UC Leuven-LimburgLerarenopleiding

Vestiging HeverleeHertogstraat 178, 3001 Heverlee

Tel. +32 16 37 56 00

LESONTWERPALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

Naam: Jolien Felis

Vakkencombinatie: Aardrijkskunde - Biologie

Stagebegeleider DLO: H. Verstappen

School: Don Bosco Halle

Onderwijsvorm: TSO

Richting: Techniek wetenschappen

Klas: 4TTW

Lokaal: A004

Aantal leerlingen: ?

Les gegeven door: Jolien Felis

Vak: Aardrijkskunde

Onderwerp: Manufacturing Belt

Vakmentor: E. De Bock

Datum/Data: 26 februari 2016

Lesuur/-uren: 8u30-9u20

BEGINSITUATIE

Situering in de lessenreeks- Deze les kadert in een lessenreeks betreffende het thema ‘Verschillen tussen industriële regio’s’. - Aan dit thema worden er in totaal 6 lestijden besteed. - Dit is de tweede les van de lessenreeks betreffende dit thema. - In de vorige les kwamen verschillende industrielandschappen aan bod. In wat volgt bekijkt men ‘Sunbelt’ en

‘China als industriële groeiregio’.Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)- In de eerste graad werd ingegaan op de elementen van een industrielandschap en werden industrietypes

afgeleid. Dit alles vanuit beeld- en kaartmateriaal en eventueel op het terrein.- Een basisterminologie voor het beschrijven van een industrieel landschap is aanwezig, eenvoudige relaties van

industrie met de transportinfrastructuur, opslag en stockeren van producten, gebouwen, bewoning voor werknemers, zijn gelegd.

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit- De LLN komen via het journaal, de media, de krant eventueel in contact met problematieken omtrent dit thema.

Vooral de lageloonlanden en het failliet en ondertussen van Detroit zijn zeer actueel.- LLN uit richtingen als elektromechanica, industriële wetenschappen, elektriciteit-elektronica, … zijn misschien

vertrouwd met de auto-industrie en steden als Detroit, Cleveland,… In onderwerp raakt vaak hun interessegebied.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, …- N.v.t.

DIDACTISCHE VERANTWOORDING

In deze les over de ‘Manufacturing Belt’ leren leerlingen d.m.v. kaartstudie, foto’s en voorbeelden, deze industriële gordel te situeren en de verschuiving van industrie door veranderende lokalisatiefactoren in kaart te brengen.

De instapfase heeft als doel de leerlingen te motiveren en kennis te laten maken met het onderwerp van de les via een link naar het ‘dagelijks’ leven aansluitend bij de leefwereld van deze jongeren. De leerlingen in deze klas zijn vooral jongens en hun praktijkgerichte vakken situering zich in de richting van elektriciteit en mechanica. Met een ford commercial (link met fordisme, Fase II) probeer ik de leerlingen te prikkelen en hen warm te maken voor dit onderwerp, dit steunt op het motivatie-, activiteits- en aanschouwelijkheidsprincipe.

Vervolgens kunnen de leerlingen a.d.h.v. OLG’s, kaartstudies en tabelstudies het belang van industrie in de VS en de Manufacturing Belt plaatsen en situeren in een groter geheel. Ook hier steunt de opbouw van deze doelen op het aanschouwelijkheidsprincipe (bekende Amerikaanse bedrijven in tabel top-20 wereldbedrijven). Het begrip ‘Manufacturing Belt’ wordt zo veel mogelijk zintuiglijk waarneembaar voorgesteld op de PowerPoint en de kadering in

een groter geheel (industrie in de VS) wordt stapsgewijs opgebouwd d.m.v. tabellen, figuren, probleemstellingen en conclusies.

De leerlingen doorlopen stap voor stap de evolutie van de Manufacturing Belt in de tijd of de verschuiving van de industrie door veranderende lokalisatiefactoren d.m.v. OLG’s, duowerken, probleemstellingen en conclusies (syntheses). Ook wordt er soms wat gedoceerd in dit deel.

De leerinhoud wordt verschillende keren en op verschillende manieren vastgezet en herhaald (via schema’s, fotomateriaal, kaartstudies,…). Dit steunt op het herhalings- en differentiatieprincipe. Verbanden leggen tussen de veranderende vestigingsfactoren en de verschuiving van de industrie gebeurd a.d.h.v. een klassikale, leerkrachtgestuurde synthese (of invullen werkbladen).De leerinhoud is nogal moeilijk voor de leerlingen waardoor ondersteuning van de leerkracht hier zeker aangewezen is.

