woordenlijst / taalcompleet a1 - kleurrijkerwoordenlijst nederlands - thai de wind, de winden ลม...

24
Woordenlijst Nederlands - Thai Nederlands Thai ภาษาไทย 1.1 Woorden de baby, de baby’s ทารก hij เขา ik ฉัน ja ใช่ jij คุณ jullie พวกคุณ het kind, de kinderen เด็ก de naam, de namen ชื่อ nee ไม่ wij เรา zij (één) เธอ zij (meer) พวกเขา 1.2 Woorden acht แปด drie สาม één หนึ่ง negen เก้า nul ศูนย์ het nummer, de nummers จานวน tien สิบ twee สอง vier สีvijf ห้า zes หก zeven เจ็ด 1.3 Woorden de arm, de armen แขน de auto, de auto’s รถ het been, de benen ขา Woordenlijst / TaalCompleet A1

Upload: others

Post on 27-Mar-2021

9 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

Nederlands

Thai

ภาษาไทย

1.1 Woorden de baby, de baby’s ทารก

hij เขา

ik ฉน

ja ใช

jij คณ

jullie พวกคณ

het kind, de kinderen เดก de naam, de namen ชอ

nee ไม

wij เรา

zij (één) เธอ

zij (meer) พวกเขา

1.2 Woorden

acht แปด

drie สาม

één หนง

negen เกา

nul ศนย

het nummer, de nummers จ านวน

tien สบ

twee สอง

vier ส

vijf หา

zes หก

zeven เจด

1.3 Woorden

de arm, de armen แขน de auto, de auto’s รถ

het been, de benen ขา

Woordenlijst / TaalCompleet A1

Page 2: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de boot, de boten เรอ de buik, de buiken ทอง de bus, de bussen รถบส de fiets, de fietsen รถจกรยาน de hand, de handen มอ

het lichaam, de lichamen รางกาย de rug, de ruggen หลง de trein, de treinen รถไฟ

de voet, de voeten เทา

1.4 Woorden

groot / grote ใหญ

het haar ผม het hoofd, de hoofden หว

kaal / kale ลาน

klein(e) เลก

de mond, de monden ปาก de neus, de neuzen จมก

het oog, de ogen ตา het oor, de oren ห

recht(e) ตรง

rond(e) รอบ

de tand, de tanden ฟน

1.5 Woorden

de bal, de ballen ลกบอล de broek, de broeken กางเกง de euro, de euro’s ยโร

het gat, de gaten ร het geld เงน de jas, de jassen เสอคลม de kleren เสอผา

het pak, de pakken สท de ring, de ringen แหวน de rok, de rokken กระโปรง de tas, de tassen ถง de trui, de truien เสอสเวตเตอร

1.6 Woorden

de gum, de gummen ยางลบ

Page 3: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

het kruisje, de kruisjes ท าเครองหมาย de letter, de letters จดหมาย de lijn, de lijnen เสน de map, de mappen โฟลเดอร de pen, de pennen ปากกา

het plaatje, de plaatjes ภาพ

het potlood, de potloden ดนสอ de punt, de punten จด

het rondje, de rondjes วงกลม het woord, de woorden ค า de zin, de zinnen ประโยค

1.7 Woorden

het antwoord, de antwoorden ตอบ het dak, de daken หลงคา de deur, de deuren ประต

het huis, de huizen บาน de kamer, de kamers หอง de muur, de muren ผนง

het raam, de ramen หนาตาง de straat, de straten ถนน de streep, de strepen รว de trap, de trappen บนได de tuin, de tuinen สวน de vraag, de vragen ค าถาม

1.8 Woorden

de bank, de banken เกาอยาว het bed, de bedden เตยง het bot, de botten กระดก het dier, de dieren สตว de hond, de honden สนข de kat, de katten แมว de klok, de klokken นาฬกา de koe, de koeien วว

het mens, de mensen มนษย de pot, de potten หมอ de stoel, de stoelen เกาอ de tafel, de tafels ตาราง

