zuid september 2011

92
MERCKELBACH OVER BREIVIK, DE LEUGEN EN SWAAB FRANS TIMMERMANS DE BIJNA-GOUVERNEUR OVER ZIJN PERSOONLIJKE ZOEKTOCHT EXCLUSIEF VOORPUBLICATIE ‘IN GODS NAAM’ HET BOEK OVER DE AFFAIRE HAFFMANS BESTUUR LUCHTFIETSERIJ BIJ DE PROVINCIE TRANSPORT NEMEN DE POLEN DE SNELWEG OVER? SEPTEMBER 2011 | JAARGANG 2 | NUMMER 9 | WWW.ZUIDMAGAZINE.NL VOOR BESLISSEND LIMBURG

Upload: zuid-media-groep

Post on 08-Mar-2016

249 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

ZUID September 2011

TRANSCRIPT

Page 1: ZUID September 2011

MERCKELBACHOVeR BReIVIk, De LeUGeN

eN sWAAB

FRANS TIMMERMANSDE BIJNA-GOUVERNEUR OVER

ZIJN PERSOONLIJKE ZOEKTOCHT

EXCLUSIEFVOORPUBLICATIE

‘IN GODS NAAM’

HET BOEK OVER DE

AFFAIRE HAFFMANS

BESTUURLUCHtFIetseRIj BIj

De pROVINCIe

TRANSPORTNeMeN De pOLeN De

sNeLWeG OVeR?

S E P T E M B E R 2 0 1 1 | J A A R G A N G 2 | N U M M E R 9 | W W W. Z U I D M A G A Z I N E . N LvOORbESLISSENdLIMbuRg

Page 2: ZUID September 2011

www.rabobank.nl/privatebanking

Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o.,Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Rabobank. Een bank met ideeën.

Het verhaal kennen achter uwvermogen. Dat is het idee.

Verantwoord beleggenBeleggen is bij de Rabobank geen doel op zich, maar een middel om uw doelen te bereiken. Op een

manier die bij u past. Beleggen betekent bij ons verantwoord beleggen, in meerdere opzichten. Het is

transparant met veel aandacht voor een goede en evenwichtig opgebouwde portefeuille. Maar ook

verantwoord in maatschappelijke zin. Op deze wijze bouwt u op een verantwoorde wijze aan uw

vermogen. Dat is onze visie op beleggen.

www.rabobank.nl/privatebanking

Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o.,Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Rabobank. Een bank met ideeën.

Het verhaal kennen achter uwvermogen. Dat is het idee.

Verantwoord beleggenBeleggen is bij de Rabobank geen doel op zich, maar een middel om uw doelen te bereiken. Op een

manier die bij u past. Beleggen betekent bij ons verantwoord beleggen, in meerdere opzichten. Het is

transparant met veel aandacht voor een goede en evenwichtig opgebouwde portefeuille. Maar ook

verantwoord in maatschappelijke zin. Op deze wijze bouwt u op een verantwoorde wijze aan uw

vermogen. Dat is onze visie op beleggen.

www.rabobank.nl/privatebanking

Namens de gezamenlijke Rabobanken in Zuid-Limburg: Rabobank Centraal Zuid-Limburg, Rabobank Maastricht e.o.,Rabobank Parkstad Limburg en Rabobank Westelijke Mijnstreek.

Rabobank. Een bank met ideeën.

Het verhaal kennen achter uwvermogen. Dat is het idee.

Verantwoord beleggenBeleggen is bij de Rabobank geen doel op zich, maar een middel om uw doelen te bereiken. Op een

manier die bij u past. Beleggen betekent bij ons verantwoord beleggen, in meerdere opzichten. Het is

transparant met veel aandacht voor een goede en evenwichtig opgebouwde portefeuille. Maar ook

verantwoord in maatschappelijke zin. Op deze wijze bouwt u op een verantwoorde wijze aan uw

vermogen. Dat is onze visie op beleggen.

Page 3: ZUID September 2011

inhoudsopgave | 03

inhoud

36

08 | AnalyseWat is er nog over van DSM in Limburg?

13 | Onder de pannenZo zit volkshuisvestingswethouder Jos van Rey er zelf bij

17 | Interview Hoogleraar rechtspsychologie en auteur Harald Merckelbach: “Straffen helpt”

22 | EconomieSchotse rok en Venloos vernuft

24 | PortretDe zoektocht van Frans Timmermans

29 | ColumnSocial Media-kansen te over...nog wel

36 | Dossier WonenHoe Limburg moet omgaan met zijn onroerende toekomst

48 | 9 vragen aan…Klaartje Peters: “Het is vooral plannenmakerij en luchtfietserij bij de provincie”

50 | AchtergrondTransportproblemen nog lang niet voorbij

58 | ExclusiefHét boek over de affaire Haffmans

61 | ZorgHoogleraar Hans Maarse: “Zorg kun je niet overlaten aan partijen die money-driven zijn”

66 | EssayDe zin van het nadenken

Pagina 20: “Politici kunnen geen echte professor worden, hooguit pretprofessoren”

13

50

58

Page 4: ZUID September 2011

advertentie hop pilsner.pdf 19-11-2010 09:51:14

Page 5: ZUID September 2011

hoofdredactioneel commentaar | 05

Limburg. Het is geografisch een beetje merkwaardige provincie. Een langgerekt gebied dat in het noorden aantikt tegen Nijmegen, op de grens van midden en zuid het smalste stukje Nederland is, om vervolgens in een soort aanhangsel te ein-digen, ingeklemd tussen Duitsland en België. In dit historisch zo gevormde stukje Nederland wonen bijna een miljoen mensen en die noemen we dan Limburgers, omdat ze door het gebied met elkaar zijn verbonden.

Waarom liggen Roermond en Venlo plotseling zo centraal? Het komt door de nieuwe verbindingsweg A73. De steden zijn nu makkelijk bereikbaar. Precies wat voor een regio zo belangrijk is: goede verbindingen. Het resultaat manifesteert zich overduidelijk in Roermond, de stad waar bouwkranen het silhouet bepalen. De stad die eveneens floreert dankzij de snelle verbinding met Duitsland. Miljoe-nen Duitsers die in no time het immer uitdijende Outlet Center kunnen bereiken om daar hun geld uit te geven.

Zuid-Limburg is een ander verhaal. Het gebied meet amper twintig bij twintig ki-lometer en zou optimaal moeten profiteren van internationale verbindingen, met steden als Aken en Luik naast de deur. De uitvalsbasis voor vele tienduizenden jongeren tijdens hun studie. Het kapitaal van de toekomst. Maar aan verbonden-heid ontbreekt het. Omdat ze wel dichtbij zijn, maar tegelijkertijd onbereikbaar door het gebrek aan goed openbaar vervoer over de grenzen.

Het pleidooi van Wim Ortjens, directeur van de Stichting Regiobranding (‘laat rijden dat treintje’) onderschrijf ik van harte. Elke economische en culturele ont-wikkeling begint met verbindingen. Maar er moet werk van worden gemaakt. En werken, dat zit bij Noord-Limburgers toch net iets meer in de genen. “Daar pakken ze een schop en beginnen de grond te bewerken. In het zuiden lullen ze tegen de grond in de hoop dat er iets uitkomt”, is een gevleugelde uitspraak van hotelier Benoit Wesly.

Zie het bloeiende resultaat bij de Floriade in Venlo. Met hard werken in een economisch moeilijke tijd ontstaat daar iets moois. Bij Venlo ligt inmiddels een volwaardig vliegveld, dat heel handig van pas komt tijdens het wereldevenement.

ZUID bestaat een jaar. Gestart in Zuid-Limburg, nu ook in het midden en noor-den van de provincie. Vaals en Venlo mogen dan wel ver uit elkaar liggen, we zijn uiteindelijk allemaal Limburgers. Verbonden met elkaar. Laten we daarvan profiteren. Samen zijn we sterker.

Peter Ebersonwww.zuidmagazine.nl

ZUIDOpgericht in 2010 door Peter Eberson en Maurice Ubags

UitgeverZuid Media Groep bvStationsplein 8K6221 BT MaastrichtPostbus 42116202 WB Maastricht Tel. 043 [email protected]

Hoofdredacteur/directeurPeter Eberson | 06 55 93 29 [email protected]

Adjunct-hoofdredacteurGwen Teo | 06 10 36 47 [email protected]

RedactiePeet Adams, Sander Bisscheroux, Gerrie Coerts, Govert Derix, Peter Eberson, Mariëlle Heijltjes, Rob Hermans, Loek Kusiak, Ruud Linssen, Wim Ortjens, Guus Queisen, Pedro Rademacher, Paul Rinkens, Marco Soeters, Gwen Teo, Jean-Paul Toonen

FotografieErmindo Armino, Jean-Pierre Geusens, Arnaud Nilwik, JeanineOpreij, Koen den Os, Frits Widdershoven, Peter Wouters

SalesEsther Verhoeff, Sales & Office Support

VormgevingAmigo Creative Concepts, MaastrichtStefan Roex Grafisch Design

Art-directorClaudia Ritzen

DrukSchrijen Lippertz Voerendaal

Oplage10.000 exemplaren. ZUID wordt vijf keer per jaar gratis aan alle decisionmakers in Limburg verstuurd. Het volgende nummer verschijnt op 18 november

AuteursrechtenNiets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van Zuid Media Groep gepubliceerd, openbaar gemaakt of verveelvoudigd worden

VerbInDen

Page 6: ZUID September 2011

iPad 2 Een nieuwe manier van werken

iPad 2 biedt met zijn volledig nieuwe dunne en lichte ontwerp, krachtige dual-core Apple A5-chip en grote Multi-Touch-display een nieuwe manier van werken. Met iPad 2 kun je heel eenvoudig met anderen samenwerken, presentaties geven, documenten bewerken en toegang krijgen tot bedrijfsgegevens. En doordat de batterij tot tien uur meegaat en je beschikt over Wi-Fi- en 3G-netwerkvoorzieningen, kun je altijd en overal met iPad 2 aan het werk. Ga naar ivizi voor meer informatie over het zakelijk gebruik van iPad 2.

ivizi - vertrouwd met Apple Maastricht, Heerlen, Venlo www.ivizi.nl 088 9000 700

column

Page 7: ZUID September 2011

Aan de Fremme 30/326269 BE MargratenT 043 - 321 53 31

www.vanlijfinterieurs.com

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G

VLOERBEDEKK ING RAAMDECORATIE

W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING

RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE

vl_ad_zuid_sept2010.indd 1 12-08-10 10:30

columnPedro Rademacher

Inmiddels ben je daaraan gewend ge-raakt, maar het blijft een vreemd feno-meen. Deze zomer waren we weer in het diepe zuiden van Spanje. Door omstan-digheden waren we daar al een poos niet meer geweest. En omdat we er al een tijd niet meer waren geweest vroegen we ons af hoe het nu zou voelen. Zou het anders zijn dan anders? Binnen twee dagen waren we helemaal gewend aan de Spaanse hitte, de walmende Spaanse keuken, de zinderende horizon, het blik-kerende licht, het zingen der cicaden, het bonte van bijeneters. Na drie dagen voelde het alsof we al drie maanden in Spanje waren. Een vreemd fenomeen. We woonden in een huisje bovenop een stoffige berg, met uitzicht op zo’n typisch Andalusisch stadje, zwartgeblakerd door een meedogenloze zon. We hadden te-levisie, noch radio, lazen geen kranten, belden niet naar huis, we waren niet eens nieuwsgierig naar het nieuws of naar onze o zo creatieve ‘vrienden’ op Facebook. Noem het: vakantie.

We hulden ons in iets meer dan niets en gaven ons over aan een zwoele, zo-merse loomheid. Uren aan de rand van een zwembadje, met de melkchocola-debruine voetjes in het koele bergwater. Het voelde zoals Van Morrison het ooit treffend omschreef als ‘de jeugd van dui-zend zomers’. Die diep verankerde zo-mer van je jeugd toen je vliegerde van de morgen tot de avond en er nog geen en-kel besef was van tijd, vergankelijkheid en de voorbijgaande aard der dingen. Je was nog veel te jong om te weten dat je gelukkig was. Soms moesten we heel even van de berg af. Boodschappen doen

in de stad, afspreken met vrienden, dag-je naar het strand, bezoekje aan de nog onbekende stad achter de bergen. Een-maal van de berg af waren we terug in die actualiteit van de voorbijgaande aard der dingen. En ja, ook Spanjaarden kla-gen dat het leven zo duur is geworden, dat die goede oude tijd voorbij is en dat het blijkbaar en zichtbaar enorm veel moeite kost om de continuïteit van de oude samenleving te continueren. Niets nieuws onder de zon.

Als we dan tegen zonsondergang weer de berg opreden was het alsof we van-zelf weer werden teruggezogen naar een vacuüm in de tijd. En dat was misschien nog wel het mooiste moment van de dag: als de zon onder ging en de berg zich hulde in een mantel van sterren. Dan gingen we buiten zitten, op zo’n klassiek Spaans, houten stoeltje met rieten zit-ting. De warmte van de dag gloeide nog na in de avondlucht. Luisterend naar dat oorverdovende koor van ontelbare kre-kels en cicaden, zingend in een eeuwig hier en nu van een onvergankelijk zijn. Dan konden we uren zitten, als in een diepe trance, zonder veel te zeggen, zon-der veel te denken, zonder al te veel zor-gen, genietend van de kolossale intimi-teit van onze stille berg. Even waren we voor altijd terug in die nooit eindigende jeugd van duizend zomers. Het voelde als een aangename droom waar maar geen einde aan leek te komen.

Inmiddels zijn we alweer een paar dagen thuis. Maar het lijkt net alsof Spanje al-weer maanden geleden is. Een vreemd fenomeen. Je glijdt als vanzelf weer in de routine van alledag. ’s Avonds springt de verwarming spontaan aan, terwijl de media weer moord en brand schreeu-wen, verzot als ze zijn op andermans ellende en rampspoed. De vochtigheids-graad doet denken aan die van Kuala Lumpur en zo’n twee keer per etmaal trekken er moessonachtige stortbuien voorbij in een atmosfeer die niet eens op zomer lijkt. Nog heel even en alles voelt weer als alledaags. Nog even en je hoort ook hier weer de mensen klagen dat alles zo duur wordt, dat de goede oude tijd voorbij is en dat het blijkbaar en zichtbaar enorm veel moeite kost om de continuïteit van de oude samenleving te continueren. Kortom: niets nieuws onder de moesson.

fenomeenVreeMD

Page 8: ZUID September 2011

Uitverkoop bij DSM Limburg

Voor DSM is Limburg geen belangrijke speler meer. Fabrieken worden ver-kocht, het aantal werknemers bij de Limburgse divisie daalt jaar na jaar. China, India, Brazilië en Rusland. Daar wil DSM het geld gaan verdie-nen. Het aandeel in de omzet van die landen is nu al 32% en over vier jaar moet 70% van de omzet van DSM uit snelgroeiende economieën komen. Wat blijft er nog over van DSM in Limburg?

2010 was een uitzonderlijk goed jaar voor Feike Sijbesma. Met een voldaan gevoel moet de DSM-topman vlak voor het kerstreces de deur van zijn ri-ante kantoor op de achtste verdieping van het hoofdkantoor in Heerlen heb-ben dichtgeslagen. Met de verkoop van de kunstmest-, melamine- en elasto-meren-activiteiten had het wereldwijd opererende chemieconcern de laatste banden met de ‘ouderwetse’, want 20e eeuwse bulkchemie definitief doorge-sneden. Feike Sijbesma had zijn lot als DSM-topman verbonden aan het succesvol voltooien van de drastische koerswijziging, die in 2000 was ingezet en in 2010 succesvol werd voltooid. De vijfjaren-strategie ‘Vision 2010 Buil-ding on Strengths’ was een eclatant succes geworden. De aandeelhouders konden ook tevreden zijn: het DSM-aandeel bleef alsmaar stijgen en de oorlogskas voor toekomstige overna-mes was goed gevuld. In tien jaar tijd was DSM getransformeerd van een chemiebedrijf, dat tachtig procent van zijn omzet uit de bulkchemie haalde, in een ‘lean and mean profit machine’, met een sterke focus op grondstoffen voor medicijnen, voedingsmiddelen en high performance kunststoffen. Life Sciences is nu het toverwoord, bulkchemie is plots vies.

Voor Sijbesma persoonlijk was 2010 ook een jaar van cashen. Uit het jaarlijk-se onderzoek van De Volkskrant naar de topsalarissen in het Nederlandse bedrijfsleven prijkt de DSM-topman op een eervolle zesde plaats. Hij kon in dat jaar 3.839.347 euro op zijn bank-rekening bijschrijven. Weliswaar een miljoentje minder dan Hans Wijers van dat andere Nederlandse chemie-bedrijf, AkzoNobel, maar een knies-oor die daar op let. Eerlijksheidshalve dient hierbij aangetekend te worden dat het grootste deel van Sijbesma’s in-komen bestond uit winst uit opties en een bonuspremie. Het verzilveren van de aandelenopties leverde de DSM-topman zo’n slordige 2,5 miljoen euro op, de bonus en het basissalaris een kleine 1,3 miljoen euro. Reden genoeg dus om rond de jaarwisseling het glas champagne te heffen in huize Sijbesma.

door Peter eberson en Gwen Teo

foto’s DSm

DSm-topman feike Sijbesma

Page 9: ZUID September 2011

analyse | 09

Tot zover het positieve nieuws over DSM. Het oude DSM is dood, leve het nieuwe DSM. Maar zoals bij elk ver-haal, heeft deze medaille ook een keer-zijde. Van de circa 55 chemiefabrieken op de Chemelot-lokatie in Geleen wa-ren er eind 2010 nog slechts acht in handen van DSM: 2 ACN-fabrieken (grondstof voor de textielvezel acryl), 2 UHMWPE-fabrieken (grondstof voor de supersterke vezel Dyneema), 2 Stanyl-fabrieken (zeer hittebesten-dige, high performance kunststof) en 2 Caprolactam-fabrieken (grondstof voor nylon). De overige 47 fabrieken zijn nu grotendeels in buitenlandse handen. De grote spelers op de Chemelot site hebben inmiddels exotische namen ge-kregen: SABIC en OCI. De petroche-mie werd al in 2002 verkocht aan het Saudi-Arabische bedrijf SABIC (Saudi Arabic Basic Industries Corporation) voor de lieve som van 2,3 miljard euro. De kunstmest- en melaminefabrieken verwisselden in het voorjaar van 2010 van eigenaar en zijn nu eigendom van het Egyptische conglomeraat OCI (Orascom Construction Industries).

Limburgse chemiereusEr is dus bitter weinig overgebleven van de ‘Limburgse chemiereus’, zoals DSM decennialang tot afgrijzen van de Raad van Bestuur werd genoemd in de regionale en landelijke media. De reus is verschrompeld tot een dwerg in Geleen. De ooit zo trotse wortels van DSM in Limburg zijn haast hele-maal uitgeroeid en zullen – naar het zich nu laat aanzien – ook nooit meer aangroeien. Voor groei zoekt DSM nu zijn heil in de zogeheten BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China, waar al een groot R&D-lab is geopend. Het aandeel in de omzet van deze snelgroeiende economieën is ge-stegen van 22% in 2005, naar 32% vo-rig jaar. Over vier jaar moet 70% van de omzet van DSM uit snelgroeiende economieën komen. De omzet uit China bedraagt nu 1,5 miljard dollar. Dat bedrag moet in 2015 verdubbeld zijn. De landen waar DSM het geld wil verdienen, zijn lagelonenlanden ver geleken met de forse salarissen die de overgebleven DSM-werknemers in Nederland verdienen. Honderd jaar

van noeste arbeid, eerst in de mijnen, later in de bulkchemie, kunnen op de mesthoop van de geschiedenis.

Wat zal de volgende stap van de daadkrachtige Raad van Bestuur van DSM zijn? Volgens aanhoudende ge-ruchten zal de verplaatsing van het DSM-hoofdkantoor van Heerlen naar Amsterdam de volgende, logische stap zijn, in navolging van Philips en Voda-fone, die enkele jaren geleden al hun hoofdkantoor in de hoofdstad vestig-den. Daarmee slaat DSM twee vliegen in een klap: het bedrijf komt in het centrum van de financiële wereld te

zitten en jonge, hooggeschoolde mede-werkers zijn er makkelijker te vinden dan in het ‘vergrijsde’ Limburg. En het is natuurlijk veel prestigieuzer om buitenlandse zakelijke relaties te ont-vangen in het bruisende Amsterdam dan in het slaperige provinciestadje Heerlen. Overigens is de verhuizing van hoofd-kantoren al in volle gang. Vanwege de focus op landen als China en Rusland moet de organisatie worden aange-past. De leden van de Raad van Be-stuur krijgen dubbele standplaatsen in Azië en de Verenigde Staten. Het hoofdkantoor van de businessgroepen DSM Fibre Intermediates, DSM En-gineering Plastics en DSM Anti-Infec-tives gaat naar Azië. Het hoofdkantoor van DSM Biomedical komt in de VS. De activiteiten op het gebied van bio-brandstoffen gaan eveneens naar de Verenigde Staten. Er komen daar en in China nieuwe Innovation Centers. Be-staande Innovation Centers in Japan en de Verenigde Staten worden uitge-breid en ook het management in die regio’s wordt versterkt. De rol van pre-sident wordt ingevoerd in China, India, Japan, Latijns-Amerika, Rusland en de

Verenigde Staten. Hoort u nog ergens het woord Limburg vallen?

Er wordt zelfs al hardop gefluisterd dat DSM op termijn zijn volledige hoofdkantoor wel eens zou kunnen verplaatsen vanuit Heerlen naar het buitenland om fiscale redenen. In dat verband wordt steeds vaker Zwitser-land genoemd, waar het hoofdkantoor van DSM Resins reeds is gevestigd en de vitamine-divisie van DSM zetelt. Voor een beursgenoteerde onderne-ming als DSM heeft dat nauwelijks gevolgen. Als een AEX-onderneming besluit zich statutair te vestigen in het buitenland heeft dit geen gevolgen voor de AEX-notering, maar wel voor de jaarvergadering. Deze moet immers plaatsvinden in het land waar de on-derneming statutair is gevestigd. Geen onlogische gedachtengang dus, ware het niet dat DSM de bij het eeuwfeest in 2002 verkregen prestigieuze ereti-tel ‘koninklijke’ dan moet inleveren. Daarom wordt er voorlopig alleen nog maar binnenskamers gedacht aan een verhuizing naar het buitenland. Die gedachte hardop uitspreken is duidelijk nog een brug te ver, met de afbouw van de Zuid-Limburgse activi-teiten nog vers in het geheugen.

OntmantelingMet het vertrek van het DSM-hoofd-kantoor uit Heerlen zou de ontmante-ling van DSM in Limburg compleet zijn. Want winstmaximalisatie en aan-deelhouderswaarde tellen alleen nog voor de DSM-top in – nu nog – Heer-len. Maar ook wanneer het hoofdkan-toor in Heerlen gevestigd zou blijven, is de voormalige Limburgse chemie-reus inmiddels ineengeschrompeld. In de regio Westelijke Mijnstreek, waar in het midden van de vorige eeuw tijdens de hoogtijdagen van de steenkolenin-dustrie zo’n 50.000 mijnwerkers hun dagelijkse boterham verdienden bij ‘good old’ Dutch State Mines, zijn nu nog 4.000 DSM-medewerkers werk-zaam (zie ook tabel pagina 10). Als de drijvende kracht achter de Limburgse economie heeft DSM definitief afge-daan, de Limburgse activiteiten kun-nen hooguit nog als marginaal worden bestempeld. Echt verwonderlijk is dat

De ooit zo trotse wortels van DSM in Limburg zijn

verdwenen

Page 10: ZUID September 2011

10 | analyse

natuurlijk niet, als je de samenstelling van DSM’s managing board bestu-deert. Vier van de leden van de Raad van Bestuur hebben geen enkele band met Zuid-Limburg. Sterker nog, twee van hen komen uit het buitenland. De financiële topman Rolf-Dieter Schwalb is afkomstig uit Duitsland, mede-bestuurslid Stephan Tanda uit buurland Oostenrijk. Kille rekenaars en saneerders met geen enkel gevoel voor de Limburgse wortels van DSM. Feike Sijbesma, wiens naam een Friese achtergond verraadt, is afkomstig van het voormalige Gist-Brocades in Delft, dat DSM in 1998 inlijfde. Het was de eerste grote overname in de fijnche-mie, naar later zou blijken het eerste vege voorteken voor de toekomst van de Zuid-Limburgse bulkchemie. De laatste topman met een warm klop-pend hart voor de Chemelot-site was vice-voorzitter Jan Zuidam, die eind 2009 met prepensioen ging. Zijn plaats in de Raad van Bestuur werd niet op-gevuld.

Verlicht despootFeike Sijbesma stootte enkele jaren geleden Peter Elverding van de troon. De bekroning voor een steile carrière van een man, die geen tegenspraak duldt, zelfs niet van zijn ‘peers’ in de Raad van Bestuur. Een verlicht des-poot, zo wordt de stijl van leidinggeven van Sijbesma wel eens omschreven. Nou zijn topmannen van multinati-onals vaak ongeduldige types. Me-galomane trekjes zijn hen ook niet vreemd. Feike Sijbesma vormt geen uitzondering op die regel. Tijdens de regelmatige topontmoetingen, waar de DSM-top wordt bijgepraat over de stand van zaken binnen het bedrijf,

wordt het DSM-management geacht op te staan en te applaudisseren, als Sijbesma de vergaderzaal binnenkomt. En o wee, als je niet meeklapt... Een vorm van persoonsverheerlijking, die ondenkbaar was onder zijn voorgan-gers. Maar wel een typisch voorbeeld van de Amerikaanse bedrijfscultuur die DSM nu zo graag wil uitstralen: keihard en zakelijk.

Ook worden er in de DSM-boardroom regelmatig pittige discussies gevoerd over de hoogte van de verkoopwaar-de van sommige bedrijfsonderdelen. Daarbij heeft het er alle schijn van dat Feike Sijbesma steevast zijn hand overvraagt en dan ook regelmatig de deksel op de neus krijgt. Zo houden DSM-watchers vol dat de kunstmest- en melamine-activiteiten min of meer verkwanseld zijn aan het Egyptische OCI voor 310 miljoen euro, terwijl de jaaromzet 489 miljoen euro bedraagt. De jaaromzet geldt in financiële krin-gen als een belangrijke parameter om de waarde van een bedrijf te bepalen. Deze transactie leverde DSM dan ook een boekverlies op.

LichtpuntjeIs er dan geen enkel lichtpuntje aan de horizon te zien? De ontwikkelingen op de Chemelot Campus in Geleen stemmen in dit verband gelukkig nog enigszins hoopvol. DSM heeft samen

met twee partners (Provincie Limburg en Universiteit Maastricht) 80 miljoen euro uitgetrokken voor de ontwikkeling van de onderzoekscampus, die moet uitgroeien tot de Limburgse evenknie van de Philips-campus in Eindhoven, maar dan op het gebied van ‘materi-als’ en ‘life science products.’ Het lijkt echter niet meer dan een doekje voor het bloeden en kan de negatieve ge-volgen van een terugtrekkend DSM in Limburg nauwelijks verhullen. Maar hoe zit het dan met de buiten-landse bedrijven, die de voormalige DSM-kroonjuwelen in Geleen heb-ben overgenomen? Wat maakt het nou uit of er DSM, SABIC of OCI boven het loonstrookje staat, zult u zeggen, zolang er aan het eind van de maand maar keurig het salaris op de bankrekening wordt bijgeschreven? Een tamelijk kortzichtige visie, want op de lange termijn zijn de werkge-legenheidsperspectieven niet gunstig. Een mooi voorbeeld hoe de Saudi-Arabische eigenaren van SABIC in dit verband denken, is de ‘soap’ rondom het mislukken van het prestigieuze in-vesteringsproject Europe 1. Jarenlang was in Geleen een ambitieus project-team onder die codenaam bezig met de voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe naftakraker.

Mega-investeringMet die mega-investering en de bouw van enkele volgfabrieken was een bedrag gemoeid van rond de twee miljard euro. Niet alleen zouden dui-zenden bouwvakkers jarenlang werk hebben om de nieuwe chemische fa-brieken te bouwen, ook zouden de nieuwe fabrieken werkgelegenheid voor enkele honderden mensen in Limburg opleveren. De bestuurders van de gemeente Sittard-Geleen en de provincie Limburg liepen de deur plat van het hoofdkantoor van SABIC in

LOCATIE WERKNEMERS WERKNEMERS 2010 2009

DSM wereLDwIjD 21.911 22.738DSM neDerLanD 6.602 7.136 DSM LIMbUrg 4.011 4.458

Page 11: ZUID September 2011

analyse | 11

De nieuwe eigenaren van de voormalige Limburgse bulkchemie-activiteiten zijn keiharde zakenlui

Riyad om de Saudi-Arabische eigena-ren maar gunstig te stemmen. Laurens Jan Brinkhorst, toenmalig minister van Economische Zaken, reisde zelfs af naar Riyad om de grote vis binnen te halen.

Onderdeel van de deal was wel dat SABIC onder gunstige voorwaarden het nieuwe Europese hoofdkantoor in Sittard mocht bouwen. Kort nadat SA-BIC alle mogelijke subsidies hiervoor had binnengehaald, blies het Saudi-Arabisch bedrijf de mega-investering in Geleen af. Geen nieuwe naftakraker in Geleen, maar in plaats daarvan kochten de Arabieren de kant en klare petrochemische locatie van Huntsman in het noorden van Engeland op. Het nieuwe SABIC-hoofdkantoor staat in-middels wel in alle pracht en praal te stralen aan de rand van Sittard. Het geeft aan wat afspraken in de keiharde miljardenbusiness van de internationa-le chemie waard zijn. Een ding is zeker: vrienden hebben de Saudi-Arabische eigenaren van SABIC daarmee bij Nederlandse bestuurders in ieder geval niet gemaakt.

Make no mistake: de nieuwe eige-naren van de voormalige Limburgse bulkchemie-activiteiten zijn keiharde zakenlui. Onder het vriendelijke ui-terlijk en de charmante oosterse ge-bruiken gaan koele rekenaars schuil, die het belang van het moederbedrijf altijd laten prevaleren boven dat van de dochteronderneming in Geleen. Zo verdwijnen de winsten, die SABIC en OCI in Limburg maken, linea recta naar Riyad, respectievelijk Caïro. In de DSM-tijd werden de winsten gro-tendeels geherinvesteerd in Geleen. Ook de grote investeringsbeslissingen, die mede de toekomst van Chemelot bepalen, worden in Riyad en Caïro genomen.

Gateway to EuropeHet is ook een publiek geheim dat SABIC en OCI hun Limburgse activi-teiten als springplank zien voor hun ei-gen producten uit het Midden-Oosten, de zogeheten ‘Gateway to Europe’. De fabrieken in Geleen verschaffen de nieuwe eigenaren de ideale voe-

dingsbodem om hun positie in Europa verder uit te bouwen. Van OCI bij-voorbeeld is bekend dat het een grote kunstmestfabriek in Tunesië bouwt en dat het die relatief goedkope kunstmest wil exporteren naar Europa. SABIC exporteert overigens al jarenlang basis-producten uit Saudi-Arabië naar Euro-pa. Chemie is in de 21e eeuw een glo-baal schaakspel geworden, waar grote spelers als SABIC en OCI met hun pionnen over het schaakbord schuiven zoals het hun het beste uitkomt.

Managing Board v.l.n.r: Stefan Doboczky, Stephan B. Tanda, feike Sijbesma,

nico Gerardu, Rolf-Dieter Schwalb

SINdS2007vERKOChT:

• Stamicarbon (naar Italiaans Maire Tecnimont)• DSM Energy (TAQA Abu Dhabi National Energy Company PJSC• DSM’s belang in Noordgastransport• Citric Acid Europe (Adcuram Duitsland) • Thermoplastic Elastomers (Sarlink) (Teknor Apex Company)• DSM Special Products (Emerald Performance Materials)• DSM Agro/Melamine (Orascom Construction Industries)• DSM overeenkomst verkoop Keltan (Lanxess)

Je kunt van die Arabieren trouwens zeggen wat je wilt, maar handige za-kenlui zijn het wel. Niet voor niets worden ze wel eens de Amerikanen van het Midden-Oosten genoemd. Aan de olie bijvoorbeeld verdienen ze twee keer. Een keer als ze het in de Arabische woestijn omhoog pompen en voor goud geld verkopen aan het rijke Westen. En nog een tweede keer als uit nafta (een bijproduct van olie, red.) in Geleen uiteindelijk bulkkunst-stoffen worden gemaakt. Kassa!

Page 12: ZUID September 2011

12 | commercieel nieuws

Deze maand verscheen het boek GO (Grenzeloos Ondernemen, een must) van ondernemer Armand Vliegen. Hij was bijna twintig jaar eigenaar van GrenslandMedia, een bedrijf dat Belgische klanten hielp de Nederlandse markt te veroveren. Eerder schreef Vliegen al een boek over ‘Grenzeloze reclame maken’. Voor zijn nieuwste boek put hij vooral uit de praktijk. Meer dan 100 ondernemersavonturen uit meer dan 50 verschillende branches wor-den op een heldere manier beschreven. Vliegen geeft nuttige tips voor on-dernemers, die over de grens willen ondernemen. Hij onderscheidt daarbij acht grenzeloze ondernemerstypes, elk met hun eigen kwaliteiten. Vliegen laat zien hoe essentieel goede voorbereiding is om over de grens aan de slag te gaan. Eigenlijk luidt de conclusie van Armand Vliegen dat een houding van even zaken erbij doen over de grens, niet tot succes leidt. Goede voor-bereiding is noodzakelijk.

GRENZELOOS ONDERNEMEN

De lokale bierbrouwerij Gulpener maakt van het hopoogsten traditioneel een groot feest. Elk jaar in september krijgen de mede-eigenaren van de ecologische hoptuin de mogelijkheid om hun eigen hop te oogsten. Die wordt vervol-gens gebruikt voor de productie van het bier van Gulpener. De Zuid-Limburgse brouwer gebruikt voor het brouwproces uitsluitend milieuvrien-delijk geteelde producten afkomstig van boeren uit de regio. Meer info op www.gulpener.nl

HOPOOGST BINNEN

Het Belgische bedrijf Dorsoo heeft zijn eerste beddenzaak geopend in Nederland. Midden in het historische centrum van Maastricht, Achter het Vleeshuis 11, is Dorsoo Maastricht gevestigd.

Maastrichtenaar Maurice Schoenmaeckers, opgegroeid in de reisbranche, haalde het Vlaamse Dorsoo-slaapsysteem naar Nederland. “Mijn vader runde een aantal reisbureaus en daar werkte ik ook. Mijn taken waren vooral uitvoerend, ik bezocht nieuwe reisbestemmingen en sliep in tal van hotels. Met wis-selend succes. In deze branche leerde ik de waarde van een goed bed kennen. Vaak beknibbelen hotels op de kwaliteit van bedden.”

Dorsoo ontwikkelde een slaapsysteem, gebaseerd op het principe van de communicerende vaten. Een Dorsoo bed bestaat uit 26 hydraulische pompjes, de intelli-jets, waarop latten en een matras rusten. Meer info: 043 30 300 50 www.dorsoo.nl

EERSTE DORSOO-ZAAKIN NEDERLAND OPEN

Het boek is te bestellen via [email protected] | € 24,50

Wist u dat de ziekte kanker de laatste jaren steeds beter te behandelen is? Desondanks krij-gen jaarlijks 73.000 mensen te horen dat zij kan-ker hebben en dat aantal zal de komende jaren stijgen. Om geld in te zamelen voor extra onder-zoek start het Kankeronderzoekfonds Limburg een speciale actie, “Koffi e voor Kanker”.

Doe ook mee met de actie “Koffi e voor Kanker” www.koffi evoorkanker.nl. Het kankeronderzoek-fonds Limburg roept de lezers van Zuid op om de momenten van samen koffi e drinken te be-nutten voor het goede doel: meer onderzoek naar kanker te realiseren in Limburg.

KOFFIE VOOR KANKER– A D V E R T E N T I E –

Page 13: ZUID September 2011

onder de pannen | 13beeld flyingeye.nl

Dit is het huis van een eenvoudige slagerszoon uit Roermond. Van Jos van Rey om precies te zijn. De loco-burgemeester van Roermond en Eerste Kamerlid voor de VVD liet op een mooie plek in Herten deze riante villa bouwen. Ok, hij moest daar-voor ook even langs de bank voor een hypotheekje. Excuseer, twee keer zelfs, want in totaal leende Jos ruim 2,3 miljoen euro. Volgens gegevens uit het kadaster verleende de SNS Bank in november 2003 een eerste hypotheek van 1.850.000 euro. De rente die de politicus betaalt is 3% over deze hypo-theeksom. Een half jaar later voegde Van Rey daar volgens het kadaster nog een hypotheek aan toe van een half miljoen euro. Ditmaal tegen 3,2% rente. Voor alle duidelijkheid, de hard werkende, inmiddels 66-jarige Jos betaalt dit allemaal niet uit de vergoeding als wethouder van een klein provincie-stadje of uit de onkostenvergoeding om een dag per week in Den Haag te zijn. Nee, Jos verdiende zijn kapitaal met verze-keringen in zijn eigen verzekeringskantoor dat hij voor - dat mogen we aannemen - een goed bedrag heeft verkocht.

WEThOudERINEENvOLKSbuuRT

vEILIghEId| Camera’s houden de omgeving van het huis in de gaten.

ZWEMMEN| Jos trekt zijn baantjes waarschijnlijk binnen, de buren poedelen vrolijk buiten.

jos van rey

Page 14: ZUID September 2011

De bewoners van ECR Domaine Cauberg leiden hun leven op de manier zoals zij zelf graag willen, maar in de wetenschap dat er 24 uur per dag professionele zorg in huis is. ECR Domaine Cauberg heeft een uitstekend restaurant en kookt met verse ingrediënten naar de wensen van de bewoners. Maar natuurlijk hebben ook alle appartementen een eigen luxe keuken.ECR Domaine Cauberg breidt haar acti-viteiten in de regio langzaam uit. Zo biedt de organisatie inmiddels ook thuiszorg aan in de regio. “We hebben de mensen in dienst en de mogelijkheden om onze zorg elders te verlenen,” verklaart directrice

Maria Scholts, de reden om met thuis-zorg te starten. Maar dat is niet het enige. Inmiddels schakelen hotels in de regio de medewerkers van Domaine Cauberg in. Maria Scholts: “Valkenburg heeft heel veel vaste gasten, die al jaren naar hetzelfde hotel komen. Als mensen ouder worden of speciale zorg nodig hebben kunnen veel hotels die zorg niet bieden, omdat ze geen zorghotel zijn. Op dat moment kunnen wij de helpende hand bieden door die zorg in de hotels te verlenen. Dat betekent dat mensen gewoon vakantie kunnen vieren in hun vertrouwde hotel.”

ECR Domaine CaubergZorgeloos wonen in een prachtige omgevingWie de Cauberg in Valkenburg oprijdt vanuit het stadje ziet links het mooi gerestaureerde klooster liggen, dat tegenwoordig onder de naam ECR Domaine Cauberg door het leven gaat. Met 31 exclusieve appartementen en acht luxe zorghotelstudio’s, voor mensen die zorgeloos willen wonen en genieten.

Marjon LaMbriks geeftbenefietconcert

De zorgorganisatie Resi-dentiële en Ambulante Zorg (RAZ), de initiatiefnemer van ECR Domaine Cauberg, ondersteunt het Care4Kids Event Heino. Speciaal voor dit doel zal de Valkenburgse sopraan Marjon Lambriks op 9 oktober in Valkenburg een groot benefietconcert geven. Voor de Valkenburgse een heuse primeur, want ze zingt uitsluitend Marialiederen. Bekende werken van Schu-bert en Gounod en het Ave Maria uit de opera van Otello di Verdi worden gezongen. Het kinderkoor van de Plen-kertschool uit Valkenburg zingt ook enkele liederen samen met Marjon Lam-briks. Pianist Max Smeets verzorgt de begeleiding. Het concert op 9 oktober is in het Holland Casino Valkenburg en begint om 15.00 uur. Meer informatie en kaartverkoop via: T (088) 328 03 28

De zorgorganisatie RAZ exploiteert zeven woonzorg-voorzieningen in Nederland en dit jaar komen er weer twee bij. RAZ biedt ook het Geniet-, Gemaks- en Gebrui-kerslidmaatschap (GGG). Leden krijgen korting op de diensten en service van de RAZ en op vakantiereizen. Lezers van ZUID kunnen een gratis proeflidmaatschap 2011 aanvragen en direct profiteren van alle voordelen. Meer informatie via het Centraal BureauT (088) 328 03 28 of op de website www.raz.nl.

– A D V E R T O R I A L –

Page 15: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

column | 15

Natuurlijk is een popzaal nog geen poppodium. Daar is meer voor nodig dan vier muren en een dak. Het succes van Booch! viel deze zomer samen met de opening van Beluga-BeachClub. Duizenden Zuid-Limburgers bewezen die ene zinderende nacht dat een uitgaansconcept verbonden met een kwaliteitspodium, succes kan hebben. Maar ook het denken daarover doe je op Zuid-Limburgse schaal. Waarbij de overheid niet op de stoel van de ondernemer moet gaan zitten door te dicteren waar het ding moet komen, maar kan faciliteren door te zorgen voor perfecte verbindingen waardoor die grote Euregionale afzetmarkt van bijna 4 mil-joen consumenten ook echt één markt wordt. Waarin iets te kiezen valt.

Brainport 2020 en Culturele Hoofdstad 2018 zijn terechte ambities, maar ze eisen wel een behoorlijke schaal. Onder-linge verbindingen zijn daarin cruciaal, maar ook de inter-nationale verbindingen van Zuid-Limburg met de rest van Europa. Luik en Aken zijn zo vriendelijk om ons gratis en voor niks snelle internationale connecties te leveren. Zij in-vesteren voortvarend in het Europese Hogesnelheidsnet en wij hoeven alleen nog maar ons wagonnetje aan te haken.

