mjpaul.nl  · web view2020. 12. 14. · de omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels...

187
Dr. M.J. Paul Vergeving en genezing Ziekenzalving in de christelijke gemeente Vierde druk Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Upload: others

Post on 16-Mar-2021

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Dr. M.J. Paul

Vergeving en genezingZiekenzalving in de christelijke gemeente

Vierde druk

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Page 2: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Ontwerp omslag: Collage, Aldeboarn

Foto omslag: Evangelische Omroep

ISBN 978 90 239 1199 9

NUR 711

© 1997 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer

Tweede druk 1999

Derde druk 2002

Vierde, uitgebreide druk 2004

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij electronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.

Page 3: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Vader, daal nu met uw Geest neer op wie hopen op uw kracht. Vader, ga genezend rond; heel hen die verwond op uw liefde wachten.

Vader, U kunt ons genezen; daarom bidden wij tot U: Kom en vul ons met uw vuur, heel ons in dit uur; Vader, wij verwachten U.

Gerald W. Britton/Peter van Essen Opwekkingsliederen nr. 463

Page 4: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Inhoudsopgave WOORD VOORAF 11 I HEDENDAAGSE HOUDINGEN VAN CHRISTENEN TEGENOVER ZIEKTE EN GENEZING 13 1 Houdingen tegenover de medische wetenschap 13

1.1 De huidige situatie 13 1.2 Historische achtergrond 14

2 Houdingen tegenover de alternatieve geneeswijzen 16 3 Houdingen tegenover genezingswonderen 19

3.1 Wonderen alleen in vroeger tijd 19 3.2 Vergeestelijking 19 3.3 Berusting 21 3.4 Geloofsgenezing 22 3.5 Tenslotte 23

II VISIE OP ZIEKTE EN GENEZING IN HET OUDE ISRAËL EN DE NIEUWTESTAMENTISCHE GEMEENTE 24 1 Ziekte en genezing in het Oude Testament 24

1.1 Refaja 24 1.2 De Tora 24 1.3 Historische en poëtische boeken 27 1.4 Profetische boeken: Jesaja 28 1.5 Godsdienstig bepaald 29 1.6 Jezus Sirach 29

2 Ziekte en genezing in het Nieuwe Testament 30 2.1 Jezus de Messias in de evangeliën 30 2.2 Demonische machten 33 2.3 Het verschil tussen lijden en ziek-zijn 33 2.4 Apostelen en andere volgelingen van Jezus 36 2.5 Oorzaken van ziekte 37 2.6 De gaven der genezing 38 2.7 Genezing voor allen? 39 2.8 Ziekenzalving en handoplegging 40

3 Continuïteit tussen Oude Testament en Nieuwe Testament 40

III DE AANWEZIGHEID VAN GENEZINGSWONDEREN IN DE VROEGE KERK 42 1 Inleiding 422 Apologeten en joodse geschriften in de tweede eeuw 43

2.1 De apologeten Justinus Martyr en Irenaeus 43 2.2 Joodse geschriften 45 2.3 Conclusie 46

3 Verdedigers van het christelijk geloof in de derde eeuw 46 4 Griekse kerkvaders en monniken in de vierde eeuw 50 5 Oosterse kerkvaders in Cappadocië 53 6 De Latijnse kerkvader Augustinus 56 7 Evaluatie 57

IV OORZAKENVAN DE AFNAME VAN DE GENEZINGSWONDEREN 60 1 Vraagstelling 60

Page 5: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

2 Historische en wijsgerige veranderingen 60 2.1 Veranderingen in de kerk 60 2.2 Wijsgerige invloed: Neoplatonisme 62 2.3 Wijsgerige invloed: Aristoteles 62

3 Veranderingen in de theologie 64 3.1 Verambtelijking 64 3.2 Vrees voor hoogmoed 65 3.3 Kruis dragen 66 3.4 Relikwieën verering 66 3.5 Tuchtiging 67 3.6 De zevenvoudige gave van de Geest 68

4 Gevolgen voor het kerkelijk leven 69 4.1 De gaven waren alleen voor vroeger 69 4.2 Vergeestelijking 70 4.3 Volksgeloof en wetenschap 71 4.4 Luther en Calvijn 72

5 Evaluatie 73

V DE ZIEKENZALVING GEDURENDE TWINTIG EEUWEN 751 Inleiding 75 2 De vroege kerk 75

2.1 Tertullianus 75 2.2 Pseudepigrafen 76 2.3 Doop 77 2.4 Exorcisme en genezing 77

3 De Middeleeuwen 80 3.1 Veranderingen 80 3.2 Scholastiek 81 3.3 Trente 82

4 De Reformatie 83 5 De Oosters-Orthodoxe en de Anglicaanse Kerk 85

5.1 De Oosters-Orthodoxe Kerk 85 5.2 De Anglicaanse Kerk 86

6 Enige recente ontwikkelingen 88 7 Conclusies 89

VI DE ZIEKENZALVING IN HET NIEUWE TESTAMENT 91 1 Inleiding 91 2 Marcus 6:7-13 91 3 Jakobus 5:13-16 93

3.1 Structuur 93 3.2 Datering en bestemming 95 3.3 Oudsten van Jeruzalem? 96 3.4 Schuldbelijdenis 100 3.5 Vergeving 102 3.6 De naam des Heren 103 3.7 Welk soort ziekte? 104

4 Zalving met olie 106

Page 6: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

4.1 De betekenis van de olie 106 4.2 Aleiphoo en chrioo 109

VII GEBED EN HANDOPLEGGING 111 1 Gebed 111

1.1 Drie vormen van gebed 111 1.2 Het gelovige gebed 112 1.3 Een speciaal gebed? 114 1.4 Gebed van een rechtvaardige 116

2 Handoplegging 118 2.1 Inleiding 118 2.2 Hebreeën 6:1-2 118 2.3 Oude Testament 119 2.4 Nieuwe Testament 120 2.5 Jodendom en oudste kerkgeschiedenis 122 2.6 Recente kerkgeschiedenis 123 2.7 Betekenis 125

3 Gebed, handoplegging of ziekenzalving? 127

VIII ZIEKTE EN GENEZING IN ONZE SITUATIE 128 1 Inleiding 128 2 Wonderen van genezing in de laatste eeuwen 128

2.1 Voorbeelden 128 2.2 Geloofwaardigheid 130 2.3 Ziekenzalving 133

3 De theologische waardering van ziekte en genezing 134 3.1 De nieuwtestamentische en de huidige genezingswonderen 134 3.2 Waarom niet altijd genezing? 136 3.3 Oorzaken van ziekte 139

4 Exorcisme 141 5 De huidige gezondheidszorg 143 6 Symbolen 145 7 Conclusie 147

IX ZIEKENZALVING IN DE PRAKTIJK 149 1 De vraag van de zieke 149

1.1 Motieven 149 1.2 Ouderlingen 150 1.3 Ook buiten de gemeente? 152

2 De zalving 154 3 Genezingsdiensten en Avondmaal 155 4 Tenslotte 157

X TOENEMENDE AANDACHT VOOR ZIEKENZALVING 159

LITERATUURLIJST 170

Page 7: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Woord vooraf

Het was een bijzondere tijd toen in 1992 aan de kerkenraad van mijn vorige gemeente gevraagd werd of de ziekenzalving mocht plaatsvinden bij een meisje dat leed aan ernstige epileptische aanvallen. Wij hebben veel gelezen en nagedacht over dit onderwerp dat voor de meesten geheel nieuw was. Was de raad van Jakobus alleen bedoeld voor de eerste eeuw? Bedoelde hij met olie slechts een gangbaar geneesmiddel aan te duiden of gaat het om een ambtelijke handeling met een symbolische betekenis? Als de zalving ook nu mogelijk is, waarom is die dan afgeschaft in onze traditie? Hoe hebben Luther en Calvijn hierover gedacht? Wij hebben biddend een weg gezocht en zijn in meerderheid tot de overtuiging gekomen dat de zalving met olie onder bepaalde voorwaarden nog steeds mag plaatsvinden. In een avonddienst heb ik toen gepreekt over Jakobus 5:13-16 en daarna het verzoek van de ouders aan de gemeente meegedeeld. De bezinning binnen de kerkenraad maakte een groot deel uit van de voorbereiding voor de preek. De uitleg van de tekst, met verwerking van de kerkgeschiedenis, vormde het kader voor de mededeling naar de gemeente. Nadat de zalving van het zieke kind had plaatsgevonden is tot onze diepe verwondering algehele genezing gevolgd. Wij hebben dat ervaren als een zegen van God over zijn eigen inzetting. (Ik weet overigens ook van ervaringen van anderen, waarbij de ziekenzalving geen lichamelijke genezing heeft bewerkt.)

Sinds die tijd houdt het onderwerp ziekenzalving mij erg bezig. Daarin werd ik versterkt door het pastoraat aan zieken: het valt mij op dat de meeste christenen tamelijk kritiekloos de huidige medische wetenschap aanvaarden. Het gebed vindt vooral plaats als begeleiding van de medische handelingen en de vraag om voorbede komt met name naar voren als de dokter 'niets meer kan doen'. Is dit niet iets heel anders dan ons in de Bijbel voorgehouden wordt? Tevens valt het mij op dat veel christenen hun heil zoeken in het alternatieve circuit. Op de een of andere manier trekt dit. Past dit beter bij het geloof in het bovennatuurlijke? De vraag kwam hoe langer hoe meer op: is het ook niet voor een deel de schuld van de kerk dat mensen op zoek gaan in het alternatieve circuit? Heeft de Bijbel niet veel méér te bieden dan wat wij in de praktijk brengen? Is het terecht dat het meeleven van de gemeente met de zieke gewoonlijk slechts pastoraal is en dat zo weinig van God verwacht wordt? Wat moeten we dan met de vele genezingswonderen in de Bijbel? Mogen wij handoplegging en ziekenzalving niet meer toepassen? Of ligt hier juist een verwaarloosd terrein?

De titel Vergeving en genezing geeft aan dat lichamelijke genezing niet ons enige en hoogste doel moet zijn. Het herstel van de relatie

Page 8: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

met God door vergeving staat voorop. Ook Jakobus spreekt over vergeving na schuldbelijdenis. Genezing komt in dit boek in de brede zin van het woord aan de orde, inclusief de beleving van ziekte en de bijbelse mogelijkheden hiermee om te gaan. De ondertitel spreekt over ziekenzalving, maar bij de behandeling zal ons blijken dat biecht, handoplegging en exorcisme ook genoemd moeten worden. Met de toevoeging 'in de gemeente' wordt de context aangegeven: als taak van de ouderlingen, en niet geïsoleerd beoefend door wonderdoeners. Tevens kan deze ondertitel historisch opgevat worden: de plaats van de ziekenzalving in de gemeente in de loop der eeuwen.

Mijn dank gaat uit naar de velen die mondeling en schriftelijk gereageerd hebben op artikelen en lezingen en mij op deze wijze gestimuleerd hebben tot het schrijven van dit boek. Ook is een woord van dank aan mijn vrouw op zijn plaats. De vele onderlinge gesprekken hebben sterk bijgedragen tot de uiteindelijke resultaten in dit boek. Het is mijn gebed dat deze publicatie mag bijdragen tot een werkelijk christelijk omgaan met ziekte, tot eer van God.

Bij de vierde druk In de afgelopen jaren is de belangstelling voor het onderwerp 'ziekenzalving' sterk toegenomen. Veel gemeenten bezinnen zich op dit onderwerp en brengen het in praktijk. Aan het eind van dit boek is daarom een nieuw hoofdstuk opgenomen met een bespreking van de recente ontwikkelingen.

Ede, 2004

Page 9: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

I Hedendaagse houdingen van christenen tegenover ziekte en genezing 1 Houdingen tegenover de medische wetenschap

1.1 De huidige situatie De medische wetenschap heeft de afgelopen decennia een stormachtige ontwikkeling meegemaakt. Keer op keer berichten de media over een nieuwe doorbraak in de strijd tegen ziekten. Als we zelf in een ziekenhuis opgenomen zijn geweest, of door een huisarts zijn geholpen, hebben we rechtstreeks de medische mogelijkheden kunnen zien. Onze cultuur wordt in hoge mate bepaald door de moderne wetenschap en techniek. In vroeger tijden gingen de Grieken bij de beoefening van wetenschap meer uit van de beleving van wat in de natuur gebeurde. Zij probeerden die gebeurtenissen te verklaren vanuit de eigen godsdienst. De moderne wetenschap heeft geen behoefte aan een geestelijke benadering van de werkelijkheid en probeert deze geheel te verklaren vanuit natuurlijke oorzaken en gevolgen. Men noemt dit wel het methodisch atheïsme van de wetenschap. Dat wil niet zeggen dat alleen atheïsten wetenschap bedrijven, maar dat de onderzoekers zelf hun levensbeschouwing zoveel mogelijk buitensluiten en in hun wetenschappelijk bezig-zijn doen alsof God niet bestaat. De wetenschapper rekent alleen met wat direct of indirect met de zintuigen kan worden waargenomen. De vraag naar de oorsprong en bestemming van de dingen komt dan niet aan de orde. Men vraagt hoe iets werkt en wat men ermee kan doen. Deze benadering heeft in de geneeskunde geleid tot overheersing van een materialistisch en mechanistisch mensbeeld. Dat wil zeggen: men beschouwt de mens als materie en de menselijk functies en eigenschappen worden teruggebracht tot in principe meetbare processen. Hoezeer dit gereduceerde mens- en wereldbeeld zijn invloed heeft gehad op het geloof van de medici wordt aangegeven door het gezegde dat reeds in de tijd van de beroemde arts Herman Boerhaave (begin achttiende eeuw) in omloop was: ‘Drie medici - twee atheïsten’ (Van Balen, 15). De natuurwetenschappelijke opvatting van de geneeskunde vormt mede de achtergrond van de geweldige medisch-technische vorderingen. Het vele goede dat dit op zichzelf gebracht heeft, mag reden zijn tol dankbaarheid. Tegelijkertijd mogen we de ogen niet sluiten voor de negatieve gevolgen.

In deze eeuw is op verschillende manieren geprobeerd een reactie te geven op bovenstaande eenzijdige benadering. Tussen de beide wereldoorlogen kwamen artsen als G .A. Lindeboom en P. Tournier op voor psychische en sociale achtergronden van ziekten en klachten (Kruisman, 18-36). Men kreeg oog voor de doorwerking van spanningen en verdriet in het leven en spreekt in dit verband wel over psychosomatische geneeskunde (soma = lichaam). Een groep onderzoekers

Page 10: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

ging verder in de richting van een holistische of integrale geneeskunde. Vanuit christelijke overtuiging werd gewezen op de doorwerking van zonde en schuld: geloofsproblemen kunnen leiden tot lichamelijke klachten. Maar deze correcties en aanvullingen op de gewone geneeskunde nemen niet weg, dat de wetenschap als geheel nog steeds overheerst wordt door het mechanische model en sterk technologisch van karakter is (Van Balen, 14-17).

1.2 Historische achtergrond In het oude Israël was de priester de offeraar om verzoening met God te bewerken én hij was de man die controleerde of een melaatse genezen was. De samenhang tussen zonde en ziekte werd erkend: ziekte kon een goddelijke straf zijn. In de eerste christelijke gemeente verrichtten de apostelen, de verkondigers van het evangelie, wonderen ter genezing. Hier zien we de samenhangen tussen hel geloof in God en gezondheid. De moderne geneeskunde heeft deze band doorgesneden.

We moeten wel erkennen dat de kerk sterk bijgedragen heeft aan de scheiding tussen geloof en medische wetenschap. Benedictus van Nursia (480-554), de stichter van de orde van de Benedictijnen, droeg zijn volgelingen op zorg te dragen voor de zieke medemens, maar hij verbood de studie van de geneeskunst, omdat hij geloofde dat genezing uitsluitend via de genade van God kon worden bereikt. In West-Europa was er in de Middeleeuwen vrijwel geen academisch gevormd medicus meer aanwezig. De uitoefening van de geneeskunde was vanuit de christelijke leer eeuwenlang ontmoedigd en door het Lateraans concilie van 1123 werd het zelfs verboden aan priesters en monniken om de geneeskunst uit te oefenen. Chirurgie en anatomie werden geheel verboden. Paus Innocentius III (1198-1216), de machtigste paus aller tijden, sprak zelfs de banvloek uit over de uitoefening van de geneeskunst door de geestelijkheid. Later moesten de artsen beloven eerst de priester te roepen, omdat de ziekte door zonde veroorzaakt kon zijn. Vanaf 1566 gold eeuwenlang de bepaling dat rooms-katholieke artsen moesten zweren een patiënt vanaf de derde dag niet meer te zullen bezoeken, tenzij een getekende schuldbelijdenis getoond kon worden. Deze kerkelijke overheersing heeft sterk bijgedragen aan de verzelfstandiging van de medische wetenschap, los van het geloof (Van der Heyden, 25-27 en Kelsey, 165-167).

In het licht van het bovenstaande is het opvallend dat christenen in de laatste eeuwen zo positief staan tegenover de wetenschap in het algemeen en ook tegenover de medische wetenschap. Illustratief is de houding van Johannes Calvijn als hij schrijft over de uitvindingen in het nageslacht van Kaïn in Genesis 4: ‘De ervaring van alle eeuwen leert, hoeveel altoos tot de beschaving van het tegenwoordige leven bij ongelovige volken de stralen van het goddelijk licht hebben meegewerkt, en tegenwoordig zien wij, dat de schitterende gaven van de Geest over het gehele menselijke geslacht verspreid zijn. Ja, zelfs

Page 11: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

edele kunsten en wetenschappen zijn van goddeloze mensen ons toegevloeid, sterrenkunde en andere delen der wijsbegeerte, de geneeskunde, de staatsinrichting hebben wij, dit moeten wij bekennen, aan hen te danken.’ (151-152; vgl. Paul, 1996b, 155) Abraham Kuyper bejubelt rond 1900 de medische wetenschap. Volgens hem bezaten slechts de apostelen iets van de onmiddellijke wondermacht waarmee Jezus zieken genas. Maar de middellijke macht (dus: het gebruik van de middelen) die over de natuur triomfeert is gebleven ‘door de hoogere ontwikkeling van de geestelijke factoren in ons geslacht’. Kuyper wijst daarvoor op Johannes 14:12, waar Jezus zegt: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze.’ Was het vroeger zo, dat door een wondere genade, volgens Kuyper, God de mens door instinctieve werking tot veel groots bekwaamd heeft, ‘veel grooter macht over de Natuur zou ons deel worden, zoodra de mensch met zijn onderzoek en nadenken in het wezen zelf der Natuur indrong, en dus zelf de in haar schuilende krachten leerde ontleden, om ze dienstbaar te maken aan haar onderwerping’. Deze ‘ons geschonken kracht (is) een meerder iets, zoo ge let op haar uitgebreidheid, omvang en duurzaamheid. Al wat Jezus door Zijn wondermacht wrocht, gold voor één bepaald geval, een enkelen kranke, een enkelen bezetene, was beperkt tot één bepaald terrein. Deze tweede middellijke macht over de Natuur, die thans in onze hand gesteld is, oefent daarentegen haar gelijke werking en invloed onder alle landen en volken, eeuw na eeuw, en zegent duizenden tegelijk in alle nood en krankheid’ (Kuyper, 129-131, 167-168, 180-187; vgl. Paul, 1989, 18).

Lang niet alle christenen zullen Kuyper deze woorden nazeggen, maar in zijn algemeenheid wordt de medische kunde dankbaar geaccepteerd. De kerken hebben op grond van de christelijke barmhartigheid tal van tehuizen gesticht om zieken te verplegen. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan heeft velen geïnspireerd om hulp te geven aan de medemens. Allerlei ziekenhuizen en verpleeghuizen zijn ontstaan, zowel hier als op de zendingsvelden. Veel van deze tehuizen kregen een christelijke grondslag. Op basis hiervan zorgde men voor een christelijke levensstijl in de tehuizen, op zijn minst bij de medewerkers. De laatste jaren wordt het steeds belangrijker om vanuit deze grondslag medisch-ethische principes te formuleren. De medische beroepsgroep is in Nederland toe gaan geven aan abortus, euthanasie en genetische experimenten. De wetenschap die tot voor kort tamelijk kritiekloos geaccepteerd kon worden, moet nu kritisch gevolgd worden. Maar de algemene overtuiging is, dat een christen binnen bepaalde ethische grenzen nog steeds met een gerust hart gebruik kan maken van de medische wetenschap.

2 Houdingen tegenover de alternatieve geneeswijzen

Naast de officiële geneeskunde zijn er altijd alternatieve behandelingen

Page 12: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

mogelijk geweest. Hieronder kunnen we verstaan: alle vormen van diagnostiek en therapie, die niet aan de medische faculteiten of officieel erkende paramedische opleidingen worden gedoceerd. Het gaat hierbij om geneeswijzen, die gericht zijn op lichamelijke aandoeningen. Ook andere namen worden wel gebruikt, zoals niet-officiële geneeskunde of niet-universitaire geneeskunde. Het woord 'alternatief' staat tegenover de aanduiding ‘regulier’. Met reguliere geneeskunde wordt de natuurwetenschappelijke geneeskunde bedoeld. In een Nederlandse wet uit 1865, die nog steeds van kracht is, wordt het uitoefenen van de officiële geneeskunde voorbehouden aan universitair opgeleide artsen. Deze wet maakte een einde aan een situatie waarin iedereen de geneeskunde kon beoefenen. Sommige genees-kundigen hadden een zekere vorming, anderen pasten allerlei vormen van volksgeneeskunde toe die de bevolking meer kwaad dan goed deden. Het was dan ook de bedoeling van de wet om de mensen te beschermen tegen beunhazerij en kwakzalverij.

Het veld van de alternatieve geneeskunde is bijzonder uitgebreid. Er kunnen twee hoofdstromingen onderscheiden worden: a. Een richting die niet veel afwijkt van het denkmodel van de reguliere geneeskunde, zoals enzym therapie, manuele therapie, chiropractie, bepaalde dieettherapieën en orthomoleculaire geneeskunde, die ook wel mega-vitamine-therapie genoemd wordt. Men zou beter kunnen spreken van (nog) niet erkende geneeswijzen. Ze voegen hooguit iets toe aan het bestaande pakket, maar zijn niet echt alternatief. b. Een richting die uitgaat van geheel andere denkmodellen, die ziekte en gezondheid fundamenteel anders benaderen. Voorbeelden hiervan zijn: paranormale geneeskunde (onder andere magnetisme), acupunctuur, antroposofische geneeskunde, iriscopie, medische astrologie en homeopathie. Natuurgeneeswijzen en kruidengeneeskunde kunnen onder beide richtingen vallen. Richting b. presenteert zich als de ‘echte’ alternatieve geneeskunde, waar het ‘holistische’ denken, met aandacht voor de gehele mens, centraal staat, in tegenstelling tot de reguliere sector, waar het reductionistische denken (het denken in termen van onderdelen, bijvoorbeeld organen) overheerst.

Om allerlei redenen hebben mensen steeds gebruik gemaakt van deze alternatieven. Sommigen zijn bevreesd voor de bijwerkingen van medicijnen. Anderen benadrukken dal de gewone artsen te weinig tijd nemen voor de patiënt, terwijl er een grote behoefte is aan aandacht en begrip. Ook de kosten van de gewone gezondheidszorg zijn buitensporig gestegen. De reguliere geneeskunde heeft wellicht ook te hoge verwachtingen gewekt. Toen het onmogelijk bleek te zijn om ziekte en lijden uit dit leven te bannen, ging men zoeken naar nieuwe wegen en kwam men uit bij andere vormen van geneeskunde. Velen die ‘uitgedokterd’ zijn hopen bij een alternatieve genezer verdere

Page 13: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

hulp te vinden. De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van alternatieve geneeswijzen. In Nederland zijn ruim zesduizend alternatieve artsen en therapeuten werkzaam (Van Balen, 26).

Tenslotte is er een groep die zich min of meer verzet tegen de vertechniseerde geneeskunde. Men vindt dit verzet zowel bij Groen Links als bij orthodoxe christenen. Bij de christenen kan het zijn dat men zich aangetrokken voelt tot methoden die niet direct met logisch denken zijn te beredeneren en juist daardoor de indruk kunnen wekken rechtstreeks van God afkomstig te zijn. Het is merkwaardig dat de reeds genoemde Abraham Kuyper een groot voorstander was van homeopathie en dat dit vak gedoceerd wordt op de door hem gestichte Vrije Universiteit te Amsterdam.

Bepaalde alternatieve therapieën richten zich op de gehele mens. Men streeft niet zozeer naar herstel van het ene aangedane orgaan, maar naar herstel van energieën en krachten in het gehele lichaam. Tot op zeker hoogte is dat een goede zaak. Maar het wordt dubieuzer als hier oosterse filosofieën en religies bijgehaald worden. Diverse methoden gaan uit van herstel van het evenwicht tussen yin en yang, waarmee niet slechts herstel in het lichaam (microkosmos) bedoeld wordt, maar ook herstel in de verhouding met de macrokosmos. De krachten die genezers toepassen, zijn meer dan eens bovennatuurlijke krachten die een oosterse religie als achtergrond hebben. Het wordt ook in onze westerse maatschappij steeds duidelijker dat er meer is tussen hemel en aarde dan wij kunnen zien. De Bijbel zegt ons dat er engelen en duivelen zijn. Er zijn goede en kwade geesten, die invloed kunnen uitoefenen op aarde. Bepaalde occulte (duistere) methoden als spiritisme zijn voor christenen niet toegestaan. In Deuteronomium 18 wordt Israël scherp gewaarschuwd om niet mee te doen aan heidense pogingen met de bovennatuurlijke wereld in contact te treden (vgl. Paul, 1995b). De zogeheten witte magie valt hier ook onder. Ondanks de genoemde positieve bedoelingen van occulte genezers, is dit een verboden terrein. Gerard Croiset, een van de bekendste Nederlandse paragnosten, heeft eerlijk toegegeven dat bij witte magie in feite dezelfde krachten gebruikt worden als bij zwarte magie (Ouweneel, 12, 314). Het is niet mogelijk hier nu breder op in te gaan, maar de ervaring leert dat mensen die door occulte methoden genezen worden van bepaalde kwalen in veel gevallen slechts tijdelijk geholpen zijn en blijvend afhankelijk worden van hun genezers. Verder treden vaak psychische en geestelijke schade op die veroorzaakt kunnen zijn door demonische beïnvloeding. Het is te betreuren dat onder christenen een grote argeloosheid is te bespeuren ten aanzien van occulte geneeswijzen (Ouweneel, Van Dam; Anderson).

Page 14: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

3 Houdingen tegenover genezingswonderen

3.1 Wonderen alleen in vroeger tijd De meeste christenen hebben de medische wetenschap dankbaar aanvaard. Dit betekent wel dat men een tamelijk autonome wetenschap accepteert. Een wetenschap die de mens technisch en reductionistisch benadert en die geen rekening houdt met God. Daarnaast is het opmerkelijk dat allerlei bijbelse gegevens gezien worden als voorbehouden aan de tijd van de Bijbel. Jezus deed tal van wonderen en zijn apostelen ook. Maar men beschouwt die als nuttig in de begintijd van de kerk, maar niet meer nodig als de kerk uitgegroeid is. De ‘gaven van gezondmakingen’ in I Korintiërs 12 zijn voorbijgegaan. G. Heitink schrijft in Pastoraat als hulpverlening: ‘In deze navolging zullen we ook de ontwikkeling van de medische wetenschap dankbaar mogen aanvaarden door de middelen tot genezing, waarvan Jezus gebruik maakte, niet kanoniek te verklaren. Tegenover geestuitdrijving, zalving en handoplegging toen, staan nu medicamenten, medische behandelingen en psychotherapie. Daarin erkennen we het voortgaande werk van de Geest in het overwinnen van het lijden.’ (292-293)

3.2 Vergeestelijking Wat is dan de boodschap van de genezingswonderen in de Bijbel, als ze op deze manier toch niet meer plaatsvinden? Wanneer predikanten spreken over de betekenis van de vele genezingen in het Nieuwe Testament, gaat het vaak louter over genezing van de zonde. Zij kunnen op die manier spreken over de geestelijke melaatsheid die wij allen van nature hebben. Zo zijn wij allen ook geestelijk kreupel. In het klassieke geschrift De ziekentroost van C. van Hille, afgedrukt achterin veel psalmboeken, staat van Jezus Christus geschreven: ‘Ook is Hij de barmhartige Samaritaan, die olie en wijn in onze wonden gegoten heeft; dat is, dat Hij zijn dierbaar bloed voor onze zonden vergoten en ons met zulk een duren prijs gekocht heeft.’Op zich is het geen probleem dat deze vergelijkingen gemaakt worden, maar het is wel opvallend dat de eerste, letterlijke betekenis overgeslagen wordt. Is de opdracht tot genezing dan niet meer geldig? Kan men zeggen dat in Marcus 16 de opdracht om wereldwijd het evangelie te verkondigen (Mar. 16:15) en te dopen (Mar. 16:16) nog steeds geldt en de daarop volgende verzen over genezingen alleen voor de begintijd van de kerk waren?

Terecht wordt aandacht gevraagd voor de geestelijke betekenis van bijbelgedeelten. Maar 'vergeestelijking' brengt vaak met zich mee dat de eerste betekenis vergeten wordt, terwijl juist in die gestalte de boodschap tot de tijdgenoten kwam. In reformatorische kring benadrukt men de verkondiging van het

Page 15: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Woord Gods en is men huiverig voor elke veruitwendiging. De handoplegging is tot een minimum beperkt en de ziekenzalving afgeschaft. Naar de mening van velen zijn deze symbolen niet meer nodig. Ook het bestraffen van de koorts (bij de schoonmoeder van Petrus; Luc. 4:39) en het uitdrijven van boze geesten (demonen) is volgens velen niet meer van deze tijd. Bij de acceptatie van de reguliere geneeskunde en de afwijzing van tal van bijbelse elementen over de omgang met ziekte, is het niet verwonderlijk dat de kerk zich concentreert op het gebed voor zieken en op de pastorale begeleiding. In veel kerken wordt in de kerkdiensten in het openbaar voor de zieken gebeden en de predikanten of ouderlingen op ziekenbezoek bidden ook in de huiskamer of in het ziekenhuis. De inhoud van het gebed richt zich vaak op genezing; dat het werk van de artsen en het gebruik van de medicijnen gezegend mag worden. Maar ook wordt de zieke gewezen op de ernst van het leven en de voorbereiding op het sterven. Het belang van het ontvangen van genade en vergeving staat centraal. Dit laatste is inderdaad uiterst belangrijk, maar we moeten goed beseffen dat we niet één keer van de apostelen lezen dat ze op deze wijze ziekenbezoek deden! Wat zij dan wél deden, moet ons tot bezinning brengen.

De Zuid-Afrikaan Erlo Stegen vertelt een voorval dat zich had afgespeeld in een grote rooms-katholieke kathedraal waar bijna tweeduizend mensen aanwezig waren. Behalve de gebruikelijke collectebussen stond bij de uitgang van de kerk ook een grote tafel. Na de dienst verlieten alle bezoekers de kerk en even later was deze tafel bezaaid met geld. Deze was, bij wijze van spreken, vol met zilver en goud. Op het moment dat de oude priester met zijn jonge helper dit geld ging tellen zei hij (met een verwijzing naar Handelingen 3): ‘Kijk nou eens, jongeman! Vandaag kan Petrus niet meer zeggen: zilver en goud heb ik niet... ‘ ‘Ja’, antwoordde deze, ‘maar helaas kan hij vandaag ook niet meer zeggen: in de naam van Jezus Christus, sta op en wandel!’ (Stegen, 63) Met dit voorbeeld geeft hij aan hoezeer wij in een andere situatie terecht zijn gekomen. De apostelen hadden geen aardse rijkdom, maar wel de macht om te genezen; bij ons is het omgekeerd. Vervolgens kunnen wij allerlei verklaringen proberen aan te voeren waarom het zo geworden is en de nadruk leggen op de geestelijke betekenis van de wonderen, maar het feit blijft staan dat er veel veranderd is. Is dit noodzakelijk zo geworden of is terugkeer naar de vroegere situatie mogelijk?

3.3 Berusting Wanneer in deze tijd bijzondere genezing niet meer verwacht kan worden, is het nodig dat we een verklaring hebben waarom ziekten aanwezig zijn.

Page 16: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

De eerste verklaring is gegeven in Genesis 3, waar pijn en dood hun intrede doen in deze wereld. Vervolgens rijst de vraag waarom mensen wel of niet persoonlijk met ziekte te maken hebben. In Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus is sprake van de voorzienigheid van God. Deze is zo omschreven, dat ‘spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen’. De nadruk ligt niet op de genezende kracht van God, maar op het feit dat allerlei zaken ons overkomen. Gelukkig gaan ze niet buiten Gods hand om. Maar geeft Hij in gelijke mate het goede en het kwade? Jezus heeft niet één mens ziek gemaakt, maar integendeel velen genezen. Mag dan op deze wijze gesproken worden over de wederwaardigheden van de gelovigen? Het lijkt me dat de Catechismus in ieder geval een heel positief doel heeft gehad: vertroosting van de gelovigen in een tijd van vervolging en nood. De bewoordingen zouden mijns inziens beter kunnen, maar de intentie is bemoediging dat niet het toeval regeert en dat ook de satan niet alle macht heeft, maar dat God boven alles staat. Als we deze woorden op zichzelf nemen kan er een soort fatalisme ontstaan: God geeft nu eenmaal de één gezondheid en de ander ziekte. We zijn dan ver verwijderd van de bijbelse verwondering over Gods voorzienigheid. De praktijk in het gemeenteleven laat zien dat velen een fatalistische houding hebben. Een veelgebruikte uitdrukking is in dit verband: ‘Het zijn geen mensen die het je aandoen.’ Men schroomt om God direct als oorzaak te noemen en gebruikt verhullende taal. De Bijbel laat in het boek Job zien dat de satan ziek kan maken. Op zijn minst moet ook met die mogelijkheid rekening gehouden worden. Ook kunnen we nogal eens de uitdrukking horen: ‘Ik ben gelukkig ervoor bewaard om opstandig te worden.’ In deze zegswijze komt ook naar voren dat een mens behoort te berusten in wat God de mens toeschikt.

De mensen die deze uitdrukkingen gebruiken bidden gewoonlijk wel om herstel. Maar als het fatalisme overheerst, geschiedt dat gebed met weinig verwachting. Ook gaan deze mensen meestal wel naar een dokter of naar een alternatieve genezer. Men acht het geoorloofd alles te doen wat kan strekken tot genezing. Hoe zit het dan precies met de onderwerping aan dat wat van Godswege toegedeeld wordt? Geestelijke lijdelijkheid en een actief gebruik van de medische wetenschap kunnen blijkbaar hand in hand gaan. Het besef dat ziekte van satan kan komen en dat ook in geestelijk opzicht een actief verzet gewenst is, wordt in die kring te weinig beseft.

In feite blijkt hieruit ook het moderne levensbesef. In Israël konden zonde en ziekte met elkaar te maken hebben. De priester hield zich met beide zaken bezig. In de loop der tijd is de geestelijke stand zich

Page 17: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

met de ziel gaan bezighouden en de arts met het lichaam. Deze differentiatie is in veel kerken aanvaard en daarom is er geen behoefte aan handoplegging of ziekenzalving.

3.4 Geloofsgenezing In evangelische kringen liggen de zaken meestal anders. Al of niet in reactie op de traditionele kerken stelt men de 'dienst der genezing' soms heel centraal. Vooral in extreme pinkstergemeenten en charismatische groepen neemt de gebedsgenezing een centrale plaats in en valt er een zekere weerstand te bespeuren tegen iedere vorm van geneeskunde, zowel regulier als alternatief. Sommige groepen die de gebedsgenezing praktiseren, gaan ervan uit dat ziekte altijd van satan komt, en men vindt het dan inconsequent naar de dokter te gaan om van de ziekte af te komen. Wil de zieke genezen worden, dan zal de duivel uitgeworpen moeten worden. In ieder geval mag in het geloof geclaimd worden dat er genezing komt. Jorge Tadeu is voorganger van een snel groeiende kerk in Portugal en komt ook in Nederland in de zogenaamde Mannakerk. Voor hem is duidelijk dat de gelovigen gezondheid mogen claimen op grond van Jesaja 53. Op dezelfde wijze als de verzoening, is de genezing gegrond op het lijden en sterven van Christus. Zelfs een doodzieke mag in het geloof aannemen dat hij reeds genezen is. Het geloofszaad zal dan ontkiemen en de genezing zal later zichtbaar worden. Als iemand niet geneest, dan heeft dat te maken met het ongeloof van de betrokkene, of met het ongeloof van degenen die voorbede gedaan hebben. De belofte van Jezus in Marcus 11:24 wordt genoemd opdat de gelovigen zich de zegen al kunnen inbeelden: ‘Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.’ Hier rijzen natuurlijk weer heel andere vragen. Is het werkelijk door Jezus bedoeld dat mensen beloften claimen en hiermee streven naar gezondheid en succes? Wat moeten we dan met de teksten waarin de ziekte van nieuwtestamentische gelovigen beschreven staat? Is het bovenstaande niet een vooruitgrijpen op een volmaakte toekomst? Spreekt de Bijbel niet herhaaldelijk over het lijden van de christenen en de geestelijke winst die dat kan betekenen?

3.5 Tenslotte Tot zover een korte inventarisatie van houdingen tegenover ziekte en genezing. Het is geen uitputtend overzicht geworden, maar een poging enige hedendaagse houdingen in beeld te krijgen. In de praktijk zijn er allerlei mengvormen. Gelukkig zijn er ook voorbeelden te noemen van diepgelovig omgaan met ziekte en leed. Voorbeelden van gebed vol verwachting dat God alles laat meewerken ten goede. En voorbeelden van overgave met groot vertrouwen in Gods hand, dat er zelfs door de dood heen verlossing is. Verderop in dit boek komt de ziekenzalving ter sprake, maar het zicht hierop heeft veel te maken met de algehele houding tegenover

Page 18: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

ziekte. Het gaat erom dat we in elk opzicht een bijbelse houding innemen tegenover ziekte, en het zicht op de ziekenzalving is daarvan slechts één uiting.

Page 19: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

II Visie op ziekte en genezing in het oude Israël en de nieuwtestamentische gemeente

1 Ziekte en genezing in het Oude Testament

1.1 Refaja Een paar keer komt in het Oude Testament een persoon voor met de naam Refaja (1 Kron. 3:21; 4:42; 7:2; Neh. 3:9). Letterlijk betekent die naam: Jahweh geneest. Ook komt de naam Refaël voor in l Kronieken 26:7, waarvan de betekenis is: God geneest. Deze naam wordt in de pseudepigrafische boeken ook gegeven aan een aartsengel. Dit zijn boeken die rond het begin van de christelijke jaartelling geschreven zijn en ten onrechte op de naam van een oudtestamentische persoon als Henoch of Mozes staan (Charlesworth, deel 2, 988: Raphael). Blijkbaar schreef men aan God genezing toe. In dit hoofdstuk gaan we na wat het betekent dat God zich zo geopenbaard heeft. Welke houding wordt van de Israëlieten verwacht tegenover ziekte? Komt de houding van de Israëlieten overeen met de houdingen die in het vorige hoofdstuk beschreven zijn of zijn er verschillen? Daarbij komen slechts enige aspecten naar voren hoe God in het Oude Testament genezing schonk. Het gaat niet om volledigheid, maar om de hoofdlijnen. Wie meer wil weten kan terecht in Th. Struys, Ziekte en genezing in het Oude Testament en in Michael L. Brown, Israel’s Divine Healer. De gangbare theologieën van het Oude Testament laten dit onderwerp gewoonlijk rusten. Ten onrechte!

1.2 De Tora In Exodus 15:26 maakt God zich bekend als genezer: ‘Ik, de HERE, ben uw Heelmeester.’ In dit sleutelvers komt een fundamentele eigenschap van God naar voren. Het Hebreeuwse werkwoord rafa’ dat we hier en in de bovengenoemde namen tegenkomen, betekent in de eerste plaats: herstellen. Dit herstellen kan op tal van manieren plaatsvinden en komt ook tot uiting in genezing. In Exodus 15 staat ook, dat het water in Mara bitter is. Op Gods bevel werpt Mozes een stuk hout in het water, zodat het water zoet wordt. Ook dat is een uiting van heelmaken en herstellen. Israël ontvangt de belofte dat het geen enkele van de kwalen zal ontvangen die God de Egyptenaren opgelegd heeft (Ex. 15:26), indien het volk tenminste Gods inzettingen onderhoudt. De Egyptenaren hebben te maken gekregen met de tien plagen, waaronder ook ziekten. Die ziekten, en nog andere kwalen die in Deuteronomium 28 beschreven staan, zullen niet in Israël voorkomen. Uit dit bijbelgedeelte kunnen we opmaken dat God in tweeërlei zin Heelmeester is: Hij bewaart zijn volk voor bepaalde ziekten (preventieve zorg) en Hij herstelt (curatieve zorg).

De voorschriften in het boek Exodus zijn vaak gericht tegen heidense

Page 20: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

praktijken. Wie kennis neemt van de manier waarop genezing toegeschreven werd aan Baäl en andere goden, kan in deze proclamatie ook horen: alleen de Here is de werkelijke genezer! De tegenstelling ligt niet tussen God en de arts, maar tussen God en de afgoden.

In de eerste vijf bijbelboeken horen we opvallend weinig over artsen. Slechts de priesters worden in Leviticus 13-14 genoemd als beoordelaars van melaatse mensen. Ze observeren slechts en verrichten - voor zover bekend - geen geneeskundige handelingen. Is ook hier polemiek met de heidense priesters aanwezig? Alle nadruk valt op de HERE, de Geneesheer. Volgens de joodse rabbijnen is het raadplegen van artsen echter wel degelijk geoorloofd. Zij baseren dat op Exodus 21:19. Daar staat de situatie beschreven dat twee mannen ruzie hebben en de één de ander zodanig slaat dat deze bedlegerig wordt. De dader moet een vergoeding geven voor de gedwongen rusttijd en 'voor genezing zorgen'. Dat wil zeggen: de kosten van medische zorg betalen (Brown, 46).

In Exodus 23:25 staat de belofte: ‘Ik zal ziekte uit uw midden verwijderen.’ Dit behoort bij de zegeningen van het verbond. In Leviticus 26 en Deuteronomium 28 staan de beloften en dreigingen van het verbond veel uitvoeriger beschreven. Wie deze hoofdstukken op zich laat inwerken, komt onder de indruk van de verschrikkingen en de ziekten die Israël zullen treffen wanneer het ongehoorzaam is. ‘De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen ... De HERE zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de dijen, waarvan gij niet kunt genezen - van uw voetzool af tot uw schedel toe.’ (Deut. 28:27, 35) Deuteronomium 28:59 spreekt over boze, aanhoudende ziekten. ‘Hij zal alle kwalen van Egypte, waarvoor gij bevreesd zijt, weer over u brengen, zodat zij aan u kleven. Ook allerlei ziekten en slagen, die in het boek van deze wet niet beschreven zijn, zal de HERE over u doen komen, totdat gij verdelgd zijt.’ (Deut. 28:60-61) Deuteronomium 28:65 voegt daar nog psychische nood aan toe: een bevend hart, ogen vol heimwee en een kwijnende ziel. In het kader van het verbond met het volk vindt een uiterst dringende oproep plaats om toch vooral God gehoorzaam te zijn en Hem te dienen, want anders zullen rampen en plagen het volk treffen. In Deuteronomium 30 gaat Mozes er vanuit, dat het volk in de toekomst overtreden zal en straf zal ontvangen. Het volk zal in ballingschap moeten gaan. Toch, door Gods genadige ontferming, zal ook weer terugkeer mogen plaatsvinden. Deze visie op de toekomst komt ook naar voren in het lied van Mozes in hoofdstuk 32. Dat lied moet in de toekomst tot een getuige zijn tegen het volk (Deut. 31:19). In die toekomst zal men zich gaan realiseren wie God werkelijk is. Vanuit die optiek staat er in het lied: ‘Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik

Page 21: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

genees, en niemand is er die redt uit mijn macht.’ (Deut. 32:39) Dit vers vormt het sluitstuk van de eerste vijf bijbelboeken in het onderwijs over ziekte en genezing. Duidelijk blijkt de goddelijke macht over ziekte en gezondheid. Toch wordt uit het verband duidelijk dat God niet naar willekeur de één ziekte en de ander gezondheid schenkt. Er is een patroon te ontdekken in zijn handelen. Gezondheid is de normale positie, behorend bij de zegeningen van het verbond. Ziekte is steeds een oordeel en een straf. Ziekte is een tuchtiging om het volk weer op het rechte spoor te krijgen. Nergens komen we tegen dat ziekte ‘wel ergens goed voor zal zijn’ of dat ziekte een positieve, opvoedende waarde heeft. In tegendeel: ziekte is een ernstige waarschuwing dat God de zonde niet ongestraft laat.

De eerste hoofdstukken van het boek Genesis laten zien dat God de mens goed geschapen heeft. Al gauw doet de zonde haar intrede en daarmee ziekte en dood. Tegen deze achtergrond is het een groot wonder dat God zich bekend maakt als de Heelmeester: Hij herstelt en maakt weer goed. Dat geldt in allerlei opzichten, ook in het herstel van zieken. Gezondheid hoort bij de zegeningen van het verbond.

1.3 Historische en poëtische boeken De bovenstaande beloften en dreigingen worden in de historische boeken gerealiseerd. Soms schenkt God ziekte in zijn toorn, zoals bij koning Uzzia die zich priesterlijke rechten toe-eigent en melaats wordt (2 Kron. 26:16-21). We komen genezingswonderen tegen, zoals bij Naäman (2 Kon. 5) en bij Hizkia (2 Kon. 20:1-11 ). Het boek Spreuken legt de nadruk op een levensstijl in de vreze des Heren, opdat het de gelovige Israëliet goed zal gaan, ook ten aanzien van zijn gezondheid. Het boek Job laat zien dat satan de veroorzaker van ziekte kan zijn. Terwijl in de andere bijbelboeken meer de nadruk ligt op God als veroorzaker van ziekte en gezondheid, bemerken we hier de invloed van satan. Toch kan de satan niet verder gaan dan God toelaat. Het slot van het boek maakt duidelijk dat God weer genezing schenkt en de rechtvaardige ook in dit leven zegent. Het kan lijken of God de gelovige verlaten heeft in diens ziekte en nood, maar Hij weet er toch vanaf. Hij regeert! Dit thema keert in de psalmen vele malen terug. De ziekte op zich wordt nooit positief beschreven. Deze is juist een bron van aanvechting. Waarom is God niet genadig? Zijn er zonden die beleden moeten worden? Achteraf kan gezien worden dat God een bepaalde nood gebruikte om de gelovige geestelijke lessen te leren (Ps. 119:67-75). De nood was een kastijding om tot God te gaan. Wie de Psalmen 6, 38, 69, 88 en 102 leest, komt onder de indruk van de nood die de dichters meemaken. In hun ziekte ervaren ze de afwezigheid van God. Het verband tussen ziekte en schuld wordt

Page 22: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

vaak beleefd. In Psalm 103 komt dan de blijde jubel naar voren dat de Here vergeeft en geneest (Ps. 103:2-3). Hij geneest de verbrokenen van hart en verbindt hun wonden (Ps. 147:3). In Psalm 91 bereiken we het hoogtepunt van vertrouwen op God ten aanzien van gezondheid. De verderfelijke pest zal de dichter geen kwaad doen (Ps. 91:2), hij hoeft niet bang te zijn voor ‘verderf dat op de middag vernielt’ (Ps. 91:6) en geen enkele plaag zal in zijn tent komen (Ps. 91:10). Het kan zijn dat we ‘de pijl die des daags vliegt’ letterlijk moeten nemen als oorlogstuig; er zijn ook uitleggers die vanuit de parallellie met ‘de verschrikking van de nacht’ denken aan geestelijke, duivelse machten die hun pijlen afvuren. In dat laatste geval komen we in de buurt van het boek Job: de macht van satan die ziek maakt. Doch de dichter weet zich veilig onder Gods bescherming.

1.4 Profetische boeken: Jesaja Bij de profetische boeken is het met name de profeet Jesaja die ons veel aanreikt. In hoofdstuk 30 staan heilsbeloften voor Sion. De Here zal Sion genadig zijn op de dag, waarop de HERE de breuk van zijn volk verbindt en de toegebrachte wonde geneest’’ (Jes. 30:26). Het is niet mogelijk hier te onderscheiden tussen vergeving van zonden en herstel als volk; ze hangen ten nauwste met elkaar samen. Het beeld van de arts die verbindt en de goddelijke macht tot genezing geven aan wat God voor zijn volk doet. De zonde en overtreding worden bij deze profeet geschetst met het beeld van ziekte. God kastijdt het volk om hun overtredingen. ‘Het gehele hoofd is ziek, het gehele hart vol krankheid; van de voetzool af tot de schedel is er niets gaaf; wonden, striemen en verse kwetsuren, die niet uitgedrukt zijn noch verbonden noch met olie verzacht’ staat er in het eerste hoofdstuk. ‘Waar wilt gij nog meer geslagen worden, dat gij voortgaat met af te wijken?’ (1:5-6) Tegen deze achtergrond moeten wij Jesaja 53 lezen met zijn schildering van de lijdende Knecht des HEREN. ‘Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte ... Nochtans, onze ziekten heeft Hij op zich genomen, en onze smarten gedragen ... Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.’ (Jes. 53:3-5) De Knecht draagt de ziekten van het volk. Hoewel op andere plaatsen de Knecht het volk zelf kan zijn, of symbool is voor de gelovige rest van het volk, is het hier een enkeling die plaatsvervangend straf ondergaat. In het licht van het Nieuwe Testament kan het niemand anders zijn dan Jezus Christus. Hij gaat de weg van vernedering tot de dood toe. Hij gaat de weg naar Golgotha, opdat zondaren verzoening kunnen ontvangen. Die vergeving komt in Jesaja 53 op rijke wijze naar voren en daarvoor worden beelden gebruikt van ziekte en genezing. Voor ons westerlingen zou het kunnen zijn dat deze beelden louter een vergelijking vormen en dat het eigenlijk alleen om vergeving

Page 23: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gaat, maar voor de Israëliet hoorden deze zaken bij elkaar. Vergeving van zonde en genezing van ziekte zijn tegen de achtergrond van de genoemde tekst uit Jesaja1 tekenen van de messiaanse heilstijd. Ook lichamelijk en psychisch herstel hoort bij het werk van de Heelmeester. De genezing is niet slechts ‘algemene genade’, maar blijkt gefundeerd in de verzoening. Hoeveel verschil er voor ons ook kan liggen tussen ‘vergeving’ en ‘genezing’, in Jesaja 53 liggen ze heel dicht bij elkaar. Daarom kan in Matteüs 8:17 de lichamelijke en in 1 Petrus 2:24 de geestelijke kant benadrukt worden (vgl. Paul, 1996a).

In de toekomstige heilstijd zullen de ogen van de blinden geopend worden en de oren van de doven ontsloten worden; dan zal de lamme springen als een hert en de tong van de stomme zal jubelen (Jes. 35:56). Zo wordt uitgezien naar de heerlijke toekomst, door God beloofd: ‘En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek; het volk dat daar woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.’ (33:24) Opnieuw komt hier de samenhang tussen vergeving en genezing naar voren.

1.5 Godsdienstig bepaald Wanneer wij deze gegevens overzien, valt het op dat ziekte en genezing voornamelijk vanuit godsdienstig gezichtspunt bezien worden. In ziekte wordt de afwezigheid van God ervaren of diens tuchtiging. Genezing en vergeving horen bij elkaar. In de vergeving blijkt Gods gunst en vrede (sjaloom). Artsen komen we in het geheel niet tegen; slechts in de negatieve zin worden ze een keer genoemd. Asa zoekt in zijn ziekte (aan de voeten) geen hulp bij de Here, maar bij de heelmeesters (2 Kron. 16:12). Op grond van het Hebreeuws kan hier het beste vertaald worden: zocht bovennatuurlijke hulp bij de heelmeesters. Het werkwoord geeft aan dat een orakel geraadpleegd wordt of gebruik gemaakt wordt van een medium. Bedoeld zijn hier de heidense (of op zijn minst syncretistische) beoefenaars van de geneeskunst (Brown,51). De Israëlieten moeten op de hoogte zijn geweest van de geneeskunde bij de buurvolken, waar zeer veel magische praktijken toegepast werden, maar zelf mochten ze deze wijze van geneeskunst niet beoefenen (Palmer, 42). De spaarzame toespelingen op het verzorgen van wonden met olie (Jes. 1:6) of balsem (Jer. 8:22; 51:8), het aandoen van een zwachtel (Ez. 30:21) en het gebruik van geneesmiddelen (Spr. 3:8; Jer. 30:12-13 en 46:11) geven aan dat deze zorg in Israël wel aanwezig was. Alle nadruk ligt echter op God als Geneesheer.

