vmt 26 - trendsbijlage 2013
DESCRIPTION
De trendsbijlage van VMT 26TRANSCRIPT
Trends2013
www.vmt.nl
Extra uitgave bij VMT editie 26, 2012
Visies op ontwikkelingen in de voedingsmiddelenindustrie en
ervaringen uit de markt
12 interviews
02
Inhoud
4 René de Bruijn en henk de Gooijer, dnV“Er mag maar één managementsysteem zijn dat
nauw aansluit bij de bedrijfsprocessen en toege-
voegde waarde heeft.”
6 Kurt van deyzen, CBT Trainingen en opleidingen“Het performancegestuurde opleiden is niet
meer alleen kennis en vaardigheden overbren-
gen op leidinggevenden. De gehele omgeving
moet mee.”
8 Frank de Boeff, Bodec“Bedrijven in de foodsector vinden valorisatie
van grondstoffen en reststromen belangrijk.
Om te bewijzen of dit kan, hoeven ze niet direct
zelf te investeren.”
10 Karen Baten en Jeroen Sleenhoff, KTBA“Veranderende regels roepen vragen op. De
grootste groep van bedrijven heeft niet de luxe
van eigen specialisten en besteedt deze vraag-
stukken uit.”
12 Cees van der Knaap en Arnoud Leerling, Regio FoodValley“Er wordt hard gewerkt aan de clustering en
integratie van bedrijven en kennisinstellingen.
We hopen in onze regio meer van dergelijke
clusters te krijgen.”
14 Bert den uijl en daphne van der hee, duPP“Er is veel vraag naar professionals met vijf tot
vijftien jaar werkervaring: mensen die een vak
hebben geleerd, zoals levensmiddelen- en
procestechnologen.”
16 nicole van Veldhuizen, Rentokil“Binnen de risico-inventarisatie is er een toene-
mende aandacht voor wering, het voorkómen
van een besmetting door plaagdieren buiten te
houden.”
18 Michel Brinkhorst, Bureau voor Kwaliteitszorg“Doordat de complexiteit van kwaliteitsmanage-
ment toeneemt, gaan bedrijven meer outsour-
cen of bedrijven nemen een coach voor de
kwaliteitsmanager.”
03
VMT trends 2013
Moeten en willen veranderenTrends, ze zijn er te over in de foodsector.
‘Food’ is immers een aandachtsgebied met veel
disciplines en specialismen. Om zicht te krijgen
op wat er op die diversiteit aan terreinen speelt,
hield VMT een serie eindejaarsgesprekken. Aan
tien bedrijven of organisaties werd gevraagd
welke trends zij signaleren op hun werkgebied,
trends op dit moment en trends als wat verder
in de toekomst wordt gekeken.
Het resultaat van die gesprekken ligt voor u. We
hebben de interviews samengevat in verhalen die kernachtig weergeven
wat er speelt. De scope is daarbij breed: u leest over ontwikkelingen in
kwaliteitsmanagement, duurzaamheid, vakbeurzen, werving en selectie,
opleiden, analytische vraagstukken, wetgeving, ongediertebestrijding,
technologieën voor valorisatie, regio-initiatieven en procesinvesteringen.
Wat uit deze reeks verhalen naar voren komt, is dat onze foodsector volop
in beweging is. Verandering wordt soms opgelegd, bijvoorbeeld door
regels, normen of wetgeving. Dan is er flexibiliteit en ook vindingrijkheid
om daarop te anticiperen. Maar niet altijd wordt eruit gehaald wat erin
zit, zo valt als kritische noot ook te lezen. De voedingsmiddelenindustrie
zou lering kunnen trekken uit de aanpak van andere sectoren of indus-
trietakken.
Veelal zijn het echter de bedrijven zelf die (willen) veranderen doordat er
kansen worden gezien. Daarin wordt geïnvesteerd, of het nu gaat om
processen en apparatuur, systemen of mensen. Ook duurzaamheid blijkt
hoog op de agenda te staan. Valorisatie van grondstoffen of reststromen
krijgt voet aan de grond. Grote bedrijven kijken zelfs al naar de gehele
keten omdat een integrale aanpak nodig zal blijken.
Al met al een interessante bundeling van visies en ervaringen ter inspira-
tie tijdens de feestdagen.
Carina Grijspaardt-Vink [email protected]
20 RoyalhasKoningdhV“Food is een groeimarkt, zeker met de toekom-
stige voedselschaarste in het vooruitzicht.
Duurzame oplossingen zullen uiteindelijk over-
al de boventoon voeren.”
22 Wilma heebink, easyFairs“Bedrijven hebben vaak met complexe proble-
men te maken waar geen kant-en-klare oplos-
sing voor bestaat. Juist daarom is live commu-
nicatie op een vakbeurs zo belangrijk.”
24 Martin ham, Tno Triskelion“Voedingsmiddelenbedrijven zetten weer voor-
zichtige stappen op het terrein van gezond-
heidsclaims. Het vraagt om wetenschappelijk
onderbouwde kennis.”
26 Ron de Keersmaeker, Tetra Pak Processing Systems Benelux“In Azië is een enorme markt aan het ontstaan
voor houdbare producten met toegevoegde
waarde. Het voorziene melkoverschot kan een
melkschaarste blijken te zijn.”
ColofonTrends 2013 verschijnt als extra uitgave bij VMT nr 26, 2012.
Uitgever: MYbusinessmedia, Suzanne WandersRedactie: Carina Grijspaardt, Anja Janssen, Maurice de Jong, Marjolein SpekMedia-adviseurs: Monique van Neutegem, Lian Gebhardt, Wies van der EntFotografie: Dirk Kreijkamp
Als het goed is,is het goed.Maar verbetering zit in een klein hoekje.
Certifi ceren? Dan moet u voldoen aan de norm. DNV Business Assurance toetst u snel en goed. Maar iedereen houdt van opstekers, niet van standjes. Daarom kijken we bij certifi cering ook naar wat goed gaat en zelfs nog beter kan. Op die gebieden die voor uw bedrijf of organisatie belangrijk zijn. Aandachtspunten waarop u zélf beoordeeld wilt worden. Certifi cering die net even verder voert. Want verbetering zit in een klein hoekje. U kunt ons bereiken via 010 2922 700.
DNV certifi cering en training. www.dnvba.nl
12-0355 DNV Advertentie A4_DEF.indd 1 07-03-12 10:53
Zie pagina 5Duurzaamheidin de Food
05
VMT trends 2013
René de Bruijn en henk de Gooijer, dnV: Managementsystemen vereenvoudigen
nAAR EEn VoLWASSEn VoEdInGSMIddELEnInduSTRIE
Duurzaamheid zal in 2013 en 2014 hoog op de
agenda staan, verwachten René de Bruijn en
Henk de Gooijer, respectievelijk manager Busi-
ness Development & Assurance Services en
Country manager Benelux van DNV Business
Assurance.
De Bruijn: “De grote voedingsmiddelenprodu-
centen hebben het belang van duurzaamheid al
lang onderkend en gaan er volwassen mee om.
Maar middelgrote en kleinere bedrijven en toe-
leveranciers worstelen nog met de vraag wat
duurzaamheid voor hen betekent.”
Grote bedrijven kijken naar duurzaamheid over
de hele keten, constateert De Bruijn. “Stel, ik
importeer garnalen uit India of Indonesië. Hoe
zorg ik ervoor dat de lokale visvangst duurzaam
is? Dus: hoe vangt de visser zijn vis, waar vangt
hij deze, heeft hij aandacht voor zijn eigen vei-
ligheid, heeft hij een arbeidscontract? Een pro-
bleem is echter dat de standaarden ook moeten
passen in de sociale infrastructuur van zo’n
land. Dat is complex.” Grote klanten willen dat
DNV voor hen kijkt hoe het in die landen gaat.
“Dat is onze sterke kant als onafhankelijke certi-
ficeringorganisatie, waarbij wij vanuit de Bene-
lux nauw samenwerken met DNV-collega’s uit
andere landen.”
DNV werkt niet alleen in de food, maar ook in
andere sectoren als de petrochemie en auto-
industrie. Het kan daardoor over grenzen heen
kijken en kennis uit de ene sector toepassen in
de andere. “Binnen de voedingsmiddelenindus-
trie is in mijn visie sprake van een zekere
onvolwassenheid”, stelt De Bruijn, “bijvoorbeeld
in innovatiemanagement, veiligheidsmanage-
ment en competentiemanagement.” De
Gooijer: “In andere sectoren werken we bijvoor-
beeld met persoonscertificatie. Door competen-
tieprofielen op te stellen en die te borgen, werk
je heel gericht aan de vakbekwaamheid van
mensen.” En voor innovatiemanagement werkt
DNV mee aan een standaard voor een integrale
en doordachte aanpak van innovatie.
