voor de gebruiker van de installatie vitotronic 100, type gc1b … · 2019-05-19 · pert. 3. voor...
TRANSCRIPT
Bedieningshandleidingvoor de gebruiker van de installatie
VIESMANN
CV-installatie met regeling voor verhoogde werkingVitotronic 100, type GC1B
VITOTRONIC 100
5589 669 NL 8/2013 Bewaren a.u.b.!
2
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha-melijk letsel en materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschrif-ten
GevaarDit teken waarschuwt voor per-soonlijk letsel.
! OpgeletDit teken waarschuwt voor mate-riële schade en schade aan hetmilieu.
OpmerkingGegevens met het woord "Opmerking"bevatten aanvullende informatie.
Doelgroep
Deze bedieningshandleiding is bedoeldvoor de gebruikers van de verwarmings-installatie.Dit toestel kan ook gebruikt worden doorkinderen vanaf 8 jaar, evenals door per-sonen met beperkte lichamelijke, senso-rische of geestelijke mogelijkheden ofmet een gebrek aan ervaring en kennis,wanneer ze onder toezicht staan vaneen persoon die voor hun veiligheid ver-antwoordelijk is en instructies hebbengekregen over het gebruik van het toe-stel.
! OpgeletKinderen in de buurt van het toe-stel onder toezicht houden.■ Kinderen mogen niet met het
toestel spelen.■ Reiniging en onderhoud
mogen niet door kinderen zon-der toezicht worden uitge-voerd.
GevaarOndeskundig uitgevoerde werk-zaamheden aan de verwar-mingsinstallatie kunnen leiden totlevensgevaarlijke ongevallen.■ Werkzaamheden aan gasin-
stallaties mogen alleen doorerkende installateurs wordenuitgevoerd.
■ Elektrische werkzaamhedenmogen alleen door elektromon-teurs worden uitgevoerd.
GevaarHet toestel produceert warmte.Hete oppervlakken kunnenbrandwonden veroorzaken.■ Toestel niet openen■ Hete oppervlakken aan niet
geïsoleerde buizen, armaturenen rookgasbuizen niet aanra-ken.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid
5589
669
NL
3
Wat te doen bij een gasgeur
GevaarOntsnappend gas kan explosiesveroorzaken met zeer ernstigeverwondingen als gevolg.■ Niet roken! Vermijd open vuur
en vonkvorming. Druk nooit opschakelaars van verlichting enelektrische toestellen.
■ Gaskraan sluiten.■ Ramen en deuren openzetten.■ Personen verwijderen uit de
gevarenzone.■ Gas- en elektriciteitsbedrijf en
installatiebedrijf buiten hetgebouw informeren.
■ Stroomvoorziening naar hetgebouw vanaf een veiligeplaats (buiten het gebouw)laten onderbreken.
Wat te doen bij een rookgasgeur
GevaarRookgas kan levensbedreigendevergiftiging veroorzaken.■ Verwarmingsinstallatie uit-
schakelen.■ Plaats van installatie ventile-
ren.■ Deuren van woonverblijven
sluiten.
Wat te doen bij brand
GevaarBij brand bestaat gevaar voorverbranding en explosie.■ Verwarmingsinstallatie uit-
schakelen.■ Afsluitkleppen in de brandstof-
leidingen sluiten.■ Gebruik een gekeurde brand-
blusser (brandklasse ABC).
Wat te doen bij storingen aan de CV-installatie
GevaarStoringsmeldingen wijzen opdefecten aan de CV-installatie.Onopgeloste storingen kunnenlevensgevaarlijke gevolgen heb-ben.Storingsmeldingen niet meer-maals kort na elkaar bevestigen.Installatiebedrijf op de hoogtebrengen zodat deze de oorzakenkan analyseren en het defect kanverhelpen.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid (vervolg)
5589
669
NL
4
Eisen aan de verwarmingsruimte
GevaarGesloten ventilatieopeningen lei-den tot een gebrek aan verbran-dingslucht. Dat veroorzaaktonvolledige verbranding en devorming van het levensgevaar-lijke koolstofmonoxide.Aanwezige luchttoevoeropenin-gen niet versperren of afsluiten.Achteraf geen wijzigingen aan deconstructie aanbrengen, diegevolgen voor het veilige gebruikkunnen hebben (bijv. verplaatsenvan leidingen, bekledingen ofscheidingswanden).
GevaarLicht onvlambare vloeistoffen enmaterialen (bijv. benzine, oplos-en reinigingsmiddelen, verf ofpapier) kunnen ontploffingen enbranden veroorzaken.Dergelijke stoffen niet in destookruimte en niet in de directeomgeving van de verwarmingsin-stallatie opslaan of gebruiken.
! OpgeletOntoelaatbare omgevingsvoor-waarden kunnen schade aan deverwarmingsinstallatie veroorza-ken en een veilige werkingbelemmeren.■ Voor omgevingstemperaturen
boven 0 °C en onder 35 °C zor-gen.
■ Luchtverontreiniging doorhalogeen-koolwaterstoffen(bijv. in verf, oplos- en schoon-maakmiddelen) en sterke stof-vorming (bijv. door slijpwerk-zaamheden) vermijden.
■ Luchtverontreiniging doorhalogeen-koolwaterstoffen(bijv. in verf, oplos- en reini-gingsmiddelen) en overmatigestofvorming (bijv. door slijp-werkzaamheden) voorkomen.
