2017

Waarmaken van dromen

West-Brabant heeft net als andere gebieden in Nederland te maken met de herkenbare uitdagingen in de gezondheidszorg: de groei in zorgbehoefte, de uitdagingen op de arbeidsmarkt, de druk op de betaalbaarheid en de transitie naar lokale overheden. Al deze uitdagingen vragen om nieuwe oplossingen. Oplossingen die in tegenstelling tot voorheen voor enkelvoudige zorgvragen ook nog passend moeten zijn voor mensen die door de groeiende mogelijkheden in de medische technologie steeds langer leven met multimorbiditeit. Deze veelheid aan chronische aandoeningen wordt vaak geassocieerd met een matige kwaliteit van leven wat een extra uitdaging vormt voor de gezondheidszorg in de regio. Zeker gezien het feit dat zorgsystemen veelal nog georganiseerd zijn rond afzonderlijke ziekten, waardoor de dienstverlening voor zorgvragers met meerdere aandoening niet responsief is voor de behoeften van deze zorgvragers. Bovendien zijn de ziekte-specifieke behandelrichtlijnen mogelijk niet van toepassing op mensen met meerdere chronische aandoeningen, omdat ze onderling niet verenigbaar zijn. Het bieden van patiëntgericht geïntegreerde zorg aan zorgvragers met multimorbiditeit wordt door de partners in West-Brabant gezien als een mogelijke oplossing. Door de partners in West-Brabant wordt derhalve al geruime tijd hard gewerkt aan bottum-up geïnitieerde samenwerking. Deze zinvolle samenwerking moet leiden tot een omgeving waarin de wereld van het voorliggend veld, de vrij-toegankelijke zorg en de specialistische zorg geruisloos aansluit op de behoeften van de burgers die er wonen. Om deze droom werkelijkheid te maken is wederom gebleken dat het essentieel is dat professionals op hetzelfde niveau van verschillende organisaties met elkaar verbonden worden en er gezamenlijk ingezet wordt op innovaties. Middels dit jaarverslag willen de partners u een beeld geven alle mooie initiatieven en resultaten.

InleidingWaarmaken van dromen

Bianka Mennema Voorzitter WestWest

Een van de MSVT-projecten was het project complexe wondzorg. Een project wat bijna net zo ingewikkeld bleek als de behandeling op zich. Doel van het project was om de kwaliteit van de wondzorg te verbeteren, door heldere samenwerkingsafspraken te maken op gebied van ‘shared discision making’ met de patiënt, heldere verwijsafspraken en eenduidig geprotocolleerde aanpak en gebruik van wondverbandmiddelen. Waar in eerste instantie de ambitie was om in 2017 volledig geïmplementeerd te zijn, moet in 2018 de pilot en de opleiding van de professionals nog starten. De oorzaken van de vertraging zijn legio: veel partijen en dus veel verschillende meningen, veranderingen in het landelijke zorgpad halverwege het project, geen eenduidige projectleiding (veel wisselingen), behoeften aan vrije keuze van leverancier terwijl er maar één leverancier betrokken is die ook de registratie van verbandmiddelen kan realiseren, beperkte inzage vooraf wat de risico’s van implementatie zijn et cetera. Kortom een project waar veel van te leren viel. Maar het goede nieuws is dat het definitieve zorgpad inmiddels klaar is voor de pilot en begin 2018 een groot aantal professionals getraind gaat worden.

01INHOUDELIJKE VERANTWOORDING

Complexe wondzorg

MSVTDe ontwikkeling van zorgpaden voor zorgvragers met verschillende aandoeningen als voor multimorbiditeit heeft ook de samenwerking tussen de zorgprofessionals en de coördinatie van zorg verbeterd. Voor verschillende patiënten-doelgroepen zijn door enthousiaste professionals integrale zorgpaden ontwikkeld en geïmplementeerd. Een van de eerste doelgroepen was de hemodialysepatiënten. Belangrijk voor de samenwerking, waarin hoog complexe zorg uit het ziekenhuis voortaan thuis geleverd wordt, is vertrouwen. Vertrouwen dat de cliënt de zorgverlening thuis aankan. Maar ook vertrouwen in de professional. Dit vertrouwen werd opgebouwd doordat gespecialiseerde verpleegkundigen in de thuissituatie de professionals van de gespecialiseerde thuiszorgteams gingen trainen en pas loslieten, nadat zij de ervaring hadden dat het geleerde voldoende was. Voor menig patiënten leverde dit veel kwaliteitswinst op. Vaker dialyseren, betekent minder achteruitgang en minder energieverlies. En het feit dat de dialyse op tijdstippen kan dat het hen goed uitkomt, maakt het mogelijk om meer tijd en energie te steken in andere interesses of sociale aangelegenheden.