“Ik zie ook nog steeds een zekere verkokering
in de sector”, aldus De Bruijn. “Het aantal syste-
men neemt toe, doordat voor elk onderwerp
een apart managementsysteem wordt gemaakt:
voedselveiligheid, kwaliteit, milieu. Dat hoeft
helemaal niet. In mijn visie mag er maar één
managementsysteem zijn dat nauw aansluit bij
de bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde
heeft. Dan kun je veel eenvoudiger voldoen aan
de eisen die door de diverse standaarden wor-
den gesteld. Dat systeem moet compact zijn,
robuust, flexibel en uitgerust voor de toekomst.
Want vandaag komt de ene norm erbij en mor-
gen de andere. Nu probeert men continu,
krampachtig ‘in compliance’ te blijven, terwijl
de oplossing eigenlijk moet worden gezocht in
eenvoudige managementsystemen. Systemen
zijn te vereenvoudigen door ze procesgericht
en risicogeoriënteerd te maken. Echt slimme
managementsystemen zijn systemen waarvan
de effectiviteit meetbaar en communiceerbaar
wordt gemaakt.”
De Bruijn erkent dat dit niet zo eenvoudig is.
“Maar ik mis een visie over dit soort onderwer-
pen. Het staat niet hoog genoeg op de manage-
mentagenda; kwaliteit is vaak geen eigendom
van het management. Als je visie hebt, dan ga je
zo’n managementsysteem ontwikkelen. Dat
hoeft echt niet van vandaag op morgen.”
‘Kwaliteit is vaak geen eigendom van het
management’
Certificering helpt om heel bewust bezig te zijn met de bedrijfsvoering. of het nu duurzaamheid betreft, innovatie, opleiden of kwaliteit. Als het aan certificeringsspecialist dnV Business Assurance ligt, gaat de voedingsmiddelensector hierin de komende jaren volwassen worden.
René de Bruijn
(rechts) en henk de
Gooijer
De ontwikkelingen binnen uw bedrijf staan
nooit stil. De markt is in beweging en u wilt
uw concurrenten voor blijven. CBT biedt
u een totaaloplossing. Naast trainingen en
opleidingen ook coaching, intervisie en
consultancy... Tijd voor een nieuwe koers?
Bel met de CBT opleidingsadviseurs op
nummer 0800 - 22 87 246 of bezoek onze
website www.cbt-trainingen.com.
Haal optimaal resultaat uit uw personeel!
Resultaten waarje u tegen zegt
Een selectie uit ons aanbod:
• Operatoropleidingen (Basis, A, B en C)
• Productieleider
• Productiemanager
• Plantmanager
• Logistiek medewerker
• Logistiek manager
• Veilig werken met de vorkheftrucks
• Praktische voedselhygiëne
• Diverse trainingen op gebied van
Arbo en Veiligheid
2012-11-21 VMT Magazine Trendwatch Bijlage.indd 1 27-11-12 17:13
07
VMT trends 2013
Kurt van deyzen, CBT Trainingen & opleidingen: organisatiebrede aanpak van opleiden
InVESTEREn In MEnSEn
Opleiden moet performancegestuurd en orga-
nisatiebreed worden aangepakt, in de visie van
Kurt van Deyzen, algemeen directeur van CBT
Trainingen en Opleidingen in Arnhem. CBT is
gespecialiseerd in trainingen voor mensen op
de werkvloer en hun direct-leidinggevenden.
“Een opleiding of training is niet meer een
beloning voor een werknemer. Het is nu de
organisatie die wil veranderen. De recessie
heeft daar duidelijk invloed op. Daarom hebben
wij de switch gemaakt van het aanbieden van
instrumenten naar het aanbieden van oplossin-
gen.”
“Bij dit performancegestuurde opleiden moeten
mensen duidelijke gedragsveranderingen laten
zien. Daar sluiten wij op aan. Het is niet meer
alleen kennis en vaardigheden overbrengen op
leidinggevenden, maar de hele omgeving moet
mee”, aldus Van Deyzen.
Een voorbeeld is de omschakeling van directief
naar situationeel leidinggeven. Veel bedrijven
zijn daarmee bezig, inspelend op de individua-
liseringstrend die persoonlijke ontwikkeling
voor werknemers belangrijk maakt. Van Dey-
zen: “Bij situationeel leiderschap geef je bij-
voorbeeld mensen op de werkvloer de ruimte
om dingen zelf te doen. Maar als ze altijd direc-
tief zijn aangestuurd, zijn ze dat niet gewend.
Zelf input geven vinden ze dan lastig. Je moet
dus veel meer doen om die organisatie in
beweging te krijgen, dan alleen maar die lei-
dinggevende trainen.”
Belangrijk bij het performancegestuurde oplei-
den zijn de begin- en eindmetingen. “We
maken eerst een degelijke analyse van de men-
sen en de organisatie”, legt Van Deyzen uit.
“Vervolgens gaan we daar een verandertraject
op bouwen. In een eindmeting stellen we vast
of het geleerde daadwerkelijk wordt toegepast.”
Het verandertraject wordt ingevuld met oplei-
ding en training voor het verbeteren van vak-
manschap en vaardigheden, coaching voor
mensen die heel specifieke persoonlijke aan-
dacht nodig hebben, en intervisie om mensen
zelf tot inzicht te laten komen wat er moet ver-
anderen. “Ook wordt een consultant ingezet die
onderzoek doet, de omgeving probeert te ver-
anderen en nieuwe processen en werkwijzen
introduceert, zodat het voor de leidinggevende
makkelijker wordt om mensen aan te sturen”,
vult Van Deyzen aan.
CBT gebruikt verschillende instrumenten om
de effectiviteit te bepalen. Zoals het meten van
de arbeidsproductiviteit van de mensen op een
afdeling of in een team. “Als je succesvol de
arbeidsproductiviteit omhoog krijgt, dan is het
doel van je traject geslaagd. Ook kun je de
medewerkerstevredenheid meten, door de
medewerkers te interviewen, alsook een directe
collega, iemand van een andere afdeling en zijn
baas. Zo kom je te weten of er een gedragsver-
andering teweeg is gebracht.”
Natuurlijk hangt aan deze manier van opleiden
een ander prijskaartje dan aan eenvoudigweg
een training aanbieden. Van Deyzen: “Personeel
is een investering. Het is het allerbelangrijkste
instrument in je organisatie. Tachtig procent
van wat er gebeurt in een bedrijf hangt af van
de mensen en twintig procent van geld, machi-
nes en overige productiemiddelen. Wij richten
die investering in mensen zo optimaal mogelijk
in, zodat je voor minimale kosten een optimaal
resultaat hebt.”
‘Personeel is een investering. het is het allerbelangrijkste
instrument in je organisatie’
het moderne opleiden gaat veel verder dan het aanbieden van een training. het is een veranderingsproces waarin de hele organisatie mee moet. de visie en aanpak van CBT Trainingen & opleidingen.
Kurt van deyzen
+31(0)499 335888 • [email protected] • www.bodec.nl
Wat uw vraag ook is...Wij helpen u een échte stap verder!
Wat uw vraag ook is...
Bij ons kunt u alle scheidings- en droogtechnologieënvergelijken, testen en opschalen. We kunnen zelfs produceren!
In onze nieuwe Pilot & Production Plant op het in Helmond.
09
VMT trends 2013
Frank de Boeff, Bodec: nieuwe pilot plant op Food Tech Park Brainport in helmond
MEER WAARdE uIT RESTSTRoMEn hALEn
“Voor bedrijven in de foodsector is de valorisa-
tie van grondstoffen en reststromen belangrijk,
onder meer doordat de grondstofprijzen
omhoog gaan. Ook valt op dat producenten na
jaren van terughoudendheid vanwege de crisis,
nu toch weer investeren en vernieuwen. Omdat
ze wel moeten. Ten eerste wordt hun technolo-
gie te oud. Ten tweede: de consument eist
steeds meer. Suiker- en zoutgehaltes moeten
bijvoorbeeld omlaag, net als het gebruik van
dierlijk eiwit.”
Aan het woord is Frank de Boeff, directeur en
mede-oprichter van Bodec in Best, dat is gespe-
cialiseerd in procesontwikkeling en procesopti-
malisatie. Met technologie- en procesontwikke-
ling overbrugt Bodec het gat tussen universitei-
ten en de markt. Een kleine tachtig procent van
Bodecs klanten zijn producenten van voedings-
middelen en ingrediënten.
