vve rapport gemeente culemborg - onderwijsinspectie.nl · in schooljaar 2011-2012 is de indicering...

37
DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE CULEMBORG IN 2011 Utrecht, april 2012

Upload: truongnhi

Post on 06-May-2019

215 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE CULEMBORG IN 2011

Utrecht, april 2012

Page 2: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar
Page 3: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

INHOUD

Voorwoord 5 Inleiding 7

1 Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Culemborg 9 1.1 Bezochte VVE-locaties in de gemeente 9 1.2 Gebruikte VVE-contextdocumenten 10

2 De VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau 12 2.1 De VVE-context 12 2.1.1 Het gemeentelijke VVE-beleid 12 2.1.2 De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 21 2.1.3 Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 21 2.2 De VVE-condities voorschool 22 2.2.1 Recente GGD-rapporten (voorschool) 22 2.2.2 De locaties voldoen aan de VVE-(subsidie)voorwaarden (voorschool) 22 2.2.3 Groepsgrootte en dubbele bezetting (voorschool) 22 2.2.4 VVE-tijd per week (voorschool) 22 2.2.5 Kwaliteit beroepskrachten (voorschool) 22 2.2.6 Opleidingsplan en beheersing Nederlandse taal (voorschool) 23 2.2.7 Geschoolde VVE-beroepskrachten en opleidingsplan (voorschool) 23

3 De feitelijke kwaliteit op de VVE-locaties in 2011 24 3.1 Context en condities 24 3.2 Ouders 25 3.3 Kwaliteit van de uitvoering van VVE (= proceskwaliteit) 26 3.4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg 28 3.5 Kwaliteitszorg 30 3.6 Doorgaande lijn 31 3.7 De resultaten van VVE 32

4 Conclusies 33

Page 4: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Page 5: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Voorwoord

In het Memorie van Toelichting bij de OKE-wet wordt een zgn. VVE-bestandsopname aangekondigd. In 2007 (en 2008 en 2009) heeft de onderwijsinspectie die al uitgevoerd in de vier grote steden. Nu wordt ‘doorgestart’ met de middelgrote steden, waaronder gemeente Culemborg. Inmiddels is de OKE-wet aangenomen (in de Tweede Kamer) en wordt vanuit dat kader na de bestandsopname in gemeente Culemborg het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE “signaalgestuurd” vorm gegeven. Dat houdt in dat jaarlijks afspraken met de gemeente Culemborg gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop ‘VVE-toezicht’ zal worden gehouden. De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE in Culemborg kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen. De Hoofdinspecteur Primair onderwijs, Dr. L.S.J.M. Henkens

Page 6: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Page 7: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Inleiding

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Culemborg. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In het rapport wordt allereerst de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. Vervolgens wordt de feitelijke VVE-kwaliteit beschreven zoals die is waargenomen op in totaal bijna peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en basisscholen waar VVE gegeven wordt. Ten slotte worden de geconstateerde kwaliteit en het beleid met elkaar in verband gebracht en worden enkele conclusies getrokken. In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: 1. Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Culemborg 2. De beleidscontext op gemeentelijk niveau 3. Beoordeling van de feitelijke kwaliteit van VVE op de VVE-locaties 4. Conclusies Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

Pagina 7 van 37

Page 8: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Pagina 8 van 37

Page 9: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

1 Plaatsbepaling van VVE in de gemeente Culemborg

1.1 Bezochte VVE-locaties in de gemeente Hieronder volgt een toelichting op de keuze en het aantal locaties voor de VVE- bestandsopname in Culemborg. De gemeente Culemborg heeft acht peuterspeelzalen, waarvan zes VVE-zalen. Hiervan vallen er vier onder beheer van de Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC) en twee onder de Stichting R.K. Primair Onderwijs. Er zijn dertien kinderdagverblijven (0-4jaar). Ten tijde van de bestandsopname waren er geen verblijven met een VVE-programma. De gemeente Culemborg telt twaalf basisscholen die ressorteren onder vier bevoegde gezagen. Op 1 oktober 2010 telden deze scholen 692 kleuters (4- en 5- jaren), waarvan 56 (8%) met een leerlingengewicht. Acht van de twaalf basisscholen hebben geen of enkele kleuters met een gewicht. (Bron: inspectie) Bij de selectie van de basisscholen in de bestandsopname gaat de inspectie uit van de scholen die zijn aangemerkt als VVE-locatie. Ook kan de inspectie – in overleg met de bevoegde gezagen en de gemeente – bepalen of scholen met relatief veel gewichtenleerlingen in aanmerking komen voor de bestandsopname. In Culemborg zijn de scholen bezocht die in schooljaar 2011-2012 (en het merendeel ook in voorgaande jaren) van de gemeente VVE-subsidie ontvangen. Volgens opgaaf van de gemeente boden vijf scholen in schooljaar 2010-2011 VVE aan in de vorm van een schakelklas; scholen met relatief veel kleuters met een D- of E-score op landelijk genormeerde toetsen voor beginnende geletterdheid en gecijferdheid kregen subsidie. Voor de toekenning van de VVE-subsidie in schooljaar 2011-2012 heeft de gemeente geïnventariseerd hoeveel doelgroepleerlingen de kleutergroepen telden. Daarvoor zijn in het voorjaar van 2011 de toetsresultaten van de groepen 1, 2 en 3 in kaart gebracht. Het aantal leerlingen zónder gewicht met een D- of E-score op een taal- of leestoets, plus het aantal gewogen leerlingen leidt tot een percentage ‘leerlingen met achterstand’. Scholen met 20% of meer leerlingen met achterstand ontvangen VVE-subsidie. Het gaat om zeven scholen in schooljaar 2011-2012, dit is een uitbreiding van twee scholen (De Kaardebol; Koningin Beatrix) ten opzichte van voorgaande jaren. (Bronnen: overzicht toetsscores gemeente 2010-2011, maart/oktober 2011; Subsidiekader vroegschools beleid 2011) Overigens heeft de inspectie in 2011 aan alle basisscholen een basisarrangement toegekend. Er zijn dus geen basisscholen die onder geïntensiveerd toezicht staan. Samengevat heeft de inspectie in Culemborg in totaal zes peuterspeelzalen en zeven basisscholen bezocht waar VVE wordt gegeven. Waar mogelijk zijn peuterspeelzaal (voorschool) en basisschool (vroegschool) als koppel bezocht; in Culemborg zijn dat er vier.

Pagina 9 van 37

Page 10: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Het gaat om de volgende scholen en peuterspeelzalen:

Houder peterspeelzaal

Peuterspeelzaal Bevoegd gezag

Brin

Naam basisschool

Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC)

Harlekijn Stichting Openbaar Primair Onderwijs Rivierenland (OPOR)

10UI Daltonschool

Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC)

Dwerghut (tot 1 augustus 2011)

Stichting Rooms Katholiek Schoolbestuur Culemborg en omstreken

08ZN Jozefschool

Stichting Rooms Katholieke peuterspeelzalen

De Rakkertjes Stichting Rooms Katholiek Schoolbestuur Culemborg en omstreken

09WU De Palster

Stichting Rooms Katholieke peuterspeelzalen

Augustinus Stichting Rooms Katholiek Schoolbestuur Culemborg en omstreken

07UA Augustinus

Christelijk Primair Onderwijs Betuwe (CPOB)

20DK Prins Willem-Alexander

Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC)

Dwerghut (per 1 augustus 2011) Christelijk Primair

Onderwijs Betuwe (CPOB)

20CX Koningin Beatrixschool

Stichting Openbaar Primair Onderwijs Rivierenland (OPOR)

11UD De Kaardebol

Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC)

Bolleboos

Stichting Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (SKPC)

Olleke Bolleke

1.2 Gebruikte VVE-contextdocumenten Overzicht van de gebruikte documenten:

- Onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010; - Handleiding stedelijk overdrachtsdocument in het kader van de

doorgaande lijn. Map diverse protocollen overdracht met bijlagen, zomer 2011;

Pagina 10 van 37

Page 11: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

- Verslagen stuurgroep voorschools beleid (14 februari 2011;10 januari 2011);

- Verslagen overleg peuterspeelzaalwerk (december 2011; januari 2012);

- Overzicht gewichtenleerlingen en kinderen met D- en E-scores in het basisonderwijs, 1 mei 2011;

- Beschikking peuterspeelzaalwerk 2011: regulier en VVE d.d. 14 december 2011. Met de bijlagen ‘uitvoeringskader peuterspeelzaalwerk 2011 regulier en VVE’ en ‘berekening subsidie 2011’;

- Culemborgs VVE-beleid 2011-2014, vastgesteld door de Gemeenteraad Culemborg 13 oktober 2011;

- Informatiebrochure gemeente in samenwerking met voorschoolse voorzieningen: ‘plezier in spelen en leren’, zomer 2011;

- Overzicht subsidie 2011 peuterspeelzalen (ontvangen 23 mei 2011); - Subsidiekader vroegschools beleid, april 2011; - Evaluatie en verantwoording VVE-projecten SKPC, schooljaar 2009-

2010 tot en met 31 december 2010; - Opdrachtstelling Speel Mee (oktober 2011) en overzicht (aantal

kinderen met een Speel Mee-indicatie afgegeven door het consultatiebureau en deelname aan Speel Mee);

- Informatiebrochure gemeente in samenwerking met voorschoolse voorzieningen: ‘Zorg 0-4 jaar; informatie voor ouders/verzorgers’, januari 2012;

- Monitor gegevens VVE indicatie en gebruik VVE voorscholen 2004-2010;

- Verslagen evaluatie schakelklassen 1 juli 2008 en 7 juli 2009; - Verslagen stuurgroep voor- en vroegschoolsbeleid d.d. 21 juni 2011

en 17 januari 2012; - Excelsheet monitor vroegschoolse periode schooljaar 2011/2012; - Zorgplan 0-4 jaar, januari 2012; - Basisprotocol jeugdpreventienetwerk 12-, december 2010; - Kwaliteitszorg en monitoring van de doorgaande lijn en VVE in

Culemborg, juli 2011; - Verslagen overleg peuterspeelzaalwerk 12 december 2011 en 23

januari 2012.

