1914 09 dagboek van doninck
Post on 07-Apr-2016
267 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
© Gemeentelijk Archief Bornem - 9 -
Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck
SEPTEMBER 1914
Dinsdag 1 september 1914 (dag 30)
Om 6 uur heeft hier ook mis gelezen de eerwaarde G.
Redemptorist Verstraeten, vrijwillig aalmoezenier van ’t
leger, was gisterenavond hier aangekomen en vertrok
om 7 ½ naar Schelle. Hij was van gevoelen dat wij het
hier moesten uithouden tot het uiterste.
Men begint in de Donk al het houtgewas, boomen en
wijmen af te kappen, en het nieuws wordt bevestigd dat
alle huizen van ‘t wit Peerd af tot de dreef worden afge-
broken.
Slechte gazetten (de nieuwe gazet) in het dorp rond-
gevent, verspreiden den laster dat de Paus van Rome
zich heeft gezelfmoord, dat hij 5 miljard aan de Pruissen
had gegeven en anderen onzin. Ongelooflijk, maar waar,
dat zogezegde ontwikkelde (?) mensen van Bornem
zulke kwakkels aannemen, heel ernstig komen vertellen
en er schijnen geloof aan te hechten.
Dezen avond na 8 uur thuiskomst van onze compagnies,
met Komdt. Janssen. Zij zijn op verkenning geweest rond
Baasrode en Buggenhout, hebben er 2 Pruissen gedood,
2 gekwetst en 5 krijgsgevangen genomen, deze zijn naar
Antwerpen gebracht. Van de Belgen 1 man gedood.
Generaal-abt De Bie had met een kaartje ’t verlangen
uitgebracht dat broeder Hilarius bij hem naar Gastel zou
komen. Dit was voor den broeder een bevel. Hij vertrok
dezen morgen. Broeder Bonifacius, de senior, werd ook
ongedurig en ging op ons aanraden met hem mede.
Bovengemeld kaartje maakte sommigen nog al last en
kwaad bloed. Broeder Remigius en broeder Marcus
werden ook aan ’t wankelen gebracht wat zij zouden
doen, maar tenslotte hielden zij stand.
Broeder Bonifacius en broeder Hilarius vertrokken met
den eerste trein over Temse – Hulst naar Holland in de
pastorie te Oud-Gastel waar generaal-abt zijn
hoofdkwartier had.
Woensdag 2 september 1914 (dag 31)
Om 6 uren mis gelezen in de Presentatie. Daarna ontbijt
genomen aldaar bij den E.H. Bouwen, deze was voor-
nemens in den namiddag met den trein naar Herentals
te geraken en dan verder naar Morkhoven, zijn
geboortedorp. Onderpastoor Verbist zou den oude man
en diens sukkel van meid tot Herentals vergezellen.
De meid kon niet uitgejammerd geraken over ’s pastoor
koffer die in de pastorie waarschijnlijk verbrand werd.
Broeder Laurentius gaat slapen voortaan op de cel van
Aelredus en broeder Remigius op de cel van Tezelinus.
Ze konden op hun dormpter ’s nachts niet slapen van ’t
lawaai der soldaten. Broeder Paulus en broeder Marcus
hebben er geen hinder van en slapen toch.
Deze morgen als Placidus opstond ’t kwart voor 4 uren,
zag hij in de richting van de Pik een zeppelin noord-zuid,
die beschoten werd door de redoute van Puurs, doch
zonder zichtbaar uitwerksel. Men zegt dat hij te
Antwerpen is verjaagd, nadat hij bommen had geworden
in de stad.
Om 1 ½ onder de lectio spiritualis komt E.H. Prior op
mijne kamer gelopen en zei dat er een Belgische kapitein
gekomen was met vier gewapende soldaten om de abdij
te visiteren. Beneden gekomen vonden wij ze reeds in
de bibliotheek snuffelend.
Bibliotheek van de Sint-Bernardusabdij
© Gemeentelijk Archief Bornem - 10 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
De kapitein was tamelijk barsch en kortaf. In de
bibliotheek moest niets open-gemaakt worden en was ’t
gauw afgelopen. Maar dan in de Prelaatskamer niet zo
vlug. Eerst moest de Amerikaanse lessenaar er aan. Hij
was op slot en daar wij geen sleutel hadden, werd hij
losgevezen en omhooggetild. Alle schuiven en schuifjes
opengetrokken, correspondentie en plannen van ’t huis
nagezien; daarna de antieke kas van Roozendaal
doorsnuffeld. Item de kassen met boekenrekken. Op de
grond stond een toegenagelde kist van H.H.
generaalsabt. Met de punt der bajonet werd deze
opengebroken en de inhoud tot het laatste toe
onderzocht. Midderwijl vroeg ons de kapitein van welke
nationaliteit de eigenaar der kist was en waar hij
verbleef. Dan ging hij voorop naar de slaapkamer van
den Prelaat. De brandkast in de hoek aan het venster
bleef onbemerkt, doch een soldaat opende de schutdeur
voor de grote brandkast en wenkte de kapitein zeggende
: le coffre fort est ici. Hij gebiedt ons te openen. Na een
korte aarzeling haalt E.H. Prior den sleutel. Intussen
komt ook de Oeconome Placidus binnen. De kapitein
vroeg of wij Belgen waren, naar ’t getal der religieuzen,
hunne nationaliteit, hoeveel afwezigen, enz. Na wat
getaffel geraakt de deur open. Nu moest de bursarius en
de oeconomus nog om hun restpectieve sleutel voor de
oude brandkast. Dozen en pakken werden allen gewikt
en gewogen maar niet geopend. Naar geldwaren werd
niet gezocht of gevraagd.
Terwijl de Prior de deuren sloot, was de kapitein al den
trap op naar den dormpter, twee zijner manschappen
beneden latend. Deze gingen het calefactorium binnen
en begonnen daar ook visitatie te doen, maar Leonardus
in zijn lezing gestoord protes-teerde op zijn Frans en ze
hielden hun poten thuis. De kapitein visiteert eerst het
oud ziekenhuis, waarheen wegens de inkwartiering, de
oeconome zijn bureau had overgebracht. Vandaar naar
de cellen van Henricus en Martinus; gooit er kas en
lessenaar open. Item op de cel van Tezelinus, dan in de
calefact der juniores, trekt er, tot groot genoegen der
assistentie die schuif open waar slechts stofdoeken en
andere rommel ligt, beziet de kassen in den gang, loopt
het noviciaat ten einde en dan linksom tot aan de kamer
van den Prior. Vandaar naar den dormpter der broeders
waar hij alleen de ziekenkamer opent; dan langs den
keukentrap naar beneden, door den pand naar den
toren der kerk, dien wij hem alleen laten opklefferen.
Terug in de sacristie, worden er enige deuren en kassen
geopend. Item de kassen waar de tapijten liggen. Dan
achtte hij zijne taak volbracht en het gefronst gezicht
werd bijna vriendelijk. “Rév. Pères, zei hij, une telle visite
ne doit gueres vous etre agréable ; c’est aussi pour moi
une triste besogne.”
Hij gaf ons den tijd niet om uitleg te vragen, want met
een wip, doch vriendelijk groetend, was hij langs ‘t
hospice de straat op met zijne mannen. De visitatie had
juist een uur geduurd. Om 4 ½ komt meneer Jules Mees
de registers vragen, die hij mij over enige weken uit het
staatsarchief van Brussel had ter inzage meegebracht.
’s Anderendaags werden hem die terugbezorgd. Hij ver-
telde dat een kapitein met 4 manschappen deze middag
het kasteel van graaf de Marnix hadden onderzocht en
alle kamers en lessenaars opengebroken. In het dorp
werd reeds verteld dat er in de abdij een toestel van
draadloze telegrafie was ontdekt en in beslag genomen ;
dat de abdij en het kasteel verdacht werden in verbin-
ding te staan door telefoon of telegraaf, dat de vreem-
delingen bijzonder werden in ’t oog gehouden , en meer
andere praatjes. Hij wist nog niet dat diezelfde mannen
hier ook al geweest waren, maar dacht dat ze komen
zouden. Ik gebaarde van niets te weten.
Donderdag 3 september 1914 (dag 32)
Heerlijk septemberweer. ’s middags in de schaduw 25°.
Een twintigtal geniesoldaten is bezig met graszoden af te
steken tussen de lindeboomen in de dreef. Ze moeten
dienen tot dekking van de tranchee-abri buiten de bos-
poort. Nu en dan hoort men een kanonschot in de verte.
Om 2 uren ontving E.H. Prior een telegram uit
Hontenisse ondertekend A.N. Amadeus als volgt : Hugo,
Leonardus moeten komen vandaag beveelt generaal,
wacht Hulst acht uur Amedee.
Om 5 uren is Amadeus hier aangekomen en om 6 ½
terug vertrokken met Leonardus en Hugo. Et hic duo
abierunt tristes et plorantes brevi se redituras sperantes
et promittentes !
Geen officie om 5 uur. In de meditiatie om 7 uren waren
nog 2 priesters en 3 broeders !
Vrijdag 4 september 1914 (dag 33)
Dezen morgen werden van Willebroek 3.000 Duitsers
gesignaleerd. Onze compagnies gaan er op af …
’s middags kanongebulder in die richting.
De vlag van ’t Rood Kruis op den Dilft-toren enige dagen
gestreken, opnieuw gehesen.
Op het veld tussen Geul en Steenen molen nieuwe loop-
gracht. Om 4 begint men in ons bosje parallel aan de
kabal een abri-tranchee te graven.
Om 4 ½ brandt het huis van Schutters en wordt het dak
van ’t Wit Peerd afgebroken.
Om 5 ½ schiet het fort van Bornem op een vlieger.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 11 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Zaterdag 5 september 1914 (dag 34)
Deze morgen ontvangen wij het nieuws van de
Pauskeuze : Ecriva Benedetto XVe !
Er wordt verteld dat de Duitsers gisteren Dendermonde
hebben ingenomen. In den voormiddag passeren er 2
vliegmachienen.
Onze oude brandspuit, gemaakt 1717, wordt vandaag op
de koer gebracht voor het voituurhuis. De emmers
gebruiken de soldaten om hunne was in te doen. Ze
vroegen ook een ton of kuip om hunne soep in te
bewaren. Er werd hun de kuip aangeboden der arme-
mensensoep, maar ze zeiden dat het een beirton was en
weigerden. Ze zochten dan zelf en vonden eindelijk hun
gerief. ’t was nu werkelijk een beirvat.
Het brandspuithuisje ontruimd, diende nu als een
wachtpost en de soldaten hadden langs daar en den
muur (a/d perzikken !) over het kerkhof der gemeente
verbinding met de loopgracht aan de geul.
Van dezen morgen 6 ½ tot het donker werd,
voortdurend ontploffingen in de Kloosterstraat om de
huizen doen te springen. Om de oude muren van het
Wit Peerd omver te krijgen gebruikte men minstens 15
mijnen, die telkens een geweldig gedreun veroorzaakten
in heel de abdij.