Een van de expertises van Bodec is de valorisa-
tie (verwaarding) van reststromen met innova-
tieve scheidingstechnologieën. “We zijn erg
goed in het terugwinnen van waardevolle com-
ponenten, bijvoorbeeld van plantaardig eiwit uit
reststromen van groente- en fruitverwerking”,
geeft De Boeff aan. Plantaardige eiwitten staan
in de belangstelling als alternatief voor dierlijk
eiwit. Daarnaast is Bodec deskundig in droog-
technologie en onder meer medeontwikkelaar
van een dunnefilmdroger (ATFD). Die vacuüm-
droger biedt een milde en energiezuinige wijze
van drogen, waarbij ook water wordt terugge-
wonnen en waardevolle componenten behou-
den blijven.
Om in te spelen op de behoefte aan technolo-
gieontwikkeling bij bedrijven, zet Bodec
momenteel een gloednieuwe pilot plant neer
op Food Tech Park Brainport in Helmond. Dit
Centre for Innovative Food Processing wordt
voorjaar 2013 geopend. “Samen met Chez Pascal
(onderdeel van TOP uit Wageningen) zijn wij de
eerste bewoners van het park. We zullen daar
zowel een testhal hebben, als ruimte voor het
draaien van (proef )producties. Zo kunnen we
niet alleen technologieën vergelijken en op-
schalen, maar ook produceren voor klanten.”
Het betreft technologieën om te isoleren, schei-
den, concentreren en drogen. Is het outsourcen
van productie dan een trend? De Boeff: “Heel
vaak is er vertraging op de markt. Bedrijven wil-
len een waardevolle component uit een rest-
stroom halen of een nieuw product maken. Om
te bewijzen dat dit kan, kunnen ze het eerst een
tijdje door ons laten doen en niet direct zelf
investeren. Bedrijven zetten pas een nieuwe
installatie of plant neer als het product goed is
en goed verkoopt. Voor hen is het voordeel van
uitbesteden dat ze die eerste investering niet
hoeven te doen en dat wij de kinderziektes eruit
halen. In een volgende stap zetten ze dan met
ons in één keer een goede fabriek neer.”
Soms gaat het ook om bedrijven die überhaupt
niet zelf willen produceren. Een voorbeeld is
het hergebruik van reststromen uit de retail.
“Wij kunnen daar een groene grondstof van
maken voor een chemische fabriek”, vertelt De
Boeff. “Dat bedrijf wil die ontwikkeling wel met
ons doen, maar het gaat niet zelf een fabriek
neerzetten. Dat laten ze aan ons over.”
‘We kunnen niet alleen technologieën vergelijken en
opschalen, maar ook produceren voor klanten’
het verwaarden van reststromen staat volop in de belangstelling van de voedingsmiddelenindustrie. ook is er behoefte aan technologieontwikkeling en proefproducties door specialisten. Bodec speelt in op deze ontwikkelingen met een nieuwe pilot plant.
Frank de Boeff
011
VMT trends 2013
Karen Baten en Jeroen Sleenhoff, KTBA: Veel vragen rond voedselinformatiewetgeving
GRoEIEndE BEhoEFTE AAn ExTERnE SPECIALISTEn
De nieuwe Europese voorschriften voor het ver-
strekken van voedselinformatie aan consumen-
ten – bekend als de etiketteringsverordening –
worden eind 2014 van kracht (Verordening
1169/2011). Voedingswaardevermelding is dan
niet langer vrijwillig, maar voor de volgende
zeven voedingsstoffen verplicht: energie, vet,
verzadigde vetzuren, koolhydraten, suiker,
eiwitten en zout.
Vanaf 13 december 2014 geldt dat voor produc-
ten die al langer de voedingswaarde vermelden
en vanaf 13 december 2016 voor alle voorver-
pakte levensmiddelen. De verordening bevat tal
van voorschriften, zoals voor de lettergrootte en
de vermelding van allergenen.
De veranderende regels roepen veel vragen op
voor voedingsmiddelenproducenten, zo ervaren
Karen Baten, senior label specialist, en Jeroen
Sleenhoff, directeur Benelux van KTBA. Dienst-
verlener KTBA is niet alleen gespecialiseerd in
de praktische toepassing van levensmiddelen-
wetgeving, maar ook in kwaliteitsmanagement,
outsourcing, coaching, interim kwaliteits- en
projectmanagement en trainingen. Baten: “We
krijgen nu al een toenemend aantal vragen over
de nieuwe verordening, maar komend jaar gaan
nog veel meer bedrijven hiermee aan de slag.
Daarnaast is er nog de nieuwe verordening
voor gezondheidsclaims (Verordening
432/2012): ook die leidt tot vragen. Bedrijven
vragen bijvoorbeeld een check voor het mogen
vermelden van bepaalde gezondheidsclaims.”
De afdeling QA support van KTBA ondersteunt
bedrijven op het gebied van wetgeving, etikette-
ring en specificatiebeheer. “We merken dat
bedrijven die nu nog geen voedingswaardes op
de verpakking aangeven, echt ondersteuning
nodig hebben. Wij helpen ze met het samen-
stellen van specificaties, het aanvragen van
leveranciersinformatie en de vermelding van
allergenen”, geeft Baten aan. Daarnaast behan-
delt de afdeling vragen over kwaliteitszorg en
productveiligheid. “Van eenvoudige vragen die
in vijf minuten zijn beantwoord, tot complexe
vragen die meer tijd kosten.”
Sleenhoff: “We hebben ook klanten die wel zelf
hun etiketten opstellen conform de wetgeving,
maar die daarna graag nog even een controle
willen. Dat heet bij ons de labelcheck. Daar zien
we een heel grote toename, juist ook voor het
buitenland. Voor veel exportproducten voor lan-
den wereldwijd voeren wij in de lokale taal, vol-
gens de lokale wetgeving, zo’n labelcheck uit.
Het is voor fabrikanten fijn om te laten bevesti-
gen dat het goed is, want (ver)taalfouten zijn erg
vervelend.”
Het uitbesteden van wetgevings- en etikette-
ringsvraagstukken past binnen een bredere
trend die Sleenhoff en Baten signaleren. Mede
doordat specialisten schaars zijn op de arbeids-
markt, kiezen bedrijven vaker voor het inzetten
van externe specialisten, zoals KTBA. Ook in
drukke periodes wordt gekozen voor outsour-
cing. “Grote bedrijven hebben bijvoorbeeld wel
eigen wetgevingsspecialisten, maar ook zij leg-
gen af en toe vraagstukken bij ons neer”, zegt
Sleenhoff. “De grootste groep binnen de voe-
dingsmiddelensector heeft echter niet de luxe
van dergelijke specialisten en besteedt het uit.
Dan zijn wij voor hen de wetgevingsspecialist.”
‘Er is veel behoefte aan controle van het etiket’
om te voldoen aan de nieuwe Europese etiketteringsregels moeten voedselproducenten hun verpakkingen en etiketten aanpassen. dienstverlener in kwaliteitszorg en voedselveiligheid KTBA ziet het aantal vragen en opdrachten rond dit onderwerp groeien. ook neemt het uitbesteden van specialistisch werk toe in de foodsector.
Karen Baten en Jeroen Sleenhoff
Düsseldorf150 km / reistijd trein 90 min.
Frankfurt365 km / reistijd trein 193 min.
Amersfoort30 km / reistijd trein 40 min.
Utrecht40 km / reistijd trein 25 min.
Amsterdam/Schiphol90 km / reistijd trein 60 min.
Rotterdam96 km / reistijd trein 75 min.
Den Haag105 km / reistijd trein 70 min.
Eindhoven95 km / reistijd trein 90 min.
Nijmegen45 km / reistijd trein 30 min.
Arnhem23 km / reistijd trein 15 min.
Ede
Ede
Barneveld
RenswoudeScherpenzeel
Veenendaal
Wageningen
Wageningen
Rhenen
Nijkerk
Topregio voor een Topsector
013
VMT trends 2013
Cees van der Knaap en Arnoud Leerling van Regio FoodValley
FoodVALLEy: KEnnISInTEnSIEVE REGIo MET GRoTE AMBITIES
Kennisontwikkeling en kennistoepassing in de
agrifoodsector, dat zijn de sterke punten van Regio
FoodValley, waarin de gemeenten Barneveld, Ede,
Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veen-
endaal en Wageningen samenwerken.
Regiovoorzitter Cees van der Knaap, tevens bur-
gemeester van Ede, en programmamanager
Arnoud Leerling zijn bevlogen pleitbezorgers
voor hun regio. Als het aan hen ligt, wordt de
FoodValley regio hét agrifoodcentrum van Euro-
pa en de internationale topregio voor kennis en
innovatie in gezonde en duurzame voeding.
