25.01.13 — bach academie zondag 27.01.13 brugge 2013 · 2013-02-09 · bach academie brugge 19.15...

17
BACH ACADEMIE BRUGGE 2013 vrijdag 25.01.13 zondag 27.01.13 Concertgebouw & extra muros

Upload: others

Post on 13-Jan-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

BACH ACADEMIE BRUGGE 2013

vrijdag

25.01.13 —zondag

27.01.13Concertgebouw & extra muros

Page 2: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Bach academie Brugge

19.15 KMZ

Concertinleiding door Ignace Bossuyt

20.00 CZ CollEGIUM

VoCAlE GEnt Schein. Israelis Brünnlein

– p. 6

22.15 KMZ PAolo PAnDolfo & MARkUs HünnInGER

Bach. Sonates & Suite – p. 9

13.30 KerK O.L.V.-ter-POtterie Bl!nDMAn [sAx]

32 FOOT / The Organ of Bach – p. 10

16.00 KaPeL O.L.V. Van BLindeKens ton kooPMAn Bachs bronnen – p. 12

17.30 CZ CollEGIUM VoCAlE GEnt

Bach. Vioolconcerti – p. 14

19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt

20.00 CZ PIERRE-lAUREnt AIMARD Bach & Kurtág – p. 16

22.00 KMZ (nieuwe aanvangstijd!)

PABlo VAlEttI & CélInE fRIsCH

Bach. Vioolsonates – p. 19

12.30 FOruM 6 BACH lUnCH

14.00 KaPeL O.L.V. Van BLindeKens

ton kooPMAn Bachs bronnen – p. 12

14.00 studiO 1 BACH DE tHoMAsCAntoR Lezing door Christoph Wolff (Engels gesproken)

15.30 CZ lEs PAssIons DE l’ÂME 5 x Johann – p. 20

17.00 KMZ PAtRICk BEUCkEls, stéPHAnIE PAUlEt, ClAIRE & MAUDE GRAtton Bach & Stockhausen – p. 22

19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt

20.00 CZ CollEGIUM VoCAlE GEnt Bach. Cantates – p. 24

vrijdag

25.01.2013zaterdag

26.01.2013zondag

27.01.2013

fEstIVAloVERzICHt

Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.

2 3

Het programma en de organisatie van de Bach Academie Brugge zijn het resultaat van een intense samenwerking tussen Collegium Vocale Gent en Concertgebouw Brugge, onder curatorschap van Philippe Herreweghe.

ContExtoVERzICHt

TentoonstellingenTentoonstellingen door Johan Huys:Johann Sebastian Bach (Foyer Parterre)Hun naam was Bach (Concertgebouwcafé)

Bach in beeld: documentairesdoorlopend (Foyer Parterre): Selectie uit de zesdelige serie Bach Cantates (1997) van Ger Poppelaars, met muziek door Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra

zaterdag 26.01.2013 / 15.30 (Bar Foyer Parterre):Chronik der Anna Magdalena Bach (Nederlandstalige versie, 1968) met o.a. Gustav Leonhardt, door het regisseursduo Straub-Huillet.

BachkorenOnder leiding van Ignace Thevelein en Ludo Claesens zetten gevorderde amateurzangers tijdens Bach Academie Brugge hun tanden in enkele van Bachs mooiste koorwerken.

Toonmoment: zondag 27.01.2013 / 11.00 / Sint-Jacobskerk / € 15

BeiaardconcertenFrank Deleu, stadsbeiaardier van Brugge, speelt op het 18e-eeuwse carillon van het Belfort (zie p. 31) een voorproefje van het festivalprogramma.

zaterdag 26.01.2013 / 11.00-12.00 / Belfort J. Pachelbel (1653-1706), CanonJ.S. Bach (1685-1750), Cellosuite nr. 1 in G, BWV1007J.E. Eggert (1725-1803), Koralen uit het VersteekboekJ.C.F. Fischer (1656-1746), ChaconneK. Stockhausen (1928-2007), Aquarius en Virgo uit Tierkreis

zondag 27.01.2013 / 11.00-12.00 / Belfort J.S. Bach (1685-1750), Cellosuite nr. 4 in Es, BWV1010J.E. Eggert (1725-1803), Koralen uit het VersteekboekJ.S. Bach, Chaconne uit Vioolpartita nr. 2 in D, BWV1004K. Stockhausen (1928-2007), Scorpio en Capricornus uit Tierkreis

Page 3: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

De universiteitsstad Leipzig was aan het begin van de 18e eeuw uitgegroeid tot een van de belangrijkste handels- en kenniscentra van Duitsland. De benoeming van Johann Sebastian Bach tot cantor van de Thomaskirche in 1723 zou bovendien een nieuw tijdperk inluiden en het muziekleven een ongekende drive geven.

In de derde Bach Academie Brugge focussen Concertgebouw Brugge en Collegium Vocale Gent op Bachs drukke werkzaamheden in deze bijzondere stad en op enkele van zijn illustere voorgangers als cantor zoals Johann Hermann Schein. Zo staat er een greep uit Bachs rijke cantateproductie uit de beginjaren in Leipzig op het menu.

Daarnaast staan Christine Busch en sophie Gent – samen met het orkest van Collegium Vocale Gent – garant voor een unieke integrale uitvoering van Bachs weinig gespeelde solo- en dubbelconcerti voor viool. Christine Busch stelt tijdens de Academie trouwens ook haar gloednieuwe cd met Bachs Partita’s en Sonates voor.

Extra muros brengt ton koopman u op het intieme orgel van de Kapel O.L.V. van Blindekens tot bij muzikale inspiratiebronnen van Bach zoals Buxtehude of Sweelinck, die ook centraal staat in een programma van Bl!nDMAn [sax]. Maar de Bach Academie kijkt bewust ook graag verder dan de barok: meesterpianist Pierre-laurent Aimard combineert Bach met Kurtág in een uitgebreid recital op zaterdagavond, en zelfs Stockhausen maakt dit keer zijn opwachting!

Zoals steeds biedt het programma ook een grondige musicologische omkadering met boeiende tentoonstellingen, inleidingen, films en dit keer ook een lezing door niemand minder dan Christoph Wolff, een van de meest toonaangevende Bachbiografen van dit ogenblik.

Wij hopen dat ook deze derde Bach Academie als een klinkende overzichtstentoonstelling voor u mag zijn waarin u een weekend lang gefascineerd en geboeid kan inzoomen op de muziek van Bach!

Philippe HerrewegheArtistiek directeur

Collegium Vocale Gent

Bach als thomascantor

De Thomaskirche in Leipzig

4 5

Page 4: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Johann Hermann schein, thomascantor in leipzig en propagandist van de Italiaanse vroegbarok

Toen Johann Sebastian Bach in 1723 als Thomascantor in Leipzig werd aangesteld, zette hij een traditie voort van twee eeuwen Thomascantoraat. De Thomascantor was verantwoordelijk voor de muziek, maar moest ook onderricht geven in andere vakken (zoals Latijn), soms tegen zijn zin. Dit leidde geregeld tot conflicten, onder meer met Bach, maar ook al met een van zijn meest getalenteerde voorgangers, Johann Hermann Schein. Schein vervulde het ambt van Thomascantor van 1615 tot 1630, het jaar dat hij overleed op de leeftijd van 44 jaar. Samen met Samuel Scheidt en Heinrich Schütz vormt hij het beroemde triumviraat van Duitse componisten uit de eerste helft van de 17e eeuw. Hij was de veelzijdigste van de drie: hij schreef niet alleen religieuze werken, maar ook wereldlijke liederen en instrumentale muziek. Samen met Schütz introduceerde hij als een van de eersten in Duitsland de vernieuwingen van de Italiaanse vroegbarok: de basso continuo als instrumentale basis, de monodische stijl (met één melodiestem) en de retorische aanpak van sterk emotioneel geladen teksten.

Tot Scheins meesterwerken behoort de verzameling die in 1623 verscheen onder de titel: Fontana d’Israel, Israelis Brünnlein, auserlesner Krafft-Sprüchlin altes und newen Testaments auf einer Italian madrigalische Manier. Samengevat: korte, treffende Bijbel-teksten uit ‘de bron van Israël’ (dit is: het Oude en het Nieuwe Testament), op muziek gezet naar het model van het Italiaanse madrigaal. Hierin verzamelde Schein een dertigtal geestelijke madrigalen, overwegend op Bijbelteksten. Al vanaf de eerste helft van de 16e eeuw was het Italiaanse madrigaal hét genre bij uitstek om poëtische teksten te verklanken in sterk emotionele of retorische zettingen, aanvankelijk op profane poëzie,

later ook op geestelijke, Bijbelse of vrij gedichte teksten. Voor de componisten uit de vroege 17e eeuw gold vooral Claudio Monteverdi als model. Hij ontwikkelde een zeer persoonlijke muzikale taal, speciaal gericht op een optimale weergave van de emotionele nuances van de tekst. Deze aanpak viel onmiddellijk in de smaak van de protestantse componisten in Duitsland, die er de mogelijkheden van onderkenden om de Bijbelse boodschap idealiter over te brengen.