1.6 Jezus Sirach In het apocriefe geschrift Jezus Sirach lezen we een loflied op de geneeskunde. Voordat we luisteren naar het Nieuwe Testament is het goed deze tekst op ons in te laten werken:

Page 24: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

‘Waardeer de arts, want je hebt hem nodig en ook hij is door de Heer geschapen; want al komt de genezing van de Allerhoogste, hij krijgt van de koning een geschenk. Om zijn kundigheid wordt de arts hoog geëerd en hij wordt door de invloedrijken bewonderd. De Heer laat de aarde geneeskrachtige kruiden voortbrengen en een verstandig man wijst die niet af.

Aan de werken van de Heer komt nooit een einde en van Hem komt genezing over de aarde. Mijn kind, wees niet onnadenkend als je ziek bent, maar bid tot de Heer, want Hij is het die geneest. Vermijd de zonden en wees rechtschapen en reinig je hart van alle ongerechtigheid; brand wierook en breng een offer van fijn meel en maak je gave zo rijk als je kunt. En ook voor de arts moetje een plaats inruimen, want ook hij is door de Heer geschapen; laat hem niet van jou wijken, want ook hem heb je nodig. Er zijn immers ogenblikken dat de goede afloop in hun handen ligt, want ook zij bidden de Heer dat Hij hun een gelukkige diagnose en genezing geeft tot behoud van het leven. Wie zondigt tegen zijn maker komt terecht in de handen van de arts.’ (38:1-4 en 9-15; GNB)

2 Ziekte en genezing in het Nieuwe Testament

2.1 Jezus de Messias in de evangeliën In de woorden van de profeet Jesaja hoorden wij het uitzien naar een toekomst waarin vergeving en genezing plaatsvinden. Het Nieuwe Testament geeft overvloedig getuigenis dat in Jezus een nieuwe bedeling is aangebroken, waarin deze voorzeggingen vervuld worden. Matteüs vat de werkzaamheden van Jezus samen met de woorden ‘En Jezus ging alle steden en dorpen langs en leerde in hun synago-

Page 25: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal’ (9:35). Blijkbaar is er een nieuwe periode aangebroken. In de synagoge van Kapernaüm leest Jezus Jesaja 61: ‘De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren.’ (Luc. 4:18-19) De heilstijd is aangebroken: een tijd van vergeving en herstel. Daarom proclameert Hij dat het Koninkrijk Gods is gekomen. Op grond hiervan mag Jezus met koninklijk bevel ziekten bestraffen. We lezen niet dat Hij bidt dat iemand mag genezen, maar Hij toont macht over de ziekten. Zo bestraft Hij zowel de boze geesten als de koorts bij de schoonmoeder van Petrus (4:35, 39). Johannes de Doper verwondert zich over het optreden van Jezus en vanuit de gevangenis laat hij vragen of Jezus werkelijk degene is die komen zou. Deze legitimeert zich met een verwijzing naar de bovengenoemde woorden uit Jesaja 35 en 61: ‘Boodschapt Johannes wat gij hoort en ziet: blinden worden ziende en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen en doden worden opgewekt en armen ontvangen het evangelie.’ (Mat. 11:4-5) Blijkbaar is een nieuwe bedeling aangebroken, waarin vergeving en genezing hand in hand gaan. Om in aanmerking te komen voor genezing verlangt Jezus meer dan eens geloof: het geloof in Hem als de Messias. Soms doet Hij geen wonderen vanwege het ongeloof van de menigte. Wonderen zijn in de evangeliën tekenen van zijn messiaanse waardigheid. Ze verwijzen naar zijn goddelijke afkomst en legitimeren Hem. Toch is het te weinig om de wonderen alleen als legitimatie te zien (zoals Warfield doet), ze zijn ook de dragers van de boodschap en in het wonder komt naar voren dat het Koninkrijk Gods aanwezig is. De wonderen, en dus ook de vele genezingswonderen, zijn een wezenlijk onderdeel van de taak die Jezus op aarde had te verrichten. Hij is gekomen om mensen te vergeven en te genezen. In de vele genezingen komt zijn barmhartigheid naar voren en zijn bewogenheid over mensen in nood (Deere, 120). Die genezingen zijn een onderpand van de toekomst waarin ziekte niet meer voorkomt (vgl. Op. 21:4 en 22:2). Daarom is het onjuist dat telkens beweerd wordt: de genezingen zijn ‘slechts’ tekenen, die ‘slechts’ plaatsvinden als de gang van het Godsrijk die noodzakelijk maakt (vgl. Kraan, 1974, 18-19). In tegenstelling tot de veronderstelling van Warfield vereisen wonderen vaak geloof, in plaats dat ze geloof als doelstelling hebben. Ze zijn niet slechts symbolen van het Koninkrijk, maar ook de eerste vruchten ervan. De wonderen zijn bewijzen die de boodschap zelf overdragen (intrinsieke bewijzen); niet slechts bewijzen die los staan van de boodschap zelf (extrinsieke bewijzen), zoals de ‘cessationisten’ (zij die menen dat de wonderen en de bijzondere gaven van de Geest beëindigd zijn na de tijd van het NT) beweren. De wonderen

Page 26: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

legitimeren de boodschap waarvan zij een onderdeel zijn (Turner, 244-248).

Ten aanzien van de waardering van ziekte en genezing treft ons de continuïteit met het Oude Testament: ziekte is in zichzelf slecht. Vaak is die verbonden met de toorn en vloek van God. Door heling blijkt de gunst en genade van God. De man die reeds 38 jaar ziek is en in Betesda ligt, krijgt te horen: ‘Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome.’ (Joh. 5:14) Tot de man die door zijn vrienden door het dak wordt gelaten, wordt eerst gezegd: ‘Mens, uw zonden zijn u vergeven’ en daarna: ‘Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis.’ (Luc. 5:20, 24) Toch is er geen automatische samenhang tussen persoonlijke zonde en een aanwezige ziekte. De vrienden van Job zoeken naar die samenhang; de discipelen willen weten wie gezondigd heeft: de blindgeborene of diens ouders? Maar Jezus ontkent die samenhang en wijst slechts vooruit: de werken Gods moeten openbaar worden (Joh. 9:1-3).

Hierboven is reeds Jesaja 53 aangehaald, het hoofdstuk waarin het plaatsvervangende lijden van de Messias getekend wordt. Ik heb daar gezegd dat beide aspecten van belang zijn: de vergeving van zonden en de genezing van ziekte. We mogen de genezing niet afdoen als louter beeldspraak. Deze stellingname wordt bevestigd in het evangelie naar Matteüs. Na de Bergrede in hoofdstuk 5-7 verhaalt de evangelist veel wonderen in hoofdstuk 8-9. Het is alsof hij door deze compositie wil laten zien dat woord en daad samengaan. De woorden van Jezus monden uit in de genezing van vele zieken: ‘En Hij dreef de geesten uit met zijn woord en die ernstig ongesteld waren genas Hij allen, opdat vervuld zou worden, hetgeen gesproken werd door de profeet Jesaja, toen hij zeide: Hij heeft onze zwakheden op zich genomen en onze ziekten heeft Hij gedragen.’ (8:16-17) De evangeliën laten ons een Heiland zien die het goede zoekt voor de mensen en allerlei zieken geneest. We lezen daar wel dat Hij toornig is op de mensen, maar niet dat Hij ooit iemand ziek heeft gemaakt. Van de 3774 verzen in de vier evangeliën gaan er 484 specifiek over de genezing van lichamelijke en geestelijke ziekten en de opstanding van de doden. Van de 1257 verhalende verzen houdt dat in dat 38,5 procent gewijd is aan een beschrijving van Jezus’ genezingswonderen! Afgezien van de bespreking van wonderen in het algemeen, is de aandacht die aan de genezingsbediening van Jezus wordt gegeven, veel groter dan de aandacht voor enige andere ervaring (Wimber & Springer, 48).

2.2 Demonische machten De oorzaak van ziekte blijkt in het Nieuwe Testament heel vaak van demonische aard te zijn. De boze geesten nemen in meer of mindere mate bezit van iemand. Het kan zijn dat mensen in ernstige zin bezeten

Page 27: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

zijn, zoals de bezetene in het land van de Gerasenen (Luc. 8:26- 39). Het is ook mogelijk dat iemand in mindere mate occult belast is en kan blijven wonen in een dorp. In Marcus 1:23-26 is sprake van een man die toch nog in de synagoge kan komen. Het machtswoord van Jezus maakt de sluimerende tegenkrachten openbaar. We kunnen deze beschrijvingen niet afdoen met de veronderstelling dat hier een verouderde kijk op ziekte is, want in de evangeliën zelf wordt onderscheid gemaakt tussen ‘gewone’ ziekte en ziekte die door boze geesten veroorzaakt is (bijv. het bovengenoemde gedeelte in Mat. 8:16-17). De arts Lucas maakt zowel in zijn evangelie als in het boek Handelingen onderscheid (Luc. 4:40-41 en Hand. 3:6; 5:16). Het valt eerder te vrezen dat de westerse mens te weinig rekening houdt met deze bovennatuurlijke mogelijkheid. (Warfield ontkent zelfs het bestaan van demonen, 238-239; vgl. DeArteaga, 123.) Zie verder paragraaf VIII.4.

2.3 Het verschil tussen lijden en ziek-zijn Voor een goed begrip van de genezingswonderen is het nodig om onderscheid te maken tussen lijden vanwege ziekte en kwalen én lijden vanwege het geloof. Het Griekse woord voor lijden (paschoo) komt zo'n zestig keer voor in het Nieuwe Testament. Het is verrassend te ontdekken, dat dit woord nergens ziekte betekent. Ziekte en lijden hebben in het Nieuwe Testament niet of nauwelijks met elkaar te maken. In de Statenvertaling wordt nooit het woord lijden voor ziekte gebruikt. Er is een schijnbare uitzondering, namelijk in Matteüs 17:15, waar van de maanzieke jongen wordt gezegd: ‘Hij is in zwaar lijden.’ In het Grieks staat hier echter niet paschoo, maar kakoos echoo: hij is er slecht aan toe. De Nieuwe Vertaling gebruikt hier ook het woord lijden, en gebruikt dat helaas ook in Lucas 4:40 en Jakobus 5:15. Dit is verwarrend voor hen die de grondtaal niet kunnen naslaan.

P.C. van Leeuwen, voormalig secretaris van de Hervormde Raad voor Kerk en Ziekenzorg, geeft in zijn Inleiding tot de dienst der genezing een uitvoerig overzicht van de verschillen tussen lijden en ziekte. Het woord lijden wordt vooral gebruikt voor het lijden van Christus. Als christenen lijden is dat een gevolg van de navolging van Christus. Lijden behoort normaal te zijn in de gemeente, maar ziekte abnormaal. Het lijden behoort bij het ambt van de christen: men kan het ondergaan door vervolging, maar ook door kwaadspreken en lasteren. In Johannes 16 wordt de discipelen toegezegd: ‘In de wereld lijdt gij verdrukking.’ (Joh. 16:33) In Handelingen 14:22 staat dat wij door veel verdrukking het Koninkrijk Gods moeten binnengaan. Er zijn veel zaligsprekingen voor hen die lijden, maar geen zaligsprekingen voor zieken. Lijden om Christus’ wil kan vrijwillig worden aanvaard, ziekte is onvrijwillig. In Marcus 8:34 zegt Jezus: ‘Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij.’ Dat verloochenen, het kruis opnemen en het volgen,

Page 28: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

zijn actieve zaken die ook nagelaten kunnen worden. Iemand kan Christus verloochenen en zo weigeren het kruis te dragen. Het lijden moet met vreugde gedragen worden, ziekte niet. In 1 Petrus 4:13 staat: ‘Verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus.’ Ziekte zelf geeft geen vreugde, en een welbehagen in ziekte is een geestelijke afwijking. Er kan wel vreugde zijn in een tijd van ziekte omdat Christus nabij is, maar dat is iets anders dan vreugde over de ziekte zelf. Lijden heeft een verlossende betekenis, ziekte niet. Het lijden van Christus is plaatsvervangend en verlossend lijden voor de zijnen. Paulus kan spreken over het aanvullen in het vlees aan wat ontbreekt aan de verdrukking van Christus, ten behoeve van zijn lichaam, dat is de gemeente (Kol. 1:24). En in Filippenzen 3:10 staat: ‘Dit alles om Hem te kennen en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden.’ Lijden is een gevolg van het verzet tegen de demonen. Ziekte kan daarentegen een gevolg zijn van onderwerping aan de boze. Ieder verzet tegen het kwade heeft altijd lijden tot gevolg. Maar de acceptatie van ziekte kan zijn: een berusten in de macht van de satan. Voor lijden en ziekte geldt de noodzaak van gebed. Gebed geeft kracht om het lijden te dragen en kracht om te volharden, kracht om de ziekte te overwinnen, innerlijk vooral, soms ook uiterlijk. Men moet scherp onderscheid maken tussen het lijden van de nieuwe mens en het zogenaamde lijden van de oude mens. Het eerste lijden is het bijbelse lijden, hel tweede lijden niet. De oude mens doet de werken van het vlees (Gal. 5:20): twist, afgunst en zelfzucht. Dat heeft veel problemen in deze wereld tot gevolg. Er is een ziekmakende invloed van haat, angst, egoïsme, enzovoorts. Daartegenover is de vrucht van de Geest: liefde, vrede, blijdschap. Genezen worden van ziekte betekent niet dat het lijden in bijbelse zin wordt opgeheven; integendeel, dan kan het lijden pas recht beginnen. God wil ons genezen om ons te maken tot deelnemers in de gemeenschap aan zijn lijden. Zo blijken er veel verschillen te zijn tussen ziekte en het Iijden, aldus Van Leeuwen (35-43). C. Samuel Storms is het met deze visie van Van Leeuwen en anderen echter niet helemaal eens. In zijn boek Healing and Holiness wijdt hij een aparte bespreking aan het onderscheid tussen ‘lijden vanwege vervolging’ en ‘lijden door ziekte’ (132-133). Hij waardeert het onderscheid ten aanzien van de oorzaak, maar verdedigt dat de aard van het lijden hetzelfde kan zijn. Een dienstknecht van God kan pijn lijden doordat bij martelingen zijn hand is beschadigd, maar hij kan ook pijn lijden door reuma in de hand. In beide gevallen zonder eigen schuld. Deze opmerkingen van Storms laten het fundamentele onderscheid in oorzaak intact. De gevolgen kunnen overeenkomen en in beide gevallen mag om genezing gevraagd worden. Ook voor de gevolgen van het lijden om Christus’ wil! Ook Max Turner zwakt het onderscheid af. Hij geeft toe dat ‘lijden’

Page 29: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

vaak iets anders dan ‘ziekten’ betekent, maar het behoort er wel toe. Christenen ervaren niet alleen vervolging om Christus’ wil, maar ook de gevolgen van de gevallen schepping, problemen in de samenleving, natuurrampen, ouderdomsverschijnselen, epidemische en genetische ziekten. Het is van belang Gods toorn te beseffen over deze zondige wereld, en ook christenen delen in de gevolgen. Te midden van die omstandigheden mogen christenen herstel verwachten, voor een deel in dit leven, voor een deel door de dood heen (258, 344-345). Ik wil daar nog aan toevoegen dat Jobs ziekte door de satan gegeven werd en als lijden om Gods wil verstaan kan worden. Het onderscheid van Van Leeuwen is nuttig om de hoofdlijn te zien, maar ziekte en leed kunnen in elkaar overlopen. De vraag waarom nog steeds lijden bestaat, zal te maken hebben met het voorlopige van de huidige bedeling. Christus heeft veel wonderen verricht, maar niet alle zieken werden genezen. Er blijft een uitzien naar een betere toekomst (vgl. par. VIII.3).

2.4 Apostelen en andere volgelingen van Jezus Jezus heeft niet slechts zelf veel genezingswonderen verricht, maar ook zijn discipelen opdracht hiertoe gegeven. De twaalf discipelen zijn nog maar kort in zijn dienst, of Hij geeft hun macht en gezag over alle (allerlei) boze geesten en om ziekten te genezen. Hij zendt hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten (Luc. 9:1-2). Daarbij zalven zij ook zieken (Mar. 6:13). In Lucas lezen we verder van een groep van zeventig of 72 mensen die een soortgelijke opdracht krijgt als de discipelen. Wanneer zij terugkeren zeggen zij: ‘Here, ook de boze geesten onderwerpen zich aan ons in uw naam.’ (Luc. 10:17) Jezus bevestigt in de volgende verzen dat zij inderdaad die macht hebben. Het is opvallend dat deze grote groep die bevoegdheid ontving. Op grond hiervan is het onmogelijk vol te houden dat slechts de twaalf discipelen (apostelen) de mogelijkheid tot genezing kregen. Vervolgens is van belang: de opdracht van Jezus aan zijn discipelen bij de hemelvaart. In Marcus is die het meest volledig weergegeven. Na de opdracht tot verkondiging van het evangelie en tot dopen staat er: ‘Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.’ (Mar. 16:17-18) De echtheid van dit slot van Marcus 16 is omstreden en wordt door B.B. Warfield ronduit ontkend (167-169). Er zijn echter goede argumenten aan te voeren voor de oorspronkelijkheid (zie Van Bruggen, 1988, 413-418). Indien het een latere uitwerking is, laat dit gedeelte zien hoe er in de tweede eeuw gedacht werd en dat men toen de heerlijke vervulling van deze belofte beleefde als dagelijkse werkelijkheid. In dat geval kunnen de wonderen helemaal niet beperkt worden tot de eerste eeuw (Kraan, 1974, 15-16).

Page 30: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Dit gedeelte maakt duidelijk dat er ook na de hemelvaart wonderen van genezing zullen plaatsvinden. Deze zullen niet alleen door de discipelen gedaan worden, maar ‘de gelovigen’ zullen die wonderen meemaken. Als we letten op de uitzending van de twaalf discipelen, van de zeventig of 72 andere discipelen en op deze laatste opdracht voor de hemelvaart, ligt het het meest voor de hand aan te nemen dat hier een blijvende opdracht en belofte voor de christelijke gemeente ligt. Er is geen sprake van beperking tot de eerste eeuw en ook niet tot een zendingssituatie (Kraan, 1974, 73, contra Koole, 50-54). In het boek Handelingen treffen we vele geschiedenissen aan waarin de apostelen wonderen van genezing verrichten. Het blijkt dat ook Paulus, door sommigen wel ‘de dertiende apostel’ genoemd, ook deze wonderen mag verrichten. Toch is er geen beperking tot de apostelen in eigenlijke zin. Ook de diaken en evangelist Stefanus doet wonderen en grote tekenen (Hand. 6:8). Hetzelfde geldt van Filippus: onreine geesten gaan uit en verlamden en kreupelen worden genezen (Hand. 8:6-7).

2.5 Oorzaken van ziekte De nadruk ligt in het Nieuwe Testament op de helende kracht van de Here Jezus en de discipelen. Terecht wijst K.J. Kraan erop dat het niet juist is, op grond van de evangeliën, geheel te ontkennen dat God ziekte zendt. In het Nieuwe Testament vinden we verschillende voorbeelden van een strafgericht Gods in ziekte en dood. Zacharias wordt tijdelijk met stomheid bestraft (Luc. 1:20). ln Handelingen 5 staat dat Ananias en Saffira dood neervallen als ze tegen de Heilige Geest hebben gelogen. Een Engel des Heren slaat Herodes, omdat hij God de eer niet geeft, en hij wordt door wormen gegeten en blaast de adem uit (Hand. 12:23). Jezus zelf maakt de valse profetes Izebel ziek (Op. 2:22). En in Openbaring 16:2 lezen we van een engel die één van de zeven schalen van Gods gramschap op de aarde uitgiet, zodat er een boos en kwaadaardig gezwel aan de mensen komt. Ook in het Oude Testament vinden we telkens uitspraken dat God ziekte zendt als straf over mensen, bijvoorbeeld de melaatsheid van Mi1jam, van Gehazi en van Azarja (Uzzia), het sterven van Nabal en van het kind van David en Batseba. Dit is echter iets anders dan dat God in gelijke mate gezondheid of ziekte zendt. De traditionele opvatting dat God de ziekte zendt is genoodzaakt te veronderstellen dat het motief voor dit zenden niet altijd Gods straffende toorn is, maar ook correctie, loutering, beproeving of hoe men het wil noemen. Kraan zegt dat hij tot zijn eigen verbazing in heel de Bijbel geen enkel voorbeeld gevonden heeft, dat God louter als correctie een ziekte zendt (1974, 198).

2.6 De gaven der genezing In de gemeente van Korinte zijn allerlei gaven van de Geest overvloedig aanwezig, maar de gemeenteleden gaan hiermee niet goed om. Daarom besteedt Paulus in 1 Korintiërs 12-14 uitvoerig aandacht aan

Page 31: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

de gaven en de wijze waarop deze behoren te functioneren. Paulus vermeldt dat er een verscheidenheid aan gaven is. De één ontvangt wijsheid, een ander de gave van profetie, en weer een ander 'gaven van genezingen' door de Geest (1 Kor. 12:4-11). Het meervoud 'gaven van genezingen' heeft misschien te maken met de veelvoudige wijze waarop de ziekte benaderd kan worden: handoplegging, ziekenzalving, bestraffing van een boze geest, enzovoort. Volgens M. Turner benadrukt het meervoud waarschijnlijk dat iedere genezing het werk van God is. Er wordt niet bedoeld de bekwaamheid om ieder in iedere situatie te kunnen genezen (240). Volgens hem is charisma geen technische term voor een bepaalde gave, maar een aanduiding van het genadekarakter van wat de Geest schenkt (272). De verscheidenheid aan gaven moet besteed worden om elkaar aan te vullen, opdat de gemeente zal zijn als een lichaam waarin de lichaamsdelen allemaal hun plaats en functie hebben. In 1 Korintiërs 12:31 en 14:1, 39 staat de aansporing te lezen de gaven van de Geest na te jagen. (Deere, 280-281, bestrijdt de opvatting van MacArthur, 280, dat deze vertaling onjuist is en dat slechts een beschrijving bedoeld is.) Het tussenliggende hoofdstuk 13 gaat over de liefde waarmee de gaven in praktijk gebracht moeten worden. De liefde zelf is niet een van de gaven van de Geest, die sommige wel hebben en anderen niet, maar behoort tot de vrucht van de Geest die in Galaten 5 genoemd wordt. Die liefde bepaalt de manier waarop de gaven gebruikt moeten worden. Dit is fundamenteel voor een juist verstaan van deze hoofdstukken. Helaas wordt er nogal eens een tegenstelling gesuggereerd tussen de hoofdstukken 12 en 14 enerzijds en hoofdstuk 13 anderzijds. Paulus zou dan in 1 Korintiërs 12:31 met 'de weg die nog veel verder omhoog voert' of 'een uitnemender weg' (SV) een tegenstelling suggereren. Maar hij bouwt juist voort op het voorafgaande. De liefde maakt de beoefening van de gaven tot iets veel mooiers dan wanneer de gaven zelfzuchtig gebruikt worden. Vaak denkt men dat 1 Korintiërs 13:8 een aanwijzing is dat een deel van de gaven beperkt was tot de begintijd van de kerk. Er staat daar immers: 'De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben.' De vraag is echter wanneer deze gaven voorbij zullen gaan. Is dat na een eeuw of is dat pas na de bedeling waarin wij leven? Uit het verband is op te maken dat het verdwijnen pas na deze bedeling zal plaatsvinden. Immers, onze kennis is nu nog onvolledig. Die zal pas volkomen zijn 'als het volmaakte komt' (1 Kor. 13:10), dus bij de wederkomst. De genoemde gaven zijn nuttig in deze tijd, maar in de toekomst zijn zij niet meer nodig (Fee, 643-644, Turner, 294-296, contra MacArthur, 281-286). Het is onjuist de gaven van de Geest te beperken tot de begintijd van de kerk, als in een kinderlijk stadium, terwijl de kerk die later niet meer nodig zou hebben. Juist Paulus, die hier in 1 Korintiërs 13:11-12 zegt dat hij tot geestelijke volwassenheid gekomen is, spreekt meer dan de Korintiërs in tongen

Page 32: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

(1 Kor. 14:18). In 1 Korintiërs 14:1 staat de oproep: 'Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven van de Geest.' Die oproep is nog steeds van kracht. De gaven mogen nagestreefd worden en daarbij is van het grootste belang hoe deze beoefend worden, namelijk in liefde, tot opbouw van de gemeente en tot eer van God (Lloyd-Jones, 1985, 120-139). Zo eindigt de apostel de behandeling van dit onderwerp met de aansporing te streven naar hel profeteren. Het spreken in tongen mag niet belemmerd worden, maar alles moet wel betamelijk en in goede orde geschieden (1 Kor. 14:39-40).

2.7 Genezing voor allen? Jezus heeft veel zieken genezen die tot Hem gebracht werden. Toch lezen we ook dal Hij in een bepaalde plaats geen wonderen kan verrichten of er slechts weinig doel vanwege het ongeloof aldaar (Mat. 13:58; Mar. 6:5-6). In de gemeente van Korinte zijn er vanwege de verkeerde praktijken, in het bijzonder rond het Avondmaal, veel zieken en zwakken; zelfs zijn er veel sterfgevallen (1 Kor. 11:30). Dit is bijzonder schrijnend, omdat de vroegchristelijke kerk juist het Avondmaal zag als een maaltijd ter genezing (Kraan, 1974, 331-336). De apostel Paulus laat Trofimus ziek achter te Milete (2 Tim. 4:20) en de Filippenzen weten van de ziekte van Epafroditus (Filp. 2:26). Niet altijd vindt er dus genezing plaats, in ieder geval niet altijd op korte termijn. Timoteüs krijgt de raad wat wijn te gebruiken voor zijn maag en voor zijn gedurige ongesteldheden (1 Tim. 5:23). We lezen niets over de medische activiteiten van de geneesheer Lucas (Kol. 4:14), maar vermoedelijk heeft Paulus op zijn reizen dankbaar gebruik gemaakt van diens hulp. De volmaakte bedeling is blijkbaar nog niet aangebroken. De genezingen die plaatsvinden zijn tekenen van het rijk Gods, maar nog niet allen worden nu genezen. In die situatie mogen christenen meeleven met hen die ziek zijn en leed hebben te ervaren (Mat. 25:36; 1 Kor. 12:26).

2.8 Ziekenzalving en handoplegging In dit overzicht van uitspraken van het Nieuwe Testament hoort natuurlijk ook Jakobus 5 genoemd te worden, maar dit gedeelte komt in hoofdstuk VI aan de orde. Omdat het 'bidden over iemand' door velen opgevat wordt als bidden onder handoplegging, komt de handoplegging tot genezing (zoals in Marcus 16) in hoofdstuk VII ter sprake.

3 Continuïteit tussen Oude Testament en Nieuwe Testament

Reeds in het Oude Testament blijkt Gods ontferming in genezing en vergeving. In het Nieuwe Testament komt deze ontferming nog rijker naar voren in de komst van Jezus Christus. Oudtestamentische beloften van de messiaanse heilstijd gaan gedeeltelijk in vervulling. Het Koninkrijk Gods komt openbaar en de machten van ziekte en dood

Page 33: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

moeten wijken. In het Oude Testament behoort gezondheid tot de zegeningen van het verbond. In het Nieuwe Testament is dat niet minder, maar juist meer geworden. Genezingen in het Oude Testament zijn spaarzamelijk vermeld, maar met de komst van Christus komt een nieuwe bedeling, waarin veel meer genezingen plaatsvinden. Jezus' woorden en daden horen bij elkaar en getuigen van de komst van het Koninkrijk Gods. Al is het zo dat het Nieuwe Testament in het algemeen meer gericht is op het leven na de dood dan het Oude Testament, toch betekent dat geen spiritualisering van het bestaan, alsof slechts het zielenheil van belang is. Het heil van God richt zich op ziel én lichaam. Christus is gekomen om verzoening te doen voor de zonde en zo vergeving te schenken, maar die verzoening komt ook in genezingen naar voren. In het Oude Testament is sprake van vrede en veiligheid in het aardse bestaan als zegen van het verbond, in het Nieuwe Testament worden de christenen gewaarschuwd voor het lijden om Christus' wil. Daar ligt een kenmerkend verschil, maar ten aanzien van genezing is er een duidelijke continuïteit, waarbij het Nieuwe Testament zelfs veel verder gaat. Gelet op de opdracht aan de discipelen en aan de volgelingen van Jezus in het algemeen, is er geen reden aan te nemen dat de genezingen beperkt worden tot de begintijd van de kerk, maar dat hier sprake is van een blijvende belofte en taak. De kerk mag in deze wereld staan als getuige van een levende Heiland aan de rechterhand van de Vader. Hij heeft niet slechts tijdens zijn verblijf op aarde wonderen verricht, maar gaat hiermee door (Hand. 1:1-2). Al geneest niet iedereen, ook niet iedere gelovige, tekenen van genezing zullen blijvend de gelovigen volgen.

Page 34: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

III De aanwezigheid van genezingswonderen in de vroege kerk

l Inleiding Wie de voorgaande twee hoofdstukken op zich laat inwerken, komt tot de onvermijdelijke conclusie dat er grote verschillen zijn tussen de bijbelse benadering van ziekte en genezing en ons hedendaagse denken. In dit hoofdstuk wil ik nagaan of er in de eerste vijf eeuwen van de kerkgeschiedenis genezingswonderen voorkwamen. Hoe functioneerden de eventuele gaven van genezing? Volgens sommigen eindigden die gaven met de apostelen; volgens anderen vonden zulke wonderen alleen plaats tijdens de uitbreiding van de kerk in de eerste paar eeuwen en waren zij daarna niet meer nodig. Weer anderen geven aan dat deze genezingswonderen blijvend voorkwamen. De meeste geleerden zien na enige eeuwen een afname van de genezingswonderen. B.B. Warfield geeft in zijn invloedrijke boek Counterfeit Miracles (1918) een andere schets: Er zijn geen getuigenissen van genezingen in de eerste vijftig jaar na de dood van de apostelen, want de Apostolische Vaders noemen ze niet. Vervolgens is er bijna niets bekend van de volgende vijftig jaar; daarna groeit het aantal genezingswonderen in de derde eeuw en het wordt overvloedig in de vierde eeuw, om nog meer in de vijfde en volgende eeuw toe te nemen. Hij concludeert hieruit dat er een kloof is tussen de echte genezingswonderen van de apostelen en de 'namaakwonderen' of 'mirakels' uit later tijd. Het werk van Warfield is nog steeds het belangrijkste boek dat aangevoerd wordt tegen blijvende gaven van genezing. Hedendaagse auteurs als P. Masters en J.F. MacArthur steunen flink op zijn inzichten. Ook wijst hij de ziekenzalving af. Voor ons is het dus van groot belang zijn visie te toetsen.

Er is een grote onbekendheid met ons onderwerp. De theologen hebben zich gewoonlijk geconcentreerd op andere onderwerpen als zij de kerkvaders bestudeerden. De laatste jaren komt hier gelukkig verandering in. Evelyn Frost kwam in 1940 met een overzicht over de houding van de kerkvaders ten opzichte van genezing, maar zij eindigt haar onderzoek bij de overwinning van keizer Constantijn. Gelukkig dat er vanaf ongeveer 1970 meer onderzoek verricht is, maar in de officiële kerkhistorische boeken is nog steeds weinig te vinden over dit onderwerp. Dit historische onderzoek is van belang om te weten te komen waar veranderingen in interpretatie van de Bijbel zijn gekomen. Wijken wij af van de vroegchristelijke kerk of zijn de eerste christenen ons reeds voorgegaan in een ander verstaan van de genezingswonderen? Na dit onderzoek kunnen we proberen onze eigen situatie te beoordelen. De kerkgeschiedenis is een geschiedenis waarin veel fouten zijn

Page 35: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gemaakt, maar ook mag erin doorklinken wat Jezus gezegd heeft: 'En zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld.' (Mat. 28:20) In dit hoofdstuk gaat het niet zozeer over ziekenzalving (die komt in hoofdstuk V aan de orde), maar om de ontwikkeling van het theo-logische zicht op ziekte en genezing.

2 Apologeten en joodse geschriften in de tweede eeuw

2.1 De apologeten Justinus Martyr en Irenaeus De apologeten probeerden een christelijke theologie te ontwikkelen met behulp van heersende filosofische begrippen. Als de eerste syste-matische theologen formuleerden zij leerstellingen, om de christelij-ke kerk tegen verdachtmakingen te verdedigen. Justinus Martyr (ca. 100-166) heeft een zwerftocht gemaakt langs allerlei filosofische opvattingen en wordt uiteindelijk christen. Hij vestigt zich in Rome en heeft daar een school waarin hij onderwijs geeft in het christelijk geloof. Hij herinnert in zijn Tweede Apologie, gericht aan de keizer van Rome, aan het grote aantal bezetenen dat genezen werd en wordt in de naam van Jezus, 'tot op de dag van vandaag' (par. 6; Bartelink, 94). ln zijn Dialoog met de Jood Trypho geeft hij aan, dat dagelijks mensen christen worden en dat zij dan ook gaven ontvangen. 'Want de één ontvangt de geest van verstand, een ander van raad, een ander van kracht, een ander van genezing, een ander van voorkennis, een ander van onderwijs, een ander van de vreze Gods.' (hfdst. 39) Justi-nus spreekt over het ontvangen van deze gaven (genoemd in Jes. 11:2 en I Kor. 12:7-10) in de tegenwoordige tijd. Hij beroept zich vanwege zijn joodse gesprekspartner op oudtestamentische gedeelten als Psalm 68:19 en Joël 2:28 en durft het aan om te zeggen: 'Het is mogelijk om onder ons mannen en vrouwen te zien die gaven van de Geest van God ontvangen hebben.' (hfdst. 88; vgl. 82) Volgens hem heeft God zijn gaven weggenomen van het joodse volk en deze aan de kerk gegeven (hfdst. 87; vgl. Hunter, 127-128; Burgess, 28-29, 33 en Kydd, 25-29).

Irenaeus (ca. 130-202) is geboren in Klein-Azië en was daar een leerling van Polycarpus van Smyrna, die op zijn beurt een volgeling was van de apostel Johannes. Irenaeus is later naar Frankrijk gegaan en daar bisschop van Lyon geworden. Zijn boeken vormen een belangrijke uiteenzetting van het geloof van de jonge kerk. Hij schreef een boek Tegen de ketterijen (rond 180). Daarin geeft hij een goede indruk wat er in zijn tijd gebeurt: 'Daarom hebben ook zijn (= Christus') ware discipelen genade van Hem ontvangen om wonderen te doen in zijn naam; zij maken anderen gelukkig met de gave, die een ieder van Hem heeft ontvangen. Sommigen van hen drijven werkelijk demonen uit, zodat degenen die op deze wijze bevrijd zijn van de boze geesten vaak gaan geloven in Christus en zich

Page 36: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

aansluiten bij de kerk. Sommigen hebben voorkennis van dingen die gaan gebeuren, en visioenen en profetische taal. Anderen genezen de zieken door hun de handen op te leggen, waardoor zij gezond worden. Meer nog, zoals ik reeds eerder gezegd heb: zelfs doden zijn opgewekt geworden en vele jaren bij ons gebleven. En waarom zou ik nog meer zeggen? Het is niet mogelijk alle gaven op te sommen die de door de gehele bewoonde wereld verstrooide kerk ontvangen heeft van God, in de naam van Jezus Christus, die gekruisigd was onder Pontius Pilatus. Zij wendt die gaven dagelijks aan tot heil van de heidenen, terwijl zij niemand misleidt en van niemand enige geldelijke beloning aanneemt. Want wat zij van God om niet ontvangen heeft, geeft zij om niet.' (Adv. Haer. II, 32, 4 (ook overgeleverd bij Eusebius); Burgess, 58-62; Parmentier, 86) De ketters (met name de gnostici) kunnen wel magische handelingen volvoeren, maar geen genezingen bewerken zoals de christenen dat doen, namelijk aan blinden het zicht geven, de doven horend maken en allerlei demonen verjagen en doden opwekken (II, 31, 2; Frost, 104-105). De bovenstaande citaten worden gebruikt in de argumentatie van apologeten, dus van mensen die in discussie gaan met de tegenstanders van het christelijk geloof. Het kan niet anders of het moet goed aantoonbaar geweest zijn wat zij schrijven. Volgens Irenaeus gebruiken de christenen hun gaven zelfs dagelijks! De wonderen functioneren bij hen als een legitimatie van de ware kerk. Ook Theofilus van Antiochië (gest. na 181) en Tatianus (ca. 170) hebben zich in deze periode geuit over genezingen.

2.2 Joodse geschriften Een indirect getuigenis wordt gegeven in de joodse geschriften. Daar staat te lezen: 'Niemand mag zich bemoeien met ketters en ook niet door hen genezen worden, al was het maar voor één uur van zijn leven. Daar was het geval van Rabbi Eleazar ben Dama, een neef van Rabbi Ismael, die door een slang gebeten werd. Toen kwam Jacob, de ketter van het dorp Siknaja, om hem te genezen in de naam van Jesjua ben Pandera, maar Rabbi Ismael stond het hem niet toe.' (tChullin II, 22-24 en bAboda Zara 27b; Maier, 183-187) In een Misjnatractaat staat: 'Rabbi Akiba zei: Hij die vreemde boeken leest en hij die over een wond prevelt en zegt: "Geen van de ziekten die Ik tot Egypte zond zal lk op u leggen, Ik ben de Here uw medicijnmeester" heeft geen deel in de toekomstige wereld.' (mSanh. 10,1; Maier, 51-52) Volgens velen zijn dit toespelingen op de christelijke gezondmaking. De naam Jesjua ben Pandera is dan een vermoedelijk negatief bedoelde naam voor Jezus. Bij het tweede citaat zou het gaan om joden-christenen die de tekst uit Exodus 15:26 gebruikten als zij Jezus' naam niet openlijk durfden te noemen. J. Maier geeft echter aan dat christenen wel bedoeld kunnen zijn, eventueel als onderdeel van een veel grotere groep, maar dat duidelijke identificaties ontbreken.

Page 37: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Volgens M. Green zijn er meer voorbeelden te geven uit joodse bronnen die niet alleen getuigen van gezondmakingen door de apostelen, maar die ook iets laten zien van het effect dat deze genezingen hadden op gewone mensen die zich afvroegen welke geloofsbrieven dit nieuwe geloof toch wel had (124). De christenen gingen de wereld in als predikers, maar ook als duivelbezweerders en mensen die gezondheid konden geven.

2 .3 Conclusie Wanneer wij deze getuigenissen overzien bemerken we de aanwezigheid van gaven der genezing. Warfield heeft gelijk dat in de tweede helft van de tweede eeuw het getuigenis hiervoor rijker is dan in de eerste helft. Maar het bovenstaande geeft niet de indruk van een opleving van iets dat verdwenen was, maar van continuïteit. Hoe komt het dan dat er vanuit de eerste helft van de tweede eeuw minder getuigenissen zijn? Dat moet vooral toegeschreven worden aan het geringe aantal geschriften dat bewaard is gebleven. Het meest bekend zijn de geschriften van de Apostolische Vaders. De inhoud daarvan is echter zodanig, dat het geen verwondering hoeft te wekken dat daar geen genezingswonderen in staan. Ignatius is op weg naar de brandstapel en onderweg schrijft hij brieven om de gemeenten te ondersteunen. Hier en daar noemt hij de charismata, maar de gaven van genezing worden niet afzonderlijk genoemd. Uit het stilzwijgen hierover mag echter niet geconcludeerd worden dat deze gaven niet voorkwamen. In het Nieuwe Testament komen ze ook niet in elke brief voor, doch slechts als er in de situatie van de gemeente aanleiding toe was (Burgess, 19).

3 Verdedigers van het christelijk geloof in de derde eeuw

Clemens van Alexandrië (150 -ca. 215) is geboren en opgevoed in Athene en werd hoofd van de Catechetische School van Alexandrië in Egypte, één van de grootste steden van het Romeinse Rijk. Hij getuigt rond 200 van genezing en bevrijding. De volmaakte mens kan herkend worden aan de gaven. 'De manifestatie van de Geest is gegeven voor ons welzijn. Want aan één is gegeven het woord van wijsheid door de Geest; aan een andere het woord van kennis volgens dezelfde Geest; aan een ander geloof door dezelfde Geest; aan een ander de gaven van genezing door dezelfde Geest, aan een ander het werken van wonderen, aan een ander profetie .. .' (De Pedagoog, IV, 21; Burgess, 72) De beoefening van de charismata is in zijn dagen blijkbaar te herkennen. Tertullianus (geb. rond 150, schreef 197-213), leefde in Carthago en vermeldt dat vele vooraanstaande en gewone mensen bevrijd zijn van demonen en genezen zijn van ziekten (Over de schouwspelen, 29; Aan Scapula, 4). In het werk Tegen Marcion (V, 8-9) richt Tertullianus zich op het

Page 38: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gedeelte van l Korintiërs dat spreekt over de gaven van de Geest. Die gaven komen overeen met wat Jesaja reeds profeteerde. Tertullianus daagt Marcion uit om te tonen dat bij hem deze gaven aanwezig zijn, als bewijs van zijn god. Hij gaat verder met de verzekering dat deze gaven bij hem zelf in de kerk aanwezig zijn. 'Intussen zal de Marcioniet niets van dien aard voor de dag brengen.' Vermoedelijk redigeerde Tertullianus ook Het martelaarschap van Perpetua en Felicitas, handelend over twee vrouwen die in 202 te Carthago om het leven gebracht werden. Daarin staat te lezen, nadat eerst de gave van profetie is genoemd: 'Wij beschouwen de rest van de krachten van de Heilige Geest als middelen van de kerk tot wie de Geest was gezonden, haar bedélend met al de bijzondere, indrukwekkende gaven aan allen, zoals de Heer ze aan ieder toedeelt.' (Vgl. 1 Kor. 12:4-6) Voor de laatste uitdrukking gebruikt de schrijver het woord donativum, een woord dat op een bijzondere gift duidt (Kydd, 68-69). Zijn werk Over de doop sluit hij af met de oproep: 'Daarom, gezegenden die de genade van God wacht, wanneer u opkomt uit dat hoogheilige bad van de wedergeboorte, en u voor de eerste keer uw handen opheft binnen uw Moeder (de kerk), samen met uw broeders, vraagt de Vader, vraagt de Heer om u deelgenoot te maken van de rijkdommen van de genade en de uitdeling van de Geestesgaven.' Uit het feit dat zowel vroege als late geschriften van Tertullianus de gaven van de Geest vermelden, mogen we opmaken dat hij geen andere opvatting hierover gekregen heeft. Zoals bekend heeft hij zich op latere leeftijd aangesloten bij het Montanisme, dat sterke nadruk legde op de gave van de profetie. Het lijkt erop alsof de gaven in Carthago zowel in de kerk als in het Montanisme aanwezig waren (Kydd, 66).

Hippolytus, leerling van de bovengenoemde Irenaeus, werd in 217 bisschop van Rome, als opponent van de officieel aangestelde paus Calixtus. Hij stierf als balling rond 236. Hij schreef De apostolische traditie waarschijnlijk rond 215, voordat hij brak met de kerk. Hij acht de charismata nog niet beperkt tot de ambten, zoals Cyprianus dat later zal zeggen. Hij kent de gaven der genezing als vrije gave: 'Als iemand zegt: Ik heb de gave der genezing ontvangen in een openbaring, moet men hem niet de handen opleggen. De feiten zullen zelf tonen of hij de waarheid gesproken heeft.' (ed. Botte, par. 14; oudere edities par. 15) Blijkbaar kunnen gewone gemeenteleden die gaven ontvangen, maar mogen zij nog niet gelijk in een ambt bevestigd worden (Kydd, 57-59). De apostolische traditie is een belangrijk werk om de situatie van de kerk in Rome te leren kennen. Het is later opgenomen in de zogenoemde Apostolische Constituties. Daarin blijkt dat een eeuw later de exorcisten niet ambtelijk bevestigd worden. Alleen wanneer zij tevens priester, ouderling of diaken worden, ontvangen ze die bevestiging (VIII, 26; ed. Metzger, II, 58-59; III, 227-228). Voor een bisschop (of presbyter) werd gebeden: 'Geef hem, o

Page 39: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Heer, een milde geest en macht om de zonden te vergeven, en geef hem macht om alle banden van de ongerechtigheden van de demonen te verbreken en alle ziekten te genezen, en Satan spoedig onder zijn voeten te verpletteren.' De bisschop werd als voornaamste drager van het charisma der genezing en bevrijding beschouwd. Elke zondag bad hij voor de zieken en zegende hen. Dan exorceerde hij ook de geestelijk gestoorden. Zijn genezende kracht wordt vergeleken met die van Petrus, van wie Handelingen vermeldt dat zieken genazen als zijn schaduw op hen viel (Kraan, 1984, 100-101). Novatianus leefde eveneens in Rome. In 251 werd hij gepasseerd bij een bisschopsbenoeming te Rome en wijdde zichzelf toen als tegenbisschop. Op grond hiervan werd hij geëxcommuniceerd. Hij maakte mee dat, tijdens de vervolgingen door keizer Decius, veel christenen afvallig werden en ging van het standpunt uit dat deze afvalligen niet meer terug konden komen in de kerk. Trouw aan zijn radicale overtuiging stierf Novatianus als een martelaar tijdens de vervolging onder Valerianus (257-260). Zijn belangrijke boek Aangaande de Triniteit heeft hij geschreven voor zijn schisma. Deze studie verscheen rond 240 en is in feite het eerste grote theologische werk dat in het Latijn in Rome geschreven werd. In hoofdstuk 29 bespreekt hij het werk van de Heilige Geest. 'Hij is het die profeten in de kerk benoemt, leraren onderwijst, tongen bestuurt, krachten en gezondmakingen geeft, buitengewone werken volvoert, onderscheiding der geesten verschaft, bedieningen in de kerk inpast, plannen bevestigt, alle andere charismatische gaven ordent en bestuurt, en hierdoor de kerk van God overal en in elk opzicht volmaakt en compleet maakt.' Novatianus denkt dus zeer hoog van de charismata: zij zijn essentieel voor de opbouw van de kerk. Hij spreekt over de geestelijke gaven in de tegenwoordige tijd. De Heilige Geest doet het nu! (Burgess, 79; Kydd, 61).

Origenes van Alexandrië en Caesarea is geboren rond 185 en gestorven als martelaar rond 253. Hij kende de Griekse wetenschappen en was vermoedelijk een leerling van Clemens in de Catechetische School, waar hij later de leiding kreeg. Hij bestreed in een scherpe polemiek een vroeger geschrift van de heiden Celsus en geeft daarbij aan dat de gaven van de Geest in de kerk aanwezig zijn en niet meer bij de joden. Over de gave der genezing schrijft hij: 'Sporen van de Heilige Geest, die verscheen in de vorm van een duif, zijn bewaard gebleven onder de christenen. Zij werpen demonen uit en verrichten talrijke genezingen en ontvangen zekere zaken over de toekomst overeenkomstig de wil van de Logos' (1, 46). 'Zij (de joden) hebben niet langer profeten of wonderen, hoewel sporen hiervan gevonden worden in een behoorlijke omvang onder de christenen. Zelfs zijn sommige werken nog groter; en als ons woord vertrouwd kan worden, wij hebben ze ook zelf gezien.' (II, 8;

Page 40: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

vgl. II, 33, III, 24 en VII, 8) Uit het feit dat Origenes schrijft over 'sporen' kan afgeleid worden dat, naar zijn waarneming, de gaven minder vaak voorkomen dan vroeger. Verder schrijft hij: 'Dit is diegene die profeten in de kerk plaatst, krachten en genezingen geeft, wonderbare werken doet, het onderscheiden van geesten schenkt, krachten van bestuur verschaft, raadgevingen aan de hand doet en elke gave van de charismata regelt en op die wijze de kerk des Heren overal en in allen perfect en compleet maakt.' (Kraan, 1984, 100,160) Overigens mag een zieke 'de gewone en eenvoudige manier' volgen en een arts raadplegen, maar hij kan ook 'de hogere en betere weg' gaan in het zoeken van Gods zegen door vroomheid en gebed (VIII, 60). ln zijn preken over het Hooglied zegt Origenes: 'Zie hier hoe Jezus alle kwijnen en zwakheid geneest, niet alleen in de tijd toen Hij die genezingen in zijn lichamelijke aanwezigheid verrichtte, maar ook nog vandaag; en zie Hem niet alleen neergedaald tot de mensen in die tijd; zie Hem die ook vandaag nog neerdaalt en tegenwoordig is, want, Zie, lk ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld.' (Kraan, 1984, 100) Origenes maakt duidelijk dat, in tegenstelling tot magie, de christelijke wonderen altijd verricht worden voor het welzijn van mensen. Ze worden gedaan door mensen die een voorbeeldig leven leiden, vanuit het geloof in de kracht van God en niet van de duivel. Geen magische traditie en vernuftige training zijn nodig, maar onontwikkelde mensen doen gewoonlijk dit soort werk door gebed, vertrouwen in de naam van Jezus en een korte verwijzing naar zijn geschiedenis. Het is niet de macht van mensen, of hun kennis van de juiste formule die deze genezingen tot stand brengt, maar 'de macht in het woord van Christus' (Green, 219). In het werk De Principiis behandelt Origenes in algemene zin de gaven van de Geest (1, 3, 7-8; II, 7, 2).

Cyprianus is de meest opmerkelijke leider van de Afrikaanse Kerk tussen Tertullianus en Augustinus. Hij is bisschop van Carthago van 248 tot 258 en legt de dogmatische fundering voor het concept van de kerk in de periode na Nicea en voor de ontwikkeling van de hiërarchie in de kerk. Bekend is zijn uitspraak dat er geen zaligheid is buiten de kerk. 'Hij kan niet langer God als zijn Vader hebben, die de Kerk niet heeft als zijn moeder.' Tevens beperkt hij het charisma van de profetie tot de bisschop (Burgess, 84-85). Hij schrijft in 249 in Ad Donatum: 'Wanneer wij rein zijn en zuiver, bescheiden in onze daden, ingetogen in onze woorden, zullen wij zelfs de zieken kunnen genezen en het kwaadaardig gif verwijderen dat hen infecteert.' (Kraan, 1984, 100) Tevens klaagt hij dat de zonden van de christenen de kracht van de kerk verziekt hebben (Frost, 108).Cyprianus zegt dat door de inwonende Christus de christen onoverwinnelijk

Page 41: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

is. Want door de inwonende Geest wordt kracht gegeven voor genezing van lichaam en ziel. En zelfs de duivel moet toestemmen 'dat de soldaten van Christus niet overwonnen kunnen worden, al kunnen ze sterven; ze zijn onoverwinnelijk, juist door het feit dat zij de dood niet vrezen'. Want 'Hij Die eens de dood overwon voor ons, overwint hem altijd in ons' (Kraan, 1984, 99).

4 Griekse kerkvaders en monniken in de vierde eeuw

Eusebius van Caesarea (ca. 260-339) was de hoftheoloog van keizer Constantijn. Hij is vooral beroemd geworden door zijn beschrijving van de kerkgeschiedenis. In zijn commentaar op Jesaja vergelijkt Eusebius de kracht en de werkingen van de serafs met de heilige mannen Gods die bijzondere charismata mogen bezitten, zoals profetie, genezing van kwalen, het opwekken van doden, het spreken in tongen en het bezit van wijsheid en kennis (bij 6:2, 3). Zijn behandeling van Psalm 78 (LXX 77:18) bevat een vergelijking van de blik-semflits die een storm vergezelt, met de gaven van de Geest die de wereld verlichten. In zijn opmerkingen over Psalm 65 verklaart hij dat de zegeningen van Gods huis de charismata van de Heilige Geest zijn, waarmee de kerk versierd is (Burgess, 104).