Met als mogelijke toekomstige trekpleister het World Food Center, waarvoor Regio FoodValley
zich kandidaat heeft gesteld. Ede is de beoogde
vestigingsplaats van het WFC. Van der Knaap:
“Het WFC hoort thuis in deze regio. Dit gebied
richt zich volledig op de Topsector Agri&Food,
beschikt over topbedrijven en -instellingen én
heeft een open innovatieklimaat.”
“Op de as Ede-Wageningen liggen alle ingre-
diënten voor kennisontwikkeling en -toepassing”,
zegt Van der Knaap. “Van praktijkonderwijs, vmbo
en hbo tot en met universiteit. Samen met de
Raad van Bestuur van Wageningen UR zijn we
bezig de integratie van die verschillende kennisin-
stellingen te versterken, zodat mbo’s, hbo’s en ken-
nisinstellingen in Wageningen, waaronder de uni-
versiteit, elkaar weten te vinden.”
Dat levert veel bedrijvigheid op. Van der Knaap:
“Twee campussen zijn in ontwikkeling. In
Wageningen voor universitair onderwijs en in
Ede voor vmbo, mbo en hbo. Daaromheen
komen allerlei activiteiten, zoals studentenhuis-
vesting en startende bedrijfjes. We hopen in
onze regio meer van dergelijke clusters te krij-
gen, die we gaan verbinden tot een netwerk.”
De clustering en samenwerking gaan uiteraard
verder dan Wageningen en Ede. “Veenendaal
profileert zich als ICT-cluster”, illustreert Leer-
ling. “Eind november is er een ICT-marktplaats
op de campus in Wageningen geweest om ver-
binding te leggen tussen die ICT-bedrijven en
Wageningen UR.” De regio ziet zichzelf graag
als gastheer voor nieuwe initiatieven in de agri-
foodsector. “We hebben hier veel verschillende
bedrijven uit de hele keten. Kennisdelen doe je
alleen met mensen die je vertrouwt. Dat is mak-
kelijker als je dicht bij elkaar zit.”
Meer weten over het World Food Center? Kijk op
www.foodexperiencecenter.com
‘op de as Ede-Wageningen liggen alle ingrediënten voor
kennisontwikkeling en -toepassing’
de FoodValley regio, op en rond de as Ede-Wageningen, zit boordevol agrifoodkennis. Regio FoodValley, een samenwerkingsverband van acht gemeenten, werkt hard aan de clustering en integratie van bedrijven en kennisinstellingen. “Een topregio voor een topsector”, zeggen Cees van der Knaap en Arnoud Leerling.
Cees van der Knaap (links) en Arnoud Leerling
REGIo FoodVALLEy En
STIChTInG Food VALLEy
Regio FoodValley is niet hetzelfde als de
stichting Food Valley. Arnoud Leerling: “De
stichting Food Valley stimuleert innovatie en
ondernemerschap in het Nederlandse agri-
food bedrijfsleven door bedrijven doelge-
richt met elkaar en met kennisinstellingen
in contact te brengen, bijvoorbeeld via de
Food Valley Expo en het vormen van (inter)
nationale clusters van bedrijven.” (Inter)nati-
onale bedrijven, van starter tot multinatio-
nal, schakelen de stichting Food Valley in
voor het vinden van de juiste kennis, facili-
teiten en potentiële partners. “Wij als Regio
FoodValley bouwen clusters op regionaal
niveau en faciliteren bezoekers, bedrijven en
kennisinstellingen in de regio, bijvoorbeeld
door te zorgen voor een goede infrastruc-
tuur en huisvesting”, aldus Leerling.
food recruitment - executive search - interim management
member of
015
VMT trends 2013
Bert den uijl en daphne van der hee, duPP: Continu investeren in relatie met arbeidsmarkt
SPECIALISATIE In WERVInG En SELECTIE
Werving en selectie van gekwalificeerd perso-
neel voor de foodsector is een specialisme
geworden. De manier van kandidaten zoeken
bijvoorbeeld, is de laatste jaren sterk veranderd
door de opkomst van internet en sociale media.
Het is niet meer een advertentie plaatsen in
Intermediair en wachten op brieven. “De markt
is nu veel meer versnipperd. Waar kijkt een kan-
didaat op het internet? Waar bereik je hem als je
een vacature hebt? Je hebt veel meer mogelijk-
heden.” Die trends zien oprichter Bert den Uijl
en Daphne van der Hee, van het in food gespe-
cialiseerde wervings- en selectiebureau DUPP
in Wageningen.
Den Uijl: “Door de versnippering is ons net-
werk cruciaal geworden voor het vinden van
goede kandidaten. Wij investeren continu in
onze kennis en onze relatie met de arbeids-
markt. Het is onze kracht dat wij mensen ken-
nen, spreken, weten wat ze doen en contacten
onderhouden. Dat kan met LinkedIn, met een
mailtje, door te bellen of een congres te bezoe-
ken. Door proactief te zijn in die markt vinden
wij voor foodbedrijven geschikte kandidaten.”
Om in de behoefte aan tijdelijk personeel te
voorzien, heeft DUPP een interimafdeling
opgericht. “Doordat veel foodbedrijven erg ‘lean
en mean’ zijn geworden, zijn er intern weinig
mogelijkheden om het tijdelijk wegvallen van
een medewerker op te vangen”, signaleert Den
Uijl. DUPP levert voor die bedrijven snel en
vakkundig een gekwalificeerde interimkandi-
daat. Van der Hee, verantwoordelijk voor inte-
rim: “Een geschikte kandidaat is vaak al binnen
een dag gevonden.” Een andere belangrijke
vraag bij interim is die naar vakspecialisten die
met een frisse blik bij een bedrijf aan het werk
gaan om (productie)processen te verbeteren of
aan te passen.
Den Uijl en Van der Hee zien bij voedingsmid-
delenproducenten een groeiende waardering
voor professionals: mensen die een vak hebben
geleerd, zoals levensmiddelen- en procestech-
nologen. Die waardering uit zich in de grotere
doorgroeimogelijkheden binnen het eigen vak-
gebied in bedrijven.
Den Uijl constateert bovendien een schaarste in
procestechnologen en productontwikkelaars
met vijf tot vijftien jaar werkervaring. “Daar is
veel vraag naar.” Een effect dat de behoefte aan
professionals versterkt, is het uittreden van de
babyboomers. Van der Hee: “Vaak vakmensen
met veel kennis en lange, stabiele carrières. Om
die te vervangen, heb je professionele opvolgers
nodig.”
Een andere trend is internationalisering. Daar-
mee wordt het werven en selecteren van perso-
neel ook meer internationaal. Hoewel de meeste
opdrachten bij DUPP voor de Nederlandse
markt zijn, investeert het bureau ook nadrukke-
lijk in zijn internationale netwerk. Voor het
invullen van internationale vacatures werkt
DUPP samen in de International Food Recruit-
ment Alliance (IFR-A). Dit samenwerkingsver-
band richtte het vier jaar geleden mee op en telt
organisaties in Duitsland, Frankrijk, Denemar-
ken, Polen en het Verenigd Koninkrijk. Den Uijl:
“Het is voor onze klanten zeker een meerwaar-
de dat wij dat internationale netwerk hebben.”
‘In de foodsector groeit de waardering voor specialisten
met vakkennis’
Werving en selectie in de foodsector anno 2013 is een echt specialisme. doordat de arbeidsmarkt minder transparant is geworden en vakspecialisten schaars zijn, betekent werving proactief op zoek gaan naar kandidaten. over trends in de arbeidsmarkt en de aanpak van specialist duPP Food Recruitment.
Bert den uijl en
daphne van der hee
Ongediertebestrijding
Helder en inzichtelijk
Als kwaliteit hoog op uw agenda staat, besteedt u zeker ook aandacht aan het voorkomen van ongedierte in uw bedrijf. Met PestNetOnline van Rentokil Pest Control beschikt u over het meest professionele rapportagesysteem voor de online beheer sing van uw ongediertepreventie en -bestrijding.
PestNetOnline geeft uw organisatie online overzicht van inspecties, advies en maatregelen. U kunt op elk tijdstip inloggen voor een direct en actueel overzicht. In één oogopslag ziet u of er ongedierte activiteit is geweest, welke risicopunten er zijn en welke maat regelen Rentokil Pest Control adviseert of al genomen heeft.
Het systeem geeft de zekerheid dat het beste middel is ingezet voor de effectieve preventie en bestrijding van ongedierte. U maakt voor uzelf en voor anderen al uw inspanningen zichtbaar, hetgeen een positief effect heeft op het kwaliteitsimago van uw bedrijf.
In één muisklik nog meer inzicht!
