· web viewsamenvatting europees recht extra! de europese unie telt vandaag 28 lidstaten, het...

48
Samenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om controle uit te oefenen over haar grondgebied/bevolking zonder inmenging van buitenaf. De staten zijn aan elkaar gelijk Intergouvernementalisme: Staten gaan meer en meer samenwerken en zo samenwerkingsverbanden opstellen. De staten behouden hun nationale soevereiniteit. Supranationalisme: het karakter van een internationale organisatie gekenmerkt door organen die qua samenstelling en werkwijze onafhankelijk van de lidstaten optreden en bij meerderheid besluiten nemen en in het kader waarvan rechten en plichten in het leven geroepen kunnen worden die voor particulieren direct afdwingbaar zijn voor de rechtscolleges van de lidstaten. Deel I: Het Europees integratieproces Hoofdstuk 1: Het Europese Integratieproces Waarom? Machthebbers hebben meermaals getracht om door verovering van naburige gebieden een pan-Europese staat op te richten. Dit gebeurde altijd met geweld. De puinhoop waarin Europa verkeerde na de Tweede Wereldoorlog was de ideale context om een tot een geleidelijke en vrijwillige samenwerking tussen staten te komen. Hier kwamen enkele politieke en economische factoren bij kijken: De herhaling van de traumatische ervaring van WOII moest voorkomen worden. Er moest een wederopbouw komen van Europa met een economisch herstel. Het ‘Duitse Probleem’ moest worden aangepakt. Na WOI werden er aan Duitsland herstelbetalingen opgelegd, dit was geen goed plan dus moest er iets nieuws komen o De demilitarisatie moest worden tegen gehouden o De vraag of Duitsland geïsoleerd zou worden of net geïntegreerd?

Upload: others

Post on 03-Mar-2020

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Samenvatting Europees recht EXTRA!De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af.

Soevereiniteit: Het recht van de staat om controle uit te oefenen over haar grondgebied/bevolking zonder inmenging van buitenaf. De staten zijn aan elkaar gelijk

Intergouvernementalisme: Staten gaan meer en meer samenwerken en zo samenwerkingsverbanden opstellen. De staten behouden hun nationale soevereiniteit.

Supranationalisme: het karakter van een internationale organisatie gekenmerkt door organen die qua samenstelling en werkwijze onafhankelijk van de lidstaten optreden en bij meerderheid besluiten nemen en in het kader waarvan rechten en plichten in het leven geroepen kunnen worden die voor particulieren direct afdwingbaar zijn voor de rechtscolleges van de lidstaten.

Deel I: Het Europees integratieprocesHoofdstuk 1: Het Europese Integratieproces

Waarom?

Machthebbers hebben meermaals getracht om door verovering van naburige gebieden een pan-Europese staat op te richten. Dit gebeurde altijd met geweld.

De puinhoop waarin Europa verkeerde na de Tweede Wereldoorlog was de ideale context om een tot een geleidelijke en vrijwillige samenwerking tussen staten te komen.

Hier kwamen enkele politieke en economische factoren bij kijken:

De herhaling van de traumatische ervaring van WOII moest voorkomen worden. Er moest een wederopbouw komen van Europa met een economisch herstel. Het ‘Duitse Probleem’ moest worden aangepakt. Na WOI werden er aan Duitsland

herstelbetalingen opgelegd, dit was geen goed plan dus moest er iets nieuws komeno De demilitarisatie moest worden tegen gehoudeno De vraag of Duitsland geïsoleerd zou worden of net geïntegreerd?

Ook was een samenwerking tussen de West-Europese staten een tegenwicht tegenover de groeiende macht van de Sovjet-Unie.

Overzicht internationale samenwerking

1945 Verenigde Naties 1949 de Noord-Atlantische Verdragsorganistie 1949 de Raad van Europa

Europese internationale organisatie die een grotere eenheid tussen zijn leden nastreeft, voornamelijk op sociaal, cultureel, wetenschappelijk, juridisch en administratief vlak en op het vlak van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

1950 Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM)

Communautaire samenwerking

Schuman-plan sectoren kolen en staal van Europese staten onder een gemeenschappelijk beleid te brengen.

Page 2:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

1952: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

Lidstaten: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. Wat: Gemeenschappelijke markt van kolen en staal (een economische samenwerking). Zo

kon de economische en politieke situatie tussen Frankrijk en Duitsland gestabiliseerd worden. Het was dan ook een traité-loi, haast alle regels die de lidstaten noodzakelijk achten voor het vlot functioneren van een gemeenschappelijke markt in de sectoren kolen en staal werden in het Verdrag neergelegd.

instellingen: o Hoge Autoriteit

experten die zich zowel ten aanzien van de lidstaten als ten aanzien van de industriële milieus onafhankelijk moesten opstellen.

o een Bijzondere Raad van Ministers vertegenwoordigers van de lidstaten belast met de coördinatie tussen het beleid van de Hoge Autoriteit en de algemene economische politiek van de lidstaten

o Hof van Justitie de eerbiediging van het recht bij de uitleg en de toepassing van het Verdrag en deszelfs uitvoeringsvoorschriften verzekeren

o de Gemeenschappelijke vergadering vertegenwoordigers van de verschillende nationale parlementen

De supranationaliteit lag bij de Hoge Autoriteit met de Raad als remmende factor.

Plannen voor politieke samenwerking

Het succes van de EGKS leidde tot plannen om binnen een supranationale organisatie ook in andere politieke domeinen zoals defensie en buitenlands beleid bevoegdheden over te dragen aan een gemeenschappelijk orgaan.

1952 : De Europese Defensie Gemeenschap (EDG) een supranationaal leger als tegenhanger van het expanderende communisme niet in werking getreden: 1954 Franse Assemblée nationale besloot de ratificatie voor onbepaalde tijd uit de stellen.

1954: militaire samenwerking NAVO laat de Bondsrepubliek Duitsland toe. Protocol van Parijs: nieuwe militaire organisatie: de West-Europese Unie (WEU) actief tot 2010

1957 Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EGA-Verdrag)

Bestaat nog steedsBeoogde de voorwaarden te scheppen voor een snelle ontwikkeling van de industrie op het gebied van de kernenergie.

1957 Europese Economische Gemeenschappen

1. Spaak-rapport het veelomvattend programma dat met de vorming van een gemeenschappelijke markt samenhing. basis voor verder Europese integratie

2. EEG nam de materiële doelstellingen en de institutionele structuur over die het Spaak-rapport voorstelde.

Page 3:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Er kwamen voorstellen voor een Douane-unie en regels betreffende mededinging de 4 economische vrijheden kwamen voor het eerst aan bod en vormde de pijlers waarop de gemeenschappelijke markt steunde. traité-cadre: bepalingen betreffende het functioneren van de instellingen en de besluitvorming bevatte, naast materieelrechtelijke basisregels die door de Gemeenschap en de lidstaten in acht moesten worden genomen. Instellingen (Fusieverrag 1965): fusie van de instellingen van de drie gemeenschappen De Europese Commissie Een Raad van Minisers Het Europees Parlement Hof van Justitie Het zwaartepunt van de besluitvorming ligt bij de Raad!

Het supranationale karakter van het gemeenschapsrecht

Gemeenschapsrecht: het EG-Verdrag, het EGA-Verdrag (Gemeenschapsverdragen), de wetgevende en uitvoerende handelingen die op grond van de Verdragen werden uitgevaardigd en uit de rechterlijke interpretatie van al deze normen, aangevuld met de ongeschreven algemene beginselen van hoger recht.

Supranationaal: het specifieke verband tussen de lidstaten, de instellingen van de Gemeenschap/Unie en de betrokken particulieren.De voornaamste kenmerken:

a) Organen die qua samenstelling en werkwijze onafhankelijk van de lidstaten optredenb) Neemt bij meerderheid besluiten die toch alle lidstaten bindenc) De organen geven uitvoering aan deze besluiten of zijn verantwoordelijk voor het toezicht op

de correcte uitvoering ervan door de lidstatend) De oprichtingsverdragen en de besluiten kunnen rechten en plichten in het leven roepen

voor particulieren die direct afdwingbaar zijn voor de rechtscolleges van de lidstaten, zelfs tegen het strijdige nationale recht. = eigen rechtsorde (Van Gend & Loos)

Rechten voor particulieren: Van Gend & Loos Gemeenschapsrecht niet enkel verplichtingen maar ook rechten voor de particulieren.

Voorrang van gemeenschaps-/Unierecht: de communautaire rechtsorde neemt een bijzondere plaats in omdat zij de lidstaten de vrijheid ontneemt om de positie van het gemeenschapsrecht ten aanzien van het interne recht te bepalen. staten kunnen niet ingaan met een later, eenzijdig afgekondigd wettelijk voorschrift, tegen de rechtsorde, die zij op basis van wederkerigheid hebben aanvaard. En een dergelijk voorschrift kan niet boven de rechtsorde van de Gemeenschap worden gesteld. art. 288 VWEU en Costa/ENEL

Hoofdstuk 2: Intergouvernementele samenwerking tussen de EG-lidstaten

Intergouvernementele samenwerking: de lidstaten hebben geleidelijk aan samenwerkingsverbanden opgezet in aangelegenheden die buiten het toepassingsgebied van de Gemeenschapsverdragen vielen. Het ging daarbij om intergouvernementele vormen van samenwerking afspraken gemaakt tussen vertegenwoordigers van de uitvoerende macht of regering van de betrokken lidstaten.

Page 4:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

1960 – eind jaren ‘80

Europese politieke samenwerking

Er groeide opnieuw plannen om de integratie uit te breiden tot minder sociaaleconomisch gerichte domeinen

1. Fouchet-plan: strandde uiteindelijk op de vrees van de kleinere lidstaten dat de bevoegdheden en het reeds verworven supranationaal karakter van de Gemeenschappen zouden worden aangetast. de Franse President de Gaulle: een ‘Politieke Unie’

2. De Europese Politieke Samenwerking (EPS): ontwikkelde zich verder op basis van rapporten van de minister van Buitenlandse Zaken en van de staatshoofden en regeringsleiders (halfjaarlijkse vergatering). alle beslissingen werden bij consensus genomen (een soort soft law, zonder kracht van gemeenschapsrecht).

3. De Europese Raad: diende om impulsen te geven aan de Europese Politieke Samenwerking maar ook politieke beslissingen te nemen in aangelegenheden die behoorden tot het bevoegdheidsdomein van de Gemeenschappen.

Europese monetaire samenwerking 1. Europees monetair stelsel: de omvorming van de douane-unie tot een economische en

monetaire unie (EMU). etappes: a. streven naar een beperking van de schommelingsmarges tussen de nationale munten b. vervanging van de munt van de Lidstaten door de euromunten en- bankbiljetten

2. Het monetair beleid van de Unie: dit werd bepaald door het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB), dat bestaat uit de nationale centrale banken van de Lidstaten die de euro als munt hebben, ook de Europese Centrale Bank (ECB) maakt deel uit van het beleid. het ESCB bepaalt het monetair beleid en legt het ten uitvoer, alsook het verrichten van valutamarktoperaties (art. 127 (2) VWEU) HOOFDOEL: het handhaven van prijsstabiliteit.