Dus, provincie, gemeenten: laat rijden dat treintje. Van Roermond naar Luik, van Roermond naar Aken, van Luik naar Aken via Maastricht-Heerlen-Kerkrade (de huidige Heuvellandlijn en de nieuwe Avantislijn) en met een zui-delijke variant over de nog altijd bestaande Miljoenenlijn. Lichte, snelle treintjes die iedere tien minuten rijden en stoppen op iedere halte. Dat doen trams en metro’s ook. Be-langrijke woonkernen als Eijsden en Gulpen krijgen weer een treinstop en ook het immer verstopte Heuvelland profi-teert volop. Voor de woonkernen in het gebied die niet aan rails liggen, spreken we af dat ze minstens iedere 30 minu-ten met een busverbinding worden aangesloten op de trein. Want alle Zuid-Limburgers moeten kunnen meedoen.

(En behoed ons voor de sympathieke neiging om gratis OV te beloven, steek je geld liever in beter OV)

Elke economische en culturele ontwikkeling begint met ver-bindingen. En niet andersom. Voordat je de gouden kranen op de wastafel schroeft, moet je eerst de leidingen aanleg-gen. Dat is minder zichtbaar en daardoor is het vaak lastig uit te leggen waarom je er zoveel geld aan uitgeeft. Een mooie klus voor de Zuid-Limburgse samenwerking die deze zomer in een ongekend goede verstandhouding en met veel élan en oprechte wil van start is gegaan.

Wim Ortjens

Tja, dat klinkt als de berg naar Mozes brengen. Tamelijk omslachtig, en duur. Waarom zetten we Mozes niet gewoon op de trein? In Parijs, Berlijn, Londen of zelfs Amsterdam draaien we er onze hand niet voor om, om 30 minuten in de tram of metro te zitten om naar een concert, restaurant of museum te gaan. Waarom doen we in Zuid-Limburg dan zo moeilijk?

Omdat de discussies wel, maar de verbindingen nog niet op stadsniveau zijn. Er is veel verbeterd de afgelopen jaren. Sinds het Veoliatreintje Maastricht en Heerlen ieder kwar-tier verbindt, is het aantal reizigers geëxplodeerd. Hulde. En nu doorpakken: het treintje moet nóg iets vaker rijden, en vooral ook: langer. Want een popconcert in de Rodahal, dat kan nog wel eens een latertje worden. Bovendien is het een bekend gegeven dat bij tienminutenfrequenties mensen massaal de overstap maken naar het openbaar vervoer.

Natuurlijk, dat kost geld. Stedelijk openbaar vervoer is per definitie niet kostendekkend te exploiteren, net zomin als andere nutsvoorzieningen zoals riool of waterleiding. Een groot geluk voor Zuid-Limburg is dat er nauwelijks geld naar nieuwe infrastructuur hoeft. Er liggen genoeg rails, zeker nu de Avantislijn er komt.

Op de langere termijn levert hoogfrequent stedelijk open-baar vervoer overigens wél geld op. Want als iedere Zuid-Limburger binnen 30 minuten op elke andere plek kan zijn, kun je stedelijk gaan plannen. Dan kun je de vraag gaan beantwoorden hoeveel zwembaden we in Zuid-Limburg nodig hebben. En hoeveel popzalen voor 1500 bezoekers.

MoZeS

De discussie over poppodia in Zuid-Limburg wordt terecht gevoerd op het niveau van een middelgrote Europese stad van ruim 600.000 inwoners. Waarom zou je in ‘Zuidstad-West’ (Maastricht) een poppodium van 1500 plaatsen bouwen terwijl je er in ‘Zuidstad-Oost’ (Parkstad) twee hebt liggen? Het antwoord van de onderzoekers: het grootste deel van het publiek, de studenten, woont in ‘West’.

In De treIn

Wim Ortjens is directeur Stichting Regiobranding Zuid-Limburg

Page 16: ZUID September 2011

Koning Albertlaan 97-99 | B-3620 Lanaken | T +32(0)89 73 01 01 | www.christoffels.be

Het betere vastgoedaanbod

Dilsen-Stokkem - prijs op aanvraag

Lanaken - € 548.000,- k.k.

Lanaken - € 579.000,- k.k.

Maaseik - € 548.000,- k.k.

Genk - € 895.000,- k.k.

Maasmechelen - € 699.000,- k.k.

Zuid Magazine 01.09.2011.indd 1 29/08/11 13:30

Page 17: ZUID September 2011

interview | 17

Over zijn boek De Leugenmachine, het cultuurkatholicisme en het primaat

van de wetenschap

hoe de leugen werkt

De drijfveer van de wetenschapper Harald Merckelbach (Houthem, 1959) is, zo zegt hij zelf, zijn ongebreidelde nieuwsgierigheid. Als jongen las hij veel. Zijn vader, die ook veel las, sti-muleerde die honger naar kennis van zijn zoon door middel van een open rekening bij een boekhandel in Maas-tricht. De jonge Merckelbach kon er aanschaffen wat hij wilde. Zijn vader is onlangs overleden. Harald Merckelbach herleest nu de laatste twee boeken die zijn vader las. Zo verdiept hij zich in de onderwerpen waar zijn vader aan het einde van zijn leven mee bezig was. Merckelbach: ‘Heel interessant vind ik het boek over meestervervalser Han van Meegeren. Hij vervalste schilderijen van Vermeer. Het fascinerende is dat die Van Mee-geren technisch gezien een vrij slechte vervalser was. Het succes van zijn ver-valsingen was niet de kwaliteit ervan, maar het verhaal dat hij eromheen vertelde. Daar was hij goed in. Zo fan-taseerde hij bijvoorbeeld een heel ver-haal over de oorsprong van een nooit eerder vertoond schilderij en de fami-lie die gedwongen was het te verkopen. Dat is de kern: een goede leugen is al-tijd gebaseerd op een goed verhaal.’

Het boek dat je vader las over de meestervervalser sluit goed aan bij je vakgebied. Het verhaal zou zo terecht kunnen in je nieuwe boek ‘De Leugenmachine. Over fantasten, patiënten en echte boe-ven’. Daarin voert u waargebeur-de verhalen op over leugenaars en fantasten. Wat is de belang-rijkste boodschap die u wilt over-brengen?‘Dat mensen in staat zijn om elkaar leugens te vertellen en dat sommigen daar zeer virtuoos in zijn en daarmee experts – psychologen, rechters, art-sen – moeiteloos om de tuin kunnen leiden.’

Misdaadverslaggever Peter R. de Vries prees De Leugenmachine de hemel in en noemde het een ‘must en een lust’. Toch zullen de ver-koopcijfers van dit toegankelijke boek, hoewel het nu een tweede druk beleeft, ver achterblijven bij die van ‘Wij zijn ons brein’ van hoogleraar neurobiologie Dick

De Maastrichtse hoogleraar rechtspsychologie Harald Merckelbach treedt op als getuigendeskundige in rechtszaken en is lid van de onder-zoekscommissie die misbruikschandalen in de katholieke kerk onder de loep neemt. Onlangs verscheen zijn boek De Leugenmachine en sinds deze maand is hij columnist van NRC Handelsblad.

door Sander Bisscheroux

foto frits Widdershoven

Page 18: ZUID September 2011

18 | interview

Swaab. Die simplistische titel alleen al: beschouwt u dat als wetenschap?‘Ik ga niet zeggen dat Dick Swaab on-wetenschappelijk is. Hij heeft zijn spo-ren verdiend in de wetenschap. Maar hij vliegt in zijn boek vaak uit de bocht. Dat zie je wel meer bij doctoren in wit-te jassen die de gepensioneerde leeftijd bereiken: ze denken dat ze alles kun-nen roepen. Swaab mist het subtiele getwijfel. Zijn gemakzuchtige redene-ringen irriteren mij. Je kunt wel roepen dat de mens een machine is, zoals veel verlichtingsfilosofen lang voor hem deden. Dat is niet zo nieuw. Maar je loopt tegen een aantal majeure pro-blemen aan. De belangrijkste, en daar verwijst de titel van mijn boek naar, is de praktijk van het vertellen van leu-gens door mensen. Liegen is een heel menselijke activiteit. Uit onderzoek blijkt dat we dat allemaal regelmatig doen. We kunnen dan wel een ma-chine zijn, zoals Swaab beweert, maar dan wel een machine die in staat is leugens te vertellen. En juist dat onder-graaft de idee dat een mens een willoos apparaat is. Een leugen veronderstelt namelijk controle, een ‘ik’, motivatie, bewustzijn, een plan. De leugen wordt ingegeven door een weloverwogen kosten-batenanalyse.Het zal best zo zijn dat het ‘ik’ een materieel substraat heeft, zoals Swaab beweert, maar dat hoeft geen conse-quenties te hebben voor de verant-woordelijkheid die iemand draagt voor zijn daden. Swaab ontkent de vrije wil. Dat naïeve idee heeft ingrijpende ge-volgen voor ons rechtssysteem. Als je niet uit vrije wil handelt, in hoeverre kun je dan nog contracten afsluiten, naar de stembus gaan of iemand zijn misdaden aanrekenen? Dat is de nou juist de basis van ons rechtsysteem: we gaan uit van een ‘ik’ die verantwoorde-lijk is voor zijn daden. We kunnen daar toch niet aan morrelen op grond van een professor die op een regenachtige woensdagmiddag dit soort filosofische kwesties effe oplost.’

Maar in uw boek spreekt ook u niet van een vrije wil. U heeft het over ‘vrijwilligheid’. Waarom doet u dat?‘Als psycholoog weet ik niet zo goed

wat ik aanmoet met dat begrip “vrije wil”. Ik spreek liever van vrijwilligheid, omdat dat gedragsopties impliceert waaruit een individu kan kiezen. Je bent altijd gebonden aan plaats en tijd, dus helemaal vrij zijn we nooit. Maar er zijn wel degelijk gedragsopties. Een leugenaar kiest er bewust voor leugens te vertellen.’

Maar heeft Swaab niet toch een punt als hij zegt dat straffen niet helpt bij het voorkomen van mis-daden?‘Dat is onzin. Dat is een uitspraak die bewijst dat Swaab niet weet waar hij het over heeft. Straffen helpt. Dat la-ten de Verenigde Staten zien. In staten waar forse straffen gelden voor mis-daden zijn de criminaliteitscijfers een stuk lager. Straffen werkt heel goed. Niemand die daar iets feitelijks tegenin kan brengen.’

Maar ten gevolge van uw boek ontlopen een heleboel crimine-len wellicht een TBS-straf. in De Leugenmachine veegt u namelijk de vloer aan met de psychiaters van het Pieter Baan Centrum. U vindt ze niet capabel. Verdachten weigeren de laatste tijd steeds va-ker een opname in dat centrum. Daardoor kan de rechter ze geen TBS opleggen. Voelt u zich daar niet verantwoordelijk voor?‘Nee. Als wetenschapper moet je dat hardop kunnen roepen. Het lijkt me

bovendien heel gezond dat verdachten een twijfelachtige houding aannemen ten opzichte van het Pieter Baan Cen-trum. Ze sluiten je daar zes weken op en observeren je nauwgezet. Als je nog niet abnormaal bent, zou je het daar worden, lijkt me. Ook gaan ze een ver-re neef en een ex-collega interviewen die dan terugkijken op je leven en dan - met de kennis van nu - zullen zeggen dat je altijd al een vreemde gast bent geweest. Mijn boek is niet alleen ge-richt tegen het Pieter Baan Centrum, maar tegen hulpverleners in het alge-meen die de rechtbank binnenstappen als expert. Dat is voor mij helder: een forensisch expert moet vooral geen hulpverlener zijn. Het taxeren van verdachten is geen bijbaan. Liegen en simuleren komt in de rechtszaal veel voor en kan daar grote gevolgen heb-ben. Je moet het ontmaskeren van si-mulanten niet aan therapeuten overla-ten, omdat zij er niet in getraind zijn.’

U treedt vaak op in rechtszaken als getuigendeskundige. Hoe moet dat dan, leugenaars ontmaskeren?‘Daar is veel wetenschappelijke lite-ratuur over verschenen. Leugenaars vermijden bijvoorbeeld woorden als ik, wij, mijn – omdat ze zich van hun leugen distantiëren. En ze vertellen hun verhaal vaak vanuit maar één perspectief. Als je ze vervolgens vraagt om de gebeurtenissen van achter naar voren te vertellen, vinden ze dat heel

foto Jascha Hoste

Page 19: ZUID September 2011

foto Jascha Hoste

interview | 19

moeilijk, omdat ze zich daar niet op hadden voorbereid. De crux is dat het vertellen van een leugen heel veel moeite kost. Het doet een flink beroep op je mentale apparaat. Je moet als forensisch expert de mentale belasting voor de verdachte opvoeren, de ware leugenaar zakt dan door de knieën. Maar het allerbelangrijkste is toch dat de expert zich realiseert dat ook hij in valkuil kan trappen.’

Therapeuten zijn daar niet ge-schikt voor?‘Dokters en psychologen hebben juist geleerd om patiënten heel serieus te nemen. Als je die houding meeneemt naar de forensische context, kan dat heel verkeerd uitpakken. Verdachten kunnen onterecht strafvermindering krijgen ten gevolge van een gesimu-leerde psychische stoornis. Het werk van forensische experts moet gedaan worden door wetenschappers die de vakliteratuur kennen en bijhouden. Neem babymoord: de betrokken fo-rensisch expert moet weten wat over dat type delict geschreven is in weten-schappelijke artikelen. Omdat kinder-moord maar weinig voorkomt, kan een hulpverlener daar niet veel ver-gelijkingsmateriaal over hebben. Zo’n onderwerp is echt iets voor weten-schappers. Er zit bovendien een soort weeffout in ons strafrecht: we bepalen eerst of een verdachte gestoord is, pas daarna kijken we naar de feiten van het delict en de bewijsmiddelen. Dat zou andersom moeten zijn. De hui-dige volgorde leidt tot beïnvloeding. Daardoor ontstaat sneller de situatie dat mensen die geen misdaad begaan hebben achter de tralies terecht komen – of andersom: verdachten die het wel gedaan hebben krijgen onterecht geen of minder straf.’

Gaat zoiets ook gebeuren in de strafzaak tegen die meneer Brei-vik die in Noorwegen een bloed-bad aanrichtte? U verzette zich onlangs in NRC Handelsblad tegen het plakken van het etiket ‘waanzinnig’ op zijn hoofd.‘Zijn advocaat, daarin gesteund door sommige psychiaters, noemt hem nu waanzinnig. Maar als je in staat bent om een dergelijke misdaad voor te be-

reiden, ben je niet knetter psychotisch. Bovendien: de overgrote meerderheid van de psychiatrische mensen doet geen vlieg kwaad. Integendeel, ze wor-den meer dan gemiddeld de dupe van een misdaad. Het is belangrijk om dat te benadrukken.Ik sluit niet uit dat die Breivik een normale, intelligente man is die overtuigd is geraakt van extreme denkbeelden. In eerste instantie zeg-gen bekenden van Breivik in interviews dat hij eigenlijk altijd al een vreemde man geweest is. Maar hoe langer die interviews met bekenden van hem zijn, hoe meer het beeld naar voren komt dat het eigenlijk een heel normale man was.’

Wat bedoelt u daarmee?‘Het punt is, dat we vaak geneigd zijn voor grote misdaden grote verklarin-gen te zoeken. Maar die zijn er niet al-tijd. Zo bleek volgens de Joodse filosofe Hannah Arendt uit het proces tegen de SS’er Eichmann nou juist dat Eich-mann eigenlijk een heel normale man was. Arendt noemde dat de banaliteit van het kwaad.’

Maar hoe verklaart u de misda-den van Breivik dan?‘Voor het verklaren van dit soort mis-daden moet je niet te rade gaan bij de psychiatrie, maar bij de sociale psycho-logie. In Europa gebruiken opinielei-ders steeds vaker de retoriek van wij-tegen-zij. Er was een tijd dat politici de mensen probeerden te verbinden. Nu lijkt het meer in de mode om groepen tegen elkaar op te zetten. Dat is de in-tellectuele omgeving van Breivik.’

U doelt op Wilders?‘Zijn getier en geraaskal over kopvod-dentaks, haatpaleizen en islamtsunami voedt de psychologie van wij-en-zij. Punt is daarbij dat Wilders een parle-mentariër is: vanwege die positie heeft

hij gezag en statuur.

Had Wilders dan onlangs in de rechtszaak tegen hem niet vrij ge-sproken moeten worden?‘In zekere zin is het jammer dat het Noorse drama ná Wilders’ vrijspraak kwam. Niet dat ik zo graag een ver-oordeling had gezien, maar het had de discussie wel rijker gemaakt.’

Enerzijds zegt u: straffen helpt en mensen horen die straffen niet onterecht te ontlopen. Anderzijds vindt u dat mensen bij elkaar gebracht moeten worden, geen wij tegen zij, maar praten en kopjes thee drinken met elkaar. is die dubbele houding niet heel erg katholiek?‘Maar wacht even: dat straffen gaat over mensen die een delict hebben gepleegd en de kopjes thee gaan over mensen die met elkaar een samenle-ving moeten vormen. Is deze nuance katholiek? Zo wil ik er niet tegenaan kijken.’

Maar u noemt zichzelf toch katho-liek, nietwaar?‘Ik zou mezelf een cultuurkatholiek willen noemen. Het is mijn familieach-tergrond en het zou gek zijn als ik me er niets van aantrek.’

Enerzijds bent u de vermaarde wetenschapper, zelfs lid van de Koninklijke Nederlandse Acade-mie van Wetenschappen; ander-zijds steekt u niet onder stoelen of banken dat u veel eerbied heeft voor de katholieke traditie. Hoe kan dat samengaan?‘Dat katholiek-zijn beïnvloedt mijn wetenschappelijke visie niet. De we-tenschap dicteert. Ik ben in de eerste plaats wetenschapper, dat gaat altijd voor. Als de wetenschap ons leert dat voorbehoedsmiddelen helpen om de Aids-epidemie in Afrika in te dam-men, dan zou de kerk zich daar niet tegen mogen verzetten. Net zoals de kerk moet inzien dat homoseksualiteit geen stoornis is, maar even gezond als heteroseksualiteit. Wetenschap moet geen enkel ontzag hebben voor het geloof, maar het geloof wel voor de wetenschap. De wetenschap dicteert

“Als je nog niet abnormaal bent, zou je

het daar worden, lijkt mij”

Page 20: ZUID September 2011

20 | interview

de contouren waarbinnen de religie zich redelijkerwijze kan ophouden. Dat geldt trouwens ook voor de politiek.’

Wat vindt u als hoogleraar, dan van de ontwikkeling dat oud-po-litici steeds vaker buitengewoon hoogleraar worden?‘Voor zowel de ex-politicus als de ex-vliegveldbaas geldt: nee, zij kunnen geen echte professor worden, hoog-stens pret-professoren, waarmee de universiteiten wat kunnen koketteren. En een professor zou op zijn of haar beurt geen lid van een politieke partij moeten willen zijn. Professoren moe-ten lastpakken en querulanten zijn en dat verdraagt zich slecht met het volg-zame lidmaatschap van een politieke partij. Wel zouden politici vaker de wetenschap moeten volgen. Als uit we-tenschappelijk onderzoek blijkt dat op onze snelwegen een maximumsnelheid van 130 in plaats van 120 kilometer per uur leidt tot meer verkeersdoden, dan is het onbestaanbaar dat politici zulke statistiek naast zich neerleggen.’

Dus als de wetenschap vaststelt dat kosjer of halal slachten node-loos pijnlijk is voor een dier…‘Dan is het uiteindelijk aan de politiek om daar goed nota van te nemen en vervolgens te beslissen. Ik zou willen dat de wetenschap meer leidend is in politiek en religie. Ik denk dat de we-tenschap goed is voor de samenleving.

Religie daarentegen bestaat uit wat de filosoof Bertrand Russell “overbodige ideeën” noemt. Het geloof in een God is overbodig.’

Wat bedoelt u daarmee?‘Sommige ideeën en uitgangspunten heb je nodig om je staande te houden in het leven: dat er zoiets bestaat als zwaartekracht of dat andere mensen een mentaal apparaat hebben, waar-mee ze beslissingen nemen, pijn kun-nen voelen enzovoorts. Andere ideeën hebben noch een functie, noch enige empirische kredietwaardigheid. Dat er een spook zit in jouw schuur, maar ook dat er een almachtige God zou zijn – beide reken ik tot dat soort ideeën. Het zijn overbodige ideeën.’

U zei zojuist: ‘Het geloof in een God is overbodig’. Was religie overbodig toen uw vader stierf? U vertelde me voor we begon-nen met dit interview over de katholieke begrafenis die hij ge-kregen heeft. Op zulke moeilijke momenten in je leven kun je toch niet genoeg hebben aan de weten-schap alleen?‘Nee, misschien niet. De rituelen van de kerk zijn esthetisch en troostrijk. Ze dwingen je om stil te staan, ze geven zielenrust in metaforische zin. Mensen hebben recht op de troost die religie kan geven, tenzij de wetenschap iets anders dicteert.’

Maar religie is toch meer dan franje? ik bedoel: wetenschap al-leen kan het leven toch geen zin geven?‘De wetenschap gaat niet over de zin van het leven: ze gaat over steekhou-dende ideeën, bruikbare ideeën, over-bodige ideeën en nonsens ideeën. Als je zo nodig op zoek bent naar de zin van het leven, is het wel goed om je licht op te steken bij de wetenschap.’

Misschien dat de religie u niet drijft in uw dagelijkse doen en laten. Maar er moet toch iets an-ders zijn dat zin geeft? Mag ik een poging wagen? U stamt uit een voornaam geslacht van juristen, bestuurders en vrederechters. Al-lemaal katholieken die goed wil-den doen in de wereld. Wordt u in uw leven niet gedreven vanuit eenzelfde idee? Noblesse oblige?

‘Ben je nu niet te veel naar een verhaal aan het zoeken? Waarom moet er al-tijd meer zijn? Is het niet genoeg dat ik mijn werk gewoon graag doe, louter uit nieuwsgierigheid? Kijk, mijn boek gaat nu juist over hoe weinig zulke Freudiaanse psychodynamica zegt over waarom mensen doen wat ze doen.’

– A D V E R T E N T I E –

Page 21: ZUID September 2011
Page 22: ZUID September 2011

22 | economie

door Gerrie Coerts

foto’s Weir

Succesverhaal Weir minerals: Schotse rok en Venloos vernuftPompenmaker Weir Minerals in Venlo herbergt een kleine technische universiteit in het bedrijf. Tientallen ingenieurs proberen steeds opnieuw de grenzen te verleggen. En met resultaat. Weir boekt wereldsuccessen. Grote internationale mijnbouwbedrijven plaatsen orders van tientallen miljoenen euro’s voor reusachtige pompen.

Met vrachtauto’s rijden door het prachtige maar ook zeer onherbergza-me Andes-gebergte in Peru is op veel plaatsen schier onmogelijk. Omdat er in de buurt koperconcentraat wordt gewonnen die voor verdere verwerking naar elders moet is het Venlose Weir gevraagd om supersterke pompen te leveren waardoor vervoer over de weg – met heel veel omrijden – niet nodig is. Weir zorgt zo voor kostenverlaging van de klant.

Het voordeel van pompen in plaats van vervoer per as (auto of trein) is niet al-leen dat het kostenbesparend is, maar

ook minder vervuilend voor het milieu en sneller. Door ertsen te vermalen en aan te lengen met water, ontstaat slur-ry die verpompt kan worden. Daarbij zijn nog wel voorbehandelingen nodig.De brokken erts zijn te groot. Daarom zijn er veelal twee vermalingen nodig. Van heel groot naar groot en van groot naar klein. Met de huidige stand van techniek kunnen brokjes van 1 cen-timeter worden verpompt. De Willy Wortels van Weir (de afdeling research telt zo’n 50 mensen, onder wie promo-vendi en ‘andere hele slimme jongens’, aldus directeur Cees Zaalberg) willen dat vergroten om zo één vermaling uit

te sparen. Daarvoor zijn nog sterkere pompen nodig. Weir werkt bij dat on-derzoek nauw samen met onder meer technische instituten en universiteiten in Aken, Eindhoven, Delft en Londen. Sterkere pompen zijn ook vaak groter. Een pomp met de afmetingen van een vrachtwagencontainer of een school-lokaal is geen uitzondering meer. Het bedrijf sleutelt in nauw overleg met de klanten aan de pompen. Het liefst zo vroeg mogelijk. Overigens gaat dat in de praktijk vaak met ingenieurs bureaus die door bij-voorbeeld mijnbouwbedrijven worden ingeschakeld.

Hij had jachtvlieger willen worden, directeur Cees Zaalberg (56) van Weir. Maar de gebo-ren Leidenaar was niet goed genoeg volgens de keurmeesters. Toen die jongensdroom in duigen viel ging hij niet studeren – wat goed zou passen na zijn gymnasiumopleiding - maar werken. Als pijpfitter en lasser. Onder meer bij wat nu Stork is. Mede door zijn ba-zen aangespoord ging hij toch weer naar school. De HTS en een MBA. Hij werkte daarna onder meer bij energiebedrijf BP en een kleine pompenmaker. Hij zette bedrijfsonder-delen die niet goed liepen weer op het goede spoor. Dat bleef niet onopgemerkt. Hij werd gespot door een investeringsmaatschappij en ging aan de slag als bedrijvendokter. Hij solliciteerde zelf bij Weir in Venlo. Daar hadden ze wel oren naar de man die zowel bedrijven kon herstructureren als ervaring had met pompen. Sinds 2005 is hij algemeen directeur. Omdat Weir wereldwijd aanwezig is, ziet hij veel vliegtuigen van binnen. En heel veel landen. Elk werelddeel komt eens per jaar aan de beurt. In zijn vrije tijd ziet hij niet achter de knuppel van een klein vliegtuig maar graag achter een boek. Zaalberg woont in Steyl. En dan toch nog even, hoe zit het met de Schotse rok die zo bij de cultuur van de Schotse moeder hoort? Daadwerkelijk trekt Zaalberg het kledingstuk aan. Eenmaal per jaar tijdens de bijeenkomst op het Schotse hoofdkantoor.

1 keer per jaar trekt

directeur Cees Zaalberg

zijn Schotse rok aan

.nl

Page 23: ZUID September 2011

economie | 23

GroeiWeir groeit constant. Zaalberg: ‘De afgelopen vijf jaar zijn we verdubbeld in omzet’. De verkopen komen in 2011 uit op zo’n € 150 mln. Ter vergelijking, in 1978 lag de omzet nog op € 6 mln. Alleen de winst van het bedrijf over 2010 was al vier maal zo hoog als die omzet 33 jaar geleden. Ook het per-soneelsbestand blijft groeien. In 1978 telde de onderneming, toen nog het familiebedrijf van Holthuis, 82 mede-werkers. Nu zijn er ruim 400, in vol-ledige banen 376. En dat aantal stijgt door. Door autonome groei, maar ook doordat de Venlose vestiging een nau-wer samenwerking heeft met het Duitse KHD in Keulen. Het gaat de productie van machines om ertsen te vermalen. Het is de bedoeling dat dit onderdeel naar Venlo komt.

VacaturesWeir heeft tientallen vacatures. Vooral voor technische functies. Zaalberg verwacht dat het bedrijf aan het eind van het jaar op ruim 425 arbeidsplaat-sen zit. Nog steeds weet de onderne-ming de openstaande functies goed in te vullen. Grofweg uit het gebied Nijmegen-Eindhoven-Roermond. Vol-gens Zaalberg komen techneuten en anderen graag bij Weir werken omdat er veel technische uitdaging is. Verder

zijn de lonen volgens hem heel goed. Ook het feit dat de onderneming elk jaar flinke winsten maakt is een pré, de onderneming valt niet zomaar om. Mensen uit de Randstad proberen te trekken via banenbeurzen en zo doet Weir niet. ‘Als je vertelt wat je doet zijn ze zeer geïnteresseerd. Totdat je zegt waar wij zitten...’.

ChinaSucces doet veelal nieuwe concurren-ten ontstaan. Dat is ook bij Weir zo. Met name Chinese bedrijven proberen een stukje van de taart mee te eten. En soms lukt dat. Ook weer niet zo ver-wonderlijk. De delfstoffen- en inves-teringenhonger van China, inmiddels de tweede economie ter wereld, kan niet in eigen land meer gestild worden. Chinezen kopen veel mijnen op. ‘En in het kielzog proberen andere Chinese bedrijven dan ook orders binnen te halen’, zegt Zaalberg. Mede daarom is Weir in China een eigen productiebe-drijf gestart. Om de Chinezen het op hun eigen thuismarkt moeilijk te ma-ken. Maar ook om ‘te proeven’ hoe het is om in China te produceren. Het gaat met name om de kleinere pompen.

Naast pompen voor het vervoer van ertsen maakt Weir pompen voor de vergassing van kolen. Dat gebeurt

onder zeer hoge druk. Vanwege de vele kolenmijnen in India en China verwacht Zaalberg in die landen veel van dergelijke pompen te kunnen af-zetten. ‘Het is een enorm opkomende markt’. De eerste order voor India is net getekend. Ook heeft Weir pompen bedacht en gebouwd die water uit zeer diepe mijnen kunnen halen. Daardoor kunnen er meer delfstoffen naar boven gehaald worden.

Schotse moederWeir Minerals in Venlo is een onder-deel van het beursgenoteerde Weir in Glasgow. Bij de multinational werken wereldwijd 13.000 mensen. Overigens is de grote Weir net als de vestiging in Venlo de afgelopen jaren sterk ge-groeid. Mede door grote investeringen in research. Enkele andere onderdelen van Weir zitten ook in pompen, maar hele andere dan in Venlo worden ge-maakt.

Beste van twee wereldenHet Venlose bedrijf is volgens Zaal-berg succesvol omdat het nog de ge-nen heeft van de familie-onderneming. Daar horen trouw (“we kennen lange dienstverbanden”) en saamhorigheid bij. Slagkracht heeft het van de multi-national gekregen. ‘Het beste van twee werelden’, aldus Zaalberg.

Het huidige Weir Minerals is 95 jaar geleden ontstaan door een initiatief van de familie Holthuis, de broers Rudolf en Joost. Ze kopen Johan Hillens IJzergieterij en Machinefabriek in Blerick. In het begin maken ze vooral gietwerk voor een Gronings bedrijf. Omdat ze daarmee niet genoeg kunnen verdienen, beginnen ze ook pompen te maken. Die dragen de naam van de oprichters, GEHO (gebroeders Holthuis). Het huidige Weir verkoopt nog steeds pompen onder die naam. Meerdere generaties Holthuis ver-groten het bedrijf dat de ijzergieterij sluit en zich concentreert op pompen. Het familiebedrijf weet goed de tijdsgeest aan te voe-len. Wanneer het verpompen van rioolwater een grote vlucht gaat nemen, mede door de enorme nieuwbouw in de opbouwjaren van Nederland, weet Holthuis daar goed op in te spelen met speciale pompen. Vanaf 1974 ontstaan – na veel research – de eerste membraampompen waarmee Weir nu wereldmarktleider is. Oorspronkelijk voor industrie- en rioolslib en tegenwoordig vooral voor het vervoer van ertsen. In 1991 wordt het familiebedrijf overgenomen door Amerikanen, Baker Hughes. Die Amerikaanse periode duurt maar drie jaar wanneer in 1994 Weir Group de complete pompendivisie van Hughes overneemt.

Page 24: ZUID September 2011

alles moet veranderenFrans Timmermans was bijna gouverneur van Limburg. Over dat en veel meer toont hij zich openhartig in een interview met Zuid. Portret van een sociaal-democraat in een chaotische tijd.

24 | portret

Vandaag debatteert de Haagse politiek over nieuwe steun aan Griekenland. We lopen pal langs de Tweede Kamer – in de coulissen van de Nederlandse democratie. Namens de PvdA staat Ronald Plasterk achter het spreekge-stoelte; premier Mark Rutte luistert belangstellend. Over zijn hoofd glim-lacht Kamervoorzitter Gerdi Verbeet in onze richting. Frans Timmermans naast me verklaart: ‘Ze lacht omdat ie-dereen het idioot vindt dat ik nu niet het woord voer namens de PvdA. Maar dat is een van onze tradities: je voert niet het woord over een onderwerp waar je regeringsverantwoordelijkheid voor hebt gedragen.’

We hebben twee uur met elkaar ge-sproken in het restaurant voor de leden van de Tweede Kamer. Enkele weken eerder in zijn geboortestad Maastricht zaten we nog eens twee uur aan tafel in café De Poshoorn. Daartussen was hij bijna gouverneur van Limburg, tot-dat de PVV de spaak in de wielen stak. Over dat en veel meer toont hij zich openhartig in beide gesprekken. Het resultaat is een portret van een Europe-aan en een Limburger. Maar bovenal van een sociaal-democraat, in een tijd die de sociaal-democratie op z’n zachtst gezegd niet gunstig is gestemd. Aan het eind van het gesprek in dat ledenrestaurant, vlak voordat hij moet

stemmen over Europa, vertelt hij: ‘In Heerlen, een paar jaar geleden, liep ik met mijn zoontje over straat. Hij was toen vier. Een voorbijganger begon me opeens verschrikkelijk uit te schelden. Mijn zoontje is daarna heel lang bang geweest dat het opnieuw zou gebeuren. Hij wilde maar weten: maar pappa wat heb je dan gedaan, dat die meneer zo boos op je is. Als je kind ’s nachts wak-ker ligt, dan weet je dat dit vak zijn tol eist. Dan begin je twijfelen; waar doe ik het nog voor.’

Niet weinig mails aan het adres van Timmermans zijn van een ongekend harde toon; Nazi is titulatuur die wild-vreemden hem opspelden. Op straat klinken woorden als zakkenvuller. ‘Dan stop ik en vraag: waarom. Meestal komt er niks. Het is een intimiderende tijd; de scheldkanonnades, de bedreigingen. Af en toe is er een compleet gebrek aan sociale hygiëne in dit land. Maar men-sen die mij haatmails sturen, krijgen antwoord. Ruim de helft schrikt: sor-ry, sorry, het was niet zo bedoeld. De anderen gaan door. Het is soms bijna komisch. Iemand scheldt me uit voor kampbeul en ik mail terug: ik vind u een buitengewoon onbeschoft iemand. Dan krijg je een mail: hoe durft u mij zo aan te spreken. Ik blijf antwoorden, het kost me gigantisch veel tijd, daar is thuis niet altijd begrip voor.’

door Ruud Linssen

foto’s Koen den os

Page 25: ZUID September 2011

portret | 25

Het is een chaotische tijd. En dat geldt ook voor hem persoonlijk. Hij is zoe-kende. De sollicitatie voor het gouver-neurschap was daar een uiting van. Hij zegt daarover: ‘Ik wil me altijd inzetten waar ik maatschappelijk het meeste rendement zie van mijn inspanningen. En ik heb op een gegeven moment de afweging gemaakt: is dat hier in de fractie of in Limburg waar die kans zich aandiende. Waarom Limburg? Op 4 mei was ik bij een voorstelling in Carré, die ging over vooroordelen. Over luie negers en liegende katho-lieken. Toen kwam het onderwerp op Wilders, er werd gezegd: die is natuur-lijk heel populair in Limburg maar dat was de NSB ook. Ze bestrijden dus eerst het vooroordeel, met als conclusie een enorm vooroordeel over Limburg. Toen dacht ik: misschien kan ik laten zien dat Limburg zoveel meer is. Dat werd voor mij de trigger, dat ik daar misschien iets aan kan bijdragen.’ Het is wel de provincie die uw tegenstan-ders aan de nationale macht heeft ge-holpen.

‘Mijn verklaring voor het grote aantal PVV-stemmers, zeker in de mijnstreek, is een hunkering naar gemeenschaps-zin. Ze zijn niet alleen boos. Het is ook een verlangen naar iets dat er niet is.’ Dat is juist een van de punten waarop de PvdA volgens hem de mist is inge-gaan. ‘In dat prachtige streven naar meer individuele vrijheid en meer rijk-dom, zijn we de noodzaak van gemeen-schapsgevoel uit het oog verloren. Als iedereen zelf maar alle vrijheid krijgt, zo hebben we gedacht, dan komt het vanzelf goed met de gemeenschap. Dat is een liberale gedachte die zich in de sociaal-democratie heeft genesteld.’ Het persoonlijke zoeken gaat dieper, en het houdt al langer aan. Het gaat tot in het hart van zijn PvdA, zijn po-sitie in de Tweede Kamerfractie. Hij schreef vorig jaar het boek, Glück Auf, waarin hij pleit voor een Nederland dat meer ramen openzet en zich sterk maakt voor een toekomst in Europa.

Page 26: ZUID September 2011

26 | portret

Het huidige verhaal van de PvdA en het verhaal in uw boek: ik zie een iso-lement van uw opvattingen. ‘Ja dat klopt. Voor mijn boek heb ik een arti-kel in NRC Handelsblad gepubliceerd, een toekomstvisie van vijftien punten. Dat heeft toen enorm tot de verden-king geleid dat ik bezig was de positie van fractievoorzitter Mariët Hamer in te nemen. Zij reageerde heel fel. Maar het was bedoeld om discussie los te trekken over de koers van de PvdA. Daarna heb ik gedacht: nou dan schrijf ik een boek. Maar daarmee is het ook niet gelukt. Ik zoek nog steeds naar een manier om een discussie over koers en zelfvertrouwen van de PvdA los te krijgen. Ik doe dat elke week. In de fractie, ik probeer daar Job Cohen mee te voeden. Maar ik moet zo eerlijk zijn dat ik wat ik beoogde, vooralsnog niet is gelukt.’ Op het Europese platform kon u men-sen naar uw hand zetten, maar in uw eigen fractie, met uw huisgenoten, lukt het niet. Hoe is dat mogelijk? ‘Ja… fascinerende vraag blijft dat ook. Voor een deel lukt dat. Ik kan mijn rol spelen in de fractie, ik voel me er ple-zierig. Maar ik moet u gelijk geven, ik merk dat ik mijn energie daarin onvol-doende kwijt kan. En dat ik ook onvol-doende resultaat boek.’ Vreemd. Als uw partij nu een sterke koers te pakken had, dan kon ik me nog voorstellen dat ze zeiden: sodemie-ter op met je verhaal. ‘Dat zou ik nog liever hebben: dat ze zeggen, sodemieter op met je verhaal. Liever dan dat ze het voor kennisge-ving aannemen. En dat laatste is ge-beurd; dat vind ik dodelijk. Overigens niet alleen door de partij, ook in de samenleving. Misschien hebben boe-ken geen impact meer. Grote kreten hebben impact. Maar ik laat me niet dwingen tot ongenuanceerde stelling-names; ik geloof in de schoonheid van compromissen.’ Frans Timmermans is een eigenhei-mer, van het trouwe soort weliswaar, maar een eigenheimer. ‘Ik opereer he-lemaal autonoom in de fractie. Ik ben nog nooit met een andere politicus een symbiotische relatie aangegaan. Dan hoef ik met mijn eigen opvattingen geen compromissen te sluiten. Maar

dat leidt tot wantrouwen, want ik ben niet te sturen. Voor mijn carrière is dat natuurlijk niet goed. Ik kan slecht voor mezelf zorgen.’

Waarom is de autonomie zo belangrijk voor u? ‘Ik kom op voor wie ik ben. Ik ben loyaal naar de organisatie maar ik ben nog loyaler naar mijn eigen opvat-tingen. Iemand als Max van der Stoel (voormalig minister Buitenlandse Za-ken en leermeester Timmermans, RL.) vond dat fantastisch. Ik ben glashard en eerlijk; als het niet goed is, zeg ik dat in de fractie. Ik ben vijftig, dat veran-der ik niet meer. Als je je niet verzoent met wie je bent, dan word je een heel ongelukkig mens.’

Het gouverneurschap van de horizon verdwenen. Wat nu? Om die vraag te beantwoorden moeten we eerst terug in het verleden. Begin jaren negentig maakt hij de overstap van D66 naar de PvdA. Bij de eerste partij had hij zich aangesloten, uit een grondige afkeer van het idealisme van Nieuw Links binnen de PvdA. Maar in die tijd is Wim Kok aan de top van de PvdA verschenen, en met hem een neorea-lisme. Frans Timmermans voelt zich aangesproken. De band zal zich ver-diepen als hij als diplomaat in Moskou werkt, en de Nederlandse fractieleiders op bezoek komen. De jonge Tim-mermans is gastheer. Een nacht lang spreekt hij met die andere Limburger en sociaal-democraat, Thijs Wöltgens. ‘Hij was een echte Rijnlandse sociaal-democraat. Ik was erg onder de indruk van hem. Wat me aansprak, was zijn totale committering aan de redelijk-heid. Hij had hele sterke opvattingen, maar hij was altijd te vinden voor een verhaal van enerzijds-anderzijds.’ In 1998 maakt Timmermans vanuit de diplomatie de overstap naar de lande-lijke politiek, de Tweede Kamer.

Macht heeft de potentie je karakter te vervormen. Waarom voelt u zich aan-getrokken? ‘Toen ik studeerde was ik gefascineerd door diplomatie. Als je mij vraagt: wat is je werk, dan is di-plomatie mijn vak. Ik heb het enorme voorrecht gehad om ruim drie jaar te werken voor Max van der Stoel (in de jaren negentig Hoge Commissaris voor de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa). Als zijn persoonlijk secretaris heb ik gezien dat als je in de diplomatie echt iets wil be-reiken, je de politiek nodig hebt. De politiek geeft uiteindelijk richting die bepalend is voor een land. Met Max heb ik het er vaak over gehad, of ik die stap zou zetten. Hij was daar heel dub-bel in. Aan de ene kant zei hij: je hoort er thuis, je kan iets bijdragen; aan de andere kant loop je het risico dat je niet meer aan het werk toekomt; dat het alleen nog maar gedoe is. Mijn vriend, Maarten van Traa (toen-malig Tweede Kamerlid PvdA, RL.), zag ik daar voortdurend mee worste-len. Met het gedoe. Aan de ene kant had hij moeite met de bijverschijn-selen, de ruzies, de opportunistische afwegingen. Maar ik zag ook dat het hem niet losliet, dat hij invloed kon uit-oefenen op hoe het land zich ontwik-kelde. Dat is me altijd heel goed bij-gebleven. Toen Maarten verongelukte was het duidelijk voor mij: het werk moet doorgaan.’

