ziel nabij christus, geeft...de levende bevinding 3 eenigé schriftuurplaats valt in de ziel, eene...

28
76 toch brengt de ziel nabij Christus, geeft haar levende vereeni- ging met Jezus en maakt Hem dierbaar? Is het niet het levend geloof? Is dat niet het oog dat Christus aanschouwt 3 Is dat niet de hand, die Christus aangrijpt en Eem nabij brengt? Is dat niet het oor, dat de stem van Christus hoort 3 - Voorzeker. Het ongeloof dus is die doodelijke vijand, die immer met wan- hopige vijandschap tegen het leven des geloofs in de ziel strijdt. Wanneer wij vervuld zijn met weinig anders dan ongeloof, zoo is er geen kennelijk blijven in Christus. Op zulke oogenblikken kunnen wij zelfs onze vereeniging met Hem in het geheel opmaken. Hij is zoo verre, dat wij Hem niet bereiken, veel minder gemeenschap met Hem genieten. De kracht der zonde is een ander beletsel voor de ziel, om aan deze Goddelijke vermaning te gehoorzamen : ,,blijft in Mij.” 0 hoezeer scheidt de zonde, in hare innerlijke werkingen, in hare groote kracht, in hare bezoedelende natuur en aard, onze zielen-van het voorwerp onzes harten begeerte en liefde i HO8 drijft zij ons als tot de einden der aarde! Hoe verhindert en I . snijdt het af de gemeenschap met den Heere van leven en heerlijkheid ! Duisterheid des gemoeds. 0, hoe hebben de meesten van Gods volk te zuchten en te klagen onder gemoedsduisterheid; en hoe geduriglijk verhindert hen dit de gemeenschap met den Heere Jezus Christus! Wanneer wij in dien staat zijn (gelijk sommigen van ons ongetwijfeld nu en dan geschiedt) waar swij onze teekenen niet zien ;” wanneer onze ziel als in den nacht ver- keert; wanneer wij onzen weg niet kunnen vinden, noch weten of wij in den weg zijn; wanneer- wij schier geen enkel merk- teeken van Goddelijke onderwijzing in onze ziel kunnen aan- wijzen; wanneer w$ Jezus zoo weinig kennen alsof Hij er in het geheel niet was, en alsof wij Eem nooit hadden aanschouwd noch in Zijnen naam geloofd, - welk een kracht en invloed heeft deze donkerheid des gemoeds, om onze gemeenschap met den verrezen Zoon van God te beletten en te verhinderen. De zorgvuldigheden en bekommernissen der wereld het harte aangrijpende, de genegenheden innemende, de gedachten be- gravende en het gemoed overstroomende met een vloed van vleeschelij ke bezorgdheid - wie, die kennis heeft aan derge- lijke inbreking van de wereld in het hart, weet niet bij pijn- lijke ervaring, dat zij een beletsel is voor de gemeenschap met den Heere Jezus Christus! De verzoekingen des Satans, de vurige pijlen, die hij geduriglijk in ons vleescbelijk gemoed inwerpt, en de werkingen, de ver- borgene werkingen des kwaads, die dien tengevolge diep inwen- dig gevoeld worden, - hoe spannen al deze dingen samen, om een standvastig en geloovig blijven in Christus te beletten !

Upload: others

Post on 31-Dec-2020

4 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

76

toch brengt de ziel nabij Christus, geeft haar levende vereeni-ging met Jezus en maakt Hem dierbaar? Is het niet het levendgeloof? Is dat niet het oog dat Christus aanschouwt 3 Is datniet de hand, die Christus aangrijpt en Eem nabij brengt? Isdat niet het oor, dat de stem van Christus hoort 3 - Voorzeker.Het ongeloof dus is die doodelijke vijand, die immer met wan-hopige vijandschap tegen het leven des geloofs in de ziel strijdt.Wanneer wij vervuld zijn met weinig anders dan ongeloof, zoois er geen kennelijk blijven in Christus. Op zulke oogenblikkenkunnen wij zelfs onze vereeniging met Hem in het geheelopmaken. Hij is zoo verre, dat wij Hem niet bereiken, veelminder gemeenschap met Hem genieten.

De kracht der zonde is een ander beletsel voor de ziel, omaan deze Goddelijke vermaning te gehoorzamen : ,,blijft in Mij.”0 hoezeer scheidt de zonde, in hare innerlijke werkingen, inhare groote kracht, in hare bezoedelende natuur en aard, onzezielen-van het voorwerp onzes harten begeerte en liefde i HO8

drijft zij ons als tot de einden der aarde! Hoe verhindert enI .snijdt het af de gemeenschap met den Heere van leven enheerlijkheid !

Duisterheid des gemoeds. 0, hoe hebben de meesten van Godsvolk te zuchten en te klagen onder gemoedsduisterheid; en hoegeduriglijk verhindert hen dit de gemeenschap met den HeereJezus Christus! Wanneer wij in dien staat zijn (gelijk sommigenvan ons ongetwijfeld nu en dan geschiedt) waar swij onzeteekenen niet zien ;” wanneer onze ziel als in den nacht ver-keert; wanneer wij onzen weg niet kunnen vinden, noch wetenof wij in den weg zijn; wanneer- wij schier geen enkel merk-teeken van Goddelijke onderwijzing in onze ziel kunnen aan-wijzen; wanneer w$ Jezus zoo weinig kennen alsof Hij er inhet geheel niet was, en alsof wij Eem nooit hadden aanschouwdnoch in Zijnen naam geloofd, - welk een kracht en invloedheeft deze donkerheid des gemoeds, om onze gemeenschap metden verrezen Zoon van God te beletten en te verhinderen.

De zorgvuldigheden en bekommernissen der wereld het harteaangrijpende, de genegenheden innemende, de gedachten be-gravende en het gemoed overstroomende met een vloed v a nvleeschelij ke bezorgdheid - wie, die kennis heeft aan derge-lijke inbreking van de wereld in het hart, weet niet bij pijn-lijke ervaring, dat zij een beletsel is voor de gemeenschap metden Heere Jezus Christus!

De verzoekingen des Satans, de vurige pijlen, die hij geduriglijkin ons vleescbelijk gemoed inwerpt, en de werkingen, de ver-borgene werkingen des kwaads, die dien tengevolge diep inwen-dig gevoeld worden, - hoe spannen al deze dingen samen,om een standvastig en geloovig blijven in Christus te beletten !

Page 2: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

77

Doch wanneer zulke hindernissen en moeilijkheden niet be-stonden, zou de Heere dan gezegd hebben : ,,Blijft in Mij?”Hij wist het, dat er zooveel in ons is om dat bli--ven in Bernte verhinderen, Dat schoon Hij, naar Zijne rijke genade, ons totZich had getrokken, nochtans alles in ons, in de zonde, in de wereldzich vereenigt om de gemeenschap met Hem te beletten, enons te trekken uit dien zoeten, zaligen en geestelijken staat,in welken wij gevoelig en bevindelijk in Hem blijven.

Maar ik moet niet alleen aanwijzen en stilstaan bij de belet-selen, die zich tegen eene kennelijke vereeniging en gemeenschapmet den Heere Jezus Christus stellen; maar ook de anderezijde der schilderij beschouwen, en zien hoe wij van tijd tot tijdin Jezus kunnen blijven,

Vergeten wij nooit, dat zoo wij er ooit toe gebracht zijngeworden, om door de oefeningen des levenden geloofs nabijden Heere Jezus Christus te zijn, eene eindelijke, dadelijkeafscheiding van Hem onmogelijk is. In onze gewaarwordingenis er voorzeker veel dat de gemeenschap met Hem verbreekten met vrees vervult van eindelijke afscheiding van Bern ; doch

I eene dadelijke scheiding is er nooit. In de donkerste oogen-. blikken, in de droevigste uren, onder de pijnlijkste oefeningen,

de meest vurige verzoekingen is er, gelijk met Jona in hetonderste des grafs, een wederkeeren tot den heiligen tempel.Er kan onmogelijk zijn eene volslagene hopeloosheid, een geheelingaan in de wereld, een opgeven van alles, wat wij hebbengevoeld in des Heeren naam. Er blijft somtijds een zucht, eengeroep, een kermen, een ademhaling des hartenbegeerte om,,Hem te kennen en de kracht Zijner opstanding” dat Hij onstot zich mogt trekken en zich onzer ziele dierbaar make. Endeze zelfde zuchten, kermen, roepen en uitzien bewijzen alle,.dat welke duisterheid des gemoedË, welke schuld der consciëntie,welk ongeloof wij ook gevoelen, er toch geene wezenlijke afscheiiding is, Het is in de genade gelijk het is in de natuur: dewolken kunnen de zon nie;t uit wisschen ; zij blijft steeds aan denhemel, schoon ook hare heldere stralen vaak opgekeerd worden.Alzoo met de gezegende Zon der gerechtigheid: ons ongeloof,onze onwetendheid, onze gemoedsdonkerheid, onze schuld derconsciëntie, onze menigerlei verzoekingen - deze alle wisschende Zon der Gerechtigheid niet van den hemel der genade.Schoon dikke wolken zich tusschen Haar en ons stellen, enhet ons is alsof Zij voor ons ware uitgewischt, althans alsofwij Harer gedachten derven, nochtans waar genade begon doorgenade, daar zal zij ook voleindigen: ,,Vertrouwende ditzelve,dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat volein-digen zal tot op den dag van Jezus Christus,” (Fil. 1 : 6.) Waredit zoo niet, el’ kon geene verlevendiging van geloof, hoop of

Page 3: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

78

liefde zijn, Doch waar de Heere door genade, oneindige genadeZijne gezegende genaden van geloof, hoop en liefde heeft inge-plant, daar bewatert Hij ze van tijd tot tijd met de dauw dergenade; gelijk Hij zegt : ,,Te dien dage zal er een wijngaardvan rooden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte. Ik, deEeere behoede dien, alle oogenblik zal Ik hem bevochtigen;opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren dag ennacht.” (Jee. 27 : 2, 3.)

De Gezegende Géest’nu is de geheele Auteur der gemeen-schap met Vden Heere. Alleen onder Zijne verborgene weikingenen -meest Goddelijke invloeden worden wij gebracht aan dengenadetroon van Jezus ; daardoor zijn onze- oogen gezalfd metHemelsche oogenzalf, om Zijne schoonheid en heerlijkheid tezien; daardoor is het hijgen van onze harten naar Hem, gelijkeen hert schreeuwt naar de waterbeken; of ook dat wij eeni-germate veraeniging en gemeenschap erlangen met Zijne gena-dige Majesteit.

-Maar deze gezegende Geest werkt door middelen. En welkezijn die middelen,

-Een middel dat Hij gebruikt om daar te stellen en levendigte houden dit blijven in Christus, is geloof. Door het gelooferlangen wij bij den aanvang eene levende vereeniging metChristus; en door het geloof hebben wij voorte gemeeschapmet Hem. En hoe aterker het peloof is des te meer gemeen-schap is er met Zijne gezegende” Majesteit. Waar nu deHeiligeGeest, naar Zijn welbehagen het geloof verwekt in het harte,daar bewatert -Hij Zijne eigene genade in de ziel, trekt ze uitin levende oefeningen en handelingen, en bepaalt zoo dat geloofop en doet zijn middenpunt vinden in Jezus. Waar het geloofzoo gezegend werkt en uithaald is, daar verlevendigt zich devereenigiig en de gemeenechap wordt zegenrijk ondervonden.

