verslag studiereis amsterdam

22
1 maandag 28 november 2011 - dinsdag 29 november 2011 studiereis Vlabra'ccent VERSLAG

Upload: vlabraccent-vzw-eva

Post on 09-Mar-2016

224 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Cultuur- en gemeenschapscentra Vlaams-Brabant 2011 Vlabra'ccent

TRANSCRIPT

Page 1: Verslag Studiereis Amsterdam

1

maandag 28 november 2011 -

dinsdag 29 november 2011

studiereis

Vlabra'ccent

VERSLAG

Page 2: Verslag Studiereis Amsterdam

2

Verslag uitstap Amsterdam 28 en 29 november 2011 1. Bijlmer Parkheater

Het Bijlmer Parktheater huisvest vijf organisaties, namelijk Jeugdtheaterschool Zuidoost, Krater Theater, Circus Elleboog, het Servicepunt AmateurKunst Amsterdam en 5 o’clock class, die vrijwillig de samenwerking aangingen. Het indrukwekkende gebouw bevindt zich in Zuid-Oost Amsterdam, een stadsdeel dat in het verleden met een negatief imago worstelde. De laatste decennia zette het buurtbestuur hard in op de opwaardering. Het Bijlmer Parktheater draagt intussen

het positieve van het stadsdeel uit. Elk van de organisaties heeft haar roots in Zuidoost, waar zo’n 80.000 mensen wonen onder wie een groot percentage allochtoon is. De identiteit van het Bijlmer Parktheater hangt daarom ook zo nauw samen met de buurt. Het stadsdeel is eigenaar van het gebouw, maar het initiatief werd ook mogelijk gemaakt dankzij steun van de Europese Unie. Daarnaast halen ze ook inkomsten uit de verhuur aan partners en externen, maar ook het Prins Bernhardfonds en commerciële spelers uit de bouw- en banksector sprongen bij als sponsors. Voorlopig krijgt het theater echter niets van het Rijk, noch van de stad Amsterdam. In de toekomst komen ze mogelijk wel in aanmerking voor een subsidie binnen het Kunstenplan omdat ze in twee jaar tijd zijn uitgegroeid tot een buurttheater met een grootstedelijke uitstraling. Directrice Ernestine Convalius vertelt dat er acht jaar geleden zelfs geen cultuurbeleid was in het stadsdeel. Er werd enkel ingezet op de harde sectoren. De partnerorganisaties vormen samen een bonte verzameling van circus, dans, theater en cultuureducatie. Ze bieden een podium aan de bevolking en verbinden hen met professionele coaches. Het theater is een bruggenbouwer tussen amateur en professioneel en tussen Zuidoost en andere stadsdelen.

De directrice vertelt dat het theater haar publiek nog volop leert kennen en het een hele uitdaging is om hen te verleiden. De reeds opgebouwde ervaring van de partnerorganisaties vergemakkelijkt het contact met de buurt, maar het blijft een grote denkoefening. Ze merkt dat het contact steeds intenser wordt, toch is er nood aan een ‘makelaar’, iemand die de omwoners warm maakt voor het theater.

Page 3: Verslag Studiereis Amsterdam

3

De afgelopen jaren werd het aantal voorstellingen maar liefst verzesvoudigd (van twintig naar honderd twintig voorstellingen per jaar). Momenteel zijn er 25 medewerkers werkzaam in het theater. Elke organisatie die er haar onderdak vindt, zetelt ook in de programmaraad. Bedoeling is om het programma af te stemmen, een gezamenlijk communicatiebeleid te voeren, maar vooral om elkaar te leren kennen zodat er een hecht samenwerkingsverband is. Het gebouw naar het ontwerp van de Belgische architect Paul de Ruiter oogstte veel lof en ontving uiteindelijk ook de publieksprijs.

Vragenronde Vraag: Wat is het verschil tussen de stad Amsterdam en een stadsdeel ? antwoord: Amsterdam heeft heel wat stadsdelen, die elk een eigen beleid voeren, een Raad en een Stadsdeelvoorzitter hebben. Er gaan de laatste tijd echter meer en meer stemmen op om de stadsdelen af te schaffen. Vraag: Cultuur in dit stadsdeel bestaat toch uit meer dan het Bijlmer Parktheater? Antwoord: Er wordt op allerlei manieren samengewerkt met andere culture spelers uit de nabije omgeving, onder meer met: -Het Centrum voor Beeldende Kunst die projecten organiseren en aan kunstuitleen doen. -de muziekschool. De scholen krijgen eenmaal per jaar de gelegenheid om een concert of toonmoment te houden in het Bijlmer Parktheater. -Het Concertgebouw-Orkest. Vraag: Is de samenwerking eenmalig en op vraag van hen of van jullie? Antwoord: In 2010 werd een pilootsamenwerking aangegaan. Deze samenwerking ligt in de lijn van de brugfunctie die we willen vervullen met “partners uit de stad”. Natuurlijk hebben zij ook belang bij een samenwerking omdat ook zij beseffen dat de bevolking steeds grijzer wordt en ook zij voelen de nood om nieuwe publieken aan te boren.

Page 4: Verslag Studiereis Amsterdam

4

Neske Beks Huidig artistiek leidster van het jeugdtheater van het Bijlmerpark Theater heeft zelf jaren op de planken gestaan en heeft nu haar passie gevonden als regisseur. Kinderen vanaf één jaar kunnen terecht in het jeugdtheater. De perfect ingeburgerde Neske is afkomstig uit Mortsel en studeerde aan de studio Herman Teirlinck. Zo’n vijftien jaar geleden ontmoette ze Ernestine en zelf had ze meteen een goed gevoel bij het stadsdeel Zuidoost. In haar werk vormen vragen als “Waar voel je je thuis?” en “Waar hoor je bij?” een centraal thema. Haar laatste film luistert naar de titel “Eigen Volk”, een persoonlijk verhaal waarin ze op zoek gaat naar de vraag waarom haar Antwerpse vader destijds op het Vlaams Blok stemde. Ze krijgt uiteindelijk geen antwoord op de waarom-vraag die haar kwelde, maar wel andere antwoorden. Het werd een uitzonderlijk gezinsportret belicht vanuit verschillende perspectieven van familieleden. De film is online te bekijken op http://player.omroep.nl/?aflID=12258207

Als Neske terugblikt op haar tijd in Vlaanderen, merkt ze op dat ze vooral getypecast werd als ‘het negerinnetje’. Toen had ze het daar moeilijk mee, nu is ze fier op haar kleurrijke identiteit. In Nederland wordt ze niet langer om haar ‘exotische’ roots geselecteerd.