En vervolgens is gedoe precies wat hem is overkomen. Ook misschien om-dat het eenvoudig vat op hem krijgt. Hij mag pleiten voor logica en nu-ance, uit overtuiging, als een kind van de verlichting, maar daaronder vind je een emotioneel mens. ‘Wat ik moet leren, en dat zal mijn hele leven wel zo blijven, is om me heel veel dingen niet persoonlijk aan te trekken. Om spanningen, ruzies, onbegrijpelijke beslissingen, gefnuikte verwachtingen, om dat buiten mezelf te plaatsen. Dat helpt enorm. Maar eerlijk gezegd, het raakt me nog altijd. ‘Ik heb momenten dat ik denk, wat doe ik hier in hemelsnaam nog. Dan vind ik het niet zo leuk meer. Een voorbeeld? Jarenlang had ik een heel moeilijke verstandhouding met Bert Koenders (PvdA- minister van ont-

“Mensen die mij haatmails sturen krijgen

altijd antwoord”

Page 27: ZUID September 2011

portret | 27

wikkelingssamenwerking in het vorige kabinet, RL). We hadden beiden niet door hoezeer de anderen daarvan ge-noten: lekker gedoe, dan hebben wij het tenminste niet. Daar heb ik echt wel onder geleden. Ik wist niet of ik iets kon zeggen omdat Bert dan mis-schien boos werd, of dat ik iets gezegd had en dat anderen het gingen uitspe-len. Het heeft ons jaren gekost daar een zakelijke verstandhouding in te vinden; toen die er eenmaal was, ging het met ons alle twee beter.’ De toestanden zonder inhoud worden in evenwicht gehouden met de echte resultaten, want daar is Timmermans mettertijd wel degelijk aan toegeko-men. Bovenal in Europa, daar lag zijn finest hour als staatsecretaris voor Eu-ropese zaken. In een zaal met interna-tionale regeringsleiders bleek hij een wapen, alleen al omdat hij vijf talen vloeiend beheerst. Over het politieke handwerk, als de Europese top bij elkaar aan tafel zit, vertelt hij: ‘Op een gegeven moment weet je wie heel lang aan het woord is, je weet wie heel stil is. En je weet ook ongeveer hoe een dynamiek zich ontwikkelt: een vergadering gaat naar een punt toe of gaat juist niet naar een punt toe. Komen we hier vandaag niet uit? Dat voel je meestal vrij snel; dan moet je alle zeilen bijzetten om het be-

sluit naar jouw kant te krijgen. Als het verkeerd gaat, moet je het hele proces frustreren zodat je op een andere dag kunt terugkomen. ‘Je bent het effec-tiefst als onderhandelaar als je zacht bent op de vorm en hard op de in-houd; Nederlanders hebben de neiging het precies andersom te doen. Dat is de meest desastreuze positie die je kunt hebben. Heel hoog van de toren blazen maar het uiteindelijk niet voor elkaar krijgen. Op een of andere rare manier vinden wij gelijk hebben veel belangrij-ker dan gelijk krijgen. Ik merk te vaak dat de sfeer is: nou, we hebben ze het eens goed verteld daar in Europa. En wat heb je dan bereikt? ‘Mijn voordeel ten opzichte van veel collega’s was dat ik in mijn hele leven zo’n beetje door Europa gezworven heb. Daardoor kan ik me makkelijker verplaatsen in de cultuur van andere landen. Internati-onaal, en zeker in Europa, wordt het steeds belangrijker dat we veel meer van de ander weten. Maar we leven in een tijd dat we heel graag uitdragen wie we zijn; minder oor hebben voor wat de ander beweegt. Dan kun je geen goede diplomaat zijn.’ ‘Uiteindelijk denk ik dat in die inter-nationale omgeving mijn relatieve toe-gevoegde waarde het grootst is. Daar kan ik toevallig dingen die anderen niet kunnen. Zeg ik dan maar met eni-

ge arrogantie. Maar tegelijkertijd is er niet veel behoefte aan. En nog minder waardering voor. C’est la vie.‘

Die vlekkeloze beheersing van zoveel talen staat niet op zichzelf. Zijn studies heeft hij in een recordtempo afgerond in een tijd dat de eeuwige student nog in aanzien stond. Als Timmermans het leven van een gesneuvelde, geal-lieerde soldaat uitpluist, gaat de zoek-tocht door net zolang totdat de kleinste biografische details boven water zijn (zie Timmermans’ 5mei-toespraak dit jaar).

De indruk die u wekt, is dat u een voor-beeldig leven wilt leiden. Na de scha-terlach herneemt hij zichzelf: ‘Ik heb geen erg gelukkige jeugd gehad, en dan druk ik me mild uit. Van de week was ik in Rome. Daar is heel veel gebeurd in mijn jeugd. Mijn ouders zijn daar gescheiden. Ons gezin had het daar heel moeilijk. Ik ontvluchtte dat door veel op straat te zijn. En ja, dat waren hele ruige tijden, er was heel veel cri-minaliteit. Je ontwikkelde een goede radar om geweld te ontduiken. En om je te verdedigen als het nodig is. Ik ben daar misbruikt door een priester; ik heb dat al eens verteld in de media. Als je dat allemaal hebt meegemaakt, dan heb je misschien een enorme behoefte

“Ik laat me niet dwingen tot ongenuanceerde stellingnames”

Page 28: ZUID September 2011

28 | portret

om iets in te halen. Maar ik heb geen voorbeeldig leven. Ik heb een lelijke echtscheiding achter de rug, waarin ik zelf ook grote fouten heb gemaakt. Het is allemaal op z’n pootjes terecht gekomen; mijn ex en ik zijn beiden weer gelukkig getrouwd. Maar ik heb in mijn leven bepaalde dingen gedaan, ten opzichte van mensen, waar ik niet trots op ben. Maar dat harde werken zit heel sterk in mij.’

De bron daarvoor ligt in uw jeugd? ‘Ja ik denk het wel. Het is ook wel de moraliteit van de arbeidersklasse waar-uit ik voortkom. Er moet brood op de plank komen. En die mijnwerkers kon-den hard werken: niet lui zijn want dat is zonde van de tijd. Maar ook de am-bitie om iets te kunnen doen met je ta-lent. Om iets te kunnen betekenen. Ik heb die enorme ambitie en die wordt door anderen vaak uitgelegd als per-soonlijke ambitie. Maar ik wil inhou-delijk veel bereiken.’

Het blijkt uit het klasje diplomaten dat hij heeft opgericht, via Facebook. Tien twintigers denken na over buiten-landkwesties, onder leiding van Tim-mermans. De inzet is serieus. ‘Ik heb gezegd: dit zijn de thema’s waarover ik wil spreken in het najaar tijdens de be-grotingsbehandeling. Verras me, geef jullie ideeën. Wat zij bedenken, neem ik over; zolang het is binnen de kaders van mijn principes en het PvdA-partij-programma. Zo laat ik aan jongeren zien wat zij nu al kunnen bereiken in de politiek. Het initiatief is meer dan een instrumentje; het is het gezicht van een nieuwe generatie.’ Na de carrièrewending die uiteindelijk toch geen wending bleek, gaat hij door met waar hij was gebleven: de partij op koers krijgen. Op zoek naar een bij-drage die het verschil zal maken, om-dat het hem ondanks alles niet loslaat, zoals het zijn vriend Maarten van Traa indertijd bleef achtervolgen. Des te meer omdat het de tijd is van grote gebeurtenissen in de wereld. Het broeit, op veel plaatsen, in Nederland en daarbuiten, en het lijkt met elkaar samen te hangen. Wat moet het ant-woord in essentie zijn? Volgens Tim-mermans: ‘Ik wil proberen mijn partij

is; hij had een methode gevonden om op een hele normale manier te com-municeren. Wat betekent het nou voor mevrouw Hoepertz, vroeg hij steeds. En die vrouw bestond ook echt. Dat is heel knap gedaan.’

Het wereldbeeld van Timmermans is gefundeerd in het leven van een mijn-werker. Praktisch alles hangt met hem samen: zijn opa van moederskant die tientallen jaren lang in de schachten afdaalde. Hij is een van de redenen waarom Frans Timmermans in Heer-len woont, zodat hij via de grond on-der zijn voeten met hem verbonden blijft. Dat is ook waarom hij zo hard werkt, om de kansen die zijn opa nooit heeft gehad dubbel te verzilveren. ‘Ik ben het aan hem en aan alle mensen verplicht om bij mezelf er uit te halen wat er in zit. Ik ben er nog lang niet. Ik heb sterk het gevoel dat ik er nog lang niet klaar mee ben.’ Vanwege zijn opa, kort daarvoor over-leden, keerde hij twee decennia gele-den terug in de schoot van de PvdA en werd er actief, hij was sinds 1946 partijlid geweest. Het leven van Frans Timmermans heeft veel zijden, van-zelfsprekend, maar het is niet in de laatste plaats een eerbetoon. Aan een mijnwerker.

‘Mijn opa vond niks mooier dan dat ik het universitaire diploma behaalde. Hij vond het prachtig dat ik moeilijke boeken las; hij begreep ze niet maar hij kocht ze wel voor mij. Het feit dat een blue collar kid een white collar kid kan worden, was voor hem een prestatie. Nu zijn we in een situatie beland waar white collar kid betekent dat je een blue collar kid niet begrijpt. Dat vind ik heel erg moeilijk. Ik weet zeker dat mijn opa dat niet zou begrijpen, dat ik bekritiseerd word omdat ik intellectu-eel ben. Het raakt nu mensen zoals ik, maar uiteindelijk doen we ons allemaal daarmee tekort: want je wilt toch dat mensen het beste uit zichzelf te halen. De hele gedachte van emancipatie is daarop gebaseerd. De schoonheid van het groeien als mens moet weer cen-traal komen te staan.’

weer in verbinding brengen met haar eigen internationalistische traditie. Van verbondenheid over de grenzen heen, van de wetenschap dat als het de buren slecht gaat, het ons vroeg of laat ook zal raken. Een heel oud prin-cipe; dat is een beetje zoek, dus je zal het weer moeten vinden. De vragen zijn hetzelfde als altijd, alleen de tijd is veranderd en dus zijn de antwoorden anders.’

In zijn boek, Glück Auf, stelt hij dat Nederland niet in zijn schulp mag kruipen achter zijn eigen grenzen. Dan gaan op een zeker moment de ge-beurtenissen van buitenaf je lot bepa-len. Zie de stormachtige opkomst van China en andere landen. Hij haalt een ander boek aan om zijn punt kracht bij te zetten: De tijgerkat, over de 19e eeuwse revolutie in Italië. Daarin staat: “Als je wilt dat alles hetzelfde blijft, dan zal alles moeten veranderen.” Timmermans: ‘Dat is een briljante gedachte. Het dominante gevoel in de Nederlandse samenleving is: we willen behouden wat we hebben. Men denkt dat te kunnen bereiken door alle ver-andering buiten de deur te houden. De grote politieke uitdaging van deze tijd is om mensen te overtuigen dat je moet veranderen als je wilt behouden wat je hebt. En dan heb ik het niet over de mensen die weinig hebben te duchten van verandering, zoals mijn studenten (Timmermans is hoogleraar in Utrecht, RL). Die zijn zeker van een baan straks. Je moet de anderen over-tuigen; de buschauffeurs, de apothe-kers-assistenten; de bouwvakkers. Die zien maar een ding: ze laten mij in de steek. Zij moeten gaan voelen dat hun toekomst er helemaal niet zo beroerd uit ziet.’

De PvdA-afdeling van Kerkrade kan een goede inspiratiebron zijn, stelt Timmermans. ‘Daar heb je mensen als Rene Zeulman die zelf in de WSW zit, een heel moeilijk leven heeft, met weinig inkomen, maar wel PvdA-raadslid is. En daar eergevoel uit haalt; en tegelijk een deel van de kiezers ver-tegenwoordigt die niet snel in de ge-meenteraad komt. Dat verdient echt navolging elders. Zie ook Ralph Kreh-winkel, die nu burgemeester van Beek

Page 29: ZUID September 2011

column | 29

Gulpener Bierbrouwerij al jaren succesvol bezig. Voor de beeldvorming van dit merk zeer relevant. Maar of de brou-werij door het web ook extra hectoliters verkoopt, is niet te becijferen.

Het medium is ‘sociaal’ en dus niet zomaar geschikt voor de handel. Want elke deelnemer in dit sociale domein heeft je intenties onmiddellijk door. Je zult je snel voelen als een Pakistaan met een bos rozen in een druk café. Waar zijn die gebruikers van de sociale media dan wél op uit? Vooral op verstrooiing, gratis kennis en inspiratie: de zo-genaamde “content”. Uitgerekend ondernemers kunnen interessante content bieden en daarmee nieuwe contac-ten leggen. Bijvoorbeeld meubelaars die amusant bloggen over design worden gevonden door nieuwe besteders. Een architect plaatst zijn “Visie op Onderwijs” op Slideshare, waar schoolbestuurders slimmer van worden. Een notaris kan een ‘Vastgoed App’ weggeven. Er liggen kansen voor het oprapen. Wie reizen verkoopt kan virale aanbiedingen doen op Facebook. Ben je loopbaanbegeleider, geef dan elke dag een sollicitatietip. Wie werkt met zoekmachines weet dat er vele gaten bestaan. De Floriade heeft maar drie alinea’s op Wikipedia. En Buitenring Parkstad helemaal niets. Er zijn veel Limburgse topkoks, maar hun recepten staan nergens bijeen. Welke sportschool begint een blog “Slim Voetballen”? Waarom staan er zo weinig QR-codes in tijdschriften als dit?

Het meest onderschat bij ondernemers is YouTube, geste-gen tot de nummer twee onder de zoekmachines. Tik daar maar eens je eigen product in de zoekbalk en zie wat jouw argeloze prospect dan vindt: zelden een passend antwoord op zijn vraag. Wie in die behoefte kan voorzien, trekt voor lange tijd een markt naar zich toe. Zo kan een film “Wer-ken in de Chemie” relevant worden voor Chemelot. Hoe persoonlijker, hoe beter: wie het lef heeft individueel en geëngageerd te vertellen over het eigen vak, manoeuvreert zichzelf in een voorkeurspositie. Er is nog veel ruimte voor content in Nederland. Maar over een jaar of vier zijn alle niches wellicht gevuld en is de ranking in de zoeksystemen min of meer bepaald. “Jullie hebben heel wat asfalt” zegt de Eskimo… “en wij nog veel meer ijs. Maar alleen een wak op een goede plek, vissend met het juiste aas, leidt tot vangst.” En zo is het met Social Media precies hetzelfde. Limburg moet slim en veelvuldig op het web. Echter, wie op zoek is naar de ‘Limburgse manager’ kan voorlopig maar beter in opinieblad Zuid blijven adverteren.

Jean-Paul Toonen

Het bedrijfsleven wil komend jaar fors investeren in Social Media. Al weten maar weinig managers hoe je dát zinvol aanpakt. Voor Limburg schuilt hierin een kans om een voorsprong te behalen, maar hoe?

Stel er komt een Eskimo logeren, die nooit eerder een stad heeft gezien. Na een poos zal hij vragen waarom we ontel-bare kilometers asfalt over ons landschap hebben uitgerold, waarvan niets te oogsten valt. Een simpele vraag met een complex antwoord. Zo is het ook met Social Media, het meest associatieve begrip van deze tijd. Het is groots en groeiende maar wat kunnen we ermee?

Social Media is een weefsel van verbindingen, platforms en koppelingen tussen mensen op het web. Net als een we-gennet. Elk bedrijf heeft een website online, als een lokaal eindstation waar websurfers zelden arriveren. Want die zijn voortijdig uitgestapt en lummelen gezellig in de kantine van Facebook of het grandcafé van LinkedIn. Populair zijn ook de coffeebar van Twitter en de YouTube-bioscoop. Nederland is een van de meest actieve landen in Social Media en het bedrijfsleven wil haar investeringen hier-in opschroeven, zo onderzocht managementconsultant Booz&Co in Amsterdam. Limburg volgt die trend. In de streek waar men van nature graag de kat uit de boom kijkt, denkt men het eerst aan een eigen Facebook-pagina of LinkedIn-profiel. Maar het effect daarvan is erg beperkt. In termen van Eskimo’s: “Jullie lopen dus over die wegen met een spandoek waar je naam op staat?” Daar komt het inderdaad op neer. Sommige bedrijven halen er een SEO-specialist bij, die hun website doet opvallen bij Google. In Eskimo-taal: “Dus sommige spandoeken mogen ook door drukke straten lopen?” Terwijl Limburgse ondernemers zich afvragen hoe ze die zegetocht moeten aanvangen, is

eSkIMoteren

op het web

Jean-Paul Toonen, communicatiespecialisthttp://twitter.com/#!/jeanpaultoonen

Page 30: ZUID September 2011

In een statig pand in Maastricht is Schalken & Partners gevestigd. De allure van het eeu-wenoude pand past perfect bij de kwaliteit van dienstverlening van Schalken & Partners. Schalken & Partners is er voor loopbaanbege-leiding, management en executive coaching en outplacement.

Directeur/coach Hans Schalken: “In ieders carrière komt beslist een mo-

ment dat je het gevoel hebt aan iets nieuws toe te zijn. Maar waarop richt

je je dan en hoe in zo’n situatie te handelen? In die gevallen is het goed

om eens met een onafhankelijke en daartoe specifiek opgeleide coach te

praten. In onze aanpak richten wij ons op de ontwikkeling van de mens

in relatie tot zijn werk. In de kern houden wij mensen een spiegel voor.

We leren iemand positief te staan ten opzichte van zichzelf door zijn

vermogens en talenten in kaart te brengen en deze direct te mobilise-

ren. De uitkomst van onze sessies is voor cliënten vaak verrassend en

biedt meteen ontwikkelingsperspectief. Zij ontwikkelen immers een sterk

zelfbewustzijn, een positief zelfbeeld en daarmee een goed gevoel van

eigenwaarde. Op basis van ons advies zijn zij in staat hun loopbaan of

hun functie een andere wending/inhoud te geven, hetgeen tevens hun

kansen in de huidige arbeidsmarkt aanmerkelijk verbetert. “

 Hans Schalken studeerde o.m. bedrijfs- en veranderkunde en werkte ja-

renlang in directiefuncties in de gezondheidszorg en bij de overheid. Was

onder meer directeur van de Reumakliniek in Rotterdam en vervulde ver-

scheidene interim-functies. Het is op basis van die ervaring, maar in het

bijzonder diens uitgesproken belangstelling voor en actieve betrokken-

heid bij het fenomeen “mens” in voor hen steeds complexer wordende

arbeidsomstandigheden, dat Hans Schalken heeft doen besluiten zich in

zijn eigen carrière voor mens en organisatie te gaan inzetten. Het werkter-

rein van het bedrijf richt zich dan ook op loopbaanbegeleiding algemeen,

coaching van management en executives en outplacement. Dat doet

Schalken & Partners in het bijzonder in de hogere echelons van organisa-

ties bij overheid, zorg, onderwijs en bedrijfsleven, maar is daarnaast ook

gericht op begeleiding en individuele coaching van managementtalent.

Hans Schalken schetst een aantal voorbeelden waarbij zijn adviespraktijk

van dienst kan zijn “Stel, het botert niet tussen de bestuurder(s) en de

leden van de raad van toezicht van een grote organisatie of er is binnen

teams sprake van verstoorde verhoudingen. Andere denkbare situaties

zijn: de (top)manager die moeite ondervindt om zich te handhaven en de

organisatie die aan de vooravond staat van grote veranderingen. Op dat

moment is het goed om een onafhankelijke derde in de te schakelen die

over een ruime bestuurlijke ervaring beschikt en het vermogen heeft in

een dergelijke omgeving, waar sprake is van enige complexiteit, objectief

te kunnen “sparren” en coachen.

 

Betrokkenheid, betrouwbaarheid en effectiviteit vormen de begrippen

die aan de basis liggen van de aanpak door Schalken & Partners. In de

praktijk is de netwerkfunctie enorm belangrijk. Door de jarenlange werk-

ervaring in verscheidene sectoren beschikt Schalken & Partners over een

actueel en breed netwerk. Hans Schalken: “Dat netwerk zetten we ook

in als onderdeel van de begelei-

ding, bijvoorbeeld als er sprake

is van outplacement . Zo brengen

we cliënten in contact met perso-

nen die (eind)verantwoordelijke

posities bekleden in dat netwerk

en die bereid zijn om hun visie

op strategie, beleid en cultuur-

aspecten in hun werkomgeving

met cliënten te delen, Tijdens

die ontmoetingen wordt tevens

bewust een “oefensituatie” voor

cliënten gecreëerd om zich in

een voor hen nieuwe werkomge-

ving te profileren.”

Het bedrijf beschikt over het

keurmerk Blik op Werk, specifiek

voor overheidsdiensten, maar is

ook TÜV gecertificeerd.

Schalken & Partners Maastricht verbindt ziel en zakelijkheid

Schalken & PartnersVan Heylerhofflaan 156211 KA Maastricht043 350 05 93www.schalkenenpartners.nl

www.schalkenenpartners.nltel: 043-3500593

“Wij verbinden persoonlijk talent met de ontwikkelingsmogelijkheden van uw organisatie”

– A D V E R T O R I A L –

Page 31: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

opinie | 31

Veel Limburgers zijn ermee opge-groeid: eens per week ga je bami ha-len bij de Chinees en friet halen bij de friture. Feit is dat tegenwoordig ook bijna elke friture door Chinezen wordt uitgebaat. In Maastricht struikel je tegenwoordig over de Chinese stu-denten terwijl deze er pakweg vijf jaar geleden nog nauwelijks waren. Steeds meer Chinese bedrijven vestigen zich in de Benelux en Duitsland. Grote en bekende Europese en Nederlandse merken en bedrijven worden door Chinezen overgenomen. Denk alleen maar aan Volvo en Kruidvat. Het Chi-nese sportmerk Li Ning opende enkele jaren geleden een (inmiddels overigens alweer gesloten) winkel in Maastricht. De Chinese elektronica- en computer-giganten Haier en Lenovo, waarvan velen niet eens weten dat dit Chinese bedrijven zijn, brengen hun producten ook in steeds meer Limburgse winkels aan de man. NRC Handelsblad voor-spelde onlangs dat in 2020 tussen de 5 en 8% van de Nederlandse bevolking in een Chinese auto zal rijden. De directe en indirecte invloed van Chi-na op Nederland en Limburg groeit, of we dat nu willen of niet. Moeten we deze Chinese invloed zien als het

“Gele Gevaar’’ dat nu ook z’n intrede heeft gedaan in onze Limburgse stra-ten? Is het vooral een bedreiging of vormt het juist een kans?

De Chinese aanwezigheid in veel delen van de wereld is van alle tijden, maar de laatste jaren manifesteert China zich steeds nadrukkelijker in grote de-len van de wereld. Ondanks het feit dat men vaak de voordelen en kansen hiervan ervaart leidt het er ook toe dat in delen van de wereld de angst voor het Gele Gevaar – weer – toe-neemt. Het “Gele Gevaar’’ is een term die stamt uit de late 19e eeuw, in een periode dat er een sterk toegenomen migratie van Chinese arbeiders naar een groot aantal Westerse landen op gang kwam. Een term die in de loop van de geschiedenis, en nog steeds, re-gelmatig gebruikt werd en wordt. In de zeventiende en achttiende eeuw, toen veel Europese landen de handelsmo-gelijkheden langs de Pacific verken-den grote stukken land en complete volkeren onder hun bestuur brachten, ontdekten we dat iemand ons al voor was geweest. Vrijwel overal in dat uit-gestrekte gebied waren Chinezen en overal voeren Chinese handelsjonken.

Eigenlijk beheersten de Chinezen de handels-stromen in heel Oost-Azië tot diep in het Aziatische continent. De industriële productie en export van China was veel groter dan die van de rest van de wereld en veel gebruiksvoorwerpen waren Chinees… een beetje net als nu. In de geschiede-nis hebben Europeanen maar kort, een paar honderd jaar, wat overwicht gekregen, maar nu kabbelt de geschie-denis weer op z’n oude ritme verder. Of zoals de Singaporees Kishore Mahbubani het in 2008 omschreef in zijn boek The New Asian Hemisphere: the irresistible shift of global power to the east: “The past two centuries of Western domination of world history are the exception, not the rule, during two thousand years of global history.” De overweldigende Chinese bevol-kingsaantallen en aanwezigheid heeft al diverse malen in de geschiedenis geleid tot een angst voor het “Gele Gevaar’’, zowel in het buitenland als-ook bij ons. In de Verenigde Staten zijn al sinds de 19e eeuw grote groe-pen Chinese migranten aanwezig. De Chinese aanwezigheid werd door veel Amerikanen niet onverdeeld positief ontvangen. Ze werden omschreven als “ridiculous clad, supersitious ridden, dishonest, crafty cruel and marginal men’’. De laatste decennia verschij-nen tal van Amerikaanse publicaties met titels als “The Chinese Threat’’, doet men in het Congres aan “China-bashing’’ en in 2006 duidde het Pen-tagon China aan als het land dat meest waarschijnlijk de VS in zijn positie als enige supermacht zou uitdagen. Het Russische Verre Oosten is de enige overgebleven grens tussen China en Rusland sinds de implosie van de Sov-jet Unie. Migratie tussen de oude bu-ren is altijd al een heikel punt geweest. Het valt te verwachten dat de Sinofo-bie in de komende jaren met name in het Russische Verre Oosten verder zal toenemen omdat daar de Chinese aan-wezigheid het sterkst voelbaar is.

In Afrika neemt de Chinese aanwe-zigheid hand over hand toe. China’s economie draait op volle toeren en de honger naar natuurlijke rijkdommen is

ChinezeninLimburg:het Gele Gevaar of een Kans?

Page 32: ZUID September 2011

32 | opinie

groot. China ziet in Afrika de perfecte hapklare brok om deze economische honger te stillen. Meer en meer Chi-nese bedrijven vestigen zich in Afrika. Het handelscijfer steeg van 10 miljard dollar in 2000 tot 100 miljard dollar in 2010! De Chinezen zien hun be-trokkenheid en investering in Afrika als een strikt zakelijke aangelegenheid en bemoeien zich, in tegenstelling tot Westerse landen, niet met de interne Afrikaanse politieke aangelegenheden. Afrika staat enerzijds positief tegen-over die investeringen. Veel Afrikanen zien China als een aantrekkelijk alter-natief voor Europa en de VS. China wordt in Afrika gezien als een belang-rijk tegenwicht voor het vaak bemoei-zuchtige Westen en als mogelijke bron van ontwikkeling. Anderzijds is er een duidelijk en groeiend anti-Chinees ge-voel bij de Afrikaanse bevolking. China zou niet of nauwelijks begaan zijn met het lot van de bevolking. Veiligheids-maatregelen in fabrieken staan niet op de prioriteitenlijst van Chinese mana-

behalve zeelieden ook marskramers die door de Nederlanders “Pindamannen’’ werden genoemd. Ondanks het feit dat de Nederlandse overheid voor de Twee-de Wereldoorlog een actieve uitzet-tingspolitiek voerde, lieten de Chinezen zich niet zo makkelijk wegjagen. In 1938 vonden de leden van de Eerste Kamer het tijd om hun verontrusting uit te spreken over “het voortgezet verblijf der Pindachinezen’’. De grote groei van het aantal Chinezen na de Tweede Wereldoorlog was vooral te danken aan het succes van de Chinese restaurants vanaf 1960. Gedurende de jaren ‘80 keerde het economische tij: de markt voor het Chinese eten raakte verzadigd en kon de almaar groeiende toestroom van restaurants niet meer aan.

Vooral in het laatste decennium groeit de Chinese aanwezigheid en invloed ook in Nederland en Limburg sterk. Er is sprake van een groeiend aantal Chinese investeringen en een forse

gers. Overal in Afrika verschijnen pu-blicaties waarbij gewezen wordt op het groeiende Gele Gevaar.

Ook Nederland kent al een lange geschiedenis van Chinese aanwezig-heid en ook hier werd en wordt met gemengde gevoelens op gereageerd. Sommigen zagen en zien het als ge-vaar en een bedreiging, anderen als een grote kans. Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw verschenen er voor het eerst met enige regelmaat Chinezen in Nederland. Het waren zakenlieden, reizigers en studenten. Ze verbleven hier slechts tijdelijk en hun aantal was maar klein. Rond het begin van de twintigste eeuw vestig-den de eerste Chinezen zich voor langere tijd in ons land. In 1911 wer-den ze met honderden tegelijk door de stoombootmaatschappijen naar de havens van Amsterdam en Rotterdam gehaald om als stoker de plaats van sta-kende Nederlandse zeelieden in te ne-men. Hierna steeg hun aantal gestaag,

Alexander Keehnen van TopCopy te Heerlen doet graag zaken met RICOH Document Center Limburg...... omdat hij vaak adhoc opdrachten krijgt die hij dank zij de weergaloze service en vooral de adequate technische ondersteu-ning tot een goed einde weet te brengen. Daarnaast is Ricoh Document Center Limburg ook een zakenpartner waar hij van op aan kan.

RICOH DOCUMENT CENTER LIMBURGBusiness Park Stein 108, 6181 MA  ElslooTel: +31 46 763 0404 [email protected]

Pancratiusstraat 396411 KC HEERLENTel: 045 - 571 88 11www.topcopy.nl

Alexander Keehnen van TopCopy en John van Lieshout van Ricoh Document Center Limburg

PANCRATIUSSTRAAT 39

6411 KC HEERLEN

T 045 - 571 88 11

F 045 - 574 13 36

E topcopy@plane t .n l

I www. topcopy.n l

PANCRATIUSSTRAAT 39

6411 KC HEERLEN

T 045 - 571 88 11

F 045 - 574 13 36

E topcopy@plane t .n l

I www. topcopy.n l

– A D V E R T E N T I E – – A D V E R T E N T I E –

Page 33: ZUID September 2011

– A D V E R T E N T I E –

Drs. Rob Hermans is directeur-eigenaar van Roha Ventures bv en Chitracon bv

Grand Café | Espressobar | Loungebar | Catering

Stationsstraat 26221 BP MaastrichtTel. (043) - 352 16 70

[email protected]

Op slechts 1 minuut loopafstand van het centraal station!

Boulevard smaakt & raakt!Ontbijt, lunch, koffie, borrels, high tea, feesten en partijen!

Boulevardby Harold & Régis

toename van het aantal bedrijven dat zich hier vestigt. Chinese overnames en nieuwe vestigingen van horecaza-ken en winkels zijn al lang geen uitzon-dering meer. Een fors groeiend aantal Chinese artikelen ligt ook in Limburg-se winkelschappen. Het aantal Chi-nese studenten hier groeit. De Chinese overheid ontplooit plannen om binnen 15 jaar een hogesnelheidstrein te laten lopen tussen Beijing en Amsterdam.

Limburgse overheden en andere in-stanties als LIOF, verantwoordelijk voor de promotie van onze regio blijven nog steeds opvallend stil en passief als het gaat om China. Onder de noemer “De Chinese Draak en de Limburgse Struisvogel’’ heb ik dit voorjaar in di-verse Limburgse media het feit onder de aandacht gebracht dat tegenover een zeer wakkere Chinese draak een slapende Limburgse struisvogel lijkt te staan. De redenen hiervoor blijven onduidelijk. Vorig jaar is de oproep gedaan aan de Limburgse struisvogel

verzilveren van de kansen die China biedt. Veel Limburgse bedrijven, orga-nisaties en individuele burgers hebben dit al gedaan. Zij hebben zich in de afgelopen jaren al nadrukkelijk gericht op de kansen en mogelijkheden die een toenemende Chinese aanwezigheid en invloed biedt. En vaak met groot suc-ces! Daarnaast oriënteert een steeds groter aantal bedrijven en organisaties zich op de mogelijkheden en kansen die China biedt. Enkele maanden ge-leden kwamen nogal wat Limburgse bedrijven af op een catalogi-show van Chinese bedrijven die door de Kamer van Koophandel in Roermond werd georganiseerd. Diverse Limburgse handelsdelegaties reizen naar China om nieuwe mogelijkheden aan te bo-ren. Het Gele Gevaar wordt door velen, ook in Limburg, in toenemende mate gezien als een Kans !

om wakker te worden, het hoofd uit het zand te halen en in beweging te ko-men. Limburgse overheden en organi-saties als LIOF zouden een krachtige en eenduidige visie en een concreet ac-tieplan moeten opstellen over hoe kan worden ingespeeld op de kansen die de Chinese draak biedt. Concrete doe-len zouden moeten worden benoemd, krachten moeten worden gebundeld en de handen dienen uit de mouwen te worden gestoken. Nadat deze har-tenkreet werd geuit, leek de Limburgse struisvogel héél even wakker te wor-den en in actie te komen. Sommige instanties en personen verantwoorde-lijk voor de internationale promotie van Limburg kwamen in beweging en lieten van zich horen. Feit is in ieder geval dat steeds meer Limburgse be-stuurders (van gemeenten, provincie en universiteit) deze maanden naar China afreizen. Hopelijk is dit het be-gin van een proces dat leidt tot gerich-te, gecoördineerde en gezamenlijke actie vanuit Limburg die leidt tot het

opinie | 33

– A D V E R T E N T I E –

Page 34: ZUID September 2011

Bij Rabobank Private Banking gaat het om het verhaal achter het vermogen

Is het toeval dat steeds meer vermogende mensen kiezen voor de Rabobank? In turbulente economische tijden is dat misschien niet eens zo vreemd. Juist in grillige tijden kiezen mensen voor zekerheid en vertrouwen. Dat vinden ze bij de Rabobank.

“Het vermogen is één,het verhaal erachter is twee.”

Banking bij Rabobank Centraal Zuid-Limburg. “En dat is nou precies wat we willen.” Roger Holtus, binnen Rabobank Parkstad Limburg verantwoordelijk voor Private Banking, drukt het nog sterker uit: “We kunnen niet anders. Zo werken wij bij de Rabobank. Het zit in onze genen.”

Het heeft alles te maken met de co-öperatieve achtergrond van de banken. De Rabobank kent geen aandeelhou-ders die dividend uitgekeerd krijgen. Geen bonussen voor bankiers. Bij de Rabobank draait het om de klant. Bij Private Banking gaat het om de relatie met de klant. “Wij zijn niet transactie-gedreven, we vinden het vertrouwen en een langdurige, persoonlijke relatie met onze klant veel belangrijker”, zegt Joost Frantzen. Uiteindelijk bepaalt de klant hoeveel ri-sico hij wilt nemen, maar de Rabobank zal zeker niet altijd met de klant mee gaan. “Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is dat vaak ook zo. Dat moet

je als Private Banker ook durven zeggen, ook al is de visie van de klant anders”, zegt Roger Holtus.

De crisis is ook aan de klanten van Rabobank Private Banking niet ongemerkt voorbij gegaan, maar dan komt vertrouwen weer om de hoek kijken. John van Nieuwenhoven: “Ook onze klanten hebben de afgelopen tijd, na de dalende beurskoersen, natuurlijk zorgen gekend. We wachten echter niet tot klanten contact met ons opnemen. We benaderen hen proactief en leggen uit hoe de situatie is. Dat waarderen ze. Aan het dalen van de koersen kunnen we niet veel veranderen, maar we kunnen klanten wel geruststel-len. Want ook het verhaal achter het vermogen is gebaseerd op een lange termijnvisie.”

De ambities van de Private Bankers van de Rabobank zijn groot. “De Rabobank is niet meteen de eerste bank waar aan gedacht wordt door vermogende mensen”, zegt Frank Leistra. “Toch is de Rabobank een sterke partij als het gaat om vermogensbeheer en vooral in deze turbulente tijden zien we in de afgelopen twee, drie jaar dat steeds meer mensen onze bank weten te vinden. Mensen willen toch zekerheid en vertrouwen. De Rabobank biedt dat vertrouwen.”Joost Frantzen: “Het gaat niet alleen om het realiseren van finan-ciële doelstellingen. Rabobank Private Banking heeft aandacht voor alle aspecten rond het vermogen. Een verantwoord beleg-gingsbeleid is vanzelfsprekend een kerntaak. Maar ook bedrijfs-overdracht, de zorg voor de nalatenschap en de maatschappelijke belangstelling. Alles krijgt een passende plek in een duidelijke

samenhang. Met het perspectief om een langd rige relatie op te bouwen met klanten en hun vermogen verder te brengen.”

De Rabobanken hebben een schat aan ervaring, kennis en des-kundigheid in huis. En wat wel zo prettig is, is dat medewerkers van de Rabobank erg gehecht zijn aan hun werkgever. Dat maakt dat veel klanten jarenlang met dezelfde accountmanager spreken. Iemand die het verhaal achter de klant kent en goed op de hoogte is van de ambities. Dat vormt de basis voor de dienstverlening van Private Banking. Die relatie wordt nog eens onderstreept door de vele bijeenkomsten, kennissessies of netwerkborrels die de bank organiseert. Frank Leistra: “Het succes van Rabobank Private Banking is mede te danken aan het feit dat mensen zien dat de bank ook iets terug-doet voor de samenleving. De bank investeert in het verenigingsle-ven, in topsport. Veel ondernemers zijn maatschappelijk betrok-ken. Zij vertrouwen niet alleen hun geld toe aan de Rabobank, ze zien ook dat de Rabobank in hun directe omgeving iets terugdoet. Weer dat persoonlijke, die warme band met de maatschappij. Een imago dat de Rabobank koestert en uitbouwt.”

Relatiebeheer bij de Rabobank is ook regelmatig in gesprek gaan met de klanten. Roger Holtus: “We monitoren wat er gebeurt en nodigen de klant regelmatig uit voor een gesprek. Daar bespreken we de gang van zaken en kijken of de dienstverlening aangepast moet worden. De wereld is veranderlijk, de beurs beweeglijk en de gezinssituatie verandert ook. Daarom is het goed regelmatig met elkaar van gedachten te wisselen.”

De dienstverlening wordt door alle managers omschreven als laagdrempelig. “Niet alleen omdat mensen met een vermogen vanaf € 80.000 kunnen rekenen op de professionele ondersteuning

van Private Banking”, legt Frank Leistra uit. “Maar zeer zeker ook onze nuchtere cultuur spreekt veel mensen aan. Het feit dat de Rabobank de crisis goed heeft doorstaan en een AAA-rating heeft, is voor veel mensen een reden om te kiezen voor onze bank.”

Wie over Private Banking wil praten is welkom voor een gesprek. We nodigen u van harte uit uw verhaal met ons te delen. Uw verhaal is ons vertrekpunt. Bij ons krijgen uw ambities de aandacht die ze verdienen. Daarmee maken we Private Banking ook echt private. Dat is ons idee.

www.rabobank.nl/privatebanking

De vier Rabobanken in Zuid-Limburg verstaan als geen ander de kunst van zorgvuldig omgaan met het vermogen van klanten. De vier managers Private Banking van de Zuid-Limburgse Raboban-ken in gesprek over vermogen, vermogensbeheer en waarom het belangrijk is het verhaal achter het vermogen te kennen.

John van Nieuwenhoven (Rabobank Westelijke Mijnstreek), Roger Holtus (Rabobank Parkstad Limburg), Joost Frantzen (Rabobank Maastricht e.o.) en Frank Leistra (Rabobank Centraal Zuid-Lim-burg) staan met een team van ruim vijftig accountmanagers en specialisten klaar om het vermogen van hun klanten te beheren. “Persoonlijke aandacht, waarbij gekeken wordt naar de doelen en ambities, vormt het uitgangspunt”, legt John van Nieuwenhoven, manager Private Banking bij Rabobank Westelijke Mijnstreek, uit. “Het vermogen is één, het verhaal erachter is twee. Bij elk vermo-gen hoort namelijk een verhaal. Waar het vandaan komt, hoe het is opgebouwd, hoe hard ervoor is gewerkt en welk doel de klant met het vermogen heeft. Dat doel kan bijvoorbeeld pensioen, een woning of studerende kinderen zijn. Wij proberen de ambities en doelen van de klant in beeld te krijgen en daar stemmen we het beheer van zijn vermogen op af”, zegt Van Nieuwenhoven.

“Met beide benen op de grond.” Zo karakteriseert zijn collega, Joost Frantzen, manager Private Banking bij Rabobank Maastricht e.o., Private Banking bij de Rabobank. “Gewoon jezelf blijven. Dat typeert onze klanten en dat verlangen ze ook van ons. Het is ook een vaak gehoorde opmerking van onze klanten.” “Jullie zijn zo gewoon”, klinkt het regelmatig zegt Frank Leistra, manager Private

Van links naar rechts: Frank Leistra, John van Nieuwenhoven, Roger Holtus en Joost Frantzen

– A D V E R T O R I A L –

Page 35: ZUID September 2011

Bij Rabobank Private Banking gaat het om het verhaal achter het vermogen

Is het toeval dat steeds meer vermogende mensen kiezen voor de Rabobank? In turbulente economische tijden is dat misschien niet eens zo vreemd. Juist in grillige tijden kiezen mensen voor zekerheid en vertrouwen. Dat vinden ze bij de Rabobank.

“Het vermogen is één,het verhaal erachter is twee.”

Banking bij Rabobank Centraal Zuid-Limburg. “En dat is nou precies wat we willen.” Roger Holtus, binnen Rabobank Parkstad Limburg verantwoordelijk voor Private Banking, drukt het nog sterker uit: “We kunnen niet anders. Zo werken wij bij de Rabobank. Het zit in onze genen.”

Het heeft alles te maken met de co-öperatieve achtergrond van de banken. De Rabobank kent geen aandeelhou-ders die dividend uitgekeerd krijgen. Geen bonussen voor bankiers. Bij de Rabobank draait het om de klant. Bij Private Banking gaat het om de relatie met de klant. “Wij zijn niet transactie-gedreven, we vinden het vertrouwen en een langdurige, persoonlijke relatie met onze klant veel belangrijker”, zegt Joost Frantzen. Uiteindelijk bepaalt de klant hoeveel ri-sico hij wilt nemen, maar de Rabobank zal zeker niet altijd met de klant mee gaan. “Als iets te mooi klinkt om waar te zijn, dan is dat vaak ook zo. Dat moet

je als Private Banker ook durven zeggen, ook al is de visie van de klant anders”, zegt Roger Holtus.

De crisis is ook aan de klanten van Rabobank Private Banking niet ongemerkt voorbij gegaan, maar dan komt vertrouwen weer om de hoek kijken. John van Nieuwenhoven: “Ook onze klanten hebben de afgelopen tijd, na de dalende beurskoersen, natuurlijk zorgen gekend. We wachten echter niet tot klanten contact met ons opnemen. We benaderen hen proactief en leggen uit hoe de situatie is. Dat waarderen ze. Aan het dalen van de koersen kunnen we niet veel veranderen, maar we kunnen klanten wel geruststel-len. Want ook het verhaal achter het vermogen is gebaseerd op een lange termijnvisie.”