Page 4: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

2.1 Woorden

het boek, de boeken หนงสอ de brief, de brieven จดหมาย de broer, de broers พชาย de computer, de computers คอมพวเตอร de dochter, de dochters ลกสาว de krant, de kranten หนงสอพมพ

de moeder, de moeders แม de puzzel, de puzzels ปรศนา de tv, de tv’s โทรทศน de vader, de vaders พอ de zoon, de zonen / zoons บตรชาย de zus, de zussen นองสาว

2.2 Woorden

het adres, de adressen ทอย de agenda, de agenda’s วาระการประชม de avond, de avonden ตอนเยน de dag, de dagen วน de datum, de datums วนท

fout(e) ผด

goed(e) แกไข

het jaar, de jaren ป de maand, de maanden เดอน de middag, de middagen เทยงวน de ochtend, de ochtenden ตอนเชา de week, de weken สปดาห

2.3 Woorden

de banaan, de bananen กลวย de boter เนย

het brood, de broden ขนมปง

drinken, dronk(en), hebben gedronken ดม

eten, at(en), hebben gegeten กน

het ijsje, de ijsjes ไอศกรม de kool, de kolen กะหล าปล de pap ขาวตม de sla ผกกาดหอม de soep, de soepen ซป de tomaat, de tomaten มะเขอเทศ

Page 5: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de ui, de uien หอม

2.4 Woorden

de boer, de boeren ชาวนา de dokter, de dokters หมอ

het feest, de feesten งานฉลอง de jongen, de jongens เดกชาย de man, de mannen คน de markt, de markten ตลาด

het meisje, de meisjes สาว de pil, de pillen ยาเมด de post โพสต de tandarts, de tandartsen ทนตแพทย de vrouw, de vrouwen หญง

het ziekenhuis, de ziekenhuizen โรงพยาบาล

2.5 Woorden

het bad, de de baden อางอาบน า

beneden ขางลาง

boven ชนบน

de douche, de douches ฝกบว

leeg / lege วางเปลา

min ลบ

plus บวก

schoon / schone สะอาด

veel มาก

vies / vieze สกปรก

vol(le) เตม

weinig(e) นอย

2.6 Woorden

het goud ทอง het hout ไม het ijs น าแขง de lucht, de luchten อากาศ de regen ฝน de steen, de stenen หน