Pagina 11 van 37

Page 12: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

2 De VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau

In onderstaande tabel staan de oordelen op de aspecten en indicatoren t.a.v. de VVE-beleidscontext op gemeentelijk niveau. Hierbij is zoveel mogelijk de OKE-wet als referentie genomen (zie het Toezichtkader VVE 2010). Bij elke indicator is een oordeel gegeven. In de toelichtende tekst onder de tabel wordt toegelicht waarom dat oordeel gegeven is, met name als het om een verbeterpunt (‘2’) of een voorbeeldig punt (‘4’) gaat. Ook bevat de toelichtende tekst aandachtspunten bij onderdelen die het oordeel voldoende (‘3’) hebben gekregen. Eén indicator (*) wordt niet als zodanig beoordeeld; wel bevat het rapport er een utspraak over. 1 DE VVE-CONTEXT 1a Gemeentelijk VVE-beleid 1a1 Definitie doelgroepkind 4 1a2 Bereik 3 1a3 Toeleiding 4 1a4 Ouders 2 1a5 Goedgekeurde VVE-programma’s 4 1a6 Externe zorg 3 1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen 2 1a8 Doorgaande lijn 3 1a9 1a10

Resultaten Overige gemeentelijke afspraken met de vroegscholen

4 *

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 3 1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 2

2.1 De VVE-context

2.1.1 Het gemeentelijke VVE-beleid 1a1 Definitie doelgroepkind Tot en met 2010 was de definitie van de doelgroep ‘kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar waarbij sprake is van achterstand of een verhoogd risico op het oplopen van een achterstand op het gebied taal/spraak, sociaal/emotioneel en motorisch’. (Bron: Onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010) In 2011 heeft de gemeente het VVE-beleid geactualiseerd en verder uitgewerkt. Voor de definitie van de doelgroep zijn vier categorieën VVE- indicatiestellingen bepaald: - categorie 1: kinderen met gewicht 0,3; - categorie 2: kinderen met gewicht 1,2; - categorie 3: kinderen uit gezinnen waar thuis geen/nauwelijks Nederlands wordt gesproken in combinatie met een onvoldoende stimulerende (taal)omgeving (4 dagdelen waarvan 2 dagdelen VVE); - categorie 4: kinderen die negatief scoren op de ontwikkelingsgebieden taal en/of sociaal-emotioneel en motoriek, in combinatie met een mogelijk negatieve score op andere criteria (4 dagdelen, waarvan 2 dagdelen VVE). De indicatiestelling gebeurt door het consultatiebureau. (Bron: Handleiding indicatie en verwijzing CB, definitieve versie 5 april 2011)

Pagina 12 van 37

Page 13: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Voorschool In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar 2011-2012 instromen op een VVE-speelzaal zijn door het consultatiebureau geïndiceerd volgens de nieuwe definitie. De meeste kinderen krijgen bij 18 maanden een indicatie. Wanneer leidsters bij peuters een taalachterstand of risico daarop vaststellen, melden zij de peuters voor herindicering aan bij het consultatiebureau. In schooljaar 2011-2012 is in feite een herindicering uitgevoerd van een deel van de kinderen die onder de ‘oude’ regeling vielen. Omdat het beeld was dat er ook kinderen waren die onterecht een Speel Mee dus VVE-indicatie hadden gekregen op basis van de ‘oude’ regeling, is in de overgangsregeling bepaald dat kinderen tussen 1,5 en 3 jaar geherindiceerd zouden worden. Kinderen ouder dan 3 jaar hebben hun indicatie behouden. Vroegschool Om te bepalen welke scholen in aanmerking komen voor VVE-subsidie in schooljaar 2011-2012 zijn de toetsresultaten van de groepen 1, 2 en 3 van zeven basisscholen in het voorjaar van 2011 in kaart gebracht. In deze groepen is het percentage leerlingen met een achterstand bepaald op basis van het aantal leerlingen met een leerlingengewicht én de leerlingen zónder gewicht maar met een D- of E-score op taal-/leestoetsen. De gemeente heeft de gegevens verder uitgesplitst en dit geeft het volgende beeld van de doelgroep op de zeven basisscholen (Bron: definitief overzicht doelgroepkinderen, 3 november 2011):

- 62 van de 391 leerlingen in de groepen 1-2 hebben een gewicht (16%);

- in groep 2 hebben 29 van de 191 leerlingen een gewicht (15%); - in groep 2 hebben 14 van de 29 leerlingen met gewicht een D- of E-

score op de toets Taal voor Kleuters (48%); - in groep 2 hebben 45 van de 162 leerlingen zonder gewicht een D-

of E-score op de toets Taal voor Kleuters (28%); - in groep 2 heeft 39% een gewicht of een D- of E-score.

De gegevens van groep 1 zijn niet opgenomen omdat niet alle scholen over toetsgegevens beschikken. (Bron: overzicht toetsscores 2010-2011, maart 2011) Conclusie Samengevat beoordeelt de inspectie het gemeentelijk beleid rond de definitie van doelgroepkind als goed ontwikkeld. Er is namelijk een definitie geformuleerd en deze is helder verantwoord. De definitie reikt verder dan de gewichtenregeling zoals die gehanteerd wordt binnen het primair onderwijs. Schooljaar 2011-2012 is voor de peuterspeelzalen een overgangssituatie; de nieuwe instroom is geïndiceerd volgens de herziene regeling (4 categorieën) en een overgangsregeling voorziet in de mogelijkheid van herindicering voor zittende peuters. De inspectie waardeert dit onderdeel als goed ontwikkeld, omdat de gemeente uitgaat van de ontwikkeling van het kind c.q. een geconstateerde achterstand. De in 2011 gepreciseerde doelgroepdefinitie en de indicering zullen ertoe leiden dat de vier categorieën in de komende jaren ook in de vroegschool gehanteerd worden. Vooralsnog is de definitie van doelgroep in de vroegschool: leerlingen met een extra formatiegewicht en leerlingen met een taalachterstand (D- en E-scores). 1a2 Bereik Beoogd bereik Het streven van de gemeente was om in 2010 70% van de doelgroep te bereiken. (Nota onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010)

Pagina 13 van 37

Page 14: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Volgens het evaluatieverslag van LEA 2006-2010 is dit gerealiseerd. Blijkens de monitorgegevens (2004-2010) volgen 58 peuters in schooljaar 2009-2010 een derde en vierde dagdeel Piramide op vijf peuterspeelzalen. In het LEA-evaluatieverslag is vermeld dat 9% van de leerlingen die starten in het basisonderwijs tot de doelgroep behoort. In de vroegschool hebben in schooljaar 2009-2010 80 kinderen op zeven basisscholen deelgenomen aan ‘schakelklassen’. (Bron: deelname schakelklassen 2009-2010) Doelstelling voor de periode 2011-2014 is een bereik van 90% in de voorschool en een bereik van 75% in de vroegschool. (Bron: Culemborgs VVE- beleid 2011-2014) VVE-plaatsen In schooljaar 2009-2010 waren er 60 VVE-plaatsen in de voorschool. (Bron: evaluatie LEA 2006-2010) In augustus 2011 is – in het verlengde van het geactualiseerde VVE-beleid – een nieuw uitvoeringskader peuterspeelzaalwerk van kracht gegaan. Anticiperend daarop zijn enkele reguliere speelzalen vanaf 1 januari 2011 omgezet in VVE- speelzalen, verkleining van de groepen waarvan de helft doelgroeppeuters, en dubbele bezetting op de groep. De peuterspeelzalen zijn gespreid over de verschillende wijken in Culemborg. In schooljaar 2011-2012 is voorzien in minder plaatsen dan in 2009-2010, namelijk 47. Dit aantal is in overleg met de aanbieders bepaald, op basis van een inschatting van de vraag aan de hand van de cijfers uit de indicatiestelling en de effecten van de nieuwe regeling. In november 2011 blijken er nog slechts enkele VVE-plaatsen open te zijn en 16 peuters op de wachtlijst te staan. Op deze wachtlijst staan overigens ook kinderen < 2,5 jaar die nog niet geplaatst hoeven te worden. Ook voor 2012 is er een wachtlijst. Hierover is in december 2011 overleg gevoerd tussen de aanbieder en de gemeente. Het uitgangspunt van de gemeente is dat er voldoende plaatsen zijn voor de geïndiceerde peuters. Dit heeft geleid tot een afspraak over een korte termijnoplossing om te voorzien in extra plaatsen. In januari 2012 blijkt dat de wachtlijsten aanzienlijk fluctueren en dat het met een nog betere planning mogelijk is om alle geïndiceerde kinderen te plaatsen in de bestaande voorzieningen. (Bron: verslagen overleg peuterspeelzaalwerk) Ten tijde van de bestandsopname biedt de gemeente geen VVE binnen de kinderdagopvang. In de stuurgroep is op basis van de ervaringsgegevens van de kinderopvang een inschatting gemaakt dat de groep VVE-kinderen in de kinderopvang beperkt is. Op basis van deze inschatting is vooralsnog besloten niet te investeren in VVE in de kinderopvang. De gemeente is van plan om in de komende jaren via de geplande monitor te inventariseren hoeveel geïndiceerde kinderen gebruik maken van de kinderopvang, en op basis daarvan zo nodig aanvullend beleid te ontwikkelen. (Bron:Culemborgs VVE- beleid 2011-2014) Conclusie De inspectie beoordeelt het gemeentelijk beleid rond het bereik als voldoende. Uitgangspunt van de gemeente is dat er voor alle geïndiceerde kinderen VVE- plaatsen zijn en ze voorziet hier ook in. Aandachtspunt is het bereik in de kinderdagopvang; de gemeente is van plan om hiervoor op basis van monitorgegevens aanvullend beleid te ontwikkelen.

Pagina 14 van 37

Page 15: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

1a3 Toeleiding In 2011 zijn procedures vastgesteld en/of geactualiseerd over de toeleiding. (Bron: overdrachtsdocumenten, 2011) De toegankelijkheid is in geografisch en financieel opzicht in orde. De meeste peuterspeelzalen in Culemborg bieden zowel reguliere plaatsen als VVE-plaatsen en de speelzalen zijn verspreid over de verschillende wijken. Verder is de ouderbijdrage voor vier dagdelen beperkt, namelijk 105 euro per jaar. Dit geldt uitsluitend voor de doelgroepouders waarvan de kinderen een indicatiestelling 1 of 2 hebben. Ouders van kinderen met een indicatiestelling 3 en 4 betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor twee dagdelen, conform de gemeentelijk vastgestelde ouderbijdrage-tabel. Voor de extra twee dagdelen betalen zij geen bijdrage. Voor niet-doelgroeppeuters zijn maximaal twee dagdelen beschikbaar; ouders van deze kinderen betalen een inkomensafhankelijke bijdrage conform de gemeentelijk vastgestelde ouderbijdragetabel. De toeleiding van de kinderen naar de voorschool wordt verzorgd door het consultatiebureau. Vanaf schooljaar 2011-2012 hanteert het consultatiebureau daarvoor een protocol. De bezoeken aan het consultatiebureau vormen de basis voor het signaleren van risicofactoren. Vanaf de eerste contacten met het gezin is het consultatiebureau alert op signalen en wanneer het kind 18 maanden is zet het consultatiebureau zo nodig de indicatieprocedure in. Er zijn duidelijke criteria voor de signalering van een mogelijke (kans op) achterstand, de activiteiten die ondernomen moeten worden, de vier indicatiecategorieën en het tijdpad. In het geval het consultatiebureau een kind indiceert volgt een gesprek met de ouders over het belang van deelname aan het project ‘Speel Mee’ en over het belang van aanmelding voor een VVE-plaats. Het project Speel Mee is bedoeld voor ouders met kinderen tussen 18 maanden en 2,5 jaar. Het consultatiebureau regelt vervolgens – met toestemming van de ouders - dat het kind op de centrale wachtlijst wordt geplaatst. In het geval ouders afzien van Speel Mee en ook geen gebruik maken van de centrale VVE-wachtlijst, gaat Jeugdgezondheidszorg met de ouders in gesprek. Het consultatiebureau heeft de regie. De centrale wachtlijst peuterspeelzaalwerk wordt beheerd door SKPC. De SKPC koppelt terug naar het consultatiebureau of het kind daadwerkelijk deelneemt. Als dat niet het geval is omdat ouders er toch vanaf zien, gaat Jeugdgezondheidszorg opnieuw met de ouders in gesprek. In afstemming tussen het consultatiebureau en SKPC wordt een huisbezoek gearrangeerd. Ook voor kinderen die momenteel een reguliere kindplaats bezetten en die een achterstand hebben, is een duidelijke werkwijze afgesproken rond de indicatiestelling. Conclusie Met de procedures voor signalering, verwijzing (en overdracht) en een centrale rol en verantwoordelijkheid voor het consultatiebureau, heeft de gemeente een goed instrument in handen om er voor te zorgen dat alle potentiële doelgroepkinderen bereikt worden. Ten tijde van de bestandsopname is de implementatie gaande; resultaten zijn nog niet beschikbaar. 1a4 Ouders Voor een positief oordeel voor dit onderdeel gelden als inspectiecriteria dat de gemeente een ouderbeleid heeft ontwikkeld dat ingaat op:

- de ouderpopulatie; - informeren van ouders;

Pagina 15 van 37

Page 16: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

- intakeprocedure; - ontwikkelingsactiviteiten; - participatie van ouders; - informatievoorziening over VVE.