Meer informatie op:

www. bijlmerparktheater.nl

www.neskebeks.nl/blog/

Een virtuele rondleiding door het

gebouw met architect Paul de Ruiter

vind je op:

http://www.paulderuiter.nl/projects/mo

vies/3_utiliteitsbouw/project/24_bijlme

r_parktheater.html

Page 5: Verslag Studiereis Amsterdam

5

2. Brakke Grond De Brakke Grond brengt Vlaamse cultuur op Nederlandse bodem, een aangeslibd stuk moerassige bodem om precies te zijn. Het voormalig kloostergebouw, waar ooit de theatergroep De Studio en later de Theaterunie hun intrek namen, heeft haar naam behouden. De opening van het cultureel centrum in 1981 was allerminst evident en kende veel tegenkanting vanuit zowel Nederland als Vlaanderen. De exportfunctie van kunst en cultuur was een meerwaarde, maar ook vanuit idealistisch standpunt, culturen dichter bij elkaar te brengen en vredevoller samen te leven na Wereldoorlog II, waren er voorstanders. De bezwaren klonken dat cultuur zich in eerste instantie op het binnenland moest richten met het oog op een cultuurverheffing van het volk. De uitstroom van subsidies kon eveneens op veel kritiek rekenen. Bijkomend werd ook gevreesd dat enkel de officiële, mainstreamcultuur geëxporteerd zou worden.

Op dit moment telt de ploeg van de Brakke Grond vijftien voltijdse medewerkers zowel van Belgische als Nederlandse nationaliteit. Niet enkel het team, ook het bestuur is gemengd. Op jaarbasis brengt de Brakke Grond zo’n 550 activiteiten, waarmee ze ongeveer 45.000 personen bereikt, onder wie een groot deel professionelen die van het aanbod komen proeven om het eventueel zelf te programmeren. Het publiek is ook deels internationaal en op studiedagen en congressen mag het huis een breder publiek uit het hele land verwelkomen. De opdracht van het Vlaamse cultuurcentrum in Amsterdam is niet eenvoudig. Er is al een groot aanbod in de stad en het Vlaamse cultuuraanbod is daarentegen

amper bekend. Dat maakt het moeilijk om een publiek te lokken.

De Brakke Grond bestaat uit een twee podiumzalen, een tentoonstellingsruimte, een onthaal- en tentoonstellingsruimte, een artiestenverblijf, kantoren, een café-restaurant en een tuin. Goed voor 3000 vierkante meter. De expozaal is de wilde droom van elke theatertechnicus omwille van de verstelbare plafondstukken. De bruggen kunnen in alle mogelijke hoogtes gezet worden en de technische mogelijkheden zijn enorm. Rondom de zaal hangen gordijnen die kunnen weggehaald worden zodat de zaal ‘naakt’ is.

Page 6: Verslag Studiereis Amsterdam

6

De zaal wordt niet enkel voor puur artistieke projecten en stukken ingezet, maar ook breder cultureel. Zo was er vorig jaar een project rond de Vlaamse en Nederlandse wielercultuur met schrijvers, filmpjes, het bandje van Karl Vannieuwkerke, een quiz en een wielerkoers. De rode zaal doet spontaan denken aan de AB. In het huis passeren dagelijks zo’n duizend personen. Wat voormalig directrice Leen Laconte altijd wilde vermijden is het aquariumeffect, Nederlanders die komen kijken naar een school exotische vissen uit Vlaanderen achter glas. De Brakke Grond is voorstander van

onderlinge uitwisseling en dynamiek. Laconte legde mee de fundamenten van de Brakke Grond, ze was de eerste stichtingsdirecteur die geen ambtenaar is, maar ondertussen is Piet Menu directeur van het huis.

Vragenronde Vraag: Wat was dit gebouw vroeger? Antwoord: Het gebouw heeft een geschiedenis van verscheidene eeuwen. Het is ooit een klooster geweest, later werd er tabak verhandeld en tijdens de Tweede Wereldoorlog was dit een schuilplaats voor Joden. Het is zelfs een tijdje een boordeel geweest tot het in de jaren ’80 door de Vlaamse overheid werd verbouwd. De naam ‘Brakke Grond’ bestond al. Het gebouw staat op twee zandbanken die uit elkaar drijven en dat zie je aan scheurtjes hier en daar.

Vraag: Heb je het gevoel dat je De Brakke Grond op de kaart hebt kunnen zetten in Amsterdam en Nederland? Antwoord: Er is een grote discrepantie tussen hoe het huis in Nederland wordt gezien en hoe België ertegen aankijkt. In Nederland wordt het gevolgd als een eerder klein huis dat kwaliteit brengt. Het is hier bekend om zijn hoogstaande kwaliteit. In Vlaanderen is de perceptie heel lang negatief gebleven met veel kritiek omtrent de programmering. De communicatie met Vlaanderen is complex. Bovendien zijn er niet voldoende budgetten om in Vlaanderen te communiceren.

Vraag: Welk publiek spreekt de Brakke Grond gewoonlijk aan? Antwoord: Het is moeilijk om daar een antwoord op te geven want hoe definieer je publieksgroepen? We programmeren zodanig dat jongeren aangetrokken worden tot beeldende kunst en we zijn daarin geslaagd. Voor dans hebben we bijvoorbeeld een jong publiek. Ons publiek zijn kunstliefhebbers, een niet-kunstliefhebbber komt hier niet makkelijk binnen.