Scheins vijf- en zesstemmige geestelijke madrigalen zijn grandioze parels, die schitteren door de subtiele weergave van tekstuele details. Opmerkelijk is vooral dat Schein erin slaagt om daarbij de traditie van de uit de Nederlandse polyfonie over-geleverde ‘geleerde’, op het contrapunt gestoelde stijl, te verzoenen met de zeggings-kracht eigen aan het madrigaal. De inzet van enkele psalmverzen op de tekst Die mit Tränen säen, werden mit Freuden ernten spreekt in dit verband boekdelen: gespannen chromatische lijnen geven de droefheid weer, de kronkelende melodie op säen illustreert de beweging van het zaaien, de aansluitende dansante beweging is ingegeven door de vreugde van de oogst. De uitdrukking van het verdriet van Joseph bij de dood van zijn vader Jakob in Da Jakob vollendet hatte die Gebot is ronduit grandioos. De slotwoorden und (Joseph) weinete über ihn, und küsset ihn zijn één intense brok ontroering. De halve toon, het muzikale symbool van intense droefheid, domineert de melodie op de woorden und weinete über ihn, die zes maal worden her-haald in wisselende bezetting. Op küssete ihn klinkt de muziek dan lieflijk uit.

Aangezien de teksten kort zijn, is de muzikale opbouw gebaseerd op herhaling, die er tevens voor zorgt dat er tijd genoeg is om

VOX

vrijdag 25 januari 2013 / 20.00 CONCErTZAAL19.15 Inleiding door Ignace Bossuyt

Collegium Vocale Gent: ensemblePhilippe Herreweghe: dirigent

Dorothee Mields, Hana Blažíková: sopraanDavid Munderloh: altThomas Hobbs: tenorPeter Kooij: bas

Ageet Zweistra: celloMiriam Shalinsky: contrabasMaude Gratton: orgelAndreas Arend: teorbe

Johann Hermann Schein (1586-1630)Israelis Brünnlein, selectie (1623)1. O Herr, ich bin dein Knecht2. Freue dich des Weibes deiner Jugend3. Die mit Tränen säen4. Ich lasse dich nicht5. Dennoch bleibe ich stets an dir6. Wende dich, Herr, und sei mir gnädig7. Zion spricht: Der Herr hat mich verlassen

Giovanni Girolamo Kapsberger (ca.1580-1651)Toccata terza uit Libro terzo (1626)

Johann Hermann ScheinIsraelis Brünnlein10. Da Jakob vollendet hatte11. Lieblich und schöne sein ist nichts12. Ist nicht Ephraïm mein teurer Sohn13. Siehe an die Werk Gottes14. Ich freue mich im Herren16. Ihr Heiligen, lobsinget dem Herren17. Herr, laß meine Klage

Ciaconna in A, improvisatie op 17e-eeuws thema

Johann Hermann ScheinIsraelis Brünnlein18. Siehe, nach Trost war mir sehr bange19. Ach Herr, ach meine schone20. Drei schöne Ding sind21. Was betrübst du dich, meine Seele23. O, Herr Jesu Christe25. Lehre uns bedenken

Met Nederlandse boventiteling

Collegium Vocale Gentschein. Israelis Brünnlein

6 7

Page 5: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Melodische charme en aanstekelijke virtuositeit

Bachs kamermuziek bestaat hoofdzakelijk uit composities met solistische strijkinstrumenten: viool, cello en viola da gamba, hetzij strikt solistisch voor één instrument (suites voor cello, partita’s en sonates voor viool), hetzij met klavecimbel (viool- en gambasonates) De sonates voor gamba (BWV1027-1029) grijpen overwegend terug naar composities voor een andere bezetting (trio of concerto, met traverso of viool).

Het structurele model is de eigentijdse Italiaanse sonate: vierdelig zoals bij Arcangelo Corelli (langzaam-snel-langzaam-snel) in de sonate BWV1028 of driedelig zoals bij Antonio Vivaldi (snel-langzaam-snel). In de langzame delen domineert het melodisch-lyrische, in de snelle bewegingen primeren de stuwende, vaak dansante ritmiek en het virtuoze spel. Typisch voor Bach in de duosonates is de schrijfwijze die inherent is aan de triosonate. Het klavecimbel fungeert er namelijk niet louter als een ondersteunende basso continuo, maar als een partner die instaat voor de harmonische basis, maar tevens een zelfstandige melodische partij voordraagt, gelijkwaardig aan en in dialoog met de gamba.

Opmerkelijk is dat Bach in deze sonates de gamba behandelt als een melodisch instrument, niet (zoals bij de Fransen) met arpeggio’s en akkoorden. Hij neemt wel de Franse techniek in de suites voor cello, zoals in de allemande en de sarabande uit de eerste suite (BWV1007). Die leent zich dan ook uitstekend voor een transcriptie voor de viola da gamba.

Ignace Bossuyt

de boodschap te laten doordringen. Schein verdeelt de tekst in korte fragmenten, die elk een eigen, op de tekst geënte verklanking krijgen. Afwisseling tussen akkoordische declamatie en imitatief contrapunt, tussen binair en ternaire maat, tussen lange en korte noten, tussen gereduceerde en voltallige bezetting zorgen voor het nodige contrast en voor een muzikaal verloop in functie van de tekst. Het eerste werkje, O Herr, ich bin dein Knecht, begint met een solo (ich!) op de uitroep O Herr. De melodische lijn op ich bin dein Knecht is opvallend dalend, als teken van nederigheid. De muziek wordt heftig op du hat meine Bande zerrissen als illustratie van het verbreken van de boeien, een pauze na zerrissen drukt het afbreken uit. Het tweede nummer Freue dich des Weibes is een vreugdezang, uitgedrukt door korte noten en een dansante, drieledige maat op und ergötze dich allewege. Schein zet Monteverdi’s beroemde uitspraak: ‘l’oratione sia padrona della musica e non è serva’ (‘het woord is de heerseres over de muziek en niet de dienares’) exemplarisch in de praktijk om en bereidt aldus de weg voor zijn navolgers in Leipzig op ideale wijze voor.

Ignace Bossuyt

vrijdag 25 januari 2013 / 22.15 KAMErMUZIEKZAAL

Paolo Pandolfo: viola da gambaMarkus Hünninger: klavecimbel

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Sonate nr. 2 in D voor klavecimbel en viola da gamba, BWV1028 (voor 1741)- Adagio- Allegro- Andante- Allegro

Johann Sebastian BachSuite nr. 1 in G voor cello, BWV1007 (ca. 1720)- Prelude- Allemande- Courante- Sarabande- Menuet 1 & 2- Gigue(bewerking voor viola da gamba: Paolo Pandolfo)

Johann Sebastian BachSonate nr. 3 in g voor klavecimbel en viola da gamba, BWV1029 (voor 1741)- Vivace- Adagio- Allegro

Paolo Pandolfo & Markus Hünninger / Bach. sonates & suite

kamermuziek

8 9

Johann Hermann Schein

Page 6: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Vrijheid en strenge regels

Wie grasduint in het orgelwerk van Bach, treft een onuitputtelijke rijkdom aan genres, vormen en stijlen aan, zelfs binnen één en dezelfde compositie. Toccata, adagio en fuga (BWV564) is hiervan een treffend voorbeeld: op een improvisatorische toccata, in na-volging van de Noord-Duitse stijl (Dieterich Buxtehude), volgt een lyrisch adagio, geïnspireerd door de Italiaanse vioolstijl, met als afsluiting een fuga in de ‘strenge stijl’.Een fuga hoeft echter niet als een streng-mathematische vorm over te komen, getuige daarvan de lieflijke Fuga, BWV578, ook bekend als ‘de kleine fuga’.

De contra puntische technieken, eigen aan de fuga, kenden in de orgelmuziek een hoogtepunt in het werk van Jan Pieterszoon Sweelinck, de befaamde Amsterdamse organist en muziekpedagoog van Europees formaat. Zijn Fantasia chromatica is een toon-beeld van contrapuntische finesse en tevens van een weloverwogen spanningsopbouw, waarbij het virtuoze spel naar een climax toegroeit.

Bach vond evenzeer inspiratie bij zijn Italiaanse tijdgenoot Antonio Vivaldi, van wie hij enkele vioolconcerti voor orgelsolo bewerkte (BWV596). Wellicht niet toevallig viel Bachs keuze onder meer op een concerto met een fuga (eerder zelden bij Vivaldi!). Dat Italiaanse zangerigheid en oerdegelijk contrapunt perfect met elkaar verenigbaar zijn, blijkt uit het Trio, BWV583, een prachtig adagio. Virtuoos vertoon domineert dan weer in de fragmentair bewaarde pedaaloefening BWV598.