Afzuigtoestellen
Bij gebruik van toestellen met afvoernaar de buitenlucht (afzuigkap, afzuig-toestel, airconditioning, enz.) kan doorde afzuiging een onderdruk ontstaan. Bijgelijktijdige werking met de CV-ketel kanterugstroming van het rookgas ontstaan.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid (vervolg)
5589
669
NL
5
GevaarGelijktijdige werking van de CV-ketel met toestellen met afvoernaar de buitenlucht kan doorterugstroming van rookgaslevensgevaarlijke vergiftigingenveroorzaken.Neem gepaste maatregelen vooreen voldoende aanvoer van ver-brandingslucht. Neem indiennodig contact op met uw CV-installateur.
Extra componenten, reserveonderde-len en slijtagegevoelige onderdelen
! OpgeletComponenten die niet met deverwarmingsinstallatie zijngekeurd, kunnen leiden totschade aan de verwarmingsin-stallatie of de goede werkingervan belemmeren.Montage resp. vervanging uitslui-tend door het installatiebedrijflaten uitvoeren.
Veiligheidsvoorschriften
Voor uw veiligheid (vervolg)
5589
669
NL
6
Eerst informerenGebruik conform de regelgeving.......................................................................... 8Eerste inbedrijfstelling.......................................................................................... 8Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld...................................................... 8Bijzonderheden bij installaties met meerdere ketels............................................ 9Vaktermen............................................................................................................ 9
Over de bedieningBedieningselementen........................................................................................... 10■ Regeling openen............................................................................................... 10■ Bedieningseenheid........................................................................................... 10Hoe bedienen....................................................................................................... 11Symbolen op het display...................................................................................... 11
In- en uitschakelenCV-installatie inschakelen.................................................................................... 12Verwarmingsinstallatie uitschakelen.................................................................... 13■ Met vorstbescherming....................................................................................... 13■ Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling).................................................... 13
KamerverwarmingGewenste ketelwatertemperatuur instellen.......................................................... 15Werkingsprogramma instellen (kamerverwarming).............................................. 15Kamerverwarming uitschakelen........................................................................... 15
WarmwaterbereidingVereiste instellingen (warmwaterbereiding)......................................................... 17Warmwatertemperatuur instellen......................................................................... 17Werkingsprogramma instellen (warmwaterbereiding).......................................... 17Warmwaterbereiding uitschakelen....................................................................... 18
Overige instellingenTemperatuureenheid (°C/°F) instellen.................................................................. 19Opnieuw naar fabrieksinstelling .......................................................................... 19
OpvragenInformatie opvragen en terugzetten..................................................................... 20Onderhoudsmelding opvragen............................................................................. 22Onderhoudsmelding opvragen............................................................................. 23
Service-testfunctie............................................................................................. 25
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
5589
669
NL
7
Wat doen?Ruimten te koud................................................................................................... 26Ruimten te warm.................................................................................................. 27Geen warm water................................................................................................. 28Warm water te heet.............................................................................................. 28”ã” knippert in het display .................................................................................. 29”ë” knippert in het display................................................................................... 29”- - EP - -” knippert in het display ......................................................................... 29
Onderhoud.......................................................................................................... 30
Index.................................................................................................................... 34
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave (vervolg)
5589
669
NL
8
Het toestel mag volgens de regelgevingenkel geïnstalleerd en gebruikt wordenin gesloten verwarmingssystemen con-form EN 12828, rekening houdend metde bijbehorende montage-, service- engebruiksaanwijzingen. Het is uitsluitendvoorzien voor de opwarming van warmwater van een tapwaterkwaliteit.
Gebruik van het toestel volgens de regel-geving impliceert dat een stationaireinstallatie in combinatie met installatie-specifiek toegelaten componenten werduitgevoerd.
Het gebruik in bedrijven of industrie vooreen ander doel als voor de verwarmingvan gebouwen of van tapwater geldt alsniet volgens de voorschriften.
Ieder ander gebruik moet door de fabri-kant in elk geval worden goedgekeurd.
Verkeerd gebruik van het toestel resp.ondeskundige bediening (bijv. wanneerde gebruiker van het toestel dat opent) isverboden en leidt tot aansprakelijkheids-uitsluiting. Van verkeerd gebruik issprake wanneer de functie volgens deregelgeving van componenten in het ver-warmingssysteem wordt gewijzigd (bijv.door het afsluiten van rookgas- en toe-voerluchtwegen).
Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling en aanpassingvan de regeling aan de plaatselijke enbouwkundige situatie, evenals deinstructie van de bediening, moeten dooruw installateur worden uitgevoerd.
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld
De regeling is in de fabriek op ” ”ingesteld voor kamerverwarming enwarmwaterbereiding.Uw CV-installatie is hierdoor klaar voorgebruik:
Kamerverwarming■ De ruimten worden verwarmd volgens
de instellingen op uw regeling en uwkamerthermostaat.
■ Uw CV-firma kan bij de eerste inbe-drijfstelling meer instellingen voor uuitvoeren.
Eerst informeren
Gebruik conform de regelgeving
5589
669
NL
9
U kunt alle instellingen steeds indivi-dueel volgens uw wensen wijzigen (ziehoofdstuk ”Kamerverwarming”).
Warmwaterbereiding■ Het tapwater wordt tot 50 °C opge-
warmd.■ Uw CV-installateur kan bij de eerste
inbedrijfstelling meer instellingen vooru invoeren.U kunt alle instellingen steeds indivi-dueel volgens uw wensen wijzigen (ziehoofdstuk ”Warmwaterbereiding”).
