werk aan boerderijen

21

Upload: willemijn-de-lint

Post on 25-Jul-2016

221 views

Category:

Documents


4 download

DESCRIPTION

 

TRANSCRIPT

Page 1: Werk aan Boerderijen
Page 2: Werk aan Boerderijen

AANBOUW2

Page 3: Werk aan Boerderijen

8x geslaagde aanbouw Voor de ware liefhebber van het buiten wonen is een serre ideaal. U bent buiten en tegelijkertijd binnen. Een serre is licht en schept leefruimte. Acht voorbeelden van zo’n aanbouw in de praktijk.

Serre brengt licht en ruimte

Toen Maureen Fakkert in 1993 bij haar man Peter introk, was er

op de plek van de huidige serre een eenvoudige ‘jaren zeventig

uitbouw’. “Ik zal er niks over zeggen, want mijn schoonouders lezen

dit misschien ook, maar het was een rechttoe rechtaan bouwsel,

puur praktisch. De huidige serre staat er nu al weer een tijdje en

hebben we zelf vormgegeven. We wilden graag iets klassieks, iets

dat bij de boerderij aansluit. Uiteindelijk viel het nog niet mee om

de serre, zoals wij die voor ogen hadden, er bij de gemeente door

te krijgen. Onze serre zou qua grondoppervlakte weliswaar gelijk

blijven aan de jaren zeventig uitbouw, maar door de grotere hoogte

meer inhoud krijgen. Daar viel men over. Ons ging het niet om dat

extra volume, maar om het plaatje. We wilden dat het zou passen

bij de uitstraling van de boerderij.”

1VervangingGebruikers: Maureen Fakkert, Peter Schoorlemmer en hun gezinSituatie: aan zijgevel T-boerderijBouwjaar serre: 2009Gebruik: eetkamer

3

Page 4: Werk aan Boerderijen

Het wit gestuukte woonhuis voor de boerderij van Jan en Yvonne

Gemmink dateert van net voor 1900. Vaker is het andersom, maar

de fraaie serre ervoor is ouder dan het huis. Het is misschien wel

een tweedehandsje geweest. Yvonne: “Je kunt zien dat de serre is

aangepast aan de boerderij. Bij mij gaat dan m’n fantasie spelen,

hoe zou het destijds zijn gegaan? Wellicht dat een toenmalige

bewoner tijdens een fietstochtje zag dat ze ergens een serre aan

het afbreken waren. Dat er toen een gesprek ontstond en de serre

uiteindelijk is overgenomen.” Yvonne Gemmink is erg blij met de

oude serre. “Als we nu zouden besluiten een serre te bouwen,

zouden we het denk ik net zo doen. We zijn onder andere erg

gecharmeerd van het vele houtwerk en vinden dat de serre de

boerderij meer allure geeft, stijlvoller maakt. Mensen blijken ons

huis ook vaak te kennen dankzij de serre.”

2Tweedehandsje?Gebruikers: familie GemminkSituatie: aan voorgevel T-boerderijBouwjaar serre: onbekendGebruik: woonruimte, onderdeel huiskamer

4

Page 5: Werk aan Boerderijen

3

4

Ook mooi zonderGebruikers: Jetse en Willemien HartmansSituatie: aan voorgevel T-boerderijBouwjaar serre: ca. 1860Gebruik: woonruimte, vooral in voor- en naseizoen

Geen vergunningprobleemGebruikers: familie Klein HaneveldSituatie: tegen achtergevel Bouwjaar serre: 2009Gebruik: onderdeel van de huiskamer

Toen Jetse en Willemien Hartmans in 1999 de monumentale boer-

derij in het buitengebied van Nijbroek betrokken, verkeerde de serre

in een erbarmelijke staat. Zo slecht, dat ze het bouwsel het liefst

hadden gesloopt. Willemien: “Maar dat mocht niet, de boerderij is

immers een gemeentelijk monument. Er zat dus niets anders op

dan de serre een grondige opknapbeurt te geven. En ik moet eerlijk

zeggen, daar zijn we uiteindelijk erg blij mee. Het is een fijne ruimte

en het licht valt er op een bijzondere manier naar binnen. Je kunt

er heel fijn zitten, vooral in het voor- en naseizoen en ’s avonds.