Ignace Bossuyt

kamermuziek

zaterdag 26 januari 2013 / 13.30 KErK O.L.V.-TEr-POTTErIE (zie p. 31)

BL!NDMAN [sax]:Eric Sleichim: artistieke leiding, arrangementen, elektronicaKoen Maas: sopraansaxofoonRoeland Vanhoorne: altsaxofoonPiet Rebel: tenorsaxofoonRaf Minten: baritonsaxofoonTom Buys: klanktechniek

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Pedal-Exercitium in g, BWV598 (voor 1708)

Johann Sebastian BachPassacaglia en fuga in c, BWV582 (1708-12)

Johann Sebastian BachTrio in d, BWV583 (1723-9)

Johann Sebastian BachToccata, adagio en fuga in C, BWV564 (ca. 1712)

Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621)Fantasia chromatica, SwWV258

Johann Sebastian BachConcerto in d naar Vivaldi, BWV596 (1708-17)- Allegro – Grave – Fuga- Largo e spiccato- Allegro

Johann Sebastian BachFuga in g, BWV578 (voor 1707)

Bl!nDMAn [sax]32 foot / the organ of Bach

Jan Pieterszoon Sweelinck

10 11

Page 7: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Van sweelinck tot Bach – de rijkdom van de barokke orgelmuziek

Het orgelwerk van Bach – en zijn werk voor klavierinstrumenten in het algemeen – wortelt in een rijke traditie die teruggaat tot de 16e eeuw. Een van de boegbeelden van de klaviermuziek is ongetwijfeld Jan Pieterszoon Sweelinck, de Amsterdamse organist en vermaarde pedagoog die bekend stond als ‘Der deutsche Organistenmacher’. Tot zijn leerlingen behoorden onder meer Samuel Scheidt en Heinrich Scheidemann. In hun voetsporen traden al even beroemde namen als Johann Pachelbel en Dieterich Buxtehude, die Bach rechtstreeks hebben beïnvloed. Bachs oudere broer, die hem in zijn woning opnam toen hij op 10-jarige leeftijd wees werd, was een leerling van Pachelbel. Bach zelf ondernam in 1705, toen hij 20 jaar was, een reis naar Lübeck in Noord-Duitsland om kennis te maken met het werk van Buxtehude. In Bachs bibliotheek bevond zich klavierwerk van de Italiaan Girolamo Frescobaldi, de leermeester van een andere Duitse toonaangevende klaviervirtuoos: Johann Jakob Froberger. De bijdrage van componisten uit de Nederlanden tot het barokrepertoire bleef beperkt, maar toch verdient de naam van de Brusselse organist Peeter Cornet een eervolle vermelding.

Bij Bach komen twee eeuwen klaviermuziek tot een briljante synthese, waarin de meest uiteenlopende stijlen, genres en vormen naast elkaar voorkomen, maar ook met elkaar worden vermengd. De twee uitersten zijn enerzijds de vrije improvisatie, zoals in het preludium en de toccata, en anderzijds de gebondenheid aan de strenge regels van het contrapunt, zoals in de fantasia en de fuga. Vaak vertrok een componist van een bestaand vocaal model, zoals een luthers koraal (Allein Gott’ in der Höh sei Ehr, Vater unser im Himmelreich) of een gregoriaanse melodie (Salve regina), die contrapuntisch werden

verwerkt of het uitgangspunt waren voor een variatiereeks. Ook op dansmelodieën (Ballo del Granduca) en volkse liederen (het anonieme Dafne, uit een Nederlands handschrift) werd graag geïmproviseerd of werden variaties opgebouwd. Dat de genres vaak werden vermengd blijkt onder meer uit de toccata’s van Froberger en de fuga’s van Buxtehude, waarin vrije passages afwisselen met fragmenten ‘in de strenge stijl’.

Een prachtig voorbeeld van muzikale bevruchting is Buxtehudes compositie Auf meinem lieben Gott. Vertrekkend van een koraal schrijft hij een variatiesuite, bestaande uit de klassieke barokdansen die door Froberger werden gestandaardiseerd: Allemande, Sarabande, Courante en Gigue. Bovendien voegt hij bij de allemande nog een variatie (Double). Uit dit werk blijkt tevens dat men er geen probleem in zag het religieuze (koraal) met het profane (dansen) te combineren.

Deze beide uitersten voelen zich prima in elkaars gezelschap in Bachs bekende Pastorale (BWV590), waarin de kerstsfeer doorklinkt. De vier delen worden gekarakteriseerd als Pastorale, Musette, Air en Gigue, een unieke combinatie van het volkse (pastorale en musette met doedelzakbas), de lyrisch-melodische ontplooiing (air) en het contrapunt in de dans (gigue). De koraalbewerking Vater unser im Himmelreich is dan weer een pareltje van bespiegelende vroomheid.

Ignace Bossuyt

klavier

zaterdag 26 januari 2013 / 16.00zondag 27 januari 2013 / 14.00KAPEL O.L.V. VAN BLINDEKENS (zie p. 31)

Ton Koopman: orgel

Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) Ballo del Granduca in G, SwWV319 (1602-1621)

Jan Pieterszoon Sweelinck Allein Gott in der Höh’ sei Ehr in F, SwWV299 (na 1620)

Johann Jakob Froberger (1616-1667)Toccata II in d (voor 1649)

Anoniem Dafne in d

Peeter Cornet (1570/80-1633)Fantasia in G

Peeter Cornet Salve regina in d- Salve regina- Ad te clamamus- Eia ergo- O clemens-Profine

Girolamo Frescobaldi (1583-1643)Bergamasca in G (1635)

Dieterich Buxtehude (ca. 1637-1707) Praeludium manualiter in g, BuxWV163 (ca. 1690)

Dieterich BuxtehudeAuf meinen lieben Gott in e, BuxWV179- Allemande & Double- Sarabande- Courante- Gigue

Dieterich Buxtehude Fuga in C, BuxWV174 (ca. 1690)

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Vater unser im Himmelreich, BWV683 (1739)

Johann Sebastian BachPastorale in F, BWV590 (na 1720)- Pastorale- Musette- Air- Gigue

ton koopmanBachs bronnen

Met de steun van Piano’s Maene

12 13

Page 8: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Johann Sebastian Bach was zoals bekend een uitstekend klavierspeler en organist. Nochtans was zijn muzikale opvoeding erg nauw verbonden met de viool en bemachtigde hij als 18-jarige zijn eerste vaste betrekking aan het hof van Weimar als concertmeester-violist. Bach ontmoette daar Paul von Westhoff, een van de grootste Duitse violisten van zijn tijd, wiens solocomposities hem later ongetwijfeld beïnvloed hebben. Carl Philipp Emmanuel Bach getuigde in 1774 tegenover J.N. Forkel – Bachs eerste biograaf – dat Bach zijn hele leven lang een begenadigd violist was geweest die ‘rein und durchdringend’ speelde en de mogelijkheden van alle strijkinstrumenten perfect kende. Zelfs de moeilijkste vioolcomposities schreef hij niet alleen voor anderen, maar ook voor zichzelf!

Veel van Bachs orkestwerken zijn in de loop der tijden verloren gegaan. Zo bleven er maar drie vioolconcerti bewaard in hun originele vorm: de soloconcerti BWV1041-1042 en het dubbelconcerto BWV1043. Lang werd aangenomen dat deze werken dateerden uit Bachs tijd in Köthen (1717-1723), maar dat is niet zeker. De originele partituren gingen verloren en heel wat bronnenmateriaal stamt uit Leipzig, waar Bach – los van zijn functie als cantor – vanaf 1729 ook de leiding had gekregen over het Collegium Musicum. Dat de vioolconcerti net als de concerti voor klavecimbel hun première beleefden in het koffiehuis van Gottfried Zimmermann, is bijgevolg niet ondenkbaar.

Zoals beide andere vioolconcerti is ook het Concerto in a (BWV1041) schatplichtig aan de wervelende concerti van Antonio Vivaldi (die Bach al in Weimar had leren kennen). Afgezien van de driedelige vorm met contrasterende bewegingen, is vooral het gebruik van de ritornellostructuur – de afwisseling van

een tutti refrein met solo passages – in de buitenste snelle delen, Allegro en Allegro assai, opvallend. Het centrale Andante is gebaseerd op een ostinato thema in de baspartij, met een bescheiden begeleiding van de overige strijkers, waarboven de soloviool een bijzonder expressieve melodie ontvouwt. Bach herhaalt dit procédé ook in het middendeel, het Adagio van het Concerto in E (BWV1042). Het openingsdeel van dit concerto, dat later herwerkt werd tot het Klavecimbelconcerto in D (BWV1054), heeft een duidelijk driedelige structuur waarin een stijgende drieklank het basismateriaal vormt voor een uitzonderlijk rijke thematische uitwerking. Het dansante slotdeel is een rariteit onder Bachs werken, een Rondo.

Het Dubbelconcerto in d (BWV1043) voor twee violen, strijkers en basso continuo is misschien wel Bachs allermooiste concerto waarin vorm en inhoud zich subliem tot elkaar verhouden. Vivaldi’s structuur is prominent, maar wordt gecombineerd met de traditie van Archangelo Corelli’s concerto grosso. Zo begint het ritornello van het Vivace met een uitgebreide fugatische expositie, een uniek gegeven binnen Bachs concerti. Fugatisch is ook het centrale deel, Largo, ma non tanto, dat compleet gedomineerd wordt door de meanderende afwisseling van de twee volkomen evenwaardige solisten. Bach sluit conventioneel maar meesterlijk af met een energiek Allegro.