Aan den westelijke muur op den boomgaard tussen de
Kloosterstraat en de kabal worden 2 mitrailleusen
opgesteld. Elk machine kan 450 kogels per minuut weg-
blazen. Het hekken op het uiteinde van den hof van den
Dilft wordt weggebroken om een mitrailleuse te plaatsen
naar de Donk gericht en een tweede een weinig hoger in
de hang naar de Kloosterstraat gericht.
In ons boschje wordt ijverig aan den abri gewerkt.
Komandant Janssens (zeer beleefd) zegt me dat hij tot
zijn spijt enige boomen van de kruisdreef in het bosje,
nodig heeft voor dekking. Stelt voor ze overhand te
kappen, wat gedaan wordt. Onze kanadabomen in de
Donk reeds gisteren gekapt, worden ook binnen gehaald.
Den helen namiddag worden uit de afgebroken of
vernielde huizen der kloosterstraat, vensters, deuren,
balken en planken, poorten en poortjes met of zonder
grafelijke kleuren (de karren en wagens worden door de
soldaten zelf getrokken) naar ons bosje gebracht. Van
ouds gekende poortjes der geburen worden op of naast
elkaar op den abri gestapeld.
Kloosterstraat, met vooraan rechts herberg ‘t Wit Peerd, dat
als eerste werd afgebroken.
Ook in de tuin van de abdij werden loopgrachten en prikkeldraadversperringen aangelegd.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 12 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Zondag 6 september 1914 (dag 35)
In het gaas van een der raampjes aan den appelkelder
een groot gat ontdekt. Ongetwijfeld zijn langs daar
dezen nacht nog al wat appelen krijgsgevangen gemaakt
door die “Wacht aan de brug”. Of met de bajonet
gewerkt is of anderszins is niet uitgewezen.
Twee onzer koeien, die al enige dagen in den stal van
onzen koetsier gelogeerd hadden, zijn vandaag naar de
zuster van Charel den koeter, alias den dil, onderdak
gebracht. Theof’s huis moest ook afgebroken worden.
Te 4 uren stort nog een deel van Schutters huis ineen. De
schuur van ’t Wit Peerd brandt. Suske Verstraeten heeft
ook order gekregen zijn huis te ontruimen.
Zo gaat de abdij dan moederziel overblijven ?
Om 4 ½ is een Frans vliegmachien in ’t zicht, richting
noord-zuid.
De hele dag hebben metsers en andere burgers van
Bornem moeten gaten kappen in den muur op den
boomgaard aan de Kloosterstraat.
Ze kaapten ook onze appels van de bomen. Door een
onderofficier aangeklaagd bij den burgemeester. En om
4 ¾ komt Peer de champetter proces-verbaal opmaken,
want de secretaris had hem voor n’en luierik
uitgescholden. Ik heb Peer geprezen om zijn ijver. Hij had
een ferm stuk in zijn kraag.
Om 5 ½ komt Heintje Kiekens, alias de broeier of Van
Doorslaer, toelating vragen om met zijn zuster in onzen
bouw te gaan wonen, want zijn boerderij wordt ook
afgebroken. In den bouw zitten nog soldaten. Joannes
de Jonghe (Peerke), horlogiemaker, zit er ook al in en
Suske onze buurman is bezig zijn meubels er heen te
kruien. Zie, Heintje, met Suske ’t accoord te geraken en
plaats te vinden.
Onder het avondmaal in den refter telegram ontvangen
van frater Bernardus, die het overlijden meldt van zijn
broeder Gabriel Ruys, door een kwijnende ziekte
weggesleept. RIP.
Er wordt verteld dat deze morgen de Pruissen te Sint-
Amands zijn binnen gedrongen, de kerk bezet hebben en
met mitrailleusen op den toren zaten. Om 11 uren
begon het fort van Bornem naar Sint-Amands te
schieten. De eerste bom is gevallen op het huis van
burgemeester Van Assche bij de kerk en heeft het huis
erg beschadigd. De tweede trof den toren. Na den
middag trok een compagnie van ons volk naar Sint-
Amands op om toren en kerk voor den vijand
onbruikbaar te maken. Midderwijl werd de
Kloosterstraat en Sint-Amandsesteenweg afgesloten,
zodat de mensen die met haaf en goed naar Bornem
wilden vluchten, hunnen weg langs de grote kasteeldreef
moeten nemen.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 13 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Aan het fort te Bornem zijn vandaag 2 spionnen
aangehouden. Ze hadden tekeningen van de
loopgrachten op zich, en daarvoor 150 frank van de
Duitsers gekregen. De koeibeesten die met honderden
van Sint-Amands en omstreken deze dagen gekomen
zijn, staan in kasteeldreef en donk te loeien, dat het
droevig is om te aanhoren.
Maandag 7 september 1914 (dag 36)
Op den Dilft is de vlag van het Rood Kruis van de toren
gedaan en geplaatst in de zoldervenster van het
woonhuis. De brand der kerk van Sint-Amands hier goed
zichtbaar. De burgemeester van Sint-Amands wiens huis
vernield is, logeert bij Cammaert.
Geen correspondentie met de post. De Presse wordt
rondgevent door een jongen die ze te Antwerpen gaat
halen.
Van deze morgen 6 uur af is er alle 5 minuten in de
Kloosterstraat […] om de huizen omver te leggen. Het
brandt er op 7 plaatsen tegelijk. De wind komt
gelukkiglijk uit het noord-oosten. Prachtig weder : 25°C
Om 9 ¾ voormiddag komt een bataillon voetvolk de
steenweg op naar Sint-Amands. Een batterij veldgeschut
volgt. Om 2 uur een tweede en derde batterij, maar deze
maakt zoveel stof dat ze onzichtbaar wordt.
In de voormiddag gooit het fort van Bornem enige
bommen naar Sint-Amands.
De fabriek, zegt men, door Duitsers bezet. Onder het
middagmaal komen er 2 militaire dokters de refter
binnen. Ze vragen, zeer beleefd, of in geval van nood er
een lokaal beschikbaar is voor een paar uren om aan de
gekwetsten het eerste verband te kunnen toedienen.
Refter en zaal van ’t hospice schijnen hun best aan te
staan. Daar er zoveel troepen naar Sint-Amands getogen
waren, dachten we dat de gekwetsten gingen afkomen.
Niets.
De Pruisen waren afgetrokken.
’s Middags brandden alle de huizen (nieuwe) op de
makkedam aan de Kloosterstraat en om 4 uur op de
Grote heide.
De hele dag is er voort gewerkt aan de tranchée-abri in
ons bosje.
Kwart voor 3 uur telegram ontvangen van de Prior uit
Temse : “ik mag niet over de brug.” Dadelijk terug
getelegrafeerd : “vraag permis aan burgemeester, dan
gaat het … “ en ’t ging.
’s Avonds om 8 uur was de Prior in de abdij. In het
dagboek van Andreas heeft E.H. Prior over zijn reis naar
Holland ’t volgende aangetekend :
Vrijdag 4 september : In de morgen begon reeds een
grote drukte. De soldaten der genie die hier met de
luitenanten Colon en Closet (vrijwilliger) 4 weken hadden
vertoefd, trokken op naar Kalfort. De linietroepen
trokken gedurig heen en weer : men zag dat er iets
gaande was. Vanaf 12 uur hoorde men voortdurend het
kanongebulder te Breendonk. Het was de slag te Kapelle-
op-den-Bos, waar de Duitsers veel volk verloren.
Tegelijkertijd hoorde men schieten in de richting van
Dendermonde, dat omtrent 5 uur door de Duitsers werd
bezet, daar ongelukkiglijk de Belgen er niet in gelukten
om de brug te doen springen. Kort daarna werden de
Duitsers terug geslagen, die toen zelf de brug hebben
doen springen.
Deze dag had ik van ’s morgens af reeds het verlangen
om eens naar de Prelaat te gaan; ik moest hem toch
spreken over een en ander. De overblijvende confraters,
Benedictus (supprior), Albertus, Placidus en Henricus
keurden mijn plan goed omdat ik er had bijgevoegd, dat
ik zeker bij leven en welzijn zou terugkeren. Ik vertrok
om 6 uur alles betrekkelijk stil : de trein was er op tijd.
Meneer Van Hoeck zegde mij toen, dat Dendermonde
bezet was en dat hij die nacht de Donk onder water
moest zetten.
In Temse grote schrik dat de Duitsers ook daar zouden
komen. Veel vluchtelingen. Hetzelfde, ja nog erger te
Sint-Niklaas, waar wel 4 à 5.000 mensen naar Hulst de
vlucht namen. Toen kreeg ik spijt, want in Bornem was
het zeker meer veilig. Eindelijk na een uur vertraging
vertrok de trein naar Hulst. Daar per tram naar
Kloosterzande, waar ik om 11 uur bij Amedee (Fruytier)
aankwam.
(nota : het is voor ons een grote voldoening bij de vader
van Amedee steeds een gastvrije en liefdevolle ontvangst
te ontvangen)
Verder de volgende dag naar Gastel , waar ik E.H.
Generaal en confraters en familie gezien en gesproken
heb. Om 6 uur naar Oudenbosch waar de Prelaat zich
bevond.
5 september : Ik ben in Gastel gebleven tot maandag.
6 september : In Holland was de schrik en angst over
Bornem veel groter dan hier in de abdij. Ik vertrok om 6
uur uit Rozendaal en kwam om 12 uur te Temse, waar ik
bij de broeders van liefde met open armen ontvangen
werd. Het was onmogelijk de brug over te gaan. De
trein reed niet verder dan Temse. Eindelijk ontving ik een
toelatingsbewijs van Kapitein Houdekeer en zo kwam ik
behouden om kwart voor acht in de abdij, tot blijdschap
van allen die nog niet te bed lagen. Toen alles wel.”
© Gemeentelijk Archief Bornem - 14 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Dinsdag 8 september 1914 (dag 37)
Nacht van 7-8 september nogal rustig, ware niet het
onophoudend geloei der vreemde koeien in de
gebuurte.
Prachtige morgen; wind: oost ; warmte om 8 uren : 23°C
Er wordt voortgegaan met afbranden en breken der
huizen in de Kloosterstraat vanaf P. Moens tot aan de 2e
kasteeldreef.
In het gasthuis 20 zieke soldaten bezocht en enkele licht
gekwetsten. Een typhuslijder werd naar Antwerpen
gevoerd. Juf. Valentine Averhals, zuster onzer boekbin-
ders van Malderen, in het gasthuis geopereerd van een
kankerachtige breuk, was bijna genezen.
Het dorp stond vol soldaten en aan hoeken en kanten
verdacht vrouwvolk er bij… Opvallend de onverschil-
ligheid der soldaten jegens ons in het dorp en hunne
toegenegen vriendschap in de abdij. De reden ? “Nos
hommes, zei Komandant Janssen, sont traités chez les
pères comme de petits princes !”