’s Zomers is het er wel snel te warm.”

Toch zou het echtpaar Hartmans, als de boerderij geen serre zou

hebben, er niet aan denken er nu een te bouwen. “Nee hoor, de

boerderij is ook mooi zonder de serre. Oorspronkelijk stond hij er

ook niet. De boerderij heeft een heel mooie voordeur en die valt er

nu eigenlijk bij in het niet. Je zou kunnen zeggen dat de serre op de

stoep van ons huis is neergezet. De serre is ouder dan het huis zelf

en komt vermoedelijk uit Terwolde, alhoewel de meningen daarover

verschillen.”

De familie Klein Haneveld bewoont sinds 1991 de achterste helft

van een voormalige boerderij. Om meer licht en ruimte in huis te

krijgen is in 2009 een serre tegen de oorspronkelijke achtergevel

geplaatst. Eric Klein Haneveld: “We wilden graag een serre die

enerzijds modern is en weinig onderhoud vergt, maar anderzijds

toch goed bij de boerderij past. Met name de ronde vorm van de

deeldeuren wilden we terug laten komen.” Lastig om een vergun-

ning te krijgen was het voor de familie Klein Haneveld niet: “Nee,

ik ontdekte op een website van de overheid de regel dat je aan

een achtergevel vergunningvrij twee en een halve meter bij mag

bouwen. Dat kwam goed uit. Wat voor ons de ‘voorgevel’ is, is

immers oorspronkelijk de achtergevel van de boerderij. Zo wordt

deze muur in de officiële stukken telkens omschreven.”

5

Page 6: Werk aan Boerderijen

VERGUN

NING

5Groot onderhoudGebruikers: familie LengtonSituatie: tegen de voorgevel Bouwjaar serre: ca. 1940Gebruik: onderdeel van de huiskamer

Leo Lengton is druk. Hij heeft de tientallen ruitjes van de lange zijde

van de serre zorgvuldig met schilderstape afgeplakt en op verschil-

lende plaatsen ligt gereedschap en staan potten verf klaar voor

gebruik. De korte zijde aan de wegkant is zo goed als klaar. “Kijk

toch eens hoe mooi dit gemaakt is, zo doen ze dat tegenwoordig

niet meer”, geniet hij van de houten constructie van de serre. “De

makers van deze serre waren hun tijd ver vooruit, vind ik. Kijk maar,

er is zelfs al centrale verwarming in gemaakt, bijzonder hè?”

Hoe mooi en degelijk de serre ook is gebouwd, ze heeft zo af en

toe ook groot onderhoud nodig. “Het dak is ooit al eens vervangen.

Het is een plat dak met bitumen erop. Bij de onderhoudsbeurt van

nu neem ik dat niet mee, maar ik weet nu al dat dit over een aantal

jaar weer zal moeten gebeuren.”

6

Page 7: Werk aan Boerderijen

6Lijkt op klompenhokGebruikers: Renée de Fraiture en Albert Jan LubbersSituatie: aan zijgevelBouwjaar serre: 1999Gebruik: entree en bijkeuken

“Toen wij hier kwamen wonen zat op deze plek een soort klom-

penhok, een eenvoudig bedoeninkje waardoor je de boerderij

binnen ging. Het ding stond letterlijk op instorten. Wij wisten al snel

dat we er een soort serre van wilden maken, maar dan wel qua

grootte en stijl lijkend op dat oude klompenhok” zegt Albert Jan

Lubbers. “Aanvankelijk had de gemeente daar nogal wat moeite

mee. Het liefst zagen ze dat we het hele hokje sloopten en verder

niets.” Uiteindelijk is de serre er toch gekomen, tot ieders tevre-

denheid. “Bij alles wat we doen, willen we niet alleen historisch

passend werken, maar ook zo ecologisch en duurzaam mogelijk.

Daarom is het dak van de serre van glas en wordt de warme lucht

die daaronder ontstaat en gratis zonnewarmte is, weggezogen en

elders in huis weer gebruikt. De ruimte vormt één geheel met de

bijkeuken, maar kan ook als het kouder wordt door een schuifwand

worden afgesloten.”