Jens Van Durme

Bachs Vioolconcerti

ORKESTRAAL

zaterdag 26 januari 2013 / 17.30 CONCErTZAAL

Collegium Vocale Gent: orkestChristine Busch: vioolSophie Gent: viool

Baptiste Lopez, Dietlind Mayer, Bénédicte Pernet: eerste vioolCaroline Bayet, Adrian Chamorro, Michiyo Kondo: tweede vioolPaul De Clerck, Kaat De Cock: altvioolAgeet Zweistra, Harm-Jan Schwitters: celloMiriam Shalinsky: contrabasArnaud de Pasquale: klavecimbel

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Vioolconcerto in a, BWV1041 (ca. 1730), soliste: Sophie Gent- [zonder tempoaanduiding]- Andante- Allegro assai

Johann Sebastian BachVioolconcerto in E, BWV1042 (voor 1730), soliste: Christine Busch- Allegro- Adagio- Rondo: allegro assai

Johann Sebastian BachConcerto in d voor twee violen, BWV1043 (1730-31)- Vivace- Largo, ma non tanto- Allegro

Collegium Vocale GentBach. Vioolconcerti

Johann Sebastian Bach

14 15

Page 9: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

technisch vernuft of ‘spielerei’?

Johann Sebastian Bach Ricercar a 3, uit: Musikalisches Opfer, BWV1079 (1747)

György KurtágBij de opening van een Bálint- tentoonstelling (1997)Klaaglied (2) (1979²)Zoals de bloemen op het veld ... (in memoriam Ligeti Ilona) (1997)

Johann Sebastian Bach Ricercar a 6, uit: Musikalisches Opfer, BWV1079 (1747)

De werken van György Kurtág zijn afkomstig uit Játékok I (1979), III (1979²), V (1997) en VI (1997²).

Bachs klaviermuziek omspant een halve eeuw. Zijn vroegste werken dateren van kort na 1700. Zijn laatste composities, met Die Kunst der Fuge en Musikalisches Opfer uit ca. 1742-1749, waren geheel of gedeeltelijk voor klavier bestemd. Tot zijn eerste proeven behoren het Capriccio sopra la lontananza del suo fratello dilettissimo (BWV992) en het Capriccio in honorem Johann Christoph Bachii in E. Naar aanleiding van het afscheid van een ‘geliefde broer’ schreef Bach een capriccio in zes delen. Wie die broer (of een vriend) was, staat nog ter discussie. Het was wel iemand die een lange reis voor de boeg had, namelijk met de postkoets, zoals de ondertitels suggereren. Het werk is ten vroegste te dateren in 1702, toen Bach 17 jaar oud was. Het is een soort programmatische sonate naar het model van de Biblische Historien van Johann Kuhnau, Bachs voorganger in Leipzig. In deze cyclus klaviersonates ‘vertelt’ Kuhnau Bijbelse verhalen aan de hand van korte sfeerscheppende of toonschilderende muziek. 1. Arioso: een adagio waarin de vrienden de reiziger smeken van zijn avontuur af te zien. Een zangerige inleiding, naar Frans model met een overvloed aan versieringen.2. Een voorstelling van de mogelijke accidenten, die hem in den vreemde kunnen overkomen. Een vernuftig contrapuntisch deel, doorspekt met ongewone, plotse modulaties die de onzekerheden van het avontuur oproepen. 3. Adagiosissimo (extreem langzaam): de klacht van de vrienden bij het afscheid. Een typisch voorbeeld van een muzikaal lamento, gekruid met de voor dit genre typische dissonanten en chromatisch dalende motieven. 4. Wanneer de vrienden merken dat het vertrek niet te voorkomen is, nemen ze afscheid. Enkele energieke akkoorden, als vergeefse poging om de reiziger te

klavier

zaterdag 26 januari 2013 / 20.00 CONCErTZAAL19.15 Inleiding door Ignace Bossuyt

Pierre-Laurent Aimard: piano

György Kurtág (1926)Prelude en wals in C (1979)Prelude en koraal, voor de 80e verjaardag van Benjamin Rajeczky (1997)

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Capriccio in E, BWV993 (ca.1705)

György Kurtág Capriccioso – luminoso, voor de 80e verjaardag van Jenö Szervánszky (1997)Hommage aan András Hajdu (1997²)Guillaume Apollinaire: L'Adieu (1997)Les Adieux (op Janáčeks manier) (1997²)

Johann Sebastian Bach Capriccio sopra la lontananza del suo fratello dilettissimo, BWV992 (voor 1705)- Arioso: adagio. Ist eine Schmeichelung

der Freunde, um denselben von seiner Reise abzuhalten.

- Ist eine Vorstellung unterschiedlicher Casuum, die ihm in der Fremde könnten vorfallen.

- Adagiosissimo. Ist ein allgemeines Lamento der Freunde.

- Allhier kommen die Freunde (weil sie doch sehen, dass es anders nicht sein kann) und nehmen Abschied.

- Aria di postiglione: allegro poco- Fuga all'imitatione di Posta

György KurtágJubilate (1997)In memoriam Tibor Szeszler (1997²)

Johann Sebastian Bach Canon a 2, uit: Musikalisches Opfer (‘Quaerendo invenietis’), BWV1079 (1747)

György KurtágVersetto: Temptavit Deus Abraham (1997²)Versetto: Consurrexit Cain adversus fratrem suum … (1997²)Versetto: Dixit Dominus ad Noe: finis universe carnis venit … (voor László Dobszay) (1997²)

Johann Sebastian Bach Canon a 2 cancrizans, uit: Musikalisches Opfer (‘Thematis Regii elaborationes canonicae’), BWV1079 (1747) György KurtágIn memoriam György Szoltsány (1997)

Johann Sebastian BachCanon par augmentation in contrariu motu, uit: Die Kunst der Fuge, BWV1080 (1747)

György KurtágIn memoriam András Mihály (1997²)

Johann Sebastian Bach Contrapunctus XII, rectus en inversus, uit: Die Kunst der Fuge, BWV1080 (1747)

György KurtágVoor de verjaardag van Dóra Antal, 1e versie (1997²)Sarabande (1979)

Pierre-laurent AimardBach & kurtág

Met de steun van Piano’s Maene

16 17

Page 10: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

weerhouden, monden uit in herhaalde dalende melodische lijnen die de berusting weergeven. 5. Aria di postiglione: herhaalde octaafsprongen imiteren de roep van de posthoorn.6. Fuga all'imitatione di Posta: hoornsignalen vormen de basis van het thema en het tegenthema van de afsluitende fuga, de ‘vlucht’ en ook: de ‘eindeloze vorm’, streng qua concept, maar avontuurlijk in zijn verloop.

Ook het vroeg te dateren Capriccio (BWV993, ca. 1705) is een knap staaltje van Bachs beheersing van het contrapunt. Het is een huldeblijk aan zijn oudere broer Johann Christoph, die hem in zijn woning opnam nadat hij in 1695 op 10-jarige leeftijd wees was geworden.

Uiteraard weegt het duidelijk bespeurbaar technisch-compositorisch vernuft in deze werkjes niet op tegen het voldragen meesterschap van de canons in Musikalisches Opfer, een grandioze, monumentale synthese van de eindeloze mogelijkheden om vanuit één enkel thema de meest intrigerende stemmenweefsels te creëren.

Ignace Bossuyt

De Hongaarse componist György Kurtág begon in 1973 aan een reeks boeken met korte pianowerken met de overkoepelende titel Játékok – ‘spelen’. Vanuit de vraag naar hedendaagse muziek voor kinderen en beginnende pianisten ontdekte Kurtág een speelterrein waarop hij zich als componist kon uitleven, ver weg van het schoolse of oppervlakkige. De Játékok-bundels bestaan uit miniaturen, vaak nog geen minuut lang, waarin de componist

klanken, technieken, speelwijzen en het pianospelen zelf exploreert. Elk stukje is een microkosmos met eigen uitdagingen en spelregels waarmee de speler aan de slag moet. De compacte vorm doet denken aan de hypergeconcentreerde muzikale constellaties van Anton Webern, terwijl de taal van Kurtág refereert aan vrije declamatie, volksmuziek, gregoriaanse gezangen, parlando rubato, het improvisatorische en het rapsodische. Ook de invloed van Béla Bartók is niet weg te denken uit het werk. Vooral in de eerste boeken maakt Kurtág gebruik van alternatieve speeltechnieken en notatiewijzen, die de speler ertoe aanzetten het klavier te verkennen buiten de strikte lijntjes van georganiseerde toonhoogtes en ritmes. Ook in de latere bundels laat de componist vaak de maataanduidingen weg, daarbij gebruik makend van een heel arsenaal varianten op het klassieke orgelpunt en andere grafische toevoegingen. Met het genoteerde geeft hij vooral een indicatie van de bedoelde gestiek – de precieze invulling ervan laat hij over aan de pianist. De titels van de afzonderlijke werken lezen als een muzikaal dagboek, barstensvol referenties aan gekende composities en historische muzikale genres, aan collega’s, vrienden en kennissen, aan grote en kleine herinneringen. Met Játékok schreef Kurtág een indrukwekkende verzameling werkjes van uiteenlopende moeilijkheidsgraden, die slechts in omvang en complexiteit beperkt zijn, nooit in muzikale diepgang. Het spel is immers pas echt wanneer het ernstig wordt gespeeld. Geldt dat ook niet voor Bach?