Athanasius van Alexandrië (ca. 295-373), bijgenaamd 'de vader van de orthodoxie' en bekend geworden in de strijd tegen Arius over de Drie-eenheid, onderhield nauwe betrekkingen met de woestijnvaders in Egypte. Hij dook tijdens levensgevaar bij hen onder en schreef in 357 op verzoek van de monniken een biografie over St. Antonius (251-356), met wie hij bevriend was, de 'vader' van de kluizenaars. De kluizenaarskolonie in Egypte was een centrum van zielszorg en genezing en bevrijding. Uit vrees voor hoogmoed is Antonius zeer terughoudend met gebeden voor genezing van zieken. Allerlei zieken zoeken hem echter op en blijven slapen voor zijn deur. Velen ontvangen genezing zonder dat Antonius persoonlijk met hen gebeden heeft. Andere keren bidt hij wel met hen en spreekt tot hen in de naam van Christus, opdat zij genezing ontvangen. Door deze woorden is het voor allen duidelijk dat hij de genezing niet zelf bewerkt, maar dat God deze schenkt (hfdst. 48 en 84; Burgess, 122). Athanasius citeert dit woord van Antonius: 'Wij moeten ons niet beroemen op het uitwerpen van duivelen, noch opgetogen zijn over de genezing van ziekten, noch moeten we alleen de persoon bewonderen die duivelen uitwerpt... Wonderen werken is niet ons werk, maar het werk van de Zaligmaker.' (hfdst. 38; Kelsey, 132)

Hoewel de woestijnmonniken niet behoren tot de hoofdstroom van de theologie, zijn het wel theologen zoals Athanasius en Hiëronymus die hun leven beschreven hebben. Hiëronymus geeft ons informatie over Hilarion, die omstreeks 290 geboren is in de buurt van Gaza. Hij leefde als heremiet in een strenge ascese. Een vrouw die vijftien jaar

Page 42: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

getrouwd was en nog kinderloos was, klaagde bij hem haar nood. Hilarion sprak in haar bijzijn een gebed uit en vermaande haar op God te vertrouwen. Na verloop van tijd werd een zoon geboren. Een andere keer ging de kluizenaar na veel aandrang naar Gaza, waar drie kinderen van een rijke dame ernstig ziek lagen. Na het kruisteken te hebben gemaakt en de naam van Jezus te hebben aangeroepen, werd genezing zichtbaar. De verhalen over deze en andere wonderen brachten de bewoners van deze streek in extase. Veel mannen wilden een levenswijze zoals Hilarion voeren en stelden zich onder zijn leiding. Ook kwamen van heinde en ver mensen om hun zorgen aan Hilarion te kunnen bekendmaken. De monnik, die boven alles de eenzaamheid begeerde, klaagde meermalen over deze voortdurende drukte en verhuisde later. Hij stierf op tachtigjarige leeftijd te Cyprus (Mulder, 192-196). Chariton vestigde zich in de buurt van Jericho. Daar vestigden zich ook mannen die op dezelfde wijze als Chariton wilden leven. De verzameling van uiteengelegen grotwoningen kreeg hier de naam Laura. Evenals Hilarion kreeg Chariton al spoedig een zekere vermaardheid. De mensen stroomden van alle kanten toe met hun problemen en kwalen (Mulder, 206). De monniken in de woestijnen van Egypte en Israël zochten zich te onttrekken aan het zedeloze leven in het Romeinse rijk en trachten te leven in een totale toewijding aan Christus, gelovend dat ze in de lijn stonden van Elia en Johannes de Doper. Van talrijke monniken is bekend dat zij de gaven van genezing en exorcisme hadden. Palladius heeft meer dan een jaar verkeerd bij de monniken in Nitria. Hij vertelt in zijn Historia Lausiaca onder andere over Benjamin van Nitria. Op de leeftijd van tachtig jaar, toen hij tot de allerhoogste ascese was gekomen, ontving hij een gave van genezingen, 'zodat iedereen die hij de hand oplegde of aan wie hij gezegende olie gaf, van elke ziekte werd verlost'. Toen hij zelf ernstig ziek werd, bad hij niet voor eigen genezing, maar bleef hij anderen genezen (hfdst. 12; Parmentier, 89; Kelsey, 129-132). Rond 400 heeft een anonieme schrijver uit Jeruzalem een reis naar de monniken in Egypte gemaakt en daar een verslag van gemaakt: Historia monachorum in Aegypto. In de proloog van het werk staat over die monniken: 'Want velen van hen hebben de stromen van rivieren tot stilstand gebracht, zijn de Nijl droogvoets doorgelopen, hebben wilde dieren gedood, en hebben evenveel genezingen en wonderen en tekenen van kracht verricht als de heilige profeten en apostelen. Precies zo bewerkt de Heiland dan ook door hen deze wonderen.' (Van der Horst, 22-23) Van Johannes van Lycopolis staat in dit verslag: 'De gezegende Johannes verrichtte niet persoonlijk en publiekelijk genezingen, want meestal gaf hij olie aan de zieken en genas zo de meesten van hen.' (28) Over Theon staat daar: 'Hij had zeer veel wonderen verricht en werd door het volk voor een profeet gehouden. Dagelijks trok er namelijk een menigte van zieken de stad uit naar hem toe en hij legde hen door het venster heen zijn hand op

Page 43: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

en zond hen gezond weer naar huis.' (52) Van Macarius en Pachomius, monniken in Egypte, zijn ook genezingswonderen bekend (Kelsey, 151; Burgess, 130).

5 Oosterse kerkvaders in Cappadocië

De Oosters-Orthodoxe Kerk is, behalve door de reeds genoemde Athanasius, sterk beïnvloed door drie grote theologen. Het zijn Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Gregorius van Nyssa. Basilius de Grote (ca. 329-379) genoot enige medische training en stichtte als bisschop van Caesarea (in Cappadocië) een groot ziekenhuis buiten de stad en bevorderde ook elders de oprichting van zieken- en armenhuizen. Hij deed ook zelf wonderen van genezing in de naam van Jezus. Hierdoor werd onder andere bisschop Eusebius, de bekende kerkhistoricus, genezen. Caesarius, een broer van Basilius, was een briljant medicus. Basilius, die de bijnaam 'doctor van de Heilige Geest' kreeg, heeft de Lange regels geschreven, een belangrijk geschrift over het kloosterleven. Hij erkent daarin de medische wetenschap als gave van God. Hij schrijft verder dat genezing een charisma is, bestemd tot genezing van zondaren. Voor een heilige als Paulus zou het nodig kunnen zijn om aan een zekere zwakheid (de 'doorn in het vlees') te lijden om te weten dat hij menselijk was. Maar 'zij die een ziekte hebben opgedaan door verkeerd te leven moeten gebruik maken van de genezing van hun lichaam als een teken en voorbeeld -bij wijze van spreken -van de genezing van hun ziel' (Kelsey, 134-135). Hij legt er de nadruk op dat er een verscheidenheid is aan geeste- ijke gaven en dat niemand in staat is alle gaven te ontvangen. Dat betekent dat we elkaar nodig hebben tot opbouw van de gemeente. De charismata zijn gaven van de Heilige Geest, gegeven en aanvaard voor het welzijn van de anderen. Hiertoe behoren ook de gaven van profetie en genezingen. Hij veroordeelt de afzonderlijk wonende kluizenaars die de eenzaamheid prefereren en hun gaven niet gebruiken voor de noden in de kerk. Verder benadrukt hij de gehoorzaamheid aan God en de noodzaak 'niet van deze wereld' te zijn om de Heilige Geest te ontvangen. De kloosterspiritualiteit en het werk van de Heilige Geest zijn voor hem nauw aan elkaar verbonden. Geestelijke leiders worden erkend op grond van de gave van het leidinggeven. Zij bezitten ook de gaven van de onderscheiding der geesten en die van genezing van zieken. De hoogste ambtsdrager heeft tevens de gave om de toekomst te voorzien, want hij is het oog van het lichaam. Het leven in de Geest is echter niet beperkt tot de leiders: de eenvoudige monnik is ook een pneumatophor, een drager van de Geest (Burgess, 140-143).

Gregorius van Nazianze (ca. 330-390), een goede vriend van Basilius, werd bisschop van Constantinopel. Hij kreeg de bijnaam 'de

Page 44: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

christelijke Demosthenes'. Hij getuigt van wonderlijke genezingen in zijn familie, met name die van een zuster en zijn vader en moeder (Burgess, 158-159). De historicus Sozomenus vermeldt van de kerk in Constantinopel in die dagen: 'De kracht van God werd daar gemanifesteerd en hielp dikwijls in het wekken van visioenen en dromen. Vaak ter genezing van vele ziekten.' (Eccl. hist. VII, 5; Kelsey, 133134)

Gregorius van Nyssa (ca. 335-394), een jongere broer van Basilius, een groot denker en schrijver, getuigt van veel genezingen, speciaal van wonderen, die God via zijn zuster Macrina heeft verricht. Hij vraagt aandacht voor de groei van het geestelijk leven. 'Zelfs wanneer iemand de andere gaven ontvangt die de Geest verstrekt (ik bedoel de talen van engelen en profetie en kennis en de genade van gezondmaking), maar nooit geheel gereinigd is van de kwellende begeerten in hem door de liefde van de Geest, en niet ontvangen heeft de totale remedie van redding in zijn ziel, is hij in gevaar om te falen wanneer hij niet de liefde standvastig tot zijn deugden houdt... Wanneer deze rijkdommen tot u komen, wees bescheiden ... ' (Burgess, 150) Gregorius van Nyssa gaf ook een levensbeschrijving van Gregorius Thaumaturgus, een eerdere bisschop in Cappadocië en leerling van Origenes (gest. 275). Zijn bijnaam betekent 'wonderwerker'; daarmee worden ook wonderen van genezing aangeduid (Kelsey, 137).

Via deze kerkvaders, die door vriend en vijand tot de meest briljante geesten van hun eeuw werden gerekend, is de boodschap van genezing en bevrijding zeer diep in de Oosters-Orthodoxe Kerk doorgedrongen.

Direct na deze drie Cappadociërs moet Johannes Chrysostomus (ca. 347-407) worden genoemd. Zijn bijnaam ('de gouden mond') dankt hij aan zijn enorme welsprekendheid. Hij is bisschop van Constantinopel geworden en heeft bekendheid als exegeet gekregen. Hij getuigt in de verhandelingen die hij in 386-387 in Antiochië hield, dat het gebed meer kracht geeft dan een heel koninkrijk. Men heeft de koning zelf brandend van koorts in zijn bed zien liggen en alle kennis en kunde bleek vergeefs. 'Maar laat er iemand binnenkomen die tot God kan spreken, laat hij alleen maar dat lichaam dat daar uitgestrekt neerligt aanraken en voor hem een waarachtig gebed doen, en hij jaagt heel de ziekte op de vlucht. Hetgeen noch de rijkdom vermocht, noch de menigte van dienaren, noch de wetenschap van kundige mensen, noch de praal van het koningschap, bereikt het gebed van een enkel mens, dikwijls arm en behoeftig ... De kracht van het gebed heeft de demonen verjaagd, de poorten van de hemel geopend, de banden des doods verbroken, de ziekten verjaagd. Allen die zich, te rechter tijd, met olie hebben gezalfd, zijn bevrijd van hun ziekten.' (Kraan, 1974, 461) Bij Chrysostomus merken we ook waardering van de relikwieën

Page 45: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

van de martelaren. Daar is een vluggere genezing van te verwachten dan van de artsen. 'Als we naast hen (de martelaren) staan in het geloof (of onze ziekte nu het lichaam geldt of de ziel), dan zullen we hun grafmonumenten niet verlaten zonder de genezing die we nodig hebben ... Hier hebben we die andere dingen niet nodig: de lange reis, noch de moeite, noch het heen en weer rennen, noch de kosten. Het is genoeg dat we meebrengen een trouw geloof, dat we warme tranen plengen en een nuchtere ziel hebben om direct een genezing van onze ziel en ons lichaam te verkrijgen.' (Kraan, 1984, 102) Naast deze positieve verwachting van genezing zijn er ook uitspraken bekend waarin Chrysostomus aangeeft dat wonderen vooral in de begintijd van de kerk een rol speelden. De tekenen zijn met name voor ongelovigen bedoeld, niet voor de gelovigen. De gaven van de Geest komen vooral tot uiting in het ambt, en dat is weer dienstbaar in het geheel van de kerk. Ook komen ze tot uiting in de vergeving en het kindschap van God, dat ieder gemeentelid ontvangt (Ritter, 23-41, 200). Diverse gaven, waaronder in ieder geval het spreken in tongen, zijn niet meer aanwezig (Burgess, 125-126). Hij is de eerste auteur in het Oosten die dit duidelijk aangeeft. In het volgende hoofdstuk komen we hierop terug.

6 De Latijnse kerkvader Augustinus

De grote kerkvader Augustinus (354-430), bisschop van Hippo in het noorden van Afrika, formuleerde niet alleen wat eeuwenlang de officiële theologie werd, maar zijn geschriften hebben ook Luther en Calvijn diepgaand beïnvloed. Augustinus heeft in de contacten met zijn leermeester Ambrosius van Milaan veel gehoord van wonderen der genezing, vooral ook door relikwieën van martelaren. Maar dit schijnt weinig indruk op hem gemaakt te hebben, evenmin als de getuigenissen over genezing en bevrijding in het reeds genoemde geschrift van Athanasius over Antonius de woestijnvader, dat tot zijn bekering heeft bijgedragen (Belijdenissen, VIII, 6, 14-15 en 12, 29). Augustinus heeft in zijn preken en uitleg van de evangeliën de genezingswonderen in de Bijbel sterk vergeestelijkt. Ook geeft hij diverse keren aan dat wonderen niet meer nodig zijn. In ieder geval komt het spreken in tongen niet meer voor wanneer mensen bij de doop de Heilige Geest ontvangen onder handoplegging (Over de doop, III, 16, 21; Burgess, 189-190). In De Vera Religione (XXV, 47) schrijft hij: 'Deze wonderen mochten niet zo in onze tijd doorgaan, opdat de ziel niet altijd de dingen zou begeren die gezien worden, en het menselijk geslacht door daaraan te wennen koud zou worden voor juist dat wat door zijn nieuwheid mensen van vuur had doen gloeien.' Maar vlak voor zijn dood, toen hij het beroemde werk De stad van God bijna had afgesloten, veranderde zijn houding door de ontdekking van het gebeente van Stefanus. Een schrijn met relikwieën werd

Page 46: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

in 424 in de kerk van Augustinus geplaatst en er gebeurden tientallen wonderen van genezing. Vervolgens begon hij de wonderen vast te leggen in de vorm van een collectie rapporten of libelli. Binnen twee jaar had hij te Hippo al zeventig rapporten! Augustinus vermeldt uit deze en andere rapporten 25 wonderen in het 22ste boek van De stad van God. Hij vertelt uitvoerig hoe een broer en een zus genezen werden rond Pasen van het jaar 424. Ook werd een advocaat genezen na een gebedssamenkomst, waarin Augustinus tegen God zei: 'Heer, welke gebeden van uw dienaren zult u verhoren, als U deze niet verhoort?' Dit belangrijke boek werd voltooid in 426. Augustinus bemerkte dat christenen terughoudend waren in het vertellen van de genezingswonderen die zij zelf hadden meegemaakt. Als bisschop besloot hij dit te veranderen en stelde in, dat wonderlijk genezen personen een getuigenis zouden geven in de kerk. Op zich acht Augustinus wonderen niet meer nodig, want de hele wereld gelooft. En toch gebeuren zij in menigte (XXII, 8; Thierry, 67-90). Augustinus voelde zich dan ook gedrongen in zijn Retractationes in het jaar 427 van verandering van inzicht te getuigen. 'Het is inderdaad waar: niet iedereen aan wie bij de doop de handen worden opgelegd, ontvangt de Heilige Geest zo, dat hij in tongen gaat spreken. En ook worden de zieken niet altijd genezen, doordat de schaduw van de beloften van Christus over hen valt (een toespeling op de genezende schaduw van Petrus, Hand. 5:15). Het is duidelijk dat als zulke dingen eens geschiedden, ze daarna ophielden te gebeuren ... Maar wat ik zei moet niet zo worden verstaan dat we moeten geloven dat vandaag in de naam van Jezus geen wonderen geschieden. Want toen ik het boek schreef Over de ware religie had ik net vernomen dat een blinde man in Milaan het zicht had teruggekregen. En ik weet over sommige anderen zo veel dingen, tot in deze tegenwoordige tijd, dat het onmogelijk is ze alle te kennen of ze alle op te noemen, die we kennen (I, 13, 7).' Op zijn sterfbed mocht Augustinus zelf enige wonderen van genezing en bevrijding verrichten. Zijn biograaf Possidius vertelt hoe Augustinus onder tranen bad voor enige bezetenen en dat die ook werden bevrijd. Ook kwam een man met een ziek familielid en vroeg of Augustinus zijn hand op hem wilde leggen, opdat hij genezen zou worden. Augustinus gaf ten antwoord, dat hij, als hij die macht had, die eerst op zichzelf zou toepassen. Daarop verklaarde de bezoeker dat hij een visioen had gekregen waarin de woorden gesproken werden: 'Ga naar bisschop Augustinus, opdat hij zijn hand op hem mag leggen en hij zal genezen worden.' Toen Augustinus dit hoorde, gehoorzaamde hij en onmiddellijk werd de zieke genezen (Kelsey, 148).

7 Evaluatie

Wie al de getuigenissen op zich laat inwerken kan slechts tot één conclusie komen, namelijk dat genezingswonderen tot in de vijfde eeuw volop voorkwamen. Het doet er niet toe waar men kijkt: naar

Page 47: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Rome, Carthago, Alexandrië, Frankrijk, Cappadocië of Constantinopel. Verder spreken alle belangrijke theologen over deze zaak. Het is opvallend dat juist de kerkvaders die een belangrijke bijdrage hebben geleverd om de officiële dogma's te formuleren, ook berichten over genezingen. Het is duidelijk dat de vroegchristelijke kerk veel genezingen kende. Hier en daar merken we dat de wonderen minder worden. Maar iemand als Augustinus komt, onder druk van de feiten, toch tot de conclusie dat God ook in zijn tijd nog geneest. We begonnen dit hoofdstuk met de vraag of de genezingswonderen beperkt waren tot de tijd van de apostelen. Die vraag moet nu ontkennend worden beantwoord. De wonderen gebeurden in de eeuwen daarna nog steeds. Wanneer B.B. Warfield van mening is dat de wonderen slechts bij de apostolische tijd behoren en dat er vanaf de tijd van Augustinus slechts 'mirakels' plaatsvinden, maakt hij een onderscheid dat niet vanuit de geschiedenis te bewijzen valt (Turner, 287-293; Ruthven). Het is waar dat de overlevering op ons soms onbetrouwbaar overkomt. Zijn er geen wonderbaarlijke elementen toegevoegd aan de verhalen? Heeft Augustinus niet in te goed vertrouwen genezingswonderen laten opschrijven? We bemerken weinig van een kritisch navragen of alles precies zo gebeurd is (vgl. Van der Meer, II, 247, 256-261). Maar al zou een deel van de legendarische verhalen, met name uit de latere tijd, niet historisch juist zijn dan nog blijft er een overweldigend getuigenis over voor de aanwezigheid van wonderen van genezing, met name bij de leidinggevende theologen. Zo heeft Sulpicius Severus een levensbeschrijving gegeven van Martinus van Tours (ca. 316-397). Daarin vermeldt hij dat de vrouw van gouverneur Avitianus olie naar Martinus zond om die te zegenen voor het gebruik van verschillende ziektegevallen 'zoals de gewoonte is'. Vervolgens staat er dat de olie onder de zegening van Martinus zich vermeerderde, totdat het flesje van boven overvloedig overstroomde (Mönnich, 108). Of we nu wel of niet die vermeerdering voor historisch houden, op grond van het bovenstaande en de historische gegevens uit hoofdstuk V staat het vast, dat het een algemeen gebruik was om olie te laten zegenen met het oog op genezing. Er was een blijvende verwachting van goddelijke genezing. Het is uit het overzicht duidelijk dat bijgeloof op den duur een grote rol inneemt. Het vertrouwen op de relieken van de heiligen is een bedenkelijk verschijnsel, maar toch vinden genezingen plaats. We mogen vanuit een persoonlijke afwijzing van bepaalde ontsporingen echter nooit concluderen dat de genoemde genezingswonderen niet waar geweest kunnen zijn en daarom maar als onechte mirakels beschouwd moeten worden. Immers, ook in de gemeente van Korinte was een rijkdom van geestesgaven terwijl aan het geloofsleven nog heel wat ontbrak (1 Kor. 12-14). Uit het historische overzicht kan de conclusie getrokken worden

Page 48: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

dat sommige gaven van de Geest op den duur in enige plaatsen in mindere mate of in het geheel niet meer voorkwamen. In het volgende hoofdstuk zullen we proberen de oorzaken hiervan na te gaan.

Page 49: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

IV Oorzaken van de afname van de genezingswonderen

I Vraagstelling

In het voorgaande hoofdstuk kwamen wij tot de conclusie dat genezingswonderen volop aanwezig waren in de eerste vijf eeuwen van de kerkgeschiedenis. Toch treden er veranderingen op. Bepaalde kerkvaders spreken over de vermindering van het aantal genezingen. Als er afname is van de gave der genezing, wat is daarvoor als reden aan te merken? Zijn er ontwikkelingen te bespeuren die het begrijpelijk maken dat de reformatoren Luther en Calvijn zo sceptisch stonden tegenover uiterlijke genezingen? In dit hoofdstuk gaan we na welke historische, wijsgerige en theologische veranderingen op te merken zijn. Daarbij beperken we ons in de Middeleeuwen tot de kerk in het westen en laten we de oosterse kerk buiten beschouwing.

2 Historische en wijsgerige veranderingen

2 .1 Veranderingen in de kerk Cyprianus, bisschop van Carthago, slaat het eerst alarm. Zoals we in Paragraaf III.3 gezien hebben, klaagt hij dat de zonden van de christenen de kracht van de kerk verziekt hebben. Hij noemt talrijke zonden die verlammend werken op de kerk (Frost, 108). In dezelfde paragraaf is ook aangehaald dat Origenes spreekt over 'sporen' van de tekenen van de Heilige Geest. 'Tekenen van de Heilige Geest werden getoond in het begin toen Jezus onderwees, en na zijn hemelvaart waren er nog veel meer, hoewel ze later minder talrijk werden. Niettemin, tot op deze dag zijn er sporen van Hem in een aantal mensen van wie de zielen gereinigd zijn.' Hij voegt er een citaat uit De Wijsheid van Salomo aan toe (1:5): 'Want een Heilige Geest van wijsheid zal wegvluchten van onoprechtheid en zal wijken van gedachten zonder begrip.' (Contra Celsum VII, 8) Lactantius (rond 315), bijgenaamd 'de christelijke Cicero', geeft aan dat de kerk alleen haar kracht tot genezing behoudt 'zolang er vrede is onder het volk van God'. Alleen dan zullen demonen wijken van het volk van God (Institutiones Divinae, V, 22). R.A.N. Kydd komt in zijn onderzoek tot de volgende conclusie: in de periode van 200 tot 260 horen we nog wel van de gaven van de Geest, maar niet zoveel meer. Dit is een overgangsperiode. De christelijke gemeenschap groeide enorm in aantal en werd steeds rijker in bezit. De kerk klom op de sociale ladder en het niveau van opleiding steeg. De kerk ontwikkelde haar organisatie en formaliseerde de eredienst. Terwijl dit proces gaande was, namen de gaven van de Geest langzamerhand af (Kydd, 57).

In 312 maakte Constantijn de Grote het christelijk geloof tot een

Page 50: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

geoorloofde religie. De Katholieke Kerk werd door keizer Theodosius (uit dank voor herstel van een ernstige ziekte!) van bevoorrechte kerk in 380 de alleen-geoorloofde godsdienst; ketterijen werden verboden. In de vijfde eeuw begonnen de fatale gevolgen van de verheffing van de christelijke gemeente tot Staatskerk zich op alle terreinen te vertonen. Duizenden heidenen voegden zich bij haar zonder voldoende voorbereiding en toetsing. Door de machtspolitiek traden hele stammen toe tot de kerk wanneer hun leider zich liet dopen. Voor velen was het christelijke geloof niet meer dan de oude heidense religie met enige kleine wijzigingen. De heidense goden werden eerder gekenmerkt door hoge eisen, dan door genade en ontferming. Dit beeld werd overgedragen op de God van de christenen. Een conventioneel christendom werd mogelijk. Alle zedelijke gebreken van de wereld leefden onverminderd voort bij hen die slechts uiterlijk tot de kerk waren toegetreden. Ook de geestelijkheid leefde zeer werelds. Bij een dergelijke wereldgelijkvormigheid kan men ook nauwelijks een brede doorwerking van de kracht van de Geest verwachten, waar Christus immers bevolen had de schadelijke machten uit te drijven door ernstig gebed en vasten, dat wil zeggen door volkomen toewijding van lichaam en ziel aan God (vgl. Frost, 180-182). In de officiële theologie werd de rechte leer belangrijker dan een heilig leven. In de strijd met de Gnostiek kwam het tot formulering van eigen dogma's. De nadruk kwam onbedoeld te liggen op de aanvaarding van theologisch juiste inzichten, meer dan op de dagelijkse levenswijze door de Geest. Isodorus van Pelusium (gest. ca. 450) zegt over de levenswijze in zijn tijd: 'Misschien zouden wonderen nu ook plaatsvinden als de levens van de leraren die van de apostelen evenaarden.' (Ruthven, 29)

2.2 Wijsgerige invloed: Neoplatonisme In algemene zin had de gangbare Griekse filosofie invloed op de christelijke theologie in de eerste eeuwen. De apologeten gebruikten begrippen om het christelijk geloof duidelijk te maken voor buitenstaanders. Bij veel christenen in die tijd bemerken we een grote scheiding tussen ziel en lichaam, waarbij op den duur steeds meer een tegenstelling gecreëerd wordt. In een volgende paragraaf komen de theologische gevolgen daarvan aan de orde. Nu wenden we ons eerst tot een iets later geschrift waarin de filosofie nadrukkelijk aanwezig is. De consul Boëthius heeft een boek geschreven dat vele eeuwen lang opgang gemaakt heeft. De titel ervan is: De vertroosting van de filosofie. Hij schreef dit werk in de gevangenis van Pavia, in afwachting van zijn terechtstelling in 524. Men heeft hem zowel de laatste Romein als de eerste scholasticus genoemd. De neoplatonische elementen zijn bepalend. Christus, de Heiland, wordt nergens in het boek genoemd en duidelijk christelijke voorstellingen en leeropvattingen ontbreken. Met Cicero betoogt Boëthius, dat het alleen de wijsheid is die alle droefheid uit de ziel kan bannen. Als neoplatonicus en christelijke theoloog is hij in de grond

Page 51: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

van de zaak een heiden gebleven. Daarom is het filosofische geloof genoeg om dit lijden te ondergaan. Hij heeft geen Woord of Geest of barmhartigheid nodig, noch de kerk noch de medechristen. Het is geen toeval dat zijn laatste belijdenis over Christus zwijgt. Het boek van Boëthius is in zijn tijd niet bekritiseerd. Daaruit zien we hoezeer de neoplatonische wijsbegeerte en het christendom na Augustinus elkaar genaderd hebben. Het leed wint aan zedelijke betekenis en bezit een positieve waarde: 'Naar mijn mening dient een vijandig lot de mens beter dan een vriendelijk lot.' Zo'n leer heeft alles wat de nood van de christen uitmaakt terzijde geschoven: het leed en de historische aanvechtingen 'van deze tijd', de demonische macht van het kwaad en de onmogelijkheid ze in eigen kracht te overwinnen. Deze denker, Boëthius, die uit louter politieke oogmerken werd terechtgesteld, gold in de Middeleeuwen als een martelaar en heilige. Hij was een van de belangrijkste woordvoerders die in christelijke kring de berusting introduceerden, toen de gaven der genezing verdwenen waren (Van Campenhausen, 241-250).

2.3 Wijsgerige invloed: Aristoteles Op den duur kwam er een uiterst belangrijke verandering in het filosofisch gedachtegoed: het wereldbeeld van Aristoteles kwam in plaats van dat van Plato. De vroege kerk gebruikte veel platonisch gedachtegoed, dat ook door bleef werken, maar in de westerse kerk raakte de kennis van het Grieks bijna geheel verloren. Zelfs Thomas van Aquino (1225-1774) kon de meeste dialogen van Plato niet lezen, omdat ze niet in het Latijn beschikbaar waren. Het meer open en spirituele universum van platonisch gedachtegoed werd vanaf de negende eeuw langzamerhand vervangen door het gesloten universum en de rationalistische visie van Aristoteles, de materialist en realist van de antieke wereld. Aristoteles laat weinig ruimte voor direct contact tussen God en de mens en dus ook voor goddelijke genezing. De theologen keerden zich steeds meer tot Aristoteles, wiens filosofie aan de Arabieren een stevige fundering had gegeven om een bloeiende beschaving op te bouwen. De Scholastiek komt op en de werkelijkheid wordt vanuit dit logische systeem benaderd. Thomas van Aquino is als geniaal denker in staat een christelijk bouwwerk op te richten op basis van de Aristotelische filosofie. Dat bouwwerk wordt door de westerse kerk als normatief aanvaard. De verandering van opvatting houdt in, dat God voortaan primair door intellectuele activiteit gekend kan worden en niet zozeer door ervaring. Het is genoeg om door middel van redenering de waarheid uit de Bijbel af te leiden. Een directe openbaring van God valt niet meer te verwachten, tenzij in zeer bijzondere omstandigheden. God hoeft niet meer te spreken met mensen, want zijn openbaring is in het verleden al gegeven. In dit klimaat is er weinig waardering voor de gaven van de Geest, die immers liggen in het vlak van de ervaring. De gaven van de Geest, zoals door Paulus genoemd, passen gemakkelijker in de

Page 52: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

wereldbeschouwing van Plato dan van Aristoteles. Thomas van Aquino heeft geen echte plaats voor godsdienstige genezing in zijn systematische werk en zijn basisgedachte hierover werd steeds meer geaccepteerd, eerst door rooms-katholieke denkers, later ook in protestantse kring. In zijn Summa Theologica ontwikkelt hij stap voor stap een verstaan van God, van de schepping en de menselijke natuur in een natuurlijke orde van oorzaak en gevolg. Ervaringen van Gods macht en iets anders buiten deze natuurlijke orde worden geplaatst in de sfeer van het bovennatuurlijke. De vroeger beleefde eenheid wordt gesplitst: de mens leeft in de natuur en moet daar zijn verstand en zintuigen gebruiken; God spreekt in de bovennatuur (vgl. Schaeffer). Thomas van Aquino vermeldt op vele plaatsen van zijn werk genezing door de medische wetenschap, maar hij noemt nergens de christelijke dienst der genezing als een onderdeel van het leven na de apostolische tijd. Volgens Thomas van Aquino heeft Christus wonderen gedaan om zijn onderwijs te bevestigen, en vervolgens dienden die wonderen ook om de godheid van Christus te tonen. Geen woord staat er over Jezus' liefde en ontferming over de zieken zelf. De nadruk komt te liggen op de wonderen die Christus in de ziel werkt. Thomas van Aquino gelooft wel dat heilige mensen wonderen gewerkt hebben, maar die gebeurden niet zozeer uit medelijden met het menselijke leed als wel om de kennis van de zaligheid te bevestigen. Vervolgens bespreekt Thomas van Aquino het sacrament van de boete en brengt daarin onder woorden dat boete en genezing dicht bij elkaar liggen. Hij overweegt zelfs of de oplegging der handen de gesproken woorden meer effectief maken. Daarbij vermeldt hij dat de hand van een geheiligd man een genezend effect kan hebben, maar hij werkt dit niet uit.

Aan het eind van Thomas van Aquino's leven vond een bijzondere gebeurtenis plaats. Op 6 december 1273, terwijl hij de mis bedient, beleeft hij iets dat hem totaal verandert en hij laat zijn monumentale werk liggen. Aan zijn vrienden vertelt hij: 'Ik kan niet meer schrijven. Alles wat ik heb geschreven lijkt niet meer dan stro te zijn vergeleken bij wat ik gezien heb en wat aan mij geopenbaard is.' Over deze ervaring is veel geschreven en gespeculeerd. M. Kelsey denkt dat Thomas van Aquino zodanig Gods nabijheid heeft ervaren, dat hij daarin diens directe liefde heeft ondervonden (172). Als dit juist is, dan weerspreekt dit Thomas van Aquino's eigen nadruk op het intellectuele verstaan van God. Kon hij deze ervaring niet plaatsen in zijn eigen systeem? Drie maanden later overleed hij op 49-jarige leeftijd. Zijn Summa werd door anderen afgemaakt en werd het officiële systeem in de Rooms-Katholieke Kerk.

3 Veranderingen in de theologie

Page 53: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

3.1 Verambtelijking In het bovenstaande kwamen vanuit de filosofie reeds diverse gevolgen voor de theologie aan de orde. Nu wil ik hier de verschuiving noemen van het ambt aller gelovigen naar het ambt van de priester. Langzamerhand verdwijnt de nadruk op het priesterschap van de gelovigen. In de tijd van Cyprianus komt er al een concentratie op de priester. De christenen in de tijd van Gregorius de Grote worden gedegradeerd tot leken die leven moeten bij de bediening van de priesters. Van een werkelijke betrokkenheid in de gemeenschap van het lichaam van Christus is langzamerhand geen sprake meer. De ambten komen in plaats van de charismata en de leken worden hiervan uitgesloten. De genezingen geschieden nog slechts door middel van een aantal 'heiligen', terwijl de oudste christengemeente in het bewustzijn leefde dat ieder gemeentelid tot de heiligen behoorde. De aanwezigheid van charismata wordt vanaf de vierde eeuw beperkt tot bijzonder heilige mensen: de ambtsdragers en de leidinggevende ascetische monniken. Een typisch protest tegen deze ontwikkeling vinden wij in de levensbeschrijving van de kluizenaar Antonius. Hij verwijst een vader die hem kwam vragen zijn zieke dochter in de voorbede op te dragen, naar de gemeente waartoe dit gezin behoort. Niet de enkeling, doch de gemeenschap der gelovigen, het lichaam van Christus, is de draagster van het charisma der genezing (Elderenbosch, 54).

3.2 Vrees voor hoogmoed De genoemde Antonius (vgl. par. lll.4) waarschuwde zijn medebroeders niet trots te worden op hun geestelijke gaven. Dit was op zich terecht, maar in de literatuur van de monniken werd dit een centraal thema. De lijn werd zover doorgetrokken dat gewaarschuwd werd tegen het uitoefenen van de geestelijke gaven. De uitoefening werd een gevaar voor de heiligheid van de monnik. Een verkeerde tegenstelling werd zo gecreëerd tussen het beoefenen van de gaven en nederigheid. Het werd niet langer als juist beschouwd wat de leken mochten doen in de tijd van Irenaeus, namelijk genezen en duivelen uitwerpen als middel tot evangelisatie. Uit vrees voor hoogmoed ging Antonius op den duur naar een andere omgeving, waar de mensen hem niet kenden (Burgess, 122). Johannes Cassianus leefde lange tijd in een klooster in Bethlehem en onder Egyptische kluizenaars. Omstreeks 415 richtte hij bij Mar-seille twee kloosters op. Hij waarschuwde tegen de gaven der gene-zing. Hij schreef bijvoorbeeld: 'Wij hebben nooit bespeurd, dat deze werken en tekenen door onze vaders werden gezocht. Ja, wanneer zij deze bezaten door de genade van de Heilige Geest, wilden zij ze nooit gebruiken tenzij misschien uiterste en onvermijdelijke noodzaak hen ertoe dreef.' Hij waarschuwde de kerk voor de gave der genezing, want als iemand zich er niet ten volle van bewust was, zou hij niet alleen zijn nederigheid, maar ook zijn innerlijke zuiverheid en volmaakte

Page 54: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

reinheid kunnen verliezen. Door de geschriften en invloed van Cassianus werd het gedrag van de woestijnvaders tot ideaal voor de westerse kerk. Benedictus, de stichter van de orde van de Benedictijnen, schreef dit geschrift van Cassianus voor als voorleesstof tijdens de maaltijden (Kelsey, 153; Parmentier, 88). De leer van het vermijden van de gaven werd meer dan duizend jaar later gecodificeerd door de Spaanse mysticus Johannes van het Kruis (1542-1591; DeArteaga, 64). Zelfheiliging wordt hier duidelijk gesteld boven de ontferming over de lichamelijke noden van de medemens. Maakte de ascetische zelfkastijding ongevoelig voor de pijn van de naaste? De genezing van zieken werd van een heerlijke, een gevaarlijke gave. Geestelijke redding werd ver verheven boven lichamelijke genezing.

3.3 Kruis dragen Van talrijke monniken is bekend dat zij de gaven van genezing en exorcisme hadden. Op den duur kwamen zij steeds meer onder invloed van stoïcijns gedachtegoed. Hiertoe hoort de voorstelling dat pijn en ziekte kalm geaccepteerd moeten worden. Men verbond het lijden door ziekte met het lijden om Christus' wil en beschouwde het verdragen van ziekte als het op zich nemen van Christus' kruis. Zo kon men delen in het lijden van Christus (2 Kor. 1:5-7; Filp. 3:10). Op grond hiervan wilden de monniken wel bidden voor buitenstaanders, maar niet bidden voor hun eigen genezing. Op deze wijze maakten zij de normatieve bijbelse houding tegenover genezing een uitzondering en de uitzondering (plaatsvervangend lijden) het normatieve. Deze theologische benadering heeft diepgaande invloed gehad en werd een perfect alibi voor christelijke gemeenschappen die hun geloof in goddelijke genezing verloren. Voortaan kon elke ziekte toegeschreven worden aan de wil van God (DeArteaga, 62-63).

3.4 Relikwieënverering Vanaf de vierde eeuw is er een wijdverbreide verering van relikwieën waar te nemen. In de geschriften van de Apostolische Vaders komt dit nog niet voor. Bij Cyprianus vinden we slechts een aansporing de martelaren te begraven en ze jaarlijks op hun sterfdatum te gedenken. De relikwieënverering is aanwezig bij theologen als Ambrosius, Augustinus, de grote Cappadociërs, Chrysostomus, Hiëronymus en Paulinus van Nola. Binnen de christenheid rees echter ook verzet tegen deze verering. De Gallische priester Vigilantius tekende protest aan tegen het kloosterwezen en de relikwieënverering, waarvoor hij klaarblijkelijk veel bijval kreeg van de Gallische geestelijkheid. Hiëronymus bestreed hem op uiterst onfaire wijze. Vigilantius legt er de nadruk op dat relikwieën in wezen slechts stof zijn en hij vraagt waarom deze overblijfselen, gewikkeld in een linnen kleed en bewaard in een klein vat, onder huldebetoon en aanbidding gekust zouden moeten worden (Thierry, 91-97).

Page 55: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Voor Augustinus en andere theologen diende Lucas 8:44 als bijbelse legitimatie: het aanraken van de zoom van Jezus' kleed. Ook werd er verwezen naar 2 Koningen 13:20-21, waar staat dat een dode levend wordt wanneer hij in aanraking komt met het gebeente van Elisa. De zweetdoek van Paulus (Hand. 19:11-12) en de beenderen van Elisa zouden een permanente heiligheid bezitten, zowel in wezen als in vorm. Echter: in de Bijbel is sprake van dunamis, een geestelijke kracht, die niet permanent is, doch tijdelijk verleend kan worden (vgl. Simson). Augustinus en anderen sloegen een zijspoor in dat de hoofdweg werd, namelijk een geloof in de richting van relieken en gericht op de voorbede van heiligen. De bijbelse hoofdweg, de beoefening van de charismata door allen, het gebed onder handoplegging, de zalving met olie en het gelovige gebed, werd hiermee verlaten (DeArteaga, 72-73).

3.5 Tuchtiging Gregorius I de Grote (540-604) was bisschop van Rome. Hij trachtte een nieuwe zin te vinden in het ziek-zijn van de gelovigen, die afwijkt van de vroegchristelijke spiritualiteit. Voortaan komt de nadruk te liggen op het betonen van geduld bij het ondergaan van de ziekte als een vaderlijke, hardhandige tuchtiging. 'Opdat de zieken de deugd van het geduld bewaren, moet men hun aanraden zonder ophouden te overwegen welk een smartelijk vonnis onze Verlosser onderging van de kant van zijn schepselen ... Hoe kan men het te gestreng (van God) vinden dat de mens, als straf voor zijn fouten enige kastijding van Godswege te aanvaarden heeft, terwijl God zulk een groot lijden moest dragen van de kant van de mensen in ruil voor zijn weldaden? Of wie is de mens met gezond verstand, die zich niet dankbaar jegens God zou tonen voor zijn beproevingen, als hij bedenkt dat Hij, die hier beneden zonder zonde leefde, deze wereld niet verliet, zonder beproefd te zijn?' (Pastorale Regel, III; Kraan, 1984, 105) Gregorius I de Grote vertelt echter ook over een zware ziekte waaraan hij zelf leed. Hij vroeg een van de monniken van zijn klooster voor hem te bidden en hij werd genezen. Hij schreef bovendien Dialogen over het leven en de wonderen van de Italiaanse martelaren en over de eeuwigheid van de ziel, in vier delen, waarin hij allerlei wonderen van genezing en bevrijding vermeldt. Maar hij ziet deze vooral 'charismatisch'. Genezing komt uit een kracht, die door God direct aan bepaalde personen gegeven wordt. Die kracht is een teken van Gods persoonlijke gunst en een aanwijzing van morele volmaaktheid. Zo'n kracht claimen was gevaarlijk voor gewone, onvolmaakte mensen en zelfs voor een paus. Toen hij hoorde dat zijn speciale afgezant in Engeland, Augustinus van Canterbury, door zijn gebeden een blinde man genezen had temidden van een grote menigte, stuurde Gregorius I de Grote een speciale brief om hem te waarschuwen zulke wonderlijke gaven met vrees te mengen: 'Wees blij dat de zielen van de Engelsen door middel van

Page 56: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

uiterlijke wonderen gebracht zijn tot een delen in inwendige genade. Maar vrees, opdat de geest die maar zwak is niet opgeblazen wordt te midden van de wonderen die gedaan worden, en door die uitwendige eer inwendig schuldig wordt aan ijdel gloriëren.' (Kraan, 1984, 106) De vrees voor hoogmoed kwamen wij reeds eerder tegen. De nadruk van Gregorius I de Grote ligt op berusting in ziekte. Verder is van hem bekend dat hij de wonderen van Marcus 16:17-18 nodig vond in de begintijd van de kerk, maar dat deze later niet meer nodig waren (Ruthven, 30).

3.6 De zevenvoudige gave van de Geest Gregorius I de Grote bespreekt in zijn werk over het boek Job de gaven van de Geest en hij herinnert eraan hoe de één de gave van profetie ontvangt, de ander de gave van tongentaal, weer een ander de kracht om te genezen. Maar hij merkt op, dat deze gaven niet onmisbaar zijn voor het behoud en dat zij soms de ziel verwaand maken. 'Laat dus, indien zij soms voor een tijd worden weggenomen, de nederigheid zich hiermee troosten.' Gregorius I de Grote gaat terug van de negen in 1 Korintiërs 12 genoemde geestesgaven tot de zeven gaven van Jesaja 11:1-2. We lezen daar van de Messias: 'Op hem zal de Geest des HEREN rusten, de Geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des HEREN.' De charismata van profetie en genezing, van andere talen en vertolking van deze talen worden hier niet genoemd. Gregorius I de Grote spreekt hier van zeven geestesgaven. Al eerder was geprobeerd deze lijsten ineen te schuiven. Justinus Martyr doet dit reeds in zijn Dialoog met de jood Trypho. Het is te begrijpen dat een beroep op het Oude Testament plaatsvindt in de discussie met een jood. Justinus noemt echter wel de gave der genezing. Later zal Tertullianus ook beide passages met elkaar verbinden (Tegen Marcion, V, 8, 9; Burgess, 33). Ook Ambrosius, Augustinus en Origenes spreken al over deze zevenvoudige gave (Van der Meer, II, 90). Door de gelijkstelling werden de gaven van genezing buiten beschouwing gelaten. In de rooms-katholieke dogmatiek ging men op den duur de zeven gaven uit Jesaja scherp onderscheiden van de negen gaven uit I Korintiërs 12. De gaven uit Jesaja waren gratia gratum faciens, omdat ze de mens welbehaaglijk voor God maken. Ze worden in verband gebracht met de heiligmakende genade en de ingestorte deugden van geloof, hoop en liefde. De charismata in het Nieuwe Testament worden daarentegen gratia gratis data genoemd: ze worden gegeven ten bate van de anderen. Ze kregen in de geloofsleer tot enkele tientallen jaren terug nauwelijks aandacht (Kraan, 1984, 160). Gregorius heeft bijzonder veel invloed uitgeoefend, onder andere omdat zijn Pastorale Regel in het Westen eeuwenlang als hét handboek voor de zielszorg werd gebruikt en aan elke bisschop bij zijn wijding als handleiding werd gegeven.

Page 57: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

4 Gevolgen voor het kerkelijk leven

4.1 De gaven waren alleen voor vroeger De leer van het ophouden van de gaven van de Geest is opgekomen in de hoofdstroom van het jodendom. Vanaf de tijd van de Makkabeeën betreurt men het feit dat God geen nieuwe profeten meer zendt. Een uitspraak in Tosefta Sotah 13.2-4 kan zo opgevat worden, dat na Haggaï, Zacharia en Maleachi geen echte profeet meer in Israël is opgestaan. Uit het verband is echter duidelijk dat betreurd wordt dat Israël bij hun dood beroofd werd van Gods aanwezigheid door zijn Geest, maar dat dit zeker niet inhoudt dat Hij in andere personen niet kan terugkeren (Turner, 193-194).

De afwezigheid van profeten leidt bij de Farizeeën tot een grote concentratie op de letter van de openbaring uit het verleden, met name op de wetten in de Tora. De rabbijnen bediscussiëren de meest uiteenlopende onderwerpen, maar de gerichtheid is steeds op het verleden, op de mondelinge en schriftelijke overlevering. Nieuwe openbaringen zijn niet meer te verwachten. Dit standpunt werd ook tegenover de christenen verdedigd. Voor de christelijke apologeten was de aanwezigheid van charismata in de kerk een teken van Gods gunst en een teken van afwijzing van de joden. God had zijn gaven verplaatst. De wonderen werden opgevat als legitimatie van een bepaalde geloofsopvatting (Ruthven, 24-27). Later komt binnen de christelijke kerk dezelfde redenering op als bij de rabbijnen om de afname van wonderen te legitimeren. Zo schrijft Victorinus van Pettau (gest. rond 304) in een commentaar op Openbaring: 'De apostelen overwonnen de ongelovigen door tekenen, wonderen en machtige daden. Daarna kreeg het geloof van de kerk de troost van de uitgelegde profetische geschriften.' (Ruthven, 28) Chrysostomus (vgl. par. III.5) kreeg veel vragen van zijn gemeenteleden waarom het spreken in tongen vaak wegbleef wanneer mensen werden gedoopt. In een preek die hij tijdens Pinksteren houdt gaat hij hierop in. Hij geeft diverse argumenten tegen het zoeken van de bijzondere tekenen: de wonderen waren alleen voor de zwakke gelovigen nodig; nadat het geloof gevestigd werd in deze wereld namen wonderen af; te lijden voor Christus is veel groter dan het ervaren van wonderen die ons van dat lijden verlossen; het grootste wonder is de genezing van zonden en christelijke liefde is de grootste geestelijke gave (Ruthven, 28-29; Ritter, 23-34). Voor ons is nu van belang dat Chrysostomus het lijden voor Christus noemt als reden dat de gaven van de Geest afgenomen zijn. Met de opmerking dat vergeving van zonden het grootste wonder is, komen we toe aan het volgende argument: de vergeestelijking van wonderen.

4.2 Vergeestelijking De grote kerkvader Augustinus is in de kerkgeschiedenis de invloedrijkste persoon geweest met een theologie waarin genezingen niet

Page 58: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

meer nodig zijn. Hij heeft de genezingswonderen in de Bijbel sterk vergeestelijkt. Zo schrijft hij in een verklaring van Johannes 5: 'Het is waardevoller dat Hij (Jezus) de schaduwen van onze ziel heeft geheeld, dan de krankheden van onze lichamen die toch zullen sterven. Doch omdat onze ziel Hem, door wie zij genezen moest worden, nog niet had leren kennen, en wel vleselijke ogen bezat om lichamelijke dingen waar te nemen (maar nog geen gezonde ogen der ziel), heeft Hij zintuiglijk-waarneembare dingen gedaan om ons van onze geestelijke blindheid te genezen. Het ware lichamelijk welzijn, waarop de Heer ons uitzicht heeft geopend, zal pas aan het einde komen bij de opstanding der doden.' (Kraan, 1984, 104) In een ander vroeg werk beredeneert Augustinus dat de wonderen in de evangeliën gedaan werden om Jezus de publieke autoriteit te geven die nodig was om de menigte te overtuigen. Dit houdt in dat de, op hoger niveau staande, christenen de wonderen als bewijskracht niet nodig hebben. In dit standpunt van Augustinus ontbreekt het zicht op wonderen van genezing als teken van Gods medelijden en als teken van zijn koninkrijk (Mar. 8:2 en Luc. 9:1-2; DeArteaga, 68). Zoals we in paragraaf III.6 zagen is Augustinus aan het einde van zijn leven tot andere inzichten gekomen en heeft hij juist heel veel nadruk gelegd op genezingswonderen. Het lijkt er echter op dat die correcties theologisch weinig invloed gehad hebben.

4.3 Volksgeloof en wetenschap Ondanks alle verschuivingen in filosofie en theologie bleef het volk geloven in bovennatuurlijke invloeden en toonde het een levendige en onkritische belangstelling in genezingswonderen. In deze eeuw heeft J.M. Lee eens gezegd: 'De Rooms-Katholieke Kerk heeft een Aristotelisch hoofd en een Platoons hart.' (Kelsey, 161) Het gewone volk bleef geïnteresseerd in genezingswonderen. Het bleef gaan naar de plaatsen waar relikwieën bewaard werden. Het bleef verwachten dat door bemiddeling van de heiligen genezingswonderen verricht konden worden. Dit volksgeloof ging een eigen leven leiden en zo konden gemakkelijk de meest wonderlijke verhalen geaccepteerd worden. In later tijd komt hierop een reactie van de wetenschappers, die niet meer weten wat ze in de bonte verzameling van verhalen moeten geloven en scherpe criteria voor echtheid formuleren. Als reactie komt er een houding van twijfel aan alle genezingswonderen in de geschiedenis. Vanaf de tijd van de Verlichting komt er ook twijfel aan de wonderen in de Bijbel zelf (vgl. Paul, 1988, 94-96, 221-227). Warfield is niet aan dit moderne denken ontkomen in zijn verdediging van de bijbelse wonderverhalen en afwijzing van de mirakels (Ruthven, 63-71; DeArteaga, 122-126; Turner, 299).

4.4 Luther en Calvijn De hervormers veranderden veel aspecten van de kerkelijke leer en

Page 59: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

het kerkelijke leven, maar vielen de wereldbeschouwing van de scholastici niet wezenlijk aan. Allerlei 'overvloedige praktijken' zoals ziekenzalving en aflaten werden geschrapt, maar ze gaven de christelijke ervaring niet de vroegere positie. Luther geloofde dat de genezingswonderen een plaats hadden in de begintijd, zodat de kerk 'grotere werken dan deze' kon doen in het geestelijk onderwijzen en redden van mensen. De 'echte wonderen' zijn voor hem de geestelijke en onzichtbare wonderen. Ondanks alle kritiek op Aristoteles accepteerde hij dat genezingswonderen nauwelijks meer plaatsvinden. Al zullen we in hoofdstuk VIII nog enige uitzonderingen tegenkomen! Calvijn besteedt veel woorden om aan te geven dat 'het laatste oliesel' geen genezing schenkt en tegen de bedoeling van Jakobus ingaat. Hij doet geen moeite om te komen tot een gezuiverd begrip, want genezingen waren slechts voor de begintijd van de kerk. God greep vroeger in de fysische wereld in, maar dat is nu niet meer nodig; het is genoeg dat God geestelijk werkt. Bijna steeds gaan de reformatoren ervan uit dat de vermindering van de charismata een noodzakelijke zaak is. Een enkele keer zegt Calvijn dat onze zonden dat veroorzaakt hebben en dat God in een noodsituatie die gaven weer kan teruggeven (Institutie IV, 3, 4). Calvijn is daarin dus minder radicaal dan veel van zijn volgelingen. De hoofdlijn is echter dat wij niet behoeven te rekenen op deze charismata en dus ook niet op de gave der genezing. Calvijn geeft in de opdracht van de Institutie aan de Franse koning aan, dat er van roomskatholieke zijde gevraagd wordt door welke wonderen het protestantse geloof bevestigd wordt. Als antwoord wijst hij er op dat dit niet nodig is en geeft aan hoe gevaarlijk dit criterium is, want de dwaalleraren en de antichrist kunnen ook wonderen verrichten. 'De tekenen waarop zij zich beroepen, zijn loutere begoochelingen van de satan.' (I, pag. XX) De reformatoren hebben in hun genadeleer veel te danken aan Augustinus. Ten aanzien van genezingswonderen zijn ze hem niet gevolgd in de omkeer aan het einde van zijn leven. Afwijzing van genezingswonderen was gemakkelijker om de corrupte praktijk van bedevaartoorden, relikwieën en voorbede van heiligen te bestrijden (Ruthven, 35; DeArteaga, 79-81).