3. Fundamenten van de Economische en Monetaire Unie: een aantal belangrijke garanties om een goed functionerende monetaire unie mogelijk te maken:a. de ECB, noch de nationale banken van de lidstaten mogen kredietfaciliteiten verlenen aan de instellingen van de Unie of de lidstaten (art. 123 VWEU)b. de lidstaten moeten buitensporige tekorten vermijden (art. 126 VWEU) de preventieve arm verplicht de Lidstaten ertoe op regelmatige basis hun begrotingsdoelstellingen aan de Unie bekend te maken. de correctieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact laat de Raad toe aanbevelingen te geven aan de Lidstaten in kwestie en sancties op te leggen.

4. De Euro-crisis: de euro-crisis was de aanleiding voor een aantal ingrijpende wijzigingen in het wettelijk kader van de EU, waarbij regels van Unierecht telkens werden aangevuld met intergouvernementele akkoorden.

Politieke en justitiële samenwerking 1. Intergouvernementele initiatieven: buiten het kader van de Gemeenschappen om begonnen

ministeriële departementen van de lidstaten coördinatievergaderingen te houden over grensoverschrijdende aspecten van politiële en justitiële samenwerking.

Page 5:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

dergelijke overeenkomsten konden slechts in werking treden nadat zij door alle lidstaten waren geratificeerd.

2. Schengen-Overeenkomst: nood aan samenwerking op het vlak van justitie en binnenlandse zaken toen de Gemeenschap het interne marktprogramma lanceerde (afschaffing personencontroles). de samenwerking tussen de lidstaten op het vlak van douanecontroles en misdaadbestrijding werd zeer moeilijk de Schengen-Overeenkomst vestigde een vrij personenverkeer zonder controle aan de binnengrenzen en versterkte tegelijk de controle aan de buitengrenzen van de Schengen-Staten. Als compensatie van het wegvallen van de binnengrenzen werd er aan informatie-uitwisseling en samenwerking tussen politiële en gerechtelijke overheden gedaan = Schengen Informatie-Systeem (SIS).

Hoofdstuk 3: Het bijeenbrengen van de integratiesporen en een Europese Unie

Het verdrag van Maastricht 1992

Het EU-Verdrag liet de Gemeenschappen bestaan maar vulde deze aan met een nieuw overkoepelend geheel, de Europese Unie

Oprichting van de Europese Unie met 3 pijlers1. PIJLER I: Gemeenschapsverdragen

~ de bevoegdheid van de Gemeenschap werd uitgebreid, ook buiten de economische sfeer

2. PIJLER II: De bepalingen betreffende een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) defensie~ het GBVB berustte zowel op een optreden van de instellingen van de Unie als op samenwerking tussen de lidstaten.

3. PIJLER III: Bepalingen betreffende samenwerking op het gebeid van justitie en binnenlandse zaken (JBZ) asiel, immigratie, derdelanders en internationale misdrijven~ samenwerking tussen de lidstaten in strafzaken.

Intergouvernementeel: voornamelijk unanimiteit en Europese Raad/ Raad belangrijkste actoren.

Geen eenvormige besluitvorming (art. 5 VEU): de communautaire instellingen oefenen hun bevoegdheden uit onder de voorwaarden en ter verwezenlijking van de doelstellingen die zijn vastgesteld in de Gemeenschapsverdragen en in de andere bepalingen van het EU-Verdrag.

Het verdrag van Amsterdam 1997

Er werden op elk van de drie Gemeenschapsverdragen wijzigingen aangebracht, het GBVB werd geherstructureerd en er werd een ingrijpende hervorming gedaan van het PFSS.

Consolideren van de bevoegdheden Uitbreiden van de mededingingsprocedure (communautaire besluitvormingsprocedure

waarbij de vaststelling van een besluit afhankelijk gemaakt werd van de goedkeuring door zowel de Raad als het Europees Parlement; door het Verdrag van Lissabon vernoemd naar gewone wetgevingsprocedure)

Uitbreiding van de bevoegdheden De legitimiteit van de EU

Page 6:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Het Verdrag van Nice 2001

Er kwamen weer institutionele hervormingen als voorbereiding op uitbreidingen. het beperkte zich wel tot vooral aanpassingen aan de samenstelling en de werking van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie na toetreding van nieuwe lidstaten en tot een hervorming van de communautaire rechterlijke organen. Hierover groeide de consensus ook.

2004: Estland, Letland, Litouwen, Polen, Hongarije, Slovenië, Tsjechië, Slovakije, Cyprus en Malta

Hoofdstuk 4: Het verdrag van Lissabon

De grondwet voor de Europese Unie

In 2001 riep de Europese Raad van Laken een “conventie” samen met vertegenwoordigers van de regeringen en nationale parlementen van de lidstaten en kandidaat-lidstaten, met een ontwerp-Verdrag de EU-Grondwet

Door een fusie van het intergouvernementele optreden van de Unie met de Gemeenschap, zou de pijlerstructuur worden afgeschaft.

De EU-Grondwet kon de bestaande Verdragen enkel wijzigen wanneer zij in alle lidstaten overeenkomstig de respectieve grondwettelijke bepalingen werd goedgekeurd. afgewezen door Nederland en Frankrijk een reflectieperiode waardoor verschillende lidstaten hun ratificatieproces opschorten.

Verdrag van Lissabon 2007

De Grondwet werd hervormt: de symbolische elementen werden eruit gehaald. Het verdrag bestaat uit twee verdagen:

1. VEU (Verdrag betreffende de Europese Unie)2. VWEU (Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie)

De EU wordt vanaf toen gezien als een rechtspersoon.

A) Het Verdrag actualiseerde de doelstellingen en grondbeginselen van de Europese Unie (art. 2 en 3 VEU)

B) Het Verdrag verduidelijkt de verdeling van de bevoegdheden tussen de Unie en de lidstaten en de wijze waarop de instellingen de bevoegdheden van de Unie kunnen uitoefenen.

C) Het Verdrag versterkt de structuren op grond waarvan de Unie haar extern beleid voert.D) Als laatste bepaalt het Verdrag met betrekking tot procedure voor elke toekomstige

herziening van de Verdragen dat de intergouvernementele fase in beginsel wordt voorafgegaan door een Conventie waaraan naast de nationale regeringen ook vertegenwoordigers van de nationale parlementen, het Europees Parlement en de Commissie deelnemen.

E) Ook werd de eenparigheid van stemmen in de Raad vervangen door e gekwalificeerde meerderheid.

Wanneer de Unie handelt binnen een van haar bevoegdheden gebeurt dit nu steeds door middel van maatregelen van Unierecht.

Sinds 1 december 2009 verwijst Unierecht eenduidig naar de nieuwe Unierechtsorde (de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon).

Page 7:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

DEEL II: Instellingen van de UnieHoofdstuk 1: De politieke instellingen van de Unie

De unie beschikt voor haar optreden over een institutioneel kader, dat bestaat uit 7 “instellingen”.

4 politieke instellingen (Europees Parlement, Europese Raad, Raad en Europese Commissie) 3 controlerende instellingen (Hof van Justitie van de Europese Unie, Europese Centrale Bank

en Rekenkamer)

Europees Parlement (EP)

Art. 14 VEU en art. 223-234 VWEU

Bevoegdheid ?

- Wetgevings- en begrotingstaak (samen met de Raad) art. 225 VWEU en art. 314 VWEU

- Democratische controle voor de Commissie het EP moet zijn goedkeuring verlenen aan het college dat de regeringen van de lidstaten voornemens zijn tot voorzitter en leden van de Commissie benoemen art. 226-228 VWEU

- Adviserende taak- Zij kiezen de voorzitter van de Commissie

de Commissie is politiek verantwoordelijk tegenover het EPGevestigd in Brussel, Luxemburg en Straatsburg

Samenstelling?

Volksvertegenwoordigers: vertegenwoordigers van de burgeres van de Unie door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen. Het behoort tot de bevoegdheid van elke lidstaat om te bepalen wie binnen deze lidstaat aan deze verkiezingen kan deelnemen, voor zover daarbij het Unierecht wordt geëerbiedigd. (een verkiesbaar persoon kan slecht in 1 lidstaat kandidaat zijn.

Er is een verdeling volgens politieke kleur en niet volgens nationaliteit President: Martin Schulz

Termijn?

De leden worden gekozen voor een zittingsperiode van 5 jaar. President voor een termijn van 2,5 jaar.

Aantal parlementsleden?

Een minimum van 6 leden per lidstaat en een maximum van 96. Het maximum aantal parlementsleden is 750 plus de voorzitter

Werkwijze?

Het EP heeft zijn zetel in Straatsburg Bij begin van iedere vergaderperiode stelt het EP de agenda vast. Het EP neemt zijn besluiten bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen tenzij

de Verdragen anders bepalen (art. 231 VWEU) De meeste leden van het EP zijn verenigd in politieke fracties; zoniet hebben zij zitting als

niet-ingeschrevene.

Page 8:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

De Europese Raad

Art. 15 VEU en art. 235-236 VWEU

Bevoegdheid?

Geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten De Europese Raad vervult de rol van politiek bemiddelaar in bepaalde gebieden waar de

Raad de bevoegdheid heeft om bij gekwalificeerde meerderheid maatregelen aan te nemen, wanneer een lid van de Raad voornemens in zich tegen de aanneming van een maatregel te verzetten omwille van vitale redenen van nationaal beleid.

GEEN WETGEVENDE TAAK; in sommige gevallen kan de Europese Raad wel besluiten als “constituante”.

Samenstelling?

De staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten Een voorzitter van de Europese Raad

voltijds en verkozen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen voor een periode van 2,5 jaar Donald Tusk

Een voorzitter van de Commissie Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid

neemt deel aan de werkzaamheden.Werkwijze?

De Europese Raad handelt in overeenstemming met het reglement van orde dat door de Europese Raad met gewone meerderheid van stemmen wordt aangenomen.

De Europese Raad wordt 2 keer per half jaar door zijn voorzitter bijeengeroepen. Tenzij in de Verdragen anders in bepaald, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.

De Raad (van ministers)

Art. 16 VEU en art. 237-243 VWEU

Bevoegdheden?

Wetgevings- en begrotingstaak De besluitvorming in de Unie verloopt via de Raad, die de meeste wetgevende besluiten neemt op voorstel van de Commissie, samen met het EP.

Beleidsbepalende en coördinerende taken de Raad oefent onder de bij de Verdragen bepaalde voorwaarden coördinerende taken uit en kan niet-verbindende maatregelen nemen ten aanzien van de lidstaten om het beleid van de lidstaten en het optreden van de Unie op elkaar af te stemmen.

De beslissingsbevoegdheid bevat ook het buitenlandse beleid van de Unie De Raad kan zelf beslissen om uitvoeringsbevoegdheden uit te oefenen

de bevoegdheid om Uniewetgeving uit te voeren komt in beginsel toe aan de Commissie, maar enkele worden door de Verdragen uitdrukkelijk aan de Raad opgedragen.

De Raad beslist ook over de aanstelling van leden van andere Unie-organen de Raad beschikt over enkele prerogatieven die hem in staat stellen de werking van andere instellingen, met uitzondering van het EP, in zekere mate te beïnvloeden.

Samenstelling?