De gemeente Culemborg heeft geen specifiek ouderbeleid. Daar zijn wel plannen voor. Eén van de doelstellingen voor de periode 2011-2014 is namelijk om gemeentelijk ouderbeleid te formuleren gericht op het actief vergroten van onderwijsondersteunend gedrag in de thuissituatie door doelgroepouders. (Bron: Culemborgs VVE- beleid 2011-2014) Verder heeft de gemeente als voorwaarde voor de uitvoering van VVE-peuterspeelzaalwerk geformuleerd dat de houders van peuterspeelzalen (SKPC en RK Schoolbestuur) aanvullend beleid hebben om de betrokkenheid van ouders te vergroten en te borgen. (Bron: Uitvoeringskader peuterspeelzaalwerk 2011 regulier en VVE) Uitgangspunt van de gemeente is dat participatie van ouders structureel onderdeel is van het programma Piramide en dat de peuterspeelzaalhouder aan alle vereisten van het programma voldoet. In het verleden legden instellingen een schriftelijke verantwoording af. Inmiddels is de controle ingevuld via het accountantscertificaat, de melding van houders in het geval zij niet aan bepaalde uitvoeringsvoorwaarden kunnen voldoen en via het overleg in de stuurgroep. Voor schooljaar 2011-2012 is voor de vroegscholen een budget van 30.000 euro beschikbaar voor het vergroten van de ouderbetrokkenheid. Ten tijde van deze rapportage is niet bekend of subsidies zijn verstrekt en welke scholen/activiteiten het betreft. Verschillende elementen van het ouderbeleid zijn op dit moment in feite onderdeel van de indicering en verwijzing door het consultatiebureau. Hiermee is namelijk duidelijk welke ouderpopulatie men wil bereiken en worden de betreffende ouders geïnformeerd over de VVE-mogelijkheden. Ook de toeleiding en de intake zijn centraal geregeld. In 2011 heeft de gemeente een nieuwe informatiebrochure uitgebracht over voorschoolse voorzieningen ten behoeve van ouders. Wat betreft ontwikkelingsactiviteiten is er op gemeentelijk niveau het eerder genoemde project Speel Mee voor ouders en kinderen vanaf 18 maanden tot 2,5 jaar. Doel is vroegtijdige interventie gericht op versterking van de opvoedingsvoorwaarden, waaronder spelondersteuning. De indicering en de toeleiding zijn in handen van het consultatiebureau. De SKPC voert het project uit. In schooljaar 2009-2010 hebben circa 50 kinderen met hun ouders deelgenomen. Conclusie De gemeente heeft de informatievoorziening over VVE gericht op de voorschool en de intakeprocedure goed geregeld. De inspectie beoordeelt het ouderbeleid als een ontwikkelpunt omdat de gemeente op dit moment geen expliciet beleid heeft voor ontwikkelingsstimulering (onderwijsondersteunend gedrag) in de thuissituatie en participatie van ouders aan VVE-activiteiten in de voor- en de vroegschool. Wel heeft de gemeente in het kader van de uitvoeringsvoorwaarden voor de voorschool geformuleerd dat zij aanvullend beleid voert om de betrokkenheid van ouders te vergroten en te borgen. Uitgangspunt van de gemeente is dat ouderactiviteiten onderdeel zijn van het programma Piramide en dat die activiteiten worden uitgevoerd.

Pagina 16 van 37

Page 17: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

De gemeente is van plan om ouderbeleid te formuleren; inmiddels is hiervoor een werkgroep ingesteld. 1a5 Integraal VVE-programma De OKE-wet schrijft voor dat een VVE-programma gebruikt moet worden. VVE- programma’s moeten de volgende domeinen omvatten: taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Het beleid van de gemeente is dat voor- en vroegscholen ‘evidence based’ programma’s gebruiken. De peuterspeelzalen gebruiken Piramide. De vroegscholen gebruiken Piramide of Ik & Ko. Om voor financiering in aanmerking te komen moeten voor- en vroegscholen aan de uitvoeringscondities van Piramide voldoen. Eén van de uitvoeringscondities is dat de medewerkers in de voorscholen gecertificeerd moeten zijn voor het programma. (Bron: Culemborgs VVE-beleid 2011-2014) Conclusie De gemeente heeft beleid geformuleerd voor het in te zetten VVE-programma. Het beleid van de gemeente is er verder op gericht dat voor- en vroegscholen het VVE- programma gebruiken zoals het is bedoeld. Daarvoor hanteert zij als voorwaarde voor financiering dat aan alle uitvoeringscondities van Piramide moet zijn voldaan. De inspectie beschouwt deze aanpak als voorbeeld voor andere gemeenten. 1a6 Externe zorg Voorschool Ten tijde van de bestandsopname was de externe zorgstructuur en de procedures voor de externe zorg, met name voor de voorschool, niet helder. Inmiddels heeft de gemeente in samenwerking met de VVE-stuurgroep een ‘zorgplan 0-4 jaar’ opgesteld. (Zorgplan, januari 2012) Dit plan bevat een stappenplan voor de signalering van zorgleerlingen, en de stappen en voorzieningen voor de ondersteuning van zorgkinderen, waaronder het jeugdpreventienetwerk 12-. Hierdoor zijn de structuur, de stappen en de taken en verantwoordelijkheid voor de betrokkenen (instellingen; leidsters) inzichtelijk. Verder is in 2012 een informatiebrochure uitgebracht over de zorg van 0-4 jaar voor ouders en verzorgers. Vroegschool De interne zorgstructuur in het basisonderwijs voorziet in intern begeleiders die onder meer tot taak hebben om zo nodig externe hulp in te schakelen, waaronder SWV Samverkan. Alle scholen in Culemborg kunnen gebruik maken van de schoolmaatschappelijk werker. Zij is veelal de schakel tussen school en de externe zorgstructuur. De externe zorgstructuur wordt vormgegeven binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin, waar bureau Jeugdzorg onderdeel van is. Vanuit dit centrum kan direct doorverwijzing plaatsvinden naar specialistische zorg. De regio voorziet verder onder meer in consultatieve leerlingbegeleiding, preventieve ambulante begeleiding, een ZAT, en toeleiding tot het Speciaal (Basis)onderwijs. Conclusie Voor kinderen die zorg nodig hebben die niet door voor- of vroegschool geboden kan worden, voorziet de gemeente in een bredere zorgketen. De zorgstructuur is duidelijk, de taken en verantwoordelijkheden zijn afgebakend, en ook zijn er afspraken via welke procedures een kind voor externe zorg wordt aangemeld. De aanpak volgens het recent opgestelde zorgplan 0-4 jaar moet in de praktijk nog zijn beslag krijgen.

Pagina 17 van 37

Page 18: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen Via de (uitvoerings)voorwaarden voor financiering en de beleidsafspraken schept de gemeente de duidelijke kaders voor de kwaliteit van VVE. Daarnaast is een gemeentelijke monitor in ontwikkeling om de resultaten van VVE te bepalen. De gemeente zet dus instrumenten in, zowel vooraf (via uitvoeringscondities en het beleidskader) als achteraf (via monitoring en evaluatie). (Bron: verslag stuurgroep 21 juni 2011; bijlage ‘Kwaliteitszorg en monitoring van de doorgaande lijn en VVE in Culemborg) Hoewel op gemeentelijk niveau is aangegeven wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van VVE, laat de gemeente de inrichting van de interne kwaliteitszorg over aan de verantwoordelijke instellingen. Er zijn geen afspraken gemaakt hoe de kwaliteit op de voor- en vroegscholen bepaald, gemeten en geborgd wordt. Conclusie De inspectie beoordeelt dit onderdeel als ontwikkelpunt. Er zijn gemeentelijke kaders voor de kwaliteit van VVE, maar geen afspraken over de interne kwaliteitszorg op de voor- en vroegscholen. 1a8 Doorgaande lijn Bij de doorgaande lijn gaat het om (proces)afspraken over de volgende punten:

- VVE-coördinatie tussen voor– en vroegschool; - de voorschool zorgt voor ‘warme’ overdracht; - afstemming aanbod; - afstemming pedagogisch en educatief handelen; - afstemming omgang ouders; - afstemming interne begeleiding/leerlingenzorg.

Voor een aantal van deze punten zijn binnen de gemeente afspraken gemaakt. Overdracht Medio 2011 is gemeentelijk beleid vastgesteld rond de doorgaande lijn; de uitvoering is van start gegaan in schooljaar 2011-2012. De doorgaande lijn voorziet in een sluitende aanpak van overdracht van kindgegevens van 0 tot 6 jaar, alle met bijbehorende protocollen en overdrachtsformulieren, en betreft de volgende overgangen:

- indicering en verwijzing door het consultatiebureau volgens een bepaald protocol voor Speel Mee en/of VVE;

- van Speel Mee naar VVE-peuterspeelzaal; - van peuterspeelzaal naar de basisschool.

Hiervoor is een uniform overdrachtsformulier in gebruik genomen waardoor onder andere:

- ouders een doorgaande lijn ervaren, een actieve rol hebben, en niet onnodig opnieuw informatie hoeven te geven;

- de ontwikkeling van het kind op een eenduidige en zo objectief mogelijke manier wordt geregistreerd;

- informatie over de VVE-geschiedenis beschikbaar is; - de communicatie tussen de professionals wordt vergemakkelijkt.

Voor de doelgroep- en zorgkinderen is er bij de overgangen van Speel Mee naar voorschool en van voorschool naar vroegschool een warme overdracht. Interne begeleiding De afspraak is dat per 1 januari 2012 alle voor- en vroegschoolse voorzieningen (behalve de kinderdagopvang) het observatie- en registratie-instrument KIJK of Memelink gebruiken.

