VERDEELDHEID ONDER CHRISTENEN 1

VERDEELDHEID ONDER CHRISTENEN

De plaats waar we allen zouden moeten naar toe gaan!

De terugkeer van de verloren zoon, door Pompeo Batoni

Guido Biebaut

24 / 10 / 2011 Alle rechten voorbehouden

VERDEELDHEID ONDER CHRISTENEN 2 Oud-president Jimmy Carter sprak in de Wake Forest University in Winston-Salem, North Carolina over geloof in Jezus Christus. Hij zei dat dit geloof genoeg zou moeten zijn om de eenheid onder christenen te bewaren. De oud president zei dat verdeeldheid onder christenen werkt als “een kankercel in het lichaam van Christus.” Dat was in april 2009 en in zijn overdenking zegt hij ook nog: “Wij zijn gered door de genade van God, ons geloof in Jezus Christus. Ik geloof dat dit voor christenen in principe voldoende is.” Ondanks de mooie woorden is het er niet beter op geworden.

We moeten ons enkele dingen afvragen: Is het de bedoeling dat christenen verdeeld zijn in zoveel kerken en groepen? En kunnen jij en ik ook iets aan die verdeeldheid doen?

Hoe was het in de eerste christelijke gemeenten?

Jezus, heeft voor de eenheid onder gebeden en dat ze zou bewaard worden. Vlak voor zijn sterven bidt Jezus: “Heilige Vader, bewaar hen in uw naam, welke Gij Mij gegeven hebt, dat zij één zijn zoals Wij.” Johannes 17:11. De Here Jezus predikte tegen al die mensen hetzelfde: kom achter Mij aan. En de voorwaarde voor een leven als discipel heeft Hij als volgt uitgelegd: “Toen zei Jezus tegen zijn leerlingen: ‘Wie achter mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en mij volgen.” - Mattheus 16: 24. Ook toen was er al gevaar voor verdeeldheid, bijvoorbeeld door de vraag die onder hen opkwam, wie van hen nou toch wel de belangrijkste was in het koninkrijk. Er staat in Mattheus 20: “Daarop kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs met haar zonen naar hem toe. Ze viel voor hem neer om hem een gunst te vragen. 21 Hij vroeg haar: ‘Wat wilt u?’ Ze antwoordde: ‘Beloof me dat deze twee zonen van mij in uw koninkrijk naast u mogen zitten, de een rechts van u en de ander links.’” Maar dat werd toen opgelost met de antwoorden die Jezus gaf. Later hebben mannen als Petrus en Paulus gestreden en gebeden voor eenheid onder de eerste christenen. Zij vermaanden tot eenheid en tot onderlinge liefde. Aan de Corinthiërs schrijft Paulus bijvoorbeeld: “Broeders en zusters, in de naam van onze Heer Jezus Christus roep ik u op om allen eensgezind te zijn, om scheuringen te vermijden, om in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn.” 1 Corinthiërs 1:10. Aan de gemeente in Epheze legt Paulus uit dat christenen samen als één lichaam zijn. Jezus Christus, is het hoofd en ieder lid wil graag doen wat Hij zegt. En daardoor worden al die broeders en zusters een goed sluitend geheel, vast aaneengesloten, in liefde onderling aan elkaar en aan het Hoofd verbonden. Hoe ging het kort daarna met de eenheid? Die ging al verloren in de dagen van de apostelen zelf. De meeste christenen hebben zich bij die verdeeldheid neergelegd en hopen misschien dat later in de hemel al die verschillende kerken opeens wel samen één zullen zijn. Maar ondertussen niets doen is geen oplossing voor wat er nu aan de gang is!

VERDEELDHEID ONDER CHRISTENEN 3 Nu is bijna iedereen zo langzamerhand aan al die verdeeldheid gewend geraakt. Er worden zo nu en dan interkerkelijke bijeenkomsten gehouden, maar na afloop daarvan gaat iedereen weer naar huis: naar zijn eigen kerk of gemeente. De meeste christenen hebben zich bij al die verdeeldheid neergelegd. Men gelooft dan helemaal niet meer dat er hier op aarde tussen werkelijke discipelen een einde kan komen aan alle onenigheid en partijschap en verdeeldheid. De oorzaak van alle verdeeldheid is immers de zonde in al zijn verscheidenheid en vormen.

Kunnen jij en ik iets aan die verdeeldheid onder christenen doen?

Is onder discipelen ook in deze tijd een ware eenheid mogelijk?

Ja, met de drie belangrijke redenen die de Bijbel aangeeft in het licht van de vervulling.