het vuur, de vuren ไฟ

het water น า het weer สภาพอากาศ

Page 6: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ

het zand ทราย

2.7 Woorden

het blad, de bladeren ใบไม de bloem, de bloemen ดอกไม de boom, de bomen ตนไม

het bord, de borden จาน

koud(e) เยน

de lepel, de lepels ชอน het mes, de messen มด de pan, de pannen หมอมดาม

het park, de parken สวน

ver(re) ไกล

de vork, de vorken สอม

warm(e) อบอน

3.1 Woorden

diep(e) ลก

hangen, hing(en), hebben gehangen แขวน

helpen, hielp(en), hebben geholpen ชวย

de informatie ขอมล

kijken, keek, keken, hebben gekeken มอง

lezen, las, lazen, hebben gelezen การอาน

licht(e) แสง

luisteren, luisterde(n), hebben geluisterd ฟง

praten, praatte(n), hebben gepraat พดคย

schrijven, schreef, schreven, hebben geschreven เขยน

typen, typte(n), hebben getypt พมพ

zwaar / zware หนก

3.2 Woorden

achter หลง

bellen, belde(n), hebben gebeld โทร

de groep, de groepen กลม

in ใน

naast ตอไป

onder ภายใต

op บน

Page 7: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

over มากกวา

rijden, reed, reden, hebben/zijn gereden ขบรถ

tussen ระหวาง

voor ดานหนา

wonen, woonde(n), hebben gewoond อาศยอย

3.3 Woorden

betalen, betaalde(n), hebben betaald จาย de boodschappen รานขายของช า

duur / dure แพง

horen, hoorde(n), hebben gehoord ไดยน

kopen, kocht(en), hebben gekocht ซอ

kosten, kostte(n), hebben gekost เสยคาใชจาย

lekker(e) อรอย

de prijs, de prijzen ราคา

verkopen, verkocht(en), hebben verkocht ขาย

de verkoper, de verkopers ผขาย de winkel, de winkels รานคา

zien, zag(en), heben gezien ด

3.4 Woorden

de baan, de banen งาน de baas, de bazen หวหนา

het bedrijf, de bedrijven บรษท

hallo สวสด

heten, heette(n), hebben geheten จะตงชอ

hoi สวสด

langzaam / langzame อยางชาๆ

open เปด

snel(le) อยางรวดเรว

tot ziens ลากอน

het werk ท างาน

werken, werkte(n), hebben gewerkt ท างาน

3.5 Woorden

beter(e) ดกวา

geven, gaf, gaven, hebben gegeven ให

jong(e) หนม

krijgen, kreeg, kregen, hebben gekregen ไดรบ

liggen, lag(en), hebben gelegen นอน

Page 8: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

lopen, liep(en), hebben/zijn gelopen เดน

naar ท

oud(e) เกา

de pijn, de pijnen ความเจบปวด

staan, stond(en), hebben gestaan ยน

ziek(e) ปวย

zitten, zat(en), hebben gezeten นง

3.6 Woorden

ander(e) อน ๆ het begin การเรมตน

binnen ภายใน

buiten ภายนอก

de buurt, de buurten ยานใกลเคยง het eind สนสด

moe เหนอย

nieuw(e) ใหม

oud(e) เกา

de plaats, de plaatsen ตวเมอง

slapen, sliep(en), hebben geslapen นอนหลบ

het voorbeeld, de voorbeelden ตวอยาง

3.7 Woorden

het aantal, de aantallen จ านวน

alleen คนเดยว

blij(e) ยนด

de foto, de foto’s ภาพถาย

lachen, lachte(n), hebben gelachen หวเราะ

na หลงจาก

de stad, de steden เมอง

wassen, waste(n), hebben gewassen ลาง

weten, wist(en), hebben geweten รวา

zoet(e) หวาน

zout(e) เคม

zuur / zure เปรยว

3.8 Woorden

dubbel(e) สอง de juf, de juffen คร (หญง) de klas, de klassen หองเรยน

Page 9: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

het land, de landen ประเทศ de les, de lessen บทเรยน de school, de scholen โรงเรยน

het slot, de sloten ลอก de sport, de sporten กฬา de tent, de tenten เตนท de toets, de toetsen ป ม