Vorstbescherming■ De vorstbescherming van uw CV-ketel
en warmwaterboiler is gegarandeerd.
Stroomuitval■ Bij stroomuitval blijven alle gegevens
behouden.
Bijzonderheden bij installaties met meerdere ketels
De Vitotronic 100 kan in de volgendeinstallaties worden toegepast:■ Installaties met één ketel■ Installaties met meerdere ketels met
een Viessmann-cascaderegeling■ Installaties met meerdere ketels met
een bovenliggende externe regeling
Bij installaties met meerdere CV-ketelsheeft elke CV-ketel een eigen regeling.Deze regelingen worden door de boven-liggende regeling gestuurd. Instellingen(bijvoorbeeld voor de gewenste kamer-temperatuur) realiseert u op de boven-liggende regeling.
De warmwaterbereiding kan uitslui-tend op de bovenliggende regeling wor-den ingesteld.
Bedieningshandleidingvan de bovenliggende regeling
OpmerkingDeze bedieningshandleiding kan nietvoor installaties met meerdere ketelsworden gebruikt.
Vaktermen
Om de functies van uw regeling beter tebegrijpen, vindt u in de bijlage het hoofd-stuk ”Begripsverklaringen” (ziepagina 32).
Eerst informeren
Uw verwarmingsinstallatie is vooraf ingesteld (vervolg)
5589
669
NL
10
Regeling openen
A
A Afdekklep
De bedieningseenheid bevindt zich ach-ter de afdekklep. Op de achterkant vande afdekklep vindt u een korte bedie-ningshandleiding.Om deze te openen, trekt u de afdekklepaan de bovenkant naar voren.
Bedieningseenheid
48°C
s A
U gaat een stap in het menu terugof annuleert een begonnen instel-ling.Cursor-toetsenU bladert in het menu of stelt waar-den in.
OK U bevestigt uw keuze of bewaart deingevoerde instelling.Zonder functie.U roept het menu voor instellingenen opvragingen op.
Over de bediening
Bedieningselementen
5589
669
NL
11
Basisindicatie
4 8°C
Druk op .U gaat naar het menu voor instellingenen opvragingen.
Symbolen op het display
De symbolen verschijnen niet continu,maar zijn afhankelijk van de installatie-uitvoering en van de bedrijfstoestand.Knipperende waarden in het display wij-zen erop dat wijzigingen kunnen wordenaangebracht.
MenuInstellingen voor de verwarmingInstelling van de warmwatertempe-ratuurInformatie opvragenVerdere instellingenService-testfunctie
WerkingsprogrammaUitschakelwerking met vorstbe-wakingAlleen warmwaterbereidingKamerverwarming en warmwater-bereiding
MeldingenOnderhoudsmeldingStoringsmelding
IndicatiesTemperatuurCirculatiepomp aan uitgang 20draaitBoilerlaadpomp draaitIn combinatie met het zonnesys-teem:Zonnecircuitpomp looptBrander in bedrijfFabrieksbasisinstelling
Over de bediening
Hoe bedienen55
89 6
69 N
L
12
Bedieningselementen bij geopendeafdekklep
Afdekklep, zie pagina 10.
A
C
B
D E F
GH
48°C
s A
A Werkingsindicatie (groen)B Storingsindicatie (rood)C Service-testschakelaar
(alleen voor servicedoeleinden)D TÜV-toets
(alleen voor servicedoeleinden)
E Deblokkering te hoge temperatuurF NetschakelaarG TemperatuurregelaarH Zekeringen
Vraag bij uw verwarmingsinstallateur devolgende gegevens op:■ CV-keteltype en bijbehorend regeling-
stype■ Hoogte van de vereiste installatiedruk■ Plaats van manometer, afsluitkleppen,
gasafsluitkraan, be- en ontluchtings-openingen
1. Controleer de druk van de CV-instal-latie aan de Manometer. Als de drukvan de CV-installatie te laag is, vuldan water bij of neem contact op metuw CV-firma.
2. Open de afsluitkleppen van de olie-leidingen (aan tank en filter) of degasafsluitkraan.
3. Schakel de netspanning in, bijvoor-beeld met de aparte zekering of eenhoofdschakelaar.
In- en uitschakelen
CV-installatie inschakelen
5589
669
NL
13
4. Schakel de netschakelaar (ziepagina 12) in.
Na korte tijd verschijnt in het displayde basisindicatie (zie pagina 11) enbrandt de groene werkingsindicatie.Uw verwarmingsinstallatie is nu klaarvoor gebruik.
Verwarmingsinstallatie uitschakelen
Met vorstbescherming
Kies het werkingsprogramma ” ” vooruitschakelwerking (vorstbescherming).
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knip-pert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging, het tot nog toeingestelde werkingsprogrammaknippert.
4. tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging.
■ Geen kamerverwarming.■ Geen tapwateropwarming.■ Vorstbescherming van de CV-ketel en
de warmwaterboiler is actief.
OpmerkingDe circulatiepompen worden automa-tisch om de 24 uur even ingeschakeldzodat ze niet vast komen te zitten.
Werkingsprogramma ” ” beëindigen
Kies een ander modusprogramma.
Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling)
1. Schakel de netschakelaar uit (ziepagina 12).
2. Sluit de gasafsluitkraan.
3. Schakel de CV-installatie spannings-vrij, bijvoorbeeld met de aparte zeke-ring of een hoofdschakelaar.
4. Als u verwacht dat de buitentempe-ratuur lager wordt dan 3 °C, dient ugeschikte maatregelen te nemenvoor de vorstbescherming van deCV-installatie. Neem indien nodigcontact op met uw CV-installateur.