Daarbij maakt de Heilige Geest gebruik van het FVoord desZevens. Bij den aanvang wordt de ziel gereinigd door het Woord.

t,,Gijlieden zijt nu rein- o mheb.” (Joh, 15 : 3.) Door

hethet

woord)Woord

datis d

Ik to.e ziel

u gesprokenwedergeboren

ten eeuwigen le&, Ook door de toepassing derg -Woords8aan het harte wordt van tijd tot tijd de gemeenschap met denHeere Jezus Christus levendig gehouden. En ia het zoo niet inde levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel,eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en ziezij baant zich zelven den weg. Zij overmeestert het hart, zijverbreekt de gewaarwordingen, verteedert de ziel en haalt hetlevend geloof Úit om te gaan tot en zich alleen te vereenigen inen met den gansch Begeerlijken.” Bij vele tijden en gelegen-heden is het Woord van God 0~18 als eene doode letter; wijzien noch gevoelen er eenige zoetheid ia. Maar op andere tijden

Page 4: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

79

is ons het woord van God, door genade, zoet en dierbaar; alswanneer wij met den Profeet van den ouden dag zeggen : ,AlsUwe woorden gevonden zijn, zoo heb ik ze opgegeten, en UwWoord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijnsharten.” (Jes.zeide :

15 : 16,) Zoo was het met David ; waarom hij,,Zij zijn

honigzeem.”begeerlijker dan goud ; en zoeter dan honig en

(Ps. 19 : ll.) Wanneer dit gevoeld wordt, dan ishet zeker gevolg, dat de ziel gebracht wordt in gemeenschapmet den Heere Jezus, die het waarachtige Woord Gods is, envan het geschreven Woord gebruik maakt om ons tot zich tetrekken.

Het behaagt den gezegenden Geest ook gebruik te maken vanhet ‘gebed; opwekkende den Geest der genade en der gebeden,voor ons en ,,,in ons biddende met onuitsprekelijke zuchtingen ;”ons aansporende en bekwaam makende ons harte uit te stortenaan Zijnen genadetroon, en ons kracht en inwendige sterktegevende, waardoor wij pleiten met God, en met Hem worste-len gelijk Jacob deed, zeggende: ,,Ik zal U niet laten gaan,

- tenzij Gij mij zegent.” Ah het den Heiligen Geeat behaagt dit. inwendig hijgen en verlangen op te wekken, dan versterkt Hij

het geloof des harten, en er is een uitkomen van liefde tot denHeere, waardoor Hij omhelsd wordt in de armen der teedersteliefde.

Ook stort de gezegende Geest somtijds Eiefde uit, en deze vooralis een liefelijk zegel van vereeniging en gemeenschap.

Eindelijk, om geen meer andere te melden, maakt de Geestook wel eens gebruik van den omgang en het verkeeren metdes Heeren volk . ,,Alsdan spreken, die den Heere vreezen, eenieder tot zijnen naaste.” @tal. 3 : 16.) En gelijk de discipelenondervonden op hunne reis naar Emmaus: ,,Waa ons hart nietbrandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg en als Hijons de Schriften opende?” (Luc. 24 : 32.)

Deze zijn enkele* van de onderscheiden; middelen, waardoorde Heilige Geest onderhoudt en steeds verlevendigt eene ge-meenschap met den Heere Jezus Christus.

,,Blijft in Mij,” - De Heere gebruikt deze woorden niet,alsof er eenige kracht in het schepsel is om in Hem te blijven,Maar het behaagde Hem zich alzoo uit te drukken, opdat zeaan Zijn volk zouden gezegend worden door derzelver toepaseingaan het harte, waarom Hij er bijvoegt: J5h Ik in u.” Heteene is de sleutel tot het andere. Als wij in Christus blijven,blijft Christus in ons. Omdat Christus in ons blijft, kunnenwij in Hem blijven. Maar blijft Christus in ons? - Door ZijnenGeest. Door Zijnen Geest maakt Hij de lichamen van Zijn volktot Zijnen texqel; door Zijnen Geest komt Hij tot hen en maaktwoning bij hen. Schoon het middellijk geschiedt door het geloof,

Page 5: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

80

gelijk wij lezen: ,dat Christus in uwe harten moge wonendoor het geloof;” nochtans is het door de gemeenschap ZijneGeestes aan de ziel, en het bezoeken Zijner genadige tegen-woordigheid. Aldus beveelt, bemoedigt en trekt Hij ons doorZijne invloeden om in Hem te blijven, door Zijn blijven in ons.

Dit inblijven van een kind van God in Jezus kan uit zekeregewisse vruchtgevolgen gekend worden. Indien Hij in u blijft,dan maakt Hij uwe consciëntie teeder en houdt ze als zoodanig.Juist opdat Hij in u en gij in Hem zoudt blijven, daarommaakt en houdt de Heere Jezus Christus uwe consciëntie teeder.En dit bewaart u van die zonden, welke scheiding maken tus-schen u en Hem.

Gij kunt dus weten, dat Hij in u blijft door de verborgeneonderwijzingen en beteugeling welke &j geeft, wanneer ver-zoekingen zich aan u voordoen, en gij bijna weggevoerd z@geworden ; gelijk een der ouden spreekt : ,,Mijne voeten warenbijna uitgegleden, mijne treden waren bijkans uitgeschoten.”(Ps. 73 : 3.) Het behaagt Hem eene inwendige bestiering enwaarschuwing te geven; zoodat gij uitroept: ,,Hoe zou ik zulkeen groot kwaad doen, en zondigen tegen God?” (Gen. 39 : 9.)En indien gij van den weg afdwaalt en u afkeert van den Heeretot de afgoden gelijk maar al te vaak tot onze schaamte endroefheid geschiedt, dan bewijst Hij steeds in u te blijven dooru niet over te geven aan een verworpen gemoed, niet toe t eataan dat uw hart zich tegen Hem verharde; maar door Zijnebestraffingen, terechtwijzingen en verborgene tuchtingen in uweconsciëntie, - zelfs door de geeselen en roeden waarmede Hiju bezoekt, gelijk een vader zijn kind, en Zijne verborgene be-raadslagingen voor de rechtbank uwer consciëntie, - door alledeze dingen maakt Hij het openbaar, dat Hij steeds in u blijft.

Deze twee dingen nu zijn de groote levenszaken, in welkealle Christenen moeten zoeken bevestigd te zijn; vooreerst ishij een geloovige in Christus? heeft de gezegende Geest Christusa,an de ziel bekend gemaakt? Heeft hij Jezus omhelsd in dearmen des levenden geloofs? - het tweede punt, van hetwelkhii in zijne ziel zou moeten verzekerd zijn is : of hij in Christusb@ft? Dit zou hij kunnen weten door het hebben der getui-genis, dat Christus in Hem blijft, ei uit de zichtbare vruchten,die vloeien uit dit inwendig blijven in hem. Indien Christus inHem blijft, zoo zal zijn hart niet zijn gelijk de koude míjlsteen.Hij kan zich niet met genoegen in de zonde baden ; hij kan dewereld niet liefhebben, noch het zin- en zienlijke liefkozen ;hij kan niet gelukkig zijn in het beminnen der afgoden, of inhet doen van die dingen, welke geestledige belijders doen zondereenig verwijt of smarte, Jezus in de ziel is een gast, die zichzelve bekend maakt; ja, daar blijvende is Hij er Koning. Hij

Page 6: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

ig heerscher iri Zion, en wanneer Hij in het hart komt, dankomt Hij daar als Koning. Zijnde derhalve deszelven recht-matige Souverein, beheerscht Sij de vermogens der ziel en onder-werpt ze fat gehoorzaamheid aan Zijnen schepter; want ,,Uwvolk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkrscht.” (Ps.110 : 3.) ,,Heere, onze God 1 andere heeren, behalve Gij, hebbenover ons geheerscht ; doch door u alleen gedenken wij Uvvsnaams,” (Jes. 26 : 13.)

0, onderzoekt uwe- harten ; en God bekwame ons door Zijne.genade, om dit in oprechtheid te doen, en te zien of wij e&egetuigenis hebben dat wij iu Christus blijven, door te bekennenen te gevoelen, dat Christus in ons blijft. En zijt er vat~ ver-zekitrd, dat zoo Christus in 0~1s blijft zullen er zekere kenmer-ken eninwendig,

vruchten uit voortvloeien ; er zullen, beide uit- enbewijzen zijn, dat wij van een anderen geest zijn.

dan zij,-die dood zijn -in- de zonde of dood in in eene belijdenis.. .Er zal nederigheid, oprechtheid, Goddelijke eenvoudighëid enkinderlijke vreeze zijn ; doodheid tot de wereld afscheiding van

. ’ het booze, lage gedachten van ons zelven, verbrokenheid desharten, verslagenheid des geestes en teederheid der consciëntie ;een vlieden van alle dingen hier beneden om een zoet verblijfte erlangen aan den boëzem van den verrazen Heer. Vindenwij deze- dingen in onze zielen? Zoo niet, dan mogen wij ons .zelven geloovigen, of Christenen, of kinderen Gods noemen,maar wij hebben weinig bewijs, dat wij dien naam waardig zijn.

11. Doch gaan wij voort - want de tijd roept ons - om\ de vruchten van ons blijven in Christus te overwegen. ,,Gelij-

kerwijs de rank geene vrucht kan dragen van zich zelvq ZOO

zij nief in den wjjnstok blijft, alzoo oÖk gij niet, zoo gij -nietin Mij blijft,” Hebt gij wel eens gelet hoe de hovenier deswinters den wijnstok besnoeit? Welk een hoop takken ligt eraau den voet des booms, nadat het scherpe snoeimes zijn werkgedaan heeft, Zullen zij ooit weder vrucht dragen? Is dit niethunne verwoesting weggeworpen te worden op den mesthoop?En schoon ik weet, dat enkel belijders van den Godsdienst nooifdie levende vereeniginp hadden met Christus, welke de rankenmet den wijnstok genieten, waarvan het snoeimes ze afscheidde ;nochtans zegt de Heere: ,,Alle rank, die in Mij geene vruchtdraagt, die neemt Hij weg.” (Joh. 15 : 2.) Er was qeene levendevereeniging, ik weei het; het was slechts schijñ, uitwendig.Deze, die de landman wegneemt, dragen geene vrucht; zijworden tezamen vergaderd, en derzelver ,einde is tot verbran-ding.” (Hebr. 6 : 8.) Maar aan de andere zijde, waar de rankaan den wijnstok verbonden blijft draagt zij vrucht, en hetoogmerk van ,den hovenier is om haar meer vrucht te doendragen, en daartoe gebruikt bij het snoeimes,

Philpot. Twaalfde Zestal. 6

Page 7: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

82

Maar welke is de oorzaak van alle vruchtbaarheid van derank? Is zij dat zelve? - Neen niet in zich zelven, dit wetenwij wel beter, Eet sap, dat uit den stam in de ranken vloeit,maakt de rank vruchtbaar. Zoo is het in de natuur; en deHeere heeft verklaard, dat het zoo is met de ranken van d e neenigen waren wijnstok. ,,Gelijkerwijs de rank geene vruchtkan dragen van zich zelven; zoo zij niet in den wijnstok blijft;alzoo ook gijlieden niet, zoo gij in Mij niet blijft,” De eenigeweg om tot Gods eer en heerlijkheid vruchten te dragen, isdoor in den wijnstok te blijven.