Page 9:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Vertegenwoordiger van iedere lidstaat op ministerieel niveau. Ieder regering dient 1 van haar leden af te vaardigen in de Raad.

De regeringen van de Gewesten en Gemeenschappen zijn gemachtigd om België in de Raad te binden.

Afhankelijk van de agenda van de Raad en de bevoegdheidsverdeling binnen België voorziet dit akkoord in een exclusieve federale vertegenwoordiging met een “assessor” voor de Gemeenschappen of Gewesten, een machtiging van de Gemeenschappen of Gewesten met een federale “assessor” en een exclusieve machtiging van de Gemeenschappen of Gewesten of 1 Gewest of Gemeenschap. er is geen vaste samenstelling, afhankelijk van het onderwerp

Er is een voorzitter van de Raad: dit gebeurd volgens een toerbeurtsysteem op basis van gelijkheid, onder de voorwaarden die door de Europese Raad bij gekwalificeerde meerderheid worden vastgesteld.

Werkwijze?

De raad gaat tewerk volgens de Verdragsbepalingen en het reglement van orde dat hij o.m. op grond van art. 240, lid 3 VWEU vaststelt.

De raad beraadslaagt en stemt in openbare zitting over een ontwerp van wetgevingshandeling

De Raad zetelt in Brussel, behalve in april, juni en oktober STEMMEN: 3 soorten meerderheid

- Gekwalificeerde meerderheid (dubbele meerderheid) 1. 55 % van de leden van de Raad (min. 15 lidstaten) EN 2. Deze leden moeten minstens 65% van de EU-bevolking vertegenwoordigen- Gewone meerderheid (meerderheid van zijn leden)- Eenparigheid van stemmen (geen enkele lidstaat mag tegen het voorstel stemmen)

Interne organisatie?

COREPER: het comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten bereidt de werkzaamheden van de Raad voor en voert de door de Raad versterkte opdrachten uit.

COREPER I: de plaatsvervangende Permanente Vertegenwoordigers en behandelt voornamelijk interne markt-aangelegenheden met een technische of economische inhoud

COREPER II: de Permanente Vertegenwoordigers zelf en bepreekt vraagstukken met algemene draagwijdte of van buitenlands beleid.

WERKGROEPEN: binnen het raamwerk van het Coreper functioneren diverse comités en werkgroepen, samengesteld uit nationale ambtenaren en vertegenwoordigers van de Commissie.

Het Coreper wordt voorgezeten door de Permanente Vertegenwoordiger van de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad Algemene Zaken bekleed.

De (Europese) Commissie

Art. 17 VEU en art. 244-250 VWEU

Bevoegdheden?

De Commissie ziet toe op de toepassing van zowel de Verdragen als de maatregelen die de instellingen krachtens deze Verdragen vaststellen.

In aangelegenheden die buiten het GBVB vallen bezit de Commissie in enkele gevallen beslissingsbevoegdheid. Die bevoegdheid bevat vooral het nemen van initiatieven voor de coördinatie van het beleid van de lidstaten.

De Commissie beschikt over ruime uitvoeringsbevoegdheden

Page 10:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

De Commissie vertegenwoordigt de Unie in het rechtsverkeer binnen elke lidstaat en in de regel ook in het internationale rechtsverkeer.

De Commissie controleert of de lidstaten hun verplichtingen nakomen De commissie stelt ook de begroting op (het EP en de Raad moeten deze goedkeuren) en

voert ook de begroting uitSamenstelling?

De Commissie telt 28 leden inclusief haar voorzitter en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid.

De leden van de Commissie moeten op grond van hun algemene bekwaamheid en Europese inzet worden gekozen uit personen die alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden

Het EU-verdrag bracht de ambtsperiode naar 5 jaar. De commissie oefent haar verantwoordelijkheden volkomen onafhankelijk uit. Gedurende de ambtsperiode eindigt het ambt van een lid van de Commissie door vrijwillig

ontslag of ontslag ambtshalve. Voorzitter: Jean-Claude Juncker

Werkwijze?

De Commissie treedt op als college, overeenkomstig de Verdragen en het reglement van orde, dat zij op grond van art. 249, lid 1 VWEU vaststellen.

Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen van het aantal leden van de Commissie.

De voorzitter van de Commissie beslist over haar interne organisatie en kan bevoegdheden tijdens het mandaat herschikken.

De Europese Centrale Bank

Art. 282-284 VWEU

Frankfurt Monetair beleid EU Streeft naar prijsstabiliteit om inflatie te voorkomen in de Euro-landen

De Rekenkamer

Art. 258-287 VWEU

Luxemburg Controle ontvangsten en uitgaven Unie

Hoofdstuk 2: Het Hof van Justitie van de Europese Unie

Art. 19 VEU en art. 251-281 VWEU

Het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat uit;

1. Het Hof van Justitie (HvJ)2. Het Gerecht (van 1e aanleg)3. Gespecialiseerde rechtbanken gevestigd in Luxemburg.

Bevoegdheden?

Page 11:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Gedecentraliseerde afdwinging van Unierecht: het HvJ en het Gerecht verzekeren de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van de Verdragen

Bevoegdheid met dubbel oogmerk: a. het HvJ heeft de bevoegdheid om samen met de nationale rechter te waken over de correcte uitlegging en toepassing van het Unierecht in de lidstatenb. het Hof garandeert, in samenwerking met de nationale rechter, dat aan iedereen die door handelingen van de Unie wordt geraakt zo nodig rechtsbescherming wordt geboden tegen de instellingen, organen of instanties van de Unie.

Samenstelling?

HOF: 1 rechter per lidstaat (benoemd door de lidstaat) & 9 Advocaten Generaals GERECHT: 1 rechter per lidstaat De benoeming van de rechters en de AGs gebeurt in onderlinge overeenstemming door e

regeringen van de lidstaten voor 6 jaar.Werkwijze?

HvJ: tewerk volgens de procedure bepaald in de Verdragen, het Statuut en het reglement voor de procesvoering, dat het Hof zelf vaststelt maar aan de goedkeuring van de Raad moet onderwerpen.

Het Gerecht: de werkwijze berust op het Statuut van het Hof, voor zover dit van toepassing is verklaard op het Gerecht, en op het eigen reglement voor de procesvoering dat het Gerecht volgens art. 254, 5e alinea VWEU in overeenstemming met het HvJ vaststelt en onderwerpt aan de goedkeuring van de Raad.

DEEL III: Bevoegdheden van de Europese UnieSupranationaal recht

De Europese Unie als “Eigen Rechtsorde”

Rechtstreekse of directe werking de particulieren kunnen zich rechtstreeks op beroepen op een norm/bepaling voor de (nationale) rechter

VERTICAAL: Particulier Vs. Staat HORIZONTAAL: Particulier Vs. Particulier Binnen het DUALISME: er moet een omzetting gebeuren naar het nationale recht. (Verenigd

Koninkrijk) Binnen het MONISME: particulieren kunnen zich rechtstreeks beroepen op het internationale

recht onder bepaalde voorwaarden. (België)

1963 Van Gend & Loos

NL = monistisch land: verticale werking (particulier Vs. Staat) prejudiciële vraag: heeft art. 12 EEG rechtstreekse werking?

Een bepaling heeft rechtstreekse werking als;

1. Ze voldoende duidelijk is2. Onvoorwaardelijk 3. Leent zich ernaar om rechtstreekse werking te hebben

1964 Costa/ENEL

Page 12:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Italië = dualistisch land prejudiciële vraag: is de nationale wet verenigbaar met het EEG-recht (heeft het supranationale recht voorrang op het nationale recht)

Het supranationaal recht heeft voorrang op het nationaal recht

Anders zou het idee van een eigen rechtsorde niet bestaan of geen nut hebben

1978 Simmenthal

Elke nationale rechter = een Europese rechter elke nationale rechter moet ook het supranationale recht uitoefenen.

Hoofdstuk 1: De beginselen

De toedeling van bevoegdheden aan de Unie

Art. 5, lid 1 VEU: beginsel van bevoegdheidstoedeling

De EU handelt enkel binnen de grenzen van de bevoegdheden die haar door de lidstaten in Verdragen zijn toegedeeld.

De bevoegdheden die niet zijn toegedeeld aan de Unie behoren toe aan de lidstaten.

De noodzaak van een rechtsgrond

MATERIËLE BEVOEGDHEID : de rechtsgrond bepaalt in de eerste plaats de omvang van de bevoegdheid die in een bepaald domein of ter verwezenlijking van bepaalde doelstellingen aan de Unie is geven.

UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEID: de rechtsgrond determineert de wijze waarom de Unie haar materiële bevoegdheden uitoefent, namelijk de toepasselijke besluitvormingsprocedure en de beschikbare normeringsinstrumenten.

De KEUZE van de RECHTSGROND: het vermelden van de rechtsgrond is een wezenlijke vormvereiste voor elke Uniehandeling die rechtsgevolgen beoogt teweeg te brengen. Dit is om het beginsel van bevoegdheidstoedeling uit te leggen, zij hebben motiveringsplicht en het is voor de rechtszekerheidsvereiste. De keuze van de rechtsgrond van een handeling moet berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn.

De bevoegdheden onderscheiden naargelang de rechtsgrond

De Unie kan optreden binnen de grenzen die hem gegeven zijn door de Verdragen van de lidstaten maar ook buiten het toepassingsgebied. Dit is wanneer het optreden nodig is om de doelstellingen van de Verdragen te verwezenlijken (flexibiliteitsclausule art. 352 VWEU).

A) De bevoegdheden die uitdrukkelijk of impliciet door de Verdragen zijn verleend. specifieke of algemene rechtsgrond: het optreden van de Unie steunt in beginsel op een “specifieke” bepaling van de £Verdragend ie de bevoegdheid tot optreden verleent toepasselijke rechtsgrond: in vele gevallen streeft een handeling doelstellingen van een specifiek Verdragsartikel na, terwijl zij tegelijk invloed heeft op de werking van de interne markt. Meervoudige rechtsgrond: indien een handeling tegelijkertijd verschillende doeleinden heeft die onverbrekelijk met elkaar zijn verbonden, zonder dat de ene secundair en indirect is ten opzichte van de andere, moet die handeling worden gebaseerd op verschillende desbetreffende Verdragsbepalingen.

Page 13:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

impliciete bevoegdheid: wanneer de Unie optreedt op grond van een specifieke of algemeen Verdragsbepaling oefent zij haar bevoegdheid uit met de middelen en volgens de procedure aangeduid in die bepaling.

B) De aanvullende bevoegdheid om EU-doelstellingen te bereiken (art. 352 VWEU) aanvullende bevoegdheid: art. 352 VWEU voorwaarden; 1. Geen andere bepaling aan de Unie de voor het optreden vereiste uitdrukkelijke of impliciete bevoegdheid toekent. MAAR art. 352 VWEU mag niet gebruikt worden om een specifieke Verdragsbepaling aan te vullen die de bevoegdheid van de Unie beperkt door het bestrijken van bepaalde beleidsdomeinen of het gebruik van bepaalde instrumenten. 2. Het optreden dient noodzakelijk e zijn om een van de doelstellingen van de Unie te verwezenlijken. MAAR art. 352 VWEU mag geen grondslag zijn voor een uitbreiding van het competentiegebied van de Gemeenschap tot buiten het algemene kader dat gevormd wordt door het geheel van de bepalingen van het Verdrag, en in het bijzonder die waarin de taken en het optreden van de Gemeenschap worden omschreven.