Vraag: Hoe slagen jullie erin om Vlaamse kunst te programmeren vanuit Nederland? Antwoord: We hebben twee sterke programmatoren die een zeer goed netwerk hebben in België.

Meer informatie op:

www.brakkegrond.nl

www.vscd.nl

Page 7: Verslag Studiereis Amsterdam

7

3. VSCD Hans Onno van den Berg, voormalig directeur van de Vereniging van Schouwburg en Concertgebouwdirecties, gaf ons een inkijk in de Nederlandse wereld van de cultuurcentra. Hoeveel zijn er? Werken zij op dezelfde manier? Wat is het effect van de enorme besparingsslag van de Nederlandse overheid? De bouwdrift in de cultuursector in Nederland is groot. Er zijn veel nieuwe, grootse bouwprojecten, zelfs in steden van minder dan 20.000 inwoners. Van den Berg maakt een onderscheid tussen dorpshuizen (zo’n 1300 tot 1500) vergelijkbaar met onze parochiezalen die verschillende gemeenschapsfuncties bundelen, de buurt- en wijkcentra (600 tot 700) in de grotere steden die ook een brede opdracht hebben, maar soms ook specifiek inzetten op migratie en emancipatie van de lokale bevolking en gefinancierd worden door de gemeenten en de deelraden, de communitytheaters die als eerste taak hebben om het sociaal weefsel te versterken en tot slot de podia waaronder schouwburgen en concertgebouwen vallen. De 150 podia in Nederland bestaan telkens uit twee tot vijf zalen en daarnaast vind je bij onze noorderburen ook tachtig poppodia. Deze podia verenigen zich in de VSCD op voorwaarde dat hun hoofddoelstelling het programmeren van podiumkunsten is. De podia hebben een capaciteit van 600 tot 2200 zitplaatsen en brengen 150 tot 400 voorstellingen per jaar. Centra met een andere prioriteit, bijvoorbeeld kunsteducatie, zijn dus niet meegerekend. Van zulke kunsteducatieve centra tellen we er nog eens 150. Evenmin behoren centra voor beeldende kunst en festivals tot deze podia. Van den Berg geeft mee dat er in Nederland al geruime tijd een festivalitis woekert waardoor het aantal festivals enorm is toegenomen en vele projecten onder de sluier ‘festival’ nu veel bezoekers lokken. De afgelopen jaren is het aantal festivals toegenomen van vijftig naar driehonderd vijftig festivals per jaar. In Nederland is er een historisch onderscheid gegroeid tussen het sociaal-artistieke of sociaal-culturele werk enerzijds en de kunsten anderzijds. In de jaren ’60 en ’70 ontstond deze kloof tussen cultureel welzijnswerk en de kunsten. De kunsten floreerde, maar het sociaal-artistieke luik werd uit het kunstenbeleid weggezuiverd en kwam er gedurende twintig jaar niet in aan bod. Dit is een van de grote verschillen tussen ons land en Nederland. Een ander opmerkelijk verschil is dat slechts 20% van het aanbod door het Rijk gesubsidieerd wordt. De Nederlandse culturele sector doet veel meer een beroep op commerciële bronnen (verhuur, sponsoring, horeca) en ticketverkoop. De provincies spelen evenmin een grote rol als subsidiënt. Dit wil echter niet zeggen dat de vooropgestelde besparingen van de Nederlandse regering geen grote impact op het cultuurlandschap zullen hebben. Zo worden er vier van de twaalf orkesten geschrapt, evenals vier van de twaalf toneelgezelschappen. De bezuinigingen en de stijging van BTW van 6% naar 19% leiden tot een verlies van publiek van maar liefst 15%, wat in twee jaar zelfs kan oplopen tot 20%. Minder publiek is voor de hele sector nefast, maar laat zich vooral voelen in een afgenomen verkoop van dure kaartjes voor grote evenementen en shows.

Page 8: Verslag Studiereis Amsterdam

8

Van den Berg geeft toe dat niet iedereen tegen de bezuinigingen is, maar wel tegen de omvang. Er wordt maar liefst 200 miljoen bezuinigd door het Rijk en de gemeenten gaan op hun beurt vijftig tot honderd miljoen besparen. De sector heeft zelf de richting van de bezuinigingen bepaald, maar had nooit verwacht dat het om zulke immense cijfers zou gaan. De overheid legt enkel vast hoeveel gezelschappen, orkesten, etc. geschrapt moeten worden, de zware taak om te bepalen welke groepen/organisaties niet overleven, ligt bij de sector zelf. In de toekomt zal de sector moeten trachten om publiek terug te winnen. De financiering van het Rijk gebeurt voortaan ook op basis van nieuwe criteria zoals ondernemerschap, publieksbereik en variëteit. Dat de Nederlandse podia sneller de commerciële kaart trekken wekt verbazing. Volgens van den Berg slaat vooral de podiumcadeaukaart erg aan. Deze wordt niet door het Rijk gesubsidieerd, maar genereert een winst van 1 miljoen euro. Deze kaart bereikt zo’n 400.000 mensen van wie de helft nog nooit geparticipeerd heeft aan podiumkunsten.

Een ander verschil met ons buurland is dat de culturele sector er 60% van de bevolking bereikt. Dat cijfer komt uit een onderzoek bij Nederlanders van twaalf jaar en ouder. Er werd gepeild naar alles wat de persoon interesseert waarbij een zeer breed begrip van cultuur gehanteerd wordt.

Vragenronde Vraag: Nederland heeft grote kuis gehouden en u lijkt te zeggen dat het geen slecht gegeven is? Antwoord: De omvang van de besparing is van die mate dat er dingen wegvallen die straks niet meer te herstellen zijn en dat is niet goed. Maar de algemene tendens om te beperken wordt positief onthaald.

