de servisch kerkslavische vertaling van pseudo …...universiteit gent faculteit letteren &...
Post on 22-Jan-2020
8 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Universiteit Gent
Faculteit Letteren amp Wijsbegeerte
Academiejaar 2007-2008
De Servisch Kerkslavische vertaling
van Pseudo-Photius‟ Opusculum contra Francos
Transcriptie
op basis van de Codex Chilandaricus 405
met commentaar
Verhandeling ingediend tot
het behalen van de graad van
Master in de Oost-Europese
Talen en Culturen
Promotor Dr L Sels door Beatrijs De Mol
1
DANKWOORD
Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor Dr L Sels die mijn belangstelling wekte
voor dit onderwerp en op wie ik tijdens de totstandkoming van deze masterproef steeds kon
rekenen Ik heb van Dr L Sels de meest volledige hulp en begeleiding gekregen waarvan ik
geloof dat die veel meer was dan gebruikelijk
Ook wil ik graag Professor Dr J Vereecken bedanken voor de toelating die zij mij gaf om
haar bureau te gebruiken voor het opzoekingswerk van deze masterproef
Tot slot dank ik mijn zussen Joanna en Machteld voor hun nuttige tips en waardevolle
opmerkingen
2
Inhoudstafel
INLEIDING p 3
I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5
12 De tekstoverlevering p 7
13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9
14 Verklaring van de aanklachten p 10
De Vasten p 10
Het Filioque p 13
14 Photios of niet p 14
II DE SLAVISCHE TEKST p 15
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15
Bulgarije en Servieuml p 16
Kiev-Rusland p 18
De Kormčaja kniga p 21
22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de
Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22
Paleografische kenmerken p 22
Orthografische kenmerken p 23
De taal p 23
24 Vergelijking van de beide codices p 24
25 Verklaring van de aanklachten p 24
Over ketters p 24
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN
SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27
31 Noten p 48
IV CONCLUSIE p 51
V BIBLIOGRAFIE p 52
VI BIJLAGEN p 54
3
INLEIDING
Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische
vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van
oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende
eeuw van Constantinopel
Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische
fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)
uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de
eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt
en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra
Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en
dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt
werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over
geschreven
Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al
onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat
hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met
deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de
Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek
Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de
transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften
die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds
vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de
vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de
verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken
werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk
van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van
mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de
Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling
Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende
noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had
gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire
literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de
1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary
tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic
literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist
This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A
JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A
NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin
Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119
4
verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en
hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen
Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest
dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest
Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie
quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten
over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik
geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de
vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de
cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een
classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd
zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene
onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de
volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige
opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet
vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag
hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze
moeilijkheden
Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije
academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
1
DANKWOORD
Mijn speciale dank gaat uit naar mijn promotor Dr L Sels die mijn belangstelling wekte
voor dit onderwerp en op wie ik tijdens de totstandkoming van deze masterproef steeds kon
rekenen Ik heb van Dr L Sels de meest volledige hulp en begeleiding gekregen waarvan ik
geloof dat die veel meer was dan gebruikelijk
Ook wil ik graag Professor Dr J Vereecken bedanken voor de toelating die zij mij gaf om
haar bureau te gebruiken voor het opzoekingswerk van deze masterproef
Tot slot dank ik mijn zussen Joanna en Machteld voor hun nuttige tips en waardevolle
opmerkingen
2
Inhoudstafel
INLEIDING p 3
I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5
12 De tekstoverlevering p 7
13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9
14 Verklaring van de aanklachten p 10
De Vasten p 10
Het Filioque p 13
14 Photios of niet p 14
II DE SLAVISCHE TEKST p 15
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15
Bulgarije en Servieuml p 16
Kiev-Rusland p 18
De Kormčaja kniga p 21
22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de
Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22
Paleografische kenmerken p 22
Orthografische kenmerken p 23
De taal p 23
24 Vergelijking van de beide codices p 24
25 Verklaring van de aanklachten p 24
Over ketters p 24
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN
SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27
31 Noten p 48
IV CONCLUSIE p 51
V BIBLIOGRAFIE p 52
VI BIJLAGEN p 54
3
INLEIDING
Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische
vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van
oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende
eeuw van Constantinopel
Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische
fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)
uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de
eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt
en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra
Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en
dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt
werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over
geschreven
Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al
onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat
hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met
deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de
Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek
Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de
transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften
die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds
vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de
vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de
verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken
werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk
van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van
mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de
Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling
Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende
noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had
gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire
literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de
1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary
tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic
literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist
This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A
JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A
NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin
Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119
4
verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en
hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen
Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest
dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest
Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie
quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten
over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik
geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de
vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de
cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een
classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd
zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene
onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de
volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige
opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet
vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag
hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze
moeilijkheden
Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije
academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
2
Inhoudstafel
INLEIDING p 3
I DE GRIEKSE BRONTEKST p 5
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 5
12 De tekstoverlevering p 7
13 Toelichting bij de Griekse tekst p 9
14 Verklaring van de aanklachten p 10
De Vasten p 10
Het Filioque p 13
14 Photios of niet p 14
II DE SLAVISCHE TEKST p 15
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen p 15
Bulgarije en Servieuml p 16
Kiev-Rusland p 18
De Kormčaja kniga p 21
22 Vindplaats en datering van de handschriften p 21
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de
Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 p 22
Paleografische kenmerken p 22
Orthografische kenmerken p 23
De taal p 23
24 Vergelijking van de beide codices p 24
25 Verklaring van de aanklachten p 24
Over ketters p 24
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN
SLAVISCHE TEKST VERGELEKEN p 27
31 Noten p 48
IV CONCLUSIE p 51
V BIBLIOGRAFIE p 52
VI BIJLAGEN p 54
3
INLEIDING
Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische
vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van
oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende
eeuw van Constantinopel
Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische
fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)
uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de
eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt
en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra
Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en
dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt
werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over
geschreven
Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al
onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat
hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met
deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de
Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek
Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de
transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften
die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds
vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de
vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de
verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken
werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk
van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van
mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de
Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling
Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende
noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had
gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire
literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de
1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary
tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic
literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist
This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A
JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A
NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin
Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119
4
verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en
hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen
Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest
dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest
Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie
quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten
over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik
geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de
vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de
cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een
classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd
zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene
onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de
volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige
opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet
vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag
hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze
moeilijkheden
Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije
academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
3
INLEIDING
Zoals de titel al aangeeft heb ik een transcriptie gemaakt van de Servisch kerkslavische
vertaling van het Opusculum contra Francos Het Opusculum contra Francos is een van
oorsprong Grieks werk dat van de hand zou zijn van Photios een patriarch uit de negende
eeuw van Constantinopel
Naar dit onderwerp is nog maar weinig onderzoek verricht Het Servisch-kerkslavische
fragment waarvan sprake is in de titel van deze masterproef werd nog nooit (kritisch)
uitgegeven De Griekse brontekst werd pas in de 19de
eeuw door Joseph Hergenroumlther ontdekt
en gepubliceerd In de Slavische wereld was de verhaalstof van het Opusculum contra
Francos wel al bekend dankzij een vroege vertaling die in de Kormčaja Kniga verscheen en
dankzij de vele bewerkingen die in het kader van de polemiek met het Westen gemaakt
werden Popov respectievelijk Podskalsky hebben hierover bijzonder volledig over
geschreven
Het corpus van Slavische vertalingen van Byzantijnse anti-katholieke teksten is op zich al
onderbelicht Daarbij moeten we nog eens vaststellen dat bij het weinige onderzoek dat
hierover is gedaan bijna alle aandacht gaat naar de Russische traditie1 Ik hoop dan ook met
deze masterproef een bijdrage te leveren aan de ontsluiting van de polemische werken in de
Zuid-Slavische traditie en een aanzet te geven voor verder onderzoek
Met dit doel voor ogen ben ik als volgt te werk gegaan ik ging meteen aan de slag met de
transcriptie Ik had daarvoor een cd-rom gekregen met de weergave van twee handschriften
die het Opusculum contra Francos hadden opgenomen Het eerste handschrift was de reeds
vermelde Codex Chilandaricus 405 het andere de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 Bij de
vergelijking van de beide handschriften kwam ik voor weinig verrassingen te staan Om de
verwantschap tussen de Slavische vertaling en de Griekse brontekst aanschouwelijk te maken
werd de editie van Joseph Hergenroumlther mits enige aanpassingen opgenomen in het hoofdstuk
van de transcriptie Ik kreeg voor de vertaling en invoer van de Griekse tekst veel hulp van
mijn promotor Dr L Sels In hoofdstuk III het laatste hoofdstuk werd de transcriptie van de
Slavische tekst naast de Griekse tekst geplaatst en werden beide voorzien van een vertaling
Het hoofdstuk van de transcriptie wordt tenslotte afgesloten met waar nodig begeleidende
noten Hoewel ik reeds tijdens het werken aan de transcriptie een (bescheiden) begin had
gemaakt met te lezen over mijn onderwerp heb ik het leeuwendeel van de secundaire
literatuur pas na voltooiing van de transcriptie doorworsteld Het was dan pas dat de
1 ldquoThere is a considerable body of literature on the polemic articles against the Latins in the Russian literary
tradition both translated and original Almost nothing is known about the same articles in the South-Slavic
literary tradition hellip So far a list of the polemic articles against the Latins in South-Slavic copies does not exist
This must be done before any generalisations about the issue under consideration can be maderdquo A
JACIMIRSKIJ К истории апокрифов и легенд в южно-славянской письменности (IX-XI )1910 bij A
NIKOLOV ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost Byzantine Anti-Latin
Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1 (2003) pp 99-119
4
verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en
hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen
Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest
dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest
Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie
quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten
over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik
geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de
vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de
cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een
classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd
zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene
onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de
volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige
opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet
vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag
hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze
moeilijkheden
Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije
academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
4
verschillende puzzelstukken in elkaar vielen en hoofdstuk II over de Griekse brontekst en
hoofdstuk III over de Slavische tekst vorm kregen
Was dit een goede methode Op die vraag moet ik negatief antwoorden Beter was geweest
dat ik tegelijk met de transcriptie ook meer met de secundaire literatuur was bezig geweest
Zoals Dr L Sels het verwoordde ik had er mezelf plezier mee gedaan Omdat de transcriptie
quasi onafhankelijk van de context tot stand kwam duurde het lang voordat mijn gedachten
over het onderwerp vastomlijnd werden en richting kregen Een ander probleem waarmee ik
geconfronteerd werd was dat de inhoud van mijn masterproef vaak buiten de lijntjes van de
vakgroep Oost-Europese talen en culturen kleurde De Griekse brontekst en de
cultuurhistorische achtergrond waarin hij kaderde vereisen eigenlijk het profiel van een
classica of toch een doorgewinterde Slavisch filoloog die beter met deze zaken vertrouwd
zou zijn Dit brengt mij tot het laatste bdquoprobleem‟ dat ik ondervond de algemene
onvoorbereidheid waarmee ik in dit avontuur ben gestapt Het onderzoek dat ik in de
volgende vijftig bladzijden zal voeren is van een aard en een omvang die ik in mijn vierjarige
opleiding nooit heb ervaren Gedurende het maken van deze masterproef heb ik ndash vaak bdquomet
vallen en opstaan‟ - mijn grenzen verlegd en menige vaardigheid me eigen gemaakt Ik mag
hopen dat de kwaliteit van dit onderzoek niet al te zeer heeft geleden door deze
moeilijkheden
Dit is in een notendop wat ik het voorbije academiejaar geleerd heb en wat het voorbije
academiejaar mij geleerd heeft Ik wens u veel leesplezier
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
5
I DE GRIEKSE BRONTEKST
In dit hoofdstuk wil ik het hebben over het Opusculum contra Francos in de Griekse traditie
De ontstaansgeschiedenis en het auteurschap van dit Griekse werk dat een 28-tal aanklachten
tegen de Latijnen inhoudt is in schimmen gehuld In dit hoofdstuk zal ik zoveel mogelijk de
vraagtekens hieromtrent oplossen
Allereerst zal ik de achtergrond waarin deze tekst is kunnen ontstaan schetsen Dit doe ik
aan de hand van die figuren die een grote rol hebben gespeeld in de polemiek tussen het
Oosten en het Westen en van wie polemische geschriften bewaard zijn gebleven Als
beginpunt neem ik het leven en werk van Photios die patriarch was van Constantinopel van
858 tot 867 en een tweede keer van 877 tot 886 Hij is de vermeende auteur van het
Opusculum contra Francos Als eindpunt neem ik Cerullarius Cerullarius was net als Photios
(een strijdlustige) patriarch die het van 1043 tot 1058 voor het zeggen had in het patriarchaat
van Constantinopel
Vervolgens komt de tekstoverlevering aan bod Vragen over de overgeleverde
tekstgetuigen en hun onderlinge verschillen worden hier beantwoord Teneinde deze taak tot
een goed einde te brengen druk ik reeds bij voorbaat mijn dank uit aan Joseph Hergenroumlther
de 19de
eeuwse Duitse kerkhistoricus aan wiens inspanningen en werk ik zeer schatplichtig
ben
Daarna neem ik de inhoud van dit werk de inleiding en de verschillende aanklachten
onder de loep Dat de 21ste
eeuwse lezer niet meer vertrouwd is met de inhoud van sommige
van deze aanklachten is niet te verwonderen In dit hoofdstuk raak ik al enkele van deze
punten aan te weten de vasten en het Filioque
Tenslotte zet ik alle argumenten voor en tegen het auteurschap van Photios op een rijtje
11 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen2
De latere patriarch Photios werd circa 820 geboren in een voorname familie Na een
uitgebreide leertijd kwam hij in dienst van de keizer Nadat patriarch Ignatios in ongenade
was gevallen werd Photios in december van het jaar 858 aangesteld als patriarch Van in het
prille begin van zijn ambt kreeg hij veel tegenkanting3 Velen bleven immers Ignatios steunen
en het feit dat Photios nog een leek was4 droeg daar zeker nog bij toe De situatie werd nog
2 Een zeer overzichtelijke uiteenzetting over dogmatiek en polemiek in Byzantium in de periode van Photios tot
en met Cerullarios vond ik bij H-G BECK Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich
Muumlnchen 1959 pp 520-542 passim 3 Voor de precieze omstandigheden die een rol speelden bij de ambtswissel tussen Ignatios en Photios verwijs ik
graag naar PELOPIDAS STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo in M VILLER et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute
Paris 1984 pp 1397-1408 4 Hier wordt een mouw aan gepast door Photios met een spoedprocedure tot geestelijke te wijden binnen de drie
dagen krijgt hij de tonsuur het diaconaat het priesterschap en wordt hij tot bisschop gewijd Zie PELOPIDAS
STEPHANOU ldquoPhotiusrdquo p1398
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
6
moeilijker toen ook het Westen zich mengde in de twist en de kant van Ignatios koos De paus
zette de patriarch af maar Photios sloeg terug en speelde het spel op ideologisch vlak Hij
beschuldigde Rome van ketterij en zette op zijn beurt de paus af tijdens de synode van het jaar
867 In zijn beroemde encycliek zette hij de gebeurtenissen en zijn oordeel daaromtrent
uiteen Dat is meteen ook het laatste dat hij deed in zijn eerste ambtstermijn Omdat na een
troonswisseling de nieuwe keizer Basileios I Photios niet gunstig gezind was werd Photios in
dat jaar afgezet verbannen en door Ignatios vervangen Een synode van 869-870
veroordeelde Photios in het bijzijn van de pauselijke legaten
Later keerde Photios terug naar Constantinopel waar hij de aanstelling kreeg van opvoeder
van de troonopvolger Na deze rehabilitatie werd Photios na de dood van Ignatios in 877 terug
patriarch en dit zonder veel protest van het Westen Van een tweede Photiaans schisma kan
geen sprake zijn Met de dood van keizer Basileios I in 886 eindigde ook het tweede
patriarchaat van Photios
De werken in het oeuvre van Photios die ons hier in het bijzonder interesseren zijn de
dogmatische en polemische geschriften die handelen over de twist met de Latijnen Het
hoofdwerk is Λόγνο πεξὶ ηῆο ηνῦ ἁγίνπ πλεύκαηνο κπζηαγωγίαϚ Het werk is een
verzameling van argumenten tegen het Filioque5 De Roomse kerk wordt hier niet
aangevallen Dat gebeurde al voordien in de boven reeds vermelde encycliek en occasioneel
in brieven Een werk waarvan het auteurschap vaak bestreden is maar dat naar alle
waarschijnlijkheid toch aan Photios moet worden toegeschreven is ΠξὸϚ ηνὺϚ ιέγνληαο ὡο ἡ
Ῥώκε πξῶηνο ϑξόλνο Ten slotte moet Σπλαγωγαὶ θαὶ ἀπνδείμεηϚ ἀθξηβεῖϚhellipπεξὶ ἐπηζθόπωλ
θαὶ κεηξνπνιηηῶλ vermeld worden Ook dit werk is gericht tegen Rome
Een tijdgenoot van Photios die ook tegen de Latijnen6 schreef is Niketas Byzantios ook
wel Niketas Philosophos of Didaskalos genoemd Hij herhaalde door middel van 24
syllogismes de kritiek van Photios op het Filioque
Het midden van de 11de
eeuw betekende in zekere zin een rustpunt in de Byzantijnse
dogmatiek en polemiek De schommelingen in de manier waarop men aankeek tegen het
geloofsverschil tussen Rome en Byzantium die kenmerkend waren voor de decennia tussen
Photios en Cerullarios kwam tot een (voorlopig) einde De man die dit einde inluidde was
Michaeumll I Cerullarios patriarch van Constantinopel van 1043 tot en met 1058 Voor het eerst
sinds Photios kwam er een weer een dergelijk strijdlustig iemand op de voorgrond
Cerullarios was een moeilijk man die bovenal wenste onafhankelijk te zijn Omdat de
ontwikkelingen in de buitenlandse politiek7 van dat moment afstevenden op een nauwer
contact met Rome dokterde hij een plan8 uit om dat te verhinderen Het was hem opgevallen
5 Voor het Filioque zie p 8-9
6 De naam Latijnen wordt hier gebruikt in de hoedanigheid van westerlingen Byzantijnen en Latijnen worden
tegenover elkaar geplaatst 7 Omdat de Noormannen in Italieuml zowel de pauselijke bezittingen als de Byzantijnse districten bedreigden
besloten de paus en de keizer van Byzantium tot een bondgenootschap over te gaan 8 M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
7
dat de Latijnen ongezuurd of ongedesemd brood (ἄδπκνλ) wijdden De Grieken daarentegen
gebruikten alleen gegist brood Cerrularius besloot dit onbeduidende verschil aan te grijpen
om een stokje voor de toenadering tussen Rome en Byzantium te steken
Het begon met de sluiting van de Latijnse kerken in Constantinopel omstreeks het einde
van 1052 of begin 1053 Op het moment dat de bondgenootschap operatief moest worden
stuurde Leo van Ochrid de autocephale aartsbisschop van Bulgarije in opdracht van zijn
vriend Cerullarius in het voorjaar van 1053 een encycliek de wereld in De encycliek was
gericht tegen de bdquoFranken‟ waarbij hij het gebruik van ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en het
vasten op zaterdag veroordeelde Dit bracht hem ertoe de Franken dat wil zeggen de Latijnen
van judaiumlsme te betichten Deze encycliek zorgde voor grote deining in het westen De
encycliek was het eerste dogmatische manifest dat de breuk van 1054 inleidde De polemiek
was losgebarsten In de periode 1053-1054 hield Cerullarios vurige toespraken in
Constantinopel tegen de Latijnen In de zomer van 1054 werden deze verzameld en
uitgegeven Later kreeg dit werk de naam Παλνπιία θαηὰ ηῶλ Λαηίλωλ
De belangrijkste officieumlle bekendmaking van de patriarch over de gebeurtenissen vinden
we in het zogenaamde ζεκείωκα de synodale acte van Endemusa van het jaar 1054 waarin
de gebeurtenissen samengevat worden
Ook Niketas Stethatos een monnik uit het Stoudiou-klooster liet zich net als zijn
tijdgenoten Cerullarios en Leo van Ochrid niet onbetuigd in de polemiek tegen de Latijnen
In reactie op de grote beroering die ontstaat na de encycliek van Leo van Ochrid schrijft
Niketas in de winter van 1053-1054 een dialoog tegen de Latijnse leer van het ongedesemd
brood het celibaat en de Latijnse vasten In juni 1054 lanceerde hij een nieuwe aanval tegen
de Latijnen en ditmaal betrok hij er ook de kwestie van het Filioque bij Dit werk in
dialoogvorm staat bekend onder de naam Σύλζεζηο θαηὰ Λαηίλωλ
12 De tekstoverlevering
Het Opusculum contra Francos is overgeleverd in enkele handschriften en is meermaals
herwerkt De Duitse kerkhistoricus Joseph Hergenroumlther (1824-1890) die veel onderzoek
verricht heeft naar de figuur en het werk van Photios nam ook het Opusculum contra Francos
op in zijn omvangrijke Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften und
das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen (pp 172-224) daar
dit werk lange tijd toegeschreven werd aan Photios
Wat betreft de handschriften heeft Hergenroumlther als basis voor zijn editie de Codex
Vaticanus 1101 genomen waar we het Opusculum contra Francos kunnen vinden op ff 275 r
ndash 277 r Het Opusculum contra Francos of zoals het betiteld is in deze tekstgetuige Φωηίνπ
ηνῦ ἁγηωηάηνπ παηξηάξρνπ Κωλζηαληηλνππόιεωο πεξὶ ηῶλ Φξάγγωλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
8
ιαηίλωλ9 werd gepubliceerd in Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis (pp 62-71) Van de Codex Vaticanus 1101 bestaat een
Venetiaanse apograaf10
In de editie vermeldde hij ook verscheidene secundaire lezingen uit
de Venetiaanse apograaf Een laatste handschrift dat Hergenroumlther geraadpleegd heeft is er
een uit Muumlnchen de Codex Monacensis Graecis 551 Het is een 14e eeuwse codex waarin
een deel van het Opusculum contra Francos in zeer corrupte tekst voorkomt Dit leert ons dat
het Opusculum contra Francos een open traditie kende Het werd mettertijd sterk
gecontamineerd Helaas zijn niet alle Griekse tekstgetuigen gedocumenteerd bij Hergenroumlther
Tot slot maakt Hergenroumlther in zijn editie nog melding van twee herwerkingen in het Latijn en
een herwerking in het Grieks die 60 aanklachtspunten bevat Ook deze bewerkingen die in
de loop van de tijd van dit werk zijn gemaakt bieden interessante lezingen
Zoals de titel al zegt gaat dit werk over de Latijnen11
Het Opusculum contra Francos
bestaat uit een lijst van 28 punten waarin de verschillen in de liturgie en rituelen van de
Latijnen (Franken) ten opzichte van de Grieken worden opgesomd De tekst begint met de
opsomming van de volkeren die de maker van dit werk onder deze ldquoFranken en Latijnenrdquo
rekent Met de paus voorop zijn dat diegenen die achter de Ionische golf wonen de Italieumlrs de
Longobarden de Franken de Duitsers de Molfinen de Venetianen de Kalabrezen en de
Alemanen12
Al dezen verschillen niet veel van de heidenen en zijn sinds vele jaren
verwijderd van de ware kerk aldus de auteur van dit werk Ze hebben ook barbaarse
gewoonten en de ergste en meest voorkomende zijn de volgende Met deze woorden begint de
auteur met de lijst van 28 punten die al dan niet aan de realiteit beantwoorden
Het eerste punt handelt over het symbolon het credo voor de Latijnen De Latijnen hebben
het Filioque toegevoegd aan het credo waardoor de heilige geest nu uitgaat van de vader en de
zoon13
In het tweede punt klaagt de auteur het gebruik van ongedesemd brood aan In het
derde punt beschuldigt hij de westerse priesters ervan mee te strijden in oorlogen Punten 4 5
6 en 7 gaan over de inbreuken die de Latijnen plegen op de vasten Punt 8 gaat over de
afwezigheid van iconen in de kerken en over het feit dat bij de Latijnen alleen de kruisiging
zou worden afgebeeld Punt 9 handelt over het gedrag in de kerk en over het gebruik van de
Latijnen de grond te kussen Punt 10 wijst op het verschil in de aanspreking van de Moeder
Gods bij de Latijnen Punt 11 hekelt de vrije toegang van iedereen die maar wil ndash ja zelfs
vrouwen ndash tot het allerheiligste Punt 12 gaat over alle smerige dingen die de Latijnen eten
kadavers bloed beren en nog meer slechte dingen De punten 13 tot en met 15 zoomen in op
het gedrag van de priesters hun voorkeur voor luxeuze gewaden (punt 13) hun handelingen
9 van Photios de allerheiligste patriarch van Constantinopel over de Franken en overige Latijnen In de
paragrafen en hoofdstukken die volgen opteer ik ervoor de latijnse benaming nl het Opusculum contra Francos
te gebruiken wanneer ik het over de Griekse tekst heb zoals die gepubliceerd werd door Hergenroumlther 10
Catiforus cod class II n 15 11
Zie noot 5 12
In de bijlage achteraan zijn enkele historische kaarten opgenomen 13
Zie p 8-9 het Filioque
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
9
bij het doopsel (punt 14) en de dagelijkse besprenkelingen en reinigingen die zij uitvoeren ter
afwending van het kwade (punt 15) Punt 16 stelt de manier waarop zij het kruisteken vormen
aan de kaak Punt 17 laakt de gewoonte om het Alleluja niet te zingen in de vasten Punt 18
gaat over het celibaat en de hypocrisie van de hoogste kerkleiders die zich er niets van
aantrekken In punt 19 heeft de auteur het over de drietalendoctrine Dat is de regel dat de
liturgie en de heilige teksten enkel in het Hebreeuws Grieks en Latijn mag worden
verkondigd Punt 20 keurt de Latijnse gewoonte af om de gestorven bisschoppen pas na acht
dagen te begraven Punt 21 stelt dat er tot drie- viermaal diensten in de kerk of eender waar
worden gegeven Punt 21 neemt de praktijk van het uithuwelijken aan bloedverwanten op de
korrel Met punt 23 laat de auteur zijn afkeuring blijken over monniken die vlees eten zonder
zelfs ziek te zijn In punt 24 wordt erop gewezen dat de veertigdagenvasten in de
verschillende landen in het Westen niet even lang duurt Punt 25 gaat over het gebruik in het
Westen om het kruis van Christus gedurende de veertigdagenvasten te verbergen tot en met
Pasen Punt 26 heeft het over de kerkgangers die in de dienst zonder schaamte neerzitten en
met elkaar praten In de laatste twee punten verschuift de focus terug naar de geestelijken
Punt 27 gaat over de communie zoals die gebeurt bij de Latijnen De priester zou diegene die
te communie gaat omhelzen (amplexus) ter vervanging van de de communie In punt 28 wordt
gezegd dat de wijdingen van geestelijken niet op eender welke tijd van het jaar gebeuren
maar viermaal per jaar op vastgestelde dagen Alleen op die dagen zou immers de Heilige
Geest neerdalen
13 Toelichting bij de Griekse tekst
In hoofdstuk III is de Griekse tekst van het Opusculum contra Francos opgenomen maar in
afwijkende vorm Dit werd gedaan om te beantwoorden aan de Slavische variant Voor de
tekst zoals hij hier voorligt werden uit de tekstgetuigen die Hergenroumlther heeft opgenomen
fragmenten gesprokkeld met als doel een reconstructie van de Griekse tekst te maken die zo
goed mogelijk zou aansluiten bij het Slavische model
Allereerst is de inleiding tot de afzonderlijke aanklachten uitgebreid met de secundaire
inlassingen zoals we die vinden in de Codex Monacensis Deze inlassingen werden door
Hergenroumlther uitgeschreven in de voetnoten van zijn onderzoek over het Opusculum contra
Francos In deze inlassingen wordt er een poging gedaan de etymologie van enkele plaatsen
en volkeren te verklaren Achtereenvolgens zijn dat de namen van Ionieuml en Hellas van de
Longobarden van de stad Bari van de Kalabrezen de Serven de Melfinen de Venetianen en
de Arbanieten Deze uitwijding wordt verbonden met de aanklachtspunten op dezelfde wijze
als in de Codex Vaticanus 1101 namelijk met de mededeling dat deze slechte gewoonten
hebben waarvan de slechtste de daarna volgende zijn Hierna volgen de afzonderlijke punten
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
10
Het symbolon dat punt 1 is bij Hergenroumlthers editie is net zoals in de Slavische vertaling
achteraan na de verschillende punten geplaatst Het heeft daar ook niet meer de
hoedanigheid van genummerd punt het staat op zich Punten 2 en 3 ndash deze handelen
respectievelijk over het ongedesemd brood en de deelname van geestelijken in de oorlog ndash