Meer weten? Bel 0800-Rentokil (0800-7368654)Of kijk op www.rentokil.nl/pestnetonline
PestNetOnline biedt u:
• Een interactieve rapportage met een overzicht van de door Rentokil getroffen maatregelen en de voortgang hiervan.
• Een gedetailleerd overzicht van aanbevelingen dat inzicht geeft in de te nemen acties om risico’s te verminderen.
• Een overzicht van de gebruikte middelen per behandeling.
• Dynamische plattegronden met weergave van de probleem gebieden.
• Trendanalyses, die helpen te anticiperen op potentiële risico’s en te nemen preventieve maatregelen.
• Een zelf in te stellen rapportgenerator die de door u gewenste informatie geeft waar en wanneer u dat wilt.
[WT]adv faci-blad 210x297.indd 1 28-01-2010 09:39:34
017
VMT trends 2013
nicole van Veldhuizen, Rentokil: Geavanceerde systemen voor signalering en rapportage
onGEdIERTEBESTRIJdInG AAnToonBAAR MAKEn
Voedingsmiddelenproducenten focussen sterk
op kwaliteit, voedselveiligheid, hygiëne en
effectiviteit. Die trends ziet Nicole van Veldhui-
zen, marketing director Benelux van Rentokil
Pest Control, bij haar klanten. “Continu is er
druk om goedkoper te produceren met behoud
van kwaliteit. Aantoonbaarheid is heel belang-
rijk om te voldoen aan de steeds strengere nor-
men, zoals die van het British Retail Consorti-
um (BRC). De aan- of afwezigheid van onge-
dierte en genomen acties moeten aantoonbaar
zijn.” Als specialist met het ISO 22000-certifi-
caat maakt Rentokil de maatregelen voor onge-
diertepreventie en -bestrijding aantoonbaar.
Van Veldhuizen: “Volgens de normen van
audit instanties moeten bedrijven hun onge-
diertepreventie en -bestrijdingsplan inrichten
op grond van de plaagdierrisico’s die ze hebben.
Dat moet vanuit drie punten: het productiepro-
ces, de inrichting van de locatie en de omge-
ving. Rentokil heeft daarvoor de Plaagdier Risi-
co Inventarisatie ontwikkeld. We brengen eerst
gedetailleerd in kaart hoe de situatie in het
bedrijf is. Vervolgens evalueren we die inventa-
risatie met de klant. Zo nodig kan daarna het
preventie- en bestrijdingsplan worden aange-
past.”
“Binnen de risico-inventarisatie is er een toene-
mende aandacht voor wering”, geeft Van Veld-
huizen een andere trend aan. Met wering
bedoelt ze het voorkómen van een besmetting,
door plaagdieren buiten te houden. ”De extra
aandacht komt ook vanuit de overheid”, aldus
Van Veldhuizen. “Wat Rentokil op dit vlak doet?
We adviseren klanten wat ze kunnen doen aan
wering. We stellen een plan van aanpak op en
helpen de klant met het uitvoeren van de
weringsmaatregelen.”
Als antwoord op de trend om ongediertepre-
ventie en -bestrijding aantoonbaar te maken,
biedt Rentokil zijn klanten een online rapporta-
geprogramma. “PestNetOnline is continu
beschikbaar en geeft realtime informatie”, legt
Van Veldhuizen uit. “Daarmee kan een foodbe-
drijf aantonen dat het in bepaalde ruimtes geen
last heeft gehad van ongedierte. Heeft het
bedrijf wel last gehad, dan kan het aantonen
wanneer en waar dat precies was. Ook zijn de
genomen maatregelen om de last te voorko-
men, in PestNetOnline terug te vinden.”
De nieuwste ontwikkeling voor 2013 is dat de
vangst van muizen automatisch wordt geregis-
treerd en doorgegeven aan PestNetOnline met
de zogeheten Radar Connect. De Radar is een
gifvrije unit waarin muizen worden gevangen
en op een humane manier (met drijfgas) wor-
den gedood. Van Veldhuizen: “In de nieuwste
generatie van de Radar hebben we deze unit
gekoppeld aan ons digitale rapportagesysteem.
Zo kan een bedrijf 24 uur per dag, zeven dagen
per week aantonen dat er geen muizenoverlast
is. Is er wel overlast, dan wordt dit direct gesig-
naleerd en gerapporteerd. Aansluitend kunnen
er aanvullende maatregelen genomen worden
om een plaag te voorkomen.”
‘om ongediertepreventie en -bestrijding aantoonbaar te maken, heeft Rentokil een
online rapportageprogramma’
Bedrijven in de voedingsmiddelensector moeten aantoonbaar werken aan ongediertepreventie en -bestrijding om te voldoen aan de normen van auditinstanties voor kwaliteit en voedselveiligheid. Preventie- en bestrijdingsexpert Rentokil helpt hierbij met geavanceerde registratiesystemen en risico-inventarisaties.
nicole van
Veldhuizen
ProjectenBehalen van BRC, IFS, FSSC 22000 en alle overige standaarden is voor ons dagelijks werk.
InterIm, (deeltIjd)detacherIngen coachIngTijdelijke inzet van ervaren specialisten.
outsourcIng van de kwalIteItsafdelIngBij uitbesteding zorgen wij altijd voor kennis en continuïteit.
geautomatIseerde Qa-oplossIngenWij automatiseren uw kwaliteit.
partner In productontwIkkelIngWij ontwikkelen producten waardoor u uw concurrent altijd een stap voor bent.
mvo & duurzaamheIdWij zorgen ervoor dat u aan de eisen van verantwoord ondernemen voldoet.
kennIs up-to-date houdenDoor onze trainingen en e-learning blijft uw kennis altijd up-to-date.
Door onze persoonlijke inbreng en verrassende werkwijze regelen wij de beste zorg voor
kwaliteit, voedselveiligheid, productontwikkeling, duurzaamheid en geautomatiseerde QA-oplossingen voor bedrijven in de levensmiddelenindustrie.
altIjd dIchtbIjUniek vestigingennetwerk in het westen, noordoosten en zuiden van het land
audIts & InspectIesWij houden u continu op de hoogte van uw risico’s.
W www.bureauvoorkwaliteitszorg.nlt (073) 5530675
Bel ons gratis: 0800
25 22373
019
VMT trends 2013
Michel Brinkhorst, Bureau voor Kwaliteitszorg: ‘Groei flexibel inhuren QA-specialisten’
CoMPLExITEIT KWALITEITS-MAnAGEMEnT nEEMT ToE
In 2013 zullen bedrijven goedkoper en efficiën-
ter moeten produceren, signaleert directeur
Michel Brinkhorst van het Bureau voor Kwali-
teitszorg. “Wij spelen daarop in door kwaliteits-
managementsystemen makkelijker in te richten
en door verdergaande QA-automatisering.
Bedrijven hebben daar behoefte aan. Ze vragen
ons of het eenvoudiger en goedkoper kan.” BK is
met zijn veertig consultants en vijftien labmede-
werkers gespecialiseerd in (deeltijd)detachering,
outsourcing van kwaliteitsafdelingen, kwaliteits-
management, procesbeheerssystemen, certifice-
ring, audits en inspecties, microbiologie, pro-
ductontwikkeling en trainingen. Het telt vesti-
gingen in het westen, zuiden en noordoosten
van het land.
Brinkhorst ziet dat de ISO standaard FSSC
22000 terrein wint in de voedingsmiddelensec-
tor en dat meer voedingsmiddelenproducenten
overstappen naar deze standaard voor kwali-
teitsmanagement en voedselveiligheid. “Zeker
nu de nieuwe en zeer strenge norm uit is van
het British Retail Consortium, BRC6, worden de
gestelde eisen voor sommige bedrijven wel heel
ingewikkeld. FSSC 22000 is een goed alterna-
tief. Deze standaard geeft net iets meer ruimte
voor eigen interpretatie en is door de GFSI
(Global Food Safety Initiative) goedgekeurd.
Weinig retailers zullen deze niet accepteren.”
Door de toenemende druk op kwaliteits- en
voedselveiligheidsvraagstukken is er ook meer
vraag naar het flexibel inhuren van deskundi-
gen op dit gebied, aldus Brinkhorst. “Doordat
de complexiteit toeneemt, gaan bedrijven meer
outsourcen. Of ze nemen een coach voor de
kwaliteitsmanager. Daarvoor hebben wij door-
gewinterde, hoogopgeleide QA-specialisten in
dienst, die ook als meewerkend coach kunnen
optreden. Die werkt bijvoorbeeld acht uur per
week mee aan complexe vraagstukken. In ande-
re gevallen is de coach een achtervang, wanneer
tijdelijk meer capaciteit nodig is.”