Pagina 18 van 37

Page 19: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Aanbod Het gemeentelijk beleid voorziet tevens in een doorgaande lijn voor het programma. Vrijwel alle VVE voor- en vroegscholen gebruiken Piramide (conditie financiering). Doelstelling voor de planperiode is om de doorgaande lijn uit te breiden en te intensiveren (gezamenlijke studiedagen; afstemming van thema’s en activiteiten). Uiteindelijk doel is om samenwerkingscontracten af te sluiten. (Bron: Culemborgs VVE- beleid 2011-2014) Coördinatie Over de VVE-coördinatie tussen voor- en vroegschool zijn als zodanig geen afspraken gemaakt. Dit is belegd bij de aanbieders van de speelzalen en de directies van de scholen. Verder is er de mogelijkheid van subsidie voor denominatie-overstijgende samenwerking (coördinatie), waarmee de gemeente hieraan een impuls geeft aan versterking van de doorgaande lijn. Conclusie Hoewel niet over alle onderdelen van de doorgaande lijn expliciet afspraken zijn gemaakt, beoordeelt de inspectie dit onderdeel als voldoende. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderdeel ‘overdracht van kindgegevens’ beoordeelt de inspectie als een voorbeeld voor anderen, mede omdat het traject vóór de voorschool ook is meegenomen. In schooljaar 2011-2012 is de uitvoering gestart, dus resultaten of effecten zijn in dit stadium nog niet zichtbaar. De doorgaande lijn ten aanzien van de programma’s is in beginsel in orde omdat de afspraak is dat Piramide (of Ik & Ko/KO-Totaal) wordt gebruikt, maar er is winst te behalen door nadere afspraken te maken over de inhoudelijke aansluiting van het programma op de voorschool. Hiervoor heeft de gemeente afspraken gemaakt in het VVE- beleidsplan. Ontwikkeling en versterking van de doorgaande lijn is mogelijk op het gebied van (afstemming van) het ouderbeleid, de interne zorg, en het pedagogisch en educatief handelen. Via de subsidie voor denominatie-overstijgende samenwerking (coördinatie) geeft de gemeente hieraan een impuls. Ten aanzien van de doorstroom brengt de inspectie de categorie (geïndiceerde) peuters onder de aandacht die niet doorstroomt naar een VVE-vroegschool. 1a9 Opbrengsten De gemeente heeft doelen geformuleerd voor de gewenste resultaten van VVE. Het gaat om de volgende doelen die in overleg met alle betrokken partijen tot stand zijn gekomen:

- 90% van de doelgroepkinderen neemt in de voorschoolse periode deel aan een VVE- programma;

- 75% van de doelgroepkinderen neemt in de vroegschoolse periode deel aan een VVE- programma;

- doelgroepkinderen (indicatie 1 en 2) bereiken aan het einde van groep 2 minimaal een C-score op de Citotoets taal en rekenen;

- doelgroepkinderen (indicatie 3 en 4) bereiken aan het einde van groep 2 minimaal een B-score op de Citotoets taal en rekenen.

In schooljaar 2011-2012 gaat de monitor van start. Het is de bedoeling dat de voor- en vroegscholen twee keer per jaar resultaatgegevens aanleveren volgens een bepaald format. Ook leveren de betrokken partijen via een jaarlijkse enquête gegevens aan over de inhoud en de uitvoering van VVE. Met de gemeentelijke monitor kunnen de opbrengsten in de beleidsperiode 2011-2014 inzichtelijk worden gemaakt.

Pagina 19 van 37

Page 20: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Tevens is het de bedoeling dat de monitor inzicht verschaft over: - het bereik; - de voorzieningen waarvan de doelgroepkinderen gebruik maken; - de overdracht; - samenwerking tussen partners; - uitvoeringscondities.

De jaarlijkse evaluatie moet leiden tot een jaarplan dat tot stand komt in de stuurgroep VVE. Onder regie van de gemeente wordt het jaarplan uitgevoerd. Conclusie De inspectie beoordeelt het gemeentelijk beleid op het gebied van de opbrengsten als zodanig als goed ontwikkeld. Het beleid moet echter nog worden geïmplementeerd; hiermee is in schooljaar 2011-2012 gestart. Aandachtspunten: Bij de 0-meting (D- en E-scores, voorjaar 2011, met name groepen 1 en 2) zijn categorieën gewichtenleerlingen (categorie 1 en 2) en niet-gewichtenleerlingen (extra categorie) onderscheiden. Hieruit blijkt dat 48% van de gewichtenleerlingen in groep 2 een D- of E-score heeft en 28% van de niet-gewichtenleerlingen. Niet duidelijk is welk streefdoel de gemeente heeft bepaald voor deze laatste groep, de extra categorie die niet valt onder één van de categorieën 1 tot en met 4. De streefdoelen zijn ambitieus. Dat is op zich positief. Om zicht te krijgen op de voortgang kan de gemeente de jaarlijkse resultaten relateren aan de uitgangssituatie/0-meting (zie hierboven). 1a10 Nadere VVE-afspraken op gemeentelijk niveau Dit onderdeel gaat over gemeentelijke afspraken met de vroegscholen die voortkomen uit de OKE- wet (doelgroepdefinitie en resultaten) en het convenant Agenda ‘Focus op vroegschoolse educatie’. In deze agenda is opgenomen welke afspraken scholen met de gemeente maken. Het gaat over de volgende onderwerpen:

- doorlopende leerlijn; - dubbele bezetting of werken met kleine groepen; - minstens vier dagdelen per week VVE; - werken met een effectief VVE-programma; - voldoende VVE-scholing van de gekwalificeerde leidsters; - werken met een leerlingvolgsysteem dat past bij het

leerlingvolgsysteem van de rest van de school. Via de voorwaarden voor subsidie voor vroegscholen voorziet de gemeente in afspraken, met name:

- afspraken over het VVE-programma en de protocollen voor de overdracht (doorlopende leerlijn; werken met een effectief VVE- programma);

- de inzet van ondersteuning voor 8 uur per week (dubbele bezetting of werken met kleine groepen; minstens vier dagdelen per week VVE);

- bewijs dat leraren gecertificeerd zijn voor het uitvoeren van Piramide of Ik & Ko (voldoende VVE-scholing van gekwalificeerde leidsters).

Ten slotte zijn er afspraken over welk observatie-instrument wordt ingezet en welke toetsen worden afgenomen.

Pagina 20 van 37

Page 21: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Conclusie De gemeente voorziet in alle afspraken die voortkomen uit het convenant ‘Focus op vroegschoolse educatie’.

2.1.2 De VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau De portefeuille VVE is binnen de gemeente belegd bij een beleidsadviseur en een wethouder. In 2008 is een stuurgroep ingesteld waarin de verschillende belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd (houders peuterspeelzalen; houders dagopvang; bevoegde gezagen basisschool; JGZ- Consultatiebureau; Integrale Vroeghulp; Stichting MEE; bibliotheek; gemeente). De stuurgroep vervult een belangrijke rol bij de voorbereiding en totstandkoming van VVE-beleid. Ook heeft zij een belangrijke rol bij de uitvoering van vastgesteld beleid. Om het VVE-beleid een impuls te geven heeft een externe ervaringsdeskundige in 2010-2011 leiding gegeven aan de stuurgroep en verschillende beleidszaken voor haar rekening genomen. Verder is een deel van de VVE-subsidie bestemd voor een denominatie-overstijgend samenwerkingsverband van scholen, gericht op de ontwikkeling van een doorgaande leerlijn (op diverse terreinen) tussen peuterspeelzalen/kinderopvang en het basisonderwijs. Ten tijde van de bestandsopname is niet bekend of deze subsidie is verzilverd. Conclusie De inspectie beoordeelt de coördinatie op gemeentelijk niveau als voldoende.

2.1.3 Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau De gemeente stelt plandocumenten op, evalueert deze en de evaluaties vormen input voor nieuw beleid. Zo is het beleidsplan LEA 2006-2010 geëvalueerd en is bij het onderdeel ‘bestrijding van taal- en ontwikkelingsachterstanden’ vermeld dat de doelstelling 70% deelname is gerealiseerd en dat de doorgaande leerlijn (voorschool t/m voortgezet onderwijs) deels is gerealiseerd. In de periode 2004-2010 bracht de gemeente in kaart hoeveel kinderen een indicatie kregen en hoeveel kinderen VVE volgden. Ook het functioneren van de schakelklas is destijds geëvalueerd. In 2011 is specifiek VVE-beleid vastgesteld voor de periode 2011-2014, met concrete doelstellingen en afspraken over monitoring en evaluatie. De uitvoering van dit beleid is volop gaande. De implementatie en de voortgang zijn onderwerp van gesprek in de stuurgroep. Conclusie Voor een positief oordeel hanteert de inspectie als criteria dat de afspraken over VVE jaarlijks worden geëvalueerd en dat over de bevindingen wordt gerapporteerd. Specifiek VVE-beleid is vrij recent vastgesteld en verkeert in de uitvoeringsfase. Evaluatie en follow-up moeten in feite dus nog gebeuren. Daarom beoordeelt de inspectie dit onderdeel als een ontwikkelpunt.

Pagina 21 van 37

Page 22: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

2.2 De VVE-condities voorschool

VVE-condities voorschool 2a GGD-rapport 2 2b Gemeentelijke VVE-subsidiekader 2 Groepsgrootte en dubbele bezetting 2c1 Groepsgrootte 3 2c2 Dubbele bezetting 3 2d VVE-tijd per week 3 Kwaliteit beroepskrachten 2e1 Gekwalificeerde beroepskrachten 3 2e2 Voldoende Nederlands beheersen 3 2e3 Geschoolde VVE-beroepskrachten 3 2e4 Opleidingsplan per VVE-beroepskracht 3

2.2.1 Recente GGD-rapporten (voorschool) De meeste voorscholen zijn in 2009 door de GGD geïnspecteerd. De rapporten zijn dus verouderd. In 2012 zal de GGD opnieuw inspecties uitvoeren op alle VVE-peuterspeelzalen zo is de inspectie in het najaar van 2011 meegedeeld. (Bron : GGD-rapporten)

2.2.2 De locaties voldoen aan de VVE-(subsidie)voorwaarden (voorschool) Bij dit onderdeel gaat het om de controle door de GGD, met name of er volgens de GGD verbeteringen ‘gewenst’ of ‘benodigd’ zijn in relatie tot het VVE-subsidiekader. Bij de GGD-inspecties worden de voorwaarden van de gemeente getoetst, maar in 2009 was er geen VVE-subsidiekader. Daarom heeft de onderwijsinspectie de VVE-voorwaarden (de indicatoren in de tabel) in de onderzoeken meegenomen.

2.2.3 Groepsgrootte en dubbele bezetting (voorschool) In de loop van 2010 en in 2011 zijn – gezien het nieuwe gemeentelijk beleid - verschillende veranderingen doorgevoerd in de voorscholen. Zo is de groepsgrootte teruggebracht naar maximaal 16, waarvan de helft doelgroeppeuters. In de loop van 2011 is gerealiseerd dat op alle voorscholen twee leidsters/pedagogisch medewerkers (in plaats van één) werkzaam zijn.

2.2.4 VVE-tijd per week (voorschool) Ook de hoeveelheid tijd is in 2011 aangepast. Voor doelgroeppeuters is vier dagdelen per week beschikbaar en de tijd voor niet-doelgroeppeuters is teruggebracht tot twee dagdelen. Dit is gaandeweg gebeurd; 2011 is een overgangsjaar.