vallen weg
Zo verkrijgen we de volgende opeenvolging een uitgebreide inleiding door toevoeging
van de fragmenten uit de Codex Monacensis Vervolgens zijn de afzonderlijke aanklachten te
beginnnen van punt 4 volgens de Codex Vaticanus 1101 opgenomen Na de afzonderlijke
punten volgt tenslotte het symbolon
Er is een goede reden voor deze ingrepen Allereerst werd dit knip- en plakwerk gedaan
om tegemoet te komen aan de volgorde en vorm van het Servisch kerkslavische vertaling de
Codex Chilandaricus 40514
waarin het Opusculum contra Francos in een Servisch
kerkslavische vertaling is opgenomen Het is verkieslijk dit te doen omdat in deze masterproef
het Grieks volledig in functie staat van het Slavisch De door mij gereconstrueerde15
Griekse
tekst is een waardevol hulpmiddel maar van ondergeschikt belang Het is noch mijn taak
noch het opzet van mijn onderzoek nodeloos16
uit te wijden over het Grieks
De conformering van het Grieks aan het Slavisch laat mij toe beide handschriften mooi
naast elkaar te plaatsen bij de vergelijking van de het Grieks en het Slavisch in hoofdstuk III
van deze masterproef Zo blijft mijns inziens het overzicht bewaard en wordt de structuur niet
onnodig verzwaard
In de bespreking die volgt in dit hoofdstuk en daarna houd ik de volgorde aan zoals ik die
in dit punt besproken heb
14 Verklaring van de aanklachten
Onder dit punt zal ik de begrippen vasten en het Filioque verklaren en toelichten Zij nemen
in het Opusculum contra Francos een belangrijke plaats in Bijkomende inhoudelijke en
taalkundige problemen worden na de transcriptie in hoofdstuk III behandeld
De Vasten
De manier waarop de Latijnen de vasten naleven en welke bijzonderheden ze erop nahouden
in deze periode is een grote bron van ergernis voor de Grieken In verschillende punten ndash
14
Het feitelijke onderzoek van deze masterproef gaat precies over dat handschrift De bespreking van deze
Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos is terug te vinden in hoofdstuk II de transcriptie in
hoofdstuk III 15
Zie Toelichting bij de Griekse tekst op p 5 16
Over de Griekse traditie van het Opusculum contra Francos worden we uitgebreid geiumlnformeerd in het werk
van Hergenroumlther Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] pp 172-224 passim
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
11
zeven van de 2517
ndash worden er aanmerkingen gemaakt op de gewoontes van de Latijnen
hieromtrent In dit punt worden ze een voor een overlopen Daarbij moeten we onderscheid
maken tussen de wekelijkse vasten en de veertigdagenvasten (ἡ ηεζζαξαθνζηὴ of
Quadragesima)
Wat de eerstgenoemde betreft wordt in punt 4 gezegd dat ze ‟s zaterdags vasten en deze
gewoonte nooit opheffen zelfs niet als er een belangrijk kerkelijk feest zoals het feest van
Epifanie of de Geboorte van Jezus of de feestdag van een heilige op die dag valt De
aanklacht in dit punt is half waar Men was gewoon bij de Latijnen ndash anders dan bij de
Grieken ndash om op zaterdag te vasten18
maar dat men eveneens onthouding verlangde op
feestdagen is stellig onwaar Tertullianus19
gaat uit van woensdag en vrijdag als wekelijkse
vastendagen De achterliggende gedachte hiervoor was dat Jezus op woensdag gevangen
genomen was en op vrijdag gekruisigd Rome voegde nog een vastendag toe namelijk
zaterdag De keuze hiervoor zou teruggaan op een legende20
waarin de apostel Petrus wegens
zijn aanvaring met Simon de Magieumlr21
een dag moest vasten In de Griekse tekst vinden we
nog een andere verklaring voor de zaterdagvasten In de bewerking van het Opusculum contra
Francos door Etherianus lezen we dat deze gewoonte overgenomen werd van ene Sabbatios22
Meer waarschijnlijk is dat het wekelijkse vasten op zaterdag in het Westen ingang vond naar
analogie met de veertigdagenvasten waarin ook ‟s zaterdags onthouding gold
In punt 5 gaat het over de grote veertigdagenvasten Deze vasten heeft niet altijd veertig
dagen geduurd In de eerste drie eeuwen na Christus duurde de voorbereiding tot Pasen zelfs
nooit langer dan een week
ldquoFuumlr die Christenheit ist die alljaumlhrliche Wiederkehr des Todestages Jesu Anlaszlig zu
einem Trauerfasten (λεζηεία ηνῦ πάζρα) um den hinweggenommenen Braumlutigam (hellip)
In Anlehnung an das 40-taumlgige Fasten Jesu des Mose und Elia (hellip) kommt es zur
Entstehung der christlichen ηεζζαξαθνζηὴ Quadragesimardquo23
17
Zoals boven reeds uiteengezet werk ik met een aan de Slavische vertaling aangepaste volgorde en vorm
Aangezien in de Slavische vertaling drie punten zijn weggevallen komen we aan 25 aanklachten 18
Vasten op zaterdag werd ook expliciet geeumlist op het concilie van Agde van begin van de 6e eeuw n C Het
Oosten veroordeelde de zaterdagvasten op het zogenaamde Quinisextum concilie van 691-692 n C maar dit
concilie werd niet erkend door het Westen 19
Kerkleider en schrijver in de tweede en derde eeuw na Christus 20
Van deze legende worden we op de hoogte gebracht in de Theologische Realenzyklopaumldie p53 van H R
BALZ H (ed) Berlin New York 1983 21
Zie Handelingen 8 9-24 Een tovenaar die in de tijd van de apostelen in Samaria leefde Hij bood de apostelen
geld aan in ruil voor spirituele macht maar werd berispt door Petrus Van deze bijbelpassage is ons woord
simonie handel waarbij geestelijke goederen of met iets geestelijks verbonden zaken voor geld of geldswaarde
worden verkocht afgeleid 22
Sabbatios leefde in de tweede helft van de vierde eeuw en de eerste helft van de vijfde eeuw na Christus Hij
stichtte de sekte der Sabbatianen die aan de joodse gewoontes bij het Paasfeest vasthielden In hoofdstuk II
wordt hij omstandiger besproken De twee verklaringen voor de zaterdagvasten keren terug in de Slavische tekst
waar zij samen in een en dezelfde paragraaf voorkomen wat op contaminatie van de tekst wijst 23
Zie S G HALLndash J H CREHAN ldquoFastenFasttagerdquo in H R BALZ (ed) Theologische Realenzyklopaumldie
Berlin 1983 pp 42-59
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
12
Een eerste keer wordt een periode van 40 dagen vernoemd in de vijfde canon van het concilie
van Nicaea in 325 n C Deze regel wordt op het concilie van Laodicaea in 360 n C
bekrachtigd en wordt dan zowel in het Oosten als in het Westen van kracht De wijze waarop
men tot het getal veertig kwam liep echter wel uiteen in de verschillende kerken Het Oosten
had een zeven weken durende vasten periode waarbij er op zaterdag en zondag niet gevast
werd In het Westen duurde de vasten slechts zes weken maar daar was enkel zondag
vrijgesteld van vasten Als we even de optelling maken ndash zes maal zes ndash blijkt dat er in het
Westen24
maar 36 dagen gevast werd Dit tekort werd weggewerkt door vier dagen toe te
voegen beginnende vanaf Aswoensdag Deze maatregel waarover punt 5 gaat werd
waarschijnlijk omstreeks 700 genomen en verspreidde zich uiteindelijk over heel de Westerse
kerk
In de oosterse kerk gaan drie voorbereidende weken de veertigdagenvasten vooraf
Naargelang de week gelden verschillende voedselvoorschriften In de eerste week wordt er
volstrekt niet gevast zelfs niet op woensdag en vrijdag In de tweede week wordt er zoals
gewoonlijk op woensdag en vrijdag gevast In de derde week tenslotte de zogenaamde
kaasweek (ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξηλῆο of ἡ ἑβδνκὰο ηῆο ηπξνθάγνπ of kortweg ἡ ηπξνθαγία) is
het verboden vlees te eten op eender welke dag van de week Het is dan wel toegestaan kaas
en eieren te eten ook op woensdag en vrijdag
Punt 7 werpt de Latijnen voor de voeten dat ze zich op Witte Donderdag van de Paasweek
niet houden aan de vasten Op Witte Donderdag wordt het laatste avondmaal herdacht van
Jezus met de apostelen en dit bleek een goede aanleiding te zijn om de regels te versoepelen
Deze praktijk bestond in het Westen maar even goed in het Oosten Het tweede deel van dit
punt stelt dat de Latijnen hun kinderen op (zaterdagen en) zondagen in de veertigdagenvasten
toelaten om zuivelproducten te eten Dit punt is problematisch omdat de Grieken niet de
gewoonte hadden om op zaterdag en zondag te vasten Daarom is het vreemd dat ze er hier
aanstoot aan nemen Het is wel zo dat in latere tijden onthouding op zaterdagavond steeds
meer ingang vond25
Jonge kinderen kraamvrouwen en zieken werden evenwel van die plicht
ontheven
De missen die in de paasvasten in het Westen werden gecelebreerd vertoonden eigen
kenmerken26
Zo wordt gedurende de vastentijd het Alleluja niet gezongen De reden27
24
Overigens bereikte het Oosten zelfs met de zeven weken durende vasten ook niet de kaap van 40 dagen wel
integendeel Als we de vijf dagen ndash zaterdag en zondag niet ndash die zij wekelijks vastten vermenigvuldigen met
zeven komen we uit op 35 dagen Om toch aan het getal 40 te komen werd er nog een week toegevoegd
Daarover schrijft Dorotheus in de zesde eeuw Deze aanpassing wordt echter verworpen in de eeuw die daarop
volgt door Anastasius Sinaita zie zijn Quaestiones et Responsiones 25
Op de Tryllanische Synode van het jaar 691 werd het nuttigen van eieren en kaas op die dagen verboden Dit
was vooral gericht tegen de Armenieumlrs Als zij zich hieraan niet hielden zouden zij geeumlxcommuniceerd worden 26
W J O‟SHEA ldquoLentrdquo in J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 pp 634-636 27
Zie J P WHALEN (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967 p 636
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
13
hiervoor is dat de westerse kerk vond dat het zingen van het Alleluja ongepast was in de
periode van rouw28
en boetedoening die de vastenperiode was
Het Filioque29
Een zeer belangrijke kwestie die zeker uitleg behoeft is die van het Filioque In de polemiek
tussen de oosterse en de westerse kerken nam het Filioque een belangrijke zoniet deacute
belangrijkste plaats in Het Filioque heeft betrekking op de triniteitsleer Met het Filioque
wordt verwezen naar de Latijnse aanvulling van het symbolon of credo zoals dat zijn beslag
had gekregen in de concilies van Nicaea (325) en Constantinopel (381) Deze toevoeging
hield in dat de Heilige Geest uitging (van)uit de Vader en de Zoon
De vroegste documentatie van deze (westerse) wijziging in de geloofsleer vinden we in het
jaar 796 In dat jaar wordt op de lokale synode van Freacutejus het Filioque bevestigd Enkele jaren
later in 809 roept Karel De Grote een concilie bijeen waarbij hij de paus verzocht in het
credo het Filioque bij te voegen
Toch is het pas een hele tijd daarna dat het Oosten reageert Het is pas met patriarch
Photius die het Filioque grote ruchtbaarheid geeft dat de polemiek goed en wel losbarst
Photios is het startschot voor een periode waarin van beide kanten zoveel mogelijk
bewijsmateriaal verzameld wordt dat kon dienen als verdediging van de eigen zaak
kerkvaders werden opgevoerd bijbelpassages aangewend maar de meest gezaghebbende
argumenten bleken diegene die men haalde uit de oecumenische concilies Er zijn zeven
oecumenische concilies en van dezen straalden die van Nicaea en Constantinopel het meeste
gezag uit Tijdens die concilies was immers het dogma van de Heilige Geest beleden Dat de
Latijnen juist aan deze formule wilden sleutelen getuigde dan ook van weinig eerbied Alleen
regelrechte ketters wilden zo‟n lage daad op hun geweten hebben
De Grieken hadden nog een bijkomend argument om het Filioque en het Latijnse
gedachtegoed af te wijzen Dit argument had te maken met de engheid van de Latijnse taal
die medeverantwoordelijk werd gehouden voor de dwaling van het Filioque Volgens de
griekse theologen was het Latijn als theologische taal ontoereikend Een en ander werd
duidelijk in de bewoording van het symbolon Daar lezen we de Heilige Geest gaat uit
(ἐθπνξεύεζζαη) vanuit de vader Volgens de Griekse tegenstanders van het Filioque was het
Latijn niet in staat onderscheid te maken tussen ldquoeconomierdquo en ldquotheologierdquo Concreet
bedoelden ze daar mee dat het verschil tussen het economische ldquogezonden wordenrdquo en het
theologische ldquouitgaanrdquo niet gemaakt wordt
28
Zie citaat op voorgaande paginga HALL S G ndash CREHAN J H ldquoFastenFasttagerdquo 29
Een goede uiteenzetting over het Filioque komt uit het boek ldquoThe Christian Tradition A History of the
Development of Doctrine The Spirit of Eastern Christendom (600-1700)rdquo Chicago and London 1974 van J
PELIKAN pp 183-198 passim
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
14
De doctrines die over het Filioque werden geformuleerd van de 9e eeuw tot en met de 11
e
eeuw bleven toonaangevend en werden telkens weer gebruikt bij een nieuwe opflakkering van
de strijd tussen de Oosterse en Westerse kerk30
Over de kwestie van het Filioque zou in de
eeuwen daarop nog veel inkt vloeien
ldquoSo fundamental was the heresy of the Filioque to the Eastern brief of argument against
the West that even in the Russian treatises against the Latins which were mainly
preoccupied with differences of custom and observance this one dogmatic difference
did play a rolerdquo31
15 Photios of niet
Hergenroumlther besluit aan het einde van zijn uiteenzetting dat het Opusculum contra Francos
niet door Photios geschreven kan zijn Hoewel er in dit werk verscheidene aanklachten zijn
waarvan Photios op de hoogte moet zijn geweest en al dan niet tegen had opgetreden ndash
namelijk de punten 1 2 3 4 5 6 18 22 ndash zijn er ook voldoende argumenten die voor een
latere ontstaansdatum spreken Zo zijn de paragrafen 7-9 11 13c 14a 14c 14d 15 16 19-
20 24-26 van die aard dat ze onmogelijk voor de 11e eeuw zo gedetailleerd besproken kunnen
zijn Het meest afdoend argument is de vermelding dat de paus sinds vele jaren buiten de ware
kerk staat Het is zeer onwaarschijnlijk dat iets dergelijk uit de mond van Photios zou komen
Na zijn verbanning en excommunicatie spaarde Photios geen enkele moeite om het tij te
keren Zijn contacten met Rome verbeterden Het zou vreemd zijn dat Photios na al die
moeite die hij daarvoor gedaan had zijn eigen ramen zou ingooien door dergelijke woorden
in de mond te nemen Neen dan past dit veel beter bij het profiel van Cerullarios32
Hergenroumlther merkt op ldquoWas den Caumlrularius betrifft so erwachte unter ihm die Polemik mit
erneuter Heftigkeit sie entstand aber weit weniger aus dem Studium aumllterer Schriften von
denen nur die Encyklika des Photius benuumlszligt ward als aus der Beobachtung augenfaumllliger
Differenzen die der stolze und eigensinnige Byzantiner mit Unwillen wahrnahm und aus
vagen und schlecht beglaubigten Geruumlchtenrdquo 33
Deze beschrijving biedt naar mijn mening een
correcte inschatting van het werk
Alles in beschouwing genomen formuleert Hergenroumlther de hypothese dat het werk
alleszins in de tweede helft van de 11e eeuw moet gemaakt zijn en waarschijnlijk nog
daarvoor Verscheidene aanklachten laten zich terugvoeren op de tijd van Photios maar er
zijn eveneens aanklachten van latere datum
30
Onder andere tijdens het concilie van Lyon in 1274 en Florence in 1439 31
J PELIKAN The Christian Tradition Chicago and London 1974 32
In het boek Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941 van M JUGIE wordt ook het
auteurschap van Cerullarius verdedigd 33
J HERGENROumlTHER Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 224
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
15
II DE SLAVISCHE TEKST
In dit hoofdstuk kom ik tot het eigenlijke onderwerp van deze masterproef de (Servisch-)
kerkslavische vertaling van het Opusculum contra Francos
Allereerst vertel ik verder hoe de verhoudingen tussen Rome en Byzantium zich
ontwikkelden nadat patriarch Cerullarios in de 11de
eeuw de Latijnen zo tegen de schenen had
geschopt34
Daarna neem ik ook weer de draad op van de traditie van het Opusculum contra Francos
maar dan deze keer met de focus op de verspreiding ervan in de Zuidslavische landen en in
Rusland Het Opusculum contra Francos genoot een aanzienlijke bekendheid bij de Slaven
De opname van het Opusculum contra Francos in de Kormčaja Kniga een verzameling
geestelijke en wereldse wetteksten droeg daar zeker bij toe
Daarna staan we stil bij die tak van de traditie waaruit het handschrift waarvan ik een
transcriptie heb gemaakt komt De basis van mijn transcriptie is het Opusculum contra
Francos uit de Codex Chilandaricus 405 Dit handschrift is het oudste van een groep van vijf
Servisch-kerkslavische handschriften die gemeenschappelijke kenmerken vertonen In vier
van hen is het Opusculum contra Francos te vinden Achtereenvolgens bespreek ik de
paleografische orthografische en linguiumlstische kenmerken besproken
Tenslotte zal ik onduidelijke begrippen35
in verband met ketters en hun ketterijen uitvoerig
bespreken
21 Achtergrond en historische setting polemiek met de Latijnen36
We hebben gezien dat in het midden van de 11de
eeuw de betrekkingen tussen het Oosten en
het Westen een dieptepunt kenden door toedoen van Cerullarios Dat het Westen niet
volhardde in de boosheid blijkt uit het feit dat zij opnieuw toenadering zochten nadat
Cerullarios van het toneel was verdwenen In 1089 werd onder paus Urbanus II en keizer
Alexis Comnenos stappen ondernomen voor de realisatie van een kerkenunie De eerste
kruistocht en toenmalige politieke binnenlandse verwikkelingen ondermijnden echter al snel
de herstelde relaties
In wat volgt gaan we na welke gevoelens en motieven in het Westen en het Oosten
speelden en hoe die de beslissingen en gebeurtenissen stuurden Allereerst dient worden
opgemerkt dat gedurende de laatste drie eeuwen van het bestaan van het Byzantijnse Rijk alle
initiatief tot toenadering uitging van Rome Zolang de politieke omstandigheden dat toelieten
wilde het Oosten liever zo weinig mogelijk te maken hebben met het Westen Het Oosten was
34
Zie hoofdstuk I p 6-7 35
Het stuk over de ketters en de ketterijen ontbreekt bij Hergenroumlther Daarom wordt het in dit hoofdstuk
besproken 36
Zie M JUGIE Le schisme byzantin Paris 1941 pp 247-255 passim
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
16
te gewend aan de verworven vrijheid om te verlangen naar een unie met het Westen Zij
gaven er de voorkeur aan alles bij het oude te laten tenzij het echt niet anders kon Als de
Byzantijnse keizer contact zocht met de paus kon men ervan op aan dat een prangend politiek