Daarenboven is Gods houge oogmerk in Zijne handelingenmet de geloovigen, om ze vruchtbaar te maken, ,,Hierin is MijnVader verheerlekt. dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijnediscipelen zijn.” (vs. 8.) Waartoe toch zijn alle Gods kastijdingen,bestraffingen, onderwijzingen en scherpe beproevingen? Is hetniet opdat wij zouden leeren vruchten vport te brengen totGods eer en heerlijkheid? Maar alleen voor zoover wij inChristus blijven kunnen wij vrucht voortbrengen. God doe-onszien, dat wy toch eenige vrucht dragen. -

Merkt daarom op deze twee dingen: Indien gij niet inChristus blijft, zoo draagt gij geene vrucht; blijft gij in Christusdan zult gij vrucht voortbrengen. Maar hoedanig vrucht brengtde rank voort door het blijven in den Wijnstok Christus? Ishet geheel acitwendige vrucht 3 - Nu ook deze is goed, want:,aan hunne vruchten zult gij ze kennen!” Maar er wordt doorden Geest inwendige vrucht-gewrocht in den hof der consciëntie,zoowd als er een uitwendige vrucht in leven en gedrag open-baar wordt. Als:

1. Eene vrucht van ootmoedigheid. Is zij niet eene kostbarevrucht? - ,,Zijt met de ootmoedigheid bekleed.” (1 Petr, 5 : 5.)Maar wij de vrucht des oogmoeds, wezenlijke ootmoed, wordtniet gevonden, tenzij bij ons eene levende vsreeniging en ge-meenschap bestaat met den Man van smarten. Maar weten wijook iets van deze vereeniging en gemeenschap met Hem, hetbloedende Lam Gods, dan zal ook van Zijnen ootmoed iets onzerzielen medegedeeld worden. ,,Dat gevoelen zij in u, hetwelkook in Christus Jezus was,” (Pil. 2 : 5.) Wanneer wij gebrachtworden op Christus te zien, in Christus te gelooven en onzehartsgenegenheden zijn uitgehaald en getrokken tot Christus,zoo zal er ook ootmoed in de ziel vloeien, gelijk het sap uitden wortel en de stam in de ranken vloeit.

2, Er zal ook oprechtheid en Goddelijke eenvoudigheid [email protected] is mijn hart van nature anders, dan ,,arglistig meer daneenig ding, ja doodelijk?” (Jes. 17 : 9.) Zou er dus eenige op-rechtheid in zulk een hart zijn van natuur? - Neen, geenegeestelijke oprecljtheid ; er mag natuurlijke oprechtheid ~8~1, ..

Page 8: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

83

maar dat is geene vrucht des Geestes. Oprecht te zijn voorGod ; oprecht en eerlijk in alles wat wij doen, denken of sprekenin Zijnen naam; enkel het oog te hebben op Zijne heerlijkheid :eenvoudig te zijn gelijk een kindeken voor Zijne genadigeMajesteit, - waar zal ik gaan? waar zal ik deze dierbare genadedes Geestes vinden? 0, hoe vaak zie ik, ja steeds meer enmeer bemerk ik, hoe de menschen geleid worden door boozebeweegredenen ! 0, hoevelen, die de Godzaligheid belijden, zoowel leeraars als leden, welke kennelijk geleid worden door hoog-moed, eerzucht, zelfbedoeling of hebzucht 1 Hoe weinig zie ik- ik mag, helaas! wel zeggen : gevoel ik in mij zelven, dateenvoudig oog op Gods heerlijkheid, hetwelk zulk een dierbarevrucht des Geestes is in de ziel.

3. GoddelZjke vrees, eerbied voor deta grooten naam van Jehova;eene consciëntie teeder gemaakt en bewaard door Hem, e e nzien en beseffen van het kwaad en vlieden van hetzelve; -is deze niet eene andere dierbare vrucht, die in het hart wordtvoortgebracht door het blijven in Christus?

’ 4. Geloof in Zgnen gezegenden naam, liefde tot Z&e genadigeMajesteit, hoop in Z@ bloed en gerechtigheid; geduld onderbeproevingen, verdrukkingen, verzoekingen en al de moeilijk-heden, waarmede wij in dit tranendal te kampen hebben; b e -waring tot den einde, te midden vau duizenderlei inwendigestrijd en menigte uitwendige vijanden, - zijn ook deze allegeene inwendige vruchten des Geestes, voortgebracht door hetblijven in Christus door het levend geloof?

5. Gebed, waakzaamheid, zelfverloochening, verbrokenheiddes harten, verslagenheid des geestes, droefheid over de zonde ;treuren over onze zwakheid en afdwalend harte; hijgen en ver-langen naar Zijne kennelijke tegenwoordigheid ; kruisiging vanhet eigen ik in al zijne verscheidene gedaanten en vormen, -zijn ook deze geene inwendige vruchten en genadan, die vloeienuit het blijven in Christus?

Waar deze inwendige vruchten gevonden worden blijven deuitwendige niet achter ; eerst inwendige dan uitwendige vruch-ten; - inwendige vruchten voor God, uitwendige vruchten voorde menschen. Zoo wij in Christus blijven, zoo wij gemeenschapen vereeniging met Hem hebben; als wij tot Hem en voorHem leven, en Hij in ons blijft - wij kunnen deze uitnemendezegeningen niet hebben en tevens gelijk vele belijders, begravenzijn in vleescheli;jkheid en hebzucht, Er zullen, er moeten merk-teekenen, zichtbare bewijzen zijn, waardoor wij van hen onder-scheiden zijn en moeten zin.

Maar alle deze vruchten, hetzij in- of uitwendige, vloeien uiteene bron, 1~1.1, uitrcrereeniging en gemeenschap met het nederigeLam Gods. Vergeet dit nooit, Het is niet mijn doen van d i t

Page 9: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

84

of dat - ik kan duizend zulke dingen doen, die nochtansalle booze beweegredenen hebben, omdat zij uit zelfzuchtigeoorzaken ontstaan. Maar behaagt het den Heere mij als eenarme, verlorene, ellendige, als een schuldige, nooddruftige zon-daar tot Zijne genadetroon te leiden, en daar aan mijn hart teontdekken de liefde en het bloed des Lams, mij te geven ver-eeniging met Jezus, om gemeenschap met Hem te erlangen,- o, elke genade en vrucht des Geestes zal in mij gevondenworden, evengelijk de stam kracht ontdekt in de sterkte vande rank, en deze hare kracht erlangt door het blijven in den stam.

Somtnigen uwer mogen misschien beproefd worden van wegehun weinig vrucht dragen, Gij blikt in uw eigen hart en zietdaar weinig vrucht, gij ziet op uw leven, en vindt ook daarweinig vordering. Maar gij verstaat het misschien moeielijk -en wij- kunnen het zoo licht misvatten, - in welken weg de vruchtwordt voortgebracht, Gij leest, gij bidt, gij strijdt, gij doet uwbest: en nochtans feilt gij altijd, en zult feilen tot den eindetoe. Eu dat is waarlijk gezegend, want al dit feilen is een middelom uwe eigengerechtigheid te vlieden, in al hare gedaanten envormen, om aan te kleven den Zone Gods - om geen geloof,geene hoop, geene ootmoedigheid, geene lijdzaamheid in u zelvente bezitten ; maar dat de Heere in ons moet werken het willenen het volbrengen naar Zijn welbehagen, en zelf die dingen inons voortbreng&, welke welbehagelijk zin voor Hem. Én ditis de eenige weg om Godde!ijke vruchten te dragen. De Apostelverklaart’ uitdrukkelijk, dat wij bevrijd zijn of gescheiden vanonzen eersten man, de Wet, en een anderen gehuwd zijn, na-melijk Hem, die uit de dooden is opgestaan, opdat wij Godevruchten dragen zouden. En er is geen anderen weg waarinwij vruchten kunnen voortbrengen tot onze vertroosting e nGods heerlijkheid, dan in dezen weg.

AMEN.

Page 10: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

DE GEHEELE WAPENRUSTING GODS.

LEERREDE OVER EF E Z. 6 : 13 : ,,DAAROM NEEMT AAN DE GEHEELEWAPENRUSTING GODS, OPDAT GIJ KUNT WEDERSTAAN IN DENBOOZENDA(I,EN ALLES VERRICHT HEBBENDE, STAANDE BLIJVEN,"

Welk eene levende schilderij stelt de Apostel in het voor-gaande vers voor van de vijanden, met welke de Christen testrijden heeft den goeden strijd des geloof8 ! ,,Wij hebben denstrijd niet tegen vleesch en bloed,” zegt hij, dat is niet aIZeentegen vleesch en bloed ; want bij het inzien van Rom. 7 vindenwij zulk eene beschrijving door hem gegeven van den strijdtusschen vleesch en geest, dat wij ons niet kunnen voorstellen,‘dat Paulus zoo weinig den toestand des eenen tegen den anderenkon achten, om het den naam van strijd niet waard te achten.Trouwens, is er niet eene dagelijksche worsteling tegen eeneaanlokkende wereld uitwendig? Overvalt ons nooit eenige ver-zoeking? Zoekt de begeerlijkheid des vleeeches nooit hare heer-schappij? Of is de zonde in ons geheel dood, zonder leven,c

* strijd of beweging? Elke Christen moet gevoelen, dat ,,hetvleesch begeert tegen den geest en de geest tegen het vlees&,en deze twee tegen elkander staan,” (Gal. 5 : 17.) En indiende een den anderen tegenstaat, wat moet hunne onvereenig-baarheid anders uitwerken dan een strijd? Die dagelijksche,onophoudelijke strijd, vordert dus al onze krachten, Waren ergeene andere vijanden dan die wij ontmoeten in de vijandigewereld buiten ons, of onze verdorvene natuur in ons, dan reedszouden wij bezwijken en vallen, tenzij wij meer dan overwin-naars gemaakt werden door Hem, die ons liefgehad heeft. Dochde Apostel ziet, als het ware, dien strijd tusschen vleesch engeest in den nieuwen mensch der genade eene wijle voorbij,om onze gedachten te vestigen op een meer harden, moeilijker,nog aanklevender strijd, welke is, niet tegen vleesch en bloed,maar ,,tegen de overheden, tegen de machten, tegen de ge-weldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen degeestelijke boosheden in de lucht,” Op twee zaken moeten wijin deze woorden letten : vooreerst, het getal en de natuur onzervijanden ; ten twesden, de stelling die zij hebben ingenomen.Door ,,overheden, machten, geweldhebbers der wereld, der duis-ternis dezer eeuw, en de geestelijke boosheden” verstaan wijbooze geesten ; en wel in de lucht boven ons, gelijk de satan

