de inhoud van dit thema: 1-1 1.2visie op de zorg en de uitgangspunten van ondersteuning 1.3...

Post on 12-May-2015

217 Views

Category:

Documents

1 Downloads

Preview:

Click to see full reader

TRANSCRIPT

De inhoud van dit thema:

1-1

1.2 Visie op de zorg en de uitgangspunten van ondersteuning

1.3 Kwaliteitsdomeinen van de gehandicaptenzorg

1.4 Kwaliteitsthema’s in de gehandicaptenzorg

1.5 Het ondersteuningsplan

1.6 Bouwstenen van het ondersteuningsplan

1.7 Ondersteuningsplan: een voorbeeld

1.8 In de praktijk

Visie op de zorg en uitgangspunten van het

ondersteuningsplan:

1-2

• visie

• uitgangspunten van ondersteuning

Twee uitgangspunten op basis van de visie:

1-3

• kwaliteit van bestaan:

zorg en ondersteuning zijn gericht op het

bevorderen dan wel in stand houden van de

kwaliteit van bestaan van mensen met een

beperking

• regie over eigen leven:

eigen regie van mensen met een beperking is een

centrale waarde in zorg en ondersteuning

Acht domeinen kwaliteit van het bestaan:

1-4

• emotioneel welbevinden

• interpersoonlijke relaties

• materieel welbevinden

• persoonlijke ontplooiing

• lichamelijk welbevinden

• zelfbepaling

• sociale inclusie (deelname aan de samenleving)

• rechten

Kwaliteit van de zorgorganisatie:

1-5

• zorgafspraken en ondersteuningsplan

• waarborging veiligheid cliënten

• kwaliteit medewerkers en organisatie

• samenhang in zorg en ondersteuning

• tevredenheid van de cliënt

Het ondersteuningsplan:

1-6

• het begrip ondersteuningsplan

• uitgangspunten van het ondersteuningsplan

Bouwstenen van het ondersteuningsplan:

1-7

• de cirkel van Deming

• informatiedeel

• beeld

• ondersteuningsbehoefte en perspectief

• doelen

• actieplan

• rapportage en evaluatie

Beeld:

1-8

• levensgeschiedenis en levensverhaal

• anamnese en diagnose

• persoonsbeeld

De inhoud van dit thema:

2-1

2.2 Taken en positie persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg

2.3 De waarden van de ondersteuning voor mensen met een beperking

2.4 De complexiteit van de ondersteuning2.4 De competenties van de professional2.5 De coördinatie van de ondersteuning2.6 Communiceren2.7 Keuzes en dilemma’s2.8 Kwaliteit2.9 In de praktijk

De competenties van de professional:

2-2

• cliëntgericht handelen

• doelgericht handelen

• ontwikkelingsgericht handelen

• netwerkgericht handelen

• samenwerkingsgericht handelen

Cliëntgericht handelen:

2-3

• cliëntgerichte houding

• cliëntgerichte kennis

• cliëntgerichte vaardigheden

Samenwerkingsrelaties:

2-4

• samenwerken met de cliënt

• samenwerken met de ouders van de cliënt

• samenwerken met je collega’s

De coördinatie van de ondersteuning:

2-5

• procesbeschrijving werken met

ondersteuningsplannen

• coördineren van ondersteuning in het team

Aandachtspunten ondersteuningsplancyclus:

2-6

• coördinatie

• dialoog met de cliënt

• sociaal netwerk

• interdisciplinaire aanpak

• aansluiting op indicatie en zorgzwaarteprofiel

• tijdslimieten

• toetsing ondersteuningsplan

De SOSO-methodiek:

2-7

• S = sluit aan

• O = open staan

• S = structuur aanbrengen

• O = open kaart spelen

De inhoud van dit thema:

3-1

3.2 Gedragsleer en psychologie

3.3 Motivatie en gedrag

3.4 Socialisatie

3.5 Groepsdynamica

3.6 Leiderschap

3.7 In de praktijk

Gedragsleer en psychologie:

3-2

• wat is psychologie?