probleem dat hij niet alleen kon oplossen aan de basis lag
Op de momenten dat de paus en de Byzantijnse keizer bdquoon speaking terms‟ waren stootte
de keizer op weerstand in het eigen kamp Sinds Photios en wat later Cerullarios was zijn
achterban er immers helemaal van overtuigd dat de Latijnen barbaren en ketters waren Zij
wilden dan ook niets weten van toenaderingsgesprekken Vooral de clerus had een enorme
afkeer van de Latijnen Telkens wanneer er sprake was van een unie boycotten zij verdere
ontwikkelingen in die richting door te eisen dat eerst alle dogmatische liturgische en
disciplinaire geschillen tussen de Grieken en Latijnen zouden worden uitgeklaard op een
concilie in Constantinopel
De clerus kreeg ook hoe langer hoe meer ook het volk op zijn hand Vooral na de
verovering van Constantinopel in 1204 waarbij de invallende kruisvaarders bijzonder wreed te
werk gingen hoefden vele gewone Grieken niet meer overtuigd worden
Ten tijde van de concilies van Lyon en Florence waren de plooien min of meer glad
gestreken De herinnering aan de gewelddaden was niet meer zo vers en wat zeker een rol
speelde was de gestage toename van theologen en geleerden die zich in tegenstelling tot de
tegenstanders van een unie met Rome niet bezighielden met wat hen onderscheidde van de
Latijnen maar met wat hen bond Zij waren de zogenaamde Latinofrones de Latijnsgezinden
Bulgarije en Servieuml37
Dogmatische werken uit de periode van 865 tot en met 1459 na Christus komen in Bulgarije
en Servieuml nauwelijks voor Veel populairder daarentegen waren de polemische geschriften
Die volgden de Byzantijnse traditie die haar pijlen voornamelijk richtte op de bedrijvers van
Ketterij en Heterodoxie De Latijnen en Bogomilen38
deelden hier een eerste plaats
Bij Theofylaktos39
van Ochrid (1050-1108) vinden we een antwoordbrief aan een leerling
over de verschillende aanklachten die de Latijnen ten laste worden gelegd Hoewel er van dit
werk waarschijnlijk geen Slavische vertaling gemaakt is is het niettemin nuttig het hier te
vermelden De schrift stelt dat Cerrularios en de zijnen naar believen de aanklachten over het
37
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-1459 Muumlnchen 2000 pp 236-271
passim 38
Lett bdquoVrienden Gods‟ bdquoζεόθηινη‟ een Neomanicheiumlsche sekte Zij hingen een gnostisch dualisme aan dat
heel afkerig stond tegenover alle mogelijke kerkelijke gebruiken Zij geloofden dat God over zeven hemelen
heerste In een boze bui zou God zijn eerstgeboren zoon Satanael Heer van de wereld verworpen hebben Deze
Satanael creeumlerde zijn eigen achtste hemel waar hij over heerste In het midden van de 11de
eeuw was de sekte
der Bogomilen in Constantinopel zeer wijdverbreid Zie M BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie
und Kirche Freiburg 1964 39
Theofylaktos was een van de zogenaamde Latinofrones Zie M JUGIE Le schisme byzantin aperccedilu historique
et doctrinal Paris 1941 p 254-255
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
17
Filioque ten laste van de Latijnen hebben vermeerderd Dit is een van de zeldzame keren dat
een dergelijke verzoenende houding wordt aangetroffen40
In de late middeleeuwen verscherpte de controverse met de Latijnen In die tijd werd er
ernstige pogingen ondernomen om een unie der kerken te bewerkstelligen Niet iedereen was
voor dat idee gewonnen Daarom is na de mildheid van Theofylaktos van Ochrid het oordeel
van Grigorij Camblak een stuk heftiger Deze Camblak leefde in de tweede helft van de 14de
en de eerste helft van de 15de
eeuw Hij schreef of hielp in ieder geval meeschrijven aan een
Slovo tegen het geloof van de Duitsers Het werk is een compilatie van verschillende
Byzantijnse tractaten zoals die na vertaling in de Kormčaja Kniga werden opgenomen
Mogelijk bedoelde Camblak met Duitsers in het bijzonder de Saksische katholieke
mijnwerkers die in Novo Brdo in Servieuml woonden Daar werd de aanwezigheid van deze
gastarbeiders als een bedreiging voor de orthodoxie gezien Maar zoals Ivan Dujčev aangeeft
was dat niet het enige bezwaar tegen de inwijkelingen41
Ook hun economisch succes bleek
zeer moeilijk verteerbaar voor de autochtone bevolking In reactie daarop zagen
respectievelijk in 1348 en 1412 respectievelijk de Wetten van de Servische koning Stefan
Dušan en het Jus Metallicum van de prins Stefan Lazarević het licht In de tweede helft van
de 15de
eeuw werden drie omvangrijke manuscripten die de vertaling van verscheidene
Byzantijnse polemische werken bevatten op vraag van Dimitrij Kantakuzin van Novo Brdo
door Vladislav Grammatikos gekopieerd Na de verovering van Novo Brdo door de Osmanen
vluchtte Vladislav Grammatikos naar Mlado Nagoričino Daar maakte hij een antilatijnse
compilatiebundel of bloemlezing42
die een twintigtal tractaten bevat In 1469 verbleef hij een
tijd in het klooster van de Moeder Gods in Matejča in de streek van Žegligovo waar hij een
tweede bundel43
vervaardigde in opdracht van Dimitrij Kantakuzin44
Net zoals bij Grigorij
Camblak is de aanleiding van dit polemisch verzamelwerk de toenaderingspogingen tussen de
Oosterse en Westerse kerk tijdens de unie van Firenze
In het begin van de 15de
eeuw schreef Konstantin van Kostenec bijgenaamd Filosoof zijn
Skazanie iz‟‟javlenno o pismenech De vertaling daarvan in het Nederlands luidt verklarende
verhandeling over de letters Voor Konstantin ging het echter verder dan dat Hij had ook een
ideologisch doel voor ogen toen hij deze Skazanie maakte Hij geloofde dat zijn bijdrage op
gebied van de orthografie de grammatica en vertaalkunde die in de Skazanie ruimschoots aan
bod komen de stabilisering van de orthodoxie kon bevorderen Dat zat zo door de lange
geschiedenis van kopieumlren was de Heilige Schrift in niet onbelangrijke mate gaan afwijken
40
Demetrios Chomatenos aartsbisschop van Ochrid van ca 1216 tot en met 1236 volgt hierin zijn voorganger 41
Dujčev I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel secolo XVrdquo Ricerche Slavistische XVII-XIX
(1970-1972) pp 179-190 42
ldquoSbornikrdquo Deze compilatiebundel is een van de vier Zuid-Slavische Codices die het Opusculum contra
Francos hebben opgenomen Deze Codex kennen we nu onder de naam Codex Rilensis 43
Deze bundel of bloemlezing is ook een van de bdquovier‟ en kennen we nu onder de naam Codex Zagrabiensis 44
Dmitrij Kantakuzin zelf liet geen twijfel over zijn mening over de Latijnen In een korte passage van een
hagiografie over Ioann van Rila die door hem werd geschreven geeft hij de Latijnen de schuld van de scheiding
tussen de kerken en de verzwakking van de orthodoxie
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
18
sinds de vertaling ervan door Konstantinos-Cyrillos Volgens Konstantinos stond hierdoor de
deur open voor allerlei ketterijen Deze bezorgdheid brengt hem naadloos tot een bespreking
van de vroeg-christelijke ketterijen en de ketterse gebruiken van zijn eigen tijd namelijk het
eten van bloed en van gestikte dieren Hij waarschuwt voor besmetting door contact met de
ketterijen van het Westen en die van de Bogomilen Tot slot is het waard te vermelden dat hij
de schuld van het mislukken van de Unie van Firenze volledig steekt op de ldquoFrankischerdquo dat
wil zeggen Latijnse tegenspelers en hun emotioneel onbegrip
Kiev-Rusland45
Als de dogmatiek in Bulgarije en Servieuml een onderontwikkelde discipline was dan was zij in
Rusland nagenoeg onbestaand Net zoals in de Zuid-Slavische landen nam de polemiek een
meer belangrijke plaats in De polemiek in Rusland ontwikkelde zich goed en wel na het
schisma van 1054 waarbij zij het contemporaine anti-Latijnse discours van de Byzantijnen
overneemt Dat discours valt in hoofdzaak uiteen in drie punten 1) de ketterijen van de
Latijnen 2) het tijdstip en de oorzaken van de scheiding tussen de beide kerken 3) het gedrag
dat wenselijk is van de Orthodoxen tegenover de Latijnen
De eerste vertegenwoordiger die we in dit verband moeten noemen is een zekere Leon
metropoliet van Perejaslavl in de jaren zestig van de 11de
eeuw Over het leven van Leon is
weinig bekend Hij schreef een werk in het Grieks over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) dat
zover bekend is nooit werd vertaald naar het Slavisch Het is mogelijk een bewerking van een
Byzantijns polemisch werk Leons versie is volgens het principe van vraag-antwoord
opgesteld Het bevat 20 hoofdstukken waarvan 13 over het ongedesemd brood een over de
zaterdagvasten drie over de liturgie tijdens de vastentijd een over het celibaat een over het
eten van gestikte dieren en tot slot een hoofdstuk over het Filioque Dit klinkt ons bekend in
de oren deze aanklachten vonden we ook bij Leon van Ochrid en Niketas Stethatos en Petros
III van Antiochieuml Naar alle waarschijnlijkheid gaat de inhoud van dit werk ook op hen terug
Pogingen om aan de opsomming van de afzonderlijke fouten die de Latijnen begingen
ook de context te koppelen waarin zij ontstonden vinden we in een ketterijencatalogus van de
tweede helft van de 11de
eeuw bij Georg(ij) metropoliet van Kiev Bij hem worden 27
aanklachten ten laste van de Latijnen ingeleid door een korte voorgeschiedenis van het
christelijke geloof Georg(ij) begint deze geschiedenis met de stichting van Constantinopel
door Constantijn de Grote daarna bericht hij over de verhuizing van het oude Rome naar de
nieuwe stad Constantinopel en tenslotte brengt hij de liefde en eendracht onder woorden die
er heerste tussen het Oosten en het Westen tot en met het zevende oecumenische concilie
Aan al dat goeds en moois hadden de Duitsers een einde gemaakt zij kwamen aan de macht
45
Tenzij anders aangegeven is de uitleg onder dit punt ontleend aan het werk van G PODSKALSKY
Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-1237) Muumlnchen 1982
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
19
in Rome en zij vielen ten prooi aan joodse gebruiken Na de mededeling dat zij het Oosten
zijn afgevallen volgen de 27 aanklachten Zij het in een afwijkende opeenvolging is de
meerderheid van de aanklachten die we bij Hergenroumlther terugvinden hier vertegenwoordigd
Zij gaan dan ook in hoofdzaak terug op de het Opusculum contra Francos en een brief van
patriarch Cerullarios naar de patriarch van Antiochieuml Petros III Nieuwkomer is de aanklacht
dat het Westen de mens achter en de leer van de grote kerkvaders namelijk Basileios de Grote
Gregorios van Nazianze en Johannes Chrysostomos afwijst46
In een antwoordbrief van metropoliet Johannes (Ioann) II aan de tegenpaus Clemens III47
die tussen 1084 en 1088 tot stand kwam bemerken we een veel mildere toon Johannes II is
een toenadering die er op initiatief van Clemens III kwam gunstig gezind Hij drukt in zijn
brief de hoop uit dat Clemens III zijn invloed kan aanwenden om zo een einde te maken aan
de schandalige innovaties die uit het Westen komen Daarna gaat hij verder met een
samenvatting van wat er op de zeven oecumenische concilies bepaald werd en komt dan zo tot
de inbreuken die de Latijnen pleegden en die uiteindelijk leidden tot het schisma Johannes II
maakt echter een selectie van aanklachten Bij hem zijn er slechts zes de zaterdagvasten het
eten van kaas eieren en melk in de vasten de wering van getrouwde priesters de tweede
zalving48
door de bisschop het gebuik van ongedesemd brood en het Filioque In volgorde
van belangrijkheid voert het gebruik van ongedesemd brood deze selectie van aanklachten
aan De bronnen waar Johannes op teruggaat zijn de encycliek van het jaar 867 van patriarch
Photios aan de Oosterse patriarchen en het werk van Leon van Perejaslavl die in het begin
van dit punt werd vermeld De genuanceerde en daardoor verfrissende behandeling van de
aanklachten verraadt dat Johannes II een intellectueel was met een diepgaande kennis van de
liturgische canonische en patristieke geschriften Johannes II staat daarmee op eenzame
hoogte in het overzicht van de dogmatiek en polemiek in Kiev-Rusland van de 9de
tot en met
de 15de
eeuw49
We knopen terug aan bij de harde stijl in de polemiek met het werk van Nikeforos
(Nikifor) I de metropoliet van Kiev van 1104 tot en met 1121 Omdat hij het Russisch
onmachtig was gebruikte hij uitsluitend Byzantijnse bronnen Op een na zijn al zijn
pennenvruchten gericht aan een vorst Twee daarvan hebben als onderwerp de misvattingen
van de Latijnen Het eerste kwam tot stand op vraag van vorst Vladimir Monomach van Kiev
die om informatie vroeg Voor deze taak knipt en plakt Nikeforos uit het werk van Georg(ij)
Gelijktijdig verwerkte hij de brief van patriarch Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml wat
de aanpassingen in de tekst van Georg(ij) kan verklaren Op dezelfde manier van Georg(ij) ndash
46
Deze aanklacht keert terug in de vermaning van metropoliet Nikeforos aan vorst Vladimir Monomach
Nikeforos heeft zich dan ook gebaseerd op het werk van Georg(ij) 47
De tegenpaus Clemens III wilde zijn gezag uitbreiden en mengde zich daarom onder andere in de gesprekken
in verband met de kerkenunie G PODSKALSKY Christendum Muumlnchen 1982 p 174 48
Bedoeld is het sacrament van het Heilige Vormsel In de Oosterse kerk gebeurt dit vlak na het doopsel 49
We kennen Johannes II verder nog uit een tractaat over het ongedesemd brood (ἄδπκνλ) en uit het zogenaamde
ldquoPravilordquo Dat is een bundeling van 34 antwoorden aan een monnik die Johannes om raad had gevraagd De
inhoud ervan valt af en toe samen met die van zijn epistel aan Clemens III
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
20
over het ontstaan van de scheiding van de kerken ndash begint hij het werk Daarna volgen 20
aanklachten tegen het Westen50
Na de aanklachten volgt een persoonlijke oproep van
Nikeforos waarin hij de vorst vraagt om zijn werk samen met zijn zonen telkens opnieuw te
lezen Zo zal hij uitverkoren zijn om later in de hemel naast God te heersen
Het tweede werk dat over de Latijnen handelt is gericht tot vorst Jaroslav Svjatopolkovič
Het bestaat in twee redacties In afwachting van een kritische editie van deze redacties kunnen
we voorlopig stellen dat het Opusculum contra Francos aan dit werk ten grondslag lag Na
een korte inleiding die de Duitsers de schuld geeft van het schisma volgen 19 aanklachten
Ondanks het feit dat enkele aanklachten er tussen uit gevallen zijn is de opeenvolging ndash zoals
die in Hergenroumlthers editie51
voorkomt ndash gerespecteerd
De laatste figuur die we in dit verband moeten bespreken is die van Feodosij Grek Grek
leefde in de eerste helft van de 12de
eeuw en was abt van het Holenklooster Podskalsky
noemt hem hier als auteur van twee bdquoposlanija‟52
gericht aan vorst Izjaslav (Jaroslavič)53
Van
alle polemische werken die in Kiev-Rusland gemaakt werden waren de poslanija van Grek
die gericht waren tegen de Varjagen ndash bedoeld zijn de Latijnen ndash het meest verspreid en het
populairst Zij werden onder andere geiumlncorporeerd in de Kormčaja Kniga Als bronnen
gebruikte hij de brief van Cerullarios aan Petros III van Antiochieuml het Opusculum contra
Francos en een bewerking van laatsgenoemde dat de titel draagt Τὰ αἰτιάματα τῆς λατινικῆς
ἐκκλησίας Niet verwonderlijk vinden we bij Grek de ons reeds bekende aanklachten tegen de
Latijnen terug Bij de inbreuk op het Filioque aangekomen vergelijkt Grek dit met de ketterij
van het Sabellianisme54
Een opvallend kenmerk bij Grek is dat hij als een van de weinigen
onder de polemisten op Slavisch grondgebied zijn ketterijencatalogus die het in wezen toch
is inbed in de eigen leefwereld met oog voor de geschiedenis en het cultureel klimaat van
zijn tijd
Grek is ook de vertaler van de brief van Leo I de Grote55
aan patriarch Flavian van
Constantinopel (een Latijns document) De vertaling door Grek kwam er op vraag van de
vorst en later monnik Nikola-Svjatoša In het voorwoord dat Grek eraan toevoegde brengt hij
de gebeurtenissen van die tijd in herinnering het concilie van Chalkedon van 451 de ketterij
van Eutyches die voor zijn monophysitische gedachtegoed werd veroordeeld het
50
Onder de aanklachten ook de afwijzing van de drie kerkvaders Basileios de Grote Gregorios van Nazianze en
Johannes Chrysostomos Zie voetnoot 46 51
HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia quae ex variis
codicibus manuscriptis Regensburg 1869 52
(Zend)brieven 53
Recent onderzoek heeft aangetoond dat de bdquoposlanija‟ waarschijnlijk Izjaslav Mstislavič werden geadresseerd 54
In de paragraaf over het Filioque is in de Slavische vertaling van CH ook een toespeling op het Sabellianisme
ingeschoven 55
De brief zelf is dogmatisch van onderwerp Hij gaat onder meer over de godheid en de menswording en was
doorslaggevend in de bdquoontmaskering‟ van de ketterijen van Eutyches en trawanten
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
21
bdquoRoversconcilie‟ dat voorgezeten door Dioscoros georganiseerd werd naar aanleiding van de
problemen met Eutyches de afloop van het concilie en de brief van de paus56
Kormčaja Kniga
Die Untersuchung ist um so wichtiger als die Kormcaja Kniga der orientalischen
Slaven die im dreizehnten Jahrhundert bereits mehrfach abgeschrieben ward und
groszliges Ansehen als canonisches Rechtsbuch bei den Russen erhielt in dem Capitel von
den Franken und den uumlbrigen Lateinern fast woumlrtlich (mit ausnahme von sect 19) und nur
mit einigen Ueberseszligungsfehlern unsere Schrift wiedergibt57
Deze uitspraak van Joseph Hergenroumlther zien we nog eens bevestigd bij Popov58
We vinden
in de Kormčaja Kniga inderdaad een zeer getrouwe overname59
van het Opusculum contra
Francos ndash zoals die in de editie van Hergenroumlther voorligt ndash terug Het ontbrekende punt gaat
over de Latijnse aanmatiging maar drie talen (Hebreeuws Grieks en Latijn) te dulden voor de
liturgie Het uitvallen van dit punt brengt het totaal van aanklachten van het Opusculum
contra Francos in de Kormčaja Kniga op 27
Het Opusculum contra Francos ndash in de Kormčaja Kniga beter bekend onder de titel O fr-
zeh i ὤ pro`ih latinah ndash werd opgenomen in de oudste kopies van de Kormčaja Kniga in
de Servische van het jaar 1262 in die van Novgorod van de jaren tachtig van de 13de
eeuw en
die van Rjazan‟ van het jaar 1264 In 1650 werd de Kormčaja Kniga gedrukt
22 Vindplaats en datering van de handschriften60