Page 11: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

80 ,‘lJ1

r cc

elders genoemd wordt: ,,de overste van de macht der lucht.”(Efez. 2 : 2.j Het is dan alsof de Apostel de ruime en hoogeatmosfeer die ons omringt, zelfs de lucht, die wij inademen,ons voorstelt als bewoond, ja als onveilig gemaakt door eenegewapende macht van helsche geesten; alsof eene talloozemenigte van duivelen in de lucht ons elk oogenblik opwachten,nu eens wreedaardig op ons aanrukkende met openbaar geweld,en dan weder onzen voet zoekende te verstrikken in hunne i

vervloekte netten ; maar hetzij gewelddadig of listig, immerspannen zij samen tot ons eeuwig verderf, Kunt g[j dit nietgelooven noch bevestigen, bemerkt dan zijne beschrijving vanhen. Let op zijne woorden, en vergeet niet dat het ingegevenwoorden zijn, die als zoodanig met eenvoudig geloof moetenaangenomen worden. Eij noemt ze ,,overheden, machten, geweld-hebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, geestelijke boos-heden,” of booze geesten in de lucht, Laat onsimet GÖds hulp,in de meening dezer woorden zoeken in te dringen, Wij mogengelooven dat er eene zoogenaamd Hemelsche hierachie bestaat;anders gezegd, dat de zalige Engelen allen niet van denzelfdenstaat of rang zijn, Althans schijnt de Heilige Schrift dit t e

Ileeren. Wii lezen b.v. in dezen brief (1 : 21), dat onze Heere.Jezus verhoogd is ,,verre boven alle- overheid, en macht, enkracht, en hëerschabpij, en allen naam, die genaamd wordt,niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende.” Enverder : ,,Opdat nu, door de gemeente, bekend gemaakt wordeaan de overheden en de machten in den Hemel de veelvuldige -wijsheid Gods.” (Ef. 3 : 10.) Deze uitdrukkingen: overheden,machten, krachten en heerschappijen, schijnen ons aan tewijzen, dat er verschillende rangen in der Engelen leger-scharen zijn. Gabriël spreekt van zich zelven, als staande voorGod (Luk, 1 : lg), hetwelk schijnt te beteekenen een onder-scheiden voorrecht; en Michaël wordt bij Dan%1 een ,,der eersteVorsten” genoemd, en bij Judas: ,,de Ärchangel.” Het is welgeene besliste geloofszaak ; maar toch mogen wij onderstellen,dat de Engelen Gabriël en Michaël een andere rang bekleedendan anderen, die ,#gedienstige geesten zijn, tot dienst uit-gezonden van hen, die de zaligheid beërven.” Lk zou dit puntevenwel niet hebben aangeroerd, ware het niet tot eenigeopheldering van onzen tekst. Trouwens schijnt te blijken, datde satan, die eens een reine en heilige engel wag, deze hemel-sche heerschappij heeft verwisseld met een helsche hierachie,waarvan hij het hoofd is; want wij lezen, dat ,,Michaël enzijne engelen krijgden met den satan en zijne engelen.” (Openb.12 : 7-9.) Wij gelooven dus, dat gelijk onder de zalige Engelenzoo zijn er rangen en orden onder de helsche geesten ; en gelijkdeze al hunne vorige Engelenmacht bezitten, schoon nu in hel-

Page 12: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

87

sche kwaadaardigheid en boosheid ontaard, zoo oefenen zij dezeninvloed uit over dezen wereld, en noemt de Apostel hen .,?over-heden en machten, geweldhebbers der wereld, de duisternisdezer eeuw, en geestelijke boosheden,” of booze geesten in delucht. Maar gij zegt: Wie ziet ze? wie gevoelt ze? Wat bewijsis er, dat wij omringd zijn door deze helsche geesten, die allenonzen ondergang zoeken? Gij zegt het, en zoekt uw punt tebewijzen; maar wat bewijs hebben wij er voor dat die helschegeesten ons omringen, of dat wij een strijd. op leven en doodtegen hen hebben te strijden? - Ach, de tijd kan spoedigdaar zijn, dat deze ongeloovige twijfelingen voor u opgelostworden op zulk eene wijze, dat het u eene nooit gekende dag derbenauwdheid baren zal; of misschien leert gg hare waarheiddoor het gevangen worden in een strik door hen gespannen,waardoor gij schier al uwe beenderen breekt, Maar zijn ze minderwezenlijk omdat ze onzichtbaar zijn? Omdat gij thans hunnekracht niet gevoelt, is daarom hunne kracht minder sterk? -Neen, juist het tegendeel: omdat zij onzichtbaar zijn, zijn ze,‘schoon minder gevreesd, te meer drukkende; omdat zij u ge-kneld houden in ijzeren boeien schoon ze u zijden boeien schij-nen, daarom schijnen zij zoo weinig kracht over u uit te oefenen.Trouwens, niet zoo zeer het openbaar geweld als wel de ver-borgene krijgslisten des satans hebben wij te vreezen, de ver-borgene strikken, die hij onzen voet spreidt, de listige invloe-

. den die hij uitoefent op ons vleeschelijk bedenken, de helscheinwerpaelen, de ongeloovige gedachten, de zinnelijke verbeel-dingen, de rebeleerende murmureeringen en loerende vijand-schap, welke alle hij met zijnen helschen adem bezielt, Jakobusspreekt van de tong als van een helsch vuur, (3 : 6). Dit doetdes satans handelingen kenmerken, Wanneer de tong ijdelheidspreekt of groote dingen roemt; wanneer zij het geheele lichaambezoedelt en vol is van doodelijk fenijn, - wie ziet, dat desatan haar in vuur zet? En als dit zoo is met de zonde dertong, waarom zou het zoo niet zijn met elke andere zonde?Hoewel het ons niet ziChtbaar is, dat deze helsche geesten alszoo vele onreine vogelen in de lucht ons omringen; als wijhunne stem nief hooren noch hunne gedaante zien, nochtansis dit eene reden te meer om hen te vreezen, omdat hoe minderzij worden gezien des te meer kracht zij uitoefenen. Daaromvermaant ons de Apostel ,de geheele wapenrusting Gods aante doen, opdat wij kunnen staan tegen de Zistige omZeidingendes duivels,” Gij ziet, dat wij veel meer zijne verborgene listendan zijn openbaar geweld hebben te vreezen. Ea deze zijn ZOO

groot, dat alle medehen zonder uitzondering een prooi zijnerlisten zouden worden, tenzij zij deel erlangen aan de drie vol-

. gende zaken.

Page 13: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

88 .

Het eerste is, dat het geestelijk en eeuwig leven van al Godsheiligen verzekerd is in deut Persoon van Zijnen lieven Zoon.Zijne eigen woorden luiden: ,,Mijne schapen zullen niet verlorengaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijne hand

l

rukken.” Ja, zoo tiogelijk, geeft Hij nog krachtiger reden op:,,Mijn Vader, die ze Mij gegeven heeft, is meerder dan allen ;en niemand zal ze rukken uit de hand Mi@s Vaders,” (Joh.10 : 28, 29.) Al de schapen van Christus zi@ daarom gebondenin het bundelken der levenden bij Jehova het Lam; zij zijnallen verzekerd in den eed en belofte Gods gegeven -aan denZoon Zijner liefde in het eeuwig verbond, in alles welgeordenden verzekerd, toen Hij verklaarde, dat Zijn zaad zoude zijn totin eeuwigheid en Zijn troon als de Hemelen. (Ps. 89 : 29.) D esatan moge derhalve vechten en razen, bijten en brullen, aan-vallen en plagen, steken en wonden, slingeren en kwellen, aan-grijpen en verstrikken het volk van God; maar hij kan nooitde minste der leden van Christus verborgen lichaam uit Zijnehand rukken. Want ook de Heere drukt Zijnen wil uit aanZijnen Hemelschen Vader, zeggende : ,,Vader ! Ik wil, dat waarIk ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdatzij Mijne heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegevenhebt.” (Joh. 17 : 24.)

Een tweede reden, waarom de satan niet eindelijk zal zege-vieren over de geringste van Jezus Christus leden is, dat onzeHeere hem beroofd heeft van zijne heerschappij over hen.Immers lezen wij, dat ,,Hij het vleesch en bloed der kinderenaannam, opdat Hij door Zijnen dood zou te niet doen dengenen,die het geweld des doods had, dat is de duivel;” (Hebr. 2 : 14)en wederom l. ,,De overheden en machten uitgetogen hebbende,heeft Hij die in het openbaar ten toon gesteld, en heeft doorhetzelve - dat is Zijn kruis - over hen getriomfeerd.” (Coll.2 : 15.) En toen hij dus ten Hemel opvoer, heeft Hij de ge-vangenis gevangen genomen, en deze helsche geesten als over-wonnen vijanden aan Zijnen zegewagen gekluisterd, hen be-roovende van al hunne macht om Zijn volk te verderven.(Ef. 4 : 8.)

Een derde reden, waarom Gods volk in dezen strijd niet teoverwinnen is, noemen wij: de wapenrusting, die God voor henbereid heeft, -met welke toegerust zij de listige omleidingen desduivels kunnen wederstaan.

Dit leidt ons tot onzen tekst, waarin wij zullen trachten nate pan:

1. Wat deze wapenrusting is, en wat het zegt, die aan tenemen,

II, Hoe wij daarmede kunnen wederstaan in den booxen dag.

Page 14: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

89

111. De vermaning, dat wanneer wij alles gedaan hebben, dan,in de ure van het grootste gevaar, steeds staande t ebl2;iuen.

1. In de beschrijving van de geheele wapenrusting Gods,zal het behoefte voor ons zijn met Gods hulp en zegen deonderscheidene gedeelten daarvan te bescho&en, zooals deHeilige Geest ons die door Paulus beschreef.