• hoofdgebieden van de psychologie

• bestudering van gedrag

Vijf hoofdgebieden van de psychologie:

3-3

• methodenleer

• persoonlijkheidsleer

• functieleer

• ontwikkelingsleer

• gedragsleer

Groepsdynamica:

3-4

• wat is groepsdynamica?

• systemen

• systeemgericht werken

• contextuele therapie

Systemen:

3-5

• systeemtheorie

• cliëntsysteem

• parentificatie

• de zondebok

De inhoud van dit thema:

4-1

4.2 Wat verstaan we onder gedragsproblemen

4.3 De oorzaken van probleemgedrag

4.4 Omgaan met probleemgedrag

4.5 Agressie

4.6 Omgaan met agressie

4.7 In de praktijk

Oorzaken van gedragsproblemen:

4-2

• in iemand zelf

• in zijn sociale omgeving

• in de fysieke ruimte en andere omstandigheden

• in de maatschappij

Omgaan met probleemgedrag:

4-3

• de oorzaak achterhalen en symptoombestrijding vermijden

• het gedrag serieus nemen en het de persoon niet aanrekenen

• de persoon en zijn omgeving beschermen• handel naar de Wet BOPZ• je het probleemgedrag niet persoonlijk

aantrekken• willen beheersen van probleemgedrag leidt

vaak tot méér probleemgedrag• omgaan met specifiek gedrag door stoornissen

Uitingen van agressie:

4-4

• automutilatie

• destructief en gewelddadig gedrag

• onderlinge irritaties en ruzie

Omgaan met agressie:

4-5

• probeer de reden voor de agressie te achterhalen

• bouw kennis op

• vertaal het agressieve gedrag naar een hulpvraag

• stem je aanpak af op het gedrag

• benader het gedrag methodisch

• maak een signaleringsplan

• wees congruent (gelijkvormig)

• meld agressief gedrag

De inhoud van dit thema:

5-1

5.2 Syndroom van Down en het fragiele-X-syndroom

5.3 Minder vaak voorkomende syndromen

5.4 In de praktijk

Minder vaak voorkomende syndromen:

5-2

1 Klinefelter syndroom2 Cri-du-Chat3 syndroom van Turner4 Patau syndroom5 Rett syndroom6 syndroom van Prader-Willi7 Angelman syndroom8 Rubinstein-Taybi syndroom9 Cornelia-de-Lange syndroom10 Foetaal Alcohol

syndroom11 Tubereuze sclerose12 CHARGE syndroom

13 Fenylketonurie14 Lesch-Nyhan

syndroom15 Noonan syndroom16 Smith-Lemli-Opitz

syndroom17 Smith-Magenis

syndroom18 Sotos syndroom19 syndroom van

Sanfilippo20 syndroom van

Edwards21 VCF syndroom22 Williams-Beuren

syndroom23 Wolf-Hirnschorn

syndroom

De inhoud van dit thema:

6-1

6.2 Wat is oud zijn en veroudering

6.3 Lichamelijke aspecten van veroudering

6.4 Psychische aspecten van veroudering

6.5 Sociale aspecten van veroudering

6.6 Wensen en behoeften van ouderen

6.7 Psychische problemen bij ouderen

6.8 Begeleiding van ouderen met een verstandelijke

beperking

6.9 Tips voor de praktijk

Wat is oud zijn en veroudering?