VERGUN

NINGNiet altijd is er voor het bouwen van een serre een vergunning nodig. De regels daarvoor zijn per 1 oktober 2010 versoepeld. Op de website omgevingsloket.nl van de Rijksoverheid is zelf na te gaan of er een vergunning vereist is. Is dat het geval, dan is het aanvragen in vergelijking tot voorheen vereenvoudigd. Zo hoeft er nog maar één aanvraag te worden gedaan en dat kan bij datzelfde digitale loket. Hier zijn alle gemeenten, provincies en waterschappen bij aangesloten. Als blijkt dat u geen bouwvergunning nodig heeft, kunt u vergunningvrij bouwen. Dit betekent dat u niet gebonden bent aan de regels van het bestem-mingsplan, de gemeentelijke bouwverordening en de gemeentelijke welstandseisen. De regels van het Bouwbesluit blijven uiteraard wel van kracht. Verder is het aan te raden uw plannen met uw buren te overleggen.

Wel of geen vergunning nodig?

7

Page 8: Werk aan Boerderijen

SERRE

VERANDA

ERKER

7Overkapt zitjeGebruikers: familie KrajenbrinkSituatie: aan zijgevel Bouwjaar serre: 2001Gebruik: uitbreiding woonkamer, muziekruimte

Gerhard Krajenbrink: “De vorige bewoners hadden op deze plaats

een zitje en toen wij in 1999 de boerderij kochten ontstond ons plan

dat zitje te overkappen.” In 2001 kwam de serre er daadwerkelijk.

Tien jaar verder bevalt de serre nog altijd. “We zitten er graag,

vooral in het voor- en najaar. Het is er dan aangenaam licht, prettig

bijvoorbeeld om bij te lezen. De serre grenst aan onze huiskamer,

maar is met deuren af te sluiten. Onze dochter gebruikt de ruimte

om piano te spelen, dan is het wel fijn dat de deuren dicht kunnen.

Als we de serre opnieuw zouden bouwen, zouden we dat nagenoeg

hetzelfde doen. Alleen zouden we de onderkant niet meer van hout,

maar van steen maken. Opspattend regenwater maakt die houten

onderzijde toch kwetsbaar.”

8

Page 9: Werk aan Boerderijen

8Met gek sluisjeGebruikers: familie BuunkSituatie: aan zijgevel Bouwjaar serre: 2001Gebruik: als tweede woonkamer

Net buiten Vorden ligt de fraaie woonboerderij van de familie

Buunk. “De boerderij is tamelijk donker, pas aan het einde van

de dag krijgen we er wat zonlicht binnen. Daarom wilden we er

graag een serre aan bouwen. Oorspronkelijk trouwens maar een

kleintje, één waar je net twee stoelen in kon zetten”, legt Dick

Buunk uit. Maar de gemeente zag hun plan niet zitten. “Die zag

het liefst dat we een soort bakhuisje zouden bouwen. Maar dat

wilden wij niet, dan hadden we nog geen zon. Uiteindelijk is het er

toch van gekomen, alleen wilde men per se dat de serre via een

soort sluisje met de boerderij zou worden verbonden. Zo is het dan

ook gebeurd, alhoewel ik me nog altijd afvraag waarom. Nergens

anders zie je zo’n gek sluisje, alleen bij ons.”

SERRE

VERANDA

ERKER

Een serre is een, grotendeels uit glas opge-trokken, uitbouw aan een woning. Serres bevinden zich op de begane grond en de vloer loopt vaak op dezelfde hoogte door. Door het vele glas kan de temperatuur, ook in de winter, snel oplopen. Hierdoor werden en worden serres nogal eens gebruikt om er kuipplanten in te laten overwinteren. In Vlaanderen heeft het woord een iets andere betekenis: daar is een serre een (verwarmde) kas. Onze serre heet daar veranda. Een veranda (in Nederland) is een overdekt, tegen de woning aangelegen, terras. Soms is er gedeeltelijk glas gebruikt om uit de wind te kunnen zitten. Een erker is een bouwwerk dat buiten de gewone gevel uitsteekt en waarvan de ruimte één geheel vormt met de erachter liggende ruimte. Een erker kan zich over meerdere verdiepingen uitstrekken.