Drie aspecten van de eenheid van de gelovigen zijn de ware grondslag van eenheid. A. de eenheid van het lichaam van Christus. Dat is de eenheid van een organisme, niet die van een organisatie, want een lichaam is een organisme. Over de gemeente als lichaam is sprake in de volgende Schriftplaatsen: Rom12:4-8 “4 Want, gelijk wij in één lichaam vele leden hebben, en de leden niet alle dezelfde werkzaamheden hebben, 5 zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden ten opzichte van elkander. 6 Wij hebben nu gaven, onderscheiden naar de genade, die ons gegeven is: 7 profetie, naar gelang van ons geloof; wie dient, in het dienen; wie onderwijst, in het onderwijzen; 8 wie vermaant, in het vermanen; wie mededeelt, in eenvoud; wie leiding geeft, in ijver; wie barmhartigheid bewijst, in blijmoedigheid.” (Ook nog hetzelfde in: 1 Cor.10:17 / 12:4-31 / Eph.1:23 / 2:16 / 4:4-16 / 5:23-30.) In deze Schriftplaatsen worden drie kenmerken van het lichaam beschreven: 1° het lichaam heeft: een hoofd = JEZUS en niemand anders 2° het heeft vele leden 3° die vormen samen het ene lichaam.

Deze eenheid wordt in praktische zin beleefd als de gelovigen: - vasthouden aan het hoofd en zich niet laten leiden door iets of iemand anders - elkaar als leden dienen met de gaven die ze hebben, zie 1Cor.12 en 14 / Rom.12:4-8 - als men medechristenen als leden van het lichaam erkent en men geen kerkmuren of onzichtbare sektewanden opwerpt.

B. de eenheid van de kudde schapen. Hierover is sprake in Joh.10:1-18. De kudde is een eenheid omdat de schapen aan de ene Herder toebehoren. De kudde bestaat uit schapen van de Joodse stal en uit schapen uit de volken. Ze zijn een eenheid die zichtbaar word als gelovigen in hun praktisch gedrag in deze wereld de Heer Jezus volgen en prediken. Helaas wordt dit beeld ook verstoord door de verdeeldheid onder christenen. Onder het volgen van een bepaalde leider zijn ze onder het volgen van de Herder weggegaan. Dan gaat men de verschillen meer benadrukken, dan dat wat hen bindt. Het is dus geen ENIGE STAL meer maar elk heeft een eigen stalletje. Met eigen schaapjes die niet van Christus zijn maar van een stichter.

VERDEELDHEID ONDER CHRISTENEN 4 C. de eenheid van de familie van God. De term 'familie van God' wordt niet letterlijk in de Schrift gebruikt maar laat zich afleiden uit de geschriften van Johannes. Hij spreekt in het bijzonder over de gelovigen als 'de kinderen van God' en onderscheidt daarin bijvoorbeeld vaders, jongelingen en kinderen in het geloof (1 Joh.2). Ook het gebruik van de term 'broeders' en 'zusters' heeft daarmee te maken. Het sleutelwoord van 1 Joh.2 is = Liefde “7 Geliefden, ik schrijf u GEEN NIEUW GEBOD, maar een oud gebod, dat gij van den beginne gehad hebt. Dit oude gebod is het woord, dat gij gehoord hebt. 8 Toch schrijf ik u een nieuw gebod, want – wat waarheid is in Hem en in u – de duisternis gaat voorbij en het waarachtige licht schijnt reeds. 9 Wie zegt in het licht te zijn en zijn broeder haat, die is in de duisternis tot nu toe. 10 WIE ZIJN BROEDER LIEFHEEFT, BLIJFT IN HET LICHT en in hem is niets aanstotelijks; 11 maar wie zijn broeder haat, is in de duisternis en wandelt in de duisternis, en hij weet niet waar hij heengaat, want de duisternis heeft zijn ogen verblind.” Dit is de eenheid waarover de Heer Jezus spreekt in Joh.17. Hierbij is niet alleen sprake van de eenheid die de gelovigen met elkaar vormen maar er is meer aan de hand. Zoals de leden van het lichaam of de schapen van de kudde EEN ZIJN, GAAT HET OOK om een eenheid waarin we met de Vader en de Zoon inbegrepen zijn. Dat is onvoorstelbaar, maar waar, omdat God in de gelovige woont. We lezen daarover lezen in Joh.17:21-23: “21 opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt. 22 En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn: 23 Ik in hen en Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt.” De vraag is nu hoe we die eenheid praktisch zichtbaar kunnen laten worden er staat namelijk: “21 opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.” (Joh.17:21). We moeten beseffen dat deze eenheid waarom de Heer Jezus bidt er is of zou MOETEN ZIJN. Het is onaannemelijk dat dit gebed van de Heer niet verhoord zal worden! De verdeeldheid in de Christenheid vertoont zo gezien geen voorbeeld van deze eenheid. Dat is niet te betwisten. Toch stijgt de eenheid van de Familie en trouwens ook die van het Lichaam en van de Kudde boven die verdeeldheid uit. We kunnen ze laten zien door alle ware gelovigen als broeders en zusters te erkennen en ze lief te hebben en dat ook te laten uitkomen waar we ze ook maar in het openbaar ontmoeten. Die eenheid van de familie Gods wordt ook gezien waar de liefde als broeders en zusters praktisch zichtbaar wordt in de ondersteuning die gelovigen elkaar geven.

********