6-2

• kalenderleeftijd

• psychologische leeftijd

• sociologische leeftijd

• continuümgedachte

• sterke toename ouderen met een

verstandelijke beperking

Lichamelijke aspecten van veroudering:

6-3

• lichamelijke veranderingen

• mensen met het syndroom van Down

Onderwerpen veroudering:

6-4

• de zorgafhankelijkheid

• de algemene dagelijkse levensverrichtingen

• de motoriek

• lichamelijke aandoeningen

Psychische aspecten van veroudering:

6-5

• gedrag en gevoelens

• het denken

• de communicatie

• syndroom van Down en de ziekte van Alzheimer

Sociale aspecten van veroudering:

6-6

• dreigend verlies aan sociale contacten

• verminderd activiteitenaanbod

• samenhang tussen lichamelijke, psychische en

sociale aspecten

Psychische problemen:

6-7

• dementie

• depressie

• depressie bij mensen met het syndroom van Down

• angststoornissen

Begeleiding van ouderen met een

verstandelijke beperking:

6-8

• stabiliserend en accepterend

• begeleidingsmethodieken

De meest gehanteerde

begeleidingsmethodieken:

6-9

• basale strategie

• warme zorg

• realiteitsoriëntatie training

• validation

• snoezelen

Kenmerken snoezelen:

6-10

• activeren van zintuigwaarneming en motoriek

• met name lichaamsgebonden gewaarwording

• vooral gericht op prettige gewaarwordingen

De inhoud van dit thema:

7-1

7.2 Psychische problemen bij mensen met een

verstandelijke beperking

7.3 Autistische stoornissen bij mensen met een

verstandelijke beperking

7.4 Behandelings- en begeleidingsmethoden

7.5 Tips voor de praktijk

Psychische problemen bij mensen met een

verstandelijke beperking:

7-2

• meer of minder psychische problemen

• oorzaken van verhoogde kwetsbaarheid voor

psychische problemen

Oorzaken verhoogde kwetsbaarheid voor

psychische problemen:

7-3

• organische factoren

• psychosociale factoren

• omgevingsfactoren

Autistische stoornissen bij mensen met een

verstandelijke beperking:

7-4

• de relatie tussen een verstandelijke beperking

en een autistische stoornis

• diagnostische problemen

• verschijningsvormen van autisme bij mensen

met een verstandelijke beperking

Verschijningsvormen van autisme bij mensen

met een verstandelijke beperking:

7-5

• twee subtypen

• veranderingen gedurende de ontwikkeling

• primaire en secundaire contactstoornis

Behandelings- en begeleidingsmethoden:

7-6

• voorspelbaarheid en structuur

• de ontwikkelingsdynamische benadering

• ontwikkelingsdynamische relatietherapie

• de contacttherapie

De inhoud van dit thema:

8-1

8.2 Psychische problemen en

gedragsproblemen

8.3 Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk

gehandicapt (SGLVG)

8.4 Tips voor de praktijk

Psychische problemen en gedragsproblemen:

8-2

• oorzaken

• aard van de problematiek

Sterk gedragsgestoord licht verstandelijk

gehandicapt (SGLVG):

8-3

• poging tot typering van de SGLVG-er

• indeling in subgroepen

• moeilijke en groeiende problematiek

• behandelcentra en behandelingsmethodieken

SGLVG-behandelcentrum:

8-4

• behandelcentra

• behandelingsmethodieken

Behandelingsmethodieken:

8-5

• gentle teaching

• ontwikkelingsdynamische benadering

• sociaal competentiemodel

• psycho-sociale rehabilitatie

• methode Heijkoop

De inhoud van dit thema:

9-1

9.2 De gezondheidstoestand van mensen met een

verstandelijke beperking

9.3 Voedingsproblemen

9.4 Zintuiglijke beperkingen

9.5 Cerebrale parese

9.6 Epilepsie

9.7 Tips voor de praktijk

Voedingsproblemen:

9-2

• obstipatie

• slokdarmproblemen

• kauw- en slikproblemen

• ondergewicht en overgewicht

Zintuiglijke beperkingen:

9-3

• auditieve beperkingen

• visuele beperkingen

Visuele beperkingen:

9-4

• onderkennen van visuele beperkingen

• leefomgeving en begeleiding

Cerebrale parese:

9-5

• wat is cerebrale parese

• vormen van cerebrale parese

Indeling cerebrale parese naar vorm:

9-6

• indeling op basis van functies die gestoord zijn

• indeling op basis van aangedane

lichaamsgebieden

Drie belangrijke aandachtsgebieden zijn:

9-7

• communicatie

• eten en drinken

• houding en beweging

Epilepsie:

9-8

• wat is epilepsie

• begeleiding en behandeling

Wat is epilepsie:

9-9

• oorzaken

• cijfers

• specifieke epilepsiesyndromen

Factoren begeleiding:

9-10

• epilepsie specifieke factoren

• situatiegebonden factoren

• persoonlijke factoren

De inhoud van dit thema:

10-1

10.2 Wat is ernstig meervoudig beperkt?

10.3 Begeleiding

10.4 Communiceren

10.5 Hulpmiddelen

10.6 Verzorging

10.7 In de praktijk

Wat is ernstig meervoudig beperkt?

10-2

• begripsomschrijving

• oorzaken

• gevolgen

• de gevolgen per leeftijdsfase

Oorzaken van ernstige meervoudige

beperkingen:

10-3

• hersenbeschadiging

• chromosomale afwijkingen

• stofwisselingsziekten

• geboortetrauma

• ernstige infecties tijdens of na de zwangerschap

• zwaar trauma

• hersenvliesontsteking of coma

• aangeboren stofwisselingsziekte

De gevolgen per leeftijdsfase:

10-4

• van pasgeborene tot kleuter (0 tot 4 jaar)

• van 4 tot 12 jaar

• tieners en jongeren: 12 tot 20 jarigen

• volwassenen

Communiceren:

10-5

• communicatieniveaus

• contact maken

• interpreteren van signalen

• totale communicatie

• verstaanbaar maken

• ervaar het maar

Vier communicatieniveaus:

10-6

• situatieniveau

• signaalniveau

• symboolniveau

• gesproken taal

De inhoud van dit thema:

11-1

11.2 Wat is seksualiteit?

11.3 Seksualiteit bij mensen met een

verstandelijke beperking

11.4 Begeleiding bij de behoefte aan seks

11.5 Ongewenste intimiteit en seksueel misbruik

11.6 Hulpmiddelen

11.7 In de praktijk

Seksualiteit bij mensen met een

verstandelijke beperking:

11-2

• de omgang met seksualiteit in het verleden

• Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling

• verstandelijk beperkt en kinderwens

Begeleiding bij de behoefte aan seks:

11-3

• op zoek naar de eigen seksualiteit

• voorlichting

• protocollen

De inhoud van dit thema:

12-1

12.2 Ontstaan activiteitenbegeleiding en

woonbegeleiding

12.3 Vormen van activiteitenbegeleiding

12.4 Vormen van woonbegeleiding

12.5 Woonvormen en mate van beperking

12.6 In de praktijk

Ontstaan activiteitenbegeleiding en

woonbegeleiding:

12-2

• het ontstaan van de activiteitenbegeleiding

• het ontstaan van woonbegeleiding

Voorzieningen woonbegeleiding:

12-3

• beschutte dagbesteding

• dagcentrum

• projecten

• zorgboerderij

• werkcentrum

• arbeidsintegratie

Voorzieningen binnen woonbegeleiding:

12-4

• beschut wonen

• wooncentrum (GVT of leefgroep)

• kleinschalig woonproject

• begeleid zelfstandig wonen

• deeltijd wonen

• gezinswoonvorm

• zorgboerderij

Woonvormen en mate van beperking:

12-5

• beschut wonen en dagbesteding

• wooncentrum, dagcentrum, kleinschalig woonproject

• zorgboerderij

• projecten, werkcentrum, begeleid zelfstandig wonen

• arbeidsintegratie en ambulante begeleiding

• deeltijd wonen, gezinswoonvorm en KDC

De inhoud van dit thema:

13-1

13.2 Verschillende groepen van

activiteitenbegeleiding

13.3 Taken van de activiteitenbegeleider

13.4 Taken van de woonbegeleider

13.5 Competenties en positie van de activiteiten- of woonbegeleider

13.6 Visies op activiteiten- en woonbegeleiding

13.7 In de praktijk

Verschillende groepen van

activiteitenbegeleiding:

13-2

• leefgroepen

• ouderengroepen

• groepen gerelateerd aan werk

• arbeidsintegratie

De inhoud van dit thema:

14-1

14.2 Het methodisch stappenplan

14.3 Het vijf-fasenplan

14.4 In de praktijk

Vijf-fasenplan:

14-2

1 beginsituatie vaststellen

2 doelen stellen

3 strategie bepalen

4 plan uitvoeren

5 evalueren

Aspecten beginsituatie:

14-3

• de deelnemers

• accommodatie en materiaal

• mogelijkheden van de begeleiders

• financiële middelen

• tijdsduur en tijdstip activiteit

• bijzondere omstandigheden

• beleid van de instelling

Verschillende doelen:

14-4

• agogische doelen

• ontwikkelingsdoelen

• doelen met betrekking tot vrijetijdsbesteding

• doelen met betrekking tot de gezondheid

De strategiebepaling:

14-5

• instrumenteel-technische planbeschrijving

• agogische planbeschrijving

• praktische voorbereidingen

Instrumenteel-technische planbeschrijving:

14-6

• appèlwaarde

• structuur

Aspecten van de uitvoering:

14-7

• ontvangst

• presentatie

• gedrag van de deelnemer

• handelen van de begeleiders

• accepterende aanwezigheid

• begeleiden

• improviseren

• terugblik en afsluiting van de activiteit

De inhoud van dit thema:

15-1

15.2 Wat is een dilemma?

15.3 Tien dilemma’s

15.4 Omgaan met dilemma’s

15.5 In de praktijk

Tien dilemma’s:

15-2

• zelfregie tegenover inperking van vrijheid• weglopen of erbij blijven• een intern conflict, een conflict binnen jezelf• wensen van de cliënt tegenover wensen van de

sociale omgeving• grote problemen, weinig invloed• diagnose accepteren of heronderzoek (laten)

doen• alleen werken of anderen erbij betrekken• één cliënt, vele opvattingen, vele hulpverleners• andere culturen, andere benadering• een juiste inschatting of toch niet

Vijf stappen bespreking ethische dilemma’s:

15-3

1 Wat zijn feiten en wat is precies het dilemma

en voor wie

2 Welke handelingsmogelijkheden zijn er en

welke overwegingen spelen daarbij een rol

3 Welke waarden en belangen staan er op het

spel en welke wegen het zwaarst

4 Beslissen en toetsen

5 Uitvoeren van het besluit en evaluatie

De inhoud van dit thema:

16-1

16.2 Methoden: samenvatting

16.3 Methoden: vervolg

16.4 In de praktijk

Samenvatting reeds beschreven methoden:

16-2

• zintuiglijke stimulering

• gentle teaching

• totale communicatie

• vroeghulp

• hometraining en PPG

• gedragsmodificatie

Kenmerken zintuiglijke stimulering:

16-3

• zintuiglijke informatie is essentieel voor

cognitieve ontwikkeling

• stimuleren sensomotorische ontwikkeling

• uitlokken van gedrag

• aansluiten bij ontwikkelingsniveau van het kind

Kenmerken gentle teaching:

16-4

• geen methode in engere zin, maar levenshouding

• gaat uit van respect, dialoog en saamhorigheid

• gedrag komt voort uit gevoelens

• uitgangspunt is niet: (af)leren

Kenmerken totale communicatie:

16-5

• communicatie: uitwisseling van informatie tussen

zender en ontvanger

• stimuleren van communicatie op alle zintuiglijke

gebieden

• gebruikmaken van hulpmiddelen als beeldmateriaal,

echte voorwerpen, licht, geur, muziek en geluiden

• lichaamstaal gebruiken: mimiek, gebaren, houding

Kenmerken vroeghulp:

16-6

• gericht op kinderen met een verstandelijke

beperking, in de leeftijd van 0 tot 4 jaar

• uitgangspunt: zoveel mogelijk voorkómen van

ontwikkelingachterstanden

• inspelen op mogelijkheden die het kind wél heeft

• bij ouders en kind thuis, door een begeleider van

MEE

Kenmerken hometraining en PPG:

16-7

• vervolg op vroeghulpprogramma’s

• homertraining: ondersteuning van de ouders door

geven van richtlijnen voor de opvoeding

• hometrainer is rolmodel voor de ouders

• PPG: geen hulpverlenersrelatie met ouders, maar

samenwerkingsrelatie

• PPG: terughoudend in het geven van richtlijnen,

gericht op vergroten van het vertrouwen van de

opvoeder in de eigen mogelijkheden

Kenmerken gedragsmodificatie:

16-8

• leertheorie: alle gedrag is aangeleerd (ook ongewenst gedrag)

• alle gedrag is af te leren (ook ongewenst gedrag)

• positieve reacties leiden tot toename gewenst gedrag

• negatieve reacties leiden tot toename ongewenst gedrag

• negeren: na aanvankelijke toename neemt gedrag af

• voorstanders: gedragsmodificatie geeft goede resultaten

• tegenstanders: je mag mensen niet africhten

Methoden:

16-9

• Active Support

• Eigen-Initiatief Model

• Son-rise

• TEACCH

• methode Urlings

• methode Vlaskamp

• oplossingsgericht werken

• OTS en mentorschap

Vier onderdelen van Active Support:

16-10

• ondersteuningsplannen

• activiteitenplannen

• gelegenheidsplannen

• instructieplannen

Eigen-Initiatief Model (EIM):

16-11

• wat is het generalisatieprobleem?

• de werkwijze

• drie algemene vaardigheden

• stoplicht

• de rol van de begeleider

TEACCH:

16-12

• de toepassing

• het doel

• kenmerken en werkwijze

• wat biedt TEACCH

Kenmerken van TEACCH:

16-13

• visualiseren van de tijd in weekkaarten en dagkaarten

• visualiseren van de activiteiten van de cliënt door

middel van picto’s

• structureren van de activiteiten van de cliënt door

middel van afgeschermde werkplekken,

opdrachtbakjes, beloningstaken

Vier elementen van de methode van Urlings:

16-14

1 accepteren van de eigenheid van de cliënt

2 een combinatie van verschillende wijzen van

benadering

3 het levensverhaal van de cliënt

4 de huidige wensen van de cliënt

De stappen van de methode-Vlaskamp:

16-15

• de beeldvorming (persoonsbeeld) met perspectief

beschrijven

• hoofddoel vaststellen

• werkdoel vaststellen

• concrete activiteiten beschrijven

• uitvoering en rapportage

• evaluatie en terugkoppeling naar de beeldvorming

Kenmerken oplossingsgericht werken:

16-16

• oplossingen staan centraal• cliënt is deskundige van zijn eigen probleem• aandacht voor doelen en verwachtingen van de

cliënt• hulpverleners stellen vooral vragen• externaliseren van het probleem• taalgebruik sluit aan bij cliënt• stapsgewijze vooruitgang door kleine en

concrete doelen• evalueren en waarderen van vooruitgang

Wettelijke maatregelen meerderjarigen:

16-17

• curatele

• bewind

• mentorschap

De inhoud van dit thema:

17-1

17.2 Wet- en regelgeving17.3 Medicatie: van ontwikkeling tot gebruik17.4 Medicatie op recept17.5 Naamgeving van medicatie17.6 Functies van medicatie17.7 Werking van medicatie17.8 Toedieningsvormen17.9 Soorten medicatie17.10 Taken bij medicatieverstrekking17.11 In de praktijk