We vinden het Opusculum contra Francos ndash de titel in de handschriften die ik geraadpleegd
heb luidt Latinh(x) sir`(x) Frough(x)61 ndash terug in vier van een cluster van vijf Servisch
kerkslavische Codices
56
Voetnoot 54 in gedachten zie ik in deze opsomming van feiten een link met het Opusculum contra Francos uit
CH Hierin is immers een paragraaf over ketters waaronder Eutyches en Dioscoros I opgenomen In de Griekse
tekst komt dit stuk niet voor en daarom zou het ndash in ieder geval chronologisch gezien ndash kunnen dat deze
paragraaf in de Slavische tekst geiumlnspireerd is op de vertaling van Grek of dat zij Grek en de anonieme maker
van CH onafhankelijk van elkaar dezelfde bron aanboorden 57
HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel Darmstadt 1966 [1869] p 174 58
Zie A POPOV Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv Latinjan (XI-XV
V) 1875 p 57-58 59
Ik heb de proef op de som genomen bijvoorbeeld in paragraaf 24 van de Griekse tekst ndash over de ongelijke
duur van de vasten in de verschillende westerse landen ndash wijkt de Slavische vertaling van CH sterk af van het
Grieks Er wordt geen melding gemaakt van het land Polen of over het volk van de Italianen In de Kormčaja
Kniga is dit wel het geval Zie A Popov Istoriko-Literaturnyj Obzor 1875 p 66 60
In dit punt put ik uit het werk van L SELS Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The
Fourteenth-Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In druk 61
Ook in dit hoofdstuk zal ik gebruik maken van de benaming Opusculum contra Francos Op deze manier wil
ik een al te grote breuk met het vorige hoofdstuk vermijden
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
22
De Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos die de basis is van mijn
transcriptie komt uit de Codex Chilandaricus 405 (CH) Deze Codex werd genoemd naar de
vindplaats het Chilandarklooster op de berg Athos Daar wordt het ook nog steeds bewaard
Aangenomen wordt dat het circa 1400 tot stand is gekomen Het fragment dat het onderwerp
vormt voor mijn onderzoek vindt men terug op ff 194 v - 198
v
Een ander handschrift dat eveneens het Opusculum contra Francos had opgenomen heet
de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) Het werd gevonden in het Nikolaasklooster nabij Bijelo
Polje in Montenegro Het wordt later gedateerd dan de Codex Chilandaricus namelijk circa
1430-1440 Het Opusculum contra Francos bevindt zich op ff 189 r - 193
r
Het Opusculum contra Francos is verder nog opgenomen in twee bloemlezingen van de
bekende kopiist en compilator Vladislav Grammatikos62
Deze bloemlezingen zijn de vroegste
werken die bekend zijn van hem De eerste bloemlezing de Codex Rilensis wordt bewaard
in de collectie van het klooster van Ioann van Rila onder ndeg 414 en stamt volgens het colofon
uit het jaar 1456 In de 19de
eeuw werd het opgesplitst toen een Russische geleerde Viktor
Grigorovič met de laatste 77 folia van de Codex ging lopen Dat deel dat ook het Opusculum
contra Francos inhoudt wordt nu bewaard te Odessa in de AM Gorky staatsbibliotheek
onder ndeg 1112 We vinden het terug op ff 32 v - 36
r
De tweede de Codex Zagrebensis zit in de collectie van van de Kroatische Academie voor
Wetenschap in Zagreb Ook van dit document is het colofon bewaard en dat geeft het jaar
1469 aan Het Opusculum contra Francos staat op ff 538 r - 540
v
In de vijfde en jongste Codex de Codex Belgradensis ndeg 42 is het Opusculum contra
Francos niet opgenomen
23 Beschrijving van het Opusculum contra Francos in de Codex Chilandaricus 405 en
de Codex Bijelopoliensis ndeg 4863
In wat volgt laat ik de twee bloemlezingen van Vladislav Grammatikos buiten beschouwing
Van de vier Codices die het Opusculum contra Francos bevatten heb ik er twee kunnen
bdquoinkijken‟64
namelijk de Codex Chilandaricus 405 en de Codex Bijelopoliensis ndeg 48
Paleografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 is een papieren Codex die in een kartonnen boekband vervat zit
De bepaling van de ouderdom ervan ndash ontstaan ca 1400 ndash gebeurde op basis van de
62
Zie p17 63
L SELS Gregory of Nyssa In druk 64
Ik kreeg voor de raadpleging van beide handschriften een cdrom met daarop de gedigitaliseerde microfilm van
de desbetreffende folia
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
23
watermerken De tekst in het Opusculum contra Francos is geschreven in semi-unciaal
schrift Dat betekent dat we zaken als hasten afkortingen ligaturen en accentuatie in
meerdere mate zien verschijnen De hasten van en komen boven de andere letters uit Af
en toe komen we ook een zwierige z en t tegen die boven de lijn komen Onderaan de lijn
steken de letters d z r h ] w uit Ligaturen komen meestal aan het eind van de lijn voor
Afkortingen worden vaak toegepast bij nomina sacra bij vaak terugkerende woorden of
uitgangen van woorden Dit gebeurt op twee manieren Bij een titlo is het woordeinde intact
maar worden de klinkers en medeklinkers uit het midden van het woord weggelaten Bij een
pokrytie staat de letter die uit het woord werd weggehaald in superscript onder een bdquodakje‟
De letter ndashh wordt vaak boven de laatste letter(s) van woorden op een genitief meervoud of
locatief meervoud van een woord geplaatst Vaak zijn de woorden van accentuatie voorzien
De kendema of dubbele gravis kan wijzen op contractie en op een genitief meervoud
De Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is een convoluut De ouderdom van de Codex werd
bepaald door de filigranen Ook deze Codex is in semi-unciaal schrift opgesteld doch is
beduidend soepeler van hand De letters staan dichter bij elkaar en er kan meer op een
bladzijde in vergelijking met de schrijfstijl van de kopiiumlst van Chilendar Aan het einde van N
is er een versiering die de laatste regels afsluit
Orthografische kenmerken
De Codex Chilandaricus 405 (CH) is opgesteld in het Servisch kerkslavisch in de Raška-
orthografie Kenmerkend is een totale denasalisatie ( = - 3 lt ou ndash 1 - - 2 lt e ndash 5 ) het
samenvallen van jor () en jer (x) tot jer (x) Ook worden de klinkers i en y vaak verward net
zoals e en Er is een duidelijke neiging om jotatie tussen klinkers te verminderen Naast de
gewone i komt ook de gepunte pound voor Zij staat vooral voor klinkers Ook de omega komt in
meerdere varianten voor ordf en reg Het voorzetsel ot komt bijna uitsluitend in ligatuur voor
otilde Tenslotte heeft de 5 ook een variant op lsaquo die altijd aan het begin van het woord staat en
de ou twee ligaturen en In het Opusculum contra Francos zijn de marges niet beschreven
In de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 is ook opgesteld in het Servisch Er zijn geen nasalen
De verwarring tussen i en y en tussen e en is hier even goed het geval In tegenstelling tot
CH komen jer en jor wel samen voor maar jor wordt vaak onjuist gebruikt
De taal
De periode waarin de Slavische vertaling van het Opusculum contra Francos ontstond was er
een van taalverandering Het binnensijpelen van elementen uit de lokale dialecten verzwakte
de positie van het Oudslavisch als eenmakende standaardtaal Ook begonnen zich vanaf de 9de
eeuw sterke veranderingen in de gesproken talen op de Balkan te manifesteren die
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
24
uiteindelijk zouden leiden tot het wegvallen van de naamvallen Dit veroorzaakte een
conservatieve reflex wat de kloof tussen de omgangstaal en de schriftelijke priesterlijke taal
nog groter maakte De lange traditie van contact met en vertalen uit het Grieks oefende een
grote bekoring uit en zorgde ervoor dat de Slavische literatuur in de 14de
eeuw een eigen bloei
van bdquoAtticisme‟ beleefde
Ik zal enkele specifieke constructies uitleggen aan de hand van gevallen in de tekst van het
Opusculum contra Francos De uitleg daarover is te vinden na de transcriptie bij de
eindnoten
24 Vergelijking van de beide Codices
Bij het maken van de transcriptie had ik beide Codices zowel de Codex Chilandaricus 405
(CH) als de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 (N) voor mij liggen Toen merkte ik dat zij amper
van elkaar verschilden Slechts een paar keer waren er verschillen of fouten waarbij het
meestal dan om maar een letter verschil ging Indien er zich problemen voordeden dan gaf N
een betere lezing of liever gezegd een meer correcte lezing65
Voor echte verrassingen ben ik
niet komen te staan
Hoewel er dus geen (spectaculaire) verschillen tussen de twee handschriften waren wil dat
niet zeggen dat N niet bruikbaar was Ik heb er dankbaar gebruik van gemaakt als extra
controle wanneer ik met de transcriptie bezig was
25 Verklaring van de aanklachten
In het Servisch kerkslavische manuscript vinden we naar het einde toe een passage over
ketters die in de Griekse tekst bij Hergenroumlther niet voorkomt66
Onder dit punt zal ik de
verschillende namen van ketters en ketterijen bespreken evenals de achtergrond waartegen zij
ontstaan zijn
Over ketters
De allereerste naam die in dit stukje voorkomt is de naam van Savati Savati is de Slavische
weergave van de naam Sabbatios We kwamen deze naam al eens tegen in hoofdstuk 1 waar
hij vermeld wordt in verband met het vasten op zaterdag Deze gewoonte zou op hem
teruggaan Sabbatios leefde van de tweede helft van de vierde eeuw tot en met het eerste
decennium van de vijfde eeuw na Christus Hij was een jood die zich later bekeerde tot het
65
Zie eindnoten bij de transcriptie 66
Zie transcriptie p 48
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
25
christendom Hij was aanhanger van het Novatianisme67
Op het einde van de vierde eeuw
werd hij door de bisschop van Constantinopel tot (Novationistische) priester gewijd De sekte
der Sabbatianen werd door hem gesticht De Sabbatianen hielden vast aan de vorm en de
periode van het joodse Paasfeest Sabbatios werd in 407 verbannen naar het eiland Rhodos
omdat hij zijn belofte tegenover een Novationistische synode niet was nagekomen Hij had op
die Synode gezworen dat hij zich niet tot bisschop zou laten wijden
De volgende naam die we tegenkomen is die van Eutyches Hij werd geboren in 378 na
Christus De laatste gebeurtenis in zijn leven die geattesteerd is vond plaats in het jaar 451
Eutyches was abt van een klooster nabij Constantinopel Hij had grote invloed aan het
keizerlijke hof in Constantinopel Zijn ketterij betrof de θύζηο de natuur van Christus Hij
stelde dat er maar een natuur in Christus was De overtuiging dat er maar een natuur in
Christus is heet monofysitisme Het monofysitisme ontstond in reactie op het Nestorianisme
dat in Christus twee personen onderscheidde de man Jezus en de goddelijke zoon van God
ofwel de Logos Eutyches werd voor zijn overtuiging ter verantwoording geroepen op het
concilie van Constantinopel in 488 Daar bleef hij bij zijn standpunt en werd om die reden
veroordeeld en afgezet In zijn brief aan patriarch Flavian bekrachtigd paus Leo I het
verdict68
Dioscoros I was een tijdgenoot van Eutyches Hij was patriarch van Alexandrieuml van 444 tot
451 na Christus Hij was net als Eutyches monofysiet Hij riep in 449 een synode bijeen in
Efese69
waar hij verkreeg dat Eutyches gerehabiliteerd werd Hij voorkwam tevens dat op die
synode de brief van paus Leo I werd voorgelezen en veroordeelde al diegenen die het niet met
hem eens waren In 451 wordt hij tijdens het concilie van Chalkedon afgezet
De volgende naam die we tegenkomen is die van Mani Er zijn nog twee varianten op zijn
naam nl Manes en Manicheus Mani leefde in de derde eeuw na Christus in Babylonieuml Hij
was de stichter van de sekte der Manicheeeumlrs Op jonge leeftijd had hij twee visioenen die
hem ervan overtuigden dat hij was uitverkoren om als gezant van God aan de mensen de
openbaring te verkondigen In de hoedanigheid van missionaris ondernam hij vele reizen die
hem naar alle windrichtingen bracht In de jaren 70 van de derde eeuw werd hij op een van
zijn reizen gevangen genomen en door de priesters van de officieumlle godsdienst veroordeeld
Hij stierf in gevangenschap
67
Het Novationisme is een sekte die genoemd werd naar zijn grondlegger Novatianus Deze sekte ontstond
rond het midden van de derde eeuw na Christus in Rome De priester Novatianus trok fel van leer tegen paus
Cornelius‟ beleid aangaande de wederopname van afvalligen in de christelijke gemeenschap Cornelius vond er
geen graten in om deze terug op te nemen in de christelijke gemeenschap Volgens Novatianus echter kon alleen
God over die zaken beslissen en hij eiste excommunicatie van alle geloofsverzakers Hij kreeg niet wat hij vroeg
en daarom scheurde hij zich af van de kerk van Rome Enkele priesters-getrouwen bombardeerden hem tot
bdquo(tegen)paus‟ Het Novationisme bleef nog enkele eeuwen daarna bestaan In de zesde eeuw schreef patriarch
Eulogios van Alexandrieuml nog een werk in zes boeken tegen deze sekte waarvan bij Photios een extract is
bewaard Zie Novationismus bij M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
pp 1062-1064 68
Zie p 20 laatste paragraaf 69
Achteraf zou die synode de Roverssynode gaan heten
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
26
Zijn openbaring heeft de vorm van een mythe en berust op een radicaal dualisme De
wereld en de mens zijn slecht omdat beiden een vermenging zijn van twee tegengestelde
principes geest en materie goed en kwaad en licht en duisternis Slechts een absolute
scheiding van deze paren kan de mens redden Het Manicheiumlsme kende een grote
verspreiding in de eerste eeuwen na de stichting maakte het een sterke opmars in de landen
aan de Middenlandse Zee en het Westen Vanaf de vijfde eeuw echter liep het Manicheiumlsme
sterk terug in het Westen Daarna zette het zich meer oostwaarts voor Het Manicheiumlsme
beiumlnvloedde veel sektes waaronder die van de Bogomilen
De volgende naam die genoemd wordt is die van Macedonius Hij was priester in de
omgeving van Constantinopel en leefde in de vierde eeuw na Christus De Arianische70
bisschop Eusebios van Nikomedeia wist ook Macedonius warm te maken voor het
Arianisme Later gaat Macedonius meer de kant op van de Homo-ousianen71
en vervolgt hij
Orthodoxe en Novationistische gelovigen Zijn naam wordt in verband gebracht met de leer
van het Macedonianisme72
Het Macedonianisme heeft betrekking op de stroming van de
pneumatomachen73
Omstreeks de vierde eeuw begon het sommigen op te vallen dat nergens
over de natuur van de Heilige Geest wordt gerept De voorlaatste naam is die van Savelli of
Sabellios De naam van zijn ketterij duikt helemaal op het einde van de Slavische tekst op In
de paragraaf over het Filioque duikt ineens de term Sabellianisme op De aanhangers van het
Sabellianisme stellen vanuit een verkeerd begrip van de eenheid van de Godheid dat de
Vader de Zoon en de Heilige Geest slechts verschillende benamingen en verschijningen zijn
voor een en dezelfde Godheid ook wel πἱνπαηωξ genoemd Mensen hebben volgens hen met
de Vader te maken in het Oude Testament met de Zoon in het Nieuwe Testament en met de
Heilige Geest na de kruisdood van de Zoon Timotheos Ailuros ook wel Timotheos de Kat
genoemd sluit dit rijtje af Hij werd in 477 na een volksopstand monofysitische patriarch van
Alexandrieuml74
Veel meer weten we niet over hem
III HET OPUSCULUM CONTRA FRANCOS DE GRIEKSE EN SLAVISCHE TEKST
VERGELEKEN
70
Het Arianisme werd genoemd naar Arius de stichter van deze bdquoketterij‟ In ζαιεία (overvloed feestvreugde)
het hoofdwerk van de Arianen zet Arius uitgebreid zijn leer uiteen 1) Alleen God de Vader is onverwekt en
eeuwig de zoon werd wel verwekt en is niet eeuwig 2) De Zoon is voortgekomen uit de wil van God en uit het
niets Daarom is er niets goddelijks aan de Zoon Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und
Kirche Freiburg 1964 71
Deze strekking binnen de heteroglossie is verwant met het Arianisme maar iets gematigder De leer zegt dat
de Zoon van God weliswaar niet ongelijkend van wezen (ἀλόκνηνο) is ten opzichte van de vader ook niet van
eenzelfde wezen (ὁκννύζηνο) maar gelijkaardig van wezen (ὁκνηνύζηνο) Zie M BUCHBERGER (ed) Lexikon
fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 72
Dit is echter een ontwikkeling van latere tijd zijn tijdgenoten maakten nooit die koppeling Zie M
BUCHBERGER (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964 bij Makedoniasmus pp 1313-1314 73
In de transcriptie p47-48 zien we dat direct na de naam Macedonius over de pneumatomachen wordt
gesproken 74
Zie CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991III 4
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
27
In dit derde en laatste hoofdstuk worden de Griekse brontekst en de Slavische tekst die
respectievelijk in hoofdstuk I en hoofdstuk II werden besproken naast elkaar geplaatst In de
rechtse kolom staat de Griekse brontekst met de aanpassingen waarover sprake was75
en in de
linkse kolom bevindt zich de Slavische transcriptie van het Opusculum contra Francos op
basis van de Codex Chilandaricus 405
Ik heb ervoor gekozen het inleidende gedeelte voor de aanklachten op te delen in wat
volgens mij zinvolle thematische eenheden zijn Ik heb dit gedaan omdat dit volgens mij het
overzicht ten goede komt en omdat het ook de vergelijking tussen het Grieks en het Slavisch
aanschouwelijker maakt
De aanklachten die op de inleiding volgen zijn in de Codex Chilandaricus 405 (CH)
duidelijk afgebakend doordat de beginletter van elke nieuwe aanklacht werd vergroot en naar
de marge werd geplaatst76
Vanzelfsprekend heb ik deze structuur overgenomen Omdat de
Griekse brontekst die model heeft gestaan voor deze vertaling niet voorhanden is en er toch
aanzienlijke verschillen tussen de editie van Hergenroumlther en de Slavische tekst bestaan is het
niet te verwonderen dat we af en toe voor een bepaald fragment uit de Slavische tekst geen
Griekse tegenhanger hebben
In de transcriptie van de Slavische tekst heb ik geprobeerd zo dicht mogelijk bij het
schriftbeeld van CH te blijven Zo komt bijvoorbeeld t(x) (= ot) voor als ligatuur otilde
wanneer de brede lsaquo in het handschrift stond heb ik die overgenomen in mijn transcriptie
De aanklachten van de Griekse tekst werden genummerd volgens de editie van
Hergenroumlther We zagen reeds in hoofdstuk 1 dat het Filioque dat het eerste punt is in de