De ambities van de Private Bankers van de Rabobank zijn groot. “De Rabobank is niet meteen de eerste bank waar aan gedacht wordt door vermogende mensen”, zegt Frank Leistra. “Toch is de Rabobank een sterke partij als het gaat om vermogensbeheer en vooral in deze turbulente tijden zien we in de afgelopen twee, drie jaar dat steeds meer mensen onze bank weten te vinden. Mensen willen toch zekerheid en vertrouwen. De Rabobank biedt dat vertrouwen.”Joost Frantzen: “Het gaat niet alleen om het realiseren van finan-ciële doelstellingen. Rabobank Private Banking heeft aandacht voor alle aspecten rond het vermogen. Een verantwoord beleg-gingsbeleid is vanzelfsprekend een kerntaak. Maar ook bedrijfs-overdracht, de zorg voor de nalatenschap en de maatschappelijke belangstelling. Alles krijgt een passende plek in een duidelijke

samenhang. Met het perspectief om een langd rige relatie op te bouwen met klanten en hun vermogen verder te brengen.”

De Rabobanken hebben een schat aan ervaring, kennis en des-kundigheid in huis. En wat wel zo prettig is, is dat medewerkers van de Rabobank erg gehecht zijn aan hun werkgever. Dat maakt dat veel klanten jarenlang met dezelfde accountmanager spreken. Iemand die het verhaal achter de klant kent en goed op de hoogte is van de ambities. Dat vormt de basis voor de dienstverlening van Private Banking. Die relatie wordt nog eens onderstreept door de vele bijeenkomsten, kennissessies of netwerkborrels die de bank organiseert. Frank Leistra: “Het succes van Rabobank Private Banking is mede te danken aan het feit dat mensen zien dat de bank ook iets terug-doet voor de samenleving. De bank investeert in het verenigingsle-ven, in topsport. Veel ondernemers zijn maatschappelijk betrok-ken. Zij vertrouwen niet alleen hun geld toe aan de Rabobank, ze zien ook dat de Rabobank in hun directe omgeving iets terugdoet. Weer dat persoonlijke, die warme band met de maatschappij. Een imago dat de Rabobank koestert en uitbouwt.”

Relatiebeheer bij de Rabobank is ook regelmatig in gesprek gaan met de klanten. Roger Holtus: “We monitoren wat er gebeurt en nodigen de klant regelmatig uit voor een gesprek. Daar bespreken we de gang van zaken en kijken of de dienstverlening aangepast moet worden. De wereld is veranderlijk, de beurs beweeglijk en de gezinssituatie verandert ook. Daarom is het goed regelmatig met elkaar van gedachten te wisselen.”

De dienstverlening wordt door alle managers omschreven als laagdrempelig. “Niet alleen omdat mensen met een vermogen vanaf € 80.000 kunnen rekenen op de professionele ondersteuning

van Private Banking”, legt Frank Leistra uit. “Maar zeer zeker ook onze nuchtere cultuur spreekt veel mensen aan. Het feit dat de Rabobank de crisis goed heeft doorstaan en een AAA-rating heeft, is voor veel mensen een reden om te kiezen voor onze bank.”

Wie over Private Banking wil praten is welkom voor een gesprek. We nodigen u van harte uit uw verhaal met ons te delen. Uw verhaal is ons vertrekpunt. Bij ons krijgen uw ambities de aandacht die ze verdienen. Daarmee maken we Private Banking ook echt private. Dat is ons idee.

www.rabobank.nl/privatebanking

De vier Rabobanken in Zuid-Limburg verstaan als geen ander de kunst van zorgvuldig omgaan met het vermogen van klanten. De vier managers Private Banking van de Zuid-Limburgse Raboban-ken in gesprek over vermogen, vermogensbeheer en waarom het belangrijk is het verhaal achter het vermogen te kennen.

John van Nieuwenhoven (Rabobank Westelijke Mijnstreek), Roger Holtus (Rabobank Parkstad Limburg), Joost Frantzen (Rabobank Maastricht e.o.) en Frank Leistra (Rabobank Centraal Zuid-Lim-burg) staan met een team van ruim vijftig accountmanagers en specialisten klaar om het vermogen van hun klanten te beheren. “Persoonlijke aandacht, waarbij gekeken wordt naar de doelen en ambities, vormt het uitgangspunt”, legt John van Nieuwenhoven, manager Private Banking bij Rabobank Westelijke Mijnstreek, uit. “Het vermogen is één, het verhaal erachter is twee. Bij elk vermo-gen hoort namelijk een verhaal. Waar het vandaan komt, hoe het is opgebouwd, hoe hard ervoor is gewerkt en welk doel de klant met het vermogen heeft. Dat doel kan bijvoorbeeld pensioen, een woning of studerende kinderen zijn. Wij proberen de ambities en doelen van de klant in beeld te krijgen en daar stemmen we het beheer van zijn vermogen op af”, zegt Van Nieuwenhoven.

“Met beide benen op de grond.” Zo karakteriseert zijn collega, Joost Frantzen, manager Private Banking bij Rabobank Maastricht e.o., Private Banking bij de Rabobank. “Gewoon jezelf blijven. Dat typeert onze klanten en dat verlangen ze ook van ons. Het is ook een vaak gehoorde opmerking van onze klanten.” “Jullie zijn zo gewoon”, klinkt het regelmatig zegt Frank Leistra, manager Private

Van links naar rechts: Frank Leistra, John van Nieuwenhoven, Roger Holtus en Joost Frantzen

– A D V E R T O R I A L –

Page 36: ZUID September 2011

door Gwen Teo

foto Jean-Pierre Geusens

Wake up call voor onroerend LimburgLimburg heeft ander vastgoed nodig. De demografische veranderingen – als gevolg van krimp, vergrijzing en verrijking – schreeuwen daar namelijk om, zegt hoogleraar vastgoedfinanciering en vastgoedbeleggingen Piet Eichholtz. Daartoe moeten lokale overheden veel meer samenwerken om ‘bouwen voor de leegstand’ te voorkomen. Maar ook: in de aanval gaan, want ‘slopen is verdedigen’. “Demografische ontwikkelingen zijn zo voorspelbaar, het is geen rocket science. Het ons allemaal laten overkomen alsof het onverwacht is, zou dan ook een domme fout zijn.”

De cijfers liegen er nu eenmaal niet om. De onroerendgoedmarkt kreunt al een hele tijd. In Limburg ook: het aantal geregistreerde verkochte wonin-gen bedroeg in juli 2010 730. Twaalf maanden later waren het er 104 min-der, registreerde het Kadaster. Met name hoekwoningen waren weinig in trek. Winkelgebieden worstelen met lege panden. Bedroeg de procentuele leegstand naar meters in 2006 nog 7 procent in Limburg, op 1 juli van dit jaar was dat percentage al opgelopen tot 9,6 procent, aldus Locatus, infor-matieleverancier van winkelvastgoed. Wat omgerekend 46 procent hoger is dan het landelijk gemiddelde. De demografische toekomst voor kan-toren? Op Europees niveau neemt de behoefte aan kantoorpanden al-leen maar af. Want terwijl in Azië en Noord-Amerika tussen 2010 en 2050 groei op het programma staat, geldt precies het tegenovergestelde voor de Europese kantorenmarkt, voorspellen de Verenigde Naties. Op provinciaal Limburgs niveau meldt DTZ Zadel-hoff 6,8 procent leegstand in 2007, tegenover 8,2 procent medio 2011. De gemiddelde huurprijs per vierkante meter per jaar nam daarentegen niet af, die liep juist op.

Wie met deze cijfers in het achterhoofd nadenkt over de demografische ontwik-kelingen in Limburg komt waarschijn-lijk snel tot de conclusie dat gericht,

overkoepelend beleid noodzakelijk is. Bovengemeentelijke en bovenregionale afstemming. Anders gaat het uiteinde-lijk mis. Een voorbeeld: extra woning-voorraad kweken in gemeente X zon-der daarbij passende bevolkingsgroei betekent sloop in omliggende plaatsen. Aldus hoogleraar vastgoedfinanciering en vastgoedbeleggingen Piet Eichholtz (48) van de Universiteit Maastricht. Hij waarschuwt zodoende voor ‘ambi-tieuze wethouders en burgemeesters’, die alleen binnen de eigen gemeente-grenzen en in (relatief) korte termijnen redeneren. “Lokale overheden moeten meer samenwerken op het gebied van ruimtelijke ordening om goed te kun-nen anticiperen op de veranderingen. De handen structureel ineenslaan met buurgemeenten. Met zijn allen naden-

ken: wat is in deze regio aan onroerend goed nodig? Niet zomaar veel bouwen, want dan bouw je voor leegstand. Dat geldt zowel voor de woning- als de kantorenmarkt.”

Een aanpak op meerdere sporen tege-lijk is noodzakelijk. Gemeenten moeten elkaar niet beconcurreren bij het bin-nenhalen van prestigieuze bedrijven door zonder overleg bouw van nieuwe kantoren toe te staan. De gemeente die het bedrijf ‘verliest’, zit namelijk niet alleen daar mee in de maag, maar ook met een leegstaand gebouw dat als gevolg van een dalende beroepsbevol-king en het nieuwe werken niet meer wordt gevuld. Voorts moeten woning-corporaties met slecht bezit daarop worden aangesproken. Er moet wor-

36 | dossier wonen

2007 2008 2009 2010 medio 2011

Aanbod 107.000 128.000 130.000 137.000 135.000

Leegstand (%) 6,8% 7,9% 8,2% 8,4% 8,2%

Leegstand (m²) 97.376 114.076 120.701 125.496 122.344

Gemiddelde huurprijs €121 €121 €126 €125 €141

(per m²/ jaar, excl. evt. incentives)

MARKTINfOKANTORENMARKTLIMbuRg

Regio Limburg: Maastricht (incl. Airport), Heerlen, Roermond en Venlo

(x 1.000 m2 v.v.o)

Bron: DTZ Zadelhoff

Page 37: ZUID September 2011

Wake up call voor onroerend Limburg

dossier wonen | 37

den gesloopt - en wellicht sneller en meer dan gepland. Financieel is dat een lastige kwestie. Slopen is duur. Zodoende pleit Eichholtz voor onder meer sloopcompensatiefondsen om die kosten te kunnen dragen. Dat is overi-gens niet iets wat alleen Zuid-Limburg aangaat, maar ook het midden van de provincie. Want in tegenstelling tot Noord-Limburg - waar, zoals het er nu uitziet, het aantal huishoudens de ko-mende dertig jaar redelijk stabiel blijft - slaat de krimp volgens de prognoses juist dáár de komende tijd hard toe. Zo hard, dat Zuid- en Midden-Lim-burg over pakweg dertig jaar mogelijk bijna op hetzelfde ‘krimppunt’ uitko-men. Hoewel die vooruitzichten in de loop der tijd nog kunnen veranderen, doet Midden-Limburg er verstandig aan goed te analyseren wat in Parkstad is gebeurd, benadrukt de hoogleraar. Om dezelfde problemen te voorko-men. Of om in elk geval de gevolgen daarvan te vermijden. Beseffen Lim-burgse beleidsmakers voldoende wat er voor de deur staat? “Het merendeel wel. Ze weten dat een plan van aan-pak op grotere schaal nodig is. Maar

het blijft te vaak bij ‘ermee bezig zijn’ en ‘er nog eens over praten’.” Als daar geen verandering in komt, dan voor-ziet hij dat het zuiden van het land wel-eens in een flinke neerwaartse spiraal kan belanden. In het ergste geval met alsmaar dalende woningprijzen en als uiteindelijk resultaat verpauperde ge-bieden waar niemand meer wil wonen. Die hetzelfde trieste lot zijn beschoren als bepaalde steden in Wallonië.

Hoopgevender is de manier waarop de Westelijke Mijnstreek de zaken aan-pakt. Daar wordt Eichholtz ‘vrolijk van’. De totale woningvoorraad hoeft in de Westelijke Mijnstreek niet meer te groeien. Zodoende is het uitgangs-punt nu dat de woningmarkt aldaar moet transformeren ‘van meer naar beter’ en geldt sindsdien het principe ‘één goede woning erbij, één slechte eraf ’.

Horst aan de Maas, de Limburgse winnaar in Elseviers ‘Beste gemeen-ten 2011’-lijst (nummer 135 op de complete nationale ranglijst, in totaal 418 gemeenten, red.), probeert de kop

ook uit het zand te houden. Gecon-fronteerd met lastige prognoses over een toename van de woningvoorraad-behoefte tot 2030, daarna – volgens voorspellingen – gevolgd door een afname daarvan, kijkt de gemeente enerzijds naar een concept dat ‘tij-delijke woonunits’ behelst. Die, in-dien inderdaad nodig, eenvoudig zijn weg te halen over twintig, dertig jaar. Anderzijds staan fondsvorming om sloop en transformatie te kunnen be-talen en verdienmodellen om ‘straks de woningvoorraad te transformeren dan wel te verdunnen’ op de agenda, zegt verantwoordelijk wethouder Leon Litjens (CDA). Dat betekent overigens niet dat in Horst aan de Maas niet meer wordt gebouwd. Wel dat ‘toe-komstproof ’ de leidraad is. Ook zit de gemeente om tafel met woningcorpo-raties om prestatieafspraken te maken over sociale huurwoningen die niet meer voldoen aan de eisen van deze tijd. “We zijn ermee bezig. Corporaties hebben het momenteel financieel niet gemakkelijk. Ze kunnen weinig wonin-gen verkopen en moeten geld afdra-gen door regels vanuit Den Haag. Dat

Piet eichholtz

Page 38: ZUID September 2011

38 | dossier wonen

belemmert het functioneren.” (Meer Horst aan de Maas op pagina 44.)

Slopen is verdedigen, aanvallen moet je daarnaast ook, stelt Eichholtz. De tijdelijke verlaging van de overdrachts-belasting van 6 naar 2 procent valt daar, in lange termijn-denken, niet onder. “De verlaging wordt straks on-getwijfeld doorberekend in de woning-prijzen, waarna die weer even hoog als voorheen zullen zijn.” Dus slechts ef-fect van korte duur. Om een positieve impuls voor langere tijd te bewerkstel-ligen, kan de regio zich het beste rich-ten op hetgeen ze heeft en waaraan het andere regio’s ontbreekt: studenten. Duizenden studenten, die jaarlijks aan een studie beginnen aan de Universi-teit Maastricht, Hogeschool Zuyd en, last but not least, RWTH Aachen. En zich in dat kader in de regio vestigen. In het studiejaar 2010-2011 telden de opleidingen om precies te zijn geza-menlijk 62.147 studenten.

“In plaats van campagne te voeren om gezinnen vanuit de Randstad naar Limburg te trekken, moet alle intel-

lectuele denkkracht daarop focussen. Het moet aantrekkelijk worden voor een deel van die studenten, die toch al hier zijn, om zich na hun studie defi-nitief in dit gebied te vestigen. Het is namelijk aanmerkelijk makkelijker om mensen ergens te laten blijven, dan ze het halve land door te laten verhuizen. Bovendien houden de regiobranding-argumenten geen stand: Limburg ligt realistisch gezien toch echt wel ver weg van de Randstad.” Overigens hebben rust- en ruimtezoekers voldoende keus uit andere steden, denk aan Middel-

burg, die veel dichter tegen de Rand-stad aanschurken. Dus wijzig de koers nu het nog kan, luidt het advies. “Van de gouverneur tot gedeputeerden, de colleges van B&W, gemeenteambtena-ren en onderzoeksbureaus, bij iedereen zou de enorme economische potentie van de studentenpopulatie hoog op de agenda moeten staan. Maar in wer-kelijkheid is niemand daar structureel mee bezig. Niemand.”

Human capital is voorts van wezen-lijk belang. Hoger opgeleiden, mensen

vERgRIJZINgISgOEd

Overigens hebben de demografische ontwikkelingen ook een positieve kant. Het klinkt velen wellicht nieuw in de oren, maar vergrijzing geeft geen neerwaartse druk op de woningmarkt. Integendeel zelfs, blijkt uit onderzoek. Voordat mensen pakweg een jaar of tachtig zijn, neemt die vraag eerder toe dan af. Naar een gro-tere woning, van goede kwaliteit. Piet Eichholtz: “Het is een mythe dat oudere mensen kleiner willen wonen en een zorgflat nodig hebben. Dat is gemiddeld pas heel laat in het leven aan de orde.” De woningmarkt moet meegaan met de tijd. “Enerzijds vindt de benodigde kwaliteitsslag vanzelf plaats: klussende huisei-genaren investeren fors in hun eigendom. Anderzijds moeten woningcorporaties daarvoor aan de bak. Slopen, betere woningen bouwen.”

Woongebied De Risselt in Horst aan de maas

foto gemeente Horst aan de maas

– A D V E R T E N T I E –

Page 39: ZUID September 2011

dossier wonen | 39

met hoge(re) inkomens en het liefst een goede gezondheid. Dan neemt de wo-ningvraag toe. “Human capital heeft koopkracht. Geld dat wordt besteed in winkels, kaarten voor LSO-concerten koopt. Ik durf te beweren dat André Rieu zonder de vestiging van de univer-siteit in Maastricht nooit zo beroemd was geworden. Dan had hij in het zuiden namelijk geen publiek gehad en was hij nooit doorgebroken.” Wat willen die potentiële nieuwe Limbur-gers? De arbeidsmarkt hier heeft niet de meest geweldige reputatie en het grote aantal betaalbare woningen per vierkante kilometer is dus vooralsnog een onvoldoende overtuigend argu-ment gebleken. Volgens Eichholtz luidt het antwoord: investeer in dingen die jongeren interesseren. En wees daarbij vooral creatief. Ontplooi nieuwe acti-viteiten. Wellicht wat ver over de grens, maar in Austin, Texas (V.S. red.) is men daar goed in geslaagd: “Dankzij onder

meer investeringen in de popcultuur.” De Culturele Hoofdstad-ambities bie-den mogelijkerwijs een aanknopings-punt. Dynamiek sowieso. Maar is het de juiste? Wel als de plannen worden afgestemd op de doelgroep. Oftewel: niet overwegend ‘kunst voor 50-plus-sers, klassieke concerten en Shake-speare in Limburgs dialect’. “Die cul-tuur zorgt niet voor de dynamiek die we hier nodig hebben. Als ik naar het bestuur kijk, dat toch voornamelijk uit ouwe lullen zoals ik bestaat, dan rijst de vraag of VIA2018 succesvol kan wor-den gekoppeld aan de aanpak van deze problematiek. Zelf woon ik inmiddels tweeëntwintig jaar met veel plezier in deze regio. Maar er stijgt hier toch een lichtburgerlijke geur op, die voor jon-geren niet aantrekkelijk is.”

Krimp, sloop, ontgroening, het zijn beslist heikele onderwerpen voor veel gemeentebesturen. “Die hebben grote

moeite met dergelijke beslissingen uit angst voor negatieve beeldvorming. Ik zeg: demografische veranderingen vin-den geleidelijk plaats. De markt hoeft niet mórgen geherstructureerd te zijn, je kunt het prima plannen. Maar je moet het wél doen. Dat houdt in: aan-vallen, én verdedigen waar het nodig is. Gericht slopen om verdere kapitaal-vernietiging te voorkomen. Niet gaan roepen: dat willen we niet, want dan komt onze gemeente negatief in de krant. Dat is struisvogelpolitiek. Met die houding kom je er niet en kun je straks alleen kiezen voor reactief be-leid. Demografische veranderingen zijn zo voorspelbaar, het is geen rocket science. Dus tel je zegeningen en ga aan de slag.”

www.battacs.nl

Een professioneel team vertrouwd met uw regio!

– A D V E R T E N T I E –

Page 40: ZUID September 2011

Henk Stevens

foto WoonGoed2-Duizend

Page 41: ZUID September 2011

dossier wonen | 41

door Peet Adams

Henk Stevens vertrekt na 30 jaar bij Beeselse corporatie WoonGoed2-Duizend

Hij is een buitenbeentje in corporatieland. Wars van uiterlijk vertoon, soms tegendraads, maar wel succesvol. Het tekent directeur Henk Stevens (64) van de Beeselse corporatie WoonGoed 2-Duizend dat bij zijn afscheid geen plaats is ingeruimd voor bobo’s. Op landgoed Groenewoud treden Rowwen Hèze en onder meer Thei en Marij op voor de 5000 huurders. Alleen de huurders zijn uitgenodigd. ,,Die hebben altijd centraal gestaan. Ook nu ik vertrek”.

Zomaar een paar wapenfeiten van Henk Stevens, die in drie decennia is uitgegroeid tot de belichaming van WoonGoed2-Duizend. De kleine Lim-burgse corporatie heeft rond 1990 lan-delijk de discussie aangezwengeld over de verkoop van sociale huurwoningen.,,Ik moest op verzoek van staatssecreta-ris Heerma opdraven in het Kurhaus, waar de top van het ministerie van Volkshuisvesting klaar zat. Ik wist ze te overtuigen dat je met de opbrengst van de verkoop van huurwoningen weer mooie dingen kunt doen voor de zittende huurders en hun omgeving. Daarmee hebben we in Nederland voor een doorbraak gezorgd,” lacht Stevens.

WoonGoed2-Duizend heeft allerlei slimme constructies bedacht om koop-woningen toch bereikbaar te maken voor mensen een kleine beurs. Huur-koop en gunstige erfpachtconstructies zijn daar maar enkele voorbeelden van. De Beeselse corporatie is finan-cier en eigenaar van studentenflats in Delft en Den Haag. Een uiterst lucra-tieve investering gezien het grote tekort aan studentenhuisvesting.

De woningstichting heeft het initiatief genomen voor de ronduit baanbreken-de wijk Bosdael in Reuver waar jong, oud en zorgbehoevenden samen met elkaar leven in moderne en duurzame woningen, boordevol domotica om ouderen zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Bosdael is zowel provinci-aal als landelijk een voorbeeldwijk van zorg om de hoek en in de wijk. Stevens erkent: ,,Dit is de kroon op mijn werk. En ik kan het nu wel verklappen: we zijn ooit met de bouw van Bosdael gestart, zonder dat we de beschikking

binnen hadden. Het duurde ons alle-maal te lang”. Woon Goed2-Duizend toont een meer dan doorsnee maat-schappelijke betrokkenheid. De cor-poratie heeft zelf de kern van Beesel opgeknapt en gezorgd voor voorzie-ningen als een bibliotheek en een post-kantoortje. Een museum en een VVV-winkel liggen in het verschiet. Die aanpak illustreert de corporatie ook in Echt-Susteren en dat leidt bij de be-volking vaker tot opmerkingen dat de corporatie meer klaarspeelt dan de lo-kale overheid. Stevens: ,,Wij opereren met een ondernemersvisie. De over-heid heeft die visie niet. Onze drive is maatschappelijke doelstellingen te rea-liseren door sociaal ondernemerschap. Ons motto is simpel: we zijn er voor de mensen”. In Koningsbosch is de corporatie overigens volop in de weer met de herbestemming van het kloos-tercomplex. Een initiatief dat cruciaal is voor de toekomstige leefbaarheid in dat dorp.

WoonGoed2-Duizend krijgt uitzon-derlijk hoge waardering van de experts in corporatieland. Het zogenaamde visitatieonderzoek, dat elke woning-stichting periodiek moet laten verrich-ten, leverde recent een kleine acht op. Conclusie van de visitatiecommissie: zelden een corporatie beoordeeld met zo’n tomeloze daadkracht.

Natuurlijk is er ook kritiek. De samen-werking met de gemeenten zou beter kunnen. Zowel in Beesel als in Echt-Susteren morren bestuurders dat de corporatie te zeer haar eigen weg gaat. ,,Ja, we zijn eigenzinnig. We zetten stappen vooruit en verkondigen dat we een bepaalde koers uit willen. En dat

valt niet altijd goed”, knikt Stevens. En de corporatie is voor de buitenwereld te onzichtbaar en te bescheiden. Veel successen zijn onopgemerkt gebleven voor het grote publiek. Stevens nuch-ter: ,,Wat heeft het voor zin om jezelf op de borst te kloppen?”

De corporatiedirecteur is de fase voor-bij van het geloof in een maakbare sa-menleving. Met een overheid die van de wieg tot het graf zorgt. De bevol-king is in eerste instantie zelf verant-woordelijk voor zaken als onderwijs, gezondheid en ook de huisvesting, zo oordeelt Stevens nu. ,,Mensen met een te hoog inkomen, horen niet in een so-ciale huurwoning. Aan de andere kant: als mensen een eigen woning niet kun-nen betalen, moeten we voor ze opko-men. Dat is gewoon een kwestie van beschaving”.

Henk Stevens zegt met een goed ge-voel afscheid te nemen van zijn corpo-ratie. ,,De organisatie staat op sterke benen, we zijn financieel gezond, ook voor de lange termijn en we hebben een mentaliteit van niet te veel praten, maar vooral doen”.Hij wilde trouwens eigenlijk geen af-scheidsfeest. ,,Maar als het dan toch moet, maak er dan een feest van voor de huurders, heb ik voorgesteld. En dat is geaccepteerd”.

En hoe ziet het leven eruit na Woon-Goed2-Duizend? Stevens: ,,Ik verdwijn heus niet helemaal van het toneel. Ik ben gefascineerd door de mogelijkhe-den om echt vernieuwend te bouwen. De ontwikkeling van starterswoningen bijvoorbeeld die zo goedkoop zijn, dat ze voor iedereen te bereiken zijn”.

‘ja, ik ben eigenzinnig’

Page 42: ZUID September 2011

Uw bestaande woning, onze zorg...Bij de verkoop van de 11 luxe appartementen hebben wij het genoegen om u een speciale regeling aan te bieden.Een appartement kopen zonder zorgen over twee woningen of dubbele woonlasten, kan dat? In Damiaanberg kan dat! Koop nu een luxe appartement en wij ondersteunen u bij de verkoop van uw huidige woning; uw bestaande woning, onze zorg….

Wij bieden u het onderstaande kostenloze pakket:• professionele ondersteuning bij de verkoop van uw woning• courtagevergoeding voor de verkoop van uw woning• het adverteren van uw woning• gratis verkoopstyling van uw woning• mogelijkheid tot ontbinding van de aankoop van het appartement Damiaanberg bij niet succesvolle verkoop van uw woning

Kortom, informeer bij de makelaar naar deze en overige zeer aantrekkelijke verkoopvoorwaarden!

t. 043 361 62 63

o n t w i k k e l i n g

Damiaanberg staat voor exclusief wonen op een toplocatie. Midden in het groene hart van Damiaanberg wordt een markant woongebouw gerealiseerd met 8 stijlvolle appartementen en 3 luxe penthouses. Uitkijkend richting het Geuldal bieden deze appartementen luxe, ruimte en comfort;

• luxe Siematic keuken en fraai Villeroy & Boch sanitair• riante leefruimtes, 2 cq. 3 slaapkamers en 1 cq. 2 luxe badkamers• duurzame toepassingen middels vloerverwarming• 1 of 2 fraaie balkons cq. terrassen• diverse indelingsvarianten mogelijk

Kortom: een prachtig uitzicht op wonen in luxe!

Oppervlakte van 158 m2 tot 192 m2Verkoopprijzen vanaf: € 419.000,- v.o.n.

v e r k o o p e n i n f o r m a t i e

Page 43: ZUID September 2011

dossier wonen | 43

door Peet Adams

foto Peter Wouters

Roermond bouwt ook door aan positie als kantorenstad

Roermond mag dan stormachtig ge-groeid zijn als retailstad; parallel aan dat succes blijft de belangstelling voor kantoren ook op peil. Dit in tegenstel-ling tot de landelijke tendens, waarbij al geroepen wordt dat het kabinet een kantorenbouwstop moet afkondigen.

The sky is the limit. De mogelijkhe-den zijn onbeperkt. Als je er maar in gelooft. De skyline van Roermond be-wijst het. Bij de westelijke entree van de stad is het de Natalini-toren die het zelfbewustzijn en het economisch suc-ces van de stad uitstraalt. Het nieuwe kantoor van de Rabobank Roermond-Echt illustreert aan de zuidkant van de stad dat Roermond ook the place to be is om te investeren in kantoorruimte. En langs dat nieuwe slagschip van de Rabobank verrijzen alweer de con-touren van een nieuw bedrijfsverza-melgebouw: Roerpoort. Maar ook in het oostelijk deel van het centrum, het Stationsgebied, domineren bouwkra-nen de horizon. Dat project moet de omgeving van het spoor ook een stadse allure geven door een combinatie van nieuwe kantoren en woonruimte.

Er is nog een belangrijke reden waar-om bedrijven de komende jaren wel

eens voorrang aan Roermond zou-den kunnen geven voor een nieuwe kantoorvestiging boven Maastricht: de werkzaamheden aan de A2-tunnel die de bereikbaarheid van de provin-ciehoofdstad hoe dan ook onder druk zetten. En dan met name de bereik-baarheid van het kantorencentrum Randwijck in Maastricht.

Landelijk zit de kantorenmarkt in een megadip. Ruim zeven miljoen vier-kante meter kantoorruimte is in de aanbieding. Dat is 14,4 procent van het totale aanbod. Roermond be-hoort met Heerlen en Maastricht in Nederland tot de gemeenten met de minste leegstand: zo’n acht procent van het aanbod kantoren ligt leeg. De uitgangspositie van Roermond is daar-bij nog een stuk gunstiger, omdat het aanbod kantoorruimte veel beperkter is dan in Zuid-Limburg. In de hele provincie is zo’n 360.000 vierkante meter kantoorruimte in de aanbieding. Daarvan ligt 247.000 vierkante meter in Zuid-Limburg, 53.000 vierkante meter in Noord-Limburg en 61.500 in Midden-Limburg. Dat aanbod is vorig jaar zowel procentueel als absoluut het meest gedaald in de regio Roermond: met bijna 13.600 vierkante meter

om precies te zijn. Directeur Tilman Schreurs van de Ontwikkelingsmaat-schappij Midden-Limburg BV geeft drie redenen aan waarom Roermond zich ook op de kantorenmarkt redelijk tot goed weet te handhaven: ,,Met de komst van de A73-Zuid is de ontslui-ting van Roermond geoptimaliseerd. De stad heeft daarmee een centrale ligging gekregen en dat is een van de belangrijkste voorwaarden voor nieuwe bedrijfsvestigingen”.

De uitstraling van Roermond als suc-cesvolle retailstad is een andere reden waarom er volgens hem animo blijft bij ondernemers om domicilie te kiezen in de Bisschopsstad. ,,Het bedrijfsleven vestigt zich nu eenmaal graag in regio’s waar het economisch voor de wind gaat”. Tilman Schreurs wijst ook na-drukkelijk op het economische klimaat in de stad, dat gestalte wordt gegeven door een gemeentebestuur dat onder-nemers de ruimte biedt, faciliteert en de helpende hand biedt bij vestiging in Roermond. ,,Daarmee zorgt Roer-mond echt voor het onderscheid, zo hoor je steeds vaker in ondernemers-kringen”, aldus Tilman Schreurs.

Toch is er ook voor Roermond geen reden om nu ongebreideld kantoren te gaan bouwen. Vraaggestuurde en op maat gesneden bouw van kantoren is het parool voor de komende jaren. Het zogenaamde nieuwe werken be-tekent dat kantoren in de toekomst minder werkruimte, maar meer ont-moetingsplek zijn. Er is dus minder ruimte nodig. En het is onvermijdelijk dat ook in Roermond, net als in de rest van Limburg, verouderde en daarmee onverkoopbare kantoorpanden, wor-den gesloopt. Uit allerlei onderzoeken blijkt trouwens dat de ligging langs een autoweg niet meer de enige doorslag-gevende reden vormt in de keuze voor een nieuw kantoor. Het draait bij die keuze veel meer om de juiste mix van wonen, werken en winkelen. Op die terreinen heeft Roermond natuurlijk ijzersterke troeven in handen. Niet al-leen met de historische binnenstad, het alsmaar uitdijende, designer outlet center, maar ook met de landelijke uit-straling van een wijk als Oolderveste en de culturele uitstraling, waarvoor het ECI-complex op termijn gaat zorgen.

Leegstand behoort tot de minste van nederland

Page 44: ZUID September 2011

De meeste Limburgse gemeenten wachten af en hopen op betere tijden voor de stagnerende woningmarkt. Er is een uitzondering: Horst aan de Maas. Onder leiding van wethouder Leon Litjens (CDA) trekt die gemeente zelf alle registers open om de huizen-markt weer vlot te trekken. Horst aan de Maas biedt zelfs de garantie dat de gemeente de huidige woning van hui-zenkopers overneemt. Die garantie is nog maar een onderdeel van een uit-gebreid pakket zekerheden waarmee kopers in de watten worden gelegd.

Leon Litjens is helder: natuurlijk loopt de gemeente risico door maximaal 2,5 miljoen te reserveren om voor huizen-kopers de nachtmerrie weg te nemen dat ze na aankoop van een woning blijven zitten met hun eigen huis. En als het Rijk banken opkoopt om mega economische en maatschappe-lijke problemen te voorkomen, vindt Litjens het alleszins te rechtvaardigen dat de gemeente woningkopers extra zekerheid biedt. “Ook in Horst aan de Maas spreek je over maatschappe-lijke en economische malaise als die woningmarkt blijft stagneren. Jonge-ren hebben geen kans op een huis, de werkgelegenheid brokkelt af en mooie bouwprojecten komen niet meer van de grond. Trouwens wat is het alter-natief ? Niets doen? Beweging op de huizenmarkt levert allerlei aanvullende economische impulsen op. Voor de bouwwereld, maar ook voor de meu-belzaken, de schilder en het tuinders-bedrijf. En woningverkopen betekent ook minder renteverlies voor de ge-meente. De grondeigendommen lig-gen nu maar braak. Het mes snijdt dus aan twee kanten”.

Het bouwprogramma van Horst aan de Maas is ambitieus. Er liggen plannen voor zo’n 1200 nieuwbouwwoningen die in 2020 moeten zijn gerealiseerd. De komende twee jaar is er al ruim-

te voor 400 woningen. Litjens en de rest van het college van B en W leg-gen zich niet neer bij doemscenario’s over krimp. Het economisch perspec-tief van Greenport, de aanwas van arbeidsmigranten en de opvang van de eigen woningbehoefte betekenen volgens hen beslist niet dat er gebouwd wordt voor leegstand.

Het grootste bouwplan is De Afhang dat voorziet in 550 woningen in alle prijsklassen aan de westrand van Horst. De gemeente verkoopt daar kavels voor vrije sector woningen. Het is leuk meegenomen dat het kabinet Rutte de overdrachtsbelasting heeft teruggebracht van zes naar twee pro-cent. Dat zet geen zoden aan de dijk in de nieuwbouwsector, maar is wel voordelig voor de doorstroming, om-dat verkopers van bestaande woningen wel profiteren. Met name voor kopers in De Afhang geldt de garantierege-ling, dat de gemeente in eerste instan-tie maximaal tien bestaande woningen met een marktwaarde van 250.000 euro opkoopt, als de verkopers maxi-maal 18 maanden na ondertekening van de akte hun huis niet kwijtgeraakt zijn op de vrije markt.

Wethouder Litjens oordeelde maan-den geleden al dat alleen met een in-novatieve aanpak voor een doorbraak op de woningmarkt zou kunnen wor-den gezorgd. Hij kwam in contact met Woonketting. Een bedrijf van twee jonge financieel deskundigen uit Echt en Neer, die met een volledig nieuw concept op de markt kwamen, waarbij kopers en verkopers nadrukkelijk met elkaar in contact worden gebracht. Die kopers en vrijkopers vormen schakels en leggen allemaal een solidariteitsbij-drage in van vijf procent in de aan- en verkoopprijs. De laatste woning in de schakel kan daardoor veel goedkoper op de markt worden gebracht, waar-door de overige huizen in de schakel

ook meteen verkocht zijn. Voorbeeld: Gezin A uit Venray heeft zijn huis te koop staan voor vier ton. Stel B uit Venlo heeft belangstelling maar moet zijn woning van drie ton nog kwijt zien te raken. Daarvoor is interesse van fa-milie C uit Roermond, die al een jaar lang een huis van twee ton te koop heeft. De drie schakels leggen samen de bijdrage van vijf procent bij elkaar. Dat is 45.000 euro. Familie C kan de Roermondse woning nu aanbieden voor 155.000 euro. Dat is binnen enke-le weken verkocht. Dat betekent dat de woningen van A en B nu ook verkocht zijn. Litjens: ,,Als gemeente voeren we de regie. Woonketting voert uit. Met een heel persoonlijke benadering van eventuele aspirant-kopers. De gemeen-teraad is in juni akkoord gegaan met onze aanpak. Ik verwacht eind van dit jaar, begin 2012 de resultaten van onze actie. Bij ons pakket horen ook nog renteloze startersleningen en speciale projectfinanciering van de bank”.

De woningmarkt in Horst aan de Maas is voornamelijk lokaal getint. 95 procent van de woningtransacties zijn inwoners die van het ene naar het an-dere koophuis gaan. ,,Het is maatwerk dus. Maar zo’n maatwerk zou ook pri-ma passen om bijvoorbeeld weer een stroomversnelling te krijgen in de ver-koop van Ruimte voor Ruimte-kavels door de provincie. In deze economisch mindere tijden moet je naar kansen blijven zoeken. Er zijn nog altijd tien-duizenden mensen op zoek naar een woning. Voor die categorie nemen wij graag het risico weg om daarmee het economische klimaat in de gemeente te verbeteren”.

44 | dossier wonen

door Peet Adams

horst aan de Maas: lefgozertje op de Limburgse woningmarkt

Leon Litjens

Page 45: ZUID September 2011

column | 45

Het gaat hierbij minder om de manier van denken, meer om gevoel en emotie gekoppeld aan drijfveren. We onder-scheiden de volgende gevoelskenmerken:- overleving- geborgenheid, veiligheid, binding in de groep, trots, vertrouwen- macht, actief, daadkrachtig, gerespecteerd worden- orde, zelfverzekerdheid, alles onder controle, plicht, loyaliteit- succes, status, winnaarsgevoel, adrenaline- samen, verbindingen met anderen, gevoel van (on)recht, zorgzaamheid- synergie, behoefte aan overzicht, liefde voor complexiteit en leren- holisme, gevoel voor verbindingen met hemel en aarde, spiritualiteit

MVV Maastricht heeft vanuit deze subwaarden drie kern-waarden gekozen: Passie, Transparantie, Fatsoen. Er zijn zo veel mensen die iets willen doen om de wereld te verbete-ren, gedreven door twee drijfveren: externe en intrinsieke. De eersten zoeken de beloning buiten de activiteit (zoals sa-laris). In het laatste geval is de activiteit zelf de beloning, bij-voorbeeld de voldoening bij het oplossen van een moeilijk probleem. Bij MVV Maastricht hebben we in eerste aan-leg mensen bij elkaar gebracht met dergelijke motivaties. Ze worden gekenmerkt door twee elementen: autonomie (drang om te bepalen wat we doen en hoe we het doen) en competentie (drang om uit te blinken). De kunst is om hier een balans in te vinden. Sociale motivaties dienen daar-naast twee andere doelen: het verlangen naar verbonden-heid en de behoefte om te delen. Beide leveren een bijdrage aan nieuwe cultuurvorming, waardoor het vermogen om samen te functioneren sterker wordt. De behoefte om te de-len zorgt ervoor dat we kunnen voortbouwen op kennis van anderen. Een stap vooruit in de toekomst waarin niemand gelijk heeft. Afsluitend met een artikel van reclametopman Paul Arden: Je gelijk is gebaseerd op kennis en ervaring en is vaak objectief te bewijzen. Kennis komt uit het verleden en is daarom veilig. Maar kennis is ook achterhaald. Het is het tegenovergestelde van originaliteit. Ervaring bestaat uit oplossingen voor vroegere problemen. De vroegere proble-men zijn niet dezelfde als die van nu, dus moeten de oude oplossingen een beetje aan de nieuwe problemen aangepast worden (en passen dan waarschijnlijk slecht). En als je erva-ring hebt, zul je die waarschijnlijk wel gebruiken. Dat is lui!Ervaring is het tegenovergestelde van creativiteit. Als je kunt bewijzen dat je gelijk hebt, zit je muurvast. Je kunt niet meer meegaan met de tijd of met andere mensen. Ge-lijk hebben is ook saai zijn. Je sluit je geest af. Dus: het is fout om gelijk te hebben, want wie gelijk heeft, zit vast in het verleden, is star van geest, saai en zelfvoldaan. MVV Maastricht heeft nog een lange weg te gaan. Nao Veure Die Roeje!

Paul Rinkens

Een toelichting als u niets met voetbal heeft en MVV Maastricht in het bijzonder. Een jaar geleden was MVV Maastricht bijna failliet en werd de club door de KNVB ingedeeld in categorie 1: ‘onder curatele’. Inmiddels heeft de KNVB besloten MVV Maastricht te honoreren met een indeling waarvan maar 6 clubs in het betaald voetbal deel uitmaken, categorie 3. Geen bezittingen, geen schulden, vat op financiën en organisatie en een hoog gehalte aan disci-pline en realiteitszin, zo zou je dit kunnen omschrijven.

Een geweldige stap in de richting van een droom waaraan nog voor 70% gewerkt moet worden. Een compliment voor iede reen met een rood-wit hart: supporters, medewerkers, vrijwilligers, mannen van het veldonderhoud, Leger des Heils, bedrijfsleven, bestuurders, ambtenaren, politie, jus-titie, pers, trainers, spelers, medische staf, begeleiders en natuurlijk: Frenkie & Perry! Een droom ontstaan uit een Sense of Urgency: de wil om te overleven en meer dan dat, de wil om in de toekomst lea-ding Professioneel Sport Instituut te zijn in de regio, waar-bij voetbal een van de sporten zal zijn. Deze droom heet OmniClub.

Het heeft alles te maken met organisatiecultuur. Er is een andere manier van denken en werken ontstaan, nodig om nieuwe doelen te bereiken. Het woord ‘cultuurverandering’ -verandering van de houding die mensen gedurende hun carrière hebben ontwikkeld - is gevallen. Dat houdt onder meer in dat nieuw gedrag moet worden geïntroduceerd en dat gewerkt moet worden aan achterliggende overtuigingen en waarden. Iets wat alleen mogelijk is als de veranderaar aansluiting zoekt bij hetgeen mensen in en rond de organi-satie drijft: hun waarden dus. Niet zozeer een wereldbeeld met daaraan gekoppelde overtuigingen, maar meer een mentale en emotionele staat waarin mensen verkeren.

anDerS Denken,anDerS Doen

Paul Rinkens is ondernemer en voorzitter van MVV Maastricht

Page 46: ZUID September 2011

...het nieuwe uitgaan

Op een steenworp afstand van Maastricht, in Lanaken, ligt Sophia’s. Een trendy club en lounge die bij binnenkomst doet denken aan hippe uitgaanslocaties in Dubai, Ibiza of Marbella. Eigenaar Khalid Seghrouchni nam vier jaar geleden de club over die toen nog de naam El Tigra droeg. Hij moderni-seerde de club, richtte op de eerste verdieping een luxe loungeruimte in en veranderde de naam in Sophia’s. Inmiddels is Sophia’s dé hotspot van Belgisch en Nederlands Limburg waar twintigers, dertigers en veertigers uitgaan.