Na dit succesvolle zorgpad zijn er nog vele anderen uitgewerkt: bloedtransfusie, PICC (centraal infuus), oncologische medicatie, et cetera. Klaar voor implementatie zou je denken. Maar zo eenvoudig is dit niet gebleken. De aantallen patiënten die vooralsnog uit het ziekenhuis thuis behandeld kunnen worden zijn beperkt. Daar zijn vele redenen voor, zoals steeds meer co-morbiditeit, waardoor vertrouwen in een thuisbehandeling beperkt is, maar ook de beoogde krimp leidt bij sommige specialisten tot een kramp. Waarschijnlijk is dit een fase, die tijd nodig heeft. Maar in de tussentijd is het bijna onmogelijk om alle eerder opgeleide professionals afdoende bevoegd en bekwaam te houden. Dat in een al zeer krappe arbeidsmarkt. In eerste instantie lijkt dit alleen een teleurstelling, maar het tegenovergestelde is ook waar: de betrokken zorgorganisaties (Bravis, Groenhuysen, tanteLouise en TWB) hebben een uitvoerig onderzoek laten verrichten hoe de gespecialiseerde hoog-complexe zorg naar de toekomst zo effectief en efficiënt mogelijk te kunnen aanbieden. Naar verwachting levert dit naar de toekomst mooie nieuwe initiatieven op het gebied van transmurale zorg.

COPD-patiënten die een longaanval hebben doorgemaakt, worden vaak meerdere keren per jaar opgenomen in het ziekenhuis. Een ziekenhuisopname betekent meestal een grote achteruitgang in gezondheid en energie. Daarom heeft de Longalliantie twee jaar geleden een vierjarig programma ontwikkeld om met acht pilotregio’s de zorg voor deze kwetsbare doelgroep te verbeteren. West-Brabant is een van de pilotregio’s.

Waar in de eerste jaren geïnvesteerd is in het ontwikkelen van één geïntegreerd zorgpad, met bijpassende informatiefolders en longaanval actieplan, lag de focus in het afgelopen jaar steeds meer op geïntegreerde leefstijlinterventies en monitoring.

De regio is van mening dat als de deskundigheid van meerdere disciplines (voeding, beweging etc.) bij elkaar komt, is de kans groter dat de patiënt een leefstijl ontwikkelt waarmee heropname in het ziekenhuis voorkomen kan worden. Wat betekent dat door passende interventies die op het juiste moment ingezet worden, de (kosten-)effectiviteit van de zorg kan verbeteren.

Ondersteunen van zorgvragers en hun mantelzorgers door hun kennis en vaardigheden te verbeteren en actieve deelname aan besluitvorming en zelfmanagement aan te moedigen was een belangrijk element om de zorg te verbeteren. De implementatie van monitoringsinstrument MIJN COPD in samenwerking met Oscar van Dijk van het bedrijf Medicine Men blijkt bij de pilot een belangrijk beslissingsondersteunend systeem voor patiënt en mantelzorg.

Door de inzet van een ‘Smart Watch’, die op een systematische en voortdurende wijze de beweging van de patiënten monitort, lijkt het mogelijk om een exacerbatie (longaanval) een paar dagen van te voren te voorspellen. Dit maakt het mogelijk om in te grijpen in de behandeling van de patiënt, bijvoorbeeld door de patiënt die conform afspraken in het longaanval-actieplan of na overleg met de longverpleegkundige of huisarts meer probeert te bewegen of extra medicatie neemt. De aanname is dat hiermee een longaanval voorkomen dan wel afgezwakt kan worden. Om deze aanname te staven is de samenwerking opgezocht met Niels Chevanne van het LUMC.