Om 8 ½ Belgische vlieger 2-3 maal over en weer
Hingene-Dendermonde.
10 uur : Brandlucht gewaar in den hof. Wind draait uit ’t
zuidwesten. ’t Laatste huis op Sint-Amandsesteenweg,
nieuw huis, staat in brand.
Om 12 ½ gaat Henricus een voituur zoeken in het dorp
om naar Eikevliet te rijden waarheen zijn ouders uit
Breendonk gevlucht zijn.
Om 4 uur namiddag werd er een mitrailleuse geplaatst in
de laatste venster van de laatste kamer op het 2e
verdiep van het vreemdenkwartier.
De abri waaraan in ons bosje al 3 dagen gewerkt is en
bijna voltrokken scheen, wordt nu afgekeurd en moet
heel opnieuw gemaakt worden. Zo houdt men de
jongens bezig en ’t helpt de soep verteren, die vandaag
erg aangebrand was. Ook weten de bazen dat de
ledigheid het oorkussen is van den duvel, want de
soldaten begonnen te murmureren en te kritikeren.
De verjaagde en afgebrande mensen van Sint-Amands,
Boskant, Grote Hei en Kloosterstraat jammerden en
lieten bedreigingen horen. Onvoorzichtig genoeg hielpen
daaraan sommige heren die wel wat te familiair met de
pioupious omgingen en dat door de officiers met lede
ogen gezien werd. Bemerking daarover gedaan hielp
weinig of niet.
Om 4 ½ begon men aan de haag bij de doelen een
nieuwe loopgracht te graven naar de bospoort heen, en
de lindenbomen der dreef schenen hun een uitstekend
materiaal te zijn dat maar te pakken was. Maar
Komandant Janssens dacht er anders over en de dreef
bleef gespaard.
Vandaag geen kanon gehoord, ook geen ontploffing
meer in de gebuurte.
Op de muren der leeggebrande huizen werd er met
haken en balken stormgelopen. De nieuw gebouwde
huizen stortten gemakkelijker ineen, niet zo de oudere.
Het “Engelsch Hof” (Van Troyen) viel een der laatsten.
Daarmee verdween ook de laatste tijdgenoot in de straat
van het voormalig Engelsch Klooster. Nog al pikante
vragen en gezegden werden ons dagelijks gedaan door
het volk. Men vertelde voor zeker dat de gevluchte
paters allen in een Hollands klooster bijeen waren en
nooit meer naar Bornem terugkwamen. Kritiek genoeg.
En wij, we waren hier ook in het gedacht dat onze
vluchtelingen in de schone priorij en kerk van Gastel het
communiteitsleven gingen voortzetten, en we hoorden
nu meer zeggen dat na drie weken de schrik er nog zo in
zat en bijna allen nog in hunne respectieve families
verbleven.
Deze dagen kwamen verscheidene ingezetene van
Bornem in vertrouwen meedelen waar zij hunne
schatten begraven of geborgen hadden. ’t Hielp niet hun
te zeggen dat ik in de abdij eer zou dood zijn dan zij in
hun huis. Curieus, maar waar, hoe de meedeling van een
geheim sommige gemoederen kan geruststellen. Doch,
beati pauperes, denk ik meermaals als ik die bezorgdheid
der schattenbegravers vergelijk met die vele arme
stakkers van Kloosterstraat en Grote Hei die hun
hutteken zagen omver stoten, of in rook opgaan en met
hunne armzaligheden op de rug op zoek gingen naar een
onderkomen. Roerende taferelen bood de solidariteit
der sukkelaars om elkander te helpen en te redden wat
mogelijk was. Sommigen werden slechts enkele uren
toegezegd om hun huis en erf te ontruimen. Veel oogst
is verloren gegaan. Onze werklieden die allemaal
moesten verhuizen, zijn deze dagen niet in de abdij
geweest.
Woensdag 9 september 1914 (dag 38)
Mis gelezen in de Presentatie. 12 zieke soldaten in de
kapel, 3 te communie. Na mijn mis leest de E.H. pastoor
van Mariekerke. Hij vertelde hoe verleden zondag na de
vroegmis (zonder volk) hem kwamen zeggen dat er
Pruisen gingen komen. Terwijl hij haastig zijn koffie
opslurpte en zijn zuster wat inpakte, kwamen er 5
Duitsers gewapend post vatten aan zijn voordeur. Langs
een achterdeur door de hof ontkwam hij, maar werd
door de pinhelmen stilzwijgend, zonder enig woord te
wisselen, achtervolgd tot aan een kruisstraat waar zij
omkeerden. De pastoor is te Bornem bij onderpastoor
Verbist ingekwartierd, aldus de pastoor. Vals dus waren
allerhande vertelsels die reeds over hem in omloop
waren.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 15 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Om half acht was er in ’t dorp geen soldaat meer te zien.
Ook in de abdij niet, tenzij de wacht aan de deur en
enkele die aan ‘t huis van Peer Moens nog aan ’t
afbreken waren.
De troepen van Bornem waren reeds allen om 3 uur op
de been en om 4 uur op de baan richting van Puurs en
Sint-Amands. De hele nacht hebben treinen van Sint-
Niklaas troepen aangevoerd. Ze moeten, zegt men, de
Duitsers beletten naar Gent over te geraken. De
compagnies van de abdij hadden ’s avonds al bevel
gekregen uit te rukken. Om 8 ½ werd deze morgen
officieel uitgebeld dat er Russische soldaten op komst
zijn, dat ze goed moeten ontvangen worden en men zich
wel moet wachten van ze te bespotten of uit te lachen
wegens hun eigenaardige uniformen.
Deze middag kregen wij aan tafel een lekkere fruittaart,
gebakken door de ordonnans van een onzer officieren,
en die pasteibakker van beroep was. Onder de recreatie
hebben wij een kleine wandeling gedaan langs Klooster-
straat, maccadam en Grote Heide. Alles afgebroken of
gebrand. Hier en daar nog een overeind staande
schouw. Waar het anders krioelde van lawaaiende
kinderen, was nu geen levende ziel meer te zien.
Men was bezig het huizeke van de schuit af te breken.
Suske Verstraeten heeft nu weer vernomen dat zijn huis
zal gespaard blijven.
Om 6 ½ twee kanonschoten ten zuidwesten.
Wij hebben een brief gelezen van onze 2e hovenier
Frans, bij de lansiers.
De grachten in de Donk staan vol water, maar ‘t schijnt
dat zelfs met hoogtij het Scheldewater de Donk niet
verder kan onderzetten.
Aantekening van E.H. Prior op 9 september :
Deze dag valt er niets bijzonders aan te merken. Alles
zeer stil. Een kaartje van E.H. Prelaat die mij schreef :
Tota historia de revocatione fr. Hugonis et Leonardi mihi
ignota erat et sine mea interventione f…..”
Dit had hij mij reeds te Oudenbosch gezegd, waar ik hem
zaterdags een bezoek had gebracht.
Gevechten tussen Mechelen en Aarschot.
Donderdag 10 september 1914 (dag 39)
Deze morgen om 8 ¾ een Belgische vlieger recht boven
de abdij, richting oost-west
Van 7 tot 10 uur af en toe een kanonschot in ’t zuiden.
Het kanon begint juist om 10 uur te bulderen zonder
verpozing. Geen minuut stilte. Om 1 uur nu en dan een
kleine tussenpoos van enkele minuten om opnieuw te
beginnen. ’t Vermindert om 3 ½ en eindigt om 6 ½.
Men vertelt dat 35.000 Belgische troepen te Vilvoorde
en Haeren de Duitse verbinding wilden doorbreken. ’t
Was veldgeschut geweest. Geen fort had meegedaan.
Om 11 ½ bezoek van de pastoor van Schelle met 4 heren,
zijn koster, diens vader en 2 broeders. Hun huis is te
Blaasveld neergebrand met 100 anderen. Tot 4 uur
namiddag waren er in of rond de abdij geen soldaten te
zien.
Om 4 uur komt een kapitein, Gilkin, met adjudant een
nieuwe troep ter inkwartiering aanmelden. 250 man van
Kerk van Mariekerke met de pastorij
© Gemeentelijk Archief Bornem - 16 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
het 1e linieregiment – lichting 1900. Ze hebben 4 weken
te Doregem in de loopgraven gelegen en zoeken nu in ’t
droog te geraken. Zodra zijn volk op de koer bij de
schuur in ’t gelid stond hield de kapitein een korte
aanspraak en ’t reglement tenslotte luidde dat het de
soldaten verboden was het etablissement te verlaten,
binnen hun kwartier niet roken, geen fruit mochten
afplukken of anderszins “causer de l’ennui ou dommage
aux bons pères, ce qui serait puni par le cachot !”. Zijn
discours werd op het einde heel gemoedelijk door de
jongens met handgeklap begroet. Item des zelfs vertaling
in ’t Vlaams door de sergeant-four. De kapitein was zeer
beleefd en gespraakzaam. Hij zegde maar een reserve-
officier te zijn en werkzaam te zijn voor de oorlog aan ’t
bureel van het ministerie. Zijn adjudant was maar
onderofficier. Officiers had de compagnie niet – uit
zuinigheid – omdat de officier in oorlogstijd 5 frank
daags meer solde trekt, de onderofficier niet. Ze
vertellen nog dat te Dendermonde het klooster der
Benedictijnen totaal verwoest is met de kerk ook; dat er
sedert enige dagen op de buitenforten van Antwerpen,
ook te Bornem, Franse kanonnen gebracht zijn, van de
Creuzot. Daarmee zouden ze nu de zware Duitse
belegeringsstukken kunnen beantwoorden op 25
kilometers afstand. De Kruppkanonnen, die er tot dan
toe op waren, droegen slechts 10 kilometer. Wij mogen
dus op ons twee oren gaan slapen !
De genietroep die verleden vrijdag was opgetrokken,
kwam hier tegen 7 uur terug aan om zijn oud kwartier
weer in bezit te nemen. Doch opgestaan is plaatske
vergaan. Na een korte woordenwisseling zond kapitein
Gilkin de nieuw aankomende wandelen om elders een
onderkomen te vinden. De nieuwe troep was
ingekwartierd in schuur en werkhuizen, studie en
kapittelzaal. Ze waren nog al vroeg stil en sliepen.
Vrijdag 11 september 1914 (dag 40)
In ’t gasthuis 20 zieke soldaten bezocht; gebiecht. In het
dorp aangetroffen kapor. Peten, novice van Postel, zeer
vermoeid en bezeerde voeten – is in de Roos gelogeerd.
Er is aangeplakt dat alle van mannen van 17 tot 60 jaren
zich dagelijks ten 6 uur ’s morgens moeten vertonen aan
het Warregaren om het werk te verrichten dat hun zal
worden opgelegd.