rebecca Diependaele

kamermuziek

zaterdag 26 januari 2013 / 22.00KAMErMUZIEKZAAL

Pablo Valetti: vioolCéline Frisch: klavecimbel

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Sonate voor klavecimbel en viool nr. 2 in A, BWV1015 (voor 1725)- [zonder tempoaanduiding]- Allegro assai- Andante un poco- Presto

Johann Sebastian BachVioolsonate in G, BWV1021 (1732-5)- Adagio- Vivace- Largo- Presto

Johann Sebastian BachSonate voor klavecimbel en viool nr. 3 in E, BWV1016 (voor 1725)- Adagio- Allegro- Adagio ma non tanto- Allegro

Pablo Valetti & Céline frischBach. Vioolsonates

Viool en klavecimbel in dialoog18 19

De vioolsonates van Bach behoren tot twee types: voor viool en obligaat klavecimbel en voor viool en basso continuo. Bach, als superieure beoefenaar van het contrapunt, de manier van componeren waarbij alle stemmen evenwaardig deelnemen aan het muzikaal verhaal, gaf de voorkeur aan het eerste type. Uit 1725, twee jaar na zijn aanstelling in Leipzig, dateert een handschrift met zes vioolsonates (BWV1014-1019). Het klavecimbel is een obligate partij, die niet alleen dient als harmonische steun (als basso continuo), maar als zelfstandige partner tegenover de viool.

In feite zijn deze werken triosonates. In Italië was de typische bezetting van de triosonate twee violen en basso continuo. In de vioolsonates ‘sublimeert’ Bach dit genre door de viool één partij te geven en het klavecimbel twee, die aan de viool-partij evenwaardig zijn. Dit blijkt vanaf de eerste maten van de Sonate, BWV1015: het klavecimbel neemt het vioolthema onmiddellijk over, eerst in de rechter-, daarna in de linkerhand. In de Sonate, BWV1016 gaat Bach nog een stap verder: het tweede en het derde deel beginnen met een solo voor klavecimbel, pas daarna komt de viool (ook) op het voorplan.

In alle sonates volgt Bach het vierdelige Italiaanse model van Arcangelo Corelli: langzaam-snel-langzaam-snel. De Sonate, BWV1021 verschilt van de andere door de meer als continuo ondersteunende klavecimbelpartij, al is er (uiteraard) bij Bach geen sprake van een simplistische aanpak.

Ignace Bossuyt

Page 11: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

5 x Johann: uit de cirkel van de familie Bach

Ook al was God niet steeds genadig in barre tijden van hoge kindersterfte, toch was de naam ‘Johann’ – de verduitste versie van het Hebreeuwse ‘Jochanan’ (God is genadig) – een van de populairste doopnamen in het 17e-eeuwse Duitsland. Hij verwees enerzijds naar Johannes de Doper en anderzijds naar Christus’ lievelingsapostel Johannes. Gelukkig voor genealogen was het gebruikelijk om ook een tweede naam toe te voegen, waaronder de persoon in kwestie door het leven ging. In 5 x Johann krijgt u een fijne bloemlezing van Johann Sebastian Bachs minder bekende voorlopers en (voor)naamgenoten.

De Suite in G uit 1715 van Johann Ludwig Bach is het enige bewaarde instrumentale werk van deze neef van Johann Sebastian, die als cantor en later als kapelmeester werkzaam was aan het hof van Meiningen. Het werk is geschreven voor twee violen (en twee hobo’s ad libitum), altviool, cello en basso continuo en is een bijzonder charmant voorbeeld van de typische barokke orkestsuite van dansbewegingen.

Een van de absolute pareltjes uit het Alt-bachisches Archiv, Johann Sebastians muziekarchief met werken van oudere leden van de Bachfamilie, is de klaagzang Ach, dass ich Wassers gnug hätte van Johann Christoph Bach. Johann Sebastian schatte zijn expressieve en rijke muziek zeer hoog en voerde ze jaren later ook in Leipzig uit.

Afkomstig uit Nürnberg was Johann Pachel-bel, als succesvol organist en componist een tijdlang actief in Erfurt en Eisenach waar hij in contact kwam met de familie Bach. Net als zijn andere kamermuziek is ook de korte suite of Partie in G (voor twee violen, twee altviolen, cello en basso continuo) geschreven in laat-17e-eeuwse Duitse stijl met de verfijnde combinatie van vitaliteit en lyriek.

Jurist, taalkundige, organist en componist Johann Kuhnau was Bachs directe voorganger als cantor van de Thomaskerk in Leipzig. Naast heel wat klaviermuziek schreef hij meer dan 100 cantates (waarvan meer dan de helft verloren ging). De tekst van de solocantate Ich hebe meine Augen auf gaat terug op Psalm 121 en wordt in Luthers vertaling betiteld als Ein Wallfahrtslied (een pelgrimslied). De muzikale schrijfstijl is kenmerkend voor Kuhnau’s vocale werk: eenvoudig (maar ver van middelmatig), uitgebalanceerd en van een opmerkelijke schoonheid.

Drie van de vier solocantates voor alt van Johann Sebastian Bach stammen uit zijn derde cyclus voor het kerkjaar (1726/27). Voor welke zanger Bach deze veeleisende werken bedoelde, is onduidelijk. Carl Gotthelf Gerlach, voormalige student van de Thomasschule, was zeker een kandidaat met ervaring. Anderzijds schreef Bach in dezelfde periode ook solocantates voor andere stemmen en experimenteerde hij volop met nieuwe cantatetypes. Zo bestond de cantate Vergnügte Ruh, beliebte Seelenlust, BWV170 op tekst van Georg Christian Lehms enkel uit een afwisseling van aria’s en recitatieven, zonder inbreng van het koor. De bezetting van oboe d’amore, strijkers en continuo (met enkele obligate orgelinterventies) is bescheiden maar bijzonder effectief.

Jens Van Durme

vox

zondag 27 januari 2013 / 15.30 CONCErTZAAL

Les Passions de l’Âme:Shunske Sato: viool & leidingChristopher Ainslie: altus Emily Dupere: vioolLucile Chionchini, Matthias Jäggi: altvioolRebecca Rosen: celloLove Persson: violoneIeva Saliete: klavecimbel, orgelJulian Behr: luitDiego Nadra, Mario Topper: hobo

Johann Ludwig Bach (1677-1731)Suite in G (1715)- Ouverture: lentement- Air- Menuet- Gavotte- Air- Bourrée

Johann Christoph Bach (1642-1703)Ach, dass ich Wassers gnug hätte, lamento

Johann Pachelbel (1653-1706)Partie in G - Sonatina - Ballet - Sarabande - Aria - Gigue - Finale

Johann Kuhnau (1660-1722)Ich hebe meine Augen auf, Psalm 121

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Vergnügte Ruh, beliebte Seelenlust, cantate, BWV170 (1726)

les Passions de l’Âme5 x Johann

Dit concert wordt opgenomen door Klara en uitgezonden tijdens ‘In de loge’ op 04.03.2013. Bedankt voor het vermijden van storende geluiden.

Met Nederlandse boventiteling

Titelblad met portret van Johann Kuhnau

20 21

Page 12: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

stockhausen en Bach: vernuftige miniatuurtjes

Johann Sebastian Bach werd in 1747 door Frederik II van Pruisen ontvangen aan zijn hof. In de loop van de avond stelt de koning een thema voor om over te improviseren, een uitnodiging die Bach met beide handen – en op briljante wijze! – aangrijpt. Terug in Leipzig zet Johann Sebastian zich aan een cyclus veelvormige variaties op dit koninklijke thema: een driestemmig ricercare, zes canons en een canonische fuga, een triosonate, een zesstemmig ricercare … Hij laat de verzameling in druk verschijnen om vervolgens een exemplaar naar Berlijn te sturen, gericht aan Frederik II met een opdracht gedateerd 7 juli 1747. Dit alles wordt voorafgegaan door een Latijns acrostichon op het woord ‘ricercar’: ‘regis iussu cantio et reliqua canonicae arte resoluta’ (‘In opdracht van de koning is de melodie en de rest behandeld op de manier van een canon’).

Bach bouwt zijn zogenaamde raadselcanons als echte muzikale rebussen en geeft zijn koninklijke opdrachtgever met enkele mogelijke oplossingspistes niet meer dan een richting, voorzien van annotaties als ‘Quaerendo invenietis’ (‘Zoekt en u zult vinden’) en ‘Notulis crescentibus crestat fortuna regis’ (‘Laat samen met de noten ook het geluk van de koning stijgen’).

De triosonate is geschreven voor fluit, viool en basso continuo, maar de rest van het werk geeft zeer weinig of zelfs helemaal geen indicatie voor instrumentatie of vorm. Dit schrijfspel van het hoogste niveau gaat veel verder dan een eenvoudige oefening in contrapunt en bereikt bovendien een zeer spirituele dimensie. Het is een mysterieus monument uit Bachs laatste jaren in Leipzig en ademt een intense expressieve kracht, waarin alle kunde en humor van de componist samenkomen.