Khalid is de bedenker van een aantal vooruitstrevende concepten in het uit-gaansleven. Veel mensen kennen hem als organisator van Club Roiall, de zondagavond clubfeesten die een aantal jaren geleden in Fort Sint Pieter in Maastricht plaatsvonden. Hij heeft met dit concept een grote stempel gezet op ‘zondagclubben’ in beide Limburgse provincies. Veel clubs en organisatoren hebben zijn ideeën overgenomen en borduren daar nog steeds op voort. Daar is hij trots op. Ook met Sophia’s heeft Khalid iets baanbrekends voor ogen: een concept dat Limburg mist, maar al lang klaar voor is.

www.sophias.be | www.facebook.com/sophias.limburg

Tournebride 49 • 3620 Lanaken • België Geopend: do: 19.00 - 1:00 u | vr: 19:00 - 5:00 u | za: 22:00 - 5:00 u | zo: 19:00 - 1:00 u

– A D V E R T O R I A L –

Page 47: ZUID September 2011

...het nieuwe uitgaan

– A D V E R T O R I A L –

Loungen Op de eerste verdieping is het loungegedeelte, stijlvol en luxe ingericht. De muren zijn met fraai marmer bekleed. Hier kun je samen met je partner, vrienden of vriendinnen relaxen in een van de comfortabele lounge-seats. Even weg uit de hectiek van alledag, wegdromen op loungy muziek en genieten van hippe drankjes. Veel gasten gaan eerst een paar uurtjes loungen en daar-na naar beneden om te dansen in de club. Club Lekker losgaan op de dansvloer kun je in de club. Hier draai-en alleen de allerbeste DJ’s hele toegankelijke muziek, variërend van disco classics tot lekkere funky en latin house. Ook staan er regelmatig bekende artiesten op het podium. De lichtshow is fas-cinerend. Vrouwvriendelijk deurbeleid Als vrouw moet je je bij Sophia’s 100 procent op je gemak voelen. Daarom is er een strikt deurbeleid: no-men-without-woman. Veiligheid staat voorop, zo geldt een zero tolerance beleid voor drugs.

Sophia’s... het nieuwe uitgaan

Unieke event locatie

Sophia’s is ook een zeer geschikte locatie

voor een bedrijfsfeest, borrel, product-

presentatie, show of verjaardagsfeest.

Laat een onvergetelijk indruk achter en

trakteer je gasten op Sophia’s.

Heb je passie voor fashion, muziek, clubben en loungen? Ben je liever trendsetter dan trendvolger? Wil je heerlijk loungen of eens lekker los-

gaan op de dansvloer? Ervaar dan het nieuwe uitgaan bij Sophia’s, dé hotspot van

Belgisch en Nederlands Limburg met lounge en club onder één dak!

Page 48: ZUID September 2011

48 | 9 vragen aan...

Klaartje Peters (42) kreeg in 2007 met haar boek ‘Het opgeblazen bestuur’ over provinciebesturen veel aandacht in de landelijke pers. Naar aanleiding van de alles-behalve malse kritiek van de Zuidelijke Rekenkamer op de jaarstukken van het vorige college van Gedeputeerde Staten (GS) - gering informatiegehalte, slechts drie van de 56 doelstellingen gerealiseerd et cetera - vragen we de onderzoeker, gepromoveerd bestuurskundige en lid van de Rekenkamer Maastricht, is er iets veranderd?

kLAARtje peteRs

in uw boek ‘Het opgebla-zen bestuur’ kwam u tot

de conclusie dat Nederlandse provinciebesturen vaak hun eigen bestaansrecht proberen te rechtvaardigen door zich belangrijk te maken en dat er geregeld sprake was van on-nodig en onzinnig beleid. Bent u sindsdien nog vaak op de koffie gevraagd in het Gouver-nement?Jazeker. Ik heb er lezingen gegeven en discussie gevoerd met ambtenaren naar aanleiding van het boek.

Als we de kritiek van de Zuidelijke Rekenkamer

le zen, vragen wij ons af: wat doen ze daar in hemelsnaam in het provinciehuis? Ik proef vooral de frustratie van de Re-kenkamer over het feit dat ze geen grip krijgt op wat er precies is gedaan in die vier jaar tijd - iets wat je bij overheden geregeld ziet. Als GS na vier jaar van jaarverslagen en rapportages niet dui-delijk kunnen maken wat er is gepres-teerd, dan is dat pijnlijk.

De vorige GS hebben bo-vendien hier en daar een

‘risico voor de financiële posi-tie van de provincie’ bewerk-stelligd, aldus het rapport. En dan de vooruitbetaalde be-dragen waarvoor de prestatie nog niet was geleverd, in 2010 circa 64 miljoen euro, daar schrik je toch even van hè, als Limburger. Het betreft hier twee verschillende dingen. Het ‘risico’ betreft vooral het niet weten hoe de zaken er precies voor staan. De vooruitbetaalde be-dragen, daar kun je tegenover stellen dat een veel groter bedrag – bijna het

1.

2.

“Je moet blijven hopen”

3.

drievoudige - niet is uitgegeven, en dus bespaard. Juist die 172 miljoen niet be-stede euro’s vind ik zorgwekkender. Je zou denken dat een provincie goed in-ventariseert wat ze wil bereiken en wel-ke middelen daaraan worden besteed.

Het betrokken college van GS verdedigde zich, na-

tuurlijk. Wees onder meer op de context waarin de jaarstuk-ken moesten worden geplaatst en op gemaakte ‘verbetersla-gen’. Als voorbeeld ge noemd de verbeterslag ‘invoering van de 3-W vragen’: Wat willen we bereiken / Wat gaan we daar-voor doen / Wat mag het kos-ten? Hadden die vragen niet al-tijd al vanzelfsprekend moeten zijn?De 3-W vragen zijn al jarenlang bepa-lend in gemeente- en provincieland bij het opstellen van de begroting. Als ze inderdaad pas recentelijk bij de pro-vincie Limburg zijn ingevoerd, dan is dat wel érg laat. Anderzijds, ze lijken bedrieglijk eenvoudig, maar ze daad-werkelijk goed beantwoorden, is ont-zettend moeilijk.

De rol in het Olympisch Plan 2028, (top)sportzo-

ne, Paardensportplan, pfoe, we worden al moe van het lézen over alle sportieve as-piraties. En geslaagd op alle gebieden waren GS zeker niet onomstotelijk. Een kwestie van te veel hooi, te weinig re-sultaat?Mensen moeten meer bewegen, dus sporten bevorderen, is goed. Maar als je dieper in de materie duikt, blijken het veelal mooie, holle woorden te zijn. Tot nu toe is er alleen nog maar een

4.

5.

foto Koen den os

Page 49: ZUID September 2011

9 vragen aan... | 49

6.

7.

9.

8.

Een gezond idee van het Maastricht UMC+

Zorg en wetenschap nog beter bundelen. Al 25 jaar werken het academisch ziekenhuis Maastricht en Maastricht University samen aan zorg op academisch niveau in Limburg. Die relatie tussen ziekenhuis en universiteit is steeds intensiever geworden en gebundeld onder de naam Maastricht Universitair Medisch Centrum +. Een samenwerking die zorg, onderwijs, opleiding en onderzoek optimaal combineert om mensen gezond te maken én te houden. Daarvoor staat de ‘+’ in onze naam. Want plus is meer: meer gezonde ideeën.

Ontdek de gedachte achter onze gezonde ideeën op MUMC.nl

overeenkomst getekend voor die top-sportzone. Het probleem is dat derge-lijke ambities met veel bombarie wor-den gepresenteerd, terwijl het resultaat straks alleen maar kan teleurstellen. Al was het maar omdat bij aanvang niet duidelijk was wat de provincie precies wilde bereiken.

Het rapport is kritisch over indicator-aantallen

die afwijken, vage omschrij-vingen, toelichtingen die geen antwoord geven op de realisa-tie van de doelstellingen. Snap-te u de uitleg van GS wel? Ik snap het uitstekend, ze zeggen: we zijn ermee bezig, wacht maar rustig af. Inhoudelijk wordt niet ingegaan op de kritiek van de Rekenkamer, die dat nog heel netjes ‘jammer’ noemt. Wijzen op alles waarmee je nog bezig bent, daar ging het hier niet om. Het ging om de verantwoording achteraf, laten zien wat je hebt bereikt.

‘Een al te nadrukkelijke verwijzing naar het pro-

vinciaal onvermogen om be-leidsdoelstellingen te realise-ren, ontneemt het zicht op het effect van de inzet van pro-vinciale middelen’ (nawoord Rekenkamer, in reactie op de reactie van verantwoordelijke GS, red.). Zijn ‘provinciaal on-vermogen’ misschien de kern-woorden?Provinciebesturen wijzen er voortdu-rend op dat ze andere partijen, waarop ze geen invloed hebben, nodig hebben bij het realiseren van hun doelen. De Rekenkamer zegt terecht: jullie stellen zélf de doelen, maken geld daarvoor beschikbaar, dan kun je niet wegkomen met ergens ‘geen invloed’ op hebben. Maar de doelstelling ‘we gaan partijen bij elkaar brengen om een overeen-komst te tekenen’ klinkt natuurlijk veel minder dan te stellen dat je ‘Limburg op Olympisch niveau’ gaat brengen.

is er überhaupt iets ten goe-de veranderd in het functi-

oneren van deze bestuurslaag ten opzichte van 2007?

Eén ding is beslist ten goede veranderd. Het besef bij provincies dat ze behalve uiteenlopende ambities kerntaken heb-ben, die ze moeten realiseren en waar-aan ze prioriteit dienen te geven. Maar de bijbehorende werkcultuur sluit daar nog altijd niet bij aan. Het is nog steeds voornamelijk plannenmakerij en lucht-fietsen. Daarin is ook de provincie Lim-burg zeker kwetsbaar.

We zijn er lichtelijk moe-deloos van geworden. Hoe

nu verder?Gelukkig ga ik daar niet over. Boven-dien ben ik een pessimist, geloof niet in grote en snelle vooruitgang. Maar de Rekenkamer moet blijven hameren op eerder genoemde zaken en hopelijk blijven leden van Provinciale Staten kritisch ernaar kijken. De nieuwe GS stralen uit dat ze het anders willen aanpakken. Over een paar jaar moet opnieuw de vraag worden gesteld: wat is daarvan terechtgekomen? Je moet blijven hopen.

– A D V E R T E N T I E –

Page 50: ZUID September 2011

-15

-11

-8

-4

0

4

8

11

15

2006 2007 2008 2009 2010 20102011 (q1)%

50 | achtergrond

De strijd in transportlandOmvallende bedrijven, oneerlijke concurrentie uit Oost-Europa, ondernemers die de wet ontduiken. Het imago van de transportwereld wordt er niet beter op. Voor de buitenwereld zijn de problemen gemakkelijk weer te vergeten. Voor de betrokkenen ligt dat heel anders.

De problemenHet economisch herstel wordt vertraagd door-dat transportondernemers vaak te laat hun geld krijgen van opdrachtgevers. Daarnaast hebben ondernemers steeds meer moeite met het afslui-ten van leningen bij banken (bron: Trans-port en Logistiek Nederland, augustus 2011).

De marges in de transport zijn door-gaans klein. Zelfs op provinciaal ni-veau zit daar nog verschil in. Zo is het aanbod in en rondom Venlo weliswaar groter, doordat dat gebied als een lo-gistiek verlengstuk van de Rotterdamse haven fungeert, maar het betreft veel overslag. Méér bedrijven die aan een vracht geld moeten verdienen, dus klei-nere winstmarges. In Zuid- en Midden-Limburg zitten meer transporteurs met vaste (internationale) klanten. Grote opdrachtgevers spelen ook een rol van betekenis in winstenland. Die hebben veel macht. Multinationals maken slim gebruik van de harde concurrentie door het allergoedkoopste bedrijf de opdracht te geven. Zonder zich daar-bij af te vragen hoe datzelfde bedrijf dan nog kan voldoen aan alle wetten en regeltjes. Niks illegaals, maar het werkt het zoeken naar mazen in de wet in de hand. Anderzijds geldt dat trans-portbedrijven daar zelf in meegaan.Er zijn ondernemers die de winsten op proberen te krikken door de wet op uit-eenlopende manieren te omzeilen. De Milsbeekse transportbaas Nico Mooij

door Gwen Teo

werd onlangs door de kantonrech-ter op de vingers getikt vanwege zijn ‘Poolse uitzendconstructie’: via zijn eigen uitzendbureau in het voorma-lige Oostblokland werden vrachtwa-genchauffeurs uit dat land structureel ingezet voor de Nederlandse trans-porttak. Ze werden betaald volgens Poolse arbeidsvoorwaarden, maar de

rechter oordeelde dat dat niet mag. Hardnekkige geruchten over in Oost-Europa opgerichte postbusfirma’s die ertoe dienen chauffeurs uit die landen goedkoop in te kunnen zetten voor bedrijven elders, blijven opduiken. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) is, evenals andere diensten, hiermee bekend, maar omdat er in dit kader

Toelichting omzet: de opbrengst uit verkoop van goederen en diensten aan derden, exclu-sief BTW. De omzet omvat zowel transportactiviteiten (hoofdactiviteit) als neven-activiteiten. De omzetontwikkeling is de verandering in procenten ten opzichte van dezelfde maand van het jaar ervoor en is berekend aan de hand van niet afgeronde indexcijfers. Cijfers 2010 en Q1 2011 voorlopig.

Bron: CBS

een willekeurige parkeerplaats langs de A2:

vrachtwagens uit alle hoeken van europa

TRANSpORTbEdRIJvENOMZETONTWIKKELINg

Beroepsgoederenvervoer (basisjaar 2005)

Page 51: ZUID September 2011

achtergrond | 51

mord, (‘werk dat op die manier wordt ingepikt’), stelt hij dat het de buiten-landers vaak eigenlijk niet kwalijk kan worden genomen. “Ze horen hetzelf-de betaald te krijgen. Maar ze weten meestal niet beter en moeten tenslotte ook geld voor hun gezin verdienen. Zulke zaken moeten van bovenaf veel harder worden aangepakt.”Een willekeurig vergelijk. Op basis van de cao voor het Beroepsgoederenver-voer over de weg zoals deze vanaf 1 juli 2011 van kracht is, bedraagt het verschil maandelijks 74 euro bruto (ba-sisloon) tussen schaal C0 en D0. Tus-sen schaal C5 en D5 zit 137,01 euro bruto (basisloon). Dat is exclusief over-uren, toeslagen en vergoedingen. Ton valt in salarisschaal D, ‘buitenlandse chauffeurs met vergelijkbare ervaring zitten dan vaak ergens in C’.

En er gebeurt nog meer. Beknibbelen op de kosten door bijvoorbeeld niet alle wachturen uit te betalen. “Dan zegt zo’n baas aan de sollicitatietafel al: we betalen maar de helft uit. Als men-sen daarmee instemmen, scheelt dat behoorlijk in de centen.” Afspraken die volgens FNV Bondgenoten soms zelfs contractueel worden vastgelegd. “Door grote firma’s, die nota bene de cao hebben ondertekend.”

Onderweg komt de Hoensbroekenaar veel chauffeurs uit voormalige Oost-bloklanden tegen. Dat ze vaak dronken zijn en in het holst van de nacht diesel uit andere vrachtwagens stelen, zoals de geruchtenmachine wil doen gelo-ven, het komt wel degelijk voor, maar het betreft een minderheid. “Dat zijn vooral degenen die via internet losse vrachten oppikken. Die rijden voor een habbekrats rond. Pikken een vracht op in Amsterdam en wachten dan uren op een volgende lading.” Nederlandse transportbedrijven die massaal ten on-der gaan aan die concurrentie? Daar gelooft hij niet in. “De wachttijd tus-sen de vrachten weegt niet op tegen de kosten van de chauffeur. Voor grote bedrijven is dat niet rendabel.”

‘verkennende onderzoeken’ lopen in samenwerking met verschillende par-tijen vindt de IVW ‘het nog te vroeg om hierover uitspraken te doen’.

Vakbond FNV Bondgenoten, betrok-ken bij de zaak tegen onder meer Mooij, haalt regelmatig het nieuws met verhalen over misstanden in de branche. Er wordt actie gevoerd tegen uitbuiting van chauffeurs uit voormali-ge Oostbloklanden. Tegen constructies waarbij laatstgenoemden per vliegtuig of bus worden opgehaald om de plek van Nederlandse, duurdere, chauffeurs in te nemen. Ontevreden is de bond ook over het gebrek aan controle op cabotage-overtredingen in Nederland, waarbij buitenlandse transporteurs meer dan het aantal toegestane rit-ten in een land rijden (zie ook kader ‘Boetes en overtredingen’), waardoor de oneerlijke concurrentie in de hand wordt gewerkt. Te midden van al deze problemen lukt het lang niet alle trans-portbedrijven om het hoofd boven wa-ter te houden. Faillissementen, waar geregeld hele familiedrama’s achter schuilgaan, lijken eerder regel dan uitzondering te worden en worden in toenemende mate geweten aan de concurrentievervalsing. En alsof dit alles nog niet genoeg is, worstelt trans-porterend Nederland bovendien met de vraag hoe het verwachte tekort van pakweg 50.000 chauffeurs in de toe-komst moet worden opgevangen.

De chauffeurVroeger was alles beter. Dat lijkt de onderliggende boodschap uit de we-reld van het beroepsgoederenvervoer tegenwoordig wel zo ongeveer te zijn voor de leek. Ton (58, ‘geen achter-naam’) uit Hoensbroek snapt het wel. Toen hij zo’n veertig jaar geleden be-gon, was vrachtwagenchauffeur welis-waar een beroep voor ‘mensen die niet veel anders konden’, maar de vrijheid was aantrekkelijk. “En je kon nog be-hoorlijk wat uren maken, hè? Tegen-woordig is dat allemaal aan banden gelegd. Ja, chauffeurs worden beter beschermd. Maar financieel… Het is dat alle beetjes bij elkaar – wachtgeld, overuren, verteergeld, dat laatste is gemiddeld 43 euro per dag als je een week van huis bent – nog een redelijk bedrag opleveren. Anders zou ik het niet meer doen.”

Bedragen waarvoor buitenlandse chauf -feurs veelal wel (willen) werken. De verschillen in levensstandaard tussen EU-landen hebben ertoe geleid dat vooral voor Oost-Europeanen meer te verdienen valt in het buitenland dan thuis. Ton weet dat Poolse, Tsjechische en andere allochtone chauffeurs bij bepaalde Nederlandse bedrijven wel-iswaar conform de Nederlandse cao worden betaald, maar in een lagere loonschaal zijn ingedeeld dan hun Nederlandse collega’s. Hoewel daar onder chauffeurs flink over wordt ge-

Page 52: ZUID September 2011

52 | achtergrond

schil tussen hen en Nederlandse werk-nemers ziet de familie Langen niet. “De meeste Polen bij ons werken hard en zijn heel handig. Enkele rotte appels heb je altijd overal, dat heeft niets met nationaliteit te maken.” In de loop der jaren zijn de grond-stoffenprijzen in Polen gestabiliseerd en is zodoende het Langen-transport in die regio evenredig afgenomen. Gevolg: de buitenlandse werknemers kosten het bedrijf nu per saldo meer dan hun Nederlandse collega’s. “Onze Poolse medewerkers gaan om de vier weken naar huis. Voorheen was die repatriëring ook financieel aantrekke-lijk voor ons, omdat ze vrachten mee heen- en terugnamen. Nu ligt dat heel

anders.” Ondanks het gereis tussen hun thuisland en Nederland willen de Poolse werknemers zich niet defini-tief in Nederland vestigen, zegt Ewa Spoelstra, verantwoordelijk voor het Oost-Europese transport en het Poolse personeelsbeleid bij Langen. Zij, zelf van Poolse afkomst, trad 1992 in dienst bij het bedrijf. “Polen zijn enorm aan hun familie gehecht, hun roots. Zo-doende zullen ze altijd blijven terug-gaan. Als ze hier zijn, verblijven ze – uitgezonderd de chauffeurs – in een boerderij die de familie Langen heeft gekocht en voor hen heeft verbouwd.”Hoewel er dus al ruim 120 Polen op de loonlijst staan, blijft Spoelstra naar ei-gen zeggen telefoontjes ontvangen van

De ondernemerDe familie Langen, eigenaar van het in 1947 opgerichte Internationaal Transportbedrijf A.L. Langen (hoofd-kantoor in Elsloo, gespecialiseerd in bulktransport en warehousing, red.), een van de grootste transportbedrijven in onze provincie, kent het klappen van de Poolse zweep als geen ander. Het bedrijf, sinds eind jaren ’80 ac-tief in dat land, nam namelijk al in 1992 de eerste Pool in dienst. De re-den: Nederlandse chauffeurs waren huiverig om in dat deel van het toen nog primitieve voormalige Oostblok te rijden. Indertijd sterk op Oost-Euro-pese trajecten, toen de prijzen van bij chemiebedrijven gewilde grondstoffen daar aanmerkelijk lager lagen, kwa-men er gaandeweg steeds meer Polen in dienst. En de firma opende er in dezelfde beginjaren ook een vestiging. “Vandaag de dag staan er nog steeds 96 Poolse chauffeurs op de Neder-landse loonlijst plus een stuk of dertig monteurs en heftruckmachinisten. In tegenstelling tot veel andere Pools-Nederlandse bedrijven, volgen wij de Nederlandse cao. Ze krijgen hetzelfde betaald als de Nederlanders. Door de toenemende buitenlandse concurren-tie - en vervalsing - is het welhaast on-mogelijk geworden om op deze manier de concurrentie het hoofd te bieden”, aldus de familie Langen. Kwaliteitsver-

pOOLSESubSIdIESvOORbuITENLANdSEbEdRIJvEN

Niet alleen de loonkosten zijn er aanmerkelijk lager, bepaalde Poolse gemeenten ‘belonen’ buitenlandse bedrijven die daar een vestiging openen bovendien door middel van subsidiëring. Het economisch belang van nieuwe werkgelegenheid is groot. Slechts een relatief klein deel van de Nederlandse transportbedrijven kan daadwerkelijk een vestiging in het buitenland openen, laat Transport en Logis-tiek Nederland-woordvoerder Floris Liebrand weten, aangezien het aantal werk-nemers daarbij een rol speelt. Echter, hierbij ontloopt de praktijk meermaals de theorie: “De eisen in Polen zijn exact gelijk aan die in de rest van de EU-lidstaten, dus in theorie zouden er geen verschillen mogen zijn. In de praktijk zijn er door administratieve rompslomp en cultuur- en mentaliteitsverschillen behoorlijk wat hobbels te nemen. Zo moet het vakdiploma, een van de drie EU-eisen om een bedrijf te mogen starten, officieel onderling worden erkend in de EU-lidstaten. Maar de praktijk leert dat dit niet of nauwelijks gebeurt.”

foto Langen

Page 53: ZUID September 2011

INTERNATIONAALTRANSpORTA.L.LANgENbv

hoofdkantoor | Elsloo, Limburg

Vestigingen in | Frankrijk, Polen en Spanje

omzet 2010 | 45 miljoen euro

aantal werknemers | 400

aantal vrachtwagens | 250

Bron: Langen

De familie Langen tijdens een feest

foto Langen

achtergrond | 53

bOETESENOvERTREdINgEN

Vakbond FNV Bondgenoten krijgt regelmatig klachten over buitenlandse chauffeurs die in Nederland niet worden beboet onder het mom van ‘ze hebben niks, dus laat ze maar gaan’. Daar waar het cabotage-overtredingen betreft (het vervoeren van goederen in een land door een bedrijf uit een ander land, red.), heeft de bond fikse kritiek op de Nederlandse overheid. Cabotage voorkomt het onnodig leeg rijden van vrachtwagens, is zodoende beter voor het milieu, en zorgt voor efficiënter internationaal vervoer, meldt de website van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Sinds mei 2010 geldt op Europees niveau dat een buitenlands bedrijf maximaal drie vervoersopdrachten in zeven dagen mag accepteren in het land waar de oor-spronkelijke lading is gelost. “Overtreding daarvan is in Nederland echter niet eens strafbaar gesteld,”zegt Edwin Atema van FNV Bondgenoten. “In andere landen, zoals Engeland en Frankrijk, is dat wel degelijk het geval.” De bond stelt - en onder-schrijft dat ook - dat terwijl veiligheid in het beroepsgoederenvervoer in Nederland de hoogste prioriteit heeft, ‘op cabotage-overtredingen daarentegen geheel niet wordt gecontroleerd’. “De overheid doet op dat gebied helemaal niets. Terwijl er een heel duidelijk verband bestaat tussen cabotage-overtredingen en de veiligheid die in het gedrang komt.” Over de - ook op de weg - veel beklaagde meten-met-twee-maten-houding van onder meer Frankrijk, kan de vakbond niets zeggen. “We kennen de verhalen, maar die kunnen tot op heden niet worden onderbouwd met bewijzen.”

Oost-Europese landgenoten die graag voor Langen Transport willen werken. “Dagelijks word ik wel een of twee keer gebeld. Dan zijn ze één van de chauffeurs tegengekomen en willen ze weten of we misschien nog een baan voor ze hebben.”

Familie Langen: “Toen het transport richting Polen afnam, hebben we vaak te horen gekregen dat we al die mensen hadden moeten ontslaan. Maar je hebt als ondernemer ook een sociaal-maat-schappelijke verantwoordelijkheid. Dat bedrijven uitwijken naar buitenlands personeel ligt voor de hand. Door de strengere wet- en regelgeving is het aantal overuren dat een chauffeur kan maken tegenwoordig beperkt. Het ge-middelde salaris is geen dikbelegde bo-terham meer voor iemand die in Ne-derland een gezin met twee kinderen moet onderhouden. En vrachtwagen-chauffeurs heb je als transportbedrijf toch nodig.”

Nu draait Langen Transport al heel wat jaren mee. Door de afgelopen tien jaar versneld over te schakelen op logistiek heeft het bedrijf zich staande weten te houden tijdens de crisis, aldus de lei-ding. “Dankzij eerder gedane forse in-vesteringen, in opslagloodsen in onder meer Born en Spanje, specialisatie en door voortdurend kritisch op de kos-ten te letten, redden we het. De kosten zijn de afgelopen decennia veel harder gestegen dan je in tariefsverhogin-gen kunt doorberekenen aan klanten. Medewerkers hebben we desondanks in deze crisistijd nog niet hoeven ont-slaan, wel hebben we ze verlof laten opnemen. Wat het er – zeker in zware tijden – niet gemakkelijker op maakt, is dat Nederlandse ondernemers wei-nig bewegingsvrijheid hebben, bijvoor-beeld waar het op het ontslaan van personeel aankomt. Slechte werkne-mers? Daar ben je in dit land zo onge-veer mee getrouwd tot je 65e. Iemand ontslaan is hier ontzettend gecompli-ceerd en duur. Werknemers worden daarentegen enorm beschermd. Neem vervangend werk bij ziekte, wat moe-ten we een vrachtwagenchauffeur la-ten doen? Administratie soms? Het gevolg is dat je wel drie keer nadenkt voordat je extra mankracht aanneemt. Een goede balans houden, is lastig.

Je wilt zo min mogelijk risico lopen, maar als de markt aantrekt, zit je zo aan je plafond qua capaciteit. In an-dere landen hebben ondernemers veel meer mogelijkheden om van slecht functionerende medewerkers af te komen.” Wil de transportsector in de toekomst overleven, dan moeten zaken rap op Europees niveau beter worden geregeld, pleit de Limburgse transportfamilie. “De verschillen tus-sen landen zijn nu veel te groot. Zo zijn de boetes voor overtredingen on-evenredig hoog. In Frankrijk en Spanje worden Nederlandse transportbedrij-ven als een soort melkkoe gezien. In het laatste land hebben we voor een overtreding, een menselijke vergissing, eens 6602 euro boete moeten beta-len. Terwijl de nationale transporteurs voor precies dezelfde fout niet worden

aangehouden of aanzienlijk minder betalen.” De familie vindt dat bran-cheorganisatie Transport en Logistiek Nederland (TLN) binnen de lands-grenzen de handen maar eens uit de mouwen moet steken, want ‘ook in Nederland zijn de boetes enorm hoog’. “Transporteurs zijn geen drugsdealers. Die buitenproportionele boetebedra-gen ma ken echter dat je je bijna wel zo voelt. Vergelijk ze maar met andere branches, daarmee moeten ze gelijk worden gesteld. Nederland moet kij-ken naar de praktijk, in plaats van op basis van theorie wet- en regelgeving te ontwikkelen. Als er iets verandert, is dat in onze branche veelal ten nadele van de ondernemer. Dat maakt het onaantrekkelijk voor jongere genera-ties om een transportonderneming te beginnen.”

Page 54: ZUID September 2011

Opgericht in 2008, hee� het jonge detacheringsbureau Flexprof door slim ondernemen de recessie weten te trotseren. Hoe? Allereerst door handig in te spelen op de behoe� en van het bedrijfsleven, dat in crisistijden flink beknibbelde op personeelskosten. Maar ook door in eigen vlees te snijden en de overhead laag te houden. Die nuchtere visie kenmerkt Flexprof, dat inzag dat het juist in bange tijden meer-waarde voor zijn opdrachtgevers moest creëren.

korte historie Gabriel Geuskens (34) en Ralph van Zanten (37) hadden een beter tijd-stip voor de start van hun onderneming kunnen kiezen. Aan de voor-avond van de � nanciële crisis smeedden de twee hun plannen voor een eigen detacherings- en projectenbureau, dat zich zou gaan focus-sen op middelhoog en hoger opgeleid technisch personeel. Gepokt en gemazeld in de detacheringsbranche, werkten beiden jarenlang voor een groot landelijk werving- en selectiebureau. Geuskens en Van Zanten, die in hun carrière al verschillende management- en consul-tancyposities hadden bekleed, besloten de organisatie te verlaten en Flexprof op te richten, een verkorting van ‘flexibele professionals’.

markten en focus Van begin af aan hee� Flexprof zich geconcentreerd op technisch per-soneel voor de sectoren bouw, werktuigbouwkunde, civiele techniek en elektrotechniek. Recentelijk is daar ICT bijgekomen. Het geogra-� sch werkgebied van Flexprof valt ruwweg samen met de Euregio Maas-Rijn, een gebied waarin de industrie- en technologiesector sterk zijn vertegenwoordigd, en met een grote behoe� e aan onder meer constructeurs, engineers, IT’ers, projectmanagers, tekenaars en werkvoorbereiders.

expertiseFlexprof hee� adequaat en slim ingespeeld op de marktvraag naar lead auditoren. Die vraag hangt samen met een relatief nieuwe be-heersmethode voor infrastructurele werken, de zogenoemde systeem-gerichte contractbeheersing (SCB). De overheid besteedt de realisatie van wegen en bruggen uit aan marktpartijen. De opdrachtnemer werd tot voor kort op de vingers gekeken door een aantal toezichthouders. Sinds 2009 wordt de kwaliteit echter door een lead auditor getoetst op basis van het kwaliteitssysteem ISO 9001. Hierop nam Flexprof een team lead auditoren in dienst die voor overheden en in opdracht van de overheid werkende ingenieursbureaus en aannemers in- en externe audits uitvoeren bij infrastructurele werken.

toekomstDe toekomst ziet er rooskleurig uit voor Flexprof. Actief in een zeer conjunctuurgevoelige branche, is het detacheringsbureau de eerste die pro� teert van de opverende economie. Het afgelopen jaar zag men het aantal vacatures in maar liefst drie sectoren toenemen. Zo is er in de elektrotechniek zelfs sprake van krapte. De bouw blij� nog wat achter, maar verwacht wordt dat binnen nu en twee jaar ook dat segment zich zal herstellen. Die stijging in de vacatureaantallen noopte Flexprof ertoe de eigen organisatie uit te breiden en drie jaar na oprichting bestaat Flexprof behalve uit Geuskens en Van Zanten uit nog eens twee consultants, aangetrokken om ruimte te bieden aan de groei. Geuskens en Van Zanten sluiten toekomstige personele uitbreidingen niet uit.

Detacherings- en projectbureau Flexprof richt pijlen op nichemarkten

www.flexprof.nl

Page 55: ZUID September 2011

column | 55

Het zijn vraagstukken waarmee eigenlijk ieder mens bij de dagelijkse keuzes rekening zou moeten houden. Ze zouden zeker op het netvlies moeten staan van diegenen die leider-schapsposities bekleden binnen organisaties. Peter Senge beschrijft in zijn boek ‘De Noodzakelijke Revolutie’ heel duidelijk hoe het onmogelijk is om een lineair systeem van produceren en consumeren – waarbij grondstof de basis vormt voor het product dat door de consument wordt ge-kocht, gebruikt en vervolgens weggegooid waarna diezelfde consument weer nieuwe producten koopt die gemaakt zijn van weer nieuwe grondstoffen et cetera- oneindig te hand-haven op een planeet waar de voorraad grondstoffen eindig is. Dat betekent dat er naar innovatieve oplossingen moet worden gezocht zodat niet alleen wij aan onze productie en consumptiebehoeften kunnen blijven voldoen, maar dat dat ook voor ontwikkelingslanden en toekomstige genera-ties mogelijk blijft. En daar ligt natuurlijk bij uitstek een uit-daging voor leiders.

Een uitdaging die immens is door de complexiteit van het probleem. Zo complex dat veel leiders het onderwerp nau-welijks op de organisatieagenda plaatsen omdat ze noch de voordelen van innoveren, noch de risico’s van niets doen goed kunnen schatten. Want wanneer je op een creatieve en innovatieve manier de eisen van het heden wilt combi-neren met die van een duurzame toekomst vraagt dat van de leider dat hij vanuit meerdere perspectieven deze vraag kan belichten (**). Bijvoorbeeld dat niet alleen het maxima-liseren van waarde voor de huidige stakeholders centraal wordt gesteld, maar ook de vraag hoe eveneens andere groepen mensen kunnen worden bereikt die tot op heden weinig kans hadden hun levensstandaard te verbeteren. Of dat niet alleen de technologische innovatie en strategische herpositionering van belang zijn, maar ook de vraag wordt gesteld hoe deze innovatie kan bijdragen aan het oplos-sen van de maatschappelijke en milieuvraagstukken in de wereld.

Gelukkig is de (na)zomer traditioneel een tijd voor reflectie waarbij rust, zon en een zomerbriesje op het terras het den-ken veraangenamen en wellicht wat vergemakkelijken En zou het niet mooi zijn wanneer u en ik in onze rol als leider ervoor zouden kunnen zorgen dat deze zomerse vlagen van reflectie, dit najaar worden omgezet in een innovatieve frisse najaarswind die door de Limburgse bestuurskamers waait en het denken vanuit het bovenstaande geschetste perspec-tief aanwakkert? Daar profiteert niet alleen Limburg van maar wellicht ook nog ooit de meisjes van de school in Villa Maria, Oeganda.

(*) www.kiwanuka.nl(**) Hart, S (2010), Capitalism at the Crossroads, 3rd edition, Pearson Prentice Hall.

Mariëlle Heijltjes

We rijden al een aantal uren en het plastic dat ter bescher-ming over de autostoelen is getrokken plakt aan mijn rug, armen en benen. Het is heet en stoffig en ik had nooit ge-dacht dat de 160 km tussen Villa Maria, een klein dorpje in Oeganda, en de hoofdstad Kampala zo veel tijd zou kosten. We gaan op bezoek bij Sister Gertrude, headmistress van een basisschool die met hulp van de Limburgse stichting Kiwanuka (*) voor ongeveer 500 meisjes onderwijs ver-zorgt. De ontvangst is overweldigend wanneer 400 meisjes zingen, dansen en zwaaien alleen ter ere van onze komst. Het is hartverwarmend en ontroerend om te zien dat al het geringe dat ze hebben uit de kast is gehaald om ons bezoek tot een gedenkwaardig iets te maken. Met trots presenteren ze het resultaat van de investeringen die ze met hulp van Kiwanuka hebben gedaan en het is bijna onvoorstelbaar om te zien hoe groot de impact is van een in onze ogen relatief geringe bijdrage.

Terwijl we kennismaken met het leven in Oeganda biedt deze confrontatie met een andere cultuur ook een geheel ander perspectief op ons eigen handelen. Wanneer we uit-gelachen worden door leerkrachten omdat we thuis ons vlees en onze groente in een supermarkt kopen in plaats van op de daar gebruikelijke lokale markten, staan we toch net even wat langer stil bij het productieproces in onze voedselketen; wanneer zij zonder problemen een lang-durige stroomstoring ondergaan plaatst dat toch vraag-tekens bij onze enorme afhankelijkheid van elektriciteit; en wanneer we onze lege (plastic) verpakkingen vlak voor ons vertrek terug naar Nederland willen weggooien wordt het pijnlijk duidelijk dat afval – zo zonder onze westerse vuilnisophaaldienst – natuurlijk niet zomaar van deze aard-bodem verdwijnt.

een frISSe najaarSwInD

Prof. dr. Mariëlle G. HeijltjesMariëlle Heijltjes is hoogleraar Managerial Behavior en directeur Postgraduate Education bij Maastricht University School of Business and Economics.

Page 56: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

Een zwart wit foto van vier jongemannen. De

tekst erboven: ‘Wie maakt het verschil?’ Op

het eerste gezicht gewoon een oude foto.

Pas bij nadere bestudering blijkt dat één van

de vier jongemannen het verschil maakt. We

zien een nog piepjonge John F. Kennedy.

Waarom hij uitgroeide tot de machtigste man

van de wereld en zijn drie vrienden niet?

Luc Theunissen vindt het wel van toepassing

op zijn bedrijf Equipe. “Het verschil maken.

Daar gaat het om.” De historische foto is

onderdeel van een nieuw marketingcampagne

van Equipe, Professionals Only. Grondlegger

en eigenaar van het bedrijf is Luc Theunissen.

Equipe is actief vanuit locaties in Maastricht,

Venlo, en Eindhoven en is daarmee met 8

vaste consultants een middelgrote speler in

de markt.

Theunissen werkt al meer dan 20 jaar in de

‘bemiddelingsbranche’, zoals dat in het jargon

heet. Een tak van sport waarin hij terecht

kwam na gestart te zijn als HR adviseur en

een uitstapje in de mediawereld. Bij het be-

drijf Sta� Planning werkte hij in verschillende

managementfuncties. “In 2001 was voor mij

de lol eraf en besloot ik Equipe te starten.

Wat ik in die tijd zag was dat bedrijven vaak

allerlei HR gerelateerde vragen hadden vanaf

ziekteverzuim tot en met het opzetten van

professioneel HR beleid. Wat me ook opviel

was dat er heel veel landelijke en internatio-

nale intermediairs in Zuid Nederland actief

waren, maar weinig bureaus met de roots in

deze omgeving.”

Theunissen besloot Equipe op te richten en

het anders aan te pakken. “En dat betekent

een andere visie op bemiddelen. Als je voor

een organisatie iemand zoekt moet je het

bedrijf goed doorgronden. En dat geldt niet

alleen voor posities op directieniveau, raad

van toezicht of raad van commissarissen. We

brengen heel gedegen verschillende aspecten

in kaart Wat is de toekomstvisie van de orga-

nisatie, wat zijn recente ontwikkelingen, wat

zijn kansen en bedreigingen, met welke facet-

ten krijgt de gezochte manager te maken, etc.

Als we dat in beeld hebben, kunnen we dat

vertalen naar een goed profi el en bepalen of

we de geschikte kandidaat kunnen leveren.

Andersom, als we met de opdrachtgever tot

een akkoord komen vullen we de vacature

ook in.”

Equipe is zowel actief voor opdrachtgevers in

het publieke domein (met name bij zorginstel-

lingen, onderwijs, gemeenten, corporaties en

provincies) en het bedrijfsleven (industrie,

dienstverlening en handel). “In ons werk ma-

ken we onderscheid tussen het invullen van

vaste functies en het aanvaarden van interim

opdrachten . Aanvankelijk waren we alleen

gericht op Senior posities. Sinds kort kijken

we ook gericht naar zogeheten Young Profes-

sionals. Jonge hbo-ers of academici met mini-

maal drie jaar ervaring. Daarbij ligt de focus

op organisaties waar de ontwikkeling van

mensen een strategisch doel is. Onze visie en

advies is om niet alleen mensen aan te nemen

voor een functie, maar voor een loopbaan.”

Het werkgebied richting opdrachtgevers

bestrijkt inmiddels heel Limburg en een deel

van Brabant en Gelderland. In de toekomst

sluit Theunissen uitbreiding in Duitsland en

Vlaanderen niet uit. De economische crisis

heeft Equipe redelijk goed doorstaan, omdat

veel opdrachtgevers onder de overheid vallen.

“In 2009 kwam 85% van onze omzet uit de

publieke sector. Daardoor waren we minder

kwetsbaar voor de economische neergang,”

legt de directeur uit. “In het derde kwartaal

2010 zagen we de vraag vanuit het bedrijfs-

leven duidelijk aan trekken met name op het

gebied van technische sales en life sciences.

Hoe dan ook In Zuid Limburg krijgen we ook

te maken met krapte door ontgroening en het

uitstromen van de ‘Baby Boomers’. In plaats

van mensen uit de Randstad hier naar toe

proberen te lokken, moeten we proberen de

jonge afgestudeerden hier te houden na hun

studie. Die jongeren moeten de kans krijgen

om met – als het ware – 1 contract bij verschil-

lende bedrijven hier ervaring op te doen. Als

ze eenmaal vijf jaar hier zijn, dan hebben ze

een sociaal leven opgebouwd en gaan ze niet

meer zo snel weg,” is mijn overtuiging.

“Om het voor jonge mensen aantrekkelijk te

maken zouden bedrijven minder traditioneel

moeten denken over werk en hun medewer-

kers. Bedrijven kijken nu soms nog star naar

functie-eisen. Maar het gaat niet om wat

iemand kan, maar wat zijn competenties zijn.