Om 8 uur zitten onze piotten met de kaart te spelen of
zijn aan ‘t tapke schieten voor het kapittel.
Af en toe een kanonschot gehoord in de verte, tot ’s
avonds toe.
Om 2 ½ werden aan het fort te Bornem 200 Duitsers
voet- en paardenvolk gesignaleerd te Baasrode.
Vluchtelingen van Baasrode en Sint-Amands komen te
Bornem.
4 Duitse militairen in de buurt gesignaleerd, 2 ervan in
burgerkledij te Bornem aangehouden.
Om 4 uur zitten er 60 onzer piotten in de studiezaal en
in het kapittel den Vlaamse Leeuw te zingen, dat het huis
er van davert ! Om 4 ½ komt de adjudant van de
kapitein een boek te lezen vragen, omdat het anders niet
te doen is. Zo gaat het … de paters kunnen met al dat
lawijt noch leren noch lezen. De soldaten wel …
Ondanks het formeel verbod van de kapitein daags te
voren gegeven van geen fruit te stelen, heeft zich toch
een Brussels ketje verstout een appeltje te pakken.
Aangeklaagd door de wacht, kreeg hij 2 dagen arrest en
omdat hij nog wat tegen preutelde 4 dagen. Het arrest
bestaat hierin dat hij 4 nachten van 6 uur ’s avonds tot 6
‘s morgens in ’t kot moet (verfkot nevens de melkerij)
zonder matras, stro of stoel en zonder te roken !
Probaat middel. Er werd niet meer gestolen ?
De wachtpost binnen de muren wordt verplaatst naar
het midden der lindendreef.
Men vertelt dat de burgers van Bornem, onder de 50
jaren, die gevlucht waren, order gekregen hebben
binnen de 24 uur terug te komen, zoniet wordt hun
eigendom door de militaire overheid in beslag genomen.
Meneer Poots met familie komt terug. Item Flor. Van
Roie.
Aangetekend door E.H. Prior :
Vrijdag 11 september : Kapitein Julain zegde mij dat de
Belgische troepen Aarschot hadden bezet ; de
bezettingslijn gaat van Aarschot tot Oudenaarde. Men
heeft sedert dinsdag de taktiek veranderd. In plaats van
in de forten stil te blijven, is men begonnen om (met zegt
met hulp der Russen ?) om de vijand te doen wijken en zo
de weg af te sluiten en de verbinding met Duitsland af te
breken. ’s Avonds was ook Dendermonde opnieuw door
de Belgen genomen.
Zaterdag 12 september 1914 (dag 41)
In het Pensionaat toont de eerwaarde moeder een stuk
van een Duitse obus en een Duitse soldatenpots door
een hunner gekwetste soldaten meegebracht uit het
gevecht te Eppegem. Zij vertelt ook dat hunne zusters
van Sint-Niklaas, Ledeberg en Lokeren naar Breda
gevlucht zijn. Die van Bornem, Presentatie en Gasthuis
denken er niet aan hun huis te verlaten en zijn nog niets
bevreesd. Er zijn nochtans ook Hollandse zusters bij hen.
In de Kloosterstraat zijn wel 100 mannen van Bornem
bezig met de omgehaalde huizen te nivelleren of
nagenoeg met de straat gelijk te maken. Ze trekken
daarvoor 2,50 frank daags, maar de meesters schijnen
maar 50 centiemen te verdienen, zo wordt er gewerkt.
Ze zeggen dat de Boskant helemaal zal afgebroken
worden en zelfs Branst niet zal gespaard blijven.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 17 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Deze middag onder het noenmaal werden op de
muziekzaal met open vensters ene luchtige airkens
gespeeld op de piano, door een jongen recruut-artist,
professor aan ’t conservatorium van Gent. Hij is
vrijwilliger, simpel piot, de compagnie staat op de koer
te luisteren en kletst telkens met groot applaus in de
handen.
Om 12 ½ branden er huizen af in den Boskant.
Vandaag geen kanon gehoord, maar wel ontploffingen te
Steendorp waar deze dagen ook veel huizen rond het
fort werden weggeruimd.
De trein enige dagen geschorst, rijdt weer over de brug.
Men spreekt van mijnen onder de brug. In het houtkot
nevens onze schuur hebben de soldaten hun mess of
kantien ingericht. Tabak, cigaren, chocolade, enz. alles is
er goedkoop, 5 centiemen voor een grote pint !
Er is nog geen zatte soldaat hier gezien. Wel hoort men
ze zeggen : “que les Bornemiens savent boire commes
des trous !” Droevig record, helaas, bij zoveel armoede.
De manschappen dezer compagnie zijn beter gekleed en
gevoed dan de vorigen. Ook zijn de jongens veel ijveriger
aan ’t vegen en kuisen der lokalen.
Zondag 13 september 1914 (dag 42)
Tussen 11 en 3 uur onophoudend treinengerij van Sint-
Niklaas. Ten 7 uur ontving Placidus een telegram van
meneer Joh.Van Baren uit Holland, zijn ongerustheid
meldend wegens de mademoiselle de gouvernante zijner
kinderen. Deze lacht met die schrikaanjaging en blijft
moedig op hare post.
Hof en boomgaard bezaaid met appelen en peren.
Weinig mensen in de missen. Het is werkdag voor de
vluchtelingen en verhuizers.
Van de soldaten (250) waren er geen 25 in de kerk, al
hadden zij die dag vrij tot ’s avonds.
Om 1 uur tracteert Guido van Anderlecht.
Ten gevolge van veel bovenwater is nu met hoogtij de
Donk onder water geraakt. Aan de kaai en in de
Rijkenhoek staat het water boven de steenweg. Mensen
en beesten die daarheen gevlucht waren, moeten
verhuizen, sommigen voor de 3e maal. Na de middag
druk bezoek van de verwoeste Kloosterstraat door hare
vroegere bewoners en anderen. Honderden vogels
zweven boven het watervlak dat in de Donk alles
overdekt tot aan de 1e rij bomen voor de abdij.
Vandaag geen kanon gehoord. Ontploffingen te
Steendorp.
Aantekening van E.H. Prior :
12 september :
Niets bijzonders van onze troepen. Men strijdt rond
Mechelen. Men schiet omtrent Leuven een Duits
vliegmachien neer. De Anglofranken drijven de Duitsers
75 kilometers terug. In de abdij alles stil, geen nieuws
sedert 3 dagen uit Holland.
13 september Zondag :
Een kaartje van E.H. Prelaat uit Oudenbosch waaruit
blijkt dat hij mijn brief nog niet had ontvangen. Nota. Op
drie dagen komen de kaarten uit Holland hier aan. Sedert
gisteren gaat de trein weer van Sint-Niklaas tot
Willebroek, ook Gent – Sint-Niklaas – Antwerpen. Zonder
twijfel vecht men vandaag omtrent Vilvoorde. Na de
middag hebben wij twee harde slagen gehoord; of het
Spoorlijn Mechelen-Terneuzen en de Temsebrug vormden een belangrijk militair punt voor de aanvoer van troepen en munitie.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 18 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
kanonschoten waren ofwel poeder-ontvlamming om
huizen te doen springen hebben wij niet geweten. Om
halfdrie kort bezoek van luitenant Closet en sergeant
Henri, die 4 weken hier geweest zijn. Des avonds vertelt
kapitein Julain, dat onze mannen tussen Vilvoorde en
Brussel met verlies de terugtocht hadden moeten doen,
hetgeen onder onze soldaten een ontmoediging teweeg
bracht. In de nacht schijnt men geschoten te hebben op
een Duits vliegmachien.“
Spijtig is ’t dat de Prior, die na de meditatie ’s avonds de
officieren in ’t hospice gaat gezelschap houden, geen
verdere gesprekken geboekt heeft.
Maandag 14 september 1914 (dag 43)
Geen kanon gehoord.
In de Boskant branden nog huizen en schuren.
Van dit jaar nog niet op vacantie geweest. sedert 5
weken niets meer vernomen van de familie. De treinen –
de laatste – rijden tot Herentals – dus morgen er op af.
Dinsdag 15 september 1914 (dag 44)
Om 7 uur, na mis gelezen te hebben in het gasthuis,
vertrokken langs Sint-Niklaas naar Antwerpen. Voor het
fort van Haasdonk alleman uitstappen en ¾ uurs
wachten. Streng onderzoek. Verscheidene reizigers
mogen niet verder. Men zegt dat het moeilijk gaan zal
om in de stad te geraken. Aan het Vlaams Hoofd 2 uur
wachten. Een overste schreeuwde herhaaldelijk tegen de
honderden mensen : niemand mag over naar de stad
dan zij die er in blijven ; eruit om verder te reizen mag
volstrekt niemand. Proberen, dacht ik en ‘k slibberde
mee. Op de statie van ’t Land van Waas, een halve uur
wachten – dezelfde waarschuwing – ‘k was in de stad.
Om 12 uren aan de grote statie – ik kreeg geen coupon
voor Herentals, al toonde ik een bewijs dat ik er geboren
was en familie had.
Mijn neef, Frans van Doninck, staatsbediende, ontvanger
der Contrib.dir. Antwerpen bewonende, en wekelijks
naar Herentals rijdend opgezocht, haalt een kaartje voor
mij en ik was de stad uit. Te Kessel, vooraleer de
buitenforten te verlaten, nog een uur oponthoud.
Eindelijk om 4 uur was ik te Herentals. Familie –
blijdschap – allen gezond, maar grote bezorgdheid
wegens neef Arthur Goris, die deelnam aan de eerste
gevechten voor Luik, en niet meer van zich liet horen.
Fabrieken gesloten – wachtposten – rijke mensen
meestal uitgeweken naar Holland of Engeland – priesters
in burgerkledij op velo’s - talrijke huisgezinnen van
Aarschot en omstreken te Herentals ingekwartierd.
Grote ellende.
Aantekening van E.H. Prior op 15 september :
“ Goed nieuws uit Frankrijk : de Duitsers trekken gedurig
terug. In de omtrek alles stil. Deze nacht is er franse
alerte geweest. Omtrent 9 uur kwam er tijding dat onze
mannen woensdagmorgen naar Doregem moesten
terugkeren. Kap. Julain en zijn manschappen hadden veel
spijt.”
Woensdag 16 september 1914 (dag 45)
Om 9 uur was er paardenkeuring op de markt (200)
Om 10 uur op het stadhuis zelfstandigheidsbewijs laten
veranderen om gemakkelijker langs Antwerpen terug te
geraken.
Na de middag bezoek in het klooster der Penitentien : er
waren nog twee gekwetsten, gendarmen die deel
maakten van de verkenningstocht met auto’s en die
verrast werd door de Duitsers te Zammel-Oosterbos,
waarbij een Prins de Ligne, graaf de Villermont en kap.