Ik” begin dus met den gorde2. - ,Staat dan, de lendenenomgord hebbende met de waarheid.” Natuurlijk weet gij, dat deOostersche volken niet gekleed waren zooals wii ; dat zij geenedichte, nauwsluitende kleederen droegen, voegzaam voor denijvere, handelende inwoners van de Noordelijke gewesten enEuropeesche volken, maar losse ruime mantels, die, hoe onge-schikt ook voor ons, zeer gepast waren voor hunne luchtstreeken gewoonten. Maar dewijl zij zich somtijds moesten bezighouden met den landbouw, krijg, jacht of dergelijke, zoo warenze verplicht hunne kleederen nauw aan hunne lendenen te<gorden, opdat ze hun niet lastig waren, In hunne huizen neder-gezeten vielen die ruime kleederen gemakkelijk van hunneschouders. Maar het ging niet, om er zoo mede te werken inhet veld of krijg te voeren. Daarom hadden de Joden en andereOostersche volken altijd een breeden en sterken gordel bij dehand, met welken zij hunne kleederen opschorten en vastbonden

1 en nochtans de armen vrijhielden tot het hanteeren van houweel,spade of zwaard. Dat verklaart ons die vele uitspraken derSchrift van het ,opschorten der lenden,” dat is, de eerste staptot dadelijk handelen. En als de Apostel vermaant, om ,,delenden omgord te hebben met de waarheid,” dat is het eerstedenkbeeld om te ,,staan,”loos te zijn,

niet stil neder te zitten, niet zorge-ons te bereiden tot den aanstaanden strijd. Dat

is het eerste gedeelte van de wapenrusting, zonder welker goedetoestelling de overige stukken niet behoorlijk kunnen gesteldworden, of in hare rechte plaats toegerust, Van dezen gordelof koppel wordt gesproken als ,,gordel der waarheid@” Door .het woord waarheid versta ik hier twee dingen: le. Oprecht-beid, want dat is de grondslag van elke Chr&telijke belijdenis,dat is het eerste stuk der wapenrusting om ons wel toe terusten, om onze lenden op te schorten voor den toekomendenstrijd. Gelijk Elia zijne lenden opgorde toen hij tot Achab ging ;en Gehaza gaande met den staf des profeten ; en de Heere zelfZijne discipelen beval :kaarsen brandende ;”

,,Laat uwe lenden omgord zijn en dealzoo moeten wij onze lenden opgorden

tot het strijden van’den goeden strijd, om met lijdzaamheid t eloopen de loopbaan, die ons voorgesteld is, om elk oogenblikbereid te zijn voor de komst des Heeren, die zal zijn als een

Page 15: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

90 i

dief in den nacht. Maar zonder den gordel der oprechtheid,eerlijkheid en waarheid, wat is onze belijdenis? Deze gordel isvolstrekt eene eerste vereischte voor den Christen, namelijk:opre&@eid. Doch versta mij wel; er is veel oprechtheid dienog geen gordel der waarheid is. Daarom zoo weet, dat ikuitsluitend van ,Goddelijke oprechtheid” spreek. (2 Cor. 1 : 12.)Er is eene oprechtheid ook in de Godsdienst, die op zijn besteen verdorven gordel is. Is de roomsgezinde niet oprecht? Ikheb bij hen in hunne dienst oprechtheid gevonden, schoon volblindheid en bijgeloof. Ziet, deze gordel is geweven met menschen-vingeren in ons aardsch weefgetouw, De gordel der waarheidis van Hemelsch maaksel, en eenigermate gelijk aan den rokdes Heeren, uit één stuk, ,, zonder-naad, geheellijk geweven.”Er is dus geene vermenging van half en- half in, géene ver-keerde draden, half zwak en half sterk. Gelijk de sterkte van.eene keten afhangt van de kracht der zwakste schalm, alzoosteunt de kracht des gordels op het zwakste gedeelte; hij moetdus geheel, in alle deelen onverbreekbaar zijn. En zulk eengordel werd nooit door menschenhanden geformeerd ; maar ookniets dan Goddelijke oprechtheid, van welke iedere draad Godsvoortbrengsel is, kan zonde en satan wederataan. Wie was meeroprecht d‘can Saulus, toen hij de gemeente Gods vervolgde? Hij,, meende waarlijk, dat hij vele tegenpartijdige dingen moestdoen tegen den naam van Jezus den Nazarener;” maar datwas niet- genoeg om hem oprecht te maken voor God, wanneerhij bovenmate woedde tegen Gods volk, hen vervolgde tot inde buitenlandsche steden. Hij had eene andere oprechtheid.noodig, - eene, die God geeft, eu hem medegedeeld-werd voorDamaskus poort. Niemand is waarlijk oprecht, tenzij God hethem maakt: want er is geene wezenlijke oprechtheid zonderGoddelijk licht, geen wezenlijke ernst zonder Goddelijk leven.De Godsdienst is ons eene beuzeling zoolang God het ons nieternstig maakt ; althana zoo was het met mij. Ik had mijnetijden omtrent de Godsdienst en meende den een of ander tijdGodsdienstig te worden, en had veel achting voor ha&en het Godsdienstig volk. Doch de wereld verbrak immermijne voornemens en zweepte ze weg. Het was gelijk een kindaan het zeestrand, dat met zijne houten schoffel een hoopjevochtig zand opwerpt, om den zwellenden vloed te keerën.Alleen door Gods inplanting van Zijne vreeze in mijn hart werdik oprecht.

Maar ,,de waarheid,” als gordel van een Christen krijgsman,zegt niet- alleen oprechtheid,-maar ook eencvan de waarheid, xooals die in Jezus is. Dehebben met de waarheid” wil zeggen, deloovige hand aan te nemen en rondom ons

-bevìndelgke kennìs“lenden Ömgord tewaarheid met ge-te stellen om on8

Page 16: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

91

tot handelen te versterken, En gelijk ik zoo even opmerkte,dat er geene verdorvene draden moeten zijn in den gordel deroprechtheid, zoo moet er geene vermenging van dwaling zijn metden koppel van Evangelische waarheid. De gordel der waarheidmoet van enkel waarheid zijn, zonder veräÏenging, dewijl hijanders aldra breekt, Hoe duidelijk blijkt dit, helaas! opzichtens

f den strijd over het Zoonschap van Jezus. Hoe menige gordelvan menschen werd hier verbroken. Hoe bedekt zij hunnedwalingen houden, bij een eersten aanval breekt de gordel. Neen,om vast en sterk te zijn moet hij geheel rein en volmaaktwezen, gelijk de waarheid Gods geopenbaard is in Zijn Woord.Welke dwaling men aankleeft, dat is zijn zwakke punt; enzeker zal hij eenmaal des Profeten verklaring ondervinden:,,lossigb.eid voor eeoen gordel.” (Jes. 3 : 24); eu door middeldezer dwaling zal het zijn als met den gordel des Profeten bijden Eufraat verborgen : ,,verdorven en nergens toe deugende.;’(Jer. 13 : 7.) Dit doet mij zoo zeer ijveren tegen dwalingen,dewijl ik hare vreeselijke gevolgen’ zie. Men noeme mij eenmensch van bitteren geest, omdat ik er steeds tegen spreek;maar ik doe het, omdat ik den gevaarvollen toestand van der-gelijke menschen zie, Overgegeven te zijn om de leugen te ge-looven is een der vreeselijkste oordeelen Gods. Neen, mijnevrienden 1 strijden wij den goeden strijd des geloofs, dan moetenwij de waarheid bevindelijk en gevoelig vast houden in al harevreinheid en kracht; en dat doende zijn onze lenden omgordmet den gordel der waarheid. Gelijk met onzen Heere de waar-heid en de gerechtigheid de gordel Zijner lenden waren, alzoomoet het bij ons zijn. Maar mogelijk vraagt gij met Pilatus:,,Wat is waarheid?” De waarheid is die ingegevene ontdekkingvan God zelf en van Zijnen zin en wil, door God in de Schriftgeopenbaard, en die de gezegende Geest met kracht aan hethart van Zijn volk bekend maakt; gelijk daar is de leer desdrieëenigen Gods, - de waarheid en het oorspronkelijk Zoonschapen Godheid van onzen Heer, - de Godheid, persoonlijkheiden Goddelijke werkingen des Heiligen Geestes; in één woord:alles wat genoemd wÖrdt : de leer der genade, - de waarheid,die de ziei vrij maakt. Naarmate wij aÜ de waarheid bij bevinim .ding kennen als door Gods kracht aan ons hart verzegeld, zijnonze lenden omgord met de waarheid; want bedenkt, die gordelmoet niet slechts gezien, maar gedragen, niet alleen in dehand,maar rondom ons geslagen worden.

En nu het tweede stuk der wapenrusting, waarvan de Apostelspreekt, namelijk ,,h& borstwapen der gerechtigheid.” Het borst-wapen was, in oude tijden, voor de uitvinding van het buskruit,een der belangrijkste gedeelten der wapenrusting, die den krijgerbeschermde, namelijk in zijne levensdeelen, zooals het hart, de

Page 17: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

92

longen, de lever, ent,, die daaronder bedekt werden, hetwelkgemaakt was van stukken ijzer of staal over elkaar geslagen,of ook wel uit één stevig stuk metaal. Alzoo in de genade:het hart, de zetel van alle levensgewaarwordingen, uit welkede bloedatroomen door alle aderen en vezelen gaan ; de longen,waardoor wij den levensadem, de reine adem des Eemels in-ademen en in smeeking en gebeden tot God uitademen ; eli delever waardoor wij eene gezonde begeerte erlangen naar hetbrood des levens, om ten eeuwigen leven verzadigd te worden :- deze innerlijke organen van den nieuwen mens& der genade,moeten met een borstwapen bedekt worden. ,,Borstwqeti dergerechtigheid,” wat is dat? Onze eigengerechtigheid? Wat be-scherming zou daar in zijn? Ik herinner mij gelezen te hebbenin Marcartneij’s ,,Gezantschap naar China,” dat zij op hunnereis een chinees& fort zagen, hetwelk hunnen voortgang zoukeeren, aangezien eene menigte menschen in schitterende wa-penrusting op de wallen te wandelen, Na weinige schotengedaan te hebben werd de vesting genomen, en wat bevondmen van de wapenrusting? Het was alles van glinsterend papiergemaakt om door polijsting staal te verbeelden, om daarmedeonze schepen af te schrikken, Hunne wapenrusting zou nau-welijks den pijl eens kinds beantwoord kunnen hebben, veelminder de wapenen die onze vloot gebruikte. Evenzoo zou hetborstwapen onzer eigengerechtigheid ziju ; ongenoegzaam als depapieren wapenrusting der Chineezen schoon voor het oog, maarzwak als water tegen de aanvallen onzer machtige vijanden.0, wij hebben een beter borstwapen noodig dan van papier ofzelfs van ijzer, gedolven uit de mijn der natuur en gesmeedmet menschenhanden. Wii moeten het borstwanen van Jezus

,

gerechtigheid hebben, hetwelke zonder scheur of breuk is. Wijlezen van Achab, dat een man in eenvoudigheid zijne boogspande en hem trof tusschen de gespen zijner wapenrusting.Er was dus eene opening in waar de pijl juist trof en zijn bloeddeed stroomen, dat hij stierf, Indien dus onze borstplaat vanmenschelijk maaksel zij, zij zal mede dit gebrek hebben: hiereen stuk goedheid, daar wat gerechtigheid, gelijk een gestiktedeken ; maar welke bedekking geeft dit wanneer de vijand onzerziel zijne doodelijke stooten op ons richt? Maar er is een borst-wapen, dat hij nooit doorsteken kan, de borstplaat van Christusgerechtigheid. Gelijk HART terecht zegt:

,,Rechtvaardigheid door Gods kracht ingeplantMoog uwe zielsverheuging zijn in smart,

Doch laat alleen het toegerekend heilI?w borstplaat ziju tot dekking van uw hart,”

Doch wij hebben de wapenrusting verder te overwegen, en

Page 18: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

93

verlaten derhalve dit gedeelte met eene plechtige waarschuwing:- Christus gerechtigheid en niet de uwe moet uwen boezemals met een borstwapeu beveiligen in den strijd, zoowel alsuwe versiering zijn na den strijd.

