Stageverslag

Naam: Christelijk Lyceum Zandvliet, Den HaagAdres: Bezuidenhoutseweg, 40tel nr. 0703851902Naam van de rector: Alphons den HeijerNaam contactpersoon: Francine Vermeer en door afwezigheid van mevrouw Vermeer op de laatste dag: Wouter Schaik.

dinsdag Woensdag Donderdag

08:10/08:50 Bespreking (doorloop week)

08:10/09:00 Schk ku (p)

08:50/09:30 Hgd ku (p) 09:00/09:50 Sch ku (p)

09:30/10:10 Hgd ku (p) 09:50/10:40 Bespreking lesplan/methode Schaik

Schk ku (p)

Pauze 30 min Pauze 30 min

10:40/11:20 Mu 11:10/12:00 Vrm ku (p) Schk ku (p)

11:20/12:00 Mu 12:00/12:50 Vrm ku (p) Hgd ku (p)

12:00/12:40 Martijn ku (p) Pauze 25 min

Pauze 20 min 13:15/14:05 Hgd ku (t)

13:00/13:40 Mu 14:05/14:55 Hgd ku (t)

13:40/14:20 Mu 14:55/15:45 CKV excursie

15:45/16:30 CKV excursie

19:30/22:30 musical

Ku (p) = beeldend praktijkKu (t) = beeldend theorieMu = musical repetitie

= kast

3.1Ik vroeg aan docent Evelien Hoogdalem wat zij belangrijk vindt in de voorbereiding en het verloop van haar lessen. Zij vindt persoonlijk het uitdelen van het werk een van de belangrijkste dingen. Daarmee gaat goeie organisatie gepaard, want als docent ben jij eind verantwoordelijke voor het werk. Ook is de manier van uitdelen een belangrijke manier om orde te kunnen scheppen, verteld zij. ‘Als ik het werk aan de tafels uitdeel, kan er op heel veel verschillende plekken chaos ontstaan. Je moet zelf op dat soort details letten. Het kan je hele les verstoren.’

Het schoonhouden van het lokaal is een punt van aandacht. Meneer Schaik liet ons weten dat de schoonmakers dit lokaal overslaan, waardoor het onderling geregeld moet worden. Meestal gaat dit echter heel vloeiend. Leerlingen maken hun eigen werkplek schoon als hier veel rotzooi is. De docent doet het meeste schoonmaakwerk.

Meestal gaat het goed, maar een les werd de grens van tolerantie toch echt wel verlegd. In deze les zat een groepje jongens bij elkaar die allemaal lekker tegendraads aan het doen waren. Het was een brugklas met meneer Schaik als docent. Het groepje jongens was met krijt aan het werk en had een nieuwe verwerkingsvorm van het krijt gevonden, namelijk het tot gruis vermalen. Dit gedrag werd niet de kop in gedrukt, wat resulteerde in pastelkleurige tafeltjes aan het einde van de les, met jongens die al nergens meer te vinden waren.

Ik denk dat organisatie vooral in het begin van de les ontzettend belangrijk is. Dit is namelijk het moment om leerlingen op de hoogte te stellen van de planning en om de meest brandende vragen te beantwoorden. Ik zag dit terug in de tweede les van mevrouw Hoogdalem. Klas een was net de deur uit en de tweede kwam al binnen. Mevrouw Hoogdalem was nog spullen aan het wegleggen, maar

toen de hele klas binnen was kon zij gelijk beginnen met de les. Ze wist wat ze moest behandelen, omdat stond aangegeven in haar planning. Ze had zich er verder niet mee beziggehouden en kon haar volledige focus aan de andere klas geven, omdat ze goed georganiseerd was.

3.2 In lokaal 1.01 staat in de kasten het eindproduct van de handvaardigheid lessen uitgestald. De kasten staan voor het raam bij de deur, zodat leerlingen die op de gang langs lopen dit ook kunnen zien. Verder hangt aan de muur een project waarbij de leerlingen masker moesten maken. Zelfs de vensterbank wordt benut. In het naastgelegen lokaal hangt de muur vol met posters van leerlingen uit verschillende jaarlagen. Meerdere opdrachten hangen door elkaar, zodat leerlingen kunnen zien waar anderen mee bezig zijn.

Ik ben zelf heel tevreden met de manier van exposeren. Elk mogelijk plekje wordt in het lokaal benut voor het tonen van werk. Ook beneden in de aula hangt werk van oudere jaars. Dit zijn vaak speciale projecten van workshops die je alleen in dat jaar krijgt.