Wat kan hij in potentie en op welke wijze is

iemand in staat zich permanent te ontwik-

kelen?”

Tot slot benadrukt Luc Theunissen nog eens

waarom zijn bedrijf onderscheidend is. Ooit

begon hij met Equipe om een kwaliteitsbedrijf

op te zetten met roots in Limburg. Die roots

zijn er nog steeds en het bedrijf hecht nog

altijd aan kwaliteit en persoonlijk contact.

Een manier van werken die opdrachtgevers

in toenemende mate weten te waarderen.

EQUIPEprofessionalsonly

Directeur Luc Theunissen van Equipe

‘Niet iemand zoeken voor eenfunctie, maar voor een loopbaan’

– A D V E R T O R I A L –

Page 57: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

Het is één van de grootste investeringen in een mensen-leven. Een nieuw huis bou-wen, of een grootscheepse

verbouwing. Het is ook een stap die niet vaak gezet wordt en dan is het des te opmerkelijker dat veel mensen denken zelf wel een huis te kunnen bouwen of die handige oom in te schakelen voor de verbouwing. Vaak gaat het goed, maar het kan beter, vindt Erwin Daemen, die met zijn bedrijf Daemen Bouwma-nagement (aspirant) bouwers van a tot z begeleid. En, om het grootste misver-stand meteen uit de wereld te helpen, dat maakt de bouw niet duurder. Erwin Daemen bespaart – door zijn grote er-varing en aanpak – uiteindelijk zelfs geld op de bouw.

Daemen legt uit hoe het zit: “In de praktijk zie je dat mensen die een nieuw huis gaan bouwen of gaan verbouwen zelf offertes opvragen bij aannemers. Na drie of vier offertes kiezen ze vaak voor de goedkoopste aanbieding. Uiteindelijk is het maar de vraag of die goedkoopste uiteindelijk wel de beste is. Om offertes van aannemers goed te kunnen vergelijken, moet je kennis van de markt hebben. Als de aanleg van electra is opgenomen wat betekent dat dan? Een standaard stopcontact op een standaardplek? Als je daar vervolgens van wilt afwijken gaat het pas echt geld kosten,” zegt Erwin.

Als bouwbegeleider behoedt hij mensen voor onverwachte uitgaven. Wie Erwin Daemen in een vroeg stadium inscha-kelt, weet precies wat de bouw gaat kosten. Geen onverwachte tegenvallers door onduidelijke offertes. Bovendien is Daemen tijdens de bouw het aanspreek-punt voor iedereen, zodat de opdracht-gever gerust kan zijn dat alles volgens de gemaakte afspraken verloopt. De dienstverlening van Daemen is zeer

Als bouwbegeleider behoedt hij mensen voor onverwachte uitgaven. Wie Erwin Daemen in een vroeg stadium inscha-kelt, weet precies wat de bouw gaat kosten. Geen onverwachte tegenvallers door onduidelijke offertes. Bovendien is

divers. “Ik kan voor de mensen de of-fertes aanvragen, maar ik kan ook voor mensen als ze of als mensen al offertes hebben aangevraagd een scan maken van deze offertes. Zo kan ik meteen zien of de goedkoopste offerte ook de naam eer aan doet en of er zaken zijn weg-gelaten die achteraf wel betaald moeten worden. Ik kan dan direct kijken of er mogelijkheden zijn om het project beter aan te pakken en/of geld te besparen. Hiervoor heb ik de Bouwscan in het leven geroepen.

Het voortraject is het belangrijkste, daar wordt de basis gelegd voor een succesvolle (ver)bouw. Dit traject wordt helaas veel te vaak veel te gemakkelijk doorlopen. Daarna zal de verdere begeleiding van het bouw-traject door Daemen Bouwmanagement gecoördineerd worden.

Erwin Daemen heeft zelf een bouwkun-dige achtergrond, werkte bij een aanne-mer en heeft jarenlang bij een bouwbe-geleidingsbureau gewerkt waar hij zes jaar diverse soorten van projecten deed. In 2009 werd hij zelfstandig en richtte Daemen Bouwmanagement op. Hij is inmiddels in een groot deel van Limburg aktief. Toch is het nog niet gebruikelijk om een bouwmanager in te schakelen. Onbekend maakt onbemind. Erwin Dae-men herkent dat. “Mensen hebben het idee dat een extra persoon inschakelen

bij de bouw per de� nitie meer geld kost of dat ze dat niet nodig hebben. De praktijk wijst uit dat dat niet zo is, maar het vergt een omschakeling. Mensen moeten de stap durven te zetten.

Daemen Bouwmanagement

T 046 – 436 09 60

E [email protected]

W www.daemenbouwmanagement.nl

Voor meer informatie over de Bouw-scan. Neem contact op of kijk op de website. Doet u dat in de maand sep-tember contact dan is de bouwscan gratis. Vraag de voucher aan.

geleidingsbureau gewerkt waar hij zes jaar diverse soorten van projecten deed. In 2009 werd hij zelfstandig en richtte Daemen Bouwmanagement op. Hij is

“Erwin is onze redding geweest”

Hennie en Tanya Frissen, eigenaren

van restaurant/eetcafe Cèramique in

de Rechtstraat Maastricht zijn bezig

met een grondige renovatie van hun

bekende horecazaak. Hennie schakelde

in een vroeg stadium Erwin Daemen in

om hem te begeleiden bij de bouw. Dat

bleek een goede zet. “Om eerlijk te zijn;

het inschakelen van Erwin is onze red-

ding geweest. Je kunt je niet voorstellen

wat komt kijken bij de renovatie van

een rijksmonument in de Maastrichtse

binnenstad. Aan dit pand is bijna 400

jaar niks gebeurd.” Het echtpaar Frissen

ging niet zo maar aan de slag. Hennie:

“Hier zijn vijf jaar voorbereiding aan

vooraf gegaan. Het inschakelen van een

bouwbegeleider heeft ons veel ellende

bespaard. Er moet tegelijkertijd over

zo veel dingen worden nagedacht en

beslist, dat kun je niet als je geen ver-

stand van zaken hebt. De toegevoegde

waarde van Erwin Daemen is duidelijk.

Zonder hem zouden we waarschijnlijk

de geplande opening in oktober niet

gehaald hebben.”

Erwin Daemen, Hennie en Tanya Frissen

– A D V E R T O R I A L –

Page 58: ZUID September 2011

58 | exclusief

Exclusieve voorpublicatie van het boek ‘In Gods naam’

‘In Gods naam’ luidt de titel van het boek over de Gulpense deken Joep Haffmans dat binnenkort verschijnt bij de Amster-damse uitgeverij Carrera. De journalisten Henk Langenberg en Maarten van Laarhoven reconstrueren de affaire Haffmans tot in detail. Een boek over de amoureuze escapades van Haffmans, zijn dubbelleven en de uiteindelijke ontmaskering. De totstandkoming van het boek ging niet zonder slag of stoot. Auteur Maarten van Laarhoven raakte er zelfs zijn baan als journalist bij Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad door kwijt. Exclusief in Zuid een voorpublicatie uit het boek: De brieven van pastoor Hover.

Maastricht, vrijdag 6 op zaterdag 7 maart 1998

Het is bijna halfeen in de nacht als de vijftigjarige pastoor Gerard Hover van de Sint-Matthiasparochie – in het cen-trum van Maastricht – na een etentje ergens in de stad het licht in de werk-kamer van zijn pastorie aanknipt.Een dik halfuur geleden heeft hij af-scheid genomen van zijn gezelschap: twee vriendinnen en collega-pastoor Bronneberg. Hover heeft een leuke

avond gehad. Het eten was lekker, de wijn was goed en er is behoorlijk ge-lachen. Als hij eenmaal op dreef is, is het feest.

Toch zou een avond met Elvira, de vriendin van zijn vriend pastoor-deken Haffmans uit Gulpen, honderd keer leuker zijn geweest. Het hele diner, van de eerste amuses tot aan de friandises bij de koffie, heeft de vraag hem door het hoofd gespookt. De Maastrichtse pastoor snapt er niets van. Waarom, in hemelsnaam, blijft Elvira bij die idi-oot? Waarom kiest ze niet voor hém? Hij heeft haar toch verteld hoe hij er-over denkt? Elvira maakt dan wel om-trekkende bewegingen, maar alles zegt hem dat ze in werkelijkheid helemaal verkikkerd op hem is.

Hij heeft zich al lang en breed neerge-legd bij het gegeven dat hij en Elvira nooit als een gewoon liefhebbend stel door het leven kunnen gaan. Maar met die Haffmans kan ze dat toch ook niet? Ze is inmiddels alweer zo’n drie jaar samen met die schijnheilige, die zich in zijn dekenaat door alles en ieder-een plechtstatig ‘meneer de deken’ laat noemen, maar ondertussen alles doet wat God verboden heeft. Dat vrouwen als Elvira – ze is de zoveelste in een hele reeks – steeds weer voor Haffmans val-len, komt niet alleen door het vertrou-wen dat hij uitstraalt en de charmes die hij ontegenzeggelijk heeft. Maar ook omdat hij centen genoeg heeft om het op alle fronten breed te laten hangen.

Elvira. De vrouw die zijn hart veroverd heeft, die op een zeker moment zelf op hem is afgestapt en hem zo ongeveer gesmeekt heeft om zijn vriendschap. De vrouw die een fantastische invloed op hem had en hem aansprak op zijn ongezonde gewoontes: ‘rook toch niet zoveel’, ‘drink niet zoveel’.

Hand in hand door Maastricht wande-len kunnen ze wel vergeten. Hij trekt de gordijnen dicht, steekt een sigaar op en schenkt een borrel in. Jammer, het is niet anders, denkt hij. Van de andere kant: maar goed ook. Want stel dat het uitkomt, stel dat de parochianen iets gaan merken. Hun pastoor een ver-houding met een vrouw? Dan zou de wereld te klein zijn.

Eén ding staat als een paal boven wa-ter. Als de dingen blijven zoals ze de afgelopen maanden zijn gegaan, gaat hij er zelf op den duur aan onderdoor. Want het is steeds hetzelfde liedje: El-vira komt, geilt hem op en gaat weer terug naar huis. Om stoom af te bla-zen met die gek van een Haffmans. O, wat zou hij haar op dit moment graag willen aanraken, strelen, zoenen.

Hover voelt zich in de steek gelaten. Niet alleen door Elvira, maar ook door Haffmans. Tientallen jaren waren ze met elkaar bevriend. De welbespraak-te, intellectuele moraaltheoloog Hover versus de charmante, niet al te schran-dere Haffmans. Ze deelden letterlijk alles met elkaar.

het ontaarde leven van pastoor-deken haffmans

De auteurs maarten van Laarhoven

en Henk Langenberg

foto Jean-Pierre Geusens

Page 59: ZUID September 2011

Exclusieve voorpublicatie van het boek ‘In Gods naam’

exclusief | 59

Naar geld werd niet gekeken. Vakan-ties, etentjes, exquise wijnen, dure maatpakken, sigaren; alles was altijd ruimschoots voorhanden. En wat nog mooier was: de deken van Gulpen stond altijd klaar om te betalen.

Helaas voor Hover is de vriendschap afgelopen. Vanaf het moment dat El-vira in beeld kwam, werd het steeds minder. En nu is het helemaal voor-bij. Weg extraatjes, weg reisjes naar het buitenland en weg dure kostuums op kosten van die rijke stinkerd. Ook op de toelage van 5000 gulden die hij jaarlijks kreeg, voor het invullen van Haffmans’ belastingaangifte, hoeft hij niet meer te rekenen. Elvira is vanaf nu zijn offi cieuze boekhouder. Ze typt zelfs zijn preken uit. Plotseling denkt hij aan het briefje dat hij haar onlangs stuurde.

Omdat ik niet meer durf te bellen, dit briefje. Ook al ga je met J. verder, je moet je zien te bevrijden van deze knellende en verstikkende banden. Dit kan zo niet, het is ziekelijk. Je zit in een val, je wordt gekocht en gechanteerd.

Verdomme, dat kan allemaal toch niet zomaar. Hij zal haar nog een keer laten weten hoe hij erover denkt. Een brief waarin hij al zijn voorzichtig-heid laat varen. Een brief die gerust

gelezen mag worden door Haffmans. Die klootzak met zijn middelmatige komkommer. Laat hem maar eens te-gen het plafond vliegen. Dan weet hij ook hoe dat voelt.

Hij gaat er eens goed voor zitten, ach-ter zijn houten bureau. Hij kijkt recht in het gezicht van John F. Kennedy. Niet ver van de beeltenis van de door hem zo bewonderde eerste katholieke pre-sident van de Verenigde Staten prijkt een andere foto, waarop twee Gelderse zusjes te zien zijn. Met de oudste van de twee had Haffmans in de jaren tachtig een relatie. Op diezelfde foto, die gemaakt is tijdens een intiem eten-tje, staat nog iemand anders, aartsbis-schop Simonis; de steun en toeverlaat van de Roermondse bisschop Gijsen.

De zeer eerwaarde dienaar Gods neemt nog eens een fl inke trek van zijn sigaar en draait een vel papier in zijn oude Remington. De typemachine waarop hij al sinds jaar en dag zijn om-streden preken componeert en waarop hij vroeger, toen er nog geen vuiltje aan de lucht was, ook die van zijn collega Haffmans redigeerde. Als een bezetene begint hij te tikken, waarbij hij zijn fantasie de vrije loop laat.

een jonge speler van Roda JC Kerkrade in actie

foto Roda JC Kerkrade – Henk Korzelius

VVV-Venlo aan de bal

foto VVV-VenloBurgemeester Vossen van Gulpen schudt de hand van deken Haffmans

foto frits Widdershoven

Deze voorpublicatie vormt de proloog van ‘In Gods naam’. De affaire Joep

Haffmans. Het ontaarde leven van een pastoor-deken door Henk Langenberg

en maarten van Laarhoven.

ISbn: 978 90 488 0929 5

omvang: 288 pagina’s

(inclusief twee fotokaternen met exclusieve foto’s)

Uitvoering: paperback

prijs: 17,95 euro

Page 60: ZUID September 2011

Tempsplein 29 | 6411 ET Heerlen | T: (045) 571 30 00 | F: (045) 571 66 66 | E: [email protected]

De Geusseltweg 33C | 6225 XS Maastricht | T: (043) 362 52 52 | F: (043) 363 72 73 | E: [email protected]

Snelle incasso’sop advocaatnivo

Specialisten in ondernemingsrecht, financieel-economische problemen en bouw

0032507.pdf 1 23-11-2009 13:56:06

Bedrijvige stad in het hart van de Euregio

HeerlenWie een plek zoekt voor zijn onderneming, zoekt een thuis voor zijn bedrijf. Wie succes nastreeft, zoekt een prettige leefomgeving voor zijn personeel. Wie een toplocatie zoekt voor zijn bedrijf komt terecht in Heerlen!

Heerlen is een bruisende stad midden in het groen. Een stad die nieuwkomers hartelijk in haar samenleving opneemt.

Wij nodigen u uit om kennis te maken met deze stad, een jonge levendige stad waar veel mogelijk is. Neem daarom een kijkje op www.zakelijk.heerlen.nl om zelf te ontdekken wat Heerlen u te bieden heeft!.

telefoon: 045-560 48 88email: [email protected]

Gemeente Heerlen

Page 61: ZUID September 2011

interview | 61

Maastrichtse hoogleraar Hans Maarse:

‘een echt open zorgmarkt is een utopie’

We moeten maar niet denken dat de zorg ooit een gewone markt wordt. De overheid zal zich ermee blijven be-moeien, zegt de Maastrichtse hoogle-raar en bestuurskundige Hans Maarse van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences. Voor sommige delen van de zorg is méér marktwerking zeker mogelijk, en uit oogpunt van kostenbe-heersing zelfs wenselijk. Maar niet voor de complexe zorg, waar veel ouderen, dementerenden en mensen met een handicap van afhankelijk zijn. Daarin het zorgaanbod vergelijken en keuzes maken is voor patiënten door hun be-perkingen erg lastig. ‘Op het gebied van de chronische zorg,’ zegt Hans Maarse, ‘heeft de overheid een maat-schappelijke verantwoordelijkheid. We moeten aanvaarden dat marktwerking in de zorg hoogstens een mengvorm zal zijn. Een goede bestuurder in de zorg is zowel hoeder van het publieke belang als marktkoopman. Een milde marktwerking vind ik wel verstandig,’ geeft Hans Maarse als persoonlijk oordeel, hoewel zijn boek Markther-vorming in de zorg vooral een zo ob-jectief mogelijke analyse wil zijn. Die analyse gaat over de wisselwerking tussen marktwerking en principes als keuzevrijheid voor de patiënt, soli-dariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. De zorgkosten stijgen jaarlijks sneller dan de economische groei, de vergrijzing staat voor de deur en er dreigen per-soneelstekorten. Voor de burgers be-gon in 2006 de marktwerking met de invoering van de verplichte basisver-zekering voor iedereen, gevolgd door een raamwerk aan wettelijke spelregels die zorgaanbieders moeten prikkelen tot meer concurrentie en doelma-tigheid, lagere kosten en een betere kwaliteit van zorg. Tevens moeten ver-zekerden en patiënten meer vrijheid krijgen in de keuze van behandel-mogelijkheden, artsen, ziekenhuizen en andere instellingen. ‘Tegelijkertijd,’ legt Maarse uit, ‘wil de overheid voor-komen dat publieke belangen in ons zorgstelsel als solidariteit, kwaliteit, toe-gankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg worden aangetast. Zo mogen ziektekostenverzekeraars door middel van risicoselectie geen cliënten weige-ren. Het resultaat van dit beleid, overi-

De zorgsector is log, traditioneel en bureaucratisch. Marktwerking moet een impuls geven aan ondernemerschap, keuzevrijheid voor de patiënt, kostenbeheersing. Toch is een volledig open zorgmarkt een utopie en ook ongewenst. ‘Er zal een fundamentele spanning blijven tussen de vrij-heid van de markt en de behoefte aan overheidsregulering,’ stelt Hans Maarse, hoogleraar Beleidswetenschap in de zorg aan de Universiteit Maastricht in zijn nieuwe boek ‘Markthervorming in de zorg’.

door Loek Kusiak

foto’s frits Widdershoven

Page 62: ZUID September 2011

62 | interview

gens nog geregeld onderwerp van poli-tieke meningsverschillen in ‘Den Haag’, heet gereguleerde marktwerking.’

‘Dichtgeschroeid’Hoewel ziekenhuizen inmiddels finan-cieel beter presteren, is de marktwer-king tot nu toe bescheiden gebleven, constateert Hans Maarse. ‘Daarbij zie ik ook een zekere inconsequentie, want grote delen van de zorg zijn nog steeds min of meer met regels dichtge-schroeid. De minister bepaalt hoeveel geld er in de zorg omgaat.’ De totale jaarlijkse uitgaven aan ziekenhuizen bedragen 18 miljard euro. Als zorg-aanbieders dat volume overschrijden, krijgen ze twee jaar na dato kortingen opgelegd. Maarse: ‘Deze budgetregu-lering vanuit de overheid beperkt de bewegingsruimte in de markt. Daar-door zijn er nog weinig prikkels om echt marktgericht werken. Ik voorzie een blijvende spanning tussen het stre-ven naar vrijheid en ondernemerschap van zorgaanbieders enerzijds en de behoefte aan beheersing door over-heid anderzijds. Tussen vraag en aan-bod blijft een onnatuurlijk samenspel bestaan.’ Wel mogen de ziekenhuizen vanaf 2012 met zorgverzekeraars on-derhandelen over de prijs en kwaliteit van 70 procent (nu: 35 procent) van een segment aan medische behande-lingen. Ziekenhuizen moeten hiervan

ook een prijslijst publiceren. Maarse: ‘Daarmee is maximale marktwerking bereikt, want voor de rest blijven de ziekenhuizen afhankelijk van een vast budget uit ‘Den Haag’.Zullen door markthervorming de kos-ten voor de zorg echt verminderen? ‘Ik ben daar somber over. De dyna-miek van de markt is immers gericht op groei en de zorg is een wereld van zeer vele behoeften. Hier en daar zal er inderdaad sprake zijn van prijsver-lagingen. Maar het totale effect is dat de marktwerking zorgt voor een extra stijging aan wat we in dit land met z’n allen uitgeven aan medicijnen, rolstoe-len, enzovoort. Deze dynamiek is ex-treem lastig te beteugelen. Neem nu een commerciële partij die graag pros-taattesten wil verkopen. Zo’n bedrijf heeft er geen enkel belang bij om een limiet te stellen aan de verkoop van de hoeveelheid product. Hoe je de extra uitgavenstijging dan wel kunt beteuge-len? Je kunt denken aan verhoging van het verplichte eigen risico, of verklei-ning van het verzekerde pakket. Maar dat zijn schijnoplossingen, want het totale uitgavenniveau blijft hetzelfde. Verder weten we van deze maatrege-len dat ze politiek zeer gevoelig liggen.’

PremiestijgingDe zorg is de enige sector waarvan het kabinet de collectieve uitgaven wil la-

ten toenemen. Maarse: ‘Derhalve is er geen ontkomen aan dat burgers in de toekomst voor zorg extra in de buidel moeten tasten. Een premiestijging van enkele tientjes is geen prettige bood-schap, hoewel Nederlanders al rela-tief weinig out of the pocket zelf aan de zorg meebetalen. In België ligt dat rond de 23 procent, bij ons 10 pro-cent. De politiek moet nog bepalen of de eigen bijdrage met enkele tientjes omhoog kan, maar we zien nu al dat mensen meer moeten betalen voor fy-siotherapie en dat een eigen bijdrage op komst is voor zwaardere geestelijke gezondheidszorg. En ook in de oude-renzorg zal meer uit de eigen porte-monnee, uit de private lijn moeten ko-men. In Duitsland ligt het aandeel dat burgers aan ouderenzorg bijdragen al flink hoger dan bij ons. En voor wie het te duur is, moet de familie bijspringen. Dat zijn systemen waar Nederland nog niet zo mee vertrouwd is, maar het zal er toch van komen. Niet uitgesloten is dat de een zich meer zal kunnen per-mitteren dan de ander. Anders gezegd: door de marktwerking komt ook de so-lidariteit steeds meer onder druk. Het principe van een voor iedereen toegan-kelijke zorg zal geleidelijk verschuiven naar gelijke toegang tot de basiszorg. Alles daarboven lijkt zogezegd luxe, al zal het veelal noodzakelijke luxe zijn.’

KwaliteitsnormenZorgverzekeraar CZ, met traditioneel veel cliënten in het zuiden van het land, gooide in 2010 de knuppel in het hoenderhok door een aantal zieken-huizen vanwege onvoldoende medi-sche ervaring niet meer te contracteren voor bepaalde behandelingen, zoals borstkanker.Maarse: ‘Dat gaf een hoop heisa, want specialisten waren totaal niet gewend dat verzekeraars opeens op het gebied van kwaliteit in de drivers seat gingen zitten. CZ contracteerde een zieken-huis niet niet meer omdat de prijs te hoog was, maar omdat de prijs niet voldeed aan hun maatstaven.’Al snel volgden andere verzekeraars met strengere kwaliteitseisen. De Ne-derlandse Vereniging van Heelkunde, die op wetenschappelijk terrein de specialisten vertegenwoordigt, is mede daardoor versneld gedwongen om kwaliteitsnormen op te stellen. ‘Dat

Hans maarse

Page 63: ZUID September 2011

interview | 63

zou je,’ vindt Maarse, ‘een winstpunt van marktwerking kunnen noemen.’ Een ander winstpunt is volgens Maarse dat wachtlijsten in ziekenhuizen goed-deels zijn verdwenen, de productiviteit is gestegen en ziekenhuizen nu het de-bat moeten aangaan rond spreiding en concentratie van ziekenhuisfuncties. Van ziekenhuizen wordt verwacht al-leen nog operaties voor aandoeningen uit te voeren waarvan vaststaat dat ze daar goed in zijn. ‘En goed ben je, als je iets vaak doet. Wat je zelf te weinig doet, moet je aan een ander ziekenhuis overlaten. In het verlengde daarvan is het wel interessant dat de Provinciale Raad voor Volksgezondheid in Lim-burg in een rapport een toekomst van zorgnetwerken schetst. Dan heb je het over een goed georganiseerd systeem van voorzieningen in een regio dat af-gestemd is op de vraag vanuit de be-volking, ook wel de zorglogica geheten. Die logica moet naar mijn idee aan-sluiten op de logica van de markt. De vraag is dan: hoe gaat het dan verder met de marktwerking? Gaan we daar dan toch niet een beetje afscheid van nemen? Dat kan een spannende vraag worden.’

RivaliteitAtrium in Heerlen en Orbis in Sittard gingen twee jaar geleden, mede onder druk van CZ, praten over samenwer-king. Deze zomer is besloten tot een fu-sie, die de Nederlandse Mededingings-autoriteit (NMa) overigens nog moet goedkeuren. ‘Zo’n fusie,’ zegt Maarse, ‘is een concentratie van zorg, waar-door de zorg mogelijk ook kwalitatief zal verbeteren. Minder complicaties na operaties betekent minder zorgkosten. Daar staat tegenover dat een stukje ri-valiteit in de regio, waarvan we dach-ten dat het de kosten zou verlagen, ver-dwijnt. Dus krijg je toch weer matige regionale spelers waar de verzekeraars niet omheen kunnen. Dat heeft weer een prijsopdrijvend effect.Wat je ech-ter wil is dat ziekenhuis X, dat weet dat ook ziekenhuis Y gecontracteerd kan worden, wat kosten en kwaliteit betreft bij de les wordt gehouden. Dat is een mooi mechanisme, maar die rivaliteit bestaat nog niet echt in Zuid-Limburg. En ondanks alle retoriek van zorgbe-stuurders en politici over samenwer-king, blijft het in de praktijk toch een

ingewikkeld onderwerp. Geen zieken-huis dat echt staat te popelen om een afdeling te sluiten, terwijl ook patiën-ten die gewend zijn aan een bepaald ziekenhuis niet snel naar een andere plaats zullen uitwijken.’In een zorgmarkt die vraaggestuurd moet functioneren, moet de zorgcon-sument, zoals de overheid hem noemt, ook wat te kiezen hebben. Dat kan hij alleen maar op basis van heldere en eerlijke informatie over rechten en de kwaliteit van de zorg. Daar ziet Maarse niet alleen een ‘groot terrein braak lig-gen’, maar ook een beeldvorming over de zorgconsument die veel weg heeft van een karikatuur.

‘Grote delen van de zorg zijn nu een-maal niet tot marktgoed te reduceren en veel burgers zullen zich ook niet als zorgconsument willen of kunnen op-stellen. Ik vraag me dus af in hoeverre echt een vrije, weloverwogen keuze mogelijk is. Natuurlijk: je kunt afgaan op lijstjes op internet, zoals kiesbeter.nl om te zien hoe verschillende ver-pleeghuizen in de regio scoren. Dan krijg je twee lijstjes waar patiënten iets gevraagd wordt en zie je verschillende uitkomsten. Dan heeft Sevagram meer bolletjes dan een andere organisatie, maar het hang er maar vanaf wat je in zo’n tehuis belangrijk vindt. Zo’n lijstje kan een hulpmiddel zijn, maar ook verwarrend of gemanipuleerd zijn. Net als de vakantiefolder waar een mooi appartement op staat. Maar als je er eenmaal zelf bent, blijkt de achterkant uitzicht te bieden op een hoog gebouw.’ De patiënt als ‘zorgconsument’ voor te stellen, kan er volgens Maarse ook toe kan leiden dat zijn voorkeuren door ‘uitgekiende marketing’ worden geëx-ploiteerd. ‘Onderdeel van de dynamiek van de markt is immers dat nieuwe behoeften worden gecreëerd, zodat de vraag naar zorg toeneemt. Marktwerking draagt

ook het risico van toenemende medi-calisering in zich, want medicalisering vergroot de vraag naar zorg. Vragen als ‘wat is een te hoog cholesterolniveau’ of ‘wat is een te hoge bloeddruk’ zijn ook vragen met grote gevolgen voor de groeipotentie van zorgaanbieders en farmaceuten. Het aantal mensen dat uit preventief oogpunt een overbodig medische behandeling ondergaat zal toenemen.’

ThuiszorgRivaliteit, in de de zin van marktwer-king, ziet Maarse wel in de thuiszorg. ‘Daar offreren aanbieders, ook in Zuid-Limburg, onder de kostprijs. Ze halen de krenten uit de pap. Effici-encyverbetering leidt er tot salarisver-laging en overheveling van personeel. Dat roept weer vragen op over de con-tinuïteit van het voorzieningenniveau van de zorg in een regio. Dat kun je niet louter overlaten aan partijen die money-driven zijn. Dit stelt grenzen aan de markt, waardoor overheidsbe-moeienis geboden blijft.’In een vergrijzende provincie als Lim-burg zal de zorg voor ouderen een groot beslag op de kosten leggen en voor personele problemen zorgen, voorspelt Maarse, een opvatting die velen delen. ‘We hebben het dan niet alleen over ouderen, maar over de zorg voor een toenemend aantal mensen met COPD, diabetes, hartfalen. We hebben in Limburg veel Zorggroepen, maar de externe prikkel om het anders te doen dan de buurman ontbreekt nog. Een zekere rivaliteit door middel van marktwerking zou niet slecht zijn in de zorg voor deze chronisch zie-ken. Limburg zou daar een voorhoe-derol in kunnen spelen door de zorg anders te organiseren. Dan kan door versneld in te zetten op het gebruik van nieuwe technologie die chronisch zieken meer zelfstandigheid geeft. Dan praat je over nieuwe verhoudingen tus-sen ziekenhuis, huisarts en thuiszorg. Daarbij kunnen we ook proberen om landsgrenzen te doorbreken en de zorg meer euregionaal te organiseren. De samenwerking tussen het Klinikum van Aken en het azM in Maastricht is daar een begin van. Dat uitbreiden, naar meer uitwisseling van kennis en best practices tussen zorginstellingen, zou pas écht een innovatie zijn.’

“Het aantal mensen dat een overbodig medische behandeling ondergaat

zal toenemen”

Page 64: ZUID September 2011

In Maastricht zijn tientallen Europese instituten geves-tigd. Wat nog ontbreekt is een Oost-Europa Instituut, een plek waar ondernemers en overheid kennis kunnen delen en van elkaars netwerk gebruik kunnen maken. Als het aan burgemeester Onno Hoes ligt, komt een Oost-Europa Instituut er. Het is al een lang gekoesterde wens van de stad en de burgemeester onderstreepte het be-lang daarvan nog eens tijdens een bijeenkomst van het Netwerk Oost-Europa, in aanwezigheid van Nederland-se consuls die Oost-Europese landen vertegenwoordi-gen. Op die bijeenkomst in het stadhuis waren verder meer dan veertig Limburgse ondernemers aanwezig die actief zijn in het oosten van Europa. De bijeenkomst van het Netwerk Oost Europa werd voor de derde keer gehouden. Het is een initiatief van de gemeente Maas-tricht en de Kamer van Koophandel in Limburg.

“De Oost-Europese markt moeten we niet langer zien als een opportunity, maar als een absolute must om in-

tensief en concreet mee samen te wer-ken. Het doel is nu om Oost-Europese investeerders en bedrijven voor de Maastrichtregio te interesseren. Hierin wordt samengewerkt met de Kamer van Koophandel, kennisinstellingen, overheden en het bedrijfsleven samengebracht binnen het Netwerk Oost-Europa.

De consuls van onder meer Roe-menië, Polen, Rusland, Litouwen en Slowakije wezen op de mogelijkhe-den om zaken te doen in de landen die zij vertegenwoordigen. Vooral

Polen, Roemenië en Rusland zijn booming. Nederland is na Duitsland zelfs de grootste investeerder in Polen.

Tijdens de bijeenkomst in het stadhuis werd eehand-zaam boekje Why? Thats Why Maastricht, gepresen-teerd. De ondertitel ‘Maastricht, a City to Work, Learn, Live and Love geeft in een paar woorden weer wat de kracht van Maastricht is. Het boekje wordt gebruikt ter promotie van de stad.

Maastricht wil banden

met Oost-Europa versterken

Postbus 1992, 6201 BZ Maastrichttel. 043 350 40 50fax 043 350 43 85e-mail [email protected]

Een heldere kijk op ondernemen

• advies & informatie • ondersteuning • vestigingsmogelijkheden • vergunningen & regelgeving • relevante ontwikkelingen

BedrijfscontactpuntMaastricht

U vindt ons op de Bedrijven Kontakt Dagen in stand Z 608

Postbus 1992, 6201 BZ Maastrichttel. 043 350 40 50fax 043 350 43 85e-mail [email protected]

Een heldere kijk op ondernemen

• advies & informatie • ondersteuning • vestigingsmogelijkheden • vergunningen & regelgeving • relevante ontwikkelingen

BedrijfscontactpuntMaastricht

ken. Het doel is nu om Oost-Europese investeerders en bedrijven voor de Maastrichtregio te interesseren. Hierin wordt samengewerkt met de Kamer

Ton Wanders, hoofd International and Public A� airs van de gemeente wijst op de doelstellingen van het Net-werk Oost-Europa: “We verbinden Limburgse bedrijven en instellingen die actief zijn in Oost-Europa, wisselen kennis uit en delen problemen maar vooral ook suc-cessen. Verder verbinden we bestaande netwerken aan elkaar om zo nieuwe business te genereren. Het netwerk probeert tot slot nieuwe Oost-Europese bedrijven en instellingen naar de regio Maastricht te halen.”

– A D V E R T O R I A L –

Page 65: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

column | 65

De veelgehoorde kreet is dan ook dat curatoren alleen met hun eigen beurs bezig zijn en er voor zichzelf zoveel moge-lijk proberen uit te slepen. Zolang dit land er niet voor kiest om de curatoren uit algemene middelen een honorering voor hun werkzaamheden te garanderen, zit er inderdaad altijd een stuk eigen belang voor de curator in zijn werk. Overigens verschilt dat niet zo veel van andere onderne-mers: men moet zijn inkomen halen uit zijn eigen werk. Wie daarbij te veel naar zichzelf toe schraapt, krijgt de deksel op zijn neus: die klant komt zeker niet terug. In de relatie tot curatoren is de rechtbank die “klant”. In elk fail-lissement wijst de rechtbank een rechter aan als RC, welke toezicht houdt op de curatoren. In de rechtbank Maastricht wordt deze bijgestaan door een griffier met meer dan 25 jaar ervaring en die heeft het echt wel door wanneer een curator meer kosten maakt dan baten genereert. Wordt dat geconstateerd, dan worden de toegewezen faillissementen al snel geringer van omvang en tot slot droogt die inkom-stenbron helemaal op: hetzelfde dus als een bedrijf dat zijn prijs-kwaliteitverhouding niet goed bewaakt.

De curator heeft meestal de nodige juridische knopen te ontwarren of grofweg door te hakken, maar moet ook de nodige bedrijfseconomische beslissingen nemen. De tijds-druk is daarbij enorm en hij moet werkelijk van alle mark-ten thuis zijn: een curator wordt de ene keer benoemd tot curator van een transportbedrijf en de volgende keer in een restaurant en ga zo maar door! Meestal moet hij het bedrijf zo snel mogelijk liquideren, danwel in afgeslankte vorm een doorstart mogelijk maken, maar soms moet het ook lan-gere tijd in leven gehouden worden. Alsdan worden al snel externe deskundigen zoals accountants en/of bedrijfskun-digen erbij betrokken; een goed curator kent zijn grenzen! Soms is er echter geen geld voor die externen en dient de curator zich als een moderne Baron von Münchhausen aan de eigen haren uit het moeras te trekken en met hem het gefailleerde bedrijf. Dat dat niet iedereen gegeven is, be-hoeft weinig verder betoog: je hebt dus inderdaad goede en slechte curatoren, de een juridisch sterker en de ander bedrijfseconomisch slagvaardiger en de een laat meer over na betaling van zijn eigen kosten dan de ander.

Vrienden maak je met dit soort werk dus zelden, maar ge-heel nutteloos noemt men je toch zelden. Je bent de vuilnis-man van het bedrijfsleven, maar daarmee ook de basis voor een stuk recycling.

Charles Lückers

Na het vorig jaar over bankiers, advocaten, schoonmoeders en belastingontvangers gehad te hebben, nu een bloed-groep die ook niet altijd met gejuich begroet wordt: de cu-rator in een faillissement.

Als curator veeg je de overgebleven kruimels bij elkaar om er weer zo goed als mogelijk een koek van te bakken. De geur van bederf en de zure vruchten van mislukt onder-nemerschap kleven daar echter altijd aan. Het is een zure koek en per definitie is die niet groot genoeg om ieder zijn deel te geven, anders was er geen faillissement. Je onder-zoekt of er geen al te grote stukken in de zakken van de ondernemer zijn blijven zitten of dat bepaalde schuldeisers zich wat al te gulzig hebben bediend vlak voor faillissement en kijkt of voorraden en andere krenten in de pap nog een toefje slagroom op de taart kunnen vormen.

De eerste handelingen die je als curator meestal moet ver-richten, is het ontslaan van de werknemers en vervolgens de crediteuren mededelen dat zij hoogstwaarschijnlijk naar hun centen kunnen fluiten. Daarbij moet je een wet gaan toepassen die behoorlijk hard geformuleerd is en nauwe-lijks ruimte biedt voor redelijkheid en billijkheid. De fail-lissementswet is ook een hele oude wet en zelfs al van vóór 1900. Echt adequaat is die wet niet in alle gevallen, maar we moeten er wel mee werken als curatoren.

Zoals gezegd: de koek is zelden tot nooit groot genoeg om iedereen tevreden te stellen en degene die de boodschap moet brengen is de kwaaie pier. Daarbij hebben curatoren ook nog het probleem dat zij voor hun eigen inkomen moe-ten zorgen: zit er onvoldoende geld in het faillissement, dan krijgen zij niet of niet volledig betaald.

faILLISSeMentSCUratoren,

geen aLLeManSVrIenDen

Charles LückersLückers Bedrijfsadvocaten / AdvocassoHeerlen & Maastricht

Page 66: ZUID September 2011

66 | essay

door Govert Derix

waarom ik zulke moeilijke stukken schrijfIn de allereerste Zuid, verschenen in september 2010 en verspreid in de zuidelijke helft van de provincie, bepleitte Zuids huisfilosoof Govert Derix het ontstaan van een Limburgse cultuur van essayistiek. Een jaar later doet hij een nieuwe poging – nu gericht op een pan-Limburgs publiek.

Het genre van het essay (zeg maar het opstel of het betoog) hangt van ouds-her samen met het geloof in een be-tere toekomst. Alleen al daarom geeft het te denken dat Limburg niet kan bogen op een essayistische traditie. De afwezigheid daarvan hoeft niet samen te vallen met de afwezigheid van een rooskleurig morgen en overmorgen. Bovendien zijn er tal van andere we-gen die daar naartoe leiden, zoals poli-tiek, bestuur, economie, spiritualiteit en mengvormen hiervan. De essayistiek is echter bij uitstek het vehikel om woor-den te geven aan zo’n gewenste toe-komst – vooral als andere disciplines met de mond vol tanden staan. In de essaybundel De publieke zaak uit 2009 bepleitte onder meer Paul Schnabel, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, al dat Nederland (en dus ook Limburg) behoefte heeft aan een nieuw perspectiefrijk verhaal. Daarna echter werd het opvallend stil in zijn betoog: geen onheilspellendere stilte dan een essayistische stilte. Ook toen ik hem onlangs op de man af vroeg wát dat nieuwe verhaal zou kunnen zijn, gaf hij niet echt thuis. Veel verder dan een opnieuw doordenken van de ver-zorgingsstaat, kwam hij niet.Eenzelfde hulpeloosheid zie je aan an-dere fronten. Of de kleur nu sociaal-democratisch, christendemocratisch of liberaal is, uit geen enkele hoek klinkt een verhaal dat je weer op het puntje van je stoel brengt. Naar mijn mening is dit de vreemdste samenhang van onze tijd. We wéten dat we zo’n ver-

haal nodig hebben. Maar tegelijk vin-den we niet de inspiratie, de inhoud, de guts en de essayistische bevlogenheid om het te vinden en te vertellen. Zo-lang we gebukt gaan onder die narra-tieve impotentie, zullen ook economie, ecologie, politiek en al die andere spo-ren naar onze toekomst, niet de vleu-gels krijgen die nodig zijn om boven onszelf uit te stijgen.

Essayistiek is de kunst om zo’n zelf-overstijging wel voor elkaar te krijgen. De naam ‘essay’ verscheen in de zes-tiende eeuw op het toneel door het werk van de Franse denker Michel Montaigne die in zijn geschriften al-lerlei invalshoeken uitprobeerde (= essayer). De essayist is een onderzoe-ker, een uitprobeerder die er niet voor schuwt zichzelf op het spel te zetten en te bekennen dat ook hijzelf in veel opzichten onwetend is – beseffende dat een bekentenis van onwetendheid de weg kan openen naar kennis waar-mee we verder komen (denk aan de wetende onwetendheid van Socrates). Het drama van onze tijd is dat we al-les weten (of denken te weten) en dat daardoor een ambacht als de essayis-tiek dood dreigt te slaan: het gebrek aan behoefte aan essays als nagel aan de doodskist van onze tijd. Het meest boeiende én bedenkelijke van deze ja-ren is kortom dat de essayistiek zichzelf opnieuw moet uitvinden. Of zich daar waar ze misschien nooit heeft bestaan (zoals in Limburg) de heerlijke arro-gantie en vrijpostigheid moet aanme-

ten waarmee ze uit een as kan herrij-zen die ze eerst zelf moet rondstrooien Een ander symptoom van onze ont-wetendheid is het gemak waarmee in onze contreien achter anti-bewegingen wordt aangelopen. Geen schrijnender bewijs van onwetendheid dan het ja-zeggen tegen de anti-islamist, de anti-semiet, de anti-Pool, de anti-intellectu-eel. Onze nog niet geboren essayistiek staat daarmee voor twee uitdagingen. De eerste is laten zien dat het ressen-timent van onze tijd is te ontmaskeren als een naastenliefde die niet de moed heeft zichzelf in het gezicht te kijken (wie het fraaie boek Nietzsches Tranen van Irvin Yalom heeft gelezen [over de filosoof Nietzsche die aan het eind van zijn leven tot een fictieve inkeer komt], zou kunnen speculeren over een ver-gelijkbaar boek onder de titel Wilders’ Tranen). De tweede is de omvorming van dit inzicht in een perspectiefrijk verhaal waarin sociaaldemocratie, christendemocratie en misschien ook het liberalisme elkaar de hand reiken op een manier die op het populisme het effect heeft van knoflook op een vampier.