De leerlingen worden d.m.v. een fragment uit het journaal geconfronteerd met het failliet van Detroit. (aanschouwelijkheids- en motivatieprincipe). Een OLG zorgt ervoor dat ze de instorting van de staalindustrie in de Manufacturing Belt kunnen verklaren en de link leggen naar de verhuis naar lageloonlanden.

De les eindigt met een fragment uit het journaal over de ‘heropbouw’, openbare verkoop van leegstaande panden in Detroit. (aanschouwelijkheidsprincipe) Zo krijgen de leerlingen een kijk op hoe het verder verloopt in de Manufacturing Belt. Als laatst herhalen we het hele verloop van Fase I t.e.m. de rustbelt nog één maal (indien tijd over), dit steunt op het herhalingsprincipe.

EINDTERMEN & LEERPLANDOELENSituering in de eindtermen:3  aan de hand van voorbeelden horizontale en verticale ruimtelijke relaties herkennen.4  de eigenheid van regio's beschrijven aan de hand van natuurlijke en menselijke kenmerken.6  aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de spreiding en de eventuele wijzigingen verklaren van: landbouwactiviteiten; industriele activiteiten; tertiaire activiteiten.7 in verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren.14 de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren.

Situering in het leerplan:1. Aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere informatiebronnen, de herkomst van enkele delfstoffen en fabricaten op kaarten aflezen.WENKENZoals bij de studie van de agrarische regio's in het eerste leerjaar van de 2de graad wordt ook hier concreet vertrokken van delfstoffen en fabrikaten uit het dagdagelijkse leven van de leerlingen. Een suggestie om dit thema concreter te maken: vertrek vanuit de herkomst van de grondstoffen en assemblagestukken van bepaalde producten die aanleunen bij de richting van de leerlingen (bv. auto's voor nijverheidstechnische richtingen, computers voor handelsrichtingen) om de wereldfacetkaart van de industrieregio's op te bouwen.Ook de spreiding van Multinationals (bv. Bekaert, Philips ...) kan een aanknopingspunt zijn om de wereldfacetkaart op te bouwen. Door de vergelijking te maken met de wereldfacetkaart van de ontwikkelingsgraad kunnen industrieregio's met hoge en met lage ontwikkelingsgraad aangeduid worden.Groepswerk, waarbij leerlingen een product moeten onderzoeken (land van herkomst, aanwezigheid van verschillende soorten van grondstoffen in het eindproduct, kostprijs in winkel, werkomstandigheden en leeftijd van de ar- beiders ...) biedt een enorme variatie aan mogelijkheden om parallelle opdrachten te geven. Zorg ervoor dat de leerlingen op voorhand een instructieblad met duidelijke omschrijving van de taken krijgen, liefst een evalua- tieblad met de minimumeisen, maar ook met de maximumgrenzen van het werkje, de kennis en ook de vaardigheden worden beoordeeld. Een aanzet tot zelfevaluatie en elkaar evalueren kan maar moet stapvoets worden geinitieerd. Vertrek van de ervaringen uit de eerste graad.Een excursie naar een haven kan ook hier zinvol worden ingelast.

2.1 De kenmerken van een industrieregio met hoge ontwikkelingsgraad buiten Europa beschrijven.2.2 Verticale en horizontale ruimtelijke relaties herkennen in verband met de lokalisatie van industrie in deze regio.2.3 Het bestaan van stromen van goederen of personen illustreren in deze industrieregio.