Baunard sneuvelden. De twee laatsten waren ter plaatse
dood. De prins stierf in het klooster te Herentals,
waarheen ook de andere gekwetsten en doden gebracht
werden. Het lijk van de prins is twee dagen later
vervoerd naar Brussel. De twee anderen zijn voorlopig
op het kerkhof te Herentals begraven. In de namiddag
veel aangekomen vluchtelingen van zuid-oostwaarts.
Pastoor Heylen van Westmeerbeek voor de 2e maal
gevlucht.
Duits vliegmachien Taube naar Mechelen heen.
Treinen vervoerden troepen naar Turnhout-Hoogstraten.
’t Wordt er ongezellig.
Te Bornem in het dagboek aangetekend door de Prior.
16 september : Omtrent 12 uur kwam een nieuwe troep
binnen : 224 in getal, manschappen van 1900 en 1899,
die de slag van Namen hadden bijgewoond. Drie nachten
en drie dagen heeft Namen kunnen weerstaan. Men
schatte het getal Duitsers op ruim 200.000 man, voorzien
van hun grote kanonnen. De Belgo-Franse troepen
moesten terugtrekken met groot verlies. Zij gingen tot in
Frankrijk, waar de Belgische troepen, de trein namen tot
Rouan, verder door naar Le Havre, van waar zij per boot
naar Oostende gebracht werden. Dan per trein over
Brugge – Gent – Sint-Niklaas naar Antwerpen om hun
inkwartiering te nemen te Edegem, vanwaar zij vandaag
hier kwamen. Het waren meestal getrouwde mannen en
veel Walen. De kommandant, De Bouche, en drie
officiers namen hun intrek in de slaapkamer van het
hospice, terwijl zes sergeanten op het derde gingen
slapen.
Vandaag is Ernest van Roie naar Wieze geweest om in
onze naam aan Nivardus bij zijne familie gehuisvest,
© Gemeentelijk Archief Bornem - 19 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Groot was zijne blijdschap iets van ons te vernemen,
terwijl ook wij verheugd waren te horen, dat de Prelaat
goed gezond was. Ook een brief geschreven aan de
Prelaat te Oudenbosch.
Donderdag 17 september 1914 (dag 46)
Te Herentals H.Mis gelezen bij de broeders om 6 uur.
Met de trein van 8 uur vertrokken – voor Kessel ¾
wachten. 1 uur oponthoud te Lier, en een halve uur voor
de statie te Antwerpen. Te Lier op het statieperron een
Duitse spion naast mij opgepakt. Te Willebroek om 12
uur gemiddagmaald bij de eerwaarde Justus aan de kerk
met de eerwaarde heren aalmoezeniers De Coster en
Carton de Wiart. Te Bornem aangekomen om 2 ½ .
Kanongebulder in de richting van Dendermonde, tot ’s
avonds 6 ½.
In de abdij geen nieuws dan dat Albertus reeds onge-
steld bij mijn vertrek nu bedlegerig was.
Gisterenavond tussen 6 en 7 enige kanonschoten
gehoord in de richting van Buggenhout – Dendermonde.
Een Duits vliegmachien over Bornem gekomen. Onze
commandant en officier Lekeu zijn deze morgen reeds
vertrokken. Van in de vroege morgen hoort men het
kanongebulder. Men zegt dat onze troepen (geholpen
door de Anglo-Franschen) trachten de Duitsers van de
lijn Dendermonde-Lebbeke-Asse tot Brussel te
verdrijven, want er waren veel Duitsers gekomen tot aan
Dendermonde, die in Frankrijk van het gros van het leger
afgesneden waren. In de plaats van Debouche heeft
luitenant Brabant hier zijn intrek genomen.
Een kaart van frater Leonardus.
Vrijdag 18 september 1914 (dag 47)
Te 9 ½ enige kanonschoten in ’t zuidwesten. ’s Morgens
vertelt men dat de Duitsers Dendermonde hebben
ontruimd.
Onze piotten zijn voor de 3e maal de abri in ’t bosje aan
’t hermaken. Anderen maken houten stellingen aan de
schietgaten. Nog anderen amuseren zich in de
Kloosterstraat met bakstenen rechts en links te gooien
om het verst. Anderen maken door ons nieuw bosje
buiten de muur westwaarts een 4 meter brede
pindraadversperring. De overigen slapen, bewonderen
onze zwanen in de vijver en onze perzikken en
appelbomen, die zwaar geladen zijn.
Sedert dat onze koeien en hun oppassers vertrokken zijn,
hebben ook onze katten geen aard meer op de boerderij.
Ze zwerven de hele dag in de moestuin.
Om 3 uur namiddag laat de gemeenteoverheid (uit
genegenheid) ons weten dat we in de abdij nog 12
gendarmen te paard in logist krijgen. Men zegt dat het
huis van juffrouw Brijs in ’t dorp gaat dienen voor de
gendarmen van Bornem. De vrouwen en kinderen
wonen er reeds. Over de puinen heen van de
Kloosterstraat ontwaart men niet meer dan de
gendarmerie nationale en ’t half boerderijke van de
schuit. Of deze als monumenten van eerste klas
beschouwd worden en daarom gespaard worden is een
raadsel. De soldaten vertellen dat gisteren een afdeling
naar ’t Buggenhoutbos op verkenning is geweest, en er 6
grote kanons van de vijand hebben buit gemaakt !
Dendermonde werd zwaar getroffen in de maand september 1914.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 20 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Tussen 7 en 8 uur ’s avonds zendt ’t fort van Steendorp
lichtstralen naar den Dilft en de abdij om Zeppelings te
zoeken, zegt men. Men vertelt dat er op de vliegers niet
meer mag geschoten worden dan wanneer ze bommen
werpen. Dan is het, dunkt mij tenminste, hoog tijd.
Verleden nacht heeft de wacht der abdij een schot gelost
op n’en Pruis en getroffen : de ijzeren pomp aan bakker
Spiessens op de makkedam ; le brave sera cité à l’ordre
du jour, dit on.
Zaterdag 19 september 1914 (dag 48)
De telefoondraden ronken alsof de lucht vol motors
hing.
In de voormiddag arriveren de twaalf gendarmen.
Gisterenavond was er al één voorop gekomen met een
schoon maar kreupel paard, waaraan hij zeer gehecht
was, omdat het hem tweemaal van de gewisse dood
gered had.
De mannen, Luxemburgers en Walen uit het Naamse,
logeren in het nieuw ziekenhuis, boven, en op de
muziekzaal. De paarden : 2 in de paardenstal, 8 in de
koestal en 3 onder de loods. Ze namen deel aan het 3-
daagse gevecht te Namen en stonden er twee dagen
zonder eten. Legerofficiers den gendarmen ongenegen.
Spoedige val van Namen te wijten aan gemis van grof
geschut – à longue portée – aanbod van Franse kanon-
nen van 28 van de hand gewezen door Michel ?
Ze kwamen langs Le Havre – Engeland – Oostende. Zij
verzekeren dat het gendarmeriekorps 3.500 man sterk,
in de oorlog reeds 1.200 man verloren heeft. In elke
compagnie voetvolk diende ook een gendarm te voet.
Voortaan mogen de gendarmen niet meer in ’t veld
gebruikt worden. Men zal er genoeg nodig hebben na de
oorlog om rovers en bandieten te keer te gaan. Een der
gendarmen, van de brigade van Rochefort, zegde me
goed bevriend te zijn met de Trappisten van S.Remy les
Rochefort.
Hij vertelde zeker te weten dat de hele abdij is vernietigd
geworden door de Fransen omdat zij door Duitsers was
bezet. Een ander gendarm, Luxenburger, der brigade van
Florenville, zegde dat de gebroeders Tilliere hem goed
bekend, door de Duitsers erg zijn mishandeld geworden
en waarschijnlijk ook gefusilleerd. Die twee broeders,
waarvan de een ex-directeur is van Malonne en schrijver
van de “Histoire de l’abbaye d’Orval” “Jeanne, ou la loi
de malheur” etc. de andere pastoor te Jamoigne, zijn
goed bevriend met de familie de Marnix en waren
meermaals ook in de abdij. De pastoor nog vorig jaar op
8 september te Luipegem.
De soldaten beginnen aan een tranchee-abri in de
Kloosterstraat juist voor de abdij aan de eerste bomen
bij het Wit-peerd, zodat heel de straat zal afgesloten zijn
voor het verkeer met wagens. Vandaag ontvangen het
oktober-nummer van de Katholiek. “uitsluitend over
Pius X za. Nu zal Thompson kontent zijn. Na het num-
mer van 5 augustus Der Etudes religieuses is er geen
enkel tijdschrift meer binnen gekomen.
Aantekening van E.H. Prior op 19 september :
“Het enige vandaag aan te tekenen is de komst van 12
gendarmen. Wij hebben elk een stroozak en aan
sommigen een matras bovenop gegeven. Zij waren
verwonderd dat wij zo weinig matrassen hadden, doch
hun verwondering ging over tot overtuiging als ik hun op
een der cellen getoond had dat wij zelf op een stroozak
slapen.
Foto van een Duitse veldkeuken, zoals ze ook op 20 september in de Boomstraat door Belgische troepen
werd meegevoerd. Ze was in de omgeving van Namen buit gemaakt.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 21 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Cfr. Albertus en broeder Marcus zijn vandaag veel
beter”.
Zondag 20 september 1914 (dag 49)
Men zegt deze nacht kanon en geweerschoten gehoord
te hebben, ik niets.
Om 12 uur brengt neef Modest een kaart van zijn
broeder Arthur Goris aan zijn vrouw, dat hij uit Luik is
weggeraakt op weg naar Antwerpen, maar niet verder
geraakt dan Brussel. Allerlei gissingen nopens zijn
lotgevallen.
Piotten werken voort aan de loopgracht bij het Wit
Peerd.
Onder de recreatie ’s avonds opeens electrisch licht in
kapittel en studiezaal. Wij hebben ons tot hiertoe
moeten behelpen met bougies. Over 14 dagen kregen
we twee vaten petrol door toedoen van de burgemees-
ter van Temse. In Bornem geen te krijgen.
Aankomst in ’t dorp van een Duitse Feldkuche te Namen
buit gemaakt.
Deze middag aanvraag voor inkwartiering van 30
gendarmen te paard !
Maandag 23 september 1914 (dag 50)
Om 7 ½ gaat Placidus naar Sint-Niklaas met en pak
wasgoed voor fr. Bernardus, die er nog bij zijn moeder is.
Hij komt terug om 12 uur.
Een natiewagen met 2 paarden bespannen brengt staken
en pindraad aan de poort der Kloosterstraat. Om 8 ½
een 2e wagen met planken en balken voor de barakken
op de boomgaard. Om 9 ½ een derde met lange
kopstaken komt binnen gereden, maar moest hier niet
zijn, hij sakkert er mee naar ’t fort.