Het vinden van de beste coach voor een
bepaald bedrijf is de uitdaging voor Brinkhorst.
“Het moet wel klikken natuurlijk. We proberen
steeds weer de puzzelstukjes op de juiste plek te
leggen en persoonlijk en flexibel te zijn.”
Verder ziet de directeur een toenemende vraag
naar specialisten in plaats van generalisten. En
dan bedoelt hij product- en/of processpecialis-
ten. “De QA-manager moet het product goed
kennen; hij of zij moet snappen waar het over
gaat. We willen die diepgang bieden met pro-
duct- en proceskennis.”
“We denken dat de trend van maatschappelijk
verantwoord ondernemen (MVO) en duur-
zaamheid doorzet”, haalt Brinkhorst een andere
ontwikkeling aan. “Bedrijven vragen zich af wat
dit voor hen inhoudt. Wij faciliteren daarin. Nu
gaat het vaak slechts om een klein percentage
van duurzame producten binnen het assorti-
ment van een bedrijf. Dat moet in de toekomst
meer body krijgen.” De rol van BK hierin is het
meedenken, haalbaarheidsstudies uitvoeren,
beleid opstellen, het geheel ten uitvoer brengen
en de ontwikkeling van duurzamere producten.
Maar hebben bedrijven hier budget voor?
Brinkhorst: “Gelet op de plannen van bijvoor-
beeld Ahold voor 2014 op het gebied van duur-
zaamheid, moeten producenten wel mee. En je
kunt ook creatief zijn. Het hoeft geen tonnen te
kosten. Je moet praktisch denken: wat doe je al
aan duurzaamheid? Onze mensen zijn daar
heel kundig in.”
‘FSSC 22000 is een goed alternatief voor BRC. Weinig
retailers zullen dit niet accepteren’
Terwijl de normen voor kwaliteit en voedselveiligheid steeds strenger worden en in aantal toenemen, moeten bedrijven steeds goedkoper en efficiënter produceren. oplossingen van Bureau voor Kwaliteitszorg zijn het vereenvoudigen van managementsystemen, het flexibel inzetten van QA-specialisten en QA-automatisering.
Michel Brinkhorst
Organisaties werken continu aan verbetering van kwaliteit van hun producten en diensten om zo hun toekomst veilig te stellen. Kiezen voor innovatie en ontwikkeling is een uitdagend proces. Het nodigt uit om nieuwe, onbekende wegen in te slaan bij het verkennen van mogelijke oplossingen en kansen. Maar kiezen is ook lastig. Hoe bepaal je welke (duurzame) opties, alternatieven en uitdagingen levensvatbaar zijn en welke niet? Want elke keuze binnen een ontwerpproces heeft immers financiële impact en beïnvloedt de winstprognose van een organisatie
Royal HaskoningDHV is uw deskundige partner bij innovatietrajecten. Wij begrijpen onze klanten en hun wensen en helpen bij het integraal ontwerpen van nieuwe processen. Van marktontwikkeling tot duurzaam eindproduct. Van pilot tot effectieve productiesystemen. Met onze innovatieve benadering en focus op het leveren van werkbare oplossingen helpen wij klanten over de hele wereld bij het bereiken van hun ambities.
In dit interactieve proces spelen eenduidige communicatie met onze (interne) klant, kennis van de markt en beschikbare faciliteiten een leidende rol. Door nauw samen te werken bereiken we méér en vinden we samen oplossingen voor complexe vraagstukken.
De consultants van Royal HaskoningDHV helpen u graag bij het vinden én realiseren van uw ultieme oplossing.
royalhaskoningdhv.com
Integraal ontwerpen binnen voeding
021
VMT trends 2013
Wil duivenvoorden en Lars Crombach, RoyalhaskoningdhV: ‘Wij houden altijd rekening met duurzaamheid’
GLoCALISATIE TREnd VAn dE ToEKoMST
Medio 2012 werd de fusie tussen RoyalHasko-
ning en DHV afgerond. Zo ontstond een
onderneming met 8.000 medewerkers en kan-
toren in 35 landen, met een groot netwerk en
dito expertise. Dit houdt ook in het gebruiken
van elkaars kennis op het gebied van duur-
zaamheid, legt Wil Duivenvoorden, directeur
Business Development, uit.
RoyalHaskoningDHV houdt zich bezig met het
verwaarden van afvalstromen in de keten en
energievraagstukken. Hoe bijvoorbeeld energie
duurzaam opwekken voor de voedingsindus-
trie? Meerdere keren neemt Duivenvoorden het
woord ‘cradle to cradle’ in de mond. Het liefst
bouwt de onderneming al haar productieloca-
ties volgens dit principe: werken met gesloten
ketens, waarbij afval niet bestaat. Een voorbeeld
van verwaarding van ‘afval’ is een project in
Tanzania. Onderzocht is hoe op het afvalwater
van een bierbrouwerij algen kunnen groeien
die weer als visvoer dienen in een visvijver. “We
streven altijd naar hergebruik van nutriënten.
Het maakt niet uit waar de fabriek staat”, zegt
Duivenvoorden.
Maar het hangt er ook vanaf wat de klant wil. Hij
is nog altijd koning. Medewerkers leggen daar-
om hun oor te luister op de productievloer en
niet alleen in de kantoren. “De klant is erg pro-
ductgeoriënteerd. Wij kijken ook naar de randap-
paratuur, het hele proces, om dan in overleg de
juiste oplossing te kiezen”, zegt directeur Light
Industry and Food & Beverages Lars Crombach.
Voor de klant komt duurzaamheid niet altijd op
de eerste plaats en dat heeft te maken met de
lokale situatie. Voor een Russische klant zet
RoyalHaskoningDHV drie fabrieken (vlees, rijst
en groente en fruit) neer in Dagestan. “Het is
belangrijk de lokale randvoorwaarden te begrij-
pen. In Dagestan is arbeid goedkoop. Dus auto-
matiseer je niet de hele fabriek. Maar het ont-
werp moet wel de mogelijkheid bieden om de
productie in de toekomst volledig te automati-
seren of duurzamer te maken”, zegt Crombach.
De situatie ter plaatse goed aanvoelen, betekent
ook iets terugdoen voor de lokale bevolking. “In
een gebied met waterschaarste kun je bijdragen
aan de lokale waterwinning door in plaats van
100.000 kubieke meter water per jaar op te
pompen – nodig voor de productie – 200.000
kuub naar boven te halen. Zo geef je als bedrijf
een positief signaal af naar de lokale bevolking”,
vertelt Crombach.
Food is een groeimarkt, zeker met de toekom-
stige voedselschaarste in het vooruitzicht, stelt
Duivenvoorden. Voor het ‘stabiele’ Europa ziet
RoyalHaskoningDHV mogelijkheden voor ver-
duurzaming en innovatie. In de opkomende
landen zal nog veel productieuitbreiding plaats-
vinden, maar ook daar zullen uiteindelijk duur-
zame oplossingen de boventoon voeren. Voor
de verre toekomst verwacht de multinational de
trend ‘glocalisatie’. Globale problemen, zoals
water en voedsel, lokaal aanpakken. “Met part-
ners, want problemen worden te breed en com-
plex om alleen op te lossen. Integrale oplossin-
gen voor de voedselketen waarbij veel partijen
betrokken zijn, zijn onontkoombaar”, aldus
Crombach.
‘We streven altijd naar hergebruik van nutriënten’
Sinds de fusie eerder dit jaar, is RoyalhaskoningdhV meer dan ooit overal op de aarde aanwezig. Verwaarding, ‘cradle to cradle’ en andere vormen van verduurzaming zijn nog niet in alle werelddelen even belangrijk, zo signaleert het projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureau. Globale problemen lokaal aanpakken, heeft echter wel de toekomst.
Wil duivenvoorden
(links) en Lars
Crombach
Procestechniek en kwaliteitsoplossingen van A tot Z
Op FOODTECH worden nieuwe technologieën en de laatste ontwikkelingen gepresenteerd op het gebied van o.a. energiezuinig en ef� ciënt produceren, meet- en inspectieapparatuur, voedselveiligheid, afvalwaterbehandeling en verpakken. Tot de bezoekersdoelgroep behoren: directieleden en professionals uit de voedselproducerende en -verwerkende industrie, zoals proces- en voedingsmiddelentechnologen, kwaliteitsmanagers, projectleiders, verpakkingsspecialisten en overige technici die op zoek zijn naar oplossingen voor hun branche speci� eke uitdagingen.
www.easyFairs.com/FOODTECH-NL
WAREN ALLE VAKBEURZEN MAAR ZO GEMAKKELIJK!