WENKENOm dit thema op een dynamische manier te beginnen kan volgende oefening ingelast worden. Op basis van een kort filmpje van de staalproductie ontdekken de leerlingen de grondstoffen voor het maken van staal.De leerlingen worden verdeeld in groepjes en dienen een staalbedrijf op te richten in een regio. Ze houden daarbij rekening met specifieke omstandig- heden zoals grondstoffen, arbeidskrachten, transportkosten, bereikbaar- heid, klimaat, relief ... De groepjes kunnen nagaan hoe de lokalisatie van het bedrijf wijzigt naarmate bepaalde omstandigheden veranderen. Na deze oefening kan de link gelegd worden met een industrieregio met hoge ontwikkelingsgraad buiten Europa.Interessant is hier de situatie van China dat niet meer weg te denken is op wereldvlak. Een vergelijking tussen de hoofdrolspelers USA en China is zeer interessant omdat beide landen vanuit een andere situatie naar de wereldmarkt exporteren: soort producten, kwalitatieve, veilige en gezonde producten, verhouding in prijs en kwaliteit, strijd voor (fossiele) grondstoffen en (uitputbare) energiebronnen, arbeidsomstandigheden in arbeidsintensieve bedrijven, mensenrechten, naast de materiele producten beginnen deze landen ook (goedkope) diensten en hoogkwalitatieve producten te leveren (gegevensverwerking, computers, software, ...) die de oude westerse landen nog het meest treffen in hun productie.Het nieuws en kranten, ook het internet (video, You Tube, en andere) geven steeds meer informatie over de trage maar zekere verschuiving van de industrie in deze landen. Bijvoorbeeld de toename van de vraag naar grondstoffen (staalprijs, olieprijs ...), de afzet van hoogtechnologische producten in het eigen land (zeer goedkope elektronica voor het Westen, nog te duur voor ter plaatse), de splitsing van ontwikkeling (kennis) en productie (arbeid) van het industrieel proces...Op een wereldkaart (werkkaart) worden de behandelde regio’s aangeduid met de oorspronkelijke industrie en met nieuwe industrie.

ALGEMEEN LESDOEL

Het verloop en de verschuiving van de industrie in de Manufacturing Belt bestuderen a.d.h.v. stromen van goederen of personen.SCHOOLAGENDAManufacturing Belt p. 100 t.e.m. 105.BRONNEN

● Neyt R., Tibau G., Van Broeck C., Van Cleemput A. & Verstappen H., (2011). Geogenie 4, Leerwerkboek. (Thema 3) Antwerpen: De Boeck.

● Cox K., Leysen, R., van Boven M. & Wauters J., (2011). Werkmap aardrijkskunde 4. Kontich: Dilligentia● Van Hecke E., Vanderhalle D.& Callemeyn J., (2012). Plantyn Algemene Wereldatlas, Mechelen: Plantyn.● Van Hecke E., Vanderhallen D. & Slegers L., (2011). Zenit 4 infoboek, Kalmthout: Pelckmans

LEERMIDDELEN & MEDIA

Aanwezig in het leslokaal Door lesgever mee te brengen

Algemeen krijtbord/whiteboardcomputer + beamer

- krijt/bordstiften- atlassen (of door LLN te halen)- pointer- powerpoint

Didactisch lesontwerp

LeerdoelenKRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen& timing Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

InstapfaseMotiveren

5’

LKR stelt zich voor.LKR toont filmfragment ‘Ford commercial’.OLG – Inleiding Wat hebben jullie net gezien? Uit welk land komt deze reclame? In welk land heeft deze autobouwer zijn

hoofdzetel?In 1908 startte Henry Ford in Noord-Amerika met de autoproductie aan de lopende band. De auto-industrie was er booming business. Het zorgde in een aantal staten voor veel werkgelegenheid, veel rijkdom en weelde… Ook op veel andere vlakken zijn de VS al meer dan honderd jaar industrieel koploper. Maar is dat nog steeds zo?En hoe zit het met de industrie in de VS vandaag de dag?Agenda: Manufacturing Belt p. 100 t.e.m. 105.PROBLEEMSTELLING:- Is de VS nog steeds een wereldmacht op vlak van

industrie?- Hoe evolueerde de industrie in de VS vanaf de

19de eeuw (industrialisatie)?

Filmfragment

BORD

Het belang van de VS als industriële macht omschrijven. (C3)

Situeren van de manufacturing

Lesfase 1:onderzoek en verwerking

10’

Bekijk deze tabel met de top-20 wereldbedrijven op de PowerPoint.