Vraag: Doorheen uw verhaal bent u heel commercieel. Als jeugdtheater het moet opnemen tegen K3 dan gaat er veel wegvallen, niet? Antwoord: Neen, wat er verdiend wordt aan K3, wordt besteed aan minder commerciële culturele initiatieven. Dit is niet nieuw in Nederland, het is al jaren zo.

Opmerking: De bezuinigingen van Nederland werden met afgrijzen onthaald in België want we vrezen voor de gevolgen in ons land. Antwoord: In Nederland vindt 70% van de bevolking al jaren dat aan kunst en cultuur te veel geld wordt uitgegeven en nu wordt dat gevoel gevolgd door het beleid. We hebben twee publicaties uitgegeven die politici zouden moeten overtuigen van de waarde en kracht van kunst en cultuur. We hebben zelfs een beroep gedaan op een overtuigend onderzoek, maar blijkbaar is het niet volledig doorgedrongen. De presentatie van Hans Onno van den Berg vind je op: http://issuu.com/sannevanautgaerden/docs/vcc_presentatie

Page 9: Verslag Studiereis Amsterdam

9

4. De Stadsschouwburg Tien jaar geleden werd een plan ontwikkeld waarin stond dat het burgerlijk gebouw zou worden ontsloten, er zou worden overgeschakeld op een privaatrechterlijke dienst en er een tweede zaal zou komen. Tweeënhalf jaar geleden werd deze theaterzaal geopend. De renovatie hield een volledige restyling van de inkomhal tot het café-restaurant in, maar met oog voor het authentieke monument ‘stadsschouwburg’. De eerste zaal telt ‘slechts’ 750 stoelen en daarom werd een tweede zaal gebouwd op het het dak. De tweede zaal, ook wel Rabozaal of de zwarte doos genoemd, is multifunctioneel en heeft een capaciteit van 1500 mensen. De zaal slaat een brug tussen de Stadsschouwburg en de Melkweg. Ook letterlijk want de theaterzaal verbindt de historische schouwburg met de Melkweg. Met 500 zitjes is het een erg grote zaal. De blikvanger is de glazen achterwand die een uitzicht biedt op de toneeltoren van de schouwburg. De Rabozaal is ontworpen ‘op maat’ van Toneelgroep Amsterdam, het huisgezelschap van de schouwburg. Daarnaast programmeert de schouwburg er andere toneel- en dansvoorstellingen en de Melkweg verzorgt er concerten. Stadsschouwburg en Melkweg zijn tegelijkertijd in te zetten voor festivals en andere evenementen. De zalen zijn slechts drie weken per jaar gesloten voor technisch onderhoud

Vroeger gingen de deuren een halfuur voor de voorstelling open en was een kwartier na afloop het gebouw leeg en afgesloten. Bij de verbouwing werd er gekozen op de hele dag open te zijn. Je kan er nu ook drinken, eten, internetten. Het café-restaurant is geopend tot 1u ’s nachts en ook toegankelijk voor mensen die niet naar een voorstelling gaan. Er is bewust voor gekozen op de toegang naar de tweede zaal en naar de oude zaal via de

hoofdingang te organiseren. De kassa werd verplaatst naar de zijkant. Deze verandering bracht echter wel een nadeel met zich mee. Als er veel volk tezelfdertijd toekomt, moet er tot buiten worden aangeschoven. Hierop waren er in het begin negatieve reacties, die nu zijn weggeëbd.

Page 10: Verslag Studiereis Amsterdam

10

Mede dankzij de vernieuwde programmering is het publiek tussen de 20 en 40 jaar verdubbeld. De keuken bevindt zich waar vroeger de ticketshop en de 'last minute'-verkoop waren. De functie is overeind gebleven maar verschoven naar een kleiner kantoor. Het balkon was vroeger afgesloten, de toegang was enkel mogelijk na tal van controles. Na een

aantal veiligheidsaanpassingen, is het balkon nu opengesteld. De stadsschouwburg programmeert zowel nationale als internationale gezelschappen. Het ticketsysteem is zo dat de ticketprijs stijgt naarmate de voorstelling nadert, op basis van veelverkoop is er een dagelijkse evaluatie en bijsturing. Ze bereiken een bezetting van 77% voor wat moeilijk theater kan genoemd worden. Er is een prijsverschil voor jongeren aangezien zij de servicekost voor de aanmaak va het ticket, zijnde €2,5, niet betalen. De schouwburg doet niet aan koppelverkoop en moedigt evenmin de verkoop van abonnementen aan. Het aantal abonnees is dus ook beperkt.

De schouwburg schafte anderhalf jaar geleden het systeem van ‘seizoenen’ af en werkt nu met een driemaandelijkse publicatie of journaal waar ook actuele voorstelling aan toegevoegd kunnen worden. Zo kan er korter op de bal gespeeld worden, het programma kan nog aangepast worden. Deze nieuwe werkwijze heeft geen invloed op de publieksaantallen. Bron foto’s: internet

Vragenronde Vraag: Op basis van welke criteria selecteert de schouwburg gezelschappen? Antwoord: De directeur selecteert en vermits de schouwburg geprivatiseerd is, is er geen overheid die hem controleert.

Vraag: Hoe is de betrokkenheid tussen jullie huisgezelschap en het publiek ? Antwoord: Er is het project genaamd ‘Theater Kraken’ voor scholieren van tien jaar en jonger. Ze komen niet naar een voorstelling, maar doen een zoektocht door het gebouw. We hebben de ambitie alle Amsterdammertjes kennis te laten maken met de schouwburg. Daarnaast bestaat er ook een samenwerkingsproject voor 14 tot 18-jarigen. Ze kunnen een opleiding volgen, krijgen de kans om hun talent te tonen en op te treden en een voorstelling bij te wonen met een originele inleiding en een nagesprek. Tot slot is er ook het project ‘Expanding Theater” waarbij de focus niet zozeer ligt op theater, maar wel op het maatschappelijk gebeuren, bijvoorbeeld de verkiezing van de ‘Amsterdammer van het jaar’ en het ‘Sinterklaas evenement’. De bedoeling is om op die manier aan publieksverbreding te doen.