Serre, veranda en erker

9

Page 10: Werk aan Boerderijen

STOLP

10

Page 11: Werk aan Boerderijen

Het was de overgrootvader van boer Bakker die aan de West-

Friese Omringdijk, ter hoogte van de provinciale weg Schagen-

Middenmeer, de statige stolp in 1860 – midden in de bloeiperiode

van de Nederlandse landbouw – als melkveebedrijf en kaasmakerij

liet bouwen. Timmerman Cornelis Jongejan voorzag het pand van

zijn handtekening in de vorm van een op de stalzolder gespijkerd

plankje met zijn naam.

De historie en huidige toestand spreken tot de verbeelding van Mart

Groentjes van de Boerderijenstichting Noord-Holland: “Dit is echt

een markant exemplaar van het Noord-Hollands Normaaltype, qua

indeling, maar ook qua erf, qua bouwkundige staat. Veel stolpen

hebben hun oorspronkelijke indeling allang verloren, maar deze

is nog helemaal origineel! Kijk door het verval heen en je ziet de

schoonheid en de rijkdom van de oorspronkelijke architectuur.

En niet onbelangrijk: het dubbele ‘vierkant’, het hart van het

gebouw, is nog klokgaaf.”

Hulpbehoevende stolp In de luwte van de West-Friese Omringdijk ligt een plaatje van een stolp. Het is er een die snakt naar een rigoureuze opknap-beurt. Het blijkt de boerderij van wijlen Arie Bakker te zijn, een vrijgezelle boer die eind jaren tachtig zijn agrarische acti-viteiten beëindigde, maar tot zijn dood in 2012 op de boerderij bleef wonen en hobbyboeren. Onderhoud is er die laatste decennia niet of nauwelijks meer gepleegd. De boerderij bleef zoals ze was: mooi maar oud. Het kan Mart Groentjes, de secretaris van de Boerderijenstichting Noord-Holland, bekoren.

Mart Groentjes: ‘Deze is nog helemaal origineel!’

11

Page 12: Werk aan Boerderijen

Knipogende koeienMart somt op: “De voorgevel is vormgegeven in een vast ritme

van deur en dubbele raamkozijnen, waarbij de zogenaamde

koeienogen (ronde sierraampjes) er tussenin opvallen. Omdat

de kozijnen oorspronkelijk luiken bezaten, waren de koeienogen

alleen bij gesloten luiken te zien. Ze konden als het ware knipogen!

De boerderij heeft een rieten dak met aan de voor- en achterzijde

een dakspiegel. In de nu lege tasruimte is een houten uitbouwtje te

zien, eerder de bedstede van de knecht. Deze ‘doos’ werd ‘koes’

of ‘koets’ genoemd, vermoedelijk als verbastering van het Franse

woord (se) coucher, wat ‘naar bed gaan’ betekent. Het kleine

keukentje voorin de boerderij is later, zo rond 1950, gebouwd.

Daarvoor werd er op de ‘korte regel’ achter in de stolp gekookt.

’s Zomers als het jongvee naar buiten was, was daar ruimte

genoeg; ’s winters, als de zeven stuks jongvee binnen waren,

was het er behelpen. Behalve de korte regel was er uiteraard ook

een lange regel. Deze bood plaats aan twintig melkkoeien.”

Alle boeiende details ten spijt, de vloer in het woongedeelte is

verzakt. En niet alleen dat, weet Mart Groentjes na een grondige

inspectie: “De dorsdeuren zijn nog redelijk gaaf, maar de dakgoten

ogen als bloembakken. Het is overduidelijk dat deze staat niet veel

Een ‘koeienoog’ in de voorgevel. Omdat de kozijnen oorspronkelijk luiken bezaten, waren de koeienogen alleen bij gesloten luiken te zien. Ze konden als het ware knipogen.

lichtDe hoeveelheid licht die moet kunnen toetreden tot een woning is wettelijk geregeld in het ‘Bouwbesluit’ (www.bouwbesluitonline.nl).

Licht in huis

12

Page 13: Werk aan Boerderijen

langer kan aanhouden, of een algeheel herstel of toekomstbesten-

dige herbestemming raakt uit zicht.”

Nieuwe toekomstDe tijd van voortschrijdend verval voor deze stolp is voorbij.