OLG – ‘belang industrie VS’ Wat valt jullie op aan de herkomst van deze top-

20 wereldbedrijven wereldwijd? Welke landen overheersen? Welke landen zijn in opmars? Wat kunnen we daaruit afleiden m.b.t. de positie

van de VS op wereldvlak? Welke landen zouden nu, 6 jaar later,

overheersen?OLG OEFENING 3 – ‘tewerkstelling in industrie’ Wat stellen we vast op de kaart van de

PPT DIA 2 5

tabel:top-20 wereldbedrijven

kaarten:tewerkstelling in

HOOFDSTUK 2INDUSTRIE IN EEN REGIO MET EEN HOGE ONTWIKKELINGSGRAAD: DE VS2.1 DE MANUFACTURING BELT

A. Situering

BELANG VAN DE INDUSTRIE IN DE VS- VS nog steeds wereldmacht op vlak van

industrie- zal stilaan worden ingehaald door grote

Aziatische (ontwikkelings)landenOEFENING 3- grote industriële activiteit in 1970 in het

belt op een kaart. (C2)

tewerkstelling in de industrie in 1970? In welke regio was er in 1970 de grootste

industriële activiteit? Wat stel je vast als je deze kaart vergelijkt met

de kaart van de tewerkstelling in de industrie in 2010?

Vergelijk de legende van beide kaartjes. Wat valt je op?

LLN vullen oefening 3 aan pagina 100

CONCLUSIE: ‘De industrie verschuift.’

PROBLEEMSTELLING:‘Waarom verschuift de industrie?’

OLG – ‘Manufacturing Belt’ Welk industriegebied ligt in het NO van de VS? Hoe heet dit industriegebied? (zie stippenlijn)

We concentreren ons op dit industriegebied wat men de Manufacturing Belt noemt.

DUOWERK OEFENING 3 – ‘situering M.B.’- Zoek met je buur de ligging van volgende steden

op in je atlas: Boston, Washington, Saint Louis en Minneapolis.

- Noteer bij deze steden hun eerste letter op de kaart op pagina 100 en verbind ze tot een vierhoek.

Binnen deze vierhoek is er veel industriële activiteit. Dit is de omtrek van de Manufacturing Belt.

industrie

atlas p. 116

NO van de VS- verschuiving van de industrie naar het

ZO en het W

‘MANUFACTURING BELT’= industriële gordel= gebied met hoge industriële activiteit

Begrenzing door steden:Boston, Washington, Saint Louis en Minneapolis

Verbanden leggen tussen de verschuiving van de industrie en veranderende vestigingsfactoren. (C3)

Stromen van goederen en mensen in eigen

Lesfase 2:onderzoek en verwerking

25’

We bekijken nu de verschuiving van de industrie van naderbij.

DUOWERK OEFENING 4 – ‘situering Pittsburgh’- Afbakening M.B.- Zoek met je buur de ligging van Pittsburgh op in

je atlas en situeer met P op de kaart.

OLG – Fase I (oefening 4) Wat valt je op aan de ligging van Pittsburgh? Wat is er daar (in de buurt) gelegen?

PPT DIA 6 32

atlas p. 116

B. Verschuiving industrie door veranderende lokalisatiefactoren

FASE I

OEFENING 4Pittsburgh:- dichtbij Appalachen (ontginning steenkool)

woorden kunnen verklaren. (C3)

Een passende conclusie formuleren bij de vaststellingen op de kaart. (C4)

Waarom is deze plaats een logische vestigingsplaats?

Welke grondstoffen heeft de staalindustrie nodig? Van waar worden deze ingevoerd?

Ijzer en staal waren de basisproducten voor machines, auto’s, schepen… De staalindustrie vestigde zich in Pittsburgh.

LLN vullen schema (oefening 4) aan pagina 101.

Welke vestigingsfactoren bepaalden het ontstaan van de staalindustrie in Pittsburgh?

Hoe kan je de aanwezigheid van arbeidskrachten afleiden op deze kaart?

Aanvullen oefening 4 pagina 101.

VERTELLEN – verandering vestigingsfactorenPittsburgh werd het door de enorme vraag naar schepen, bruggen, landbouwmachines, spoorlijnen, … het staalcentrum (steel city) tot het midden van de 20ste eeuw.Maar de vestigingsfactoren veranderden.

Aanvullen oefening 4 pagina 101.

DUOWERK OEFENING 5 – ‘situering Duluth’- Afbakening M.B.- Zoek met je buur de ligging van Duluth op in je

atlas en situeer met P op de kaart.