2.2.5 Kwaliteit beroepskrachten (voorschool) Het beleid is dat de peuterleidster/pedagogisch medewerker een opleiding op minimaal MBO-3 niveau heeft afgerond. Dit is conform het besluit basisvoorwaarden voorschoolse educatie.

Pagina 22 van 37

Page 23: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

2.2.6 Opleidingsplan en beheersing Nederlandse taal (voorschool) Het beleid is erop gericht dat alle beroepskrachten de Nederlandse taal voldoende beheersen. De houders van de peuterspeelzalen zijn hiervoor verantwoordelijk.

2.2.7 Geschoolde VVE-beroepskrachten en opleidingsplan (voorschool) Het beleid is erop gericht dat de beroepskrachten specifieke VVE-scholing hebben gevolgd en gecertificeerd zijn voor het VVE-programma. Dit is positief. De houders van de peuterspeelzalen zijn hiervoor verantwoordelijk (opleidingsplan).

Pagina 23 van 37

Page 24: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

3 De feitelijke kwaliteit op de VVE-locaties in 2011

In dit hoofdstuk wordt de beoordeling van de zes VVE- peuterspeelzalen en zeven VVE-basisscholen samengevat op basis van de afzonderlijke locatierapporten. Daar waar een duidelijk verschil zichtbaar is tussen de voor- en vroegscholen is dit in de toelichtende tekst aangegeven

3.1 Context en condities CONDITIES 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 84 16 A1.2 Een integraal VVE-programma 100 A2 De groepsgrootte voldoet aan de wettelijke maximumeisen

100

A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 100 A4.1 De kinderen krijgen voldoende dagdelen VVE per week

100

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

100

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands

100

A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend VVE-geschoold

8 84 8

A5.5 Er is een jaarlijks geactualiseerd VVE-scholingsplan

100

De cursief weergegeven indicatoren zijn alleen bij de voorscholen beoordeeld De voorscholen voldoen aan alle condities, met uitzondering van het onderdeel ‘een recent GGD-rapport beschikbaar’. Voor één peuterspeelzaal annex kinderdagopvang is een recent GGD-rapport beschikbaar; het gaat om een GGD-inspectie op basis van de normen voor de kinderopvang. Voor de gemeente is in 2012 een nieuwe GGD-controle gepland. De meeste voorscholen zijn in 2009 door de GGD geïnspecteerd. De rapporten zijn dus verouderd. In 2012 zal de GGD opnieuw inspecties uitvoeren. In de loop van 2010 en in 2011 zijn – conform het nieuwe gemeentelijk beleid c.q. de OKE-wet - verschillende veranderingen doorgevoerd in de voorscholen. Verschillende peuterspeelzalen zijn omgevormd tot VVE-zaal. Op deze peuterspeelzalen is het programma Piramide ingevoerd (A1.2). Verder is de groepsgrootte teruggebracht naar maximaal 16, waarvan de helft doelgroeppeuters (A2). In de loop van 2011 is gerealiseerd dat op alle voorscholen twee leidsters/pedagogisch medewerkers (in plaats van één) werkzaam zijn (A3). Ook het aantal dagdelen is in 2011 aangepast (A4.1). Voor doelgroeppeuters zijn vier dagdelen per week beschikbaar en de tijd voor niet-doelgroeppeuters is teruggebracht tot maximaal twee dagdelen. In 2011 zijn veel veranderingen doorgevoerd in de peuterspeelzalen. Het beleid is dat de peuterleidster/pedagogisch medewerker een opleiding op minimaal MBO-3 niveau heeft afgerond (A5.3). Dat is in de praktijk ook het geval. De overige condities die ook gelden voor de vroegscholen zijn in orde.

Pagina 24 van 37

Page 25: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Er is één vroegschool waar de beroepskrachten ten tijde van de bestandsopname niet geschoold zijn voor het VVE-programma (A5.4). Dit is verklaarbaar omdat de school pas in schooljaar 2011-2012 als VVE-locatie is gestart. Op alle locaties hebben de leidsters/leraren een scholing Piramide gevolgd, of zijn daarmee bezig. Een deel van de leidsters/leraren is gecertificeerd voor het VVE-programma. Op de vroegscholen wordt de ‘dubbele bezetting’ ingevuld door middel van onderwijs-assistenten die tutoring verzorgen.

3.2 Ouders 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % B1 Gericht ouderbeleid 100 B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 92 8 B3 Intake 92 8 B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

92 8

B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor-/vroegschool

84 8 8

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 92 8 B7 Rekening houden met de thuistaal 100 Van de zeven indicatoren die betrekking hebben op de ouders zijn er drie op alle locaties positief beoordeeld. De intake (B3), informeren over de ontwikkeling (B6) en rekening houden met de thuistaal (B7) is op alle locaties in orde. Over het informeren over de ontwikkeling van het kind moet worden opgemerkt dat afspraken hierover voor de voorscholen in schooljaar 2011-2012 worden ingevoerd. De afspraken liggen in het verlengde van het nieuwe observatie-instrument dat de voorscholen in 2011-2012 in gebruik hebben genomen en houden in dat de leidsters ouders twee keer in de voorschoolperiode informeren: binnen 3 tot 6 maanden na de plaatsing en vervolgens voorafgaand aan het moment dat de peuter doorstroomt naar de basisschool. Tot dit schooljaar stelde het merendeel van de voorscholen ouders incidenteel of op eigen verzoek op de hoogte van de voortgang. Op een aantal onderdelen is ouderbeleid een ontwikkelpunt. In de eerste plaats hebben de voor- en vroegscholen nog niet of nauwelijks gericht ouderbeleid geformuleerd (B1). Cruciale onderdelen van het ouderbeleid zijn:

een analyse van de ouderpopulatie (taalachtergrond, thuistaal, opleidingsniveau e.d.);

een visie met bijbehorende doelen en aanpak (informeren over VVE en over de te bereiken VVE-doelen, verwachtingen van en afspraken met ouders, informeren over de voortgang van het kind, betrekken van ouders bij VVE-activiteiten, stimuleren ontwikkeling in de thuissituatie, zicht op participatie ouders).

Verder is er nog nauwelijks beleid om de ouders vooraf actief te informeren over VVE (B2). De informatievoorziening over aspecten als de plaatsingsprocedure, veiligheids-, gezondheids- en pedagogisch beleid is overigens wel in orde. Dit gebeurt via informatiebrochures, schoolgidsen en websites. Ook maken de voor- en vroegscholen melding van VVE, zij het in sommige gevallen summier. Voor een voldoende oordeel op dit onderdeel is het nodig dat de doelgroepouders weten welke doelstellingen met VVE worden nagestreefd en welke doelen de voor- en de vroegscholen hebben ten aanzien van de ouders.

Pagina 25 van 37

Page 26: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Hoewel tijdens de bezoeken naar voren is gekomen dat voor– en vroegscholen in meer of mindere mate activiteiten ondernemen om te bevorderen dat ouders thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten uitvoeren, is er op de meeste locaties nog nauwelijks sprake van expliciet beleid en afspraken op dit punt (B4). De meeste voorscholen ondernemen al enkele jaren activiteiten om (alle) ouders te stimuleren hun kind thuis te ondersteunen. Zo krijgen de ouders een informatiebrochure bij het thema, met een aantal woorden die in het thema aan de orde komen, en suggesties voor spelletjes en activiteiten. Soms zijn de woorden ook van een Turkse en Arabische vertaling voorzien. Ook werken veel voorscholen met Boekenpret. Tevens zijn er af en toe themabijeenkomsten voor ouders. Bij de meeste vroegscholen zijn of worden in 2011-2012 activiteiten in gang gezet. Bij een aantal locatiebezoeken is dit onderdeel als ontwikkelpunt gewaardeerd, niet vanwege het ontbreken van stimulerende activiteiten, maar omdat de voor- of vroegschool niet weet of de ouders de activiteiten daadwerkelijk uitvoeren. Er zal dus een vorm moeten worden gevonden om na te gaan of de doelgroepouders de taken uitvoeren die hun als het ware is opgedragen. Bij de locatie (voorschool) waar deze indicator als voldoende is beoordeeld, bespreekt de tutor in een (extra) individueel tussentijds gesprek met de doelgroepouders de gang van zaken rond uitvoering van thuisactiviteiten. De tutor benut dit overlegmoment ook om ouders feedback en tips te geven en hun duidelijk te maken dat de verzoeken van de school geen vrijblijvend karakter hebben. Het derde ontwikkelpunt betreft de deelname van doelgroepouders aan VVE-activiteiten in de voor- en vroegschool (B5). Deze indicator is bij twee locaties positief beoordeeld, beide voorscholen. De betreffende voorscholen organiseren bij elk thema een ouderactiviteit. Bij één van beide voorscholen is het oordeel een ‘4’ omdat de leidsters de ouders persoonlijk aanspreken met de vraag of zij op het geplande tijdstip aanwezig kunnen zijn. Als dat niet zo is stellen zij een tijdstip vast waarop álle ouders kunnen. Op die manier zorgen zij ervoor dat álle ouders daadwerkelijk deelnemen aan de activiteiten in de voorschool. Vrijwel alle locaties organiseren ouderactiviteiten, in ieder geval via het dagelijkse inloopmoment, waarbij ouders doorgaans ook gestimuleerd worden om een activiteit te doen met hun kind. Het inloopmoment wordt vaak ook benut voor informele, korte gesprekjes met de leidster of leraar. Het inloopspreekuur van het consultatiebureau bij een aantal voorscholen, is een mooie vorm om ouders te betrekken. Verder is op de meeste locaties – in schooljaar 2011-2012 – een bijeenkomst georganiseerd voor doelgroepouders over VVE. De inspectie beoordeelt deze activiteiten als positief; beleidsmatig (doelen en aanpak) kan de deelname aan VVE-activiteiten verder worden uitgewerkt. De inspectie heeft dit onderdeel als ontwikkelpunt aangemerkt, vooral omdat de locaties de feitelijke participatie van ouders niet in beeld brengen.