3.3Materialen lijst:

- Kwasten- Verf - Ecoline- Spons- Paletten- Papier- Kroontjespennen- Potloden- Scharen - Krijt- Hamers- Lijm - Figuurzagen- Touw- Tape- Spuitverf- Crêpepapier- Knopen- Hout- Gaas- Krant- Behanglijm- Vijlen- Priemen- Linealen- Tang- Elektrische figuurzaag- Piepschuim snijder- Kolom boormachines- Lijmpistolen- Föhn- Gutspennen

Ik vind dat de aanwezige materialen genoeg mogelijkheden scheppen voor leerlingen om opdrachten voldoende creatief uit te voeren 3.4Voor de beeldende lessen wordt gebruikt gemaakt van een smartboard, computers en de telefoons van de leerlingen.

Het smartboard wordt gebruikt voor uitleg, soms aangevuld met een filmpje. De computers mogen leerlingen gebruiken bij fotoshop opdrachten en de telefoons worden gebruikt om, wanneer nodig, inspiratie te zoeken op pinterest e.d. De telefoons worden echter ook gebruikt voor de handige app: google classroom. Dit is een hele overzichtige applicatie waar leerlingen makkelijk de huidige opdracht kunnen vinden en waar zij schriftelijke opdrachten kunnen inleveren.

Ik vind het media gebruik meer dan voldoende. Vaak vind ik media een hinder in het proces naar maakwerk, door heel veel mogelijke afleiding. Ik zag dit vaker terug in de lessen. Leerlingen zaten op andere sites dan welke aangegeven waren en een leerling zag ik videochatten met haar bff. Het werd desondanks aardig in toom gehouden.

3.5In het lokaal zijn geen cd’s, cd roms of dvd’s te vinden. Er is een kast waar boeken in staan, maar aangezien leerlingen gebruik mogen maken van hun telefoon, wordt hier nauwelijks in gekeken.

Ik vind boeken een nuttige vorm van referentiemateriaal, want kunstboeken zijn tijdloos en ook juist weer niet door de veranderende stijlen. Ik vind dat ieder kind bepaalde kunst boeken mee moet krijgen. van de poëzie van Hans Andreus, tot boeken met enkel afbeeldingen van ‘De stijl.’ Het voegt iets toe zoals geen enkel apparaat dat kan. Misschien is het de opkomende generatiekloof die nu spreekt, maar ik vind het pijnlijk dat ik niemand een boek open heb zien slaan. Ik snap het echter wel. Het vereist namelijk best wat initiatief en inspanning om als leerling daadwerkelijk een boek open te slaan als je een onbegrensde informatiebron in hand bereik hebt. 4De methode heet ‘Kijk op ruimte’ en in blok 2 gaat dit over op ‘Tekenen in zicht.’Deze methode wordt in de onderbouw als leidraad aangehouden. Docenten verzinnen vaker en liever zelf de opdrachten door bijvoorbeeld in te gaan op de actualiteiten.

Bij de methode is geen docentenhandleiding, zijn geen leerlingenboeken en zijn de boeken in het bezit van de school.

Wij hebben geen Pta in ons bezit kunnen krijgen, helaas. In de bovenbouw is er een afsluiting in de vorm van een CKV avond. Dit is een avond in het teken van muziek en beeldende kunst. Leerlingen met muziek organiseren een muziek avond waarbij ze zelf optreden. Leerlingen met het vak kunst krijgen een grote eindopdracht die behoorlijk vrij is. Deze opdracht bestaat bijvoorbeeld uit een begrip zoals ‘troebel’. Hier moeten leerlingen dan een werk van maken. Dit mag op elke manier die de leerling wil. Op de CKV avond moet de leerling zijn werk ergens neerzetten en dit vervolgens presenteren voor het publiek dat bestaat uit ouders die ook naar de muziekleerlingen komen kijken en uit een jury bestaande uit de kunst docenten.

Leerlingen met zowel kunst als muziek moeten toveren. Ik heb dat zelf ook moeten doen. In de pauze van het muziekgedeelte moest ik rennen naar het kunstgedeelte om mijn werk te presenteren.

Schriftelijk eindexamen kunst gaat hetzelfde als overige eindexamens, maar de laatste 2 weken zijn de lessen facultatief.