editie van Hergenroumlther in de Slavische tekst pas achteraan staat en dat de punten 2 en 3 van
de Griekse brontekst niet in de Slavische tekst zijn opgenomen Om die reden begint de
nummering van de Griekse tekst met 4 In de Slavische tekst worden het Griekse nummer
respectievelijk het nummer volgens de telling van de aanklachten in de Codex Chilandaricus
405
Na de transcriptie volgen verklarende noten bij de (Slavische) tekst Daarbij wordt het
volgende principe gehanteerd waar de (eind)noten in de Slavische tekst staan daar slaan zij
op problemen van taalkundige aard waar ze in de Nederlandse vertaling staan daar wijzen ze
op inhoudelijke zaken
75
Zie onder 13 p 9-10 76
Enkel bij de eerste aanklacht zien we die uitspringing niet Zij staat op dezelfde regel als het laatste woord van
de inleiding Op deze plek werd ervoor gekozen om geen nieuwe regel te beginnen op negen andere plaatsen
gebeurt dit wel Ook in de Codex Bijelopoliensis ndeg 48 wordt de beginletter van de aanklacht vergroot en springt
ze uit Hier zien we tweemaal dat een aanklacht in het midden van de regel begint tegenover zevenmaal dat een
nieuwe regel wordt begonnen
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
28
Griekse tekst ndash Ed Hergenroether Kerkslavische tekst Chilendar
Opusculum contra Francos
[62]
[H62] [H62] Φσηίνπ ηνῦ ἁγησηάηνπ
παηξηάξρνπ Κσλζηαληηλνππόιεσο Πεξὶ
ηῶλ Φξάγγσλ θαὶ ηῶλ ινηπῶλ Λαηίλσλ
Van Photios de allerheiligste patriarch
van Constantinopel Over de Franken en
de overige Latijnen
Ὁ Πάπαο Ῥώκεο θαὶ ὅζνη ηνῦ κέξνπο ηὴο
Γύζεσο Χξηζηηαλνὶ ἔμσζελ ηνῦ Ἰσλίνπ
θόιπνπ (Ed)
De Paus van Rome en al die christenen
van de westelijke kant buiten de Ionische
golf (Ed)
[Cod Mon Gr 551 (saec14) H com 174
nt 9] (A)
Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο
ιιάδνο ὀλνκάδεη ἀπὸ ηνῦ αἰῶλνο (l
Ἴσλνο) ηνῦ πξώηνπ ηὴλ ιιάδα
νἰθήζαληνο ηὴλ ἐπνλπκίαλ ιαβώλ
De Ionische Golf noemt men die achter
Hellas waarbij men aan Ion die als eerste
Hellas heeft bewoond haar naam heeft
ontleend
[H com 181 nt 30]
Αἰσλία (l Ἰώληα) γὰξ πξῶηνλ ἡ ιιὰο
ἐθαιεῖην ὡο ἀπὸ ηνῦ Αἰλώο (l Ἴσλνο)
ιιὰο δὲ ἐπσλνκάζζε ἀπὸ ηνῦ ιαηώλνπ
πἱνῦ ηνῦ Ἰνπλί (l Ἴσλνο) Οὗηνο γὰξ ὁ
[Ch f194v] [l5] Latinh(x) sir`x
Frgh(x)aacute t(x)koud(ou) nizwodetse
sih(x) rodoweaacute i laquo lsaquoresi ihxaacute i po `to
t(x)cpi[es(e) t(x) s(we)tye b(o)vpounde
crkweagrave
Over de Latijnen dat wil zeggen de
Franken waarom hun volken zich
verlagen en over hun ketterij en waarom
ze zijn afgesneden van de heilige kerk van
God
Papa rymUgraveskyOslash i lsaquolici ssup3rany zapadnye
hr(i)ssup3poundane izwxnx jnpoundiskago [l10]
ndraaacute
De Roomse paus en alle christenen van de
westelijke kant van buiten de Ionische
golf
Jlaquonpoundisko ve ndro ive1 prwy[e2 Šlady
imenesup3xaacute otilde Jona ive prvde Šlad
naselUgrave[om sup3xzoimenssup3wo prilsaquomxagrave
De Ionische golf noemt men die hoger
Hellas omdat van Ioon die eerst Hellas
bewoonde de naam was aangenomen
Jonpounda bo prvde Šlada narycaOslash[ese
4ko otilde Jnaagrave Šla[l15]da ve
primenowase otilde Šlenaaacute s(y)na poundnowaagrave
Sx bo Jnx rodiwx s(y)na imenowa lsaquogo
Šlenxaacute ive bys(tx) wUgravesup3oryOslash naselUgravenikx
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
29
Ἰὼλ γελλήζαο πἱὸλ ἐπσλόκαζελ αὐηὸλ
ἔιθηνλ∙ ὅζηηο ἐγέλεην δεύηεξνο νἰθηζηὴο
ηῆο ιιάδνο θαὶ πόιεηο πνιιὰο
θαηεθόζκεζε θαὶ ηὸλ ηόπνλ ιιάδα
ἐθάιεζελ
Want Hellas werd aanvankelijk Ionia
genoemd zoals naar Ion Hellas echter
werd genoemd naar Elaion de zoon van
Ion Want toen deze Ion een zoon had
verwekt gaf hij hem de bijnaam bdquoelkios‟
() die de tweede bewoner werd van
Hellas en vele steden oprichtte en de
plaats Hellas noemde (Comm p181 noot
30)
[H Com 181 nt 31] (B)
Ὅζα δὲ ἔζλε ηνῦ ἰνπλίνπ θόιπνπ εἰζὶ πξὸο
δπζκὰο ἤγνπλ ιαηῖλνη ινγγίβαξδνη
ιέγνληαη∙ ινγγίβαξδνη δὲ ἐθιήζεζαλ ἀπὸ
ηνῦ Βάξε ὃο θαὶ ηὴλ Βάξελ ἔθηηζε θαὶ
ἐθάιεζελ αὐηὴλ Βάξελ Οὗηνο ὁ Βὰξ ἔζρε
γπλαῖθα ιεγνκέλελ Λόγγα∙ ἐμ αὐηῆο
ἐγέλλεζε πἱνὺο πέληε ηὸλ Καιὴλ ηὸλ Σεξ
ηὸλ Μέιθηλ ηὸλ Βαῖνλ θαὶ ηὸλ Ἀξβᾶλ∙ θαὶ
ηνύηνπο ηνὺο πέληε πἱνὺο ἐθ ηνῦ Βὰξ θαὶ
ηῆο Λόγγεο γελλεζέληαο ἐθαινῦλην
Λνγγίβαξδνη∙ (sic) ἐμ αὐηῶλ δὲ
ἐγγελήζεζαλ πἱνὶ πέληε θαὶ γελεαί∙ ἀπὸ
ηνῦ Κάιε Καιάβξνη ἀπὸ ηνῦ Σὲξ Σέξβνη
ἀπὸ ηνῦ Μέιθη Μειθελνὶ ἀπὸ ηνῦ
Βαίσλνο Βελέηηθα θαὶ ἀπὸ ηνῦ Ἀξβᾶλ
Ἀξβαλῖηαη Τνύησλ δὲ ηῶλ πέληε γελεῶλ
γελλήηνξεο ὁ Βὰξ θαὶ ἡ Λόγγα θαὶ ὡο ἐμ
αὐηῶλ ιέγνληαη Λνγγόβαξδνη
De volkeren aan westelijke zijde van de
Ionische golf dat wil zeggen Latijnen
Šlad i grady mnogy wx n5i oukrasi i
mssup3o Šlad nare`eagrave
Hellas noemde immers vroeger Ionieuml zoals
naar Ion Hellas nu werd hernoemd naar
Elen Ions zoon Deze Ion immers noemde
nadat hij een zoon verwekt had hem Elen
die de tweede bewoner van Hellas was en
hij richtte in haar vele steden in en
noemde de plek Hellas
Šlici ve lsaquozyci [l20]sousup3x wxn poundnpoundiskago
ndra kx zapadaacute sir`x Lasup3poundni
Loggpoundwardi gl(agol)1tseagrave Loggpoundwardi ve
nare`(e)ni by[e otilde Wara3aacute ive i Barx
sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe ime Barxagrave
Sx Barx ima[e ven [l25] gl(agol)eUcircm1
Leggaaacute i otilde n5e rodi s(y)ny lsaquoagrave Kalaaacute
Seraaacute Melfpoundsup3aaacute Wpoundnaaacute i Arwanaagrave
Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i
Leggy rovdennyh(x) naricaOslashhou
Loggpoundwardiagrave ^ nih(x) ve rodi[es(e)
rodowe pesup3(x) otilde Kala bo Kalawri otilde
Sera ve Srxble
otilde Melfpounda ve Melfpound sup3ne otilde Wpoundna
Wenesup3poundci otilde Arwana ve Arbanasi4agrave Sim
ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde Warx i
Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se
Loggpoundwardiagrave
Alle volkeren van buiten de Ionische golf
zijn naar het westen toe dat wil zeggen de
Latijnen worden Longobarden genoemd
De Longobarden nu werden genoemd
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
30
worden Longobarden genoemd De
Longobarden nu worden genoemd naar
Bar(i) die ook Bari heeft gesticht en het
Bari noemde Deze Bar had een vrouw die
Longa werd genoemd Uit haar verwekte
hij 5 zonen Kale Ser Melfi Baion en
Arban En deze 5 zonen die uit Bar en uit
Logga geboren werden heten
Longobarden (sic) Uit hen nu werden vijf
zonen alsook volken geboren uit Kale de
Kalabrezen uit Ser de Servieumlrs uit Melfi
de Melfinen uit Baion de Venitianen en
uit Arban de Arbanieten Van deze 5
volkeren waren Bar en Logga de ouders
en omdat ze uit hen (geboren waren)
heten ze Longobarden (Comm p181 noot
31)
Οὗηνη γάξ νἱ Λνγγόβαξδνη ζὺλ ηνῖο
ινηπνῖο δπηηθνῖο ἔζλεζη ἤγνπλ Φξάγγνηο
Ἁξβαλεῖο (sic) Ἀκαιθελνῖο Βελεηηθνῖο
Ἀιακάλλνηο νὐδὲλ ηῶλ παιαηῶλ ιιήλσλ
δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέβεηαλ νὔηε
θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ (Comm p181 noot
32)
Vgl ook Ed (hellip) Ἰηαινὶ Λνγγίβαξδνη
Φξάγγνη νἳ θαὶ Γεξκαλνὶ Μνιθηλνὶ
Βελεηηθνὶ θαὶ νἱ ινηπνὶ ἄλεπ ηνῦ ηῶλ
Καιαβξῶλ γέλνπο θαὶ ηνῦ ἔζλνπο ηῶλ
Ἀιακάλσλ∙ (ηνύησλ γὰξ νἱ κὲλ νὐδὲλ ηῶλ
παιαηῶλ ιιήλσλ δηαθέξνπζηλ νὔηε θαηὰ
ηὴλ εὐζέβεηαλ νὔηε θαηὰ ηὴλ ἀζέιγεηαλ
(hellip)
Want deze Longobarden verschillen
samen met de overige westerse volken dat
wil zeggen de Franken de Arbanen de
naar Bar die Bar() stichtte en noemde
hem naar zijn naam Bar Deze Bar had
een vrouw die Legga werd genoemd En
uit haar verwekte hij 5 zonen Kale Ser
Melfi Vion en Arvan Naar deze vijf
werden de Longobarden genoemd omdat
ze uit Var en Legga geboren werden Uit
hen nu werden vijf volken geboren uit
Kale immers de Kalabrezen uit Ser de
Servieumlrs uit Melfi de Melfitanen5 uit
Viona de Venetianen uit Arvana de
Arbanieten Deze vijf volken hadden (als)
ouders Var en Legga en omdat ze uit hen
(geboren waren) heten ze Longobarden
Spoundi bo Loggpoundwardi sx pro`poundimi
zapadnymi lsaquozyky sir`x Frgyaacute
G5rman4niaacute Melfpoundsup3nyaacute Wenesup3poundci i
AlamanxOslashOslash6 otilde sih(x) owpoundi bo ni otilde
drewnyh(x) Šllpoundnx razxnUgravessup3w1sup3x nive
po ne`xssup3i1 nive po ne`issup3osup3
Deze Longobarden (zijn) immers samen
met de overige volken dat wil zeggen
Franken Germanen Melfitanen
Venetianen en Duitsers Van dezen
verschillen sommigen niet van de oude
Grieken7 niet volgens goddeloosheid
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
31
Amalfitanen de Venetiaanse Alamanen
() hoegenaamd niet van de oude Grieken
noch wat goddeloosheid betreft noch op
gebied van losbandigheid (Comm p181
noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) Italieumlrs Longobarden
Franken en ook de Duitsers Molfinen
Venetianen en de overigen ndash zonder het
geslacht van de Kalabrezen en het volk
van de Alamanen De enen hiervan
verschillen in niets van de oude grieken
noch wat betreft goddeloosheid noch wat
betreft losbandigheid (hellip)
Ἀιι‟ αὐηνὶ νἱ Ἀξβαλνὶ θαὶ ἕηεξνί ηηλεο
κηθξὰ (κηαξὰ) ἔξγα ἐξγάδνληαη νἱ δὲ
Καιαβξνὶ ρξηζηηαλνὶ εἰζὶλ ὀξζόδνμνη
ἀλέκαζνλ δὲ θαὶ ηῆο ἀπνζηνιηθῆο
ἐθθιεζίαο θαὶ θαζνιηθῆο ἤζεζη (sic) νἱ δὲ
ινηπνὶ ἅπαληεο ζὺλ ηῷ Πάπα (Comm
p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) νἱ δὲ Καιαβξνὶ
ρξηζηηαλνὶ [H 63] ὀξζόδνμνί εἰζηλ
ἀλέθαζελ θαὶ ηνῖο ηῆο ἀπνζηνιηθῆο ἡκῶλ
ἐθθιεζίαο ἔζεζη ηξόθηκνη) ἅπαληεο ζὺλ
ηῷ Πάπᾳ πξὸ πνιιῶλ ρξόλσλ ηῆο
θαζνιηθῆο ἐθθιεζίαο ἐθηὸο εἰζὶ θαὶ ηῶλ
εὐαγγειηθῶλ θαὶ ἀπνζηνιηθῶλ θαὶ
παηξηθῶλ παξαδόζεσλ ἀιιόηξηνη δη‟ ἃ
ἔρνπζη παξάλνκα θαὶ βαξβαξηθὰ ἔζε ὧλ
ηὰ ρείξσ θαὶ πιείνλα εἰζὶ ηαῦηα
Maar die Arbanieten en sommige anderen
stellen zondige daden de Kalabrezen
echter zijn orthodoxe christenen zij
hebben zelfs de gewoonten van de
apostolische en oecumenische kerk
noch van onreinheid (hellip)
Nx sup3poundi Alamane i ini ncpoundi mnoga
skwUgravernna dla sxdlawa1sup3x Kalawriane
ve hr(is)sup3poundane ssup3x prawoslawni dagger
wxspisup3a ve i sihx ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi dagger8 laquoby`ai pisup3asup3elnimi Pro`poundi ve
wsi sx papomx prd(x) mngymi l20
lsup3y otilde sxbornylsaquo cr(x)kwe krom sousup3x i
lsaquou(a)g(ge)lUgraveskyih(x) i ap(o)s(to)lskyih(x)
prdanpoundi sup3ouvdi za ihUgraveve imsup3(x)
bezzakonnylsaquo i warwarskylsaquo by`ae otilde
nihUgraveve gor[aa i mnovai[a ssup3x spoundaagrave
Maar deze Duitsers en enkele anderen
doen vele onreine zaken de Kalabrezen
zijn echter orthodoxe christenen dagger de
apostolische kerk heeft hen opgevoed dagger
met voedende gebruiken Maar alle
overigen met de paus zijn sinds vele jaren
verapart van de oecumenische kerk en
zijn vreemd van de evangelische en
apostolische tradities en door deze
hebben ze misdadige en barbaarse
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
32
uitgevorst (sic) maar alle anderen zijn
met de paus (Comm p181 noot 32)
Vgl ook Ed (hellip) maar deze Kalabrezen
zijn van oudsher orthodoxe christenen en
gevoed door de gewoontes van onze
apostolische kerk Zij (staan) allen met de
paus sinds vele jaren buiten de
oecumenische kerk en zijn vervreemd van
de apostolische en de patristieke tradities
waardoor zij onwettige en barbaarse
gewoonten hebben waarvan deze de
ergste en talrijkste zijn
[H64] (4) Νεζηεύνπζη ηὰ ζάββαηα θαὶ ἐὰλ
ηύρῃ ἐλ ζαββάηῳ ἑνξηὴ ηῆο Χξηζηνῦ
γελλήζεσο ἢ ηῶλ θώησλ νὐ ιύνπζη ηὴλ
λεζηείαλ
Ze vasten ‟s zaterdags en als het feest van
de Christus Geboorte of de Epifanie
toevallig op zaterdag voorvalt dan heffen
zij de vasten niet op
[H com 189 nt 20] Νεζηεύνπζη θαὶ ηὰ
ζάββαηα∙ ηαύηελ δὲ λεζηείαλ ἔιαβνλ ἀπὸ
ηνῦ ηξηζαζιίνπ Σαββαηίνπ θαὶ ἐὰλ ηύρῃ
gewoonten van de welke de slechtste en
veelvuldigste dezen zijn
(1Gr4) Possup3esup3x soubsup3xOslash i a]e
l25 sxl`isup3se wx d(x)nx sbosup3ny
prazdnikx h(ri)s(to)wa Rovdxssup3waaacute
s(we)sup3yihx b(o)go4wl5npoundi ili [f195v]
s(we)sup3ogo nkolsaquogo welika ne razdr[a1sup3x
possup3x nx prd(x)po`isup3a1t(x) pos(sup3x) pa`e
praznika
Ze vasten bdquos zaterdags en als het feest van
Christus Geboorte van de Heilige
Epifanie of van een zekere grote heilige
voorkomt op zaterdag dan onderbreken ze
de vasten niet maar verkiezen ze de
vasten boven de feestdag
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
33
ἡκέξα ζαββάηῳ ἠ ἑνξηὴ ηῶλ Χξηζηνῦ
γελλῶλ ἡ ηῶλ θώησλ ἢ ἁγίνπ ηηλὸο νὐ
ιύνπζη ηὴλ λεζηείαλ δηὰ ηὴλ ἑνξηὴλ ἀιιὰ
πξνηηκνῦληαη ηὴλ λεζηείαλ ηῆο ἑνξηῆο
Vgl ook Comm (Monac) Ze vasten ook
op zaterdag Deze vasten hebben ze
overgenomen van de driewerf vervloekte
Sabbatius en als toevallig op zaterdag het
feest van Christus Geboorte of van de
Epifanie of een of andere heilige valt dan
heffen ze de vasten niet op omwille van het
feest maar verkiezen ze de vasten boven
het feest
(5) Τὴλ κεγάιελ ηεζζαξαθνζηὴλ ἀπὸ ηῆο
ηεηξάδνο ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο ἄξρνληαη
λεζηεύεηλ
In de grote veertigdagenvasten beginnen
ze van woensdag van de eerste week te
vasten
(6) Τὴλ ἑβδνκάδα ηῆο ηπξνθάγνπ νὔηε
θξέσλ ἀπέρνληαη νὔηε γλσξίδνπζη
ηπξνθαγίαλ
In de kaasweek onthouden ze zich noch
van vlees noch kennen ze de kaasweek
(7) Οὐ λεζηεύνπζη ηὴλ ὅιελ
ηεζζαξαθνζηὴλ ἀιι‟ αὐηνὶ κὲλ θαηὰ ηὴλ
ἁγίαλ θαὶ κεγάιελ πέκπηελ ὠὰ θαὶ ηύξνλ
θαὶ γάια ἐζζίνπζη ηνὺο δὲ παξ‟ αὐηνῖο
παῖδαο ηὰο ὅιαο θπξηαθὰο ηῆο
ηεζζαξαθνζηῆο γάια θαὶ ὠὰ ἐζζίεηλ
ζπγρσξνῦζηλ
(2aGr5) S(we)sup31 welik `esup3yridesesup3nic otilde
srde prxwye ned(e)l5 na`ina1sup3x possup3isup3iagrave
In de heilige grote veertigdagenvasten
beginnen ze te vasten vanaf woensdag van
de eerste week
(2bGr6) Meso 4d]e syrn1
ned(e)l1 bezssup3rah(a)aacute iskwrxnesup3seagrave
Door schaamteloos vlees te eten in de
kaasweek bezoedelen ze (deze)
(3Gr7) Wsou `etyridesetnic ne postesup3x
nx na wsak ned(e)l1 pop]a1sup3x dcamx
swoimx 4ssup3i 4ica i syrx Sami ve
razdr[a1sup3x wx welikyOslash `esup3wrxsup3xaacute 4d]e
be(z)ssup3rahaagrave
Ze vasten niet de hele vasten maar ze
staan elke zondag aan hun kinderen toe
eieren te eten en kaas Zij zelf verbreken
(de vasten) op Grote Donderdag door
schaamteloos te (zitten) eten
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
34
Ze vasten niet de hele veertigdagenvasten
maar zij aan de ene kant eten op de heilige
en Grote Donderdag eieren en kaas en
melk hun kinderen aan de andere kant
staan zij alle zondagen van de
veertigdagenvasten toe melk en eieren te
eten
Cf ook comm p193 noot 48 Cot n50
λ ηνῖο ζάββαζη θαὶ ηαῖο θπξηαθαῖο ηῆο
ὅιεο ηεζζαξαθνζηῆο ηπξὸλ θαὶ ὠὰ
δίδνπζη ηνῖο παηδίνηο εἰο βξῶζηλ∙ θαὶ αὐηνὶ
δὲ πάληεο ηὴλ κεγάιελ πέκπηελ
θαηαιύνπζη
Cf ook comm p 193 noot 48 Cot n 50
Op zaterdagen en zondagen van de vasten
geven ze de kinderen kaas en eieren te
eten en zelf laten ze allemaal (het vasten
op) Grote Donderdag varen
[H 65] (8) Ἱζηνξίαο ηῶλ ἀγίσλ πιὴλ ηῆο
ζηαπξώζεσο ἐλ ηαῖο ἐαπηῶλ ἐθθιεζίαο
νὐθ ἀλαζηεινῦζηλ∙ ἀιιὰ θαὶ αὐηὴλ ηὴλ
ζηαύξσζηλ νὐ δη‟ ὑινγξαθίαο (Catif
εὐινγξαθίαο) ἀιιὰ κόλνλ [ἀλαπεκπηὰ ()]
ὡο ἕλ ηη ηῶλ γιππηῶλ πνηνῦζηλ
Voorstellingen van heiligen stellen zij in
hun kerken niet behalve van de kruisiging
maar ook deze kruisiging zelf niet door
middel van schildering maar enkel [als
verwijzingen ()] zoals zij iets van
sculpturen maken
(9) Δἰο ηνὺο ζείνπο λανὺο εἰζηόληεο θαὶ ἐλ
ηῷ ἐδάθεη πξνζθνιιώκελνη ἐπὶ πξόζσπνλ
ςηζπξίδνπζηλ εἶηα ζηαπξὸλ ἐλ αὐηῷ
(4Gr8) Pisanpounda s(we)sup3poundihx wx
cr(x)k(x)wahx ne sup3woresup3x razw
raspesup3poundlsaquoaacute nx nive seOslash na ssup3lxp sup3woresup3x
nx i seOslash sup3x]esup3se izwaano bysup3iagrave We]no ve
pisanpounde ne sup3woretxagrave
Ze maken geen afbeeldingen van heiligen
in de kerken behalve van de kruisiging
maar noch maken ze deze (=kruisiging) op
de zuil maar ook daarvan proberen ze dat
die uitgehouwen is Een materieumlle
afbeelding maken ze niet
(5Gr9) Wx b(o)v(x)ssup3wnye hrami
wxhode]eaacute prilpl4 1sup3se kx zemli i
kx zemli zre]e [xp]sup3xaacute sup3ave kr(x)ssup3x na
zemli wxbrazyw[e celiwa1sup3x zeml1 i
m(o)l(i)sup3w razara1sup3xagrave
Diegenen die in de Godskerken
binnengaan kleven vast tegen de grond
en ze fluisteren terwijl ze naar de grond
kijken vervolgens kussen ze de grond
nadat ze een kruis op de grond hebben
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
35
ηππώζαληεο ηῷ δαθηύιῳ ἀζπάδνληαη θαὶ
ἐγείξνληαη θαὶ ηὴλ εὐρὴλ ἐλ ηνζνύηῳ
θαηαιύνπζηλ
Wanneer zij godshuizen binnengaan en
aan de bodem gekleefd zijn op het gezicht
fluisteren ze heimelijk daarop na een
kruis erover te hebben geslagen kussen ze
(de grond) en staan op en op die manier
beeumlindigen ze het gebed
(10) Τὴλ κεηέξα ηνῦ θπξίνπ ἡκῶλ Ἰεζνῦ
Χξηζηνῦ νὐ θαινῦζη ζενηόθνλ ἀιιὰ κόλνλ
ἁγίαλ Μαξίαλ
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
slechts de heilige Maria
(11) λ ηῷ ζπζηαζηεξίῳ αὐηῶλ πᾶο ὁ
βνπιόκελνο εἰζίαζη (Cat εἴζνπζη fort
εἴζεηζη) θαὶ θαηὰ ηὸλ θαηξὸλ ηῆο
ιεηηνπξγίαο αὐηῶλ ὁπνίαο ἂλ εἴε θύζεσο
ἢ ἡιηθίαο ἢ ηάμεσο ὡο θαὶ γπλαῖθαο ὅηε
ζέισζη (Vat ζειήζεηαλ) ηῷ ζπλζξόλῳ
θαζίδεζζαη ηῶλ ἀξρηεξέσλ ηνζνῦηνλ
νἴδαζη δηαζηέιιεηλ ἀλὰ κέζνλ ἁγίσλ θαὶ
βεβήισλ
Ieder die wil gaat binnen in hun
altaarruimte ook gedurende de liturgie
wat die ook is van geslacht leeftijd of
rang zodat zelfs vrouwen als ze dat
willen op de bisschopszetel plaatsnemen
Zozeer kunnen zij het onderscheid maken
tussen wat heilig en wat profaan is
gevormd en verbreken ze het gebed
(6Gr10) M(a)sup3(e)rx G(ospod)a na[ego
Jsu(sa) H(ri)s(t)a ne nari`sup3x
B(ogorodi)cou nx s(we)sup31 Marpound1agrave
De moeder van onze Heer Jezus Christus
noemen ze niet de Moeder Gods maar
heilige Maria
(7Gr11) Wsakx hosup3ei wx s(we)sup3yi
vrxsup3xwnykx wxhodisup3x wx wrme
lpoundsup3rgpoundeihx kakowa a]e budesup3x
5s(sup3x)ssup3wa ili wxzrassup3a ili `inaaacute 4ko i vena
lsaquogda wxsho]esup3x na prssup3ol arhpoundlsaquoreiskomx
sdisup3x i ne wdesup3x
razxnUgravessup3wowasup3i posrd s(we)sup3a i
skrxnna9agrave
Ieder die wil gaat binnen in de heilige
altaarruimte tijdens de liturgie van wat
voor een natuur leeftijd of stand hij ook
maar zal zijn zoals ook een vrouw als ze
wil op de troon van de bisschop gaat zitten
en ze kunnen geen onderscheid maken
tussen het heilige en het ongewijde
(8Gr12) Wlxkohy]naa i mrxcini f196r
i otilde psup3icx poravnna10 i krxwx i me`ky i 7iOslash
r`ny511 i wwerpoundce i vxlbaby12 i sih(x)
skwrnni[aa 4det(x)
Ze eten wat door wolven is gegrepen en
kadavers en wat door vogels is getroffen
en bloed en beren en otters en eekhoorns
en schildpadden() en de meest smerige
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
36
(12) Τὰ πληθηὰ ἐζζίνπζη θαὶ ηὰ ζεξηάισηα
θαὶ ζλεζηκαῖα θαὶ ηὸ αἷκα [H 66] θαὶ ηὰο
ἄξθηνπο θαὶ ηνὺο θπλνπνηάκνπο (Cod
θπλνπνηακέλνπο) θαὶ ηδαθάιεηο θαὶ ηὰ ἒηη