3.3 Kwaliteit van de uitvoering van VVE (= proceskwaliteit) 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % 1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma 100 C1.2 Werken met een doelgerichte planning 100 C1.3 Het activiteiten aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend

8 92

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

54 46

Pagina 26 van 37

Page 27: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Alle locaties gebruiken een integraal VVE-programma (meestal de vernieuwde versie van Piramide) en werken aan de hand van een jaar-, week- en/of dagplanning. Een aantal voor- en vroegscholen werkt nog maar kort met het VVE-programma, of werkt er vanaf schooljaar 2011-2012 systematisch mee. De inspectie heeft het beeld dat de leidsters en leraren het programma over het algemeen zorgvuldig uitvoeren. Vaak hebben zij de onderdelen van Piramide ‘spelprogramma, groepsprogramma en tutorprogramma’ in een week- en/of dagplanning uitgewerkt. Verder geven de leidsters en leraren vaak ook de vier fasen aan: oriënteren, demonstreren, verbreden en verdiepen. Dat deze aanpak niet resulteert in een score ’4’, komt vooral omdat de locaties nog maar kort systematisch met het programma werken en/of in 2011-2012 slechts een deel van de projecten uitvoeren. Omdat de locaties het VVE-programma integraal gebruiken gaat de inspectie ervan uit dat het aanbod dekkend is voor de taalontwikkeling (C1.3). Vroegscholen zetten doorgaans voor de taalontwikkeling aanvullende programma’s in, zoals op het gebied van het ‘fonemisch bewustzijn’. Uitgangspunt van Piramide is dat in ieder leerjaar dezelfde thema’s op een steeds hoger niveau aan bod komen. Op de locaties die dit schooljaar met Piramide zijn gestart, is dit vanzelfsprekend nog niet zichtbaar. Voor alle voorscholen is afstemming van het aanbod op verschillen een ontwikkelpunt. Niet of te weinig zichtbaar is namelijk dat in het aanbod wordt gedifferentieerd op twee niveaus: naar leeftijd (jongere en oudere kinderen) en naar ontwikkelingsniveau. Afstemming op de doelgroepkinderen gebeurt door middel van tutoring; op de meeste voorscholen is de tutoring in 2011 gestart; de inhoud (preteaching-reteaching-remediëring) en de frequentie (1 tot 3 keer per week) variëren sterk. Op de vroegscholen is indicator C1.4 – op één locatie na – als voldoende beoordeeld. Aandachtspunten bij de afstemming zijn verder: de effectiviteit van ‘grote kring‘-educatie en de groep leersterke kinderen. 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % 2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol

92 8

C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

92 8

C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en competenties van de kinderen

100

C2.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren de zelfstandigheid van het kind

92 8

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend

100

Op alle locaties is het pedagogisch handelen van de leidsters en de leraren in orde. Zij tonen respect, hanteren duidelijke gedragsregels, stimuleren sociale vaardigheden, en bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen. De lokalen zijn aantrekkelijk en verzorgd ingericht, vaak ook in het teken van het thema dat aan de orde is. Er zijn verschillende hoeken, vaak ook voorzien van ‘echte’ materialen. Bij een aantal locaties kan meer aandacht worden besteed aan een ‘talige’ inrichting; die is soms weinig taaluitlokkend en taalondersteunend.

Pagina 27 van 37

Page 28: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

1

In % 2

In % 3

In % 4

In % 3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

100

C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

100

C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

16 84

C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

100

C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen

100

C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief

100

C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind

100

Ook de kwaliteit van het educatief handelen is op vrijwel alle onderdelen in orde. Op de meeste voorscholen werken nog maar vrij kort twee leidsters op de groep; in alle gevallen was de taakverdeling tussen beiden beredeneerd en op elkaar afgestemd (C3.1). Tussen locaties bestaan op dit punt verschillen, dit geldt ook voor de effectiviteit van de inzet. Leidsters en leraren zijn zich bewust van het belang van taal: zij benutten dan ook spontane gebeurtenissen of spelsituaties voor de taalontwikkeling, naast de geplande taalactiviteiten (C3.2). Zij betrekken en stimuleren kinderen tot spel en tot interactie door zelf mee te doen en door vragen te stellen (C3.3 en C3.4). Op enkele locaties zijn de leidsters te veel zelf aan het woord, waardoor de interactie met en de taalproductie van de peuters beperkt blijft. Bij indicator 3.7 merkt de inspectie op dat de afstemming op de onderwijsbehoeften van individuele kinderen vooral impliciet gebeurt. Zie voor dit onderdeel ook paragraaf 3.4.

3.4 Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % 1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

92 8

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

69 31

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg

62 38

D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 46 54 2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren en van de aard van die zorg

100

D2.2 De leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voor-/ vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

100

Pagina 28 van 37

Page 29: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

46 54

Verschillende onderdelen van de zorg en begeleiding zijn op alle locaties in orde. Alle locaties volgen systematisch de ontwikkeling van de kinderen (D1.1), bij de meeste voorscholen gebeurt dit overigens pas met ingang van schooljaar 2011-2012; ten tijde van de bezoeken was de scholing van de leidsters in volle gang. Alle voorscholen gebruiken het volgsysteem Kijk en de meeste vroegscholen doen dat ook. Enkele voorscholen namen tot dit schooljaar de Piramidetoetsen af; dit gebeurt inmiddels niet meer op de voorscholen van de SKPC en nog wel op de twee van de SRKP. De vroegscholen nemen ten minste één keer per jaar een landelijke genormeerde toets af om de taal- en rekenontwikkeling in beeld te brengen. Eén vroegschool zet een extra tussentijdse taaltoets in bij de doelgroepkleuters, om de effecten van de tutoring in beeld te krijgen en de resultaten met de ouders te bespreken; die locatie heeft daarom de score 4 gekregen. Met behulp van het observatie-instrument Kijk (of Memelink) is het mogelijk om de brede ontwikkeling te volgen, waaronder de taalontwikkeling. Het onderdeel (passieve en actieve) woordenschat wordt nog niet overal systematisch gevolgd; de meeste locaties hadden hier wel plannen voor of aanzetten toe. De inspectie heeft de planmatige begeleiding bij alle voorscholen en enkele vroegscholen als ontwikkelpunt beoordeeld. De verbeterslag die zij kunnen maken is om aan de hand van de observatie- en toetsgegevens te bepalen welke (groepen of individuele) kinderen extra begeleiding nodig hebben en wat die begeleiding inhoudt. De curatieve aanpak staat nog in de kinderschoenen (D1.2). Er zijn wel plannen om de begeleiding aan de hand van Kijk verder vorm en inhoud te geven; in januari 2012 is hiervoor een gemeentelijke aanpak afgesproken. De extra begeleiding dient te worden uitgeschreven, planmatig uitgevoerd, en na een vastgestelde periode te worden geëvalueerd (D.1.3). Aan de hand daarvan kunnen eventuele vervolgstappen worden bepaald, bijvoorbeeld intensiveren of aanscherpen van de begeleiding, of inschakelen van externe zorg. Alle (vroeg)scholen voeren handelingsgericht werken in (1-zorgroute). Op basis van inventarisatie van onderwijsbehoeften clusteren de leraren de leerlingen in groepen. Dit maakt het mogelijk om voor de verschillende groepen een gericht aanbod en instructie te verzorgen. Leraren brengen de bevorderende en belemmerende factoren in kaart, formuleren tussendoelen en leggen de gegevens vast in groepsplannen. De aard van de tussendoelen verschilt: soms ontleend aan Piramide, soms aan het observatie-instrument en soms aan de taal- of rekentoets. Ook de uitvoering van de extra zorg varieert: soms gebeurt de remediëring volledig door de tutor, soms volledig door de leraar en soms in combinatie. Ook komt het voor dat uitsluitend de leerlingen van groep 2 planmatige begeleiding krijgen. Aandachtspunt voor de vroegscholen is om scherper onderscheid te maken tussen het voorkomen van achterstand en gerichte remediëring op basis van analyse van het ‘leer’probleem. Bij zes locaties is de indicator ‘specifieke aandacht voor de taalontwikkeling’ als ontwikkelpunt aangemerkt (D1.4). Het gaat om twee vroegscholen en vier voorscholen. Bij de voorscholen moet de planmatige extra begeleiding nog starten, ook voor het onderdeel taalontwikkeling. Voor de voorscholen is de zorg voor kinderen die begeleiding krijgen van een externe instantie aandachtspunt: tot nu toe leggen de leidsters de gesprekken met ouders en de aard van de extra begeleiding niet vast. Ook is er te weinig aandacht voor de aanpak van de leidsters in relatie tot de externe zorg.

Pagina 29 van 37

Page 30: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

3.5 Kwaliteitszorg 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % E1 Er is VVE-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

100

E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE

100

E3 De vroegschool evalueert de resultaten van VVE

100

E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen

100

E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie

46 23 31

E6 VVE is onderdeel van de kwaliteit in de vroegschool

100

De kwaliteitszorg is – met uitzondering van de interne coördinatie – voor alle locaties ontwikkelpunt. Op alle locaties is iemand verantwoordelijk voor de uitvoering en kwaliteit van VVE, hoewel dat niet altijd expliciet is vastgesteld en vastgelegd (E1). Bij de locatiebezoeken werd duidelijk dat VVE bij alle voor- en vroegscholen op de agenda staat. Zo zijn alle locaties gestart met de (vernieuwde) Piramide of met het planmatig uitvoeren van het programma, inclusief tutoring. Ook zijn veel locaties, vooral de voorscholen, gestart met het systematisch volgen van de ontwikkeling van kinderen. De kinderen die tot de doelgroep behoren zijn in beeld. Dit neemt niet weg dat het VVE- beleid als zodanig (doelen en aanpak) doorgaans niet of nauwelijks is uitgewerkt en vastgelegd. Dat is nodig om periodiek de kwaliteit van VVE te kunnen bepalen en op basis daarvan vast te stellen welke verbeteringen nodig zijn (E2). De inspectie brengt de volgende elementen van evaluatie onder de aandacht: - ontwikkelingen en vorderingen van de kinderen; - effecten van extra begeleiding/zorg; - educatieve en pedagogische vaardigheden van de leidsters/leraren; - participatie van ouders; - gebruik en effectiviteit van het VVE-programma; - realisatie van het geformuleerde VVE-beleid. Binnen de gemeente zijn doelstellingen vastgesteld voor de resultaten aan het einde van groep 1 en groep 2. Het volgen van de resultaten van de doelgroepleerlingen in relatie tot de nulmeting en tot de gemeentelijke doelen, verkeert in een opstartfase. Vroegscholen hebben nog zelden streefdoelen opgesteld, bijvoorbeeld voor de resultaten in relatie tot de nulmeting, voor de verschillende categorieën leerlingen of voor de doelgroep in relatie tot de niet-doelgroep (E3). De kwaliteitszorg rond VVE staat in de kinderschoenen. Hoewel duidelijk is dat de locaties bezig zijn om VVE (verder) vorm en inhoud te geven, is het in dit stadium nog niet zover dat verbeteracties voortkomen uit evaluaties (E4). Bij vier voorscholen is de borging (E5) als goed beoordeeld. Op die locaties zijn door de aanbieder voor bestaande en nieuwe, gewenste praktijken heldere werk-instructies of richtlijnen voorhanden. Die zijn bij de leidsters bekend en worden ook gevolgd.

Pagina 30 van 37

Page 31: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Ook de werkoverleggen en de inzet van coaches dragen bij aan borging op de betreffende voorscholen. Bij enkele vroegscholen ondernemen de directeur en/of de intern begeleider acties om te zorgen dat de uitvoering volgens de afspraken gebeurt, althans afspraken over de gewenste VVE-praktijk zijn gemaakt en/of vastgelegd. In die gevallen heeft de inspectie indicator E5 als voldoende beoordeeld. Omdat het VVE-beleid en afspraken daaromtrent vaak niet zijn vastgelegd of uitgewerkt, en omdat volop nieuwe werkwijzen worden ingevoerd, is borging op diverse locaties in feite nog niet aan de orde.