Exclusieve en niet-exclusieve bevoegdheden

A) EXCLUSIEVE BEVOEGDHEID: bevoegdheden die door eenvoudige overdracht aan de Unie definitief en onomkeerbaar verloren zijn door de lidstaten. lidstaten kunnen enkel optreden na machtiging door de Unie of ter uitvoering van de door de Unie vastgestelde handelingen. art. 3 VWEU

B) GEDEELDE BEVOEGDHEDEN: art. 4 VWEU parallelle bevoegdheden de Unie kan in beginsel een regeling herroepen, waardoor de lidstaten hun bevoegdheid opnieuw ten volle kunnen uitoefenen. de lidstaten mogen hun bevoegdheden slechts uitoefenen voor zover de Unie haar bevoegdheid niet heeft uitgeoefend = preemption-beginsel (art. 2, lid 2 VWEU).

C) ONDERSTEUNENDE BEVOEGDHEDEN: de Unie is bevoegd om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of aan te vullen, zonder evenwel de bevoegdheid van de lidstaten op die gebieden over te nemen.

Het subsidiariteitsbeginsel

De rol van het beginsel

Het subsidiariteitsbeginsel ontstond als een beperking van het overheidsingrijpen tot die aangelegenheden die betrokken personen op groepen niet zelf kunnen regelen. Naderhand kwam er een bijkomende betekenis als een verplichting voor de overheid, wanneer zij toch optreedt, om een afweging te maken tussen de verschillende gezag niveaus waarop een optreden mogelijk is.

Het is ingevoerd als reactie op een zekere ontevredenheid in sommige lidstaten met de wijze waarop de Unie haar bevoegdheden uitoefende.

Art. 5, lid 3 VEU

Toepassing van het subsidiariteitsbeginsel

Toepassingsgebied: art. 5, lid 3 alinea 1 en 2 VEU

Page 14:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Implementatie: elk ontwerp van wetgevingshandeling moet gemotiveerd worden in het licht van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid en moet daarom een uitgebreide toelichting bevatten die het mogelijk maakt de naleving van deze beginselen na te gaan.

Controle door nationale parlementen: 1. Elk voorstel van de Commissie en ander ontwerp van wetgevingshandeling moet aan de nationale parlementen gezonden worden2. Binnen een termijn van 8 weken brengt ieder nationaal parlement een gemotiveerd advies uit, waarin beschreven staat waarom het ontwerp niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel.3. De Commissie, het EP en de Raad dienen rekening te houden met de gemotiveerde adviezen die de nationale parlementen tot hen richten. procedure “gele kaart”; de “waarschuwing” die scheidsrechters kunnen uitdelen in het voetbal. procedure “rode kaart”: de nationale parlementen kunnen de Commissie dwingen haar voorstel te wijzigen of zelfs in te trekken. procedure “oranje kaart”: de Commissie moet het voorstel heroverwegen.

Impact: bij de rechterlijke toetsing van de geldigheid van Uniehandelingen kan ook de naleving van het subsidiariteitsbeginsel worden nagegaan.

Het evenredigheidsbeginsel

De rol van het beginsel

Het evenredigheidsbeginsel beperkt de overheid in de uitoefening van haar bevoegdheden door evenwicht te eisten tussen de ingezette middelen en het na te streven doel.

1. Het optreden dient “geschikt” te zijn om zijn doelstellingen te bereiken wanneer het in staat is het nagestreefde doel te bereiken

2. Het optreden dient tegelijk “noodzakelijk” te zijn wanneer het niet kan worden vervangen door een alternatief optreden dat hetzelfde nuttig effect zou hebben ten aanzien van het gestelde doel en minder nadelig zou zijn voor een ander, door het Unierecht beschermd, doel of belang.

Toepassing van het evenredigheidsbeginsel

Toepassingsgebied: art. 5, lid 4 VEU Bescherming van nationale bevoegdheden Bescherming van legitieme belangen Implantatie: er gebeurd een controle door het HvJ

Het beginsel van Loyale samenwerking

Krachtens het beginsel van loyale samenwerking respecteren de Unie en de lidstaten elkaar en steunen zij elkaar bij de vervulling van de taken die uit de Verdragen voortvloeien.

Art. 4, lid 3, eerste alinea VEU

Het gelijkheidsbeginsel

Het gelijkheidsbeginsel eist dat iedereen die zich in dezelfde situatie bevindt, op dezelfde wijze wordt behandeld.

Page 15:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

A) Directe discriminatie: waar een regeling een verboden onderscheidingscriterium hanteert of verschillende gevallen aan een formeel gelijke regeling onderwerpt.

B) Indirecte discriminatie: ontstaat als een regeling weliswaar geen beroep doet op een ontoelaatbaar onderscheidingscriterium, maar door het hanteren van andere, als dusdanig niet verboden onderscheidingscriteria, effecten sorteert die met het verboden onderscheidscriterium samenvallen of dit benadelen.

Discriminatie op grond van nationaliteit

Art. 18 VWEU slecht autonoom toepassing in gevallen waarvoor de Verdragen niet in bijzondere discriminatieverboden voorzien. geldt voor elk optreden waarmee de lidstaten uitvoering geven aan bepalingen van primair of secundair Unierecht.

In een door het Unierecht beheerste situatie moet een lidstaat van andere lidstaten en eigen onderdanen gelijk behandelen.

Dit recht op gelijke behandeling kan worden ingeroepen bij de uitoefening van de door de Verdragen gewaarborgde economische vrijheden, maar ook telkens een burger gebruik maakt van het door art. 21 VWEU toegekende recht om in een andere lidstaat te reizen en te verblijven.

In sommige gevallen kan een verschil in behandeling echter objectief gerechtvaardigd zijn.Een ongelijke behandeling van burgers van de Unie is enkel gerechtvaardigd indien zij is gebaseerd op objectieve overwegingen die losstaat van de nationaliteit van de betrokken persoon en evenredig zijn aan de rechtmatige doelstellingen van het nationale recht.

Hoofdstuk 2: Burgerschap van de Unie

Art. 9 VEU

Het idee van Unieburgerschap om duidelijk te maken dat de Unie niet alleen rechten toekent aan personen die economische activiteiten vervullen maar aan alle personen met de nationaliteit van een lidstaat.

Definitie van burgerschap

Art. 20 VWEU + arrest-Grzelczyk

Het EU burgerschap is vergelijkbaar met de eigen rechtsorde van Van Gend & Loos. het EU burgerschap is niet puur symbolisch. Wanneer je geen andere rechten meer hebt kan je je nog altijd beroepen op de rechten van art. 18 en 20 VWEU beperkt tot de letterlijke bewoordingen in het VWEU en secundaire richtlijnen.

Art. 9 VEU en art. 20, lid 1 VWEU burger van de Unie is eenieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit. waar de nationaliteit van een lidstaat voorwaarde is voor het genot van een Unierecht, eist het Unierecht dat lidstaten de nationaliteit van een andere lidstaat erkennen zonder bijkomende voorwaarden op te leggen.

Inhoud van het burgerschap van de Unie

Page 16:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Artt. 21 tot 24 VWEU de rechten die de Verdragen met het burgerschap van de Unie associëren specifieke rechten van burgers van de Unie

Art. 18 VWEU recht op gelijke behandeling het recht om binnen de werkingssfeer van de Verdragen niet gediscrimineerd te worden op basis van nationaliteit.

Art. 21, lid 1 VWEU reis- en verblijfsrecht het recht van de burgers vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven, onder voorbehoud van de beperkingen en voorwaarden die bij de Verdragen en de bepaling ter uitvoering daarvan zijn vastgesteld.

VOORWAARDEN zie artikel

1. Een verdragsrechtelijke erkenning van het reis- en verblijfsrecht2. Een onderdaan van een lidstaat komt louter reeds als burger van de Unie in

aanmerking voor een verblijfsrecht in een andere lidstaat ook al heeft hij er geen verblijfsrecht op grond van andere bepalingen van Unierecht

GEVOLGEN

1. Alle beperkingen en voorwaarden die lidstaten aan het reis- en verblijfsrecht stellen moeten verenigbaar blijven met algemene beginsel van het Unierecht

2. Art. 21 VWEU verzet zich in beginsel tegen elke benadeling van onderdanen van een lidstaat louter en alleen omdat zij hun recht om in een andere lidstaat te reizen en te verblijven hebben uitgeoefend.

Art. 20 VWEU + arrest-Ruiz Zambrano nationale maatregelen mogen de burgers van de Unie niet verbeiden het “effectieve genot te ontzeggen van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie ontleende rechten”

Een onderdaan van een derde land kan geen aanspraken maken op een verblijfsrecht dat is afgeleid van een burger van de Unie als de situatie geen aanknoping heeft met de bepalingen inzake burgerschap.

Richtlijn 2004/38 uitvoeringswetgeving

Art. 22 VWEU stemrecht lokale verkiezingen en het Europees Parlement

Art. 23 VWEU diplomatieke bescherming

Art. 24 VWEU petitierecht, ombudsman, nationale taal

Hoofdstuk 3: De harmonisatie van nationale wetgeving

Page 17:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Specifieke Verdragsbepaling machtigen de Unie om van elkaar afwijkende nationale wetgevingen nader tot elkaar te brengen wanneer dispariteit tussen dei wetgevingen leidt tot verschillen in de concurrentiepositie van marktdeelnemers of in de behandeling van consumenten.

Rechtsbasis

= de algemene beleidsdoelstelling waarop een specifieke bevoegdheid is op gebaseerd.

De impact van EU-Harmonisatiemaatregelen

Door de harmonisatie van nationale wetgevingen dringt het Unierecht door in gebieden die niet onmiddellijk tot de bevoegdheid van de Unie behoren

1. MAXIMUMHARMONISATIE: wanneer de harmonisatiemaatregel niet uitdrukkelijk bepaalt of de nationale wetgeving strengere vereisten mag opnemen, moet uit de bewoordingen, de doelstellingen en het opzet van de maatregel worden afgeleid in welke mate de harmonisatie volledig is

2. MINIMUMHARMONISATIE: in welke mate de harmonisatie dan wel aan de lidstaten enige marge laat om de door deze maatregelen opgelegde eisen of het voorzien beschermingsniveau te verhogen.

Nieuwe aanpak: harmonisatie met het oog op het wegwerken van technische belemmeringen wordt beperkt tot de vereisten waarvoor de wederzijdse erkenning van nationale wetgevingen op zichzelf niet tot een bevredigend resultaat leidt. Daarnaast treedt de Unie ook preventief op tegenover handelsbelemmerende maatregelen.

Harmonisatie op grond van art. 114 en 115 VWEU

Toepassingsgebied van art. 114 VWEU

Een beroep op art. 114 VWEU kan niet worden gerechtvaardigd door de loutere vaststelling van verschillen tussen nationale regelingen.

Wanneer een op art. 114 VWEU gesteunde maatregel tot doel heeft toekomstige belemmeringen van het handelsverkeer te vermijden, moeten deze waarschijnlijk zijn en moet de betrokken maatregel ertoe strekken die belemmeringen te voorkomen.