Het was verleidelijk om dit meesterwerk en een andere indrukwekkende verzameling bij elkaar te brengen, Tierkreis van Karlheinz Stockhausen. Deze cyclus uit 1975 was allereerst bedoeld voor twaalf muziekdoosjes en werd vervolgens uitgegeven in verschillende versies, voor melodische of harmonische instrumenten, voor stem en harmonie-instrument, voor kamerorkest (1977) en zelfs voor klarinet en piano (1981).Stockhausen laat de uitvoerder zelf kiezen welke versies hij (al dan niet door elkaar) wil gebruiken en om zelf voor elk teken van de dierenriem een instrumentale combinatie te vinden. Zo wordt de verbeelding van de musicus deel van de compositie. Er ontstaat een speelse en creatieve muzikale ruimte die door de ogenschijnlijke eenvoud van deze beschrijvende melodieën aan elkaar wordt geweven.

En als het onbekende element in deze twee werken nu eens een labyrintische spiraal vormt waarin geschiedenis, tijd en ruimte cyclisch in beeld komen? Alles keert eeuwig terug, maar steeds met een nieuwe dimensie. De cirkel van het muzikale doolhof dat Bach en Stockhausen voorstellen is voor ons een voortdurende bron van verwondering. Je verdwaalt er … of je vindt jezelf erin terug!

Maude Gratton

kamermuziek

zondag 27 januari 2013 / 17.00KAMErMUZIEKZAAL

Patrick Beuckels:fluitStéphanie Paulet: vioolClaire Gratton: celloMaude Gratton: klavecimbel

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Musikalisches Opfer, BWV1079 (1747)

Karlheinz Stockhausen (1928-2007)Tierkreis (1975)

Karlheinz StockhausenPisces

Johann Sebastian BachCanon a 2

Karlheinz StockhausenLeo

Johann Sebastian BachCanon perpetuus super thema regium

Karlheinz StockhausenTaurus

Johann Sebastian BachRicercare a 6Triosonate- Largo- Allegro- Andante- Allegro

Karlheinz StockhausenGemini

Johann Sebastian BachCanon a 2 per augmentationem, contrario motu

Karlheinz StockhausenVirgo

Johann Sebastian BachCanon a 2 per motum contrarium

Karlheinz StockhausenSagittarius

Johann Sebastian BachCanon a 2

Karlheinz StockhausenScorpio

Johann Sebastian BachRicercare a 3Fuga canonica

Karlheinz StockhausenCancer

Johann Sebastian BachCanon perpetuus

Karlheinz StockhausenCapricornus

Patrick Beuckels, stéphanie Paulet, Claire & Maude GrattonBach & stockhausen

22 23

Page 13: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

De fusie van religieuze bood-schap en artistiek meesterschap

elke cantate geeft hij een persoonlijke toets, overigens niet alleen in de opbouw, maar ook qua instrumentatie, keuze van stemmen en combinaties van genres en vormen.

Het beginkoor van BWV48, een reflectie over de zondigheid van de mens en de nood aan vergeving, is een fascinerend voorbeeld van Bachs originele combinaties. De tekst Ich elender Mensch, ontleend aan Paulus, wordt in het koor uitgewerkt in een streng imitatief contrapunt. Zelfstandige strijkers onderstrepen het smekend karakter, terwijl trompet en hobo de toepasselijke koraalmelodie Herr Jesu Christ, ich schrei zu dir in canon uitvoeren. Uit dit voorbeeld blijkt hoezeer Bach ook met instrumentale middelen de religieuze boodschap interpreteert: in de cantate worden alle middelen ingezet voor een optimale tekstinterpretatie.

Een ander treffend voorbeeld is het openings-deel van BWV73, waarvan de tekst het ver trouwen op Jezus uitdrukt. Als eenheids-element fungeert een constant herhaald motief in de hobo’s. Op deze eerste instru-mentale laag plant Bach een koor met de koraalmelodie Herr, wie du willt, so schick’s mit mir. De koraalzinnen worden echter telkens afgewisseld met een commen tariërend recitatief (Ach! Aber ach!).

Zoals de koralen een uiting zijn van de goedkeuring van de gelovige gemeenschap die zich aansluit bij de Bijbelse boodschap, zo zijn de recitatieven en de aria’s individuele, vaak sterk emotionele reflecties. Telkens weer weet Bach de juiste toon te treffen in functie van het in de tekst verwoorde affect. Zoals zo vaak beginnen de cantates in een drukkende sfeer, vooral wanneer de zondigheid van de mens een centraal thema is. Maar dankzij het vertrouwen op Jezus klaart de hemel op en

eindigt de cantate met een ‘happy end’.In BWV48 volgen na een beangstigend, dramatisch accompagnatorecitatief (O Schmerz!) en een toepasselijk koraal (Solls ja so sein) twee ‘positieve’ aria’s met een dansant karakter (Ach lege das Sodom en Vergibt mir Jesus). In BWV109 staat het ongeloof tegenover het geloof. Twijfel en onzekerheid domineren de extreem onrustige aria Wie zweifelhaftig ist mein Hoffen. Een sterker contrast met de opgewekte dansaria Der Heiland kennet ja die Seinen en het triomfantelijke slotkoraal Wer hofft in Gott und dem vertraut is nauwelijks denkbaar! Het thema van de vervolging van de christen in BWV44, indrukwekkend verklankt in de eerste delen, komt tot een oplossing in de vertroostende aria Es ist und bleibt den Christen Trost.

Afgezien van de uitdrukking van een algemene sfeer in elk onderdeel doorspekt Bach zijn cantates met talrijke kleine ingrepen die de tekst verduidelijken. Ter illustratie één voorbeeld: de strijkerspizzicati in de aria Herr, so du willt (BWV73) roepen het luiden van de doodsklok op. Het lijstje is eindeloos aan te vullen.

Ignace Bossuyt

vox

zondag 27 januari 2013 / 20.00 CONCErTZAAL19.15 Inleiding door Ignace Bossuyt

Collegium Vocale Gent: koor en orkestPhilippe Herreweghe: dirigent

Dorothee Mields: sopraanDamien Guillon: altThomas Hobbs: tenorPeter Kooij: bas

Johann Sebastian Bach (1685-1750)Herr, wie du willt, so schick’s mit mir, cantate, BWV73 (1724)

Johann Schelle (1648-1701)Komm, Jesu, komm, motet (1684)

Johann Sebastian BachSie werden euch in den Bann tun, cantate, BWV44 (1724)

— pauze —

Johann Sebastian BachIch elender Mensch, wer wird mich erlösen, cantate, BWV48 (1723)

Johann Sebastian BachIch glaube, lieber Herr, hilf meinem Unglauben, cantate, BWV109 (1723)

Collegium Vocale GentBach. Cantates

Dit concert wordt opgenomen door Klara en uitgezonden tijdens ‘In de loge’ op 05.03.2013. Bedankt voor het vermijden van storende geluiden.

Met Nederlandse boventiteling

24 25

Op 30 mei 1723 werd Bach in Leipzig als Thomascantor geïnstalleerd. Tot zijn opdrachten behoorde de compositie van een cantate tijdens de liturgie op zondagen en grote kerkelijke feesten. Tijdens zijn eerste vijf jaren heeft hij zich plichtbewust van die taak gekweten. De cantate, als het muzikale hoogtepunt van de liturgische dienst in het verlengde van de preek, was een compositie van 15 à 20 minuten voor een wisselende bezetting van stemmen en instrumenten. Bach volgde de trend van de moderne concerteren de muziek, geïnspireerd door de eigentijdse Italiaanse opera en het concerto, met recitatieven, aria’s en een essentiële instrumentale deelname. De teksten van de cantates waren hoofdzakelijk vrije commen-taren op de evangelielezing, soms met Bijbel citaten. Zij werden aangevuld met koralen, het rijke repertoire van protestantse gemeenschapsliederen. Heel wat cantates volgen een stereotiepe opbouw, vaak een zesdelig patroon met twee recitatieven (r) en twee aria’s (A), omkranst door een koor bij de inzet en een koraal aan het slot (koor – r – A – r – A – koraal). Varianten op dit schema komen wel frequent voor.