Meer informatie

op

www.ssba.nl

Page 11: Verslag Studiereis Amsterdam

11

5. De Melkweg De Melkweg was oorspronkelijk een pakhuis voor de suikerraffinaderij. Het voormalige pakhuis bestaat uit een theaterzaal in het middendeel van het gebouw, een bioscoopzaal onder het dak, een mediaroom, een galerie, een kleine en grote concertzaal en de Rabozaal. De theaterzaal heeft een capaciteit van 80 tot 120 personen en wordt voornamelijk gebruikt voor hedendaagse dans of bewegingstheater en is voorzien van een projectiewand voor het filmfestival. De bioscoopzaal telt 90 stoelen. De mediaroom voor nieuwe media beschikt over video- en interactieve installaties. De galerie heeft een ingang aan de straatkant zodat je er ook terecht kan op zondag als de andere delen van de Melkweg gesloten zijn. Er wordt gefocust op ecologie door middel van portretten en documentaires. Het eethuis is gelinkt aan de galerie en is vanaf 21u gesloten omdat de bezoekers anders gratis naar de voorstellingen zouden kunnen. In de kleine concertzaal kunnen maximaal 700 personen binnen, een uitgebreide capaciteit dankzij het gebruik van onder meer het balkon en de halruimte.

De grote concertzaal kwam er in 1995 en was voordien opslagruimte voor het nationaal ballet. In 2007 werd de zaal uitgebreid omwille van de aanleg van de Rabozaal die gedeeltelijk op de grote concertzaal gebouwd werd. Er kan gelijktijdig in beide zalen geprogrammeerd worden omdat mogelijke lekjes die geluid doorlieten zijn vermeden tijdens de constructie. De Rabozaal heeft een stage van veertig meter diep en negentig meter breed en wordt vooral gebruikt voor theater. Een scherm kan neergelaten worden om een black box te creëren. De achterwand is volledig in glas en biedt een zich op de schouwburg, ook deze wand kan met doeken bedekt worden. De eerste drie rijen kunnen weggenomen worden om zo de capaciteit van de zaal te verhogen.

Bron foto: internet

Meer informatie op

www.melkweg.nl

Page 12: Verslag Studiereis Amsterdam

12

6. De Krakeling In 1978 werd de Krakeling opgericht door mevrouw Hans Snoeck. Het prachtige pand dat vroeger een turnzaal was, kwam vrij. Houten vloer, turnbanken en balkons bleven behouden. De fietsenstalling werd omgebouwd tot kassa- en onthaal, de turnzaal werd opgedeeld in twee zalen (foyer en theaterzaal). De Krakeling programmeert driehonderd voorstellingen per jaar en biedt voor elke voorstelling vier uur educatie aan op school. Een greep uit het aanbod; theatergroepen Max, Het Filiaal, Laagland en hun huisgezelschap De Toneelmakerij (goed voor dertig tot veertig voorstellingen per jaar). Educatie was er aanvankelijk gericht op opvoeding en georganiseerd vanuit een volkverheffingsideaal. Later werd de kunst als doel op zich beschouwd en niet enkel als middel.

De Krakeling is een drukbezocht theater met vrije voorstellingen in het weekend en schoolvoorstellingen door de week, samen acht maal per week. Met de vrije voorstellingen bereikt het huis 85% Amsterdammers en 15% uit de rand van de stad. Er werken vijftien vaste medewerkers, plus losse medewerkers. De Krakeling werkt bewust niet met vrijwilligers, enkel professionals en studenten die allemaal op voorhand een cursus krijgen. De reden die Kees Blijleven daarvoor aanhaalt is dat ze zich duidelijk willen profileren als een professioneel theaterhuis. De leerlingen krijgen drie voorbereidende lesuren en één uur nabeschouwing na de voorstelling. Om dat te kunnen realiseren, heeft De Krakeling twaalf omkaderingsdocenten in dienst. De Krakeling bereikt 45 scholen in Amsterdam. Er is zelfs een wachtlijst omdat niet elke school elk jaar aan bod kan komen. Scholen kunnen wel om de twee jaar op bezoek komen, waardoor elk Amsterdams kind zo’n 3 tot 4 keer in contact komt met de Krakeling in zijn/haar schoolcarrière. De onderwijsinstelling betaalt vier euro per leerling, voorstelling en omkadering inbegrepen. De Krakeling kan deze combi zo goedkoop aanbieden dankzij de subsidie van de stad Amsterdam (1 miljoen euro). Voor de omkadering komen de docenten samen met de regisseur. De regisseur verklaart zijn denkpistes en motieven en aan de hand van die uitleg stellen de docenten de lesuren samen. De kinderen krijgen les over hoe je je dient te gedragen in theater en over de inhoud van het stuk. Soms worden er bijkomende workshops georganiseerd in de foyer of is er een nagesprek met de regisseur. Blijleven stelt dat ze proberen een beleving aan te bieden, niet enkel een voorstelling.

Page 13: Verslag Studiereis Amsterdam

13

Voor de promotionele campagnes kan de organisatie terugvallen op sponsoring en kostprijsvermindering van onder meer de fotograaf en de vormgevers. Om de twee jaar lanceren ze een imagocampagne, incl. stickers, flyers, een programmabrochures in de vorm van een kalender, posters, enz. Kees Blijleven beaamt dat de Krakeling ook een groot aantal Vlaamse

gezelschappen programmeert, zoals fABULEUS, Het Paleis, FroeFroe e.a. Hij vindt ze over het algemeen wel duur en omdat het betrekken van de regisseur bij de omkadering moeilijk is, worden deze voorstellingen enkel als vrije voorstelling in het weekend geplaatst. Daarnaast organiseren ze het tweejaarlijks Goesting-festival in samenwerking met de Brakke Grond en de Gentse Kopergietery waarvoor telkens een Vlaamse curator wordt aangeduid. De jeugd van beide jeugdtheaters gaan bij elkaar een bezoekje brengen. Als belangrijk verschilpunt tussen Nederland en Vlaanderen stipt Blijleven aan dat in het Vlaamse jongerentheater er meer gefocust wordt op het artistiek eindproduct terwijl Nederland meer inzet op het proces. Hij geeft zelfs toe dat de artistieke kwaliteit van de Vlaamse jongerenproducties een bepaalde mate van jaloezie opwekt.