Als de deskundigheid van meerdere disciplines (voeding, bewegen, stoppen met roken, et cetera)

bijeenkomt is de kans groter dat de patiënt een leefstijl ontwikkelt waarmee een heropname in het ziekenhuis

voorkomen kan worden.“ ”Minder ziekenhuisopname bij COPD door geïntegreerde leefstijlinterventies

Stoppen met roken

Het kunnen bieden van digitale communicatiesystemen, die voor professionals consultatie en medebehandeling vergemakkelijken en het voor aanbieders mogelijk maken om vergaderingen te helpen organiseren lijkt ook een vlucht te nemen.

De gedachte dat veel transmurale processen een stuk efficiënter kunnen werd de aftrap van een nieuw project. Het project van de verpleegkundige overdracht tussen het ziekenhuis en de verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg-sector. Initiatiefnemers als Bravis, Groenhuysen, TWB, en Surplus hebben besloten om voortaan de 5000 overplaatsingen digitaal te laten voorlopen. Met ondersteuning van het Regionaal Elektronisch Netwerk West-Brabant is verkend op welke wijze de informatieoverdracht van patiëntgegevens voortaan volledig digitaal op een veilige manier kan plaatsvinden tussen de partnerorganisaties.

Alvorens het eerste bericht verstuurd kon worden is door de projectgroep veel werk verzet. Zo is er regionaal het Forcare-platform aangeschaft en ingericht, zijn er koppelingen naar

de systemen van de zorgorganisaties aangelegd, zijn procesafspraken gemaakt en is iedereen geschoold. Vooralsnog wordt de informatie nog op een grotendeels ongestructureerde wijze uitgewisseld, maar naar de toekomst is de wens dat dit proces steeds verder verbetert, waardoor gestructureerde informatie-uitwisseling binnen handbereik komt.

De droom is dat naar de toekomst het ooit mogelijk wordt om individueel gesystematiseerde zorgplannen, geïntegreerd in elektronische medische dossiers, gebaseerd op een doelgerichte aanpak, inclusief periodieke uitgebreide behoeften evaluaties, tussen de zorgorganisaties beschikbaar komen. Dit opdat het de responsiviteit van zorg zou kunnen verbeteren voor zowel de medische-, verpleegkundige- en persoonlijke doelen en zorgvoorkeuren van de patiënt. Maar tot die tijd is iedereen al heel blij met de verbetering die de e-overdracht tot nu toe biedt: dat de betrouwbaarheid en efficiëntie van het transmurale werkproces aantoonbaar verbeterd is, waardoor de verpleegkundigen de juiste informatie tijdig tot hun beschikking hebben.

Verpleegkundige overdrachts

Samenwerken biedt vaak veel meer kansen dan alleen aan de slag gaan. En dat geldt zeker voor dit programma. Daarom heeft Zorggroep West-Brabant als trekker in 2017 met partners hard gewerkt aan een regionaal plan “stoppen met roken”. Een plan wat verder reikt dan alleen de COPD-patiënten. Patiënten van zowel huisartsen als specialisten kunnen zich aanmelden om met ondersteuning van een stop-coach het regionale stoppen met roken programma te volgen. De betrokken partijen hebben zich de ambitieuze doelstelling gesteld dat na een jaar nog steeds 30% van de deelnemers gestopt is met roken. Een doelstelling die men denkt te halen doordat de overtuigingskracht gehaald kan worden uit de gedeelde ambitie.

Spoedzorg kwetsbare ouderensHet in voorgaande jaren reeds gestarte project spoedzorg voor kwetsbare ouderen heeft in 2017 een behoorlijke vlucht genomen. Zowel door inzet van professionals, het management en bestuur van de organisaties is het gelukt om in de tweede helft van 2017 het aanmeldportaal van start te laten gaan. Dit portaal zorgt ervoor dat kwetsbare ouderen niet langer onnodig opgenomen worden in het ziekenhuis. Het ziekenhuis is voor die ouderen die geen medische noodzaak voor opname hebben niet de juiste plaats. Vaak is er behoefte aan een kortstondige opname in een veilige omgeving waar 24/7 toezicht geboden kan worden. Een tijdelijke opname op een eerstelijns bed van een van de verpleeg-, verzorgings- en thuiszorginstellingen is dan een betere oplossing. De professionals zijn gespecialiseerd in de zorg voor kwetsbare ouderen en hebben vaak korte lijnen met de wijkteams en huisartsen. Waardoor goed zicht is op mogelijkheden om terug naar huis te keren. Waar in het verleden het bemachtigen van zo’n eerstelijns verblijf bed complex was, is dit door de ontwikkeling van het aanmeldportaal niet langer meer het geval. Bij het aanmeldportaal is altijd actueel inzage in het aantal vrije regionale bedden, waardoor de in-, door-, en uitstroom in de regio verbeterd wordt.