In- en uitschakelen
CV-installatie inschakelen (vervolg)
5589
669
NL
14
Advies bij langere buitenbedrijfstel-lingDe pompen worden niet van spanningvoorzien en daarom kunnen ze vastkomen te zitten.
In- en uitschakelen
Verwarmingsinstallatie uitschakelen (vervolg)
5589
669
NL
15
Om de gewenste kamertemperatuur tekunnen bereiken, stelt u de gewensteketelwatertemperatuur (CV-aanvoer-temperatuur) voldoende hoog in.Fabrieksinstelling: 75 °C
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. voor gewenste ketelwatertem-peratuur, ” ” knippert.
4. OK ter bevestiging, de ingesteldetemperatuurwaarde knippert.
5. / voor gewenste ketelwatertem-peratuur.
6. OK ter bevestiging, de nieuwe tem-peratuurwaarde is opgeslagen.
Werkingsprogramma instellen (kamerverwarming)
Fabrieksinstelling: ” ” voor kamer-verwarming en warmwaterbereiding(winterwerking).
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging.
4. / tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging, de ruimten wor-den verwarmd, het tapwaterwordt opgewarmd.
Kamerverwarming uitschakelen
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging, het tot nog toeingestelde werkingsprogrammaknippert.
Kamerverwarming
Gewenste ketelwatertemperatuur instellen55
89 6
69 N
L
16
4. / tot ” ” knippert (zomerwerking,geen kamerverwarming)oftot ” ” knippert (vorstbescher-ming).
5. OK ter bevestiging.
Kamerverwarming
Kamerverwarming uitschakelen (vervolg)
5589
669
NL
17
Als u warmwaterbereiding wenst, con-troleer dan de volgende punten:■ Heeft u de gewenste warmwatertem-
peratuur ingesteld?Instelling zie volgende hoofdstuk.
■ Heeft u het juiste werkingsprogrammaingesteld?Instelling zie pagina 17.
Warmwatertemperatuur instellen
Fabrieksinstelling: 50 °C
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. tot ” ” knippert.
3. OK ter bevestiging, temperatuur-waarde knippert.
4. / voor gewenste warmwatertem-peratuur.
5. OK ter bevestiging, de nieuwe tem-peratuurwaarde is opgeslagen.
Werkingsprogramma instellen (warmwaterbereiding)
Fabrieksinstelling: ” ” voor kamer-verwarming en warmwaterbereiding(winterwerking).
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging, het tot nog toeingestelde werkingsprogrammaknippert.
4. / tot ” ” knippert voor warmwa-terbereiding (zomerwerking,geen ruimteverwarming).oftot ” ” knippert voor kamer-verwarming en warmwaterbe-reiding (winterwerking).
5. OK ter bevestiging, het gekozenwerkingsprogramma is geacti-veerd.
Warmwaterbereiding
Vereiste instellingen (warmwaterbereiding)55
89 6
69 N
L
18
U wilt geen tapwater opwarmen, maarde ruimten verwarmen.
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knip-pert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging, het tot nog toeingestelde werkingspro-gramma knippert.
4. / tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging.
6. voor instellingen, ” ” knip-pert.
7. tot ” ” knippert.
8. OK ter bevestiging, temperatuur-waarde knippert.
9. tot 10 °C verschijnt.
10. OK ter bevestiging, de nieuwetemperatuurwaarde is opge-slagen.
U wilt geen tapwater opwarmen engeen ruimtes verwarmen.
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. OK ter bevestiging, ” ” knip-pert.
3. OK ter bevestiging, het tot nog toeingestelde werkingsprogrammaknippert.
4. tot ” ” knippert.
5. OK ter bevestiging, de kamerver-warming en warmwaterberei-ding zijn uitgeschakeld, devorstbescherming is geacti-veerd (uitschakelwerking).
Warmwaterbereiding
Warmwaterbereiding uitschakelen
5589
669
NL
19
Fabrieksinstelling: °C
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. tot ” ” knippert.
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert.
4. / voor de gewenste temperatuur-eenheid (”°C” of ”°F”).
5. OK ter bevestiging, de nieuwe tem-peratuureenheid is opgesla-gen.
Opnieuw naar fabrieksinstelling
U kunt alle gewijzigde waarden gelijktij-dig terugzetten naar de fabrieksinstel-ling.
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. tot ” ” knippert.
3. OK ter bevestiging, ” ” knippert.
4. OK ter bevestiging, de fabrieksin-stelling is hersteld.
Fabrieksinstellingen:■ Werkingsprogramma: ” ”■ Temperatuureenheid: °C■ Gewenste ketelwatertemperatuur:
75 °C■ Gewenste warmwatertemperatuur:
50 °C
Overige instellingen
Temperatuureenheid (°C/°F) instellen55
89 6
69 N
L
20
Naargelang de aangesloten componen-ten en uitgevoerde instellingen kunt u deactuele temperaturen en bedrijfstoe-standen opvragen.
Druk op de volgende toetsen:
1. voor instellingen, ” ” knippert.
2. tot ” ” knippert.
3. OK ter bevestiging.
4. / voor gewenste informatie.
5. OK ter bevestiging, als u de waardeop ”0” wilt terugzetten (zie vol-gende tabel), ” ” knippert.
6. OK ter bevestiging, de waarde isteruggezet.
Voorbeeld:In het display ziet u de informatie ”3” voorde indicatie van de actuele ketelwater-temperatuur.