Toepassingsgebied van art. 115 VWEU

Art. 115 VWEU is vooral van betekenis voor de 3 gebieden die art. 114, lid 2 VWEU uitsluit van het toepassingsgebied van het eerste lid.

1. Harmonisatie van directe belastingen2. Bepalingen inzake het vrij verkeer van personen3. Bepalingen inzake de rechten en belangen van de werknemers.

Toegestane afwijkingen

De harmonisatie van nationale wetgevingen vastgesteld door de Raad bij gekwalificeerde meerderheid van stemmen vormt een bedreiging voor lidstaten waarvan de wetgeving uitgaat van een hoger beschermingsniveau dan dat van de meeste lidstaten (art. 114, lid 3 VWEU).

Page 18:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Bovendien kan een harmonisatiemaatregel een vrijwaringsclausule opnemen, die een lidstaat machtigt om voorlopige maatregelen te nemen gesteund op een van de rechtvaardigingsgronden vermeld in art. 36 VWEU (art. 114, lid 10 VWEU).

Ten slotte zijn er de uitzonderingsbepalingen van art. 114, leden 4 en 5 VWEU die het een lidstaat mogelijk maken om nationale bepalingen toe te passen nadat de Raad of de Commissie een harmonisatieregeling heeft genomen.

Deel IV: Besluitvorming binnen de Europese UnieHet verdrag van Lissabon heeft een onderscheid ingevoerd:

A) Wetgevingshandelingen : art. 289, lid 3 VWEU rechtshandelingen gebaseerd op een verdragsartikel, die worden vastgesteld volgens een wetgevingsprocedure. wij gaan ons enkel met dit domein bezighouden

B) Andere juridische bindende handelingen: art. 290-291 VWEU uitvoerings- en gedelegeerde handelingen

Hoofdstuk 1: De wetgevingsprocedure

Algemene beginselen

DE GEWONE WETGEVINGSPROCEDURE

art. 294 VWEUBevat de vaststelling van een verordening, een richtlijn of een besluit, door het EP en de Raad tezamen, op voorstel van de Commissie (art. 289, lid 1 VWEU dat verwijst naar de procedure in art. 294 VWEU). rechtstreeks dialoog tussen het EP en de Raad beide instellingen moeten akkoord zijn

DE BIJZONDER WETGEVINGSPROCEDURE

zie rechtsbasis (beschreven in artikel)In de bij de Verdragen bepaalde specifieke gevallen maakt de vaststelling van een verordening, richtlijn of besluit door het EP met deelname van de Raad of door de Raad met deelname van het EP (art. 289, lid 2 VWEU)

Rol van het EP: - facultatieve raadpleging (de Raad moet het advies en het gedurende een redelijke termijn afwachten, maar hij si niet verplicht om aan te geven op welke wijze werd rekening gehouden met het door het Parlement uitgebrachte advies) - verplichte raadpleging (de verplichting tot raadpleging van het Parlement houdt in dat de Raad alle te zijner beschikking staande middelen moet gebruiken om tijdig een advies te verkrijgen) - instemming/goedkeuring (maar kan geen amendementen voorstellen) de deelname van het EP aan de regelgeving van de Unie weerspiegelt op het niveau van de Unie “een democratisch grondbeginsel volgens hetwelk de volkeren door tussenkomst van een representatieve vergadering aan de machtsuitoefening deelnemen.

Stemming Raad: - gekwalificeerde meerderheid (art. 16, lid 3 VEU)

Page 19:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

- gewone meerderheid - eenparigheid (geen afwijkende stem)

Democratisch gehalte van de besluitvorming

Het Europees Parlement

Volgens het HvJ weerspiegelt de inbreng van het EP het democratisch grondbeginsel dat de bevolking via een representatieve vergadering aan de machtsuitoefening deelneemt.

niet in alle besluitvorming aanwezig wel vragen wat ze er van vinden, maar de Raad moet hier geen rekening mee houden

Democratisch deficit niet iedereen (burgers) gaat of heeft gestemd op het Europees Parlement geen evenredige vertegenwoordiging

Democratische controle door nationale parlementen

De besluitvorming op vlak van de Unie vertoont slecht een democratisch tekort in zoverre de lidstaten niet voorzien in toezicht vanwege het nationale parlement op het optreden van hun regeringsleden in de Raad.

De nationale parlement kunnen hun controle op de wetgeving van de Unie enkel behouden als deze door de Raad met eenparigheid van stemmen moet worden goedgekeurd.

Dubbele legitimiteit

1. Europees Parlement: rechtstreek verkozen behartigen het gemeenschappelijk belang

2. De nationale parlementen: controle op de wijze waarop de regeringen binnen de Raad het standpunt van de lidstaten verdedigen De Raad: ministers van het nationaal stelsel

Hoofdstuk 2: uitvoering van wetgeving

De verdragen richten geen eenvormig systeem in voor de uitvoering van de wetgeving van de Unie

elke wetgevingshandeling bepaalt zo nodig zelf haar uitvoeringsmodaliteiten waar dit niet gebeurd, geldt hoe dan ook het beginsel dat de lidstaten “alle algemene en

bijzondere maatregelen” moeten nemen “die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Verdragen of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren” (art. 4, lid 3 VEU)

Uitvoering door de lidstaten.

Executive federalisme

Art. 4, lid 3 VEU de lidstaten zijn verplicht uitvoering te verlenen aan bepalingen van Unierecht teneinde de nakoming daarvan te verzekeren.

Page 20:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

De uitvoering van wetgeving van de Unie geldt evenzeer als deze in een andere vorm is gegoten, maar inhoudelijk moet worden gepreciseerd of op individuele gevallen toegepast om haar nuttig effect te bereiken.

Interne organisatie van uitvoeringsbevoegdheden

Elke lidstaat bepaalt zelf, volgens het eigen constitutionele bestel, welke organen en welk gezagsniveau met de uitvoering van Unienormen worden belast.

Toezicht op correcte uitvoering

De Commissie houdt als hoedster der Verdragen toezicht op de wijze waarop de lidstaten hun uitvoeringsverplichting nakomen

Uitvoering door decentrale overheden

De lidstaten zijn vrij om de uitvoering van onderdelen van het Unierecht over te laten aan decentrale overheden.In enkele lidstaten mag de nationale overheid zich in de plaats stellen van een in gebreke blijvende deelstaat en het nodige doen om Verdragsschendingen te beëindigen.

Uitvoering door sociale partners

In sociale aangelegenheden kunnen lidstaten de uitvoering van Unienormen overlaten aan een overeenkomst tussen de sociale partners zo moeten de overheden van een lidstaat voor de bescherming zorgen van werknemers die anderszins niet door de richtlijn of het besluit voorziene bescherming zouden genieten.

Uniforme toepassing van het Unierecht

Bij gebrek aan Unierechtelijke voorschriften ter zake handelen de lidstaten bij de uitvoering van Unienormen in overeenstemming met de procedurele en materiële bepalingen van nationaal recht.De uitvoering van het Unierecht mag namelijk geen ongelijkheden teweegbrengen tussen de rechtsonderhorigen.

Uitvoering door instellingen, organen of instanties van de Unie

Verhouding tussen wetgeving en uitvoering

De besluiten die op het niveau van de Unie tot stand komen omvatten normen van wetgevende aard, maar ook gedetailleerde voorschriften die de praktische uitvoering van de wetgevende normen mogelijk maken en beslissingen die de wetgevende en andere algemene normen toepassen op individuele situaties. uitvoering omvat zowel de opstelling van uitvoeringsvoorschriften als de toepassing van voorschriften op bijzondere gevallen door middel van individuele besluiten. uitvoeringsvoorschriften zijn nodig wanneer wetgevende handelingen het beleid onmogelijk in al zijn aspecten kunnen vastleggen.

Een uitvoeringshandeling kan NIET afwijken van een basishandeling, tenzij die afwijking uitdrukkelijk is toegestaan en strookt met het algemene kader en de hoofdpunten van de basishandeling.Er zijn 2 specifieke vormen van uitvoeringshandelingen.

1. De mogelijkheid om in wetgevingshandelingen aan de Commissie de bevoegdheid te verlenen om deze wetgevingshandelingen aan te vullen of op niet-wezenlijke onderdelen te

Page 21:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

wijzigen door middel van « niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking », gedelgeerde handelingen » genoemd (art. 290 VWEU)

2. Jridisch bindende Uniehandelingen hebben om toegeast te kunnen worden mogelijk verder uitvoering nodig op niveau van de Unie. Daartoe kan de Commissie “uitvoeringshandelingen” aannemen (art. 291 VWEU)

Uitvoering door Commissie of door de Raad

1. Delegatie aan de Commissie wetgevingshandelingen moeten uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afbakenen. de wetgevingshandeling moet de voorwaarden vaststellen waaraan dergelijke bevoegdheidsdelegatie is onderworpen

terwijl de Uniewetgever de Commissie een gedelegeerde bevoegdheid verleent “voor de vaststelling van regels dei aansluiten bij de in de basiswetgevingshandeling vastgestelde regeling”, verleent diezelfde wetgever de Commissie op grond van art. 291, lid 2 VWEU een uitvoeringsbevoegdheid “wanneer hij haar belast met de nadere bepaling van de inhoud van een wetgevingshandeling om ervoor te zorgen dat deze in alle lidstaten volgens eenvormige voorwaarden wordt uitgevoerd”.

2. Uitvoeringsbevoegdheden ALGEMENE BEGINSELEN: de toekenning van uitvoeringsbevoegdheden is slechts geldig wanneer zij voldoende nauwkeurig is, in die zin dat de grenzen ervan duidelijk zijn aangegeven. TOEZICHT OP DE UITVOERING DOOR DE COMMISSIE: A) comitologie: een stelsel van comités bestaande uit vertegenwoordigers van de lidstaten die, afhankelijk van de aard van de toepasselijke comitéprocedure, advies konden verlenen aan de Commissie over een aan te nemen uitvoerende handeling dan wel de aanname van zulke handeling konden tegenhouden.B) controle op de uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie door de Raad en het EP: de Raad en het EP een beperkt toetsingsrecht van voorgestelde uitvoeringshandelingen. De raad en het EP kunnen later ook een beroep tot nietigverklaring indienen bij het Gerecht.

DEEL V: Rechtsbronnen van de Europese UnieHoofdstuk 1: Doorwerking van Unierecht in de nationale rechtsordes

Unierecht omvat de regels neergelegd in de Verdragen en de handelingen die op grond van dei Verdragen worden vastgesteld, zoals toegepast en uitgelegd door de nationale rechter en het Hof van Justitie.

De beginselen van voorrang en volle werking van het Unierecht

Het Unierecht wijkt af van de klassieke regel van internationaal recht een staat, behoudens de beperkingen waartoe deze staat zich uitdrukkelijk verbindt, bepaalt zelf de positie die internationale verbintenissen in zijn rechtsorde verkrijgen.

Het Unierecht als Unierecht werkt door in de nationale rechtsorde.