Om 10 ½ komt een luitenant 2.000 kilo’s stro rekwireren,
want zijn manschappen kunnen het niet langer
volhouden. 40 liggen er in ’t hospitaal ziek, griep,
rheumatisme, pneumonium, enz.
Ten gevolge van het onderwater zetten van de Donk
staat ook de vijver vol aan de schuur en is de dorsvloer
doorweekt. Zij moesten verhuizen de piotten en trokken
naar de beste zaal onder en naar de refter. ’t Kwart voor
5 lagen beiden vol stro en als we 5 ¾ er passeerden om
in de refter der broeders te gaan eten, kwam er ons een
geurige walm tegen als uit een zwijnenstal.
Albertus is beneden gaan wonen aan de trap omdat de
geur uit de studiezaal in zijn bovenkamer niet meer uit te
staan was. Een piot, nog wel een Waal, komt heel
devoot vragen om hem in de scapulier te schrijven.
Deze middag doen we een korte wandeling tot aan de
gendarmerie. De “schuit” wiens huis half vernield werd,
was vol ijver aan het heropbouwen zijner schuur. De
dreven naar het kasteel staan beide anderhalve voet
onder water.
Het oude sas aan de Schelde. Vanaf september werden sasdeuren en sluizen regelmatig open gezet om Weert en Donk
onder water te zetten. De geïnundeerde zone reikte vanaf de Kloosterstraat tot aan de Scheldeoever en kon zo
gemakkelijker verdedigd worden.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 22 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
In de Vespers zijn we weer met 5 man, Albertus, is
genezen van zijn achtdaagse verkoudheid.
De piotten werken aan tranchees in ’t bosje, op ’t veld
achter de haag, aan de dam op de Kloosterstraat, enz.
Sedert gisterenavond is in de eerste spreekkamer van
het vreemdenkwartier aan de deur een telefoontoestel
geplaatst in verbinding met het fort. Twee soldaten van
het fort nemen de post waar, eten en slapen er ook. Ze
vertellen dat er 350 soldaten op of liever in het fort
zitten, want niemand, buiten de wacht, mag zich op het
fort buiten vertonen. Nog alle dagen brengen wagens
zakken cement naar het fort ter versterking. Gisteren zei
een officier dat Bornems fort het beste uitgerust was.
Vandaag beweert een andere dat het de zwakste stelling
is van heel de linie. Ze kunnen allebei gelijk hebben,
selon les cas.
Wanneer onze honderd en zoveel loopgrachten vol
zitten met carabiniers, laat de Pruisen dan maar voor de
pindraad aanstormen, maar wee ons als ze onverwachts
aankomen als er nergens soldaten te zien zijn, gelijk het
nog al eens gebeurd.
Met aan en om het fort te waken, verdienen Bornemse
werklieden tussen 18 en 55 jaren 2,50 fr. daags, en de
dagen zijn niet lang. Verleden zaterdag werd er 15.000
frank werkloon uitbetaald voor 14 dagen werk.
Onder de recreatie ‘s avonds 2-3 kanonschoten in het
zuid-oosten. Deskundigen beweren dat er morgen voor
een der forten van Antwerpen zal slag geleverd worden.
Om 6 ½ brandt opnieuw het electrisch licht. Men zegt
dat het nu alle dagen zal branden tussen 6 uren en 8 ½ ’s
avonds.
Dinsdag 22 september 1914 (dag 51)
Deze morgen 5 ½ was heel het garnizoen van Bornem -
voetvolk, paardenvolk en kannoniers ,samen 1.500 man,
tegen de vijand uitgerukt naar Brussel.
De manschappen in de abdij gebleven werken aan abris
en tranchees en pindraad. In de voormiddag brengt een
wagen vaten met poeder (springstof) en honderden blik-
ken kannen (6-7 liters?) die, gevuld, als mijnen in de
grond moeten gelegd worden voor de pindraad
versperring van Bornem af tot Willebroek.
Poedervaten en bussen worden gebracht in het verfkot
nevens de melkerij en dat gebeurde door soldaten met
de pijp in de mond !
Om 10 ½ zei me een luitenant dat de abri in ’t bosje (3
maal opnieuw begonnen) nu definitief is afgekeurd. De
loopgracht achter de haag bij de doel is deze nacht
ingestort. Nu spreekt men van een andere te maken op
de boomgaard. O appelen !
Om 4 uur af en toe een kanonschot ten zuidoosten.
Men werkt nog aan de abri in de Kloosterstraat. Een
grote wagen brengt palen en pindraad met hopen.
Ontploffingen te Steendorp.
Voor de Roos in ’t dorp staat nog altijd de Feldkuche te
zien.
Nacht en dag veel treingerij op de ijzeren weg.
De piotten die in onze refter logeren gaan er in en uit
langs de vensters en het platform, waartegenaan men 2
brede trappen heeft gemaakt : de deuren houden we
zorgvuldig gesloten.
Ludde onze oude werkman komt helpen bonen plukken,
die buitengewoon goed gelukt zijn. Charel, den Dil, onze
koeter is deze morgen een groot ongeluk gepasseerd. Hij
had 9 frank getrokken van geleverde boter en verloor
zijne portemonnaie – zijne duurbare wederhelft mag
daar niets van weten, anders…
Woensdag 23 september 1914 (dag 52)
Om 2 uur wakker geworden door het gerommel der
treinen op de statie.
Het electrisch licht brandt ook ’s morgens.
Om 7 ½ trekt een schevadron paardenvolk door de
Kloosterstraat naar Branst op. Ze kwam om 10 uur terug.
Met onze kruiwagens en ons karke zijn de soldaten bezig
de puinen van het Wit Peerd verder de straat in, tegen
de gracht te voeren. De mastenbomen tegen de muur
op de boomgaard worden op de straat gegooid, ze
moeten dienen tot dekking tussen 2 lagen boom-
stammen op de abri, in de straat. In de voormiddag
komen er nog wagens boomstammen brengen op onze
boomgaard.
Ontploffingen te Steendorp.
Aan de bospoort op ons sparrieveld staan wel 25 koeien
van vluchtelingen te grazen of te loeien. De paspoorten
moeten opnieuw ondertekend worden. Toezicht zeer
verscherpt. De mensen mochten geen patatten meer
gaan uitdoen verder dan de abdijmuur.
Laatste nieuws : van het fort is getelefoneerd dat de
Duitse rechtervleugel door de Fransen is omsingeld !
Vier gevangen te Buggenhout.
Donderdag 24 september 1914 (dag 53)
Treinen rollen nacht en dag zonder ophouden.
Gisterenavond hebben onze jagers van Bornem 4 Duitse
Uhlanen met hun paarden krijgsgevangen genomen en
naar de “Ster” gebracht, vandaag verder naar
Antwerpen.
Om 8 uur zijn piotten bezig de vloer van ’t Wit Peerd op
te breken.
Om 10 uur bezoek van meneer Van Baren. Pessimisme
in Holland – Optimisme in België.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 23 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Om 12 uur bezoek van vier edele officiers der lanciers,
waaronder baron de Walris, goed bevriend en gebuur
van de familie de Marnix te Eyzer, met hem onderofficier
Lefineur, schoolkameraad van neef Arthur te Herentals.
Ze beklimmen onze toren en ik met hen. ’t was wel 10
jaren geleden dat ik nog boven kwam. Prachtig weer en
helder. Toren van Mechelen goed zichtbaar.
Om 4 uur ontploffingen te Steendorp. In onze
boomgaard begint men een nieuwe loopgracht.
D’Hainaut, pas officier gepromoveerd, was gelast met de
uitvoering. Waal, met scheven hals en ietwat onnozel
wezen, wordt hij door een paar guitige Limburgers
fijntjes in de nek gezien. In de recreatie getal paters zo
klein dat men met grote moeite er een te zien krijgt. O
eenzaamheid in oorlogstijd !
Vrijdag 25 september 1914 (dag 54)
Vier soldaten te communie.
In het gasthuis wist men te vertellen dat er gisteren-
avond in de abdij begraven werden niet minder dan
4.800 Pruisen !
Om 8 uur is de genie bezig de lont aan te leggen door de
muur bij de kabal door het nieuw kastanjebosje heen tot
voor de pindraadversperring, waar de mijnen zijn
ingegraven. Op de boomgaard tussen kabal en muur is
op omtrent 7 meters afstand van beiden een kleine
dekking gegraven voor een of twee man met een toestel
om de electrische vonk naar de mijnen te zenden. Van
daar uit lopen 2 draden onder de grond een langs de
kabal door den muur, de andere over de kabal heen
enige meters (20) verder door de muur. Een honderdtal
werklieden met even zoveel soldaten vergooien stenen
van ’t Wit Peerd en volgen de huizen verder de
Kloosterstraat in naar de gracht.
Om 8 ½ begint opnieuw het kanongebulder ten zuid-
oosten tot 11 ½
Om 11 ½ komt meneer Van Baren een goede dag zeggen
en vertrekt haastig naar Temse te voet. De trein tot daar
rijdt niet meer dan voor militairen.
Uit het dorp zijn alle troepen in ijlmars naar Puurs
opgetrokken. Om 4 uur komt men inkwartiering aanzeg-
gen van 400 man van het 1e linieregiment.
Om 6 uur zijn ze hier, 360 man, kommandant Hannot,
twee officiers, De Coorman en Tachels. Ze hebben te
Grimbergen een kommandant verloren en 11 man.
Morgen moeten ze naar Dendermonde,Gent en trachten
met Engelsen en Fransen de rechtervleugel der Duitsers
te omsluiten. De soldaten zijn met een bussel stro
kontent en trekken de zolders op boven keuken en
vreemdenkwartier. De officieren en sergeanten verlan-
gen een matras, de strozakken die nog in de kamers der
religieuzen gevonden worden, moeten voor matrassen
dienst doen. Kaporaal Peten komt om 7 ½ op bezoek en
vertelt wat nieuws van Postel en Tongerlo en Park en
Grimbergen.
Aantekening van E.H. Prior op 25 september :
“Gisteren gevecht in de omtrek van Hofstade,
Boortmeerbeek. Volgens de dagbladen heeft het fort van
Walem ongeveer 2000 Duitsers gedood”.
Eind september zijn er steeds meer schermutselingen tussen
Belgische en Duitse troepen. Tijdens de slag om Neeravert bij
Londerzeel sneuvelden 130 Belgische soldaten.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 24 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Zaterdag 26 september 1914 (dag 55)
Te 7 uur vertrok het 7e linieregiment (2.000 man) dat in
Bornem ingekwartierd was. De 360 man die in de abdij
overnachtten, kregen om 6 uur hun soep, dubbel rant-
soen, ze waren zeer opgewekt en vol moed. Voor hun
logist werd voor ’t vertrek 80 frank betaald. Ze trokken
allen langs, door het dorp de steenweg op naar Sint-
Amands.
Ten 9 ½ begint het kanon te donderden oost-zuid en
west-zuid te gelijk.