¸
3 6 5°C
OpmerkingDe opvragingsmodus eindigt automa-tisch na 30 min of als u indrukt.
De informatiegegevens verschijnen in de volgende volgorde:Weergave op hetdisplay
Betekenis Aanwijzingen
0 1 LON-deelnemersnum-mer
Regeling heeft deelnemersnum-mer 1.
2 107 °C Rookgastemperatuur Weergave uitsluitend als rookgas-temperatuursensor is aangeslo-ten.
3 65 °C Ketelwatertemperatuur —4 58 °C Temperatuur buffer Weergave uitsluitend als buffer is
aangesloten.5 50 °C Warmwatertemperatuur
(alleen in combinatie metéén boilertemperatuur-sensor)
Weergave alleen als warmwater-boiler is aangesloten.
51 45 °C Warmwatertemperatuurboilertemperatuursen-sor 1
Weergave alleen in combinatiemet twee boilertemperatuursen-soren.
52 45 °C Warmwatertemperatuurboilertemperatuursen-sor 2
Weergave alleen in combinatiemet twee boilertemperatuursen-soren.
Opvragen
Informatie opvragen en terugzetten
5589
669
NL
21
Weergave op hetdisplay
Betekenis Aanwijzingen
5 45 °C Warmwatertemperatuurbij werking met zonne-energie
Weergave alleen als zonne-ener-giesysteem is aangesloten.
53 50 °C Temperatuursensor / Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule aanwezig isen de 3e temperatuursensor aan-gesloten is.
54 50 °C Temperatuursensor aÖ Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule aanwezig isen de 4e temperatuursensor aan-gesloten is.
5 70 °C Collectortemperatuur Weergave alleen als solarinstalla-tie is aangesloten.
6 55 °C TemperatuursensoraJA
Alleen als sensor is aangesloten.
7 55 °C TemperatuursensoraJB
Alleen als sensor is aangesloten.
2 6 3 5 7 2 h Bedrijfsuren brander 1-traps, 1e trap of module-rend
Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.1
2 6 3 5 7 2 h Bedrijfsuren brander 2etrap
Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.2
0 1 3.5 7 8 Branderstarts Met ”D” kunt u het aantal bran-derstarts op ”0” terugzetten.3
0 0 1 2 2 5 Brandstofverbruik Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.4
0 0 1 4 1 7 h Bedrijfsuren zonnecir-cuitpomp
Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule voorhandenis.Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.
5
0 0 1 4 2 5 Pompstarts zonnecircuit-pomp
Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule voorhandenis.Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.
6
Opvragen
Informatie opvragen en terugzetten (vervolg)
5589
669
NL
22
Weergave op hetdisplay
Betekenis Aanwijzingen
0 0 0 5 0 6 h Bedrijfsuren uitgang 22 Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule aanwezigis.Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.
7
0 0 0 5 0 6 Starts uitgang 22 Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule aanwezigis.Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.
8
0 0 2 8 5 0 Opbrengst zonne-ener-gie in kWh
Weergave alleen als Viessmann-solarregelingsmodule voorhandenis.Met ”D” kunt u de waarde op ”0”terugzetten.
9
Onderhoudsmelding opvragen
Als aan uw CV-installatie een onderhoudmoet worden uitgevoerd, knippert in hetdisplay het symbool en verschijnen devolgende indicaties.Uw CV-installateur kan instellen wan-neer een onderhoudsbeurt moet plaats-vinden:Na een bepaald aantal bedrijfsuren vande brander, bijvoorbeeld 2500 uur.
0
ë
2 5 0h
Na een bepaalde tijd, bijvoorbeeld 12maanden.
1
ë
2u
Bij het bereiken van een bepaalde rook-gastemperatuur, bijvoorbeeld 150 °C.
a 150°C
Opvragen
Informatie opvragen en terugzetten (vervolg)
5589
669
NL
23
Informeer uw verwarmingsfirma enbevestig de onderhoudsmelding metOK.
OpmerkingAls het onderhoud pas op een later tijd-stip kan worden uitgevoerd, verschijnt deonderhoudsmelding na 7 dagenopnieuw.
Bevestigde onderhoudsmeldingoproepen
Druk gedurende ca. 4 seconden op detoets OK.
Onderhoudsmelding opvragen
Als aan uw CV-installatie storingen zijnvoorgekomen, knippert in het display hetsymbool en wordt de storingscodeaangegeven. Bovendien knippert derode storingsindicatie (zie pagina 12).
Voorbeeld:Aangegeven storingscode: ”50”
1 5 0
ã
GevaarNiet verholpen storingen kunnenlevensgevaarlijke gevolgen heb-ben.Bevestig de storingsmeldingenniet meermaals kort na elkaar.Wanneer een storing herhaalde-lijk optreedt, informeert u de ver-warmingsfirma zodat deze deoorzaak kan analyseren en hetdefect kan verhelpen.
1. Deel de storingscode mee aan uwverwarmingsfirma. Daarmee is deCV-installateur beter voorbereid enbespaart u op eventuele extra voor-rijkosten.
2. Bevestig de storingsmelding metOK. Het symbool knippert nietmeer.
Opmerking■ Als u voor storingsmeldingen een
signaalinrichting (bijvoorbeeld eenclaxon) heeft aangesloten, wordtde signaalinrichting door hetaccepteren van de storingsmeldinguitgeschakeld.
■ Als de storingen pas op een latertijdstip kunnen worden verholpen,verschijnt de storingsmelding devolgende dag opnieuw.