voetballen, voetbalde(n), hebben gevoetbald เลนฟตบอล

de wereld, de werelden โลก

4.1 Woorden

doen, deed, deden, hebben gedaan ท า

laat / late สาย

makkelijk(e) งาย

moeilijk(e) ยาก

nu ขณะน

om ท

spelen, speelde(n), hebben gespeeld เลน

spreken, sprak(en), hebben gesproken พด

tot จนถง

het uur, de uren ชวโมง

vroeg(e) กอน

vroeger(e) กอน

4.2 Woorden

bekijken, bekeek, bekeken, hebben bekeken ด

gisteren เมอวาน

kort(e) สน

lang(e) ยาว

mooi(e) สวยงาม

morgen พรงน

de taal, de talen ภาษา

thuis ทบาน

de vakantie, de vakantie วนหยด

vanavond คนน

vandaag วนน

vrij(e) ฟร

4.3 Woorden

het contact, de contacten ตดตอ

Page 10: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

druk(ke) ยง

het gesprek, de gesprekken การสนทนา

hoog / hoge สง

het internet อนเทอรเนต

laag / lage ต า

leren, leerde(n), hebben geleerd เรยนร

het probleem, de problemen ปญหา

stil(le) เงยบ

tekenen, tekende(n), hebben getekend การวาด

vallen, viel(en), zijn gevallen รวงหลน

de website, de websites เวบไซต

4.4 Woorden

begrijpen, begreep, begrepen, hebben begrepen เขาใจ de dood ความตาย

half / halve ครง

iemand บางคน

het leven, de levens ชวต

moeten, moest(en), hebben gemoeten จะตอง

niemand ไมมใคร

de politie ต ารวจ

roken, rookte(n), hebben gerookt สบบหร

slecht(e) ไมด

zingen, zong(en), hebben gezongen รองเพลง

zorgen voor, zorgde(n), hebben gezorgd ดแล

4.5 Woorden

alles ทกอยาง

gebruiken, gebruikte(n), hebben gebruikt ใช

kiezen, koos, kozen, hebben gekozen ใหเลอก

niks ไมมอะไร

noemen, noemde(n), hebben genoemd เรยก

printen, printte(n), hebben geprint พมพ

de soort, de soorten ชนด

spellen, spelde(n), hebben gespeld สะกด

sterk(e) แขงแรง

het stuk, de stukken ชน

trekken, trok(ken), hebben/zijn getrokken ดง

voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld แนะน า

Page 11: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

4.6 Woorden

anders ตาง een beetje นดเดยว

betekenen, betekende(n), hebben betekend หมายถง

daar ทนน

daarom ดงนน

hetzelfde เดยวกน

hier ทน

de meter, de meters เมตร

nat(te) เปยก

oké ตกลง

roepen, riep(en), hebben geroepen ตะโกน

zeggen, zei(den), hebben gezegd บอกวา

4.7 Woorden

bang(e) กลว

bedenken, bedacht(en), hebben bedacht คดใหม

belangrijk(e) ส าคญ

blijven, bleef, bleven, zijn gebleven ยงคงอย

de brand, de branden ไฟ

gek(ke) บา

jammer สงสาร

klaar พรอมแลว

koken, kookte(n), hebben gekookt ปรงอาหาร

het midden, de middens กลาง

normaal / normale ปกต

zoeken, zocht(en), hebben gezocht คนหา

THEMA'S

1.1 Begrijpen wat je moet doen (1)

afmaken, maakte(n) af, hebben afgemaakt ท าใหเสรจสน

beantwoorden, beantwoordde(n), hebben beantwoord

ตอบ de betekenis, de betekenissen ความหมาย de instructie, de instructies ค าแนะน า de opdracht, de opdrachten การบาน

opschrijven, schreef, schreven op, hebben opgeschreven

จด de tekst, de teksten ขอความ

het thema, de thema’s กระท de uitleg ค าอธบาย

Page 12: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

vinden, vond(en), hebben gevonden หา

1.2 Hallo!

dankjewel ขอขอบคณ

goedemiddag สวสด

goedemorgen อรณสวสด

goedenavond สวสดตอนเยน

groeten, groette(n), hebben gegroet ทกทาย

hoi สวสด

kennen, kende(n), hebben gekend รจก

ontmoeten, ontmoette(n), hebben ontmoet พบ

tegenkomen, kwam(en) tegen, zijn tegengekomen พบ

voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld แนะน า

de vriend, de vrienden เพอน

weggaan, ging(en) weg, zijn weggegaan ไปจาก

1.3 Wie ben je?

eenvoudig(e) อยางงาย

gouden สทอง

de honger ความหว

ingewikkeld(e) ซบซอน

de meneer, de meneren นาย de mevrouw, de mevrouwen นาง

het plan, de plannen แผนการ

schitterend(e) ยอดเยยม

uitleggen, legde(n) uit, hebben uitgelegd อธบาย

vertellen, vertelde(n), hebben verteld บอก

vuil(e) ฝ น

het werkwoord, de werkwoorden ค ากรยา

1.4 Begrijpen wat je moet doen (2)

aankruisen, kruiste(n) aan, hebben aangekruist ท าเครองหมาย

doorstrepen, streepte(n) door, hebben doorgestreept

ขดฆา het haakje, de haakjes วงเลบ

invullen, vulde(n) in, hebben ingevuld กรอกขอมล

juist(e) แกไข

onderstrepen, onderstreepte(n), hebben onderstreept

ขดเสนใต

typen, typte(n), hebben getypt พมพ

1.5 Het alfabet

Page 13: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

het alfabet ตวอกษร

eerste แรก

de enkel, de enkels ขอเทา

extra เพมเตม

de film, de films หนง de groet, de groeten ทกทาย de hoofdletter, de hoofdletters เมองหลวง

het hoofdstuk, de hoofdstukken บท

laatste ลาสด

de manier, de manieren ทาง het Nederlands ดตช de quiz, de quizzen ทดสอบ de tijd, de tijden เวลา de vorm, de vormen ฟอรม