Meer informatie op

www.krakeling.nl

Page 14: Verslag Studiereis Amsterdam

14

7. Van Gogh museum Het Van Gogh-museum krijg jaarlijks 1,5 miljoen bezoekers van over de hele wereld over de vloer, tel daar nog eens de online bezoekers en het bereikte publiek via smartphone

applicaties en publicaties bij en je komt aan duizelingwekkende cijfers. Het museum trekt een zeer breed publiek aan, van professionele kunsthistorici tot de toerist die de must-sees in Amsterdam afloopt maar absoluut geen voorkennis heeft. In de eerste plaats is het de bedoeling om de impact en inspiratie van Van Gogh te tonen. De doelgroep waarop de dienst educatie zich richt is ook erg breed, van leerlingen in het onderwijs, over jongvolwassenen tot Nederlandse gezinnen. De jonge Nederlanders zijn een moeilijk te bereiken publiek en daar zet het museum dus extra op in. Ook de gezinnen uit eigen land zijn moeilijk te bekoren omdat ze het Van Gogh-museum zien als een toeristische attractie met steeds lange rijen. Ook hier wil men niet enkel aanleren, maar ook laten beleven. Interactie staat dus centraal.

Marthe de Vet van de dienst educatie legt het kleuterprogramma uit. Een pop van Camille (Roulin), die geschilderd werd door Van Gogh als kind, ontvangt de kinderen en vind je ook terug in een groot voorleesboek. Hij loodst de kinderen door het leven van Van Gogh en het museum. De scholen krijgen ook steeds een voorleesmap en een docentenhandleiding. Educatie gebeurt telkens op drie domeinen; in het museum, op school en outreachend. Zo werd voor de jongvolwassenen een applicatie voor I-pads ontworpen, wat een immens succes bleek. De applicatie werd maar liefst 150.000 keer gedownload. Er is een duidelijk publiek voor het multimediaal aanbod en bovendien overwint het museum op deze manier de taalhindernis en kan het meer context aanbieden.

Meer informatie op

www.vangoghmuseum.nl

Page 15: Verslag Studiereis Amsterdam

15

8. Stedelijk museum Rixt Hulshoff Poll stelt het project Blikopeners voor. Allereerst geeft ze nog een woordje uitleg bij het stedelijk museum dat momenteel in de steigers staat. Het nieuwe gebouw, ook wel de badkuip genoemd, opent volgend jaar haar deuren. Het museum zal onderdak bieden aan een tentoonstellingsruimte ter grootte van een voetbalveld. In de collectie vinden we hedendaagse kunst. Omdat sommige bezoekers voor het eerst kennismaken met hedendaagse kunst en niet iedereen er even vertrouwd mee is, wil het museum handvaten bieden. Daarin past het concept van de Blikopeners, vijftien jongeren uit Amsterdam en omstreken geven workshops, rondleidingen en organiseren evenementen voor leeftijdsgenoten. Het systeem is dus gebaseerd op peer-education en is een eigen versie van het concept Youth Inside uit New York. Elk jaar is er een selectiedag waarop een massa jongeren afkomen die geïnteresseerd zijn in een kunstzinnig bijbaantje. De jongeren zijn elk tussen de 15 en 19 jaar en worden betaald per uur. Bij de selectie wordt er rekening gehouden met diversiteit, met andere woorden evenveel jongens als meisjes, zowel jongeren die al kennis of ervaring hebben met kunst als outsiders. Tijdens de selectiedag worden 30 gesprekken gehouden, maar er melden zich maar liefst 100 jongeren aan. De jongeren worden vooral via scholen en via de oud-blikopeners gerekruteerd.

Elk jaar is het museum één nacht van de jongeren, de programmatie en organisatie ligt volledig in hun handen. Naast dit Open It-evenement, engageren de jongeren zich met wekelijkse vergaderingen en samenkomsten. Ze krijgen een uniek inzicht in de domeinen van conservatie, restauratie en communicatie. Professionelen uit de

organisatie staan hen bij en leren hen de kneepjes van het vak. In principe loopt het contract na een jaar af, maar zoals Rixt Hulshoff Poll stelt ben je blikopener voor het leven. Het onderling contact en het contact met het museum blijft behouden en ook nadien kunnen de voormalig blikopeners nog free-lance gevraagd worden voor een workshop of evenement. Iedere groep maakt een eindproduct om het projectjaar af te sluiten. Zo werd onder meer het blikopenersboek gemaakt waarin de jongeren het woord nemen en het proces belicht wordt.

Page 16: Verslag Studiereis Amsterdam

16

Meer informatie op

www.stedelijkindestad.nl

/pages/blikopeners

De projectmedewerkster geeft ons de do’s en dont’s mee van het project. Allereerst is het belangrijk om de invloed en capaciteiten van de jongeren niet te onderschatten. Er moet weliswaar een evenwicht gevonden worden tussen verantwoordelijkheid en controle, maar de jongeren moeten naar waarde geschat worden. Ook de groepsdynamiek valt niet te onderschatten. De verantwoordelijkheid neemt idealiter doorheen het jaar toe als de geselecteerde jongeren daar klaar voor zijn. Je moet de tijd nemen hen te leren kennen en hen serieus nemen. Je kan hen eventueel later ook inzetten voor andere doelgroepen zoals leerkrachten of kleuters. Een te-vermijden-valkuil is dat je de blikopeners laat fungeren als spreekbuis van alle jongeren. Zij zijn geen vertegenwoordigers van hun leeftijdsgenoten, maar museummedewerkers. Het stedelijk museum is ambitieus en wil in de toekomst een schaalvergroting van het initiatief doorvoeren. De blikopeners zullen onder meer een marketingconcept opzetten en er komt ook een alumniprogramma. Ook de infrastructuur breidt uit met een jongerenzaal, een eigen plek voor de blikopeners. Een andere ambitie is om meer aansluiting te voorzien bij het onderwijs. Rixt Hulshoff Poll vraagt of er in Vlaanderen soortgelijke initiatieven zijn. In Leuven zijn er de cultureel-vrijwillige jongelingen, genaamd Antennes, maar die verschillen van hun Amsterdamse collega’s omdat ze niet betaald worden, niet geselecteerd werden en minder divers zijn aangezien ze al in cultuur geïnteresseerd zijn. Bron foto’s: internet