Formulering vanuit het Unierecht

HET BEGINSEL VAN DE VOORRANG VAN HET UNIERECHT

Page 22:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Voorrang van primair en afgeleid Unirecht op het nationale recht rechtspraak: 1964 Costa/ENEL

Het Hof leidde de voorrang van het gemeenschapsrecht af uit het specifieke karkater van de Gemeenschapsrechtsorde en verwees naar het gevaar dat, indien de werking van het gemeenschapsrecht van lidstaat tot lidstaat zou verschillen op grond van nationale wetten, dit de verwezenlijking van de in art. 4, lid 3 VEU bedoelde doelstellingen in gevaar zou brengen en een bij art. 18 VWEU verboden discriminatie in het leven zou roepen.

Het unierecht heeft dus voorrang op elke nationale rechtsregel die ermee in strijd zou zijn, zelfs als het gaat om “beginselen van het constitutioneel bestel van een lidstaat”. de voorrang van het Unierecht houdt in dat nationale rechtsregels moeten wijken voor normen van Unierecht waarmee zij in conflict komen.

Een vraagstuk dat niet door de Unienorm is behandeld kan door de lidstaten worden geregeld wanneer zulke regeling geen afbreuk doet aan de doelstellingen van de Unienorm. Op dezelfde wijze moet worden uitgemaakt of een harmonisatiemaatregel van de Unie volledig is dan wel aan de lidstaten enige marge laat om af te wijken van de door de maatregel voorziene eisen.

HET BEGINSEL VAN INTERPRETATIE CONFORM HET UNIERECHT

De voorrang van het Unierecht is een conflictregel, die toepassing vindt wanneer een rechtsverhouding wordt beheerst door nationale Unienormen die met elkaar in strijd zijn.

Wanneer de toepassing van een nationale norm dreigt te leiden tot een conflict1. Onderzocht of de normen niet zodanig kunnen worden uitgelegd en toegepast dat een

conflict wordt vermeden.2. De rechter moet nagaan of het nationale recht zodanig kan worden uitgelegd of toegepast

dat er geen conflict ontstaat met het Unierecht.

Deze plicht tot “Unierechtconforme” uitlegging van het nationale recht vindt echter zijn begrenzing in algemene beginselen van Unierecht zoals het rechtszekerheidsbeginsel, het legaliteitsbeginsel en het verbod van terugwerkende kracht.

VERPLICHTING OM SSTRIJDIGE NATIONALE NORMEN BUITEN TOEPASSING TE LATEN

Op de lidstaten rust de verplichting te vermijden dat een met het Unierecht strijdige bepaling wordt aangenomen en om elke bestaande strijdige bepaling te wijzigen. uit het Simmenthal-arrest volgt dat een lidstaat elke strijdige bepaling meteen buiten toepassing moet laten.

Factortame arrest: het Hof stelt de rechten die particulieren uit het Unierecht putten, veilig tegenover een optreden van de nationale overheid, zelfs wanneer nog niet definitief is vastgesteld dat dit optreden onverenigbaar is met het Unierecht.

De volle werking van het Unierecht verplicht in het algemeen de lidstaten om de onwettige gevolgen van een schending van het Unierecht ongedaan te maken. Deze verplichting rust op elk orgaan van de betrokken lidstaat in het kader van zijn bevoegdheden.

Het beginsel van “procesautonomie van de lidstaten” is het een aangelegenheid van de interne rechtsorde van elke lidstaat om de bevoegde rechter aan te wijzen en de procesregels te geven voor rechtsvorderingen die ertoe strekken, de rechten te beschermen die de justitiabelen aan de rechtstreekse werking van het Unierecht ontlenen.

Page 23:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LIDSTAAT VOOR SCHADE VOORTVLOEIEND UIT EEN SCHENDING VAN HET UNIERECHT

Arrest-Francovich: een particulier kan voor de nationale rechter een schadevergoeding vorderen wegens een handelen of verzuim van een wetgevend orgaan of wegens beslissingen van een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie.

Voorwaarden zijn afhankelijk van de aard van de aan de schade ten grondslag liggende schending van het Unierecht

1. De geschonden rechtsregel strekt ertoe aan particulieren rechten toe te kennen2. Er is sprake van een voldoende gekwalificeerde schending

voldaan wanneer een schendig is blijven bestaan in weerwil van een uitspraak van het HvJ waaruit blijkt dat de betrokken gedraging in strijd is met het Unierecht. de nationale rechter moet rekening houden met de mate van duidelijkheid en nauwkeurigheid van de geschonden regel, de vraag of al dan niet opzettelijk een schending is begaan of schade is veroorzaakt, de vraag of een eventuele rechtsdwaling al dan niet verschoonbaar is, en de omstandigheid dat de handelwijze van een Unie-instelling heeft kunnen bijdragen tot de vaststelling of de instandhouding van met het Unierecht strijdige nationale maatregelen of praktijken.

3. Er bestaat een direct causaal verband tussen de schending van de op de staat rustende verplichting en de door de benadeelde personen geleden schade.

Vergoeding : het is de nationale rechtsorde die bepaalt welk overheidsorgaan moet worden aangesproken en moet aanwijzen welke rechterlijke instantie bevoegd is om geschillen betreffende de schadevergoeding te beslechten.

Receptie in de rechtsordes van de lidstaten

1. Monistische systemen: voorrangsbeginsel zonder meer in de interne rechtsorde ingepast.2. Dualistische systemen: indien aan de regel die de voorrang van het Unierecht vastlegt geen

hogere rechtskracht wordt verleend dan de nationale norm die het Unierecht incorporeert, dan verzekert de incorporatie niet noodzakelijk de voorrang van het Unierecht.

in de praktijk combineren nationale rechtsordes vaak “monistische” met “dualistische” elementen.

De rechtstreekse werking van het Unierecht

Van Gend & Loos: duidelijk dat particulieren uit het Unierecht rechtstreeks rechten kunnen putten.

CRITERIA:

1. duidelijk en onvoorwaardelijk2. niet afhankelijk van een discretionaire uitvoeringsmaatregel

A) Rechtstreekse werking van primair recht: particulieren kunnen zich zowel verticaal al horizontaal beroepen.

B) Rechtstreekse werking van afgeleid recht: - verordening op basis van art. 288 VWEU- beschikking op basis van art. 288 VWEU- richtlijn: relevant na verstrijken van implementatietermijn enkel in verticale geschillen tegen de overheid (Faccini Dori)

Page 24:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

foster voorwaarden: als je een publieke dienst verleend, onder controle van de staat en wanneer je een speciale macht hebt.

Hoofdstuk 2: Bronnen van het Unierecht

Hiërarchie van de rechtsbronnen

1. PRIMAIR RECHTa. Verdragenb. Algemene rechtsbeginselenc. Grondrechten Constitutionele handvest EU

2. AFGELEID OF SECUNDAIR RECHTa. Internationaal optreden van de instellingenb. Autonome handelingen van de instellingen zoals bepaald in art. 288 VWEUc. Andere handelingen van de instellingen

3. SUBSIDIAIR/SECUNDAIR RECHT: RECHTSPRAAKuitlegging en toepassing van primair en secundair recht.

Primair Unierecht

Verdragen

Unieverdragen & Protocollen Wijzigingsverdragen & Protocollen Toetredingsverdragen

Geografisch toepassingsgebied?

Grondgebied van de EU en de lidstaten: het grondgebied waar het EU-Verdrag geldt Art. 52 VEU en 355 VWEU

Page 25:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Toepassingsgebied in tijd

Vanaf inwerkingtreding (soms overgangsregeling) In principe niet in de tijd beperkt.

Algemene rechtsbeginselen

= ongeschreven bronnen art. 19, lid 1 VEU: ‘eerbiediging van het recht’

Fundamentele rechten van de mens Regels die de nationale rechtstelsels gemeenschappelijk hebben

- beginsel van gewettigd vertrouwen- rechtszekerheidsbeginsel

Regels die voortkomen uit bepaalde nationale stelsels- omvang schade

Regels die specifiek voor de EU zijn- voorrang van het EU-recht

Grondrechten

Art. 6 VWEU

Algemene beginselen van het Unierecht: grondwettelijke tradities lidstaten Handvest van de Grondrechten van de EU Art. 6, lid 3 VEU: EVRM

Secundair recht

Internationaal recht

Overeenkomsten met derde staten of internationale organisaties (art. 218 VWEU)- art. 216, lid 2 VWEU: verbindend voor de Unie en de lidstaten- integrerend bestanddeel EU recht monistische opvatting- voorrang boven handelingen van de instellingen en nationaal recht

Gewoonterecht & algemene rechtsbeginselenBron van inspiratie HvJ om zijn algemene rechtsbeginselen verder uit te werken

Art. 288 VWEU

Rechtsbasis- bevoegdheid- besluitvormingsprocedure- instrument (soort bron)

Autonome handelingen van de instellingen = handelingen waarmee rechten worden gecreëerd door de wil van de instellingen

Art. 288 VWEU- verordening- richtlijn- beschikking- adviezen en aanbevelingen (niet bindend)

Beginsel van proportionaliteit (en subsidiariteit)

Page 26:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Verordening

Rechtstreeks toepasselijk Algemene strekking Verbindend in al haar onderdelen Rechtstreekse werking op basis van art. 288 VWEU (Van Gend & Loos criteria vervuld,

voldoende duidelijk, precies en onvoorwaardelijk en aar van bepaling moet zich ertoe lenen)

Richtlijn

Niet rechtstreeks toepasselijk: omzetting vereist Resultaat verbindend: vorm en middelen vrij Verbindend voor de lidstaten: officieel en formeel geen verplichting om het resultaat te

bereiken vroegtijdig te bereiken. Maar in bepaalde situaties mag je geen handelingen ondernemen die de doelstelling van de richtlijn tegenspreekt en zo het bereiken van de maatregel onmogelijk te maken. Art. 4, lid 3 VEU.

Rechtstreekse werking is mogelijk maar moeilijk omdat de richtlijn op zichzelf niet voldoende duidelijk is en moet worden omgezet. Het wordt omgezet in nationale wetgeving en daar kan je je dan wel op beroepen.

Beschikking

Geen algemene strekking: voor de geadresseerde Verbindend in al haar onderdelen Rechtstreekse werking op basis van art. 288 VWEU (mits Van Gend & Loos is vervuld)

Andere handelingen van de instellingen

Buiten de lijst van art. 288 VWEU = atypische handelingen- resoluties, actieprogramma’s, medelignen- interne regelementen- verklaringen ihkv GBVB

Secundair/subsidiair recht

Er wordt geen recht gemaakt, wel verklaart of uitgelegd .

Rechtspraak HvJ

Uitlegging en toepassing EU recht Hvj stelt regelgeving op wanneer het recht lacune vertoont

DEEL VI: Rechtsbescherming in de Europese UnieHet Unierecht werkt rechtstreeks door binnen de nationale rechtsordes.

iedere nationale rechter die regels van Unierecht toepast is een « Europese rechter ».- waken over de correcte uitlegging en toepassing van het Unierecht in de lidstaten bieden rechtsbescherming

Page 27:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

- garanderen de rechtsbescherming van iedereen die door het optreden van de Unie zelf wordt geraakt.

Hoofdstuk 1: Rechtsbescherming tegenover lidstaten en particulieren

Het is de taak van alle nationale overheidsinstanties erover te waken dat het Unierecht correct wordt toegepast binnen de lidstaten.