1.6 Korte en lange klinkers

allemaal ทกคน

beide(n) ทงค

de klinker, de klinkers สระ

lijken op, leek, leken op, hebben geleken op คลายกบ

de medeklinker, de medeklinkers พยญชนะ de paal, de palen เสา de poot, de poten ขา

sommige(n) บาง

uitspreken, sprak(en) uit, hebben uitgesproken ออกเสยง

het verschil, de verschillen ขอแตกตาง

verschillend(e) ตาง

de weg, de wegen ถนน

1.7 De agenda

de afspraak, de afspraken การนดหมาย de dinsdag, de dinsdagen วนองคาร de donderdag, de donderdagen วนพฤหสบด de maandag, de maandagen วนจนทร de verjaardag, de verjaardagen วนเกด de vrijdag, de vrijdagen วนศกร

het weekend, de weekends สดสปดาห de woensdag, de woensdagen วนพธ de zaterdag, de zaterdagen วนเสาร de zondag, de zondagen วนอาทตย

Page 14: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

1.8 De familie Mulder

de familie, de families ครอบครว

gezellig(e) สบาย

het kleinkind, de kleinkinderen หลาน de neef, de neven ลกพลกนอง de nicht, de nichten หลานสาว de oma, de oma’s ยาย de oom, de ooms ลง de opa, de opa’s คณป de ouder, de ouders ผปกครอง de tante, de tantes ปา

trouwen, trouwde(n), zijn getrouwd แตงงานกบ

1.9 De, het, een

altijd เสมอ

opzoeken, zocht(en) op, hebben opgezocht แสวงหา

precies อยางแนนอน

sterk(e) แขงแรง

het woordenboek, de woordenboeken พจนานกรม

1.10 Kleuren

blauw(e) สน าเงน

bruin(e) สน าตาล

donker(e) มด

geel / gele สเหลอง

grijs / grijze สเทา

groen(e) สเขยว

de kleur, de kleuren ส

licht(e) ออน

oranje สสม

paars(e) สมวง

rood / rode สแดง

roze สชมพ

zwart(e) สด า

2.1 Eten en drinken

de aardappel, de aardappels มนฝรง het ei, de eieren ไข het fruit ผลไม

Page 15: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de groente, de groentes ผก de kaas, de kazen ชส de kip, de kippen ไก de koffie กาแฟ de melk นม de rijst ขาว de thee ชา de vis, de vissen ปลา