ηνύησλ κπζαξώηεξα θαὶ κηαηξώηεξα
Ze eten wat gewurgd is en door wilde
dieren is verscheurd en kadavers en bloed
en beren en otters en jakhalzen en nog
meer afschuwelijke en onreine dingen dan
deze
(13) Οἱ ἱεξεῖο θαὶ ἀξρηεξεῖο αὐηῶλ ηὰο
ἱεξαηηθὰο ζηνιὰο νὐθ ἐμ ἐξίσλ ἀιι‟ ἐθ
ζεξηθῶλ λεκάησλ ὑθαίλνληεο
πεξηβάιινληαη πνιπρξόνπο ηαύηαο
θαηαζθεπάδνληεο∙ θαὶ δαθηπιίνπο
θνξνῦζη θαὶ ηὰο ρεῖξαο ἐλδύνπζη
ρεηξόξηνηο θαὶ ἐλ κὲλ ηῇ δεμηᾷ ρεηξὶ
γξάθεηαη∙ ρεὶξ ὡο ἀπὸ λεθέιεο ἐλ δὲ ηῇ
ἀξηζηεξᾷ ὀ ἀκλὸο ηνῦ ζενῦ ἐπηγέγξαπηαη
De priesters en hogepriesters dragen
priestergewaden niet geweven uit wol
maar uit zijdedraad en in bonte kleuren
En ze dragen ringen en ze trekken
handschoenen aan hun handen en op hun
rechterhand is afgebeeld hand die uit een
wolk komt en op de linker staat het Lam
Gods afgebeeld
dingen hiervan
(9) Ss(we)]Ucircenpounde na wsak ned(e)l1
sup3boret(x) solx wx wod wxloviw[e agraveagraveagraveagraveagraveagrave
Ze doen elke week een wijding waarbij ze
zout in het water voegenhellip
(10Gr13) l5 S(we)]ennici ihx i
arhpoundlsaquoreieaacute s(we)]Ucirceni`xsky5 ih(x)
laquodevde ne otilde wlxnyaacute nx otilde swilxOslash
issup3kawa1]e dwa1sup3se i prxssup3ene nosesup3x i
rc swoi rkawicami dwa1sup3x i na desnoi
bo rc pi[esup3se rka 4ko izx
Ucircbla l10 kaaacute na lwoi ve agnxcx bovpoundi
napisanx 5s(tx)agrave
Hun priesters en bisschoppen kleden zich
in priestergewaden die niet uit wol maar
uit zijde geweven zijn en ze dragen ringen
en aan hun handen dragen ze
handschoenen en op de rechterhand is een
hand als uit een wolk afgebeeld en op de
linker is het Lam Gods afgebeeld
(11Gr14α) Wx s(we)sup3omx krx]eni
maslomx ne mavsup3x nowoprosw]ennago
nx wodo1 sup3xkmo krx]a1sup3x wx 5dino
pogrvenpoundeagrave
(12Gr14β) Ive wx grs 5sup3poundih(x) i wx
mx`tanii pad[ih(x)aacute ma l15 slomx
pomaz1sup3x wx ssup3awlenpounde grhm(x)agrave
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
37
(14) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο εἰο ὕδσξ κόλνλ
βαπηίδνπζηλ ἅιαο ἐκβάιινληεο εἰο ηὸ
ζηόκα ηνῦ βαπηηδνκέλνπ∙ θαὶ πηύνπζη ἐλ
ηῇ ἀξηζηεξᾷ ρεηξὶ κεηὰ δὲ ηῆο δεμηᾶο ηὸλ
ζίεινλ (fort ηὸ ζίαινλ) ἐληαξάηηνληεο ηὸλ
βαπηηδόκελνλ ἐπηρξίνπζη∙ θαὶ ηνὺο
βαπηηζζέληαο εἰο κέηξνλ ἡιηθίαο θαὶ
ζθάικαζη πεξηπεπησθόηαο ἐιαίῳ (ἐιέσ
Ap Cat) ἐπηρξίνπζηλ εἰο ἄθεζηλ ἁκαξηηῶλ
θαὶ δὶο βαπηίδεηλ δνθνῦζη
Diezelfde priesters dopen enkel in het
water nadat ze zout hebben gestrooid in
de mond van die wordt gedoopt En ze
spuwen in de linkerhand en door met hun
rechter het speeksel uit te wrijven zalven
ze de dopeling en wanneer de gedoopten
een zekere leeftijd hebben bereikt en
misstappen hebben begaan zalven ze met
olie ter vergeving van de zonden en menen
zo tweemaal te dopen
(15) Οἱ αὐηνὶ ἱεξεῖο θαὶ ἑηέξαο ηηλὰο
ἀλαθαζάξζεηο πνηνῦζη θαζ‟ ἑθάζηελ θαὶ
ῥαληηζκνὺο εἰο ἀπνηξνπὴλ ὧλ δεδίηηνληαη
ἰνπδατθνῖο δνπιεύνληεο ἔζεζηλ
De priesters zelf en sommige anderen
voeren dagelijks reinigingen en
besprenkelingen uit ter afwending van de
dingen die ze vrezen waarbij ze zich
bedienen van joodse gewoonten
(16) Μεηὰ ηῶλ πέληε δαθηύισλ πιαγίσο
πῶο θαηαζθξαγίδνληαη (ἀπνζθξαγίδνληαο
Ap C) θαὶ ὕζηεξνλ κεηὰ ηῆο ἀληίρεηξνο
ηὴλ ὄςηλ ἐπηζθξαγίδνπζηλ
In het heilige doopsel smeren ze de
nieuwverlichte niet in met olie maar ze
dopen enkel in water in een (enkele)
onderdompeling
Zij die in zonde zijn gevallen en in wanen
vervallen smeren ze in met olie ter
vergeving van de zonden
(13aGr15) S(we)]Ucircennci ih(x) ihx
laquo`i]enpounda sup3woresup3x i kropl5npounda na wsakx
d(x)nx jdeiskymx by`aemx rabosup3a1]e
(hellip)
Hun priesters doen hun reinigingen en
besprenkelingen elke dag werkend met
joodse gewoontes
(13bGr16) (hellip) kr(x)ssup3x prossup3o ne
znamena1sup3xaacute nx lxssup3iwn nkako sx
weli l20 kymx prxssup3omx i posldi sx
palcemx lice znamena1sup3xagrave
Het kruis vormen ze niet gewoon maar
listig op een of andere manier met hun
duim en daarna bekruisen ze met de
vinger het gezicht
(14Gr17) ^ srde prxwy5 ned(e)le possup3a i
do pashy allpoundlpounda ne po1sup3xaacute nive
ikonamx klanOgrave41tse gl(agol)1]e 4Ucircko
h(ri)s(sup3osx) n(y)iOgrave4 wx pssup3yni 5s(tx)agrave
Vanaf woensdag van de eerste week van
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
38
Met vijf vingers enigszin schuin bekruisen
zij zich en daarna maken ze met hun duim
een teken over hun gezicht
(17) Ἀπὸ ηῆο ηεηξάδνο (κεηξάδνο Ap C)
ηῆο πξώηεο ἑβδνκάδνο θαὶ κέρξη ηνῦ
Πάζρα ηὸ Ἀιιεινπΐα νὐ ςάιινπζηλ
Vanaf woensdag van de eerste week en tot
aan Pasen zingen ze het Alleluja niet
(18) Οἱ ρεηξνηνλνύκελνη δηάθνλνη θαὶ
πξεζβύηεξνη θαὶ ἐπίζθνπνη ηὰο γπλαῖθαο
αὐηῶλ ἀπνιύνπζηλ∙ θαὶ ηαῖο ὑπ‟ αὐηνὺο
ἀπάζαηο ρώξαηο ἐθήξπμαλ κὲλ ηνὺο αὐηῶλ
ἱεξεῖο ηὰο ἑαπηῶλ ἀπνιύεηλ γπλαῖθαο νἱ δὲ
νὐ κόλνλ ηὸ θή[H68]ξπγκα ηνύησλ νὐθ
ἐδέμαλην ἀιιὰ θαὶ ἐπὶ ηαῖο πξώηαηο
ηειεπηεζάζαηο θαὶ δεπηέξαο θαλεξῶο
ιακβάλνπζη ηηλὲο δὲ θαὶ ηξίηαο θαὶ
ἀδεῶο ιεηηνπξγνῦζηλ
De gewijde diakens en priesters en
bisschoppen verlaten hun vrouwen en in
alle streken (ressorterend) onder hen
verkondigen ze enerzijds dat hun priesters
hun eigen vrouwen moeten verlaten maar
anderzijds hebben zij deze leer van dezen
(bisschoppen enz Over wie gaat het nu
de dorpspriesters die niet luisteren of de
hogere clerus die zelf niet het voorbeeld
geeft) bijna niet aangenomen maar zij
nemen zelfs openlijk een tweede vrouw
de vasten zingen ze zelfs tot Pasen het
Alleluja niet noch vereren ze de iconen
zeggende dat Christus nu in de woestijn is
(15aGr18) l25 S(we)]enici ihx veny
ne wxzeml1t(x) zakonnylsaquoagrave Bldesup3 ve i
prl1bi tworetx bessup3raha f196v i
posadnice im]eaacute s(we)]enssup3w1sup3x (hellip)
Hun priesters nemen geen wettige
echtgenotes tot zich Maar ze leiden een
ontuchtig leven en plegen schaamteloos
overspel en terwijl ze een bijzit hebben
gaan zij voor in de liturgie
(15bGr19) (hellip) gl(agol)1]e ve i seOslash ne
pod(o)basup3i inmi 5zyky b(o)v(x)stwUgravenoe
po`isup3asup3ise sup3x`pound sup3rxmi simi besdami
Šwreisko1aacute Šllinsko1 i Rymsko1
(hellip) waarbij ze ook het volgende zeggen
nl dat het niet past dat het goddelijke in
andere talen wordt vereerd enkel in deze
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
39
nadat de eerste gestorven is en sommigen
zelfs een derde en schaamteloos gaan zij
voor in de liturgie
(19) Λέγνπζη κὴ δεῖλ ἄιιαηο γιώζζαηο ηὸ
ζεῖνλ γεξαίξεζζαη εἰ κὴ ηαῖο ηξηζὶ
ηαύηαηο δηαιέθηνηο∙ ἑβξατζηὶ ἑιιεληζηὶ
ῥσκατζηί
Ze zeggen dan het goddelijke niet in
andere talen vereerd mag worden dan in
die drie talen Hebreeuws Grieks en
Latijn
[Hergenroumlther‟s comm 206-208]
(20) Τνὺο ἐπηζθόπνπο αὐηῶλ ηειεπηῶληαο
ἐλ ὅιαηο ὀθηὼ ἡκέξαηο ἀηάθνπο ἐῶζη θαὶ
νἱ ηῆο ἐλνξίαο παξ‟ αὐηνὺο θνηηῶληεο νἷο
ἔρνπζη δεμηνῦληαη θαὶ ηόηε ζάπηνπζη∙ ηὰο
ρεῖξαο νὐ ζηαπξνεηδῶο θαζ‟ ἡκᾶο
ηππνῦληεο ἀιιὰ θάησ πεξὶ ηνὺο κεξνὺο
αὐηὰο ἐθαπινῦληεο θαὶ ηὰ αἰζζεηήξηα
πάληα θήξῳ θαηαθιείνληεο∙ ηὰ αὐηὰ δὲ
θαὶ εἰο ηνὺο ιατθνὺο λεθξνὺο πνηνῦζη
Hun gestorven bisschoppen laten ze
gedurende acht hele dagen onbegraven en
de mensen van de streek die naar hen
toestromen eren hen met wat ze hebben en
dan pas begraven ze waarbij ze de armen
niet gekruist leggen zoals bij ons maar
uitgestrekt naar beneden langs de dijen
waarna ze dan alle zintuigen afsluiten met
was Hetzelfde doen ze ook bij de lijken
van het volk
drie talen de Hebreeuwse de Griekse en
de Latijnse13
(16Gr20) l5 Ep(i)skopxOslash swoih(x)
mira1]ih(x)aacute za smx d(x)ni
nepogrebenyh(x) ssup3awl41sup3x i ive wx
blassup3i sup3h(x) prihode]eaacute imi ve imsup3x
`rvda1sup3se i sup3ogda pogr5ba1sup3xTHORN rc ne
kr(x)ssup3owidno14 wxbrava1]eaacute nx i iz
bedry sih(x) prossup3ira1 l10 ]eaacute i
`1wssup3wa wsa woskomx zasup3wara1]eagrave
sup2akovde ve i l1demx sup3woresup315agrave
Ze laten hun gestorven bisschoppen voor 8
dagen onbegraven en diegenen die komen
naar de streek van dezen eren hen met
wat ze hebben en dan pas begraven zij de
armen vormen zij niet kruisgewijs maar
uitgestrekt vanaf de heup en de zintuigen
sluiten ze met was Zo ook doen zij met de
mensen
(17Gr21) S(we)]ennici ihx sup3ri]i i `esup3yri]i wx
lsaquodinoi cr(x)k(x)wi lpoundsup3rgisa1sup3x i ideve a]e
pril`5sup3se16 ne rasvda1]e s(we)sup3Ucircaa otilde
skwrxnnyh(x)
Hun priesters celebreren driemaal en
viermaal in een enkele kerk en waar het
ook maar uitkomt terwijl ze geen
onderscheid maken tussen de heilige
zaken en de ongewijde
(18Gr22) l15 Kxvdo ih(x) swo1 dx]erx
da5 newssup3aacute otildesup3oud paky wxzeml5sup3x
swekr dx]erx za swoego s(y)a ili sessup3r ili
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
40
(21) Οἱ ἱεξεῖο αὐηῶλ ηξὶο θαὶ ηεηξάθηο ἐθ‟
ἑλὶ λαῷ ιεηηνπξγνῦζηλ ἢ θαὶ ὅπνπ ἂλ
ηύρῃ κὴ δηαθξίλνληεο ηὰ ἅγηα ἀπὸ ηῶλ
βεβήισλ
Hun priesters celibreren drie tot vier keer
in de kerk of waar het toevallig uitkomt
zonder onderscheid te maken tussen het
heilige en het profane
(22) Ἕθαζηνο αὐηῶλ ηὴλ ἑαπηνῦ ζπγαηέξα
δηδνὺο εἰο λύκθελ ἐθεῖζελ αὖζηο ιακβάλεη
ηὴλ ηνῦ ζπκπελζεξνῦ ζπγαηέξα εἰο ηὸλ
ἑαπηνῦ πἱὸλ ἢ ἀδειθὸλ ἢ ἄιινλ ζπγγελῆ
Elk van hen die zijn dochter als bruid
geeft neemt van daar opnieuw de dochter
van zijn mede-schoonvader voor zijn eigen
zoon of broer of een ander familielid
(23) Δἴ ηηο ἐθ κνλαρῶλ ἐπίζθνπνο γέλεηαη
θαὶ θξέα ἐζζίεηλ ἀδεῶο ἐπηηξέπεηαη∙ θαὶ νἱ
κνλαρνὶ δὲ εἴ πνηε ζπκβῇ ηηλη αὐηῶλ
κηθξά ηηο ἀξξσζηία θξεῶλ
κεηαιακβάλνπζη∙ θνηλῇ δέ ηε πάληεο θαὶ
ὑγηαίλνληεο ρξῶληαη ηῷ ὑείῳ ζηέαηη
Als een uit de monniken bisschop wordt
wordt hij toegelaten vrijelijk vlees te eten
maar zelfs de monniken krijgen vlees als
een kleine zwakte aan een van hen eens
voorvalt Maar in het algemeen gebruiken
allen ook zij die gezond zijn vlees en
inogo sxrodnikaagrave
Elk van hen die zijn dochter ten bruid
geeft neemt vervolgens van daar opnieuw
de schoonmoeders dochter voor zijn eigen
zoon of zuster(s zoon) of ander familielid
(19Gr23) A]e ksup3o otilde inokxOslash lsaquop(i)s(ko)px
bdesup3x meso 4sti bessup3raha sup3om
powelwa1sup3x i inoci l20 ve ih(x)aacute a]e
nkogda sxl`isup3se komou otilde nih(x)
razbolsup3ise mesamx pri`e]a1sup3seagrave ordfb]e ve
wsi i zdrawi s]e swinpoundi sup3kx 4dt
Als iemand van de monniken bisschop
wordt staan zij aan deze toe onbeschaamd
vlees te eten en hun monniken echter als
het ooit gebeurt aan een van hen ziek te
worden hebben ze deel aan (het) vlees
Maar in het algemeen eten ze ook
wanneer ze alle samen gezond zijn
varkensvet
(20Gr24) S(we)sup31 i welikOslash
`esup3yridesesup3nicaacute 5ve po nh(x) ssup3rany i
blivnpoundi 5zyci ne rawno l25
possup3esup3seagrave wa bo `islomx dewesup3x
ned(e)lx pro`ee veaacute wiOslash bo smxaacute weOslash
ve mn f197r vae weOslash ve mxn5 i nive
qUcirc ned(e)lx i prossup3o koivdo po swo5m
hosup3npound postisup3xagrave
Tijdens de heilige en grote
veertigdagenvasten wordt er niet in
gelijke mate in de andere landen en
naburige volken Het ene (land) immers in
getal negen weken sommigen immers
acht anderen echter meer anderen
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
41
varkensvet
(24) Τὴλ ηεζζαξαθνζηὴλ αἱ θαη‟ αὐηνὺο
ρῶξαη θαὶ ηὰ πξόζνηθα ἔζλε νὐθ ἐπίζεο
λεζηεύνπζηλ∙ ἡ κὲλ νὖλ ιερία ἐβδνκάδαο
ἐλλέα αἱ δὲ ινηπαὶ αἱ κὲλ ὀθηὼ αἱ δὲ
πιείνπο αἱ δὲ ἐιάζζσ Ἰηαινὶ δὲ κόλαο ἕμ
Tijdens de veertigdagenvasten vasten hun
landen en de naburige volken niet in
gelijke mate Polen immers negen weken
van de overigen sommigen acht anderen
meer anderen minder de Italianen slechts
zes (weken)
(25) Τὸλ ζηαπξὸλ ηνῦ θπξίνπ ηὰο κὲλ
ἄιιαο πάζαο ἡκέξαο ἐλ ηῇ ἐθθιεζίᾳ
ἔρνληεο θαὶ ζέβνληαη θαὶ ὁξῶζη θαὶ
πξνζθπλνῦληεο ἀζπάδνληαη∙ ἐλ δὲ ηῇ ἀγίᾳ
ηεζζαξαθνζηῇ νὔηε πξνζθπλνῦζηλ νὔηε
ὁξῶζηλ αὐηὸλ ἀιι‟ ἔλ ηηλη ηόπῳ ἀθαλεῖ
ζπλεηιίζαληεο θαηαθξύπηνπζη ζὺλ αὐηῷ
θαὶ ηὸ ἀιιεινπία∙ θαηὰ δὲ ηὸ κέγα
ζάββαηνλ ἐθ ηῶλ ἀδύησλ αὐηῶλ
ἀλαθαιύπηνληεο ὡο ἐθ ηάθνπ δῆζελ
ἀληζηάκελνλ ηνῖο ιανῖο ἐπηδεηθλύνπζη θαὶ
αἴθλεο ὑπὸ πάλησλ κεηὰ κεγάιεο θξαπγῆο
ἐθθσλεῖηαη ηὸ ἀιιεινπία∙ θαὶ ἐπὶ πνιιὰο
ὥξαο βνῶζηλ ἅπαληεο ὡο ἡκεῖο ηῇ κεγάιῃ
θπξηαθῇ ηὸ Χξηζηὸο ἀλέζηε ἐθ λεθξῶλ
minder en zelfs geen zes weken en ieder
vast eenvoudigweg naar eigen wens
(21Gr25) Kr(e)ssup3x h(ri)s(sup3oso)wx wx inylsaquo
bo d(x)ni lsup3a wx cr(x)k(x)wi im]e zresup3x i
po`isup3a1sup3x i pokl(a)n41 l5 sup3seagrave Wx
s(we)sup31 ve `esup3yridesesup3nic nive zresup3x
5Ucircgoaacute nive poklan41sup3seaacute nx wx
nkoemx mst sup3xmn kry1sup3x sx
allpoundlpoundm(x)agrave Wx welik(1) ve sbosup3 otilde
sxkrxwennyh(x) otildekrywa1]eaacute 4ko otildeotilde
groba nkli l10 wxskrxsa1]a l1dem(x)
pokaz1sup3x i wxnezaap wsi welicmx
gl(a)somx wxzgla[a1sup3x Allpoundlpoundaaacute na
mngy `asy wxppound]e 4kove myOslash
h(ri)s(tosx) wxskrUcirce(se)
Het kruis van Christus dat ze op andere
dagen van het jaar immers in de kerk
hebben bekijken en eren en aanbidden ze
In de heilige veertigdagenvasten echter
bekijken ze het niet noch vereren ze het
maar ze verbergen het op een zekere
donkere plaats samen met het Alleluja Op
Grote Zaterdag nu onthullen ze het uit
het verborgene alsof het uit het graf is
opgestaan en ze tonen het aan de mensen
en plotseling zingen allen met luide stem
ldquoAllelujardquo voor vele uren zingend zoals
wij ldquoChristus is verrezenrdquo
(22Gr26) Lpoundsup3rgis1]imx swe]Ucircennikm(x)
ihx pro ssup3o niOslash sdesup3x bessup3raha
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
42
Het kruis van de Heer dat ze op alle
andere dagen in de kerk hebben vereren
ze ook en kijken ernaar en ze kussen het
in aanbidding In de heilige
veertigdagenvasten echter aanbidden ze
het niet noch kijken ze ernaar maar ze
verbergen het nadat ze het op een geheime
plaats hebben ingewikkeld en met dat ook
het halleluja Op Grote Zaterdag
onthullen ze het echter vanuit het
allerheiligste alsof het klaarblijkelijk uit
het graf is opgestaan en tonen ze het aan
het volk en dadelijk wordt het Allelujua
door allen met luid geschreeuw gezongen
uitgeroepen en gedurende vele uren
roepen ze allen zoals wij op Grote Zondag
het ldquoChristus is opgestaan uit de dodenrdquo
(26) Λεηηνπξγνύλησλ ηῶλ ἱεξέσλ ηπρὸλ
θαὶ ἐλ ηῇ ἐθθσλήζεη ηνῦ ἁγίνπ εὐαγγειίνπ
ἢ θαὶ ηῶλ ἁγίσλ κπζηεξίσλ ηῶλ ἐθεῖζε
παξόλησλ ιατθῶλ νἱ πιείνλεο νὕησ δόμαλ
αὐηνῖο θαζῆληαη ἀδέσο θαὶ ὁκηινῦζηλ
ἀιιήινηο
Terwijl de priesters celebreren ook als
dat toevallig tijdens het uitspreken van het
heilige Evangelie of van de heilige
Mysterieeumln is zitten de meesten van de
aanwezige leken zoals het hun goeddunkt
schaamteloos neer en praten met elkaar
besd1]eaacute ne sup3xkmo veaacute nx i wx
wxzgla[eniOslash lsaquou(a)g(ge)lpounda i prossup3o wx
wsei s(we)]ennika ih(x) slvb besssup3raha
besd1sup3x i sdesup3xaacute ne rade]e 4w 4ko
swe]ennika sup3x]eslawpoundemx
drxvimiaacute ne brg]e ve i samogo
H(ri)s(tos)aagrave
Wanneer hun priesters celebreren zitten
zij eenvoudigweg schaamteloos te
keuvelen niet alleen dat maar ook in de
exclamatie van het evangelie en gewoon
ook in de dienst van hun priesters praten
ze en zitten ze neer terwijl ze er zich
duidelijk niet om bekommeren zich in te
houden voor de ijdelheid van de priester
en ze nemen Christus zelf niet ter harte
Eve ssup3rgasup3i brad sx l1dmy i
swe]Ucirceniimi17aacute
lsaquove dwma brasup3oma sx`esup3awasup3i dw
sessup3raacute
Eve wx wrme s(we)sup3(o)go pri`e]enpounda
lsaquodinom otilde slve]ih(x) posup3r blOgrave4sup3i
pri`e]enpounde i celowasup3i inyOslashhx 4ko mnsup3i
simx sice pri`e]asup3iseaacute
Eve s(we)]eniimx mo]emx
s(we)sup3poundih(x) ne wxzdawasup3i dlxvnd1
po`xs(tx)
Eve `(xs)sup3(x)nymx ikonamx ne
klanOgrave4sup3iseaacute
Eve wxzgla[asup3i wx s(we)sup3ymx pri`e]eniOslash
sx prilovenpoundemx lsaquodi nx s(we)sup3x
lsaquodinx G(ospod)x Is(ousx) H(ri)s(tosx) wx
slaw B(og) (tx)c d(ou)homx
s(we)sup3ymxaacute aminxagrave
Dat de priesters samen met de mensen
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
43
Cf Duos fraters duabus sororibus
carnaliter copulari permittunt
hun baard scheren
Dat twee broers huwenbetrekkingen
hebben met twee zussen
Dat elk van de celebranten tijdens de
heilige communie de communie gebruikt
en de anderen kust waardoor hij meent op
die manier te communie te gaan
Dat de priesters de relikwieeumln van de
heiligen niet de nodige eer bewijzen
Dat de eerbiedwaardige iconen niet
vereerd worden
Dat ze in de heilige communie met
toevoeging zingen eacuteeacuten heilige eacuteeacuten Heer
Jezus Christus in glorie van God de vader
met de heilige geest amen
(23Gr27)Pri`essup3pounde s(we)sup3(o)go b]enpounda i
prsnxky sxwrUgrave[a1]eaacute ne pri`e]a1sup3se
4kove myOslashaacute nx celiwa1sup3x drgx drga wx
msto pri`e ]enpounda i prosup3iwesup3se
powelnpound1 h(ri)s(sup3)w i bo H(ri)s(sup3osx) ne
re`eaacute celisup3e drgx drgaaacute nx prpoundimsup3ei i
4disup3e seOslash 5s(sup3x) sup3lo moiagrave
Wanneer ze de deelname aan de heilige
communie en het ongedesemd brood18
volbrengen doen ze dat niet zoals wij
maar ze kussen elkaar in plaats van de
communie en ze verzetten zich tegen het
gebod van Christus want Christus zei
immers niet kus elkaar maar neem en
eet dit is mijn lichaam
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve19 sup3woresup3x ne
sup3woresup3x wx s(w)sup3poundih(x) praznichxaacute nx
`esup3y rivdi wx lsup3o po prohode]om
krgou lsup3nom wx `esup3yrehx wrmeneh(x)agrave
Lsup3o bo na `esup3woro rascplOgrave4esup3seaacute sir`x
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
44
(27) Τὴλ κεηάιεςηλ ηῆο θνηλσλίαο νὐρ ὡο
ὑκεῖο ἐθηεινῦζηλ ἀιι‟ ὡο θαζὶλ ὁ
ιεηηνπξγῶλ ἱεξεὺο ηὸλ κεηαιαβεῖζζαη
βνπιόκελνλ ἀζπάδεηαη κόλνλ θαὶ ηὸλ
ἀζπαζκὸλ ιακβάλεη ἀληὶ θνηλσλίαο
Ze voltrekken de uitdeling van de
communie niet zoals jullie maar zoals ze
zeggen de celebrerende priester kuacutest
alleen diegene die te communie wil gaan
en deze ontvangt de omhelzing (amplexus)
in plaats van de communie
(28) Τὰο ηῶλ θιεξηθῶλ θαὶ ἐπηζθόπσλ
ρεηξνηνλίαο νὐ θαηὰ πάληα θαηξὸλ
πνηνῦζηλ νἱ ἁξρηεξεῖο ἀιιὰ ηεηξάθηο ηὸλ
ἕλα ρξόλνλ ἐλ ἡκέξαηο ηεηαγκέλαηο∙ ηνῦ
γὰξ ἐληαπηνῦ ηεηξαρῶο δηῃξεκέλνπ εἰο
ἔαξ ζέξνο κεηόπσξνλ θαὶ ρεηκῶλα ηνὺο
πξώηνπο κῆλαο παξαηεξνῦζη ηῆο εἰζόδνπ
ηῶλ ηξνπῶλ ἠνῦο (Legendum certe
ἡιίνπ) ηὸλ Μάξηηνλ ηὸλ Ἰνύληνλ ηὸλ
Σεπηέκβξηνλ θαὶ ηὸλ Γεθέκβξηνλ θαζ‟
νὓο αἱ ηξνπαὶ ηῶλ ηεζζάξσλ ὡξῶλ
ἄξρνληαη θαὶ ηῇ πξώηῃ ἑβδνκάδη ηνῦ
Μαξηίνπ κελὸο ἢ ηνῦ Ἰνπλίνπ ἢ ηῶλ
ἄιισλ ἐλ κὲλ ηῇ πξώηῃ ηεηξάδη ἱεξεῖο θαὶ
δηαθόλνπο θαὶ ηνὺο ινηπνὺο ρεηξνηνλνῦζη
θιεξηθνὺο ἐλ δὲ ηῷ ζαββάηῳ ηνὺο
ἐπηζθόπνπο κόλνπο θαὶ ἀξρηεξεῖο∙ θαθῶο
θξνλνῦληεο θαὶ ἐπηζθαιῶο Τὴλ γὰξ