Geïntegreerd zorgaanbod is de droom van iedere burger en zorgverlener. Maar de verzakelijking in het zorgsysteem heeft de afgelopen decennia onvoorziene effecten gehad: er is productiedrang en consumptisme ontstaan. De stagnatie is niet zozeer het gevolg van kwade wil, maar – in de geest van Mintzberg- van krachtenvelden die samenhangen met de rol van financiers en de institutionele posities. Met een zorgsysteem wat steeds meer het resultaat geworden is van een steeds verdergaand proces van specialisatie en functiedifferentiatie is regionale afstemming om de samenhang van zorg te waarborgen van groot belang. Niet alleen voor de effectiviteit van zorg te waarborgen, maar ook vanwege de noodzaak tot efficiëntie.

De netwerkcoördinatoren van de vier netwerken naast WestWest (dementie, palliatief, vroegsignalering kwetsbare ouderen en CVA) hebben zich derhalve in het afgelopen jaar geformeerd om de organisatorische verbeteringen op te pakken, waardoor zij efficiënter kunnen werken.

Belangrijke onderwerpen waren:

• Verbeteren van de ondersteuningsstructuur voor opleidingen, communicatie, PR en financiën.

• Verbeteren van de organisatie van de scholingen.• Eenduidige inrichting van financiële administratie.• Vergroten van het stuurvermogen voor regionale

overstijgende vraagstukken.

Naast het verbeteren van de organisatorische zaken rond de netwerkzorg, liggen er naar de toekomst toe kansen indien de gespecialiseerde zorg nog meer gestoeld wordt op geïntegreerd beleid. De organisaties hebben zich (nog) niet verenigd met financiers en beleidsmakers om gezamenlijk te bepalen wat er voor de verschillende patiëntgroepen transmuraal over de echelons heen noodzakelijk is.

Indien er regionaal - op onderwerpen - collectief een beweging gemaakt gaat worden, waarin gezamenlijk voor de verschillende patiëntgroepen transmuraal bepaald gaat worden wat er over de echelons heen noodzakelijk is, dan worden dromen waarheid. Een mooi perspectief om de komende jaren op te investeren.

Netwerkzorg 02organisatie van samenwerking

Met de steeds verdergaande ontwikkelingen van samenwerking, waar informatie-uitwisseling een van de belangrijkste elementen is om de kwaliteit van zorg en dienstverlening te verbeteren, groeide de noodzaak om rond dit onderwerp heldere afspraken te maken. Afspraken over de wijze waarop de verantwoordelijkheidsverdeling in de samenwerking tussen WestWest en REN West-Brabant naar de toekomst ingericht moet worden. Dit om niet iedere keer op projectmatige wijze de projecten aan te vliegen, maar om sturing te geven aan vervolgprocessen in de samenwerking rond informatie-uitwisseling.

Daarom zijn in 2017 twee modellen uitgewerkt. Het eerste model gebaseerd op de vijf lagen architectuur. Welke bij ander inzien een vrij grove indeling bleek. Hierna gevolgd door een uitwerking van de verantwoordelijkheden en aansturing in het negen vlaks model. Kort gezegd komt het erop neer dat WestWest verantwoordelijk is om sturing te geven aan de inhoudelijke agenda voor informatie-uitwisseling en REN West-Brabant voor de technische agenda.