Afdwinging van Unierecht voor de nationale rechter

Prejudiciële vragen over de uitlegging van het Unierecht. Hiervoor zijn 2 voorwaarden

1. de vraag moet van een rechterlijke instantie komen2. de vraag moet noodzakelijk zijn: relevant

Mogelijkheid en verplichting om prejudiciële vragen te stellen

Een prejudiciële vraag kan uitgaan van elke rechterlijke instantie (in de zin van art. 267 VWEU) die uitspraak moet doen in een procedure die tot een gerechtelijke beslissing leidt.

A) De mogelijkheid tot stellen van vragen: het initiatief tot de vraagstelling moet steeds uitgaan van de rechterlijke instantie, ook al neemt de rechter deze beslissing doorgaans op verzoek van een van de procespartijen. art. 267, tweede alinea VWEU

B) Verwijzingsplicht: de mogelijkheid om een prejudiciële vraag over de uitlegging van het Unierecht te stellen wordt een verplichting als de vraag uitgaat van een rechterlijke instantie die valt onder de derde alinea van art. 267 VWEU. uitzondering: wanneer de rechterlijke instantie heeft vastgesteld dat de betrokken uniebepaling al door het Hof is uitgelegd OF wanneer de juiste toepassing van het Unierecht “zo evident is” dat “redelijkerwijze geen ruimte voor twijfel kan bestaan” over de correcte interpretatie.

Het voorwerp van prejudiciële vragen

Page 28:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

De vraag kan zowel over primair al secundair recht gaan.

- Verdragen- Handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie

Het HvJ mag enkel uitlegging geven, ze mag het dus niet toepassen op het concrete geval de grens tussen beide is in de praktijk heel vaag.

Beroep wegens niet-nakoming van verplichtingen door een lidstaat

Als een gedraging van een lidstaat strijdig is met het Unierecht, kan de Commissie tegen dei lidstaat een beroep indienen wegens niet-nakoming van verplichtingen die krachtens de Verdragen op die lidstaat berusten (artt. 258-260 VWEU).

Niet-nakoming van welke norm dan ook door een lidstaat. Dit kan een handeling zijn of het nalaten iets te doen. Het initiatief ligt bij de Commissie dus een individu kan dit beroep niet instellen. De Commissie kan dit om de lidstaten te kunnen controleren. Op basis van art. 259 VWEU kan een lidstaat de andere lidstaat controleren en voor het HvJ brengen.

Stappenplan

1. Ingebrekestelling Commissie2. Opmerkingen lidstaat binnen een redelijke termijn3. Met redenen omkleed advies Commissie4. Contentieuze fase HvJ

DECLARATOIR: indien HvJ inbreuk vaststelt: art. 260, lid 1 VWEUGEEN DWANGSOM/BOETE tenzij bij niet omzetting van een richtlijn (art. 260, lid 3 VWEU)

Niet uitvoering van het arrest

5. Ingebrekestelling Commissie6. Opmerkingen lidstaat7. Contentieuze fase HvJ

art. 260, lid 2 VWEU : wel een dwangsom/boete

Gevolgen van vaststelling van niet-nakoming

Indien lidstaten verzaken aan hun verplichting tot mededeling van maatregelen genomen ter omzetting van een volgens een wetgevingsprocedure aangenomen richtlijn, hoeft de Commissie niet te wachten tot de lidstaat een tweede keer voor het Hof is gedaagd om de betaling van een forfaitaire som of dwangsom te vorderen.

Het opleggen van een forfaitaire som of een dwangsom heeft tot doel een in gebreke gebleven lidstaat ertoe te brengen een niet-nakomingsarrest uit te voeren en daarmee de effectieve toepassing van het Unierecht te verzekeren.

Hoofdstuk 2: Rechtsbescherming tegenover instellingen en organen van de Unie

De rechtsregels die binnen de Unie worden uitgevaardigd moeten niet alleen binnen de lidstaten worden toegepast en afgedwongen, maar eveneens door de instellingen en organen van de Unie zelf worden geëerbiedigd.

Rechtsgangen voor de unierechter

Page 29:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Het VWEU-verdrag voorziet in specifieke rechtsgangen om voor het HvJ rechtstreeks op te komen tegen onwettige handelingen van de instellingen en organen van de Unie.

Beroep tot nietigverklaring

Als handelingen van instellingen of organen van de Unie een regel van Unierecht schenden, kunnen zij op grond van art. 263 VWEU nietig worden verklaard.

Mogelijke eisers

1. Instellingen en lidstaten : onvoorwaardelijk beroepsrecht2. Voorwaardelijk beroepsrecht :

- rekenkamer, ECB, CvR vrijwaring van hun prerogatieven- natuurlijke en rechtspersonen: individueel geraakt, rechtstreeks en individueel geraakt of regelgevingshandeling.

Handelingen vatbaar voor nietigverklaring

Bindende handelingen: art. 263 VWEU sluit een beroep tot nietigverklaring uit tegen aanbevelingen en adviezen, waaruit blijkt dat dit beroep enkel tegen bindende handelingen kan worden gericht.

De bevoegdheid an het HvJ blijft echter grotendeels uitgelsoten ten aanzien van GBVB-handelingen.

Sinds het Verdrag van Lissabon kunne ook handleingen inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken het voorwerp uitmaken van een beroep tot nietigverklaring

Middelen

Art. 263 VWEU

Onbevoegdheid Schending van wezenlijke vormvoorschriften Schending van de Verdragen of van enige uitvoeringsregeling daarvan Misbruik van bevoegdheid.

Beroepstermijn

Binnen 2 maanden vanaf de dag van de bekendmaking van de handeling of vanaf de dag van kennisgeving aan de verzoeker of, bij gebreke daarvan, vanaf de dag waarop de verzoeker van de handeling kennis heeft genomen (art. 263, 5e alinea VWEU).

Gevolgen van nietigverklaring

Als een beroep tot nietigverklaring gegrond is, wordt de aangevochten handeling nietig verklaard. Dit betekent dat deze handeling verdwijnt uit de Unierechtsorde, met terugwerkende kracht vanaf het moment waarop zij werd aangenomen (ex tunc) en ten aanzien van eenieder (erga omnes).

Beroep wegens nalaten te besluiten

Art. 265 VWEU nalaten te besluiten in strijd met de Verdragen

Page 30:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Het beroep kan worden ingediend door de lidstaten en alle instellingen. Het beroep staat eveneens open voor iedere natuurlijke of rechtspersoon indien het gaat om een nalaten “te zijnen aanzien” een “andere handeling te verrichten dan het geven van een aanbeveling of een advies”.

Stappenplan

1. Nalatigheid

2. Instelling tot handelen uitnodigen

3. Twee mogelijkheden:

Geen reactie binnen 2 maanden binnen nieuwe termijn van 2 maanden beroep instellen wegens nalaten te besluiten indien HvJ beroep gegrond verklaart art 266 VWEU

Handeling/actie (indien nodig) mogelijkheid tot instellen beroep tot nietigverklaring

Beroep tot schadevergoeding

Art. 268 en 340 VWEU: een schadevergoeding wegens niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie

Het HvJ is hiervoor de exclusieve rechtsmacht De vordering tegen de Unie inzake niet-contractuele aansprakelijkheid verjaart 5 jaar na het

feit dat tot deze vordering aanleiding heeft gegeven. 3 voorwaarden:

- de geschonden rechtsregel strekt ertoe aan particulieren rechten toe te kennen- er is sprake van een voldoende gekwalificeerde schending- er bestaat een direct causaal verband

Exceptie van onwettigheid

Art. 277 VWEU: in een BIJKOMEND middel op grond waarvan een procespartij in het kader van een rechtstreeks beroep kan bekomen dat een handeling van algemene strekking waartegen deze partij niet kon opkomen met dergelijk beroep, buiten toepassing wordt verklaard.

Het is geen zelfstandige rechtsgang.

Rechtsbescherming via de nationale rechter

Wanneer een handeling van Unierecht relevant is voor de oplossing van een geschil dat aanhangig is voor een nationale rechter, kan deze rechter op grond van art. 267 VWEU met een prejudiciële vraag de wettigheid van deze handeling door het HvJ laten toetsen.

Voorwaarden

Rechterlijke instantie van lidstaten Noodzakelijk relevant voor het geschil Geldigheid van de handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie

NIET primair recht NIET indien rechtstreeks beroep mogelijk was o.b.v. art. 263 VWEU

Page 31:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Het gaat om een verwijzingsplicht bij de vraag naar geldigheid.

Sluitend systeem van rechtsbescherming

Lidstaten en instellingen kunnen zich rechtstreeks tot het HvJ wenden om de nietigverklaring van een onrechtmatige handeling te vorderen, ook als het gaat om een handeling van algemene strekking.Particulieren kunnen voor het Gerecht enkel nietigverklaring vorderen ten aanzien van tot hen gerichte handelingen.

Verdragen bieden ook aan particulieren bescherming tegen de toepassing op hun situatie van handelingen van algemene strekking waartegen zij op grond van de strikte ontvankelijkheidsvoorwaarden van art. 263, 4e alinea, VWEU niet rechtstreeks voor de Unierechter kunnen opkomen.

In het algemeen beidt dit systeem een afdoende bescherming tegen onrechtmatige handelingen die zouden uitgaan van instellingen van de Unie. Maar er duiken lacunes op;

1. Particulieren die niet voldoen aan de strikte ontvankelijkheidsvereisten van art. 263 VWEU2. Niet altijd in rechte kunnen opkomen tegen een Uniehandeling die hun rechtspositie raakt3. Dit enkel kunnen in omstandigheden waarin geen optimale rechtsbescherming wordt

geboden.

ANNEXDe interne marktDe interne markt wordt gedefinieerd als “een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van de Verdragen” (art. 26, lid 2 VWEU).

Het tot stand brengen van de interne markt blijft een van de kerntaken van de Unie (art. 3, lid 3 VEU)

De werking van de interne markt dient te worden verzekerd in die zin dat alle handelingen die de totstandbrenging van de interne markt verhinderen moeten worden weggenomen.

De instellingen van de interne markt

1. Negatieve integratie: de afschaffing van alle belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer teneinde de nationale markten te verenigen tot 1 enkele markt die de omstandigheden van een binnenlandse markt zoveel mogelijk benadert. verbodsbepalingen in het VWEU gericht aan de lidstaten

2. Positieve integratie: het nader tot elkaar brengen van nationale regelgeving door middel van harmonisering de Unie-instellingen gaan in de Verdragen verplichtingen neerleggen tot het uitstippelen van een gemeenschappelijk beleid.

Page 32:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

3. Onverstoorde mededinging: regels die verzekeren dat de mededinging niet wordt vervalst geen belemmeringen geen binnengrenzen verplichtingen gericht tot ondernemingen

4. Het beginsel van Wederzijdse Erkenning: ontwikkeld door het HvJ in Cassis de Dijon het maakt niet uit in welk land het product geproduceerd is, dan moet die in elk land worden toegelaten zonder voorafgaande kwaliteitstesten.