5 Evaluatie

De bovenstaande factoren hebben bijgedragen tot vermindering van de charismata in het algemeen en dus ook van de gaven der genezing. Een scherpe scheidslijn, wanneer de gaven ophielden, is niet te trekken. De enige conclusie die vanuit de geschiedenis te verdedigen is, komt erop neer dat de gaven langzamerhand in de marge van de theologie terechtkwamen. Het is niet mogelijk daar slechts één oorzaak voor aan te geven. In het bovenstaande is gewezen op historische, filosofische en theologische motieven.

Page 60: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Max Turner geeft als hypothese dal een gevestigde kerk minder behoefte heeft aan gaven van de Geest. In tijden van onzekerheid, zowel in de kerk zei f als in de samenleving, is er meer behoefte om te zoeken naar de gaven (302). Jack Deere was tot voor kort hoogleraar aan Dallas Theological Seminary in Texas, en een overtuigd aanhanger van de opvatting dat de geestelijke gaven alleen voor de begintijd van de kerk waren. Door allerlei omstandigheden kreeg hij een geheel andere kijk op deze zaken en heeft daar in 1993 verantwoording van afgelegd in zijn boek Surprised by the power of the Spirit. Hij geeft daarin een uitvoerige bespreking van alle relevante bijbelgedeelten. Opvallend is een uitspraak over de houding van iemand die nét christen geworden is. Als je hem op zou sluiten in een kamer om te bestuderen wat de Bijbel zegt over genezing en wonderen, zou hij nooit de kamer uitkomen als een 'cessationist', iemand die denkt dat wonderen alleen voor vroeger waren. Deze theorie is opgekomen binnen de theologie als gevolg van misbruik en het gebrek aan ervaring. ln feite vormt deze theorie een rechtvaardiging van de afwezigheid van Gods ingrijpen. De Bijbel zelf geeft hier geen aanleiding toe (54).

De bovenstaande historische schets geeft aan dat er veel voor te zeggen valt dat God zijn gaven teruggetrokken heeft door de verkeerde houding van de kerk in theologie en levenswandel. Paulus geeft in 1 Tessalonicenzen 5:19 de dringende raad 'Dooft de Geest niet uit'. Hij zegt daarmee dat het mogelijk is hel werk van de Geest, en dus ook de gaven van de Geest, tegen Le staan. Het lijkt mij het meest waarschijnlijk dat we de vermindering van de charismata aan deze oorzaak moeten toeschrijven en aan het nalaten van de aansporing de geestelijke gaven te zoeken (1 Kor. 12:31). Wanneer dit juist is, is het aannemelijk dat de visie op ziekenzalving een soortgelijk beeld vertoont: aanwezigheid in de eerste eeuwen en daarna misbruik, resulterend in de krachteloosheid van de uiterlijke vorm. Dit gaan we in het volgende hoofdstuk onderzoeken. Tevens valt bij deze veronderstelling te verwachten dat God soms weer herstel van de charismata geeft als zijn gemeente dat van Hem verwacht en leeft tot zijn eer. Dat wordt in hoofdstuk VIII onderzocht.

Page 61: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

V De ziekenzalving gedurende twintig eeuwen

1 Inleiding In de vroegchristelijke kerk mocht een zieke aan de ouderlingen (oudsten) van de gemeente om zalving vragen. Op grond van Jakobus 5:14 baden zij met hem en zalfden hem met olie. De laatste jaren krijgt deze tekst in christelijk Nederland veel aandacht. De één is van mening dat de zalving goed was in de tijd dat de geneeskunde nog in haar kinderschoenen stond. De ander verdedigt dat het de blijvende opdracht is voor de christelijke gemeente om de zieken in de naam van Christus met olie te zalven. In dit hoofdstuk gaan we na, hoe in de loop der eeuwen de christenen het voorschrift van Jakobus geïnterpreteerd hebben. In hoofdstuk III hebben we gezien dat genezingswonderen gedurende de eerste vijf eeuwen volop voorkwamen. Daarbij hebben we de ziekenzalving grotendeels buiten beschouwing gelaten. Daarom komt nu de vraag aan de orde, hoe de kerk in de loop der eeuwen met deze zalving is omgegaan.

2 De vroege kerk

2.1 Tertullianus Het oudste duidelijke getuigenis van de praktijk van zalving komt van Tertullianus (rond 200). Hij vermeldt dat keizer Severus genezen is doordat een christen hem zalfde met olie. Deze christen was rentmeester Proculus, bijgenaamd Tropocion. De keizer hield hem in zijn paleis tot de dag van diens dood (Aan Scapula, hfdst. 4). Tertullianus voert de praktijk van zalving terug op de zalving van oudtestamentische priesters. Uit het volgende citaat blijkt dat de zalving plaatsvindt bij de bediening van de doop en dat het van belang is dat de naam Christus 'Gezalfde' betekent: 'Wanneer wij opgekomen zijn uit de doopvont worden wij gezalfd met een gezegende zalving overeenkomstig de oude instelling waarmee, sinds de tijd dat Aäron door Mozes werd gezalfd, mensen gezalfd worden voor het priesterschap met olie uit een hoorn. Daarom worden zij "gezalfden" ge-noemd door de zalfolie die zijn naam gaf aan onze Here (nl. Gezalfde).' Daarna volgt de handoplegging, waarmee door een zegen de Heilige Geest aangeroepen en uitgenodigd wordt (Over de doop, hfdst. 7 en 8). In de joodse Talmoed staat: 'Onze rabbi's leerden: Hoe werden de koningen gezalfd? - In de vorm van een ring. En de priesters? - In de vorm van een chi (X).' (John, 66) Tertullianus ziet in de priesterzalving het symbool van het kruis; met dit kruisteken worden nu de christenen gezalfd: 'Hij (Christus) heeft ons getooid met dat zegel waarvan Ezechiël sprak (in 9:4): "De Here zei tot mij: Ga door de poort, door het midden van Jeruzalem, en zet het teken Tau op de voorhoofden van de mensen". De letter Tau (in het Oudhebreeuws

Page 62: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

geschreven als X) en onze letter T hebben de vorm van het kruis. Hij voorzegde dat dit het teken zou zijn op onze voorhoofden in het ware en algemene Jeruzalem.' (John, 71-72) Zie Van Dam (1970, 92-93) voor de betekenis van het kruisteken in de strijd tegen boze geesten. Een soortgelijk verband tussen zalving met olie en priesterwijding staat vermeld in het commentaar van Hesychius Hierosolymitanus (gest. na 451) op Jesaja 61:6. Volgens hem slaat de belofte 'Gij zult priesters des HEREN heten, dienaars van onze God genoemd worden' op alle gelovigen, want zij die gedoopt worden, worden gezalfd met priesterlijke olie (Elderenbosch, 64).

2.2 Pseudepigrafen De bovenstaande getuigenissen wijzen hoofdzakelijk in de richting van een zalving bij de doop. Er is slechts één duidelijke verwijzing naar een zalving ter genezing. Deze zalving betreft een keizer en wanneer dit bij zo'n bijzondere persoon gebeurd is, mogen we wel concluderen dat het een bekend gebruik geweest is zieken ter genezing te zalven. Daarin worden we versterkt door de uitspraak van Irenaeus dat de kerk haar gaven dagelijks aanwendt tot heil van de heidenen (zie par. III.2.1). Rond het begin van onze jaartelling zijn veel religieuze, stichtelijke geschriften verschenen die op naam gesteld zijn van bekende personen uit het Oude Testament. Deze geschriften worden gewoonlijk pseudepigrafen genoemd. Diverse van deze joods-christelijke pseudepigrafen geven ook aan dat zalving plaatsvond ter genezing. Het leven van Adam en Eva (in het Grieks Apocalypse van Mozes genoemd) stamt vermoedelijk uit het einde van de eerste eeuw en is bij latere christenen erg populair geweest. Adam verzoekt op zijn sterf-bed zalving met de paradijselijke ‘genade-olie’ voor vermindering van de zeventig plagen van zijn lichaam. Hij ontvangt de olie echter niet en krijgt te horen dat hij zal sterven (Apoc., 8-13; Leven, 34-42; (Charlesworth, II, 252, 272-275). Het geschrift Jozef en Asnat stamt ergens uit de eerste eeuw voor Christus tot de tweede eeuw na Christus. Het is een joods geschrift met vermoedelijk enige christelijke toevoegingen. Jozef heeft reeds ‘de zalving van onbederfelijkheid’ ontvangen en Asnat ontvangt deze op een later tijdstip (8:5, 15:5, 16:16; Charlesworth, II, 187). Het Testament van Adam is ontstaan in de tweede tot de vijfde eeuw en is van oorsprong een joodse midrasj die door christenen is omgewerkt. In 1:7 en 2:10 mengt de priester water en gewijde olie en zalft allen die lijden. Zij komen tot rust, herstellen en genezen (Char- lesworth, 1, 990, 993). In deze vroege geschriften is de olie drager van kracht, gezondheid en leven (Dudley & RoweIl, 41).

2.3 Doop In de oudste christelijke geschriften komt de zalving met olie vooral ter sprake bij de doop. Theologen als Origenes (Preken over Leviti- cus, 11,4) en Johannes Chrysostomus (Over het priesterschap, 111,6)

Page 63: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gebruiken Jakobus 5 om de vergeving van zonden te illustreren en niet als een rechtvaardiging voor de praktijk van het zalven van zie ken. Overigens zijn er uit de eerste eeuwen voornamelijk losse cita- ten bekend. Dat kan te wijten zijn aan het fragmentarische van het overgebleven bronnenmateriaal. Maar het kan ook zijn dat de zalving zo vanzelfsprekend was, dat men er niet over schreef of preekte. De zalving hoort bij de doop. Zoals Christus na zijn doop in de Jordaan de Heilige Geest ontving en zo de Messias (= Gezalfde = Christus) bleek te zijn, zo ontvangt de christen die uit het doopwater omhoog komt een uiterlijke zalving met olie, als symbool van de gaven van de Heilige Geest. In de derde eeuw was een doopbediening zonder zalving ondenkbaar. Volgens Origenes bedoelt Jakobus met het bidden ‘over hem’ dat er handoplegging gebruikt wordt. Hij vertaalt de woorden ‘over hem’ met imponant ei manus (= laten zij op hem de handen leggen) (John, 55).

2.4 Exorcisme en genezing In Rome zegent de bisschop twee kruiken met olie, de ene voor exor- cisme en de andere als ‘olie van dankzegging’. Elk van de kruikenwordt aan een diaken gegeven. Wanneer de doopkandidaat afstand doet van zijn oude leven en satan met al zijn werken afzweert, wordt hij gezalfd met de olie van exorcisme; wanneer hij gedoopt is wordt hij gezalfd met de andere olie. Dezelfde olie wordt door de bisschop gebruikt bij de handoplegging (confirmatie). De olie is een symbool van de Heilige Geest en het teken waardoor de gelovigen werkelijk christenen (= gezalfden) worden en toegerust worden om als konin gen en priesters tegen het kwade te strijden (Halliburton, 78-79). Wellicht vragen we ons af waar dit exorcisme op berust. Hiervoor moeten we 1 Korintiërs 10:20 opslaan. Daar stelt Paulus dat achter de afgoden boze geesten schuilgaan. Een heiden dient dus geestelijke machten die de naam van een afgod dragen. De conclusie hieruit is dat een heiden, die tot bekering komt en overgaat tot het christelijk ge- loof, die boze geesten moet afzweren. De kerk geeft door de zalving met olie aan dat de Heilige Geest de demonische invloeden teniet doet.

De mededeling van de gang van zaken te Rome hebben wij te danken aan Hippolytus (De apost. trad. 21; vgl. par. III.3). Deze auteur ver- meldt ook nog de olie in verband met gezondheid. De gemeenteleden kunnen olie naar de bisschop brengen en deze bidt om een zegen over de olie: ‘O God, geef, door deze olie te zegenen, heiligheid aan hen die er mee gezalfd worden en aan hen die haar ontvangen, deze olie waarmee U koningen en priesters en profeten gezalfd hebt; en laat deze olie sterkte geven aan hen die haar proeven en gezondheid aan hen die haar gebruiken.’ (De apost. trad. 5; hier is de editie van Botte gevolgd die eerst sanctitas (= heiligheid) en daarna sanitas (= ge- zondheid) leest, p. 54-55; idem Halliburton, 85.) De olie dient in de eerste plaats voor de heiligheid van de mens en vervolgens om de

Page 64: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

lichamelijke sterkte en gezondheid te bewaren en te bevorderen. Zij bezit dan kracht om de lichamelijk verzwakte of ziekgeworden gelo- vigen op te beuren en te genezen. De gewoonte om olie te laten zegenen en dan mee naar huis te nemen, lijkt wijdverspreid te zijn geweest. Alleen een bisschop, een martelaar of een bijzondere heilige kon de olie zegenen, maar daarna mocht ieder deze olie in eigen omstandigheden gebruiken. Ook wordt er aandacht gegeven aan het verband tussen ziekte en zonde. De heilige mannen die de olie mogen zegenen, kunnen onderzoek doen naar zonden die de ziekte veroorzaakt hebben. Er zijn veel verhalen bekend van kluizenaars in de woestijn die gaven van genezing heb ben en ook olie zegenen ter genezing (zie par. III.4).

In het Euchologion van de Serapion van Thmuis (Egypte, ca. 350; gest. na 362) luidt het gebed over de olie als volgt: ‘Wij bidden U... dat Gij uit de hemel van uw eniggeboren Zoon over deze olie de kracht van uw genezing uitstort, opdat zij voor hen, die met deze geschapen werkelijkheden gezalfd worden of deze gebruiken, strek- ke tot het wegnemen van elke zwakheid en ziekte, tot bescherming tegen iedere demon, tot een scheiding van iedere onreine geest, tot uitbanning van iedere boze geest, tot verbanning van alle koorts... tot verlening van genade en van vergiffenis van de zonde, tot herstel van het leven en van de redding, tot gezondheid en gaafheid van alle delen van de ziel, het lichaam en de geest, tot volkomen welzijn.’ (17; Halliburton, 86-87) Zo zegt ook Caesarius van Arles (470-543) in een preek waarin hij Jakobus 5:14-15 citeert: ‘Elke keer dat een ziekte iemand overkomt, moet elke zieke het lichaam en bloed van Christus ontvangen, en nederig en trouw de heilige olie vragen aan de priester, om er vervol- gens zijn lichaam mee te zalven opdat wat geschreven staat zich in hem voltrekke.’ ‘Kijkt broeders, wie zich in ziekte tot de kerk wendt, zal de genezing van het lichaam ontvangen en vergiffenis van de zonden.’ Hij waarschuwt tegen amuletten en het raadplegen van waar zeggers en geestenbezweerders. ‘Hoeveel beter en meer heilzaam zou het zijn dat het volk naar de kerk zou gaan en het lichaam en bloed van Christus zou ontvangen en vanuit het geloof zichzelf en de leden van hun huishouden zou zalven met gewijde olie; en overeen- komstig de uitspraak van de apostel Jakobus, niet alleen genezing van het lichaam ontvangen maar ook vergeving van zonden.’ (Halli- burton, 87; Vorgrimler, 665)

De Italiaanse bisschop Decentius stelde aan paus Innocentius I een serie vragen, onder andere over de uitleg van Jakobus 5:14. Innocen- tius I is in zijn antwoordbrief van 416 de eerste die de ziekenzalving een sacrament noemt, overigens een in die tijd nog niet scherp om-lijnd begrip. Innocentius I schrijft dat gelovigen gezalfd mogen wor- den met olie. ‘Van deze olie, die door de bisschop is gewijd, mogen niet alleen de priesters maar ook alle christenen gebruik maken.’

Page 65: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

De bisschoppen mogen de olie zegenen; de priesters gaan naar de zieken toe. De heilige olie mag niet aan boetelingen (tijdelijk geëx- communiceerden) toegediend worden, aangezien zij een soort sacra- ment is. ‘Hoe zou men aan hen, aan wie men de andere sacramenten ontzegt, iets dat daarmee gelijk staat kunnen toedienen?’ Deze be-langrijke brief is later grotendeels opgenomen in het invloedrijke Decretum Gratiani, echter met weglating van het recht van de gelovi- gen tot zalven! (Vorgrimler, 665).

3 De Middeleeuwen

3.1 Veranderingen In deze vroege geschiedenissen en gebeden is er een nauw verband tussen heiligheid, levensvernieuwing en berouw. De reeds lang be- kende samenhang tussen geestelijke disharmonie en lichamelijke on- bekwaamheid betekent dat vergeving van zonden verbonden is met de genade van genezing. De vaderen geloofden diep in de macht van het gebed, in belijdenis van schuld, in exorcisme en doop, met de bijbehorende zalving, om het leven te genezen en de ziel op te rich- ten. Het gebruik van olie voor de genezing van zieken is vanaf de derde eeuw ruimschoots aan te tonen en schijnt een wijdverspreid gebruik te zijn. In de vierde en vijfde eeuw komen er talrijke veranderingen. De kerk wordt Staatskerk, wat een verwaterd christendom veroorzaakt. Bovendien vindt er in deze tijd een geweldige wijziging plaats in de medische inzichten van de Griekse cultuur. Het medicament begint zijn zegetocht en de farmaceutische produkten hebben het aantrekke- lijke dat ze in vele opzichten snel helpen en weinig eisen stellen aan geloof van de kant van de patiënt en de medicijnmeester. Nog minder vragen zij van zijn gedrag en zijn houding tegenover de medemens. Hoewel de resultaten niet zo opzienbarend of wonderbaarlijk zijn, zijn ze er beslist en kan men erop vertrouwen. De beroemde Engelse theoloog Beda Venerabilis (gest. in 735) handhaaft in zijn bijbelcommentaar op Jakobus uitdrukkelijk het recht van de gewone gelovigen om zieken te zalven: ‘Nu is het de gewoon te van de kerk dat de zieken gezalfd worden door de priesters met gewijde olie en dat, door het gebed dat deze zalvingen begeleidt, deze genezen worden. Volgens hetgeen paus Innocentius I zegt, hebben niet alleen de priesters maar alle gelovigen het recht in geval van nood, die hen of hun naasten overkomt, zich van deze olie ter zalving te bedienen.’ Verder schrijft hij: ‘Wanneer zij de zieke man zalven, behoren zij de naam des Heren over hem in te roepen: En als hij in zonden zal zijn, zullen deze hem kwijtgescholden worden. Velen, omdat zij in hun ziel gezondigd hebben, hebben te maken met lichamelijke ziekte of zelfs de dood... Wanneer daarom de zieke in zonden is en deze zal hebben beleden aan de priesters van de kerk en zich erop toelegt om met een oprecht hart hen te verlaten en te verbeteren, zullen zij hem

Page 66: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

kwijtgescholden worden.’ Het is alle aandacht waard, dat Beda Venerabilis zonder meer stelt, dat door zalving en gebed inderdaad de zieken genezen worden. Hij verwijst ook naar de zalving van zieken door de discipelen (Mar. 6:13). Beda Venerabilis vat ‘in de naam des Heren’ op als behorend bij ‘olie’ en meent dat het olie aanduidt die daarvoor gezegend was in de naam van God voor het doel van zalving (Migne, PL, 93, col. 39; Dudley & Rowell, 55, 88). Er is overigens geen aanwijzing dat olie voor de derde eeuw zo gezegend werd.

Het concilie van Cabillo (813) spreekt van een zalving ‘waardoor de kwalen van ziel en lichaam worden genezen’ en dat van Ticino (850): ‘De zonden worden vergeven en het lichamelijk welzijn wordt her- steld.’ (Elderenbosch, 54) Door het Concilie van Chalons-sur-Saône wordt de ziekenzalving aan de gewone gelovigen ontnomen en voor priesters gereserveerd. In Metz (847) en Padua (850) wordt duidelijk uitgesproken dat de zalving meer betrokken is op de vergeving van zonden dan op lichamelijke genezing (Kraan, 1984, 107). De beslissing van paus Innocentius I om de zalving in verband te brengen met boete, zal nog eeuwen nawerken. Het feit dat men de zalving moest uitstellen tot na de tijd waarop de kerkelijke boete volbracht was, brengt met zich mee dat het oliesel, samen met de boete, naar de sterfdag verschoven wordt. Door de zalving werd men in de hemelse sfeer geplaatst, en als men daarna toch op aarde voortleefde, moest men zich als hemeling gedragen: geen seksueel verkeer meer, geen eed zweren, niet meer dansen, enzovoorts. Men moest een boetekleed aantrekken en als geestelijke, vaak als monnik, gaan le- ven. Daarom ging men de zalving zo lang mogelijk uitstellen. Ook de hebzucht van de geestelijkheid werkte terughoudendheid in de hand (Vorgrimler, 666; Kraan, 1984, 108).

3.2 Scholastiek Langzamerhand wordt de zalving steeds meer het privilege van de priesters. F. Lovsky ziet hierin liever geen clericalisme, maar de vrees van de kerk dat de olie meer als een medicament dan als een sacra- ment zou worden beschouwd. Men kan immers met de olie ook zich zelf zalven (Kraan, 1974, 466). In de latere Middeleeuwen gebruikt men de zalving met olie niet meer als middel ter genezing van zieken in de naam van de Heer, maar als middel om stervenden te bekrachtigen tot heengaan in de glorie hierna. Deze ontwikkeling werd voorbereid door theologen die de be- tekenis van de zalving niet meer zagen in de genezing van het lichaam, maar alleen in de vergeving van zonden (de genezing van de ziel). De kerkelijke adviseur van Karel de Grote, Theofilus (bisschop van Orléans, ca. 815) schijnt de eerste te zijn die een algemene in- structie uitgaf met de nadrukkelijke bepaling dat ziekenzalving moest worden gezien als voorbereiding voor de dood, en dat dit aspect voorging boven genezing. De zalving kwam in de liturgieën na het

Page 67: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

viaticum (de communie) in plaats van ervoor, waardoor de zalving de laatste kerkelijke handeling werd: het laatste oliesel. (In Vaticanum II is de oude volgorde hersteld.) Maar de woorden bleven van genezing spreken! (Kraan, 1984, 107). Evenals men in de eerste christelijke eeuwen de doop uitstelde tot het sterfbed, om ‘rein’ te kunnen sterven, zo ging men de zalving met olie beschouwen als bekroning van de laatste biecht, en sprak men van ‘de laatste zalving’, die slechts eenmaal tijdens een levensge- vaarlijke ziekte mocht worden toegediend. Rond 1150 komt deze uitdrukking ‘extrema unctio’ (het laatste oliesel) in zwang. Thomas van Aquino houdt nog de mogelijkheid open dat het sacrament genezing schenkt, maar dit is secundair ten opzichte van het primaire doel, het geestelijk heil van de patiënt. Scotus eist dat men niet alleen wacht op doodsgevaar, maar op het buiten bewustzijn raken van de stervende. Hier is lichamelijke gene zing geheel uit het gezichtsveld verdwenen. Albertus de Grote vraagt zelfs dat men met de zalving zal wachten tot de zieke reeds gestorven is. Wanneer de dood is ingetreden bestaat er geen vrees meer dat de eeuwige zaligheid bedreigd kan worden (Kraan, 1984, 108). De grootste moeilijkheid voor de scholastieke geleerden was het medische karakter van de ziekenzalving. Genezing als onfeilbare wer- king van een sacrament (ex opere operato) scheen alleen verdedig- baar te zijn in een uitsluitend geestelijke betekenis. De oorspronkelij- ke voorstelling van een middel tegen lichamelijke zwakheid verloor men geheel uit het oog.

3.3 Trente Het Concilie van Trente heeft in 1551 tegen deze extremen een dam willen opwerpen, maar ook de gangbare lijn voortgezet: het laatste oliesel blijft in de Rooms-Katholieke Kerk sacrament der stervenden. Als inhoud van het sacrament wordt de genade van de Heilige Geest genoemd, met drievoudige werking: uitdelging van de overblijfselen van de zonde (de zalving volgde op de biecht!), oprichting en sterking van de zieke (door opwekking van het Godsvertrouwen, verlich- ting in het dragen van de last van de ziekte en versterking van de weerstand tegen demonische aanvechtingen) en soms ook in een ge geven geval (waar het tot het heil dienstig is) lichamelijke genezing. De olie dient op Witte Donderdag gewijd te worden. In de Catechismus Romanus, die kort daarna is opgesteld als offi- ciële samenvatting van de in Trente vastgestelde kerkleer, wordt erop aangedrongen, dat men de zalving laat verrichten als de zieke nog over de volle kracht van hart en verstand beschikt omdat men meer van de lichamelijke werking verwacht. Overigens wordt gesteld dat het sacrament niet aan kinderen toegediend mag worden, omdat zij geen zonden begaan waarvan de overblijfselen geheeld moeten wor- den door dit sacrament (Kraan, 1984, 109-1 10).

4 De Reformatie

Page 68: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Wie het standpunt van de reformatoren ten aanzien van de ziekenzal- ving wil begrijpen, zal uit moeten gaan van de praktijk van het laatste oliesel, zoals hierboven beschreven. Daarbij moeten we bedenken dat zij hun opvattingen grotendeels vóór het genoemde Concilie van Tren- te formuleerden. Luther uit flinke kritiek op het laatste oliesel in De babylonische gevangenschap der kerk (1520). Hij betwijfelt of Jakobus wel de auteur is van de brief. Zelfs als dit het geval is, heeft een apostel nog niet het recht om een sacrament in te stellen, want dat kan alleen Christus zelf. Verder blijkt dat Jakobus iets geheel anders bedoelt dan wat de theologen ervan hebben gemaakt: zowel de vorm, het gebruik, de kracht en het doel zijn verschillend. Luther lijkt ruimte over te laten voor de zalving volgens Jakobus, als hij schrijft: ‘Daarom houd ik het ervoor dat deze zalving dezelfde is als die waarover in Marcus 6:13 geschreven wordt met betrekking tot de apostelen. “En zij dreven vele geesten uit en zalfden veel zie ken met olie en genazen hen”; voorzeker een bepaald gebruik van de oude kerk, waarmee ze wonderen deden ten gunste van zieken; een gebruik dat reeds voorlang in onbruik is geraakt... Daarom is deze “laatste” als zodanig verzonnen zalving geen sacrament, maar een raadgeving van Jakobus waarnaar wie het maar wil kan handelen, genomen en overgebleven, gelijk ik zei, uit het Evangelie naar Mar- cus, want ik geloof niet, dat deze raad alle mogelijke zieken is gege- ven, omdat ziekte een eer is van de kerk en de dood is een gewin, maar alleen aan degenen onder hen die te ongeduldig en zwakgelovig hun lijdenskruis droegen.’ (115-116) Het schijnt dat de diepere belangstelling bij Luther voor goddelij- ke genezing, evenals bij Augustinus, pas aan het einde van zijn leven kwam (zie par. VIII.2.1).

Calvijn begint zijn commentaar op Jakobus 5 (geschreven in 1556) met de praktijk: ‘Omdat toen de gave der gezondmaking nog krachtig was, zo beveelt hij dat de zieken tot die remedie vlieden. Het is wel zeker, dat ze niet allen gezond zijn geworden, maar dat de Here aan deze gave plaats gegeven heeft, zo dikwijls en zover Hij oordeelde het nuttig te zijn. Het is ook niet waarschijnlijk, dat men zonder onderscheid de olie daarbij voegde, maar alleen waar een zekere hoop was op herstel.’ (vs. 14) Calvijn vindt wel dat het in de tijd van de apostelen een sacrament geweest is, en niet een medicijn. Aange- zien de inhoud van dit sacrament reeds 1400 jaar geweken is, kan het niet meer in praktijk gebracht worden. In zijn Institutie gaat hij uitgebreid in op het verschil met de roomse praktijk. Hij is van mening dat de genezing na zalving be- hoorde bij de wonderen die de prediking in de eerste eeuw vergezel- den en dat die nu zijn opgehouden in de kerk. Hij veroordeelt de roomse praktijk van het zegenen van olie en het zalven van ‘halfdode lichamen’. Dit is niet bedoeld door Jakobus. De huidige zalving, als

Page 69: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

laatste oliesel, is een hypocriet toneelspel (IV, 19, 18-21).

Het verzet van de beide reformatoren tegen het laatste oliesel is inge- geven door de praktijk van het kerkelijk leven en door de standpunten van de eerder genoemde scholastieke geleerden. Bij Luther valt de middeleeuwse visie op ziekte op: de mens moet berusten en zich niet verzetten. Luther ontkent dat de zalving een sacrament is, omdat deze niet door Christus is ingesteld. Calvijn erkent wel dat de handeling een sacrament is geweest, maar is van mening dat dit nu niet meer zo is. Hij beroept zich daartoe op de praktijk: de zalving werkt in de praktijk niet ter genezing en daarom moeten wij dit niet meer doen. Het heersende misbruik is genoeg om de zalving in zijn geheel af te schaffen. Hoewel Calvijn zelf geplaagd werd door veel ziekten en kwalen, liggen de grote strijdpunten voor hem elders en heeft hij niet geprobeerd een gezuiverd gebruik van ziekenzalving in te voeren.

In Zweden werd in 1529 het luthers georiënteerde Kerkboek, ge- schreven door Olaus Petri, ingevoerd. Daarin krijgt de ziekenzalving een plaats, al wordt de nadruk gelegd op het gelovige gebed. De calvinisten dienden in 1615 een geloofsbelijdenis in op het Colloquium van katholieke, lutherse, calvinistische en moravische theologen dat in Thorn gehouden werd. Ten aanzien van de zalving van zieken verklaren ze: ‘Wij erkennen dat de apostelen zieken met olie hebben gezalfd en dat deze door deze zalving de lichamelijke genezing verkregen hebben; wij erkennen ook dat de brief van Jako- bus beveelt de ouderlingen van de kerk bij de zieken te roepen om hen met olie te zalven en voor hen te bidden opdat hun gezondheid hersteld worden. (Wij erkennen) dat de plicht van de dienaren der kerk nog heden eist dat zij de zieken bezoeken, en hen troosten met de verkondiging van het evangelie en de toediening van het Heilige Avondmaal en dat zij met de kerk bidden voor hun gezondheid. Maar wij ontkennen 1) dat na het ophouden van de gave der wonderlijke genezing deze zalvingsrite nog nuttig is in de kerk, en 2) dat zij een sacrament is van het Nieuwe Verbond in eigenlijke zin.’ (Kraan, 1974, 479) De lutherse, piëtistische theoloog J.A. Bengel (1687-1752) laat een ander geluid horen. Hij schrijft over Jakobus 5 en de zalving, ‘dat juist deze goddelijke genade, die zeer eenvoudig, zichtbaar en heilrijk was, als enige genadegave zeer duurzaam is geweest. Zij schijnt door goddelijke inspiratie gegeven te zijn met de bedoeling dat zij altijd in de kerk zou blijven, als voorbeeld van al de andere genadega- ven’. Door de zwakheid van geloof en door de onwaardigheid van de wereld openbaart zich dit vermogen thans niet (Kraan, 1974, 480).

5 De Oosters-Orthodoxe en de Anglicaanse Kerk

5.1 De Oosters-Orthodoxe Kerk In de Oosters-Orthodoxe Kerk is een opvallende continuïteit te be-

Page 70: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

speuren ten aanzien van de zalving ter genezing, in afwijking van wat in de westerse kerk zich afspeelde. De zalving met olie geschiedt hier met zuivere olijfolie, gemengd met enige druppels wijn (ter herinne- ring aan de wijn die door de barmhartige Samaritaan samen met de olie in de wond gedruppeld werd; Luc. 10:34) en water (ter herinne-ring aan de doop). Men gebruikt het woord euchologion of euche- laion, ‘olie van het gebed’. Hoewel in het algemeen de lichamelijke uitwerking van de zalving als eerste wordt aangewezen, kunnen in de Stille Week alle gelovigen ter genezing van uiterlijke en innerlijke kwalen de zalvingen ontvangen. In de Koptische Kerk kunnen zelfs ook gezonde mensen preven- tief tegen ziekten de zalving met olie ontvangen. De zalving kan zowel in de kerk als aan huis plaatsvinden en wordt niet alleen toege- past bij lichamelijke ziekte, maar ook bij diepe angsten, depressies en geestelijke aanvechtingen. Ook bij zaken als het afdwalen van kinde- ren en een dreigend faillissement is zalving mogelijk (Kraan, 1984, 138-141; Dudley & Roweli, 92-112; Gerkema, 22-29).

5.2 De Anglicaanse Kerk Het eerste officiële dienstboek van de Anglicaanse Kerk, het Book of Common Prayer van Cranmer uit het jaar 1549, bevat aanwijzingen voor het zalven van zieken. Op grond van kritiek van Martin Bucer zijn die in de editie van 1552 verdwenen. In de uitgave van 1662 is de zalving vervangen door de aäronitische zegen uit Numeri 6! Vanuit de overtuiging dat God straft met ziekte, wordt slechts een geduldig dragen van de ziekte aanbevolen. In zijn algemeenheid staat de Anglicaanse Kerk daarna afwijzend tegenover de zalving van zieken. Er is echter een uitzondering: in de zeventiende eeuw, in de gemeente van Independenten in ballingschap in Arnhem hier in Nederland, werd zalving met olie geïntroduceerd. John Goodwin is in die tijd hier predikant. Hij vindt de afwijzing van het roomse laatste oliesel terecht, maar de protestanten zijn te ver gegaan, door te ontkennen dat de zalving gebruikt mag worden om de zieke te doen herstellen ‘als een zegel van de belofte en een onbe- perkt middel om de zegen over te dragen, die God in zijn genade heeft bepaald dat het mag zijn’ (Rowell, 139-140). Later in de achttiende eeuw beginnen de General Baptists de zal- ving met olie in te voeren, evenals een liefdemaaltijd en voetwassing. De Non-jurors (vooraanstaande geestelijken die de eed van trouw wei- geren aan Willem van Oranje en Maria Stuart) nemen zalving in 1718 op in hun liturgie: deze wordt niet alleen ondersteund door de vroege re praktijk, maar is ook bevolen door Jakobus. De zalving is geen laatste oliesel, maar een sacrament van genezing en herstel. Het sacramentele gebruik van olie verdwijnt in Engeland na de Reformatie, maar er is één belangrijke uitzondering: de zalving van de koning in het kroningsritueel. Deze zalving vindt nog steeds plaats in navolging van het zalven van de koningen in de Bijbel, en werd ook gebruikt bij de kroning van koningin Elisabeth II in 1953.

Page 71: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

In 1850 zalfde bisschop Forbes een zieke — het eerste gedocumen- teerde geval in de Anglicaanse Kerk sinds de Reformatie (de Non- jurors niet meegerekend). In het laatste kwart van de negentiende eeuw verschenen er diverse boeken over het zalven van zieken. Na de Eerste Wereldoorlog benoemt de Lambeth Conferentie (de tienjaar- lijkse bijeenkomst van alle anglicaanse bisschoppen) van 1920 een commissie om een rapport uit te brengen over de dienst der genezing. Deze commissie rapporteert in 1924 en geeft bepaalde aanbevelingen om de dienst der genezing vanuit de kerk te bevorderen. Men raadt zalving aan door een priester, of de oplegging van handen, door een priester of een leek, of beide middelen. In 1935 komt er in het aartsbisdom Canterbury een formulier voor de ‘Administration of Holy Unction and the Laying on of Hands’. Bij de zalving worden de volgende woorden gesproken: ‘N.N., in de naam van onze Here Jezus Christus zalf ik u met deze heilige olie, opdat u de zalving van de Heilige Geest zult ontvangen ter genezing van al uw zwakheden naar ziel, geest en lichaam.’ We bemerken hier een gerichtheid op de genezing van de totale mens. Zowel vóór als na de zalving vindt handoplegging plaats. Het voorafgaande pastoraat dient in overleg met de medisch verantwoordelijken te geschieden. Wanneer er weinig hoop is op herstel, wordt het volgende gebed aanbevolen hij de tweede handoplegging: ‘Moge de almachtige Va- der, die door de heerlijke opstanding van zijn Zoon, Jezus Christus, het koninkrijk van de hemel voor allen die geloven heeft geopend, genadig toestaan u te zalven met zijn levengevende Geest; en indien het zijn wil is u tot zich te roepen, u overwinning over zonde en dood geven en u tot eeuwig leven brengen; door deze Jezus Christus, onze Heer.’ Hierbij wordt de aanwijzing gegeven: ‘Mensen die ernstig ziek zijn mogen dagelijks of tenminste dikwijls gezalfd worden en com- munie ontvangen. Zelfs zij die op hun uiterste liggen mogen gezalfd worden en communie ontvangen en aangemoedigd worden om op herstel te hopen.’ Charles Harris, die een groot aandeel heeft gehad in de totstand- koming van het formulier, vraagt in een toelichting aandacht voor de oude praktijk, voor moderne pastorale ervaring en voor therapeuti- sche psychologie. De handeling is niet voorbehouden aan de licha- melijk zwakken, maar is ook voor de geestelijke en psychische lijders. Harris bepleit dat de zalving dagelijks door een familielid mag geschieden met door de bisschop gezegende olie, totdat duide- lijk beterschap optreedt. In 1962 wordt in de Herziene Catechismus het volgende opgeno- men: ‘De sacramentele dienst der genezing is de dienst waardoor Gods genade gegeven wordt door de genezing van geest, verstand en lichaam, in antwoord op geloof en gebed, door handoplegging of zalving met olie.’ In 1968 wordt op de Lambeth Conferentie de volgende ‘canon’

Page 72: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

(gezaghebbende regel) vastgesteld: ‘Als iemand het begeert, mag de priester de handen op hem leggen en hem zalven met olie op het voorhoofd met het teken van het kruis, daarbij gebruik makend van de vorm van dienst zoals die door wettige autoriteit is gesanctioneerd en van zuivere olijfolie die gewijd is door de bisschop van het bisdom of ook door de priester zelf volgens de vorm van dienst.’ Het voert te ver om de laatste ontwikkelingen hier te vermelden, zoals het Alternative Service Book van 1980 en de aparte orden van dienst onder de titel ‘Ministry to the Sick’. Duidelijk is dat de dienst der genezing in deze eeuw een geïntegreerde plaats in de Anglicaanse Kerk heeft gekregen (Rowell, 134-153; Kraan, 1984, 147-149).

6 Enige recente ontwikkelingen

De recente ontwikkelingen in de Anglicaanse Kerk betekenen een groeiende aandacht voor de dienst der genezing. In de Rooms-Katho- lieke Kerk is ook een belangrijke verandering waar te nemen. Tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie (1963) trad een koerswijziging op ten aanzien van de ziekenzalving. De naam extrema unctio (laatste oliesel) wordt gewijzigd in unctio infirmorum (zalving van zieken, zwakken). Deze naamswijziging geeft een inhoudelijke verschuiving aan. Men hoeft met de toediening van het sacrament niet meer te wachten tot de zieke in het uiterste levensgevaar verkeert. Het ge- schikte moment van toediening is al eerder aanwezig en wel wanneer een gelovige door ziekte of ouderdom in levensgevaar begint te ko- men. Ook aan kinderen mag men de ziekenzalving toedienen. Door de Nederlandse Bisschoppenconferentie is vanaf 1977 een nieuwe orde van dienst voorgeschreven met de naam ‘De ziekenzal- ving en de pastorale zorg rond zieken’. Toch is er nog veel dat aan het oude standpunt herinnert. Een rechtstreekse verwijzing naar mogelij-ke genezing ontbreekt bij de zalving. Deze is wel aanwezig in de gebeden over de olie en in een navolgend gebed waarin expliciet om genezing van de zieke gebeden kan worden. Alternatieve liturgieën van later datum zijn duidelijker. Tekenend voor de veranderde instelling is ook de aanpassing van de Latijnse bijbelvertaling, de Vulgata. Voorheen was het ‘oprichten’ in Jakobus 5:15 vertaald met alleviare (= lichter maken, verlichten, vertroosten, opbeuren). De editie van 1970 heeft allevare (= oprich- ten, doen opstaan, doen verrijzen). (Dudley & Rowell, 120-129; Kraan, 1984, 141-145; Gerkema, 30-37).

In het bovenstaande zijn de officiële kerken aan bod gekomen. De pinkstergemeenten en evangelische kringen zijn nog niet genoemd. In zijn algemeenheid is hier een grote openheid te constateren voor handoplegging en ziekenzalving. Dit hangt samen met hun actieve opstelling in de strijd tegen machten van het kwaad. Ziekte wordt veelal gezien als afkomstig van de duivel, waartegen met bijbelse wapens gestreden mag worden.

Page 73: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

In Nederland is binnen de lutherse, hervormde en gereformeerde kerken met name vanaf de jaren ‘80 belangstelling voor de ziekenzal- ving te bemerken. Dit hangt samen met de oriëntatie op de dienst der genezing. Zowel de anglicaanse praktijk als de groeiende invloed van de evangelische beweging hebben in de gevestigde kerken een bezin- ning op gang gebracht. De veroordeling van de misstanden door de reformatoren wordt nog steeds door velen gedeeld, maar misbruik heft het goede gebruik niet op. In Engeland stichtte J.G. Banks, een episcopaals predikant in Amerika, in 1947 ‘The International Order of Saint Luke the Physi- cian’. Deze wat anglicaans aandoende gemeenschap heeft ook in Ne- derland een afdeling, de Nederlandse Lucasorde en heeft tal van le- den in de bestaande kerken. De doelstelling is de bevordering van de dienst der genezing zoals deze plaats had in het Nieuwe Testament en in de vroegchristelijke kerk.

7 Conclusies

Wie de geschiedenis overziet bemerkt dat de ziekenzalving, zoals deze in Marcus 6 en Jakobus 5 genoemd worden, de eeuwen door in praktijk zijn gebracht. Het is niet helemaal duidelijk of in de tweede eeuw het voorschrift van Jakobus als zodanig apart voor zieken in praktijk is gebracht of dat het steeds verbonden was met de doop. Dit kan te maken hebben met de fragmentarische overlevering uit die tijd. Wat wel opvalt is de algehele aanvaarding van zalving als zoda- nig. Dat maakt het waarschijnlijk dat we vanaf de apostolische tijd kunnen spreken van een continue traditie van zalving, gericht op heling naar ziel en lichaam. Daarbij is het opvallend dat de zalving steeds gezien wordt als een symbool van Gods handelen, in het bij zonder van de werking van de Heilige Geest. Men beschouwde de zalfolie niet als een algemeen geneesmiddel! Ook wordt de latere geneeskunde niet beschouwd als vervanging van een vroeger ‘primi- tief’ middel: steeds staat Gods genadige werking centraal. In de twaalfde eeuw ontstaat een grote verandering: de zalving wordt een sacrament der stervenden, in plaats van een middel tot herstel. De reformatoren hebben dit misbruik voor ogen en in hun polemiek komen zij niet voldoende toe aan de vraag of er in hun tijd een positief gebruik van zalving mogelijk is. Het belangrijkste argu- ment van Calvijn om af te zien van deze handeling is de praktijk van zijn tijd. Een exegetische fundering vanuit de Brief van Jakobus, dat beperking tot de begintijd van de kerk bedoeld is, ontbreekt. We kunnen vragen: hoe moet onze houding zijn als er in onze tijd wél mensen genezen door ziekenzalving? Ligt de norm in onze ervaring? In dit overzicht zien we een grote variatie aan meningen betref- fende de betekenis en voltrekking van de ziekenzalving. Met deze historische kennis gaan we in het volgende hoofdstuk de betreffende teksten in Marcus en Jakobus bestuderen.

Page 74: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

VI De ziekenzalving in het Nieuwe Testament

1 Inleiding

In twee plaatsen van het Nieuwe Testament komt de zalving van zieken naar voren: Marcus 6:13 en Jakobus 5:14. Zoals we in het historische deel gezien hebben, is er heel verschillend gedacht over de vraag of deze handeling ook na de apostolische tijd nog nodig of nuttig was. in dit en het volgende hoofdstuk worden beide passages inhoudelijk besproken. We proberen ze te verstaan in hun context en tegen de achtergrond van de toen heersende gedachten. Pas dan zal het mogelijk zijn de vraag naar de blijvende geldigheid te beantwoor-den. Bij Jakobus neemt het gebed een zeer belangrijke plaats in. Dit onderwerp komt, samen met handoplegging, in het volgende hoofd stuk aan de orde.

2 Marcus 6:7-13 Het evangelie naar Marcus is volgens velen het oudste van de vier evangeliën. Hoe dit ook zij, in ieder geval is het geschreven vóór de verwoesting van Jeruzalem en moeten we het verstaan tegen de toen- malige joodse achtergrond. Daarin is algemeen aanvaard dat ziekte het gevolg is van een verstoring van de scheppingsorde. Deze wereld is onderworpen aan zonde en duivelse machten. In de joodse visie is er meer nadruk op de mens als een psychosomatische eenheid dan in de Griekse opvatting, waar een scherp onderscheid is tussen ziel en lichaam. De overtuiging dat de duivel en zijn medewerkers verant- woordelijk zijn voor ziekte komt zowel in orthodoxe als sectarische joodse kringen sterk naar voren in de intertestamentaire periode. Dit is de achtergrond van de presentatie in de evangeliën, dat Jezus de uiteindelijke en hoogste Genezer is. Ben Sirach is een uitzondering met zijn nadruk op de waardering voor de gewone geneeskunde (zie par. II.1.6). De rabbijnen hadden enige medisch procedures en kenden bepaalde gebeden die in geval van ziekte gebruikt konden worden. G. Vermes maakt een interessant onderscheid tussen twee soorten geestelijke genezers. De eerste gebruikt een esoterische, geheim overgeleverde wetenschap en magische medicijnen. De Essenen waren hierom bekend (Vermes, 63; Flavius Josephus, Joodse oorlogen II, 8, 6 = 136; vgl. Paul, 1996b, 145). De andere vorm is genezing zoals Jezus die beoefent: spreken en handelen met goddelijk gezag. Daarin lijkt Hij op de vroegere profeten Elia en Elisa.

De evangeliën beschrijven Jezus als de Messias, de Gezalfde op wie de Geest rust (Mar. 1:10). Hij geneest veel zieken en drijft de boze geesten uit (Mar. 1:34). Nadat Hij discipelen geroepen heeft Hem te volgen (Mar. 3:13-19), geeft Hij ze opdracht twee aan twee het land

Page 75: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

door te trekken. Daarbij krijgen zij macht over de onreine geesten (Mar. 6:7). Ze mogen niet zelf zorgen voor levensonderhoud, maar moeten leven van wat door anderen gegeven wordt. Ze gaan niet slechts als boodschappers van Jezus, maar ze dragen de volle autori- teit van hun zender. Ze representeren Hem. Jezus geeft ze de kracht van het Koninkrijk Gods. Door deze gezondenen wordt het Konink rijk uitgebreid en de macht van de vorst der duisternis teruggedron- gen. Ze mogen doen wat Jezus zelf doet: genezen, geesten uitwerpen, berouw en vergeving prediken. Als de mensen de boodschap verwer- pen moeten de discipelen het stof van hun voeten schudden, tot een getuigenis (Mar. 6:11). De aanvaarding of verwerping van hun bood schap staat gelijk met dezelfde houding ten aanzien van Christus. Zoals elders staat: ‘Wie Mij ontvangt, ontvangt niet Mij, maar Hem, die Mij gezonden heeft.’ (Mar. 9:37) Na deze opdracht komt een kort verslag: ‘En zij vertrokken en predikten, dat zij zich zouden bekeren. En zij dreven vele boze gees- ten uit en zalfden vele zieken met olie en genazen hen.’ (Mar. 6:12-13) We bemerken niet alleen in het gebruik van olie, maar ook in het stof afschudden dat de discipelen symbolische handelingen voltrek- ken. Er vindt proclamatie van de boodschap plaats door woord en daad.

Uitgaande van de tweedeling van Vermes kunnen we zeggen dat de praktijk van de discipelen behoort tot het directe charismatische ge- nezen. Het werkwoord ‘zalven’ (èleiphon) staat in de aoristusvorm, maar de zalving wordt duidelijk bedoeld als een actie die gelijk op gaat met de genezingen en niet als een daad die er lang aan voorafgaat. Het is een ‘acted parable’, een getoonde gelijkenis (Cole, geci- teerd in John, 50). Het is opvallend dat Marcus het uitwerpen van demonen onder scheidt van het genezen van zieken. In het Nieuwe Testament liggen deze twee zaken dicht bij elkaar en toch vallen ze niet samen (vgl. par. II.2.2). In Marcus 6:13 lijkt de auteur de zalving alleen te verbin- den met genezing en niet met exorcisme, maar vermoedelijk werd het in beide situaties toegepast, zoals ook in het contemporaine joden dom het geval was. e lezen niet dat Jezus zelf ooit olie gebruikte in een genezing, maar dat hoeft niet uitgesloten te worden, want Hij gebruikte een veelheid aan middelen. We mogen aannemen dat Hij de discipelen onderwijs gegeven heeft hoe zij genezingen moesten verrichten en de zalving met olie zal op zijn onderwijs terug te voeren zijn.

W.L. Lane geeft in zijn bijbelcommentaar aan, dat deze passage in Marcus geen permanente opdracht omschrijft, maar de uitvoering van een speciale opdracht. De instructies hebben geen algemene en blijvende geldigheid. Het verbod om voedsel of geld te accepteren, en geheel afhankelijk te zijn van gastvrijheid, is een zaak van specia- le autorisatie. Het is een voorbereiding op de meer permanente op

Page 76: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

dracht door de opgestane Heiland (Mar. 16). Uit de tekst is duidelijk gebleken dat de discipelen lichamelijke gene zingen meemaakten na de zalving. Er is hier geen mogelijkheid (zo als eventueel in Jakobus 5) deze zalving alleen voor een geestelijke genezing op te vatten. Ook is er hier geen sprake van voorbereiding op de dood. Daarom kon het Concilie van Trente (1551) deze tekst natuurlijk niet aanvoeren voor het sacrament van het laatste oliesel. Men kwam met de oplossing dat er slechts gezinspeeld werd (insi- nuatum) op deze praktijk (John, 5 1-52). Inderdaad ontbreekt in Marcus 6 de aanwijzing dat het zalven met olie een blijvende opdracht van de kerk is. In Jakobus 5 ligt dit echter anders.

3 Jakobus 5:13-16

3.1 Structuur Aan het slot van zijn brief stelt Jakobus drie situaties aan de orde. In alle drie de gevallen geeft hij aan wat dan te doen is. a. Heeft iemand onder u leed te dragen? Laat hij bidden. b. Is iemand blij te moede? Laat hij lofzingen. c. Is iemand bij u ziek? Laat hij de oudsten der gemeente roepen. In de eerste vraag betekent kakopathei geen ziekte, maar moeilij- ke omstandigheden in het algemeen. Daarmee kunnen vervolgingen als van de profeten (Jak. 5:10) bedoeld zijn en het lijden onder de handen van de rijken (Jak. 5:1-6). In die omstandigheden is het niet goed om op stoïcijnse wijze te berusten, maar is het gebed de aange- wezen uitweg. Zoals de vrome Israëlieten riepen tot God (Ps. 50:15; 91:15) mag de christen zijn nood bij God brengen (Davids, 191-192). De vertaling ‘gelatenheid’ in vers 10 is dan ook onjuist. Het antwoord op de tweede vraag geeft aan dat men in voorspoed God niet mag vergeten. Integendeel, men behoort Hem te loven en te prijzen. Dit mag gebeuren met lofliederen, zowel met de oudtestamen- tische psalmen, als met nieuwtestamentische liederen. Het kan met bestaande liederen of met nieuwe liederen; in de naam van de Here Jezus Christus (1 Kor. 14:15; Ef. 5:19; Kol. 3:16). Wat ook de omstan- digheden zijn, vreugde of verdriet, ze mogen beleefd worden in het vertrouwen dat God alles ziet. Daarom behoren die omstandigheden de christen ook bij Hem te brengen in smeekgebed en lofprijzing. De derde vraag stelt ziekte aan de orde. Dit is iets anders dan het lijden door uitwendige oorzaken en helemaal verschillend van de genoemde vreugdevolle situatie (Davids, 192; anders Floor, 179). Laat de zieke dan de oudsten (ouderlingen) van de gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olie zalven in de naam des Heren.