Wet en regelgeving:

17-2

• Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

(BIG)

• Wet op de Geneesmiddelenvoorziening

• Opiumwet

Begrippen uit de Wet BIG:

17-3

• voorbehouden handelingen

• risicovolle handelingen

• overige handelingen

Functies van medicatie:

17-4

• genezing van aandoeningen

• verminderen van klachten

• voorkomen van aandoeningen

• herstellen, verbeteren of wijzigen van het

functioneren van organen

• stellen van een diagnose

• placebo-effect

Toedieningsvormen medicijnen:

17-5

• tablet• dragee• capsule• dranken• zalven en crèmes• lotions• strooipoeder• druppels• inhalaties• vloeistoffen• zetpillen• pleisters

Soorten medicatie:

17-6

• antibiotica• anti-epileptica• pijnstillers• slaapmiddelen• psychofarmaca• laxeermiddelen (laxantia)• middelen tegen diarree• antistollingsmiddelen• middelen tegen luchtwegaandoeningen• middelen tegen allergie• middelen voor hart en bloedsomloop• middelen die van invloed zijn op de bloeddruk• middelen tegen bloedarmoede• vitaminen• maagmiddelen• cytostatica• hormonen

Onderverdeling psychofarmaca:

17-7

• antipsychotica

• antidepressiva

• stemmingsstabilisatoren

• tranquilizers

Taken bij medicatieverstrekking:

17-8

• administratie/bestellen

• medicijnen opbergen

• medicijnen uitzetten

• medicijnen verstrekken

• taken bij ‘zonodig medicatie’

• observatie en rapportage bij medicatiegebruik

• bewaren en houdbaarheidsdatum

Speciale aandacht bij observatie voor:

17-9

• allergische reacties

• invloed op dagelijks functioneren

• resistentie

• opstapeling

• gewenning

De inhoud van dit thema:

18-1

18.2 Wat is kwaliteit

18.3 Wetgeving

18.4 Het programma ‘Zorg voor Beter’

18.5 Kwaliteitsmodellen

18.6 Kwaliteitsmethoden op de werkvloer

18.7 In de praktijk

Wat is kwaliteit:

18-2

• kijken naar kwaliteit

• diverse definities van kwaliteit

• kwaliteit vanuit divers perspectief

• aspecten van kwaliteit

Kwaliteit is:

18-3

• een subjectief begrip

• een relatief begrip

• aan inflatie onderhevig

Kwaliteit vanuit divers perspectief:

18-4

• cliënt

• hulpverlener

• manager

• zorgverzekeraar

• overheid

Wetgeving gericht op kwaliteit:

18-5

• Kwaliteitswet zorginstellingen• Wet op de beroepen in de individuele

gezondheidszorg (de Wet BIG)• Wet betreffende de overeenkomst inzake

geneeskundige behandeling (de WGBO)• Wet klachtrecht cliënten zorgsector (de WKCZ)• Wet medezeggenschap cliënten

zorginstellingen (de WMCZ)• Wet cliëntenrechten zorg

Belangrijke thema’s in de nieuwe Wet

cliëntenrechten zorg:

18-6

• recht op beschikbare en bereikbare zorg• recht op keuze (informatie)• recht op kwaliteit en veiligheid• recht op informatie, toestemming,

dossiervorming en privacy• recht op afstemming tussen hulpverleners• recht op een effectieve en laagdrempelige

klachtenbehandeling• recht op medezeggenschap en goed bestuur

Kwaliteitsmodellen:

18-7

• de CQ-index

• het INK-model

• HKZ

• PDCA-cyclus

Kwaliteitsmethoden op de werkvloer:

18-8

• richtlijnen en protocollen• zorg-, begeleidings- of behandelplannen• werkoverleg• intervisie/supervisie• intercollegiale toetsing• gebruikmaken van controlelijsten• systeem van melden van (bijna)fouten en

incidenten• exitinterviews• tevredenheidmetingen

top related