het vlees เนอ

2.2 Ontbijt, lunch en avondeten

het avondeten อาหารมอเยน het glas, de glazen แกว de lunch อาหารกลางวน

meestal สวนใหญ

het ontbijt อาหารเชา

’s avonds ในตอนเยน

’s middags ในชวงบาย

’s ochtends ในตอนเชา

de suiker น าตาล de wijn ไวน

2.3 Ik drink melk.

allerlei ทกชนดของ

helemaal อยางสมบรณ

nogal คอนขาง

nooit ไมเคย

samen รวมกน

steeds เคย

vaak มกจะ

vooral โดยเฉพาะอยางยง

2.4 Aard-ap-pel

de bakker, de bakkers คนท าขนมปง de bloempot, de bloempotten กระถางดอกไม

ongeveer ประมาณ

de slager, de slagers คนขายเนอ de supermarkt, de supermarkten ซปเปอรมารเกต

verdelen, verdeelde(n), hebben verdeeld แบง

Page 16: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

2.5 Maanden en seizoenen

april เมษายน

augustus สงหาคม

december ธนวาคม

februari กมภาพนธ

de herfst ฤดใบไมรวง

januari มกราคม

juli กรกฎาคม

juni มถนายน

de lente ฤดใบไมผล

maart มนาคม

mei พฤษภาคม

november พฤศจกายน

oktober ตลาคม

het seizoen, de seizoenen ฤด

september กนยายน

de winter ฤดหนาว de zomer ฤดรอน

2.6 Op de markt

alstublieft กรณา de appel, de appels แอปเปล de beurt, de beurten รอบ

goedkoop / goedkope ถก

graag ยนด

de gram กรม de groenteman, de groentemannen คนขายผกผลไม de helft, de helften ครง

inderdaad แนนอน

de kilo กโล

kosten, kostte(n), hebben gekost เสยคาใชจาย

meer มากขน

minder นอยลง

de ons ออนซ het pond ปอนด

prettig(e) นายนด

het tasje, de tasjes กระเปาเสอ

wensen, wenste(n), hebben gewenst ตองการ

de zak, de zakken เตมหนงกระสอบ

Page 17: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

2.7 In de supermarkt

beginnen, begon(nen), zijn begonnen เรมตน de bon, de bonnen คปอง

daarna จากนน

de kassa, de kassa’s ทช าระเงน de korting, de kortingen สวนลด

meteen ทนท

natuurlijk แนนอน

de pas, de passen บตรเงนสด

pinnen, pinde(n), hebben gepind ช าระเงนดวยบตรเงนสด

sorry ขอโทษ

de spaarkaart, de spaarkaarten บตรเงนฝากออมทรพย

sparen, spaarde(n), hebben gespaard บนทก

de verkoopster, de verkoopsters พนกงานขายของสตร

vinden, vond(en), hebben gevonden หา

vragen, vroeg(en), hebben gevraagd ถามหา

het zegeltje, de zegeltjes แสตมป

2.8 Cijfers en getallen

het cijfer, de cijfers จ านวน

dertien สบสาม

dertig สามสบ

elf สบเอด

de geboortedatum, de geboortedatums วนเกด het getal, de getallen จ านวน

honderd รอย

het huisnummer, de huisnummers บานเลขท

negentig เกาสบ

de postcode, de postcodes รหสไปรษณย

tachtig แปดสบ

het telefoonnummer, de telefoonnummers หมายเลขโทรศพท het tiental, de tientallen สบ

twaalf สบสอง

twintig ยสบ

veertien สบส

veertig สสบ

vijftig หาสบ

zestig หกสบ

zeventig เจดสบ

Page 18: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

2.9 Boek-boeken, tafel-tafels

de druif, de druiven องน de klank, de klanken เสยง de poes, de poezen แมว de regel, de regels กฎ de sok, de sokken ถงเทา

het verhaal, de verhalen เรองราว

2.11 Zinnen maken (1)

de boterham, de boterhammen แซนดวช

dan จากนน

de ham แฮม de jam แยม de persoon, de personen บคคล de rest สวนทเหลอ

ten slotte ในทสด

3.1 Met de taxi

de chauffeur, de chauffeurs คนขบรถ

instappen, stapte(n) in, zijn ingestapt เขาไปใน

de kilometer, de kilometers กโลเมตร de metro, de metro’s ใตดน

het openbaar vervoer การขนสงสาธารณะ

reizen, reisde(n), hebben/zijn gereisd เดนทางไป

de taxi, de taxi’s รถแทกซ de tram, de trams รถราง

het vervoer ขนสง

3.2 Regels in het verkeer

de autoweg, de autowegen ฟรเวย

bereiken, bereikte(n), hebben bereikt ไปถง

het bord, de borden ปายถนน het dorp, de dorpen หมบาน

zich ergens aan houden, hield(en), hebben gehouden ปฏบตตาม de fietser, de fietsers นกขจกรยาน

het fietspad, de fietspaden ทางจกรยาน

gebeuren, gebeurde(n), zijn gebeurd เกดขน

mogen, mocht(en), hebben gemogen สามารถ

het ongeluk, de ongelukken อบตเหต

per ตอ

Page 19: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de snelweg, de snelwegen ทางหลวง de stad, de steden เมอง

veilig(e) ปลอดภย

verbieden, verbood, verboden, hebben verboden หาม

het verkeer การจราจร

3.3 De tijd

half / halve ครง het halfuur ครงชวโมง

Hoe laat is het? ตอนนเปนเวลาเทาไร?