Vervolgens komen er in Jakobus 5:15 drie beloften, die alle met ‘en’ beginnen: a. En het gelovige gebed zal de zieke gezond maken.

Page 77: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

b. En de Here zal hem oprichten. c. En als hij zonden heeft gedaan, zal hem vergeving geschonken worden. Daarna komt een toelichtende samenvatting in Jakobus 5:16a: Belijdt daarom elkaar uw zonden en bidt voor elkaar, opdat gij genezing ontvangt. Het centrale thema van deze verzen staat in Jakobus 5:16b: Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan ver- leend wordt. Daarna wordt dit geïllustreerd door Elia’s gebed om droogte en zijn gebed om regen.

3.2 Datering en bestemming De brief van Jakobus is geschreven door ‘de broeder des Heren’, bekend uit Handelingen 15, en is gericht aan ‘de twaalf stammen in de verstrooiing’. Ondanks alle twijfel aan dit auteurschap zijn er veel argumenten die daarvoor pleiten. Jakobus heeft aan het hoofd gestaan van de gemeente te Jeruzalem en is in 62 na Christus de marteldood gestorven. De brief als geheel wekt de indruk dat zij geschreven moet zijn vóór de apostel Paulus in zijn geschriften tegen het judaïsme stelling nam. Daarom kunnen we deze brief dateren voor de brieven van Pau- lus en wel voor het begin van de heidenzending omstreeks 44 na Chris- tus. Het is ook mogelijk dat die heidenzending net begonnen was, maar dan zal de brief toch vermoedelijk voor de bijeenkomst van de aposte- len in Handelingen 15, die in het jaar 49 plaatsvond, gedateerd moeten worden. Vermoedelijk hebben we met de brief van Jakobus het oudste document uit het Nieuwe Testament voor ons (Floor, 17; Kistemaker: rond 45; velen dateren in ieder geval vóór 62).

Wie zijn de geadresseerden? De brief is gericht aan ‘de twaalf stam- men in de verstrooiing’. Het gaat hier vermoedelijk om christenen uit de joden die vanwege de vervolging na de dood van Stefanus ver spreid wonen. Handelingen 8:1 heeft het over een verstrooiing over de streken van Judea en Samaria. In het Oude Testament heeft de uitdrukking ‘de twaalf stammen’ de betekenis van het nationale volk Israël in zijn geheel. Na de baby- lonische ballingschap heeft het twaalfstammenrijk in deze vorm op gehouden te bestaan. Waarschijnlijk werd er in de tijd van de brief van Jakobus nog geen zending onder de heidenen bedreven. Daarom is het aannemelijk dat Jakobus zich exclusief richt tot de joden bin- nen en eventueel ook buiten het land Israël; in het verband van de brief worden dan de christen-joden bedoeld. De uitdrukking ‘de twaalf stammen’ kan eventueel een omschrij- ving zijn van de kerk van het Nieuwe Testament bestaande uit chris- tenen uit de joden en de heidenen. De apostelen passen meer dan eens titels van het oudtestamentische Israël toe op de nieuwtestamentische kerk (bijv. 1 Petr. 2:9v.). Daarbij hoeft niet aangenomen te worden dat de toepassing van deze titel betekent dat de kerk gekomen is in

Page 78: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

plaats van het joodse volk (vgl. Paul, 1992). Op grond hiervan is aan te nemen dat Jakobus de benaming letterlijk, en eventueel daarnaast ook geestelijk bedoelt.In de vroegchristelijke kerk is er enige tijd getwijfeld aan het gezag van deze brief. Toch is op den duur de brief van Jakobus algemeen erkend en opgenomen in de canon van de kerk. Daarmee is de brief ook voor ons gezaghebbend geworden en kunnen wij ons niet ver- schuilen achter de veronderstelling dat wij als christenen uit de hei- denen niet gehouden zijn aan de voorschriften die voor christenen uit de joden geformuleerd zijn.

3.3 Oudsten van Jeruzalem? In geval van ziekte mag iemand de oudsten (ouderlingen) roepen voor gebed en zalving met olie. Het ligt het meest voor de hand dat hier mensen aangeduid worden in een officiële functie en niet slechts ouderen in leeftijd. Hier wordt een groep mensen bedoeld die de dagelijkse leiding had van de gemeente. De joodse synagoge had ook een raad van oudsten onder leiding van een voorzitter. Zij werden bevestigd in hun taak onder handoplegging. De vroegchristelijke ge- meenten stonden dicht bij de joodse traditie en organiseerden zich overeenkomstig deze traditie. De oudsten worden diverse keren ver meld in Handelingen en de pastorale brieven van Paulus. Ze worden meestal genoemd in het meervoud en vormen samen een ‘college’ (John, 53-55). In Jakobus 5 houdt dit in, dat een zieke mag vragen of de officiële vertegenwoordigers van de plaatselijke gemeente komen en in die hoedanigheid met hem bidden. Met de uitdrukking ‘onder u’, die hier voor de derde keer gebruikt wordt (Jak. 3:13; 4:1; 5:13, 14, 19), wordt een situatie in de gemeente bedoeld.

De bovenstaande uitleg is de meest gangbare. J. van Bruggen heeft echter in Ambten in de apostolische tijd (78-91) een andere opvatting verdedigd. L. Floor sluit zich in zijn commentaar op Jakobus daarbij aan. Omdat deze andere visie vérstrekkende gevolgen heeft voor ons onderwerp, is het nodig hierbij stil te staan. Volgens Van Bruggen wordt met ‘de oudsten’ een groep mensen bedoeld die in Jeruzalem een bijzondere positie innam. Zij nemen samen met de apostelen beslissingen die voor alle gemeenten van belang zijn (Hand. 15). Lucas vermeldt geen verkiezing van deze mensen en daarom is het aannemelijk dat zij een historisch bepaald gezag dragen. Ze vormen een groep mensen die het leven van Jezus hebben meegemaakt en Hem al volgden vóór Pinksteren. Te denken valt aan de 120 mensen van Handelingen 1:15 of de 500 broeders van 1 Korintiërs 15:6. Jakobus zal deze oudsten in Jeruzalem bedoelen en niet de plaatselijk gekozen ouderlingen. De gemeente waarbinnen die oudsten functioneren is de gemeente van Jeruzalem, verstrooid over Palestina. Tot op dat moment is dit de enige kerk. In Handelingen

Page 79: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

9:31 hebben veel handschriften het enkelvoud: ‘De gemeente dan door geheel Judea, Galilea en Samaria had vrede.’ Deze tekst ver- dient de voorkeur boven het meervoud dat bijvoorbeeld in de Statenvertaling staat. Wanneer de vroegere ooggetuigen bedoeld zijn, is het volgens Van Bruggen ook te begrijpen waarom zij zalven met olie. In Lucas 10:8-9 staat dat de zeventig uitgezonden leerlingen de zieken mogen gene zen. Bij de uitzending van de twaalf bleek al dat die genezing gepaard ging met het gebruik van zalfolie. Uit het slot van Marcus is op te maken dat de belofte van tekenen (ook van genezing) blijft gelden. Deze belofte is in het bijzonder van toepassing op de elf discipelen en de met hen verbonden oudsten. Deze wondermacht is later afgenomen en de praktijk van Jakobus 5:14, de zalving, is later vervallen omdat de ouderlingen in de zendingskerken niet dezelfde beloften en moge lijkheden hebben ontvangen als de oudste discipelen. De oudsten in de brieven van Paulus krijgen geen opdracht tot zalving.

Tot zover een weergave van de opvatting van Van Bruggen. Het lijkt mij echter dat er vrij veel bezwaren tegen deze visie zijn in te bren- gen. 1. Het vereist een opvallende redenering de zalving die door de twaalf discipelen verricht werd (Mar. 6) ook te laten gelden voor de 70/72, 120 en zelfs 500 broeders, maar dan halt te houden bij hun opvolgers. Als wij de opdracht tot zalving uitbreiden tot andere groe- pen, waarom dan alleen tot de ooggetuigen? Uit het slot van Marcus 16 is die beperking niet op te maken. 2. Waarom worden die ooggetuigen ‘oudsten’ genoemd? Uitgaan de van een vroege datering van de brief is er slechts tussen de tien en twintig jaar verstreken na het leven van Jezus op aarde. De term ‘discipelen’ in bredere zin, zoals die ook in de evangeliën voorkomt (Luc. 14:25-33), ligt dan meer voor de hand dan de benaming ‘oudsten’. 3. Het is vreemd om aan te nemen dat in het boek Handelingen de term ‘oudste’ op twee verschillende manieren gebruikt wordt door de christenen: de ene keer voor ooggetuigen met bijzondere gaven, de andere keer voor gekozen opzieners van een gemeente. In Handelin-gen 11:30; 15:2,4,6,22,23; 16:4 en 21:18 zijn de oudsten te Jeruza- lem bedoeld. In Handelingen 14:23 worden in elke gemeente oudsten aangewezen. Als zodanig worden in Handelingen 20:17 de oudsten van Efeze genoemd. Het lijkt er eerder op dat in alle gevallen de plaatselijke oudsten bedoeld zijn. 4. Uit de bovenstaande teksten blijkt ook dat de term ‘oudsten’ in de veronderstelde twee betekenissen gelijktijdig gebruikt wordt. Het is onjuist om ervan uit te gaan dat pas in een gemeente met gelovigen uit de heidenen oudsten gekozen worden. Waarom kan dit in een gemeente met joodse christenen niet vóór de zendingsreizen van Pau- lus hebben plaatsgevonden? En dus ook vóór het apostelconvent en de brief van Jakobus?

Page 80: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

5. De brief van Jakobus kan vermoedelijk gedateerd worden in de jaren veertig. In 1 Timoteüs 4:14; 5:17, 19 en Titus 1:5 worden geko- zen oudsten verondersteld. Deze ‘pastorale brieven’ worden meestal aan het einde van het leven van Paulus gedateerd (eind jaren vijftig, begin jaren zestig). Volgens Handelingen 14:23 worden oudsten ge kozen; dit gaat aan het apostelconvent vooraf. Dit betekent dat in de periode van eind jaren veertig tot begin jaren zestig het een gebruike- lijke procedure is om oudsten te kiezen. Toch moeten dan nog volop ooggetuigen in leven zijn geweest, want 1 Korintiërs 15 wordt meest al gedateerd rond het jaar 55. 6. Wanneer veel ooggetuigen in Galilea wonen, is het wonderlijk te veronderstellen dat ze zo’n speciale positie innemen in de gemeen- te te Jeruzalem. Het is veel aannemelijker dat ze in Galilea zelf ge- meenten gesticht hebben. 7. Het woord ‘oudste’ staat op diverse plaatsen parallel met ‘op ziener’ (bijv. in Hand. 20:17, 28 en Titus 1:5, 7). Daarmee wordt het plaatselijke toezicht op de gemeente aangegeven. Dit was geen nieuw verschijnsel, maar was ook in het jodendom aanwezig. In de synago- gen kende men een raad van oudsten of opzieners (Brown, deel 1, 199). 8. We kunnen dit punt nog verder uitwerken, want de structuur in de synagoge had te maken met de positie van de oudsten in het Oude Testament. Zij hielden toezicht op steden en dorpen (bijv. Deut. 21:19). Helaas besteedt Van Bruggen geen aandacht aan de oudtesta- mentische en joodse achtergrond van de term ‘oudsten’ als opzieners en beperkt hij deze term tot ‘oudere ooggetuigen’. Dat is te meer jammer omdat in Jakobus 2:2 voor ‘samenkomst’ in het Grieks het woord ‘synagoge’ gebruikt wordt!9. Een zieke moet ‘de oudsten’ roepen. Dit veronderstelt een be- paald college. Wanneer Van Bruggen gelijk heeft met een groep van meer dan vijfhonderd personen, ligt het meer voor de hand dat er zou staan ‘enkele oudsten’. 10. In zijn rede De tekst van hei Nieuwe Testament heeft Van Bruggen een indringend pleidooi gehouden om bij verschillen in handschriften vast te houden aan de meerderheidstekst. Het doet vreemd aan om te merken dat hij bij Handelingen 9:31 niet de meer- derheidslezing ‘gemeenten’ volgt, maar het enkelvoud. Floor bepleit zelfs nadrukkelijk het enkelvoud. Wanneer de meerderheidstekst ge- lijk heeft, en we hier ‘gemeenten’ moeten lezen, is het waarschijnlijk dat er ook ambtsdragers waren. Zelfs indien het enkelvoud beter is, kan gedacht worden aan ‘de kerk van Jezus Christus’ en behoeft dit een plaatselijke organisatie niet uit te sluiten. 11. Nog een bezwaar tegen de bovenstaande visie is kerkhisto- risch van aard. Zoals we gezien hebben heeft zalving een grote plaats ingenomen in de kerk in de loop der eeuwen. Het is duidelijk dat men het recht en charisma tot zalven niet beperkt heeft tot de ooggetuigen. Wanneer we dat wél doen, brengen we een onderscheid aan dat in de

Page 81: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

geschiedenis niet is aan te tonen. 12. Het takenpakket van een ouderling wordt in de brieven niet uitgebreid aan de orde gesteld. Het is daarom onjuist te stellen dat ziekenzalving niet bij de taak van een gewone ouderling behoort. Floor ziet echter een tegenstelling en schrijft: ‘In plaats van zich te beijveren voor de opbouw van de gemeente en de kudde van God te hoeden moeten ze de zieken zalven en voor hen en met hen bidden. Dit wekt de indruk dat het hier gaat om personen die de gave van gezondmaking ontvangen hebben.’ (p. 180) Het valt echter niet in te zien waarom ziekenbezoek niet behoort bij het hoeden van de ge- meente Gods! Inderdaad krijgen de oudsten in de brieven van Paulus geen opdracht tot zalving, maar dat is gezien de summiere omschrij- ving van hun taak niet verwonderlijk. 13. De uitdrukking ‘ouderlingen der gemeente’ komt alleen voor in Handelingen 20:17 en Jakobus 5:14. Het is aannemelijk dat in beide gevallen hetzelfde bedoeld is: de ouderlingen van de plaatselij- ke gemeente.

Op grond van het bovenstaande meen ik te moeten afwijken van de reconstructie van Van Bruggen. Ongetwijfeld zullen de oor- en oog- getuigen een belangrijke rol gespeeld hebben in de eerste gemeentenen is het aannemelijk dat een deel van hen gekozen zal zijn als oudste in een plaatselijke gemeente. Maar het is heel wat waarschijnlijker dat vanaf een vroeg stadium elke gemeente haar eigen oudsten heeft dan dat zij afhankelijk is van een uitstervende groep ooggetuigen, waarvan niet duidelijk is hoevelen dichtbij woonden.

Voor ons betekent het dat het voorschrift van Jakobus in algemene zin is geformuleerd en niet voorbehouden is aan de oor- en ooggetuigen van het leven van Jezus. Een zieke mag aan de plaatselijke ouderlin- gen vragen met hem te bidden en hem te zalven met olie. Dat in Marcus 16 de olie niet meer genoemd wordt, maar wel het opleggen van de handen ter genezing van ziekte, kan zijn omdat de handopleg ging vaker plaatsvond, maar uit de beknoptheid van formulering mag niet geconcludeerd worden dat de zalving met olie toen niet meer plaatsvond. In joodse kring was het gebruikelijk dat zieken bezocht werden (Floor, 183). De zieke moet er in dit geval zelf om vragen. Daarin komt ook naar voren hoe hij zijn situatie vanuit het geloof beleeft. Volgens Van Bruggen en Floor zijn speciaal begiftigde personen bedoeld, met het charisma van genezing. Wanneer hun identificatie met de oudsten te Jeruzalem onjuist is, vervalt ook deze aanname. In de vereisten voor het ouderlingschap wordt de gave der genezing niet genoemd. Daarom is het veel waarschijnlijker dat de ouderlingen die bij de zieke geroepen worden niet komen op grond van een eventuele individuele gave, maar op grond van de macht van een bepaalde functie in de kerk (Davids, 194).

Page 82: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

3.4 Schuldbelijdenis In dit bijbelgedeelte zijn zonde en ziekte met elkaar verbonden. Deze verbinding is op meer plaatsen in de Bijbel aanwezig, maar in andere gevallen is die samenhang er niet (bijv. in het boek Job). De man die lange tijd in Betesda gelegen heeft, krijgt de boodschap mee: zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkomt (Joh. 5:14). In dit geval is er dus een samenhang met een vroegere zonde. Wanneer echter de discipelen bij een blinde man automatisch veronderstellen dat deze man gezondigd heeft of dat zijn ouders dit gedaan hebben, krijgen zij te horen dat dit verband hier niet aanwezig is (Joh. 9:2-3). Jakobus stelt de mogelijkheid aan de orde dat iemand (speciale) zonden gedaan heeft. Het blijft echter een hypothetische zaak: ‘en als hij...’ Er kan ook vertaald worden met: ‘en zelfs indien hij’, of: ‘ook al’ (vgl. Joh. 8:14; 11:25). De constructie van de conditionele zin is opmerkelijk. Het perfectum (pepoièkoos) impliceert een daad uit het verleden waarvan het effect blijft (Davids, 194-5). We kunnen dus parafraseren: Indien hij in een situatie is van bedreven zonden, met gevolgen van blijvende aard, zal hij vergeving ontvangen. Waarschijnlijk zijn alleen bijzondere zonden bedoeld, die van een ernstiger karakter zijn dan waarover Jakobus in 3:2 schrijft: ‘Want wij struikelen allen in velerlei opzicht.’ Het zal de taak zijn van de ouderlingen om hiernaar te informeren. De zieke behoort zichzelf te onderzoeken, om te zien of er ‘een schadelijke/heilloze weg’ bij hem is (Ps. 139:24). God kan een periode van ziekte gebruiken, zodat de zieke tot zelfonderzoek komt en om genade smeekt (Deut. 28:22, 27; 30:1,2; Jes. 38:17; 1 Kor. 11:30). De meest voor de hand liggende volgorde is, dat de zieke eerst zijn zonden belijdt en dat daarna gebed en zalving volgen. In Jakobus 5:16 staat: ‘Belijdt daarom elkander uw zonden.’ Door het woord ‘daarom’ wordt een oorzakelijk verband aangegeven. Het belijden geschiedt ‘aan elkaar’ en in dit verband zal de zieke dit doen tegenover de ambtsdragers. Toch is het ook mogelijk dat de ambtsdra- gers zaken tegenover de zieke te belijden hebben voordat zij met vol macht van Godswege het gebed uitspreken en de zalving toedienen. De zelfbeproeving die wij kennen rond het Heilig Avondmaal (1 Kor. 11:28) is ook van toepassing bij ziekte. Daarbij kan het nodig zijn dat onderlinge grieven beleden en ook vergeven worden (Kol. 3:13). in de Didachè, ook wel genoemd het Onderwijs van de Twaalf Apostelen, waarschijnlijk stammend uit 100 à 125 na Christus, staat: ‘Belijd in de gemeente uw zonden en begeef u tot het gebed met een rein geweten. Dat is de weg naar het leven.’ (4,14) Verderop staat: ‘Op de dag des Heren zult u samenkomen, het brood breken en dankzeggen na openlijk uw zonden beleden te hebben, opdat uw offer rein mag zijn.’ (14, 1; vgl. Klijn, deel 2) De belijdenis van schuld is nodig voor persoonlijke vergeving, maar ook voor de reiniging van de gemeenschap. In het Oude Testa- ment berokkent de zonde van de dief Achan veel schade aan het volk Israël (Joz. 7) en de verkeerde houding van met name de rijken heeft

Page 83: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

in de gemeente van Korinte het gevolg dat er veel zieken en zwakken zijn, en dat velen sterven (1 Kor. 11:30-32). De algemene bewoordingen in Jakobus 5:16 geven aan dat schuld belijdenis ten opzichte van elkaar niet beperkt is tot een situatie van ziekte. Het behoort een algemene regel te zijn in de gemeente.

3.5 Vergeving We kunnen de vraag stellen hoe de zieke vergeving ontvangt. Mag hij vertrouwen op de belofte die hier verwoord is? Spreken de ouderlin- gen hierover iets uit? In ieder geval mogen we denken aan het uitspreken van beloften van vergeving voor ieder die zijn zonden belijdt, zoals in 1 Johannes 1:9 staat: ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en recht vaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.’ In Jakobus 5 is alleen sprake van gebed door de ouderlingen. In dat gebed mogen zij vragen om vergeving van zonden en de belofte staat hier dat dit ook gebeuren zal. Origenes citeert deze tekst om de vergeving van zonden door berouw te onderwijzen. Chrysostomus gebruikt deze tekst voor het geloof dat een priester de macht heeft zonden te vergeven (zie par. V.2.3). Hier komen we op het terrein van de absolutie: het toezeggen van de vergeving der zonden. De rabbijnen spraken reeds over ‘sleu- telmacht’ en Jezus geeft deze macht aan de apostelen in Matteüs 18:18 en Johannes 20:23. Het is opmerkelijk dat de reformatoren aan dit toezeggen van de vergeving der zonden vastgehouden hebben. De Reformatie is opge- komen naar aanleiding van Luthers protest tegen de verwording van het aflaatsysteem, waardoor de biecht van haar kracht werd beroofd. Voor Luther is de biecht met haar schuldbelijdenis en genadeverkon- diging een troostrijke zaak en een belichaming van Wet en evangelie. Luther hecht daar grote waarde aan voor zijn eigen geloofsleven. Die biecht behoeft niet bij een priester gedaan te worden, maar kan ook bij andere gelovigen plaatsvinden. In de persoonlijke vertwijfeling van de zondaar heeft een mens het nodig te horen dat God hem toch liefheeft en dat moet hem persoonlijk worden toegesproken. Dan is het geschreven Woord niet genoeg en een preek in de gemeente ook niet; dan kunnen zelfs het Avondmaal en de Doop het niet zo zeggen als de absolutie. In de biecht en absolutie wordt het evangelie het duidelijkst gerealiseerd. Daarom noemt Luther haar vaak een sacrament. Hij geeft die naam niet alleen aan Doop en Avondmaal, maar ook aan het gebed en de prediking. ‘Aan wie zult ge uw gebreken klagen dan aan God? Waar kunt ge Hem echter vinden, dan in uw broeder?’ Hier moet de ene gelovige de andere ‘tot een Christus worden’ (Kooiman, 155-159). De zondaar mag het woord van vergeving geloven: ‘Wanneer ge de troost van de absolutie hoort, neem die dan met vreugde en dank zegging aan, als hoordet ge die van Christus zelf. Ge kunt vrolijk zeggen: Ik heb een mens met mij horen spreken en mij horen troos- ten. Wat zijn persoon betreft, zou ik geneigd zijn, geen woord van

Page 84: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

hem te geloven. Ik geloof echter mijn Heer Jezus Christus, die zulk een rijk van genade en vergeving van zonden gesticht heeft en de mensen zulk een macht gegeven heeft, dat ze in Zijn Naam (de mens) de zonden vergeven en behouden mogen.’ (Riemers, 42) Calvijn laat in zijn Straatsburgse Dienstboek de belijdenis van zonden in de kerkdienst volgen door de absolutie met de volgende woorden: ‘Een ieder van u erkenne zich oprecht als zondaar, zich vernederend voor God, en gelove dat de hemelse Vader hem in Jezus Christus genadig wil zijn. Aan ieder van hen, die op deze manier berouw hebben en Jezus Christus tot hun behoud zoeken, verkondig ik vergeving in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, amen.’ (Brienen, 190) Vanuit Jakobus 5:15 is niet geheel duidelijk hoe de praktijk was in die tijd. De nadruk ligt op het gebed en op de belofte van Gods kant dat degene die belijdt, vergeving zal ontvangen. Het is ook mogelijk Jakobus 5:l6a in die richting te interpreteren. Voor de uitdrukking ‘opdat gij genezing ontvangt’ staat in het Grieks een vorm van het werkwoord iaomai, een medische term die in het Nieuwe Testament ook wel gebruikt wordt voor vergeving van zonden. Er mag gerekend worden op herstel van geestelijke krachten (Mat. 13:15 en Heb. 12:13). In het verband van de tekst zal echter voornamelijk genezing bedoeld zijn.

3.6 De naam des Heren De zalving vindt plaats ‘in de naam des Heren’. Het is waarschijnlijk dat hiermee de naam van Jezus bedoeld wordt. Uit teksten als Marcus 9:38, 16:17, Handelingen 3:6 en 19:13 blijkt dat volgelingen van Jezus genezingswonderen verrichten in de naam van de Here Jezus. Volgens M. Dibelius betekent deze formule dat exorcisme bedreven wordt, maar deze conclusie is niet nodig (John, 56). De uitdrukking ‘in de naam van iemand’ betekent: met het gezag of de autoriteit van iemand. Uit Handelingen 1:1 en 3:16 blijkt dat de verhoogde Christus vanuit de hemel deze wonderen verricht. We kun- nen daarom aannemen dat in Jakobus 5 bedoeld wordt: in zijn tegen- woordigheid en door zijn kracht. De zalving in de naam des Heren betekent ook dat de vergeving en genezing slechts kunnen plaatsvinden op grond van het offer op Golgotha. De middeleeuwse Beda betrekt in zijn commentaar ‘in de naam des Heren’ op de olie, en meent dat op deze manier aangegeven wordt dat de olie vooraf gezegend wordt in de naam des Heren voor het doel van de zalving (zie par. V.3.1; John, 55). Er is echter geen bewijs dat olie op deze manier gezegend werd voor de vroege derde eeuw. De betekenis die Beda hier geeft kan niet ontleend worden aan het Grieks.

3.7 Welk soort ziekte? Zoals bekend beperkte de Rooms-Katholieke Kerk de toediening van het laatste oliesel tot een doodzieke of stervende. De tekst geeft dit

Page 85: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

echter niet aan. Wel is de persoon die Jakobus op het oog heeft ernstig ziek, want hij is niet in staat naar de ouderlingen te gaan, maar zij moeten naar hem komen. Het woord voor ‘ziek’ in Jakobus 5:14 (astheneoo) is neutraal. Soms wordt het gebruikt voor een dodelijke ziekte, maar het kan ook een ruimere betekenis hebben: zwak zijn, ziek zijn. Het woord ‘redden’ (sooizoo) in Jakobus 5:15 impliceert herstel van een serieuze (maar niet noodzakelijk dodelijke) ziekte. Het komt vaak voor in de genezingswonderen in de evangeliën. Soms betekent het redding in een levensgevaarlijke situatie. Het is ook het gewone woord voor redding in een puur geestelijke betekenis: zalig worden. Jakobus gebruikt het in die laatste betekenis maar liefst vier keer: Jakobus 1:21; 2:14; 4:12 en 5:20. Op die plaatsen heeft het woord eschatologische betekenis in de zin van redden van het gericht en geven van een eeuwige verlossing. Het woord voor zieke in Jakobus 5:15 (van kamnoo) is veel ster- ker dan het gebruikelijke astheneoo in Jakobus 5:14. De fundamente- le betekenis is hier: fysieke uitputting of zwakte. Het woord wordt volop gebruikt om aan te geven: ziek buiten hoop, wegkwijnen; zelfs kan het ‘dood’ betekenen. De oorzaak van krachteloosheid kan zowel fysiek als psychisch zijn. K.J. Kraan protesteert dat de Nieuwe Verta- ling hier ‘lijder’ heeft vertaald, want dit geeft ten onrechte de gedach- te dat hier ‘lijden om Christus’ wil bedoeld is (vgl. Heb. 12:3 en Op. 2:3; Kraan, 1974, 64-65, 496, noot 17). Het woord ‘oprichten’ (egeiroo) in Jakobus 5:15 is ambivalent. Het kan eenvoudig betekenen ‘oprichten van het ziekbed’ (Mar. 1:31), maar wordt in het Nieuwe Testament ook vaak gebruikt voor opstan- ding uit de dood. Er is daarom een tamelijk opmerkelijke en diepgaande ambiva- lentie in de belofte. Deze kan betekenen: het gelovig gebed zal de zieke genezen en de Here zal hem herstellen. Maar de uitdrukkingen op zich kunnen ook betekenen: het gelovig gebed zal de dodelijk zieke (of: de dode) de zaligheid geven en de Here zal hem uit de dood opwekken. Vanuit het verband verdient de eerste opvatting de voorkeur. Maar het is en blijft opvallend dat woorden gebruikt worden die een andere betekenis kunnen hebben. We kunnen ons afvragen of de auteur niet bewust deze dubbelzinnigheid heeft aangebracht. De gewone ver- wachting mag genezing zijn. Maar het is goed denkbaar dat Jakobus situaties heeft meegemaakt waarin geen lichamelijke genezing plaats vond en dat de patiënt stierf. In dat geval mag volkomen genezing door de dood heen verwacht worden (John, 58-59).

Oudere rooms-katholieke commentaren vatten egeiroo hier op als ‘vertroosten, sterken’, namelijk om patiënten te helpen bij de voorbe- reiding op de dood. Dit had te maken met de vertaling van de Vulgata, waar alleviabit stond in plaats van allevabit. In de editie van 1970 is dit overigens veranderd (Gerkema, 35). In vers 15 staat in de Vulgata,

Page 86: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

salvo als vertaling van het Griekse sooizoo, terwijl curo of sano beter zou zijn. Door deze eenzijdige vertaling konden in de Middeleeuwen gemakkelijk misverstanden ontstaan (Maddocks, 88).

Diverse geleerden (Armerding, Hayden) zijn van mening dat het in deze perikoop gaat over iemand die in geestelijke nood verkeert van wege zijn strijd tegen de zonde. Er is een geestelijke ongesteldheid en geen lichamelijke ziekte. Dit lijkt mij echter niet juist. Het werkwoord iaomai betekent (afgezien van bepaalde citaten uit het Oude Testament) altijd fysieke genezing in het Nieuwe Testament. Ook de andere woorden wijzen vooral in de richting van lichamelijke ziekte en herstel (vgl. Storms, 111). Merkwaardig genoeg ontleent Floor aan het feit dat met olie gezalfd werd een dwingend argument om te denken aan lichamelijke ziekte (180). In ons historisch overzicht bleek echter dat zalfolie niet tot die situaties beperkt bleef.

Soms wordt de volgende positie verdedigd: In het speciale geval dat de ziekte of het niet-genezen in verband staat met concrete, persoon- lijke zonde van de gelovige, geldt de speciale belofte: de Here zal hem oprichten. In alle andere gevallen blijft gelden: Uw wil geschie- de. De oudsten moeten geestelijk onderscheidingsvermogen hebben om dit te onderkennen. De formuleringen in Jakobus zijn echter ruimer. Het is mogelijk dat de ziekte te maken heeft met een vroegere zonde, maar het hoeft niet. De bede ‘Uw wil geschiede’ komt verderop nog ter sprake, waar uiteengezet zal worden dat hier een onjuiste tegenstelling gemaakt wordt (par. VII.1.4).

Samenvattend kunnen we zeggen dat ernstige lichamelijke ziekten bedoeld zijn. De formuleringen zijn echter zodanig algemeen dat geen afgebakende groep ziekten bedoeld wordt en dat ook psychische en geestelijke nood hierbij inbegrepen kunnen zijn.

4 Zalving met olie

4.1 De betekenis van de olie Zalfolie werd in de tijd van het Nieuwe Testament alom gebruikt als medisch middel. De rabbijnen bevalen het aan ter bestrijding van spierpijn, huidaandoeningen, hoofdpijn en wonden. In Lucas 10:34 gebruikt de barmhartige Samaritaan olie en wijn ter verzachting van de wonden. Het gebruik van olie is als zodanig een natuurlijke zaak, waarbij de gebruiker gebeden kan hebben om Gods zegen over de behandeling. Veel exegeten gaan daarom uit van de betekenis die olie had als geneesmiddel en zien dan in het gebruik door de discipelen een heenwijzing naar medicijnen die door God gezegend worden. E. Böhl schrijft: ‘De beteekenis is eenvoudig deze: het eenvou- digste geneesmiddel, onder gebed aangewend, doet onder de handen der Apostelen wonderen; zij brengen niet, zoals Jesus gewoonlijk

Page 87: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

doet, de gezondheid, doch de genezing is verborgen onder het mid del, dat, met gebed aangewend, zijne werking blijkt te hebben.’ (86; idem Warfield, 171) In het verzamelwerk van Patrik, Polus en Wels staat echter bij de uitleg van Marcus 6:13 een andere mening (van Gill en Whitby): van Christus bevolen, als een uiterlijk teken van de genezing, maar niet als een geneesmiddel; ‘anders zou er geen wonderwerk in geweest zyn.’ Want olie, hoewel ze in vele gevallen van nut is, is geen alge- meen geneesmiddel, en goed voor allen; en de apostelen waren door Christus niet onderwezen in de ‘geneeskonst’, maar met buitengewo- ne gaven toegerust om lichamelijke ziekte te genezen. Waarom dit teken? ‘Het kan betekend hebben dat zy gezonden waren van Christus den gezalfden, die gezalfd was met olie der vreug- de, boven zyne medegenoten (Ps. 45:8); het kan als een zinnebeeld geweest zyn van de genade des heiligen Geests, welke dikwyls verge- leken wordt by olie, welken zy zelven in eene ruime mate bezaten, en door de bedieninge van het euangeli medegedeeld werd; en het kan eenige beduidenis gehad hebben aangaande het euangeli zelf, dat licht en vreugde aanbrengt, genezinge en vertroostinge, voor de zie- len der menschen, waar van zy de gezegende boodschappers waren.’ (deel 12/2, p. 68) In het verlengde hiervan vatten exegeten de handeling op als een sacrament, ook al is men dan soms van mening dat dit sacrament beperkt was tot de eerste eeuw (Calvijn). Van Bruggen stelt dat de discipelen in Marcus 6 niet door bevel genezen, maar door gebed. Zij bemiddelen voor Jezus, de Genezer van mensen. ‘De zalving met olie is hier zeker een sacrament van Christus voor zieken.’ (1988, 134) J. Lightfoot heeft enige eeuwen geleden een derde opvatting ver- dedigd: ‘Omdat dit de bijgelovige gewoonte was (onder de joden), om sommige zieken met olie te zalven en bij deze zalving bezwerin- gen uit te spreken om de duivelen uit te drijven, en omdat de apostel erkent dat de geneeskrachtige olie een gewoon en goed geneesmiddel was (...), wijst hun toch een betere weg, namelijk om de ouderlingen of dienaren van de gemeente te roepen om bij de helende zalving met olie godzalige en ernstige gebeden te voegen. Hij is van mening dat dit veel gepaster en troostrijker is dan alle bezweringen en toverfor- mules en dat dit aan te bevelen is voor christenen.’ (citaat bij War- field, 303, die het hier niet mee eens is) In onze tijd verdedigt W. Brunotte de mogelijkheid dat het zalven door de discipelen en de ouderlingen zijn oorsprong vindt in de prak- tijk van het exorcisme. ‘Zalven is een symbolische handeling waar door demonen uitgeworpen worden.’ (in Brown, deel 1, 121)

Om goed te kunnen kiezen uit de genoemde mogelijkheden, is het nodig na te gaan hoe olie als medicijn in de eerste eeuw functioneer- de. Dan valt op, dat olie alleen voor uitwendig gebruik was. De huid werd ingewreven met olie en wonden werden op die manier verzacht. in geval van keelpijn kon de olie ook worden ingenomen (Dalman,

Page 88: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

260-263). Het is echter onjuist aan te nemen dat de olie een genees- middel was in geval van ernstige ziekte. Wanneer we deze lijn volgen komen we tot de volgende conclusie: de discipelen gaan op weg met een zeer simpel geneesmiddel en genezen hiermee ernstige zieken. Het is echter duidelijk dat hier meer aan de hand is. Wanneer we de tekst van Jakobus erbij betrekken, valt op dat de ouderlingen van de gemeente moeten komen. Omdat ze komen als ambtsdragers is het onwaarschijnlijk dat ze een ‘huismiddeltje’ als medicijn toedienen. In deze context heeft olie eerder een godsdienstige betekenis. Hoe zit het met het magische gebruik? Olie werd inderdaad ge- bruikt in de meer expliciet bovennatuurlijke en exorcistische behan- delingen. Diverse voorbeelden in de joodse intertestamentaire litera- tuur schrijven rituele zalving voor om demonen te verdrijven, en als deel van procedures ter genezing en bevrijding van de betoverden. In het zogenoemde Testament van Salomo (dat ongeveer in de eerste eeuw ontstaan is) zegt een demon: ‘Ik word Rhyx Physikoreth ge- noemd. Ik breng langdurige ziekten. Wanneer iemand zout doet in olijfolie en daarmee zijn zieke lichaam inwrijft, zeggend “Cherubim, Serafim, help”, dan vertrek ik onmiddellijk.’ (18, 34; John, 50) Het lijkt mij echter onjuist om vanuit deze achtergrond de zalving door de discipelen te verklaren. Zoals gezegd maakt G. Vermes on- derscheid tussen twee soorten genezers (par. VI.2). De wonderen van Jezus en de discipelen zijn van een andere orde dan de genezingen door toverformules en magische rituelen.

We doen er beter aan de godsdienstige achtergrond van olie na te gaan in het Oude Testament, om van daaruit de betekenis te bepalen. In Leviticus 14 staat dat een genezen melaatse naar de priester moet gaan. De priester strijkt eerst bloed, dan olie op bepaalde lichaamsde- len. Er vindt verzoening plaats door het offer en de genezen persoon mag weer functioneren binnen de samenleving. Het bloed is symbool van de verzoening en de olie is mogelijk teken van toewijding en heiliging (Waelkens, 1996, 52). Het is ook mogelijk dat de olie de band aangeeft tussen God, priester en offeraar (Wenham, 211), maar ook vanuit die duiding komen we in de buurt van de toewijding. In Leviticus 21 komen we zalving van priesters tegen. Deze zalving met olie zet de ontvanger apart van de omstandigheden van het dagelijkse leven door een speciale relatie tussen hem en God. ‘De wijding van de zalfolie van zijn God is op hem.’ (vs. 12) Ook bij de zalving van koningen kunnen we denken aan deze betekenis van de olie: apart zetten tot een bepaalde dienst. Toch valt er meer te zeggen over de zalving van koningen, want bepaalde ge- deelten verbinden olie direct met de werking van de Geest. In 1 Sa- muël 10:1 wordt Saul met olie gezalfd en de Geest des Heren komt over hem (Sam. 10:6). 1 Samuël 16:13 maakt duidelijk dat de Geest des Heren op David was vanaf het moment van zalving. In 2 Samuël 23:1-2 wordt ‘de gezalfde van Jakobs God’ verduidelijkt met de woor- den ‘De Geest des Heren spreekt door mij’. Die samenhang komt ook

Page 89: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

naar voren in Jesaja 61:1 ‘De Geest des HEREN Heren is op mij, omdat de HERE mij gezalfd heeft’. Waarschijnlijk is het woord zal- ving hier figuurlijk gebruikt. In ieder geval wordt de gave van de Geest verbonden met de zalving. In Zacharia 4:2-6, in het nachtge- zicht dat handelt over een kandelaar met olijfbomen, geldt de olie als symbool van de Geest. In Jesaja 45:1 wordt de heidense koning Kores (Cyrus) een ge- zalfde genoemd. Dit woord zal gebruikt zijn in verband met zijn speciale opdracht. Naast deze godsdienstige betekenis van zalven komen we in het Oude Testament regelmatig olie tegen voor lichaamsverzorging (Deut. 28:40; Ez. 16:9). Zalving kan een teken zijn van vreugde (Ps. 23:5), waarvan men zich onthoudt in dagen van rouw (2 Sam. 12:20; 14:2). Samengevat: in godsdienstig opzicht betekent de zalving in het Oude Testament een toewijding aan God, waarbij men soms een spe- ciale opdracht ontvangt of een aanstelling in een ambt. Diverse ge- deelten maken duidelijk dat de olie een symbool is van de inwoning of kracht van de Geest des Heren. In algemene zin is olie een bron van vitaliteit en leven. Op grond hiervan kan in Marcus 6 en Jakobus 5 gedacht worden aan de zalving met olie als symbool van toewijding van de zieke aan God en aan het werk van de Heilige Geest.

4.2 Aleiphoo en chrioo Er zijn echter exegeten die tegen bovenstaande conclusie bezwaar aantekenen, omdat in het Nieuwe Testament onderscheid gemaakt wordt tussen het werkwoord aleiphoo, dat altijd een letterlijke zalving aangeeft (en ook in Marcus 6:13 en Jakobus 5:14 gebruikt wordt), en het werkwoord chrioo, dat een symbolisch gebruik aan geeft. De eerste term wordt gebruikt als Jezus letterlijk gezalfd wordt (Luc. 7:38). In de Bergrede noemt Hij het zalven van het hoofd en het wassen van het gezicht bij het vasten (Mat. 6:17). Daarentegen wordt chrioo gebruikt in symbolische zin, waarbij meer de geestelijke aspecten naar voren komen, in het bijzonder de zalving met de Geest of de uitstorting van de Geest. Het Hebreeuwse woord mashach wordt gewoonlijk op deze manier vertaald. Hiervan is afgeleid: Messias, Gezalfde, Christus. Christus werd gezalfd met de Heilige Geest en met kracht (Hand. 10:38) bij de doop in de Jordaan. Het is de zalving met de Geest van de langverwachte Mes- sias (Jes. 11:1-9). Van de gelovigen wordt in 1 Johannes 2:20 gezegd dat zij de zalving van de Heilige hebben (zie ook Joh. 2:27). Vermoe- delijk is hier geen letterlijke zalving met olie bedoeld, maar wordt de zalving als symbool van de Heilige Geest gebruikt. Volgens 2 Korin- tiërs 1:21-22 heeft God de gelovigen gezalfd en de Geest gegeven tot onderpand. Op grond hiervan beschouwt C.A.E. Groot (17) de zalving van zieken als teken van vreugde. J.C. Sikkel (220) denkt eerder aan zalving als teken van gemeenschap, liefde en verering. K.J. Kraan

Page 90: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

noemt onder andere het aspect van de verkwikking en denkt ook aan het feestelijke karakter van de zalving (1974, 50). Het is echter de vraag of de werkwoorden voor zalven zo’n ver- schillende betekenis hebben. Het woord aleiphoo wordt in de Septua- ginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, in religieus-symbolische betekenis gebruikt in Genesis 31:13; Exodus 40:13 en Numeri 3:3 (Floor, 183-184). A. Waelkens schrijft na uitvoerige woordstudie: ‘Dat de Heer oliezalving als concrete expressie van Zijn genezingskracht neemt, heeft vermoedelijk te maken met het feit dat het zowel in Oude Testament als Nieuwe Testament het symbool bij uitstek is voor Zijn Geest.’ (1996, 56) Op grond van het bovenstaande acht ik de nadruk op de zalving als teken van vreugde niet voldoende, al mag dit aspect wel doorklin- ken. De zalving was een teken van afzondering en toewijding aan God. Daarbij is het de Heilige Geest die genezend en helend werkt. Het is typerend dat de discipelen en later de ouderlingen de olie gebruiken en niet de zieken zelf of hun familieleden. Daarom is er een duidelijk godsdienstige betekenis van deze symbolische hande- ling. Wanneer we daarbij denken aan afzondering tot dienstbetoon en het werk van de Heilige Geest worden we door de latere traditie daarin bevestigd. De zalving met olie bij de doop heeft te maken met de doop van Jezus in de Jordaan. Zoals Hij met de Heilige Geest gedoopt is, zo zijn wij ook gedoopt en gezalfd tot christenen (Halli- burton, 78). Op grond van het bovenstaande mogen we de conclusie trekken dat de ouderlingen geroepen worden bij de zieke om te spreken over schuldbelijdenis. Zij mogen bidden voor de zieke (zoals we in het volgende hoofdstuk bespreken) en zij mogen hem met olie zalven. Hiermee brengen zij de patiënt bij God en verwachten dat Hij door zijn Geest helend zal werken.

Page 91: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

VII Gebed en handoplegging

1 Gebed

1.1 Drie vormen van gebed Jakobus noemt in het laatste hoofdstuk van zijn brief zeven keer het gebed. Het gebed neemt voor hem een zeer belangrijke plaats in. In zijn algemeenheid geldt: Heeft iemand leed te dragen? Laat hem bidden (Jak. 5:13). Dit is het persoonlijke gebed. In geval van ziekte mag iemand ook vragen of de ouderlingen bij hem komen en over hem een gebed uitspreken (Jak. 5:14). We zullen hier moeten denken aan de voorbede van een paar ambtsdragers bij een zieke thuis. Jakobus 5:16 noemt de belijdenis van schuld en het bidden voor elkaar. Vermoedelijk moet hierbij eerst gedacht worden aan de con- text van het bezoek van de ouderlingen bij een zieke. Maar de be-woordingen zijn zodanig dat we het ook algemener mogen opvatten: de voorbede voor elkaar in de gemeente van Christus. De zieke heeft deze voorbede van de gemeente nodig. Daarin komt de verbonden- heid met elkaar naar voren. Als één lid lijdt, lijden alle leden mee. De ouderlingen hebben die voorbede nodig om het gelovige gebed te kunnen bidden. Volgens L. Floor gaat de schrijver in Jakobus 5:16 van het bijzon- dere naar het algemene. Jakobus spreekt nu niet meer over de ouder- lingen en hun taak in de gemeente, maar hij richt zich tot de leden van de gemeente. Hieruit blijkt, dat het bijzondere ambt het ambt van de gelovigen niet overbodig maakt. De leden van de gemeente worden niet uitgeschakeld maar juist ingeschakeld bij de taak die aan de ambtsdragers is toebedeeld (187). J .B. Adamson legt iets meer na druk op de samenhang met het vorige vers. In dit bijbelgedeelte kunnen we drie cirkels onderscheiden: het per- soonlijke gebed, de voorbede in kleine kring en de voorbede in de kring van de gemeente. Jakobus verwacht hier veel van: het gelovige gebed zal de lijder (beter: de zieke) gezond maken (Jak. 5:15) en het gebed (deèsis, smeekgebed) van een rechtvaardige vermag veel (Jak. 5:16). Tot slot vermeldt hij twee gebeden van Elia als voorbeeld van een ge bed dat veel vermag, een gebed om droogte en een gebed om regen.

Niet in iedere situatie van ziekte zal het wenselijk zijn dat zalving met olie plaatsvindt. De voorname plaats die in dit gedeelte aan het gebed ingeruimd wordt, geeft aan dat hier de nadruk moet liggen. Jakobus begint zijn brief in Jakobus 1:5-6 ook met het gebed: iemand die wijsheid te kort komt mag God vragen om die te schenken, maar dat moet dan wel in geloof gevraagd worden, niet twijfelend. Zo begint en eindigt Jakobus zijn brief met het gebed. De stijifiguur van de inciusio of omsluiting, waar het einde aanknoopt bij het begin, toont dat hier de hoofdzaak aan de orde is.

Page 92: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

1.2 Het gelovige gebed In Jakobus 5:15 staat de uitdrukking ‘het gelovige gebed’. Wat wordt daarmee bedoeld? Letterlijk staat er ‘het gebed des geloofs’. Net zoals ‘de berg der heiligheid’ betekent ‘de heilige berg’ en ‘de man des bedrogs’ inhoudt ‘de bedrieglijke man’, mogen we deze uitdruk- king opvatten als ‘het gelovige gebed’. De genitief geeft de kwaliteit van het gebed aan. Het gaat hier over een gebed waarin vertrouwen op God uitgesproken wordt en dat voortvloeit uit de toewijding aan Hem. Alleen zulke gebeden zijn effectief (Davids, 194). Vanuit de rest van de brief van Jakobus is het mogelijk iets verder te komen. Hierboven werd al gewezen op Jakobus 1:6, waar de weg van het gebed gewezen wordt om wijsheid te ontvangen. ‘Maar hij moet bidden in geloof, in geen enkel opzicht twijfelende, want wie twijfelt, gelijkt op een golf der zee, die door de wind aangedreven en opgejaagd wordt. Want zulk een mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ontvangen, innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen.’ (Jak. 1:7-8) We horen hier Jezus’ woorden naklinken die in Matteüs 21:21-22 staan: in het geloof, niet twijfelend, kan tot een berg gezegd worden dat hij in de zee geworpen zal worden. ‘En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.’ Wie de brief in zijn geheel neemt, bemerkt keer op keer de aan- sporing van Jakobus dat het geloof door zal werken op alle terreinen van het leven. Hij uit zijn verlangen dat de gemeenteleden ‘volkomen en onberispelijk’ zijn en in niets te kort schieten (Jak. 1:4). In de gemeenten dreigde een zekere ‘dubbelhartigheid’ (vgl. Ps. 12:3). Dan kan iemand wel bidden, maar zijn hart is met andere (aardse) zaken bezig. Zo’n mens moet niet menen, dat hij iets van de Here zal ont- vangen. Het geloof houdt in: zich toevertrouwen aan God zelf. Aan Hem ‘die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt’ (Jak. 1:5). Het geloof richt zich dus in de eerste plaats op de Gever en op zijn belof- ten. Daar ligt de grond van de zekerheid. God geeft niet alles wat wij vragen, maar er zijn zaken die wij mogen vragen op grond van Wie Hij zelf is, en die Hij ook zeker geven zal. Het geloof richt zich hierop. ‘En zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.’ (Hebr. 11:6) Dit kan ons te hoog gegrepen lijken. Dan is het goed aan Abraham te denken, de vader der gelovigen. Zijn geloof was niet altijd even sterk; hij kende momenten van twijfel. Toch ontving Abraham de belofte van God en God zegende hem. Jakobus bedoelt niet de per- soon die strijdt met zijn eigen twijfels, maar iemand die dubbelhartig is, waaruit fundamentele twijfel aan God blijkt. Iemand die meent geen wijsheid nodig te hebben en slechts met een deel van zijn per- soonlijkheid bidt. De vader van een maanzieke jongen riep: ‘Ik geloof, kom mijn ongelovigheid te hulp!’ Dat was genoeg en Jezus verhoorde dit gelo- vige gebed (Mar. 9:24).

Page 93: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Bij het gebed om wijsheid kunnen we denken aan het gebed van Salomo (1 Kon. 3). Die wijsheid was nodig om de taak te verrichten die God hem oplegde. Dat gebed was goed in Gods oog. Daarmee is het belang van de doelstelling van ons gebed aangegeven: vragen wij vooral voor onszelf of is het doel dat we zullen leven in wijsheid tot Gods eer?

Jakobus noemt in Jakobus 4:2-3 opnieuw het gebed. In dat verband vermeldt hij de onderlinge ruzies die de mensen zo in beslag nemen dat er weinig gebeden wordt: ‘Gij hebt niets, omdat gij niet bidt.’ Het is ook mogelijk dat men wel bidt, maar dan ontvangen zij niet, ‘door dat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen’. Wie bidt om eigen begeerten na te jagen, en daarmee dwaas is in plaats van wijs, hoeft niet te rekenen op verhoring van het gebed. Aan het einde van de brief noemt Jakobus twee gebeden van Elia (Jak. 5:17-18). Deze profeet kan door ons op een voetstuk geplaatst worden, maar hij was ‘slechts een mens zoals wij’. Zijn gebed om droogte werd verhoord, evenals zijn gebed om regen. Over het eerste gebed weten wij vanuit de Bijbel niets naders te vertellen. Het tweede gebed is duidelijk verankerd in Gods belofte. ‘Ga heen, ver- toon u aan Achab, want Ik wil regen op de aardbodem geven.’ (1 Kon. 18:1) Al deze uitspraken over het gebed samenvattend, kunnen we zeg- gen dat het gelovige gebed zich richt op de belovende God. Om te kunnen bidden in geloof is het nodig eerst God te kennen om te weten wat wij aan Hem hebben. We mogen bidden om zaken die Hij beloofd heeft. Daarbij is de intentie van ons hart van het grootste belang: gaat het om een leven in wijsheid en toewijding aan God of gaat het slechts om eigen genoegens? Straks zullen we nog het woord ‘recht vaardige’ onderzoeken. Op dit moment is het voldoende om te zeggen dat de bidder ‘recht tegenover God’ behoort te staan. Met het gelovi- ge gebed wordt niet bedoeld het volmaakte gebed zonder gebreken, maar het gebed waarin wij ons toevertrouwen aan de Here, opdat Hij zijn werk zal doen. Zo mag er ook voor zieken gebeden worden.

Vanuit de ervaring dat niet alle zieken waarvoor wij bidden genezen, rijzen hier veel vragen. Om hier goed op in te gaan, laten we eerst enige mensen aan het woord die verder willen gaan in hun omschrij- ving van een gelovig gebed dan hier gebeurd is.