Aspect

Besturing

Organisatie Vraag Aanbod

Bedrijfsvoeringprocessen

Informatie- voorziening

ICT- diensten

Strategischinrichten

Tactischinrichten

Operationeelverrichten

Bedrijfsstrategie

Ontwerpen bedrijfsvoering

Informatiestrategie ICT-strategie

Ontwerpen Informatie- voorzieningen

Ontwerpen ICT-interventies

Plannenbedrijfsvoering

PlannenInformatie- voorzieningen

PlannenICT-interventies

Proces beheer Functioneel beheer Technisch beheer

Operatiebedrijfsvoering

GebruikInformatie- voorzieningen

ExploitatieICT-interventies

Sturingsmodel voor

informatie-uitwisselingHet jaar 2017 was een bijzonder jaar. Waar in de afgelopen decennia het regionale zorglandschap langdurig gedomineerd werd door een stabiel netwerk van bestuurders heeft in 2017 de vernieuwing die in 2016 ingeluid werd met het vertrek van Thed van Kempen doorgezet. Zowel in Geestelijke Gezondheidszorgsector, als de huisartsenzorg, de verpleeg-, verzorgingshuizen- en thuiszorgsector en het ziekenhuis hebben wisselingen plaatsgevonden in het bestuur. Hieronder volgen de belangrijkste wijzigingen betrekking hebbende op de partner-organisaties van WestWest.

In de Geestelijke Gezondheidssector bij GGZ-WNB is Ineke Strijp als bestuurder toegetreden en heeft Patrick Knapen helaas ten gevolge van een chronische aandoening aangekondigd dat hij terugtreedt uit de Raad van Bestuur. In de verpleeg-, verzorgingshuizen- en thuiszorgsector is Jef Pelgrims na vele enthousiaste jaren teruggetreden als bestuurder van tanteLouise om van zijn pensioen te gaan genieten. Hij is opgevolgd door Conny Helder. De juridische structuur van Zorggroep West-Brabant is per 1 januari 2017 gewijzigd (coöperatie en BV). Daardoor heeft Susan Stam (huisarts) als medisch directeur en dagelijks bestuurder van de zorggroep BV de plaats van Vincent van Schaijk ingenomen. En in het Bravis ziekenhuis heeft Janneke van Vliet als bestuurder afscheid genomen. In haar afscheidstoespraak in de Sint-Janskerk te Roosendaal sprak zij onderstaande mooie woorden uit. Met deze mooie woorden onderstreepte ze nog eenmaal haar droom voor de regionale koers en heeft zij het stokje overgedragen aan Bianka Mennema.

Afscheid van toonaangevende regionale bestuurderss

Het adagium “Samen word je beter” hebben wij met elkaar in onze regio

waargemaakt, al is er nog veel werk te doen. Ik dank jullie voor het vertrouwen om onze gedeelde ambitie, zorg beter maken voor patiënten zo mogelijk dichtbij huis, te

laten prevaleren boven de ons opgelegde marktwerking, concurrentie en centralisatie

van medisch-specialistische zorg.

JANNEKE VAN VLIET, BRAVIS

“”9 vlaks model voor informatievoorziening

Toekomstbestendig

WestWestSamenwerking is niet vanzelfsprekend, ook al geloven de partners dat de samenwerking betekenisvol is omdat het maatschappelijke en organisatorische meerwaarde oplevert. De diversiteit, verschillen van inzichten, wederzijdse afhankelijkheid en spraakverwarring onderschrijven de noodzaak om continu op zoek te blijven gaan naar de gemeenschappelijke bril. In die gedeelde ambitie moeten alle partners zich herkennen. En het samenwerkingsverband moet goed en professioneel georganiseerd zijn. Ondanks vele voorbeelden, archetypen zijn er vele overwegingen en oplossingen denkbaar. Het is aan de partners om daarin – in overleg met hun omgeving - passende keuzes te maken.

Een belangrijke eerste stap om de droom te verwezenlijken om meer geïntegreerde en patiëntgerichte zorg en dienstverlening te bieden, is de ontwikkeling van een gezamenlijke strategische visie waar het met de samenwerking naartoe moet. De stip op de horizon die zowel binnen als over de grenzen van beroepsgroepen en organisaties heen gedeeld en gedragen wordt door management en zorgprofessionals. Een behoorlijk grote groep betrokkenen, gezien het feit dat per 1 januari 2017 een vijftal nieuwe partners uit verschillende werkvelden aangesloten zijn. Wat tevens de vraag opriep of het huidige organisatieprincipe afdoende toekomstbestendig is. Door de coördinator is onder de partners onderzoek gedaan naar hun ambities in de regionale samenwerking en welk onderscheidend organisatiemodel zij daar het liefst bij zouden zien. Belangrijke uitkomst uit dit onderzoek was dat alle partners de meerwaarde van het samenwerkingsverband onderschrijven. Dat veel nieuwe partners het verband als een kans zien om werkelijk tussen de verschillende werkvelden tot innovatiever productaanbod te komen. Qua organisatie van het verband liepen de beelden sterk uiteen tussen behouden wat er nu is (innoveren vanuit projectmatige aanpak) tot meer inzetten op een programmatische en themagerichte regionale aanpak met bijpassende organisatiestructuur.