kwart หนงในส

het kwartier, de kwartieren หนงในส de minuut, de minuten นาท de seconde, de seconden / secondes ทสอง

vertrekken, vertrok(ken), zijn vertrokken ออกจาก

wanneer เมอ

3.4 Reizen met de trein

de conducteur, de conducteurs ตวน า

dus ดงนน

de ingang, de ingangen ทางเขา

missen, miste(n), hebben gemist พลาด

nemen, nam(en), hebben genomen ใช

overal ทกท

overstappen, stapte(n) over, zijn overgestapt ถายโอน

de reis, de reizen การเดนทาง de sneltrein, de sneltreinen รถดวน

het spoor, de sporen ตามรอย het station, de stations สถาน

stoppen, stopte(n), hebben/zijn gestopt หยด

de stoptrein, de stoptreinen หวานเยน

3.5 Wie, wat, waar?

hoe อยางไร

hoeveel เทาใด

de kast, de kasten ต de lengte, de lengtes ระยะเวลา

het paar, de paren ค de reden, de redenen เหตผล de schoen, de schoenen รองเทา

Page 20: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de sleutel, de sleutels ป ม

waar ทไหน

waarom ท าไม

wat อะไร

welke สงใด

wie ใคร

3.6 Komen en gaan

beneden ลง de bushalte, de bushaltes ปายรถประจ าทาง

gaan, ging(en), zijn gegaan ไป

komen, kwam(en), zijn gekomen มา

tegenwoordig(e) ในปจจบนน

de trap, de trappen บนได de uitgang, de uitgangen ทางออก de wedstrijd, de wedstrijden เกม

3.7 Reizen met de auto

de afstand, de afstanden ระยะทาง de file, de files รถตด

ieder(e) แตละ

pas ในทสด

de radio, de radio’s วทย

vervelend(e) นาร าคาญ

3.8 Noord, Oost, Zuid, West

het eiland, de eilanden เกาะ de kaart, de kaarten แผนท

Noord เหนอ

het noorden เหนอ

Oost ตะวนออก

de provincie, de provincies จงหวด de richting, de richtingen ทศทาง

West ตะวนตก

Zuid ใต

het zuiden ใต

3.9 De weg vragen

de weg vragen, vroeg(en), hebben gevraagd ถามทาง

de weg wijzen, wees, wezen, hebben gewezen บอกทาง

Page 21: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

eerst(e) แรก

graag gedaan ไมเปนไร

het kruispunt, de kruispunten การตด

links ซาย

linksaf ไปทางซาย

oversteken, stak(en) over, hebben/zijn overgestoken

ขาม

rechtdoor ตรง

rechts ขวา

rechtsaf ไปทางขวา

ver / verre ไกล

3.10 Klemtoon

binnenkort ในไมชา

centraal / centrale กลาง

duidelijk(e) ลาง

de liefde ความรก

proberen, probeerde(n), hebben geprobeerd ลอง

wachten, wachtte(n), hebben gewacht รอ

3.11 Woorden leren

eigen ของตนเอง

hardop ดงๆ

horen bij, hoorde(n), hebben gehoord เปนของ

raden, raadde(n), hebben geraden คาดเดา

te maken hebben met, had(den), hebben gehad เกยวของกบ

uit je hoofd leren, leerde(n), hebben geleerd เรยนรดวยใจ

4.1 Het huis

allebei ทงค het appartement, de appartementen อพารตเมนต de badkamer, de badkamers หองอาบน า de buren เพอนบาน de buurman, de buurmannen เพอนบาน (ชาย) de buurvrouw, de buurvrouwen เพอนบาน (หญง) de flat, de flats แบน de garage, de garages โรงรถ de keuken, de keukens ครว de rij, de rijen แถว de ruimte, de ruimtes หอง de schuur, de schuren ยงขาว

Page 22: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

de slaapkamer, de slaapkamers หองนอน het toilet, de toiletten หองน า de tuin, de tuinen สวน de wc, de wc’s หองน า de woonkamer, de woonkamers หองนงเลน