1.3 Een speciaal gebed? D. Edmond Hiebert benadrukt dat er in het Grieks eigenlijk staat ‘het gebed van het geloof’. Hij beschouwt dit als een uniek en door God gemotiveerd gebed. Het is niet een gewoon gebed voor een ander, hoe goed en oprecht dat mag zijn, maar het gebed dat ingegeven wordt door de overtuiging van de Geest dat het Gods wil is om degene voor wie gebeden wordt te genezen (Storms, 113). Douglas Moo gaat ook deze kant uit, hoewel hij zijn positie niet

Page 94: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

baseert op het gebruik van het bepaalde lidwoord (‘het’): een gelovig gebed erkent altijd Gods souvereiniteit, dat Gods wil gedaan zal wor- den. Het is duidelijk dat het niet Gods wil is dat alle zieken genezen worden. Daarom is het vereiste geloof voor de genezing van een be- paalde persoon een bijzondere gave van God. Meestal weten we Gods wil ten aanzien van genezing niet en bezitten we dus niet dit geloof. Wanneer indringende gebeden om genezing niet verhoord worden, is het niet goed om een gebrek aan geloofde schuld te geven; de context waarin zo’n geloof aanwezig kon zijn, was niet aanwezig. God heeft ons dan dat bijzondere geloof niet geschonken (Storms, 113-1 14). Max Tumer sluit zich hierbij aan: Er is reden om aan te nemen dat ‘het gebed des geloofs’ niet eenvoudig het fervente gebed van de gelovige is, maar een gebed dat bepaald wordt door een charisma- tisch inzicht in Gods speciale wil en tijd, zoals Elia’s gebed, dat als een voorbeeld wordt gegeven. Het is mogelijk dat Jakobus ervan uitgaat dat er tijden zijn waarin de oudsten dit geloof niet gegeven wordt (253-254). Van James Fraser, een zendeling onder de Lisu-stam in China, is bekend dat hij na jarenlange voorbereiding een heel bijzonder gebed tot God opzond. Het was een gebed dat hij nooit eerder had gebeden en ook zou hij dit gebed nooit weer herhalen. ‘Ik wist, schreef hij niet lang daarna, dat het tijdstip voor het gelovig gebed gekomen was. Ik was mij volledig bewust waar ik mee bezig was en wat het mij zou kunnen gaan kosten en ik gaf mij voor honderd procent in deze vraag die ik deed in geloof: honderden Lisu-gezinnen voor Christus. De transaktie was tot stand gebracht. Ik stond op uit mijn gebed met de diepe, vaste overtuiging, dat ik het antwoord al ontvangen had.’ (Crossman, 88) Kort daarna, in 1915, heeft hij een uitgebreide brief gestuurd met een indrukwekkende uiteenzetting over het gelovige gebed, die geheel in de biografie is afgedrukt (97-109). In feite komen bovenstaande auteurs in de buurt van wat in 1 Korintiërs 12:9 ‘de gave van het geloof’ genoemd wordt, als een bijzondere gave van de Heilige Geest. Het betreft hier niet het geloof in vergeving van zonden, maar een speciale gave die slechts een deel van de gelovigen ontvangt. Het is een geloof ‘dat bergen verzet’ (1 Kor. 13:2). Er wordt bedoeld een bovennatuurlijke overtuiging dat God zijn macht of ontferming zal openbaren op een speciale manier in een bepaalde situatie (Fee, 593). Zo kan iemand die bidt de inner- lijke overtuiging hebben dat een zieke zal genezen (vgl. Deere, 127).

Het voordeel van de bovenstaande benadering is, dat hier een verkla- ring ligt voor de mogelijkheid dat een zieke niet geneest. Tevens wordt recht gedaan aan Gods souvereiniteit. Immers, God is bij mach te de bidder een bijzondere overtuiging te schenken waardoor het gebed met volle overtuiging plaatsvindt. Als dit speciale geloof niet geschonken wordt, mag wel gebeden worden om genezing maar dan hoeft de zieke niet te genezen.Als probleem met deze visie heb ik, dat het verband niet in deze

Page 95: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

richting wijst. Het gelovige gebed wordt reeds in Jakobus 1:5-6 ge- noemd als iets dat van toepassing is voor alle gelovigen. En het gebed van Elia berustte niet op een innerlijke overtuiging, maar op Gods bevel. Daarbij komt dat Elia ‘een mens zoals wij’ genoemd wordt en niet vermeld wordt als iemand met bijzondere geloofs-of gebedsga- ven. Douglas Moo zegt wel dat de biddende ouderlingen geen verwijt gemaakt kan worden als ze de gave van het geloof niet krijgen op dat moment, maar de pastorale praktijk laat zien dat zieken buiten hun eigen gemeente op zoek gaan naar mensen die meer geloof hebben dan hun eigen ouderlingen. De verklaring voor het feit dat een deel van de zieken niet ge- neest, zoek ik liever in een andere richting. Het kan zijn dat er per- soonlijke en gemeenschappelijke zonden in de gemeente zijn, waar door God zijn genezende kracht inhoudt (1 Kor. 11:30). In deze ge- broken werkelijkheid, waarin het Koninkrijk Gods nog niet in volle omvang verwerkelijkt is, blijven ziekte en dood heersen, zonder dat wij daar een precieze verklaring voor kunnen geven. Het gelovige gebed laat God vrij in de wijze waarop Hij zegent. Er kan ook verlos- sing komen door de dood heen. We zagen reeds dat de bewoordingen van herstellen en oprichten een zekere dubbelzinnigheid hebben (par. VI.3.7). Als we een zieke in gelovig gebed opdragen aan God, laten we het ook in zijn hand hoe Hij verder handelt. Het eerste gebed van Elia was gericht op droogte, en daarmee een gebed om oordeel en gericht, met de bedoeling dat het volk gezond zou worden (Kraan, 1974, 23). De Here Jezus heeft veel beloften voor verhoring van het gebed gegeven die niet slechts van toepassing zijn als de bijzondere gave van het geloof aanwezig is. Te denken valt aan Marcus 11:24: ‘Daar om zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft dat gij het hebt ontvan- gen, en het zal u geschieden.’ En in 1 Johannes 5:14-15 staat: ‘En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.’ (vgl. Kraan, 1974, 390-398)

1.4 Gebed van een rechtvaardige Jakobus geeft met algemene bewoordingen aan, volgens de Nieuwe Vertaling: ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.’ De Statenvertaling heeft: ‘Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.’ Het woord energoumenè is blijkbaar op twee manieren te vertalen. J.B. Adamson geeft een uit- voerig overzicht van alle grammaticale overwegingen en komt tot de conclusie dat de passieve vertaling minder aannemelijk is. Hij ver- taalt: het gebed van een rechtvaardig man is zeer krachtig in zijn uitwerking (205-210).

Page 96: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Met een rechtvaardige wordt, naar oudtestamentisch spraakgebruik, een gelovige bedoeld die in de rechte verhouding tot God staat. We moeten niet denken aan volstrekt zondeloze mensen, maar aan hen die ‘wandelen met God’. In die wandel met God worden eigen zonden beleden en mogen de gelovigen zich toevertrouwen aan God. Noach, Abraham, Daniël en Job waren zulke rechtvaardigen (vgl. Ez. 14:14), terwijl ook hun zonden eerlijk beschreven staan. In Psalm 32 geeft David zijn zonden toe, na deze lange tijd verzwegen te hebben. In Psalm 32:5 staat dat zijn zonden vergeven zijn; in vers 6 rekent hij zich tot de vromen en in vers 11 tot de rechtvaardigen en oprechten van hart! Als we de brief van Jakobus nagaan kunnen we de conclusie trek- ken dat rechtvaardigen niet alleen hoorders, maar ook daders zijn. Het geloof wordt pas volkomen in de werken (Jak. 2:22). Zo is Abra- ham gerechtvaardigd uit het geloof door zijn werken. In Jakobus 5:6 komt naar voren dat de rechtvaardige kan lijden in verdrukking. En we mogen aannemen dat de rechtvaardige de wijsheid bezit die op tal van terreinen tot uiting komt (Jak. 3:17). Zo komen we tot de omschrijving dat met de rechtvaardigen gelo- vigen bedoeld zijn: zij die leven vanuit de vergeving van zonden door Jezus Christus en dat ook zoveel mogelijk in praktijk proberen te brengen. Niets wijst erop dat geestelijke reuzen bedoeld zijn die ber- gen kunnen verzetten. Jakobus bedoelt dat iedere gelovige wiens zonden vergeven zijn, die bidt in geloof en oprecht leeft, rechtvaardig is. Wanneer hij bidt, zijn die gebeden machtig en effectief. God is een beloner van wie Hem ernstig zoeken (Heb. 11:6). Daarbij is het ook van belang om te bedenken dat het gebed wel veel vermag, maar niet alles. In het gebed erkennen we de vrijmacht van God; Hij kan niet gemanipuleerd worden. De verhoring is zijn zaak, evenals de wijze waarop die plaatsvindt. In dit verband is het goed nog iets te zeggen over de bede ‘Uw wil geschiede’ in het gebed dat Christus ons geleerd heeft (Mat. 6:10). Velen vatten deze zin op als overgave aan Gods verborgen wil, omdat wij niet weten wat God goed voor ons acht. Er is echter iets anders bedoeld. We kunnen ook vertalen: Laat uw wil geschieden! De wil van God gebeurt reeds in de hemel en nu is ons gebed of die wil ook op aarde zal plaatsvinden. Juist omdat Gods wil vaak tegen gestaan wordt door de zonde, is hier het gebed om de doorwerking van Gods wil. Daarmee staat deze bede parallel aan de vorige zin: Uw Koninkrijk kome. Wanneer Gods Koninkrijk komt zal ook Gods wil gedaan worden. Dogmatisch gezegd: we moeten hier uitgaan van Gods geopenbaarde wil en niet van zijn verborgen wil (Young, 18-22). Ten aanzien van ziekte en genezing betekent dit, dat wij uit mogen gaan van Gods zelfopenbaring ‘Ik, de HERE, ben uw Heelmeester’ (Ex. 15:26). Hoewel God ziekte kan toelaten in ons leven, wil Hij die eigenlijk niet. Vanuit het besef dat we in een onvolkomen wereld leven, waarin die wil nog steeds niet overal gebeurt, mogen we onze ziekten in zijn hand geven. Bidden om genezing is niet in tegenspraak

Page 97: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

met het gebed dat Christus ons geleerd heeft. Integendeel, het is juist een onderdeel daarvan!

2 Handoplegging

2.1 Inleiding De handoplegging wordt niet direct in Jakobus 5 genoemd. Toch is het nodig hier aandacht aan te geven, omdat veel auteurs van mening zijn dat deze verondersteld wordt in Jakobus 5:14. Daar wordt gesproken over ‘bidden over iemand’ in plaats van ‘bidden voor iemand’. Naar alle waarschijnlijkheid betekent ep auton dat de oudsten bidden onder handoplegging. De uitdrukking kan ook bete- kenen ‘bidden in de richting van’ of ‘in bijzijn van’. Het is niet moge lijk op taalkundige gronden tot een beslissing te komen. Voor gebed onder handoplegging pleit, dat men in het jodendom bidden met hand oplegging gewend was, zowel bij genezing als bij bevestiging in een ambt. De handoplegging staat vaak vermeld bij genezingen door Je zus en de apostelen. In de allereerste keer dat dit vers geciteerd wordt in de ons bekende vroegchristelijke literatuur, wordt handoplegging verondersteld (zie par. V.2.3). In de kerkgeschiedenis blijkt dat de zalving bij de doop en de ziekenzalving met handoplegging gepaard gingen (zie Dudley & Rowell en Gerkema).

2.2. Hebreeën 6:1-2 Om de handoplegging ter genezing te kunnen begrijpen is het van belang het bredere kader te bestuderen en dus de betekenis van hand- oplegging in het algemeen na te gaan. Het grote belang ervan komt naar voren in Hebreeën 6:1-2. Daar zegt de auteur: ‘Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande Christus laten rusten en ons richten op het volkomene, zonder op nieuw het fundament te leggen van bekering van dode werken en van geloof in God, van een leer van dopen en van oplegging der handen, van opstanding der doden en van een eeuwig oordeel.’ Voor hem behoort de oplegging der handen tot het fundamentele christelijke onderwijs (in Heb. 5:12-13 ‘melk voor kinderen’ genoemd in plaats van ‘vaste spijze voor volwassenen’). Wanneer buitenstaanders, die tot het christendom over willen gaan, onderwezen worden, moet er eerst gesproken worden over het geloof, over de doop en over de opstanding der doden. Maar blijkbaar hoort de oplegging der handen ook bij dit fundamentele onderwijs. Omdat het Avondmaal hier niet genoemd wordt, zijn de genoemde zes punten waarschijnlijk de hoofdinhoud van het onderwijs aan de catechisanten die zich willen laten dopen. D. Prince heeft terecht deze tekst als uitgangspunt genomen voor zijn boek De pijlers van het christelijk geloof en hij behandelt daarin ook uitvoerig de hand oplegging.

Page 98: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

2.3 Oude TestamentIn het Oude Testament komt de handoplegging voor op de Grote Verzoendag. De hogepriester legt de zonden van het volk als het ware op de bok die weggezonden wordt (Lev. 16:21). De handoplegging is verbonden met diverse offers: de offeraar legt zijn hand(en) op de kop van het dier. Dit gebaar houdt de overdracht van schuld in. Diverse keren lezen wij dat vaders hun (klein)kinderen zegenen. Dit zal gewoonlijk onder handoplegging hebben plaatsgevonden (Gen. 27:27, 39; 48:14-20). De levieten ontvangen hun aanstelling onder handoplegging (Num. 8:10). Jozua wordt op deze wijze de opvolger van Mozes (Num. 27:18-20). Het Oude Testament maakt geen melding van genezing door hand- oplegging. Eén keer wordt dit wel gesuggereerd in de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament. De melaatse Naäman is niet te spreken over de behandeling door Elisa en roept uit: ‘Zie, ik dacht bij mijzelf: hij zal zeker naar buiten komen en daar gaan staan en de naam van de HERE, zijn God, aanroepen en zijn hand over de plek heen en weer bewegen en zo de melaatsheid wegnemen.’ (2 Kon. 5:11) Vermoedelijk bedoelt Naäman hier het magische ‘strijken’. De Griekse vertaling heeft hier: ‘en zijn hand op de plaats leggen’. Van uit het Hebreeuws is deze vertaling echter niet mogelijk. De herinter- pretatie geeft aan dat genezing door handoplegging voor de vertalers van de Septuaginta (derde of tweede eeuw v.Chr.) een bekend ver- schijnsel was. Ook kan hier genoemd worden het Genesis Apocryphon dat in Qumran gevonden is (uit de eerste eeuw voor of na Christus). Daarin wordt de geschiedenis van Abraham naverteld. Er is bijvoorbeeld aan toegevoegd hoe Abraham de Farao van een ziekte geneest (vgl. Gen. 12): ‘En ik bad voor (zijn genezing) en legde mijn handen op zijn hoofd, en de plaag werd van hem weggenomen (en de boze geest uit hem) weggedreven en hij werd genezen.’ (XX, 28-29; Martínez, 234) Ook hier komen we genezing onder handoplegging tegen; waarschijn- lijk werd deze toegepast door de Essenen.

2.4 Nieuwe Testament Uit het Nieuwe Testament blijkt dat de handoplegging vaak plaats- vond. Daarbij kunnen de volgende situaties onderscheiden wor- den: 1. Ouders brengen hun kinderen naar Jezus (zoals ze ook naar rabbi’s gingen) om hen te laten zegenen. In Matteüs 19:13 staat ‘opdat Hij hun de handen zou opleggen en bidden’.

2. Door handoplegging kunnen mensen een vervulling met de Heilige Geest ervaren. De inwoners van Samaria ontvangen op deze wijze de Heilige Geest, nadat zij gedoopt zijn (Hand. 8:17). Een soortgelijke geschiedenis staat vermeld van discipelen te Efeze (Hand. 19:6). Ananias gaat naar Saulus van Tarsus om hem de handen op te leggen, opdat hij ziende zou worden en met de Heilige Geest vervuld zou

Page 99: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

worden (Hand. 9:17). Sommige uitleggers verklaren de bovengenoemde tekst uit He- breeën 6 dan ook zo, dat dopen en handoplegging bij elkaar horen: de gewone doop vindt plaats in het water; door de handoplegging vindt de doop met de Heilige Geest plaats. Hier wordt reeds iets duidelijk van de mogelijkheid dat de doop later in twee fasen (doop en confir- matie) uiteen zou vallen. (Elderenbosch, 41).

3. In sommige gevallen gaat het ontvangen van de Heilige Geest gepaard met het spreken in tongen en profeteren. Waar de Heilige Geest komt brengt Hij gaven mee. Het is daarom niet verwonderlijk dat we meer dan eens lezen dat handoplegging plaatsvindt om geeste- lijke gaven mee te delen. Timoteüs mag de gave niet veronachtzamen die hem krachtens een profetenwoord geschonken is onder handop- legging van de gezamenlijke oudsten (1 Tim. 4:14). De Statenverta- ling heeft hier ‘oplegging der handen des ouderlingschaps’ en geeft ineen kanttekening de toelichting dat alleen Paulus de handoplegging voltrokken heeft, zoals in 2 Timoteüs 1:6 staat. Het is echter aannemelijker dat Paulus meegedaan heeft met de handoplegging van de gezamenlijke oudsten, zoals ook recente verta- lingen en bijbelcommentaren aangeven.

4. De gaven die de Heilige Geest geeft, zijn bedoeld voor opbouw van de gemeente. De ambtsdragers hebben deze gaven nodig om op de juiste wijze hun werk te doen. In Handelingen 6:6 worden diakenen in de gemeente te Jeruzalem aangesteld onder handoplegging. In Hande- lingen 14:23 wordt meestal vertaald dat de ouderlingen aangewezen werden, maar het verdient ernstige overweging om hier aan aanstellen onder handoplegging te denken (vgl. Elderenbosch, 42-43). De reeds genoemde handoplegging bij Timoteüs zal waarschijn- lijk bij zijn aanstelling hebben plaatsgevonden. De waarschuwing mensen niet overijld de handen op te leggen, (1 Tim. 5:22) betekent waarschijnlijk dat mensen niet te snel in een ambt bevestigd mogen worden. Bij hun commentaar op Handelingen 6:6 geven H.L. Strack en P. Billerbeck een uitvoerige toelichting over de joodse praktijk van handoplegging ter bevestiging in een ambt. Het is opvallend dat deze handeling enige eeuwen later weggelaten wordt, vermoedelijk omdat in christelijke kring aan de handoplegging zo’n grote waarde werd toegekend! (655-656)

5. De gaven van de Geest zijn ook nodig voor zendelingen. Paulus en Barnabas worden na vasten, gebed en handoplegging uitgezonden (Hand. 13:3).

6. De handoplegging ter genezing wordt vaak genoemd. Jezus ge- neest op deze wijze een blinde te Betsaïda (Mar. 8:23, 25). Lucas 4:40 zegt: ‘Toen de zon onderging, brachten allen, die zieken hadden,

Page 100: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

lijdende aan allerlei kwalen, dezen tot Hem. Hij legde ieder van hen afzonderlijk de handen op en genas hen.’ Jezus’ handoplegging be-werkt ook uitdrijving van demonen, want het volgende vers vermeldt ‘van velen voeren ook boze geesten uit’, Op deze wijze verlost Hij ook een vrouw die achttien jaar door de satan gebonden was en daar door geheel verkromd was (Luc. 13:10-17). Allerlei mensen komen tot Jezus en vragen of Hij zieken door handoplegging wil genezen (Mar. 5:23; 7:32). Ook al doet Jezus het niet altijd zo – want Hij is niet aan dit middel gebonden – dan tochblijkt uit de vraag dat Hij het vaak op deze wijze doet. Genezing door handoplegging is een van de tekenen die de gelo- vigen zullen volgen bij de verspreiding van het evangelie: ‘op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.’ (Mar. 16:17-18) Volgens Marcus 16:20 was dit inderdaad het geval. In Handelingen 9 mag Ananias Saulus de handen opleggen ter genezing van diens blindheid (Hand. 9:12, 17). Paulus geneest op deze wijze de vader van Publius op het eiland Malta (Hand. 28:8). Het is hierbij van belang op te merken dat ter begeleiding van de handoplegging Jezus steeds woorden spreekt, en dat bij de discipelen gebed plaatsvindt. Woorden zijn nodig om de handeling effectief te maken en te verduidelijken.

2.5 Jodendom en oudste kerkgeschiedenis In het jodendom of de vroegchristelijke kerk kende men ook nog de volgende situaties waarin handoplegging plaatsvond:

7. Joodse ouders kunnen hun kinderen zegenen op vrijdagavond, bij het aanbreken van de sabbat. De ouders leggen hun beide handen op de hoofden van de jongens en zeggen: ‘God late u worden als Efraïm en Manasse.’ (Gen. 48:20) En bij de zegening van de meisjes zeggen zij: ‘God late u worden als de aartsmoeders Sara, Rebekka, Rachel en Lea!’ Hierna kunnen nog eigen woorden toegevoegd worden en velen sluiten af met de priesterzegen uit Numeri 6 (De Vries, 63).

8. Bij punt 2 werd reeds een mogelijke samenhang van handopleg ging en doop genoemd. In de vroegchristelijke kerk wordt deze sa- menhang nadrukkelijk nagestreefd. Zo schrijft Tertullianus: ‘Daarna (na de doop) worden de handen opgelegd, terwijl men al zegenend de Heilige Geest aanroept en Hem uitnodigt (...). Dan daalt de Heilige Geest met graagte van de Vader neer in de lichamen, die ge- reinigd en gezegend zijn.’ (Over de doop, par. 8) Handoplegging na de doop was rond het jaar 200 bekend in Rome, Afrika en Noord Syrië (vgl. Elderenbosch, 60-62). Urbanus 1 schrijft in het jaar 225: ‘Alle gelovige mensen behoren de Heilige Geest te ontvangen door handoplegging van de oudsten na de doop.’ (Kraan, 1974,498, noot 10) Een andere betekenis van de handoplegging bij de doop ligt op het terrein van het exorcisme. De catechumenen moeten onder de hand

Page 101: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

van de priester belijden dat zij de duivel en zijn legerscharen hebben afgezworen (Elderenbosch, 59).

9. Bij de geloofsbelijdenis vond ook handoplegging plaats. In de vroegchristelijke kerk, bijvoorbeeld in de liturgie van Antiochië en volgens het Concilie van Laodicea, geschiedde het heengaan van de catechumenen, nadat speciaal voor hen gebeden was, waarbij ieder de handen opgelegd kreeg (Kraan, 1974, 502, noot 23).

10. De handoplegging komt ook voorbij het uitspreken van de verge- ving van zonden na belijdenis van schuld (Merkel, 423). De handop- legging moest de terugkeer in de kerk bezegelen en had de kracht van de doop. ‘Want òf door de oplegging der handen òf door de doop ontvangen zij deel aan de Heilige Geest’ staat er in de Didaskalia. Cyprianus deelt ons mee dat de handoplegging door de bisschop en geestelijkheid werd voltrokken. Wanneer martelaren, die standvastig gebleven waren, aan de afvalligen vergeving schenken, protesteert Cyprianus: hun geweten kan alleen gezuiverd worden door een gees- telijke (Elderenbosch, 72-73).

11. Tot slot kan de handoplegging bij de huwelijkssluiting genoemd worden. Tertullianus schrijft: ‘Hoe zullen wij het geluk van een hu- welijksverbintenis kunnen tekenen, die door de kerk is gesloten, door het Avondmaal bezegeld, door de kerkelijke zegen geheiligd, door de engelen verkondigd, en door de Vader in de hemelen als geldig ver- klaard?’ (Aan de echtgenote, II, 8, 6; Merkel, 424)

2.6 Recente kerkgeschiedenis Uit de overvloed van gegevens kunnen hier slechts enkele zaken geciteerd worden, waarbij de nadruk ligt op de tijd van de reformato- ren. Achtereenvolgens komen bevestiging in het ambt, confirmatie en huwelijksinzegening aan de orde. Calvijn was vanwege het misbruik erg terughoudend met handopleg- ging, maar komt tot de conclusie: ‘Het staat vast, dat de apostelen, wanneer zij iemand tot de dienst ordineerden, geen andere ceremonie gebruikt hebben dan de oplegging der handen. (...) Zo plachten zij de herders en leraars, ook de diakenen te wijden. En ofschoon er geen enkel bepaald bevel bestaat over de oplegging der handen, moet toch, daar we zien dat ze bij de apostelen voortdurend in gebruik geweest is, die nauwkeurige inachtneming door hen ons zijn als een gebod.’ (Institutie, IV, 3, 16) Zijn tijdgenoot Bucer heeft de volgende drievoudige interpretatie van de handoplegging bij de bevestiging in het ambt: De handopleg- ging is een sacrament, dat de bekwaamheid om de dienst te verrichten meedeelt, zodat de bevestigde dienaar zich verzekerd mag houden van de hulp en de bijstand van de Geest. Ten tweede is de handopleg- ging de overdracht van de bevoegdheid om de kerk te onderwijzen en

Page 102: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

te regeren. Ten derde betekent de handoplegging dat de dienaar aan God wordt toegewijd; hij wordt als het ware aan God geofferd. De handoplegging zonder woord van belofte en gebed om de vervulling van die belofte is ijdel vertoon. De handoplegging werkt iets uit door het geloof (Kauffmann-Schaap, 22). In de eerste editie van de Nederlandse Geloofsbelijdenis stond in artikel 31: ‘de dienaers, ouderlingen ende diakens, in haren dienst moeten door wettighe verkiesinghe vercoren worden, met aenroe- pinghe des Naems Gods, ende keurstemmen der kercken; daerna met oplegginghe der handen in haren dienst bevesticht worden, ghelijck als ons sulcx Gods woort leert.’ In latere edities is de handoplegging weggelaten (Elderenbosch, 147). De synode van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft in 1978 een interkerkelijke werkgroep ingesteld om de betekenis van de handop-legging te bestuderen. De Combi-synode van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in 1988 besloot dat de oplegging der han- den ook bij de bevestiging in het ambt van diaken en ouderling kan plaatsvinden (Kauffmann, 23). Luther, Melanchton en Bucer handhaafden bij de confirmatie, als afsluiting van de catechese, de zegen als kerkelijk handeling van Godswege (Elderenbosch, 122-123; Kraan, 1974, 502, noot 12). Cal- vijn wijst het rooms-katholieke vormsel af, omdat hij daarin een on- derwaardering van de doop ziet, maar na afwijzing van het misbruik beveelt hij het goede gebruik van de handoplegging aan: ‘Zulk een oplegging der handen dus, die eenvoudig als zegening geschiedt, prijs ik, en ik zou wel willen, dat ze tegenwoordig in haar zuiver gebruik hersteld werd.’ (Institutie, IV, 19, 4) Bucer gaat in zijn Korte Catechismus van 1543 uitvoerig in op de achtergrond en praktijk van de confirmatie. De leerling (L) vraagt en de catecheet (C) antwoordt: L. Hoe moet men door de kerk in het geloof en het verbond des Heren bevestigd worden? C. Met gemeenschappelijke zegen en voorbede van de kerk en met handoplegging. L. Waarop grondt men dit? C. Daarop dat wij van de Here Jezus lezen: Laat de kinderen tot Mij komen, enzovoorts. L. Wat beduidt het teken van de handoplegging? C. Dat de kinderen daarmee onder de genadige hand van God, de Almachtige, aangenomen en hen daarmee zijn bescherming, hoe de en zalige geleiding beloofd en verzekerd worden. L. Wie moet de kinderen de hand opleggen en hen zegenen? C. De geordende dienaren van de kerk namens de hele gemeente te midden waarvan dit alles gebeuren moet. L. De Here heeft ons het gebruik van dit teken toch niet bevolen? C. Omdat Hijzelf echter en zijn heilige apostelen dit teken wel ge- bruikt hebben, past het ons ook dit in zijn Naam toe te passen. En de Here zelf wil met zijn Geest en werk erbij zijn en zulke kinde-

Page 103: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

ren in zijn Rijk genadig bevestigen, zoals de kerk Hem op grond van het Woord daarom vraagt (Van Campen, 1991, 34-35). F. Delitzsch schrijft in zijn commentaar op de brief aan de Hebreeën op bewogen wijze over deze zaak: ‘Het is en blijft een eerste vereiste voor de vernieuwing van de kerk, dat de confirmatie weer in de rechte aanvullende verhouding tot de doop gezet wordt en dat de handopleg- ging begrepen wordt als een middel tot mededeling van de gave van de Heilige Geest, welke de Kerk schenken kan op grond van het feit dat ze het Lichaam van Christus is en ze de volheid van zijn Geest in zich heeft wonen.’ (216-217)

In de protestantse kerken komt de handoplegging als zegening het meest duidelijk naar voren bij de huwelijksbevestiging en -inzege- ning. Dit is opvallend, omdat hier in de Bijbel niet rechtstreeks over gesproken wordt. Het bruidspaar ontvangt de oplegging der handen ter verzekering van Christus’ aanwezigheid in hun leven (Elderen- bosch, 125). Ook kan men die handoplegging beschouwen als een handeling tot vervulling met de Heilige Geest, om in ieder opzicht te kunnen en te doen wat hun als getrouwden beloofd en geboden is (Kraan, 1974,45).

2.7 Betekenis De betekenis van de handoplegging kwam op diverse manieren reeds in het bovenstaande ter sprake. Elderenbosch spreekt over gemeen-schap: Handoplegging is een ‘tweezijdige handeling: die van mens tot mens of offergave, waarbij mensen hun gemeenschap belijden ten opzichte van God; en die van God tot mens waar Hij verkondigt dat Hij gemeenschap wil hebben met de mens. Als zodanig is de handop- legging een aspect van de in vele vormen optredende belofte van God om met de mens te zijn, inzonderheid met zijn volk. (...) Het is geen “mana” verbonden aan bepaalde personen, het is de levende God om wie het bij handoplegging gaat’ (25). De handoplegging is een uiting van de ontmoeting van Christus, de Meerdere, die geeft, en de mens, de mindere, die ontvangen mag. Voortdurend treft ons bij de handoplegging de verbinding met het gebed. Daarin ligt geen verzwakking van de betekenis van de hand oplegging alsof deze niet meer zou zijn dan een symbolisch gebaar bij een vraag. Integendeel, de oudste gemeente heeft het gebed als een reëel gebeuren gezien, het werd uitgesproken in de overtuiging dat men reeds had ontvangen (Mar. 11:24; Elderenbosch, 50-51). De handoplegging en zalving mogen met autoriteit van Godswege plaatsvinden. Ze gaan uit van een volmacht. Bij het gebed gaat het om een andere houding; dit is immers een vragen aan God. Voor alle duidelijkheid: de handoplegging is principieel iets anders dan het strijken (magnetiseren) en ook niet iets magisch. De handoplegging werkt niet automatisch, maar kan slechts vanuit het geloof op de juiste wijze plaatsvinden. De Geest is niet afhankelijk van deze vorm, zoals uit het Nieuwe Testament blijkt, waar soms de gelovigen op een

Page 104: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

directe wijze de Heilige Geest ontvangen en waar dit een andere keer gebeurt na handoplegging. De Reformatie heeft zich verzet tegen het uiterlijke formalisme waarmee in de Rooms-Katholieke Kerk deze en andere handelingen verricht zijn, zonder uitleg in de landstaal. Als reactie daarop zijn waardevolle zaken verloren gegaan. Hoeveel begrip we daar ook voor kunnen hebben in een tijd van felle tegenstellingen, nu wij in een geheel andere tijd leven is het goed om te zoeken naar het oorspron- kelijk bedoelde gebruik. Het misbruik heft immers het goede gebruik niet op. Het kan zijn dat we met het verworpen gebruik ook een deel van de inhoud verloren hebben. Ten aanzien van de handoplegging bij zieken is dat naar mijn overtuiging het geval. Het bovenstaande laat zien dat de handoplegging ook bij de ziekenzalving een waarde volle zaak is. Het gebed ‘over hem’ mag plaatsvinden vanuit Gods beloften. (Zie verder Van der Weele en Headley over de betekenis van zegenen en handoplegging in allerlei pastorale situaties.)

3 Gebed, handoplegging of ziekenzalving?

Innocentius I noemt in 416 de ziekenzalving een sacrament en ver- bindt hieraan de conclusie dat deze alleen toegepast mag worden bij mensen die tot de sacramenten zijn toegelaten. Daardoor ontstaat daarna de gewoonte om aan bezetenen liever de handen op te leggen, maar gelovige zieken te zalven, waardoor de handoplegging in verval kwam (vgl. par. V.2.4; Kraan, 1974, 463). In de loop der eeuwen is de handoplegging ter genezing toch nog wel toegepast door tal van uitzonderlijke figuren van wie bijzondere krachten zijn uitgegaan, onder andere Franciscus van Assisi. Bernard van Clairvaux zou op één dag elf blinden en tien verlamden te Con- stanz hersteld hebben en daarbij de handoplegging hebben toegepast. Ook hijzelf ontving de handoplegging toen hij ziek was, waarna hij herstelde. De Anglicaan G. Bennett meende aanvankelijk dat het onderscheid tussen handoplegging en ziekenzalving alleen maar lag in de autori- teit: zalving door een geestelijke, handoplegging door iedere gelovi- ge. Later komt hij tot het standpunt dat zalving alleen voor ‘diepe’ ziekten is. Als iemand ziek wordt, is zijn ziekte gewoonlijk iets aparts dat gescheiden is van hemzelf. Hij is een persoon met een ziekte. Maar in het geval van een diepe ziekte is hij een zieke persóón. Men denkt bijvoorbeeld direct aan ziekten als kanker en uitgezaaide scle- rose. Bennett spreekt het vermoeden uit dat door handoplegging de helende kracht van buiten naar binnen werkt en dat door zalving de genezende scheppende kracht van binnenuit begint. Het is of een zaad geplant wordt precies in het hart van de situatie om de wortels van de ziekte te scheiden van de persoon van de lijder (Kraan, 1974, 328-329). B. Martin geeft aan dat de handoplegging algemeen gebruikt wordt bij de evangelisatie, dus naar buiten toe, terwijl het gebruik van

Page 105: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

de zalving, die een diepere toewijding aan de dienst van de Heer meebrengt, alleen toegepast wordt binnen de christelijke gemeente (Kraan, 1974, 329). Vanuit het Nieuwe Testament zijn geen algemene regels te geven hoe in een bijzondere situatie gehandeld moet worden. De dienst der genezing vindt daar op allerlei wijzen plaats. Het gebed zal het eerste middel zijn dat we mogen gebruiken. Biddend om de wil van God te verstaan zullen we ook handoplegging of ziekenzalving mogen over wegen.

Page 106: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

VIII Ziekte en genezing in onze situatie

1 Inleiding

In dit hoofdstuk komen enige zaken naar voren die van belang zijn voor de beoefening van de ziekenzalving in onze tijd. We beginnen met de vraag naar voorbeelden van genezingen in deze tijd en hun geloofwaardigheid. Daarna komt de vraag naar voren hoe de relatie is van die genezingen en de wonderen in het Nieuwe Testament. Zijn ze van dezelfde orde? Waarom genezen bij ons niet alle mensen? Daar bij moet ook iets gezegd worden over het exorcisme dat in het Nieu- we Testament vaak genoemd wordt. Hoe waarderen we in dit verband de hedendaagse gezondheidszorg? Tot slot nog enige opmerkingen over het gebruik van riten en symbolen. Is het gebed om genezing niet genoeg en is herstel van de ziekenzalving in deze tijd wel nodig?

2 Wonderen van genezing in de laatste eeuwen

2.1 Voorbeelden In eerdere hoofdstukken werd geconstateerd dat de christelijke kerk in de loop der eeuwen minder belangstelling kreeg voor lichamelijke genezing en dat daar allerlei theologische redenen voor aan te voeren zijn, waaronder de als bijbels beschouwde berusting. Ook bij Luther valt deze middeleeuwse denkwijze te bespeuren. Toch zijn er ook andere uitingen van hem bekend en het is goed hier aandacht aan te besteden. In 1540 was Melanchton, een vriend en helper van Luther, heel ernstig ziek. Luther herkende in deze ziekte van zijn vriend en medestrijder een poging van de satan om de invloed van de Reformatie te breken. Toen hij op ziekenbezoek kwam, riep hij uit: ‘Ach hoe heeft de duivel dit orgaan van God bezoedeld.’ Vervolgens heeft hij met zijn vriend gebeden. Zoals hij zelf later schrijft: ‘Toen moest God mij betalen; want ik wierp Hem de zak voor de deur met alle beloften van gebedsverhoringen die ik in de Schrift wist te vinden, met de betui- ging dat Hij mij moest verhoren als ik ten minste zijn beloften ver trouwde.’ Luther nam de zieke bij de hand en zei: ‘Wees goedmoeds, je zult niet sterven. Geef daarom de treurgeest geen ruimte, maar vertrouw op de Here, die kan doden en weer levend maken, die kan slaan en weer helen.’ God heeft de doodzieke Melanchton weer gene zen (Kraan, 1984, 115). Zo was er ook de predikant Schulze uit Belgern die raad vroeg aan Luther over een gemeentelid dat zeer zwaarmoedig was. Luther schrijft terug: ‘Nu weet ik werkelijk geen wereldse troost, en waar de artsen geen hulp meer kunnen geven, is het bepaald geen gewone zwaarmoedigheid, maar eerder één die door de duivel bewerkt wordt. Die moet worden weerstaan door het gebed des geloofs in de kracht van Jezus Christus.’ Hij vertelt dat in zijn omgeving een schrijnwer-

Page 107: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

ker, die aangetast was door een dergelijke manie, op deze wijze gene zen is. In het gebed mag gezegd worden: ‘Bevrijd in uw genade deze man van alle kwaad en vernietig het werk van de satan in hem tot eer van uw Naam en tot versterking van het geloof van de gelovigen door deze onze Here Jezus Christus, die met U leeft en regeert van eeuwig- heid tot eeuwigheid.’ Luther geeft dan de raad aan deze predikant om de zieke de han- den op te leggen en ondertussen beloften vanuit de Bijbel te noemen. Onder andere de belofte uit Marcus 16: ‘De tekenen die de gelovigen zullen volgen, zijn deze: op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.’ (Lucasorde, 56)

John Wesley, de bekende vader van het Methodisme, heeft tal van genezingswonderen mogen doen tijdens zijn vele campagnes. Hij begon deze bediening met exorcisme van wever John Haydon. Wesley zag de nood van heel het mensenleven. Bijzondere gene- zingen gingen voor hem samen met pogingen tot uitbreiding van medische verzorging van minderbedeelden. Tevens schreef hij in 1747 een bestseller op het gebied van de praktische geneeskunde: Primiti- ve Physick (Kraan, 1984, 118-119; Kelsey, 183-184).

J.C. Blumhardt werd in 1838 predikant in het dorpje Möttlingen in Duitsland. Hij heeft veel wonderlijke genezingen meegemaakt. Het begin ligt bij de genezing van Gottliebin Dittus, een vrouw met een zware occulte belasting. Na een heftige strijd van enige jaren tussen de predikant en de demonische macht breekt eindelijk de bevrijding aan. Dat blijkt het meest, als de demon die zich gevestigd heeft in haar zuster, haar schreeuwend verlaat en daarbij uitroept: Jesus ist Sieger! Verder zijn tientallen voorbeelden te vertellen van ‘gewone zieken’ die werden genezen. In zijn prediking stelde Blumhardt steeds Christus centraal, want hij wilde absoluut niet als toverdokter bekend worden. Het gaat om de genezende werking van Christus. Blumhardt begon steeds beter de samenhang tussen schuld en ziekte te zien. In bewogenheid met mensen die gebukt gingen onder hun schuld sprak hij vergeving over hen uit en verleende hij absolutie. Daarbij merkte hij, dat de geschonken vergeving ook lichamelijke effecten had. Van wege de vele kritiek van kerkelijke zijde legde hij slechts bij uitzon- dering mensen de handen op, en dan alleen nog hen die bij zijn eigen gemeente behoorden. Deze man is door God wonderlijk gebruikt om ‘de dienst der genezing’ weer aan de orde te stellen in een kerkelijke omgeving die op dit gebied geen verwachtingen meer had (Zündel; Van de Beek, 147-180).

In Zuid-Afrika is een zendingspost met de naam Kwa Sizabantu. Let- terlijk betekent die naam: plaats waar mensen hulp vinden. Erlo Ste- gen is de leider van deze post. Na eerst vele jaren bijna tevergeefs

Page 108: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gewerkt te hebben kwam er een tijd van inkeer, waarop in 1967 een geestelijke opwekking plaatsvond. Deze opwekking duurt nu al dertig jaar en gaat tot op dit moment door. Veel ongelukkigen, waaronder toverpriesters, kwamen tot bekering en in het verlengde hiervan tra den veel genezingen op. Kurt Koch heeft er tientallen beschreven. In 1970 werd een ‘ziekenhuis’ ingericht, met zalen en bedden, maar er is geen medisch opgeleid personeel en er worden geen medicijnen toe gediend. Allereerst wordt aan alle patiënten geestelijke hulp gegeven. Twee keer per dag worden er diensten voor zieken gehouden. Dit zijn echter geen ‘genezingsdiensten’, maar eerder ‘bekeringsdiensten’. Meestal verdwijnen de ziekten of lichamelijke gebreken wanneer iemand vrede met God door Christus heeft gevonden. Wie een dokter wil raadplegen kan in een ander dorp bij een gelovige arts terecht. Men heeft geen bezwaar tegen gebruik van medicijnen, maar voor velen is dit gebruik niet nodig (Stegen, 248; Koch, 114-116, 288-291). Zowel bij Blumhardt als Stegen merken we de grote nadruk op de vergeving; pas daarna volgt genezing.

2.2 Geloofwaardigheid In kringen van pinkstergemeenten en charismatische gemeenten be- schouwt men genezing als normatief voor de kerk. De rapporten ver-melden vele duizenden genezingen. Daartegenover staan de sceptici die proberen een natuurlijke verklaring te vinden. Die sceptische ge- luiden zijn aanwezig bij ongelovigen, maar ook bij christenen die van mening zijn dat de genezingswonderen opgehouden hebben. Gewoon lijk probeert men de genezingen als doorbreking van psychische blok kades te verklaren. Voor het overige wijst men steeds weer op het ontbreken van medische controle, zodat niet met zekerheid gezegd kan worden dat werkelijk een genezingswonder heeft plaatsgevon- den. Wanneer we medici ondervragen over de veronderstelde genezin-gen, blijkt dat beide partijen hun verdedigers hebben (zie Turner, 330). Men kan de eisen zeer hoog stellen: het wonder moet een bui- tengewone gebeurtenis zijn, die niet verklaard kan worden op grond van menselijke mogelijkheden en die vervolgens wordt ervaren als een directe daad van God en daarmee een symbolische waarde heeft. Op grond van deze criteria valt er heel veel af: wanneer iemands hoofdpijn verdwijnt na gebed is het natuurlijk ook mogelijk dat die hoofdpijn zonder gebed verdwenen was. M. Parmentier spreekt hier over het ‘hagedisprincipe’: zoals de staart van een hagedis weer kan aangroeien, kan goddelijke genezing ook natuurlijke regeneratieve krachten in werking zetten om tot her stel te komen. Voor hem is er een vloeiende overgang tussen bijzon- dere en gewone genezingen (39-42, 65-66). A. van de Beek om schrijft een wonder als een doorbreking van de gewone orde, waarbij verwijzing naar God plaatsvindt. Het is van belang onderscheid te maken tussen wat ‘miraculous’ is – dat wat het normale doorbreekt –en wat ‘marvellous’ is dat wat ons in verrukking brengt. Hij stelt de

Page 109: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

vraag of onze ervaring van de natuur afwijst van de natuur zelf, of dat zij slechts dient om ons hier helemaal thuis te voelen in de wereld. Daarom moeten we aan de andere kant beginnen: levend in het geloof in Jezus Christus en zijn Koninkrijk ervaren we in natuur en mensengeschiedenis momenten waarin we Hem herkennen en waarin blijkt dat de aarde Hem niet vreemd is (267-268).

Hoewel dus niet iedereen wonderen op dezelfde wijze definieert, zijn er onderzoeken bekend waarin zeer kritisch omgegaan is met de gege- vens, om zo te komen tot een aantal gevallen die vrij algemeen aan- vaard kunnen worden als wonderlijke, door God bewerkte genezing. H.R. Casdorph ging in 1976 vele wonderen na in het werk van Kathleen Kuhlmann en kwam uit op tien gevallen die hij duidelijk genoeg vond. Rex Gardner legde zeer zware criteria aan en beschrijft 21 recente genezingen die volgens hem niet op andere wijze ver- klaard kunnen worden (Turner, 335; vgl. ook DeArteaga, 84-85 over Gardners vergelijking tussen middeleeuwse en hedendaagse beschrij- vingen van genezingswonderen). Oral Roberts zegt dat 25 procent van de mensen met wie hij bidt, geneest. ‘Niemand heeft op de ganse wereld gebeden met zoveel zieken die niet genezen worden als ik’, verklaart hij eerlijk (Kraan, 1984, 87). John Wimber kwam enkele jaren terug sterk in de belangstelling door de vele genezingen die hij zou verrichten. Hij geeft zelf toe dat hij bij het bidden voor kinderen met het syndroom van Down (mon- gooltje) slechts in één van de tweehonderd gevallen verbetering had gezien. In hetzelfde verband vertelt hij, dat tussen de drie en de acht procent van de gebeden voor genezing van blindheid verhoord wordt. David C. Lewis, een sociaal antropoloog uit Oxford, ondernam een grondig onderzoek naar mensen die naar de Harrogate Conferentie van Wimber in 1986 zijn geweest. Van de 867 aanwezigen met wie persoonlijk gebeden werd om genezing, gaf 32 procent een duidelijke verbetering aan; 42 procent bemerkte weinig of niets en 26 procent gaf een redelijke verbetering aan. Aan een willekeurige groep van honderd personen werd een jaar later opnieuw gevraagd naar de si tuatie. Hiervan gaven 57 personen aan dat het niveau van hun gene zing stabiel was gebleven of zelfs omhoog was gegaan (Turner, 335-336; vgl. ook het verslag van Lewis over een conferentie van Wimber in 1985 te Sheffield in Wimber & Springer, 205-220). John Wimber merkt daarover op: ‘Ik heb lange tijd geleden beslo- ten dat, als er voor honderd mensen wordt gebeden en er slechts één wordt genezen, dat beter is dan wanneer er voor niemand wordt gebe- den en niemand wordt genezen.’ (Wimber & Springer, 15; Wright, 78) Uit de beschikbare verhalen over opstanding uit de dood is het voorbeeld van de zes jaar oude Katshinyi Manikai het best gedocu- menteerd; acht uur na het overlijden op 12juni 1985, waarvan in het ziekenhuis een officiële verklaring is opgemaakt, heeft de evangelist

Page 110: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Mahesh Chavda in Kinshasa in Zaïre het wonder mogen meemaken dat dit kind weer levend werd (Deere, 203-206). Kraan vertelt andere voorbeelden hiervan (1974, 362-365). Meer recente voorbeelden van genezing en opwekking uit de dood, zijn te vinden in Betty Heynis, Omega: wonderen in deze tijd.

Met het bovenstaande kom ik tot de conclusie dat genezingswonde- ren ook in deze tijd plaatsvinden. Zelfs wanneer zware criteria aange- legd worden en ook al blijven veel zieken hun kwalen houden, dan nog is er een indrukwekkend aantal zieken dat op het gebed genezing ervaart.

2.3 Ziekenzalving Morris Maddocks merkt in zijn klassieke werk The Christian Healing Ministry op, dat hij na zalving met olie vaak bemerkt heeft dat een grote kracht in de zieke kwam. Daardoor komt een zieke als het ware los te staan van zijn ziekte, zodat hij vrij wordt van pijn en in staat is als persoon verder te leven, hoewel zijn lichaam beschadigd is door de gevolgen van de ziekte. De ziekte beheerst de patiënt dan niet meer. Andere keren leidt zalving tot een volledige genezing, in ieder geval voor een behoorlijke tijd. Hij vertelt over een ernstig zieke koster die beademd werd en diverse infusen had. Na de zalving was hij drie weken later weer in de kerk. Velen getuigen van verlichting van de zondelast nadat zij gezalfd zijn. Hij geeft ook een brief weer, waarin een vrouw met botontstekingen vertelt over de innerlijke vre- de die zij ervaart na de zalving (118-121). Hierbij wil ik ook enige voorbeelden vertellen die ik persoonlijk heb meegemaakt of aan mij verteld zijn. Een jongen van negen jaar had ‘gaten’ in de huid en het vlees ten gevolge van een bacterieaanval. Na de zalving in het ziekenhuis, waarbij nadrukkelijk het werk van de Heilige Geest genoemd is, trok ken de wonden sneller dicht dan verwacht. Tegen de verwachting in hoefde de plastisch chirurg niets meer te doen. In een van de grote steden sprak ik een vrouw die ruim acht jaar geleden gezalfd is. Ze had ter behandeling van darmkanker bestralin- gen ondergaan, maar door een te hoge dosering waren de darmen gedeeltelijk verbrand. De artsen zeiden dat ze hiermee moest leren leven, maar na de zalving is ze genezen. In een ziekenhuis ontmoette ik een vrouw met een ernstige ziekte. Ze tobde hiermee al jaren; de ziekte maakte haar moedeloos en haar geloof kwijnde. Ze kon het leven niet goed meer aan. Na zalving in haar gemeente bleef de ziekte voortduren, maar ze kreeg weer geeste- lijke moed en kracht om verder te gaan. Een man belde op om te vertellen over een ziekte die steeds verder ging. In het gesprek bleek dat er schuld beleden moest worden tegen over zijn vrouw. Nadat hij dit gedaan had kwam een keer ten goede. Vervolgens is de ziekenzalving toegediend en sinds die tijd komt de gezondheid langzaam maar zeker weer terug.

Page 111: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Ook heb ik vernomen van kinderen die door hun ouders gezalfd zijn omdat er geen tijd meer was een ouderling te roepen. In één geval betrof het een schipper die met een ernstig ziek kind niet op tijd de haven kon bereiken en vreesde voor het leven van het kind. God heeft toen uitkomst gegeven na zalving met olie. Er trad enig herstel op en in het ziekenhuis werd een verdere behandeling gegeven. Hierbij is niet precies gehandeld zoals Jakobus dat bedoeld heeft, maar de ouders wilden op deze wijze hun geloof in God tot uiting brengen. Niet altijd treedt genezing op. Er zijn ook situaties bekend waarin de zieke die gezalfd werd, kwam te overlijden. In de mij bekende voorbeelden is dat steeds geweest in de verwachting van een volko- men genezing door de dood heen. Die verwachting was niet afhanke- lijk van de zalving, maar deze christenen hebben die handeling als een daad van toewijding en vertrouwen gezien en men werd er zelf door gesterkt in het geloof. Daardoor was men des te meer bereid te ontslapen in Christus. Deze voorbeelden, waaraan er nog velen zouden toe te voegen zijn, mogen genoeg zijn om aan te geven dat God nog steeds werkt. Niet op onze manier of met onze tijdschema’s. Zijn zegende nabij- heid is in staat tot heling naar ziel, geest en lichaam.

3 De theologische waardering van ziekte en genezing

3.1 De nieuwtestamentische en de huidige genezingswonderen Allerlei keren wordt de kritische opmerking gemaakt, dat er een groot verschil is tussen genezingen door Jezus en de apostelen enerzijds en de huidige genezingen anderzijds. Dat verschil betreft zowel de kwa- liteit als de kwantiteit: Jezus’ wonderen waren direct en de mensen werden volledig genezen. Tevens werden alle mensen die Hij wilde genezen ook daadwerkelijk gezond. Bedoelt Jakobus dit ook niet? Daarentegen zijn de huidige genezingspercentages beduidend lager en kunnen genezingen een proces zijn van jaren. Dit betekent dat de huidige genezingen van een andere orde zijn en niet in verband ge bracht moeten worden met nieuwtestamentische genezingen. In antwoord hierop moet gezegd worden dat de veronderstelde scherpe contrasten gedeeltelijk op onbewezen vooronderstellingen berusten. Zo weten wij bijvoorbeeld niet of al Jezus’ genezingen direct tot uiting kwamen. Vermoedelijk zijn alleen de meest opmerkelijke genezingen op schrift gesteld in de Bijbel, maar Hij heeft er veel meer verricht, zoals blijkt uit de samenvattende berichten in de evangeliën. Het is mogelijk dat de Here Jezus ook genezingen verricht heeft die een behoorlijk tijdsverloop vroegen. Zo vond de genezing van een blinde te Betsaïda in fasen plaats. Eerst ziet hij mensen ‘als bomen’, daarna treedt de verdere genezing op (Mar. 8:22-25). Bij de apostelen geldt dat zij niet in alle omstandigheden konden genezen. Paulus ver- telt in Galaten 4:13-14 over zijn eigen ziekte (of zwakheid), en ook medewerkers van hem waren ziek: Epafroditus en Trofimus. In 1 Korintiërs 12:9-10 en 29-30 staan diverse gaven van de Geest.