Als er commitment is hebben we geen organisatie nodig.

ANTHONIE MARANUS, SURPLUS“Belangrijke overeenkomsten uit de gesprekken waren dat eenieder de meerwaarde zag van het verbinden van de organisaties en professionals, dat de inhoud en innovatie centraal moet staan, dat er minder sprake moet zijn van institutionalisering en alle partners een prominente rol krijgen en waar mogelijk het dagelijks bestuur zo ‘lean en mean’ mogelijk ingericht moet zijn. In de wetenschap dat halverwege het jaar bij een aantal prominente partners een wisseling zou plaatsvinden op bestuursniveau is besloten om het toekomstbestendige organisatiemodel pas in te richten nadat zij volledig zicht hebben op de eigen organisatie en de regionale dynamiek.

Het jaar 2018 wordt derhalve gezien als overgangsjaar, waarbij het goede behouden wordt van het oude model, met enkele kleine wijzigingen. Naast de bestaande overlegstructuur zullen er thematische bijeenkomsten georganiseerd worden en tevens treden per 1 januari 2018 de volgende bestuurders uit de nieuwe werkvelden toe tot het dagelijks bestuur van WestWest:

• Patrick Knapen later opgevolgd door Ineke Strijp van GGZ-WNB (GGZ) • Ad van rijen van WIJzijn Traversegroep (welzijn)

Met de nieuwe bestuurders van GGZ-WNB, Bravis, ZGWB en TanteLouise en de nieuwe toetreders is het bestuur van WestWest voor 2018 weer op volle sterkte. Bianka Mennema (lid Raad van Bestuur Bravis ziekenhuis) is bij vertrek Janneke van Vliet gevraagd om het stokje van voorzitter over te nemen, met ondersteuning van Christ-Jan Danen (lid Raad van Bestuur TWB) als penningmeester.

Ik ben er trots op dat onze medewerkers vanuit verschillende instellingen samen, vanuit hun betrokkenheid

met patiëntenzorg, soms tegen de stroom in, toch initiatieven opgezet krijgen die de zorg voor patiënten in

de regio beter maken. Zoals spoedzorg voor kwetsbare ouderen waarmee onnodige ziekenhuisopname kan

worden voorkomen.Mijn droom is het wegnemen van drempels waardoor we een vloeiende overgang tussen verschillende onderdelen

van zorg rondom de patiënt kunnen realiseren: een soepel lopende samenwerking waardoor we ieders inzet en expertise optimaal kunnen gebruiken voor de patiënt. Oftewel een samenhangend zorgnetwerk afgestemd op

de behoeften van de patiënt.

BIANKA MENNEMA, BESTUURDER BRAVIS

“””

Niet op de foto Jef Pelgrims bestuurder TanteLouise-Vivensis Bestuur WestWest mei 2017

Afsluiting 2017 met symposium ‘Samen bouwen aan duurzame zorg’Zoals alle voorgaande jaren is het jaar 2017 wederom afgesloten met een mooi symposium, waarin professionals, projectleiders en adviseurs de mooiste pareltjes in de samenwerking mochten presenteren. Maar in tegenstelling tot andere jaren was het in 2017 een symposium in samenwerking met drie andere partijen die ook samenwerking in de regio naar een hoger plan proberen te tillen. Onder de titel “Samen bouwen aan duurzame zorg” hebben Verbonden in zorg, Regio West-Brabant, het Care Innovation Centre en WestWest een prachtig symposium neergezet. Het doel was om te inspireren en te leren van elkaar.

Tijdens de bijeenkomst zijn verschillende parelprojecten gepresenteerd, waaronder een aantal van westelijk West-Brabant, zoals het hiervoor beschreven spoedzorg, de verpleegkundige overdracht en stoppen met roken, maar ook kon er geleerd worden van interessante initiatieven elders. Zoals bijvoorbeeld het initiatief “multiprobleem-aanpak voor kwetsbare burgers” of “wijkgericht wonen voor mensen met psychische en/of verslavingsproblematiek”.