Page 17: Verslag Studiereis Amsterdam

17

Meer informatie op

www.rozentheater.nl

en

www.rozentheater.nl/nieuws/

magazine-nr-8-is-uit!/

9. Het Rozentheater Het Rozentheater probeert een dwarsdoorsnede te laten zien van alles wat er op het gebied van podiumkunsten en jonge mensen bestaat. Van amateur tot (semi-) professioneel, intercultureel en interdisciplinair. Dus niet alleen theater, maar ook kleinkunst, poetry, feestjes en podia. Ze organiseren WOOF! en MIAUW!, feestjes met optredens van (nog net geen) bekende bandjes, previews van voorstellingen, spoken word, dj’s, films, installaties, performances, dans en literatuur. Kernidee van Rozentheater is dat jongeren zelf het heft in handen nemen. Jongeren worden heel erg betrokken bij alles wat gebeurt. Een knap voorbeeld hiervan is het Rozentheater Magazine. Een magazine vol met interviews, achtergronden, fotoreportages, tips en informatie over theatermakers en hun voorstellingen in het Rozentheater voor en door jongeren. Ze zorgen zelf voor interviews, redactie, vormgeving, etc. Daarnaast hebben ze een eigen radioprogramma op zaterdag. Het Magazine heeft een grote invloed op het frisse, dynamische, jonge imago van het Rozentheater. Op facebook telt het Rozentheater bijna 6000 fans. Het theater heeft zowel een werking in de vrije tijd naar +16jarigen als in het onderwijs naar +12 jarigen. Mooi project binnen de scholenwerking is de Classic Tour. Zo wordt de Classic Tour aangekondigd: "De Classic tour is nieuw, verrassend, interactief en spannend; Een aanrader voor iedereen die van oersterke verhalen houdt. Tijdens een theatrale rondleiding door het Rozentheater word je meegenomen naar het ontstaan van het theater: De Griekse Tragedie. Van het stookhok in de kelder tot de kostuumrekken op zolder. Van kleedkamers tot toiletten, van artiestenfoyer tot regiecabine. Je leert over mythen, over de grote drie tragedieschrijvers, over helden en schurken, godinnen en goden en de tragische, maar ook komische gebeurtenissen. En je mag meedoen. Je speelt in het koor of zit in het houten Paard van Troje. Je wacht als soldaat in de haven, omdat er geen wind is om weg te zeilen of je wordt gevraagd je mond te houden over de plannen van een moordenares. Ondertussen zie je hoe het theater in deze tijd wordt gemaakt; van tekst tot uitvoering en van idee tot decorontwerp. En zo zijn ontstaan en uitvoering van het theater in een rondleiding met elkaar versmolten. De Classic Tour is een theateravontuur onder begeleiding van professionele acteurs voor alle niveaus, vmbo, havo en vwo en gymnasium. Duur : 1: 45 uur. Kosten : € 200,-- euro per klas Minimaal 50 leerlingen". Voor de werking in de vrije tijd worden jongeren gezocht via wijkwerking en jongerenwerking.

Page 18: Verslag Studiereis Amsterdam

18

Het Rozentheater werkte eind 2011 met 8 personeelsleden: 2 techniek, 2 PR, 1 productie, 1 administratie, 1 educatie en 1 coördinator, plus stagiairs. Er worden 400 voorstellingen per jaar gerealiseerd. De omzet is 850.000 euro. Omwille van de geplande besparingen van de stad Amsterdam op het vlak van kunsten en cultuur, mogen er van de tien bestaande theaterpodia (naast de grote instellingen) maar vier overblijven. Het Rozentheater onderzoekt daarom mogelijke samenwerking en afstemming met onder meer De Krakeling, Belle Vue & Toneelmakerij en focust daarbij op de eigen kennis en ervaring op het vlak van interactie en participatie van de jongeren zelf.

Bron foto: internet

Page 19: Verslag Studiereis Amsterdam

19

10. Westergasfabriek De Westergasfabriek vinden we ten noordwesten van het centrum en dateert van het jaar 1885. In de voormalige industriële site werd gas uit kolen ontgonnen. De naam van de fabriek bleef behouden en de gebouwen bleven overeind. Het bedrijventerrein van veertien hectaren kreeg geen subsidies voor de ombouw dus de huidige culturele site probeert zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De Westergasfabriek herbergt een bonte verzameling aan organisaties, theaters, winkels, studio’s en horeca, eentje daarvan is het MC Theater.

MC staat voor multi-cultureel experimenteel theater met eigen publiek. Een publiek dat niet meteen tot theater aangetrokken wordt. MC bestaat al 25 jaar en uitstond uit het samengaan van COSMIC en SHADE. Omdat ze meer wilden zijn dat een theatergroep, hebben ze zich uitgebreid tot een productiehuis. Ze zijn nu officieel een productiehuis dat gesubsidieerd wordt door de gemeente, al is het hun ambitie om die subsidie na vijf jaar overbodig te maken. Ook zij zijn dus op zoek naar eigen inkomsten. MC is een jong huis, maar hun profiel werd het laatste jaar steeds duidelijker, ze focussen zich namelijk op jong talent. Het theater is een weerspiegeling van de stedelijke jongerencultuur. Omdat de slashgeneratie niet langer disciplinegebonden denkt, zijn ze een multidisciplinair huis. Ze zoeken jong talent, bieden hen infrastructuur en professionele begeleiding aan en koppelen hen aan een distributeur. MC Theater heeft dus in eerste plaats een lanceerfunctie. Ieder jaar zetten ze twee jongerenproducties op touw en om de twee jaar is er een toneelfestival waarbij de deelnemende jongeren een toneeltekst schrijven. De jury kiest een winnaar en die tekst wordt in productie gebracht en het stuk mag op regionale tournee. Elk jaar worden er ook vijf externe producties geprogrammeerd.