,,En de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie desvredes.” De ouden droegen gewoonlijk zoolen van sandelhoutmet touwen vastgebonden ; maar wan;eer zij in den strijd gingendroegen zij zoogenaamde beenscheenen, een soort van sterklederen laarzen, die een goed eind bij de beenen opreikten, enmet kleine koperen of stalen platen overtrokken hun beneden-lichaam bedekte, De Apostel zinspeelt op deze militaire been-scheenen, als hij zegt van ,,onzen voet geschoeid te hebben.”Wij moeten vast en krachtig op onze beenen staan als wij metonzen vijand strijden. Een los zittend schoeisel van sandelhoutrn.yge h e t kunnen doen in vrede, maar in den strijd moetenYl wat sterker en beter hebben. Dit sterke, ijzervasteschoeisel is het Evangelie des vredes, dat den voet zeer voegt;het slijk en modder Gekt het niet af en de satan kan alsdan.onze voeten niet kwetsen. Het heet hier: ,,bereidheid van hetEvangelie des vredes,” - ook gereedheid, vaardigheid, de leven-digheid die dit Evangelie-schoëisel ons geeft; immers maaktehet den krijgsman vaardig en stevig in zijn gang, meer danmet ontblooten voet op een enkele voetzooi, opdat hi. zelfs opeen met bloed doorweekten grond zou staande blijven ; alzooook wij, welgeschoeid en toegerust met het Evangelie des vredes,door den Gezegende Geest äls het ware daarmede onze beenenen voeten omwonden hebbende en door Zijne vernieuwende enverlevendigende genade vast st*aande, zoo Zullen wij zelfs vaststaan als in de tanden der hel, zelfs voor het aangezicht enonder het heetste vuur des satans. Doch staan wij op eeneverbrokene wet ; op de glibberige aarde van schepselverdienste ;op het rollend zand onzer voornemens, op onze tegenwoordigeof toekomstige oefeningen ; op den grond, moerassig gemaaktdoor geheime of openbare zonden en het bloed en drek eenerschuldige consciëntie, wij zullen voorzeker in den strijd vallen.Niets dan het Evangelië, het dierbaar Evangelie, hier genoemd:,Evangelie des vredes,” vrede ontdekkende en brengende aanhetkan

geweten, eenonzen voet

vrede Gods ,alle verstand te boven gaande,”vast doen staan wanneer wij hebben te

stri@en tegen den satan en zijne legerscharen. E n geli$ ervastheid, ja eene gepast<hcid in het toegeruste schoeisel is voordes krijgsmans voet, en het niet slechts ter bescherming maarook tot versterking dienstig is, alzoo het Evangelie, komendemet zoetheid en kracht als eene boodschap van genade, eeneontdekking van vrede aan de consciëntie, bedekt niet slechtsvoor de 6jandelijke slagen, maar verbindt ook; hetzd zoowel

Page 19: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

bewarend als versterkend voor den Christen, en geeft hem vast ”te staan op het strijdveld. Wel gevestigd te zijn in de waar-heid is eene onwaardeerbare genade; en zonder haar is er ’inderdaad geene kfacht om de verzoeking te wederstaan, dewereld te overwinnen, tegen den satan te strijden, of te zege-vieren over dood en hel.

Maar nu komt een zeer belangrijk gedeelte der wapenrusting.Wij besehouwden den gordel der waarheid; wij zagen op hetborstwapen der gerechtigheid, wij onderzochten het schoeiselvan het Evangelie des vredes, Maar nog is de wapenrustingniet voltallig; er zijn nog onbedekte gedeelten, waar de krggs-man gevaarlijk zou kunnen gewond worden. Eij moet een sch&Jhebben, om elken slag af te weren. En dat wapen wordt hiergenoemd : ,,het schild des geloofs? Dit schild vordert een weinigonderzoek. Merkt dan, dat niet het geloof zelve, maar het _Voorwerp des geloofs het schild is. Dit blijkt duidelijk uit hetgeen God tot Abram zeide: ,Ik ben U een schild, uw loon,zeer groot.” (Gen. 15 : 1.) Dat was Israëls gelukzaligheid naarDeut. 33 : 29 : ,, Welgelukzalig zijt gij, o Israël I Wie is u gelijk? ’Gij zijt een volk, ’ verlost door den Heere, het schild uwer hulp,en die een zwaard is Uwer hoogheid.” En is de Heere nieteen Zon en een Schild 3” (Ps. 84 : 12.) Het is dus niet ons ”geloof, veel minder eenige natuurlijke of ingebeelde goedheid,sterkte of wijsheid van ons zelven, die ons beveiligen kan indezen vreeselijkea strijd. Maar Christus in Zijn Persoon, werk,bloed en gerechtigheid tusschen ons en den satan, en Hem zoodoor het geloof tot ons Schild en Beschermer te omhelzen,doet on3 ,,alle vurige pijlen des satah uitblusschen.” Het wordtgenoemd : ,, Schild des geloofs,” omdat het geloof alleen Christusals onze Beschermer omhelst. De uitdrukking: ,,vurige pijlen,”is eene zinspeling op de gewoonte in oude tijden. Zij bezigdenn.1. pijlen, die met touw of andere licht ontvlambare stof om-wonden waren, die ze in brand staken en zoo in de belegerdestad schoten, welke allicht op eenig gebouw van hout of anderebrandbare stof kwamen, en zoo de stad in brand staken ofalthans zooveel verwarring veroorzaakten, dat de vijanden in-tusschen de plaats konden innemen. Zij waren voor de oudenwat de bommen voor ons zijn.

Door deze ,,vurige pijlen,” of letterlijk, pijlen, die dooxx ) :vuur zijn aangestoken, kunnen wij verstaan des satans helscheinwerpselen, zijne duivelsche inblazingen, zijne ongeloovigeredeneeringen, de harde gedachten die hij in de harten vanGods volk opwekt, de opstand, zelfzucht, ontevredenheid enwanhoop, die hij tegen hen opwerpt als zoo vele brandendepijlen, En waarom zijn ze zoo zeer te vreezen? - Omdat wijin ons een geheel magazijn van ontvlambare stoffen hebben.

Page 20: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

95

Diep verborgen liggende in ons vleeechelijk gemoed, gelijk deonderaardsche kruidmagazijnen,lichtelijk dezelve, en -

zoo òereiken deze vurige pijlende ontploffing volgt onmiddellijk. Hadden

wij niet zulk eene verdorvene natuur, niet zoo licht ontvlam-bare stoffen inwendig, de satan kon zijne vurige pijlen op onsafschieten zonder eenig leed, gelijk de pijlen op een steenenwal afspringen. Maar wij dragen zulk een maesa brandstof bijons, dat één vurige pijl genoeg is om alles in brand te steken.Voeldet gij soms niet zulk een opstand in uw gemoed, zulkeharde gedachten van God, zulke vijandschap, vuilheid, vreeselijkGodslssterlij ke overleggingen, dat gij als met den duivel scheendetbezeten te zijn? En dan weder door een zwerm varr ongeloofals uitvloeieel, dat u zelfs een greintje geloof scheen te ont-*breken, Men spreekt veel van ,,proeven en onderzoekingen,”masr sinds lang had ik die in mijn vleeschelijk gemoed, en behoefze niet te lezen om twijfelzucht en ongeloof in mijn gemoed opte wekken ; ik heb er genoeg van in. mijn hart, en zelfs gaat erschier geen dag voorbij of een of meer dezer vurige pijlen voel ikòp mijne ziel afschieten, Ik las die beschouwingen nooit en zal zeook niet lezen ; maar ik geloof, dat elk onderwerp daar behandeldin de diepten van mijn redeneerend gemoed ondervonden icr.Ik wil niet zeggen, dat zij uitwerkten hetgeen de vijanden deskruises Christi daarmede bedoelden ; maar misschien hebben aom-mige in mijn gemoed gewerkt datgene, wat ze niet ten doelhadden; want vaak gevoelde ik de waarheid van Halybarton’sopmerking, dat de Beere voor zulke menschen de grootste moei-l$kheden die tegen de Godsdienst ingebracht worden, verbergt ;want door hunne blindheid zien zij ze niet, en in teederheidtot het geloof der kleinen, worden niet al hunne listen open-baar. Wij kennen de bedoeling dezer menschen en het vreeselijkeinde waartoe zij drijven, dat zij zelf niet zien omdat zij in hunongeloof opgesloten zijn, dewijl wij het tegenbeeld in eigenboezem omdragen, Maar de strikken in welke zij verward zijntot hun eigen verderf zijn onze verzoekingen, hunne heerlijkheidis ouze schaamte, hunne blijdschap onze ellende. Maar hoe be-nau wend zijn den geloovigen zulke ongeloovige redeneeringenin zijn Goddeloos hart, en hoe schijnt hij als van zijn anker-grond verdreven wanneer deze woedende stormen op hem aan-blazen.

Doch in het hart van menig kind van God is vaak zooveelmotxleloosheid, schoon hij niet uonderworpen . werd aan die onge-loovige aanvallen, van welke ik zoo even sprak. De satan weette werken overeenkoVm&ig onzen natuurlijken aanleg, neiging,gewoonten, gedachten en vele andere dingen, in welken wijveel van elkander kunnen verschillen. Eeb <k een redeneerendgemoed, hij richt zijne vurige pijlen er toe orn ongeloovige

Page 21: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

96

gedachten in mij te ontsteken. Ben ik van moedeloozen aard,hij vervult mij met de meest zwaarmoedige gewaarwordingen,om mij aan mijne zaligheid te doen wanhopen. Ben ik van eengemelijk gestel, hij werkt daarop en verwekt den’vreeselijkstenopstand, medelijden met zich zelven, harde gedachten van God..IZii kent juist Önzen toestand, en waar hij een zwak punt zietLschiet hij eene vurige pijl,

En hoe zullen wij deze vurige pijlen ontmoeten? - Er isslechts één weg; en dat is het schild des geloofs te nemen,ziende op Jezus; tegen die vurige pijlen te Stellen den Persoon,het werk, bloed en de liefde des Lams. En dit geschiedt doorde oefening des geloofs, om met ons gansche hart den ZoneGods aan te kleven, wat ook de satan daar tegen zegge. Laatde satan zeggen, dat Hij de ware en wezenlijke Zoon van Godniet is; - de ziel antwoordt: Hij is het. God heeft Hem alsd e zo6danige a a n mijne ziel ontdekt; en boven deze inwen-dige getuigenis zie ik het heerlijk schijnen in de Schrift. Inspijt van den satan, van al de inblazingen en redeneeriagenvan onverlichte, geestelooze menschen, houd ik steeds dezewaarheid vast, want ze is ia mijn hart’ bekrachtigd : Hij is deXone Gods. Neemt daarom het _ schild des geloof& want doorhet geloof in Jezus de Zone Gods zijt gij beveiligd tegen de vurigepijlen. Wederom, als de satan zegt, dat de Schrift onwaarheid,uiet ingegeven is, gelijk alle andere boeken door menschenbeschreven ; o zeg dan gij: ik weet, dat zij de waarheid is,door den Heiligen Geest ingegeven, want ik heb hare krachtgevoeld ; zij werd mijner ziel toegepast; ik vond er troost in;de satan zegge wat hij wil. Dit is het schild des geloofs nemen,om daarmede vurige pijlen uit te blusschen. De ouden warengewoon de houten gebouwen met vochtige vellen te bedekken,om daardoor de vurige pijlen uit te blusschen. Hier zinspeeltde uitdrukking op. Of de satan kan in uw gemoed opwekkeneen storm van opstand tegen God, en Hem voorstellen als uwvertoornde Rechter of wrekende vijand. Uw antwoord zij: kanik rebelleeren tegen een God, die zoo veel voor mij deed naarziel en lichaam? Zal ik strijden tegen Hem, die mij zegendeen zoovele jaren leidde in de paden van waarheid en gerech-tigheid 3 - Hier ia wederom een nemen van het schild desgeloofs, om uit te blusschen die vurige pijlen, welke genoegzaamzijn om uw vleeschelijk gemoed geheel in vlam te zetten. O fWanneer de satan een brandende pijl, van wanhoop in uw ver-saagd gemoed werpt, die diep indringt en de akeligste gevoelens -doet ontstaan ; neem dan in de kracht des geloofs hef schild ,met het: kwam de Heere niet voor mij? heeft Rij mijne zielniet gezegend en nu en dan bezocht? Ja, ik heb Zijne tegen-woordigheid gevoeld, Zijne heerlijkheid gezien, Zijne liefde ge-

Page 22: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

97

proefd en Zijne uitnemende genade ondervonden. Satan, wijk !Üw redetwisten is te vergeefs, en den zegen des Heersn aan.mijne ziel kunt gij niet"loochenen. - Ëier is wederom hetschild des geloofs,- waardoor de vurige pijlen uitgebluscht enop den grond Vdl@Il. Maar meen niet dat ik bedoel, dat wijaltijd zoö maar kunnen doen; ik wil alleen aanwiizen wat hetschild des geloofs is en hoe de Christen-kriJgsman het moetgebruiken ; waart#oe hij echter geene macht heeft tenzij Hijdoor Gods kracht bekwaam gemaakt worde.