Aannemer en ‘stolpofiel’ Hans Iwema kocht de boerderij

en het omringende erf en maakte in samenspraak met de

Boerderijenstichting Noord-Holland een restauratieplan.

De boerderij wordt geschikt gemaakt voor dubbele bewoning

en voor het achterhuis is al een koper gevonden: onderwijzer

Alex Kooij en zijn gezin.

Hans Iwema verbouwde al eerder stolpen en heeft de verande-

rende kijk op het restaureren van een historisch pand als de stolp

van nabij meegemaakt. “Eerder was wonen het doel en de stolp

ondergeschikt, nu is dat omgekeerd. De cultuurhistorische eigen-

schappen van het pand staan op nummer één en wonen komt, hoe

belangrijk ook, op plek twee. De hoofdvorm van een stolp, de pira-

mide, moet je koesteren, wat je verder ook met het pand beoogt. Bij

deze stolp zal er één forse ingreep komen, een glazen zijgevel van

twaalf meter lang. Daarvoor kiezen we de zuidwestzijde, dat is de

gevel die vanuit de omgeving het minst in het zicht is. Oude huizen

en dus ook oude boerderijen hebben naar de huidige maatstaven

STOLPEN

JARGON- Dakspiegel: met pannen gedekt gedeelte

in een dakvlak van een stolp dat voor het overige met riet is gedekt. Het pannenge-deelte toont een symmetrisch patroon in Lodewijkstijl of trapmotief.

- Dors of dars: dorsvloer in de boerderij. Bestraat, met hout bevloerd, of alleen met leem of aarde als ondergrond, behalve een bestrate strook bij de dorsdeuren. De bena-ming ‘deel’ wordt bij stolpen niet gebruikt.

- Darsdeuren of dorsdeuren: dubbele toegangsdeur tot de dars voor onder andere de opgetaste hooiwagens. Kan in voor-, zij- of achtergevel zijn gesitueerd, afhankelijk van het stolptype.

- Darsweeg: houten buitenwand van de darsruimte.

- Vierkant: hoofdconstructie van de (histo-rische) stolp, met vier, zes of meer staan-ders die samen met de dekbalken het gebint vormen voor de kap. Bovendien de benaming voor het gedeelte dat voor hooi-berging werd benut, ook wel tas of berg genoemd.

- Korte regel: stalgedeelte voor jongvee. - Lange regel: stalgedeelte voor het melkvee,

soms naar buiten uitgebouwd met een ‘staart’.

- Tas: zie ‘vierkant’.

Stolpenjargon

13

Page 14: Werk aan Boerderijen

In overleg van links naar rechts: Mart Groentjes, toekomstig bewoner Alex Kooij en aannemer Hans Iwema.

14

Page 15: Werk aan Boerderijen

STOLP

IN

NOOD

De Noord-Hollandse stolpboerderij met haar karakteristieke piramidevormige dak heeft het moeilijk. Door de schaalvergroting in de land-bouw is de stolp te klein geworden om rendabel in te boeren. Stolpen verliezen hun agrarische bestemming en worden verbouwd, nogmaals verbouwd, gesloopt of komen langdurig leeg te staan. Vaak gaat dit ten koste van het karakter. Mart Groentjes, stolpenliefhebber, stolpbe-woner en secretaris van de Boerderijenstichting Noord-Holland, schrijft de vingers blauw met maar één doel: zo veel mogelijk stolpen behouden voor de toekomst. “Weet je dat veruit de meeste stolpen geheel vogelvrij zijn? Negentig procent heeft geen beschermde status. Op dit moment worden meer dan vijftig stolpen serieus met sloop bedreigd door wegverbreding, achterstallig onderhoud en tegenwerkende regelgeving. Zo is de mogelijk-heid tot dubbele bewoning vaak essentieel om een grondige restauratie rendabel te kunnen uitvoeren. Het gaat erg langzaam, maar toch lijkt er een groeiend besef te komen bij bevol-king en bestuurders dat we echt heel zuinig moeten zijn op deze voor onze regio zo beeld-bepalende boerderijen. We houden hoop.” De Boerderijenstichting Noord-Holland blijkt een actieve club. Mart Groentjes: “In de afge-lopen vijftien jaar heeft onze stichting totaal zo’n vijfhonderd keer advies gegeven vooraf-gaand aan een verbouwing. We doen dit tegen een geringe vergoeding als service voor onze leden. Het lidmaatschapsgeld kost vijftien euro per jaar en voor een bouwkundig advies op locatie rekenen we honderd euro. We willen de drempel zo laag mogelijk houden.”