3.6 Doorgaande lijn 1

In % 2

In % 3

In % 4

In % F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool

100

F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool

69 31

F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht

100 *

F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

100

F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

100

F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

100

F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

100

* alle locaties De percentages in de bovenstaande tabel behoeven toelichting. Indicator F3 is bij alle locaties beoordeeld en de andere indicatoren bij slechts enkele locaties. Het percentage 100 in de tabel wil dus niet zeggen álle locaties, maar alleen de locaties waar de betreffende indicator relevant en dus beoordeeld is. Slechts op enkele locaties is indicator F1 beoordeeld, namelijk in het geval van een koppeling tussen de voor- en de vroegschool. Hoewel voorafgaand aan de locatiebezoeken uitgegaan is van vier ‘koppels’ bleek dat in de praktijk op één locatie niet het geval omdat de voorschool pas kort was gehuisvest in het schoolgebouw (Dwerghut - Beatrixschool). In de drie gevallen waar voor- en vroegschool in één gebouw zijn gehuisvest is er enige vorm van coördinatie. Wat betreft de doorstroom (F2) is het inspectiecriterium dat als minstens 75% van de kinderen doorstroomt naar een bepaalde basisschool, verwacht mag worden dat de voor- en vroegschool samenwerken om een doorgaande lijn te realiseren. Bij slechts twee (inpandige) voor- en vroegscholen stromen voldoende peuters door naar de (gekoppelde) basisschool. Voor de andere vroegscholen geldt dat niet; peuters stromen vanuit verschillende voorscholen in. Omdat ‘voldoende’ doorstoom dus in veel gevallen niet aan de orde is, zijn de indicatoren F4 tot en met F7 op die locaties niet beoordeeld. De percentages bij F4, F5, F6 en F7 hebben dan ook slechts betrekking op twee ‘koppelingen’, oftewel twee voor- en twee vroegscholen. Deze locaties werken al jaren samen op het gebied van de thema’s en activiteiten (F4). Ook het pedagogisch en educatief handelen stemmen de leidsters en leraren af, dat gebeurt op een informele manier (F5).

Pagina 31 van 37

Page 32: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Ontwikkelpunten voor de twee ‘koppels’ zijn om het ouderbeleid af te stemmen (F6) en om een doorgaande lijn te realiseren op het gebied van de zorg en begeleiding (F6 en F7). De indicator die gaat over de warme overdracht is overal beoordeeld (F3). Het gemeentelijk beleid rond de overdracht is met ingang van schooljaar 2011-2012 ingevoerd. Hoewel ten tijde van de bestandsopname nog maar weinig doelgroeppeuters zijn doorgestroomd naar een vroegschool, is duidelijk dat de voorscholen de overdracht volgens de gemeentelijke afspraken uitvoeren. De leidsters leggen de kindgegevens volgens de nieuwe systematiek vast - in een speciale lijst voor de planning en de registratie - en de informatie op basis van het observatie-instrument leggen zij vast in de daarvoor bestemde overdrachts-formulieren. Zij voeren overdrachtsgesprekken met de vroegschool, samen met de ouders. De vroegscholen gebruiken de informatie soms om de kleuter ‘in te delen’ in het groepsplan en in bijna alle gevallen plaatsen zij de doelgroepkleuters direct in de ‘tutorgroep’. Overigens zijn nog niet alle vroegscholen bekend met ‘het protocol voor de ontvangende partij’ inzake de administratieve afhandeling van de overdracht (schriftelijke bevestiging ontvangst overdrachtsdocument; richtlijn inzake bewaren overdrachtsdocumenten; registratie van ontvangen overdrachtdocumenten).

3.7 De resultaten van VVE Vroegscholen*

1 In %

2 In %

3 In %

4 In %

G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken

100

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau - - - - G3 Voldoende kinderen hebben geen verlengde kleuterperiode

14 86

* Het aspect ‘resultaten van VVE’ is alleen van toepassing op de vroegscholen. De inspectie heeft indicator G2 niet beoordeeld omdat er ten tijde van de bestandsopname weliswaar gemeentelijke afspraken zijn over de resultaten van VVE eind groep 2 (streefdoelen toetsscores), maar die afspraken zijn pas medio 2011 gemaakt. Het is dus te vroeg om te kunnen beoordelen of de afspraken over het te bereiken niveau daadwerkelijk worden behaald. De inspectie heeft overigens wel gekeken naar de resultaten en hierover in vijf van de zeven locatierapporten enkele gegevens opgenomen. Het percentage leerlingen met een D- of E-score op de toets Taal voor Kleuters in groep 2 varieert van 11% tot 61%. Omdat op de vroegscholen een beperkt aantal ‘gewogen‘ kleuters zat, of een beperkt aantal kleuters een VVE-voorschool had bezocht, dan wel een combinatie van beide, was het niet mogelijk om de resultaten van verschillende groepen kleuters met elkaar te vergelijken. Ook was het niet goed mogelijk om te bepalen of er vooruitgang was geboekt ten opzichte van de nulmeting. De meeste vroegscholen waren ten tijde van de bestandsopname overigens nog niet zover dat ze in de gegevensverzameling – ten behoeve van de analyse en de evaluatie van de opbrengsten - verschillende subgroepen onderscheidden. Omdat de vroegscholen wel initiatieven ondernemen en de gemeentelijke monitor ten tijde van de bestandsopname bovendien in de opstartfase was, heeft de inspectie indicator G1 als voldoende beoordeeld. Bij twee vroegscholen ligt het percentage kleuters met een kleuterverlenging hoger dan de inspectienorm van 12%.

Pagina 32 van 37

Page 33: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

4 Conclusies

De inspectie van het Onderwijs heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Culemborg. VVE op gemeenteniveau De gemeente Culemborg geeft VVE een duidelijke plaats in het achterstandenbeleid en de ambities zijn hoog. De laatste jaren is – in samenwerking met de betrokken partijen – het beleid verder ontwikkeld en geïmplementeerd. Vooral in 2010 en in 2011 is een impuls gegeven aan het VVE- beleid en zijn nieuwe besluiten en maatregelen in uitvoering genomen. VVE- context Samenvattend concludeert de inspectie dat het gemeentelijk beleid op vrijwel alle beoordeelde onderdelen voldoende of zelfs goed ontwikkeld is. Hieronder volgt een toelichting. De inspectie is positief over de doelgroepdefinitie die verder reikt dan de gewichtenregeling, over het beoogde en gerealiseerde bereik van doelgroep-kinderen, en over de toeleiding naar de voorschoolse voorzieningen. Met de procedures voor signalering en verwijzing, met een centrale rol voor het consultatiebureau heeft de gemeente een goed instrument in handen om ervoor te zorgen dat alle doelgroepkinderen daadwerkelijk een VVE-programma volgen. Ook het beleid ten aanzien van het VVE-programma beoordeelt de inspectie als goed ontwikkeld: er zijn afspraken over het programma (Piramide; Ik & Ko/KO-Totaal) en via de voorwaarden voor financiering regelt de gemeente dat de instellingen voldoen aan de uitvoeringscondities van het programma. Verder voorziet de gemeente in een zorgstructuur, zowel voor de voor- als de vroegscholen, en zijn er afspraken over de procedures en de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. Over een aantal onderdelen van de doorgaande lijn zijn afspraken gemaakt; de afspraken en procedures rond de (warme) overdracht zijn een voorbeeld voor anderen. De afstemming tussen de voor- en vroegschool is echter niet in alle opzichten geregeld. Op gemeentelijk niveau zal bepaald moeten worden welke elementen van de doorgaande lijn noodzakelijk en haalbaar zijn en hoe die gerealiseerd kunnen worden, ook in het licht van de doorstroom c.q. het aantal doelgroepkleuters. De voorscholen voldoen aan de VVE-condities. De GGD-rapporten zijn echter verouderd. De gemeente heeft de afspraak gemaakt dat de voorscholen in 2012 opnieuw door de GGD zullen worden geïnspecteerd. Ontwikkelpunt is het formuleren en vaststellen van ouderbeleid; inmiddels is hiervoor een werkgroep van start gegaan. Binnen het VVE-beleid zullen concrete afspraken gemaakt moeten worden en streefdoelen worden vastgesteld om ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind, hen te wijzen op de eigen verantwoordelijkheid, en de rol van voor- en vroegscholen hierbij. Verder is evaluatie en verbetering van VVE als ontwikkelpunt aangemerkt, omdat specifiek VVE-beleid vrij recent is vastgesteld en de uitvoering in volle gang is.

Pagina 33 van 37

Page 34: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Systematisch evaluatie is in feite nog niet aan de orde. Hoewel de gemeente duidelijke kaders schept voor de inrichting van VVE en daarmee aan de kwaliteit van VVE, zijn er geen afspraken gemaakt over de manier waarop voor- en vroegscholen de kwaliteit bepalen, verbeteren en borgen. De interne kwaliteitszorg op locatieniveau is eveneens een ontwikkelpunt. VVE op locatieniveau Ten tijde van de bestandsopname telde de gemeente Culemborg acht peuterspeelzalen, waarvan de inspectie de zes VVE-peuterspeelzalen heeft bezocht. Van de twaalf basisscholen heeft de inspectie er zeven bezocht. Dit zijn de scholen die in schooljaar 2011-2012 subsidie van de gemeente ontvangen gezien het percentage leerlingen met een achterstand in de groepen 1, 2 en 3. De basisscholen ressorteren onder drie bevoegde gezagen. Een schoolbestuur beheert twee VVE-peuterspeelzalen die in de basisscholen zijn gehuisvest. Vier VVE- peuterspeelzalen vallen onder beheer van een aparte stichting kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. In totaal heeft de inspectie dertien voor- en vroegscholen bezocht. De kinderdagverblijven zijn niet in het onderzoek betrokken omdat er ten tijde van de bestandsopname geen kinderdagverblijven waren met een VVE-programma. Samenvattend concludeert de inspectie dat verschillende aspecten op locatieniveau geheel of grotendeels in orde zijn. Dat geldt voor de condities, de uitvoering (proceskwaliteit) en de doorgaande lijn. Verbetering is mogelijk op het gebied van het ouderbeleid, de planmatige begeleiding en de kwaliteitszorg. Over de resultaten van VVE kan de inspectie geen uitspraak doen. Hieronder volgt een toelichting. Condities De VVE-condities op de locaties zijn zonder meer in orde. De inspectie heeft waardering voor de inspanningen die door de gemeente en de aanbieders van de voorscholen zijn verricht om essentiële VVE-condities te realiseren op het gebied van de dubbele bezetting, de scholing, de groepsgrootte, de tijd en het programma. Veel waardering heeft de inspectie ook voor de leidsters van de voorscholen. Door de omvorming van speelzalen tot VVE-zalen is er voor hen veel veranderd. Zo moesten zij gaan samenwerken met (nieuwe) collega’s, scholing volgen, een nieuw programma invoeren en zich nieuwe werkwijzen eigen maken, bijvoorbeeld tutoring. Verder zijn als gevolg van het nieuwe gemeentelijk beleid op de locaties verschillende veranderingen doorgevoerd of in gang gezet. Voor- en vroegscholen zijn gestart met Piramide of Ik & Ko, of zetten het programma vanaf schooljaar 2011-2012 integraal en systematisch in. Op de voorscholen is tutoring gestart en op de vroegscholen heeft de tutoring, die door onderwijsassistenten wordt uitgevoerd, verder vorm en inhoud gekregen. De onderwijsassistenten – geschoold voor Piramide of daarmee bezig - vervullen een belangrijke rol. Niet alleen vanwege de tutoring, maar ook omdat zij leraren ondersteunen bij de voorbereiding en de planning van Piramide en deze soms vrijwel helemaal voor hun rekening nemen. Ouders Op alle locaties investeren leidsters en leraren in de contacten met ouders. De ouders waar de inspectie mee gesproken heeft zijn doorgaans positief over de leidsters/leraren en over de educatie/onderwijs. Van gericht en expliciet ouderbeleid is echter niet of nauwelijks sprake en dit is dan ook een ontwikkelpunt.