De verdragsbepalingen inzake vrij verkeer

De kern van het vrij verkeer is het verbod van discriminatie

- Directie discriminatie: discriminatie op basis van nationaliteit (met betrekking op de 4 vrijheden)

- Indirecte discriminatie: regels die in de norm geen onderscheid maken van waar je vandaan komt maar het effect doet dit wel

- (Non-discriminatoire) belemmeringen: deze categorie discrimineert helemaal niet maar hoort wel thuis onder discriminatie uitwerkingen van het HvJ: zij interpreteren (niet terug te vinden in wetgeving) Gebbard: elke regel die welke van de 4 vrijheden dan ook belemmerd of de uitwerking bemoeilijkt of onmogelijk maakt is verboden.

Welke zijn de 4 vrijheden

1. Vrij verkeer van Goederen (art. 28-37 VWEU)2. Vrij verkeer van Personen (art. 45-55 VWEU)3. Vrij verkeer van Diensten (art. 56-62 VWEU)4. Vrij verkeer van Kapitaal (art. 63-66 VWEU)

Het vrij verkeer van Goederen

De realisatie van het vrije verkeer van goederen vereist in beginsel dat de lidstaten alle maatregelen intrekken die een belemmering vormen voor het goederenverkeer binnen de Unie.

1. Financiële belemmeringen: belemmeringen omdat je iets moet betalen- art. 30 VWEU- art. 110 VWEU

2. Niet-fincanciële belemmeringen: het gaat niet om de heffing maar om ander soort geregel die het vrij verkeer van goederen belemmeren. - art. 34-35 VWEU

3. Rechtstreekse werking: de EU burger kan zich rechtstreeks beroepen op deze artikelen voor de nationale rechter. particulieren kunnen het vrij verkeer van goederen tegenover lidstaten afdwingen 99% van alle RS heeft betrekking op verticale rechtstreekse werking horizontale ook mogelijk maar enkel in speciale en uitzonderlijke gevallen.

4. Belemmeringen door particulieren: Er zijn ook situaties waarbij een particulier het vrij verkeer belemmeren. Vb. een supermarkt die enkel Belgische producten verkoopt. Je hebt natuurlijk hiertoe de vrijheid. Maar er kan worden aangegeven in sommige specifieke gevallen dat een lidstaat

Page 33:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

deze belemmering van het vrij verkeer moeten tegenhouden (art. 4, lid 3 VWEU, loyaliteitsbeginsel)

De douane-unie

Art. 28 VWEU

Geen binnengrenzen meer Geen in- en uitvoerheffingen

Art. 29 VWEU

Goederen uit derde landen welke zich in de lidstaten in het vrij verkeer bevindenArt. 31 VWEU

Gemeenschappelijk douanetarief

Financiële belemmeringen

Invoerrecht: recht om in te voeren als je betaald hebt idee.? Het onaantrekkelijk maken van de nationale economieën. Zo wil de lidstaat zijn eigen economie en producten beschermen

Uitvoerrecht: recht om uit te voeren als je betaald hebt

Heffing van gelijke werking: art. 28 en 30 VWEU: een recht geheven ter bekostiging van het verzamelen van statische gegevens over het grensoverschrijdende goederenverkeer, heffingen opgelegd wegens een bij grensoverschrijding uitgevoerde gezondheidskeuring, heffingen voor verplichte kwaliteitscontroles van de uitvoer.

ER ZIJN 3 SOORTEN HEFFINGEN DIE WEL TOEGELATEN ZIJN

1. VERGOEDING VOOR VERLEENDE DIENSTvoorwaarden:A) de vergoeding mag de waarde noch de kosten van een daadwerkelijke aan de importeur

of exporteur verleende dienst te boven gaan en slechts “in bijzondere gevallen” worden gevorderd. Een bestuurlijk handelen tot handhaving van een in het algemeen belang opgelegde regeling kan niet worden aangemerkt als een aan de importeur of exporteur verleende dienst die de oplegging van een geldelijke last zou rechtvaardigen

B) Het Hof aanvaarde dat het op verzoek van de importeur onderbrengen van ingevoerde goederen voor voorlopige opslag in de openbare entrepots een aan de importeur verleende dienst is die aanleiding kan geven tot betaling van aan die dienst evenredige rechten. Het Hof oordeelde echter dat het innen van dezelfde rechten een verboden “heffing van gelijke werking” is, wanneer de goederen slechts voor de enkele vervulling van de douaneformaliteiten bij de openbare entrepots worden aangeboden.

2. HEFFINGEN IN UITVOERING VAN UNIEREGELING3. ALGEMEEN STELSEL VAN BINNENLANDSE BELASTINGEN

indien het een belasting is, dan is het geen heffing van gelijke werking. Dus is het in principe geen uitzondering.

Page 34:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Binnenlandse belastingen: art. 110 VWEU

DUS: A) moet je betalen voor de grens over te rijden art. 30 VWEU B) moet je even veel betalen als de belastingen op dezelfde producten die binnenlands zijn geproduceerd. Of andere producten die met elkaar in competitie staan art. 110 VWEU

Doel van art. 110 VWEU: om ervoor te zorgen dat de lidstaten art. 28-30 VWEU niet kunnen ondermijnen.

Niet-Financiële belemmeringen

Kwantitatieve beperking: maatregelen welke, al naar het geval, de invoer, uitvoer of doorvoer geheel of ten dele beletten. Het betreft maatregelen die een beperking invoeren naar de hoeveelheid of de waarde van goederen.

Maatregelen van gelijke werking: iedere handelsregeling der lidstaten die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren, als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperkingen is te beschouwen.VOORWAARDEN: A) het moet gaan om een regel die is opgesteld door een lidstaat B) het moet gaan om een regel die een mogelijkheid heeft om het vrij verkeer

te belemmeren.SOORTEN: I) Maatregelen MET onderscheid direct discriminerende maatregelen rechtvaardiging: art. 36 VWEU II) Maatregelen ZONDER onderscheid indirecte of niet- discriminerende maatregelen rechtvaardiging: art. 36 VWEU EN the Rule of Reason (Cassis De Dijon)

Page 35:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

De rechtvaardiging van art. 36 VWEU

limitatieve lijst : openbare zedelijkheid, openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid.

Geen harmonisatie op EU niveau Evenredigheid: een maatregel mag geen middel tot willekeurige discriminatie noch een

verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen. de maatregel moet evenredig zijn met het gestelde doel

Rechtvaardighing van Rule of Reason

CASSIS de DIJON

Dwingende vereisten (een goede reden): open lijst, als het maar voor een openbaar doel is bedoeld

Geen harmonisatie Maatregelen ZONDER onderscheid Evenredigheid

Verkoopmodaliteiten: waar, wie, wanner en hoe producten kunnen worden verkochtVOORWAARDEN Keck,§16:A) van toepassing op alle marktdeelnemers EN B) heeft zowel RECHTENS als FEITELIJK dezelfde invloed op de verkoop van nationale producten en op die van producten van andere lidstaten.RESULTAAT: geen maatregel van gelijke werking als aan de 2 voorwaarden voldaan zijn indien aan deze 2 voorwaarden voldaan is, is het een verkoopmodaliteit zijn NIET verboden!! Want het is geen schending van art 34 VWEU.

Het vrij verkeer van personen

De Verdragsbepaling betreffende het vrij verkeer van werknemers en zelfstandigen willen een optimale allocatie van vraag en aanbod binnen de interne markt realiseren door een algehele mobiliteit van economische agenten.

De regels gelden ten aanzien van werknemers en zelfstandigen die de nationaliteit van een lidstaat hebben en zich in een situatie bevinden die een aanknoping met de Unierecht rechtvaardigt.

Werknemers art. 45 VWEU

Het begrip “werknemer”: de arbeidsverhouding “dat iemand gedurende een bepaalde tijd voor een ander en onder diens gezag prestaties levert en als tegenprestatie een vergoeding ontvangt”

Werkzoekende: de bescherming geldt echter ook ten aanzien van een werkzoekende, maar alleen voor zolang die een potentieel economische agent blijft. Deze werkzoekende heeft een termijn van 6 maanden de tijd om werk te vinden, tenzij deze persoon aantoont dat hij of zij nog steeds werk zoekt en een reële kans heeft het te vinden.

Zelfstandigen en vennootschappen art. 49 VWEU

Recht van vestiging betreft allereerst werkzaamheden in een andere lidstaat die niet in loondienst worden verricht. Het gaat om een economische activiteit die door een persoon wordt uitgeoefend onder eigen verantwoordelijkheid en los van enige gezagsverhouding met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden.

Page 36:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Aanknoping met het Unierecht

Het moet gaan om een grensoverschrijdende situatie Er moet een territoriale band zijn

een voldoende nauwe aanknoping met het grondgebied van de Unie

Inhoud van het vrije personenverkeer

Het reis- en verblijfsrecht Het verbod van discriminerende en niet-discriminerende belemmeringen

het recht op gelijke behandeling Primair en secundair vestigingsrecht

familieleden zie RL 2004/38/EG

Toegelaten beperkingen aan het vrij personenverkeer

Beperkingen uit hoofde van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid art. 45, lid 3 VWEU

Betrekkingen in overheidsdienst en de uitoefening van openbaar gezag. art. 45, lid 4 en 51 VWEU

Beperkingen op grond van de Rule of Reason een nationale maatregel die de uitoefening van het vrije verkeer van werknemers of zelfstandigen belemmert of minder aantrekkelijk kan maken, verenigbaar kan blijven met de in de Verdragen gewaarborgde vrijheden wanneer hij voldoet aan de volgende voorwaardenA) geen harmonisatieB) dwingende vereistenC) zonder onderscheid van toepassingD) evenredigheid

Richtlijn 2004/38/EG

Lex Specialis op het VWEU

1. Wie valt er onder de richtlijn, wie kan er gebruik van maken Begunstigden: art. 3 en 2, lid 2 van de Richtlijn

2. Gaat het om een grensoverschrijdende situatie uit- en inreisrecht art. 4 en 5 RL verblijfsrecht (niet onbeperkt) art. 6, 7, 14 en 16 RL gelijke behandeling art. 24 RL (uit. Art. 24, lid 2 RL)

Het vrij verkeer van diensten

Art. 56 VWEU

Residuair karakter: enkel activiteiten die niet vallen onder de nadere economische vrijheden. Grensoverschrijdend element: de dienstverrichter, de dienstontvanger of de dienst. Tijdelijk karakter: het vrije dienstenverkeer kan niet worden ingeroepen wanneer iemand in

een andere lidstaat zijn hoofdverblijfplaats vestigt om er gedurende onbepaalde tijd diensten te verrichten of te ontvangen. Het tijdelijke karakter moet niet enkel aan de hand van de duur van de dienst worden beoordeeld, maar tevens aan de hand van de frequentie, de periodiciteit of de continuïteit ervan.

Page 37:  · Web viewSamenvatting Europees recht EXTRA! De Europese Unie telt vandaag 28 lidstaten, het aandeel hangt van het aantal inwoners af. Soevereiniteit: Het recht van de staat om

Toegelaten beperkingen aan het vrije dienstenverkeer

Beperkingen op grond van de art. 51 en 52 VWEU Beperkingen op grond van de rule of reason

geen harmonisatie dwingende vereisten Zonder onderscheid evenredigheid