FOODTECH2013
DE NEDERLANDSE VAKBEURS VOOR TECHNOLOGIE & INNOVATIE IN DE VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE
15 & 16/05/2013 • AUTOTRON ROSMALEN
210_297_FT_2013_NL_NL.indd 3 27/11/2012 14:35:11
023
VMT trends 2013
Wilma heebink, easyFairs: Vakbeurzen hele jaar platform voor exposanten en bezoekers
LIVE CoMMunICATIE BLIJFT onTzETTEnd BELAnGRIJK
“Waar vroeger bijna het hele bedrijf op beurs-
bezoek ging, gaan er nu nog maar een of twee
mensen. Bij FOODTECH zijn dat de personen
die verantwoordelijk zijn voor kwaliteit en (pro-
ces)techniek van voedingsmiddelenproducen-
ten”, constateert Wilma Heebink, Business
Development manager bij beursorganisator
easyFairs Netherlands in Oosterhout. easyFairs
organiseert in Nederland naast FOODTECH
onder meer EMPACK, SOLIDS en PUMPS &
VALVES. “Wij zijn ervan overtuigd dat live com-
municatie nooit verloren zal gaan; face-to-face
contact blijft belangrijk, zowel in de oriëntatie-
als aankoopfase.”
De meerwaarde van een beursbezoek ligt vol-
gens Heebink vooral in de eerste fase van de
oriëntatie op de oplossing van een probleem of
het zoeken naar een product. “Als je precies
weet wat je zoekt, kijk je op internet. Weet je
nog niet wat je zoekt of waar je moet zoeken,
dan ga je naar een beurs. Daar komen de oplos-
singen soms uit onverwachte hoek. Bezoekers
hebben vaak met complexe problemen te
maken waar geen kant-en-klare oplossingen
voor bestaan. Juist daarom is die live communi-
catie zo belangrijk. Door te praten met iemand,
kom je tot een oplossing.”
De live beurs mag dan belangrijk blijven, de
ontwikkeling stopt daar niet. Heebink: “We blij-
ven doorontwikkelen als beursorganisator. We
zijn 365 dagen per jaar een platform voor expo-
santen en bezoekers, waar ze terecht kunnen
voor informatie. We investeren veel in online
communicatie en systemen. Deelnemende
bedrijven zijn het hele jaar aanwezig op de
beurswebsite. Die twee dagen live is de kers op
de taart.”
Elke exposant krijgt een eigen webpagina op de
beurssite waar hij zijn productenaanbod actueel
kan houden en persberichten kan plaatsen. “Zo
bereikt hij een breder publiek dan via zijn eigen
bedrijfswebsite”, stelt Heebink, “want de bezoe-
kers van onze beurzen zijn niet per definitie de
bezoekers van zijn eigen site. Daarnaast hebben
we onze beurssystemen zo geïntegreerd dat
elke exposant, door alle bezoekers van onze
beurswebsites, door alle beurzen en landen
heen, wordt gevonden. Als een exposant bij-
voorbeeld een waterpomp heeft opgeladen op
zijn beurspagina op FOODTECH, en een
bezoeker van PUMPS & VALVES in België een
waterpomp zoekt en dat intypt, dan komt die
exposant van FOODTECH ook naar boven.”
easyFairs, onderdeel van de Artexis Group, orga-
niseert meer dan honderd vakbeurzen in zes-
tien landen.
Ook in sociale media als LinkedIn speelt easy-
Fairs een actieve rol. “We hebben aparte
LinkedIn-groepen voor onze beurzen. Via die
groepen brengen we bezoeker en exposant met
elkaar in contact. Een van de nieuwe modules die wordt geïntegreerd in onze beurswebsites,
maakt mogelijk dat bezoekers voorafgaand aan
hun beursbezoek afspraken kunnen plannen
met exposanten en offertes kunnen aanvragen.
Bezoekers willen gerichter een beurs bezoeken.
Ook nieuw is de easyFairs app voor smartpho-
nes, waarin het hele beursportfolio, inclusief
plattegronden, exposantenlijsten en lezingen-
programma’s, overzichtelijk in kaart is
gebracht.”
‘Juist door op een beurs live te communiceren, kom je tot
een oplossing’
de vakbeurs volgens easyFairs draait 365 dagen per jaar op internet. de twee dagen live beurs zijn het feestje voor de sector. Bezoekers en exposanten ontdekken al pratend en kijkend oplossingen voor kleine en grote uitdagingen.
Wilma heebink
TNO Triskelion offers an unparalleled portfolio of know-how, technologies and services to support the food industry in the following fields:
FOOD OPERATIONS AND PRODUCTION SUPPORT SERVICESEmergency Response Service: 24/7 issue and crisis management support for food industryNutrient analysis: full analytical label claim support
acids, fatty acid profiles, etc)
glucosamine, chondroitin)Packaging research: compliance of food contact materials, migration testing, petitions, toxicological assessment, NIAS, forest of peaks, etc
PRODUCT DEVELOPMENT AND IMPROVEMENTFood mapping: identifying analytical markers for attributes related to
Allergenicity: assessment of the potential allergenicity or hypo-allergenic
Discovery: screening platforms for health promoting ingredients
FULL SPECTRUM OF REGULATORY SAFETY STUDIESExtensive experience in GLP certified Food Toxicology testing combining nutritional knowledge and toxicological expertise
combinations in study design
on top of natural-ingredient diet or preparation of purified AIN-93 based diets)
Experts in food and feed-related toxicological risk assessment and
YOUR CONSULTING PARTNER IN FOOD QUALITY & SAFETY
TNO Triskelion is a contract research
analytical chemistry and chemical
Triskelion is to guarantee the quality and safety of food ingredients, food products, chemical substances and
FOR MORE INFORMATION, PLEASE CONTACT US
Visiting address Postal address
The Netherlands The Netherlands
0793_TNOT_Adv_175x240.indd 1 28-03-2012 14:34:19
025
VMT trends 2013
Martin ham, Tno Triskelion: kwaliteit en veiligheid borgen en verbeteren
AnALySES ondERBouWEn GEzondhEId En VEILIGhEId
Weliswaar voorzichtig, maar de eerste stappen
worden gezet. Zo omschrijft Martin Ham, Busi-
ness Development manager bij TNO Triskelion,
de houding van foodbedrijven als het gaat om
claims rond gezonde voeding. “Wij zien een
stapsgewijze aanpak. Bewijs moet er zijn om
een volgende stap te rechtvaardigen. Is er een
werkzame stof? Zo ja, is deze biobeschikbaar?
Komt de stof vervolgens daar waar de werking
gewenst is?” TNO Triskelion helpt bedrijven
met een wetenschappelijke onderbouwing van
de gezondheidsclaims.
Voor de zoektocht naar natuurlijke, functionele
ingrediënten geldt eveneens dat karakterisering
en de veiligheidsbeoordeling uiteindelijk bepa-
len wat er op ingrediëntniveau terug is te zien
op het ‘clean label’. Ham: “Neem bijvoorbeeld
een plantenextract. Wat zit daar nu werkelijk
aan bioactieve stoffen in en is het veilig? Als
frontrunner passen wij nieuwe methodieken
toe om complexe mengels op veiligheid te
beoordelen.
De beoordeling of er geen stoffen aanwezig zijn
die een gevaar vormen voor de gezondheid,
speelt ook bij verpakkingsmaterialen. Opmerke-
lijk is dat de trend nu is dat daarbij ook wordt
gekeken naar zogenoemde nias: non intentially
added substances. “Dit kunnen bijvoorbeeld
afbraakproducten zijn of nieuwe stoffen die als
gevolg van verhitting gevormd zijn. Of dit al of
niet een risico vormt, kan straks met de bij TNO
in ontwikkeling zijnde TTC methode (Treshold
of Toxicological Concern) worden beoordeeld”,
vertelt Ham. “De EFSA heeft recentelijk richtlij-
nen gepubliceerd voor het gebruik van de TTC-
methodiek bij het inschatten van mogelijke
gezondheidsrisico’s van blootstelling aan stoffen
die in levensmiddelen of diervoeders voorko-
men.”
De trend naar het gebruik van nieuwe eiwitten
wil nog niet doorbreken. Eiwitten uit insecten,
algen of erwten? Voor consumenten is dit alle-
maal nog ver weg, meent Ham. Een groeiende
wereldbevolking zal hier verandering in bren-
gen. Het voedselvraagstuk bewerkstelligt naar
zijn mening ook een licht veranderende houding
ten aanzien van genetische modificatie. “De dis-
cussie zal weer op gang komen. Denk aan gm-
gewassen die met minder water toekunnen.
Want kunnen we het groeiend aantal monden
met traditionele intensivering voeden?”