5

Observatie communicatieve vaardigheden

O = onvoldoende, R= redelijk, G=goed lesSchk Vrm Hgd -

theorieCkv

1 2 3 4Weet ontspannen de leiding te nemen 10 4 10 5Ontvangt leerlingen als gasten 10 6 7 5Onderhoudt oogcontact met leerlingen 10 7.5 10 7Noemt leerlingen bij hun naam 5.5 10 10 5Luistert actief 10 6 10 8Spreekt verstaanbaar en overtuigend 7.5 6 8 8Wisselt af in intonatie en stemvolume 6 8 10 8Reageert adequaat op vragen van leerlingen 10 9 10 9Gebruikt stilte als kracht 8 5 9 5Gebruikt een groot deel van het leslokaal 9 9 8 7Gebruikt mimiek 6 5 8 7Gesticuleert adequaat 8 8 8 7Maakt gebruik van humor 10 7 9 4Enthousiasmeert en motiveert 7.5 7.5 8 6Heeft correct taalgebruik 10 10 10 8Heeft gevoel voor nabijheid en distantie 8.5 10 9 8Uiterlijke verzorging conform functie 10 10 10 10

Pedagogische vaardighedenReageert wanneer iemand geen betrokkenheid meer toont 10 10 8 7Is meer gericht op belonen dan straffen 6 6 10 7Geeft opbouwende kritiek 10 8 10 8Geeft grenzen duidelijk aan 10 5 7 7Geeft het goede voorbeeld 10 9 8 9Reageert adequaat op ongewenst gedrag 10 6.5 7 8Reageert adequaat op gewenst gedrag 8 6.5 10 9Creëert een prettige, ordelijke werksfeer in de klas 8 6 10 6Gaat een goede binding met leerlingen aan 10 7.5 9 6Geeft individuele aandacht en hulp 10 10 8 9Is empatisch 10 10 8 8Is tactvol 9 10 10 8Laat het lokaal netjes achter 10 10 10 10

Didactische vaardighedenGeeft vooraf aan wat in de les aan de orde komt 7 10 10 10Geeft de rode draad van de les aan 7.5 10 10 10Controleert het huiswerk Nvt Nvt 10 Nvt Legt duidelijk uit 8 10 10 9Visualiseert waar mogelijk 8 10 10 8Is concreet en geeft voorbeelden 10 10 10 8Stelt vragen aan verschillende leerlingen 6 8 10 9Honoreert goede antwoorden 9 8 9 9Herhaalt en vat samen 10 6 10 9Maakt adequaat gebruik van leermiddelen 9 10 8 8Peilt regelmatig of de leerstof goed landt 10 10 10 9

Zet leerlingen aan tot zelfstandig leren 10 10 Nvt

10

Wisselt voldoende af in didactische werkvormen 10 10 8 10Heeft hoge verwachtingen van leerlingen 10 9 9 9Brengt spanning in de les 7.5 8 6 7Organiseert de verschillende activiteiten met ll. goed 6.5 7.5 9 8Laat ll. een groot deel van de les zelfstandig werken 10 10 7 9Kan omgaan met onverwachte situaties 8.5 8 7 9

6Deze visuele observaties zijn al inbegrepen in vraag 5 op de bijgevoegde foto’s.

7Deze stage was voor mij ontzettend nuttig. Na de mozaïek stage voelde ik een kleine vorm van ongerustheid opkomen over mijn positie in het onderwijs. Niet omdat ik de vorige stage niet leuk vond, maar omdat ik mij niet 5 dagen in de week kan voostellen tussen ongeremd gebroed. Ik ben niet gemaakt voor kroost in motorische ontwikkelingsfase. De stage die ik hier liep was voor mij een verademing, omdat dit wel was wat ik er van verwachtte (ongeveer). Mij is wel opgevallen dat het meer geregel is dan verwacht, maar voor de klas kreeg het vertrouwen dat ik dat wel aankon.

Ik liep stage op mijn oude middelbare en dat was wel verassend. Nou kende ik mijn docenten al net iets te goed, mijn vermoedens werden versterkt in de leraren kamer. Het is net middelbare voor grote mensen zonder einddoel. In plaats van aan het einde van het jaar een plaats op te schuiven, blijf je zitten waar je zit en herhaal je dit keer op keer. Er zijn groepjes, er is schijn en er zijn heel veel roddels. Ik zie mezelf eerder op een middelbare school lesgeven dan op een basisschool, omdat ik beter contact kan leggen met wat oudere kinderen. Ik zou wel rondkijken op andere scholen, met een wat meer welkome sfeer tussen de docenten. Ik weet dat roddels overal aanwezig zijn, maar heb het idee dat deze hier in exorbitante vorm rondzwerven. Nou heb ik niks te klagen. Ik ben zo ontzettend welkom ontvangen dat ik mij bijna bezwaard voelde om weer weg te gaan. Docentschap in de meest pure vorm is kinderen in toom houden en 7 bakjes koffie uit de automaat halen voordat de eerste pauze is aangevangen.

Zoe de Jong doc 1a

‘fly me to the moon, let me play among the stars. Let me know what spring is like on Jupiter and mars.’