Page 112: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Daarin worden ‘gaven van genezingen’ onderscheiden van ‘de gave van krachten’. De gave van krachten duidt op de mogelijkheid won deren te verrichten. Een genezing kunnen we ook als een wonder beschouwen, maar het onderscheid tussen deze beide gaven kan aan geven dat de genezingen wel eens minder opmerkelijk kunnen zijn dan andere wonderen. Stefanus deed ‘wonderen en grote tekenen’ onder het volk (Hand. 6:8), en God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus (Hand. 19:12). De woorden ‘grote’ en ‘buiten gewone’ kunnen wijzen op een verschillende mate waarin de volge- lingen van Jezus genezingen konden verrichten. We kunnen stellen dat genezingen door Jezus zelf het meest op merkelijk waren. In afhankelijkheid van zijn hemelse Vader heeft Hij allen genezen die tot Hem kwamen. De apostelen mochten ook veel wonderen verrichten, maar soms waren zij daartoe niet in staat. Daar na komen de ‘gaven van genezingen’ en deze zijn waarschijnlijk weer lager in rangorde. Er is dus zeker onderscheid, maar dat betekent niet dat ze niets met elkaar te maken zouden hebben! Als er in Johannes 14:12 staat dat de discipelen ‘grotere werken’ zullen doen dan Jezus zelf, betekent dit niet dat zij grotere groepen bekeerlingen hebben, zoals op de pinksterdag in Handelingen 2. In het voorafgaande vers (Joh. 14:11) staat aangegeven dat het werken betreffen die Jezus’ boodschap begeleiden. Die werken zullen groter zijn omdat ze duidelijker de glorie van de Vader in de Zoon naar voren brengen (Joh. 14:13). In de tijd waarop Jezus dit zegt, is Hij op aarde en nog niet verheerlijkt en de Heilige Geest is nog niet geko- men (Turner, 337-339). Deze tekst betekent dus niet dat het soort wonderen opzienbarender is, maar dat ze heilshistorisch een ander karakter dragen: ze openbaren meer van Gods heilsdaden. We mogen aannemen dat genezingswonderen in onze tijd te ma- ken hebben met de macht die Jezus nu in de hemel uitoefent (vgl. Hand. 3:6, 16). Door allerlei factoren kunnen die genezingen op be- paalde plaatsen minder in aantal zijn en een langduriger verloop ver gen, maar toch staan zij in het verlengde van de nieuwtestamentische genezingswonderen, waarbij God tekenen van zijn Koninkrijk opricht. Het is in dit verband opmerkelijk dat J. Deere en J. Wimber de hedendaagse genezingen liever in verband brengen met de gave van genezingen in de brief aan Korinte dan met de genezingswonderen van Jezus en de apostelen (Deere, 64-68). Voor ons geldt in ieder geval de oproep te vertrouwen op de belof- ten van God en de geestelijke gaven – ook de gaven van genezingen –na te streven (1 Kor. 12:28; 14:1). Dit kan gebeuren door gebed en toewijding.

3.2 Waarom niet altijd genezing? De dienst der genezing heeft veel nadelen ondervonden van gebedsgenezers die tijdens campagnes alle verantwoordelijkheid leggen bij het geloof van de zieke. Als de zieke niet geneest heeft hij blijkbaar te weinig geloof gehad. Steeds weer blijkt dat dit standpunt in pastoraal

Page 113: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

opzicht veel schade doet bij hen die niet genezen. Gewoonlijk baseert men de stellingname dat alle gelovigen gene zing kunnen ontvangen op Jesaja 53. Met de veronderstelling dat gelovigen zowel de verzoening als de genezing kunnen ontvangen op grond van het volbrachte werk van Christus, brengen sommige ge- loofsgenezers de boodschap dat genezing voor ieder te krijgen is (vgl. par. II.1.4). Daarbij wordt dan ook nog vaak Hebreeën 13:8 aangehaald. Dat Jezus gisteren, heden en in de toekomst dezelfde is, zou dan betekenen dat Hij nu nog op dezelfde wijze genezingswonde ren werkt als in de tijd van het Nieuwe Testament. De genezing heeft inderdaad alles met de verzoening te maken. Op grond van Christus’ volbrachte werk mag gevraagd worden om genezing. Daarbij is het echter wel van belang te onderscheiden wan néér iets gegeven wordt. Door het geloof wordt men rechtvaardig voor God en vervolgens komt er een leven waarin, als het goed is, de heiliging steeds meer gestalte krijgt. De Heilige Geest bewerkt een nieuwe gehoorzaamheid. Die vernieuwing is hier op aarde altijd nog maar gedeeltelijk. Zo is het ook met genezing. Die kan hier in een bepaalde mate geschonken worden, maar de volledige vernieuwing vindt pas plaats ml dit leven. Het is daarom onjuist te stellen dat de verzoening en genezing in dezelfde mate door ons ontvangen kunnen worden (Kraan, 1974,237-238; Wimber & Springer, 131-134). Daar-om hoeft het uitblijven van genezing niet te liggen aan het gebrek aan geloof van de patiënt.

Het doet weldadig aan dat Hermann Zaiss, die in de jaren vijftig veel in Nederland geweest is, niet alleen let op het geloof van de patiënt, maar ook op het geloof van hemzelf. Hij zegt: ‘Hoe ouder en meer ervaren ik word, des te meer zoek ik daar, waar de genezing uitblijft, naar mijn ongeloof en ook het uwe.’ (Kraan, 1974, 229) De houding van de voorganger is dus ook belangrijk, in Jakobus 5 gaat het over het geloof van de ouderlingen, terwijl het geloof van de zieke tot uiting komt in de vraag of de ouderlingen willen komen. Verder kun- nen we letten op het geloof van de gemeente, in allerlei opzichten, maar ook ten aanzien van de mogelijkheid van genezing op het ge- bed. Is er een levende band met Christus? Een zondige levenshou-ding, persoonlijk of in de gemeente, is een belemmering voor de doorwerking van Gods genezende werking (1 Kor. 11:30). Hier is zelfonderzoek en eventueel belijdenis van schuld nodig (Jak. 5:15). Het geloof in genezing wordt ook door Jezus gevraagd. Maar we zullen hierin onderscheid moeten maken tussen de mate waarin we kunnen en waarin we willen geloven. De vader van een ernstig zieke jongen riep uit: ‘Ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp.’ (Mar. 9:24) En deze bereidheid tot geloof was genoeg. Daarbij valt te bedenken dat ook dit geloof een gave van God is. Kathleen Kuhlmann brengt dat zo onder woorden: ‘Genade en geloof zijn zo nauw verbonden, dat we ze niet van elkaar kunnen scheiden. Het wonder van dit alles is, dat we dikwijls geloof ontvangen op

Page 114: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

momenten, dat we het eigenlijk helemaal niet verdienen. (...) Degene die geloof krijgt voor lichamelijke genezing, heeft dat alleen maar te danken aan de genade van God. Het komt alleen maar voort uit Zijn bewogenheid en barmhartigheid. Voor geloof bid je niet; je zoekt de Heer en het geloof zal komen.’ (Kraan, 1974, 230) Daarbij blijven er voor ons ondoorgrondelijke zaken. Dezelfde persoon kan de ene keer genezing ontvangen en de andere keer niet, zonder aanwijsbare ver- andering in het geestelijk leven.

J. Deere wijst erop dat er eb en vloed is in Gods uitstorting van genade in verschillende plaatsen en perioden in de geschiedenis. In veel gevallen kunnen wij geen duidelijke verklaring geven van het opkomen of wegblijven van geestelijke opwekkingen. Dit geldt ook voor zijn genezende kracht. D.C. Lewis constateert in zijn algemeen-heid, dat Gods genezingen voornamelijk bij de armen in deze wereld plaatsvinden en bij jonge mensen (Turner, 346). Een belangrijk aspect is het besef dat de aarde nu nog zucht onder de heerschappij van de satan als de overste van deze wereld (Joh. 12:31; 14:30; 16:11). Het gebed om de komst van Gods Koninkrijk gaat nog steeds door, wetend dat het straks volkomen zal zijn. In de tussentijd zucht de schepping als in barensnood. ‘En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste gave ontvangen heb ben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam.’ (Rom. 8:22-23)

God kan in ons leven lijden en fysieke nood toelaten. Dat geldt voor Job en het geldt voor Paulus, hoe men ook precies zijn ‘doorn in het vlees’ moet interpreteren (2 Kor. 12:7-10). Het wonderlijke is dat God het in zijn wijsheid voor heilzame doeleinden wil gebruiken. Een gehandicapte apostel die leeft in afhankelijkheid van God is meer bruikbaar dan een gezonde apostel die uit zijn eigen geestelijke kapitaal leeft. De dichter van Psalm 119 erkent het nut van verdrukking. ‘Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren.’ (vs. 71, 67 en 75) Het is ook voor vele zieken de ervaring geweest, dat God hen in een tijd van ziekte geestelijk onderwijs gaf en daarmee het kwaad van de ziekte liet meewerken ten goede (Rom. 8:28). Het is niet altijd Gods bedoeling ons uit de situatie te bevrijden die ons benauwt of ons lichaam afbreekt, maar dan is het zijn bedoe- ling ons er doorheen te helpen. C.S. Lewis zei: ‘Wonderen zijn voor beginners.’ We moeten die riskante uitdrukking niet te letterlijk ne- men, maar het is toch nuttig die te bedenken. Hoe verder we gevor- derd zijn in het geloof, des te meer wil God soms het leed toelaten om te zien of we Hem ook in die omstandigheden vertrouwen. Paulus heeft geleerd te roemen in zwakheden, opdat de kracht van Christus over hem zou komen. Ook al bedoelt hij daar in de eerste plaats de zwakheden om Christus’ wil, dan nog is zijn woord van

Page 115: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

toepassing op ziekte en nood die door christenen ervaren worden.

Tot slot wil ik nog de factoren van de samenleving en het milieu noemen. Er zijn wetmatigheden in onze wereld die wij niet straffeloos kunnen overtreden. Allerlei ziekten zijn ‘welvaartsziekten’. Het autoverkeer kan handicaps toebrengen. De ontploffing van een atoom-bom of een kernreactor heeft ingrijpende gevolgen voor de omwo- nenden. Ons economisch systeem leidt in sommige delen van de we- reld tot hongersnood. We kunnen deze factoren ‘neutraal’ noemen, maar in een aantal gevallen dient ook Gods toom over de zonde van onze samenleving opgemerkt te worden. Gods toom over de zonde van een zieke, of van de geestelijke leiders van de gemeente, of van de gemeente als geheel, kunnen de doorwerking van genezing belemmeren. Ligt hier geen oorzaak, dat in sommige kringen waar men de dienst der genezing wil herstellen zo weinig resultaat heeft? In de gemeente moeten we bedacht zijn op occulte bindingen. Kraan waarschuwt dat deze bindingen altijd weer sterke verzetshaarden zijn tegen de genezing in de naam van Jezus, zowel tegen de genezing van de betreffenden zelf als tegen gene- zingswerk in hun kring (1984, 95).

Tot zover een overzicht van mogelijke factoren waardoor geen gene- zing optreedt. Die mogelijkheden moeten ons echter niet weerhouden actief bezig te zijn op het terrein van de genezing. Het blijft immers staan dat de verzoening van Christus het mogelijk maakt dat mensen genezen. Nog steeds worden er tekenen van zijn Koninkrijk opge- richt. Nu Hij ten hemel is gevaren en zit aan de rechterhand van de Vader gaat Hij door met zijn werk. We behoeven de genezing niet slechts in de verzoening te funderen, maar mogen die ook baseren op zijn verhoging. Zijn beloften aan de discipelen (en dus aan zijn ge- meente) blijven staan. Daarom mogen we positieve verwachtingen hebben van het gebed. Toch zal in het gebed beseft moeten worden dat God souverein is en dat zijn wijsheid ons verstand te boven gaat. Het is de taak van de gemeente om hierin Gods wil te ontdekken.

3.3 Oorzaken van ziekte Uit de geschiedenis van Job is duidelijk dat de satan ziekte kan zen- den. Een bloedvloeiende vrouw is door de satan achttien jaar gebon den (Luc. 13:16). In de evangeliën staat vaak vermeld dat boze gees- ten uitgeworpen worden en dat daarmee de oorzaak van de ziekte weggenomen wordt en genezing optreedt. Daarnaast kan God ook ziekte zenden, al wordt dit in het Oude Testament vaker vermeld dan in het Nieuwe Testament. We zullen hier aan aspecten van Gods gericht moeten denken (vgl. par. II.2.5). Uit de antwoorden van Job blijkt dat hij zich niet van een bijzondere zonde bewust is. Toch leefde ook hij in een wereld die in zonde gevallen is en onder Gods oordeel ligt (Gen. 3; Rom. 8:18-24). Nu wij niet meer in het paradijs zijn, leven we in een omgeving waarin

Page 116: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

veel leed aanwezig is. Lang niet altijd is een specifieke geestelijke oorzaak van ziekte aanwezig. In onze wereld wemelt het van de ziek- tekiemen, bacteriën en virussen. Door onze technische uitvindingen gebeuren er ook veel technische ongelukken, zoals hierboven reeds vermeld. Jezus geeft zelf het voorbeeld van een toren in Siloam die instortte waardoor achttien mensen gedood werden. Toch waren deze mensen niet schuldiger dan anderen in Jeruzalem (Luc. 13:4). Met de opsomming van deze drie mogelijkheden wil ik niet zeg gen dat God en satan geen ‘natuurlijke oorzaken’ kunnen gebruiken voor ziekte, maar dat het voor ons van belang is hierin te onderschei- den. Immers maakt men in kringen van geloofsgenezers veelal de fout de ziekte alleen aan de duivel toe te schrijven. In de boodschap naar de zieken zijn dan gewoonlijk dualistische tendensen aanwezig: de strijd van het goede tegen het kwade, de strijd van de gelovige met God tegen de satan. Het is hier goed te beseffen dat we ook met natuurwetmatigheden te maken kunnen hebben (zie Wright en Wal- ker, 71-105). Het is zeker zo dat God hier boven staat en ondanks alles genezing kan schenken, maar dan wordt het karakter van ons gebed anders. Tegenover de christenen die alleen maar denken in de categorie van natuurlijke oorzaken, is het echter van belang de gees- telijke oorzaken te benadrukken.

Het bovenstaande maakt wel duidelijk dat het nodig is na te gaan wat een mogelijke oorzaak is van onze ziekte. Het kan handelen van de satan zijn, wat door ons in het geloof weerstaan moet worden. Het kan zijn dat wij een verkeerde levensstijl hebben geleid, het kan zijn dat er op geestelijk gebied overtredingen zijn geweest die beleden moeten worden tegenover God of de medemens. Erlo Stegen is daarin radicaal. Wanneer iemand bij hem komt met het verzoek voor zijn genezing te bidden, vraagt hij op grond van Jakobus 5:16 eerst naar het geestelijk leven. ‘Heeft u uw leven gerei- nigd en alles in orde gebracht?’ Hij beschouwt het als zinloos te bidden voor de genezing van een mens wiens hart verteerd wordt door de melaatsheid van de zonde. ‘Ik kan de mensen niet begrijpen, die beweren dat zij de gave van genezing hebben en ook voor anderen om genezing bidden. Ze bekommeren zich daarbij niet om die ziekte(n), waarvan er meer dan genoeg zijn, zoals bijvoorbeeld bitter- heid, haat, afgunst, kwaadspreken, toom, beledigd zijn, overgevoe-ligheid, prikkelbaarheid, ongeduld, argwaan, onreine gedachten.’ (196-197)

4 Exorcisme

Ten aanzien van ziekenzalving en handoplegging hebben we gezien hoe de waardering in de loop van de geschiedenis sterk veranderd is. Allerlei factoren hebben daarbij een rol gespeeld. Een soortgelijk verhaal zou te vertellen zijn over exorcisme, het uitdrijven van demo- nen. Het historisch onderzoek van W.C. van Dam is veelzeggend

Page 117: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

(1970, 72-111; 1993, 27-36). Lange tijd is in onze westerse wereld geen aandacht gegeven aan de mogelijkheid van bezetenheid en occulte belasting door boze gees- ten, want deze zaken behoorden bij een verouderd wereldbeeld. Daar om kreeg J.C. Blumhardt (zie par. VIII.2.1) zoveel weerstand vanuit kerkelijke kring. Ook in onze tijd, waarin weer meer geloofd wordt aan het bestaan van geestelijke machten, klinkt die vanzelfsprekende afwijzing. Zo heeft P.W. van der Horst onlangs een boekje laten ver- schijnen over de woestijnmonniken in de vierde eeuw in Egypte. Keer op keer vertellen de monniken over hun geestelijke strijd met de demonen, maar de bewerker geeft in een voetnoot aan: ‘Alles wat de demonen in dit verhaal zeggen heeft zich uiteraard alleen in de psy- che van de verteller afgespeeld.’ (36) Hoe weet hij dit? Kan het niet echt zo gebeurd zijn? Gelukkig treedt een kentering op, vooral op grond van ooggetui- genverslagen van de strijd tegen demonische machten. In Engeland heeft Jessie Penn-Lewis uitvoerig beschreven hoe de geestelijke op wekking in Wales in 1904/05 neveneffecten heeft opgeleverd die di- rect te maken hebben met demonische beïnvloeding en hoe deze ne- gatieve machten te bestrijden zijn. Vanaf de jaren zeventig wordt in Nederland terecht weer aandacht gevraagd voor deze zaken. In sommige publicaties is er een te sterke reactie en wil men alle of bijna alle ziekten verklaren vanuit occulte beïnvloeding, en het heenzenden van boze geesten is dan overal de oplossing voor. Wat dat betreft is het werk van W.C. van Dam en W.J. Ouweneel heel wat evenwichtiger, omdat zij eerst nagaan of lichamelijke en psychische factoren de ziekte veroorzaakt hebben. M. Parmentier vindt het wereldbeeld van K.J. Kraan en W.C. vanDam te dualistisch: zij zien te vaak goede óf kwade machten aan het werk. Tevens acht hij het kwaad te sterk gepersonaliseerd. De groot-ste, structurele kwaden van onze dagen, zoals racisme, seksisme, politieke onderdrukking, milieuvervuiling en economische uitbuiting zijn geen personen (demonen) en komen in die manier van denken niet of nauwelijks ter sprake. Parmentier beschouwt de kwade mach- ten liever als een soort geestelijke virussen: niet persoonlijk, maar wel vernietigend (46-53). Het invloedrijke werk van Walter Wink geeft weer een andere be- nadering, waarbij de auteur een modem wereldbeeld hanteert: de mo- derne mens die de geestelijke eenheid van hemel en aarde niet meer beleeft, maar slechts één aardse werkelijkheid kent, moet de vroegere projectie van engelen en demonen terughalen om zijn eigen wereld te kunnen begrijpen. Wat vroeger hemel en aarde werden genoemd zijn voor de moderne mens de innerlijke en de uiterlijke aspecten van deze ene werkelijkheid. De kwade machten zijn de onpersoonlijke, spiri- tuele kern van machtsstructuren. In A.N.S. Lane, The Unseen World, wordt een kritische bespreking van deze opvatting gegeven.

In het kader van dit boek is het niet mogelijk recht te doen aan dit

Page 118: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

onderwerp en moet met een korte verwijzing volstaan worden, waar- bij ik me aansluit bij het werk van Van Dam. In zijn algemeenheid zijn er vier soorten symptomen die wijzen in de richting van occulte belasting: a. Religieuze symptomen als weerstand tegen Christus en zijn vol- gelingen, tegen de kerkdiensten en tegen het gebed. b. Lichamelijke symptomen als een abnormale lichaamskracht op bepaalde momenten, zintuiglijke storingen, en medisch onver- klaarbare pijnen. c. Psychische symptomen als woedende opgewondenheid, zelfver- wondingen en zelfmoordpogingen. Daarbij kunnen genoemd wor- den een ‘tweede persoonlijkheid’, depressiviteit en angst, versla- vingen en dwangtoestanden met vreemde waarnemingen. d. Parapsychische symptomen: bovennatuurlijke waarnemingen, de aanwezigheid van onverklaarbare geluiden en temperaturen. Wanneer een combinatie van deze zaken aanwezig is, is het verstan- dig dit geestelijke terrein te onderzoeken. Gewoonlijk let men in de psychiatrie niet op deze zaken, maar onder christenpsychiaters begint het tij een beetje te keren (Müller; Mast).

Zoals we gezien hebben werd in de vroegchristelijke kerk ook olie voor exorcisme gebruikt, in combinatie met de doop. Sommigen die in de dienst der bevrijding werkzaam zijn, gebruiken nog steeds olie. De achterliggende gedachte is: als de demonen het lichaam verlaten hebben, is vervulling met de Heilige Geest nodig, omdat anders de verdreven geesten weer terugkeren (Mat. 12:45). Van Dam beschrijft de weerstand van demonen tegen gezegende olie (1993, 93). Ook handoplegging werd en wordt door hulpverleners gebruikt bij exorcisme. Sommige auteurs waarschuwen hiertegen, omdat door dit lichamelijke contact de boze geest degene die wil bevrijden kan aanvallen (geciteerd bij Kraan, 1974, 46). Op grond hiervan zegt men wel dat alleen op gewone zieken de handen opgelegd mogen worden en dat bij occult belasten (of in de ergste vorm: bezetenen) slechts toespreken mogelijk is. Dit lijkt mij echter een kunstmatig onder- scheid dat niet in Marcus 16:17 bedoeld is. De kerkgeschiedenis laat zien dat men bij voorkeur hier handoplegging gebruikt heeft, zelfs in plaats van ziekenzalving, omdat deze laatste tot de sacramenten gere- kend werd. Van Dam schrijft dat overdracht van de geesten op de hulpverlener niet door handoplegging tot stand komt, maar door een opening in de geestelijke wapenrusting van Efeze 6, bijvoorbeeld een bepaalde zonde (1993, 85-86). Neil T. Anderson legt meer nadruk dan Van Dam op de wijze waarop een christen zélf van de invloed van boze machten af kan komen, zonder dat nadrukkelijk exorcisme door een hulpverlener plaatsvindt.

5 De huidige gezondheidszorg

Page 119: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

De reguliere gezondheidszorg kenmerkt zich door een sterke nadruk op lichamelijke verschijnselen. Door een geavanceerde techniek kun- nen lichamelijke afwijkingen snel geconstateerd worden. Vervolgens worden medicijnen toegediend om gericht de symptomen en de oor- zaak ervan te bestrijden. In zijn algemeenheid mogen wij van deze mogelijkheden dank- baar gebruik maken. God heeft vele wetmatigheden en mogelijkhe- den in de schepping gelegd. Ook ons eigen lichaam heeft van nature veel mogelijkheden tot herstel. In normale gevallen groeit een kleine wond ‘vanzelf’ weer dicht. Als eigen krachten tot herstel niet genoeg zijn kunnen hulpkrachten in de vorm van medicijnen aangewend wor- den. In de hulpverlening kan de patiënt op deze wijze beschouwd wor- den als een mankerende machine waar iets aan gerepareerd moet worden. Het defect wordt deskundig verholpen. Maar wie let op de persoon zelf in plaats van alleen op het gebrek? Wie let op de achter- liggende oorzaak? Welke psychische en sociale factoren hebben de ziekte veroorzaakt? De artsen hebben meestal te weinig tijd om hier goed op in te gaan. Daar komt nog bij dat het godsdienstige kader geheel gaat ontbre- ken. De vragen van zonde, schuld en vergeving komen in de gewone medische praktijk niet aan de orde. En dat is juist het kader waarin ziekte in de Bijbel steeds weer vermeld wordt. Het is van groot be- lang dat we als christenen die dimensie weer aan de orde gaan stellen. Het is niet genoeg als christelijke ziekenhuizen en verpleeginrichtin- gen zorgen voor een christelijke sfeer in huis die tot uiting komt in gedragsregels, maar de gezondheidszorg zelf moet onderwerp van bezinning worden. Onlangs las ik een zendingsblad, waarin onder het opschrift ‘Predik het evangelie, genees de zieken’ beschreven werd hoe gemeenten gesticht werden en ziekenhuizen werden gebouwd. Hoezeer de bouw van ziekenhuizen te maken kan hebben met de opdracht van Christus, deze uitleg van Marcus 16 is toch niet de eerstbedoelde.

Het is opvallend dat in Engeland er op tal van terreinen samenge- werkt wordt door artsen en geestelijken. Daar zijn allerlei tehuizen waar medische en pastorale zorg samengaan. Het boek What is wrong with christian healing? (ed. Sir James Watt) is een sterk pleidooi voor zo’n integratie. Een tijdschrift als Healing and Wholeness probeert beide benaderingen te verbinden. In Nederland zijn we hier nog lang zover niet. Enige decennia terug hebben K.J. Kraan en P.C. van Leeu- wen een belangrijke bezinning op gang gebracht. In hun boeken ligt heel veel waardevol materiaal opgetast, maar in de praktijk gebeurt er niet zoveel mee. De Nederlandse afdeling van de Lucasorde probeert dit wel. Ook het tijdschrift In dienst der genezing van de Protestants Christelijke Artsen Organisatie geeft geregeld aandacht aan deze za- ken. Het is te hopen dat dit alles in theorie en praktijk verder uitge- werkt zal worden.

Page 120: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Francis MacNutt schrijft vanuit dit verlangen: ‘Via de weg van het gebed kan Gods genade ons te hulp komen en genezing schenken. (...) De dokter of de psychiater probeert de hindernissen, of het nu een virus is of een pijnlijke ervaring in het verleden, weg te nemen, opdat de patiënt naar dezelfde gezondheid kan groeien, waarvoor wij bid- den. Ik geloof dat het ideaal zou zijn als we zover zouden komen dat dokters en psychiaters voor hun patiënten bidden (en sommigen doen dat gelukkig al!), zodat God doet wat ze zelf niet kunnen doen, of zelfs dat God dezelfde soort genezing mag geven die de medische genezing kan verschaffen, maar op een volkomener, sneller en minder kostbare wijze. Soms werkt God door de natuur en de vaardigheid van dokto- ren. Soms werkt Hij direct door het gebed en soms door beide. Maar er moeten altijd samenwerking, wederzijds respect en verwondering zijn over de veelheid van manieren waarop God zijn heerlijkheid manifes- teert.’ (geciteerd in Van Essen & Van der Leer, 75-76)

6 Symbolen

Handoplegging en ziekenzalving kunnen wij rekenen tot symbolen en rituelen. De zalfolie wordt door velen beschouwd als een symbool van de Heilige Geest en de handoplegging wijst heen naar de werking van Gods Geest in degene aan wie de handen worden opgelegd. Als het gaat over de handelingen die een plechtig karakter dragen, kunnen we spreken over rituelen. Zijn deze rituelen nodig? Is het niet genoeg als verkondigd wordt dat God alle macht heeft tot genezing en als zieken hierom bidden? Wat voegen handoplegging en ziekenzalving daaraan toe? Op deze vraag kan zowel een theologisch als een praktisch ant- woord gegeven worden. Het theologische antwoord is in de vorige twee hoofdstukken reeds gegeven. Op deze plaats wil ik voor een an-der facet de aandacht vragen, en wel dat het God behaagt om op deze concrete en zichtbare wijze zijn genade te schenken.

In de tijd van de Reformatie is er een grote nadruk gekomen op de woordverkondiging. Deze concentratie is heel heilzaam geweest te- genover de vele uiterlijke rituelen van de Rooms-Katholieke Kerk. We moeten echter wel de vraag stellen of er niet te veel rituelen afgeschaft zijn. In het menselijk leven is er een diepe behoefte aan rituelen en symbolen. De oudtestamentische eredienst bevatte veel zichtbare rituelen, met name in de tabernakel en de tempel. De profe- ten maakten volop gebruik van symbolische handelingen om hun boodschap duidelijk te maken. De profeet Achia scheurt een mantel in twaalf stukken (1 Kon. 11:30-31), Jeremia gebruikt een linnen gordel (hfdst. 13) en Ezechiël stelt in hoofdstuk 4 het beleg van Jeruzalem zinnebeeldig voor. In het Nieuwe Testament gebruikt de Here Jezus beelden als: brood, water, licht, enzovoorts om te verduidelijken wie Hij is. Naast het hoorbare evangelie doet Hij veel zichtbare zaken: Hij vermenig- vuldigt brood en geneest zieken. In het boek Handelingen worden de

Page 121: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

wonderen en tekenen beschouwd als bevestigingen van Gods kant (Hand. 2:43; 3:16; 4:30). Zo ook in het slot van het evangelie naar Marcus: ‘Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde door de tekenen, die erop volg den.’ (Mar. 16:20) Bij de rituelen denken we allereerst aan Doop en Avondmaal, waarin water, brood en wijn symbolen zijn van een geestelijke wer- kelijkheid, namelijk van de beloften van God. Bij symbolische han- delingen horen ook handoplegging en ziekenzalving. Het is onjuist om in dit verband de uitdrukking ‘het Woord alleen’ te gebruiken als kritiek op symbolen; want die symbolen worden in de Bijbel gebruikt om naar de boodschap van het Woord te wijzen.

C.G. Geluk wijst in zijn boek Traditie als beweging op het belang van symbolen en rituelen. Zij kunnen de jongeren vandaag – in onze beeldcultuur – helpen. Ze brengen ordening in het geestelijk leven, zekanaliseren gevoelens en geven daar vorm aan. Symbolen hebben een motiverende kracht ten aanzien van het getuigenis, omdat bepaalde symbolen ook naar buitenstaanders toe een uitstekend hulpmiddel kunnen zijn om het evangelie verder te brengen (dat kan al zijn naar aanleiding van het visje op de achterkant van de auto of het kruisje aan het halskettinkje). Geluk geeft toe, dat er ook gevaren verbonden zijn aan het gebruik van riten en symbolen, bijvoorbeeld dat ze gezien worden als magi- sche middelen waar de mens over kan beschikken. Binnen de Refor- matie heeft men veel rituelen afgeschaft. Het is vaak vanuit een reactie op theologieën, die men afwees of op ontsporingen op het terrein van de symboliek, dat men afrekende met heel de context daarvan. Maar het slechte gebruik heft het goede gebruik niet op (132-136).

A. Waelkens benadrukt het belang van de ziekenzalving. Volgens hem wil God hiermee tegemoetkomen aan de algemeen menselijke behoefte aan concrete, tastbare handelingen die het geestelijke sym- boliseren. ‘Ook vanuit pastoraal oogpunt is dit niet zonder belang: de zieke beseft op dat moment door die persoon met die concrete zal- vingshandeling en zalfolie vanuit de Heer bediend te worden. Een niet praktiseren van de ziekenzalving kan dan ook niet anders dan tot verarming en verschraling van het geloofsleven leiden.’ (55-56) Ver-derop schrijft Waelkens dat het praktiseren van de oliezalving aan de hedendaagse kerk een enorme kans biedt om de liefde, bewogenheid en de genezingskracht van de Heer voor zieken (in de brede betekenis van het woord) in en buiten de kerk te tonen (58).

K.J. Kraan heeft enige aarzelingen bij de zalving; hij geeft de voor- keur aan handoplegging vanwege de verstaanbaarheid in onze sa- menleving. ‘Maar juist omdat van de zalving in de Oude Kerk in het cultuurpatroon van die tijd zo’n rijke en actuele sprake uitging is het de grote vraag, of zij nog zin heeft in onze dagen, nu ze uit ons

Page 122: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

huidige cultuurpatroon bijna geheel is verdwenen.’ (1974, 50) Als antwoord hierop wil ik opmerken dat symbolen altijd toege- licht moeten worden. Dat zal in vroeger tijd net zo nodig zijn geweest als in onze tijd, al zullen de accenten in de toelichting nu anders liggen. Tot nu toe heb ik hier geen problemen bemerkt.

Wie dieper op deze materie in wil gaan kan terecht in twee bijdragen in de verzamelbundel van Dudley & Rowell: ‘The Sacramental Use of Material Things’ en ‘The Revival of Oils in Contemporary Cultu- re: Implications for the Sacrament of Anointing’.

7 Conclusie

We hebben gezien hoe, ook in deze tijd, God wonderen van genezing wil verrichten. We mogen die wonderen zien als vervuilingen van zijn beloften, in de Bijbel gegeven. Wie bezig is in de dienst der genezing, krijgt niet op alle vragen antwoord. In het bijzonder de vele vragen in situaties waarin geen genezing optreedt, zijn moeilijk. Maar alle gegevens wijzen in de richting van een doorgaand werk van de Here Jezus, ook bedoeld voor ons. We mogen gebruik maken van de gewone geneeskunde, maar juist omdat daar vaak het geestelijk kader ontbreekt, is het voor christenen van het grootste belang zich te ver diepen in de bijbelse opdracht tot genezing. Als er geestelijke facto- ren in het geding zijn, is het niet genoeg met gewone medicijnen te werken. Geestelijke factoren kunnen onbeleden schuld zijn, maar ook occulte beïnvloeding. Wanneer ziekenzalving en handoplegging ter genezing in praktijk gebracht worden, kan dat bijdragen aan het herstel van zieken, maar ook aan het herstel van het denken van de gemeente. Dan is het herstel van die praktijk niet een overbodig sym- bool, maar een teken van Gods tegenwoordigheid. De toepassing van die symbolen is dan een daad van gehoorzaamheid en van vertrou- wen, dat God alles ten goede wenden zal.

Page 123: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

IX Ziekenzalving in de praktijk

1 De vraag van de zieke

1.1 Motieven Jakobus schrijft dat de zieke mag vragen of de ouderlingen bij hem komen voor gebed en zalving. Hij gaat daarbij uit van een situatie in de gemeente. Het initiatief ligt duidelijk bij het gemeentelid. Uit de vraag zal blijken vanuit welke motieven het verzoek komt. De motieven kunnen geheel verschillend zijn. Soms zijn ze duide- lijk geestelijk van aard. De zieke is in gebed ernstig bezig geweest met de woorden van Jakobus 5. In veel gemeenten is de ziekenzalving tamelijk nieuw en de drempel is dus heel hoog om het verzoek naar voren te brengen. Gewoonlijk is er heel wat gepasseerd voordat de vraag gesteld wordt. Uit de vraagstelling blijkt ook welke verwachtin- gen men van de Here God heeft, en ook de bereidheid tot schuldbelij- denis. Men plaatst zich voor de hoge en heilige, barmhartige en gena- dige God. Als vanuit zuivere motieven gevraagd wordt of gehandeld mag worden naar Gods woord is er reden tot vreugde over zo’n vraag. Het gebeurt ook wel dat mensen allerlei alternatieve genezers bezocht hebben en de zalving met olie als het volgende middel zien. ‘Baat het niet, dan schaadt het niet.’ In zo’n geval dient het onder- scheid duidelijk uitgelegd te worden. Jakobus biedt geen ‘goedkoop’ middel aan, maar een weg van gehoorzaamheid. Wat is ons hoogste doel: genezing om verder naar eigen inzicht te kunnen leven? Of verlangen om aan God toegewijd te leven? Zijn we bereid zonden te belijden en ermee te breken? Wanneer olie het symbool is van de Heilige Geest: zijn we bereid dat God met zijn Geest in ons reini- gend, heiligend en zuiverend werkt? Is herstel van de relatie met God door vergeving het hoogste, of staat het eigen belang van genezing voorop? Verder is het nodig na te vragen of de zieke de olie niet ziet als een magisch middel en een ritueel om iets van God af te dwingen. In sommige gevallen is duidelijk onderwijs op zijn plaats, opdat het symbolische karakter van de handeling naar voren zal komen. We vertrouwen onszelf aan God toe, opdat Hij zal doen wat goed is. Aan de ouderlingen (inclusief de predikanten) is de taak om de motieven – voor zover mogelijk – te beoordelen.Vermoedelijk bedoelt Jakobus een lichamelijk zieke, maar zijn bewoordingen zijn ruim en sluiten allerlei psychische nood niet uit (par. VI.3.7).

1.2 Ouderlingen Wanneer een kerkenraad voor het eerst een dergelijk verzoek krijgt, is het verstandig voldoende tijd voor bezinning te nemen. Het is niet goed zich te overhaasten, zelfs niet in geval van ernstige ziekte. God is niet afhankelijk van de olie! Het is een vergelijkbare situatie als de

Page 124: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

bediening van de Doop. Naar mijn overtuiging is de Doop zeer waar- devol, maar is de nooddoop niet nodig: God kan de rijkdom van de Doop schenken zonder dat deze in noodsituaties bediend wordt. Daar om moeten we oppassen voor overhaaste besluitvorming bij een aan vraag tot ziekenzalving. Van belang is dat we de bijbelse lijnen ont- dekken en als kerkenraad in onderlinge harmonie tot een goed beleid komen. Jakobus noemt als eerste en belangrijkste zaak het gebed voor de zieken. Laten we dat in ieder geval in praktijk brengen! Vervolgens is het raadzaam de gemeente op de hoogte te brengen van het beleid van de kerkenraad. Ik weet van situaties waarin de predikant de zalving uitvoert zonder dat de gemeente op de hoogte is. Hoeveel begrip we hier ook voor kunnen hebben, het is gewoonlijk zo dat de gemeenteleden er toch achter komen, en dan is de schade groter dan de winst. In algemene zin heeft een gemeente er recht op te weten wat het beleid van de kerkenraad is. Jakobus 5:13-16 zou in een leerdienst of een gemeenteavond aan de orde gesteld kunnen worden. Het mooiste is als de gemeente ook te horen krijgt wie de zalving aangevraagd heeft. Immers, het is een kenmerk van de ge- meente dat zij in vreugde en verdriet meeleeft. Dan kan ook tot zijn recht komen wat Jakobus schrijft: ‘Bidt voor elkander opdat gij gene- zing ontvangt.’ De handelingen van de ouderlingen dienen onder- steund te worden door de voorbede van de gemeente. Ik weet wel, dat sommige zieken er veel moeite mee hebben, om zo bekend te staan. Hopelijk ontstaat een groeiende gewenning aan het feit dat zieken dit vragen, zodat die angst en schaamte minder zullen worden. Het kan voorkomen dat een kerkenraad niet geheel tot overeen stemming komt op dit punt. Voor velen is de ziekenzalving een nieuw verschijnsel en is er een begrijpelijk gevoel van onzekerheid. Dan is het belangrijk om te vragen of er gegronde bezwaren zijn tegen het feit dat een andere ouderling of de predikant, die wel overtuigd is, de zalving verricht. Als algehele overeenstemming niet mogelijk is, is het wel nodig aan elkaar ruimte te geven en onderlinge steun in het gebed, opdat Gods wil zal geschieden. In dat geval verdient het aan- beveling dat de zalving alleen verricht wordt door leden die overtuigd zijn van de juistheid van deze handeling.

Vervolgens rijst de vraag in welke mate de ouderlingen geloof moe ten hebben voor genezing. Ik werd een keer benaderd door mensen die iemand zochten met het rotsvaste geloof dat de betreffende zieke zou genezen, want de plaatselijke ouderlingen wilden de zalving wel verrichten, maar niet in het vaste vertrouwen dat deze zieke ook lichamelijk zou genezen. Naar mijn overtuiging worden hier de eisen te hoog gesteld. Zie daarvoor de bespreking van ‘het gelovige gebed’ in de paragrafen VII.1.2 en VII.1.3. Het is nodig dat de ouderlingen handelen in het vaste vertrouwen dat ze in overeenstemming zijn met Gods woord en dat God zijn zegen zal schenken, maar de wijze waar op moeten ze aan Hem overlaten. Er mag uitgezien worden naar

Page 125: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

lichamelijke genezing, maar er zijn meer manieren waarop God zijn zegen schenkt.

De ouderlingen mogen vragen naar eventuele zonden die te belijden zijn. We kunnen geen voorschrift geven welke zonden dat zijn, maar in zijn algemeenheid gaat het om zonden waarvan de zieke zelf beseft dat ze tussen God en hem instaan; zonden die keer op keer in de herinnering komen en een sterk schuldbesef oproepen. Dat kunnen ook zonden zijn tegenover een medemens, waarvoor het nodig is dat een mogelijkheid gezocht wordt naar onderlinge verzoening. In zijn algemeenheid geldt dat ernstige zonden tegen een mede- mens ook met die ander besproken moeten worden. De ambtsdragers zullen hier in wijsheid mee om moeten gaan en kunnen een bemidde- lende rol spelen. In veel gevallen zal dit reeds gebeurd zijn voordat de zalving plaatsvindt. Het gesprek over deze zaken is zeer vertrouwelijk. Wanneer hier van iets in de openbaarheid komt kan er grote schade aangericht worden. De Nederlandse Hervormde Kerk heeft het klassieke beves- tigingsformulier voor ouderlingen en diakenen terecht uitgebreid met de woorden: ‘Maar daarbij dragen zij met grote nauwgezetheid zorg, dat de noden, zorgen en geheimen van de schapen hunner kudde bij hen veilig zijn en worden behartigd als waren het hun eigen noden, zorgen en geheimen, daar ze alleen Jezus Christus de Goede Herder en hun als zijn dienaren toevertrouwd zijn.’ (Dienstboek, 162) De praktijk wijst uit hoe belangrijk dit is!

De kerkenraad is ook verantwoordelijk voor de verdere pastorale begeleiding van de zieke en eventuele gezinsleden. De zalving mag geen geïsoleerd gebeuren zijn! Jakobus spreekt over een vraag in de context van de gemeente. Dat is heel wezenlijk: de kerkenraad beslist over een aanvraag, de gemeente staat biddend om de zieke heen, de eventuele schuldbelij- denis vindt plaats ten overstaan van de ambtsdragers en zij zijn ook verantwoordelijk voor de nazorg.

Het is ook belangrijk dat de dienst der genezing in algemene zin in de gemeente aan de orde wordt gesteld. Wellicht kan in een (kleine) gebedsgroep deze dienst onderdeel worden van de zorg die aan men sen in nood besteed wordt. Daarbij waarschuwt Carolyn Headley, dat door de dienst der genezing bestaande terreinen van nood en pijn in de gemeente en bij de medewerkers zelf aan het licht kunnen komen. Deze periode van ontdekking kan ontmoedigend zijn. Als Christus de Heelmeester middenin het leven van de kerk staat, wordt het echter een periode van groei en voorbereiding op de toekomst (29).

13 Ook buiten de gemeente? Anton Waelkens bespreekt de mogelijkheid dat zalving toegediend wordt in een evangeliserende context aan pas-gelovigen of niet-gelo-

Page 126: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

vigen die zich voor het evangelie (willen) openstellen. In Marcus 6:713 trekken de discipelen door het land en genezen allerlei zieken, ook door middel van zalving. Terecht wijst Waelkens erop, dat hier nog geen sprake is van een bestaande gemeente en de ziekenzalving ver der in het Nieuwe Testament niet meer genoemd wordt buiten het gemeenteverband. Daarom ligt het voor de hand Marcus 6 te zien als een voorlopige toestand, terwijl Jakobus 5 de algemeen gangbare situatie beschrijft. Evangelisatie is geen opzichzelfstaande opdracht, maar behoort tot de taken van de (plaatselijke) gemeente (1996, 57-58). Daarom blijft de verantwoordelijkheid bij de plaatselijke gemeente. Dat is voor mij ook de belangrijkste reden waarom ik niet inga op verzoe- ken om elders in het land zieken te zalven. Soms vraagt een christen die overtuigd is van de waarde van de ziekenzalving, of het mogelijk is dat een niet-christelijk familielid gezalfd wordt, omdat deze ernstig ziek is en vermoedelijk niet lang meer te leven heeft. Een grote bewogenheid over de zieke, zowel ten aanzien van het huidige leed, als de eeuwige toekomst, ligt soms ten grondslag aan die vraag. Ook in deze situaties is het het beste uit te gaan van de plaatselijke gemeente. De vraag kan voorgelegd worden aan de ouderlingen van een plaatselijke gemeente, bij voorkeur de gemeente waar familiele- den van de zieken toe behoren. Het is van belang dat de zalving geen individualistische zaak is, maar onder een gezamenlijke verantwoor- delijkheid valt. Bij de zieke zelf moet ook de bereidheid zijn deze handeling te ondergaan. Als aan de zieke de kern van het evangelie uitgelegd is en hij op grond hiervan de zalving wil ondergaan, kan er gezocht worden naar mogelijkheden deze in praktijk te brengen. Het oudste ons be- kende voorbeeld van een zalving van een zieke is meegedeeld door Tertullianus: de heidense keizer Severus werd na zalving door een christen gezond (zie par. V.2.1). Zonder bereidheid van de zieke zelf lijkt mij de zalving ongewenst. In een ziekenhuis zijn veel meer mensen bereid tot een gesprek over het geloof dan in het gewone leven het geval is. Veel patiënten, vooral ouderen, weten wel iets van het christelijk geloof. Wanneer men er jaren ‘niets meer aan gedaan heeft’ kan in ernstige situaties de behoefte ontstaan over het geloof te spreken. Zou God mij willen genezen? Hoe zal het na de dood zijn? In die situatie kan ook de ziekenzalving ter sprake komen. Daarbij moeten we erg voorzichtig zijn dat de bijbelse context bewaard blijft. Mede met het oog daarop lijkt het mij goed dat de plaatselijke gemeente ingeschakeld wordt, al is het maar door een paar vertegenwoordigers. Het moet voorkomen worden dat de predikant of een ouderling ‘het wel even doet’. Nog mooier is het als ook een arts bij de zalving aanwezig is, uitgaande van de bepleite integratie van geestelijke en lichamelijke zorg (par. VIII.5), maar dit is meestal niet haalbaar.

Page 127: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

In de meeste gemeenten functioneert de dienst der genezing slechts gedeeltelijk: er is wel de bereidheid tot gebed en pastoraat, maar er bestaat een zekere huiver tegenover handoplegging en ziekenzalving. Het is voor zieken dan voor de hand liggend om naar landelijke conferenties te gaan waar deze dienst wel uitgebreider beoefend wordt. Maar hoe begrijpelijk deze landelijke aanvullingen ook zijn, Jakobus bedoelt toch echt de plaatselijke gemeente. Daar wil God wonen en werken. Geen enkele plaatselijke gemeente is volmaakt en misschien dat er juist op dit terrein nog veel braak ligt. Het lijkt me dat onze eerste taak is deze zaken vanuit de Bijbel aan de orde te stellen. Misschien is de genezing van de gemeente wel onze hoogste taak! Daarbij is wel van belang hoe we deze zaken aan de orde stel- len. Wie dit met een houding van geestelijke superioriteit doet, of deze zaken af wil dwingen, kan rekenen op veel verzet. Essentieel is het gebed dat God aan allen laat zien wat Hij wil! Dan kan ook een sfeer van wantrouwen doorbroken worden. Als de plaatselijke kerkenraad weigert zich bezig te houden met deze vragen, blijft het nodig in een geest van liefde voor elkaar te bidden. Niet onze inzichten zijn bepalend, maar wij allen hebben het nodig om door Gods Geest geleid te worden. Gelukkig is God ook niet afhankelijk van het wel of niet uitvoeren van de zalving. Het is te begrijpen dat in die situatie een zieke een dienst van een andere gemeente of een landelijke conferentie probeert bij te wonen. Maar het is en blijft iets anders dan Jakobus aangeeft.

2 De zalving

Wanneer besloten is om over te gaan tot de zalving, kan de zieke opgezocht worden, thuis of in het ziekenhuis. Zo mogelijk bidden gemeenteleden thuis of met elkaar in een andere ruimte om Gods zegen over deze handeling. De geestelijke ondersteuning van elkaar als ambtsdragers en gemeenteleden is belangrijk en bovendien wordt zo voorkomen dat één persoon centraal komt te staan. Als olie kan olijfolie genomen worden, die gewoon bij een drogist verkrijgbaar is. Desgewenst kan deze olie vermengd worden met ro- zenolie om een aangenamere geur te krijgen. Jakobus heeft het niet over vooraf gezegende olie, maar bedoelt waarschijnlijk de gewone olijfolie die in elk huishouden beschikbaar was. Na gebed, en eventueel zingen, kan gesproken worden over de betekenis van de zalving en kunnen verkeerde dingen beleden wor- den. Daarna mag het woord klinken uit 1 Johannes 2:1b-2: ‘En als iemand gezondigd heeft, wij hebben een voorspraak bij de Vader, Jezus Christus, de rechtvaardige; en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld.’

Page 128: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Vervolgens wordt gebeden onder handoplegging, waarbij de zieke en de ziekte genoemd worden. De afsluiting van dit gebed kan plaatsvin- den met de woorden: ‘De God aller genade hele u in zijn liefde, vertrooste u door zijn Geest, vervulle u met zijn vrede, door Jezus Christus, onze Here.’ Het ‘amen’ wordt zo mogelijk gesproken door de zieke, als uiting van instemming. Hierna vindt de zalving plaats, bijvoorbeeld met de woorden ‘N.N., ik zalf u in de Naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, opdat u de zalving van de Heilige Geest zult ontvan- gen, tot heling van al uw zwakheden, naar ziel, geest en lichaam’. (Eventuele andere bewoordingen zijn te vinden in Gerkema en de Leidraad van de Lucasorde.) Om praktische redenen verdient het aanbeveling het voorhoofd te zalven. Het is bekend dat ook zieke lichaamsdelen gezalfd werden, of de handen. Reeds in de tijd van Tertullianus werd bij de zalving het kruisteken gebruikt. Wanneer dit kruisteken goed verstaan wordt, is het een prachtig symbool, heenwijzend naar de verdienste van Chris tus. Wanneer dit teken echter ‘rooms’ overkomt kan het beter niet gedaan worden. Met watten of een doekje wordt vervolgens de overtollige olie weggenomen. Indien mogelijk wordt de plechtigheid afgesloten met zingen. Het is in bepaalde gevallen ook mogelijk een officiële huisdienst te houden, die begonnen wordt met votum en groet, en afgesloten wordt met de zegen. Dit is echter sterk afhankelijk van de draag- kracht van de zieke. De tijdsduur moet niet te lang zijn! Vanuit het besef van het geestelijke karakter van de zalving, als heenwijzing naar de Heilige Geest die in allerlei opzichten heil schenkt, is het mogelijk dat een langdurig zieke meerdere malen ge- zalfd wordt.

3 Genezingsdiensten en Avondmaal

Er zijn gemeenten die bereid zijn in een huisdienst het Heilig Avond- maal voor zieken te bedienen. Met name in de Anglicaanse Kerk ziet men een nauwe samenhang tussen Avondmaal en genezing. Dit ge- beurt in navolging van de vroegchristelijke kerk, waar het Avond- maal als pharmakon athanasias, als ‘medicijn der onsterfelijkheid’, ook voor het lichamelijk bestaan, werd genuttigd. Het Avondmaal werd toen in ieder geval op de paasmorgen gevierd, zoals dat nu nog gebeurt in de oosters-orthodoxe kerken. Daarmee ligt het accent op de verhoging van Christus. In onze eigen traditie ligt de nadruk op de gedachtenis aan het lijden en sterven van Christus. Het accent ligt op Goede Vrijdag en niet op Pasen. Het klassieke Avondmaalsformulier zegt prachtige za- ken over de betekenis van het offer van Christus. Toch zijn er ook aspecten die hier onderbelicht blijven en wellicht zou daar bij een toekomstige bewerking – ter aanvulling – meer aandacht aan gegeven

Page 129: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

kunnen worden. Dit geldt vooral de opstanding en wederkomst. De verwachting van Christus’ wederkomst komt weinig naar voren, ter wijl Christus de viering heeft ingesteld ‘totdat Hij komt’ (1 Kor. 11:26). Hij is de opgestane Heiland die aan de rechterhand van zijn Vader in de hemel is. Daarom gedenken we in brood en wijn niet slechts het gekruisigde lichaam, maar ook het verheerlijkte lichaam. Zo kan Hij ons in allerlei opzichten ‘met zijn zegeningen vervullen’. Het formulier merkt op, dat in de toekomst Christus ‘onze sterfelijke lichamen aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkmaken, en ons tot zich nemen zal in eeuwigheid’. Dit mag aangevuld worden met het getui- genis van Paulus voor het huidige leven, dat wij ‘ten allen tijde het sterven van Jezus in ons lichaam omdragen, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk lichaam openbare’ (2 Kor. 4:10-11; Dienstboek, 83-91; Kraan, 1974, 334). Typerend is wat Emily Gardner Neal schrijft over het Avondmaal: ‘Hoewel dit geen specifiek genezingssacrament is, wordt het steeds duidelijker, dat het misschien wel de belangrijkste van alle diensten tot genezing is. (...) Op mij als gemeentelid hebben de genezingen, die zo vaak volgen op de bediening van het Avondmaal een geweldi- ge indruk gemaakt. Ik mis de vermetelheid en de nodige kennis om te trachten te verklaren, waarom deze opmerkelijke manifestaties van de kracht der genezing zo vaak plaatsvinden na het Heilig Avondmaal en waarom er zulk een grote geneeskracht in deze dienst gelegen is. (...) Maar, zoals onze Heer op ondoorgrondelijke wijze aanwezig is tijdens de viering van het sacrament, dat Hij heeft ingesteld, zo schij- nen tijdens de communieviering al die elementen die noodzakelijk zijn voor goddelijke genezing eveneens in verhoogde mate aanwezig te zijn, geheiligd en doorstraald door de Heilige Geest.’ (Kraan, 1974, 332)

In sommige gemeenten zijn er kerkdiensten waarin de dienst der genezing centraal staat. Er wordt met de aanwezige zieken persoonlijk gebeden, meestal onder handoplegging. Tevens kan zalving plaatsvinden. Voorstellen voor orden voor kerkdiensten vindt men bij K.J. Kraan (1974, 317-323), G. Gerkema en in de Leidraad van de Lucasorde. Het element van de schuldbelijdenis zal hier slechts in collectieve zin naar voren kunnen komen.