4.2 Zinnen maken (2)

brengen, bracht(en), hebben gebracht น ามา de handtekening, de handtekeningen ลายเซน

misschien บางท

de natuur ธรรมชาต de pizza, de pizza’s พซซา

plotseling(e) ทนใดนน

schrikken, schrok(ken), zijn geschrokken ท าใหตกใจ

sturen, stuurde(n), hebben gestuurd สง

4.3 Lang niet gezien

het balkon, de balkons ระเบยง

elkaar ซงกนและกน

geleden มาแลว

klinken, klonk(en), hebben geklonken ฟงด

lijken, leek, leken, hebben geleken ดเหมอน

de verdieping, de verdiepingen ชน

verhuizen, verhuisde(n), hebben/zijn verhuisd ยาย

vorig(e) ลาสด

4.4 Gaat hij naar zijn werk?

beloven, beloofde(n), hebben beloofd ใหสญญา

duren, duurde(n), heeft geduurd คงอย

de eigenaar, de eigenaars / eigenaren เจาของ het gezin, de gezinnen ครอบครว

herinneren, herinnerde(n), hebben herinnerd จ า

De overkant อกดาน

serieus / serieuze รายแรง

snappen, snapte(n), hebben gesnapt เขาใจ

verplaatsen, verplaatste(n), hebben verplaatst ยาย

het vliegtuig, de vliegtuigen เครองบน

4.5

4.5

Nee, hij gaat niet.

Nee, hij gaat niet.

Page 23: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

bijzonder(e)

พเศษ dicht(e) ปด geen ไม

de grap, de grappen ตลก lastig(e) ยาก negatief / negatieve เปนแงลบ niet ไม

de relatie, de relaties ความสมพนธ verbazen, verbaasde(n), hebben verbaasd

ท าใหแปลกใจ vertrouwen, vertrouwde(n), hebben vertrouwd

ท าใหวางใจ

4.6 Huren en kopen de belasting, de belastingen ภาษ de elektriciteit ไฟฟา

het gas กาซ de gemeente, de gemeentes เขตเทศบาล

huren, huurde(n), hebben gehuurd

ใหเชา het huurhuis, de huurhuizen บานใหเชา het inkomen, de inkomens รายได

zich inschrijven, schreef in, schreven in, hebben

ingeschreven

ลงทะเบยน de krant, de kranten หนงสอพมพ

lenen, leende(n), hebben geleend

ใหก reageren, reageerde(n), hebben gereageerd

การโตตอบ sociaal / sociale สงคม speciaal / speciale พเศษ

de vereniging, de verenigingen สมาคม de wachtlijst, de wachtlijsten อยในควทรอ de woning, de woningen บาน

4.7 Inschrijven voor een huurhuis de achternaam, de achternamen นามสกล

buitenlands ตางชาต de e-mail, de e-mails จดหมายอเลคทรอนคส

eruitzien, zag(en) eruit, hebben eruitgezien

ดราวกบวา het formulier, de formulieren แบบฟอรม de gegevens ขอมล

het geslacht, de geslachten เพศ overdag ในระหวางวน

de voorletter, de voorletters ตวยอ de woonplaats, de woonplaatsen สถานทอยอาศย

Page 24: Woordenlijst / TaalCompleet A1 - KleurRijkerWoordenlijst Nederlands - Thai de wind, de winden ลม de wolk, de wolken เมฆ het zand ทราย 2.7 Woorden het blad, de bladeren

Woordenlijst Nederlands - Thai

4.8 Goed voor het milieu! het afval ขยะมลฝอย de bak, de bakken ถงขยะ de douche, de douches ฝกบว de fles, de flessen ขวด de glasbak, de glasbakken ถงใสขยะเศษแกวรไซเคล

gooien, gooide(n), hebben gegooid

ทง het milieu สงแวดลอม het papier กระดาษ

scheiden, scheidde(n), hebben/zijn gescheiden

ท าการแยก de verwarming, de verwarmingen พลงงานความรอน

zuinig(e) ประหยด

4.9

4.9

Het dak is kapot

Het dak is kapot.

hoelang นานเทาไหร kapot(te) แตก lekken, lekte(n), hebben gelekt

รว net เพงจะ repareren, repareerde(n), hebben gerepareerd

ท าการซอมแซม zo snel mogelijk เรวทสดเทาทจะเปนไปได

4.10 Huiswerk maken belangrijk(e) ส าคญ

het huiswerk การบาน rustig(e) สงบ

de telefoon, de telefoons โทรศพท de tip, de tips ค าแนะน า