Opvragen
Onderhoudsmelding opvragen (vervolg)
5589
669
NL
24
Bevestigde storingsmelding oproe-pen
Druk gedurende ca. 4 seconden op detoets OK.
OpmerkingAls er meerdere storingsmeldingen zijn,kunt u ze met / na elkaar oproepen.
Opvragen
Onderhoudsmelding opvragen (vervolg)
5589
669
NL
25
Service-testfunctie inschakelen
Service-testfunctie voor rookgasmetingmet kortstondig verhoogde ketelwater-temperatuur. De testfunctie mag alleendoor uw installateur bij de jaarlijkse con-trole worden geactiveerd.
Zet de service-testschakelaar (ziepagina 12) in de stand .In het display verschijnt de volgendeindicatie:
4 8°C
De volgende functies worden geacti-veerd:■ Brander wordt ingeschakeld (op het
scherm wordt het symbool weerge-geven).
OpmerkingBranderinschakeling kan worden ver-traagd, bijvoorbeeld door stookolie-voorverwarming.
■ Pompen worden ingeschakeld.■ De ketelwatertemperatuur wordt gere-
geld via de temperatuurregelaar.
Service-testfunctie beëindigen
Zet de service-testschakelaar in destand a.ofSluit de afdekklep (zie pagina 10).
Service-testfunctie
Service-testfunctie55
89 6
69 N
L
26
Oorzaak OplossingDe verwarmingsinstallatie is uitgescha-keld.
■ Schakel de netschakelaar in (zie pagi-na 12).
■ Schakel de hoofdschakelaar in, indienaanwezig (buiten de stookruimte).
■ Schakel de zekering in de groepenkastin.
Regeling is verkeerd ingesteld Controleer en corrigeer eventueel de in-stellingen:■ ” ” moet ingesteld zijn (zie pagi-
na 15).■ Gewenste ketelwatertemperatuur (pa-
gina 15).Alleen bij werking met warmwaterberei-ding:voorrang van de warmwaterbereiding isactief (” ” op het display).
Wacht tot de warmwaterboiler is opge-warmd.
Geen brandstof. Bij propaan/olie:Controleer de brandstofvoorraad en be-stel evt. bij.Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uwgasbedrijf.
Symbool wordt in het display ge-toond.
Vraag naar het type storing, noteer destoringscode en bevestig de melding (ziepagina 23). Informeer eventueel uw CV-firma.
Wat doen?
Ruimten te koud
5589
669
NL
27
Oorzaak OplossingMislukte start van branderSymbool verschijnt op het scherm ende rode storingslamp op de branderbrandt.
Druk op de ontstoringsknop op de bran-derkap of de frontplaat van de verwar-mingsketel. Als er geen ontstoringsknopis, schakelt u de netschakelaar uit enweer in (zie pagina 12).Als de brander weer niet inschakelt, uwverwarmingsfirma informeren.
Bijluchtinrichting Vitoair defect. Stel uw CV-installateur op de hoogte.Druk de draaiknop op de motor in en draaideze via de stand A tegen de aanslag.
A
Ruimten te warm
Oorzaak OplossingRegeling is verkeerd ingesteld. Controleer en corrigeer eventueel de in-
stellingen:■ Gewenste ketelwatertemperatuur (pa-
gina 15)Symbool wordt in het display ge-toond.
Vraag naar het type storing, noteer destoringscode en bevestig de melding (ziepagina 23). Informeer eventueel uw CV-firma.
Service-testschakelaar staat op . Sluit de afdekklep (zie pagina 10).
Wat doen?
Ruimten te koud (vervolg)
5589
669
NL
28
Oorzaak OplossingDe CV-installatie is uitgeschakeld. ■ Schakel de netschakelaar in (zie pagi-
na 12).■ Schakel de hoofdschakelaar in, indien
aanwezig (buiten de stookruimte).■ Schakel de zekering in de stroomkring
(groepenkast) in.Regeling is verkeerd ingesteld. Controleer en corrigeer eventueel de in-
stellingen:■ Warmwaterbereiding moet vrijgegeven
zijn (zie pagina 17).■ Gewenste warmwatertemperatuur (zie
pagina 17).Geen brandstof. Bij propaan/olie:
Controleer de brandstofvoorraad en be-stel evt. bij.Bij aardgas: Open de gasafsluitkraan. Vraag na bij uwgasbedrijf.
Symbool wordt in het display ge-toond.
Vraag naar het type storing, noteer destoringscode en bevestig de melding (ziepagina 23). Informeer eventueel uw CV-firma.
Warm water te heet
Oorzaak OplossingDe regeling is verkeerd ingesteld. Controleer en corrigeer evt. de warmwa-
tertemperatuur (zie pagina 17)De warmwaterbereiding gebeurt door desolarinstallatie.
Controleer en corrigeer indien nodig deinstellingen aan de solarregeling.
Afzonderlijke gebruiksaanwijzing
Service-testschakelaar staat op . Sluit de afdekklep (zie pagina 10).
Wat doen?
Geen warm water
5589
669
NL
29
Oorzaak OplossingStoring in de CV-installatie. Vraag naar het type storing, noteer de
storingscode en bevestig de melding (ziepagina 23). Informeer eventueel uw CV-firma.
”ë” knippert in het display
Oorzaak OplossingEen onderhoudstijdstip dat door uw CV-installateur is ingesteld, is bereikt.
Informeer uw CV-firma en bevestig de on-derhoudsmelding met OK (zie pagi-na 22).