Boerderijenstichting Noord-Holland, Vrienden van de stolpSchapenlaan 201862 PW BergenTel. 072 - 581 68 88Hier is ook de brochure ‘De dans der daklichten’ te bestellen.

Stolp in nood! te weinig ramen en daardoor te weinig licht in huis. Daar moet je

iets mee wanneer je gaat verbouwen en zoals in dit geval ook in

het oude bedrijfsgedeelte gaat wonen.”

Geen confetti-dakMart Groentjes vult aan: “Een andere oplossing zou zijn een flink

aantal dakramen in de piramide, maar dat tast de oorspronkelijke

uitstraling enorm aan. We noemen zoiets een confetti-dak of

poëtischer ‘de dans der daklichten’. Dat is ook de titel van een

brochure die we als boerderijenstichting hebben uitgegeven en

waarmee we gemeenten, welstandscommissies maar ook archi-

tecten, aannemers en eigenaren handvatten willen bieden bij de

keuzes die ze maken bij de verbouw of restauratie van een stolp.”

Hans Iwema vervolgt: “Wat veel mensen zich niet realiseren is

dat een goed uitgevoerde restauratie of renovatie van een oud

pand gemiddeld niet duurder is dan de bouw van een dertien-

in-een-dozijn cataloguswoning. De afgelopen decennia zijn veel

oude boerderijen ondeskundig verbouwd. Daarbij zijn bijvoor-

beeld ‘koudebruggen’ ontstaan, waardoor het muf en vochtig in

huis bleef. Zo’n woning is feitelijk een bodemloze put, wat je ook

doet.”

Met zijn ervaring zal Hans er zeker in slagen om het karakter

van de stolp aan de West-Friese Omringdijk te bewaren en er

tegelijkertijd een prettig woonhuis voor de toekomstige buren van

te maken. Wat ook vast staat is dat het een tijdrovend project

is, want de verbouwing zal, alles met elkaar, zeker een jaar in

beslag nemen. Maar dan staat er – opnieuw – een stolp die een

volgende eeuw met gemak kan trotseren.

15

Page 16: Werk aan Boerderijen

De DEEL16

Page 17: Werk aan Boerderijen

Wonen op de deel De deel, ook wel delle, dors of dars genaamd, was verreweg het belangrijkste bedrijfsgedeelte van een boerderij. Hier stond vee, kon een wagen binnenrijden en lag de oogst op zolder. In een ‘verbouwde’ boerderij is wonen de belangrijkste functie. De deel is een forse ruimte waar, als de grote deeldeuren zijn vervangen door glas, veel daglicht binnenvalt. Het verbouwen is echter geen kleinig-heid. Drie geslaagde voorbeelden uit Gelderland.

De oude gebintstijlen hebben alleen nog een sierfunctie; de bovenverdie-ping zweeft nu als het ware.

Drie voorbeelden van geslaagde verbouwing

René van de Kamp zit midden in de restauratie van een oude boer-

derij even ten zuiden van Apeldoorn. In het verleden was het pand

van zijn oudoom en -tante, en René heeft mooie herinneringen

aan de plek waar destijds nog volop geboerd werd. “Ik logeerde er

geregeld, speelde met de buurkinderen en hielp ’s zomers mee met

hooien. Ik vond het er heerlijk. Er waren een stuk of zeven koeien,

een paar kalveren en een luxe rijpaard.”