- Doch wij beschouwen een ander stuk der wapenrusting, datis : ,de helm der zaligheid.” Het hoofd is wel een levensorgaan,en heeft daarom bedekking noodig, dewijl één slag daar nood-lottig kan zijn. Daarom heeft de Heere er voor gezorgd in Zijnewapenrusting, hier genoemd : ,, helm der zaligheid ;” elders meerduidelijk: de helm, de hoop der zaligheid.” (1 Thes. 5 : 8.) Maarwat wordt door het hoofd vertegenwoordigd, hetzij geestelijk ofletterlijk 3 - Het is een regelend orgaan; want al onze zin-tuigen zijn in het hoofd, als oog, oor, neus en gehemelte, om tezien, te hooren, te ruiken en te proeven. Zoo mag het danop geestelijke wijze voorstelleu, die daadwerkelijke zintuigender ziel, waardoor het Christus ziet met het geloofsoog, Christussmaakt4 met den mond des geloofs, en de zoete geur van Zijnennaam, als een uitgestorte olie, ruikt door het geloof, en - ikvoeg er bij : IIem looft en prijst met tong en lippen des geloofs.Het hoofd stelt dus voor die vereenigde levensorganen, waardoorChristus wordt aangegrepen als ons heil en al onze begeerte. Maardan heeft het noodzakelijk bedekking noodig. En ziet, er is voorgezorgd in den hier genoemden ,,helm der zaligheid;” en hebt gijniet alreeds zijne gepastheid ter bedekking van uw hoofd ten dagedes strijds ondervonden? Gij zult toch wel harde stooten gehadhebbend Kon hij, de satan zou uwe oogen wel uitgegravenhebben, zoodat gij Christus niet meer kondet zien; hij zou uweooren stoppen, opdat gij nimmermeer een woord van vertroos-ting van Zijne lippen zoudt kunnen hooren; hij zou uw neusmet modder en vuil stoppen, opdat gij u niet meer aan demirre, aloë en kassa Zijner kleederen zoudt verkwikken; hijzou uw gehemelte bederven door zijne vergiftige kruiden, zoodat gij niet proefdet en smaaktet, dat God genadig is ; hij zouuwe tong gebonden en uwe lippen gemuilband hebben, om nietmeer uwe ziel in gebed en smeeking voor den Beere uit testorten noch Zijnen heiligen naam te loven en te prijzen. Eenegoede hoop in gehade h@ ,de helm der zaligheid,” als zijnde,,de kennis der zaligheid in de vergeving der zonden.” (Luk.1 : 77.) Is het niet alsof de satan met al de kracht en kwaad-aardigheid van een Franschen kurassier bij Waterloo, de hoopdes eeuwigen levens en als zoodanig uw hoofd in tweeën wil

Philpot. Twaalfde Zestal. 7

Page 23: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

. ,

98

slaan? En hoe zou ons arm, onbedekt hoofd zulk een doode-lijken slag wederstaan? Maar er is een nemen van den helmder zaligheid, dat is, het ontvangen der zaligheid in het hartals eene vrije gifte Gods; zoodat dus met de genade uw harttoegedeeld de helm alreeds op uw hoofd gesteld is, om u tebeveiligen ten dage des strijds.

Tot dusverre zagen wij de verwerende wapenen den Christen-krijgsman in Gods wapenrusting verschaft. Maar hoe sterk engepast ook, die wapenen zijn niet de eenigste die den krijgs-man in den oorlog behoef’t : hij heeft zoowel een zwaard alseen schild noodig. De Heere heeft dus ook hierin voorzien, hiergenoemd : ,,Het zwaard dss Geestes, hetwelk is Gods Woord .”- Maar gij vraagt misschien, waartoe den Christen-lrrijgsknechthet zwaard moet dienen, aangezien hij geroepen wordt zich teonderwerpen aan elke beleediging, en geslagen wordende op deeene wang ook de andere toe te keeren? - Het is waar, zoois het opzichtens zijne medemenschen, maar niet ten aanzienvan zijnen inwendigen vijand. Moeten wij ons het schietenzijner vurige pijlen laten welgevallen, ons onderwerpen aanzijne zwaardsteken, en niets weerom doen? Voorzeker niet,want de strijd is niet natuurlijk, maar geestelijk; het slaan o pde ziel, niet in het aangezicht, waarvan wij spreken: want hetzwaard des Geestes is niet het zwaard van Gideon of eenigander, maar het Woord van God. Hoe dit zwaard te gebruikenleert onze gezegende Heere in Zijne verzoeking van den satanin de woestijn. De satan kwam tot Hem met al zijne helschelistigheid, en verzocht Eem te betwijfelen of een zichtbaar bewijste geven door een wonder, dat Hij de Zoon van God was. Maarhoe- kalm, hoe zalig spreekt de Ëeere het: ,,Daar staat ge-schreven!” Dit was het- zwaard des Geestes. En piet, op eenstrekt de satan met die verzoeking terug. Dat: ,,er is ge-schreven,” kon hij niet overwinnen. Die stoot des Heeren wasvoor hem te veel, want hij wist wel wat God geschreven heeftmoet vervuld worden. Hij wist, dat God niet alleen de Souve-reine Jehova, maar dat Hij ook een God is, die niet liegenkan, en dat Hij zou ophouden God te zijn indien Zijn Woordonvervuld bleef. Hij beefde derhalve voor het Woord Gods inde hand Zijns Zoons. Zijne eigene pijniging overtuigde hemer van, want hij droeg in zich de straf zijner oude ongehoor-zaamheid aan den geopenbaarden wille Gods. toen hii zeide:,,Dat alle Engelen Gods Hem aanbidden,” enhij uit hoogmoedweigerde daaräan’ te voldoen. Zoo is het ook thans. Alle& hetzwaird des Geestes, dat is Gods Woord, kan hem terugdrijven.Beweegredenen van het schepsel, redeneeringen, goede werkenen voornemens, tranen, beloften enz., beteekenen niets tegenden satan. Neen, daarvoor is slechts één wapen, en dat is Gods

Page 24: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

99

Woord, schoon wel te verstaan, niet enkel de Zetter. Het moet,,het zwaard des Gees tes zijn,”. een geestelijk zwaard, dat alleengoed gebruikt wordt als-het met Goddelijke kracht aan uwhart werd toegepast en door geloof, geest en leven aan uweziel werd. Het geeft mij niet, zoo ik een tekst opzeg om deverzoeking des satans te wederstaan, tenzij ik dien tot denmijnen kan maken, dat is, er bevindelijke, geestelijke kennisaan te hebben. Een tekst te nemen zonder zijne zoetheid tekennen, zou gelijk zijn aan eeu kind, dat eens kriigsmanszwaard neemt zonder zijne hand te hebben. Het kind mochter mee zwaaien, maar wat is het zwaard van een reus in dehand van een kind? Het zwaard van Scander- ‘Bey, een ver-maard Albaniersch krijger tegen de Turken, pieeRt te Weenente zien te zijn. Iemand dit eens beschouwende, zeide: .Ts dithet zwaard dat zoovele overwinningen behaalde? ik zie er nietsaan; het is maar een gewoon zwaard.” - Eet antwoord was :,Gij moest de hand gezien hebben, die het zwaaide,” - Enzoo is het: niet het uitspreken van een tekst, maar het om-helzen der waarheid door Gods kracht, alsof God zelf in onsharte sprak door het geloof, dat is het zwaard te gebruikenin de kracht des Geestes en de levende oefeningen des geloofs,om elken helschen aanval af te weren. In dezen strijd -moetenwij het nooit opgeven. Te vlieden is overwonnen te zijn, gelijkBunjan z e g t : e r i s geene wapenrusting op den rug. W i jmoeten strijden, ja zoo wij sterven, strijdende sterven; tenbloede toe tegenstaande, strijdende tegen de zonde. Ik zeg u.wederom, wij - moeten het nooit opgëven ; ja, als wij vallenmoeten wij wederom opstaan en strijden, want ,,de recht-vaardige z:3l zeven maal vallen en wederom opstaan; maarde Goddelooze zal verdorven worden.” Wij lezen ook : ,Ver-. .blqd U niet over mij, mijne vijandin ! wanneer ik gevallenbeh zal ik wederom opstaan.” Wanneer gij dus in dezen strgdmocht vallen, blijft dan niet liggen als een overwonnene, maarzoekt wederom op te staan en te strijden : ,,VVederstaat denduivel en hij zal van u vlieden.” EIii is een overwonnen vijand ;hij kan u niet verderven zoo gij’ des Heeren zijt. Daarom ishet Woord der waarheid zoo vol’ van genadige beloften en be-moedigingen , ,,om te verdragen als een goed krijgsknecht vanJezus Christus,” en zoo nooit met hand of hart te onderwerpenals een overwonnene door zonde of satan.