”- - EP - -” knippert in het display
Oorzaak OplossingHet op de regeling ingestelde werkings-programma werd door een extern scha-kelapparaat omgeschakeld.
Indien nodig kunt u het werkingsprogram-ma omschakelen.
Wat doen?
”ã” knippert in het display 55
89 6
69 N
L
30
Reiniging
U kunt de apparaten met een gangbaarhuishoudelijk reinigingsproduct (geenschuurmiddelen) reinigen. Het opper-vlak van de bedieningseenheid kunt umet het meegeleverde microvezeldoekreinigen.
Inspectie en onderhoud
De inspectie en het onderhoud van eenCV-installatie wordt door de energiebe-sparingverordening en de normenDIN 4755, DVGW-TRGI 2008 enDIN 1988-8 voorgeschreven.Regelmatig onderhoud garandeert sto-ringsvrij, energiebesparend, milieuvrien-delijk en veilig verwarmen. Ten laatsteom de 2 jaar moet uw verwarmingsin-stallatie door een geautoriseerde ver-warmingsfirma worden onderhouden.Hiertoe kunt u het beste een inspectie-en onderhoudscontract met uw CV-installateur afsluiten.
Verwarmingsketel
Naarmate de verontreiniging van deketel toeneemt, stijgt de rookgastempe-ratuur en wordt ook het energieverliesgroter. Daarom moet elke verwarmings-ketel jaarlijks worden gereinigd.
Warmwaterboiler (indien voorhan-den)
DIN 1988-8 en EN 806 schrijven voor datuiterlijk 2 jaar na inbedrijfstelling endaarna indien nodig onderhoud of reini-ging moet plaatsvinden.
Het intern reinigen van de warmwater-boiler, inclusief de tapwateraansluitin-gen, mag uitsluitend door een erkendeverwarmingsinstallateur worden uitge-voerd.Als zich in de koudwatertoevoer van dewarmwaterboiler een toestel voor water-behandeling bevindt, bijvoorbeeld eensluis- of injecteerinrichting, moet de vul-ling tijdig worden vernieuwd. Lees hier-voor de gegevens van de fabrikant.Tevens bij Vitocell 100:Voor het testen van de verbruiksanoderaden wij een jaarlijkse werkingscontroleaan door een verwarmingsfirma.De functiecontrole van de verbruiks-anode kan zonder bedrijfsonderbrekingplaatsvinden. De verwarmingsfirmameet de beveiligingsstroom met eenanodetester.
Veiligheidsklep (warmwaterboiler)
De goede werking van de veiligheidsklepmoet elk half jaar door de beheerder ofdoor de verwarmingsfirma door ontluch-ten worden gecontroleerd. Het gevaarbestaat dat de klepzitting vuil is (ziehandleiding van de klepfabrikant).
Onderhoud
Onderhoud
5589
669
NL
31
Tapwaterfilter (indien aanwezig)
Omwille van hygiënische redenen alsvolgt te werk gaan:■ Bij filters die niet kunnen worden terug-
gespoeld, elke 6 maanden het filter-element vernieuwen (visuele controleelke 2 maanden).
■ Bij filters die kunnen worden terugge-spoeld elke 2 maanden terugspoelen.
Beschadigde aansluitleidingen
Indien aansluitleidingen van het appa-raat of van de extern aangelegde elek-trische accessoires zijn beschadigd, die-nen deze door bijzondere aansluitleidin-gen worden vervangen. Bij vervanginguitsluitend leidingen van Viessmanngebruiken. Stel uw CV-installateur op dehoogte.
Onderhoud
Onderhoud (vervolg)
5589
669
NL
32
Verhoogde werking
Bij verhoogde werking wordt het verwar-mingswater constant op de ingesteldeketelwatertemperatuur verwarmd.
Werkingsprogramma
Met het werkingsprogramma bepaalt uof u uw ruimtes verwarmt én tapwateropwarmt of dat u alleen tapwateropwarmt. Of dat u uw verwarming metvorstbescherming uitschakelt.
U kunt kiezen uit de volgende werkings-programma's:■ ” ”
De ruimten worden verwarmd, het tap-water wordt opgewarmd (winterwer-king).
■ ” ”Het tapwater wordt opgewarmd, geenkamerverwarming (zomerwerking).
■ ” ”Vorstbescherming van de verwar-mingsketel en de warmwaterboiler isactief, geen kamerverwarming, geenwarmwaterbereiding (uitschakelwer-king).
OpmerkingEen werkingsprogramma voor kamer-verwarming zonder warmwaterbereidingkan niet worden gekozen. Als ruimtenmoeten worden verwarmd, is er over hetalgemeen ook warm water nodig (win-terwerking).Als u toch alleen wilt verwarmen, kiest uhet werkingsprogramma ” ” en zet ude warmwatertemperatuur op 10 °C (ziepagina 18). Op die manier warmt u nietonnodig tapwater op, maar is de vorst-bescherming van de warmwaterboilertoch gegarandeerd.
CV-circuit
Een CV-circuit is een gesloten kringlooptussen CV-ketel en radiatoren waarin hetCV-water stroomt.
CV-pomp
Circulatiepomp voor de circulatie van hetCV-water in het CV-circuit.
Werkelijke temperatuur
Actuele temperatuur op het tijdstip vande opvraging; bijvoorbeeld werkelijkewarmwatertemperatuur.
Ketelwatertemperatuur
Zie ”Verhoogde werking”.
Open werking
De verbrandingslucht wordt aangezo-gen uit de ruimte waarin de CV-ketelstaat.