Het verbod op het hergebruik van dierlijk eiwit
voor veevoeder, ingesteld sinds de BSE-crisis,
zal in stappen worden opgeheven. “Bruikbare
afvalstromen worden nu onvoldoende benut.
Een door TNO ontwikkelde en inmiddels geva-
lideerde PCR-methode kan DNA van herkau-
wers identificeren. Daarmee zijn reststromen
die goed geborgd en veilig zijn, weer in dier-
voeders te verwerken”, aldus de manager.
Een geheel andere vorm van dienstverlening
van TNO Triskelion is de Emergency Response
Service. Deze dienst biedt 24 uur per dag en 7
dagen per week ondersteuning voor incidenten
bij bedrijven. Een multidisciplinair team helpt
bij een snelle diagnose. Ham ziet hier de trend
van groeiend professionalisme in de bedrijven.
“Het gaat niet meer over recalls en incidenten
alleen. Trouble shooting neemt toe en de
opvolging van issues is steeds professioneler.”
‘Wij willen frontrunner zijn bij de toepassing van nieuwe
methodieken voor veiligheidsbeoordeling’
Voedingsmiddelenbedrijven zetten weer voorzichtige stappen op het terrein van gezondheidsbevorderende ingrediënten. daarnaast staan natuurlijke ingrediënten en nieuwe eiwitten in de belangstelling. dit vraagt om wetenschappelijk onderbouwde kennis. de analytische expertise van Tno Triskelion waarborgt de kwaliteit en veiligheid.
Martin ham
026
Ron de Keersmaeker, directeur Tetra Pak Processing Systems Benelux: ‘Snelheid bij investeren is geboden’
KAnSEn dooR ‘MELKTSunAMI’
Bedrijven treffen nu de nodige maatregelen
voor de naar schatting 20% meer volume aan
melk die vanaf 2015 op de markt komt als de
melkquotering wordt afgeschaft, zo ondervindt
Ron De Keersmaeker. Tetra Pak Processing Sys-
tems is gespecialiseerd in productie-oplossin-
gen die kunnen variëren van procescomponen-
ten tot complete turn key-projecten. De focus
ligt daarbij op efficiency door middel van pro-
cesautomatisering, traceability en serviceverle-
ning. Melkverwerking vormt naast de productie
van kaas, prepared foods, ijs en dranken het
werkgebied van Tetra Pak Processing Systems.
De Keersmaeker ziet goede afzetmogelijkheden
voor de extra melkplas, mits gevaloriseerd en
houdbaar gemaakt. “In Azië is een enorme
markt aan het ontstaan door urbanisatie en een
nieuwe middenklasse die opstaat. Verpoederen
is een uitstekende manier om melk naar dit
werelddeel te exporteren. Maar denk daarbij
niet alleen aan melkpoeder. Baby- en kinder-
voeding veroveren daar snel de markt. Houdba-
re producten met hoge toegevoegde waarde.”
Dat deze markt juist voor buitenlandse produ-
centen booming is, komt mede door het gerin-
ge vertrouwen in eigen fabrikaat na crises als de
melamine-affaire in China. Nederlandse bedrij-
ven spelen met hun investeringen in op de ver-
anderende situatie. Snelheid is daarbij volgens
de directeur geboden.
Om kaas te maken is veel melk nodig. Liggen
daar kansen met extra melkvolume? “Kaas is, op
een enkele uitzondering na, een commodity
geworden en in Azië is er nog geen grote markt
voor”, antwoordt De Keersmaeker. Om volume
weg te werken is kaasmaken volgens hem een
optie, “maar het moet dan wel ‘mega-efficiënt’
gebeuren om er geld mee te verdienen.” Illus-
tratief hiervoor is dat Tetra Pak momenteel de
grootste productielijn voor Goudse kaas ter
wereld bouwt. Het ‘bijproduct’ van het kaasma-
ken, wei, wordt door valorisatie belangrijker.
Soms is de wei zelfs meer waard dan de kaas,
vertelt De Keersmaeker.
Voor UHT-melk ziet hij wel mogelijkheden op
de Aziatische markt. “Ook daar komt grote
vraag naar. Er wordt twee tot drie euro per liter
voor betaald.” De conclusie van de manager is
dat het voorziene melkoverschot een melk-
schaarste kan blijken te zijn.
Een aandachtspunt bij de hoogwaardige tech-
nologie en dito automatisering die Tetra Pak
Processing Systems levert, is het technisch
geschoold persoon dat hiervoor nodig is. Hier-
aan ontstaat een groot tekort. Het bedrijf inves-
teert daarom volop in mensen. “Onze key
account approach, waarbij wij wereldwijd onze
producten opvolgen, waar bedrijven zich ook
vestigen, vereist dit. En voor de service-contrac-
ten geldt hetzelfde.”
Via partnerships kunnen klanten hier hun voor-
deel mee doen: “Met onze schaalgrootte – meer
dan 20.000 medewerkers wereldwijd – benut-
ten we onze expertise breed en slim door men-
sen op verschillende plaatsen in te zetten”, aldus
De Keersmaeker. Samenwerking garandeert
deze expertise ook voor de klanten van Tetra
Pak. Daarbij biedt de technologie steeds nieuwe
mogelijkheden. “Denk aan allerlei vormen van
onderhoud overnemen op afstand.”
‘het voorziene melkoverschot kan een melkschaarste blijken
te zijn’
de ‘tsunami’ van melk die na het afschaffen van de melkquota in 2015 op ons af komt, leidt nu tot investeringen in de zuivelindustrie. Kansen te over in vooral de Aziatische markt, zo meent Ron de Keersmaeker, directeur Tetra Pak Processing Systems Benelux. hij spreekt van ‘booming business’.
Ron de Keersmaeker
AUTOMATED POWDER HANDLING SOLUTIONS
Whatever your powder needs, Tetra Pak can deliver what it takes. From
Tetra Guerin turn-key powder solutions to specifi c powder components.
Backed by decades of dedication to serving powder producers. We offer
reliable, sanitary, effi cient solutions for each part of your process:
Storage, Receiving, Transfer, Dosing, Mixing, Packaging.
In our Process Development Centres you are able to validate your
future production line.
To fi nd out more, please contact us at :+31 30 634 99 [email protected]
www.tetrapak.nl
Tetra Pak, , PROTECTS WHAT’S GOOD and Tetra Guerinare trademarks belonging to the Tetra Pak Group.
Deze bijeenkomst bijwonen?
Eenvoudig inschrijven kan op 3 manieren:
1. Website: www.vmt.nl/foodevent
2. E-mail: [email protected]
3. Telefoon: (010) 289 40 08
Vakkundig, verdiepend, verbindendOp 26 maart 2013 vindt het VMT Food
Event plaats. Het Food Event 2013 focust op
de toekomst. Met verdieping op de thema’s
duurzaamheid, product- en procesinnovatie,
voedselveiligheid, kwaliteit en technologie sluit
het event aan bij de dagelijkse praktijk van de
foodindustrie. Signaleren, oplossingen bieden
en vernieuwen via kennis en innovatie, staan
centraal in de lezingen, discussies en contacten
die op de beursvloer worden gelegd.
Inhoudelijk sterk programma met hoogge-•
kwalifi ceerde sprekers
Praktische en diepgaande kennis •
Netwerken met collega’s •
Kennisaanbod op de informatiemarkt•
Afsluitende culinaire amuseborrel•
Na de fi les naar huis rijden•
Ontvang nu gratisBij deelname aan het Food Event 2013 ontvangt
u nu VMT Ingrediëntenwijzer t.w.v. € 82,50
gratis. VMT Ingrediëntenwijzer is de gids voor
grondstoffen, ingrediënten en additieven voor
de voedingsmiddelenindustrie met het meest
complete E-nummers overzicht.
PrijzenAbonnees betalen voor deelname € 599,- (i.p.v.
€ 750,-).* Als u zich aanmeldt voor 7 januari
2013 ontvangt u € 100,- korting op deze
prijzen en gratis VMT Ingrediëntenwijzer
cadeau.
*prijzen zijn incl. documentatie en catering en excl. btw.
Noteer in uw agenda:
26 maart 2013
Kijk voor het actuele programma op: www.vmt.nl/foodevent
Wilt uw organisatie zich profi leren
tijdens het VMT Food Event 2013?
Verkoopleider VMT
Lian Gebhardt, 010 - 289 40 84
Media-adviseur VMT
Monique van Neutegem, 06 - 504 494 02
€ 100,-vroegboekkorting+ gratisVMT Ingrediënten-wijzer t.w.v. € 82,50 cadeau
40-121128-02 Food Event 2013.indd 1 28-11-12 16:11:51