OLG – Fase II (oefening 5) Wat valt je op aan de ligging van Duluth? Wat is er daar (in de buurt) gelegen? Wat zou een logische vestigingsplaats voor de

staalindustrie zijn?

Aanvullen schema (oefening 5) pagina 102.

Waarom is dat niet het geval?Probeer het antwoord af te leiden uit deze kaart.

Aanvullen oefening 5 pagina 102.

Foto’s PPT

Foto’s PPT

atlas p. 116

- ontginning ijzerertsDUS:logische vestigingsplaats voor staalindustrie

enorme vraag naar schepen, bruggen….Pittsburgh = steel city

vestigingsfactoren- grondstoffen- arbeidskrachten- transportmogelijkheden- energiebronnen- afzetmarkt

VERANDERING VESTIGINGSFACTORENijzererts geraakt uitgeputverhouding van grondstoffen wijzigtDUShoogovens ontginningsregio steenkool verschuiving naar ontginningsregio ijzererts

FASE II

OEFENING 5Duluth ligt bij ijzerertsen= logische vestigingsplaats staalindustrie

MAAR:- lage bevolkingsdichtheid- koud in de winterDUS:geen staalindustrie in Duluth

PROBLEEMSTELLING: Maar waar dan wel?

Waar zou de staalindustrie zich dan wel vestigen?Probeer het antwoord af te leiden uit deze kaart.

Wat is er belangrijk bij het vestigen van de staalindustrie?

Welke factoren spelen hierbij een rol?

DUOWERK OEFENING 5 – ‘situering Ch, De, To en Cl’ - Zoek met je buur de ligging van Chicago, Detroit,

Toledo en Cleveland op in je atlas en situeer met Ch, De, To en Cl op de kaart.

- Plaats het symbool voor staalindustrie bij deze steden.

OLG – Fase II (oefening 5) Wat valt je op aan de ligging van deze steden? Wat is er daar (in de buurt) gelegen? Wat heeft de nabijheid van deze meren als

voordeel voor deze steden?

LLN vullen schema (oefening 5) aan pagina 102.

Welke vestigingsfactoren bepaalden het ontstaan van de staalindustrie in deze steden?

Aanvullen oefening 5 pagina 102.

Doen deze namen een belletje rinkelen? Wie lees de bovenste alinea op pagina 103 even

voor?

VERTELLEN – verandering vestigingsfactorenIjzerertsvoorraden nabij Duluth raken uitgeput. VS besloot om ijzererts in te voeren.

PROBLEEMSTELLING:Van waar voert men ijzererts in?

DUOWERK OEFENING 5 – ‘ijzerertsgebieden’- Zoek met je buur in de atlas waar nog een

belangrijk ijzerertsgebied is in Noord-Amerika.

Aanvullen oefening 5 pagina 103.

atlas p. 116

Foto’s PPT

atlas p. ?

Staalindustrie in Chicago, Detroit, Toledo en Cleveland WANT:- hoge bevolkingsdichtheid- gunstige ligging voor transport (Grote Meren)

Vestigingsfactoren:- arbeidskrachten- transportmogelijkheden- afzetmarkt

Auto-industrie = belangrijk voor industriële groei van deze steden (en de VS) tot begin deze eeuw

VERANDERING VESTIGINGSFACTORENijzererts nabij Duluth uitgeput invoer ijzererts

OEFENING 5Labrador en Canada = belangrijke ijzerertsgebieden in Noord-Amerika

Transport ijzererts via Saint-Lawrence-

OLG – Fase II (oefening 5)- Hoe komt dit ijzererts via een korte weg in de

industriegebieden ten zuiden van de Grote Meren terecht?

- Wat valt je op aan de Seaway?- Is er een probleem of een manier waarop het

transport vertraging oploopt?

Aanvullen oefening 5 pagina 103.

Nieuwe industriesteden zoals Buffalo en Toronto ontstonden aan de Grote Meren dicht bij de Saint-Lawrence Seaway.

DUOWERK OEFENING 5 – ‘situering B en T’- Zoek met je buur in de atlas de ligging van

Toronto en Buffalo. Situeer deze met B en T op de kaart op pagina 102.

- Noteer in hun industriegebied een II.

Welke vestigingsfactoren bepaalden het ontstaan van de staalindustrie in deze gebieden?

Aanvullen oefening 5 pagina 103.