Bij de restauratie wilde Van de Kamp dan ook zo veel mogelijk

de sfeer en het karakter van weleer bewaren. Het pand stamt uit

1894 en het dak, zowel boven het woonhuis als boven de deel,

was gedekt met oud-Hollandse pannen. Strodokken om deze slui-

1Zweven boven het gebint

17

Page 18: Werk aan Boerderijen

tend te maken, waren er niet meer. Wel was het dak beschoten

met asbestplaten. De steense muren waren vochtig en deels

verzakt. De houten vloeren in het woongedeelte rustten op balken,

de betonvloer in het bedrijfsgedeelte lag direct in het zand. René

vertelt: “We hebben ervoor gekozen de boerderij in één keer

grondig aan te pakken en zijn begonnen met de sloop van het oude

dak. Daarna hebben we alle vloeren verwijderd en een degelijke

betonnen werkvloer met bewapening gestort.”

“Hierop zijn stalen spanten geplaatst die het nieuwe dak en de

bovenverdieping zijn gaan dragen. De oude gebintstijlen hebben

nu alleen nog een sierfunctie. Niet dat ik ze niet vertrouwde,

maar ik wilde de gebinten graag volledig in het zicht houden. Dat

werd constructietechnisch erg moeilijk, mede omdat ze zo enorm

‘golven’. Het was alles met elkaar een hele operatie, maar ik ben

blij dat we het zo gedaan hebben. De bovenverdieping zweeft nu

als het ware boven de gebintbalken. Het hout hebben we laten

behandelen tegen houtworm en boktor en verder alleen met de

compressor schoon geblazen en daarna met warm water en een

borstel schoongemaakt. Een enkel slecht deel is vervangen door

nieuw hout. Verder hebben we het hout onbehandeld gelaten, puur

natuur. Op de werkvloer is vloerverwarming aangebracht, waarover-

heen een afwerkvloer is gestort. Daarop komen straks plavuizen en

gedeeltelijk ook een houten vloer.”

18

Page 19: Werk aan Boerderijen

Reinold Haaring en zijn gezin betrokken in 2004 een oude

onverbouwde boerderij in het buitengebied van de gemeente

Bronckhorst. “Omdat ons oude huis tamelijk snel verkocht was,

betrokken we de boerderij terwijl de verbouwing nog moest

beginnen. Alleen het dak hadden we al vervangen. Daarna zijn

we alles stap voor stap gaan doen. Eerst hebben we op de oude

gebintbalken een complete bovenverdieping gebouwd. Toen dat

klaar was, zijn stuk voor stuk de buitenmuren afgebroken en als

spouwmuur weer opgemetseld. Bij dit alles kregen we regelmatig

hulp van familie, maar veel hebben we zelf gedaan. Ondertussen

woonden we in de oude kamertjes op de begane grond.

De deel was nog in originele staat. Als we dat gewild hadden, had

er zo weer vee kunnen staan. In 2012 ben ik met de deel aan de

slag gegaan. Eerst moest de oude betonvloer eruit. Dat heb ik met

de hand, met een stootijzer, gedaan. Daarna heb ik funderingen

gestort voor de scheidingsmuur met het woonhuis en een haaks

daarop staande muur waarachter straks de nieuwe keuken komt.

Hierna heb ik met een minikraantje zo’n dertig centimeter zand

uit de deel gegraven en de ondergrond met een laser waterpas

gemaakt. Hierop is een tien centimeter dikke werkvloer gestort,

waarop ik een eveneens tien centimeter dikke isolatielaag van

harde tempex heb aangebracht. Wat volgde waren betonmatten om

de leidingen van de vloerverwarming op te bevestigen. Daar over-

heen is de afwerkvloer gestort waarop ik deels, direct in de natte

spijs, estriken heb gelegd. Waar geen estriken liggen, is een houten

vloer gekomen.”

Gaat dat wel goed, vloerverwarming in combinatie met hout?

Reinold: “Lange tijd werd er aangenomen dat dat niet zou kunnen,

dat hout te veel zou krimpen en uitzetten en ook te veel isoleren.

Maar dat blijkt in de praktijk mee te vallen. Je moet alleen, maar dat

geldt eigenlijk sowieso bij vloerverwarming, de temperatuur niet te

veel laten schommelen. We hebben de thermostaat standaard op

17 graden staan en als we van school of werk thuiskomen steken

we de houtkachel aan voor de laatste paar graadjes erbij.”