Uit de eerste cantatejaargang 1723-24 dateren de cantates Ich elender Mensch (BWV48), Ich glaube, lieber Herr (BWV109), Herr, wie du wilt (BWV73) en Sie werden euch in den Bann tun (BWV44). De cantate BWV109 volgt het zesdelige schema. De cantates BWV44 en 48 bevatten zeven delen doordat Bach tussen de twee groepen recitatief en aria nog een koraal plaatst. BWV44 begint niet met een koor, maar met een duet. BWV73 is vijfdelig: de eerste twee delen worden samengevoegd tot één combinatievorm van koor en recitatief. Uit deze wisselende samenstellingen blijkt eens te meer dat bij Bach routine uit den boze is:

Page 14: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

Collegium Vocale Gent

koor

sopraanDorothee MieldsKristen WitmerDominique Verkinderen

alt Damien GuillonCécile PilorgerAlexander Schneider

tenorThomas HobbsMalcolm BennettStephan Gähler

basPeter KooijMatthias LutzeBart Vandewege

orkest

concertmeester Christine Busch

eerste viool Baptiste LopezDietlind MayerBénédicte Pernet

tweede vioolCaroline BayetAdrian ChamorroMichiyo Kondo

altvioolPaul De ClerckKaat De Cock

cello Ageet ZweistraHarm-Jan Schwitters

contrabas Miriam Shalinsky

orgel Maude Gratton

hoboMarcel PonseeleTaka Kitazato

fagot Julien Debordes

corno da tirarsi (BWV73 & BWV109) & tromba da tirarsi (BWV48) Alain De Rudder

26

Het Collegium Vocale Gent (BE) werd in 1970 opgericht op initiatief van Philippe Herreweghe. Het was een van de eerste ensembles die de nieuwe inzichten over de uitvoering van barokmuziek toepasten op de vocale muziek. Voor elk project verzamelt het Collegium Vocale Gent de optimale bezetting, waardoor het een breed repertoire kan uitvoeren van renaissancepolyfonie tot hedendaagse muziek. Barokmuziek, meer bepaald het oeuvre van J.S. Bach, staat centraal in de concertkalender van het ensemble. Ondertussen bracht Collegium Vocale zo’n 70 opnames voort met renaissancepolyfonie, barokmuziek, klassieke en romantische oratoria en hedendaagse muziek. Het ensemble en zijn dirigent zijn de centrale gasten op de jaarlijkse Bach Academie Brugge.

Philippe Herreweghe (BE) profileerde zich met het Collegium Vocale Gent, La Chapelle royale en het Ensemble Vocal Européen als specialist van renaissance- en barokmuziek. Zijn levendige, diepgaande en retorische aanpak van dit repertoire wordt alom geprezen. Met het Orchestre des Champs-Elysées legt hij zich sinds 1991 ook toe op het klassieke en romantische repertoire. Sinds 1997 is hij muziekdirecteur van deFilharmonie, met een focus op een verfrissende lezing van (pre)-romantische muziek. recent richtte Philippe Herreweghe het platenlabel Phi op, dat inmiddels al acht cd’s uitbracht met zeer divers repertoire van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des Champs-Elysées en violiste Christine Busch. In 2010 ontving de dirigent de prestigieuze Bachmedaille van de stad Leipzig.

Pierre-Laurent Aimard (Fr) geniet een inter-nationale carrière als een van de sleutelfiguren in de muziek van onze tijd. Hij treedt wereld-wijd op met de grote orkesten en werd uitge-nodigd voor een aantal residenties, waaronder in het Londense Southbank Centre. Aimard is artistiek directeur van het prestigieuze historische Aldeburgh Festival en heeft samengewerkt met tal van vooraanstaande componisten onder wie Kurtág. Aimard neemt exclusief op voor Deutsche Grammophon.

Christopher Ainslie (ZA) begon zijn zang-carrière als koorjongen in Kaapstad. Hij ver-huisde in 2005 naar Londen om te studeren aan het royal College of Music, waar hij afstudeerde met onderscheiding. Hij stond al tweemaal op het podium van het royal Opera House, Covent Garden (waaronder in de titelrol in Arne’s Artaxerxes) en op tal van andere belangrijke podium in Europa en Noord-Amerika. Ainslie won in 2011 de Gianni Bergamo countertenor-wedstrijd in Zwitserland.

Patrick Beuckels (BE) studeerde fluit, traverso, zang en musicologie en deelt al jaren het podium met musici als Philippe Herreweghe, Sigiswald Kuijken, Jos van Immerseel, Marc Minkowski en Jordi Savall. Hij gaf les aan het conservatorium van Brussel en is nu behalve freelance-musicus ook fluitdocent in Brugge en koordirigent en docent kleine ensembles aan het conservatorium van Gent.

De sopraan Hana Blažíková (CZ) is gespecia-liseerd in de interpretatie van muziek uit de middeleeuwen, de renaissance en de barok. Ze zingt samen met orkesten en ensembles als Collegium Vocale Gent en Bach Collegium Japan. Geregeld geeft ze recitals waarbij ze zichzelf begeleidt op de harp.

Biografieën 27

Page 15: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

In 1988 roept Eric Sleichim BL!NDMAN (BE) in het leven, een saxofoonkwartet dat nieuwe speeltechnieken ontwikkelt en het repertoire voor het instrument gevoelig uitbreidt, een eigenwijs repertoire van oud en nieuw. BL!NDMAN omarmt als vanouds andere kunstdisciplines en draagt het experiment hoog in het vaandel.

Christine Busch (DE) studeerde in Wenen en Winterthur. Ze speelde bij Concentus Musicus Wien, Freiburger Barockorchester en het Chamber Orchestra of Europe en toerde sindsdien over de hele wereld, met name als concertmeester bij Philippe Herreweghe en Thomas Hengelbrock. Busch publiceerde zeer onlangs een cd met Bachs werk voor vioolsolo en dat maakt haar de eerste soliste op Herreweghes eigen label Phi.

Frank Deleu (BE) is stadsbeiaardier van Brugge, Damme en Menen. Hij concerteert regelmatig in binnen- en buitenland. In 2010 begeleidde hij de restauratie van de Brugse beiaard en die van Wingene en Ieper. In 2012 werd hij aangesteld als coördinator voor de beiaardconcerten van het Federaal Parlement te Brussel. Tot voor kort was hij ook producer bij Klara.

Céline Frisch (Fr) behaalde in 1992 haar diploma’s klavecimbel en kamermuziek in Aix-en-Provence, waarop ze naar Bazel vertrok om daar te studeren bij Andreas Staier en Jesper Bøje Christensen. In 1998 richtte ze met Pablo Valetti Café Zimmermann op, waarmee ze voor het label Alpha tal van opnames maakt. Op hetzelfde label verschenen enkele solo-cd’s, waaronder An Quellen des jungen Bach, een opname die werd onderscheiden met een Diapason d’Or.

Sophie Gent (AU) is sinds haar studie in Den Haag zeer gewild als solist, orkestleider en kamermusicus. Ze verleent haar medewerking aan concerten en opnames van tal van oude-muziekensembles zoals het ricercar Consort, Capriccio Stravagante, Masques en Pygmalion. In 2011 richtte ze haar eigen ensemble The Queen’s Consort op. Gent speelt op een Gagliano-viool uit 1732, geleend door de Jumpstart Jr. Foundation.

Claire Gratton (Fr) studeerde in Poitiers en Bordeaux en was onder meer prijswinnares van de Musica Antiqua Brugge in 2005. Ze is te horen in concerten en opnames van ensembles als Stradivaria, La Simphonie du Marais, Le Concert d’Astrée en Pygmalion. Met haar zus Maude en met violiste Stéphanie Paulet vormt ze het ensemble Il Convito.

Maude Gratton (Fr) studeerde klavecimbel bij Dominique Ferran en Pierre Hantaï, en orgel bij Louis robilliard. Ze won verschillende prijzen en bracht een eerste cd uit met muziek van Wilhelm Friedemann Bach. Sinds 2005 is ze een van de stichtende leden van het trio Il Convito en in 2011 richtte ze haar eigen kamermuziekensemble op, Contre-éclisse.

Damien Guillon (Fr) ontwikkelde zijn uitzonderlijke kwaliteiten als contratenor in Versailles bij Olivier Schneebeli en aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Andreas Scholl. Tegelijkertijd onderlegde hij zich in het orgel- en klavecimbelspel. Guillons repertoire reikt van Engelse renaissanceliederen tot barokke opera’s en oratoria en sinds kort profileert hij zich ook als dirigent, onder meer met zijn eigen ensemble Le Banquet Céleste.

28

Voordat de tenor Thomas Hobbs (GB) een opleiding zang volgde aan het royal College of Music, studeerde hij geschiedenis aan het Londense King’s College. Als lid van de Classical Opera Company zingt hij nu de belangrijkste rollen in opera’s van Händel tot rossini en als concert- en recitalzanger strekt zijn repertoire zich uit van de Mariavespers van Monteverdi tot de liederen van Britten.

Markus Hünninger (DE) studeerde in Bazel en Zürich en ontdekte in Frankrijk zijn voorliefde voor Franse klavecimbel- en kamermuziek. Hij is nu zelf docent in Bazel en leidt daar sinds 2003 een concertserie gewijd aan de 17e en 18e eeuw waarin studenten en docenten van de beroemde oude-muziekopleiding optreden. In 2011 verscheen bij Glossa een cd met Bachs gambasonates, opgenomen met Paolo Pandolfo.

Johan Huys (BE) studeerde piano, orgel, muziekgeschiedenis en kamermuziek in Gent. Hij had een mooie concertcarrière, zowel solo als in kamermuziekverband (onder meer met het ensemble Parnassus). Hij doceerde klavecimbel aan het conservatorium van Gent, waar hij tussen 1982 en 1996 ook directeur was. Sinds 1977 is hij voorzitter van de wedstrijd Musica Antiqua Brugge. Daarnaast is hij voorzitter van de raad van Bestuur van het Orpheusinstituut.