ἐπηθνίηεζηλ θαὶ ράξηλ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο ἐλ ἐθείλαηο κόλαηο ὠο ἔνηθε
wesnaaacute vesup3waaacute 5senx i zimaagrave Nazyra1sup3
bo prxwyOslashh(x) mesecx wxhod s
laquobrazyaacute sir`(x) marsup3poundaaacute jnpoundaaacute
sepsup3ewrpounda i dekewrpounda i lsaquogda bdesup3x
na`elo wrmene nogoagrave Wx srd oubo
rkopolaga1sup3x s(we)]eniky i dpoundakonyagrave
Wx sbosup3 ve arhxOslashlsaquoOslashree wlx[xbssup3w1]e
gl(agol)1sup3 ve 4ko wx dwa spounda
d(x)ni naisup3pounde s(we)sup3(o)go d()ha bys(sup3x)
basnoslowe]e sup3rxkaaniiagrave Ne bo wdesup3x
`sup3oOuml tworet besxwssup3niOslashagrave
Pobdi bo ih(x) sup3x]e slawpounda ssup3r(a)ssup3x i ne
ssup3awl45sup3x sih(x) wxzrsup3iaacute i sxlsaquodinisup3ise
s(we)sup3i cr(x)k(x)wi i ap(o)s(to)lsci
cr(x)k(x)wiagrave
De wijdingen van hen die ze doen doen ze
niet op de heilige feestdagen maar
viermaal in het jaar volgens het verloop
van de jaarcirkel in de vier (ge)tijden
Want het jaar wordt in vier opgesplitst
dat wil zeggen lente zomer herfst en
winter De eerste maanden houden ze
immers de overgang van de
(zonne)wendingen in het oog dat wil
zeggen maart juni september en
december en dan zal het begin van deze
tijd zijn Op woensdag dus wijden de
priesters en diakons Op zaterdag echter
verkondigen de bisschoppen de fabel dat
op die twee dagen de komst van de heilige
geest gebeurde de driemaal vervloekten
Ze weten immers niet wat ze doen de
gewetenslozen De passie van de ijdelheid
heeft hen in zijn macht en laat niet af hen
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
45
καληεπόκελνη θαηέξρεζζαη θαὶ νὐ ηὴλ
ἀξεηὴλ ηνῦ ρεηξνηνλνπκέλνπ θαὶ
ρεηξνηνλνῦληνο αἰηίαλ εἶλαη ηῆο ηνῦ
παλαγίνπ πλεύκαηνο ἐπειεύζεσο
ὀξζνδόμσο πηζηεύνληεο ἐλ ηαύηαηο κόλαηο
ηαῖο ἡκέξαηο ὡο εἴξεηαη ηὰο ρεηξνηνλίαο
πνηνῦζη
De bisschoppen voltrekken de wijdingen
van de geestelijken en bisschoppen niet op
elk moment maar viermaal op het jaar op
vastgestelde dagen Want omdat het jaar
in vier is gedeeld in lente zomer herfst en
winter houden ze nauwlettend de eerste
maanden van de zonnewendingen in de
gaten nl maart juni september en
december waarin de overgang van de
jaargetijden intreedt en in de eerste week
van de maand maart of van juni of van de
andere op de eerste woensdag wijden zij
priesters en diakenen en de rest van de
clerus op zaterdag echter enkel
bisschoppen en kardinalen vanuit hun
slechte en onjuiste opvattingen Aangezien
ze van mening lijken te zijn dat de
verlichting en de genade van de Hl Geest
enkel op die dagen neerdaalt en ze niet
volgens het orthodox geloof aannemen dat
de deugd van de ordinandus en van de
ordinans (van degene die gewijd wordt en
van degene die de wijding doet) de
oorzaak is van de komst van de
Allerheiligste geest en [daarom] voeren
zij zoals gezegd enkel op die dagen
wijdingen uit
te belagen en zich te mengen in de heilige
kerk en apostolische kerk
Eve bo possup3isup3i sbosup3y otilde nkolsaquogo
sawa sup3pounda sup3xzoimenssup3wo pri5[eagrave
Šgda bo hosup3a[e skon`asup3ise powel sup3mx
postisup3i d(x)nx sbosup3nyagrave ldquoZan5 sbosup3inxrdquoaacute
re`(e)aacute ldquonari`1seagraverdquo Nep]1sup3 ve sup3poundi 4ko
wxsx i d(x)ni sxwrxve s(we)sup3yOslash pesup3rx
simna wlxhwa i sego rad(i)
possup3esup3xagrave Lxvsup3 veagrave Bys(tx) ve sup3mx
prlxssup3x otilde lsaquorese na`elnikxOslash Šusup3uhpoundaaacute
Dpoundskoraaacute Manentaaacute Makedonpounda
dhoborcx20Oslash Sawelpounda i sup2poundmo9ea i
Šllraagrave
Voor het vasten van zaterdag immers
hebben ze de naam aangenomen van ene
Savati Toen deze immers zou ontslapen
beval hij aan hen te vasten op de
zaterdagen ldquoWant ik heet naar
Sabbatiusrdquo zei hij Dezen menen echter
dat op die dag de heilige Petrus Simon de
Magieumlr omverwierp (weerlegde) en
omwille hiervan vasten ze Maar ze liegen
Zij werden misleid door de ketterij van de
aanstichters Eutyches Dioskoros Mani
Macedonios (en) de pneumatomachen
Sabellios en Timotheus-Ellur
Hlesup3Ugrave ve i wx r`i s(we)sup3(a)go
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
46
(1) Τνῦ ἁγίνπ ζπκβόινπ ηὴο πίζηεσο ἐθ
ηνῦ εὐαγγειηθνῦ ῥεηνῦ ζπληεζέληνο ηνῦ
ζαθῶο νὑησζὶ δηεμηόληνο πεξὶ ηνῦ ἀγίνπ
πλεύκαηνο∙ ldquoθαὶ εἰο ηὸ πλεῦκα ηὸ ἅγηνλ ηὸ
θύξηνλ ηὸ δσνπνηὸλ ηὸ ἐθ ηνῦ παηξὸο
ἐθπνξεπόκελνλrdquo νὗηνη πξνζηεζείθαζη∙
ldquoθαὶ ἐθ ηνῦ πἱνῦrdquo θαθῶο θαὶ ἐπηζθαιῶο∙
νἶκαη γὰξ δηὰ ηὸ ζηέλνλ ηῆο αὐηῶλ
δηαιέθηνπ ηαὐηὸλ εἶλαη ᾡήζεζαλ ηήλ ηε
ηνῦ πλεύκαηνο ἐθ ηνῦ παηξὸο ἐθπόξεπζηλ
θαὶ ηὴλ δηὰ ηνῦ πἱνῦ πξὸο ἡκᾶο ἀπνζηνιὴλ
θαὶ θαηὰ κεδὲλ δηαθέξεηλ ηὴλ ἀπνζηνιὴλ
ηῆο ἐθπνξεύζεσο βαξβαξηθῶο θαὶ ἀκαζῶο
ἐλόεζαλ
sxlovenpoundaagrave MyOslash bo gl(agol)5mx
bl(a)go`xssup3iwn i prawoslawno i issup3inno ldquo
agraveagraveagrave i wx d(ou)ha s(we)sup3(a)go
G(ospod)a viwsup3wore]ago ive otilde (tx)ca
ishode]agordquoaacute Sice issup3in im]oiagrave npoundi ve
gl(agol)1sup3x ldquo otilde (tx)ca i s(y)na
ishode]agoagraverdquo Ne bo inako
razdlesup3se sup3ri sxssup3awi i li`naa sobssup3wpoundaaacute
nx sxlisup3pounde bywa5sup3x pa`e ve sawelisanpoundeaacute
sxlisup3pounda rad(i) pro4wlennoagrave S(we)sup3yi bo
d(ou)hx ne otilde s(y)naaacute nx otilde laquo(tx)ca
ishoditxagrave Šlma powiinx bo 5s(tx) t(x)cx
laquobimxaacute nx wo bo rovdenpoundaaacute
wo ve proishovdenpounda a lsaquove gl(agol)asup3i otilde
s(y)na prozysup3i d(ou)h s(we)sup3om
neds(to)ino 5s(tx) i ne`xssup3iwoagrave brsup3a1sup3
bo se ne sup3ri lica nx `esup3yri takowymx
razd l5npoundemxagrave I spounda bo we]x[a i
krp`ai[aa 4kove nep]5mx rassup3o4npoundagrave
A]e li ve nkaa ssup3x i inaa nazyranpounda
mssup3na sup3vda cr(x)kownago prdanpounda
pod(o)balsaquosup377 i naOslash isprawisup3ise i sup3ako
pri5sup3 bytiagrave
Ze godlasteren tot zelfs in de bewoording
van het heilige Symbolon Wij immers
zeggen eerbiedig en orthodox en waarlijk
ldquo en in de heilige geest van de Heer die
levend gemaakt is en uit de vader
uitgaatrdquo zo de waarheid hebbend Zij
echter zeggen ldquovan de vader eacuten de zoon
uitgaandrdquo De drie hypostasen en de
eigenschappen van de personen worden
immers op geen enkele andere manier
onderscheiden Maar er is meer
verwarring dan het Sabellianisme
omwille van de verwarring is het manifest
De heilige geest gaat immers niet uit de
zoon uit maar uit de vader Want de
oorzaak is immers de vader van beiden in
het ene geval van de geboorte in het
andere geval van de processie maar het
zeggen dat de heilige geest uitgaat uit de
77
Tweemaal komt in dit document de jor () voor Zie eindnoot 15
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
47
1 Het relativum ive in de zin Jlaquonpoundisko ve ndro ive prwy[e Šlady imenesup3x (hellip)
weerspiegelt het griekse lidwoord ηὸλ in de zin Ἰνύληνλ δὲ θόιπνλ ηὸλ ἐπέθεηλα ηῆο Ἑιιάδνο
ὀλνκάδεη (hellip) Dit fenomeen is typisch kerkslavisch Grammaticaal gezien zou er 5ve in
plaats van ive moeten staan ndro is immers een onzijdig woord Dit is evenwel geen fout In
de laat-kerkslavische traditie zeker die in de zuid-slavische landen gaf men er de voorkeur
aan de Griekse brontekst zo getrouw en letterlijk mogelijk te vertalen Er heerste een enorme
vormdwang men wou in de vertaling net zoveel woorden hebben als in de brontekst Het
segmenteren van zinnen laat dit duidelijk zien De keuze voor ive is hier ingegeven door het
geslacht van het woord bdquogolf‟ in het grieks ὁ θόιπνο mannelijk 2 Prwy[e wordt hier gebruikt voor de vertaling van het griekse woord ἐπέθεηλα Deze twee
woorden betekenen echter niet hetzelfde Het woord ἐπέθεηλα heeft als betekenissen aan gene
zijde verderop terwijl prwy[e boven hogerop betekent 3 In deze paragraaf treedt verwarring op tussen de naam van de zogezegde stichter en de
plaatsnaam Bari in Zuid-Italieuml Als we kijken naar de Griekse tekst zien we dat ook deze
problematisch is We overlopen even er wordt gezegd dat de Longobarden genoemd zijn ἀπὸ
ηνῦ Βάξε Hier hebben we te maken met een genitief enkelvoud van ndash te oordelen naar het
lidwoord ndash een mannelijk woord Uit de context zou ik afleiden dat het hier over de stichter ndash
ik noem hem hier Bar ndash gaat Daarna wordt gezegd dat die Bar ηὴλ Βάξελ stichtte en haar
Βάξελ noemde Hier gaat het duidelijk om iets anders Het lidwoord dat bij de eigennaam
staat is nu vrouwelijk Hier moet de stad Bari bedoeld zijn Namen van steden en streken zijn
meestal vrouwelijk in het Grieks In de volgende zin is er weer sprake van de stichter Οὗηνο
ὁ Βὰξ had een vrouw Legga De vraag of de nominatief ὁ Βὰξ te rijmen valt met de genitief
ηνῦ Βάξε laat ik open Wat direct in het oog springt is dat waar we in het begin van het
fragment nog ἀπὸ ηνῦ Βάξε lazen we nu ἐθ ηνῦ Βὰξ lezen De genitief verloor -ε in de
uitgang Dat ook bij de Slavische vertaling iets aan de hand is demonstreert volgend
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
48
fragment De kopiist schrijft nu eens bdquoVar‟ dan weer bdquoBar‟ in weerwil van het feit dat hij ndash zo
lijkt mij ndash op een en hetzelfde doelt namelijk de mens bdquoBar‟ Het valt me op dat in zinnen
waar zijn naam in de nabijheid van het woord Longobarden ndash in het Slavisch zonder
uitzondering met -w- geschreven ndash zijn naam ook met -w- wordt geschreven
Loggpoundwardi ve nare`(e)ni by[e otilde Waraaacute ive i Barx sxzyda i nare`e lsaquogo wx swoe
ime Barxagrave Sx Barx ima[e ven () Sih(x) pesup3yh(x) 4ko otilde Wara i Leggy
rovdennyh(x) naricaOslashhou Loggpoundwardiagrave () Sim ve pesup3ymx rodowomx rodisup3elpounde
Warx i Legga i 4ko otilde nih(x) gl(agol)1sup3se Loggpoundwardiagrave
4 Ook hier merk ik een verwisseling van -w- en -b- op in de eigennamen Arwana en
Arbanasi 5 De Melfinen en Melfitanen van wie in de inleiding sprake is zijn waarschijnlijk de
Amalfitanen De Amalfitanen waren het volk dat in de stad en de gelijknamige streek van
Amalfi in Zuid-Italieuml woonde De stad Amalfi was een zeehandelsmacht die zeer machtig
was van de negende tot en met de elfde eeuw In de twaalfde eeuw veroverde Pisa de stad
Voor de ligging van deze stad zie VI BIJLAGE 6 In deze vijfledige opsomming van de overige westerse volken die samen met de
Longobarden niet verschillen van de oude Grieken staan de eerste vier namen van volken in
de nominatief enkel de laatste de naam van de Alamanen staat in de genitief(-accusatief) 7 Met de oude Grieken worden de Grieken bedoeld van voor de christianisering van
Griekenland heidenen eigenlijk 8 Hier hebben we te maken met een corrupte passage De woordgroep ap(o)s(to)l(s)kaa
cr(x)kwi moet het onderwerp zijn van wxspisup3a een ander functie kan ze niet hebben toch
verschillen het adjectief en het substantief in naamval respectievelijk een nominatief en een
genitief Cr(x)kwi kan voor het overige nog wijzen op een datief enkelvoud locatief
enkelvoud nominatief vocatief en accusatief meervoud) Als het een genitief is is er
misschien een verklaring te vinden in het Grieks model 9 Hier hebben we te maken met een fout Een variant zonder - w - van de vorm skwrxnxn is
immer niet bekend In het N-handschrift doet deze fout zich niet voor Daar staat er
skwrxnnaa waar het in het CH-handschrift Skrxnna is 10
poravnna in N lezen we poravennaa 11
7iOslash r`ny5 is een calquevertaling voor θπλνπνηάκνπο otters lett rivierhonden 12
Vxlbaby dit woord heb ik niet teruggevonden in woordenlijsten Wel stonden er volgende
woorden vxlwx (vr) vxly (vr) en vxli (vr) zij betekenen allen ἡ ρειώλε wat Grieks is voor
schildpad Over het eten van schildpadden worden we in de Griekse tekst niet geiumlnformeerd
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
49
13
De verdedigers van deze opvatting baseerden zich op het feit dat op het bordje boven Jezus‟
kruis in de genoemde drie talen was geschreven Jezus van Nazareth koning der joden Zie
het Evangelie volgens Lucas (23 38) en Johannes (19 19-20) 14
kr(x)ssup3owidno is een calquevertaling van ζηαπξνεηδῶο 15
Twee maal komt in dit document de jor () voor In beide gevallen komt ze voor op het
einde van een paragraaf Zie L SELS Gregory of Nyssa In druk ldquoThe text of the bdquoHomilae‟
exhibits the sporadical use of a large extending beyond the top line esp in prepositions and
word endingsrdquo 16
pril`5sup3se in het N-handschrift staat er pril`isup3se 17
swe]Ucirceniimi is een instrumentalis meervoud Alle zinnen in deze paragraaf vertonen een
gelijkaardige structuur Ze worden ingeleid door eve waarna een infinitief volgt Dit is de
Slavische weergave van de Griekse gesubstantiveerde infinitief Al dan niet staat er een datief
bij als onderwerp van de infinitiefzin Alleen dus bij deze eerste zin staat er geen datief maar
instrumentalis Deze instrumentalis kan ik niet verklaren Daarom zou ik de mogelijkheid
willen opperen om de instrumentalis op die plaats als fout aan te geven Mogelijk is de fout
erin geslopen omdat de datief meervoud en de instrumentalis meervoud beiden dezelfde
afkorting hebben namelijk -imUcirc waarbij respectievelijk de volledige vorm van de uitgang
van de naamvallen de volgende zijn -imx en ndashimi Misschien heeft de kopiist uit
onachtzaamheid of omwille van verkeerd begrip voor de verkeerde oplossing gekozen Of
onder invloed van de voorzetselgroep sx l1dmy na dewelke swe]Ucirceniimi volgt 18
De Latijnse gewoonte om ongedesemd brood te eten ( ἂδπκα) het stokpaardje van
Cerullarios is hier dan toch vertegenwoordigd De aanklacht over het eten daarvan punt 2 in
de editie van Hergenroumlther viel in deze Slavische vertaling weg 19
Rkopolovenpounda ihx ih(x)ve sup3woresup3x ne sup3woresup3x Wat hier opvalt is de verdubbeling van
het persoonlijk voornaamwoord ihx en de persoonsvorm sup3woresup3x Vooral het relativum
ih(x)ve is problematisch Zoals het er staat heeft het weinig zin 20
dhoborcx is een calquevertaling van het Griekse woord voor pneumatomachen hier
tevens in de genitief πλεπκαηνκαρῶλ
IV CONCLUSIE
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
50
Nadat we als spoorzoekers geprobeerd hebben het Opusculum contra Francos op de voet te
volgen op de tocht van ontstaan tot traditie en even halt hebben gehouden bij elk souvenir dat
het met zich meenam is het tijd voor een besluit
Het Opusculum contra Francos is een belangrijke zoniet een van de belangrijkste bronnen
geweest die benut werden in de polemiek tussen de Oosterse kerk en de Westerse kerk Het
heeft vanaf het prille begin een stroom van bewerkingen en bdquoketterijencatalogussen‟
gegenereerd die op hun beurt weer voor anderen inspiratie vormden
Het Opusculum contra Francos maakte ook snel de overstap naar het Slavische
grondgebied waar ze in talrijke tractaten en bundels werd opgenomen en bewerkt Maar het
belangrijkste wapenfeit ndash althans naar mijn mening ndash is dat het Opusculum contra Francos in
een zeer dicht bij de brontekst blijvende vertaling in de vroegste bundelingen van de
Kormčaja Kniga belandde Deze vroege opname in het canonisch wetboek van de Russen was
mogelijk een belangrijke trigger voor de wijde verspreiding en talloze bewerkingen die daarna
nog volgden
Een interessant maar omvangrijk werk zou zijn al deze verwantschappen bloot te leggen
Ik denk dat een minutieuze behandeling van het tekstmateriaal veel voordelen heeft en tot
belangwekkende ontdekkingen kan leiden Ik hoop met deze masterproef alvast mijn steentje
te hebben bijgedragen
V BIBLIOGRAFIE
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
51
hulpmiddelen
-CEJTLIN RM (et al) Staroslavjanskij slovar‟ (po rukopisjam X-XI vekov) Moskva 1999
-Oudslavisch I Grammatica Vormleer Syllabus bij de cursus van Prof Dr J Vereecken en
Dr L Sels
-Oudslavisch II Grammatica Vormleer en Syntaxis Syllabus bij de cursus van Prof Dr J
Vereecken en Dr L Sels
bronnen
-BALZ H R (ed) Theologische Realenzyklopaumldie Berlin New York 1983
-BECK H-G Kirche und Theologische Literatur im byzantinischen Reich Muumlnchen 1959
-BUCHBERGER M (ed) Lexikon fuumlr Theologie und Kirche Freiburg 1964
-CHADWICK H Heresy and Orthodoxy in the Early Church Brookfield Vt 1991
-CROSS F L - LIVINGSTONE EA (eds) The Oxford Dictionary of the Christian
Church London 1974 [1957]
-DUJČEV I ldquoPropaganda Anticattolica a Novo Brdo (Serbia) nel Secolo XVrdquo Ricerche
Slavistische XVII-XIX 1970-1972 pp 179-190
-ELIADE M (ed) The Encyclopedia of Religion New York 1987
-ENGEL J (ed) Groszliger Historischer Weltatlas Muumlnchen 1970
-FULLERTON S G Paleographic Methods Used in Dating Cyrillic and Glagolitic Slavic
Manuscripts Columbus Ohio 1975
-HASTINGS J (ed) Encyclopaedia of Religion and Ethics New York 1908-1927
-HERGENROumlTHER J Photius Patriarch von Konstantinopel sein Leben seine Schriften
und das griechische Schisma nach handschriftlichen und gedruckten Quellen Darmstadt
1966 [1869]
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
52
-HERGENROETHER J Monumenta graeca ad Photium ejusque historiam pertinentia
quae ex variis codicibus manuscriptis Regensburg 1869
-JUGIE M Le schisme byzantin aperccedilu historique et doctrinal Paris 1941
-NIKOLOV A ldquo ldquoA Useful Tale about the Latinsrdquo An Old Bulgarian Translation of a Lost
Byzantine Anti-Latin Text of the End of 11th
ndash Early 12th
Centuryrdquo Scripta amp e-Scripta 1
(2003) pp 99-119
-PELIKAN J The Christian Tradition A History of the Development of Doctrine The Spirit
of Eastern Christendom (600-1700) Chicago and London 1974
-PODSKALSKY G Christendum und theologische Literatur in der Kiever Rus‟ (988-
1237) Muumlnchen 1982
-PODSKALSKY G Theologische Literatur des Mittelalters in Bulgarien und Serbien 865-
1459 Muumlnchen 2000
-POPOV A Istoriko-Literaturnyj Obzor Drevne-Russkich Polemiceskich Socinenij Protiv
Latinjan (XI-XV V) 1875
-SELS L Gregory of Nyssa De hominis opificio - O obraze cloveka The Fourteenth-
Century Slavonic Translation I A Critical Edition with Greek Parallel and Commentary In
druk
-SHEPHERD W Historical Atlas New York 1911
-TRUNTE N H Minima Graeca eine Einfuumlhrung in das Griechische fuumlr Slavisten in 15
Lektionen Muumlnchen 2007
-VILLER M et al (eds) Dictionnaire de Spiritualiteacute Paris 1984
-WHALEN JP (ed) New Catholic Encyclopedia Washington 1967
VI BIJLAGE
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
53
Italieuml en Zuid-Europa bij de dood van Karel De Grote in 814 na Christus
Italieuml en Zuid-Europa in de periode 919-1056 na Christus
54
top related