VERTELLEN – verandering vestigingsfactorenDe aanvoer van grondstoffen over zee werd goedkoper dan het tijdrovende bevaren van de Saint-Lawrence Seaway en de Grote Meren.

PROBLEEMSTELLING: van waar?

OLG – Fase III (oefening 6) Uit welke regio’s buiten Canada kan er nog

ijzererts worden ingevoerd? Je kan dit afleiden uit deze kaart.

Waar gaat men dan nieuwe staalbedrijven inplanten en waarom?

atlas p. 116

atlas p. ?

SeawayMAAR:15 sluizen nemen = tijdsverlies

vestigingsfactoren- arbeidskrachten- transportmogelijkheden- afzetmarkt

VERANDERING VESTIGINGSFACTORENaanvoer grondstoffen van over zee

FASE IIIOEFENING 6Invoer ijzererts uit:- Guyana- Brazilië

Aanvullen oefening 6 pagina 104.

Zo ontstonden nieuwe staalcentra in Baltimore, Philadelphia en Washington.

DUOWERK OEFENING 5 – ‘situering Ba, Ph en W’ - Zoek met je buur in de atlas de ligging van

Baltimore, Philadelphia en Washington. Situeer deze met Ba en Ph en W op de kaart op pagina 103.

- Plaats er het symbool voor staalproductie.

LLN vullen schema (oefening 6) aan pagina 103.

OLG – Fase III (oefening 6) Hoe verloopt het steenkooltransport? Hoe verloopt het ijzerertstransport?

Aanvullen oefening 6 pagina 103.

Welke vestigingsfactoren bepaalden het ontstaan van de staalindustrie in deze steden?

Aanvullen oefening 6 pagina 103.

VERTELLEN – verandering vestigingsfactorenBegrippen MARITIMISATIE & AGGLOMERATIE-EFFECT

CONCLUSIE:De industrie verschuift naargelang de vestigingsfactoren veranderen en elders meer gunstig zijn.

atlas p. 116

Nieuwe staalcentra in Baltimore, Philadelphia en Washington

vestigingsfactoren- arbeidskrachten- transportmogelijkheden- afzetmarkt

MARITIMISATIE= nieuwe industriebedrijven vestigen zich dicht bij de kust

AGGLOMERATIE-EFFECT= havens en hun infrastructuur trekken nieuwe industrieën en arbeidskrachten aan die op hun beurt voor een grotere afzetmarkt zorgen (= gunstige factoren)

Probleem evolutie naar ‘rustbelt’ in eigen woorden kunnen verklaren.(C3)

Verdere ontwikkeling en verschuiving industrie naar lageloonlanden verklaren. (C3)

Lesfase 3:verwerking enherhaling

8’

LKR toont filmfragment ‘bankroet Detroit’.

LKR overloopt foto’s van de rustbelt.

OLG – ‘van M.B. naar rustbelt’ (oefening 7) Hoe komt het dat Detroit het faillissement

aanvraagt? Welke bedreigingen voor deze industrie vormen

er zich op wereldvlak? Naar waar verplaatsen bedrijven zich meer en

meer? Waarom wagen die bedrijven zich aan zo’n verre

verplaatsing?

PPT DIA 33 36filmfragmentfoto’s PPT

Filmfragment:=aankondiging faillissement Detroit

OEFENING 71970: staalindustrie stort in- niet langer wedijveren met

lageloonlanden

Staatssteun:- afwijzen importstaal- staatssubsidies

Welke factor maakt deze verre verplaatsing toch rendabel?

Zijn er manieren waarop de staat deze vertrekken probeert tegen te houden?

Wat zijn hiervan de positieve gevolgen? Zijn er ook negatieve gevolgen van deze

subsidies?

LKR toont filmfragment ‘spekken staatskas Detroit’. filmfragment

GEVOLGFabrieken, gebouwen, industrie raakt in verval ( rustbelt)

Filmfragment:= Detroit verkoopt leegstaande panden

Slot:

2’

HERHALING – ‘van M.B. naar rustbelt’LKR overloopt schema klassikaal.

FASE I:- aanwezigheid grondstoffenFASE II:- aanwezigheid grondstoffen- aangenaam klimaat- transportFASE III:- maritimisatie- agglomeratie-effectRUSTBELT

BORDSCHEMA

AGENDAManufacturing Belt p. 100 t.e.m. 105.