Om 10 uur rijden 32 auto-ambulanswagens van ’t Rood
Kruis dezelfde weg op en om 10 ½ een honderdtal
kanonnen en munitiewagens.
Een vliegmachien zeer hoog boven de abdij deed op een
½ uur tijds 3 maal de weg van Wintam af naar Dender-
monde, Schelde en Rupel.
Om 11 uur komt P. Capistranus O.S.F. Clericus, deel uit-
makend van de ambulans in soldatentenue bij ons ter
tafel. Hij voorziet goed zijn maag en wij zijn zakken met
eieren en appelen en … hij kwam te laat op het appel !
Hij was toch maar ½ uur hier geweest. Om 11 ½ trokken
nog immer troepen met ambulanciers naar Sint-Amands.
Het kanongebulder neemt af en verwijdert zich om 12
uur.
Om 1 uur vliegmachien oost-west – zuid-west
Af en toe kanonschot zuidwest.
De pioniers die thuis bleven, zijn aan ’t werk in ’t bosje
aan de abri op de boomgaard en ook aan die in ’t bosje.
Werkvolk gooit nog stenen weg in de straat.
Om 6 ½ kanonschoten zuidwest.
Deze voormiddag is een kapitein-majoor plaats komen
zoeken voor gevangenis. Het houtkot nevens de schuur
werd er toe uitgekozen, mits de timmerman, Wardje
Kleer, er een slot op zou maken. ’s Middags was ’t
gevang klaar.
De gendarmen vonden deze morgen in hun haverzak in
de paardenstal drie jonge katten, erin gedeponeerd door
een gebuur-kat.
Zondag 27 september 1914 (dag 56)
Het eerste nieuws vandaag is dat er in de gevangenis,
gisteren pas klaar gemaakt in ’t houtkot der abdij, reeds
vijf man gelogeerd zijn. Vijf soldaten, alle vijf van
Bornem. Hun vaderlandsliefde was zo groot dat zij
zonder permissie de zondag eens wilden doorbrengen bij
hun moekens en miekens. De jongens echter hadden
niet gerekend op de 13 gendarmen der abdij. Deze
hadden daags tevoren een standje gekregen van de
majoor, omdat zij de paters der abdij zoveel last en
onaangenaamheden lieten berokkenen door den troep ?
Niemand onzer had nochtans, noch aan de majoor, noch
elders zijn beklag gedaan over den troep, veel minder
over de gendarmen, die allen zonder uitzondering zich
ten onzen opzichte zeer korrekt en voorkomend ge-
droegen.
De gevangenen werden om 8 ½ in verhoor genomen en
om 11 uur reden ze naar Temse. De treinen Puurs- Sint-
Niklaas rijden zonder oponthoud nacht en dag alleen
voor het leger.
Broeder Hubertus zegt uit goede bron vernomen te
hebben dat alle reizigerstreinen gefusilleerd zijn. Toch
gesupprimeerd. Hij weet ook te zeggen dat Koning
Albert gisteren te Temse is geweest. In de vroegmis
vandaag waren er een tiental soldaten te communie,
item zoveel in de mis van 6 ½. In de hoogmis om 9 ½
waren ruim 100 soldaten tegenwoordig. De officieren
stonden vooraan. Een Luxemburgse piot, vader van 9
kinderen, komt er na zijnen kruisweg vragen om te
mogen beewegen in den pand, als wij er zijn. Hij is zeer
devoot.
In de abdijmuren werden meer dan 700 schietgaten gekapt.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 25 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Van 10 tot 12 uur ontploffingen te Steendorp. Om 10 ½
begint ook het kanon te bulderen zonder ophouden zuid
en zuid-west.
Op 4 uren komen van Sint-Amands de munitiewagens
terug die wij gisteren erheen zagen trekken. Talrijk
vluchtelingen van Buggenhout, Opwijk, enz. komen te
Bornhem aan. Onze soldaten staan met geladen geweer
te wacht aan de schietgaten van den muur. De wacht op
den toren vertelt dat ze op 3 mijlen in de lucht shrapnels
hebben zien ontploffen.
Uit het dagboek van E.H. Prior op 27 september :
De gendarm Maes van Bornhem kwam om 7 uren vragen
of wij geen Duitsers of Oostenrijkers in huis hadden
ontvangen. Het antwoord is neen. Geen nieuws over het
gevecht. Om 9 u ½ veel beweging op den gang.
Opgestaan zag ik onze luitenant Brabant met een
kommandant en officier die in het dorp geen logement
konden vinden en hier een slaapplaats kwamen vragen,
hetgeen hun gegeven werd op het ziekenhuis. Om kwart
voor 10 uren was ik terug op bed.”
Maandag 28 september 1914 (dag 57)
De officiers gisterenavond aangekomen met zes paarden
in de schuur, zijn deze morgen al vroeg vertrokken.
Van 7 tot 9 uur zagen we aan de bospoort heel de 5e
divisie (2.000 man) defileren op de steenweg van Sint-
Amands naar Bornem. Men zegt dat ze gisteren dapper
hebben gevochten, maar niet zonder grote verliezen. Zij
is op het terrein vervangen door de 6e divisie.
Om 9 ½ laat het kanon zich weer horen ten zuidwesten.
Het kanon zweeg van 10 ½ tot 1 uur en begon dan op-
nieuw geweldig te bulderen.
De vluchtelingen van Buggenhout, Sint-Amands,
Baasrode gisteren hier aangekomen, kregen deze mor-
gen bevel Bornem te verlaten en trokken met pak en zak
weer terug huiswaarts. Quanta miseria !
Om 4 uur bracht men een gevangene naar “ons kot”
maar ’t kot was vast en de sleutel verloren ! Dan maar
de schuur in, waar hij door 2 soldaten bewaakt werd.
Om 5 uur moest de schuur door paardenvolk bewaakt
worden en de gevangene werd naar het dorp gebracht in
een of andere kelder. Hij stortte tranen van berouw of
colere – ’t was toch te erg !
De brave jongen was als vrijwilliger in dienst getreden,
als chauffeur d’auto, en omdat hij tijdens een rustpoos
van zijn meester zijn machien verlaten had en een toerke
met een soldatenpaard gedaan had, mocht hij ’t kot in !
En : dient men zo het vaderland , dan is’t plezant, langs
den verkeerde kant !
Om 4 ½ kwam de kapitein-majoor met Pasture, dép. van
Nijvel en vrijwilliger soldaat, luitenant Brabant en Theo
Cammaert de werken in onze abdijhof inspecteren.
Om 6 ½ komt kaporaal Peten (novice van Postel) de
recreatie met ons doorbrengen, hij wordt vet en struis
met de soep van den troep en zijn onafscheidbaar
pijpke. Er was na de middag nogal veel wind, en de
beide molens draaiden volop, maar de Stenen molen
kreeg bevel er uit te scheiden.
Te 7 ½ horen wij veel lawijd in het dorp.
Kanon in de verte. ’t Fort van Bornem, dat wij nog niet
gehoord hadden, begint alle 2 minuten een geweldig
schot te lossen. Steendorp werpt zoeklicht naar hier.
Het electrisch licht deze avond te Bornem afgesloten.
’t Is 8 uur . Goeden nacht.
Aantekening van E.H. Prior op 28 september :
In den morgen alles stil. ‘s Namiddags tegen de avond
aanvraag voor inkwartiering van 180 carabiniers, die
omtrent 8 uur kwamen met grote honger. Weeral
hetzelfde spel. Stro halen, lichten zoeken en ruim 10 uur
Placibus en ik naar bed. Om half elf alerte, alle soldaten
naar buiten, waar zij blijven tot ‘s morgens, want de
Duitsers waren boven Sint-Amands.
’s nachts niets gebeurd of gezien”
Dinsdag 29 september 1914 (dag 58)
Custos quid de nocte ? Gisteren avond als ik reeds sliep,
ben ik gewekt door groot rumoer in den pand en op de
dormpter niet ver van mijn kamer. ’t Duurde niet lang en
‘k sliep weer in.
Om 10 ½ nogmaals wakker geworden door het lawijd
buiten. ’t passeert ook. Men vertelt deze morgen dat er
gisterenavond na 8 uur 200 karabiniers met vijf ambu-
lanciers zijn aangekomen van Londerzeel.
Twee priesters der ambulans hebben hier deze morgen
de H.Mis gelezen. Voor deze twee zijn ze gisterenavond
strozakken komen halen uit de kamers van Bernardus en
Hugo.
De karabiniers waren tegen 9 uur op de zolder in ’t stro
gekropen en om 10 ½ werd er alarm geblazen. Alle man
naar de loopgrachten en aan de schietgaten, er waren
Duitsers gesignaleerd te Sint-Amands. Deze morgen
stonden onze soldaten nog op de uitkijk. Er kwam niets.
Verscheidene hebben zich sedert 6 dagen niet meer
kunnen wassen en deze nacht hebben ze fel kou
geleden. De wind is sedert dezen morgen noordwest,
nu en dan een koude bui.
Ons Bornems fort, dat gisterenavond is beginnen te
schieten, is vanmorgen om 6 ½ opnieuw aangevangen.
Men zegt dat ze de statie van Malderen bombarderen
© Gemeentelijk Archief Bornem - 26 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
die door Duitsers bezet is. Ik denk aan onze kist boeken,
die nog te Malderen bij de boekbinder Averhals, welke
op slechts een boogscheut van de statie is, zijn huizeken
heeft. De karabiniers vertellen dat de Duitsers ook te
Londerzeel barbaars te werk zijn gegaan : zij hielden de
kerk bezet, die door Belgische artillerie is moeten in gruis
geschoten worden.
Om 8 uur ’s morgens komt een gendarm vertellen dat de
maalder van de Stenen molen gisteren in de namiddag is
aangehouden worden. Hij werd reeds lang door de
komandant van ’t fort verdacht met de vijand in betrek-
king te staan. Hij moest zijn molen stil leggen en schijnt
zich verklapt te hebben. Zij denken dat de molen wel zal
in de lucht vliegen. Werkelijk om 8 ½ beginnen genie-
soldaten het latwerk van de molenwieken af te kappen
Om 9 ½ zag ik in de kerk drie vrouwen van Herentals
zitten. ’t was Toke Loots met hare 2 dochters. Ze zijn gis-
teren van huis gaan vluchten omdat de Duitsers gingen
afkomen, ze dachten veiliger te zijn binnen de forten en
zijn ingekwartierd bij Clem. De Man in de straat.
In de “Presse” staat vandaag al te lezen dat Herentals
door de Duitsers gebombardeerd werd en de helft der
stad is afgebrand !