Nu komt nog een ander wapen, niet minder belangrijk danl

het voorgaande, namelijk: het gebed. Tenzij dit laat& aan deoverige wapenrusting toegevoegd worde, ach, het zou slechtsde vertooning uitmaken van een man, die gehuld in krijgs-%managewaad, maar alle takt van oorlogvoeren miste en dewapenen nooit had gebruikt. Alzoo, tenzij wij deze gezegende

Page 25: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

100

gave en genade des gebeds hebben, om ons wel t3 oefenen inhet gebruik der wapenen, en ze alle rein en tot dadelijke dienstgereed te hebben, wij mochten aan kleed en toerusting eenaloude ridder-krijgsmans schi,jnen, maar zouden niet den minstenstoot van den vijändelgken lans kunnen afweren. De Apostelzegt: ,,Met alle bidding en smeeking, biddende ten allen t$din den Geest.” Merk op de woorden : ,,biddende te aUen tijd.”_Het is niet som@&, maar altijd te bidden, dat is, te allen iiideals de Heere er toe bekwaam maakt; en dat met ,,aUe b’id-ding,” dat is op allerlei wijze als openbaar en verborgen, over-luid en in stilte; en alle ,,smeeking,” hetwelk nog me& ernstig,dringender, vuriger, aanhoudend, ja worstelen in het gebedonderstelt, meer in den geest en smeeking van Jacob : ,Ik zalU niet laten gaan, tenz$ dat Gij mii zegint.” En let ër ook

l

op, dat het ,,in den Geest” zijn -moet, ni& alleen in het uitender woorden-; niet slechts in - blooten vorm of gewoonte, m e tlippen-werk en mond-dienst, maar gelijk Judas ipreekt : ;Bid-dende in den Heiligen Geest :” (Jud. i0.) en zooals Saulus vanzich zelven zegt: .Ik zal met der2 Geest en het verstand bid-den .” (1 Cor, -14: 15); want ,,de Geest zelf bidt voor ons, metonuitsprekeli,j ke zuchtingen .” (Rom. 8 : 26.) Zonder de uitstortingvan dezen Geest der genade en der gebeden over ons uit dehoogte, zien wij zelfs de wapenrusting niet, die God heeft be-schikt, veel minder kunnen wij er ons mee toerusten. Maarwanneer de Heere ons zegent met dien Geest des gebeds, danzien wij den gordel der waarheid en gorden onze lenden; wijzien het borstwapen der gerechtigheid en gorden het vast oponzen borst; wij zien het schoeisel en stellen onzen voet inhet Evangelie als het Evangelie des vredes; dan nemen wi jden helm der zaligheid en zetten dien op het hoofd; dan trekkenwij het zwaard des Geestes uit de schede en slaan er dan densatan mede in het aangezicht.

Maar nu komt er nog eene hoedanigheid van den Christen-krijgsman, welke is tot hetzelve wakende met a2legedurigheid.”De roeping eens Christen+krijgsman is om altijd uit te zien ;immer op zij% post te zijn ; no&t zijne wapenrusting af te leggen,noch zijn zwaard weg te doen. Vielen de heiligen niet inonbewaakte oogenblikken 3 Viel David niet toen hij wandeldeop het dak, inplaats dat hij bij zijn leger was en zijne oogenvoor afdwaling bewaarde? Hij viel door gebrek aan waakzaam-heid. Gij hebt misschien hetzelfde ondervonden. Gij zijt ver-st,rikt in ‘s satans netten. Het was wtll niet moedwillig? ver-metel ; maar gij waart niet op uwen post en satan maaktegebruik van uwen weerloozen toestand, om u te overwinnen.Wij moeten derhalve waakzaam zijn, door alles te wantrouwen,en niemand zoo zeer dan ons zelven, en dat met ,aZZe gedurig-

Page 26: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

101

beid”, zelfe nooit te slapen. Gij weet, dat wanneer een schild-wacht op zijn post in slaap bevonden wordt, hij met den doodgestraft wordt volgens de krijgsartikelen. Wij zijn schildwachten ;en de vijand bespiedt ons en wij moeten voor hem waken.Oogen, ooren, tong, handen, voeten, hart, ja alles moeten wijbewaken en leven in eene gedurige heilige waakzaamheid, ofde satan zal ons gewisselijk overwinnen: Maar gij zegt mis-schien : ,, Wat is dit een moeielijk werk!” - Ja dat is zoo, zeer

’,

moeilijk ; niet het werk van luiaards en lafaards ; maar bedenkt,dat er aan het einde zaligheid is, maar ook buiten dat geen

a heil, want alleen hij, die volharden zal tot den einde toe zalzalig worden. Het zou voorzeker u hard vallen, wanneer gij inland& of zeedienst waart, en uwe voeten in plassen bloed moestzetten; maar waart gij daar in ‘s konings dienst, zoo wasstrijden uwe roeping. Gij moogt niet wegloopen van het strijd-veld; ook niet in de vesting wegkruipen, Evenzoo is het hardaltijd tegen zonde en satan-te strijden, de wapenrusting aan te

I hebben: en helder te houden:; - maar wat zou anders geschie-den? Nederlaag, en dat is dood en eeuwige wee. De satan isnooit zoo wel in zijn schik als wanneer wij zorgeloos en onna-denkende zijn, zonder wel toegerust te zijn, Zoo komen wij ertoe: òf ik moet Gods wapenrusting door het geloof aandoen,òf anders omkomen in de strikken des satans. Het is geeneonverschilligekleed aantrek,

zaak, gelij, korter of

k1

alsof.anger

ik eet of niet, dit of een anderrust, De zaligheid is wat anders

dan deze uitwendige zaken; --het is of mijne ziel voor eeuwig dezaligheid genieten of onder den toorn Gods zuchten zal. Daaromzegt de Bpostel: ,,Neemt aan de geheele wapenrusting Gods.”

11. En waartoe ; -dag

9) E r id,, Opdat gij kunt wederstaan ia den boozen

,,een booze dag,” die over elk en een iegelijkkomt. En deze booze dag is de dag van des satans macht; dedag der verzoeking, welke immer een booze dag zal zijn, tenzijwij die wapenrusting hebben aangedaan, waardoor wij kunnenstaan. Hoe ook, de dag der verzoeking is een booze dag. Dezon moge helder schijnen en de natuur vriendelijk toelachen :uit- en inwendig moge alles vermakelijk schijnen, maar hetzal u een booze dag zijn als de satan een strik legt en gij erin valt. Het zal dus onze wijsheid en genade zijn voorhands denadering van dezen dag te zien, - en er zijn altijd teekenen vande toekomst deszelven. De regen valt niet zonder wolken; denacht komt niet totdat de zou voor goed onder is; alzoo komtde Christen de broze da8 niet zonder waarschuwing van boven.Ziet toe, misschien is er nu eene toenemende vermindering vanlicht; de wolken pakken samen ; groote droppelen vallen neder;de storm komt; de booze dag nadert. Wat onreine vogel is datdaar in de lu&ht, gelijk de”fabalachtige vogel in heg oosten,

Page 27: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

102

zijne donkere vlerken uitspreidende en bek en klauwen scher-pende? Ik zie, ik hoor het ruiachen zijner wieken ; - de satanis in aantocht, ik moet mi@e wapenruiting aandoen. Waar ismiin gordel, borstplaat, schoeisel, &iId en helm? De vga!nd isaan de poort; de alarmtrompet blaast. Tenzij ik gewapend benword ik overwonnen. Waar ook is miin zwaard, mijn Jeruza-lems-kling, opdat ik den satan mogs beoorlogen en afweren ?Hier nu is de ziel in den boozen dag, wakende en biddende,nemende het schild des geloofs en de wapenrusting Gods. Alleendoor zulk een daad kan zij wederstaan in den boozen dag. Dochwaar blijven wi-- zonder wapenrusting; zonder gordel der waar-heid om de lendenen, geene oprechtheid voor God en menschen ;geen borstwapen van Christus gerechtigheid om ons hart tebehoeden ; geen hoop der zaligheid om ons hoofd te bedekken ;geen Evangelie des vredes voor onzen voet, geen schild desgeloofs om voor de vurige pijlen des boozen te beschutten, geenzwaard des Geestes om elken slag en stoot af te weren? Wel,dan worden wij overwonnen. Gelijk een ontbloote man in het. l

midden van ee6 toegerust leger, wij moeten ons overgeven voordat het opgeheven zwaard onzen schedel klieft. Gij ziet dus denoodzakelijkheid, dat de Christen niet alleen de Gapenrustingkent, maar die ook naar Gods bevel moet aandoen, door Hemalleen, die ,onze handen onderwijst ten oorlog en onze vinge-ren ten strijde.” Hij rust zich toe wanneer de Geest hem tewapen roep& en hem kracht en sterkte geeft om de verschil-lende stukken aau te nemen. Zoo alleen kan hii wederstaan..Maar is hij dan niet ueiZi,q ? De grootste overwinningen volgdenvaak op sChijnbare nederlaag ; zoo was het bij Marengo, waarNapoleon de Oostenrqkers vernederde juist toen zi;i op den daggewonnen hadden ; en de meest treurigste nederlaag volgde weleens op eene begonnen overwinning, gelijk wi-- van Benhacjadlezen. (1 Kon. 20 : 29.) Wanneer een leger een overwinningverwerft, berust het licht op zijne wapenen, gevoerd in den.. .big ; maar er komt een niëuwe aanvd, en hoe dra kan dezegepraal in een nederlaag verwisselen. Sommigen uwer ver-staan misschien mijne natuurlijke zinnebeelden niet, ik wijs udaarom op natuurlijke voorbeelden.. Ziet op Loth, Gideon enJeftha. Hizkia viel door hoogmoed, nadat de Heere al zijnezonden achter Zijnen rug geworpen had; Petrus verloocheideJezus, na eene heerldke ontdekking van Hem als de Zone Gods.Hoe gepast is daarom de vermaning.

111, Van ons derde punt : ,,alles verricht hebbende staandebl@en.” Veronderstelt dat gij al uwe vijanden en vreezen over-wonnen hebt. Gij hebb den gordel der waarheid en het borst-wapen gerechtigheid aangedaan. Uw voet was *geschoeid; uwhoofd goed gedekt; uw schild weerde de vurige pijlen; uw

Page 28: ziel nabij Christus, geeft...de levende bevinding 3 Eenigé Schriftuurplaats valt in de ziel, eene belofte komt met verwarmende kracht in het hart, en zie zij baant zich zelven den

103

zwaard was scherp en goed gewed. En wat volgt 3 Helaas!snoode hoogmoed begint te woelen, ijdel vertrouwen en eigenroem blijven schier niet achter. Gij wenscht u geluk met denverworven zege: gij zijt niet meer op uw hoede, neemt uw gemak,en denkt dat gij niet meer zult te strijden hebben. Voorzeker,nu kunt gij een weinig rust nemen ; nu behoeft gij niet meerzoo biddende, wakende, zoo volstandig daarin te zijcals vroeger !Gevoelt gii niet dat het de satan te doen is een nieuwen aanvalte doen. “fiavid viel niet in de zonde toen hij tegen Saul strijdde ;toen was hij op zijn hoede, en wij zien hoe hij tot tweemalentoe zeer edel handelde met zijnen vijand. Maar toen hij zijnevijanden overwonnen had bleef hij ijdelijk te huis, en toen over-wonnen door verzoekingen struikelde en viel hij, viel ontzaggelijken liet eenigszias een geschandvlekten naam achter, en eeneplechtige waarschuwing aan Gods heiligen, om hunnen voet tebewaren. Leerden wij wijsheid uit zulke voorbeelden! W i j. .kunnen gestreden en overwonnen hebben, en dan juichen inden zege:. . en een prooi worden van de volgende verzoekingen.Wij ziju nooit wezenlijk zeker, totdat wij den tijd met deeeuwigheid hebben verwisseld. Intusschen is er voor niemandveiligheid, hetzij oud of jong, dan in de genade Gods, en diealmachtige kracht, waardoor Hij de Zijnen bewaart, door hetgeloof, tÖt de zaligheid. De Heere bekwame ons deze wapen-

rus t ing aan t e doën; Hij heeft ze voor ons beschikt; Hij-kanze ons aandoen; en door de kracht Zijner genade kan Hij onsuitbrengen meer dan overwinnaars, door Hëm die ons liefge-had heeft.

AMEN.