten en zijn soms onbereikbaar voor kleinschalige initiatieven.”

WIJKFINANCIERING 19

CONTACT

> www.fondsvooroost.nl> www.lokalefondsen.nl

WISE-METHODE In Plan van Gool, in Amsterdam-Noord, is Aura de Klyn bezig om een Wijkgestuurd Investeringsmodel te ontwik-kelen voor Sociale en Economische ontwikkeling, kortweg WISE. Met het model moeten buurten hun eigen gedegen financiële constructie kunnen creëren voor de bottom-up beweging van bewonersinitiatieven, buurtbedrijven en wijkcoöperaties. Via het model kunnen alle stakeholders als gelijkwaardige partners toewerken naar een bank-rekening van de wijk. Experts en bewoners komen deze maanden regelmatig samen om te zoeken naar de beste vorm voor zo’n wijkfonds. De ontwikkelingen en twijfels zijn te volgen op de website.

Uitgangspunt van WISE is dat het proces om tot het fonds te komen even belangrijk is als het eindproduct. “Door via co-creatie te werken ontstaat er niet alleen eigenaarschap, maar worden de kennis en ervaring van de wijk ingezet om het best passende product te ontwik-kelen,” aldus De Klyn. “Elke wijk is uniek en dus zal elk eindproduct uniek zijn.” > www.wisenederland.com

Het Prins Bernhard Cultuurfonds, het AFK en Van Bijster-veld onderzochten, in opdracht van voormalig wethouder Carolien Gehrels, hoe Amsterdam een goed doel zou kun-nen worden. Zouden Amsterdammers ook aan Amsterdam kunnen schenken en nalaten? “Driehonderdmiljoen euro wordt er jaarlijks aan goede doelen nagelaten,” zegt Van Bijsterveld. “Waarom zou iemand na zijn dood niet iets geven aan de buurt waar hij vijftig jaar prettig heeft gewoond?”

GEEN ‘NEE’ VERKOPENHet Fonds voor Oost is voor en van de buurt. Projecten ko-men in aanmerking als ze bijdragen aan een prettige buurt, of zorgen voor meer sociale samenhang of participatie. Dat kan een kinderorkest zijn, een moestuin of een voor-leesmiddag. “Beoordeling van aanvragen gebeurt niet alleen door een bestuur, maar ook tijdens een matching event”, zegt Van Bijsterveld. “Het is spannend, in juni hebben we het eerste event. We willen niemand ‘nee’ verkopen.” Als we geen geld geven, willen we de initiatief-nemers in contact brengen met mensen die hen wel verder kunnen helpen, of hen leren hoe ze op een andere manier aan geld kunnen komen.” Het fonds moet laagdrempelig zijn, zonder moeilijke formulieren en met snelle terug-koppeling. In de toekomst kan binnen het fonds ook per project geld geworven worden. “Daarom moet een buurt-fonds ook voor een flink gebied zijn, 25.000 tot 50.000 inwoners,” zegt Van Bijsterveld. “Anders klop je steeds bij dezelfde mensen aan voor een donatie.”

Elke buurt een eigen fondsDe oplossing voor de afnemende subsidiestromen lijkt een Fonds voor de Buurt. Met bewoners aan het roer. Maar wie stopt er een paar ton in?

AMSTERDAMSE SPIN-OFF De gemeente Amsterdam wil ook beter samenwerken met de vermogensfondsen. In maart sloten burgemeester Eberhard van der Laan en toenmalig wethouder Eric van der Burg een convenant met het landelijk fondsenoverleg. De corporaties zijn betrokken in de gesprekken. In de doelen en ambities staat onder meer dat er oog moet zijn voor belemmerende regelgeving, verduurzaming en betere afstemming tussen partijen.

CROWDFUNDING VOOR JE BUURT Voor je Buurt is een crowdfunding en -sourcingplatform voor buurtinitiatieven, geïnitieerd door Netwerk Democra-tie en Kennisland. Burgers, overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven werken samen om initiatieven van burgers te realiseren en verduurzamen. Bewoners, maar ook bedrijven, kunnen op het platform geld doneren, of tijd, ruimte en materiaal ter beschikking stellen.> www.voorjebuurt.nl

Page 20: van wie is de buurt?