Aangemoedigd door de titel dreig ik door te draven met mijn essayeren. Met enige regelmaat ontvang ik be-richten van lezers die zich beklagen over het feit dat men mijn stukken niet kan lezen zonder er bij na te denken. Of dat een compliment of kritiek is, laat ik in het midden (los van het feit dat ‘kritiek’ in de filosofie zoveel kan

Page 67: ZUID September 2011

waarom ik zulke moeilijke stukken schrijf

essay | 67

betekenen als ‘onderzoek’, want dan wel weer goed past in de essayistische ambitie, namelijk het aanzetten van mensen tot (zelf)onderzoek). Veelzeg-gend is het wel dat er blijkbaar een grote behoefte bestaat aan hapklaar leeswerk waarbij de grijze massa on-gemoeid kan blijven. Zou het kunnen dat ook hier een oorzaak ligt voor het motivatielek en de wegsijpelende levenslust in het westelijk halfrond? Ooit woonde ik een congres bij over het filosofisch enfant terrible Peter Sloterdijk. Twee dagen bogen wij ons over zijn hermetische teksten, waar-onder het essay ‘Regels voor het men-senpark’ dat toen net tot een rel had geleid. Nooit zal ik vergeten hoe filo-soof Henk Oosterling in het slotdebat de conclusie samenvatte. ‘Hij denkt na!’ riep Oosterling over Sloterdijk. Het klonk als een geweldige troost. Blijkbaar was er in ons pessimistisch tijdsgewricht nog iemand die het kon opbrengen om na te denken over wat er écht aan de hand was. Milieuram-pen, politiek onvermogen en Europees om-de-hete-brij-heen-gedraai mogen nooit het zicht versperren op de funda-mentele denkluiheid van de mens die voortdurend op de loer ligt om ons met banaliteiten en perverse koppelingen een loer te draaien. De mens zelf is de grootste vijand van de mens. Hoe daar positieve draai aan te geven, ook dat is een taak van de essayistiek.

Kan dat ook in simpele bewoordin-gen? Ja en nee. Ja, omdat heldere taal vaak een kenmerk is van goed denk-werk (‘Clear thinking becomes clear writing’, zoals tekstgoeroe William Zinsser al beweerde in zijn onsterfelijke On Writing Well). Nee, omdat een hel-dere boodschap de indruk kan wekken dat men er zelf niet meer over hoeft na te denken (een beetje zoals de re-kenmachine korte metten maakte met het hoofdrekenen). Daarom moet de essayist de lezer met onverwachte wen-dingen verleiden om zelf te denken. Leve de moeilijkheid! Leve het woord dat niet meteen duidelijk is, maar dat wel de weg wijst naar het eigen hoofd. Leve essayisten die het paard zodanig naar het water brengen dat het uit eigen levendige beweging met volle teugen drinkt. Laten intellectuelen en zieners ons voortoveren hoe de des-interesse en het ressentiment zijn om te vormen in passie, levensvreugde en naastenliefde. Juist in een tijd waarin virtueel via computerspellen dagelijks meer mensen over de kling worden gejaagd dan er aardbewoners zijn, is het zaak een nieuwe medelevendheid in het leven te roepen. De essayistiek gaat hierin gebukt onder dezelfde im-potentie als politiek en bestuur. Maar juist de kunst van het proberende op-stel hoeft zich daar niet voor te scha-men. Juist zij moet haar onwetendheid en onmachtigheid omsmeden in een

macht die van alle tijden is. Namelijk die van het woord. Laat ook Limburg de crisis omhelzen als een welkome kans die ons, net op tijd, doet terug-keren op hebzuchtige schreden. Tien-tallen jaren lang dachten we alles te hebben. Nu de bomen niet meer in de hemel groeien, staan we voor de uit-daging de hemel weer daar te zoeken waar hij altijd al was: in het intermen-selijke en het interculturele. Dát is de voedingsbodem die essayisten en alle andere mensen met een fatsoenlijk stel hersenen moeten cultiveren. Wat mij betreft is het een voorrecht om te leven in een tijd die in het teken staat van zoveel fundamentele veranderingen. Vele wegen leiden naar de toekomst. In die wegzoekerij heeft de essayistiek de onwetendheid en de instrumentele ondeugendheid aan haar zijde. Essay-isten van Limburg: te paard! En maak het ons moeilijk. Hondsmoeilijk.

Govert Derix is filosoof, schrijver en adviseur.Samen met gouverneur Léon Frissen publi-ceerde hij op 12 september het boek ‘In den beginne. Over de toekomst van beschaving’, waaraan werd meegewerkt door onder ande-ren Job Cohen, Steve Stevaert, Paul Schnabel, P eter Elverding en Ton en Ronald Goedmakers.

Page 68: ZUID September 2011

Reizen over de hele wereld is tegenwoor-dig heel normaal. Goedkope vliegtickets, een groeiend aantal luchtvaartmaat-schappijen en bestemmingen maken de wereld steeds kleiner. Ook in het

bedrijfsleven is internationaal zakendoen, zelfs voor kleinere bedrijven, aan de orde van de dag. Werknemers van bedrijven reizen vaker naar bestemmingen zoals het Verre Oosten of Oost-Europa. Wat veel bedrijven zich niet realiseren is dat de werkgever volgens de arbo-wet verplicht is om maatregelen te treffen voor een goede ge-zondheid van werknemers. Dat heeft niet alleen te maken met de inrichting van de werkplek of het werken met gevaarlijke stoffen, maar ook met het preventief inenten tegen ziektes als personeel op zakenreis gaat.

John Jongen is directeur van Ease Travel Clinic, met vestigingen in Maastricht, Heerlen en Geleen. “Ease is er niet alleen voor het vaccineren van vakantiegangers , hoewel we daar het meest bekend door zijn. Een steeds belangrijkere markt zijn de bedrijfsvaccinaties. Dan gaat het om het vaccineren van werknemers die naar het buiten-land gaan, maar denk ook aan het vaccineren van risiciogroepen. Mensen die in hun werk het risico lopen besmet te raken met bijv. Hepatitus B. door vuile injectienaalden. Politiemensen, brandweerlieden en mensen in de zorg lopen een groter risico. Het is belangrijk dat ze beschermd worden,” zegt Jongen.

Niet elk bedrijf is ermee bezig, maar toch zou het goed zijn als bedrijven zich bewuster zouden zijn van mogelijke risico’s. John Jongen kan voorbeelden genoeg opnoemen. “Wat dacht je van een bedrijf in Limburg dat de standbouw

verzorgt bij beurzen. Dat doen ze steeds vaker in het buitenland. Turkije of Egypte. Je bent er in een paar uur, maar het zijn toch risicolanden. Vooral kleine bedrijven hebben dat vaak niet in de gaten. Toch is het belangrijk je personeel te vaccineren bij (verre) reizen. De werkgever blijft echter verantwoordelijk.”

Ease Travel Clinic startte in 2006 met een vac-cinatiekliniek in Maastricht, ondergebracht in het Academisch Ziekenhuis. Inmiddels heeft het bedrijf vestigingen in Heerlen en Geleen en wordt in heel Limburg gevaccineerd.

John Jongen: “Ease Travel Clinic onderscheidt zich door vraaggericht te werken en niet aanbod-gericht. De wensen van het bedrijf, daar kijken we naar. Als er veel mensen gevaccineerd moe-ten worden doen we dat ter plekke op het bedrijf. Scheelt tijd en geld voor het bedrijf. Daarnaast wordt de hele administratieve afhandeling door Ease verzorgd. Dat is vooral voor grote bedrijven handig. Ease heeft een compleet overzicht welke werknemers, wanneer en hoe zijn gevaccineerd. We nemen een hoop werk uit handen en dat is voor bedrijven aantrekkelijk. De gegevens blijven overigens eigendom van het bedrijf. Wij beheren ze alleen, maar als het bedrijf er om vraagt wordt de administratie kosteloos overgedragen. Bij Ease werken we open en transparant tegen lage kosten,” zo legt de directeur uit.

Ease Travel Clinic

MaastrichtazM - P. Debyelaan 25

HeerlenGGD - Het Overloon 2

GeleenGGD - Geleenbeeklaan 2

Centrale telefoonnummer:0900 - 850 44 66(22 ct per gesprek)

www.ease-travelclinic.nl

Ease Travel Clinic is er ook voor bedrijven

— A D V E R T O R I A L —

John Jongen: “Ease is er niet alleen voor het vaccineren van vakantiegangers”

– A D V E R T O R I A L –

Page 69: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

opinie | 69

Je merkt het, de temperatuur rond de sociale media koelt af. En dat is goed. Vanuit de luchtkastelen dalen we af naar de vraag wat Twitter ons nu ople-vert. In het echte leven, hier op aarde. Tegelijk moet vastgesteld worden dat we nog maar aan het begin zijn van de veranderingen. Opmerkelijk genoeg liggen de mooiste kansen misschien wel in handen van de overheid. Laten we het uitleggen. Wanneer ben je succes-vol op de sociale media? Met veel vol-gers die bereid zijn je boodschap te ont-vangen. Maar het echte succes komt pas met de volgende fase. Het gesprek. Je volgers gaan boodschappen terug-sturen. Dat is een totaal nieuwe com-municatie; heel langzaam maar onmis-kenbaar zie je het op gang komen.

Het gesprek: je hebt geen glazen bol nodig om te zien dat het communicatie van de toekomst zal zijn. En die is supe-rieur aan het massale eenrichtingsver-keer waar we mee zijn opgegroeid via televisie, kranten en reclamebillboards. Je krijgt namelijk veel meer informatie van je doelgroep, en misschien zelfs ex-tra loyaliteit. Er is een reële kans dat de doelgroep voor je gaat werken: omdat deze zich betrokken voelt bij de zaak waarvoor je staat. Maar eenvoudig is het niet om deze fase te bereiken. Talloze hulpmiddelen en strategieën helpen om de conversatie te stimu-leren, maar alles staat of valt met de inhoud. Neem een tussenhandelaar van schroeven en nagels; die heeft een fors probleem op de sociale media. Met alle hashtags van de wereld kan hij niet verhullen dat hij weinig inte-ressante gespreksstof heeft. Met enige overdrijving kun je zelfs stellen dat alle bedrijven op de sociale media begin-nen vanuit een achterstand. Ze doen

het namelijk uit eigenbelang, terwijl de sociale media juist gaan over iets wat van ons allemaal is. Het gaat er om wat we met elkaar delen. Wat interes-sant of leuk is. Voor mij en voor mijn volgers of vrienden of relaties.

Daarvoor kan een bedrijf bijvoorbeeld humor inzetten. Een gespierde man op een YouTube-filmpje laten zeggen: ‘Uw man zal er nooit zo uitzien als ik maar hij kan wel zo ruiken.’ De han-delaar in schroeven en nagels kan een fakir inhuren die op zijn koopwaar gaat zitten. De overheid hoeft derge-lijke fratsen niet uit te halen. Dat is het grote verschil. Want gemeenten, woningcorporaties, politie en anderen beschikken over karrenvrachten boei-ende inhoud; waar mensen zich auto-matisch betrokken bij voelen. Verhalen die gaan over iets wat van ons allemaal is: de samenleving, en dan allereerst de eigen wijk. Iedereen wil immers weten over de ruimtelijke vernieuwingen in zijn directe omgeving. En smacht naar informatie als juist daar het aantal in-braken toeneemt. Of alleen al over de prullenbakken die alsmaar vol zijn. En bovenal: heel veel burgers willen een band met de mensen die professioneel bij deze zaken betrokken zijn. Om er met hen over te praten. Om misschien wel te helpen.

Daarmee opent zich een totaal nieuw perspectief. Marc Bartels, een Venlose social media-ondernemer, zegt over wat hij doet: ‘We gaan de wereld ver-anderen.’ Ja, dat is de inzet, om min-der gaat het niet. Wat mij betreft heeft de overheid de beste kaarten in han-den. Om met sociale media de meest significante successen te boeken. Laat het vuurtje beginnen in de buurten,

die van mij en vele anderen. Waar de gemeenschap is versplinterd tot ano-nieme eenlingen; en dus kwetsbaar en machteloos.

De politie zet steeds vaker Google Maps in om mensen te informeren over criminaliteit. Je hebt digitale kaartjes van wijken waar het aantal inbraken een fabelachtige dichtheid heeft, bijna van huis tot huis. Zo’n wijk zou zeer onveilig zijn, maar dan omgekeerd voor de inbrekers, als men-sen beseffen wat ze gezamenlijk kun-nen bereiken. Als ze een gemeenschap vormen, anders dan vroeger, als een modern collectief. Via talloze sociale mediakanalen verbonden met elkaar en met de overheidsprofessionals die het waarmaken in de wijken en aange-sproken kunnen worden als ze het niet doen. Zijn er nadelen? Ongetwijfeld. Zijn er valkuilen? Jazeker. Er zijn ook oplossingen, en anders kunnen ze be-dacht worden. De kans van deze tijd is om de samenleving te veranderen, stap voor stap. Vanuit de straten waar we wonen. Het gaat niet alleen om de sociale media. Het is groter, je voelt het in de lucht. Zoals zo vaak als er iets op til is, komen ontwikkelingen samen. Wat scoort in deze tijd het allerbeste op de virtuele pleinen van Facebook en andere media? Optimisme.

Bliss Media organiseert samen met Zuid een serie exclusieve conferenties in Limburg over de nieuwe burger-participatie via sociale media. Voor gemeenten, politie, woningcorporaties en andere (semi)overheid. Informatie opvragen: [email protected] linkedin: blissisyours

Ruud Linssen is oprichter van Bliss Media

door Ruud Linssen

over de kansen van deze tijd voor de overheid

breng de sociale media naar de wijken

Page 70: ZUID September 2011

70 | economie

Verwarring in logolandHeeft u dat ook weleens: dat u na het zien van een voorbij flitsend logo niet meer weet waar dat nou ook alweer bij hoort? Wellicht komt het door de vele kleuren, die de laatste jaren bij veel organisaties opeens zo populair lijken te zijn. Of heeft het de reclame- en ontwerpbureaus misschien af en toe aan inspiratie ontbroken? We zetten er een paar voor u op een rij:

Voor SNS Bank ontwikkelt VBAT in 2002 een nieuwe huisstijl en daarbij be-horend logo. Tinten blauw, geel, roze, rood en lila - in een caleidoscopische vorm, waarover op internet is te lezen dat het gaat om ‘een symbool van een bank die constant in ontwikkeling is’.

Een passerende bedrijfswagen van Smeets Groep en een bord langs de A2 van Huybregts Relou doen ons denken aan het logo van de bekende bank. In het relatiemagazine van VB Groep (de overkoepelende vlag waaronder bei-de opereren, red.) van december 2008 meldt directievoorzitter Johan Boldrik daarover dat de ‘vertrouwde diamant van de Van Boldrik Groep’ kleur heeft gekregen, waarbij de verschillende tinten de ‘veelzijdigheid van het netwerk’ benadrukken.

FrieslandCampina schijnt een kleurrijk logo eveneens aan te spreken. In janu-ari 2009, als de fusie tussen Campina en FrieslandFoods is beklonken, presen-teert de zuivelonderneming trots het nieuwe beeldmerk. Dat weerspiegelt de ‘fascinatie’ van FrieslandCampina ‘voor melk’ en is opgebouwd uit de kleuren ‘hemelsblauw’, ‘magisch magenta’, ‘passierood’, ‘levendig oranje’, ‘saamhorig groen’ en ‘grasgroen’. Waarover ongetwijfeld uitgebreid is nagedacht door ont-werpbureau Design Bridge. Volgens FrieslandCampina staan de kleuren onder andere voor zuivel, stabiliteit, fascinatie, jeugd, passie, energie, duurzaamheid en gezondheid, zo meldt de website. Het Brabants Dagblad ziet iets heel an-ders: overeenkomsten met het logo van Pinnacle en een reclamecampagne voor Apple iMac.

Diezelfde maand verandert ook de Limburgse zorgorganisatie Stichting Pepijn en Paulus van naam: Stichting Pergamijn is een feit. Evenals een nieuwe huisstijl, pay-off (‘kleurt je leven’) en een nieuw logo, bedacht door Advance Communications in Geleen. Kleurtinten blauw, geel, rood, groen, paars en roze zijn erin verwerkt.

Verreweg het goedkoopste ontwerp is hoogstwaarschijnlijk dat van openbare basisschool Aan de Meule in Sittard. Een creatieve medewerker heeft – samen met een kennis - in 2008 een nieuw gezicht gegeven aan het oude logo. Gratis. Sinds 2009 is het kleurrijke logo, gekoppeld aan een nieuwe huisstijl, overal te zien. Onder meer groen, blauw, geel, rood, paars en roze komen erin terug, kleuren die in het schoolgebouw eveneens zijn doorgevoerd.

De logo’s van FrieslandCampina, Stichting Pergamijn en Aan de Meule doen een herkenningsbelletje rinkelen. Als de nieuwe wereldwijde re-brandingcam-pagne van DSM wordt gelanceerd. Het ‘nieuwe’ merk staat symbool voor de transitie van het ‘oude’ DSM, chemiereus, naar het ‘nieuwe’ DSM, dat zich richt op Life Sciences en Materials Sciences. Daartoe maakt ook het alom bekende blauwe logo van het bedrijf plaats voor nieuw, waarin tinten blauw, groen, oranje en, u raadt het vast al, paars zijn te herkennen. Op de website van het in Londen gevestigde Coley Porter Bell, dat zijn ‘we make brands beau-tiful’-creativiteit ook voor Nescafé, Tetra Pak en de wereldberoemde Neder-landse dj Ferry Corsten heeft ingezet, staat dat de nieuwe DSM-merkidentiteit onder meer een reflectie is van de ‘overall positioning’ van het bedrijf. Navraag bij DSM leert dat aan dit alles een ‘uitgebreid traject’ is voorafgegaan, waarbij met meerdere partijen, zoals Interbrand - specialist in merkonderzoek en posi-tionering - en Coley Porter Bell, is samengewerkt.

– A D V E R T O R I A L –

Page 71: ZUID September 2011

Een familiebedrijf pur sang. Opgericht in 1953

in Maastricht door Math van Lijf. Uitgegroeid

tot een van de meest gerenommeerde kwali-

teitsmeubelzaken van Limburg. Meegegaan

met de tijd, maar met traditionele waardes als

service, kwaliteit en klantgerichtheid als vanzelf-

sprekendheid.

De broers Jean en Math van Lijf, Maths

echtgenote Anneke en hun zoon Luc zijn de

gezichten achter de 850 vierkante meter grote

interieurzaak aan de Fremme in Margraten. Voor

Math was het in 1960 vanzelfsprekend dat hij

in de voetsporen van zijn vader zou treden, in

1976 gevolgd door zijn broer Jean. Bijna een

halve eeuw werden vanuit het pand op de hoek

Markt-Hoenderstraat de meubelen van Van Lijf

verkocht om vijf jaar geleden te verhuizen naar

een beter bereikbaar en praktischer pand in

Margraten. “Het werd voor onze meubelzaak erg

lastig om in de steeds drukkere binnenstad van

Maastricht te blijven. Laden, lossen het werd

een groot probleem,” zo verklaart Math de stap

om te verhuizen van Maastricht naar Margraten.

Een stap waar de familie lang over nadacht,

maar die uiteindelijk wel een goede stap bleek

te zijn.

In Margraten komt de uitgebreide collectie, ex-

clusieve meubelen volledig tot zijn recht. Het is

een met zorg samengestelde collectie eigentijdse

meubelen. Klassiek, maar ook modern. Persoon-

lijk geselecteerd door de familie. Zij bezoeken de

grote meubelbeurzen in Parijs, Milaan en Keulen

om inspiratie op te doen, op de hoogte te blijven

van trends en om meubels in te kopen. Luc van

Lijf: “We willen elk meubelstuk dat in onze show-

room komt gezien en gevoeld hebben. Alleen

dan weten we dat we voor onze klanten kwaliteit

in huis hebben. Op de beurzen bekijken we de

meubelen aandachtig en pas als we overtuigd

zijn van de kwaliteit wordt er ingekocht”.

Het streven naar kwaliteit en perfectie zorgt

voor een indrukwekkende klantenkring in heel

Nederland. Mensen die vaak al tientallen jaren

klant zijn bij Van Lijf. Persoonlijke aandacht en

vertrouwen spelen een belangrijke rol.

Of het nu om een bank of stoel gaat, de complete

inrichting van een woning inclusief gordijnen en

vloerbedekking, bij Van Lijf Interieurs blijft alles

in één (familie)hand. Bezoek de showroom op

het bedrijvenerrein Aan de Fremme in Margra-

ten. Parkeren kan gratis voor de deur.

Aan de Fremme 30/326269 BE MargratenT 043 - 321 53 31

www.vanlijfinterieurs.com

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G

VLOERBEDEKK ING RAAMDECORATIE

W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING

RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE

vl_ad_zuid_sept2010.indd 1 12-08-10 10:30

Aan de Fremme 30/326269 BE MargratenT 043 - 321 53 31

www.vanlijfinterieurs.com

MEUBELKLASSIEKERS VRIJBLIJVEND

ADVIES C O M P L E T E I N R I C H T I N G

VLOERBEDEKK ING RAAMDECORATIE

W O O N A C C E S S O I R E S VERLICHTING

RESTAURATIE EXCELLENTE SERVICE

vl_ad_zuid_sept2010.indd 1 12-08-10 10:30

Life is good bij Van Lijf

– A D V E R T O R I A L –

Page 72: ZUID September 2011

‘Gastvrijheid zit in onze genen. Al meer dan 250 jaar!

Daarom heten wij u en uw gasten van harte welkom in

ons unieke ‘stads chateau’ in het centrum van Maastricht,

met uiterst sfeervolle ruimtes voor zowel zakelijke bijeenkomsten

als privé feesten. Naast onze wijnkelders beschikken wij ove

r een bottelarij,

een stadswijngaard, een karakteristieke binnenplaats en

diverse vergaderruimtes en proefl okalen. Elke ruimte van ons

‘stads chateau’ creëert zijn eigen ambiance en zal tot ieders

verbeelding spreken. De mogelijkheden zijn heel divers. Zo verzorgen wij walking

en sitting dinners, in de kelders of in onze b i n n e n p laa t s .

Van eenvoudig tot op hoogstaand culinair niveau. Geheel op maat.

U kunt bij ons ook terecht voor een verg

adering, een presentatie

of bijvoorbeeld een jubileum- of verjaardagsfeest. Al dan niet in

combinatie met een proeverij en een rondgang door de wijnkelders,

of wellicht door onze stadswijngaard. Geheel naar uw wens.

Bij Thiessen maken wij van uw zakelijke bijeenkomst of privéfeest

een onvergetelijke ervaring, voor u en uw gasten.

Daar sta ik persoonlijk voor in.’

‘Uw gasten zijn

mijn gasten!’

Thiessen Wijnkoopers

als evenementenlocatie

Rob Hartmann:

Rob HartmannDaar sta ik persoonlijk voor in.’

Grote Gracht 18 | 6211 SW Maastricht | T +31 (0)43 325 13 55 | www.thiessen.nl

– A D V E R T O R I A L –

als evenementenlocatie

– A D V E R T O R I A L –

Page 73: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L – – A D V E R T O R I A L –

Page 74: ZUID September 2011

Ben jij aldichtbij?

maastricht.dichtbij.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 75: ZUID September 2011

Een bijzondere naam krijg je niet zomaarWonen in Vitalis Parc Imstenrade is leven in stijl in een van de pareltjes van Parkstad. De rijke architectuur van de Vroedvrouwenschool met haar authentieke materialen is verantwoord gecombineerd met hedendaagse bouwkunde, waardoor een brede variëteit aan woningen verwezenlijkt is.

U woont in een parkachtige omgeving en toch op een steenworp afstand van stedelijke voorzieningen.

Beleef het en laat u verrassenHet unieke concept zorgt voor veiligheid en

gemak, met gastvrijheid hoog in het vaandel. U kunt vertrouwen op 24-uurs zorgverlening op elk gewenst niveau, kunt een beroep doen op een breed pallet aan dienstverlening en gebruik maken van diverse in huis gevestigde ondernemers.

Wonen in Parc Imstenrade is comfortabel genieten op basis van kennis en zekerheid met als extra een aansprekend Kunst- en Cultuurprogramma.

Adresgegevenswww.parcimstenrade.nl Parc Imstenrade 666418 PP HeerlenTel: 045 4004600

Open dagenWij ontvangen u graag op Zondag 18 september 2011 van 11.00-16.00 uurZondag 20 november 2011 van 11.00-16.00 uurOf maak vrijblijvend een afspraak.

Luxe appartementen en 24-uurs voorzieningen

Parc Imstenraderesidentieel wonen

Leon Savelkoul, directeur

EXTRAMURALE ZORG

– A D V E R T O R I A L –

Page 76: ZUID September 2011

We leven en werken in een wereld die voortdurend in ontwikkeling is. Tech-nologische ontwikkelingen volgen

elkaar in hoog tempo op en ook de manier waarop mensen met elkaar omgaan, commu-niceren en samenwerken verandert voortdu-rend. “Als uw mensen uw kapitaal zijn is het dan ook belangrijk voortdurend te investeren in uw mensen en de in ontwikkeling van hun competenties, want competente mensen maken het verschil. Dat zegt Rob Pustjens, directeur van Competenter.

Strategisch opleiden“Traditioneel was opleiden gericht op de invulling van individuele leerwensen van medewerkers. Me-dewerkers en leidinggevenden maakten afspraken in het functioneringsgesprek over de te volgen op-leidingen en trainingen. De relatie tussen opleiding en de strategie en visie van de organisatie was veelal beperkt, evenals het rendement van de oplei-ding voor de organisatie. Om als organisatie meer rendement uit opleidingen te halen wordt opleiden tegenwoordig strategisch benaderd. De compe-tenties die de medewerkers moeten ontwikkelen zijn een afgeleide van de kerncompetenties, de strategie en de doelstellingen van de organisatie. Dat lijkt logisch, want zo worden juist die compe-tenties ontwikkeld waar de organisatie behoefte aan heeft,” aldus Pustjens.

ValkuilDe valkuil van strategisch opleiden is echter dat er soms onvoldoende ruimte is voor de persoon-lijke leerwensen van medewerkers. Ruimte die medewerkers juist nodig hebben om hun talenten optimaal te kunnen ontwikkelen en hun ambities te bereiken. Ook is een gebrek aan ruimte voor persoonlijke ontwikkeling funest voor de betrok-kenheid van medewerkers en voor hun motivatie.

Medewerkers willen verant-woordelijkheid, niet alleen voor resultaten, maar ook voor hun eigen ontwikkeling.

BalansVolgens Pustjens is het dus belangrijk dat er ook bij strate-gisch opleiden voldoende ruimte blijft voor de medewerkers om hun eigen leerwensen in te brengen. “Er moet een goede balans zijn tussen de aansluiting bij de doelen van de organisatie en de ambities van de medewerkers.

Om die balans te bereiken stemmen wij onze trainingen af op zowel de behoeften van de organi-satie als op de wensen van de individuele medewer-kers. Daarvoor voeren we eerst een intakegesprek met het management. Hierbij gaan we ondermeer in op de aanleiding voor de training en de doelen die de organisatie wil bereiken. Vervolgens gaan we in gesprek met de medewerkers over hun ervaringen, wensen en verwachtingen ten aanzien van de training.

De input van de medewerkers vormt mede de basis voor de invulling van de training op detail-niveau. Zo ontwikkelen we trainingen die in balans zijn. Dit komt de motivatie van de medewerkers en het resultaat van de training ten goede. Want medewerkers willen wel veranderen, maar niet veranderd worden.”

Competenter bestudeert praktijkcases zoals gesprekssituaties of projectplannen en bekijkt of de organisatorische randvoorwaarden zijn ingevuld om van de training een succes te maken. Het heeft immers weinig nut om de medewerkers te leren projecten te leiden als de definitie van een project niet helder is of ze als projectleider te weinig bevoegdheden krijgen.

Maximaal resultaatOm maximaal resultaat te behalen staan doen, ervaren en delen in de trainingen centraal, want mensen leren … 10% van wat we lezen20% van wat we horen30% van wat we zien50% van wat we zien en horen70% van waar we over gediscussieerd hebben80% van wat we persoonlijk ervaren hebben95% van wat we uitleggen aan anderen(Bron: David Sousa, “How the brain learns”)

Rob Pustjens: “Om het resultaat te borgen sluiten we onze trainingen af met een Management Imple-mentatie Advies. Hierbij geven we aanbevelingen om het geleerde in de praktijk te borgen. Deze aanbevelingen kunnen betrekking hebben op de verdere ontwikkeling van vaardigheden, maar ook op aspecten als de structuur of de cultuur van de organisatie, op processen of op de ontwikkeling van instrumenten zoals handboeken, formats of protocollen.”

Leren bij Competenter is doen, ervaren en delen!

Nobelweg 176101 XB Echt

T. 0475 470 390www.competenter.nl

Strategisch opleiden met oog voor het individu

Rob Pustjens, Directeur Competenter

– A D V E R T O R I A L –

Page 77: ZUID September 2011

– A D V E R T O R I A L –

column | 77

een inkomen nodig van ca € 55.000. Dat inkomensgat is te groot en verklaart naar mijn mening voor een deel de grote stagnatie. Deze normen zijn opgetrokken door allerlei (internationale) wet- en regelgeving. Daarnaast kon tot 1 augustus jl. een financiering volledig aflossingsvrij als alle getallen klopten. Sedert 1 augustus is dat niet meer altijd mogelijk. Juist daar wringt de schoen voor de kleinere inko-mens. Voor de starters is het dus vrijwel onmogelijk om in te stappen in de woningmarkt.

De oplossing zou naar mijn mening veel meer gevonden moeten worden in een combinatie. Afschaffen van de over-drachtsbelasting en verstrekken van koopsubsidie voor de mensen die kampen met het net niet rond krijgen van de financiering door de inkomenseis. Wellicht weer terug naar het systeem van de premiewoningen. De financiering kan plaatsvinden door de miljarden die nu weer van de banken terugvloeien naar de schatkist. De banken verstrekken de financiering en krijgen van de overheid het geld van de sub-sidie. De kopers betalen deze subsidie op het moment dat hun inkomen toereikend is of bij verkoop van de woning weer terug.

Het volledig afschaffen van de overdrachtsbelasting zou ik toejuichen. Als maatregel om de woningmarkt uit het slop te trekken, maar ook in combinatie met de mobiliteit van werknemers. De hoge kosten die gepaard gaan met het kopen van een woning leiden er in veel gevallen toe dat werknemers niet verhuizen. De reiskosten (die veelal door de werkgever vergoed worden) wegen niet op tegen de kosten, waarvan een groot deel wordt gevormd door de overdrachtsbelasting, van een verhuizing. Ook hier zou een vergoeding van overheidswege op haar plaats zijn om juist mensen te motiveren dicht bij hun werk te gaan wonen. Grote infrastructurele projecten kunnen afgeblazen worden want de files nemen af. De werknemer woont dicht bij zijn werk en kan bij wijze van spreken met de fiets. De werk-gever heeft de mogelijkheid een belastingvrije vergoeding te verstrekken voor een verhuizing. De kosten moeten dan worden gedragen door de werkgever. Naar mijn mening zullen de kosten die de overheid maakt om mensen een pre-mie te geven voor een verhuizing op lange termijn alleen maar voordelen opleveren. Minder files, minder kilometers en dus minder vervuiling.

Kortom, er zijn nog heel veel mogelijkheden om de wo-ningmarkt uit het slop te trekken. Echter, er moet wel bui-ten het vierkant getreden worden. Voor de rest is het een kwestie van rekenen. Wat mij betreft is de verlaging van de overdrachtsbelasting dan ook een druppel op een gloeiende plaat.

PETER PAUL VERREUSSEL

Is het de druppel die de emmer doet overlopen of een druppel op een gloeiende plaat? Het kabinet heeft op 1 juli wijselijk besloten om de overdrachtsbelasting met terugwer-kende kracht vanaf 15 juni te verlagen naar 2%. De be-langrijkste reden is de woningmarkt uit het slop te trekken. De verlaging geldt alleen voor woningen.

Nu begint de discussie met de vraag waarom terugwer-kende kracht naar 15 juni? Deze datum is volstrekt wille-keurig gekozen. De eerste procedures worden al gevoerd. Het is immers wel heel zuur dat iemand die op 14 juni bij de notaris zat, niet in aanmerking komt voor de verlaging. Onbegrijpelijk dat dit soort maatregelen met terugwerken-de kracht wordt doorgevoerd. Ook midden in het jaar een dergelijke wijziging doorvoeren komt niet veel voor. Men wilde echter niet eerst aankondigen en dan 1 januari 2012 invoeren. Iedereen zou dan wachten met transporteren van het nieuw gekocht pand. Dat werkt heel frustrerend voor de woningmarkt.

Of de maatregel effect heeft zullen we pas over een paar maanden weten. Het Kadaster registreert alle huizen die getransporteerd worden. Tussen het sluiten van de koop-overeenkomst en overdragen van de woning zit vaak een aantal maanden. Uiteindelijk is het slechts 4% en dat is vaak niet het grootste probleem. Het kan wel de overeen-stemming tussen partijen vergemakkelijken als ze net nog een klein stukje van elkaar afzitten in de onderhandeling.Naar mijn mening zit het probleem op een ander vlak. Het verkrijgen van een financiering is simpelweg veel lastiger geworden. Waar je tot een tijd geleden ongeveer 5 keer het jaarinkomen gefinancierd kreeg, is dat op dit moment nog maar 3,5 keer. Dus een woning van een kleine € 200.000 kreeg men gefinancierd met een inkomen van ca. € 40.000. Nu heeft men voor de koop van een dergelijke woning

De SpreekwoorDeLIjke DrUppeL

Peter Paul VerreusselBaat accountants & [email protected]

Page 78: ZUID September 2011

maar ook naar andere belangrijke bezienswaardigheden die de stad rijk is.

Zou deze man met zijn werk getrouwd zijn? Nee, Guido heeft met zijn echtgenote een wolk van een dochter die beiden ook goed raad weten met de iPad. Mocht je Guido ooit tegen komen....je kunt met hem ook over de actualiteit of voetbal praten.

Het begint bijna saai te worden maar ook hiervan heeft hij de benodigde Apps geïnstalleerd.

Het is duidelijk dat Guido Mulder met zijn Mulderadviesgroep vooruitstrevend is en hard aan de digitale weg timmert. Hoewel nu alleen de twee partners van het bedrijf in het bezit zijn van een iPad geeft Guido te kennen dit in de toekomst graag anders te zien.

Op weg naar huis reflecteer ik mijn gesprek met Guido. De uit mijn duim gezogen definitie van “werelds zijn” klopt wel, het predikaat gaat alleen niet naar mij maar naar Guido Mulder.

Hij voldoet echt aan alle eisen...

v

Guido’s iPad:iPad 1, 32GB, 3G + WiFi

App top 5:

AroundMe: Snel informatie over je omgeving.

DropBox: Snel en eenvoudig bestanden delen.

MindMeister: Mindmaps maken en delen.

TeamViewer: Op afstand computers beheren.

MoneyBird: Online facturen & offertes maken.

Hoe “werelds” vind jij jezelf ? Ben je op de hoogte van het laatste nieuws? Ben je geïnteresseerd in de mening van anderen, maar ook in kunst en cultuur? Ben je actief in het sociale leven en met de “social media”? En niet onbelangrijk, ga je mee met de laatste ontwikkelingen? Ik dacht bovenstaande vragen wel met JA te kunnen beantwoorden. Toch werd ik er in mijn gesprek met Guido Mulder van Mulderadviesgroep bewust van gemaakt dat ik zeker op dit laatste punt nog veel kan leren.

Bij het bestuderen van de website van dit vooruitstrevend bedrijf was mij het icoon “TeamViewer” al opgevallen. Het zei mij in eerste instantie niets. Met “TeamViewer” kun je desgewenst computers van anderen overnemen. Dat kan natuurlijk gewoon via de “thuis/werkcomputer” maar Guido gebruikt de daarvoor bestemde App op zijn iPad. In gedachte visualiseer ik een situatie. Ik gefrustreerd zittend met een financieel dilemma achter mijn computer, Guido in de file voor de Geusselt. Hij neemt via TeamViewer mijn computer over op zijn iPad, ik krijg mijn advies. Dag frustratie, hallo efficiënt werken.

Ik begrijp van Guido dat hij met regelmaat op de weg is en in de file staat. Even snel een mail sturen, maar ook een idee of gemaakte afspraken “mindmappen” via de App Mindmeister naar een klant of collega of gewoon voor zichzelf. Op deze manier heeft de iPad zich bijna onmisbaar gemaakt binnen de zakenbranche. Ik ben in een hele andere wereld terecht gekomen en spreek met een vriendelijke ambitieuze man die zijn passie bij geld, BTW en handelsbanken heeft liggen. Van dit laatste heeft hij ook de benodigde Apps voor de iPad gedownload.

Hoe breng je je bedrijf tegenwoordig makkelijk onder de aandacht? Juist via de social media. Voor Guido geen Facebook. Hij houdt werk en privé goed gescheiden. Wel LinkedIn en Twitter. Vooral met dit laatste is hij erg fanatiek, ook via de iPad. Guido ontdekte vrij recent de App Money Bird. Hij houdt deze ontdekking niet voor zichzelf maar deelt het met zijn volgers op Twitter. Met Money Bird kun je je facturatie en verdere financiële administratie overzichtelijk houden. Geen klappers meer met BTW bonnen.... Ideaal voor de kleinere ondernemer. De Mulderadviesgroep is sinds vorig jaar ook volledig gedigitaliseerd. Bijna geen klappers meer... Via het “Dropbox” account, dat ook als App voor de iPad beschikbaar is, kan iedereen binnen het bedrijf waar ter wereld ook belangrijke documenten openen.

Ben je al eens in een grote stad opzoek geweest naar een pinautomaat? Ik wel! Je kunt het zo gek niet bedenken maar er bestaan App’s zoals ATM Hunter of Around Me die je waar ook ter wereld de weg wijzen naar “the money”

De iPad van... Door Katrien van Rooy ¯

– A D V E R T O R I A L –

Page 79: ZUID September 2011

maar ook naar andere belangrijke bezienswaardigheden die de stad rijk is.

Zou deze man met zijn werk getrouwd zijn? Nee, Guido heeft met zijn echtgenote een wolk van een dochter die beiden ook goed raad weten met de iPad. Mocht je Guido ooit tegen komen....je kunt met hem ook over de actualiteit of voetbal praten.

Het begint bijna saai te worden maar ook hiervan heeft hij de benodigde Apps geïnstalleerd.

Het is duidelijk dat Guido Mulder met zijn Mulderadviesgroep vooruitstrevend is en hard aan de digitale weg timmert. Hoewel nu alleen de twee partners van het bedrijf in het bezit zijn van een iPad geeft Guido te kennen dit in de toekomst graag anders te zien.

Op weg naar huis reflecteer ik mijn gesprek met Guido. De uit mijn duim gezogen definitie van “werelds zijn” klopt wel, het predikaat gaat alleen niet naar mij maar naar Guido Mulder.

Hij voldoet echt aan alle eisen...

v

Guido’s iPad:iPad 1, 32GB, 3G + WiFi

App top 5:

AroundMe: Snel informatie over je omgeving.

DropBox: Snel en eenvoudig bestanden delen.

MindMeister: Mindmaps maken en delen.

TeamViewer: Op afstand computers beheren.

MoneyBird: Online facturen & offertes maken.

Hoe “werelds” vind jij jezelf ? Ben je op de hoogte van het laatste nieuws? Ben je geïnteresseerd in de mening van anderen, maar ook in kunst en cultuur? Ben je actief in het sociale leven en met de “social media”? En niet onbelangrijk, ga je mee met de laatste ontwikkelingen? Ik dacht bovenstaande vragen wel met JA te kunnen beantwoorden. Toch werd ik er in mijn gesprek met Guido Mulder van Mulderadviesgroep bewust van gemaakt dat ik zeker op dit laatste punt nog veel kan leren.

Bij het bestuderen van de website van dit vooruitstrevend bedrijf was mij het icoon “TeamViewer” al opgevallen. Het zei mij in eerste instantie niets. Met “TeamViewer” kun je desgewenst computers van anderen overnemen. Dat kan natuurlijk gewoon via de “thuis/werkcomputer” maar Guido gebruikt de daarvoor bestemde App op zijn iPad. In gedachte visualiseer ik een situatie. Ik gefrustreerd zittend met een financieel dilemma achter mijn computer, Guido in de file voor de Geusselt. Hij neemt via TeamViewer mijn computer over op zijn iPad, ik krijg mijn advies. Dag frustratie, hallo efficiënt werken.

Ik begrijp van Guido dat hij met regelmaat op de weg is en in de file staat. Even snel een mail sturen, maar ook een idee of gemaakte afspraken “mindmappen” via de App Mindmeister naar een klant of collega of gewoon voor zichzelf. Op deze manier heeft de iPad zich bijna onmisbaar gemaakt binnen de zakenbranche. Ik ben in een hele andere wereld terecht gekomen en spreek met een vriendelijke ambitieuze man die zijn passie bij geld, BTW en handelsbanken heeft liggen. Van dit laatste heeft hij ook de benodigde Apps voor de iPad gedownload.

Hoe breng je je bedrijf tegenwoordig makkelijk onder de aandacht? Juist via de social media. Voor Guido geen Facebook. Hij houdt werk en privé goed gescheiden. Wel LinkedIn en Twitter. Vooral met dit laatste is hij erg fanatiek, ook via de iPad. Guido ontdekte vrij recent de App Money Bird. Hij houdt deze ontdekking niet voor zichzelf maar deelt het met zijn volgers op Twitter. Met Money Bird kun je je facturatie en verdere financiële administratie overzichtelijk houden. Geen klappers meer met BTW bonnen.... Ideaal voor de kleinere ondernemer. De Mulderadviesgroep is sinds vorig jaar ook volledig gedigitaliseerd. Bijna geen klappers meer... Via het “Dropbox” account, dat ook als App voor de iPad beschikbaar is, kan iedereen binnen het bedrijf waar ter wereld ook belangrijke documenten openen.