4 Tenslotte

Met het bovenstaande is geprobeerd een handreiking te doen naar de praktijk. In de protestantse kerk bestaan geen voorgeschreven formu- lieren hiervoor en is er dus vrijheid ten aanzien van de bewoordingen. Vanuit het besef van de geestelijke achtergrond van deze handeling en de concrete situatie van de zieke kunnen passende bewoordingen

Page 130: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

gekozen worden. Zo mogen we de zieken in Gods handen geven, opdat Hij zal doen wat goed is. Zo mag ook bezinning op gang komen binnen de ge- meenten wat God in zijn Woord bedoelt met genezing en bevrijding. Zo mag ook de gemeente laten zien dat ze een machtige Heiland heeft, tot redding en genezing. De reguliere geneeskunde mag ge- bruikt worden, evenals goede natuurgeneeswijzen. Maar occulte me- thoden worden in de Bijbel afgewezen. Waar de kerk ook in dit op zicht de zieke en zijn nood serieus neemt, zal er minder behoefte zijn om naar verkeerde genezers te gaan, die soms lichamelijke genezing brengen, maar in ieder geval geestelijk schade aanrichten. Zo kan ook de gemeente genezen om werkelijk een gezonde gemeente te worden. In paragraaf V.2.4 werd Caesarius van Arles genoemd met zijn uit- spraak: ‘Kijkt broeders, wie zich in ziekte tot de kerk wendt, zal de genezing van het lichaam ontvangen en vergiffenis van de zonden.’ Hij belicht hiermee de taak van de kerk en waarschuwt tegen occulte genezingspraktijken. Die tegenstelling is nog steeds van kracht. Er ligt hier een grote taak voor de kerk. Gemakkelijk is die taak niet. Steeds weer stuiten we tegen de grenzen van onze mogelijkhe- den en van onze inzichten. Maar des te meer hebben we de hulp en leiding nodig van Gods Geest. Zoekend en tastend mogen we dan de weg gaan. Vooral in het individuele pastoraat liggen hier veel moge lijkheden. Levend vanuit de ontferming van de Here Jezus Christus mogen woorden en daden van barmhartigheid getoond worden. W. van Herwijnen geeft daar in zijn boeken Is er iemand bij u ziek? en Hoe kan ik verder? mooie voorbeelden van.

De titel van dit boek is Vergeving en genezing. Deze volgorde is belangrijk: waar Gods vergeving gevraagd en ontvangen wordt, mo- gen we ook ten aanzien van het lichaam heil verwachten. Er is een innerlijke samenhang tussen beide woorden. De genezing staat niet los, als een doel op zichzelf. Wie leeft vanuit de vergeving verlangt er naar om – hetzij ziek, hetzij gezond – te leven naar Gods wil en totzijn eer. Vaak mag lichamelijke en psychische genezing reeds in dit leven ervaren worden, al is het altijd onvolkomen. Straks is er een volkomen genezing. ‘En geen inwoner zal zeggen: ik ben ziek.’ (Jes. 33:24) Het laatste hoofdstuk in de Bijbel eindigt met het visioen van het nieuwe Jeruzalem. Naast een rivier staat het geboomte des levens ‘en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren’ (Op. 22:2). In de verwachting van die toekomst is het nu onze opdracht om het evangelie in zijn volle breedte te aanvaarden, inclusief de bood- schap van genezing en bevrijding. ‘De tijd is vervuld en het Konink- rijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.’ (Mar. 1:15)

Page 131: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

X Toenemende aandacht voor ziekenzalving

10.1 Toenemende aandacht Is het alleen omdat ‘gezondheid’ zo’n belangrijk thema is in onze maatschappij, dat er steeds meer belangstelling komt voor het onder werp ‘ziekenzalving’? Naar mijn overtuiging is er iets anders aan de hand. In toenemende mate gaan christenen ontdekken dat er meer in hun Bijbel staat dan in eigen kerk en gemeente in praktijk wordt gebracht. Steeds meer christenen verlangen naar een doorwerking van de Heilige Geest en de ‘gaven van genezing’ horen daar ook bij. De situatie waarin wij verkeren, gaat steeds meer lijken op die van de vroegchristelijke kerk: een minderheid te midden van vele anders- denkenden. De kerk breidde toen uit door woorden en daden, waaron- der veel genezingswonderen. Wie let op de huidige uitbreiding van de kerken wereldwijd, komt tot de conclusie dat in West-Europa de si- tuatie heel zorgelijk is, maar dat er in veel werelddelen grote bloei en uitbreiding is, die in de meeste gevallen te maken heeft met tekenen en wonderen. Ook krijgen steeds meer christenen twijfels bij de zeer gespecialiseerde westerse gezondheidszorg. En ook de toenemende aandacht voor occultisme en bevrijding daarvan draagt bij aan een herbezinning. Wanneer mensen zich ingelaten hebben met verkeerde praktijken (geesten oproepen, occulte genezers) helpen geen gewone medicijnen, maar is er meer nodig. Er worden ook allerlei genezings- diensten en -campagnes georganiseerd. Heel wat christenen uit be- houdende reformatorische kerken gaan daar naar toe, omdat ze in hun eigen gemeente niet terecht kunnen met hun vragen op dit gebied. In het evangelisatiewerk blijkt de Alpha-cursus in een grote behoefte te voorzien. Maar wat moeten we met het onderwerp ‘ministry’, en de aandacht voor genezing en gaven van de Geest? Tal van factoren leidden zo tot een nieuwe of hernieuwde aan- dacht voor ‘de dienst van genezing’ en dat vraagt om bezinning bij de leidinggevenden. De ervaring van de afgelopen jaren is dat veel ker- kenraden dat zijn gaan doen, vaak op verzoek van gezonde of zieke gemeenteleden. Steeds meer gemeenten komen tot de conclusie dat alle misbruik in vroeger tijden geen verhindering mag zijn om tot een goed gebruik te komen. Velen hebben inmiddels zegen ervaren door in de weg van Jakobus 5 te handelen. De meesten beseffen echter ook dat die bijbelpassage niet los toegepast kan worden, maar om bezin- ning vraagt voor onze algehele visie op ziekte en gezondheid.

10.2 Recente literatuur In gesprekken over het onderwerp ‘ziekenzalving’ worden nogal eens recente boeken aangehaald. In het onderstaande staat kort aangeven welke boeken van belang zijn voor een nadere bezinning. In dit boek heb ik meermalen gebruik gemaakt van het bijbelcom- mentaar van L. Floor op het bijbelboek Jakobus. Daarbij was mijn conclusie dat hij helaas de praktijk van de vroegchristelijke kerk niet

Page 132: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

betrokken heeft in zijn visie op de ziekenzalving. Inmiddels is van hem een boekje verschenen over de gaven van de Heilige Geest. Daarin geeft hij afzonderlijk aandacht aan ‘de gaven van genezing’. Ten aanzien van de ziekenzalving roept hij – naar aanleiding van ditboek – op tot een ernstige, hernieuwde bezinning (1999, 72). Eveneens in 1999 verscheen een boek van Richard Mayhue. Daarin staan veel waarschuwingen tegen genezingscampagnes. Hij is erg vlug klaar met de ‘gaven van genezingen’ zoals deze in 1 Korintiërs 12 voorkomen. Hij durft te schrijven dat er niet de geringste aanwijzing is dat deze gaven zich na 59 na Christus manifesteren; ze waren een tijdelijk teken dat door God werd gebruikt om de apostelen te beves- tigen. Maar dit standpunt van Mayhue is onhoudbaar, mede op grond van het materiaal dat de laatste jaren bekend is geworden. Tevens rijst de vraag wat we dan moeten met de apostolische oproep om dergelij- ke gaven na te jagen (1 Kor. 12:3 1 en 14:1)? In een hoofdstuk over ziekenzalving stelt de auteur, dat deze handeling nog steeds mag plaatsvinden binnen de christelijke gemeente. Overigens: alleen bij zieken thuis en niet in een samenkomst van de gemeente. Die zalving geldt niet voor alle zieken die daarom vragen, maar alleen voor hen bij wie er een duidelijke relatie is tussen zonde en ziekte. In die gevallen vindt er schuldbelijdenis plaats en mogen de ouderlingen zalven als teken van vergeving van zonde, en vervolgens mag gene zing verwacht worden. Maar is deze uitleg terecht? Mayhue rede- neert vanuit de tekst ‘en zo hij zonden gedaan zal hebben’ en maakt daar een voorwaarde van. Het staat er echter alleen maar als moge- lijkheid. Bovendien begint Jakobus hier niet mee, in de trant van: ‘En als iemand door een bepaalde zonde ziek geworden is’, maar hij schrijft eerst heel algemeen over ziekte. Ook hier wreekt zich de gebrekkige kennis die de auteur heeft van de vroegchristelijke kerk. Daar is men geheel anders omgegaan met deze tekst dan hij aangeeft. In dezelfde tijd verscheen J. Weij, Mijn zonden heb ik U gebiecht. Dit boekje gaat in op het belang van het erkennen en uitspreken van zonden. De auteur bespreekt ook de relatie tussen zonde en ziekte zoals deze in Jakobus 5:15-16 naar voren komt. De kerkgeschiedenis leert dat ook op dit terrein veel ontsporingen zijn voorgekomen, maar wat is het – in allerlei opzichten – heilzaam als mensen hun zondenbiechten!

Het boek Vergeving en genezing bevat veel studiemateriaal; het gaat in op exegetische en historische vragen. Op verzoek van de IZB heb ik in 2000 een bijbelstudieboekje samengesteld om in kringverband door te kunnen spreken over de betekenis van handoplegging en zie kenzalving. Eveneens in 2000 verscheen een boekje van de christenarts Dil- wyn Price. Hij beschrijft hoe in zijn kerk vanaf 1993 nagedacht en gebeden is over ‘een bediening van genezing’. Korte tijd daarna werd er nierkanker bij hem geconstateerd en werd hij door de kerkenraad gezalfd met olie. In de periode daarna is hij dit boek gaan schrijven:

Page 133: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

hij belicht het advies van Jakobus 5 van allerlei kanten, maar daarbij is hij geen neutrale toeschouwer: als zieke schrijft hij ook op wat zijn ervaringen zijn. Enerzijds roept hij gemeenten nadrukkelijk op meer van God te verwachten, ook ten aanzien van genezing, anderzijds klinkt er ook een duidelijke ontspanning in zijn werk door: God be- paalt wat Hij doet voor zijn geliefde kinderen. Zo schrijft hij aan het slot van zijn boek: ‘Stel dat een christin met een levensbedreigende ziekte de oudsten heeft opgeroepen voor haar te bidden. Laten we ook aannemen dat hun door de Heilige Geest niet het gezag gegeven is het gelovig gebed om een wonderbaarlijke genezing te bidden. Zij zullen vanzelfsprekend bidden in overeenstemming met het geloof dat hun gegeven is.’ De ziekte verergert en de oudsten komen op nieuw langs, waarbij de zieke aangeeft dat ze gaat sterven. ‘Hoe moeten ze reageren? In de eerste plaats is het van belang niet het feit van het aanstaande sterven te ontkennen. Het is belangrijk liefde en zorg te tonen – de hand vasthouden, misschien de zieke omhelzen en,ja, mogelijk ook met haar huilen. Er is ook vreugde omdat de Here heel dichtbij komt. De oudsten zullen wellicht opnieuw zalven en bidden. Ook kunnen geliefde liederen gezongen en bijbelgedeelten gelezen worden. De Here zal de zieke oprichten, niet van het bed, maar om Hem in de geest te aanschouwen en om Hem spoedig in werkelijkheid te zien’ (133). Op prachtige wijze laat Price genees- kunde, troost, gebed, vertrouwen op God en overgave in zijn hand, samen gaan. Wie dit boek leest, ziet een duidelijk voorbeeld van een integrale benadering waarbij de rijkdom van Gods genade centraal staat en de maar al te vaak aanwezige eenzijdigheden in ‘de dienst der genezing’ vermeden kunnen worden. Inmiddels is Price overleden, maar hij heeft een rijk getuigenis nagelaten!

De genoemde boeken gaan allemaal op positieve wijze op het onder werp ‘ziekenzalving’ in. Dit is minder het geval in het boekje Gene- zing op het gebed? van A.A. Teeuw. Volgens hem blijkt uit het evan- gelie dat de wonderen juist daar plaatsvinden, waar het Woord van God terrein wint. De auteur noemt dit ‘de frontlinies van het Evange- lie’ en volgens hem leven wij in onze samenleving niet meer in die situatie. Echter, het lijkt me dat deze beperking zowel vanuit de Bij- bel als vanuit de kerkgeschiedenis niet goed is te onderbouwen. Teeuw probeert de wonderen vooral te duiden als ‘tekenen’, wat vaak terecht is, maar Jezus heeft ook diverse genezingen ‘uit barmhartig- heid’ gedaan, waarbij het wonder ook nog niet doorverteld mocht worden. Dat de wonderen niet alleen een tekenkarakter hebben, blijkt ook uit het proefschrift van R.J.S. Barrett-Lennard. Het is waar dat de genezingen in de tweede eeuw vaak met ‘frontliniesituaties’ te maken hebben (bijv. bij Irenaeus), maar in de vierde eeuw niet meer; dan overheerst de barmhartigheid. Wat de frontlinies betreft, is het waar dat er in onze samenleving weerhoudende kracht is in gekerstende structuren, maar er is geen gebied ter wereld waar de weerstand tegen het evangelie zo sterk is. Juist West-Europa is een zendingsgebied

Page 134: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

aan het worden. Als we ergens ervaren dat het evangelie weinig kracht doet, is het wel hier. In plaats van dit te aanvaarden, doen we er beter aan te erkennen dat we gaven van God ongebruikt laten liggen. Vervolgens komen in het boekje de ziekenzalving en de gave van gezondmaking aan de orde. Teeuw is van mening dat er tegenwoordig geen ‘volkomen wonderen’ meer plaatsvinden, zoals in de tijd van het Nieuwe Testament. Daarop lettend, stelt hij vraagtekens bij de ‘healingmeetings’ van vandaag. Opvallend dat het dus voor de auteur ‘alles of niets’ is. Hij rangschikt – mijns inziens ten onrechte – ver-volgens de ziekenzalving bij de gave van genezing. Hij sluit zich aan bij de visie van J. van Bruggen dat de eerste ouderlingen een andere positie hadden dan de tegenwoordige. Ziekenzalving dient beperkt te worden tot de frontlinies van het evangelie. Tevens is de auteur van mening dat het Griekse woord voor ‘zalven’ in Jakobus (aleiphoo) het medicinaal gebruik van olie aangeeft. ‘En zo moeten de gelovigen volgens Jakobus ook de middelen van hun tijd gebruiken.’ Het zal duidelijk zijn dat ik deze gedachtegang niet meemaak: de visie op de andere positie van de ouderlingen is niet goed te handhaven en het is– zoals eerder aangegeven – niet juist om olie als medicijn te zien in de oudheid. Wel kan ik met de auteur instemmen als hij signaleert dat voor allerlei mensen de ziekenzalving ‘de laatste strohalm’ is en dat er ook een overwaardering van de gezondheid is in onze tijd. Maar uit eigen ervaring kan ik getuigen dat er bij veel anderen een hunkering is naar een bijbelse visie op ziekte en gezondheid, terwijl al te veel christenen zich gewoon uitleveren aan de reguliere gezondheidszorg. Wanneer de ziekenzalving een betere plaats krijgt in het gemeentele- ven, en niet langer een uitzondering is, zullen gemeenteleden minder lang wachten met hun vraag. Juist vanwege de gesignaleerde proble- men is zorgvuldig onderricht in de gemeenten ten aanzien van ziekte en genezing nodig. Uit de vele reacties van allerlei kanten valt het valt me vaak op dat gemeenten die ‘niet doen aan ziekenzalving’ en geen plaats hebben voor ‘de dienst der genezing’ geen goed alterna- tief bieden, maar het onderwerp overslaan of alleen volstaan met enkele waarschuwingen tegen de praktijken bij anderen.

In 2003 kreeg het boek Geneest de zieken! van W.J. Ouweneel veel aandacht. De auteur stelt tal van eenzijdigheden en uitwassen aan de orde, zowel bij charismatische en evangelische als bij reformatori- sche christenen. Hij behandelt ook de vragen naar de oorsprong van ziekten. Komt ziekte van God of van de satan? Hangt ziekte samen met zonde en ongeloof? Het antwoord op al die vragen is: meer dan eens. Maar de auteur verwerpt al te gemakkelijke verbindingen, zoals ‘Deze ziekte komt door je ongehoorzaamheid’, ‘Je bent niet genezen omdat je te weinig geloof hebt’ of ‘Je moet Ieren berusten in wat je overkomt’. Zorgvuldig stippelt hij een weg uit tussen allerlei uiter- sten. Daarbij toont hij duidelijke voorkeur voor een genezingsbedie- ning in de plaatselijke gemeente. Zolang die niet functioneert, kun- nen landelijke campagnes aanvullende diensten bewijzen. De auteur

Page 135: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

kiest in zijn boek voor de opzet alle vragen zeer systematisch te onderzoeken en weer te geven. Dat geeft aan dit werk meer het karak- ter van een dogmatische verhandeling en naslagwerk dan een pasto- raal geschrift. Het laatste hoofdstuk gaat uitvoerig in op de zalving van zieken. Daar blijkt dat wij in grote lijnen hetzelfde denken over dit onder- werp, al leg ik meer nadruk op de mogelijkheid dat mensen ziek kunnen blijven en dat ook gelovig in Gods hand kunnen overgeven. Daarmee wil ik echter de indringende vragen van de auteur over de mogelijke oorsprong van de ziekte beslist niet uit de weg gaan. Uit dit boek blijkt dat allerlei aspecten van gezondheid en ziekte met elkaar te maken hebben. Als westerse christenen zijn we vaak veel meer beïnvloed door onze eigen cultuur dan we waar willen hebben. De titel ‘Geneest de zieken!’ kan afschrikken, maar kan ook brengen tot God, in het gebed dat Hij de weg zal wijzen die te gaan is.

10.3 Liturgie De redactie van het Dienstboek van de Protestantse Kerk in Neder- land is bezig een ‘Orde voor de zegening en zalving van zieken’ te ontwerpen. Het is een goede zaak dat gemeenten zo praktisch toege- rust worden voor deze handelingen, in paragraaf 9.2 ‘De zalving’ heb ik reeds concrete aanwijzingen gegeven voor de uitvoering van de zalving. Na inzage van de ontwerpteksten van het Dienstboek wil ik ingaan op twee zaken. Allereerst de schuldbelijdenis. Het is in veel gevallen wenselijk dat het gesprek over mogelijke zonden onder vier ogen plaats vindt en tevens in de bescherming van het ambtsgeheim. De zieke en de ambts- drager kunnen dan beiden vrijuit spreken. Het is mogelijk dat er ernstige zaken naar voren komen, die voor het eerst beleden (‘ge- biecht’) worden, het is ook mogelijk dat de zieke geen concrete zonden kan noemen die instaan tussen God en hem. We moeten als ambtsdragers voorkomen dat we ons opstellen als de vrienden van Job en beslist een samenhang tussen zonde en ziekte willen zien. Het is goed om deze zaken geheel aan de zieke over te laten. Als richtlijn kan de vraag dienen: ‘Bent u bereid u voor Gods aangezicht te onderzoeken of er verkeerde dingen zijn in uw leven?’ Of: ‘Ervaart u dat er zaken instaan tussen God en u, of tussen u en de medemens, die beleden moeten worden?’ (vergelijk Psalm 139:23-24). Het is ook mogelijk dat de ambtsdrager zaken in zijn leven of het gemeenteleven noemt die uit de weg geruimd moeten worden. Bei- den mogen het besprokene bij God in het gebed brengen en weten dat Hij genadig is (vgl. 1 Johannes 2:1-2). Wanneer later de ziekenzal- ving plaats vindt, zijn er gewoonlijk meer mensen aanwezig: familie, vrienden en gemeenteleden. Het is niet nodig de vertrouwelijk be- sproken zaken hier te herhalen. In de liturgie kan een verwijzing opgenomen naar wat besproken is. Bijvoorbeeld: ‘Wij denken aan zaken die eerder besproken zijn en bij U gebracht zijn voor verge- ving. Wij danken U voor uw genade...’. Daaraan geef ik de voorkeur

Page 136: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

ten opzichte van een heel algemene schuldbelijdenis.

In de tweede plaats is het goed een opmerking te maken over de zegening van olie. In de vroegchristelijke traditie werd op den duur de olie gezegend. Het lijkt mij dat hier Griekse invloed aanwezig is. Gezegende olie werd meegegeven aan mensen voor gebruik buiten de kerk. Maar in de brief van Jakobus lijkt gewone olie uit het huishou- den gebruikt te worden. De olie is een symbool van het helende werk van Gods Geest: het heil naar lichaam en ziel. Die olie behoeft even min als doopwater gezegend te worden. In de joodse traditie spreekt men een berakah uit voor het eten: een lofprijzing aan God, dat Hij het eten geeft. In onze westerse traditie zijn velen gewend een ‘zegen’ te vragen over het eten. De bestaande liturgieën bij het zalven van zieken bevatten vaak een gebed of zegen over de olie. Het is goed om zich hiervan rekenschap te geven

Schriftlezingen In het kader van schuldbelijdenis kan gelezen worden: Psalm 32, Psalm 51 of Jakobus 5:15-16. Met het oog op genezing: Exodus 15:25-26, Jesaja 53:3-5, Maleachi 4:2, Marcus 6:13, Marcus 16:15-20 of Jakobus 5:13-18. Vertroosting in pijn: Jesaja 43:1-3, Romeinen 8:14-28, 2 Korintiërs 5:1-10, Openbaring 21:1-7 Gods leiding: Romeinen 8:28.

Liederen Suggesties: Ps. 23, 103:1-2, 146:1-4, Avondzang: 6-7. Liedboek: Gez. 15, 223:1-2, 464, 465. Evangelische Liedbundel 238 (= Opwekking 463), 299 (= Joh. de Heer 150), 308 (= Joh. de Heer 541), 312 (= Opw. 126), 315 (= Opw. 355), 317 en 329 (= Opw. 45).

10.4 De houding van en naar de gemeente Vaak krijg ik de vraag van gemeenteleden wat zij moeten doen als in hun gemeente de ziekenzalving of ‘de dienst der genezing’ in meer algemene zin niet wordt beoefend. Is het dan goed om naar een ande- re gemeente hiervoor te gaan, of naar campagnes of conferenties? Het lijkt mij dat een gemeentelid in ieder geval kan vragen naar het beleid van de eigen gemeente. In veel gevallen bestond er geen aanleiding om over deze onderwerpen na te denken en hebben de ambtsdragers deze zaken ook laten rusten. Een vraag van een ge- meentelid kan een goede aanleiding zijn voor bezinning. Uiteraard is het van belang dat het gemeentelid op een correcte en constructieve wijze de vraag stelt en de kerkenraad de ruimte geeft om tot een eigen afweging te komen. Daarbij kan een goede documentatie waardevol zijn. Afwijzing berust vaak op onbekendheid en vrees. Daarbij is het ook van belang geen zaken af te dwingen of te forceren, maar ieder de gelegenheid te geven biddend Gods wil te verstaan.

Page 137: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Dit boek heb ik de ondertitel meegegeven ‘ziekenzalving in de christelijke gemeente’. Die laatste woorden heb ik bewust toege- voegd. Jakobus heeft het in zijn advies in hoofdstuk 5 niet over rond- reizende charismatisch begaafde personen, maar heel gewoon over de plaatselijke ouderlingen. Laten we hen in hun ambt en verant- woordelijkheid respecteren en hen onze nood voorleggen. Het is on- juist als we dit weigeren en bij voorbaat wegvluchten naar landelijke bijeenkomsten. Die landelijke bijeenkomsten kunnen een noodver- band zijn, maar behoren de gezondheid van de plaatselijke gemeente te bevorderen. Als we te snel wegvluchten, onthouden we onze gemeenten veel zegen. W. Glashouwer zegt in een brochure over Jakobus 5: ‘Als je behoort tot de chronische patiënten en je toch vasthoudt aan Gods beloften, daar zit een rijke zegen in. Niet allereerst voor de zieke zelf (chronische patiënten kunnen niet intens blijven bidden) maar voor de gemeente er omheen. Een stuk ontwaking, een stuk opbouw van mijn gemeente is er gekomen, doordat we rond bepaalde ziektegeval- len geworsteld hebben, de Here hebben vastgehouden aan zijn belof- ten, soms geen genezing hebben gezien, soms sterfgevallen hebben gezien van jonge mensen. In deze worsteling en in dit samen aange- vochten worden en in dit samen afgebroken worden, daarin bouwt de Heer Zijn gemeente. Maar dan gaan ook de beloften in vervulling –ook de belofte van Jacobus 5’ (18v.; cit bij Kraan, 1984, 258). Er zijn inmiddels tientallen gemeenten waarin men na een grondi- ge bezinning tot de overtuiging gekomen is dat er op grond van de Bijbel heel wat meer mogelijk is dan tot nu toe in de praktijk werd gebracht. Maar daarbij verschilt het weer per ambtsdrager wat men als eigen taak ziet. Het is mogelijk dat binnen een kerkenraad sommi- gen graag meewerken aan ziekenzalving, terwijl anderen het niet willen verhinderen, maar zelf niet durven of ervaren dat zij (nog) niet in staat zijn ‘het gelovige gebed’ te bidden. Er kan een verschil zijn tussen dat wat in theorie toegestemd wordt en wat zelf wordt gedaan. In een gemeente had een vrouw om de ziekenzalving gevraagd. De predikant aarzelde: hij durfde het verzoek niet af te wijzen, maar had ook niet de vrijmoedigheid op het verzoek in te gaan. In zijn kerkenraad was een ouderling die in het buitenland die zalving diverse ma- len had meegemaakt; hij was bereid het te doen. De predikant beloof- de gedurende de bijeenkomst die bij de vrouw plaatsvond, zelf in zijn studeerkamer te zullen bidden dat God de handeling wilde zegenen en de vrouw zou genezen. Op deze wijze is er ruimte voor elkaar. Daarentegen zijn er ook situaties bekend van snelle afwijzing (zonder bezinning), of dat een kerkenraad na anderhalf jaar eindelijk tot een negatief besluit kwam over de vraag van een vrouw of haar langdurig zieke dochtertje gezalfd kon worden. In dit geval bood men ook geen alternatief, bijvoorbeeld door bij elkaar te komen in gebed. Ook in pastoraal opzicht schoten predikant en kerkenraad ernstig te kort. Het meisje overleed en bijna een jaar later belde de moeder mij

Page 138: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

op: de predikant had haar niet meer opgezocht sinds de begrafenis... In zulke situaties is het te begrijpen dat mensen zich teleurgesteld afwenden van hun gemeente. Laten we de mensen in hun nood se- rieus nemen! Een predikant en kerkenraad behoeven echt niet alle wensen in te willigen, en er zijn ook nog andere aspecten van de dienst der genezing die beoefend kunnen worden: bijvoorbeeld het samenkomen van gebed voor de zieke of het gebed onder handopleg- ging. Aan de ambtsdragers wil ik met nadruk vragen: doe in ieder geval iets! Waar positief meegeleefd wordt met de zieke (en de fami- lie), zal ook begrip gevraagd kunnen worden voor eerlijke overwe- gingen om bepaalde handelingen (nog) niet te doen. Hiermee vraag ik ruimte voor elkaar. Daarbij is het wel van belang dat we eerlijk zijn over onze motieven. Corrie ten Boom zegt het ergens zo: ‘Als de Bijbel zich bemoeit met de theologie van de men- sen, veroorzaakt dat dikwijls spanning.’ En wat bepaalt dan onze keuzes? In de praktijk komt het ook voor dat ambtsdragers welwillend staan tegenover de vraag van een gemeentelid om ziekenzalving, maar dat om allerlei redenen dit nog niet binnen de eigen gemeente kan plaatsvinden. In dat geval kan gevraagd worden of een ambtsdra-ger van elders het wil doen, waarbij de eigen kerkenraad wel mede de verantwoordelijkheid draagt. Ook een bezoek aan een landelijke con- ferentie of een ‘genezingsbedienaar’ (een betere term dan: gebedsge- nezer) kan in samenspraak met de eigen gemeente plaatsvinden. Op die manier wordt voorkomen dat er verwijdering van eigen gemeente plaatsvindt. Meer dan eens gaan gemeenteleden naar een conferentie of gene- zingscampagne omdat men denkt dat daar in eigen gemeente toch geen ruimte voor is. Maar men denkt niet na over de mogelijke gevol- gen en die zijn lang niet altijd positief. Er zijn mensen die genezen en vervolgens terugkomen in hun eigen gemeente en daar vertellen wat er in de gemeente moet veranderen. Dat levert de nodige spanningen op: werkt de Geest daar wel en niet bij ons? Maar er zijn ook mensen die niet genezen en dat roept gewoonlijk allerlei vragen op: is mijn geloof niet groot genoeg? Waarom geneest God anderen wel en mij niet? Er ontstaat extra behoefte aan pastorale begeleiding en daarvoor moeten dan de eigen kerkenraadsleden weer zorgen. Ook op die ma- nier ontstaan spanningen. Het is beter om na overleg met de eigen kerkenraad naar andere bijeenkomsten te gaan, bijvoorbeeld samen met een ouderling.

De laatste tijd is het werk van voorganger en evangelist Jan Zijlstra in Leiderdorp sterk in de belangstelling. Naast de genezingsdiensten in eigen gemeente organiseert hij veel regionale bijeenkomsten. Naar zijn eigen zeggen zijn die vooral bedoeld om de ongelovigen te berei- ken, terwijl het zijn ideaal is dat elke gemeente zijn eigen ‘dienst van genezing’ heeft, zodat de christenen niet naar zijn campagnes behoe-ven te komen. De praktijk is echter dat veel christenen liever naar zijn

Page 139: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

bijeenkomsten gaan dan te vragen naar nieuwe wegen in de eigen gemeente. Om te verhinderen dat er te veel spanning ontstaat tussen regionale campagnes en de plaatselijke gemeenten, is het wenselijk dat er onderlinge afstemming plaatsvindt. Gelukkig gebeurt dat de laatste tijd steeds meer!

Wat gebeurt er wanneer mensen genezen? In eerste instantie geeft dat veel vreugde en ook dankbaarheid aan God. Maar vervolgens komt er nog wel eens een domper op de vreugde, omdat familie en gemeente leden twijfels uiten aan de echtheid van de genezing. Een man die jarenlang verlamd was en weer kon lopen, kreeg te horen: ‘Het zal wel tussen je oren hebben gezeten.’ En een meisje dat na ziekenzal-ving genezen was van anorexia nervosa en in haar gemeente een getuigenis gaf van Gods grote daden, werd min of meer genegeerd. Men sprak het niet tegen, maar liet het onderwerp liggen. Blijkbaar kunnen ook orthodoxe christenen zo westers zijn in hun denkpatroon, dat ze meer raad weten met genezingen via de gewone gezondheids-zorg dan via de weg die Jakobus Wijst. Natuurlijk is het mogelijk dat psychische factoren een rol spelen, maar waarom zou God daarvan geen gebruik maken? Het gaat er mij om, dat ook ‘bijbelgetrouwe’ christenen soms veel te wantrouwend staan tegenover Gods handelen in deze tijd, terwijl men dat voor de tijd van de Bijbel wel accepteert. W.J. Ouweneel wijst erop dat mensen hun genezing zelfs kwijt kun- nen raken door de negatieve opstelling van familie en gemeentele- den. Dat gaat erg ver, maar een feit is dat westerse christenen nog heel wat kunnen Ieren van christenen in andere werelddelen, waar Gods ingrijpen veel meer als realiteit beleefd wordt.

10.5 Aanvullende literatuur Barrett-Lennard, R.J.S., Christian Healing after the New Testament: some approaches to illness in the second, third and fourth centu- ries, New York, 1994. Mayhue, R., De belofte van genezing: Is genezing altijd de wil van God? Vaassen, 1999. Ouweneel, Willem J., Geneest de zieken! Over de bijbelse leer van ziekte, genezing en bevrijding, Vaassen, 2003 (en herdrukken). Paul, M.J., Handoplegging en ziekenzalving: vijf bijbelstudies. Amersfoort, z.j. (2000), 20042. Paul, M.J. (red.), Geestelijke strijd: demonie en bevrijding in christelijk perspectief, Zoetermeer, 2002, 20032. Price, D., Als iemand van jullie ziek is. Hoe christenen elkaar bij ziekte kunnen helpen, Barneveld, 2000. Teeuw, A.A., Genezing op het gebed? Over ziekte en gezondheid, ziekenzalving en bezetenheid, Heerenveen, 2002. Perriman, Andrew (red.), Faith, Health and Prosperity, Carlisle, 2003. Weij, Johan, Mijn zonden heb ik U gebiecht. Een pleidooi voor de biecht, Zoetermeer, 1999.

Page 140: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Literatuurlijst

Adamson, James B., The Epistle of James, NICNT, Grand Rapids, 1976. Anderson, Neil T., De Bevrijder, vert., Hoornaar, 1994. Augustinus, Belijdenissen, vert., Delft, z.j. Augustinus, De stad van God, vert., Baarn, 1983. Augustinus, Retractationum libri II, CCSL 57, Turnhout, 1984. Bakhuizen van den Brink, J.N., Handboek der kerkgeschiedenis, deel 1, Den Haag, 1965. Balen, E.C., e.a., Mag ik alternatief behandeld worden?, Leiden, 1993. Bartelink, G.J.M., Twee apologeten uit het vroege christendom: Justinus en Athenagoras, Kampen, 1986. Beek, A. van de, Wonderen en wonderverhalen, Nijkerk, 1991. Böhl, E., Het Evangelie van Markus, met korte uitleggingen voorzien, vert., Amsterdam, 1895. Brienen, T., De liturgie bij Johannes Calvijn: zijn publicaties en zijn visies, Kampen, 1987. Brown, C. (ed.), The New International Dictionary of NT Theology, 4 delen, Grand Rapids, 1986. Brown, Michael L., Israel’s Divine Healer, Studies in OT Biblical Theology, Grand Rapids, 1995. Bruggen, J. van, De tekst van het Nieuwe Testament, Groningen, 1976. Bruggen, J. van, Ambten in de apostolische kerk: een exegetisch mozaïek, Kampen, 19872. Bruggen, Jakob van, Marcus: het evangelie volgens Petrus, CNT, Kampen, 1988. Burgess, Stanley M., The Spirit and the Church: Antiquity, Peabody, 1984. Caesarius van Arles, Sermo CCLXV, in J.P. Migne, PL 93 (Paris, 1861), 2237-2240. Calvijn, Johannes, Institutie of onderwijzing in de christelijke godsdienst, vert., Delft, 1956. Calvijn, Johannes, Genesis, vert., Goudriaan, 19702. Calvijn, Johannes, ‘De zendbrief van Jakobus’ in Uitlegging op de alge- meene zendbrieven, deel 4 (vert. Goudriaan, 19732), 219-273. Campen, M. van, Martin Bucer: een vergeten reformator (1491-1551), ‘s-Gravenhage, 1991. Campen, M. van, ‘Geloofsbelijdenis en handoplegging’, De Waarheidsvriend 83 (1995), 282-284 en 321-322. Campenhausen, H. Freiherr von, Lateinische Kirchenväter, Stuttgart, 19652. Charlesworth, James H., The Old Testament Pseudepigrapha, 2 vol., Lon- don, 1983-85. Chrysostomus, Zes boeken over het priesterschap. Duitse vert. in BKV 27, 1916. Constitutions Apostoliques, Les. Tekst en Fr. vert. M. Metzger in II, SC 329, Paris, 1986; III, SC 336, 1987. Crossman, Eileen, Als het regent in de bergen, vert., Apeldoorn, z.j. Dalman, G., Arbeit und Sitte in Palästina, Band IV, Gütersloh, 1935.

Page 141: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Dam, W.C., Dämonen und Besessene: die Dämonen in Geschichte und Ge- genwart und ihre Austreibung, Aschaffenburg, 1970. Dam, W.C. van, Zielszorg in de kracht van de Geest, Pastorale Handreiking 32, Den Haag, 1983. Dam, W.C. van, Wezens uit onzichtbare werelden, Kampen, 1993. Davids, Peter H., The Epistle of James: A Commentary on the Greek Text, NIGTC, Exeter, 1982. DeArteaga, William, Quenching the Spirit: Examining Centuries of Opposi- tion to the Moving of the Holy Spirit, Lake Mary, 1992. Deere, Jack, Surprised by the Power of the Spirit, Grand Rapids, 1993; repr. Eastbourne, 1996. Delitzsch, Franz, Kommentar zum Hebräerbrief, Leipzig, 1857; repr. Gies- sen, 1989. Dienstboek voor de Nederlandse Hervormde Kerk (in ontwerp), ’s-Graven- hage, 1955. Dudley, Martin & Geoffrey Rowell, The Oil of Gladness: Anointing in the Christian Tradition, London, 1993. Duijn, Marijke van, Olie in het Oude Testament, eindscriptie Theol. Hoge- school Geref. Bond te Ede, 1994. Elderenbosch, P.A., De oplegging der handen, ‘s-Gravenhage, 1953. Essen, Rob van & Teun van der Leer (red.), Pastoraat op de grens: medische en kerkelijke dienst der genezing, een terreinverkenning, Sliedrecht, 1989. Fee, Gordon D., The First Epistle to the Corinthians, NICNT, Michigan, 1987. Floor, L., Jakobus: brief van een broeder, CNT, Kampen, 1992. Frost, Evelyn, Christian Healing: a consideration of the place of spiritual healing in the church of today in the light of the doctrine and practice of the ante-nicene church, London, 1940, 19543. Geluk, C.G., Traditie als beweging: jongeren en het oorspronkelijke geloof, Kampen, 1996. Gerkema, G., Ziekenzalving als helend Sacrament, Vuurpijlserie 21 , Utrecht, 1987. Green, Michael, Evangelie-verkondiging in de eerste eeuwen, vert., Telos 36, Goes, Amsterdam, 1979. Groot, C.A.E., ‘Een aanzet voor bezinning, n.a.v. Jakobus 5:13-18, over de Dienst der genezing in de kerk’, Soteria 4 (1985/1), 13-26. Halliburton, John, ‘Anointing in the Early Church’, in M. DudLey & G. Rowell, 1993, 77-91. Healing and Wholeness, Broadway House, The Broadway, Crowborough, East Sussex TN6 1HQ, England. Headley, Carolyn, Handoplegging binnen de dienst der genezing in de plaat- selijke gemeente, Sliedrecht, 1997. Heitink, G., Pastoraat als hulpverlening, diss. VU, Kampen, 1977. Herwijnen, W. van, Is er iemand bij u ziek? Over de kracht van het pastorale gesprek, Kampen, 1993. Herwijnen, W. van, Hoe kan ik verder? Over charismatisch pastoraat in crisissituaties, Zoetermeer, 1997.

Page 142: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Heyden, J.T.M. van der, Het ziekenhuis door de eeuwen: over geld, macht en mensen, Rotterdam, 1994. Heynis, Betty, e.a., Omega: wonderen in deze tijd, Kampen, 1996. Hijmans, A., Geloofsgenezing, ‘s-Gravenhage, 1962. Hille, Cornelis van, Den Siecken Troost, Twelk is een onderwijsinge in den gheloove ende den wech der salicheyt, om ghewillichlick te sterven, 1571. Hippolytus, La Tradition Apostolique, ed. B. Botte, SC 11bis, Paris, 1984. Horst, Pieter W. van der, Woestijn, begeerte en geloof: het leven van de eerste monniken in Egypte, Christelijke bronnen 8, Kampen, 1995. Hughes, Philip Edgcumbe, A Commentary on the Epistle to the Hebrews, Grand Rapids, 1977. Hunter, Harold, ‘Tongues-Speech: A Patristic Analysis’, Journal of the Evan- gelical Theological Society 23 (1980), 125-137. In dienst der genezing, contactblad Prot. Chr. Artsen Organisatie, secr. Dorps-straat 71, 3632 AS Loenen aan de Vecht. Irenaeus, Adversus Haereses, II. Tekst en Franse vert. in SC 294, 1982. John, Jeffrey, ‘Anointing in the New Testament’, in M. Dudley & G. Rowell, 1993,46-76. Jonker, H., ‘De ambtelijke handoplegging’, in J. van Oort e.a., Verbi Divini Minister, bundel aangeboden aan ds. L. Kievit, Amsterdam, 1983. Josephus, Complete Works, transl. W. Whiston, Grand Rapids, 1981. Justinus Martyr, Dialoog met de jood Trypho. Duitse vert. in BKV 33, 1917. Kauffmann-Schaap, Henriëtte M.E., Handoplegging als zegening: achter- gronden, perspektieven voor gemeenteopbouw. Ongepubliceerde scriptie NHK, 1993. Kelsey, Morton T., Psychology, Medicine & Christian Healing, New York, 1988. Kistemaker, Simon J., Exposition of the Epistle of James and the Epistles of John, NTC, Grand Rapids, 1986. Klijn,A.F.J., Apostolische vaders, deel 2, Baarn, 1967. Koch, Kurt, God onder de Zoeloes: Wij zagen Zijn Heerlijkheid (1966-1976), Ned. vert., Loppersum, 19902. Kooiman, W.J., Luther, zijn weg en werk, Amsterdam, z.j. Koole, J.L., De boodschap der genezing, Kampen, 1955. Kraan, K.J., ‘Opdat u genezing ontvangt’: Handboek voor de dienst der genezing, Hoornaar, 19743. Kraan, K.J., Genezing en bevrijding, deel 2, Kampen, 1984. Kraan, K.J. & P.C. van Leeuwen, De dienst der genezing, Lochem, 1972. Kruisman, Theo (red.), Paul Tournier: een leven van dienstbetoon, Arnhem, 1980. Kuyper, A., Pro Rege, deel 1, Kampen, 1911. Kydd, Ronald A.N., Charismatic Gifts in the Early Church, Peabody, 1984. Lactantius, Institutiones Divinae. Eng. Vert.: W. Fletcher, The Works of Lac- tantius, vol. 1, Edinburgh, 1871. Lane, Anthony N.S. (ed.), The Unseen World: Christian Reflections on An- gels, Demons and the Heavenly Realm, Grand Rapids, 1996. Lane, William L., The Gospel according to Mark, NICNT, Grand Rapids, 1974.

Page 143: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

Leeuwen, P.C. van, Inleiding tot de dienst der genezing, ‘s-Gravenhage, 1989. Lloyd-Jones, D. Martyn, The Sovereign Spirit: Discerning His Gifts (= Prove All Things), Wheaton, 1985. Lloyd-Jones, D. Martyn, Healing and the Scriptures, Nashville, 1988. Lucasorde: Genezing in oecumenisch perspectief: een leidraad van de Lu- casorde, ed. 1993 (Secr. Mw. J.M. Heukels, Hessenweg 28, 3731 JK De Bilt). Luther, M., De babylonische gevangenschap der kerk, 1520, in C.N. Impeta (ed.), Werken van dr. Maarten Luther, Kampen, 1959. MacArthur, John F., Charismatic Chaos, Grand Rapids, 1992. Maddocks, Morris, The Christian Healing Ministry, London, 19902. Maier, Johann, Jesus von Nazareth in der talmudischen Ueberlieferung, EF 82, Darmstadt, 1978. Martínez, F.G., The Dead Sea Scrolls Translated, Leiden, 1994. Mast, H., ‘De dienst van de bevrijding’, Psyche en geloof 5 (1994), 45-61. Masters, Peter & John C. Whitcomb, The Charismatic Phenomenon, Lon- don, 1988 (rev. ed.). Meer, F. van der, Augustinus de zielzorger, 2 delen, Utrecht, 19573. Merkel, F., ‘Handauflegung II’, TRE 14 (1985), 422-428. Mönnich, C.W., Martinus van Tours, naar de beschrijving van zijn leven door Sulpicius Severus, Amsterdam, 1962. Müller, Jörg, Hij geneest al uw kwalen: visie op christelijke psychotherapie, vert., Kampen, 1994. Mulder, H., Geschiedenis van de palestijnse kerk (tot 638), Kampen, z.j. Murray, Andrew, Goddelijke genezing, Den Haag, z.j. Origenes, Contra Celsum. Eng. vert. in Henry Chadwick, Origen: Contra Celsum, Cambridge, 1953. Origenes, De Principiis. Eng. vert. in G.W. Butterworth, Origen On First Principles, New York, 1966. Origenes, Homélies sur le Lévitique. Tekst en Fr. vert. in SC 286, Paris, 1981. Ouweneel, W.J., Het domein van de slang: christelijk handboek over occul- tisme en mysticisme, Amsterdam, 19884. Palmer, Bernard (ed.), Medicine and the Bible, Carlisle, 1986. Parmentier, Martien, Heil maakt heel: de bediening tot genezing, Zoeter- meer, 1997. Patrik, Polus en Wels, Verklaring van de geheele Heilige Schrift door eenigen van de voornaamste Engelsche godgeleerden (vert. en red. Joan van den Honert), deel 12, Amsterdam, 1750; deel 17, 1757. Paul, M.J., Het Archimedisch punt van de Pentateuchkritiek: een historisch en exegetisch onderzoek naar de verhouding van Deuteronomium en de reformatie van koning Josia (2 Kon 22-23), diss. RU Leiden, ’s-Graven- hage, 1988. Paul, M.J., ‘Cultuurmandaat en vreemdelingschap’, in C. Roos e.a., Cultuur- mandaat en vreemdelingschap (Amersfoort, 1989), 15-36. Paul, M.J., ‘Terug naar de toekomst: de uitleg van oudtestamentische profe- tieën over Israël’, Theologia Reformata 35 (1992), 278-298. Paul, M.J., ‘De ziekenzalving in historisch perspectief’, Bijbel en weten- schap nr. 182 (okt. 1995), 165-169 en nr. 183 (nov. 1995), 215-218

Page 144: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

(1995a). Paul, M.J., ‘Profetie in plaats van occultisme: messiasverwachting in Deute- ronomium 18’, in A.G. Knevel en MJ. Paul (red.), Verkenningen in de oudtestamentische messiasverwachting (Kampen, 1995), 33-4 1 (1995b). Paul, MJ., ‘Jesaja 53:3-5’ in J. v.d. Graaf, J. Maasland en W. Verboom (red.), Het Woord der prediking: handreiking voor predikanten, deel 2 (Kam- pen, 1996), 76-80 (1996a). Paul, M.J., ‘Genesis 4:17-24: a case-study in eisegesis’, Tyndale Bulletin 47.1 (1996), 143-162 (1996b). Penn-Lewis, Jessie, War on the Saints, 1912; unabridged edition, Erith, 1987. Prince, Derek, De pijlers van het christelijk geloof, vert., Gorinchem, 1995. Riemers, C., Luther en het sacrament van de boetvaardigheid, Kampen, 1967. Ritter, Adolf M., Charisma im Verständnis des Joannes Chrysostomus und seiner Zeit, Göttingen, 1972. Rowell, Geoffrey, ‘The Sacramental Use of Oil in Anglicanism and the Churches of the Reformation’, in M. Dudley & G. Rowell, 1993, 134-153. Ruthven, Jon, On the Cessation of the Charismata: Protestant Polemic on Postbiblical Miracles, JPTSS 3, Sheffield, 1993. Schaeffer, Francis A., Escape from Reason, London, 1968. Sikkel, J.C., Daders des woords: overdenking van den brief van den apostel Jakobus voor onzen tijd, Amsterdam, z.j. Smail, Tom, Andrew Walker & Nigel Wright, Charismatic Renewal: the search for a theology, London, 1993. Stegen, Erlo, Opwekking begint bij jezelf!, Loppersum, 1993. Storms, C. Samuel, Healing and Holiness: a biblical response to the faith- healing phenomenon, Phillipsburg, 1990. Strack, H.L. & P. Billerbeck, Kommentar zum NT aus Talmud und Midrasch, II, München, 1924. Struys, Th., Ziekte en genezing in het Oude Testament, diss. VU, Kampen, 1968. Tadeu, Jorge, Goddelijke genezing: hoe te verkrijgen en te behouden, Woud- richem, z.j. (ca. 1993). Tertullianus, Over de schouwspelen. Duitse vert. in BKV 7, 1912. Tertullianus, Over de doop. Duitse vert. in BKV 7, 1912. Tertullianus, Aan de echtgenote. Tekst en Franse vert. in SC 273, 1980. Tertullianus, Aan Scapula. Duitse vert. in BKV 24, 1915. Tertullianus, Tegen Marcion. Tertulliani opera I, CCSL, Turnholt 1954; Ned. vert. in OCG 41, 1927. Thierry, J.J., Opstandingsgeloof in de vroegchristelijke kerk, Amsterdam, 1978. Turner, Max, The Holy Spirit and Spiritual Gifts Then and Now, Carlisle, 1996. Veldhuizen, H., ‘Handoplegging en ziekenzalving’, De Waarheidsvriend 81 (1993), 402 en 425. Vermes, Geza, Jesus the Jew, London, 1973. Vorgrimler, Herbert, ‘Krankensalbung’, in TRE 19 (1990), 664-669. Vries, S.Ph. de, Joodse riten en symbolen, Amsterdam, 19686. Waelkens, Anton, ‘Woordstudie Handoplegging’, Tijdschrift voor Theologie

Page 145: mjpaul.nl  · Web view2020. 12. 14. · De omvang van de alternatieve geneeskunde is inmiddels bijzondergroot geworden. Ruim 1 miljoen mensen in ons land maken jaarlijksgebruik van

en Pastorale Counseling nr. 27 (1995/3), 33-41. Waelkens, Anton, ‘Het zalven met olie in de Bijbel, TTPC nr. 32 (1996/4), 46-59. Wagner, Peter, De geestelijke gaven voor de opbouw van de gemeente, vert., Hoornaar, 1990. Walker, A.: zie Smail, T. Warfield, B.B., Counterfeit Miracles, 1918; repr. Edinburgh, 1986. Watt, Sir James, What is wrong with christian healing?, London, 1993. Weele, T.J. van der, Zegenend helpen: een studie over het zegenen van hulp vragers als onderdeel van pastorale zorg, Harderwijk, 19922. Wenham, Gordon J., The book of Leviticus, NICOT, Grand Rapids, 1979. Westermann, Claus, Der Segen in der Bibel und im Handeln der Kirche, München, 1968, 19922. White, John, Tekenen van Gods kracht?, vert., Hoornaar, 1991. Wimber, John & Kevin Springer, Een kracht tot genezing, vert., Hoornaar, 1987. Wright, N.: zie Smail, T. Young, Brad, The Jewish Background to the Lord’s Prayer, Austin, 1984. Zündel, Friedrich, Johann Christoph Blumhardt, Basel, 196217.

BKV : Bibliothek der Kirchenväter CCSL : Corpus Christianorum, Series Latina OCG : Oud-Christelijke Geschriften PL : Patrologiae cursus completus, series Latina SC : Sources Chrétiennes TRE : Theologische Realenzyklopädie