Pagina 34 van 37

Page 35: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Daarbij gaat het om het uitwerken, vastleggen en uitvoeren van ouderbeleid, met aandacht voor: analyse van de ouderpopulatie (taalachtergrond, thuistaal, opleidingsniveau

e.d.); visie, doelen en aanpak. Bij de doelen en de aanpak is het van belang in ieder geval aan de volgende elementen aandacht te besteden:

- (doelgroep)ouders actief te informeren over VVE. De informatie-voorziening over aspecten als de plaatsingsprocedure, het veiligheids-, gezondheids- en pedagogisch beleid is in orde. Dit gebeurt via informatiebrochures, schoolgidsen en websites. Ook maken de voor- en vroegscholen melding van VVE, zij het in sommige gevallen summier. Doelgroepouders dienen geïnformeerd te zijn over de doelstellingen die met VVE worden nagestreefd en welke doelen er zijn ten aanzien van de rol van de ouders;

- wat men met de ouders wil bereiken en hoe dat gebeurt, zowel ten aanzien van het stimuleren van ouders om thuis ontwikkelings-stimulerende activiteiten uit te voeren, als ten aanzien van ouderactiviteiten in de voor- en vroegschool;

- streefdoelen op het gebied van de betrokkenheid en deelname van ouders. Participatie van ouders heeft nu vaak een vrijblijvend karakter, er worden nauwelijks eisen aan (de deelname aan) ouderactiviteiten gesteld;

- de manier waarop de betrokkenheid en deelname wordt gevolgd en maatregelen bij onvoldoende deelname/betrokkenheid.

Positief is dat de gemeente in januari 2012 een werkgroep heeft ingesteld die tot taak heeft om ouderbeleid te ontwikkelen. De uitvoering van VVE: proceskwaliteit De uitvoering van VVE beoordeelt de inspectie als overwegend positief; de meeste onderdelen van de proceskwaliteit zijn op alle locaties voldoende beoordeeld. Het pedagogisch klimaat in de voor- en vroegscholen en het educatief handelen van leidsters en leraren is overal van een behoorlijk niveau. Aandachtspunt voor een aantal locaties is om de ruimte meer ‘talig’ in te richten en voor enkele locaties om de interactie tussen en de taalproductie van kinderen te stimuleren. Ook de meeste onderdelen van de uitvoering van het programma zijn in orde. Alle locaties werken systematisch met het programma aan de hand van een jaar- en een week- en/of dagplanning, in ieder geval met ingang van schooljaar 2011-2012. De voorbereiding gebeurt doorgaans volgens de Piramiderichtlijnen. De inspectie heeft het beeld dat de leidsters, leraren en onderwijsassistenten het programma over het algemeen ook uitvoeren zoals bedoeld, met de onderdelen ‘spelprogramma, groepsprogramma en tutorprogramma’ en de fasen ‘oriënteren, demonstreren, verbreden en verdiepen’. In de komende jaren zal deze aanpak geconsolideerd moeten worden en op onderdelen verbeterd en verdiept. Een onderdeel dat verbeterd kan worden is de afstemming op verschillen tussen kinderen, om (leer)achterstand te voorkomen. Ook op de leersterke kinderen kan beter worden ingespeeld. Op de voorscholen is niet of nauwelijks zichtbaar dat in het aanbod wordt gedifferentieerd naar leeftijd (jongere en oudere kinderen) en naar ontwikkelings- of beheersingsniveau. Er is wel enige afstemming op de onderwijsbehoeften van individuele kinderen, maar die is vooral impliciet. Afstemming op de doelgroepkinderen gebeurt door middel van tutoring; op de meeste voorscholen is de tutoring in 2011 gestart. De meeste vroegscholen werken al langer met onderwijsassistenten die tutoring verzorgen, tot vorig jaar in de vorm van ‘schakelklassen’.

Pagina 35 van 37

Page 36: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

De functie van de tutoring varieert: altijd preteaching, soms reteaching, en een enkele keer remediëring. Ook de frequentie wisselt, van 1 tot 3 of 4 keer per week. Beleid op deze punten is gewenst. Op de vroegscholen is de afstemming in de meeste gevallen als voldoende beoordeeld. Dit neemt niet weg dat verdieping mogelijk is, door aanscherping en uitbreiding van de groepsplannen en ook door ‘grote kring’-activiteiten selectiever en spaarzamer in te zetten. Samengevat kan de preventieve aanpak worden versterkt. Ontwikkeling, begeleiding en zorg Duidelijk is dat de leidsters en leraren aandacht hebben voor het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen. Verschillende onderdelen van de zorg en begeleiding zijn op alle locaties in orde. De zorg en begeleiding is op de vroegscholen vaker in orde dan op de voorscholen, hoewel ook op enkele vroegscholen de planmatige begeleiding voor verbetering vatbaar is. Ten tijde van de bestandsopname was - met name op de voorscholen - het volgen van de ontwikkeling, de registratie en dossiervorming, en het bepalen van de vervolgstappen, volop in ontwikkeling. Verbeterpunt voor de voorscholen en enkele vroegscholen is om de observatie- en toetsgegevens te gebruiken voor een gerichte aanpak van de gehele groep, subgroepen en individuele kinderen. De planmatige begeleiding van kinderen waarbij de ontwikkeling stagneert evenals de registratie en evaluatie daarvan, kunnen worden versterkt. Verder is het gewenst om de rol van de tutor bij de extra begeleiding (remediëring) te bepalen en de afstemming met de extra begeleiding door de leraar. Omdat op een deel van de voor- en de vroegscholen nog maar kort wordt gewerkt met een observatie-instrument komt specifieke begeleiding op het gebied van de taalontwikkeling niet uit de verf. Op dit punt liggen volop kansen die sterk samenhangen met de kwaliteit van de observaties. Voor de voorscholen is een verbeterpunt om de begeleiding door externe instanties vast te leggen en te bepalen wat dat betekent voor de extra zorg in de groep. Overigens is in januari 2012 een gemeentelijk beleidsdocument vastgesteld over de zorg van 0-4 jaar, dat tegemoet komt aan de genoemde verbeterpunten. Samengevat kan de curatieve aanpak worden versterkt. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is voor alle locaties een ontwikkelpunt. In verband met de sturing van de gemeente via uitvoeringseisen en de monitoring, maar ook los daarvan, hebben de locaties een taak en verantwoordelijkheid inzake de kwaliteitszorg. Het gaat erom dat de locaties de kwaliteit van VVE regelmatig bepalen door deze af te zetten tegen geformuleerde eisen/ijkpunten, op grond daarvan vast te stellen welke verbeteringen nodig zijn, vervolgens planmatig verbeteringen door te voeren en de gewenste praktijken ook te borgen. Duidelijk is dat VVE op de agenda van de voor- en vroegscholen staat. Als gevolg van de omvorming van peuterspeelzalen tot VVE-zaal en het recente VVE- gemeentelijk beleid zijn alle locaties volop aan de slag om VVE (verder) vorm en inhoud te geven. Ook de kinderen die tot de doelgroep behoren zijn op de locaties in beeld. Dit neemt niet weg dat het VVE- beleid als zodanig (doelen, aanpak, ijkpunten voor kwaliteit) doorgaans niet of nauwelijks is uitgewerkt en vastgelegd. Op de basisscholen heeft de kwaliteit van VVE nog geen plaats in de kwaliteitszorg en nog niet of nauwelijks in de schoolplannen en de jaarplannen. Op de voorscholen (die niet onder een basisschool vallen) is een bepaald kwaliteitssysteem in gebruik, dat echter niet of nauwelijks specifiek gericht is op VVE.

Pagina 36 van 37

Page 37: VVE rapport gemeente Culemborg - onderwijsinspectie.nl · In schooljaar 2011-2012 is de indicering en verwijzing volgens de nieuwe regeling van start gegaan. Peuters die vanaf schooljaar

De kwaliteit van VVE in de gemeente Culemborg in 2011

Pagina 37 van 37

Doorgaande lijn De doorgaande lijn op het gebied van de overdracht, waaronder structureel een ‘warme’ overdracht van doelgroeppeuters, is in schooljaar 2011-2012 van start gegaan. Het recente gemeentelijk beleid rond de overdracht betekent de nodige veranderingen voor de leidsters en leraren/intern begeleider. De voorscholen brengen de overdracht in praktijk conform de gemaakte afspraken. In de gemeente Culemborg zijn in feite maar twee echte koppelingen tussen voor- en vroegschool, in de zin dat veel peuters van de (inpandige) voorschool ook doorstromen naar de betreffende vroegschool. In die situaties mag een doorgaande lijn worden verwacht en is die er ook, zij het informeel. Bij deze koppels is er geen doorgaande lijn op het gebied van de ouders en de zorg en begeleiding, terwijl dat wel voor de hand ligt. Het is naar de mening van de inspectie aan de gemeente om in overleg met de verschillende betrokkenen te bepalen op welke terreinen een doorgaande lijn gewenst is, dan wel verder uitgewerkt kan worden, met inachtneming van het vigerende gemeentelijke uitgangspunt dat een voorschool in principe niet toeleidt tot één bepaalde vroegschool. Verdere uitwerking is bijvoorbeeld voor de doelgroep-kinderen mogelijk op het gebied van het programma (thema’s; aanbod en beheersing woordenschat) en de zorg en begeleiding (bijvoorbeeld specifieke taalvaardigheden in beeld brengen; rol van tutor bij remediëring). Resultaten De gemeentelijke monitor is in schooljaar 2011-2012 gestart. Ten tijde van de bestandsopname zijn nog geen resultaten bekend. Het vaststellen van streefdoelen voor de leerresultaten op locatieniveau, bijvoorbeeld in relatie tot de nulmeting, zijn nog geen gemeengoed. Ten slotte De inspectie heeft waardering voor hetgeen op gemeentelijk niveau en op locatieniveau in een vrij korte tijd tot stand is gebracht. In de komende periode zullen de gerealiseerde gewenste VVE-praktijken geconsolideerd moeten worden en op onderdelen versterkt en gepreciseerd. Versterking en precisering van de afstemming op verschillen tussen kinderen (preventie) en inlopen van opgelopen achterstand (curatie) door gerichte en planmatige begeleiding zijn kernpunten. De inspectie bedankt alle betrokkenen voor de medewerking en de samenwerking.