Ben je al eens in een grote stad opzoek geweest naar een pinautomaat? Ik wel! Je kunt het zo gek niet bedenken maar er bestaan App’s zoals ATM Hunter of Around Me die je waar ook ter wereld de weg wijzen naar “the money”

De iPad van... Door Katrien van Rooy ¯

– A D V E R T O R I A L –

veiligheid | 79

door Gwen Teo

gemeenten zeggen ‘nee’ tegen burgernetVier Limburgse gemeenten zien af van deelname aan Burgernet, het alarmeringssysteem waarbij burgers, gemeenten en politie de handen ineenslaan: Gulpen-Wittem, Kerkrade, Simpelveld en Vaals. “Het enige wat gemeenten doen, is betalen.”

De gemeenten hebben zich verdiept in Burgernet en zijn tot de conclusie gekomen dat het een ‘opsporingsmid-del is, waarvoor de verantwoordelijk-heid primair bij de politie ligt’, aldus burgemeester Reg van Loo (Vaals). “Dat geldt ook voor de bijbehorende fi nanciële consequenties. Het enige wat aangesloten gemeenten doen, is betalen. Bovendien heb ik begrepen dat de effecten van Burgernet tot op heden gering zijn.” Van Loo laat weten dat de gemeenten zich kritisch hebben afgevraagd wat Burgernet méér is dan een opsporingsnetwerk voor de politie en in hoeverre dat vervolgens een zaak van gemeenten is. Geen dus, menen Gulpen-Wittem, Kerkrade, Simpelveld en Vaals.

Afzien van deelname door gemeenten heeft gevolgen voor Burgernet, dat een zo groot mogelijk landelijk dekkend netwerk moet worden. “Meldkamers, die regionaal werken, moeten bij een

actie dan eerst goed gaan nadenken waar wel en waar geen berichten naar-toe moeten worden gestuurd”, rea-geert een woordvoerder van het lande-lijk programmabureau.

130 andere Nederlandse gemeenten hebben zich inmiddels wel aangeslo-ten (telling 1 juli 2011, red.), waar-onder vijftien in de veiligheidsregio Limburg-Noord. In Limburg-Zuid vindt uitrolling nu plaats. Burgernet-acties worden door de regionale meld-kamers opgestart bij meldingen van onder meer inbraak, diefstal, geweld-pleging en vermissing van personen, mits een duidelijk signalement beschik-baar is. Inwoners en medewerkers van bedrijven die zich hebben opgegeven in de gemeenten ontvangen een ingespro-ken bericht of sms, zodat ze kunnen uit-kijken naar gezochte personen of voer-tuigen. Aan de hand van reacties kan de politie indien nodig het zoekgebied vergroten of verplaatsen. Na een pilot

in 2009, waarbij tien procent van de acties leidde tot ‘harde resultaten’ (ver-dachte aangehouden, vermiste persoon teruggevonden et cetera) en in 41% van de gevallen ‘relevante informa-tie’ opleverde, kreeg Burgernet groen licht van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Gedurende de eerste twee jaar waarin het netwerk wordt opgezet, 2010 en 2011, ontvangen deelnemende gemeenten een stimuleringsbijdrage vanuit het ministerie. De kosten voor onder meer de wervingscampagne en communicatie richting deelnemers ko-men voor eigen rekening.

Van Loo: “Als we hadden geconclu-deerd dat Burgernet bijvoorbeeld zou kunnen dienen als informatienetwerk bij grootschalige evenementen, en had kunnen bijdragen aan de verkeersvei-ligheid, dan hadden de zaken anders gelegen.” De veiligheidsregio heeft een brief van de gemeenten ontvangen waarin het besluit wordt toegelicht.

foto politie Limburg-Zuid

Page 80: ZUID September 2011

Méér dan voetbal!

Roda JC Kerkrade wil voetbalbeleving bieden aan een breed publiek. Op basis van een gezonde bedrijfsvoering en met

veel gevoel voor de maatschappij. Bovenal willen we een positieve betrokkenheid creëren van bevolking, bedrijfsleven

en overheid bij Roda JC Kerkrade. Op deze manier willen we een centrale rol spelen in de samenleving in Limburg.

Graag geven we u een beeld van ons beleid en de organisatie, onze historie en roots, onze ambitie en doelstelling én de

zakelijke mogelijkheden bij de sportief meest succesvolle club van Limburg.

Wilt u meer informatie over de mogelijkheden bij Roda JC Kerkrade?

Stuur een e-mail naar [email protected] of neem telefonisch contact op via 045-6317000.

We staan u graag te woord!

Roda J.C. Ring 1 6466 NH Kerkrade www.rodajc.nl

Roda_schetsvoorstel ADV. a4.indd 1 26-08-2011 15:07:39

Page 81: ZUID September 2011

De Belgische grensplaats Lanaken is nog steeds de meest geliefde woonplaats voor Nederbelgen. Meer dan een kwart van de inwoners in Lanaken heeft de Nederlandse nationaliteit. Veel van die emigranten kochten hun huis via makelaar Christoffels aan de Koning Albertlaan. Christoffels is al bijna zestig jaar een naam die staat voor vakmanschap en vertrouwen zowel op het gebied van onroerend goed als verzekeringen. Opgericht in 1954 door Jean Christoffels zwaait inmiddels de tweede generatie de scepter bij Christoffels. Bart en zijn zus Nadine vormen de directie, waarbij Bart de makelaardij voor zijn rekening neemt en Nadine de verzekeringstak van het bedrijf.

Voor Nederlanders is België nog steeds een aantrekke-lijke plek om te wonen. Meer huis voor je geld. Dat is al zo sinds de jaren zeventig toen de eerste Nederlanders zich massaal over de grens gingen vestigen. “Dat waren destijds nog de zeer vermogende Nederlanders die hier de gelegenheid hadden om kavels van meer dan 5.000 vierkante meter te kopen,” legt Bart Christoffels uit. “Natuurlijk het fiscale aspect speelde toen ook een rol, maar mensen kochten hier vooral veel ruimte voor min-der geld dan in Nederland. In de jaren negentig trokken nog meer Nederlanders de grens over. Vooral net over de grens bij Maastricht, naar Lanaken. “Dit waren tweever-dieners die naar hier kwamen vanwege de lage prijzen, de ruimte, maar ook het goede onderwijs, medische verzieningen, kinderopvang en goedkopere auto’s. Het is ook een groep die goed ingeburgerd is en waarschijnlijk ook hun tweede huis in België kopen.

Dat de tijden zijn veranderd kan Bart Christoffels niet ontkennen. “De huizenprijzen in België zijn met bijna dertig procent gedaald als gevolg van de economische crisis.” Dat zou voor veel Nederlanders wellicht een extra argument zijn de grens over te trekken, ware het niet dat Nederlandse banken moeilijker financieren. “Voor de crisis konden Nederlanders een hoge hypo-theek krijgen. Ons klantenbestand bestond voor 80% uit Nederlanders, nu is dat nog 5%,” illustreert Bart. Door de tientallen jaren ervaring weet Bart echter ook dat de situatie in korte tijd kan omslaan. Als een bank in Neder-

land weer makkelijker een financiering verstrekt, volgen de anderen snel en wordt België opeens weer interes-santer. Voor mensen die geen huis te verkopen hebben in Nederland of hun huis verkocht hebben (“ja er worden ook gewoon huizen verkocht”), is een huis over de grens interessant. “De prijzen zijn hier veel sterker gedaald dan in Nederland.”

Vastgoedspecialist Christoffels is dé makelaar die de markt in de regio Lanaken het beste kent. “Dat komt door onze ervaring sinds 1954, maar vooral door onze persoonlijke aandacht,” legt Bart uit. “We richten ons voornamelijk op het duurdere segment. Daar is persoonlijk contact erg belangrijk. Ik ben de enige makelaar binnen ons kantoor, dus klanten hebben altijd met mij te maken. Daarnaast zijn er zes gekwalificeerde medewerkers werkzaam bij Christoffels. Dat team zorgt ervoor dat klanten tevreden zijn. De jarenlange ervaring en persoonlijke aandacht zijn ongetwijfeld de sterke punten van Christoffels. “We hebben alle disciplines in huis. Niet alleen op het gebied van aan- en verkopen van woningen, maar ook met verzekeringen. Dat is voor Nederlanders goed om te weten, omdat er verschillen zijn tussen de Nederlandse en Belgische manier van verzekeren. We adviseren de klant op een juiste manier.”

Vastgoedspecialist Christoffels is dé makelaar die de markt in de regio Lanaken het beste kent.

Adresgegevens

Koning Albertlaan 97 - 993620 LanakenBelgië

Tel +32 89 73 01 01 Fax +32 89 73 05 19

Bart Christoffelsen Nadine Christoffels

– A D V E R T O R I A L –

Page 82: ZUID September 2011

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

An evening with friends voor het goede doelHet is een van de bekendste evenementen van

Maastricht; Bassinario. In één adem genoemd

met evenementen als het Preuvenemint of Okto-

bergala. Een evenement op een bijzondere loca-

tie; de binnenhaven ’t Bassin. Als de zon schijnt,

waan je je in Zuid-Frankrijk met de terrassen en

de luxe zeil- en motorjachten die in de haven

liggen te dobberen. Het is precies dat decor, dat

Bassinario net dat extra cachet geeft en het is

misschien ook daarom wel dat het evenement

bijna ieder jaar volledig is uitverkocht. Leuk voor

de bezoekers natuurlijk, maar nog beter voor de

goede doelen.

Dit jaar werd Bassinario voor de negende keer

georganiseerd door de leden van de Ronde Tafel

179 Maastricht Charlemagne, een Euregionale

serviceclub. De leden Simon Brouwer en Philp

van Oss zijn nauw bij de organisatie van Bassina-

rio betrokken. Simon: “We staan zelf soms ver-

steld van de populariteit. Dit jaar waren wederom

alle 900 kaarten verkocht. De bezoekers kunnen

genieten van muziek, eten en drinken. Het groot-

ste deel van de kaartverkoop gaat naar goede

doelen. Philp van Oss vult aan: we zoeken steeds

een hoofddoel met een binding met Maastricht.

Dit jaar is het geld naar het Toon Hermans Huis

Maastricht gegaan. Ook het knuffelberenproject

van het Academisch Ziekenhuis en de Stichting

Maastricht-Nihou ontvingen geld.

Simon: “Het mooi is dat de Ronde Tafel 179

Maastricht Charlemagne ontzettend veel geld

kan doneren aan het goede doel. We doen het al-

lemaal vrijwillig, er zit geen betaalde organisatie

achter en dan is het een fi jn gevoel jaarlijks een

grote cheque uit te kunnen reiken.

De leden van de Ronde Tafel kijken al uit naar

2012, een jubileumjaar met de tiende editie van

Bassinario. Een mooi moment om terug te kijken

op tien jaar ‘An evening with friends ‘zoals het

motto luidt. “Als je de afgelopen negen jaar

neemt is ontzettend veel geld naar goede doelen

gegaan. Gemiddeld tussen de 20.000 en 25.000

euro per jaar. Ik denk dat als we de balans opma-

ken we meer dan 300.000 euro hebben opgehaald

voor de goede doelen.” Volgens Philp van Oss

is het Bassinario niet meer weg te denken. “We

hebben altijd weer nieuwe mensen vanuit de

Ronde Tafel die mee organiseren. Dat komt om-

dat je maar tot je veertigste lid mag blijven van

de club, dat is internationaal zo geregeld. Telkens

gaan er dus leden weg, en komen er nieuwe bij.

Die nemen het stokje van Bassinario weer over,

zodat we dit hopelijk nog lang kunnen blijven

organiseren.”

Meer informatie: www.bassinario.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 83: ZUID September 2011

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

STUDIO N

MUSEUM AAN HET VRIJTHOF BUSINESS CLUB

An evening with friends voor het goede doelHet is een van de bekendste evenementen van

Maastricht; Bassinario. In één adem genoemd

met evenementen als het Preuvenemint of Okto-

bergala. Een evenement op een bijzondere loca-

tie; de binnenhaven ’t Bassin. Als de zon schijnt,

waan je je in Zuid-Frankrijk met de terrassen en

de luxe zeil- en motorjachten die in de haven

liggen te dobberen. Het is precies dat decor, dat

Bassinario net dat extra cachet geeft en het is

misschien ook daarom wel dat het evenement

bijna ieder jaar volledig is uitverkocht. Leuk voor

de bezoekers natuurlijk, maar nog beter voor de

goede doelen.

Dit jaar werd Bassinario voor de negende keer

georganiseerd door de leden van de Ronde Tafel

179 Maastricht Charlemagne, een Euregionale

serviceclub. De leden Simon Brouwer en Philp

van Oss zijn nauw bij de organisatie van Bassina-

rio betrokken. Simon: “We staan zelf soms ver-

steld van de populariteit. Dit jaar waren wederom

alle 900 kaarten verkocht. De bezoekers kunnen

genieten van muziek, eten en drinken. Het groot-

ste deel van de kaartverkoop gaat naar goede

doelen. Philp van Oss vult aan: we zoeken steeds

een hoofddoel met een binding met Maastricht.

Dit jaar is het geld naar het Toon Hermans Huis

Maastricht gegaan. Ook het knuffelberenproject

van het Academisch Ziekenhuis en de Stichting

Maastricht-Nihou ontvingen geld.

Simon: “Het mooi is dat de Ronde Tafel 179

Maastricht Charlemagne ontzettend veel geld

kan doneren aan het goede doel. We doen het al-

lemaal vrijwillig, er zit geen betaalde organisatie

achter en dan is het een fi jn gevoel jaarlijks een

grote cheque uit te kunnen reiken.

De leden van de Ronde Tafel kijken al uit naar

2012, een jubileumjaar met de tiende editie van

Bassinario. Een mooi moment om terug te kijken

op tien jaar ‘An evening with friends ‘zoals het

motto luidt. “Als je de afgelopen negen jaar

neemt is ontzettend veel geld naar goede doelen

gegaan. Gemiddeld tussen de 20.000 en 25.000

euro per jaar. Ik denk dat als we de balans opma-

ken we meer dan 300.000 euro hebben opgehaald

voor de goede doelen.” Volgens Philp van Oss

is het Bassinario niet meer weg te denken. “We

hebben altijd weer nieuwe mensen vanuit de

Ronde Tafel die mee organiseren. Dat komt om-

dat je maar tot je veertigste lid mag blijven van

de club, dat is internationaal zo geregeld. Telkens

gaan er dus leden weg, en komen er nieuwe bij.

Die nemen het stokje van Bassinario weer over,

zodat we dit hopelijk nog lang kunnen blijven

organiseren.”

Meer informatie: www.bassinario.nl

– A D V E R T O R I A L –

geschiedenis | 83

door Gerrie Coerts

De bonte geschiedenis van Laura (van kolen naar solexmotors, kranen en rubbers)

Tegenwoordig is Laura in Maastricht, Beverwijk en Eygelshoven een metaalbedrijf met 140 werknemers dat halffabrikaten van staal maakt voor onder meer DAF-vrachtauto’s en kranen van Liebherr. Honderdtien jaar geleden was het een heel ander bedrijf. Een mijn. Toen die dichtging ontstonden nieuwe bedrijven.

Naast halffabrikaten van staal is Laura Metaal actief in staalhandel en ont-wikkelt, produceert en vermarkt het bedrijf innovatieve producten voor wegen voor zowel permanente als tij-delijke plaatsing. En Laura is ook de maker van de verbeterde schietboom met kogelvanger voor de schutterij St. Sebastianus in Herkenbosch.

Limburg kende 150 jaar geleden een soort goudkoorts. In plaats van naar metaal ging de zoektocht naar steen-kool. Nota bene een Duitse molenaar, Anton Wackers, startte een proefbo-ring. De mijn was geboren. Vernoemd naar de vrouw van Wackers, Laura. En net als de eerste mijnbouwpionier kwam ook de geldschieter van de mijn uit het buitenland, de Société Géné-rale de Belgique. Overigens waren de meeste andere mijnen ook tot begin 1900 buitenlands privébezit. Dat baar-de uiteindelijk zorgen tot in het Neder-lands parlement, dat bang werd dat de cruciale grondstoffen bij een conflict wel eens in de verkeerde handen kon komen. Vandaar dat De Staatsmijnen zijn opgericht.

In de bloeitijd van de mijnen, grofweg van 1900 tot 1960, ontstaan diverse toeleveranciers en dienstverleners. Zo-als glazenwasser Hago van Ton Goed-makers sr. (nu ondergebracht in Ve-bego), maar ook IJzerwerk Hollander. Het wordt in 1937 in Kerkrade opge-richt door Erich Hollander. Hollander koopt schroot van mijnbouwbedrijven en levert dat aan de staalfabrieken van de Hoogovens in IJmuiden. Hollander levert ook allerlei producten voor mijnen.

MijnsluitingDe Nederlandse mijnen krijgen het moeilijk vanaf eind jaren vijftig, begin jaren zestig. Ze kunnen de concur-rentieslag met hun vaak veel grotere buitenlandse concurrenten – die ook nog eens goedkopere arbeidskrachten hebben – niet aan. De vondst van gas in Slochteren en steeds meer olie in het Midden-Oosten en elders geeft de mijn het nekschot.

AlternatievenZowel de eigenaren van de mijn Laura als Hollander moeten op zoek naar al-ternatieven. Ze slaan de handen daar-voor ineen. In 1968 wordt Hollander gekocht door wat dan officieel Laura & Vereeniging heet, samen met de Hoog-ovens. De bedrijfsnaam van de nieuwe onderneming wordt Laura Metaal. Er wordt slim ingespeeld op nieuwe ten-densen zoals de aanleg van autowegen waar vangrails nodig zijn die Laura gaat maken. Later komen er zeecon-tainers en stalen constructiewanden bij. Laura Metaal start in Spekholzer-heide maar vertrekt na druk van om-wonenden naar een groter terrein in Eygelshoven. In 1987 wordt een vesti-ging in de Maastrichtse Beatrixhaven geopend. Eén van de eigenaren is nog steeds de Hoogovens. Al heeft die on-derneming inmiddels een Indiase eige-naar, Tata Steel. Enkele Roermondse bedrijven maken ook deel uit van Laura Metaal, zoals Staalcenter Roermond. Deze activiteiten zijn in 2003 naar Eygelshoven verhuisd. De overbodige

mijnwerkers van Laura gaan niet al-lemaal naar het nieuwe metaalbedrijf. Een deel komt, ook met hulp van de Stichting Werkvoorziening Particuliere Mijnen, in een motorenbedrijf terecht: Laura Motoren. Onder de naam Anker-Laura worden er motoren ge-maakt voor onder meer motorfietsen, onder meer aan Batavus geleverd in de jaren zeventig (eerst ook een moto-renfabriek), Solexen voor onder meer Gazelle. In de Kampioen van februari 1968 staat dat de productie in dat jaar op 150.000 stuks zou uitkomen. Op in-ternet wemelt het van informatie over Anker Laura, blijkbaar zijn de onder-delen en handboeken veelgevraagd. Volgens internetbronnen is de fabriek in 1981 naar Korea vertrokken.

PlautomotiveEen ander bedrijf dat direct is voort-gekomen uit de mijn is Pionier Laura. Het is een rubber verwerkend bedrijf dat al snel onder de nieuwe naam PL Automotive afdichtingen maakt voor autofabrikanten. De nieuwste naam is Simrax. Het bedrijf is onderdeel van het Japanse Eagle Industry. De afgelo-pen jaren zijn er banen geschrapt. Er werken nu enkele tientallen mensen.

VolantisHet huidige adviseurs- en ingenieurs-bureau Volantis met onder meer ves-tingen in Venlo en Maastricht komt deels ook uit de koker van Laura. Maar dan van Laura Metaal. Dat via Tema Ingenieurs in Maastricht.

auto-onderdelen uit de mijn?

.nl

Bronnen: Diverse jaarrekeningen Laura Metaal, Website Laurametaal.nl, Website Laura.domanialemijn.nl, Afstudeer-

rapport R. J. A. Esselink over PL automotive, De Kampioen, februari 1968, Wikipedia.nl, Diverse boeken over de

mijnbouw in Limburg, Informatie van directeur Friso de Vries van Laura Metaal.

Page 84: ZUID September 2011

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten bij Woonpunt inmiddels omgedoopt tot customized housing. De term zegt het al. De bewoner treft een volledig ingerichte studio aan, compleet met internetverbinding, wc, douche en keuken. Bestek, een dekbed, magnetron, en een wc-rol op het toilet. Het hoort tot de standaarduitrusting.De roots van Jan Jonkers liggen in de hostelwereld. Hij werkte tot voor kort voor AMVJ, een organisatie die al sinds 1958 in Geleen een hostel beheerde met 52 eenvoudige kamers. “In de

loop der jaren is de vraag veranderd. Gemeenschappelijke douches en toilietten zijn niet meer van deze tijd. Opknappen van het hostel werd te duur en dus besloot Woonpunt aan de Tudderenderweg een compleet nieuw complex te bouwen met 75 studio’s,” zegt Jonkers.Lang zoeken naar huurders hoefde Jan Jonkers niet. Hij kwam in contact met DSM dat altijd op zoek is naar woon-ruimte voor buitenlandse werknemers die voor stage of een project tijdelijk in Nederland werken. “DSM huurt 40

studio’s en Woonpunt zorgt voor het beheer en exploitatie. De bewoners die voor DSM werken hoeven geen huur te betalen, ze betalen alleen servicekosten en een waarborgsom. Nieuwe bewoners hebben een aanspreekpunt en dat is Jan Jonkers, die ook een kantoortje heeft in het appartementencomplex. “Als je vanuit het buitenland hier naar toe komt, moet je bij wijze van spreken je koffer uitpakken en kunnen wonen. Je moet je niet druk maken over een prullenbak of een kop en schotel. Wij nemen dat uit handen,” legt Jan Jonkers uit.

Door de short stay faciliteiten is DSM een aantrekkelijke werkgever voor stagiairs. Het bedrijf kent twee groepen stagiairs; de academische en stagiairs op mbo- en hbo-niveau. Beide groepen bestaan op jaarbasis uit zo’n zeventig studenten die voor korte of langere tijd voor DSM werken. Suzanne Smeets, hr- en managementassistent bij DSM Innovative Synthesis legt uit waarom het chemiebedrijf voor deze oplossing heeft gekozen. “Bij DSM komen elk jaar buitenlandse stagiaires werken. Deze mensen zijn hier meestal voor een periode van vier tot zes maanden, soms een jaar. Als werkgever zorgt DSM voor de huisvesting van deze personeelsle-den. In het verleden betekende dat in de praktijk dat wij zochten naar hotels en pensions om mensen onder te brengen, maar dat is geen ideale oplossing,” legt Suzanne uit. “DSM kwam in contact met Woonpunt en zo is besloten om de huisvesting van tijdelijke werknemers volledig in handen te geven van de short-stay-afdeling van Woonpunt. Wij zijn verzekerd dat de mensen onderdak hebben en alle praktische zaken worden door Woonpunt, in de persoon van Jan Jonkers geregeld.”Volgens de woordvoerster is de oplos-sing in meerdere opzichten voor DSM ideaal. “Jonkers heeft ook kunnen regelen dat de DSM-bus die personeel naar het bedrijf brengt voor de deur

stopt van het appartementencomplex in Sittard. De bewoners zelf vinden de studio’s meer dan perfect. Ze vormen een hechte groep, omdat ze allemaal vanuit het buitenland naar DSM komen en gezamenlijk in een gebouw wonen.”De aanpak van DSM is als je het verge-lijkt met concurrerende bedrijven uniek te noemen. Het bedrijf sluit niet uit in de toekomst nog meer short stay-plekken nodig te hebben.Wat Jan Jonkers betreft is dat geen probleem. “Na het succes van Sittard, zijn ook studio’s gebouwd in het pand van de voormalige SNS-bank aan de Markt in Maastricht. Compleet ingerichte studio’s op een zeer mooie locatie. Zowel in Sittard als in Maastricht staan nieuwe

projecten op stapel.”Jonkers probeert intussen ook andere bedrijven warm te maken voor customi-zed housing. “Door te netwerken probeer ik ons product onder de aandacht te brengen. Ik denk dat de markt nog groeit. Neem bijvoorbeeld straks de bouw van de A2-tunnel in Maastricht. Een enorm project dat jaren duurt en waar vele dui-zenden mensen uit binnen- en buitenland zullen werken. Ik kan me voorstellen dat voor een deel van deze mensen tijdelijke woonruimte nodig is. Want een hotel is leuk voor een paar dagen of weken, maar niet voor een half jaar. Dan biedt custo-mized housing van Woonpunt uitkomst,” zegt Jonkers.

Tijdelijke huisvesting als motor van de economie

“De koffer uitpakkenen meteen kunnen

wonen”

In Limburg is sprake van een toenemende vraag naar tijdelijke huisvesting. Internationale bedrijven als DSM zijn voortdurend op zoek naar woonruimte voor medewerkers uit het buitenland die voor een korte of iets langere tijd in Limburg werken. DSM zoekt die woonruimte niet zelf, maar is in zee gegaan met de woningcorporatie Woonpunt. In Sittard en Maastricht verhuurt woonpunt tijdelijke woonruimte. In Sittard zelfs volledig aan DSM.

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten

– A D V E R T O R I A L –

Page 85: ZUID September 2011

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten bij Woonpunt inmiddels omgedoopt tot customized housing. De term zegt het al. De bewoner treft een volledig ingerichte studio aan, compleet met internetverbinding, wc, douche en keuken. Bestek, een dekbed, magnetron, en een wc-rol op het toilet. Het hoort tot de standaarduitrusting.De roots van Jan Jonkers liggen in de hostelwereld. Hij werkte tot voor kort voor AMVJ, een organisatie die al sinds 1958 in Geleen een hostel beheerde met 52 eenvoudige kamers. “In de

loop der jaren is de vraag veranderd. Gemeenschappelijke douches en toilietten zijn niet meer van deze tijd. Opknappen van het hostel werd te duur en dus besloot Woonpunt aan de Tudderenderweg een compleet nieuw complex te bouwen met 75 studio’s,” zegt Jonkers.Lang zoeken naar huurders hoefde Jan Jonkers niet. Hij kwam in contact met DSM dat altijd op zoek is naar woon-ruimte voor buitenlandse werknemers die voor stage of een project tijdelijk in Nederland werken. “DSM huurt 40

studio’s en Woonpunt zorgt voor het beheer en exploitatie. De bewoners die voor DSM werken hoeven geen huur te betalen, ze betalen alleen servicekosten en een waarborgsom. Nieuwe bewoners hebben een aanspreekpunt en dat is Jan Jonkers, die ook een kantoortje heeft in het appartementencomplex. “Als je vanuit het buitenland hier naar toe komt, moet je bij wijze van spreken je koffer uitpakken en kunnen wonen. Je moet je niet druk maken over een prullenbak of een kop en schotel. Wij nemen dat uit handen,” legt Jan Jonkers uit.

Door de short stay faciliteiten is DSM een aantrekkelijke werkgever voor stagiairs. Het bedrijf kent twee groepen stagiairs; de academische en stagiairs op mbo- en hbo-niveau. Beide groepen bestaan op jaarbasis uit zo’n zeventig studenten die voor korte of langere tijd voor DSM werken. Suzanne Smeets, hr- en managementassistent bij DSM Innovative Synthesis legt uit waarom het chemiebedrijf voor deze oplossing heeft gekozen. “Bij DSM komen elk jaar buitenlandse stagiaires werken. Deze mensen zijn hier meestal voor een periode van vier tot zes maanden, soms een jaar. Als werkgever zorgt DSM voor de huisvesting van deze personeelsle-den. In het verleden betekende dat in de praktijk dat wij zochten naar hotels en pensions om mensen onder te brengen, maar dat is geen ideale oplossing,” legt Suzanne uit. “DSM kwam in contact met Woonpunt en zo is besloten om de huisvesting van tijdelijke werknemers volledig in handen te geven van de short-stay-afdeling van Woonpunt. Wij zijn verzekerd dat de mensen onderdak hebben en alle praktische zaken worden door Woonpunt, in de persoon van Jan Jonkers geregeld.”Volgens de woordvoerster is de oplos-sing in meerdere opzichten voor DSM ideaal. “Jonkers heeft ook kunnen regelen dat de DSM-bus die personeel naar het bedrijf brengt voor de deur

stopt van het appartementencomplex in Sittard. De bewoners zelf vinden de studio’s meer dan perfect. Ze vormen een hechte groep, omdat ze allemaal vanuit het buitenland naar DSM komen en gezamenlijk in een gebouw wonen.”De aanpak van DSM is als je het verge-lijkt met concurrerende bedrijven uniek te noemen. Het bedrijf sluit niet uit in de toekomst nog meer short stay-plekken nodig te hebben.Wat Jan Jonkers betreft is dat geen probleem. “Na het succes van Sittard, zijn ook studio’s gebouwd in het pand van de voormalige SNS-bank aan de Markt in Maastricht. Compleet ingerichte studio’s op een zeer mooie locatie. Zowel in Sittard als in Maastricht staan nieuwe

projecten op stapel.”Jonkers probeert intussen ook andere bedrijven warm te maken voor customi-zed housing. “Door te netwerken probeer ik ons product onder de aandacht te brengen. Ik denk dat de markt nog groeit. Neem bijvoorbeeld straks de bouw van de A2-tunnel in Maastricht. Een enorm project dat jaren duurt en waar vele dui-zenden mensen uit binnen- en buitenland zullen werken. Ik kan me voorstellen dat voor een deel van deze mensen tijdelijke woonruimte nodig is. Want een hotel is leuk voor een paar dagen of weken, maar niet voor een half jaar. Dan biedt custo-mized housing van Woonpunt uitkomst,” zegt Jonkers.

Tijdelijke huisvesting als motor van de economie

“De koffer uitpakkenen meteen kunnen

wonen”

In Limburg is sprake van een toenemende vraag naar tijdelijke huisvesting. Internationale bedrijven als DSM zijn voortdurend op zoek naar woonruimte voor medewerkers uit het buitenland die voor een korte of iets langere tijd in Limburg werken. DSM zoekt die woonruimte niet zelf, maar is in zee gegaan met de woningcorporatie Woonpunt. In Sittard en Maastricht verhuurt woonpunt tijdelijke woonruimte. In Sittard zelfs volledig aan DSM.

Jan Jonkers, coördineert voor Woonpunt de short stay faciliteiten

– A D V E R T O R I A L –

Page 86: ZUID September 2011

GEBE - Montagebau GmbH

R O N D E TA F E L 1 7 4 M A A S T R I C H T P R E S E N T E E R T D E V I J F T I E N D E E D I T I E

RT_adv_A4_Zuid_2011_LC.indd 1 24-08-11 09:27

– A D V E R T O R I A L –

Page 87: ZUID September 2011

waarin automatisch alle gegevens worden gezet, goed aansluit op onze dienstverlening. Als je weet dat er vier Zuid-Limburgse gemeentes in de top 10 van plaatsen met langdurig lage inkomens staat, is dat geen overbodige luxe. Met het Financieel Dagboek van ABN AMRO wor-den voor de klant dagelijks alle inkomsten en uitgaven automatisch in een digitaal overzicht, gecategoriseerd volgens de richtlijnen van het Nibud. En dat allemaal in de beveiligde omgeving van internetbankieren.”

Generation Next“Uit bovenstaande wordt denk ik wel duidelijk dat ABN AMRO volop in beweging is en rekening houdt met de wensen van al onze klanten. Echter kijken we ook vooruit met het oog gericht op de toekomst. Duurzaamheid is daarbij een belangrijk thema voor de bank. De duur-zaamheidsstrategie van ABN AMRO is samengevat in de woorden ‘Generation Next’. De bank wil een bijdrage leveren aan het lange termijn succes van de huidige maar ook van toekomstige generaties. Bankieren anno nu is meer dan fi nancieel rendement realiseren. ABN AMRO gaat uit van de invloed die zij kan hebben op de markt en focust hierbij op initiatieven die het verschil kunnen maken, zoals vrijwilligerswerk en fi nanciële educatie speciaal gericht op jongeren. Op basis van dit nieuwe beleid heeft ABN AMRO de ambitie om in 2012 weer toonaangevend te worden op het gebied van duurzaam-heid. Kortom: tijden zijn veranderd en de bank dus ook!”

“Ik krijg steeds vaker de vraag of ABN AMRO nog wel bereikbaar is voor mensen die niet zo thuis zijn in de computerwereld. Die vraag krijg ik ook van mensen die geen smartphone hebben en daardoor hun bankzaken niet via een mobieltje kunnen regelen. Mijn antwoord: natuurlijk is een bank bereikbaar voor mensen die graag hun bankzaken op een kantoor willen regelen! Maar als je het mij vraagt, gaan de ontwikkelingen op het gebied van internet- en mobiel bankieren razendsnel. Kijk naar internetbankieren; dat is nog maar tien jaar oud. En toch zien we het gebruik al afnemen en verplaatsen naar mobiel bankieren op de smartphone. Sowieso is de manier waarop consumenten naar banken kijken de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Deels komt dit door woelige tijden en de gevolgen hiervan voor het imago van de banksector. Daarnaast zijn op drie belangrijke gebie-den de verwachtingen van klanten ten opzichte van een bank veranderd. Ze gaan voor eenvoud, ze willen 24 uur per dag hun bankzaken regelen. En vinden het prettig om meer inzicht te krijgen in hun fi nanciële huishouding.”

Eenvoud “Klanten willen gemak in dienstverlening, willen simpele en duidelijke producten en heldere communicatie. Aan ons de taak om dat te bieden. Laat ik het dus meteen maar concreet maken. Eenvoud betekent bijvoorbeeld dat je het de klant makkelijk maakt om zijn pincode aan te passen. Vroeger moesten klanten dat op een bank-kantoor regelen. Nu kan dat gewoon bij elke ABN AMRO pinautomaat. Bovendien heeft de bank afgelopen twee jaar op meerdere fronten gewerkt aan de vereenvoudiging van producten, diensten en communicatie. Wie klant wil worden, hoeft niet meer naar een bankkantoor, maar kan online een rekening openen. Een hypotheek aanvragen kan nu makkelijker en sneller. Het aantal spaarvormen is teruggebracht van twintig naar drie. En de brochures en voorwaarden zijn begrijpelijker geschreven.”

24 uur per dag “Om in te spelen op de trend om 24/7 bereikbaar te zijn, is ABN AMRO met de Mobiel Bankieren app gekomen. Een groot succes, want hij wordt inmiddels veelvuldig gedownload / gebruikt. Mobiel Bankieren van ABN AMRO is een app waarmee een klant zijn saldo en bij- en afschrijvingen bekijkt en geld overmaakt. Ook handig is de persoonlijke noot: aan rekeningen kunnen eenvoudig foto’s en namen worden toegevoegd. Klanten die hier nog niet mee bekend zijn, informeren we graag over de mogelijkheden en voordelen. Vragen stellen kan ook via Twitter, ook een nieuwe ontwikkeling! Onze telefonische helpdesk was als 24/7 bereikbaar, maar nu wordt er ook dag en nacht gereageerd op Tweets.”

Financiële huishouding“Ook budgetteren en het bijhouden van de fi nanciële huishouding is populair. 60% van onze klanten houdt een huishoudboekje bij. We denken dat onze digitale variant,

Tijden zijn veranderd en de bank dus ookLou Dolmans ABN AMRO District Directeur Particulieren Maastricht & Heuvelland

“De bank wil een bijdrage leveren aan het lange termijn succes van de huidige maar ook van toekomstige generaties”

abn amro estafette column

De estafette-column van ABN AMRO is dit keer van de hand van Lou Dolmans. Eerder schreven op deze plek zijn collega’s Wijnand van Damme (directeur private banking), Harm Loopstra (directeur bedrijven, markt-gebied Maastricht) en Linda Ruiters, (directeur bedrijven Parkstad) een column.

Linda Ruiters Wijnand van Damme Harm Loopstra

– A D V E R T O R I A L –

Page 88: ZUID September 2011

belastingadvies

jaarrekeningen

loonadministratie

juridisch advies

Belastingadvies- en administratiekantoor

Uw persoonlijk adviseur!Bouillonstraat 6 6211 LH MaastrichtT 043-3510220 M 06-29028225 I www.gomolka.nl E [email protected]

Lid van het Register Belastingadviseurs (Federatie Belastingadviseur)

      

              Bouillonstraat 6 | 6211 LH Maastricht | T 06 21596269 | I www.werens.nl

Ko� e voor kanker wordt mede mogelijk gemaakt door:

www.flores-fd.nl

Op

donderdag 3

november a.s. zal er een live

televisie uitzending zijn bij TVL,

volledig in het teken van “Ko� e voor

Kanker”. Tijdens deze uitzending zal bekend

worden gemaakt hoeveel de actie “Ko� e voor

Kanker” tot op dat moment heeft opgeleverd.

Dagelijks drinkt u ongetwijfeld enkele koppen ko� e,

thee of iets anders. Het kankeronderzoekfonds

Limburg roept de lezers van ZUID op om dit

moment te benutten voor het goede doel: DOE

MEE MET DE ACTIE “Ko� e voor Kanker”.

We hopen alle lezers van ZUID als

deelnemers aan dit programma

te mogen begroeten.

www.ko� evoorkanker.nlofwww.kankerikhelp.nl

Uw partner voor alle recruitmentvraagstukken

Ewout Eenhoorn Roel van de Ven

06-50646966 06 15007775

ewouteenhoorn@ tzrecruitment.nl roelvandeven@ tzrecruitment.nl

– A D V E R T O R I A L –

Page 89: ZUID September 2011

Sociëté St. Gerlach:“Ontmoet bewust of onbewust de juiste mensen”

Sociëté St. Gerlach is een exclusief en persoonsgebonden Euregionaal business-to-business platform dat er naar streeft om de uitwisseling van kennis, kunde en kontakten te bevorderen. Lidmaatschap van de Sociëté is voorbehouden aan directies en management van organisaties in de Euregio Maas-Rijn. Motto van de Sociëté St. Gerlach is: ‘congredere cum congruentibus’ - ‘ontmoet bewust of onbewust de juiste mensen’.

In juni gaven de leden van Sociëté St. Gerlach acte de presence tijdens de drukbezochte Euregionale Schuttersbedrijvendag in Puth, gemeente Schinnen. Een bijeenkomst met vele gasten uit het internationale bedrijfsleven.

De Sociëté St. Gerlach biedt haar leden jaarlijks een achttal kwa-litatief hoogwaardige relatie & marketing events aan binnen de Euregio met de focus op: business, politiek, sport en cultuur. De

basis van iedere activiteit wordt gevormd door een ontmoeting op niveau waarbij ook de culinaire aspecten niet worden verge-ten!. Château St. Gerlach te Valkenburg aan de Geul is de thuisbasis van de Sociëté. Alle activiteiten starten en eindigen hier. Maar doel van de Sociëté is vooral om de Euregio Maas-Rijn te zien,

De komende maanden staan nog drie Euregioe Business Meetings op stapel. In september staat succesvol ondernemen centraal, in oktober het nieuwe werken en communiceren en in november ‘Talk im Schloss’, in Lager Huis-opstelling van gedach-ten wisselen over actuele onderwerpen!

Wil je ook kennis maken met de Sociëté St. Gerlach, stuur dan een mail naar [email protected] of kijk op www.soc-gerlach.com

– A D V E R T O R I A L –

Page 90: ZUID September 2011

jacquemain Sondeijker van Valkenburgh Advocaten

90 | society

foto’s Jean-Pierre Geusens

Hoewel de weergoden de zon niet voortdurend lieten stralen, was het 30e Preuvenemint in Maastricht toch een groot succes. Honderden Limburgers, en vele anderen, stroomden eind augustus toe om te genieten van uiteenlopende hapjes en drankjes. Guido’s Orchestra zorgde voor de muzikale omlijsting van het evenement op het Vrijthof. De op-brengst van dit jubileumjaar wordt zo-als gebruikelijk door het organiseren de Struyskommitee aan een goed doel geschonken, dit keer ging het bedrag naar spelmaterialen voor Maastrichtse basisscholen en scholen in het speciaal onderwijs.

PREUVENEMINT 2011

VVV Maastricht-directeur

Marcel knols

Denis Linnartz kantoordirecteur Maastricht van Van Lanschot Bankiers

operazangeres Marjon Lambriks en haar man Leon Lommaert

guido Dieteren trad op met zijn Guido’s Orchestra

burgemeester van Maastricht

onno hoes opende het feest

joyce boumans, noël hermsen van Sessibon Bookings en jerome Stravers (The Villa Group) en elnaz Shadman Sirat

burgemeester van Maastricht

Door het wisselvallige weer lieten de bezoekers zich niet tegenhouden

Page 91: ZUID September 2011

w w w . l i m b o u r g . e u

Daar moet je wel wat voor doen. Aan een reputatie moet je bouwen.

Vraag het maar aan de eigenaren van het wereldberoemde cham-

pagnemerk Moët & Chandon. Sinds 1743 bouwt dit merk aan zijn

nagenoeg smetteloze imago.

Respect voor traditie, lagering op de edelste houtsoorten en de beste

vinificatiemethodes zorgen ervoor dat dit champagnemerk zijn

eigen ‘persoonlijkheid’ heeft. De champagne van Moët & Chandon

is niet voor niets favoriet bij de echte connaisseurs.

Limbourg & Partners bestaat ‘sedert’ 1993. Nog niet lang genoeg

om net zo stevig in de samenleving verankerd te zijn als voornoemd

champagnemerk. Maar toch…

Reputatie moet je verdienen…

Sinds haar oprichting investeert Limbourg & Partners in haar re-

putatie als dé specialist in executive search, interim management

en detachering in de Euregio. Wat dat betreft hebben ze inmiddels

een naam hoog te houden. Integriteit, passie voor het vak en een

grenzeloze interesse in mensen zijn de kernwaarden die ze hierbij

hanteren.

‘A match made by Limbourg’ staat garant voor succes! Kijk maar

naar de talrijke bedrijven en instellingen die inmiddels; topmana-

gers, aanstormend talent of interim specialisten via Limbourg &

Partners aangetrokken hebben.

L E A D I N G E X E C U T I V E S • Y O U N G E X E C U T I V E S • P R O J E C T P R O F E S S I O N A L S

Page 92: ZUID September 2011

Theo

Plo

eg, p

opjo

urna

list

“Am

ster

dam

is

gew

eldi

g, m

aar a

f. H

ier g

ebeu

rt h

et.”

SRZL_adv_Zuid Mag_wk21_2.indd 1 24-05-2011 15:03:29