Aan de westkant der lindendreef op het veld zijn de
karabiniers een nieuwsoortige loopgracht aan ’t maken
voor … menselijke afval. ’t Was tijd, want de “sentinelles
parfumées” lagen in ons bosje zo dicht dat er geen
doorkomen meer was. Het fort van Bornem schiet de
hele voormiddag, soms 3 schoten per minuut. Tegen elf
uur begint ook het fort van Liezele en de Redoute van
Puurs naar Buggenhout en Malderen hun schrapnels te
zenden. Het ontploffen dezer “bonbons” enige sekonden
later dan het afschieten, maakt veel meer gedruis in de
lucht dan het losbranden. Ook in het zuidoosten horen
wij het kanon donderen. Ze vertellen dat het fort van
Walem de Pruisen beschiet, die in Mechelen zijn.
Na de refter om 11 ½ komt een kommandant met zijn
adjudant langs hospice en claustrum om op de toren te
gaan. Hij verzoekt ons beleefd voortaan het gelui der
klokken te staken, en vraagt om een klokkenzeel langs
buiten van de galerij op de toren naar beneden te
mogen hangen. De adjudant zal op de toren de
observatiepost waarnemen en door telefoonverbinding
aan het fort signalen geven. De Duitsers, zegt hij, hebben
reeds enkele obussen naar Bornems fort geworpen maar
niet bereikt. In geval onze toren beschoten werd en van
onder in brand geraakte of anderszins de ladders
onbruikbaar werden, dan zou hij toch nog langs het
klokkenzeel en bliksemafleiders naar beneden kunnen
geraken.
Kerktoren van de abdij diende als observatiepost.
Om 12 uur hebben wij alle beschikbare strozakken naar
de westelijken dormpter gesleept, voor de 7 aangemelde
ambulanciers. Er komen ook 10 officieren om logist.
4 ½ vliegt een Duitse Taube boven de abdij, vanuit het
fort wordt er op geschoten, zonder te treffen. Duitsers
worden geseind te Sint-Amands.
Vluchtelingen vandaar komen te Bornem aan.
Onze karabiniers trekken de vijand tegemoet.
Mitrailleusen staan er 2 gereed op het 2e verdiep van ’t
vreemdenkwartier, 2 aan de muur op de boomgaard, 2
aan de abri in de Kloosterstraat bij de eerste rij bomen,
en 1 of 2 aan de haag van den Dilft.
Om 5 uur krijgen wij 150 grenadiers te logeren.
Als ik om 8 uur naar bed ga, schieten alle forten in de
omtrek, te Bornem 5 maal per minuut.
Aantekening (laatste) van E.H. Prior op 29 september :
“Drukke dag. Vertrek der carabiniers en aankomst van
150 grenadiers. Zelfde spel voor eten en drinken.
13 officieren hebben die middag bij ons gegeten,
eveneens 7 brancardiers die bij ons geslapen. Geheel de
dag hebben de kanonnen van onze forten geschoten,
alsook te Walem, Duffel en Wavre St.Catherine.
Des avonds ruim 7 uur hield het schieten op, omdat de
Duitsers schenen te wijken na veel manschappen ver-
loren te hebben. Des ‘s nachts (dinsdag op woensdag)
tussen 2 en 3 uur veel kanongeschot op het fort, hetgeen
ik niet gehoord heb. Ik zou hebben willen vertrekken,
doch er was geen trein. De andere confraters en broeders
hadden geen schrik. Daarbij het schijnt mij onmogelijk
© Gemeentelijk Archief Bornem - 27 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
allen weg te gaan en het klooster alleen aan de soldaten
over te laten. Laat ons hopen, dat de goede God zich
onzer ontferme en dat het gevaar weldra moge
verdwijnen. Om 8 uur waren de soldaten in ’t algemeen
ook meer gerust.”
Woensdag 30 september 1914 (dag 59)
Het eerste nieuws deze morgen is dat de forten van
Liezele en Breendonk de hele nacht geschoten hebben.
Om 2 uur ben ik er van wakker geworden. Om 6 uur
naar het gasthuis om de H. Mis te lezen.
In het dorp van aan het Warregaren tot aan de Ster,
stond de straat vol kanons en munitiewagens vertrek-
kens gereed naar Sint-Amands.
In het Gasthuis zijn gisteren 2 soldaten van het fort
ingebracht. Ze waren licht gekwetst door een accident.
Een kanon brandde te vroeg los voordat de koepel
gedraaid was.
Enige werklieden van Bornem die er nog aan ’t cement
kruien waren, o.a. de Kattebaard, moesten ook weg ge-
dragen worden. Ze kregen hun ogen vol zand. Nog twee
andere lichtgekwetste soldaten werden gebracht. Deze
nacht nog een andere die te Opdorp na de slag 6 uur op
het veld was blijven liggen. Hij was zo koud als een lijk
toen men hem aanbracht, leefde toch nog.
Om 7 ½ trokken honderden vreemde vluchtelingen links
en rechts om een onderkomen te vinden.
Om 8 uur zie ik uit het brandspuithuisje een nieuwe
troep van 450 man door de hof voorbij de calefact naar
de lindendreef marcheren.
Een deel gaat de loopgrachten bezetten buiten de bos-
poort ; de anderen blijven in de dreef. De Komandant,
De Meulenaere, verscheidene dagen ongewassen, komt
zich aan de pomp in het scheerhuis verfrissen; bezichtigt
daarna met 2 andere officieren onze bibliotheek.
Aan de lindendreef, oostkant een meter vijftig van de
bomen, begon de troep op geheel de lengte vanaf de
vijver tot aan de bospoort, met spaden en schoppen een
nieuwe loopgracht te graven. De uitgegraven grond
gooit men in de dreef op de steenweg. Het zijn
grenadiers, allen struise kerels, die, volgens de getui-
genis van hun aalmoezenier, de reputatie hebben van
nog al gemakkelijk te gaan lopen als de vijand het ernstig
meent.
Op de steenweg van Sint-Amands naar Bornem trekken
de hele voormiddag vluchtelingen voorbij met hele
groepen.
Voor de middag werden er ook in de Barelstraat twee
Duitse spionnen aangehouden, ze hadden zich als
Belgisch piotten verkleed, de hond die hen vergezelde,
werd doodgeschoten.
Het kanon buldert geweldig overal zonder ophouden.
Ten 1 uur schoot het fort van Bornem. Kwart na één uur
werd het eerste antwoord, een shrapnel door ons waar-
genomen – een losbranding in de verte, een suizen door
de lucht gedurende enige sekonden, dan een ont-
ploffing, in de lucht een wit wolkje achterlatend.
De eerste, zei men, kwamen een of twee honderd
meters te kort. De anderen op het voorwerk van het
fort. Op een half uur tijd telden wij zowat 6 of 7 Duitse
ontploffingen.
De officieren en soldaten sloegen er weinig of geen acht
op. ’t was enkel een demonstratie van de Duitsers dat ze
daar waren, maar ze zouden geen aanval langs hier op
Antwerpen wagen. Overigens, zegden zij, de ... Major
Allemand trekt af op Namen.
Onze hond John, schijnt de Pruisen te willen bang maken
met nacht en dag te blaffen zo hard hij maar kan.
De komandant is het er echter niet mee eens, en geeft
bevel dat nachtlawijd te staken. John verstond geen
Frans en nu kreeg broeder Remigius de waarschuwing te
horen van de bevelhebber “dat hond nog bass, ik doen
fusiljeer hem”
John moest gisterenavond de kelder in, vandaag werd hij
zijn vroegere eigenaar aangeboden, maar hij was hem de
kost niet waard en John bleef onder het ziekenhuis in de
© Gemeentelijk Archief Bornem - 28 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
kelder tegenover de appelkelder, daar kan hij ook dienst
doen.
Kwart voor 4 uur staan wij, Prior, Henricus en Benedictus
in de lindendreef bij de soldaten in de lucht te gapen.
Sedert een half uur komen de obussen en shrapnels zeer
dicht naar het fort aangevlogen. Op minder dan vijf
minuten telden wij er 6 of 7 die naar de abdij afkwamen.
Zij ontploffen op 100-200-300 meters van onze weste-
lijke muur op de macadam naar de Grote Hei.
Een soldaat die aan de schietgaten stond, vertelde dat er
een vrouw die naar de Grote Hei opging, ijlings
omkeerde toen zij op korte afstand voor haar een obus
in de grond zag neerploffen. Een schot is duidelijk
hoorbaar over de abdij heen gesuisd, denkelijk naar onze
abdijtoren. Daarop, aan de galerij, staan wel 10 of 12
soldaten op de uitkijk.
Om 4 uur juist, komen er uit de richting van Antwerpen 2
vliegmachienen over Bornem, tot aan het fort en keren
dan met een lange zwenking langs de houten molen
terug.
Om 4 ½ vertrekt de compagnie grenadiers uit de
dreef langs waar zij dezen morgen binnenkwam.
Een weinig later werd zij vervangen door een
compagnie van het 13e linieregiment. Het fort
van Bornem schiet geweldig en immer meer
suizen de vijandelijke projectielen door de lucht.
Dat gesuis echter – hoewel ook binnenshuis
hoorbaar – maakt op ons geen anderen indruk
dan die van een fusée bij een groot vuurwerk.
Het kanonnengedonder overstemt alles, en ook
daaraan gewent men zich. Toch waren wij
bewust dat het ernstig werd en gevaarlijk buiten
te blijven.
Na korte beraadslaging besloten wij maar om 5
uur volgens gewoonte het officie in de koor te
doen. Wij waren pas in gang als er dreunende
losbrandingen, zoals wij er nog geen gehoord
hadden, de kerk deden daveren. Het duurde
bijna heel het officie en met regelmatige pozen.
Onder de recreatie zegt ons een officier dat het
Engelse kanons zijn, die pas aangekomen,
opgesteld zijn in de Breeveldstraat niet ver van
het kapelleke Van Vracem, over het fort heen
schieten naar Baasrode.
Daar waren de Duitsers bezig een pont te maken
over de Schelde : hun werk wordt vernietigd. Die
kanons dragen wel 3 uur ver. Te Baasrode staat
een hoef en een groot batiment in brand. De
lucht in die richting is er vuurrood. De telefoon
aan onze voordeur, door de wachtpost op de
toren ingelicht, seint naar het fort dat er 2.000 Duitsers
een schuilplaats zochten in het park van Nieuwland te
Opdorp, en kort daarop braakten de Engelse kanons en
die van de forten te Bornem en Puurs vuur en vlam in die
richting. Ook daar was brand in de lucht te zien.
’t werd reeds donker en vanuit onze hof zagen we de
losbranding der kanonnen voordat wij ze hoorden. Een
ander officier vertelde ons nog dat er in de bossen van
Sint-Amands en Mariekerke nog vier of vijf onzer veld-
batterijen verscholen lagen om er de Pruisen een ver-
rassing aan te bieden, als zij het wagen zouden naar
Bornem te komen.
De soldaten hadden reeds stukken van shrapnels, die op
de macadam terecht gekomen waren.
Om 7 ½ zwegen de kanonnen en om 8 uur gaan we
slapen.
top related