Begripsverklaringen
5589
669
NL
33
Gesloten werking
De verbrandingslucht wordt van buitenhet gebouw aangezogen.
Veiligheidsklep
Veiligheidsinrichting die door de CV-installateur in de koudwaterleiding moetworden gemonteerd. De veiligheidsklepgaat automatisch open, opdat de druk inde warmwaterboiler niet te hoog wordt.
Gewenste temperatuur
Ingestelde temperatuur die moet wordenbereikt; bijvoorbeeld gewenste warmwa-tertemperatuur.
Zomerwerking
Werkingsprogramma ” ”.In de warmere tijd van het jaar, dat wilzeggen als de ruimten niet verwarmdhoeven te worden, kunt u de stookwer-king uitschakelen. De CV-ketel blijft inbedrijf voor de warmwaterbereiding.
Boilerlaadpomp
Circulatiepomp voor de opwarming vantapwater in de warmwaterboiler.
Tapwaterfilter
Toestel dat de vaste stoffen aan het tap-water onttrekt. Het tapwaterfilter is in dekoudwaterleiding gemonteerd vóór deingang naar de warmwaterboiler of hetdoorstroomtoestel.
Begripsverklaringen (vervolg)
5589
669
NL
34
AAlleen verwarmen..............................18
BBasisindicatie.....................................11Basisinstelling....................................19Bediening...........................................10■ bedieningselementen.....................10■ Hoe bedienen.................................11Bedieningseenheid............................10Bedieningselementen..................10, 12Bedrijfstoestanden opvragen.............20Bedrijfsuren terugzetten.....................20Begripsverklaringen...........................32Boilerlaadpomp..................................33Brandstofverbruik terugzetten............20Buitenbedrijfstelling............................13
CCV-circuit...........................................32CV-installatie■ inschakelen.....................................12CV-pomp............................................32
EEerste inbedrijfstelling..........................8
FFabrieksinstelling.................................8Filter...................................................33
GGeen warm water...............................28Gegevens terugzetten........................20Gesloten werking...............................33Gewenste ketelwatertemperatuur instel-len......................................................15Gewenste temperatuur......................33
HHoe bedienen.....................................11
IInbedrijfstelling...............................8, 13Indicatie-elementen............................12Informatie opvragen...........................20Inschakelen■ CV-installatie..................................12■ uitschakelwerking...........................13■ Vorstbescherming...........................13Inspectie.............................................30Installaties met meerdere ketels..........9
KKamerthermostaat.............................10Kamerverwarming■ fabrieksinstelling...............................8■ uitschakelen....................................15■ Werkingsprogramma......................15Ketelwatertemperatuur.......................32
Mmanometer.........................................12Menu..................................................11
OOnderhoud...................................29, 30Onderhoudscontract..........................30Onderhoudsmelding■ bevestigen................................22, 23■ oproepen (bevestigd)......................23■ opvragen...................................22, 23Open werking.....................................32Opnieuw naar fabrieksinstelling.........19Opvragen■ informatie........................................20■ temperaturen..................................20Opvraging■ bedrijfstoestanden..........................20■ onderhoudsmelding..................22, 23
PPomp■ Boiler..............................................33■ CV-circuit........................................32
Index
Index
5589
669
NL
35
RReiniging............................................30Reinigingstips.....................................30Reset..................................................19Ruimten te koud.................................26Ruimten te warm................................27
SService-testfunctie.............................25Stookwerking■ instellen..........................................15■ verhoogd.........................................32■ zonder warmwaterbereiding...........18Storingsmelding■ oproepen (bevestigd)......................24Storing verhelpen...............................26Stroomuitval.........................................9Symbolen op het display....................11
TTapwaterfilter.....................................33Temperatuur■ gewenste temperatuur....................33■ ketelwater.......................................32■ opvragen.........................................20■ warm water.....................................17■ werkelijke temperatuur...................32Temperatuureenheid..........................19Testfunctie.........................................25Toestel inschakelen...........................12Toetsen..............................................10
UUitschakelen■ CV-installatie zonder vorstbewa-
king.................................................13■ Kamerverwarming..........................15■ Verwarmingsinstallatie met vorstbe-
scherming.......................................13■ warmwaterbereiding.......................18Uitschakelwerking............13, 15, 18, 32
VVeiligheidsklep...................................33Verhoogde werking............................32Verwarmen en warm water..................8Verwarmingsinstallatie■ uitschakelen....................................13Voltooiingsindicatie..............................8Voorinstelling vanuit de fabriek............8Vorstbescherming..............9, 13, 15, 18
WWaar bedienen...................................10Warme ruimten..................................27Warmwaterbereiding............................8■ Fabrieksinstelling..............................9■ uitschakelen....................................18■ vereiste instellingen........................17■ warmwatertemperatuur instellen....17■ werkingsprogramma.......................17Water te heet.....................................28Water te koud.....................................28Werkelijke temperatuur......................32Werkelijke temperatuur opvragen......20Werkingsprogramma....................32, 33■ voor kamerverwarming...................15■ warmwaterbereiding.......................17Winterwerking....................................32
ZZomerwerking........................15, 32, 33
Index
Index (vervolg)
5589
669
NL
36
Uw contactpersoon
Voor vragen over uw installatie of onderhouds- en reparatiewerkzaamheden kunt ucontact opnemen met uw installateur.
Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : [email protected] 55
89 6
69 N
LTe
chni
sche
wijz
igin
gen
voor
beho
uden
.