Het is een grootstedelijk huis dat zich een plek moest veroveren in een gemengde buurt en nieuw publiek moest aanspreken. Het publiek is zeer gemengd omwille van de mix van disciplines die ze aanbieden. De muren van de fabriekshal moesten behouden blijven. Dat leidde tot een ingewikkelde puzzel maar uiteindelijk is de zaal omringd door in-en uitklapbare muren binnenin de stenen muur van het gebouw.

Page 20: Verslag Studiereis Amsterdam

20

Tweederde van de fabriekshal wordt ingenomen door het MC Theater, het andere deel herbergt de Dutchview studio’s waar onder meer ‘De Ochtendspits’, ‘Pauw&Witteman’ en ‘De wereld draait door’ worden opgenomen. ‘De wereld draait door’ is ook bij ons bekend en een echt kijkcijfercanon in Nederland. Het programma wordt uitgezonden op de Vara. Omwille van de populariteit is er vaak een wachtlijst als je een aflevering wil bijwonen in het publiek. Aan de studio’s is een restaurant, het Mediacafé, met een open keuken. In die keuken worden de opnames van ‘Masterchef junior’, de kindereditie, opgenomen. De tweede hal met zijkapel heeft een sterk

industrieel karakter. De ruwe muren zijn zichtbaar en er werd weinig veranderd aan de oorspronkelijke structuur. Vanuit dit machinegebouw werd gas doorgepompt over het hele terrein. Het gebouw is te huur voor externen en heeft een maximale capaciteit van 265 personen. In december vindt er de Westergaskerstmarkt plaats. De organisaties van de site zullen er met kraampjes en activiteiten werken aan samenhorigheid. Dat is volgens Jacqueline Verheugen een absolute voorwaarde om een plek te krijgen in de fabriek. Je maakt deel uit van een koepel, betaalt lidgeld en hebt je inbreng.

In 2003 werd het park, dat openbare ruimte van het stadsdeel is, geopend met een concert. De gebouwen werden rond de eeuwwisseling verkocht aan particulieren omdat ze moesten verbouwd worden. De gemeente wou deze taak niet opnemen, maar verkocht het domein aan een projectontwikkelaar met een bijhorend pakketje aan voorwaarden. Er werd een businessplan opgesteld omdat de projectontwikkelaar de mogelijke inkomsten niet kon bewijzen waardoor hij geen lening kreeg van de bank.

Page 21: Verslag Studiereis Amsterdam

21

Meer informatie op

www.westergasfabriek.nl

en

www.mconline.nl

Het laatste cirkelvormig gebouw, genaamd de gashouder, is het meest karakteristieke van de site. Het kan eveneens gehuurd worden voor personeelsfeesten, fuiven en grote happenings. De gashouder werd gebouwd in 1902 en bestond uit 100.000 kubieke meter opslagruimte voor gas. Het gebouw is een veertig meter hoge stalen parapluvormige constructie. Er werden zachte materialen en doeken geplaatst voor de akoestiek.Het biedt onderdak aan het dance-event Awakenings, een fuif waar 3500 dance-liefhebbers op afkomen. Kunstenaar Hans Op de Beeck maakte er een panoramische installatie voor één persoon.

Een rondleiding in de Westergasfabriek kan nu ook zonder gids, maar met behulp van dertig bordjes verspreid over het domein. Elk bordje geeft een Quick Response code weer, een barcode in de vorm van een vierkant, die je smartphone meteen naar de juiste internetpagina brengt waar je informatie over het gebouw of de plek vindt.

Alle foto’s vind je op: http://www.flickr.com/photos/71162467@N07/

Page 22: Verslag Studiereis Amsterdam

22

Deelnemerslijst

Dumalin Annick 30CC

Gasia Yves 30CC

Stas Fernande 30CC

Machielsen Ilse cc de borre

Van Bockstal Tina CC De Meent

De Keyser Fri CC De Ploter

Gunst Martijn CC De Ploter

Platteau Jeroen CC De Ploter

Degreef Sandra CC Den Blank

Puttemans Patrick CC Den Blank

Fabre Andrea CC Het Bolwerk

Van Tilborgh Roel CC Het Bolwerk

Dehandschutter Hendrik CC Strombeek

Van Humbeeck Evi CC Strombeek

Van Malderen Sara CC Strombeek

De Coster Marc CC 't Vondel

Merckx Tim CC 't Vondel

Van Lierde Lies CC Westrand

Van Parijs Wim CC Westrand

Raets Eefje freelance

Seghers Els GC De Muze van Meise

Van Gorp Roeland GC Den Egger

Demecheleer Hilde GC Het Baljuwhuis

Boon Sandra GC Het Buurthuis

Vandenhouwe Geert GC Koetshuis

Muyldermans Jurgen GC Zemst

Maere Chris oud-voorzitter

Vanlangendonck Rita provincie

Forger Piet provincie, Vlabra'ccent

Vanautgaerden Sanne provincie, Vlabra'ccent

Gillebert Fred Regio Pajottenland- Zennevallei

Frans Eddy vzw 'de Rand'

Van Dijck Cindy vzw 'de Rand', GC de Boesdaalhoeve

Heyrbaut Geoffrey vzw 'de Rand', GC de Bosuil

Snoeck Marc vzw 'de Rand', GC de Kam

Dekens Gwennan vzw 'de Rand', GC de Zandloper

Weeck Veerle vzw 'de Rand', GC de Zandloper