Reinold is gezegend met twee rechterhanden en heeft veel zelf

gedaan. Zo ook het terugbrengen van de hildes, de eerdere zolders

boven de koeien. “Ik heb de hildes zo’n twintig centimeter hoger

geplaatst, zodat je er goed onderdoor kunt lopen. Daarboven heb

ik, precies zoals het eerder ook was, een houten scheidingswand

gemaakt. Compleet met deurtje met houten klapper naar oud voor-

beeld. Wat ik ook leuk vond, was het maken van enkele deuren

‘oude stijl’. Nu ze in de verf staan, zijn ze bijna niet meer van origi-

neel te onderscheiden.”

2Met een stootijzer

19

Page 20: Werk aan Boerderijen

Toen Simon en Judith van Felius in 1993 eigenaar werden van

boerderij Foezelaôrend in het buitengebied van Barchem, waren

de boerderij en de aangrenzende vaaltstal door de vorige eigenaar

al tot sfeervolle woning verbouwd. Simon: “We kochten de boer-

derij van Pieter Jan Kostelijk, een Leidse KNO-arts en enthousiast

verzamelaar van zeventiende-eeuwse bouwmaterialen. Dokter

Kostelijk had van Foezelaôrend een pronkstuk gemaakt, een

juweel, maar was in zijn ijver om alles zo origineel mogelijk te doen

wel wat ver gegaan. Zo was het dak met originele oud-Hollandse

pannen zo lek als een mandje. Als het regende moesten we her en

der emmers neerzetten. Een van de eerste zaken die wij aangepakt

hebben, was dan ook het dak. Nou is de boerderij een tweekapper,

dus dat waren meteen twee daken.

”De ouders van Simon verhuisden mee en betrokken de tegen de

boerderij aangebouwde schuur, de eerdere vaaltstal. Simon: “Deze

ruimte was minimaal ingericht, er lag een vloer en er was een grote

openhaard gemetseld, maar dat was het dan ook. Wij hebben er

een keuken ingebouwd en een badkamer, hebben het tot werkelijke

woning gemaakt.”

Het echtpaar Van Felius is nog altijd erg tevreden over de inrichting.

Judith: “Mensen die hier voor het eerst komen kijken hun ogen uit.

Door de antieke elementen ademt de boerderij echt de authentieke

landelijke sfeer, terwijl we wel van alle moderne gemakken voorzien

zijn. Bij de aanpak van het dak hebben we meerdere dakvensters

3Zeventiende-eeuwse toestand

De grote deeldeuren zijn vervangen door twee rechthoekige glas-

deuren. De ronding daarboven is uit één stuk gemaakt. “Ik wilde zo

dicht mogelijk bij de oorspronkelijke situatie blijven en de nieuwe

deuren bij goed weer volledig open kunnen zetten, zodat je binnen

ook een beetje buiten bent. Het liefst had ik de deuren tot bovenin

laten doorlopen, maar dat werd constructietechnisch te lastig en

dus ook te prijzig. Ik ben tevreden met het eindresultaat.”

20

Page 21: Werk aan Boerderijen

geplaatst en dat licht valt nu heel mooi via de open hildes naar

beneden. Een leuk detail is dat de reppels, de houten staken waar

de koeien vroeger tussen stonden, nu dienst doen als spijlen van

de balustrade van de als overloop fungerende hildes.” Simon vult

aan: “Toen we hier kwamen was er heteluchtverwarming in de

hele boerderij en die is er nog altijd. We hebben alleen de ketel op

een gegeven moment moeten vervangen. De laatste jaren wordt

er vaak voor vloerverwarming gekozen, maar dit bevalt ons ook

prima. Je kunt de grote hoge ruimtes eenvoudig warm krijgen.

Met vloerverwarming kan dat waarschijnlijk ook, maar dan zou je

in ons geval eerst de kostbare plavuizen vloeren moeten slopen.”

Judith tenslotte: “Weet je hoe onze boerderij aan zijn bijzondere

naam gekomen is? Een van de eerste bewoners, ene Arend

(Aôrend), stookte zelf zijn borrels, ook wel foezels genaamd. Die

borrels deelde hij graag uit aan passanten. Zo kreeg hij de bijnaam

Foezelaôrend en ging uiteindelijk ook de boerderij zo heten.”

De reppels waar vroeger de koeien tussen stonden doen nu dienst als spijlen van de balustrade.

21