Naast de parelprojecten was er ook ruimte voor een aantal prachtige inleidingen van verschillende Nederlandse visionairs: Wilfrid Opheij, Marc Pomp, John Beckers en Marc Bruijnzeels. In deze sessie was het niet alleen

luisteren, maar kregen aanwezigen ook de mogelijkheid om “mee te draaien aan de knoppen van de zorg”.

Het symposium werd afgesloten met een discussie tussen enkele prominente bestuurders in de zorg- en dienstverlening van West-Brabant. Zowel beleidsmakers, financiers als welzijns- en zorgbestuurders gingen met elkaar in gesprek over hun ambities en dromen voor de toekomst. Vele dromen werden mooi samengevat in de film “anders denken, anders doen”. In deze film wordt iedereen opgeroepen om waar mogelijk het marktdenken los te laten en er meer samen voor te gaan.

www.goo.gl/P8o6PvBekijk hier de film:

03toekomst: het waarmaken van de dromen van vandaag

Jaarplan WestWest 2018

Hét thema voor 2018 is het gezamenlijk beslissingen nemen gericht op de volgende stappen om te komen tot samenhangende zorg dichtbij de patiënt. Doelstelling is dat het in gezamenlijkheid ontwikkelde regiogerichte beleid nog meer moet leiden tot innovatie en kwalitatief beter, vraaggericht, samenhangend en doelmatig zorgaanbod voor patiënten en patiëntgroepen. Op basis van ervaringen uit voorgaande jaren is in 2017 besloten meer te gaan focussen op de doorontwikkeling van een beperkt aantal onderwerpen uit het ontwikkelde jaarplan, welke hieronder opgetekend:

INHOUDELIJK• COPD LAN (Chronic Obstructive Pulmonary Disease Long Alliantie Nederland): meer

focus op preventie, uitgaande van leefstijlinterventies.• Spoedzorg: verder uitbreiding van het aanmeldplatform en verbreding van de uitrol.• Wondzorg: implementatie van het regionale zorgpad en focus op monitoring

verbeteringen.• MSVT (medische specialistische verpleging thuis): verdere implementatie van de

zorgpaden op basis van een nog te ontwikkelen integrale visie op de regionale inzet van gespecialiseerde verpleegkundigen.

PROJECTENNaast bovengenoemde projecten zijn er nog twee projecten in een verkenning die mogelijk in 2018 ook van start gaan:• Psychiatrisch thuiswonende patiënten.• Parkinson, een regionale aanpak.

ORGANISATORISCHOrganisatorisch: • Verdere integratie van de netwerkzorg.• Ontwikkeling toekomstgericht organisatiemodel. • Verbeteren van communicatie en stuurvermogen.

Samenwerking ten behoeve van leeftijdsvriendelijke gemeentenMensen met meerdere aandoeningen kunnen uitgebreide zorgbehoeften en ondersteuningsvragen hebben die buiten het bereik van de gezondheidszorg liggen. Vele ziekten hebben immers invloed op de sociale relaties, participatie in de maatschappij, inkomen en leefsituatie. Het is duidelijk dat problemen in andere domeinen van het leven de betrokkenheid vereisen van andere soorten ondersteuning, zoals sociale zorg of gemeenschapsdiensten, maar ook de informele zorg om institutionalisering te voorkomen en kwaliteit van leven te behouden.

Het Bravis ziekenhuis heeft derhalve in 2016 het initiatief genomen om samen met de gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom te werken aan leeftijdsvriendelijke gemeenten. In samenspraak is er een grootschalig onderzoek uitgezet onder burgers waarin zij op acht domeinen bevraagd worden inzicht te verschaffen in hun behoeften en mogelijke verbeterpunten in het huidige aanbod. Naar verwachting volgt de uitslag van het onderzoek in het eerste halfjaar van 2018. WestWest heeft in ieder geval aangegeven dat zij de resultaten van het onderzoek wil volgen en verkennen op welke wijze de ontwikkelingen in gezamenlijkheid met partijen uit andere domeinen tot ontwikkeling worden gebracht.

LEEFTIJDSVRIENDELIJKE STAD

AGE FRIENDLY CITYS is een WHO initiatief. Het is een netwerk waar kennis en ideeën worden uitgewisseld op 8 domeinen.

PARTICIPATIE OUDEREN staat hierin centraal.

Het bestaat uit drie fasen: • Voorbereiding• Implementatie• Evaluatie