De bas Peter Kooij (NL) begon zijn carrière op 6-jarige leeftijd als solist in een jongenskoor. ruim tien jaar later studeerde hij zang aan het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium. Zijn repertoire omvat muziek van Heinrich Schütz tot Kurt Weill. Hij nam al meer dan 100 cd’s op, waaronder de integrale Bach-cantates met het Bach Collegium Japan onder leiding van Masaaki Suzuki.

Ton Koopman (NL) studeerde orgel, klavecimbel en musicologie in Amsterdam en won voor beide instrumenten de Prix d’Excellence. In 1969, toen hij 25 jaar oud was, richtte hij zijn eerste barokorkest op, gevolgd in 1979 door het Amsterdam Baroque Orchestra en het Amsterdam Baroque Choir in 1992. Zijn legendarische opnamen omvatten alle overgeleverde cantates van Bach en een opera omnia van Buxtehude, beide voor Challenge records. De stad Leipzig onderscheidde Koopman in 2006 met de prestigieuze Bachmedaille.

Les Passions de l’Âme (CH) viert dit jaar zijn vijfde verjaardag en staat doorgaans onder leiding van de Zwitserse violiste Meret Lüthi. Het orkest bestaat uit oude-muziekspecialisten uit heel Europa en maakte in Bern en inmiddels ver daarbuiten naam met zijn levendige uitvoeringen. De concerten zijn sterk thematisch opgebouwd, waarbij geregeld wordt samengewerkt met vocalisten als Carolyn Sampson en Christopher Ainslie.

De 17e en 18e eeuw spelen een hoofdrol in het muzikale repertoire van sopraan Dorothee Mields (DE). Haar feilloze techniek en etherische klank maken haar daarnaast ook tot een ideale vertolker van hedendaags repertoire. Mields besteedt veel aandacht aan het liedrepertoire van de 17e eeuw tot nu, zoals blijkt uit recente cd-opnames als Love Songs (Carus, 2010), met liederen van Purcell.

29

Page 16: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

David Munderloh (US) studeerde aan de Schola Cantorum Basiliensis en bouwde sindsdien aan een repertoire uit vele muzikale periodes, van middeleeuwse muziek tot 19e-eeuwse liederen. Hij staat bekend om zijn steun voor en werk met componisten van nu (Grammy Award met Chanticleer in 2000). Hij was te horen in concerten en opnames van onder meer Neue Hofkapelle München, La Chapelle rhénane en het ricercar Consort.

Paolo Pandolfo (IT) begon zijn onderzoek naar de muziek van de renaissance en barok rond 1979 aan de Schola Cantorum Basiliensis in Zwitserland. Hij speelde jarenlang bij Hespèrion XX tot hij in 1990 terugkeerde naar Bazel als docent. Sinds 1992 leidt hij zijn gambaconsort Labyrinto en speelt hij met artiesten als Emma Kirkby, rolf Lislevand, rinaldo Alessandrini, Mitzi Meyerson, José Miguel Moreno en vele anderen. Zijn zeer succesvolle cd’s verschijnen bij Glossa.

Stéphanie Paulet (Fr) legt zich sinds 2000 toe op de historische viool, na een lange carrière onder dirigenten als Claudio Abbado, Bernard Haitink en Philippe Herreweghe en als kamermusicus bij pianotrio Pantoum. Ze was concertmeester bij groepen als Il Seminario Musicale, Les Talens Lyriques en Insula Orchestra. Met haar eigen ensemble Aliquando bracht ze onlangs op het label Muso een cd uit gewijd aan Louis-Gabriel Guillemain.

Shunske Sato (JP/US) speelt zowel moderne als barokviool en studeerde in Tokio, New York, Parijs en München. Hij werkte met de belangrijkste Europese en Amerikaanse orkesten waaronder het Orchestre Philharmonique de radio France, het Philadelphia Orchestra en het Baltimore Symphony Orchestra. Sato is bovendien concertmeester bij Concerto Köln, de Nederlandse Bachvereniging en de Berliner Lautten Compagney en wordt vaak uitgenodigd als solist.

Pablo Valetti (Ar) studeerde in Bazel bij Chiara Banchini en Jesper Christensen en speelde daarna als concertmeester of solist bij tal van ensembles als Hespèrion XXI, Les Arts Florissants, Concerto Köln, Les Musiciens du Louvre, Concerto Vocale, Les Talens Lyriques en Stylus Phantasticus. Hij maakt met Manfred Kraemer deel uit van The rare Fruits Council en leidt met Céline Frisch Café Zimmermann. Bij Alpha verschenen bovendien opnames van zijn ensemble rincontro.

Christoph Wolff (DE) studeerde orgel en historische toetsinstrumenten, musicologie en kunstwetenschap in Berlijn, Erlangen en Freiburg. Hij was docent muziekgeschiedenis in Erlangen, Toronto, Princeton en aan de Columbia University voordat hij in 1976 aantrad aan de Harvard University. Hij is directeur van het Bach-Archiv Leipzig en publiceerde over tal van onderwerpen uit de muziekgeschiedenis van de 15e tot de 20e eeuw.

30 31

Festival sponsor

Ga na het concert met de avondlijn naar huis. de avondbussen vertrekken op regelmatige tijdstippen van o.a. ’t Zand, Markt en Biekorf. Voor info en dienstregeling: +32 70 22 02 00 of www.delijn.be

2

P Station

Kate

LiJn

estr

aat

Ma

ria

stra

at

sin

t-Ja

KOB

str

aa

t

sMedenstraat

nOOrdZandstraat

G

eL

dMuntstraat

ZuidZandstraat

steenstra

at

HOOGstraat

sin

t-a

nn

are

i

PO

tte

rri

ere

i

aCadeMiestraat sPieGeL re

i

L

an

Ger

ei

DAMPOORT

KRUISPOORT

GENTPOORT

KATELIJNEPOORT

SMEDENPOORT

EZELPOORT

BOEVERIEPOORT

rinG

rinG

rinG

rinG

E40 / A17

P Biekorf

P Zilverpand

P ‘t Zand

P Rand

P Rand

unesCO-rOtOnde

‘t Zand

MaGdaLenastraat

statiOn

sLaa

n

MarKtBurG

WO

LLes

traa

t

diJVerB

uit

en s

Med

enV

est

Kr

eu

PeLe

nstr

aa

t

VLa

Min

Gst

ra

at

1

5

4

3

Concertgebouw Brugge

Concertzaal, kamermuziekzaal en studio 1

in&uit Brugge’t Zand 34, 8000 Brugge

kapel o.l.V. van Blindekens

Kreupelenstraat 8-10 (zijstraat van de smedenstraat)

kerk o.l.V.-ter-Potterie

Potterierei 79B

Belfort

Markt

sint-Jacobskerk (hoek sint-Jacobstraat en Moerstraat)

sint-Janshospitaal Mariastraat 38

1

2

3

4

5

6

6

Page 17: 25.01.13 — BACH ACADEMIE zondag 27.01.13 BRUGGE 2013 · 2013-02-09 · BACH ACADEMIE BrUGGE 19.15 KMZ Concertinleiding door Ignace Bossuyt 20.00 CZ Coll EGIUM VoCAlE GEnt Schein

In de kijker

Grensoverschrijdend netwerk voor klassieke en hedendaagsklassieke muziek

interParKinG Onder 't Zand:1300 ParKeerPLaatsen ‘eerste ranG’

Coverbeeld: © Patrick tourneboeuf – tendance Floue / V.u. Katrien Van eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge

Concertgebouw serviesGezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket.Alle info over de zeventien deelnemende horecazaken op www.concertgebouw.be/servies.

Barokksolistene © Eivind KaasinSequentia

za 16.02.13 / 20.00 / ConcertzaalBarokksolistene / the Early Joke / An Alehouse sessionBarokksolistene presenteren humoristische muziek van de 16e eeuw tot vandaag. Uit de geestige virtuositeit en het aanstekelijke spelplezier van dit muzikale dreamteam ontstaat een spontane chemie die de hardnekkigste zuurpruim aan het lachen krijgt. Na afloop wordt het Concertgebouw omgetoverd tot een muzikaal ale house, uit Purcells Engeland gegrepen.

za 02.02.13 / 20.00 / Concertzaal scènesequentia / Edda. De vloek van het RijngoudHebzucht, jaloezie en wraak: dat zijn de hoofdingrediënten van de mysterieuze Edda, een IJslands manuscript waarin Germaanse profetieën en legenden werden genoteerd. Het epos over het vervloekte rijngoud en de held Sigurd is bekend uit Wagners Ring des Nibelungen. Benjamin Bagby en zijn gerenommeerde ensemble Sequentia reconstrueren de bardische traditie waarin deze sage werd overgeleverd.

Janet Cardiffs The Forty Part Motet nog niet kunnen bezoeken? Grijp uw kans. De klankinstallatie staat nog tot zo 27.01.2013 opgesteld in het Sint-Janshospitaal (zie p.31). Een cirkel van veertig luidsprekers nodigt uit om de sculpturale kern te betreden van Thomas Tallis’ sublieme motet Spem in alium en het persoonlijk te ervaren. In deze kaleidoscoop van polyfonie raakt u overspoeld door de harmonieën.